Cranium, jrg. 6,
Neushoornvondsten
Thijs
uit
de groeve
2
no.
33
Maastricht-Belvédère
Kolfschoten
van
Summary
The
sand-
fossils donta
tively.
Maastricht-Belvédère
gravelpit
of
remains
(site
Dicerorhinus
Many
Very
Milkmolars of the
E)
is
species
from
fossils
discovery
the
found in
are
is
in
the the are
of
Early
the
from
of
rhinoceros
material. and
gravels
sands
terrace
of
on
the
respec-
top
of
hemitoechus.
D.
a
Coelo-
from
Weichselian
Early
skeleton
complete
De
and
Saalian
relation with paleolithic
Inleiding
localities
yielded
lowermost
the
recorded a
have
pit,
the
of
top
richest
the
of
one
exposed
from
dating
hemitoechus
spectaular
same
levels,
collected
are
section
the
gravels.
Different
Netherlands.
antiquitatis
upperpart
the
and the
in
artefacts.
opbouw
geologische
de
van
Belvédère-
groeve.
grindgroeve
De
löss-
ten
noordwesten is
1),
en
één
plaatsen
van
donta
de
van
vooral
riaal
de
1909;
In
lithostratigrafische (III In
tot
en
eenheid
den
III
behorend
worden tot
vijf
eenheden
VII), (fig.
met
die
in
het
grove
en
artefacten,
re-
jaren Deze
veel
zeer
vorm
zijn
er
zoogdierfossielen
fossielen
verschillende
van
de
Bovendien
gevonden.
verzameld.
resten
in
komen
eveneens
eenhe-
lithostratigrafische
den. Een
deel
ceerd
de
van
(ROEBROEKS
SCHOTEN,
1985;
DENBERGHE, al,
1987;
al.,
al.,
is
reeds
1985;
in
gepubli-
VAN
KOLF-
1985;
VAN-
1985; VANDENBERGE,
zal
of
e.a.)
et
ROEBROEKS,
et
(ROEBROEKS, in
resultaten
binnenkort
et
verschijnen
druk; VAN KOLFSCHOTEN,
druk).
Onder ren
zijn
verzameld
hoornresten
zijn
van
hoorn.
de
Een
melijk
die
zoogdierfossielen
de
van
die
niet
eerder deel
de
bevinden
de
laatse
veel
uitsluitend
afkomstig
fossielen
steppeneushoorn
ja-
neus-
wolharige
genoemde
van
de
zich
neus-
stamt
na-
Dicerorhinus
hemitoechus. In
dit
gegeven
van
de
stratigrafische houd,
wordt
artikel
gevolgd
in
door
uit
beknopt
een
groeve
eenheden
neushoornmateriaal veau's.
de
en
een
de
overzicht
ontsloten hun
overzicht
litho-
fauna-invan
verschillende
het
nifig.
1:
Ligging
van
Belvédère.
de
de
groeve
verschillende onderverdeeld
grinden
Caberg
onderzoek
zijn
veelal
activiteiten,
in
2).
groeve
indrukwekkende
gebied
worden
zijn,
mate-
geologisch Dit
niveau's
laatste
uit
de
maar
afzettingen
Pleistocene
De
ontsloten
opgeleverd.
menselijke
de
wordt
onderzocht.
verschillende
van
bekend
e.a.)
"nieuw"
veel
1980
van
Coelo-
lang 1925;
archeologisch,
velerlei
op
sultaten
is
jaren
paleontologisch heeft
neushoorn
reeds
Sinds
grondig
voorkomen
Het
is
(fig.
neushoornvind-
CREMERS,
laatste
gevonden.
zeer
Maastricht
rijkste
wolharige
antiquitatis
(RUTTEN,
stad
Nederland.
van
fossielen
de
van
gelegen
Belvédère,
de
van
groeve Maastricht-
en
zan-
middenterras-
34
afzettingen worden door
afzettingen gevormd
zijnde
riviersysteem
onder
IV
bestaat
leem-
(klei-,
de
kalktuf.
zanden)
afzettingen
omstandigheden
door
en
zijn
afgezet,
meanderend
een
met
sedimenten
Deze
warmere
waarschijnlijk
sedimenten
fijne
zandig-kleiige
top
plaatselijk onder
uit
grindhoudende
en
rivier-
systeem.
aantal
V
plaatste
löss,
bestaat
löss
typische
Pleniglaciaal)
VI
de
uit
VII
koudste
de
en
ver-
uit
voornamelijk
eenheid
en
van
zanden
fijne
eenheid löss
omgewerkte
uit
periode
laatste
de
omvat
(het het
ijstijd,
Weichselien.
positie
de
verschillende
opzichte
(sub)eenheden
ten
gedetailleerd
beschreven
Cranium RIMONT
5, en
deze
van
nr.1
in
van
1
en
artikel
het
die
quus
basis
het
De
samenstelling
weergegeven
fig.
2: De
is
cf.
afgebeeld
in
aangegeven,
migratorius,
stratigrafische positie
van
de fauna
niveau’s.
er
in
ge-
mogelijk
nivo
afkomstig
Bos
2-4
Fauna's
wordt
bestaat
5
Mammuthus
uit
Cervus
Cervidae
Arvicola
Microtus
primigenius,
primigenius /Bison
SpermoCricetulus
torquatus,
gregalis,
antiquitatis,
tarandus,
europaea,
undulatus,
Dicrostonyx
Microtus
terrestris, nomus,
zijn
(1887)
kunnen
soorten:
Talpa
en
2
HABETS
Fauna
scandiaca,
GROENENDIJK (1988).
figuur
1.
(Urocitellus)
gifer
in
de
van
tabel
philus
zoogdierfauna’s
Zoals
in
Nyctea
WAR-
de
af-
stratigrafische
vrij
DE
anti-
uit
(1926)
zijn.
Coelodonta
De
door
kies-
pakket
nijlpaardfossielen
hetzelfde
door
Elephas
grindige
onderste
De
zijn.
noemde
in
als
en
druk).
bosolifant
CREMERS
volgens
van
van
de
van
is
van
in
vertegenwoordigd
wordt
fragmenten
1-5)
KOLFSCHOTEN,
(VAN
1985; VAN KOLFSCHOTEN, Fauna
Een
samengevat
(Fauna's
eenheden
lithologische
elkaar
is
fossielen
beschreven
zodanig
stratigrafische
aangetroffen.
zoogdierfossielen
de volgende van
verschillende
in
groeve
komstig
Eenheid
De
de
niveau's
faunistische
klimaatsomstandigheden.
Eenheid
aan
als
verwilderd
een
koude
Deze
samengevat.
geïnterpreteerd
Equus
elaphus,
indet.
priscus.
(groot
oeco-
sp., Ran-
hert)
35
verschillende
De
Fauna
van
Omdat niet is
het
uit
wijzen
De
Cromerien
ouderdom
2-4
verschillen,
fauna's
omslag
van
niet
koude
met
gecorreleerd
stadiaal
het
uit
absolute 4
Fauna
van
is,
thermoluminescentie 200.000
is
nivo
jaar
Van
De
bepaald
van
is
5
baseerd
een
op
faunistische het
begin
selien,
echte
de en
van
wordt
toendra
geologische archeologische de
laatste
fauna
die,
context
en
indicaties,
ijstijd,
het
het
Maastricht
op
(ROEBROEKS,
mate
in
ligt
groeves
van
de
van
groe-
huidige zonder
Belvédère
groeve
stratigrafische
ge-
is
verkit
4).
Dit
uit
op in
is
Weich-
in
in
Sinds in
de
de
aandacht
de
Met
van
van
de
van
E
herkomst.
dat
we
eenheid
in
terwijl
eenheden
de
IV-C,
en
gevonden
de
veel
registratie
van
beschrijving de
in
basis
J.P.
hebben
te
sektie,
de
zijn
grondig
heren
zijn
vondsten
passen. aan
de
eenheid
van
gelegen
tussen
IV-B
peneushoorn
de
goed
de
en
inzeer
ging,
zeer
de
aan
in
van
onderzoek
start
neushoornfossielen
wolharige
kies
komt
gedetailleerde
jaren
(fig.
grotendeels
van
name
onder
lila
Een
is.
Daardoor
afgelopen
de
weten
de
en
geheel
waarschijnlijk
Groenendijk
geschonken
vondsten
stuk
vondsten
K.
en
dat
archeologische
paleontologische
wol-
een
VI.
eenheid het
gedocumenteerd.
te
van
afzettingen
die
Belvédère
groeve
Zo
Museum
lössconcretie
een
1980
Warrimont
het
met
herleiden.
kiezen
afkomstig
uit
waarschijnlijk
geplaatst.
dat
neushoorn
wolharige
gebed
drie
met
III
eenheid
een
bovenkaak
grofgrindige
erop
herkomst
te
Historisch
stuk
met
duidt
de
zekerheid
Natuur
een
is
stukken
van
neushoorn
harige
in
druk). Fauna
westen
of
groeve
(beide
gedetailleerde
van
aantal
een
bepaalde
waaruit
behulp
met
Caberg,
complex
te
staan
gegevens. Inter-
Saalien.
datering
250.000
-
het
het
en
Belvédère)
toevoeging
stukken
namen
van
noorden
ten
groeve
een
uit
Rijks-
Mineralogie
Deze
de
het
en
en
Bosscherveld
groeve
deel
maakten ves
Geologie
onder
aan-
fase
warme
het
Waal,
betrek-
een
het Natuurhisto-
van
onbekend.
geregistreerd
ge-
naar
Hoogeveen
van
van
afkomstig
De
het
begin
ouderdom
fase
is
van
neushoornresten,
Maastricht
te
voor
Leiden,
klimatologische
een
Museum
museum
ouderdom.
qua
glaciale
fase.
interglaciale
warme
veel
reflecteren een
geologisch
groot
risch
van
kunnen
spec.
aantal
wezig in de collecties
de
waarschijnlijk
wordt
voorkomen
herkomst
stratigrafische
kelijk
bekend
"Cromerien
het
van
mogelijk
laat
wel
en
neushoornfossielen
De
Holsteinien
1.
Fauna's
zien,
het
Hippopotamus
een
op
De
zeer
ouderdom
bepalen.
te
Europa
deel
het
een
De
3).
tijdens
N.W.
jongste
nijlpaard
Fauna De
in
zou
hebben
(fig.
moeilijk
zeer
nijlpaard
voorkwam
complex" het
is
1
het
fauna's
ouderdom
uiteenlopende
VI-
voorkomen
afzettingen,
resten
Zo
top
van
de
de
step-
zijn.
Coelodonta antiquitatis
(de
wolharige
neus-
hoorn)
Fauna 2: De
zoogdierfossielen
de
neushoornresten,
uit
het
bovenste
Fauna
van
uit
deel
van
de
II,
inclusief
III-A
eenheid
grindige
komen
afzet-
tingen. In
de
zomer
zamelaar de
top
van
R.
dhr. van
het
hoornschedel.
fig.
3:
Chronostratigrafischekolom met
klimaatscurve
en
de
de
indeling
stratigrafische posities
van
van
het Midden-
en
de verschillende
Laat-Pleistoceen, fauna’s.
de
1984
vond
Schönlau, grind
uit
resten
de
amateurver-
Maastricht, van
een
in
neus-
36
dat
aan
het
resten
betreft.
hoorn
kiezen
se
verbeende
geheel
Het
neustussenschot
Sindsdien de
van
de
van
toont
wolharige
zijn
los-
enkele
nog
in
neushoorn
wolharige
neus-
het
grind gevonden.
Het
skelet deel
een
blootgelegd
De
woest.
ging
van
door
DE
graafmachines
de
door
was
voor
en
een
vondstomstandigheden de
zijn
resten
ver-
de
ber-
en
beschreven
uitvoerig
WARRIMONT
voor
deel
GROENENDIJK
en
(1988). Fauna 5:
de
Tijdens
artefacten
opgraving
waaronder
gen
bovenkaakskiezen een
wolharige
Site
J
slecht
zijn
E
zoogdierfossielen
schedelfragmenten links
(M3
neushoorn
(eenheid
neushoorn
naast
gebor-
en
twee
rechts)
en
-
enkele
kiesfragmenten
zeer
van
de
opgeleverd.
-
-
Dicerorhinus
hemitoechus
(de
hoorn)
-
-
van
sche
de
is
jaren
in
Nederland
ongetwijfeld
peneushoorn
(fig. 6).
Groenendijk
botten
bleek,
fig.
4:
spectaculaire
meest
vondsten
afkomstig
Bovenkaakskiezen Belvédère.
(Coll.
het
In
skelet
mei
en
waren
afgelopen
de van
de
step-
1987 vond K.
kiezen van
die, een
(M1M2M3 dext.) Natuur
paleontologi-
van
Historisch
van
-
M2
en
schedel: o.a.
vele
en
scapula, of
komplete
IV,
phalangen
neushoorn.
de
straal
Coelodonta antiquitatis
uit
de
ulnare,
3
(de niet
Mc
radius; III,
le
pha-
3e phalange;
femur, patella, cuboïd,
neïform, mediale cuneïform,
is
fragmen-
wervels;
humerus,
links):
naviculare,
ste
Museum Maastricht)
meer
ulna, pisiform,
rechter achterpoot:
later
zoals
herkenbare
magnum;
phalange,
metatarsus
dext.,
-
(rechts
astragalus,
M3
-
fragmenten;
linker voorpoot:
2e
P2
nasalia;
rechter voorpoot:
voorpoot
7):
moeilijk
min of
11
ribben: veel
onderdelen
volgende
sin.;
de
van
wervels:
lange,
Fauna 3c:
Een
Ml
unciform
steppeneus-
de
bewaard gebleven:
gedeeltelijk
onderkaakskiezen:
ten
-
zijn
bovenkaakskiezen (fig.
P2,
-
skelet
of
geheel
-
heeft
het
Van
van
(fig. 5).
VI-A)
geconserveerde
wolharige
site
van
veel
ook
sesamoïd le
groeve Maastricht-
cu-
III,
metatarsus
beentjes,
phalange
afgebeeld),
tibia,
laterale
2
van
2 de
tweede
eer-
vier-
pha-
37
fig.
5:
Dicerorhinus hemitoechus:
(uit:
langen -
KOLFSCHOTEN,
VAN
en
1
DP2
sin.;
b. DP3
(fig.
8):
fibula, calcaneum,
c.
Coelodonta antiquitatis:
neïform,
femur, patella, astragalus,
navi-
III
laterale
M3 dext.
en
mediale cuneïform,
IV,
phalangen, phalangen.
culare, cuboïd,
sin.;
1985).
derde phalange;
linker achterpoot
tibia,
a.
cuneïform,
middelste
cu-
4
sesamoïd
2
metatarsus
beentjes,
tweede phalangen
II,
2 eerste en
2 derde
38
fig. 6: Dicerorhinus hemitoechus:
skeletonderdelen
van
de linker-
en
rechter
achterpoot
uit
de
groeve Maastricht-Belvédère.
Het door
botmateriaal
is
woesting
de
goed
zeer
ontkalking
plaatselijke door
deels
deels
en
door
en
graafmachine
zeer
ver-
slecht
of niet bewaard gebleven. De deel
achterste
kiezen
afgesleten.
Bij
zijn
botten
al
zijn
voor
een
diaphyse
epiphyse
blijkt hij De
(M3) alle
en
die
dat
met
de
elkaar
Hieruit
vergroeid.
neushoorn
volwassen
was
toen
stierf. kiezen min
of
elementen
vertonen meer
van
een
typisch
Dicerorhinus
aantal
zijn
voor
kenmerken de
hemitoechus:
gebits-
39
fig.
7:
Dicerorhinus hemitoechus: a:
het email
-
zins
van
de
leerachtige
die mate zoals
kiezen
heeft
bij
de
bij
alle kiezen
dext.;
b:
P2
sin.;
enigs-
een
echter
structuur, dat
P2-M3
de
de rechter M2
van
M2
Dicerorhinus
femur,
tibia
neus-
sin.
met
en
uit-
met
M3
uit
lengte
van
van
325
hoogte
van
lengte
met
een
de
dat
nen
etruscus
een
een
met
calcaneum
medifossette is
zondering
en
De
hoorn voorkomt; -
M1
van
niet in
wolharige
c:
D.
uit
etruscus
Westerhoven. 408
de
mm.,
mm.
100
het
en
to-
mm.
Westerhoven
dui-
delijk kleiner is.
niet
gesloten; de buitenkant
-
het ectoloof,
afmetingen
de
meer
geeft
voor
hemitoechus
D.
De
gol-
is
die GUÉRIN
maten
de
gebitselementen
is
op
het
email
aanwezigheid de
voor
hoeveelheid
grote
kiezen
de
van
veel
van
wolharige
is
cement
neushoorn.
hebben
steppeneushoorn
cement
is.
aanwezig
die De
kenmerkend
Kiezen
normaliter
van
veel
in
de
min-
en
gemeensamenge-
verbrande
sites,
zijn
artefacten,
(die
toenmalige
de
kleurstof
gebruikte) Een
gevonden. zijn
vuurstenen
belan-
artefacten,
vuurstenen
als
zoogdierresten
veel
het
gezien
oker
waarschijnlijk
aantal
behulp
met
van
thermoluminescentie absoluut gedateerd.
Op
de
met
sites
aantal
een
dieren
der cement.
de
zijn
verschillende de
rode
houtskool,
zijn
de
4
duizenden
waarin
Naast
gevonden.
mens
is
niveau
geconcentreerd
van
vindplaatsen.
Opvallend
chronostratigrafisch
grijkste
verschillende Europese
van
Fauna
noemer
zijn afkomstig uit eenheid IV-C (fig. 2).
Dit
vallen min of
onder
die
zoogdierfossielen
schappelijke
voor
vat,
de kiezen
van
met de
samen
(1980)
enigszins
hemitoechus:
Dicerorhinus -
een
dat karakteristiek
vend oppervlak
Fauna 4:
de bovenkaakskiezen,
van
vertoont
artefacten
gevonden;
in
zijn resten
jonge
directe
relatie
veelal
van
edelherten,
jonge
reeën
en
neushoorns. De
P4
van
vonden nen
is
Dicerorhinus hemitoechus die gein
de
groeve
Vogelenzang
(VAN KOLFSCHOTEN, dezelfde
veer
als
afmetingen
hier beschreven
neushoorn.
De
van
astragalus
vonden heeft
de
ongeveer
astragali De
in
groeve
de
te
heeft P4
onge-
van
de
Vogelenzang
te
afmetingen
ge-
Rhenen als
de
uit de groeve Maastricht-Belvédère.
grotere
van
afmetingen
zijn
overige
grotendeels
de
steppeneushoorn
dan
de
beenderen
Bij
de
niet
die
goed
vergaan
druk
De
van
van
melkkiezen
dun email.
en
kies, het
door
gebleven.
zijn
aanwezig,
voorzover
of
kies-
en
de
sterke
is
ont-
herkenbaar.
goed
opgraving
Eén
bewaard
materiaal,
kaaksmelkkiezen
borgen.
melkkiezen
voornamelijk
fragmenten Het
kalking
steppeneushoorn,
dezelfde
skeletonderdelen
hebben
een
1981)
Het Rhe-
de
site acht DP3
sediment hebben
C
zijn
twee
boven-
kiesfragmenten (fig.
5),
enigszins
zoals
is
ge-
door
de
vervormd.
gebruikelijk
zeer
40
opgraving
de
Ook veel
andere
een
bovenkaak.
sleten
Vorig
en
jaar
Of
de
de
de
niet
kwamen
8: Vooraanzicht
van
van
de
linker
achterpoot
Dicerorhinus hemitoechus
groeve Maastricht-Belvédère.
uit
de
ver
van
een
M
een
afgeouder
bovenkaakskies
steppeneushoorn
actief
gevonden
ongetwijfeld
van
-
in en
op
karkassen
is
250.000 grote dat
nog
meer
neushoorn dode
heeft
dieren
heeft naar
gebracht,
is
duidelijk dat zo'n
jaar
getalen de
de
van
rivier
de
dood, niet ongemoeid
fig.
een
(ml/m2)
zal
Wel gaan.
te
hoorns
de van
volgen.
of
200.000
ook
site
op
toekomst
oevers
na
is
mens
gejaagd
onder uit
kiesfragmenten
maar
volwassen
materiaal
melkkies
dier.
een
in
relatief
opgeleverd,
veel
individu,
heeft
G
complete
onderkaakskies
volwassen
van
fraaie
Daarbij
jong
een
site
van
neushoornmateriaal
mens
geleden in de
ons
steppeneusland
dieren,
heeft gelaten.
voor-
levend
of
41
FAUNAS
2 cf.
Erinaceus
2A
3A
3
4
t
■
�
+
3C
Talpa
europaea
Sorex
araneus
,
Sorex
minuCua
1
•
,
+
1
*
+
t
1
�
,
+
+
fodieus
Neomys
Crocidura
0
sp.
Sorlcldae
Ochocona
indet.
pusllla
Eliomys
querclnus
Speraophllus
•
undulatus
0
0
subtilus
Siclsta Cricecus Leramus
Ie
+
+
mmus
Clethrloaomys
sp.
Clechrlonomys
glareolus
+
sp.
Arvlcola
cerrescris
A
gregaiis
Mlcrotua
oecoaomus
Microtus
agrestis
Mlcrotus
arvalis
Microtus
arvalis
Klcrocus
agrescls
nivalis
Elephas
anciquus
•
§
+
+
1
•
•
+
+
1
*
0
+
+
,
+
+
t
•
+
+
1
•
t
•
,
+
,
+
t
•
1
•
•
+ �
.
+ +
•
0
•
+
+ •
Equus
(robust
+
•
c)
•
type)
•
+•
Cervus
+
elaphus
•
+ •
hemitoechus
Coelodonta antiquitatls
1: De
•
•
�
*
0
•
•
t
�
•
•
+
1
•
•
•
•
+
•
1
+
giganteus
•
•
capreolus
•
•
•
*
+
tndet.
Bovldae
1
•
,
•
primigenius
Capreolus
•
>
•
Kaamuthus
Kegaloceros
»
and/or
Huscela
sp.
•
•
maastrichtiensls
Dicerorhinus
+
+
Apodemus sylvacicus Apoderaus
+
•
+
•
+
subterraneus
MicroCus
•
+
,
.
ssp.
+ +
(
+
+
Arvlcola
+
0
0
praeglaclalls
+
•
<
0 +
cricecus
Pityays
Tabel
3B
davldl
•
samenstelling
van
Maastricht-Belvédère.
de fauna’s
(0
=
•
2, 2A, 3A, 3B, 3C,
determinatie
cf.
of
3
en
4
•
afkomstig
uit
de
groeve
aff.)
LITERATUUR
CREMERS,
J.,
Maandbl.
150
14,
p.
J.,
CREMERS, Maandbl.
15
(5),
GUÉRIN,
Doctorat
fig.,
161
1926:
d'Etat
21
Verslag
1980:
terminal
tabl.,
Belvédère
meest
(de
interessante
plek
Nederland).
van
Natuurhist.
-
153.
vergadering
maandelijksche
van
5
woensdag
mei
1926.
-
Natuurhist.
p. 49-51.
C.,
Pléistocine
1925:
-
pl.
et
Les
en
Sciences
(Mammalia,
Rhinocerotidae
Europe Univ.
occidentale.
Lyon
I,
Doe.
Lab.
de
Perissodactyla)
Comparaison Géol.
avec
Lyon,
les
no.
Miocène
espèces 79,
3
supérieur actuelles.
fase.,
1185
au
-Thèse
p.,
115
42
rechts
1 inks
L
f emur
±
DT
dia.
DT
dist.
DAP
t
dia.
DT
365
123
dia.
DAP
dist.
DAP
prox.
DAP
dia.
42.4
21
dist.
DT
max
DT
art. dist.
56
58
76
77 100
±
84
DT
90
dist
max.
DT
.
72.5
art. dist.
DAP
art. dist.
40.5
int.
57
DL
DT 123
123.5
H DAP
DAP
prox.
deel
prox.
DT
min.
DT
max.
deel
dist
65
64
DAP
dist.
54
53.5
DAP
dia.
36.5
DT
.5
±
dia.
1
48
45
DAP
44
23.5
23.5
DT
49
H
55
art.prox
H H
voorzijde
1 1
art.
34
34
57
58
44.2
45
L
45
45
1
44
43
H
links
laterale
H
25
25
cuneiform
L
45
45 .5
1
44
45
H
19
L
34.5
67 >
46
1 inks
magnum
96
L
cuneiform
L DT
78.5
79.5
38.5
37
DAP
1 inks
172
1 DT
II
prox.
111
175
1
links
IV
DT
29
DAP DT DT
-
prox.
dia.
31
-
31.5
25
51
34
44.5
51
34
38.2
45.5
33.
42
41
38.1
Afmetingen
(in mm)
van
de
verschillende
43.6
21.3
dist.
2:
44.5
24
dist.
Tabel
43.8
46
2
.5
skeletonderdelen
van
IV
32 37
41
Dicerorhinus hemitoe-
chus uit Maastricht-Belvédère.
art.=articulatievlak; DAP=antero-posterieure afmeting; DAP int=anteroposterieure afmeting interne
zijde; dia=diaphyse; dist.=distaal;
DT=transversale
tr.=trochanter;
DL=afstand
tussen
twee
richels
van
het
aan
breedte; H=hoogte; L=lengte; l=breedte; max.=maximaal; prox.=proximaal; *=tweede
individu.
de
articulatievlak;
inks
53
155
51.2
42.0
art.
dist.
rechts
30.5
max.
DAP
1
art.prox.
175
-
41 .5
65
sus.artic.
III
rechts
-
DAP
67
scaphoid
_
51.5
-
43
H
23
—
links
metatarsus
1
H
20
1
42 50
anat.
.5
.5
rechts
rechts
lunare
H
mediale
41
60
DAP
cuneiform
43
-
59
62
57
-
L
63.5
-
40.5
-
79
L
-
35
.
u lnare
middelste
72
78
H
rechts*
-
DT
36
post.
art.prox.
DAP
65
67
max.
DT
rechts
ulna
60
DAP
cuboid
51.9
74
DT
naviculare
.2
57
-
—
H
calcaneum
58.5
prox.
15.5
prox.
DT
8.0
±
365
DAP
astragalus
16.2
-
L
ibia
1 inks
200
DT
-
-
tr.m.
L
78.5
-
135
dia.+tr.m.
DT
III
470
dist.
hoogte
metacarpus
43
1887:
J.,
HABETS, Maasgouw 9,
p.
KOLFSCHOTEN, pushed ridge
Oudheden
near
T.,
lian)
faunas
Rijks
the
middle
1985:
van,
het
bij
bouwen
het
van
fort
Willem
Maastricht.
te
-
De
the Med.
(?)
Holsteinian
Rijks
The
Geol.
Middle
Saalian
fauna
mammal
from
the
ice-
223-251.
p.
(Saalian)
Pleistocene
Maastricht-Belvédère,
from
and
Dienst, 35, 2/7,
and
Late the
Limburg,
Southern
(Weichse-
Pleistocene
Netherlands).
Med.
-
45-74.
Dienst, 39-1,
T.
KOLFSCHOTEN,
On
(The Netherlands).
T.
mammal
1981:
van,
Rhenen
KOLFSCHOTEN,
Geol.
gevonden
128.
in
van,
Rhine
druk:
The
(Western
area
evolution
Germany)
of
the
the
during
mammal
late
fauna
Middle
in
the
Pleistocene.
Netherlands
and
Med.
-
Rijks
Geol. Dienst.
RUTTEN, L.M.R.,
1909:
ROEBROEKS,
J.W.M.,
Med.
Rijks
Geol.
Dienst
ROEBROEKS,
W.,
telpalüolithische
Die
diluvialen
Saugetiere
1985:
der Niederlande.
-
Diss.
at
research
Archaeological
Utrecht.
the
Maastricht-Belvédère
pit;
review.
a
109-119.
N.S.,
p.
T.
VAN
T.
KOLFSCHOTEN,
E.
MEIJER,
Maastricht-Belvédère
Fundplatz
H.J.
MEIJS,
(Süd-Limburg,
MÜCHER,
1983:
Arch.
Niederlande).
Der
Korrbl.
mit-
13,
1-8.
ROEBROEKS, dle
Praehistorica
Leiden
eds.)
-
p.
51
-
62,
hemitoechus)
N.S.
dr.
Thijs
van
voor
Budapestlaan 3508 TA
Homonid
early
behaviour:
(The
A
study
of
mid-
Analecta
Netherlands).-
DE
de
en
K.
Aardwetenschappen
Utrecht
39,
at
D.
en
GEMKE,
1985:
Lithostratigraphy
Southern
Maastricht-Belvédère,
Limburg,
and
the
p. 7-18.
T.
VAN
and
activity
Loess
-
of
and
MÜCHER,
H.
KOLFSCHOTEN,
stratigraphy
GROENENDIJK,
Belvédère-groeve
Kolfschoten
4
ROEBROEKS
the
loess
and
Phenomena
Periglacial
T.
MEIJER,
fluvial
(Pésci
deposits M.
&
1987:
at
H.M.
Kiadé, Budapest.
adres auteur:
Instituut
to
Maastricht-Belvédère
deposits
Netherlands).
Akadémiai
in
W.
ROEBROEKS,
periglacial
(The
J.P.
WARRIMONT,
rhinus
scatters
at
pleistocene
Dienst
W.
J.,
processes,
Maastricht-Belvédère
French
the Geol.
Rijks
VANDENBERGHE, Sedimentary
find
MÜCHER,
H.J.
J., of
Med.
From
settlements
sia.
palaeoenvironment -
druk:
Riverside
VANDENBERGHE,
Netherlands.
in
J.W.M.,
Palaeolithic
te
Maastricht.
1988:
-
De
Cranium, 5,
vondst
1,
p.
van
16-21.
een
steppeneushoorn
( Dice