Maarten Sierens (fs Jooris) en Blomme Janneken Marten Sierens werd begraven in de St Catherine kerk in Brugge. De kerk zelf werd in 1588 afgebroken naar aanleiding van de moeilijkheden met de geuzen in die tijd. De kerk stond buiten de stadswallen. Het stadsbestuur van Brugge wilde niet dat de vijand zich kon verschuilen nabij de stadswallen. Daarom werden alle gebouwen in de omgeving afgebroken, inclusief de kerk. Vanaf 1588 tot 1765 gebruikte men de wolweverskapel als kerk. (hoek Katelijne straat, Vispaanstraat en Gentpoortvest) 27/4/1661 (Zom 112) Marten Sierens koopt een stuk land in Zomergem Stoktevijver genoemd de "Crommebilck", 2 gemet. Hij kocht de partij van Guillelmus Coppens voor 950 gulden.
9/1/1666 (Zom 108) Marten Sierens en Noe de Cock fs Joos en Tanneken Versluys fa Charles verkopen en verwisselen naar aanleiding van het overlijden van Charles Versluys. Hofstede met huis en toebehoren Een partij land "het Wallebilxken" in de "grote 10 gemeten" en de "kleine tien gemeten" Marten Sierens geeft toe: 33 pond en 1-10-0 voor Tanneken Versluys, en een stukje land in Oostwinkel "het Broeckgat"
16/02/1666 (Zom 116 pg. 204) Verwisseling tussen Jooris Blomme fs Pieter en Jooris Sierens enerzijds en Jan Vanhulle fs Olivier anderzijds eigendom Pieter Blomme: een partij land in Waarschoot onder de heerlijkheid Zomergem nabij de Gentse Heirweg (800 roe) eigendom Jan Vanhulle: 6 gemet in Zomergem Cortebouckenstraete. Zuidoost Sheerenstraat de eigendommen werden verwisseld 20/11/1667 (Zom 113) Marten Sierens fs Jooris koopt van Elisabeth Daenens wwe van Anthone De Keysere in openbare verkoping voor 30 pond Een hofstede bewoont door de wwe op Zomergem Stoktevijver. Oost en noord Marten Sierens, zuid en oost Jan van Vaernewijck met de dreef van de molen. 1/4 van een partij, oost de heer van Ronsele, zuid Joos Sierens, west en noord Marten Sierens.
27/02/1669 (Zom 113) Marten Sierens fs Jooris als naersede van Hydrop Vanhulle 1648: 1/4 van het goed “Ter Hersberghe” voor 1600 gulden verkocht door Hydrop Vanhulle fs Sacharias en vrouw Mayke Vanhulle fa Marten aan Pieter Meiresonne en Livyne Devliegere. Mayke Vanhulle kwam eraan door haar grootmoeder Magdalena Hendricx. Haar vader Marten Vanhulle heeft de bijleve. Pieter Meiresonne woont er nu. 1669: ende alsoo voor desen van gelijke naerhede van bloede ghelen was bij Marten Sierens.
19/08/1669 (Zom 114) Marten Sierens fs Jooris als naelinck van Joos Standaert fs Jan 29/10/1656: Joos Standaert verkocht aan Pieter Meiresonne voor 83 pond, ter causen van de vrouw van Joos Standaert (present Jooris Sierens, Anthone Dekeyser en Arent Sierens) * 1/4 van een hofstede waar Pr Meiresonne woont + 1/2 van de ovenbuer + 1/2 van het NW ei nd van de schuur + actie en recht van de wallen. * 200 roe land in de “7 gemete” NO Pr Meiresonne in dezelfde partij, ZO de straat * 1/4 van 5/12 in de poort 1669: de eigendomsoverdracht werd weer opgenomen en Marten Sierens fs Jooris wordt nu eigenaar
22/01/1673 (Rons 40) Verlandinge tussen Marten Sierens en Jaspaert Vanhaele fs Jan Marten Sierens geeft een partij land de “Waterveure” in Oostwinkel Leyschoot 400 roe, O de kerk van Ronsele, Z de wwe van Jan Vanbiervliet, W de straat, N de acceptant
Jaspaert Vanhaele geeft een partij land “den Wijnsheck in Ursel Vreckem 400 roe (komt van zijn vrouw Mayke Ryckaert) en 7 pond. 30/05/1675 (Rons 41) Marten Sierens verkoopt aan Frans Duyck fs Pieter. Jooris Sierens is machtig over Marten zijn vader. Betreft een partij in Ronsele “het Coen “, 520 roe voor 7 pond. O de pastorie van Ronsele, Z de hoirs van Jan Deneve, W Jonas Callant, N Marten Muylaert.
Eigendommen van Maarten Sierens: Op 16/6/1685 werden de eigendommen verdeeld. Subdivisie van 23/12/1698 De eigendommen hierna zijn beschreven zoals ze zich voordeden bij het overlijden van de kinderen.
Aan Marie Sierens en Pieter Wille: de zuidwest kamer van het woonhuis, scheidende op de binnenweg met het kavel c tegen het kavel b dat toekwam aan Cornelis Degheetere (x Tanneken Sierens).Het erf waarop de kamer staat, het voorgedeelte, het zuidwestgedeelte en het achterste deel (de Lochtinck), vandaar draaiende langs de wal tot halfweg de wal. In totaal 102 roe van de hofstede op Stocktevijver. Noord Cornelis Degheetere met de keuken en het deel van de hofstede. Zuidoost de volgende partij (de Vijf Gemete). West de kinderen van Christiaan Gheeraert bij Elisabeth Sierens. De Vijf Gemete op Stocktevijver inbegrepen de helft van de dreef in totaal 4 gemet 200 roeden. Noordwest de hofstede, Zuidwest de Gentse Lieve, zuidoost de straat, noordoost de hoeve met het wederdeel van de voorzeide dreef. een partij weide " de Eerstmeersch" gelegen op Stocktevijver, inbegrepen de helft van de voorzegde dreef, wezende de noordoost kant, in totaal 455 roeden. Noordwest Joris Sierens en de kinderen van Jan Sierens, eigenaars van dezelfde weide en scheidende nabij de tronkwilgen, zuidoost Maarten Sierens en Pieter Desmet. een partij land in Ronsele Diepenbeeke "het Plattestuck", in totaal 516 roeden. Zuid Jacques Veldganck, west Joos Sierens, noord Jan Steyaert, oost de kinderen van Christaan Gheerart
Aan Jan Sierens en Madeleine Vankerrebrouck: de helft van een hofstede op Stocktevijver (106 roe). Een klein gedeelte van deze eigendom behoorde toe aan de kinderen van Philip Bultinck en Seger Neyt. Jooris Sierens en Joos Sierens palen rondom aan deze eigendom twee derden van een partij land "het Wallebilxken" achter de voornoemde hofstede ook rondom palende aan deze erfgenamen met uitzondering ten noorden palende aan Seger Neyt ( 380 roeden) de oostkant van een partij genoemd "de Tien Gemete", met de helft van een dreef medegaande tot op de Vijverbrug zuid (780 roeden) dezelfde “Tien Gemeten”. 2 percelen, liggende aan de noordzijde van de vorige partij, oost de volgende partij en west de voornoemde hofstede (450 roeden) een partij land genaamd "het Messelken" 390 roeden. West de voorgaande partij, noord Jooris Claeys, oost de kinderen van ... zuid deze erfgenamen een weide 411 roeden. Noord de voorgaande, zuid Seger Sierens, oost Philip Bultinck, west deze erfgenamen
Aan Elisabeth Sierens en Christiaan Geeraert (1698) “de Heeckmeers”, 1gemet 50 roe komende van Joos Blomme. ZW hoirs van Pr Dekeysere 1/6 deel van een behuysde hofstede 600 roe in Zomergem Stocktevijver, rondom geland dit de onverdeelde eigendommen van Marten Sierens De ZW kant, 324 roe, van de hofstede met het nieuwe woonhuis, wagenhuis, ovenbuer met koestal en paardestal hoort toe aan Marie, Anne en Elisabeth. De wederhelft hoort toe aan Jooris, Jan en Joos Sierens “de Plattebilck”,3 gemet 89 roe in Zomergem; Z de voornoemde hofstede; ZW de lieve; N de kinderen van Seger Neyt 1/2 van een partij in het geheel 3 gemet in Ronsele, ook genaamd “de Plattebilck”, de andere helft behoort toe aan Pieter Wille “de 5 gemeten in Oostwinkel 736 roe Z de wwe Seger Neyt; W de hoirs van Marten Sierens fs Jooris, N Jacques Dobbelaere en Jan West De medehoirs moeten nog 6 pond toegeven aan Elisabeth. Dit deel van de erfenis is belast met 37 pond 19 sch 9 gr ten voordele van de hoirs van de heer Abouters van Brugge. Dit is een deel van een meerdere rente van 1500 gulden kapitaal (penning 16e). De rest moet betaald worden door de broers en de zusters.
Aan Joos Sierens en Martine Dobbelaere (1740) het zesde deel, waarvan de vijf andere delen geconquesteerd zijn, van een behuisde hofstede wezende de noordkant en het oosteinde van een hofstede in Zomergem-Stoktevijver waar tegenwoordig Pieter Depauw woont (voorheen Maarten Sierens fs Joos). Oost de kinderen van Albert Vandewaerhede, west en deels zuid Maarten Meiresone, noord de kinderen VandeWaerhede en dit sterfhuis. De vernoemde vijf delen komen van Jooris Sierens en zijn zoon Maarten en Jan van Swaelmen. een partij land genaamd " den Achtersten Strinck" gelegen in Oostwinkel. Noord Andries Cocquyt ( 921 roeden) een partij land in Oostwinkel "den Voornsten Strinck". Oost Joe Allegambe de Beaumont, zuid Joe Petronelle Sierens en noord de voorgaande partij (806 roeden) 3 partijtjes land en bos naast elkaar gelegen in Ronsele-Diepenbeke. Oost Albert VandeWaerhede, west Jooris Paridaen en het “Kerkenboombos” van Ronsele, zuid Hendrick deRycke, noord Jacob Aernoudt (600 roeden) een partij land in Zomergem genoemd " het Evenbilcscken". Oost en zuid Jan Francis Bouts, west de erfgenamen van Catherine Dobbelaere. een partij land in Oostwinkel (373 roeden). Oost het leen van wijlen Jooris Sierens, zuid en noord de erfgenamen van Catherine Dobbelaere, west Maarten Vanhecke een partij land gelegen in Oostwinkel genoemd "het Craeyenbilksken". Oost Pieter Martens, west de griffier Karel Vanhulle (650 roeden). Een tweede partij land in Oostwinkel, "het Boschstuk. Oost Jacob Rogiers, zuid Pieter Martens, west de voornoemde griffier Vanhulle (664 roeden). Beide partijen werden verwisseld met Charles Willems voor een partij weide van de overledene in de "Huysegavere" groot omtrent 2 gemeten. De overledene betaalde hiervoor een toegifte van 20 ponden volgens de brieven en erfenisse van 11/9/1714. Voor deze 20 pond verkocht de overledene een partij bos gelegen te "Beyerwaene" aan Pieter Derycke voor de som van 17 pond.
Sierens Jooris en Vanhecke Magdalena
16/02/1666 (Zom 116) Vermangeling tussen Jan van Hulle fs Olivier en Jooris Blomme fs Pr en Jooris Sierens In 1674 word de verwisseling terug bovengebracht. Jooris Sierens en Joos Blomme zijn nu erfgenamen van Jooris Blomme. Jooris Blomme geeft 800 roe land in Waarschoot, onder de heerlijkheid van Zomergem, zijnde 2 partijen naast elkaar, W de heirweg naar Gent, ZO Pieter Blomme, NO hoirs van Susanne Heyman, O Jooris Blomme Jan Vanhulle geeft 46 pond en 3 gemet in een meerdere partij van 6 gemet in Zomergem Cortebouckenstraat, ZO ‘sHeerenstraat, NO Jooris Blomme, W de wei van de heer van Zomergem
20/10/1669 Jooris Sierens fs Marten koopt van Gillis DeKnuydt uit Rotterdam (of Jooris) een partij land in Zomergem Stoktevijver van 652 roeden voor 736 gulden (notaris Derynck uit Gent). De partij is verpacht aan Jooris Deneve. De andere helft van de partij behoort toe aan Maarten Verhelst. Oost Seger Sierens, zuid en west Maarten Verhelst, noord ‘sHeerenstrate
28/12/1669 (Zom 114) Jooris Sierens verkoopt aan Guillelmus Demuldere een partij couterland 800 roe voor 1450 gulden (20 stuivers per gulden) en 7 pond. De partij komt van de zijde van Magdalena Vanhecke. NO ‘sHeerenstrate (van Daelmen naar de Cruysstraat), NW de erfgenamen van Maarten Versluys, Z de erfgenamen van Pieter Derycke, W de heer van Zomergem.
27/01/1670 (Zom 114) Jooris Sierens fs Marten koopt van Jonas Vanhecke fs Bernard een hofstede en 2 stukken land waar hij woont in Zomergem Langeboucken (alles in één blok gelegen) voor 341 pond.
25/2/1671 (Zom 114) Jooris Sierens en Magdalena Vanhecke verkopen aan Pieter Frans Snoeckaert een partij zaailand “de Cromhaghe” zuidoost van de kerk, NO de verkoper met het “Zwarte Stedeken”, ZO de verkoper met “de Cromhaghe”, ZW Jooris Deneve, NW de koper met zijn hof (250 roeden voor 42 pond) Hen toekomende bij verkaveling tegenover haar broer Jonas Vanhecke en komende van haar ouders.
24/4/1673 (Zom 115 pg 153) Verwisseling van gronden tussen Jooris Sierens fs Maarten en Magdalena Vanhecke fa Jacques aan de ene zijde en Pr Frans Snouckaert aan de andere zijde. Contract opgemaakt op 24/03/1673. Voor de wet van Zomergem op 18/10/1673 Jooris Sierens geeft: een hofstede en landen in Zomergem 245 roe gelegen tussen de kerk en Zomergem-Bouck, W de straat, N Jacques Dereu, Z Guill Demulder,O de volgende een partij land genaamd het “Driehoeksken” 186 roe, N Pr Deneve, O Pr Fr Snouckaert en Sierens, Z Sierens “Het Eeckeboomstuck” 150 roe, N de vorige partij, W Guill Demulder, Z de volgende partij en Sierens met de “Cromhaeghe” “De Groote Boominck” 314 roe, N de vorige, W Guill Demulder en Jacques de Reu, Z en O Pr Deneve “De Cromhaghe” 243 roe, Z Pr Deneve, O en W Sierens, N Snouckaert “Het Zwarte Stedeken” 98 roe, W de”Cromhaghe”, Z Fr vande Kerckhove, O en NO Jan Steyaert Pr Fr Snouckaert geeft een hofstede en gronden op Zomergem Meirlaere Een behuysde hofstede waar Fr Van Bunebeke (?) woont, Z de straat, O de erfgenamen Andries Deneve, W en N Pr Snouckaert een bilxcken ernaast,Z de straat, W Joris Derycke, N Pr Snouckaert een bilxcken gelegen N van de voornoemde hofstede en in gebracht in de oude hofstede en verder rondom palende aan Pr Snouckaert, groot tesamen 737 roe “de Wallebilck” 380 roe, W de vorige, Z Andries de Neve, O Marten de Vlieghere, N Pr Snouckaert “de Groote Reep” 645 roe, Z de vorige en Pr Snouckaert, W Pr Snouckaert, O Jan de Vlieghere, N Pr Derycke “de Cleene Reep” 287 roe, O de voorgaande, W Jooris deRycke, N Pr Derycke, Z Pr Snouckaert
24/2/1674 (Rons 41) (Zom 142) Verwisseling van gronden tussen Pr Derycke fs Pr gehuwd met Cathelijne Devlieghere en Jooris Sierens Jooris Sierens verkoopt aan Pieter Derycke de “Caesbilck” in Zomergem Meirlaere 1 gemet 33 roe voor 35 pond 10 sch. Hij verkocht voor dezelfde som als hij die kocht van Jooris Vanhoutte (Jooris was commant) Jooris moet 7 pond toegeven. Pieter Derycke laat aan Jooris het “Vijverken” in Zomergem-Meirlaere 1 gemet 64 roe voor gelijke som. N Jooris Derycke, O Marten Devlieghere baljuw, W Jan Devlieghere
04/1674 (Rons 41) Jooris koopt van Pieter Derycke fs Pr gehuwd met Cathelijne Devlieghere “de Hooghe Cost” 355 roe (voor 1,5 sch?) in Zomergem Meirlaere (heerlijkheid Ronsele)
27/5/1674 (Zom 166 pagina 45) Jooris Sierens en Magdalena Vanhecke verkopen aan Pieter Bogaerts fs Gillis een partij land “het Riecken” op Zomergem-Durmen, 250 roeden, voor 36 pond. ZO het Donckerstraetje, N Pr Vanhecke, W Jonas Bogaert.
24/3/1675 (Zom 116 pagina 127) Jooris Sierens koopt een partij land "het Boonstick", 2 gemet 12 roe, van Maarten Snouckaert voor 101 pond. Z NO en W hoirs Andries de Neve, N Marten Claeys,
22/4/1675 (Rons 41) Jooris Sierens koopt van Jan Huysman, voogd van de kinderen van Jan VanVlaanderen de helft van een hofstede met lochtinck in Ronsele onverdeeld met de weduwe Pieter Vrient 235 roe, O de hofstede en hoirs van Gheert Dobbelaere, Z de volgende, W Jan Dobbelaere, N de Ronselestraat de oostkant van het “Couterken” ten zuiden van de hofstede 455 roe, O als voren, Z de heer van Ronsele, W de weduwe Pieter Vrient
20/2/1676 (Rons 41) Jooris koopt van Matthys Lammens voor 39 pond 10 sch een bos “de Sleehaeghe” een bos in Zomergem Rijvers 200 roe onverdeeld met Marten Sierens en de wees van Bernard Vandekerckhove een bruine merrie
5/10/1676 (Rons 41) Jooris koopt van Jan Devlieghere de noordzijde van “het Hooghe” in Zomergem Meirlaere voor 10 stuivers per roede
4/1/1677 (Rons 41) Jooris Sierens koopt van Marijn Boute de helft van een partij in Ronsele 233 roe voor 10 pond, W Pieter Devalcke, O Cornelis Devalcke, Z Joos Dobbelaere, N de verkoper met het wederdeel 28/1/1677 (Rons 41) Jooris koopt van de erfgenamen van Marten Vanvlaanderen fs Jan “de Grote Bilck” 500 roe (= 2/3 van deze meerdere partij) voor 33 pond in Oostwinkel, Z “de Stierbilcken” van deze hoirs en hun hofstede, W Joos Vandaele, N Jan Haeck en O Laureyns Vanvlaanderen
11/03/1679 (Rons 41) Vermangelinge tussen Jooris Sierens en Pr Uttenhove Jooris geeft een partij in Oostwinkel met akkerprijs en tarwe, 381 roe, O en N de hoirs van Jan VanVlaanderen, Z Joos Vandaele met zijn hofstede, W Joos Vandaele. Pieter Uttenhove geeft: Een bos in Oostwinkel Diepenbeke, 4 gemet, gekocht van Fr Duyck, O de wwe Maenhout, Z de Diepenbeekstraat, W de St Jansstraat. 1/4 van een bos in de Cattenbrouck, 100 roe. O de pastoor van Zomergem met zijn bos, Z de hoirs van Olivier Claeys, W Jooris de Cock in dezelfde partij met de drie andere delen
20 schellingen en een stuk lijnwaad 27/05/1679 (Rons 41) (Zom 141) Jooris Sierens koopt van Joannes Standaert diverse partijen en delen land in Zomergem, Ronsele en Oostwinkel met bijleve voor de wwe Jan Standaert voor 60 pond 5 sch (niet beschreven) - voor de heerlijkheid Ter Straeten in Zomergem.
06/07/1679 (Rons 41) Jooris Sierens verkoopt aan Marijn Boute “de Opperste Bilck” in Ronsele Diepenbeke, 270 roe, voor 8 pond. O Devalcke, Z de erfgenamen van Mattheus Malcamp, W “de Negen Gemete”, N Marijn Boute.
07/05/1680 (Rons 41) Jooris Sierens leent 40 pond (penninck 16) van Isabelle Boone, begijntje in St Elisabeth in Gent borg: de helft van een hofstede (de oostkant) met woonhuis en bomen in de Ronselestraat met de helft van een partij land erachter 330 roe. O hoirs Gheraert Dobbelaere, Z Mr Muysaert, W de weduwe Pieter Vrient met een het wederdeel, N de Ronselestraat “het Vijverken” te Meirlaere Zomergem 419 roe O Gerard Dereu en Jan Depauw omwille van hun huisvrouwen, Z en W Jooris Sierens met “’tooghe” en “het Bundere” een partij bos in het gewest Riversch 550 roe O en Z het goed van Riversch, W hoirs Matthias Cornelis en Marten Sierens, N hoirs Vanderhaeghe
25/6/1682 (Rons 42 pg 77) Jooris Sierens verkoopt aan Arnould Vlieghere fs Jan 100 roe (?) land in Zomergem onder de heerlijkheid Ronsele (Adriaan Mestdagh gemachtigd over Jooris Sierens).
4/3/1683 (Rons 42 pg 106) Jooris Sierens verkoopt aan Abraham Schijvens een behuisde hofstede en 121 roe land (= 220 roe) gelegen in Ronsele voor 20 pond, O de Heerenstraat, Z Marten Derycke, W en N de heer van Ronsele. Cathelijne Vanbrabant heeft bijleve op de eigendom.
19/2/1684(Zom184) Saississement ten laste van Joris Sierens en in profitte van Boudewijn Demeyere schuld 66 pond een partij land 3 gemet(?) op Meirlaere "'t Vynckchen". Oost Devliegere, zuid Boudewijn Demeyere, west en noord de erfgenamen van Josyne Derycke een partij land "de Leye" 250 roeden te Stocktevijver. West de Gentse Lieve
27/7/1684 (Zom 117) Jooris Sierens verkoopt aan Jan Steyaert de verkoop gebeurde in de gevangenis van het "Gravenkasteel" van Gent. Joris Sierens was er op dat moment opgesloten. Aldaar verschijnt hij voor notaris Vandevelde uit Gent. Joris Sierens gaf toe dat hij 31-4-4 schuldig was voor een onbezette rente van 6 pond per jaar. Hiervoor bied Joris een partij land aan van 700 roe (den Heyns van Haessem). Hij kocht deze partij van zijn vader Maarten voor 400 gulden op 8/7/1669 Joris kreeg nog de tijd tot 1/3/1687 om zijn schuld in te lossen. Op die datum zou de koop definitief worden. Jooris Sierens was op dat moment officier van baljuw Guill Steyaert.
10/10/1686(Zom142) Boudewijn Demeyere fs Joos in de gevangenis van het Gravenkasteel in Gent verkoopt aan Jeronimus Baetseleer Een huis stede en erf, 750 roe waar de koper op woont. Z de Meirelaerestraat, W een landdree fje ten dele meegaande, N “het Voorenste Reepken van de verkoper, O de hoirs van Jooris Deneve. De verkoper kwam eraan door koop ten decrete van Jooris Sierens “het Walleken” als heden door de verkoper verkocht aan Jan Uttenhove. Voor 59 pond. Moet betaald worden aan Jan Verstraete en Pr Uttenhove die borge waren voor ommestelling die er te kort was voor de Oudburg.
17/4/1688 (Zom 279) Pieter Versluys fs Marten staat borg voor Jooris Sierens in de zaak van 13/4/1688 voor de Keure van Gent, waarin Jan Depoorter en deurwaarder Pieter Debucq 3 koebeesten van Jooris hadden aangeslagen
7/9/1689 (Zom 117-118; Zom 142) Joris Sierens Op 15/8/1660 werd door Jonas Vanhecke een lening aangegaan bij Joe Marie Valcke uit Gent. De rente op die lening bedroeg 5 pond per jaar. De rente werd sedert vele jaren niet meer betaald. de gehypothiceerde goederen, die Joris Sierens erfde via zijn vrouw, werden door de wet van Zomergem aangeslagen en overgedragen aan Gillis Vandenhoutte (deze handelde als commant voor zijn zoon Jooris). Hij nam de onroerende goederen en de rente over het betrof hier een hofstede en land genoemd "de Brouwerije". Van de haver staande op deze partij en de pacht van Joos Demaselaere zag Joris Sierens af. Het Bilkske gehuurd door de weduwe Vanwynsberghe kwam ook in handen van Gillis Vandenhoutte. (de hofstede verpacht aan Ph de Bronberghe?) De partij werd reeds verkocht op 18/08/1684. Jan Steyaert was machtig over Jooris Sierens bij procuratie
15/12/1695 (Rons 50) Joos Sierens verpacht verschillende partijen land in Diepenbeke aan Cornelis Degeetere (Ronsele 50) "Dwyle" het "Lange Bilksken" het "Platte Stuck"
15/2/1698 (Zom 120 pg 34) Jooris Sierens verkoopt aan ... met d'acte van Donatio Pat, 2 partijen land "de Cleyte"
27/5/1699 (Zom 143- Zom 120 pg 203) verlandinge tussen Jooris Sierens fs Maarten en Pieter Versluys fs Guill (vrouw is Marie Deneve) eigendom van Joris Sierens: een partij land te Meirlaere "het Vijverken", 325 roeden. Oost de erfgenamen van Guillelmus Deroo, zuid Marten Vanhecke, west Pieter Versluys, noord de erfgenamen van Jan Uttenho ve eigendom van Pieter Versluys: een partij te Ro "het Taerwestuck", 250 roeden. Oost zuid en west de erfgenamen Pieter Descheppere, noord Jan Dhaenens de eigendommen werden verwisseld. Joris Sierens moest 3 pond bijleggen 27/5/1699 (Zom143) verlandinghe tussen Joris Sierens en Pieter Wille eigendom van Joris Sierens: een partij land te Roo genaamd "het Taerwestuk" 250 roeden eigendom van Pieter Wille: de noordzijde van een stuk land "de Tien Gemeten", 400 roe. Oost Pol Claeys zuidwest de kinderen Jan Sierens, west Zeger Neyt,zuid en noord Cornelis Degeetere en de wezen van Zeger Neyt de eigendommen werden verwisseld 28/6/1703 (Zom 144) Joris Sierens fs Maarten en zijn zoon Jacob Sierens verschijnen voor de wet van Zomergem. Maarten Sierens is burgemeester. een ploeg, een brauwette, een wagen, een koe en 2 rendekens werden door de baljuw aangeslagen. Hij zou deze verkopen tot verhaal van zijn onkosten de familie Sierens verkochten deze zaken zonder medeweten van de baljuw Joris en Jacob verklaren onder eed ter goeder trouw te hebben gehandeld zonder argwaan of list of in voorbedachtheid te hebben gehandeld
16/4/1704 (Zom144) Joris Sierens fs Maarten koopt van Philip Vandeputte een partij land op Lange Boucken "den Coutersbilk", 400 roe, aangekocht op 19/5/1700 Joris Sierens verklaart dat hij de koopsom 24 pond niet betaalde. Hij zat toen met die affaire van de parochiegronden. op 22/3/1702 dient Philip Vandeputte klacht in bij de wet van Zomergem
Joris Sierens bekent de partij verkocht te hebben aan Karel Vanhulle voor 14 pond; Karel Vanhulle zal deze som betalen aan Philip Vandeputte in vermindering van de schuld. Op 17/4/1704 betaalde Karel Vanhulle de 14 pond. Noord de Langebouckenstraete, oost de hofstede van Pieter Vanhecke en zuidoost Lieven Bral.
24/9/1704 (st v g van Marie Sierens) Protest aangetekend door Pieter Wille naar aanleiding van de staat van goed van Marie Sierens op 24/9/1704 liet Pieter Wille protest aantekenen door notaris Jan Steyaert opdat de andere erfgenamen (Joris en Zeger) van Maarten Sierens om hun deel van de lening op de erfenis te betalen. Pieter Wille had zijn deel reeds betaald het betrof hier een lening van 79 pond 6 schellingen en 11 grootten kapitaal (deel van 2 meerdere renten van 18 10-6 per jaar (penning 16), ten voordele van Jor Judocus Wauters in Brugge en Joe Isabelle Bonne uit Gent Joris Sierens was op 22/11/1704 daarvoor in proces getreden tegen Cornelis Degeetere, Christiaan Gheeraert, de kinderen van Jan Sierens, Maarten en Joos Sierens. Het vonnis in dit proces was op 5/5/1707 nog niet bekend in de staat van goed van Marie Sierens: Joris Sierens pretendeert bij onderrekening van 29/3/1707 nog ende hemlieden gemeens de som van 2-14-4 ten zelfde dage geprojecteerd en waarvan Pieter Wille tzelve project telcx rechte ende hemlieden zal .....
Proces voor de vierschare van Zomergem tussen Joris Sierens en al zijn broers en zusters in de vierde liquidatie van roerende baten en lasten was overeengekomen de lening af te betalen. Joris ging niet akkoord omdat er reeds enkele onroerende goederen verkocht waren door Maarten Sierens, hun vader, aan zijn vier jongste kinderen, voor hun moeders wezenpenningen (23/6/1682). Toch werden de weespenningen bij vergissing nogmaals in rekening gebracht bij de liquidatie. Joris ging daarmee niet akkoord de mede-erfgenamen vroegen Joris zijn deel in de som van 176-9-10 te betalen aan Jor. Jacques Wauters. Het betrof hier een lening door hun vader nog aangegaan. Alle erfgenamen behalve Joris hadden hun deel betaald en wilden dan ook ontlast worden van de lening. (rente 15-12-6 per jaar) op 22/11/1704 trad Joris Sierens in verweer door tussenkomst van vrienden had men toch reeds een mondeling akkoord bereikt de verkaveling van de onroerende goederen op 16/6/1685 zou blijven Joos Sierens moest 14 pond terug geven aan Joris Sierens Joris moest nog 10 pond betalen aan de heer Wauters de andere erfgenamen woesten nog 20 schellingen betalen aan Joris Sierens de onroerende goederen van Joris Sierens zouden verkocht worden
29/5/1709 Advies van de rechtbank in Gent op een proces in verband met de ontvangsten van ommestellingen. Proces tussen Karel Vanhulle ontvanger (1695-1702) en Jooris Sierens veroordeelde ontvanger 20/6/1708 procedure aangaande Jooris Sierens. 6/6/1708 mondelinge ondervraging van Jooris Sierens. Advies van de rechtbank: verder procederen
30/5/1711 (Zomergem 194) Karel Vanhulle is curator "ten vaghen sterfhuyse" van Jooris Sierens fs Maarten bij akte van 3/12/1710 Eén en ander kwam voor de rechtbank in Gent onder voorzitterschap van Desmidt en Coolman op 30/5/1711. Er zijn nog schulden. Ontvanger Jan Coddens en Albert Vande Waerhede hebben respectivelijk nog 1 -17-10 en 110-0 voor ommestellingen van 1709 en 1710 tegoed. Op 18/3/1711 hadden de zonen van Jooris Sierens, Maarten en Jooris, het volgende verklaard: Jor Jacques Wauters had nog een rente van 15-12-6 per jaar tegoed. Deze was vereffend door de verkoop van partijen land door de curator verkocht en met de rest van wat zij zelf bijdroegen. De rechter vroeg om meer uitleg opmerking ter memorie. Uit de aangifte van baten van het sterfhuis (25/2/1711) wordt gesproken van akkerprijs op het land gehuurd van Maarten Versluys en op het land van Guillelmus Matthys. Deze sommen vind men niet terug op de curatele.
In 1702 begon de Spaanse successieoorlog. De Spaanse koning Karel II stierf op 1 november 1700 zonder erfgenamen achter te laten. Twee vorsten eisten de Nederlanden voor zich op: Lodewijk XIV en Karel van Habsburg. Er kwam oorlog. Frankrijk bleef de toestand meester en hield de “verbondenen” in het noorden van Vlaanderen staande. Onze streek bleef van krijgstonelen gespaard maar moest niettemin gedurende vele jaren de ondraaglijke last torsen die de bezetting door de diverse legers met zich meebracht. Gedurende de eerste vijf jaren waren het Franse en Spaanse soldaten die in Zomergem floreerden en goede sier maakten op kosten van de
inwoners. Veel soldaten werden bij mensen ingekwartierd. Op de wijk Durmen en Schipdonk, langs de Brugse vaart, logeerden ganse regimenten in barakken. De legerregimenten moesten in hun levensonderhoud voorzien worden. De vele opeisingen van wagens, hooi, stro, gras en pioniers waren niet meer bij de houden. In augustus 1705 was een smaldeel Hollanders de Brugse vaart overgestoken en hadden in veel dorpen brand gesticht (geheel Vlaanderen was toen in handen van de verbondenen). Ook paarden werden opgeëist. Vele dieren werden gedurende het transport mishandeld en gekwetst, zodat zij “verder onbequaem waren omme nog te voyageren”. De landbouwers werden daarvoor enigszins schadeloos gesteld. Zo verging het ook Jooris Sierens: “Jooris Sierens pretendeert ter causen syn peirt is ghequetst gheweest van een partije Hollandtsche dragonders ende uytgheweest opden 7 augustus ende dit den 8 inghecommen, dus per billiet van 8 schellingen grooten (1705).
Na de dood van Jooris bleven zijn eigendommen onverdeeld tussen zijn zonen Marten en Jacob. (1722) een behuisde hofstede met schuur en ovenbuer 318 roeden, N en O Jan Martens, Z de Stoktevijverstraat, W “het Langenbilxken” “het Langenbilxken“ 608 roe, ten noorden van de hofstede het “Wallebilxken” 216 roeden, O de dreef voor de helft meedegaande, W de kinderen van Jan Sierens, N de “Leybilck” de Leybilck 756 roeden in Oostwinkel, O de dreef voor de helft meegaande, Z het Wallebilxken, W de Lieve de zuidzijde van de “Tien Gemete” 400 roeden, O Christoffel Claeys, W de dreef voor de heflt meegaande, N Cornelis Degeetere de noordzijde van de “Tien Gemete” 450 roeden, O Philip van Suyt, Z Cornelis Degeetere, N Lieven Gheeraert Na de dood van zijn broer Jacob kocht Marten 1/4 van de “Leybilck” die toebehoorde aan de wezen van Jacob, voor 3-3-4 bovenop de rente van 2 pond per jaar ten voordele van Maarten Sierens fs Seger (1/2/1722). Op 1/4/1722 besloot Maarten zijn deel in de eigendommen te verkopen. Aangezien de wezen van zijn broer (waarover hij voogd was) mede-eigenaar waren zou het voor hen schadelijk zijn indien zij hun deel niet mee verkochten. Aldus werd besloten de gehele eigendom te verkopen. De verkoping gebeurde openbaar. Marten Sierens fs Seger kocht het geheel voor 312 pond. Hij trad op voor zichzelf en als commant voor Joos Sierens, de broer van vader Jooris. Marten Sierens fs Seger kocht de hofstede en “het Langenbilxken”. Joos Sierens fs Marten kocht het “Wallebilxken”, de “Leybilck”, de voorste “Tien Gemete” en de achterste “Tien Gemete”. De eigendommen waren belast met diverse renten die moesten terugbetaald worden. - 2 renten van elk 100 pond aan Ferdinand Debrabander - een rente van 20 schellingen per jaar ten voordele van de kerk met armenbestuur van Waarschoot Deze renten waren reeds verschillende jaren niet betaald zodat de schuldeisers er aan dachten alles in decrete te brengen.
MAARTEN SIERENS (fs Jooris) en Vlassenbrouck Marieanne Op 18/06/1703, juist na de noen, ging de baljuw van Zomergem, op verzoek van Pieter Dutour, ontvanger van Ronsele en Oostwinkel, de koebeesten van Jooris Sierens aanslaan. Jooris woonde op de contributiezijde van de Brugse vaart. Toen de baljuw zijn "exploit" aan het voorlezen was gaf Maarten Sierens hem een slag op het hoofd met een zware stok. Men sprak van een verraderlijke en moorddadige slag met een grote stok. De baljuw had geluk. Op hetzelfde moment keek hij achterom zodat de stok hem trof op de linkerzijde van zijn aangezicht. Had hij dit niet gedaan dan "zoude hij doot hebben ghevallen". De baljuw hield er een erge verwonding aan over. "Zijn hooft deede aanzicht van de slincker ooge nederwaerts zoo daanich is geswollen dat hij niet kennelijk en is.” Door de slag werd de baljuw op de grond geworpen "ende ghequest tot den loopenden bloede". De baljuw zei later dat Marten Sierens hem probeerde om het leven te brengen. De baljuw was vergezeld was van Jacques Demulder en Arent Dereu, zijn beide assistenten.Deze probeerden Maarten Sierens aan te houden. Maarten dreigde beide assistenten met zijn stok te slaan. Daarna liep hij weg. De baljuw liet het daar niet bij. Reeds de volgende dag diende hij klacht in bij de raad van Vlaanderen. Reeds op 21 juni kwam de zaak voor. Van overheidswege gaf men het bevel Maarten Sierens aan te houden "Dat gij hem vanght ende opneemt waer gij hem crijgen cont om vangen binnen den lande ende graefschepe van Vlaenderen onder ons ressort buyten gewijde en gepriviligeerde plaetsen." Zo men hem niet kon aanhouden, zou men hem verbannen en al zijn goederen aanslaan. Hij zou nooit enig leen of goed, waar ook gestaan of gelegen binnen Vlaanderen, kunnen bezitten. Op 17/08/1703 begaf deurwaarder Bouters zich met zijn assistent naar Zomergem, een opdracht van "de commissie crimineel". Zij kwamen Maarten Sierens aanhouden. Op de hoeve van Jooris Sierens vonden zij niemand thuis. Alleen een meid kon hen te woord staan. Deze verklaarde dat Maarten Sierens daar reeds enige tijd niet meer was geweest. De deurwaarder schreef terplekke een "memoreel billiet", waarin hij Maarten gedagvaarde om op 7 september, "ten thien uren voor noene" in Gent voor het hof te verschijnen op straffe van verbanning en aanslag van zijn goederen. Hij liet het billiet achter bij de dienstmaarte. Op 30 augustus werd Jooris Sierens ondervraagt. Deze verklaarde dat zijn zoon nog niet thuis was geweest, maar dat hij waarschijnlijk in dienst was bij een edelman uit Brugge. Hij werkte er op diens eigendommen. Men herinnert Jooris eraan dat Marten zich op 7 september in Gent moet aanbieden. Jooris beloofd alles te doen wat hij kan om Marten daaraan te laten voldoen. December 1703 Maarten Sierens werd op 15/12/1703 verhoord in de gevangenis van het Gravensteen in Gent. De besc huldiging is tweeledig: 1.de baljuw te slaan, 2.de assistenten van de baljuw te bedreigen. Maarten ontkent beide beschuldigingen. Op 15/12/1703 verscheen Maarten Sierens voor het hof van de Raad van Vlaanderen onder voorzitterschap van Kint. Zijn raadsheer was advokaat Dubois. Hij verschijnt aangehouden. Volgens de advocaat van Maarten ging de baljuw zijn boekje te buiten. Hij bevond zich op het territorium van Oostwinkel, alwaar de baljuw van Zomergem geen jurisdictie bezat. De verdediging zag verder geen reden om Maarten in de gevangenis te houden. Zijn aanhouding had voor nogal wat opschudding gezorgd; Hiervan getuigt volgend pleidooi: "Soo wort betrauwt datter geene materie en sal gevonden worden om den suppliant inde voornoemde detentie te moeten blijven in het gesagh van dusdanige accusatie tot groote opspraeke van de gone daer anne hij kennisse is hebbende soo binnen het voornoemde Somerghem en daer ontrent daermede hij ghewoon is volgens sijne familie ende vrienden te frequenteren alsoock die van het voorschreven Santvoorde, alwaar hij bij Sieur Joannes Casseel tot Brugge ghestelt is geworden omme d'vuyt gedyckte landen bij den selve Casseel gekogt tot colture te bringen door welk detentie hij lichtelijk sijnen dienst soude commen te verliesen daer hij nochtans somweylen de gemelde landen tot colture gebrocht sijnde, soude mogen commen te pachten en alsoo daermede geraeken tot goede fortune oorzake hij hem genootlast heeft te keeren tot de hove" De advokaat vraagt nogmaals Maarten Sierens uit de gevangenis te ontslaan om hem naar zijn werk te laten terug gaan. Op 18/12/1703 verscheen zijn vader Jooris voor de raad van Vlaanderen om zichzelf borg te stellen voor de som van 300 gulden. Deze som was nodig als borgtocht om Maarten uit de gevangenis te ontsla an. Op 20 december moest Maarten "tusschen deuren vande chiperaige van desen hove" onder eed verklaren terug te keren naar deze "vangenisse" indien hij daartoe verzocht werd door de raadsheer en procureur-generaal van de raad van Vlaanderen. Op 20/12/1703 werd de beslissing van kracht.
8/1/1696 Op die datum staat Marten Sierens vermeld als biervoerder van de stad Brugge. De dekens en de gezellen van het biervoerderschap van de stad Brugge besluiten om op de eerste zondag na Driekoningen een zielemis te laten celebreren voor alle overleden biervoerders en hun vrouwen. Iedereen moest aanwezig zijn op boete van 6 schellingen voor de tafel. Onder de overeenkomst stonden 29 handtekeningen waaronder deze van Pieter Wille en Marten Chierens. 28/03/1730
Marten Sierens fs Jooris verkoopt aan Marten Sierens fs Seger - De Leybilck 756 roe O Marten Sierens fs Seger en Joos Sierens; W de Lieve - De Geerkens 2 partijen achter elkaar 710 roe; O de Lieve; W de leenen; N de Papenpiet van Ronsele 13/7/1730 (Rons 44 pg 85) Samen met zijn broer was hij eigenaar van een behuysde hofstede en landen in Stoktevijver en een partij in Oostwinkel de Leybilck In de hoedanigheid van voogd over de wezen van zijn broer Jacob verkocht hij het deel van de wezen en zijn eigen deel, dus de hele hofstede aan zijn oom Joos Sierens. De Leybilck verkocht hij aan Marten Sierens fs Seger
MAGDALENA SIERENS (1718-1778) en Joannes Dhoore Ze huwde in 1755 op 37 jarige leeftijd met Joannes Dhoore. Hij was de zoon van Jacob en Vandevoorde Joanne Marie. De man was 11 jaar jonger. Haar broers en zusters waren reeds gehuwd. Alleen zij woonde nog bij haar moeder. Het huwelijk was eigenlijk nogal dringend. Een week later werd hun eerste kind geboren. Zij noemden het Barbara Therese. Daarna werden er nog 2 kinderen geboren: Willebrord in 1756 en Joanne Marie in 1760. Het echtpaar Joannes Dhoore-Magdalena Sierens bezaten geen onroerende goederen. Het huis waarin ze woonden was wel hun eigendom. Het stond op 490 roeden cheynsland. Het land was eigendom van Jacob Hallaert. Hiervoor moesten ze jaarlijks 2 pond 1 schelling en 8 grootten betalen. Het was een huisje met twee kamers een zolder en een kelder. Ze gingen veel werken bij de boeren uit het omliggende. Met de tijd die overbleef waren zij nogal actief met spinnen en weven. Het spinnewiel stond in de keuken. Daar was ook een open haard met alle toebehoren: hangel, rooster, brander, tang en schop. In de open haard hing een hesp en 3 schotels zwijnevlees. Verder stond er nog een tafel met 10 stoelen, en een horloge. Er stonden ook diverse kleinere voorwerpen o.a. 3 houwmessen, 2 spaden, 3 ijzeren potten, 12 tinnen lepels en fourchetten, wat schotels in geleierd en aardewerk en 46 pond koper. Het weefgetouw (waarde 8 pond 9 schellingen) stond in de kamer naast een lege schaprae, 33 pond garen, een pluimen bed, een kaffen bed, enekel sargien en andere slaapbenodigdheden. Op de zolder lag de voorraad vlas (23 bonden), een vleeskuip, enkele ander kuipen en manden, een versleten bed, een pikke en een touw. In de kelder stond een koekepanne en wat aarde potten. In de stallen en het schuurtje stond het materiaal om het ruw vlas te bewerken: 3 ekels, haspe, zwynghelberd, gaerenwinde, spinnewiel. Verder waren er nog een wan, een trog, enkele kuipen, een beetje stro, raapza ad, diltpersen, brandhout, een kruiwagen en een rakel. Op het hof was er een kleine lochting en een mesthoop. Bij de inventaris gemaakt op 25/08/1779 werd zelfs de “haele en de beir” in de putten niet vergeten. Op het land stonden aardappelen en was er gezaaid (dit alles volgens de beschrijving in de inventaris gemaakt op 25/08/1779 na de dood van Magdalena). Magdalena stierf op 9 juni 1778. Ze was 60 jaar. Er waren nog 2 kinderen in leven: Willebrord 22 jaar en Joanne Marie 19 jaar. Hun ooms Willebrord Dhoore en Maarten Sierens werden hun voogden. De familie leefde in het feodale tijdperk. Vanuit de middeleeuwen was het gebruik gebleven dat de meest waardevolle roerende eigendom aan de heer moest worden afgestaan bij een overlijden. Dit noemde men: “het bes te hoofd”. Dit werd meestal omgerekend in geld. Aldus moest de familie 1 pond 2 schellingen en 8 grootten betalen aan Joannes Baptiste Roelandts. Magdalena stierf door ziekte. De chirurgijn moest na haar dood nog 8 schellingen 2 grootten krijgen voor het doen van visiten en levering van medicijnen. De doodskist werd gemaakt door Pieter Martelé. Magdalena werd begraven met een kleine dienst. De klederen van Joannes werden aan hem gelaten. Het rouwkleed en deze van de moeder werden onder de beide wezen verdeeld. Op dat moment waren er ook nog 16 schellingen 4 grootten contant geld in huis. Joannes Dhoore was pas 49 jaar en hertrouwde op 8 september van het jaar daarop volgend. Om de rechten van de 2 minderjarige kinderen op de erfenis van hun moeder te vrijwaren werd voor zijn 2de huwelijk een inventaris opgemaakt van zijn bezittingen. Er was een positief saldo: (37.13.8) -(13.3.5) = (24.10.3). SIERENS MARIA (1716-1753) en VERHOESTRAETE SIMON Verhoestraete Simon huwde een eerste keer, op 24 jarige leeftijd, met Marie Joanne Frans. Bij haar kreeg hij 7 kinderen. Zij stierf op 28 maart 1737. In dezelfde maand stierven nog 2 kinderen (besmettelijke ziekte?). Bij haar dood leefden nog 3 van zijn kinderen: Frans, Jacob en Marie Thérèse die in 1741 overleed. Zes ja ar later herhuwde Simon in Ruiselede met Marie Sierens (15/09/1743). Bij haar kreeg hij 4 kinderen waarvan er 3 jong overleden. Bij de dood van Marie Sierens in december 1753, werd een staat van goed opgemaakt. De staat werd opgemaakt volgens de gebruiken die golden in de Casselrij van Kortrijk. Simon was eigenaar van een erg vervallen roscot gelegen in Ruislede aan de zuidzijde van het kerkhof. Het draaiwerk van het roscot, de stenen en wielen met toebehoren waren uitgebroken. Dit had een waarde van 14 pond. Gedurende zijn tweede huwelijk met Maria Sierens kocht hij een hofstede van Joseph Verstraete uit Kanegem (een leen van de baronie van Poeke). Het was een woning met erf, fruitbomen en doornhagen. Het had een oppervlakte van 2 bunder en hij betaalde ervoor 100 pond. De eigendom was belast met een rente van 60 pond. Verder kocht hij nog een partij land liggende oost van het “Galgenstuk” en aan de noordzijde van het voornoemde roscot. Bij het aangekochte hofstedeke had hij een nieuwe kamer laten aanbouwen ter waarde van 35 pond. Simon bezat ook nog een steenoven met een waarde van 23-10-6. Naast de gewone huisraad bezat het sterfhuis nog een koe en een zwijn, een uurwerk en een schrijflei. Verder waren er nog 2 gouden ringen met een waarde van 2-13-4. Simon was leerlooier. Er bevonden 8 koevellen in de kalkput en nog 5 andere vellen in kuipen. In de winkel lag er gereed leer. De weduwe Le Gillon uit Kortrijk leverde vellen om bij hem te looien. Zijn beide vrouwen werden begraven met de middelste dienst. Het uiteindelijke saldo van de roerende goederen was positief: (184-5-7) - (62-4-9)
DE FAMILIE BERNARD SIERENS EN DECOUSSEMAECKER BARBARA THERESE Bernard Sierens woonde na zijn huwelijk in de Ackerstraat in Beernem. Op 1 januari 1808 kan hij een hoeve kopen op het Hoekske in Oedelem (nu Rogierveldstraat). Bij het opmaken van het kadaster (1830) hadden hun eigendommen een totale oppervlakte van 1 bunder 33 roe 79 aren. Het was gekend onder de nummers sectie C nr. 938 tot 944. De boomgaard was nr. 940. In 1813 waren er in Oedelem 166 mensen die genoeg belastingen betaalden om te kunnen gaan kiezen. Bernard was er één van. Bernard kon vlot zijn naam schrijven. Coleta Sierens Coleta Florentina huwde in Oedelem op 5 mei 1825 met Vanmoerbeke Jan. Hij was de tweede zoon van Joannes en Maria Francisca Desmet. Zij woonden ook in Beernem wijk Beverhout. Het jonge paar ging inwonen bij haar moeder Barbara Th Decoussemaecker die pas sedert 6 weken weduwe was geworden. Het hoevetje was gelegen op het "Hoekske" te Oedelem. Bernard Sierens was er eigenaar van geworden op 1 januari 1808. Na de dood van moeder Barbara werd de erfenis verdeeld. Jan Vanmoerbeke keerde zijn schoonbroer Robert uit en werd aldus eigenaar in 1834. Het hoevetje werd als volgt beschreven: "Een schoon hofstedeken bestaande uit een driewoonst bevattende aan de noord en zuidkant ieder een keuken en zolder en de woonst te midden: keuken, kamer, kelder, voutekamer, zolder en achterhuis met ovenbuur al in steen en pannen, waterpomp, afzonderlijk wagenkot in hout en pannen, west der woningen 4 zwijnskoten, koeistal, vertrek met aalput, schuur en zwingelkot, al in steen, strooi en pannen, staande en liggende te Oedelem bij Beverhoutsveld groot 1ha 11a 49ca en palende aan den steenweg van het Beverhoutsveld". In 1883 heeft de zoon een andere Jan Vanmoerbeke, gehuwd met Seraphina Schelstraete, landbouwers, gans de hofstede met gebouwen en landerijen, gekocht voor 5.000 fr. In 1922 was het zoon Kamiel Vanmoerbeke gehuwd met Zulma Vercruysse, eveneens landbouwers, die "het woonhuis met erve en land" aangekocht voor 12.400fr. Heden is die mooie hoeve, bijna 200 jaar bewoond door dezelfde familietak, het bezit van Madeleine Vanmoerbeke en Hilaire Standaert. De kinderen van Vanmoerbeke Jan en Coleta Sierens 1 Sophie ° Oedelem 1825 + Oedelem 07/12/1849 2 Albert ° Oedelem 18/03/1828 + Oedelem 10/04/1856 3 Virginia ° Oedelem 16/10/1830 x Stevens Petrus + Beernem 29/11/1912 4 Rosalie °Oedelem 19/10/1833 +Oedelem 09/06/1860 5 Petrus °Oedelem 15/02/1836 x Schelstraete Julia + Brugge 19/08/1890
xOed 01/09/1853 °Oed 13/01/1815
xOed 12/04/1865 °Oed 23/06/1839 +Andl 04/04/1903 6 Jan ° Oedelem 20/01/1842 x Schelstraete Seraphina xOed 15/01/1866 + Oedelem 30/03/1923 °Oed 07/01/0844 +Oed 10/11/1916 Petrus Stevens woonde langs de Legeweg waar nu het restaurant "Beverhof" uitgebaat wordt. De 2 zonen Petrus en Jan huwden ieder een zuster Schelstraete. Petrus is naar Brugge gaan wonen waar hij het café "De Kannetjes" openhield. Jan is op de vaderlijke hoeve gebleven.
Sierens Robert ( 1799-1847) In het begin van 1830 maakten Robert Sierens en Anna Vanbelleghem huwelijksplannen. Robert woonde toen in bij zijn moeder en zuster die gehuwd was met Jan Vanmoerbeke. Robert was 31 jaar, Anna 30 jaar oud. Zij besloten het hoevetje waar de weduwe Bernard Brysse woonde te huren. Het hofstedeke met huis, schuur, stallingen, boomgaard en zaailand samen 1bunder 32roe 71ellen, gelegen te Beernem nabij het Beverhoutsveld was eigendom van Johannes Cools landbouwer te Oedelem. Een stuk land erbij gelegen met een grootte van 45roe werd gepacht van notaris Beaucourt. Het pachtcontract werd op 8 maart 1830 verleden voor notaris Beaucourt te Oostkamp. Het zaailand kon Robert seffens in gebruik nemen, de hofplaats op 1 mei 1830. De huurprijs werd vastgesteld op 113 gulden 14 cent per jaar. De "nieuwgemaakte woonste met enig hovenierland" dat ook erbij hoorde mocht Robert voor eigen rekening verder verpachten. Bij de pachtvoorwaarden stond onder andere vermeld: "dat hij zal doen 'tzijnen koste alle de volgens de welken 'spachters laste toegepaste vermaekinge aan de gebouwen, de glazen ende vensters in goede staat houden, de binnemueren witten, de schouwen vagen, de binne- en roerende werken van de pompe, nadien zij in goede staat zullen gesteld zijn, te onderhouden, de sluithagen verbeteren, verbinden en scheiren, mede de rispen en nesten van diere der boomen, hagen en houtgewassen vernietigen, hij zal delven de gragten, de hagen naast 'tbeverhoutsveld zal vermaken en de straten goed onderhouden". Robert kon niet schrijven (1833). Anna Vanbelleghem stierf thuis om 11 uur in de voormiddag.
MARIE SIERENS EN PIETER WILLE Hun kinderen: Maarten Wille Joosyntien gehuwd met August Vandersteene wonende in Brugge. In 1704 is Joosyntien reeds overleden. Pieternelle gehuwd met Andries Thienpondt Marie Sierens huwde met Pieter Wille op 13 januari 1664. Pieter zag niet zoveel toekomst in de landbouw in Zomergem. Het was zijn wens biervoeder te worden in Brugge. Het biervoerdersschap in Brugge was een beschermd beroep. Zij waren verenigd in een gilde. Slechts een beperkt aantal personen kon dit beroep uitoefenen. Men kon het beroep kopen. De biervoerders mochten geen handel drijven in bier en ook geen bier brouwen. Zij moesten een speciaal kostuum dragen. Dit was een groene rok of kazakke (een bovenkleed, meestal mouwloos) met zowel op de voorzijde als op de achterkant een bierton erop geborduurd. Alles was strikt gereglementeerd, kwestie van de accijnzen niet te ontlopen. Alle biervaten moesten vergezeld zijn van een "teken". Dit teken mocht niet ouder zijn dan 3 dagen, waarin begrepen de dag van het halen van de bieren. Dit gold ook voor de vaten die per schip de stad werden uitgevoerd. Niemand anders mocht bier transporteren. De tekens moesten iedere avond binnen gegeven worden in het bierhuisje op de markt. De stad was ingedeeld in 5 kwartieren. Iedere maand werden de personen uitgeloot die een bepaald kwartier mochten bevoorraden. Voor ieder kwartier waren er 4 biervoerders onder leiding van een deken. Alle biervoerders moesten ook poorter van Brugge zijn. Dikwijls waren er nogal wat problemen met de biervoerders. Bij de levering van hun bier kregen zij we l eens een glas van het gerstenat aangeboden en ook buiten de diensturen waren zij niet vies van het goedje. Dronkenschap kwam veelvuldig voor bij de biervoerders. Het gebruik van biervoerders gebruik bleef behouden tot een heel eind in de 20ste eeuw. Pieter Wille en zijn broer Joris lieten zich op 27/11/1666 inschrijven als vrijpoorter van de stad Brugge. Een jaar nadien deed Jan Wille hetzelfde. Pieter Wille kon het office van biervoerderschap afkopen van Jonas Herrebout voor 300 pond. Hiervoor werd een notariële akte opgesteld door notaris Wulfynck uit Brugge op 28/4/1667. In 1707 had Pieter Wille op deze som nog een schuld van 48 pond kapitaal, (penninck 16) ten voordele van de erfgenamen van Janneken Steyaert en een andere rente van 30 pond kapitaal (penninck 20) ten voordele van de kinderen van Karel Deblauwe. Pieter Wille en Marie Sierens bewoonden een deel van de hofstede van Maarten Sierens. Ze hadden het van hem geërfd (zie eigendommen Maarten Sierens). Hun geërfde eigendom was belast (1704) met een lening van 79 pond 6 schellingen en 11 grootten kapitaal (deel van 2 meerdere renten van 18 pond 10 schellingen en 6 grootten per jaar - penninck 16- ten voordele van Jor Judocus Wauters in Brugge en Joe Isabelle Bonne in Gent). Deze schulden werden afbetaald tijdens hun huwelijk. De rest moest door de andere erfgenamen afbetaald worden.
Eigendommen van Pieter Wille komende van zijn ouders Guillelmus en Joosyntien Versluys: een behuisde hofstede in Daelmen Zomergem met schuur en andere catheylen erop staande, inbegrepen een partij weide oost ervan gelegen, in totaal 500 roe. West: de straat, noord: Maarten Versluys, zuid: Maarten Bastiaen. de noordelijke helft van een partij land gelegen ten oosten van voorgaande weide, genoemd "het Rostientjen", 80 roe. Pieter Versluys was eigenaar van het wederdeel van dezelfde partij. 2 partijen naast elkaar gelegen "de Schoondoncken" en "Meirelaersakker", samen 1100 roe. Zuid de weduwe Maarten Claeys, west Maarten Versluys, noord Maarten Derycke; Oost hiervan 2 partijen naast elkaar gelegen "de Vette Bilcken", samen 1000 roe. Oost Maarten Derycke, zuid de kinderen Jan Vereecke, noord de erfgenamen Guillelmus Versluys en andere. een partij land in Ronsele "de Keyzersput", 400 roe. Oost de straat van Staecktevijver naar Daelmen, oost Pieter Steyaert en Maarten Wieme, west de Heer van Ronsele, noord de Heer van Ronsele met zijn dreef. Deze eigendommen waren belast met een rente van 6 pond 16 schellingen 10 grootten per jaar (penninck 16) ten voordele van baron van Pottelberge uit Gent. Op 5 augustus 1707 werd naar aanleiding van het overlijden van Marie Sierens een staat van goed opgemaakt. Daar Marie Sierens “Poorteresse van Brugge” was binnen Zomergem werd de staat van goed ook ter goedkeuring aan de stad Brugge voorgelegd. Baten: van akkerprijs, meubelen en huisgerief pachtersrechten op de partij land "de Vijf Gemete" en de weide bij het sterfhuis gebruikt, met vermaak hout: 7-3-0 prijs van de meubelen in de ovenbuer: hangel, tange, handijzer, tafelken, passeth, stoele n, lemen potten, ketel, sacken, houten en aarden schotels en lepels, deurslag, spade, bijl, boogzaag, snijmes, 2 strijkijzers, kafbedde, overkussen, hoofdpulm met saergien en slaaplakens, een spekelboor, 3 ijzeren wiggen, boogzaag, enig timmerhout eigendom van Maarten Wille: 3-0-4 prijs van de meubelen in de kamer van het huis bewoond door Cornelis Degheeter: een spiesschen casse met alle klederen en lijnwaad van de overledene en de houder boven zijn beste kleed voor rouwkleed, een roew, 2 bijlen,
houwmes, destla, trog, wan, 2 kuipen graan, mentgen, weegschaal, vleesblok, reep, claustok, een staeckkoetse, wat aardappelen, en andere appelen, 2 slechte vlasekels, een biekorf, wat roomse bonen, 3 metjiens lijnzaad, 3 lege zakken, een half mandje koren: 8-12-6 prijs van meubelen in het stalleken: een spinnewiel, haspe, vlegel, boothamer, wat stroo, een tronkladder, 7 hoenders met een haan, al het rauw vlas, 3 stenen flessen, het brandhout op het hof: 4-19-8 100 ghely stroo met wat berth en timmerhout, niet gerekend omdat de houder zegt het nodig te hebben om het huis te herstellen het pareel staande op het hof met de aanplanting van jonge appelbomen en perelaars staande op de hofstede bewoond door Joris Martens: 23-5-0 Andere baten: Joris Martens moet nog landpacht betalen tot kerstavond 1906. Een gedeelte werd kwijtgescholden omwille van de contributie en uitzonderlijke lasten:13 pond. August Vandersteene is 6 maand huur schuldig voor de pacht van het office van biervoederschap tot de laatste maart 1707. 10-10-0 Pieter West voor de koop van loof: 0-15-0 Cornelis Degeetere moet nog een huur betalen voor een gedeelte van een hofstede en land, die Pieter Wille niet van hem kon krijgen. Elk zijn recht. August Vandesteene kreeg een huwelijksgift: diverse juwelen en meubelen ter somme van 18 pond. Pieternelle kreeg hetzelfde in geld. Schulden: aan de pastoor voor het celebreren van de uitvaart, het graf maken, klokluiden, doodskist, kruis op het graf en waslicht: 3-11-0 aan chirurgien Jan Berth voor visiten en levering van wedergae:1-13-4 het afpanden van het beste hoofd, wezende een koebeest kopen van bomen van 4 diverse personen: 30-30-16 aan Maarten Vandaele voor timmerarbeid:0-17-0 diverse leningen: aan de weduwe Joris Devliegere uit Gent: 18 pond, aan Joris Dobbelaere 18 pond, aan Pieter Desutter: 9 pond, aan Lieven Moerloos uit Brugge 10 pond, aan Jan Devos uit Brugge 17 pond, aan Mijnheer Depaepe uit Brugge 16 pond, aan Jan Cools uit Gent 1 pond, aan Maarten Sierens 2 pond, aan Andries Tienpondt 17 pond, geld aangenomen voor August Vandensteene van Cornelis Jansens uit Eeklo 3 pond, aan Pieter Versluys voor voorgeschoten geld 16 schellingen, aan Pieter Pottelberge 7 pond voor de prijsraming, het opstellen van de staat van goed: 1-54-30 aan Pieter Heyndrick Schepens voor levering van winkelwaar, bomen halen en thaire gedaan in zijn huis voor het maken van deze staat van goed: 4-13-4 aan Joris Paridaen voor winkelwaar:0-2-0 aan de abdis van het klooster van Sint Augustijn te Brugge: 100 blokken in voldoeninge van een afgelaste obligatie: 0-20-0 aan Jan Dhondt voor de koop van rollingen:9-0-0 aan Guilllelmus Dobbelaere voor een scheepsvracht:1-1-8 aan Benediktus... uit Brugge voor scheepsvracht:0-6-0 aan Pieter Pauwels uit Eeklo voor aankoop van klederen: 0-18-8 aan Pieter Dufour ontvanger van Zomergem voor pointinge:2-16-5 aan de pastoor van Zomergem voor tiendepacht: 0-8-2 aan Jan West voor labeur en landwerk:0-16-0 aan Guillemus Vlassenbroeck voor levering van een halve ton bier:0-13-0 aan Joost Demeyere voor proceskosten jegens meneer pastoor en Jan Dhondt, ten provisie 2 -10-0 aan deurwaarder Soetaert voor kosten gedaan in de zaak van Joris Sierens:0-22-0 aan procureur Mynoot van Gent voor loon:0-5-2 aan Christiaan Geraerd voor brandhout:1-16-0 totale som van lasten: 229-15-11-3 totale som van baten: 71-05-06-0 dus meer lasten dan baten: 158-10-05-3
15/05/1708 (stadsarchief Brugge) Rekening door Pieter Wille van Zomergem houder ten sterfhuyse van Marie Sierens. oa de totale prijs van meubelen, huyscatheylen en ackerprijs als inschulden 71-5-6 Verkoop van de office van biervoerderschap in Brugge aan Daniel Mulier voor 134-6-5, bovenop de renten en kapitaal waarmee deze office belast was. Een kapitaal van 30 pond ten voordele van Karel de Blauwe en een kapitaal van 48 pond ten voordele van Janneken Steyaert.
8/1/1712 (Zom 146) Een lening van 17/1/1664 word bevestigd. Pieter Wille leent 111 pond aan Marten Sierens fs Seger. Borg: -een behuysde hofstede, 300 roe, west de Daelmenstraete, noord Marten Versluys. -een partij meers 400 roe -een partij land 650 roe -een partij land 500 roe
Joannes Sierens (fs Maarten) en Magdalena Vankerrebrouck
Joannes huwde op 30 jarige leeftijd met Magdalena Vankerrebrouck. Joannes was ampman van Zomergem (o.a. 26/9/1679-1685). Hij stierf in 1685. Hij liet een weduwe achter met 3 jonge kinderen, Marie 6 jaar, Jan 4 jaar en Jacob. Op 10 oktober 1686 werd een staat van goed opgemaakt. Er werden 2 voogden aangesteld Jooris Sierens en Tobias Vandekerkchove. De verschillende eigendommen die Joannes erfde van zijn vader staan erin beschreven. (zie eigendommen Maarten Sierens) In zijn huwelijk met Magdalena Vankerrebrouck verwierf Jan nog verschillende eigendommen. Van de erfgenamen van Guillelmus Dekeyser kocht Jan de westzijde van een landdreef lopende van de Stocktevijverstraete naar het moeras (Merus) de helft van een partij land "Het Mestinck" gekocht van de weduwe Jaspaert Standaert. De wederhelft ervan behoort toe aan de weduwe Pieter De..., 211 roe. Noord, west en noordoost de erfgenamen van Jaspaert Devlieghere, zuid de president Vandepeel, west Jooris Blesseel een behuisde hofstede gekocht van de weduwe Jan Deneve, 300 roeden. Noord en oost de weduwe Jooris Vanhulle, zuid de kinderen Guillelmus Deneve, west de straete De verschillende baten: een kleine ketel en een grote, 2 emmers en ander koperwerk, 1-7-0 2 ijzeren potten 0-6-8 het tinnewerk 2-6-0 geleyerd werk 0-6-8 slechte spiesche kast in de keuken, tafelken en andere 0-12-5 ijzerwerk in de keuken 0-5-7 in de kamer: de slaapkoetse, een kast , tafel, stoelen en spiegel 5-10-0 pluymen bed, kussen, dekens en lakens 6-0-0 klederen en lijnwaad 12-0-0 vlas, hekels, spinnewiel 0-17-4 lijnsaet en goed op de zolder 0-22-0 brandhout en 2 gezaagde houten 1-13-8 4 maten rauw vlas 3-12-0 het koren 1-3-0 wat saseel en rollingen 0-8-0 een busel ijzer 0-6-8 's pachters recht op het land in Diependaele waar hij exst... met de lochtynck Jooris Sierens is schuldig voor de pacht van het vorig jaar tot Kerstmis 1685 Schulden geleverde pelder 18-0-0 schuldig op de Bargoenleye in Gent voor aankoop van deele 3-0-0 voor levering van kalk 2-0-0 voor aankoop van lijnwaad en messen 3-0-0 aan chirurgijn Jan Bert voor medicijnen en visiten 0-20-0 de afbetaling van het land " de Messtick" 10-0-0 geld geleend in Gent voor de aankoop van de hofstede 6 jaar rente à 20 schellingen 6-0-0 aankoop van stoffen in Gent 2-0-0 de jonge wezen van Maarten Sierens moeten nog enkele jaren pacht ontvangen van het verkochte goed 2-0-0 de pachter zijn bostiende voor 1685 2-15-2 diverse kosten 2-4-0 de weduwe geeft te kennen dat het bookweyt (4 pond) uit de baten geweerd is. De andere schulden van kerk, begraven, uitvaart, pelderrecht, doodskist, jaargetijde samen 7-11-8 en ook al het gemeen goed baldens en mits zij het kruis alleen moet dragen wordt de som gehouden op 11-11-8 de weduwe geeft verder te kennen dat haar man betrokken is in een proces voor de Raad van Vlaanderen van een zekere Keselaere. Het proces is nog hangende. Proceskosten 2-6-8 Totale som van schulden: 69-16-4. Totale som van baten: 40-7-2. Dus er is een nadelig saldo van 29-9-2 15/12/1688 (Zom 142) Verkoop door Madeleine Vankerrebrouck, weduwe van Jan Sierens, van een behuisde hofstede nabij de plaetse in Zomergem waar Gillis Vandenhoutte op woont. De goederen behoren voor de helft toe aan de wezen van Jan Sierens.
4/3/1693 Madelene Vankerrebrouck, weduwe van Jan Sierens, moet binnen de veertien dagen voor de baljuw verschijnen om haar rekeningen van de weeskinderen te tonen, anders krijgt ze een boete van 3 pond. getekend Philip Sierens Op 3/8/1693 kreeg ze nogmaals een aanmaning. Op dit moment was ze reeds weduwe van Lieven Dewulf. Men wilde weten wat er gebeurd was met de goederen van de kinderen Sierens. In hoeverre men al dan niet had geprofiteerd van deze goederen.(o.a. in verband met enkele tronken en bomen)
30/6/1699 (Zomergem 120 pagina 215) Jan Sierens en Albert VandeWaerheede gehuwd met Marie Sierens verkopen aan Cornelis Degeetere het erfdeel van hun vader Jan Sierens. Het betreft de helft van een behuisde hofstede, omwald, te Stoktevijver zijnde omtrent 102 roeden erwe met de helft van de schuur en winghebomen. De verkoopsom bedroeg 42 pond vlaams. De eigendom was belast met een rente van 15-12-7 die door de mede-erfgenamen moest afgelost worden.
1/7/1699 (Zom 143-Zom 120 pagina 214) Albert Vandewaerhede gehuwd met Marie Sierens verklaart dat zijn vrouw en minderjarige schoonbroer, Jan Sierens, eigenaar is van 100 roeden in de hofstede waarop Jooris Sierens woont. Hij is ook voor de helft eigenaar van de schuur en van de bomen erop staande. Zij verkochten deze eigendom aan Cornelis Degeetere voor 42 pond. Zij deden dit om het kapitaal van 37-16-0 van een lening te kunnen aflossen. Deze lening kwam nog van hun grootvader Maarten Sierens. Hun kinderen:
Marie Sierens (1679-1732) en Albert Vandewaerhede Staat van goed van Marie Sierens:
1. gronden komende van de zijde van Marie Sierens 1/2 van 700 roe gemeen met Jan Sierens (broer) op de zuidzijde van een meerdere partij de “Tien Gemeten” op Stoktevijver, 350 roe, O de “Cleene Tien gemeten” ZW de dreve 1/2 gemeen als vooren “de Cleene Tien gemeten” 1 gemet 1/2 gemeen als vooren “het Meerselke” 200 roe 1/2 gemeen als vooren van het oosteinde van een meerder partij meersch 664 roe 1/2 gemeen als vooren van het “Wallebilxken” 200 roe, rond geland Joos Sierens 2. gronden verworven tijdens hun huwelijk: een behuisde hofstede, zijnde een herberg genaamd “Sente Martin” met huis, schuur, wagenhuis, ovenbuer en dreef , 200 roe. Marie Sierens en Albert Vandewaerhede woonden hier. Deze eigendom werd gekocht ten sterfhuyze van Maarten Snoeckaert (4/5/1707) 300 roe land “het Cleytien” gekocht 14/12/1707 810 roe couterland gekocht 24/12/1698 664 roe kouterland gekocht 23/10/1715 301 roe land in diverse bedelven nabij de Cruysdreef en de Langedreef 500 roe couterland gekocht 1/3/1713 800 roe land “Scheetcouter” 450 roe land “den Cleyt” 300 roe land “het Achterste Cleytjen” gekocht 9/1/1715 300 roe in 3 partijen “de Gollaerts” 252 roe “het Hooghveldeken” nabij ‘t Lijkstraetjen 400 roe “de Veldekens nabij ‘t Lijkstraetjen 100 roe land “de Honderd roeden” 680 roe zijnde een behuisde hofstede (“het Weghebilcken”) W de Kerkstraat, gekocht van Jan Vanhaele op 27/4/1722 300 roe land 700 roe in 2 partijen “de Nieuwe Ween” 510 roe “het Plattestuck” 4 gemet 200 roe zijnde een behuisde hofstede met 2 partijen land nabij de Kerkstraete gekocht van Janneken Dhondt en Jan Vanhaele 600 roe land in 3 partijen 470 roe land gekocht op 27/11/1727 4 gemet zijnde een behuisde hofstede met land nabij de Kerkstraat en een partij op Ronsele gekocht op 11/11/1715 10,5 gemet zijnde 7 partijen land gekocht op 5/5/1716 (“de Berghe anten Schaepstuck”) 800 roe land “de Stoffelsbilck” nabij het Soutstraetje belast met een rente voor Christina Vandewaerhede 250 roe land “’t Lackcouterken” 400 roe land in Stoktevijver op de noordzijde van een partij “ de Tien gemeten” gekocht van Maarten Sierens op 11/3/1711 100 roe maaimeersch “de Potmeirsch” 107 roe maaimeersch in ‘t Schurre 107 roe maaimeersch 300 roe zijnde een behuisde hofstede met land nabij de Kerkstraat gekocht van advokaat Rysebaert 130 roe land “het Biesbilksken” 200 roe land “de Qua Cleyt” nabij ‘t Lijckstraatjen 600 roe bos 350 roe bos “den Tarwebilck” 700 roe bos “de Langhebilcken” 865 roe zijnde een behuisde hofstede met land nabij het Leyschootstraetje gekocht van Joos Vanhaele op 15/1/1726 50 gemet 223 roe zijnde 5 partijen land nabij het Leyschootstraetje (“de Ackerkens en Kersschoot”) 436 roe land “den Grooten Ackere” 416 roe land “den Waeterveure” 646 roe land “de Evenbilck” 3 gemet 86 roe zijnde 3 partijen land “de Wuyvenheecken” 868 roe land “de Bettensbilck” nabij de Lieve 427 roe land “den Broeck” 610 roe zijnde 3 partijen land “’t Hoochstuck”
441 roe land “het Vertreck” nabij het Leyschootstraetje 416 roe land “d’Houtcraecke” 413 roe land “den Moortelput” 734 roe land “den Vaerensbilck” 501 roe land “het Plattestuck” in Ronsele 300 roe bos in Ursel nabij de Beyerwaenstaete
3. Diverse andere zaken: 2 paarden, 1 veulen, 8 koeien, 1 vaars, 1 kalf 1 gouden diamanten ring 253 pond akkerprijs 63 pond contant geld Jan Sierens fs Jan is 8 maand landpacht schuldig Jan Sierens van Ronsele voor graspacht beste hoofd 9 pond Baten -- lasten = 706-14-6
Elisabeth Sierens (1651 - 1697) x Christiaan Geeraert Bij haar overlijden werden Jooris Buysse en Cornelis Degeetere voogden over de minderjarige kinderen Lieven 16 jaar; Jan 11 jaar; Laureyns 5jaar en 10 maand; Pieter 2 jaar. 14/4/1684 Rons 42 pg 144 Christiaan Gheeraert verkoopt aan Jooris Dobbelaere - “het Boonbilcxken” in Ronsele 400 roe N de Ronselestraat, O Hoirs Jan Huysman, Z de heer van Ronsele, W Jbte Huysaert - “de Hooghe Houtcraecke” in Oostwinkel 2 gemet; O het leen van Pr Decroock, Z Jooris Sierens fs Marten, W de wezen van Marten Devlieghere, N de varensbos van Pr Pauwels.
Seger Sierens en Demeyere Georgia
5/2/1686 Saississement eiser Marie Vanhoutte ten laste van Maycke Vanhecke, weduwe van Jaspaert Demeyere, en Seger Sierens haar borg op 30/10/1688 voorgekomen voor de raad in Ronsele aflossing van een rente van 3 pond per jaar (penninck 16) ieder jaar vervallende op 22 april op alle gronden van Mayke Vanhecke en Seger Sierens
7/3/1686 20/3/1687 Saississement ten voordele van .....D Damours Op 29/1/1682 voor de raad in Ronsele gekomen Schuld 26 pond tot laste van Zeger Sierens en Mayke Vanhecke zijne borge
18/3/1686 (Zom 142) Zeger Sierens bekent ter goeder trouw verkocht te hebben aan Pieter Wille 400 roeden op de noordzijde van een meerdere partij genoemd "de Tien Gemete" waarvan de rest van de partij toebehoord aan de kinderen van Jan Sierens. Oost de erfgenamen van Jaspaert Dobbelaere, zuid de kinderen van Jan Sierens, west de kinderen van Jan Sierens met hun deel van de dreef, noord Cornelis Degeetere. verkoopsom 20 pond(24) de koopsom moet betaald worden aan Joris Sierens aan wie Zeger Sierens nog schuld heeft voor een borgtocht van 2 gulden
15/4/1686 Seger Sierens die handelt over Mayke Vanhecke, zijn schoonmoeder, verkoopt aan Jooris Vanhoutte een partij bos "Dhoorestede" en de "Deschboter" gelegen onder de Heerlijkheid van Briarde voor 6 pond.
24/4/1686 11/9/1686 22/1/1687 Saississement eiser de weduwe Pieter Dejaeghere bij rechte van 23/3/1686 ten laste van Zeger Sierens fs Maarten schuld 11-19-0 op de gronden van Zeger Sierens en zijn huisvrouw als enige erfgenamen van Mayke Vanhecke
10/7/1886 eiser ..... Vanhecke fs Guillelmus 12 pond
20/11/1686 19/2/1687 Saississement ten voordele van Pieter Gryp. Schuld 4-10-0 voor 3 jaren rente van een lening. Ter causen van Mayke Vanhecke 5/2/1687 Saississement ten voordele van Nicolaas Sallee 20/3/1687 Saississement in verband met de Franse contributie Arent Vanhulle en Seger Sierens stonden borg voor Joris Sierens Klacht op alle goederen van Zeger Sierens i.v.m. zijn erfenis van Mayke Vanhecke tot restitutie van helft
29/3/1687 Saississement ten voordele van Joris Dobbelaere ten nadele van Zeger Sierens x Jooryntien Demeyere Magdalena Vankerrebrouck, weduwe Jan Sierens, was borg voor Mayke Vanhecke
23/4/1687 Klacht van Jooris Versluys op alle roerende en onroerende goederen van Seger Sierens fs Marten causa Joorynchen de Meyere.
11/6/1687 Klacht door Jan Bosschaert op de goederen van Seger Sierens.
4/10/1687 Saississement ten voordele van Jacques Devlieghere Op de goederen van Zeger Sierens in huwelijk hebbende de dochter van Jaspaert Demeyere een behuisde hofstede met land komende van Mayke Vanhecke weduwe van Jaspaert Demeyere een partij land "het Lange Bilxken" op Meirlaere 450 roeden. Oost de erfgenamen v an Zeger Vanbuylaere zuid Zeger Sierens, west Pieter Huysman, noord de kinderen van Maarten Derycke
11/2/1688 Klacht door Guill Vanhulle op de goederen van Seger Sierens voor de betaling van een schuld van 3 -7-6
28/4/1688 Arent Dekeyzere verkoopt aan Maarten Sierens fs Maarten een half gemet weide gelegen in de hofstede waar Pieter Bultinck woont. Oost de Gentse Lieve, zuid Joris Dobbelaere, west Joos Demeyere, noord Maarten Sierens fs Maarten verkoopsom 10 pond 15 schellingen Maarten Sierens geeft aan Pieter Wille om in zijn naam .....
24/4/1689 (Zom 118) Aankoop door Joris Derycke en Jacques Vanhulle van de aangeslagen goederen van Seger Sierens 5-19-0 niet betaald voor kosten en ommestelling van 1687 ten laste van Seger Sierens fs Maarten als erfgenaam van Mayke Vanhecke Seger kon of wilde de belastingen niet betalen. de goederen van Seger Sierens werden in beslag genomen door Pieter vande Putte, ontvanger van Zomergem. 1/6 van een behuisde hofstede met land, 600 roeden, waar Joris Derycke op woont te Meirlaere. Zuidoost de straat, noord Pieter Devlieghere, oost de wezen van Pieter Versluys een partij maaimeersch in de "Gerijf Buntens" 150 roeden. Zuid de Calene, noord een dreef de goederen werden openbaar verkocht in diverse opboddagen. Deze gebeurden voor de kerk na de hoogmis. De eigendommen werd op 24/4/1689 een eerste keer opgeroepen. Op de derde verkoopdag (22/5/1689) stak men een kaars aan in het schepenhuis en iedereen kon opbieden zolang de kaars brandde. op 28/6/1690 werden de verkochte goederen definitief ingeschreven. Ze waren verkocht aan Joris Derycke en Jacob Vanhulle. (7 en 4 pond) Vanhecke Jonas was gehuwd met Tanneken Dekeysere, nu gehuwd met Joris Derycke. 25/05/1710 (Ronsele 50) In verband met de gronden toebehorende aan het sterfhuis van Seger Sierens en Jooryne Demeyere. Christiaen Gheeraert doet alle goederen arresteren als verhaal in de zaak van de borgtocht door Zeger voor Jooris Sierens
Sierens Anna (1656-1717) en Degeetere Cornelius
1 Gronden die toebedeeld werden aan Louise Veronica Deburggraeve bij vercaveling van 6/3/1728. Deze goederen kwamen van haar moeder Tanneken Sierens.(beschrijving Ursel 262- 23/05/1757) “de 10 gemeten” in Zomergem Stoktevijver O juffr Beaumont Z de kinderen van Joos Sierens met een deel in hetzelfde stuk W de Vijverbilk N Marten Meiresonne causa uxoris Petronelle Degeetere groot met 17 roeden land gelegen hebbende op de Zzijde of de kant van de voornoemde kinderen Joos Sierens ende alsnu van de erve van dezelfde kinderen in deze partij gebracht. Te samen 607 roe zijnde voor deze wesen 303,5 roe de 1/2 van een partij meersch in Oostwinkel “de Sagge” alsmede 1/4 in het geheel. Bij successie van Marie en Cornelia Degeetere 1/2 van “het Ceen Bilksken in Oostwinkel Stoktevijver, in het geheel 330 roe O hoirs Joos Sierens Z Marten Meiresonne 1/4 inde “Peerdebilk gelegen alsvoor 773 roe O hoirs Joos Sierens W en N hoirs Jan Martens de andere delen horen toe aan Marten Meiresonne 2 13/07/1730 (Rons 44 pg 85)- Rons Beirendale Akte van zeker van Cornelius Degeetere over Joos Sierens i.v.m. de 3 wesen van Jacob bij Petronelle VanMaele
Marten Sierens (fs Marten) en Joanna Vanheyste 23/2/1698 (Zom120 pg 60) Marten Sierens verkoopt aan de weduwe van Jooris Blomme een stuk land in Zomergem Langeboucken "den Coudenmeersch" ( 3 gemet 100 roe). Cornelis de Gheetere is machtig bij procuratie over Marten Sierens
28/4/1688 (Zom 142) Marten Sierens koopt van Arent de Keysere een half gemet in de hofstede waar Pieter Bultinck woont. Oost de Gentse Lieve, zuid Jooris Dobbelaere, west Joos de Meyere, noord Marten Sierens, koper.
01/01/1698 (Zom 120 pg 31) Marten Sierens koopt van Joos Demeyere
Joos Sierens (fs Maarten) en Martyne Dobbelaere
Joos Sierens stierf op 9/10/1740. Zijn erfenis werd verdeeld tussen zijn kinderen. de kinderen van Maarten Sierens en Livina Mariman. Livina is nu gehuwd met Pieter Depauw. Anne Marie Sierens vrouw van Jan Vanhecke Francis Sierens Joanne Sierens gehuwd met Pieter Meiresonne Jan Sierens, zijn voogd was broer Francis en Albert VandeWaerhede De eigendommen verkregen door erfenis van zijn vader staan vermeld bij zijn vader. Eigendommen door Joos Sierens verkregen tijdens zijn huwelijk met Martyne Dobbelaere. Het erfdeel van de kinderen is belast met bijleve ten voordele van Martyne Dobbelaere. Alle eigendommen zijn zuiver en onbelast van renten. een partij land in Zomergem genoemd "den Plattenbilck". Oost Marten Meiresone en de kinderen van Jan Sierens, zuidwest de Gentsche Lieve, noord dit sterfhuis. Deze eigendom werd aangekocht op 26/3/1720 van Lieven Geeraert (934 roeden) een partij land genoemd "het Wallenbilksken". Oost de dreef voor de helft medegaande, zuid de hofstede bewoond door Pieter Depauw, west de kinderen Jan Sierens, noord de “Leybilck” (216 roeden) een partij land genoemd "den Leybilk" in Oostwinkel. Oost de dreef ook voor de helft medegaande, zuid ten dele de voorgaande partij, west de Gentsche Lieve, noord Marten Meiresone (114 roeden) de zuidkant van een partij land genoemd" de Tien Gemete". Oost Joe Petronelle Sierens, zuid de kinderen Jan Sierens, west de dreef voor de helft medegaande, noord Marten Meiresone (400 roe) de noordkant van dezelfde "Tien Gemeten". Oost de weduwe en de kinderen van Pieter Vanhecke, zuid Marten Meiresone en noord de volgende partij. Deze partij en de drie voorgaande werden aangekocht van Maarten Sierens fs Jooris op 1/4/1722 (450 roe). een partij land in Oostwinkel genoemd " de Vijf Gemete". Oost Pieter Vanhecke, zuid de voorgaande partij, west en noord Joe Petronelle Sierens. Deze partij werd aangekocht van Laureyns Geeraert op 5/2/1726 (733 roeden) Baten: de huisraad, beesten en akkerprijs werden door Carel Vanhulle, gezworen prijzer geschat op 2/1 en 18/2/1741. de akkerprijs bevonden op alle landen, weiden en bossen door de overledene gebruikt 111-8-2 in de keuken: hangel, brander, rooster, tange, vierschuppe, soutlae, zetel, tafel, rebbank, spinnewielen, stoelen, aspe, vier spaden, ketels, emmers, aarden potten, hamer, lantaarnen, alle geleierd en aardewerk, houten schotels en lepels, 58 pond tin, tinnen lepels, garen alsmede het varkensvlees en andere kleinigheden 25-12-0 in de westkamer: bedden, hoofdpallins, kussens, slaaplakens, sargien, koetse, vleeskuip, horloge, molenheynzel, twee kasten, schaprae, een hangel, wafelijzer, koekenpan, hangijzer, karn, strijkijzer, tafel, stoelen, kuipen 16-4-7 de prijs van 3 gouden ringen, zilveren ijzerken, gespe, veertien stenen gezwingeld vlas, wagen, wytte, veertien ellen lynwaet,slaeplaekens, zakdoeken,hammelaekens,fluwijnen, een weefgetouw, spoelwiel, vijftien garenblokken, hammessen, tuinschare, twee vlashekels, een zaag, een vuurtje en andere kleingiheden 13 -9-6 de klederen en het lijnwaad van de overledene zijn voor het grootste deel aan arme personen geschonken, de rest werd hersteld voor Jan, het weeskind. Aan de houderige werden haar kleren en lijnwaad gelaten in de kelder: 6 stenen boterkuipen, potten, teilen, kaasrenne, lege tonnen, bierstelling, kaasbak, koelvat, 17 zakken aardappelen 9-15-1 op de voute: slapinge, koetse, kaasbenne, tafel, mand 2-10-0 op de zolder: 60 zakken boecqiet, 3 zakken lijnzaad, 3 zakken haver, dorskleed, 2 vlasrepen, appels, wortelzaad, klaverzaad, bonen, synsen, pikken, ijzerwerk, scheermolen, bank, bobijnen, schop, tarwezeefden, troch, baensten, graanmeucken, 19 lege zakken, erwten 159-2-8 2 paarden, een jong paard, alle harnassen, 2 jonge zwijnen, 6 koeien, een vaars en een kalf 70 -10-0 2 landwagens, vier ploegen, 3 eggen, een bruwette, zwingelplanken, hoepen, aalkuip, ladder, cortewagen, slaapkuipen, mesthaak, rieken, schop, de mest in de put, een waskuip 28-3-4 het rauw vlas, de ongedorste tarwe, haver, het stroo in de schuur, wannen, boothamers, vlegels, raken, het hooi op het dhilt 91-18-4 2 brakels, leesboek, brood, berdels, zwingelberdels, dhiltpersen in de schuur, boekweitstro op 't hof, brandhout, stokken, persen, blakken, boonpersen, garepersen 11-8-8 de kontante penningen werden gebruikt om de achterstallen van pachten te betalen Pieter Depauw is 2 jaar huis en landpacht schuldig de weduwe van Lieven Rootsaert is 1 jaar landpacht schuldig Jacob Derycke idem Jerome Snoeck idem Cornelis Veirman idem
Louis Deweirt is schuldig voor de aankoop van hout uit het bos van Ronsele Maarten Desutter is schuldig voor de aankoop van vlas Joos Demeyer is schuldig voor de aankoop van vlas maar wegens zijn sobere gestaathede wordt dit hier verminderd toen Anna Marie Sierens huwde met Jan Vanhecke kreeg zij meubelen en beesten als huwelijksgeschenk idem voor Joanne Sierens idem voor wijlen Maarten Sierens
Schulden en lasten van dit sterfhuis: begrafenisrechten, begraven, uitvaart, waslicht, doodskist, 9-16-1 aflossing van het best hoofd wezende een paard 13-9-0 schuld aan Joe Anna Francoise Allegambe, vrouw van Beaumont voor huis en landpacht la fleur domestique van de voornoemde Jor. Beaumont, een obligatie van 50 pond met verachterde renten aan Karel Vanhulle griffier van Oostwinkel 3 obligaties in totaal 200 pond met verachterde renten Sr Pieter Vanwaeyenberghe ontvanger van Zomergem, Oostwinkel en Ronsele voor onkosten van 1739 en 1740 Meester Judocus Vermeire van Zeveren voor het leveren van medicijnen en visiten 4-16-0 aan Pieter Wieme smid voor smeewerk aan Pieter Davé wagenmaker aan Jan Standaert voor de aankoop van as aan de dienstboden 35-0-0 totaal van lasten: 754-3-1 totaal van baten: 505-17-3
18/12/1695 (Rons 50) Joos Sierens verpacht voor 3 jaar aan Cornelis Degeetere. Twee partijen land in Diepenbeke "de Bijle" en "het Langebilxken" gelegen naast "het Plattestuck" gebruikt door Cornelis Degeetere.
Joannes (23jaar in 1702) Na de dood van de Spaanse koning Karel II brak de strijd uit om de opvolging tussen de Franse koning Lodewijk XIV en Karel van Habsburg. In 1702 maakte Louis XIV reeds aanspraak op onze gewesten. Hij wilde in Vlaanderen een leger op de been brengen bij middel van militaire conscriptie. Hij wilde 4 bataljons soldaten, ieder bestaande uit 650 man oprichten. Vanuit Zomergem moesten 23 jongelui tussen de 20 en 40 jaar uitgeloot worden. Dit gebeurde op 30 januari 1702 in de herberg van Guilliaume Desaegher. Op 30 maart 1702 werd besloten 2 nieuwe bataljons op te richten om het aantal manschappen van 2600 op 3250 te brengen. De loting had plaats op 17 april 1702. Zomergem moest voor de nieuwe bataljons 6 man leveren, waaronder deze keer Jan Sierens, 23 jaar. Opgetrokken tegen wil en dank, tegen belofte van een hoog loon, goede voeding en drinkgeld, waarvan niets terecht kwam, moet het ons niet verwonderen dat de meeste soldaten deserteerden. In juli 1704 waren er van de 23 Zomergemse soldaten. Van de eerste lichting nog slechts 13 in dienst. Zes waren reeds overleden en vier ontbraken op het appel en werden als deserteurs beschouwd. Van het tweede bataljon waren er nog vier van de zes onder de wapens waaronder Jan Sierens. Twee werden als dood opgegeven : Jan Cooman en Andries Valcke. In maart 1705 was het aantal gedeserteerden zo groot, dat de overheid van de Casselrij aan de wethouders de opdracht gaf er jacht op te maken, hen gevangen te nemen en naar het gevang te Gent over te brengen om er een strenge lijfstraf te ondergaan. Van de 29 soldaten die Zomergem voor de twee bataljons had geleverd, waren er toen nog 14 in dienst. Het platteland liep vol van soldaten die hun regimenten hadden verlaten en langs de wegen zwermden om de bewoners met allerlei baldadigheden het leven lastig te maken. De hoop die de zonnekoning bij het oprichten van zijn dwanglegertje had gekoesterd en de verwachtingen dat er zich velen vrijwillig zonden hebben aangemeld, spatte als een zeepbel uiteen. Of er Zomergemse soldaten ooit strijd leverden is ons niet bekend. Op 14 juli 1704 ontbraken er zeven op het appel en werden voor “dood” opgegeven. Op 2 april 1705 waren van de 29 Zomergemse soldaten nog slechts 14 in leven, twaalf van het eerste en 2 van het tweede bataljon. De reden van hun overlijden werd niet medegedeeld.