Maandstatistiek van de bevolking
Jaargang 48 – april 2000
Centraal Bureau voor de Statistiek
Heerlen/Voorburg, 2000
Voorburg
Heerlen
Bezoekadres: Prinses Beatrixlaan 428
Bezoekadres: Kloosterweg 1
Postadres: Postbus 4000 2270 JM Voorburg
Postadres: Postbus 4481 6401 CZ Heerlen
Telefoon: (070) 337 38 00 Fax: (070) 337 74 29
Telefoon: (045) 570 60 00 Fax: (045) 572 74 40
Internet: http://www.cbs.nl
De infogroepen van het CBS Infoservice is het centrale informatiepunt voor algemene voorlichting over het CBS en zijn producten; geeft aankoopadviezen; draagt zorg voor de beantwoording van vragen die over verschillende terreinen gaan; geeft antwoord op gestelde vragen over andere onderwerpen dan hieronder vermeld zijn.
Infogroep
Telefoon
Fax
E-mail
Infoservice
(045) 570 70 70
(045) 570 62 68
[email protected]
Arbeid en Lonen Bedrijven (aantal) Bevolking Bibliotheek Bouw Consumentenprijsindex (inflatie) Cultuur, Toerisme en Recreatie Eurodatashop Gezondheid en Welzijn Industrie Inkomen, Vermogen en Koopkracht Internationale Handel Landbouw Milieu Nationale Rekeningen Onderwijs Overheid Rechtsbescherming en Veiligheid
(070) 337 58 50 (045) 570 79 37 (070) 337 58 30 (070) 337 51 51 (070) 337 42 41 (070) 337 58 09 (070) 337 58 67 (070) 337 49 00 (070) 337 58 64 (045) 570 76 17 (045) 570 75 23 (045) 570 79 17 (070) 337 58 03 (070) 337 58 96 (070) 337 58 76 (070) 337 53 45 (070) 337 58 99 (070) 337 58 66
(070) 337 59 94 (045) 570 62 66 (070) 337 59 87 (070) 337 59 84 (070) 337 59 75 (070) 337 59 94 (070) 337 59 96 (070) 337 59 84 (070) 337 59 96 (045) 570 62 77 (045) 570 62 72 (045) 570 66 75 (070) 337 59 51 (070) 337 59 76 (070) 337 59 81 (070) 337 59 78 (070) 337 59 96 (070) 337 59 96
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Verklaring der tekens . * x – – 0 (0,0) niets (blank) 1999–2000 1999/2000 1999/’00 1989/’90–1999/’00
= = = = = = = = = = =
gegevens ontbreken voorlopig cijfer geheim nihil (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met het getal is minder dan de helft van de gekozen eenheid een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen 1999 tot en met 2000 het gemiddelde over de jaren 1999 tot en met 2000 oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 1999 en eindigend in 2000 boekjaar enzovoort, 1989/’90 tot en met 1999/’00
In geval van afronding kan het voorkomen, dat de totalen niet geheel overeenstemmen met de som der opgetelde getallen. Verbeterde cijfers in de staten en tabellen zijn niet als zodanig gekenmerkt.
De maandstatistiek van de bevolking wordt samengesteld door de Sector Bevolking.
Inhoud Demografiek
6
Bevolkingsontwikkeling Immigratie in de jaren negentig: minder Turken en Marokkanen, meer asielmigranten
7
Artikelen Ruim 2000 extra overledenen in januari 2000 Zelfdoding in Nederland Werkende moeders
9 11 17
Jaarcijfers Geboorte per gemeente naar provincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1998 Sterfte naar doodsoorzaak, 1998
24 34 43 58
Maandcijfers januari 2000
64
Stand en loop van de bevolking Geboorte Sterfte Buitenlandse migratie Administratieve correcties Huwelijkssluitingen Echtscheidingen Wijziging van nationaliteit Binnenlandse migratie Asielaanvragen
67 74 75 76 78 79 81 82 83 85
Inhoudsopgave april 1995–april 2000
86
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg / Heerlen, 2000 Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik is toegestaan.
Inlichtingen: Tel: (070) 337 58 30 Fax: (070) 337 59 87 E-mail:
[email protected]
Bestelinformatie Verkrijgbaar bij het CBS, sector PMV, Postbus 4481, 6401 CZ Heerlen Tel. (045) 570 70 70 Fax: (045) 570 62 68 E-mail:
[email protected] Abonnementsprijs: ƒ 184,00 Prijs per los nummer: ƒ 25,00 Prijzen excl. administratie- en verzendkosten Kengetal: B15/2000 ISSN 0024-8711
Centraal Bureau voor de Statistiek
Mndstat bevolking 2000/04
3
Maandstatistiek van de bevolking is a monthly publication by Statistics Netherlands Department of Population. Articles are in Dutch, with a summary in English. Tables and graphs have subtitles in English.
Contents Demographics
6
Population trends Immigration in the 1990s: less Turks and Moroccans, more asylum migrants
7
Articles Over 2,000 surplus of deaths in January 2000 Suicide in the Netherlands Working mothers
9 11 17
Annual statistics Births per municipality by province, 1998 Deaths per municipality by province, 1998 Nuptiality per municipality by province, 1998 Deaths by cause of death, 1998
24 34 43 58
Monthly statistics January 2000
64
Population stock and flow Births Mortality External migration Administrative corrections Marriages Divorces Changes of nationality Internal migration Requests for asylum
67 74 75 76 78 79 81 82 83 85
Contents April 1995–April 2000
86
© Statistics Netherlands Voorburg / Heerlen, 2000 Quotation of source is compulsory. Reproduction is permitted for own use or internal use.
Information: Phone: # (31) 70 337 58 30 Fax: # (31) 70 337 59 87 E-mail:
[email protected]
How and where to order Obtainable from Statistics Netherlands Department PMV, P.O. Box 4481, 6401 CZ Heerlen Phone +31 (045) 570 70 70. Fax: +31 (045) 570 62 68 E-mail:
[email protected] Annual subscription: dfl 184.00 Price per copy: dfl 25.00 Prices do not include postage and administration costs Key figure: B15/2000 ISSN 0024-8711
Statistics Netherlands
Mndstat bevolking 2000/04
5
Demografiek Demographics Emigratie van Nederlanders naar land van bestemming Emigration of Dutch nationals by country of destination 70 60 50 40 30 20 10 0
x 1 000
Emigratie van Nederlanders naar leeftijd en land van bestemming, gemiddelde over 1950–1959 Emigration of Dutch nationals by age and country of destination, average of 1950–1959 50 40 30 20 10 0
%
0–19 jaar
20–29 years
30–49 jaar
50+ jaar
Australia, Canada, New-Zeeland, United States of America and South Africa Indonesia incl. Dutch New-Guinea
1950 1951 1952 1953 1954 1955 1956 1957 1958 1959
Nederlandse Antillen + Suriname Indonesië incl. Nederlands Nieuw-Guinea
Netherlands Antilles and Suriname
Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika
Alle landen / All countries
In de jaren vijftig zijn ongeveer 560 duizend Nederlanders geëmigreerd. De meesten van hen (60%) gingen naar een van de specifieke emigratielanden (Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika), daartoe vaak aangemoedigd en financieel gesteund door de Nederlandse overheid. Ruim 10% vertrok naar Indonesië en nog eens 5% naar de Nederlandse Antillen of Suriname. In the 1950s some 560 thousand Dutch nationals emigrated. Most of them (60%) emigrated to one of the so-called specific emigration countries (Australia, Canada, New Zealand, United States of America and South Africa), often encouraged and financially supported by the Dutch government. Some 10% emigrated to Indonesia and another 5% emigrated to the Netherlands Antilles or Suriname.
Nederlanders die in de jaren vijftig naar een van de specifieke emigratielanden emigreerden, waren gemiddeld jonger dan de Nederlanders die naar andere landen emigreerden. Over het algemeen trokken veel gezinnen met kinderen naar deze gebieden. Nederlanders die naar Indonesië vertrokken of terugkeerden waren veelal ouder en migreerden meer dan gemiddeld als ‘alleengaanden’. Dutch nationals who emigrated in the 1950s to one of the specific emigration countries were younger than Dutch nationals who emigrated to other countries. It were mostly families with children who emigrated to these countries: three out of four emigrated in family context. Dutch nationals who emigrated to Indonesia on the other hand, were usually older and migrated more often on their own.
Terugkeer van Nederlanders die in de jaren 1950–1959 zijn geëmigreerd naar land van herkomst en jaar van reïmmigratie (cumulatief)
Returning Dutch nationals who emigrated in the years 1980–1989, by country of last residence and year of reimmgration (cumulative)
80 70 60
%
90 Indonesïe incl. Nederlands Nieuw-Guinea
Alle landen
60
Netherlands Antilles + Suriname
40 30
20 Australië, Canada, Nieuw-Zeeland, Verenigde Staten van Amerika en Zuid-Afrika
0 1950 1955 1960 1965 1970 1975 1980 1985 1990 1995
Van alle Nederlanders die in de jaren vijftig zijn geëmigreerd is tot en met 1998 bijna 40% weer teruggekeerd. Diegenen die naar een van de specifieke emigratielanden zijn vertrokken, hebben vaak de intentie gehad zich daar blijvend te vestigen: van hen is slechts eenvijfde teruggekeerd. Van de Nederlanders die naar Indonesië zijn geëmigreerd, was na tien jaar al meer dan de helft terug in Nederland. Driekwart van hen is inmiddels teruggekeerd. Almost 40% of all Dutch nationals who emigrated in the 1950s, had returned to the Netherlands up to and including 1998. Those who emigrated to one of the specific emigration countries have often had the intention to settle there permanently: only a fifth of this group has returned. Dutch nationals who emigrated to Indonesia stayed for a relatively short period: more than 50% returned within ten years. By the end of 1998, three out of four had returned to the Netherlands.
6
All countries
50
40
10
Indonesia
80 70
Nederlandse Antillen + Suriname
50
30
%
Australia, Canada, New-Zeeland United States of America and South-Africa
20 10 0 1980
1982
1984
1986
1988
1990
1992
1994
1996
1998
De aard van de emigratie is in de jaren tachtig duidelijk anders geweest dan die in de jaren vijftig. In de jaren vijftig waren het de echte landverhuizers die Nederland verlieten met de bedoeling zich permanent in het buitenland te vestigen. In de jaren tachtig emigreerde men vaak om andere redenen, zoals werk of studie. Dit komt tot uitdrukking in veel hogere terugkeerpercentages, die bovendien sneller worden bereikt. The nature of emigration in the 1980s has been very different from that in the 1950s. In the 1950s emigrants often had the intention to settle abroad permanently. In the 1980s other reasons for emigration were more prominent, such as work or study. This is reflected in higher percentages of returning emigrants and shorter stays abroad.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Bevolkingsontwikkeling Population trends Immigratie in de jaren negentig: minder Turken en Marokkanen, meer asielmigranten Immigration in the 1990s: less Turks and Moroccans, more asylum migrants In de jaren negentig zijn jaarlijks gemiddeld 113 duizend personen als immigrant ingeschreven in de gemeentelijke basisadministraties (vóór 1 oktober 1994: de gemeentelijke bevolkingsregisters). Van jaar op jaar hebben zich daarbij aanmerkelijke schommelingen voorgedaan. Het grootste aantal inschrijvingen vond in 1998 plaats (122 duizend), het kleinste in 1995 (96 duizend). De immigratie in de jaren negentig werd gekenmerkt door een accentverschuiving van de immigranten uit de traditionele immigratielanden Marokko, Suriname en Turkije naar de asielmigranten, dat wil zeggen: (voormalige) asielzoekers die aan de voorwaarden voldoen om als immigrant te worden ingeschreven in de gemeentelijke basisadministraties. Uit de drie eerstgenoemde landen immigreerden in 1990–1994 in totaal 115 duizend personen, in de vijf daaropvolgende jaren nog maar 60 duizend. Het aantal asielmigranten nam daarentegen toe van 150 duizend in de eerste vijf jaren naar 170 duizend in de tweede helft van de jaren negentig. De stijging van het aantal asielmigranten heeft niet kunnen voorkómen dat het totale aantal niet-Nederlandse immigranten (=immigranten met een andere dan de Nederlandse nationaliteit) in de tweede helft van het decennium lager was dan in de eerste helft. Uit Europa, Amerika en Afrika nam de immigratie van niet-Nederlanders af, het aantal uit Oceanië bleef ongeveer gelijk, dat uit Azië nam als enige toe. Vestigden zich in de periode 1990–1994 jaarlijks gemiddeld 13 duizend niet-Nederlanders uit een Aziatisch land, in 1995–1999 was dit aantal gemiddeld 20 duizend. Daarmee was in die vijfjarige periode gemiddeld één op de vier niet-Nederlandse immigranten afkomstig uit Azië. De belangrijkste herkomstlanden in dit verband zijn Afghanistan, China, Irak en Iran. Het betreft hier vooral voormalige asielzoekers die een verblijfsvergunning hebben gekregen of die ten minste twaalf maanden in Nederland verbleven, waarmee tot inschrijving in de gemeentelijke basisadministratie is overgegaan. Het ten opzichte van het eerste lustrum afgenomen aantal immigranten met een andere dan de Nederlandse nationaliteit in de tweede helft van de jaren negentig had te maken met onder meer de in 1993 en 1994 afgekondigde aanscherping van de toelatingsregels voor niet-Nederlandse immigranten. Zo werden de eisen voor gezinsherenigende en gezinsvormende immigratie verscherpt en werd strakker de hand gehouden aan de eis dat degenen die een verblijfsvergunning aanvragen of zich in de gemeentelijke basisadministratie willen laten inschrijven, over geldige (verblijfs-)documenten dienen te beschikken. Het effect was vooral merkbaar in 1994. In dat jaar werden er rond 20 duizend niet-Nederlandse immigranten minder ingeschreven dan in de jaren die daaraan vooraf gingen.
Mndstat bevolking 2000/04
Immigratie naar werelddeel immigratie niet-Nederlanders naar werelddeel van geboorte, 1990–1994 Oceanië (1%) Afrika (21%)
Europa (47%)
immigration of non-Dutch nationals by continent of birth, 1995–1999 Oceania (1%) Africa (18%)
Europe (44%)
Asia (26%)
Azië (17%) Amerika (14%)
America (11%)
In de eerste helft van de jaren negentig werd het aantal immigranten met de Nederlandse nationaliteit jaarlijks kleiner. Na 1995 nam de immigratie van Nederlanders evenwel sterk toe. Was het aantal in 1995 nog kleiner dan 30 duizend, zowel in 1998 als in 1999 werden meer dan 40 duizend immigranten met de Nederlandse nationaliteit in de gemeentelijke basisadministraties ingeschreven. Deze stijging kwam deels door de toegenomen immigratie van Antillianen, van 3 duizend in 1994 en 1995 naar 8,7 duizend in 1999. Daarnaast wordt vermoed dat de gunstige ontwikkeling van de economie en de toegenomen vraag naar arbeidskrachten in het buitenland woonachtige Nederlanders heeft doen besluiten zich (opnieuw) hier te vestigen. Dit vermoeden is mede gebaseerd op de constatering dat vanuit alle werelddelen de immigratie van Nederlanders is toegenomen.
Immigration in the 1990s was characterized by a decreasing number of immigrants from traditional immigration countries Morocco, Suriname and Turkey, and an increasing number of immigrating former asylum seekers. Immigration of non-Dutch nationals who were born in a Europe, America or Africa decreased, but immigration from Asia (notably Afghanistan, China, Iran and Iraq) increased. The latter immigration mainly concerned former asylum seekers who were given a residence permit for the Netherlands. Partly due to the introduction of a number of additional immigration restricting rules imposed by Dutch government in 1993 and 1994, in the second half of the 1990s the number of non-Dutch immigrants was smaller than in the first half of the decade. In the second half of the 1990s immigration of Dutch nationals rose sharply. This increase was partly caused by immigrants from the Netherlands Antilles, partly by other Dutch immigrants from all over the world. The latter immigration may suggest that the blooming Dutch economy and the increased demand for employees attracts Dutchmen who live abroad.
7
Bevolkingsontwikkeling Maandcijfers, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995–Januari 2000 Monthly figures, seasonally adjusted, January 1995–January 2000 Levendgeborenen Live births x 1 000 18
Overledenen Deaths x 1 000 18
17
17
16
16
15
15
14
14
13
13
12
12
11
11
10
10
0
0 1995
1996
1997
1998
1999
2000
1995
Immigratie Immigration x 1 000 12
Emigratie Emigration x 1 000 12
11
11
10
10
9
9
8
8
7
7
6
6
5
5
4
4
0
1996
1997
1998
1999
2000
1996
1997
1998
1999
2000
1997
1998
1999
2000
0 1995
1996
1997
1998
1999
1995
2000
Asielaanvragen 1) Requests for asylum 1) x 1 000 7
Bevolkingsgroei Population growth x 1 000 11 10
6
9 5 8 7
4
6
3
5 2 4 1
3
0
2 1995
1996
1997
1998
1999
2000
1995
1996
jaargemiddelde / annual average 1) 1)
8
Bron: Ministerie van Justitie. Source: Ministry of Justice.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Artikelen Articles Ruim 2000 extra overledenen in januari 2000 Over 2,000 surplus of deaths in January 2000 C.J.M. Prins
In januari van dit jaar zijn ruim tweeduizend mensen méér overleden dan gewoonlijk in die maand. Het extra aantal overledenen betreft vooral ouderen. Het grote aantal sterfgevallen houdt waarschijnlijk verband met een griepgolf die duurde van half december 1999 tot eind januari 2000.
1. Aantal sterfgevallen per dag, december 1999–februari 2000 Dally number of deaths, December 1999–February 2000 600 550 500
1.
Sterfte waarschijnlijk hoog door griepgolf
In januari 2000 zijn ruim tweeduizend mensen méér overleden dan werd verwacht op grond van de voor het jaar 2000 geprognosticeerde aantal levendgeborenen (zie Alders, 2000), en het vigerende maandelijkse seizoenpatroon voor de sterfte. De combinatie van deze beide elementen geeft het aantal mensen dat onder ‘normale’ omstandigheden in een maand zou zijn overleden, en vormt de vergelijkingsbasis waarmee de oversterfte over die maand kan worden bepaald (Prins, 1996; 1998). Volgens de door het CBS opgestelde nationale bevolkingsprognose voor het jaar 2000 en het maandelijkse seizoenpatroon voor de sterfte werd voor januari een aantal van 12,9 duizend sterfgevallen verwacht. In werkelijkheid kwamen 15 duizend mensen te overlijden. Rond Kerstmis begon het aantal sterfgevallen op te lopen. In de laatste vijf dagen van 1999 overleden dagelijks gemiddeld 461 mensen, 51 méér dan het voor december verwachte daggemiddelde. In de eerste dagen van januari nam het aantal sterfgevallen verder toe. Op donderdag 6 januari was het aantal sterfgevallen het grootst: 544. Dat zijn er 128, ofwel 30 procent, méér dan het voor een doorsnee januaridag verwachte aantal van 416. In de veertien daarop volgende dagen bewoog het dagelijkse aantal sterfgevallen zich rond de 500. Na 20 januari begon de sterfte te dalen, hoewel in de resterende tien dagen van die maand toch nog een paar uitschieters optraden: op 26 januari stierven 488 mensen, op 29 januari 493. Begin februari was het dagelijkse aantal sterfgevallen weer op het voor die tijd van het jaar gebruikelijke niveau (grafiek 1).
450 400 350 300 1 10 20 December 1999
1 10 20 January 2000
1 10 20 February 2000
29
Gemiddeld aantal per dag, berekend uit de Nationale Bevolkingsprognose en het vigerende seizoenpatroon voor de sterfte / Expected number per day, on the basis of the National Population Forecasts and the seasonal mortality pattern
2. Meldingen betreffende influenza-achtige ziektebeelden per 10 000 inwoners, per week Reported number of patients with influenza-like symptoms per 10,000 inhabitants, per week 35 30 25 20 15 10 5
De sterftepiek valt vrijwel samen met een griepgolf die duurde van half december tot eind januari (Nieuwsbrief Influenza-surveillance). In de eerste twee weken van januari bereikte de griepgolf zijn piek. De NIVEL-peilstationhuisartsen registreerden in die weken de grootste aantallen patiënten met een influenza-achtig ziektebeeld: 32 per 10 000 inwoners. In de daarop volgende weken nam de influenza-activiteit snel af, en was in de eerste volle week van februari, zoals de Nieuwsbrief meldt, weer op basis-niveau teruggekeerd (grafiek 2).
in epidemiologisch opzicht geen bewijs is geleverd dat er een verband is tussen de sterftepieken en het optreden van griep, is het dat in statistisch opzicht wèl.
Cijfers over sterfte naar doodsoorzaak zijn nog niet beschikbaar. Het staat daarom niet onomstotelijk vast dat de griepgolf de oorzaak is voor de hoge aantallen sterfgevallen in januari. Bij beschouwing van de winterse sterftepieken gedurende het afgelopen decennium blijkt evenwel dat deze steevast samengaan met een griepgolf, soms in combinatie een koudeperiode. Hoewel hiermee
De oversterfte betreft vooral ouderen. In vergelijking met recente januarimaanden waarin geen sprake is van een sterftepiek (1994, 1995 en 1998), was het aantal overledenen in januari 2000 onder vrouwen van 90 jaar en ouder ruim de helft hoger. Voor mannen van die leeftijd was het aantal overledenen ruim 40% hoger (grafiek 3). In de leeftijdscategorie 80–89 jaar was het aantal sterfge-
Mndstat bevolking 2000/04
0
45
46 47
48 49 1999
50 51 52
1
2
3
4 5 6 7 2000 weeknummer
Bron / Source: Nieuwsbrief Influenza-surveillance.
9
Ruim 2000 extra overledenen in januari 2000 3. Oversterfte per geslacht en leeftijd, januari 2000 ten opzichte van gemiddeld januari 1994, 1995 en 1998 Excess mortality by sex and age, January 2000 compared to the average of January 1994, 1995 and 1998 60
Literatuur Alders, M.P.C., 2000, Bevolkingsprognose 1999–2005. Maandstatistiek van de bevolking januari 2000, blz. 26–28.
%
CBS 1994, Bevolkingsgroei in 1993 aanzienlijk lager dan verwacht. Maandstatistiek van de bevolking april 1994, blz. 5.
50
CBS, 1995, Lage sterfte in de winter van 1994/1995. Maandstatistiek van de bevolking mei 1995, blz. 5.
40
CBS, 1997a, Meer overledenen in koude winter. Maandstatistiek van de bevolking mei 1997, blz. 5.
30 20
CBS, 1997b, Hoge sterfte in warme augustusmaand. Maandstatistiek van de bevolking november 1997, blz. 5.
10
CBS, 1999, Winter 1998/1999: Hoge sterfte door griep. Maandstatistiek van de bevolking mei 1999, blz. 7.
0 –10
0–39 40–59 60–79 80–89 90+ mannen / males
0–39 40–59 60–79 80–89 90+ vrouwen / females
vallen een derde hoger dan verwacht, in de categorie 60–79 jaar 15 procent (mannen) resp. 20 procent (vrouwen) hoger. Opmerkelijk is voorts dat ook in de leeftijdscategorie 40–59 jaar het sterftecijfer duidelijk verhoogd is. In de andere sterftepieken in de jaren negentig is dit niet altijd voorgekomen.
2.
Sterftepieken in de twintigste eeuw
Het aantal van 15 duizend overledenen dat werd geregistreerd over januari 2000, is bij lange na niet het grootste aantal overledenen dat ooit over één maand in Nederland is geregistreerd. In november 1918 stierven 26 duizend mensen, het grootste maandelijkse sterftecijfer in de 20e eeuw. De Spaanse Griep eiste toen duizenden levens. Deze griep was door Amerikaanse soldaten, die in Frankrijk aan het front vochten, meegenomen naar Europa. Gedurende de eerste vier maanden van 1945, die tevens de laatste maanden van de Duitse bezetting vormden, was als gevolg van de honger en de bittere kou het aantal overledenen extreem hoog. In ieder van die maanden stierven ruim 17 duizend mensen, in maart zelfs meer dan 20 duizend. In mei van dat jaar kwamen ruim 15 duizend mensen te overlijden. Het aantal sterfgevallen was al in september 1944 gaan toenemen. In de laatste vier maanden van dat jaar was het aantal overledenen ruim 70 procent hoger dan in de jaren vóór en na de bezetting. In maart en april 1945 liep dit percentage op tot bijna 170 procent. Buiten de genoemde maanden was het aantal sterfgevallen in geen enkele maand in de twintigste eeuw zo hoog als in januari 2000. Dat neemt niet weg dat zich met enige regelmaat grote uitschieters in het maandelijkse sterftecijfer voordeden, vooral als de toenmalige bevolkingsomvang daarbij in ogenschouw wordt genomen. Om een voorbeeld te geven, in januari 1922 overleden 12,5 duizend personen, op een toenmalige bevolking van 7 miljoen. Worden die aantallen vergeleken met de 15 duizend overledenen in januari 2000, op een bevolking van 15,9 miljoen, dan blijkt dat het brutocijfer in januari 1922 bijna twee keer zo hoog was als in de afgelopen januarimaand. Ook telde de toenmalige bevolking verhoudingsgewijs minder mensen van 65 jaar of ouder. In de literatuurlijst is een volledig overzicht opgenomen van alle artikelen die de afgelopen tien jaar over de in de jaren negentig opgetreden sterftepieken zijn verschenen in de Maandstatistiek van de bevolking.
10
Kempkens, drs.L. De griepvaccinatie van risicogroepen in Nederland. Maandbericht gezondheid januari 1996, blz. 4–9. Nieuwsbrief Influenza-surveillance, een uitgave van het Nationaal Influenza Centrum (NIC); Rotterdam (EUR), Bilthoven (RIVM); Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL); Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Internet websites www.eur.nl/fgg/viro/html/influenza.htm en www.nivel.nl/project/proj.htm. Peerenboom, R.J.M., C.G. v.d. Wulp, W. Davidse, 1993, Griepvaccinatie in Nederland. Maandbericht gezondheid juli 1993, blz. 5–12. Prins, C.J.M., 1990, Hoge sterfte rond jaarwisseling door griep. Maandstatistiek van de bevolking mei 1990, blz. 8–9. Prins, C.J.M., 1991, Grote fluctuaties in maandelijkse aantallen overledenen in 1990. Maandstatistiek van de bevolking mei 1991, blz. 8–9. Prins, C.J.M., 1993, Sterftepiek in maart en april van dit jaar. Maandstatistiek van de bevolking september 1993, blz. 6–9. Prins, C.J.M., 1996, Hoge sterfte in winter 1995/1996. Maandstatistiek van de bevolking juni 1996, blz. 7–10. Prins, C.J.M., 1998, Veel sterfgevallen in maart en april 1998. Maandstatistiek van de bevolking augustus 1998, blz. 8–9.
Summary In January 2000 the number of deaths was over 2 thousand higher than expected. The expected number in this month was calculated on the basis of the national population forecasts and the seasonal pattern for mortality. After Christmas 1999 the daily number of deaths was significantly higher than the expected number (graph 1). On 6 January the highest number was registered: 544. This number was 30 percent higher than expected. In the first days of February the daily number of deaths went back to normal. The number of excess deaths was relatively high among the very old. The death rate of people aged 90 or over was about 50% higher than in the last three months of January (in 1994, 1995 and 1998) where no excess deaths were measured. Among the persons aged 80–89 years excess mortality went up to about 33 percent.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Zelfdoding in Nederland Suicide in the Netherlands J. Hoogenboezem en W.C. van den Berg
In 1998 vonden in Nederland 1 519 zelfdodingen plaats. Dit aantal is al tien jaar nagenoeg constant. Onder late twintigers en dertigers is zelfdoding bij zowel mannen als vrouwen de belangrijkste doodsoorzaak. Ongeveer tweederde van het aantal zelfdodingen wordt gepleegd door mannen. In 1998 was het aantal zelfdodingen bijna anderhalf maal zo groot als het aantal verkeersdoden. Het aantal zelfdodingen varieert met de seizoenen en vertoont een piek in de lente en vroege zomer. Het laagste aantal zelfdodingen wordt waargenomen in de maand december.
1.
Inleiding
In 1998 vonden in Nederland 4 914 personen een niet-natuurlijke dood (o.a. ongevallen, zelfdoding en moord). Mannen maakten hiervan met 2 889 sterfgevallen het merendeel (59%) uit. Onder hen is zelfdoding (1 002 overledenen in 1998) de belangrijkste niet-natuurlijke doodsoorzaak, verantwoordelijk voor 35% van het totaal aantal niet-natuurlijke doden. Bij vrouwen is de accidentele val de belangrijkste oorzaak van niet-natuurlijke dood (964 overledenen in 1998), gevolgd door zelfdoding (517). Van alle niet-natuurlijke doden sterft één op de vier door zelfdoding. Het jaarlijks aantal zelfdodingen is in de afgelopen halve eeuw aanvankelijk geleidelijk toegenomen, van ongeveer 560 in 1950 tot een maximum van rond 1 800 in 1984. Ook in relatief opzicht was in deze periode sprake van een toename, van ruim 5 tot ruim 12 zelfdodingen per 100 duizend inwoners. Na een lichte daling in het midden van de jaren tachtig is dit aantal al ongeveer tien jaar redelijk stabiel, met jaarlijks tussen de 1 500 en 1 600 slachtoffers (staat 1). Aangezien het aantal inwoners van Nederland is toegenomen, is het aantal zelfdodingen per 100 duizend inwoners licht gedaald, tot iets minder dan 10 per 100 duizend in 1998. Elf op elke duizend sterfgevallen zijn het gevolg van zelfdoding. Voor mannen is dit cijfer aanmerkelijk hoger dan voor vrouwen, met resp. 14,7 en 7,5 per duizend sterfgevallen. In 1998 was het aantal zelfdodingen bijna anderhalf keer zo groot als het aantal verkeersdoden. Tot 1984 was het aantal verkeersslachtoffers nog hoger dan het aantal zelfdodingen, maar door de
constante daling van het aantal verkeersdoden en de toename van het aantal zelfdodingen in het begin van de jaren tachtig is het aandeel van zelfdodingen in de totale sterfte dat van verkeersdoden inmiddels voorbijgestreefd (staat 2).
2.
Leeftijd
In 1998 was de gemiddelde leeftijd op het moment van zelfdoding 47 jaar. De gemiddelde leeftijd bij zelfdoding is onder vrouwen (50 jaar) hoger dan onder mannen (45 jaar). Het aandeel van zelfdoding in de totale sterfte varieert sterk met de leeftijd. Onder jongeren is de sterfte relatief laag, mede waardoor het aandeel van zelfdoding in hun totale sterfte groter is dan bij ouderen. Tussen 10 en 25 jaar is een verkeersongeval de belangrijkste doodsoorzaak en neemt zelfdoding de tweede plaats in. In de leeftijd van 25 tot 40 jaar is zelfdoding de belangrijkste doodsoorzaak. In deze leeftijdsgroep wordt bijna één op de vijf sterfgevallen veroorzaakt door zelfdoding. Vanaf 40 jaar krijgen de natuurlijke doodsoorzaken de overhand en neemt bij toenemende leeftijd het aandeel van zelfdoding steeds verder af (staat 3). Hiermee is niet gezegd dat zelfdoding bij uitstek een jongerenprobleem is. Het betekent slechts dat jongeren, die immers een kleinere kans hebben om aan een ziekte te overlijden dan ouderen, relatief vaker overlijden aan niet-natuurlijke doodsoorzaken, zoals verkeersongevallen en zelfdoding. In verhouding met de omvang van de bevolking komt zelfdoding meer voor bij ouderen dan bij jongeren. Door de grote kans op overlijden door andere doodsoorzaken is echter bij ouderen het aandeel van zelfdoding in de totale sterfte geringer.
3.
Wijze van zelfdoding
In Nederland overlijden bijna twee keer zoveel mannen als vrouwen aan zelfdoding. Bijna de helft van de mannen die door zelfdoding sterven, doet dit door ophanging, tegen een derde van de vrouwen (grafiek 1). Veel minder mannen sterven door het innemen van medicijnen (14%), het springen voor een trein (11%), het springen van grote hoogte (7%) of verdrinking (7%).
Staat 1 Aantal zelfdodingen naar geslacht Suicides by sex Mannen
Vrouwen
Totaal
Absoluut Absolute 1950 1960 1970 1980 1985 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998
372 468 647 901 1 048 909 1 033 1 041 1 020 1 084 1 000 1 043 1 042 1 002
Mndstat bevolking 2000/04
Males
Females
Total
Per 1 000 sterfgevallen Per 1,000 deaths 186 294 402 529 590 541 578 546 535 500 511 534 528 517
558 762 1 049 1 430 1 638 1 450 1 611 1 587 1 555 1 584 1 511 1 577 1 570 1 519
9,5 9,9 10,6 14,2 15,9 13,6 15,5 15,7 14,6 16,2 14,7 15,1 15,5 14,7
5,1 7,3 8,3 10,4 10,4 8,7 9,1 8,6 7,9 7,5 7,6 7,8 7,7 7,5
Mannen
Vrouwen
Totaal
Per 100 000 van de bevolking Per 100,000 of the population 7,3 8,7 9,6 12,5 13,3 11,3 12,4 12,2 11,3 11,9 11,1 11,5 11,6 11,0
7,4 8,2 9,9 12,8 14,6 12,3 13,9 13,9 13,5 14,3 13,1 13,6 13,5 12,9
3,7 5,1 6,2 7,4 8,1 7,2 7,6 7,1 6,9 6,4 6,5 6,8 6,7 6,5
5,5 6,6 8,0 10,1 11,3 9,7 10,7 10,5 10,2 10,3 9,8 10,2 10,1 9,7
11
Zelfdoding in Nederland Staat 2 Zelfdodingen en verkeersdoden naar leeftijd en geslacht, in procenten van de totale sterfte per leeftijdsgroep Suicides and traffic deaths by age and sex, as a percentage of the total mortality in each age group 10–19
20–24
25–29
30–34
35–39
40–44
45–49
50–64
65–74
75+
Totaal
Zelfdodingen / Suicides Mannen
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
4,9 7,2 8,6 10,7
12,5 17,4 17,8 19,0
20,1 20,9 18,5 22,2
17,3 19,0 19,3 20,2
11,9 12,8 14,2 16,1
8,2 7,8 9,3 9,3
5,4 5,2 5,3 5,9
1,9 1,8 1,8 1,9
0,7 0,6 0,6 0,5
0,4 0,3 0,3 0,3
1,5 1,5 1,5 1,5
Vrouwen
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
4,5 4,7 5,7 7,5
16,4 15,8 17,3 17,2
21,5 20,8 16,5 16,4
16,9 16,7 14,9 14,6
10,4 11,3 11,2 9,4
8,2 7,6 7,4 7,0
5,7 6,0 4,3 4,2
2,7 2,4 2,0 1,9
1,0 0,8 0,6 0,6
0,2 0,2 0,2 0,1
1,2 1,0 0,8 0,8
Totaal
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
4,7 6,4 7,5 9,6
13,6 16,9 17,7 18,5
20,6 20,9 17,9 20,2
17,1 18,1 17,7 18,2
11,4 12,2 13,0 13,4
8,2 7,7 8,5 8,4
5,5 5,5 4,9 5,2
2,2 2,0 1,9 1,9
0,8 0,7 0,6 0,5
0,3 0,2 0,2 0,2
1,4 1,3 1,2 1,1
Verkeersdoden / Traffic deaths Males
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
41,7 36,6 34,4 34,0
37,5 33,2 32,2 31,7
19,6 19,1 20,2 21,4
13,5 11,2 10,8 12,9
9,6 8,1 6,0 7,1
6,5 5,2 4,7 4,4
3,3 3,3 2,7 2,4
1,3 1,1 1,0 1,0
0,7 0,5 0,5 0,4
0,5 0,4 0,4 0,3
1,9 1,5 1,3 1,2
Females
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
31,7 31,3 27,2 29,4
21,9 21,1 19,0 18,2
9,5 8,2 11,0 9,9
5,9 6,2 5,2 5,5
5,4 4,0 2,9 2,4
2,7 3,0 2,1 2,2
1,7 2,3 1,3 1,3
1,4 1,0 0,9 0,8
0,9 0,6 0,6 0,5
0,2 0,2 0,1 0,1
0,9 0,7 0,5 0,5
Total
1980–1984 1985–1989 1990–1994 1995–1998
38,4 34,8 31,8 32,5
33,1 29,7 28,5 27,8
16,4 15,5 17,2 17,4
10,7 9,3 8,8 10,3
8,0 6,5 4,8 5,2
5,0 4,3 3,7 3,5
2,7 3,0 2,1 2,0
1,3 1,1 0,9 0,9
0,8 0,6 0,5 0,4
0,3 0,3 0,2 0,2
1,5 1,1 1,0 0,8
Staat 3 Zelfdoding naar leeftijd en geslacht, 1998 Suicide by age and sex, 1998 Leeftijd Age
Mannen
Vrouwen
Totaal
absoluut / absolute 10-19 20-24 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 65-69 70-74 75+ Totaal / Total
Females
Total
% per leeftijdsklasse / % per age group
36 59 101 125 110 87 90 88 68 57 46 34 101
13 11 31 47 42 52 62 55 49 27 32 31 65
49 70 132 172 152 139 152 143 117 84 78 65 166
11,5 17,3 22,9 23,5 17,1 8,1 5,4 3,3 2,1 1,1 0,6 0,3 0,3
8,8 9,6 15,0 16,2 8,9 6,5 5,2 3,1 2,5 1,0 0,8 0,5 0,1
10,6 15,4 20,3 20,9 13,7 7,4 5,3 3,2 2,3 1,1 0,7 0,4 0,2
1 002
517
1 519
1,5
0,8
1,1
Het innemen van medicijnen komt naar verhouding bijna twee keer zo vaak voor bij vrouwen (een kwart van het totaal) als bij mannen. Ook zichzelf verdrinken (4%) en het springen van grote hoogte (11%) komen relatief vaker voor bij vrouwen. Daarentegen kiezen vrouwen veel minder vaak voor het gebruik van een vuurwapen, gas of een scherp voorwerp. Het springen voor een trein wordt door mannen en vrouwen relatief even vaak als methode gebruikt. Ophanging is in iedere leeftijdsgroep de meest toegepaste wijze van zelfdoding (grafieken 2a en 2b). Het springen voor een trein is bij jongeren na ophanging de meest gebruikte methode, maar bij ouderen zeldzaam. Jongeren hanteren deze methode in één op de vijf gevallen, tegen slechts één op de dertig keer in de hoogste leeftijdscategorie. Ook het zichzelf doden met behulp van een vuurwapen komt steeds minder voor met het stijgen van de leef-
12
Males
tijd. Bij verdrinken is het omgekeerde het geval. De voorkeur voor verdrinking stijgt met de leeftijd: bij jongeren komt het bijna niet voor, maar bij ouderen vanaf 70 jaar is verdrinking, na ophanging, de meest gekozen methode (één op de vier keer).
4.
Seizoenspatroon
Om na te gaan of het aantal zelfdodingen varieert met de seizoenen zijn de maanden van het jaar omgerekend naar standaardmaanden van 30 dagen. In deze berekening zijn de schrikkeljaren betrokken. In de maanden maart tot en met juni ligt het aantal suïcides aanmerkelijk hoger dan in de andere maanden, met het hoogtepunt in maart (grafiek 3). Het laagste aantal zelfdodingen vindt plaats in december. Ook in de herfstmaanden zijn de aantallen relatief
Centraal Bureau voor de Statistiek
Zelfdoding in Nederland 3. Zelfdodingen naar maand van overlijden, 1990–1998 Suicide by month of death, 1990–1998
1. Zelfdoding naar pleegwijze en geslacht, 1996–1998 Suicide by method and sex, 1996–1998 50
%
110
40
105
30
100
20
95
10
0
90
opmedihanging / cijnen / hanging drugs
vervoor drinking / trein / drowning before train
mannen / males
van vuurhoogte / wapen / from firearm height
overig / other
80
vrouwen / females
jan.
2a. Zelfdoding naar pleegwijze en leeftijd, 1996/1998, mannen Suicide by method and age, 1996/1998, males 100
85
%
feb. mrt. april mei juni
juli
aug. sept. okt. nov. dec.
laag. Dit patroon is door de jaren heen zichtbaar. Deze bevindingen staan haaks op de oude volkswijsheid die stelt dat zelfdoding vooral plaatsvindt wanneer de blaadjes van de bomen vallen. Vooral bij mannen is er duidelijk sprake van seizoensvariatie. Over de periode 1980–1998 zijn voor maart circa 10% méér en voor december circa 10% minder zelfdodingen geregistreerd dan het jaarlijkse gemiddelde. Bij vrouwen is ook een seizoensvariatie waar te nemen, maar deze is minder uitgesproken dan bij mannen.
80
60
40
overig
5.
vuurwapen
Naast leeftijd hangt ook het al dan niet gehuwd zijn samen met de frequentie van zelfdoding (grafieken 4a en 4b). Het aantal zelfdodingen is relatief het hoogst onder weduwnaren en gescheiden mannen. Ook gescheiden vrouwen laten een bovengemiddelde frequentie zien. De groep mensen die nooit zijn gehuwd vormt de grootste afzonderlijke categorie, met 600 van de in totaal ruim 1 500 zelfdodingen in 1998. Binnen deze groep plegen drie keer zoveel mannen als vrouwen zelfdoding.
van hoogte voor trein 20
verdrinking medicijnen
0
ophanging 0– 19
20– 30– 40– 50– 60– 70– 80+ totaal / 29 39 49 59 69 79 total
2b. Zelfdoding naar pleegwijze en leeftijd, 1996/1998, vrouwen Suicide by method and age, 1996/1998, females 100
%
Burgerlijke staat
4a. Zelfdoding naar burgerlijke staat en geslacht, 1998 Suicide by marital status and sex, 1998 500
absoluut / absolute
400
80
300 60
other
200
firearm
40
from height
100
before train 20
drowning drugs
0
hanging 0– 19
20– 30– 40– 50– 60– 70– 80+ totaal / 29 39 49 59 69 79 total
Mndstat bevolking 2000/04
0
ongehuwd / never married
mannen
gehuwd / married
gescheiden / divorced
verweduwd / widowed
vrouwen
13
Zelfdoding in Nederland 4b. Zelfdoding naar burgerlijke staat en geslacht, 1998 Suicide by marital status and sex, 1998
60
plegen vrouwen tweemaal zo vaak zelfdoding in een psychiatrische inrichting als mannen met respectievelijk 5% en 2,5% van het totaal aantal zelfdodingen per geslacht. Van alle zelfdodingen die in een psychiatrische inrichting plaatsvinden is 52% vrouw. Eén op de tien zelfdodingen vindt plaats bij of op een spoorbaan en ruim 6% in open water.
per 100 000 van de betreffende bevolking van ³15 jaar
50
Grote steden met meer dan 100 duizend inwoners kennen een relatief hoog zelfdodingscijfer. Over de periode 1990–1998 lag dit cijfer 20% boven het landelijk gemiddelde. Amsterdam en Eindhoven lieten de hoogste cijfers zien (50% boven het landelijk gemiddelde). Daarna komen Den Haag, Nijmegen, Amersfoort en Haarlem. Voor de gemeenten Almere en Haarlemmermeer geldt een relatief laag zelfdodingscijfer (staat 6).
40
30
20
10
7. 0
ongehuwd / never married
gehuwd / married
males
gescheiden / divorced
verweduwd / widowed
females
Door de jaren heen is het aantal zelfdodingen onder weduwen iets groter dan onder weduwnaars. Omdat er echter veel meer weduwen dan weduwnaars zijn, is voor de mannen het aantal zelfdodingen per 100 duizend weduwnaars veel hoger dan het overeenkomstige cijfer voor vrouwen. In de groep ‘verweduwd’ plegen 52 van de 100 duizend mannen zelfdoding, tegen 12 van de 100 duizend vrouwen. Ook onder gescheiden personen is het aantal zelfdodingen relatief hoog. Van de gescheiden mannen beroven jaarlijks 50 van de 100 duizend zich van het leven, van de gescheiden vrouwen 25. Zowel bij de mannen als bij de vrouwen is onder gehuwden het aantal zelfdodingen per 100 duizend ongeveer de helft van het gemiddelde.
8.
Zelfmoordpogingen
Er bestaat een opmerkelijk verschil tussen mannen en vrouwen in de verhouding van niet-geslaagde en geslaagde pogingen tot zelfdoding. Zelfmoordpogingen die leiden tot ziekenhuisopname worden geregistreerd bij Prismant (ontstaan uit de fusie van de SIG (Stichting informatie gezondheidszorg) en het NZi (Nationaal Ziekenhuisinstituut)). In 1998 deden bijna twee keer zoveel vrouwen als mannen een (niet voltooide) poging tot zelfdoding (6 029 tegen 3 205). Dit staat in schril contrast met het aantal geslaagde pogingen, dat juist bij mannen twee keer zo hoog is. Uit eerder onderzoek is tevens gebleken dat het percentage geslaagde pogingen aanzienlijk stijgt met het klimmen der jaren. In de leeftijdsgroep tussen 15 en 20 jaar wordt zeventien keer zo vaak een niet-geslaagde poging tot zelfdoding gedaan als een die wel slaagt. Bij personen boven de 65 jaar slaagt één op de drie pogingen. Deze cijfers lijken te bevestigen dat een niet-geslaagde zelfmoordpoging vooral een noodkreet aan de omgeving is. Op hogere leeftijd zou deze signaalfunctie minder belangrijk worden en zou de opzet het leven daadwerkelijk te beëindigen voorop staan. Ook lijken aanzienlijk meer vrouwen dan mannen een signaal aan de omgeving te willen geven.
Van het aantal zelfdodingen onder gescheiden mensen vindt zowel bij mannen als bij vrouwen 12% plaats binnen het eerste jaar na scheiding (staat 4). In de periode tussen één jaar en drie jaar na scheiding plegen relatief meer mannen (18% van de gevallen in deze groep) zelfdoding dan vrouwen (11%). Van alle zelfdodingen onder gescheiden mannen vindt 40% plaats binnen vijf jaar na scheiding, bij vrouwen ligt dit percentage iets lager (33%). Binnen de groepen ‘gehuwd’ en ‘gescheiden’ vindt bijna 70% van de zelfdodingen plaats bij mensen zonder kinderen onder de 21 jaar (staat 5). Vooral in de groep ‘gescheiden’ ligt dit percentage bij vrouwen hoger (ruim 15 procentpunten) dan bij mannen.
6.
Positie van Nederland in Europa
Nederland behoort in Europa tot de landen met een relatief laag aantal zelfdodingen. Uit gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en Eurostat blijkt dat Nederland van 25 ondere zochte Europese landen een bescheiden 19 positie inneemt (staat 7). Rusland is in Europa koploper, gevolgd door Hongarije en Finland. Opvallend is dat het cijfer per 100 duizend inwoners in België bijna twee keer zo hoog is als in Nederland. Ook in alle Scandinavische landen is de sterfte door zelfdoding relatief hoger. De Zuid-Europese landen (Griekenland, Italië, Spanje en Portugal), Engeland en Wales en Noord-Ierland hebben de laagste zelfdodingscijfers. Vergeleken met Nederland is het cijfer per 100 duizend inwoners in Griekenland bijna drie keer zo laag.
Plaats van zelfdoding
Zowel bij mannen als bij vrouwen vindt de helft van alle zelfdodingen plaats in de woning van het slachtoffer. Naar verhouding
Staat 4 Zelfdoding onder gescheiden mensen naar duur van de scheiding en geslacht, 1996–1998 Suicide among divorced persons by duration of divorce and sex, 1996–1998 Mannen / Males abs. Scheiding / Divorce: <1 jaar 1–<3 years 3–<5 jaar ≥5 years
64 95 48 312
Totaal / Total
519
w.v. met kinderen <21 jaar / of whom with children <21 years
196
14
Vrouwen / Females %
12,3 18,3 9,2 60,1 100 37,8
abs.
39 37 35 225 336 75
Totaal / Total %
11,6 11,0 10,4 67,0 100 22,3
abs.
103 132 83 537 855 271
%
12,0 15,4 9,7 62,8 100 31,7
Centraal Bureau voor de Statistiek
Zelfdoding in Nederland Staat 5 Zefdoding naar burgerlijke staat en achtergebleven kinderen jonger dan 21 jaar, 1996–1998 Suicide by marital status and children left behind below age 21, 1996–1998 Mannen
Vrouwen
Totaal
Males
absoluut / absolute
Females
Total
%
Nooit gehuwden / Never married geen kinderen 1 kind 2 kinderen 3 of meer kinderen
1 256 42 9 2
438 31 8 3
1 694 73 17 5
96,0 3,2 0,7 0,2
91,3 6,5 1,7 0,6
94,7 4,1 1,0 0,3
Totaal
1 309
480
1 789
100,0
100,0
100,0
673 129 158 53
369 65 48 19
1 042 194 206 72
66,4 12,7 15,6 5,2
73,7 13,0 9,6 3,8
68,8 12,8 13,6 4,8
1 013
501
1 514
100,0
100,0
100,0
Gescheiden / Divorced geen kinderen 1 kind 2 kinderen 3 of meer kinderen
323 90 76 30
261 38 31 6
584 128 107 36
62,2 17,3 14,6 5,8
77,7 11,3 9,2 1,8
68,3 15,0 12,5 4,2
Totaal
519
336
855
100,0
100,0
100,0
Verweduwd / Widowed geen kinderen 1 kind 2 kinderen 3 of meer kinderen
241 2 – 3
256 3 3 –
497 5 3 3
98,0 0,8 – 1,2
97,7 1,1 1,1 –
97,8 1,0 0,6 0,6
Totaal
246
262
508
100,0
100,0
100,0
Totaal / Total geen kinderen 1 kind 2 kinderen 3 of meer kinderen
2 493 263 243 88
1 324 137 90 28
3 817 400 333 116
80,8 8,5 7,9 2,9
83,9 8,7 5,7 1,8
81,8 8,6 7,1 2,5
Totaal
3 087
1 579
4 666
100,0
100,0
100,0
Gehuwd / Married no children 1 child 2 children 3 or more children Total
Staat 6 Zelfdoding per gemeente met 100 000 of meer inwoners naar geslacht, 1990–1998 Suicide per municipality with 100,000 or more inhabitants by age, 1990–1998 Mannen
Vrouwen
Totaal
Absoluut Absolute Nederland / The Netherlands Amsterdam Eindhoven ‘s-Gravenhage / The Hague Nijmegen Amersfoort Haarlem Groningen Arnhem Utrecht ‘s-Hertogenbosch Breda Leiden Zwolle Rotterdam Tilburg Maastricht Dordrecht Ede Zaanstad Enschede Apeldoorn Zoetermeer Emmen Almere Haarlemmermeer 1) 1)
Males
Females
Total
Per 100 000 van de bevolking Per 100,000 population
Mannen
Vrouwen
Gestandaardiseerd Standerdized 1)
Totaal
1)
9 174
4 790
13 964
13,4
6,9
10,1
1
1
1
659 172 356 122 83 111 130 90 156 70 99 87 56 411 116 78 84 56 68 77 77 37 39 35 41
353 98 202 61 44 69 69 63 107 43 41 32 42 202 51 41 25 32 51 48 42 37 32 25 20
1 012 270 558 183 127 180 199 153 263 113 140 119 98 613 167 119 109 88 119 125 119 74 71 60 61
20,9 19,5 18,4 19,3 17,4 17,2 17,5 15,5 15,6 15,2 17,0 17,5 13,1 15,8 15,7 15,3 16,8 13,0 11,5 11,5 11,7 8,1 9,2 7,9 8,8
10,8 11,1 9,8 8,8 8,6 9,9 8,8 10,1 9,7 8,9 6,6 6,0 9,1 7,4 6,7 7,4 4,8 7,1 8,5 7,3 6,1 7,8 7,4 5,6 4,3
15,7 15,3 14,0 13,8 12,8 13,4 13,1 12,7 12,5 12,0 11,6 11,6 11,0 11,5 11,1 11,2 10,7 10,0 10,0 9,4 8,8 8,0 8,3 6,8 6,6
1,5 1,4 1,3 1,4 1,3 1,2 1,2 1,1 1,1 1,1 1,2 1,3 1,0 1,1 1,1 1,1 1,2 1,0 0,9 0,8 0,9 0,6 0,7 0,6 0,7
1,5 1,6 1,4 1,2 1,3 1,4 1,3 1,4 1,4 1,3 0,9 0,9 1,4 1,0 1,0 1,0 0,7 1,1 1,2 1,1 0,9 1,3 1,1 1,0 0,6
1,5) 1,5) 1,3) 1,3) 1,3) 1,3) 1,2) 1,2) 1,2) 1,2) 1,1) 1,1) 1,1) 1,1) 1,1) 1,1) 1,1) 1,0) 1,0) 0,9) 0,9) 0,9) 0,8) 0,8) 0,7)
Direct gestandaardiseerd (CMF), waarbij de leeftijdsopbouw van Nederland over 1990–1998 als standaard is gebruikt. Direct standardization. Standard: age composition of the Netherlands in the period 1990–1998.
Mndstat bevolking 2000/04
15
Zelfdoding in Nederland Staat 7 Zelfdoding per 100 000 inwoners in verschillende landen Suicide per 100,000 inhabitants in selected countries 1980–1984
1985–1989
1995
Rusland Hongarije Finland Oostenrijk België Frankrijk Zwitserland Tsjechië Denemarken IJsland Duitsland Luxemburg Zweden Polen Noorwegen Roemenië Schotland Ierland Nederland Portugal Spanje Italië Noord-Ierland Engeland + Wales Griekenland
. 45,0 29,5 26,5 22,3 20,6 24,3 19,7 29,5 13,3 20,8 18,4 18,8 13,0 13,8 . 10,2 7,3 11,1 8,7 5,5 7,3 6,0 8,7 3,5
. 42,2 25,8 24,8 20,2 20,8 21,8 18,8 25,8 14,6 16,5 16,4 17,5 13,4 15,1 . 10,7 8,5 10,6 8,7 7,1 7,3 7,8 7,9 3,7
41,5 32,9 27,2 22,2 21,3 20,4 18,8 18,6 17,4 16,5 15,8 15,4 15,3 14,3 12,6 12,3 12,1 11,3 9,8 8,2 8,1 7,9 7,4 6,9 3,5
Russia Hungary Finland Austria Belgium France Switzerland Czech Republic Denmark Iceland Germany Luxembourg Sweden Poland Norway Romania Scotland Ireland The Netherlands Portugal Spain Italy Northern Ireland England + Wales Greece
Japan Canada Australië VS
18,5 14,3 11,6 12,2
18,9 13,5 12,8 12,4
16,6 13,4 12,8 12,0
Japan Canada Australia USA
Bron / Source:
World Health Statistics Annual; 1996.
Technische toelichting De doodsoorzakenstatistiek komt tot stand via integrale waarneming van alle personen die, op het tijdstip van overlijden, in de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) zijn ingeschreven, dat wil zeggen die formeel deel uit maken van de in Nederland woonachtige bevolking. Op grond van de Wet op de lijkbezorging wordt van ieder sterfgeval, naast de afgifte van de verklaring van overlijden, ten behoeve van de statistiek een opgave gedaan van de doodsoorzaak. Deze verklaring wordt in een gesloten enveloppe overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand, die deze opgave voorziet van het nummer van de overlijdensakte. Daarna wordt deze verklaring gezonden aan de medisch ambtenaar van het CBS. Deze verklaringen worden vergeleken met de gegevens van de GBA. Het CBS neemt alleen personen in de doodsoorzakenstatistiek op als zij door de GBA als overleden zijn gemeld. Personen van wie alleen een akte van overlijden is afgegeven worden niet in deze statistiek opgenomen (bij voorbeeld mensen die tijdelijk of illegaal in Nederland verblijven). Bij een sterfgeval geeft de behandelend arts alleen de verklaring af als hij/zij overtuigd is dat de dood een natuurlijke oorzaak heeft. Zo niet, dan wordt de gemeentelijke lijkschouwer in kennis gesteld. Deze kan alsnog een doodsoorzaakverklaring van (natuurlijk) overlijden afgeven. Als ook de lijkschouwer van mening is dat er sprake is van een niet-natuurlijke dood, wordt de Officier van Justitie ingelicht. Deze laat vervolgens onderzoek verrichten door de politie. Na kennisneming van het proces-verbaal van de politie en het verslag van de lijkschouwer zal de Officier van Justitie beslissen of een gerechtelijke sectie noodzakelijk is. De gegevens van de statistiek van de niet-natuurlijke dood worden ontleend aan de processen-verbaal op de parketten van de Officieren van Justitie. Aan de hand van de daar aanwezige dossiers wordt een vragenlijst ingevuld ten behoeve van de statistiek.
16
Niet-natuurlijke dood is veroorzaakt door van buitenaf komend onheil, zoals een misdrijf (moord/doodslag), een ongeval of zelfdoding. Er is sprake van zelfdoding als het slachtoffer zelf een handeling heeft verricht met als uitdrukkelijk doel zich van het leven te beroven. Een overdosis aan drugs en dergelijke wordt niet als zelfdoding maar als privé-ongeval aangemerkt, tenzij uit de omstandigheden (bijvoorbeeld een afscheidsbrief) kan worden afgeleid dat er sprake is van zelfdoding. De gegevens betreffende zelfdoding die in dit artikel worden verstrekt zijn tot stand gekomen na onderlinge afstemming tussen de gegevens ontvangen van medici (doodsoorzakenstatistiek) en van rechtbanken (statistiek van de niet-natuurlijke dood).
Summary
In the Netherlands 1 519 persons committed suicide in 1998. This figure has varied little throughout the past decade. Comparatively more men than women committed suicide. Irrespective of sex, however, suicide is the principal cause of death for Dutch people in their late twenties and thirties. Eleven in every thousand people die as a result of suicide. Considerably more men than women commit suicide, 14.7 and 7.5 per thousand deaths respectively. In 1998 the number of suicides was almost one and a half times as high as the number of fatal road accidents. Until 1984 road casualties outnumbered suicides, but a continuous decrease in the number of road victims and a simultaneous increase in the number of suicides caused this situation to shift in the early 1980s. The number of suicides varies according to season, culminating in spring and early summer. December shows a remarkably low number of suicides. Voor nadere informatie: Jan Hoogenboezem, tel. (070) 337 52 64; e-mail of
[email protected] Wim van den Berg, tel. (070) 337 52 97; e-mail
[email protected]
Centraal Bureau voor de Statistiek
Werkende moeders Working mothers Liesbeth Steenhof
Steeds meer vrouwen werken. Vooral de arbeidsparticipatie van vrouwen met kinderen is de laatste decennia flink toegenomen. Het aandeel van de vrouwen dat na de geboorte van het eerste kind blijft werken is gestegen van eenderde begin jaren tachtig naar driekwart eind jaren negentig. Mede als gevolg hiervan is het gebruik van kinderopvang sterk toegenomen.
1.
Inleiding
Lange tijd heeft in Nederland de arbeidsparticipatiegraad van (vooral gehuwde) vrouwen erg laag gelegen ten opzichte van andere landen. Als een vrouw trouwde en zeker als ze kinderen kreeg, was het vanzelfsprekend dat ze thuis bleef. De man was de kostwinner en de vrouw de verzorgster. Dit is de laatste decennia onder invloed van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen nogal veranderd (Plantenga, 1997; Pott-Buter, 1994; Boelens, 1998; Imbens, 1993; CBS, 1994). Vrouwen willen nu zelf in hun levensbehoeften voorzien en niet meer financieel afhankelijk zijn. Daarnaast willen ze verder groeien in hun maatschappelijke en eigen ontwikkeling. Ze volgen langer en hoger onderwijs. Het percentage hoog 1) opgeleide vrouwen ligt voor vrouwen geboren in de jaren zeventig veel hoger dan voor vrouwen geboren eind jaren veertig (grafiek 1). Omgekeerd ligt het percentage laag opgeleide vrouwen in de jaren zeventig veel lager dan voor vrouwen die vlak na de Tweede Wereldoorlog geboren zijn. Veel van de hoger opgeleide vrouwen streven na hun studie een carrière na. De ar-
1. Opleidingsniveau naar geboortejaar van de vrouw Level of education by period of birth of the woman 100
%
80
beidsparticipatie van vrouwen in Nederland is dan ook flink gestegen en is vergeleken met andere landen niet meer laag. Op grond van gegevens uit het Onderzoek Gezinsvorming 1998 (OG’98) beschrijft dit artikel veranderingen in de arbeidsparticipatie van vrouwen rondom de geboorte van het eerste en tweede kind. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan de relatie tussen arbeidsparticipatie en opleidingsniveau. De toename van de arbeidsparticipatie heeft zich het eerst voorgedaan bij de hoog opgeleiden. Onderzocht wordt in hoeverre vrouwen met lagere opleidingsniveaus ook een toename laten zien en of de verschillen tussen de opleidingsniveaus nog oplopen of juist kleiner worden.
2.
Arbeidsparticipatie van vrouwen aan het eind van de twintigste eeuw
Een vergelijking van de cijfers van OG’98 met die van OG’88 laat zien dat de stijging van de arbeidsparticipatie van vrouwen die al voor 1988 was begonnen, zich tussen 1988 en 1998 heeft voortgezet (grafiek 2). Werken is gedefinieerd als 1 of meer uur per week betaalde arbeid verrichten. In het Onderzoek Gezinsvorming van 1988 werden vrouwen tot en met 37 jaar geïnterviewd, in 1998 tot en met 52 jaar. Werkte in 1988 nog geen veertig procent van de 18-jarige vrouwen, in 1998 werkte meer dan zestig procent op die leeftijd. Deze toename is voornamelijk veroorzaakt door meer deeltijd werkende vrouwen, zoals hierna zal blijken. De meeste vrouwen volgen rond hun 18de nog een studie. Mede als gevolg van een vermindering van de studiebeurs en een ander bestedingspatroon hebben steeds meer studenten een bijbaan (Hartgers, 1999). Dit zorgt ervoor dat hoewel vrouwen langer een opleiding volgen de arbeidsparticipatie op jongere leeftijd toch is toegenomen. Rond de dertig jaar werkt zo’n driekwart van de vrouwen, in 1988 was dit nog maar de helft. In 1988 is vanaf 25 jaar een dalende tendens te zien in de arbeidsparticipatie die samenhangt met het moeder worden. Veel vrouwen stopten met
2. Werkende vrouwen naar leeftijd Employed women by age
60
90
40
%
80
20
70 1998 60
0
1945–1949
1950–1959 1960–1969 1970–1979 geboortejaar vrouw / year of birth woman
laag / low
middelbaar / medium
hoog / high
50 1988 40 30
1)
Het gaat hier om het hoogst behaalde opleidingsniveau voor vrouwen die voor 1975 geboren zijn. Voor vrouwen die na 1974 geboren zijn, geldt het hoogst gevolgde opleidingsniveau. Een hoog opleidingsniveau staat voor HBO en WO, middelbaar voor bovenbouw HAVO/VWO en MBO, laag voor basisonderwijs, MAVO en onderbouw HAVO/VWO.
Mndstat bevolking 2000/04
20 10 0
18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 leeftijd / age
17
Werkende moeders
werken om hun kind te verzorgen. In 1998 is deze dalende trend veel minder duidelijk en blijven meer vrouwen werken na de geboorte van hun (eerste) kind. De arbeidsparticipatie van vrouwen zonder kinderen is weinig veranderd tussen 1988 en 1998, met uitzondering van de jongste leeftijden (grafiek 3). Van de moeders daarentegen zijn er meer gaan werken. Voor elke leeftijd is de arbeidsparticipatie van moeders bijna verdubbeld. Vooral na de geboorte van het eerste kind zijn veel meer vrouwen door blijven werken. Begin jaren tachtig bleef maar eenderde van de vrouwen doorwerken nadat ze een eerste kind had gekregen, eind jaren negentig was dit al driekwart (grafiek 4). Het percentage vrouwen dat door blijft werken na de geboorte van het tweede kind is vrij constant. Dit percentage is hoog, namelijk zo’n tachtig procent. Blijkbaar maakt het bij de meeste vrouwen niet uit of ze hun werk combineren met één kind of met twee kinderen. In paragraaf 4 wordt nader ingegaan op veranderingen in de arbeidsparticipatie van vrouwen voor en na de geboorte van het eerste en tweede kind.
Arbeidsparticipatie van vrouwen betreft meestal deeltijdarbeid, met uitzondering van vrouwen van halverwege de twintig. In grafiek 5 is de totale arbeidsparticipatie naar leeftijd in 1998 uit grafiek 2 opgedeeld in het aantal uren dat per week gewerkt wordt. Op 18- en 19-jarige leeftijd is het percentage deeltijd werkenden duidelijk hoger dan het percentage voltijd werkenden (30 uur of meer). Dit zijn voornamelijk studenten met een bijbaan. Vanaf zo’n 21 jaar is het aandeel voltijd werkende vrouwen groter dan het aandeel deeltijd werkenden. Het percentage voltijd werkenden stijgt tot ongeveer 26 jaar. Bij vrouwen die ouder zijn dan 26 daalt dit percentage sterk. Boven de 31 jaar zijn er weer meer deeltijd werkende vrouwen dan voltijd werkenden. Behalve bij jong volwassen vrouwen werkt het overgrote deel van de deeltijd werkenden 12 uur of meer. Dit patroon duidt er op dat de meeste vrouwen deeltijd werken tijdens hun studie, na de afronding van hun opleiding voltijd werken en als hun eerste kind geboren wordt weer deeltijd gaan werken.
5. Werkende vrouwen naar leeftijd onderverdeeld in het aantal werkuren per week in 1998 Employed women by age classified by the number of working hours per week in 1998 3. Werkende vrouwen naar leeftijd onderverdeeld in vrouwen met en vrouwen zonder kinderen Employed women by age classifed by women with and without children 100
100
%
%
80
without / zonder kinderen
1998
60
80 1988
40 1998
60
20
40
0 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 leeftijd / age 1 tot 12 uur
1988 met / with children
20
12 to 30 hours 30 uur of meer / 30 hours or more
0 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 leeftijd / age
3.
4. Vrouwen die blijven werken na de geboorte van het eerste of tweede kind naar geboorteperiode van het kind Women who continue working after the birth of their first or second child by period of birth of the child 100
%
80 60 40 20 0
100
1980–1984
1985–1989 1990–1994 1995–1997 geboorteperiode eerste kind / first child
1980–1984
1985–1989 1990–1994 1995–1997 period of birth second child / tweede kind
%
80 60 40 20 0
18
Traditionele versus moderne vrouwen
De toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen hangt samen met de stijging van het opleidingsniveau. Hoog opgeleiden geven een hogere prioriteit aan werken dan lager opgeleiden. In het OG’98 zijn aan vrouwen 6 uitspraken voorgelegd, waarbij hun is gevraagd aan te geven welke het dichtst bij hun eigen opvatting in de buurt komt. De uitspraken lopen uiteen van “alle tijd voor het gezin” tot “werken komt op de eerste plaats” (staat 1). Ongeacht het opleidingsniveau of de geboorteperiode geeft de meerderheid van de vrouwen prioriteit aan het gezin eventueel in combinatie met andere activiteiten of betaald werk. Bij maar weinig vrouwen komt het werk op de eerste plaats. Er zijn wel duidelijke verschillen tussen vrouwen met een laag en hoog opleidingsniveau. Vergeleken met hoger opgeleide vrouwen zijn veel meer lager opgeleiden het eens met de uitspraak “alle tijd voor het gezin”. Eenderde van hen vindt dit, tegen hooguit vijf procent van de hoger opgeleiden. Deze percentages zijn, met uitzondering van de lager opgeleiden, vrij constant voor verschillende geboortegeneraties. Weliswaar is dit percentage bij de lager opgeleiden die in de jaren vijftig zijn geboren lager dan bij jongere generaties, maar dat kan mogelijk worden toegeschreven aan een levensfase-effect. Aangenomen kan worden dat de uitspraken afhangen van de levensfase waarin een vrouw zich bevindt. De oudste generatie lager opgeleiden heeft relatief oudere kinderen die al (bijna) het huis uit zijn. Zij zullen daarom het gezin minder belangrijk vinden dan toen hun kinderen nog klein waren, zoals bij
Centraal Bureau voor de Statistiek
Werkende moeders Staat 1 Houding van vrouwen ten aanzien van werk en gezin (kinderen) naar opleidingsniveau Attitude of women with regard to work and family (children) by level of education Geboorteperiode vrouw Period of birth of the woman
Houding Attitude
Laag Low
Middelbaar Medium
Hoog High
Totaal Total
abs.=100% 1950–1959
alle tijd voor het gezin gezin en andere activiteiten (geen betaald werk) combineren werken als situatie thuis het toelaat beide even belangrijk kind afhankelijk van baan werken komt op de eerste plaats aantal vrouwen
1960–1969
all time for the family combining family with other activities (no payed job) working if home situation permits both of same importance child depends on job working takes first place number of women
1970–1979
alle tijd voor het gezin gezin en andere activiteiten (geen betaald werk) combineren werken als situatie thuis het toelaat beide even belangrijk kind afhankelijk van baan werken komt op de eerste plaats aantal vrouwen
de jongere generaties vrouwen. Maar een toename van het deel vrouwen dat het eens is met de uitspraak “alle tijd voor het gezin” kan ook veroorzaakt worden door een selectie-effect. De jonge generatie laag opgeleiden is anders van samenstelling dan de oudere generatie laag opgeleiden. Doordat in de loop van de tijd het steeds normaler is geworden voor vrouwen om een hogere opleiding te volgen, is de groep laag opgeleiden kleiner geworden en hierdoor selectiever en traditioneler in hun gedrag en opvattingen. Uit staat 1 kan geconcludeerd worden dat bij elke generatie hoger opgeleiden een minder traditionele kijk op werk en kinderen hebben en dat tussen de generaties de houding van hoog en middelbaar opgeleiden van werk en gezin niet sterk veranderen. Bij laag opgeleiden is niet helemaal duidelijk of deze houding verandert of constant blijft. De toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen wordt dus minder veroorzaakt door een verandering van de houding van vrouwen ten opzichte van het werk en het gezin voor de verschillende opleidingsniveaus. De toename van het aandeel vrouwen met een hoger opleidingsniveau heeft wel een stimulerend effect, aangezien hoog opgeleiden een hogere prioriteit aan werk geven dan lager opgeleiden.
4.
Werken en moeder worden
In paragraaf 2 bleek dat de toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen vooral kan worden toegeschreven aan een stijging van de participatie van vrouwen met kinderen, vooral doordat meer vrouwen na de geboorte van het eerste kind blijven werken. In deze paragraaf wordt een meer gedetailleerd beeld gegeven van de arbeidsparticipatie van vrouwen rondom de geboorte van
29 28 36 6 0 0
17 38 37 6 0 2
3 44 33 17 2 2
18 36 36 8 1 1
485
642
329
1 456
36 21 34 7 2 1
14 31 44 9 1 2
5 32 40 19 1 3
18 29 40 11 1 2
463
788
413
1 664
37 20 30 7 4 1
13 29 44 7 5 2
4 38 38 13 3 4
14 31 40 9 4 2
212
721
437
1 370
het eerste en tweede kind. De arbeidsparticipatie voor de geboorte van het eerste kind is in de laatste drie decennia toegenomen met zo’n twintig procentpunten (staat 2). Er is wel een verschil tussen vrouwen met een hoog en laag opleidingsniveau. Een groter deel van de hoog opgeleide vrouwen werkt in vergelijking met laag opgeleiden. In de jaren negentig werkte negen op de tien hoog opgeleide vrouwen voordat ze zwanger raakte van haar eerste kind, tegen nog geen zeven op de tien laag opgeleiden. Ongeacht de geboorteperiode van het eerste kind of het opleidingsniveau van de vrouw werkt het merendeel voltijd (30 uur of meer) voordat het eerste kind geboren wordt (staat 3). Door de jaren heen zijn deze percentages niet veel veranderd, alleen werken er meer hoger opgeleiden voltijd voor de geboorte van het eerste kind in de jaren negentig vergeleken met de jaren zeventig. Na de geboorte van het eerste kind verandert de arbeidsparticipatie van vrouwen. De meeste vrouwen die blijven werken, doen dit in deeltijd (van 12 tot 30 uur). In de jaren negentig blijft nog een derde deel van de hoger opgeleiden voltijd werken na de geboorte van het eerste kind, van de lager opgeleiden is dit een zesde deel. Voor hoger opgeleiden is dit percentage verdubbeld vanaf de jaren zeventig, voor de lager opgeleiden is dit gehalveerd. Het aantal vrouwen dat stopt met werken na de geboorte van haar eerste kind is vanaf de jaren zeventig drastisch afgenomen (grafiek 6). In de jaren zeventig stopte nog driekwart van de vrouwen die moeder werden, in de jaren negentig was dit gedaald tot eenderde. Er zijn grote verschillen tussen vrouwen met verschillende opleidingsniveaus. In de jaren negentig stopte maar één op de
Staat 2 Percentage werkende vrouwen voor de geboorte van het eerste kind naar opleidingsniveau Percentage working women before the birth of the first child by level of education Geboorteperiode eerste kind Period of birth first child
Laag Low
Middelbaar Medium
Hoog High
Totaal Total
1970–1979 1980–1989 1990–1997
53 65 67
69 75 85
71 82 92
62 72 81
Mndstat bevolking 2000/04
19
Werkende moeders Staat 3 Aantal uren werk per week rond de geboorte van het eerste kind Number of hours per week work around the birth of the first child Geboorteperiode eerste kind Period of birth first child
Voor de geboorte Before birth
Laag Low
1970–1979
minder dan 12 uur 12 tot 30 uur 30 uur of meer
5 26 69
Hoog High
Totaal Total
2 21 77
2 28 70
210
225
less than 12 hours 12 to 30 hours 30 hours of more
2 26 72
number of women (abs. = 100%) minder dan 12 uur 12 tot 30 uur 30 uur of meer
aantal vrouwen (abs. = 100%) 1980–1989
1990–1997
aantal vrouwen (abs. = 100%)
Middelbaar Medium
Na de geboorte After birth
Laag Low
3 25 72
less than 12 hours 12 to 30 hours 30 hours of more
21 48 31
106
541
number of women (abs. = 100%)
2 24 75
1 28 71
2 25 73
minder dan 12 uur 12 tot 30 uur 30 uur of meer
242
366
164
772
3 27 70
2 21 77
4 16 80
181
384
188
6. Vrouwen die gestopt zijn met werken na de geboorte van het eerste kind naar geboorteperiode van het kind en opleidingsniveau Women who did not continue working after the birth of the first child by period of birth of the child by level of education 100
80
40
20
1980–1989
1990–1997
totaal / total
middelbaar / medium
laag / low
hoog / high
Totaal Total
12 48 40
12 71 17
14 55 31
29
65
42
136
20 57 23
19 55 26
10 56 33
17 56 28
aantal vrouwen (abs. = 100%)
74
160
96
330
3 21 76
less than 12 hours 12 to 30 hours 30 hours of more
12 71 16
10 71 19
5 63 32
9 69 23
753
number of women (abs. = 100%)
91
272
165
528
De meeste vrouwen die voor de geboorte van het tweede kind werken, werken tussen de 12 en 30 uur (staat 5). Hier zijn alleen de laatste twee geboorteperioden weergegeven, omdat er in de jaren zeventig nog erg weinig vrouwen waren die werkten na de geboorte van het tweede kind. De percentages van de vrouwen die voor de geboorte van het tweede kind voltijd en deeltijd werken verschillen van de percentages na de geboorte van het eerste kind. Voor een deel komt dit doordat niet alle vrouwen die een eerste kind hebben gekregen ook (al) een tweede kind hebben gekregen. Verder is een deel van de vrouwen die na de geboorte van het eerste kind zijn blijven werken later alsnog gestopt of korter gaan werken. Voor de geboorte van het tweede kind werken de vrouwen voornamelijk deeltijd terwijl de meeste vrouwen voor de geboorte van het eerste kind voltijd (meer dan 30 uur) werken. Tussen 1990 en 1997 werken bij de hoger opgeleiden nog drie op de tien werkende vrouwen voltijd voor de geboorte van het tweede kind, bij de lager opgeleiden is dit maar één op de tien. Het lijkt er op dat de meeste vrouwen na de geboorte van het tweede kind hetzelfde aantal uren blijven werken als voor de geboorte van het tweede kind. Na de geboorte werken de meeste vrouwen nog steeds tussen de 12 en de 30 uur. Bij de laag en middelbaar opgeleiden is dit aandeel in de loop van de tijd verder toegenomen. Gemiddeld is het aantal uren werk per week niet veranderd in de laatste twee decennia. Voor vrouwen van verschillend opleidingsniveau zijn er wel veranderingen opgetreden. Meer hoger opgeleide vrouwen zijn voltijd gaan werken en juist minder lager opgeleiden. Ook minder middelbaar opgeleiden zijn voltijd gaan werken.
60
1970–1979
Hoog High
afgelopen dertig jaar wel sterk gestegen. In de jaren zeventig werkte slechts een op de zes vrouwen voor de geboorte van het tweede kind (staat 4). In de jaren negentig was dit de helft. Vooral bij de hoog opgeleiden was de toename groot. In de jaren zeventig werkte een kwart van de hoger opgeleiden voor de geboorte van het tweede kind, in de jaren negentig was dit toegenomen tot driekwart. Bij laag opgeleiden was dit een op de tien in de jaren zeventig en drie op de tien in de jaren negentig.
%
0
Middelbaar Medium
acht hoger opgeleide vrouwen met werken na de bevalling, tegen één op de twee van de lager opgeleiden. Deze aandelen zijn gebaseerd op alle werkende vrouwen, maar van de vrouwen die voor de geboorte van het eerste kind 12 uur of meer werken is het aandeel dat stopt vrijwel gelijk aan dat van alle werkende vrouwen. Als gevolg van het stoppen met werken na de geboorte van het eerste kind door een deel van de vrouwen is het percentage dat werkt voor de geboorte van het tweede kind een stuk lager dan voor de geboorte van het eerste kind. Maar het percentage is de
Staat 4 Percentage werkende vrouwen voor de geboorte van het tweede kind naar opleidingsniveau Percentage working women before the birth of the second child by level of education Geboorteperiode tweede kind Period of birth second child
Laag Low
Middelbaar Medium
Hoog High
Totaal Total
1970–1979 1980–1989 1990–1997
11 15 30
18 27 52
27 39 73
16 25 50
20
Centraal Bureau voor de Statistiek
Werkende moeders Staat 5 Aantal uren werk rond de geboorte van het tweede kind Number of hours per week work around the birth of the second child Geboorteperiode tweede kind Period of birth second child
Voor de geboorte Before birth
Laag Low
1980–1989
minder dan 12 uur 12 tot 30 uur 30 uur of meer
23 56 21
20 61 19
19 61 20
aantal vrouwen (abs. = 100%)
43
103
less than 12 hours 12 to 30 hours 30 hours of more
20 72 8
number of women (abs. = 100%) 75
1990–1997
Middelbaar Hoog Medium High
Na de geboorte After birth
Laag Low
20 60 20
less than 12 hours 12 to 30 hours 30 hours of more
30 57 13
20 63 17
20 68 13
21 64 15
59
205
number of women (abs. = 100%)
30
82
56
168
21 66 13
10 60 31
17 65 18
minder dan 12 uur 12 tot 30 uur 30 uur of meer
27 65 8
21 69 10
11 64 25
19 66 15
171
124
370
aantal vrouwen (abs. = 100%)
62
141
114
317
Uit grafiek 4 bleek dat het percentage vrouwen dat blijft werken na de geboorte van het tweede kind gemiddeld vrij constant is door de jaren heen. Uit grafiek 7 blijkt dat het aantal vrouwen dat stopt als ze voor de tweede keer moeder wordt vooral voor lager opgeleide vrouwen wel degelijk is gedaald, dit percentage is bij hen gehalveerd. Bij middelbaar opgeleide vrouwen is het ‘stoppercentage’ gelijk gebleven en bij de hoger opgeleiden is dit zelfs iets gestegen ten opzichte van de jaren tachtig. Deze percentages zijn gebaseerd op alle werkende vrouwen, maar van de vrouwen die voor de geboorte van het tweede kind 12 uur of meer werken is het percentage dat stopt vrijwel gelijk aan dat van alle werkende vrouwen. Hier lijken de verschillen tussen de opleidingsniveaus kleiner te worden. 7. Vrouwen die gestopt zijn met werken na de geboorte van het tweede kind naar opleidingsniveau en geboorteperiode van het kind Women who did not continue working after the birth of the second child by period of birth of the child by level of education 35
Totaal Total
Middelbaar Hoog Medium High
Totaal Total
8. Herintredende vrouwen naar opleidingsniveau naar leeftijd jongste kind Women returners by level of education by age of the youngest child 60
% hoog / high
50 middelbaar / medium
40
30
laag / low
20
10
%
0
30
0
1
2
3
4
5
6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 leeftijd jongste kind / age of the youngest child
25 20 15 10 5 0
1980–1989
1990–1997
totaal / total
middelbaar / medium
laag / low
hoog / high
Kort samengevat, zijn de meeste verschillen in arbeidsparticipatie rondom de geboorte van het eerste en tweede kind tussen de opleidingsniveaus niet kleiner geworden in de laatste decennia. Het lijkt er eerder op dat ze zelfs nog groter worden. Vooral bij hoger opgeleide vrouwen is de arbeidsparticipatie sterk toegenomen.
5.
Herintredende vrouwen
Een deel van de vrouwen die stoppen met werken na de geboorte van hun kind(eren) gaat als hun kind wat ouder is weer werken. In het OG’98 is aan vrouwen die gestopt waren met werken na de geboorte van hun jongste kind, gevraagd hoe oud hun kind was toen ze weer begonnen met werken. Dit is per opleidingsniveau in grafiek 8 weergegeven.
Mndstat bevolking 2000/04
Voor elk opleidingsniveau is duidelijk een knik zichtbaar in de grafiek bij 4 jaar, de leeftijd waarop het kind naar de kleuterschool (basisschool) gaat. Te zien is dat er meer hoog opgeleiden herintreden dan lager opgeleiden. Van de hoog opgeleide vrouwen die niet werken na de geboorte van hun jongste kind gaat zo’n zes op de tien vrouwen na een aantal jaar weer aan de slag, van de middelbaar opgeleiden is dit vijf op de tien en van de laag opgeleiden zo’n vier op de tien. Het lijkt er op dat er vergeleken met hoog opgeleiden relatief meer lager opgeleiden herintreden als hun jongste kind ouder is dan 14 jaar. Deze ontwikkeling zal waarschijnlijk in werkelijkheid niet optreden, maar zal veroorzaakt worden door een generatie-effect. Er zijn meer oudere vrouwen die laag opgeleid zijn dan oudere vrouwen die hoog opgeleid zijn, zoals in grafiek 1 te zien was. Lager opgeleiden zullen dan ook gemiddeld eerder kinderen gekregen hebben en hun jongste kind zal daarom gemiddeld ouder zijn dan bij hoog opgeleiden. Lager opgeleiden hebben hierdoor meer jaren de tijd gehad om her in te treden. Grafiek 9 laat zien dat van de werkende vrouwen van boven de veertig ongeveer een op de drie herintreedster is. Van de vrouwen van in de veertig werkt zo’n zestig procent. Twintig procent van de vrouwen van in de veertig werkt, maar heeft na de geboorte van een kind enige tijd niet gewerkt. Veertig procent van de veertigers is steeds blijven werken.
6.
Kinderopvang
Vanaf het begin van de jaren zeventig is het gebruik van kinderopvang (voor kinderen jonger dan 4 jaar) sterk toegenomen, van
21
Werkende moeders 9. Werkende vrouwen in 1998 naar leeftijd onderverdeeld in vrouwen die ooit of nooit gestopt zijn na de geboorte van een kind Working women in 1998 by age classified by women who have ever stopped working after the birth of a child and women who have not 100
%
80 60 40 20 0 18 20 22 24 26 28 30 32 34 36 38 40 42 44 46 48 50 52 leeftijd / age
vrouwen met werk die nooit gestopt zijn / women with a job who have never stopped vrouwen met werk die ooit gestopt zijn / women with a job who have ever stopped
dertig naar tachtig procent (grafiek 10). Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de toegenomen arbeidsparticipatie van moeders in de afgelopen jaren. Bestond in het begin van de jaren zeventig een klein deel van de vrouwen die gebruik maakten van kinderopvang uit werkende vrouwen, in de jaren negentig was dit ruim de helft.
10. Kinderopvang eerste kind jonger dan 4 jaar naar geboorte periode eerste kind onderverdeeld in vrouwen die bleven werken na de geboorte van het eerste kind en vrouwen die dit niet deden Day care first child under 4 years by period of birth first child classified by women who continued working after the birth of the first child and women who did not 100
%
80
60
40
20
0
1970–1974
1975–1979
1980–1984
1985–1989
1990–1994
werk na geboorte / working after birth geen werk na geboorte / not working after birth
Steeds meer vrouwen blijven werken nadat ze moeder worden en de vaders blijven in de meeste gevallen ook werken. Er moet dan dus oppas voor het kind gevonden worden. Wat voor soort opvang kiezen werkende vrouwen (en hun partners) voor hun kind? Dit is weergegeven in staat 6. Er kan gebruik gemaakt worden van meerdere opvangvormen, hierdoor tellen de percentages niet op tot honderd. In de jaren negentig werden de meeste kinderen bij familie of kennissen gebracht als hun ouders aan het werk waren. Ook de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf werden druk bezocht. Vooral het gebruik van het kinderdagverblijf is de laatste decennia sterk toegenomen. Rond 1990 zijn regelingen voor ouderschapsverlof uitgebreid. In de jaren negentig maakt dertig procent van de vrouwen gebruik van ouderschapsverlof, in de jaren zeventig was dat nog haast niemand. Een andere vorm van opvang waarvan het gebruik is toegenomen is het gastouderschap. Een opvangvorm waarvan het gebruik juist is afgenomen is de betaalde oppas thuis. In de loop van de jaren is ook het aantal partners dat zorgt voor de kinderopvang gestegen (grafiek 11). In de jaren zeventig zorgden drie op de tien partners voor opvang van de kinderen. Begin jaren negentig was dit vier op de tien. Bij onderverdeling naar opleidingsniveau blijkt dat in de jaren tachtig drie op de tien lager of middelbaar opgeleide vrouwen een partner had die regelmatig zorgde voor de kinderopvang. Bij de hoger opgeleide vrouwen was dat vier op de tien. In het begin van de jaren negentig was dit gestegen naar vier op de tien lager en middelbaar opgeleiden en vijf op de tien hoger opgeleide vrouwen. Het overgrote deel van deze partners bestaat uit mannen. Het aantal mannen dat deeltijd is gaan werken of ouderschapsverlof heeft opgenomen om voor hun kind te zorgen is dus toegenomen in de laatste decennia, maar vergeleken met de toename van de arbeidsparticipatie van vrouwen is deze toename nog niet zo groot.
7.
Conclusie
De arbeidsparticipatie van vrouwen, en vooral het aantal vrouwen dat blijft werken na de geboorte van hun eerste kind, is de laatste decennia sterk gestegen. Deze toename hangt samen met het gestegen opleidingsniveau van vrouwen. Er bestaan nog steeds grote verschillen in de arbeidsparticipatie van hoger en lager opgeleide vrouwen. Verschillen in arbeidsparticipatie van moeders met verschillende opleidingsniveaus zijn de laatste decennia niet kleiner geworden en lijken zelfs groter te zijn geworden. Dit kan twee oorzaken hebben: – een tempoverschil in ontwikkeling van de arbeidsparticipatie: voor laag en hoog opgeleiden is de richting van de ontwikkeling hetzelfde, alleen het tempo verschilt. Eerst worden de verschillen tussen de opleidingsniveaus dus groter. Op een gegeven moment zal een maximale arbeidsparticipatie bij hoger opgeleiden gehaald worden. De arbeidsparticipatie van lager opgeleiden zou dan nog kunnen blijven stijgen en de verschillen tussen de opleidingsniveaus kunnen hierdoor op den duur weer kleiner worden; – een selectiemechanisme: steeds meer vrouwen volgen een hogere opleiding, steeds minder houden het bij een lagere opleiding. Hierdoor is de groepssamenstelling van de lager en
Staat 6 Kinderopvang voor eerste kind jonger dan 4 jaar voor vrouwen die blijven werken na de geboorte van het eerste kind Day care first child under 4 years for women who continue working after birth of the first child Geboorteperiode eerste kind Period of birth first child
Kinderdagverblijf Day nursery
Bedrijfscrèche Company crèche
PeuterGastouder speelzaal schap Kindergarten Host parenthood
Oppas thuis Care at home
Ouderschapsverlof Parental leave
Uitwisseling Exchange
Familie, kennissen Family, friends
Aantal vrouwen (abs.=100%) Number of women (abs.=100%)
1970–1979 1980–1989 1990–1994
18 25 43
7 6 5
46 56 51
38 39 26
3 7 30
9 7 4
51 50 52
104 288 273
22
3 7 16
Centraal Bureau voor de Statistiek
Werkende moeders 11. Werkende vrouwen waarvan de partner regelmatig zorgt voor de kinderopvang Women of whom the spouse regularly takes care for the children 45
%
Literatuur Boelens, A.M.S., 1998. Vrouwen combineren werk en kinderen steeds vaker. In: Werken en Leren 1998, blz. 77–80. CBS, 1994. Werkende moeders. In: Relatie- en gezinsvorming in de jaren negentig, blz. 77–91.
40 35
Hartgers, M.I., 1999. Scholieren en studenten werken steeds vaker. In: Werken en leren 1999–2000, blz. 52–55.
30
Imbens, J.C.M., 1993. Werkende vrouwen met thuiswonende kinderen. In: Werken en Leren 1993, blz. 49–52.
25 20
Plantenga, J., 1997. Honderd jaar vrouwenarbeid. In: Index (7), blz. 24–27.
15 10
Pott-Buter H.A, 1994. Facts and fairy tales about female labor, family and fertility. A seven-country comparison, 1850–1990. Amsterdam: Amsterdam University Press.
5 0
1970–1979 1980–1989 1990–1994 geboorteperiode eerste kind / period of birth first child
Summary hoger opgeleiden door de tijd heen veranderd. Vormden een aantal decennia geleden de hoger opgeleide vrouwen een minderheidsgroep, nu bestaat de minderheidsgroep uit lager opgeleiden. De groep lager opgeleiden is selectiever geworden en zal steeds sterker van de andere groepen gaan verschillen. Het is dan zeer de vraag of die groep dezelfde ontwikkelingen zal doormaken als de andere groepen. Hierdoor zullen de verschillen in arbeidsparticipatie niet kleiner worden, maar juist nog groter. Beide processen spelen waarschijnlijk door elkaar heen, waardoor het moeilijk te voorspellen is hoe sterk de arbeidsparticipatie van vrouwen in de toekomst verder zal groeien. Voor vrouwen met kinderen zal dit grotendeels samenhangen met de aanwezigheid van goede kinderopvang, de mogelijkheid om deeltijd te werken en de maatschappelijke acceptatie om ook als man deeltijd te werken.
Mndstat bevolking 2000/04
This article describes the increase in the female labour force participation in the last three decades. Especially the number of working women with children has increased very strongly. By the beginning of the eighties one third of the women continued working after they had become a mother. At the end of the nineties this had increased to three-quarter. Most of the women work part-time when they have children and work fulltime when they have not. After the birth of the second child most women work the same number of hours as before. As a result of the increased female labour force participation the demand of day care has increased too. There are big differences in these trends between women of different levels of education. Most of these differences have not decreased during the past decades, but rather seem to have increased.
23
Jaarcijfers Annual statistics Geboorte per gemeente naar provincie, 1998 Births per municipality by province, 1998 Het aantal levendgeborenen in de gemeente bedroeg dan
Technische toelichting De cijfers over geboorte geven het aantal levendgeborenen onder de werkelijke bevolking van Nederland weer. Geteld wordt hierbij naar de woongemeente van de moeder (eventueel de vader) en niet naar de gemeente waar de geboorte heeft plaatsgevonden. De opgenomen gegevens over de levendgeborenen hebben betrekking op alle geborenen die enig teken van leven hebben vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur.
Algemeen vruchtbaarheidscijfer
51
∑ w k /v j j
(3)
j
j=14
en het algemene vruchtbaarheidscijfer
51 49 1 000 ∑ wjkj/vj / ∑ wj . j=14 j=15
(4)
Onder het algemene vruchtbaarheidscijfer wordt verstaan het aantal levendgeborenen per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar.
Het indirect naar leeftijd gestandaardiseerde algemene vruchtbaarheidscijfer in de gemeente g is vervolgens berekend als
Indirect gestandaardiseerd algemeen vruchtbaarheidscijfer
51 49 Ag s=Ag.AN/ 1 000 ∑ wjkj/vj / ∑ wj j=14 j=15
Standaardisatie naar leeftijd beoogt de onderlinge vergelijkbaarheid van de gemeentelijke vruchtbaarheidscijfers te bevorderen. Dergelijke cijfers worden immers niet beïnvloed door verschillen in leeftijdsstructuur. Bij standaardisatie wordt een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte standaardisatie. Aangezien indirect gestandaardiseerde cijfers minder sterk door het toeval worden beïnvloed dan direct gestandaardiseerde cijfers, is in deze bijdrage uitsluitend gebruik gemaakt van de indirecte standaardisatiemethode. Bij indirect standaardiseren wordt verondersteld dat voor iedere gemeente de verhouding tussen het gestandaardiseerde en het niet-gestandaardiseerde vruchtbaarheidscijfer gelijk is aan die tussen het vruchtbaarheidscijfer voor Nederland als geheel en het vruchtbaarheidscijfer dat zou zijn verkregen indien in de betrokken gemeente de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfers van Nederland als geheel zouden hebben gegolden. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende notatie: vj = aantal vrouwen van leeftijd j in Nederland als geheel; kj = aantal levendgeborenen uit vrouwen van leeftijd j in Nederland als geheel; wj = aantal vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g; lj = aantal levendgeborenen uit vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g. Het algemene vruchtbaarheidscijfer in de gemeente g wordt geschreven als
51 49 Ag= 1 000 ∑ lj / ∑ wj j=14 j=15
(1)
49
g N =A .A .
51
j=14
∑ w / 1 000 ∑ w k /v . j
j=15
j j
j
(5)
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer Het totaal leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer is gelijk aan de som van de leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidsquotiënten. Deze worden berekend door de in 1998 levendgeboren kinderen, onderscheiden naar de afzonderlijke leeftijden van de moeder, te betrekken op het aantal in dat kalenderjaar aanwezige vrouwen met de overeenkomstige leeftijd. Het totaal leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidscijfer kan worden opgevat als het gemiddelde aantal kinderen dat een vrouw krijgt indien de voor 1998 waargenomen leeftijdsspecifieke vruchtbaarheidsquotiënten gedurende haar leven zouden gelden.
Technical explanation Figures on births represent the number of live births in the ‘de jure’ population of the Netherlands. The enumeration is based on the municipality of residence of the mother (or, where applicable, the father), not the municipality where the event took place. Live births are all children born showing signs of life, regardless of the gestation period.
General fertility rate The general fertility rate is defined as the number of live born children per 1,000 women aged 15–49.
en dat voor Nederland als geheel als 51 49 N A = 1 000 ∑ kj / ∑ vj . j=14 j=15
Indirectly standardized general fertility rate (2)
Indien voor iedere leeftijd j de vruchtbaarheid in gemeente g dezelfde was als in Nederland als geheel zouden er in die gemeente wjkj/vj kinderen uit j-jarige vrouwen zijn geboren.
24
The comparison of the municipal fertility rates can be made easier by means of standardization by age. These figures are not affected by differences between municipal age structures. There are two well-known standardization methods, viz. direct and indirect standardization. Only indirectly standardized rates are given here, since these rates are less influenced by random
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998
disturbances. Indirect standardization boils down to the supposition that for each municipality, the quotient of the standardized and the non-standardized fertility rates is equal to that of the rate for the Netherlands as a whole and the rate which would occur if the age-specific fertility rates of the Netherlands as a whole were valid in the municipality concerned. The following notation is used: vj = number of women aged j in the Netherlands as a whole; kj = number of live born children to women aged j in the Netherlands as a whole; wj = number of women aged j in the municipality g concerned; lj = number of live born children to women aged j in the municipality g concerned.
Mndstat bevolking 2000/04
The general fertility rate in municipality g is given by (1), that of the Netherlands as a whole by (2). If for each age j, the fertility rate in municipality g were equal to that of the Netherlands as a whole, the number of children born to women aged j in that municipality would be equal to wjkj/vj. So the number of live born children in that municipality would be given by (3), the general fertility rate by (4) and the indirectly standardized general fertility rate by (5).
Total fertility rate The total fertility rate indicates the average number of children that a woman would have in her lifetime if, at each year of age, she experienced the age-specific birth rates occurring in 1998 (2).
25
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 Live born children per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Absoluut
Per 1 000 van de bevolking
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar
w.o. jongens
6 472
3 327
11,6
45,6
46,2
1,5
125 116 98 111 378
68 55 53 58 200
10,2 10,9 10,3 15,3 12,7
43,6 44,6 47,3 61,0 55,6
46,4 48,1 51,7 65,3 57,9
1,5 1,5 1,8 2,2 1,9
203 1 897 157 183 395
104 968 83 97 199
12,4 11,2 13,6 9,8 11,9
53,6 37,0 55,5 48,9 49,9
57,7 35,1 54,8 60,0 51,4
1,9 1,2 1,8 1,8 1,7
Leek Loppersum De Marne Marum Menterwolde
248 117 103 145 154
129 54 62 73 79
13,3 10,6 9,5 15,0 12,4
54,6 44,2 41,2 62,4 49,2
58,9 50,6 46,5 61,5 51,7
1,9 1,6 1,5 2,0 1,8
Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal
162 67 145 195 378
95 32 63 110 194
12,2 9,7 10,1 13,3 11,5
52,0 42,8 41,4 56,6 50,1
53,1 44,5 44,1 55,6 51,3
1,8 1,4 1,5 1,8 1,7
Veendam Vlagtwedde Winschoten Winsum Zuidhorn
293 156 203 191 252
152 79 105 89 126
10,3 9,7 10,8 13,7 14,1
43,2 44,7 48,3 56,8 59,7
46,0 47,5 49,2 61,2 64,3
1,5 1,6 1,6 2,0 2,1
7 719
3 927
12,5
51,8
54,4
1,8
Achtkarspelen Ameland het Bildt Boarnsterhim Bolsward
350 49 137 236 105
173 28 76 134 49
12,5 14,2 13,5 13,0 11,2
50,4 59,7 58,3 53,9 48,0
54,0 62,3 62,0 56,0 49,9
1,8 2,1 2,0 1,8 1,6
Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadeel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat
250 298 122 228 111
130 153 67 116 65
12,6 12,2 14,0 11,3 11,3
53,2 52,6 59,8 47,5 52,9
57,4 55,5 64,6 53,3 57,3
1,9 1,8 2,1 1,7 1,8
Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel
169 482 152 1 040 126
100 236 84 520 53
11,0 12,0 11,7 11,7 12,2
46,4 51,5 50,0 43,8 49,4
47,9 52,0 52,1 45,2 54,3
1,6 1,7 1,7 1,5 1,8
Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf
148 157 191 130 327
78 78 85 59 155
12,0 14,9 13,9 12,2 12,8
48,9 62,6 57,8 55,3 55,5
51,1 66,1 60,2 58,6 61,2
1,7 2,1 1,9 1,9 2,0
Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Sneek
374 9 327 660 389
190 3 159 355 203
13,1 9,0 12,4 12,8 12,6
55,3 39,6 52,8 53,0 52,8
58,5 38,0 56,6 55,1 52,1
1,9 1,2 1,8 1,8 1,7
Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Wûnseradiel
67 376 10 306 159
29 183 4 162 84
14,1 12,1 8,7 12,3 13,5
62,4 51,7 36,4 53,6 57,9
61,1 55,7 33,6 58,0 62,8
1,9 1,8 1,2 1,9 2,0
Wymbritseradiel
234
116
15,0
63,8
67,3
2,1
Drenthe
5 640
2 930
12,1
51,2
53,9
1,8
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen
280 740 312 397 1 226
150 377 156 199 662
11,3 13,0 12,0 11,5 11,6
49,7 50,6 52,1 49,2 48,1
55,5 50,7 54,1 52,2 49,9
1,8 1,7 1,7 1,7 1,6
679 368 400 340 211
351 180 215 180 104
12,8 12,6 12,5 11,0 11,3
53,5 49,4 53,1 50,7 54,6
57,4 50,1 56,4 55,8 58,1
1,9 1,6 1,8 1,8 1,9
Groningen Appingedam Bedum Bellingwedde Ten Boer Delfzijl Eemsmond Groningen Grootegast Haren Hoogezand-Sappemeer
Friesland
Hoogeveen Meppel Middenveld Noordenveld Westerveld
26
nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
Totaal
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Province Municipality
Absolute Total
Per 1,000 of the population of whom boys
Per 1,000 females aged 15–49 not standardized
Total fertility rate per female
standardized 1) by age
De Wolden Zuidlaren
307 380
157 199
13,2 12,1
57,6 55,6
61,8 63,2
2,0 2,0
Overijssel
14 088
7 234
13,2
53,8
54,5
1,8
Almelo Ambt Delden Avereest Bathmen Borne
928 69 198 68 283
496 28 101 38 144
14,1 12,7 13,1 13,0 12,8
57,0 53,8 54,3 58,9 53,1
57,4 59,1 56,4 66,9 58,3
1,9 1,8 1,8 2,0 1,8
Brederwiede Dalfsen Denekamp Deventer Diepenheim
157 231 171 991 33
79 128 93 504 21
12,7 13,3 13,9 13,9 12,0
54,8 56,9 61,2 52,5 54,0
60,5 61,9 60,7 48,3 56,4
2,0 2,0 1,9 1,6 1,8
Diepenveen Enschede Genemuiden Goor Gramsbergen
104 1 758 191 152 97
46 923 95 88 47
9,8 11,8 21,6 12,3 15,0
45,7 48,2 87,2 53,9 61,7
55,5 47,3 87,7 52,8 62,8
1,8 1,5 2,8 1,7 2,0
Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Heino
293 199 511 109 108
145 115 250 56 59
12,4 13,4 14,6 14,5 13,7
52,8 54,1 60,5 56,8 57,9
54,6 58,9 61,9 64,1 64,4
1,7 1,9 2,0 2,1 2,0
Hellendoorn Hengelo Holten IJsselham IJsselmuiden
424 1 046 93 64 254
225 524 46 33 134
11,9 13,3 10,6 11,6 17,4
50,7 54,3 49,1 50,9 70,9
55,1 53,5 48,9 53,6 73,2
1,8 1,7 1,5 1,8 2,4
Kampen Losser Markelo Nieuwleusen Oldenzaal
409 269 92 107 347
200 130 43 60 184
12,7 11,9 12,9 12,9 11,3
49,5 50,3 59,3 55,0 46,4
51,2 55,6 62,9 59,9 48,5
1,7 1,8 2,1 1,9 1,5
Olst Ommen Ootmarsum Raalte Rijssen
107 186 55 340 408
56 104 25 178 212
11,5 11,3 12,3 12,0 15,6
49,4 48,4 54,7 48,9 65,8
51,4 54,2 53,3 51,8 67,3
1,6 1,7 1,5 1,6 2,2
Stad Delden Staphorst Steenwijk Tubbergen Vriezenveen
82 293 264 298 296
38 145 140 152 156
11,2 19,3 11,7 15,0 14,9
54,9 81,3 50,4 63,3 59,9
61,1 82,3 52,1 61,9 60,6
1,9 2,7 1,7 1,9 2,0
Weerselo Wierden Wijhe Zwartsluis Zwolle
124 310 105 57 1 407
68 150 48 27 700
13,3 13,4 13,9 12,8 13,6
57,9 57,2 59,6 52,8 49,2
60,3 61,7 61,7 59,6 47,3
1,8 1,9 1,9 1,8 1,5
Flevoland
4 785
2 460
16,0
58,8
58,7
2,0
Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk
2 197 510 755 584 385
1 138 247 364 320 207
16,7 15,0 12,3 13,9 25,1
57,7 59,7 45,1 58,1 103,7
54,5 59,4 51,8 61,7 105,8
1,8 1,9 1,7 2,0 3,4
354
184
22,3
82,9
70,6
2,3
24 425
12 519
12,8
51,4
52,4
1,7
248 52 61 1 815 1 842
133 21 35 915 989
13,2 11,7 12,9 11,9 13,5
57,1 48,0 50,7 48,7 49,4
60,5 52,9 54,2 50,6 45,3
2,0 1,7 1,7 1,6 1,5
766 217 208 361 130
396 125 102 196 78
16,3 12,8 11,4 14,6 12,7
66,5 49,7 48,0 53,9 56,3
68,2 54,4 45,7 54,1 57,3
2,2 1,7 1,4 1,7 1,8
Zeewolde Gelderland Aalten Ammerzoden Angerlo Apeldoorn Arnhem Barneveld Bemmel Bergh Beuningen Borculo
Mndstat bevolking 2000/04
27
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
Brakel Brummen Buren Culemborg Didam
121 263 123 385 211
61 128 60 181 114
17,1 12,3 12,1 15,8 12,7
69,8 53,1 49,4 60,5 52,1
67,5 54,1 53,0 61,3 55,1
2,2 1,7 1,7 2,0 1,8
Dinxperlo Dodewaard Doesburg Doetinchem Druten
109 77 171 553 248
56 36 90 288 137
12,6 17,7 15,2 12,1 15,2
51,1 69,6 60,3 48,9 57,0
52,5 67,8 59,0 51,2 57,3
1,7 2,3 1,9 1,7 1,8
460 93 1 397 198 338
239 40 726 97 169
18,7 13,9 13,8 12,0 15,7
68,8 58,6 55,0 51,4 62,6
61,8 59,2 56,8 55,7 64,2
2,0 2,0 1,9 1,7 2,1
Elst Epe Ermelo Geldermalsen Gendringen
233 383 309 305 292
108 183 165 152 143
14,0 11,5 11,5 12,8 14,1
54,6 50,2 48,3 51,9 58,4
55,4 54,5 52,5 53,0 59,0
1,7 1,8 1,7 1,7 1,9
Gendt Gorssel Groenlo Groesbeek Harderwijk
95 150 111 205 563
48 85 53 105 292
13,2 11,3 12,2 10,6 14,5
51,2 56,2 51,4 45,6 55,5
54,4 63,9 51,9 47,3 56,0
1,7 2,0 1,6 1,5 1,8
Hattem Hedel Heerde Heerewaarden Hengelo
131 65 223 17 101
63 32 118 10 48
11,2 14,7 12,3 12,7 12,0
48,5 57,6 52,2 50,9 52,8
52,1 59,6 55,9 45,6 55,2
1,7 1,9 1,8 1,4 1,7
Heteren Heumen Hoevelaken Huissen Hummelo en Keppel
124 232 148 190 48
56 117 68 97 28
14,3 14,8 17,4 12,1 10,6
57,6 59,4 72,5 45,9 49,2
61,2 64,0 78,2 55,8 53,9
2,0 1,9 2,6 1,8 1,6
Kerkwijk Kesteren Lichtenvoorde Lienden Lingewaal
101 173 272 108 140
45 96 152 61 73
14,9 16,2 14,4 13,6 13,1
62,2 65,5 59,8 54,6 52,4
67,3 69,4 61,7 55,1 53,8
2,2 2,3 1,9 1,8 1,8
Lochem Maasdriel Maurik Millingen aan de Rijn Neede
178 132 91 69 118
91 73 45 42 58
9,4 14,0 13,6 11,7 10,7
41,8 55,3 54,4 46,8 45,4
48,2 56,8 55,9 46,3 48,1
1,5 1,9 1,9 1,5 1,5
159 354 1 779 382 262
80 183 927 184 133
14,5 13,0 11,8 14,7 11,8
60,2 51,0 41,4 61,3 47,7
58,3 52,4 39,3 65,5 51,6
1,9 1,7 1,3 2,1 1,7
Putten Renkum Rheden Rijnwaarden Rossum
288 292 435 140 38
139 136 201 67 22
12,9 9,1 9,8 12,7 11,8
53,9 43,8 45,6 50,1 47,9
55,9 49,1 49,9 51,5 48,4
1,8 1,6 1,6 1,7 1,6
Rozendaal Ruurlo Scherpenzeel Steenderen Tiel
10 99 139 64 553
7 48 69 31 301
8,2 12,5 15,3 13,1 15,0
50,6 56,2 63,3 56,1 57,5
68,1 55,4 65,9 59,9 57,2
2,2 1,8 2,1 1,8 1,9
Ubbergen Valburg Voorst Vorden Wageningen
96 172 251 86 382
50 85 124 42 195
10,4 13,2 10,6 10,3 11,5
45,1 52,8 46,0 48,8 40,8
48,6 56,3 53,2 54,2 39,8
1,6 1,8 1,7 1,6 1,4
Warnsveld Wehl West Maas en Waal Westervoort Wijchen
81 83 227 175 529
48 44 116 91 254
9,0 12,4 12,7 10,9 14,1
37,1 50,3 52,1 39,2 53,6
49,9 48,7 55,5 43,3 53,5
1,7 1,5 1,7 1,4 1,7
Winterswijk Wisch Zaltbommel Zelhem Zevenaar
361 216 174 124 261
179 102 88 69 138
12,7 10,9 15,5 11,0 9,8
55,6 47,9 61,2 48,2 40,2
57,6 50,1 60,6 47,8 44,1
1,9 1,6 2,0 1,5 1,4
Zutphen
459
247
13,4
52,0
50,5
1,6
Duiven Echteld Ede Eibergen Elburg
Neerijnen Nijkerk Nijmegen Nunspeet Oldebroek
28
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Utrecht
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
15 030
7 669
13,7
51,8
50,0
1,6
129 107 2 027 255 332
62 57 1 005 137 171
15,2 14,7 16,6 10,5 10,1
63,8 66,6 61,3 42,8 45,0
68,7 71,4 54,5 45,5 51,4
2,1 2,2 1,8 1,4 1,6
Breukelen Bunnik Bunschoten Doorn Driebergen-Rijsenburg
218 156 281 97 199
105 70 142 44 104
15,5 11,2 14,7 9,7 10,8
63,1 48,4 57,5 43,8 47,7
59,7 54,2 57,8 48,0 55,4
1,8 1,6 1,8 1,6 1,7
Eemnes Harmelen Houten IJsselstein Leersum
110 114 464 406 96
62 58 242 219 41
13,2 14,2 14,3 15,5 13,2
51,2 57,0 52,6 56,4 60,4
52,0 57,1 60,3 52,0 60,4
1,6 1,8 1,9 1,7 2,0
Leusden Loenen Loosdrecht Lopik Maarn
342 111 98 254 75
182 63 46 135 40
12,1 13,0 11,1 19,1 12,8
48,2 55,4 49,5 74,2 60,5
55,6 57,4 53,0 71,1 62,9
1,7 1,7 1,6 2,3 1,9
Maarssen Maartensdijk Montfoort Nieuwegein Oudewater
507 133 222 753 125
250 60 104 391 64
12,4 14,0 16,8 12,2 12,7
45,1 58,8 65,6 43,1 51,4
47,7 67,6 64,5 47,0 52,0
1,5 2,1 2,0 1,5 1,6
65 199 475 590 3 140
27 102 238 307 1 632
16,3 11,7 14,0 13,4 13,5
66,3 49,1 55,3 56,2 44,4
66,0 51,3 55,2 58,8 37,1
2,2 1,7 1,8 1,9 1,3
Veenendaal Vleuten-De Meern Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg
905 312 306 577 168
467 152 164 287 96
15,4 16,1 13,3 15,3 15,5
59,0 66,0 48,5 58,8 63,6
58,6 56,0 52,0 58,9 64,9
1,9 1,7 1,7 1,9 2,1
Zeist
682
343
11,5
47,2
50,9
1,6
Noord-Holland
32 266
16 529
12,9
50,1
47,9
1,6
Aalsmeer Akersloot Alkmaar Amstelveen Amsterdam
239 69 1 133 943 10 119
126 31 564 496 5 185
10,6 14,2 12,2 12,1 14,0
44,5 63,6 45,7 49,0 49,3
44,2 60,1 47,2 48,2 42,0
1,4 1,9 1,5 1,5 1,5
Andijk Anna Paulowna Beemster Bennebroek Bergen
75 198 108 43 101
43 99 65 29 61
11,8 14,6 13,0 8,4 7,2
47,3 57,3 54,7 42,2 34,0
54,1 58,3 56,9 50,2 42,9
1,7 1,9 1,8 1,6 1,3
Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum Castricum
439 75 177 358 249
226 45 87 172 126
12,3 7,7 10,6 11,5 10,9
50,8 32,7 52,4 51,4 48,4
49,3 50,3 72,0 53,5 53,7
1,6 1,6 2,1 1,7 1,7
Diemen Drechterland Edam-Volendam Egmond Enkhuizen
335 135 394 122 194
160 60 198 66 99
14,1 14,0 14,6 10,7 11,7
51,5 54,8 55,5 47,5 47,0
50,2 60,8 58,0 49,6 49,7
1,6 1,9 1,9 1,6 1,6
92 121 1 888 57 1 472
54 60 1 002 34 746
14,8 13,0 12,8 10,9 13,5
61,7 54,7 50,3 45,1 51,6
59,7 55,6 46,6 51,1 52,0
1,9 1,7 1,5 1,6 1,6
194 407 278 578 253
108 202 159 287 133
13,1 11,5 10,7 13,7 11,8
52,2 48,0 51,0 51,6 53,7
56,3 48,7 61,5 51,3 56,0
1,8 1,6 1,8 1,6 1,7
Abcoude Amerongen Amersfoort Baarn De Bilt
Renswoude Rhenen De Ronde Venen Soest Utrecht
Graft-De Rijp ‘s-Graveland Haarlem Haarlemmerliede c.a. Haarlemmermeer Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo
Mndstat bevolking 2000/04
29
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
Den Helder Hilversum Hoorn Huizen Landsmeer
642 917 869 492 121
320 465 447 252 51
10,7 11,1 13,8 11,8 11,7
43,0 46,9 51,3 45,3 48,7
44,0 47,3 52,5 50,9 57,1
1,4 1,5 1,7 1,6 1,8
Langedijk Laren Limmen Medemblik Muiden
307 108 95 107 109
152 57 49 59 47
13,1 9,3 14,7 14,5 15,9
51,5 46,8 59,2 57,4 67,7
58,1 55,7 61,1 58,2 73,6
1,9 1,7 1,9 1,9 2,3
Naarden Nederhorst den Berg Niedorp Noorder-Koggenland Obdam
221 60 154 127 97
113 40 79 61 45
13,1 11,7 13,6 12,3 15,3
59,4 50,4 53,1 49,4 58,7
64,3 52,2 53,8 55,6 61,0
1,9 1,6 1,7 1,8 1,9
Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Purmerend Schagen
124 176 135 823 185
62 88 67 439 94
14,3 16,5 11,0 12,2 10,7
57,9 66,9 46,3 46,1 43,5
54,8 67,7 49,9 45,3 46,1
1,7 2,2 1,5 1,5 1,5
Schermer Schoorl Stede Broec Texel Uitgeest
58 66 252 164 179
21 40 138 82 107
11,8 10,0 12,1 12,3 16,2
50,4 48,0 48,0 51,9 64,6
52,2 51,8 51,9 55,5 60,4
1,7 1,7 1,7 1,8 1,9
Uithoorn Velsen Venhuizen Waterland Weesp
410 917 89 191 205
214 503 46 98 100
15,9 13,9 11,9 10,9 11,3
64,0 59,0 48,7 45,0 44,1
58,3 56,3 57,0 50,7 42,3
1,8 1,8 1,8 1,6 1,4
Wervershoof Wester-Koggenland Wieringen Wieringermeer Wognum
107 190 100 140 101
53 99 56 58 54
12,8 14,4 11,9 11,6 13,0
50,1 57,3 50,7 48,5 51,8
52,9 62,7 52,0 51,2 59,9
1,7 2,0 1,7 1,7 2,0
208 1 790 125 99 160
99 865 49 52 85
14,0 13,3 8,0 15,9 14,3
59,5 52,4 35,8 65,0 60,9
57,6 49,9 37,3 68,0 70,7
1,8 1,6 1,2 2,1 2,3
42 761
21 825
12,7
50,2
49,6
1,6
Ter Aar Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alphen aan den Rijn
133 251 185 182 967
70 133 88 101 473
14,5 14,0 11,9 12,6 14,0
57,0 60,6 50,4 50,2 51,5
64,5 56,5 54,4 53,8 51,4
2,1 1,9 1,7 1,7 1,7
Barendrecht Bergambacht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse
364 130 220 235 184
186 66 103 116 103
14,2 14,1 20,4 14,4 14,6
56,1 57,7 78,7 58,8 58,3
55,7 62,5 68,2 62,3 61,2
1,8 2,0 2,1 2,0 2,0
Binnenmaas Bleiswijk Bodegraven Boskoop Brielle
215 158 302 223 184
108 71 150 103 99
11,3 15,9 15,6 14,9 11,6
47,3 64,0 62,4 59,0 46,7
50,7 66,7 63,9 59,7 47,7
1,6 2,1 2,1 1,9 1,5
Capelle aan den IJssel Cromstrijen Delft Dirksland Dordrecht
823 159 1 117 127 1 636
423 87 546 59 842
12,9 12,5 11,8 15,8 13,8
49,0 51,1 47,0 63,8 54,3
50,2 52,8 44,4 63,7 52,3
1,6 1,7 1,4 2,1 1,7
Giessenlanden Goedereede Gorinchem Gouda Graafstroom
189 152 473 1 067 136
94 74 253 533 68
13,4 13,6 14,4 14,9 14,3
55,2 56,3 56,2 57,3 61,4
57,5 60,7 51,6 54,6 66,3
1,9 2,0 1,7 1,8 2,1
‘s-Gravendeel ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenzande Hardinxveld-Giessendam Heerjansdam
87 5 600 234 268 43
43 2 865 129 141 24
10,0 12,7 12,4 15,2 12,2
40,5 49,8 50,9 62,0 52,0
44,5 46,7 54,0 62,6 51,6
1,4 1,6 1,7 2,1 1,6
Wormerland Zaanstad Zandvoort Zeevang Zijpe Zuid-Holland
30
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Jacobswoude Katwijk
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
422 292 236 147 548
206 138 122 80 293
11,2 14,0 11,5 13,6 13,5
42,1 57,4 47,2 56,0 54,5
47,1 59,3 47,5 60,9 55,9
1,5 2,0 1,5 1,9 1,8
156 293 305 1 522 322
77 158 162 811 155
15,0 10,4 14,7 13,0 13,2
62,3 44,2 59,7 43,8 51,9
64,3 48,1 62,4 39,4 52,9
2,1 1,6 2,0 1,4 1,7
Leidschendam Liemeer De Lier Liesveld Lisse
405 85 163 140 276
213 47 77 67 135
11,4 12,3 14,6 14,6 12,6
48,4 46,8 58,4 59,2 50,7
52,1 48,6 54,5 60,3 49,8
1,6 1,5 1,7 2,0 1,6
Maasland Maassluis Middelharnis Monster Moordrecht
94 404 187 246 118
54 199 101 135 64
14,0 12,2 11,4 12,2 15,6
56,7 48,4 47,4 50,2 62,4
62,1 51,7 48,7 51,5 62,5
2,0 1,7 1,7 1,6 2,0
Naaldwijk Nederlek Nieuw-Lekkerland Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop
351 179 193 256 149
161 101 106 125 77
12,2 12,0 20,5 12,5 13,5
49,7 49,9 85,3 47,6 52,6
53,0 50,8 83,6 52,0 55,1
1,7 1,7 2,8 1,7 1,8
Noordwijk Noordwijkerhout Nootdorp Oegstgeest Oostflakkee
285 205 169 247 114
135 111 89 135 59
11,3 13,3 17,2 12,2 11,4
45,3 55,7 67,6 51,9 45,1
48,4 58,1 59,9 57,3 48,3
1,6 1,9 1,8 1,7 1,6
Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Pijnacker Reeuwijk
274 95 382 320 174
130 47 210 166 72
12,4 11,6 13,2 15,4 13,5
48,6 49,0 53,0 61,8 57,2
53,1 50,8 53,9 60,0 63,9
1,7 1,7 1,7 1,9 2,1
491 223 230 548 7 323
252 129 115 273 3 731
10,5 15,3 11,9 11,1 12,4
44,0 59,4 48,8 47,2 48,5
45,5 59,5 54,3 46,3 45,2
1,5 2,0 1,8 1,5 1,5
Rozenburg Sassenheim Schiedam Schipluiden Schoonhoven
159 182 941 173 167
87 85 474 90 81
11,7 12,5 12,5 16,6 14,2
46,5 50,9 50,6 66,8 53,7
46,0 51,5 48,4 64,7 57,1
1,5 1,6 1,6 2,1 1,8
Sliedrecht Spijkenisse Strijen Valkenburg Vianen
334 809 115 53 234
168 415 56 27 118
14,0 11,3 12,3 14,8 12,2
57,8 41,2 48,1 60,0 46,5
57,0 44,4 48,4 57,7 48,3
1,8 1,5 1,6 1,8 1,6
Vlaardingen Vlist Voorburg Voorhout Voorschoten
801 121 444 240 277
438 56 222 132 127
10,8 12,3 11,4 19,3 12,1
44,6 52,1 49,4 73,6 52,7
44,3 56,0 48,0 68,9 58,2
1,4 1,8 1,5 2,2 1,8
Waddinxveen Warmond Wassenaar Wateringen Westvoorne
370 47 224 192 136
209 26 119 93 78
13,8 8,8 8,6 12,7 9,8
55,1 41,0 40,8 51,9 43,7
59,4 46,0 50,4 54,5 48,7
2,0 1,4 1,5 1,8 1,6
Zederik Zevenhuizen-Moerkapelle Zoetermeer Zoeterwoude Zwijndrecht
218 122 1 241 95 453
111 53 620 42 229
16,0 12,3 11,4 11,0 10,8
66,0 51,7 42,5 45,1 44,6
69,1 54,3 47,7 46,8 46,8
2,2 1,8 1,5 1,5 1,5
Zeeland
4 429
2 277
12,0
51,5
53,9
1,8
116 298 429 104 230
70 160 218 57 130
9,6 13,7 12,2 13,1 11,8
42,3 58,0 50,9 56,5 49,8
43,8 59,4 53,0 57,6 50,9
1,5 2,0 1,7 1,8 1,6
Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Leiden Leiderdorp
Ridderkerk Rijnsburg Rijnwoude Rijswijk Rotterdam
Axel Borsele Goes Hontenisse Hulst
Mndstat bevolking 2000/04
31
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Live born children per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
Kapelle Middelburg Noord-Beveland Oostburg Reimerswaal
140 562 84 164 303
71 278 38 78 161
12,7 12,6 12,2 9,2 14,9
53,5 51,9 55,7 42,6 64,0
59,2 55,4 57,4 45,1 62,7
2,0 1,8 1,8 1,5 2,1
Sas van Gent Schouwen-Duiveland Sluis-Aardenburg Terneuzen Tholen
98 370 72 404 346
49 180 32 214 180
11,3 11,2 11,1 11,6 14,7
47,7 50,6 52,5 50,6 62,2
49,4 52,7 57,1 52,9 60,9
1,7 1,7 2,0 1,8 2,0
Veere Vlissingen
280 429
137 224
12,6 9,6
58,1 40,6
65,4 44,0
2,1 1,4
Noord-Brabant
29 348
15 098
12,6
50,3
50,7
1,6
Aalburg Alphen-Chaam Asten Baarle-Nassau Bergen op Zoom
207 107 208 66 776
113 46 109 35 426
17,8 11,4 13,1 10,8 12,1
73,0 47,5 53,4 47,6 48,7
72,0 50,0 57,6 51,5 48,9
2,3 1,6 1,8 1,7 1,6
Bergeyk Bernheze Best Bladel Boekel
254 363 358 256 136
122 182 175 141 61
14,3 12,8 14,2 13,5 15,0
60,1 51,7 54,7 54,2 60,3
62,7 54,4 53,2 55,5 57,9
2,0 1,7 1,7 1,8 1,8
Boxmeer Boxtel Breda Budel Cuijk
389 325 1 936 259 345
192 172 1 024 141 166
13,6 11,1 12,2 12,8 14,6
54,4 44,0 48,1 52,5 58,1
58,1 48,5 46,7 55,4 56,8
1,8 1,6 1,5 1,8 1,8
Deurne Dongen Eersel Eindhoven Etten-Leur
404 305 214 2 326 410
209 150 107 1 188 201
12,6 12,5 11,7 11,7 11,4
49,6 50,5 49,2 47,1 44,0
53,2 52,5 52,3 44,8 46,3
1,7 1,7 1,7 1,5 1,5
281 349 353 289 252
142 192 176 150 127
13,3 12,8 12,9 12,1 11,3
52,5 52,3 50,8 48,7 44,6
52,7 51,0 53,6 52,0 53,4
1,7 1,6 1,7 1,7 1,7
Grave Haaren Halderberge Heeze-Leende Helmond
171 189 334 167 1 076
104 112 179 88 560
13,6 13,5 11,3 10,9 13,7
54,7 56,6 47,4 47,3 53,2
55,6 60,3 50,9 51,4 49,6
1,8 1,9 1,7 1,6 1,6
‘s-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Laarbeek Landerd
1 575 543 185 282 206
819 276 95 142 116
12,3 12,9 12,8 13,1 14,5
46,4 51,1 53,1 53,0 58,2
44,0 52,8 54,5 56,1 62,6
1,4 1,7 1,7 1,8 2,0
Lith Loon op Zand Maasdonk Made Mierlo
95 224 157 318 132
46 107 80 175 67
14,4 9,9 13,8 12,0 13,0
56,9 40,0 55,5 48,0 50,4
58,6 42,5 56,6 51,7 57,8
1,8 1,4 1,8 1,7 1,8
Mill en Sint Hubert Nuenen c.a. Oirschot Oisterwijk Oosterhout
145 261 268 261 591
72 142 134 125 309
13,2 11,1 15,3 10,3 11,4
54,0 45,4 62,7 43,5 45,7
56,0 51,0 64,2 46,5 47,6
1,8 1,6 2,0 1,5 1,6
Oss Ravenstein Reusel-De Mierden Roosendaal Rucphen
887 105 136 889 236
436 56 69 459 130
13,7 12,4 11,0 12,0 10,6
54,5 49,8 43,2 48,6 41,8
53,7 54,3 52,1 48,7 41,8
1,7 1,7 1,7 1,6 1,4
Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren
275 177 343 228 252
145 102 186 115 109
12,3 15,4 12,5 13,4 13,9
48,5 64,7 52,8 53,9 58,3
49,4 66,9 56,3 56,8 57,5
1,6 2,1 1,8 1,8 1,8
204 247 2 518 532 358
91 127 1 291 269 178
14,1 10,7 13,4 13,6 11,5
63,0 44,3 50,5 53,5 48,1
62,7 45,2 48,5 53,8 49,8
1,9 1,5 1,6 1,7 1,6
Geertruidenberg Geldrop Gemert-Bakel Gilze en Rijen Goirle
Son en Breugel Steenbergen Tilburg Uden Valkenswaard
32
Centraal Bureau voor de Statistiek
Geboorte er gemeente naar rovincie, 1998 Levendgeborenen per gemeente naar provincie, 1998 (slot) Live born children per municipality by province, 1998 (end) Provincie Gemeente
Absoluut Totaal
Per 1 000 van de bevolking w.o. jongens
Per 1 000 vrouwen van 15–49 jaar nietgestandaardiseerd
gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal leeftijdsspecifiek vruchtbaarheidscijfer (gemiddeld kindertal per vrouw)
Veghel Veldhoven Vught Waalre Waalwijk
494 549 306 192 557
251 282 162 97 264
13,9 13,2 12,2 11,9 12,4
54,6 51,8 52,8 54,0 49,2
56,1 53,6 55,4 58,9 50,8
1,8 1,7 1,7 1,8 1,6
Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zevenbergen Zundert
311 259 195 479 271
143 148 100 250 143
12,1 12,4 14,0 13,1 13,5
49,2 53,0 55,2 52,7 57,3
51,7 54,1 58,8 53,7 57,0
1,7 1,8 1,9 1,7 1,8
12 445
6 342
10,9
44,7
46,8
1,5
Ambt Montfort Arcen en Velden Beek Beesel Belfeld
104 101 206 161 56
57 57 91 91 26
9,4 11,1 12,0 12,2 10,3
38,8 46,8 49,1 48,8 41,4
43,3 51,1 51,6 50,3 44,8
1,4 1,6 1,6 1,6 1,5
Bergen Born Broekhuizen Brunssum Echt
171 179 30 316 169
85 88 14 171 80
12,8 12,2 15,6 10,4 8,9
52,7 47,2 66,6 43,9 36,6
54,3 51,4 69,2 45,0 39,7
1,7 1,7 2,1 1,5 1,3
Eijsden Geleen Gennep Grubbenvorst Gulpen
157 353 208 95 75
76 164 112 50 39
13,1 10,4 12,4 14,0 9,6
54,4 44,1 50,3 60,7 39,9
57,8 45,3 52,9 63,0 42,0
1,8 1,5 1,7 2,0 1,3
Haelen Heel Heerlen Helden Heythuysen
118 84 944 249 128
54 39 467 139 66
12,0 10,0 9,9 13,0 10,7
52,4 41,0 40,8 52,7 43,5
56,5 44,4 41,7 54,5 46,5
1,7 1,4 1,4 1,7 1,5
Horst Hunsel Kerkrade Kessel Landgraaf
248 82 451 52 401
116 40 226 23 215
12,7 13,6 8,7 12,5 9,7
51,9 53,0 36,2 51,3 38,9
52,7 54,7 39,5 51,2 42,4
1,7 1,7 1,4 1,6 1,4
154 165 1 182 153 85
72 77 597 73 42
11,3 12,9 9,8 11,1 11,5
48,8 51,1 36,6 48,3 46,8
50,3 55,4 37,9 52,1 51,4
1,6 1,8 1,2 1,6 1,6
Meerssen Meijel Mook en Middelaar Nederweert Nuth
197 81 91 222 143
106 38 43 115 69
9,7 14,3 12,1 13,9 8,6
41,3 57,8 51,2 56,7 37,5
45,1 60,2 55,6 59,0 41,5
1,5 1,8 1,7 1,9 1,4
Onderbanken Roerdalen Roermond Roggel en Neer Schinnen
108 101 563 100 144
57 51 310 44 72
12,7 9,7 12,7 12,0 10,4
52,7 40,0 50,5 50,6 45,1
55,8 42,9 50,9 52,2 50,7
1,9 1,4 1,7 1,6 1,7
Sevenum Simpelveld Sittard Stein Susteren
93 111 646 256 139
47 48 338 140 67
12,8 9,5 13,1 9,7 10,7
54,0 42,0 52,2 40,1 43,1
53,7 44,4 52,1 43,5 46,9
1,7 1,5 1,7 1,4 1,5
Swalmen Tegelen Thorn Vaals Valkenburg aan de Geul
77 197 26 86 160
44 88 14 43 75
9,0 10,2 9,8 7,9 8,9
38,2 42,5 43,3 33,8 38,3
43,7 45,6 47,1 34,4 41,3
1,4 1,5 1,5 1,1 1,3
660 572 145 571 79
340 316 78 312 40
10,2 15,3 11,1 12,0 10,2
42,2 61,0 49,2 49,3 43,0
43,9 62,1 55,3 50,0 49,7
1,4 2,0 1,7 1,6 1,5
199 408
102 137
12,7
50,4
50,4
1,6
Limburg
Maasbracht Maasbree Maastricht Margraten Meerlo-Wanssum
Venlo Venray Voerendaal Weert Wittem Nederland / The Netherlands 1) 1)
Standaardbevolking (per geslacht) is de bevolking van Nederland (per geslacht) als geheel, gemiddeld 1998. Standard population (by sex) is the population (by sex) of the Netherlands as a whole, halfway 1998.
Mndstat bevolking 2000/04
33
Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 Deaths per municipality by province, 1998 en het bruto sterftecijfer
Technische toelichting De cijfers over sterfte geven het aantal overledenen onder de werkelijke bevolking van Nederland weer. Geteld wordt hierbij naar de gemeente van inschrijving van de overledene en niet naar de gemeente van overlijden.
Standaardisatie naar leeftijd beoogt de onderlinge vergelijkbaarheid van de gemeentelijke sterftecijfers te bevorderen. Dergelijke cijfers worden immers niet beïnvloed door verschillen in leeftijdsstructuur. Gezien de verschillen tussen mannen- en vrouwensterfte zijn de naar leeftijd gestandaardiseerde sterftecijfers per geslacht bepaald. Als standaardbevolking is de gemiddeld in 1998 aanwezige mannelijke respectievelijk vrouwelijke bevolking van Nederland aangehouden. Bij indirect standaardiseren is verondersteld dat voor iedere gemeente de verhouding tussen het gestandaardiseerde en het niet-gestandaardiseerde sterftecijfer gelijk is aan die tussen het sterftecijfer voor Nederland als geheel en het sterftecijfer dat zou zijn verkregen indien in de betrokken gemeente de leeftijdsspecifieke sterftecijfers van Nederland als geheel zouden hebben gegolden. Indirect gestandaardiseerde sterftecijfers worden derhalve uit de niet-gestandaardiseerde berekend door vermenigvuldiging met de genoemde verhoudings-factor. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende notatie: vj = aantal mannen respectievelijk vrouwen van leeftijd j in NederNederland als geheel; kj = aantal overleden mannen respectievelijk vrouwen van leeftijd j in Nederland als geheel; wj = aantal mannen respectievelijk vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g; lj = aantal overleden mannen respectievelijk vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g. Het bruto sterftecijfer in de gemeente g wordt geschreven als
110 110 g A = 1 000 ∑ lj / ∑ wj j= 0 j= 0
(1)
en dat voor Nederland als geheel als 110 110 N A = 1 000 ∑ kj / ∑ vj . j= 0 j= 0
(2)
Indien voor iedere leeftijd j het sterfequotiënt in gemeente g hetzelfde was als in Nederland als geheel, zouden er in die gemeente wjkj/vj j-jarige mannen respectievelijk vrouwen zijn gestorven. Het aantal overledenen in de gemeente bedroeg dan 110
∑ w k /v j j
j= 0
34
j
110 110 1 000 ∑ wjkj/vj / ∑ wj . j= 0 j= 0
(4)
Het indirect naar leeftijd gestandaardiseerde sterftecijfer in de gemeente g is vervolgens berekend als
110 110 Ag s=Ag.AN/ 1 000 ∑ wjkj/vj / ∑ wj j= 0 j=0
110
g N =A .A .
110
∑ w / 1 000 ∑ w k /v .
j= 0
j
j j
j= 0
j
(5)
Technical explanation Figures on deaths represent the number of deaths in the ‘de jure’ population of the Netherlands. Deaths are recorded in the municipality where the deceased lived at the time of death. These are therefore not necessarily the municipalities where the death occured.
Standardization by age makes it easier to compare municipal death rates, as these figures are not influenced by differences between municipal age structures. There are two well-known standardization methods, viz. direct and indirect standardization. Only indirectly standardized rates are given here, since these rates are less influenced by random disturbances. Indirect standardization boils down to the supposition that for each municipality, the quotient of the standardized and the non-standardized fertility rates is equal to that of the rate for the Netherlands as a whole and the rate which would occur if the age-specific death rates of the Netherlands as a whole were valid in the municipality concerned. The following notation is used: vj = number of males or females aged j in the Netherlands as a whole; kj = number of male or female deaths aged j in the Netherlands as a whole; wj = number of males or females aged j in the municipality g concerned; lj = number of male or female deaths aged j in the municipality g concerned. The crude death rate in municipality g is given by (1), that of the Netherlands as a whole by (2). If for each age j, the death rate in municipality g were equal to that of the Netherlands as a whole, the number of male or female deaths aged j in that municipality would be equal to wjkj/vj. So the number of male or female deaths in that municipality would be given by (3), the crude death rate by (4) and the indirectly standardized death rate by (5).
(3)
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 Deaths per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Overledenen
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking
Totaal
Mannen
Vrouwen
5 545
2 760
2 785
9,9
10,0
9,9
9,0
8,8
138 65 93 65 313
72 36 52 35 156
66 29 41 30 157
11,3 6,1 9,8 9,0 10,5
12,2 6,8 10,9 9,6 10,5
10,4 5,4 8,6 8,3 10,5
9,2 7,2 7,8 9,9 9,0
7,3 5,8 7,3 8,6 9,1
161 1 592 101 209 294
99 747 47 96 155
62 845 54 113 139
9,9 9,4 8,7 11,2 8,9
11,9 8,9 8,0 10,9 9,5
7,7 9,8 9,5 11,4 8,3
9,6 9,7 8,4 6,4 8,8
6,8 9,2 10,8 6,4 7,8
Leek Loppersum De Marne Marum Menterwolde
145 107 105 57 114
80 53 65 24 67
65 54 40 33 47
7,8 9,7 9,6 5,9 9,1
8,6 9,5 11,8 4,9 10,6
7,0 9,8 7,4 7,0 7,6
8,6 8,7 9,0 4,9 10,5
7,6 8,6 6,5 7,7 8,8
Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal
133 75 133 135 371
72 37 66 67 192
61 38 67 68 179
10,0 10,8 9,3 9,2 11,3
10,9 10,7 9,2 9,0 11,9
9,1 10,9 9,3 9,5 10,7
9,9 7,7 8,0 8,3 9,8
8,3 9,0 8,9 9,2 9,1
Veendam Vlagtwedde Winschoten Winsum Zuidhorn
304 221 284 173 157
141 117 139 74 71
163 104 145 99 86
10,7 13,7 15,2 12,4 8,8
10,1 14,6 15,4 10,7 7,9
11,4 12,8 15,0 14,1 9,6
8,4 10,2 10,3 10,6 8,4
9,5 9,3 9,5 13,2 9,7
Groningen Appingedam Bedum Bellingwedde Ten Boer Delfzijl Eemsmond Groningen Grootegast Haren Hoogezand-Sappemeer
Friesland
Totaal
Mannen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd Vrouwen
Mannen
Vrouwen
5 749
2 861
2 888
9,3
9,3
9,3
8,5
8,6
Achtkarspelen Ameland het Bildt Boarnsterhim Bolsward
236 38 92 150 143
120 20 50 81 54
116 18 42 69 89
8,4 11,0 9,1 8,3 15,3
8,4 11,4 9,7 8,9 11,7
8,4 10,5 8,4 7,7 18,8
9,5 9,0 9,4 8,1 9,7
10,1 9,6 8,0 7,1 13,3
Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadeel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat
217 219 67 193 92
101 112 28 105 53
116 107 39 88 39
10,9 9,0 7,7 9,6 9,4
10,2 9,1 6,2 10,5 10,6
11,6 8,8 9,2 8,7 8,1
9,6 8,8 6,3 9,5 8,4
10,8 8,5 9,2 7,2 7,1
Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel
156 426 105 903 54
65 204 61 429 32
91 222 44 474 22
10,1 10,6 8,1 10,2 5,2
8,5 10,4 9,2 9,9 6,1
11,7 10,9 6,9 10,4 4,3
7,9 8,1 9,8 9,1 7,9
9,8 8,0 7,8 8,7 5,6
Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf
82 64 89 105 261
43 40 43 60 141
39 24 46 45 120
6,6 6,1 6,5 9,9 10,2
6,8 7,5 6,2 11,2 11,1
6,4 4,7 6,8 8,5 9,4
6,9 7,5 6,3 8,7 8,7
7,7 5,2 7,3 7,1 8,5
Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Sneek
219 12 202 433 378
119 6 106 199 168
100 6 96 234 210
7,7 12,0 7,6 8,4 12,3
8,3 12,5 7,9 7,9 11,1
7,0 11,5 7,4 8,9 13,4
7,2 9,2 7,5 7,5 10,3
7,0 7,3 8,2 9,2 11,3
Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Wûnseradiel
48 300 10 268 95
26 139 4 144 58
22 161 6 124 37
10,1 9,7 8,7 10,8 8,1
10,3 8,9 6,8 11,7 9,6
9,8 10,4 10,7 9,9 6,5
8,4 8,2 7,5 8,8 10,0
8,4 9,9 11,3 7,4 7,1
Wymbritseradiel
92
50
42
5,9
6,3
5,5
7,2
6,5
4 375
2 309
2 066
9,4
10,0
8,8
8,7
8,6
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen
242 549 239 330 974
141 275 126 182 514
101 274 113 148 460
9,8 9,7 9,2 9,6 9,2
11,4 9,9 9,7 10,6 9,9
8,1 9,4 8,7 8,6 8,6
9,0 9,7 8,3 8,9 9,2
7,4 9,1 9,2 8,1 8,9
Hoogeveen Meppel Middenveld Noordenveld Westerveld
459 310 288 254 184
237 146 161 127 101
222 164 127 127 83
8,7 10,6 9,0 8,2 9,9
9,0 10,2 10,0 8,1 10,8
8,3 10,9 8,0 8,4 9,0
8,6 9,7 8,7 7,0 7,4
8,8 9,9 8,4 8,1 7,7
Drenthe
Mndstat bevolking 2000/04
35
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Province Municipality
Deaths Total
Deaths per 1,000 of the average population Males
Females
Total
Males
Idem, indirectly 1) standardized by age Females
Males
Females
De Wolden Zuidlaren
224 322
133 166
91 156
9,6 10,2
11,3 10,8
7,9 9,8
8,9 7,8
7,6 7,8
Overijssel
9 276
4 696
4 580
8,7
8,8
8,6
8,9
8,8
Almelo Ambt Delden Avereest Bathmen Borne
579 43 106 41 209
287 25 51 25 98
292 18 55 16 111
8,8 7,9 7,0 7,8 9,4
8,8 9,0 6,7 9,6 8,9
8,7 6,7 7,4 6,1 10,0
9,2 10,6 7,1 7,6 9,3
8,7 9,5 7,7 5,3 11,7
Brederwiede Dalfsen Denekamp Deventer Diepenheim
84 117 112 711 34
55 59 51 352 19
29 58 61 359 15
6,8 6,7 9,1 10,0 12,4
8,8 6,7 8,2 10,1 13,8
4,7 6,8 10,0 9,8 10,9
7,6 6,6 8,0 9,8 11,2
5,2 8,5 9,4 8,7 11,2
Diepenveen Enschede Genemuiden Goor Gramsbergen
89 1 510 48 109 43
47 745 28 42 25
42 765 20 67 18
8,4 10,2 5,4 8,8 6,7
9,0 9,9 6,3 6,9 7,6
7,9 10,4 4,6 10,7 5,7
6,7 10,2 8,1 6,6 7,5
6,6 9,9 7,4 9,1 6,1
Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Heino
220 124 262 46 56
109 77 135 32 27
111 47 127 14 29
9,3 8,3 7,5 6,1 7,1
9,1 10,2 7,7 8,4 6,8
9,5 6,4 7,3 3,8 7,4
9,3 11,3 8,4 12,2 6,2
10,2 7,9 9,3 5,6 7,4
Hellendoorn Hengelo Holten IJsselham IJsselmuiden
312 669 84 42 62
173 336 46 29 30
139 333 38 13 32
8,8 8,5 9,6 7,6 4,2
9,7 8,6 10,6 10,3 4,1
7,9 8,4 8,5 4,8 4,4
9,6 8,5 8,1 9,1 5,1
8,1 8,2 7,0 5,3 6,7
Kampen Losser Markelo Nieuwleusen Oldenzaal
311 223 71 72 239
155 109 44 42 115
156 114 27 30 124
9,7 9,9 9,9 8,7 7,8
9,8 9,7 12,1 10,1 7,5
9,5 10,1 7,7 7,3 8,0
9,7 9,6 9,5 9,4 7,9
9,6 11,2 6,6 7,1 8,4
Olst Ommen Ootmarsum Raalte Rijssen
78 140 34 210 195
42 73 14 111 92
36 67 20 99 103
8,4 8,5 7,6 7,4 7,5
9,0 8,8 6,4 7,8 7,1
7,8 8,2 8,8 7,0 7,8
7,1 7,8 6,3 8,4 8,2
6,8 7,9 6,9 7,9 9,4
Stad Delden Staphorst Steenwijk Tubbergen Vriezenveen
129 94 229 141 139
53 46 107 85 76
76 48 122 56 63
17,6 6,2 10,1 7,1 7,0
15,1 5,9 9,5 8,4 7,6
19,9 6,4 10,7 5,8 6,4
10,7 6,9 7,9 9,6 9,5
11,9 9,5 9,5 7,4 8,5
Weerselo Wierden Wijhe Zwartsluis Zwolle
68 168 68 44 911
42 96 38 25 428
26 72 30 19 483
7,3 7,3 9,0 9,9 8,8
8,7 8,2 10,0 11,3 8,5
5,8 6,3 8,1 8,5 9,0
8,8 9,1 8,7 10,9 9,1
7,1 8,4 8,2 8,4 9,1
Flevoland
1 620
888
732
5,4
5,9
4,9
8,5
8,8
599 186 433 297 73
332 102 222 172 41
267 84 211 125 32
4,6 5,5 7,1 7,1 4,8
5,1 5,9 7,3 8,2 5,3
4,0 5,0 6,8 6,0 4,2
8,8 7,9 9,4 7,7 10,3
8,9 9,0 10,3 7,0 9,2
32
19
13
2,0
2,4
1,7
4,7
5,6
16 587
8 314
8 273
8,7
8,9
8,6
8,8
8,8
143 70 30 1 510 1 367
86 29 23 727 646
57 41 7 783 721
7,6 15,7 6,4 9,9 10,0
9,2 13,2 9,6 9,7 9,7
6,1 18,1 3,0 10,1 10,3
8,2 12,8 11,6 9,1 9,8
6,0 15,1 4,7 9,2 9,6
315 108 159 168 102
163 60 90 80 51
152 48 69 88 51
6,7 6,3 8,7 6,8 9,9
6,9 7,0 9,8 6,4 9,7
6,4 5,7 7,5 7,2 10,2
7,9 7,6 10,1 9,2 8,2
8,1 7,2 8,3 11,4 9,2
Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk Zeewolde Gelderland Aalten Ammerzoden Angerlo Apeldoorn Arnhem Barneveld Bemmel Bergh Beuningen Borculo
36
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Overledenen
Totaal
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Brakel Brummen Buren Culemborg Didam
43 202 67 199 116
33 89 35 99 70
10 113 32 100 46
6,1 9,4 6,6 8,2 7,0
9,3 8,3 6,9 8,2 8,4
2,8 10,5 6,3 8,1 5,6
9,2 8,1 8,7 9,8 10,5
3,7 11,2 8,7 9,7 7,5
Dinxperlo Dodewaard Doesburg Doetinchem Druten
68 27 86 357 100
33 17 42 184 52
35 10 44 173 48
7,9 6,2 7,7 7,8 6,1
7,7 7,8 7,5 8,1 6,4
8,1 4,6 7,8 7,5 5,8
7,2 9,5 8,5 7,8 8,5
9,2 6,7 9,1 7,8 8,5
Duiven Echteld Ede Eibergen Elburg
132 53 817 128 157
66 26 398 68 90
66 27 419 60 67
5,4 7,9 8,1 7,8 7,3
5,4 7,7 8,0 8,0 8,4
5,3 8,1 8,1 7,5 6,2
7,7 7,2 8,2 8,1 9,4
10,0 8,3 8,6 8,1 8,1
Elst Epe Ermelo Geldermalsen Gendringen
111 340 234 162 157
65 168 111 83 92
46 172 123 79 65
6,7 10,2 8,7 6,8 7,6
7,8 10,3 8,4 7,0 8,8
5,5 10,2 9,0 6,6 6,3
9,3 8,1 7,5 7,9 9,6
6,9 8,9 8,3 8,3 7,7
Gendt Gorssel Groenlo Groesbeek Harderwijk
47 152 111 205 281
23 86 53 84 145
24 66 58 121 136
6,5 11,5 12,2 10,6 7,2
6,4 13,3 11,8 8,9 7,6
6,6 9,8 12,6 12,4 6,9
7,5 8,1 11,5 8,1 8,7
8,3 7,3 11,2 10,0 8,0
Hattem Hedel Heerde Heerewaarden Hengelo
109 27 213 12 92
56 15 112 7 49
53 12 101 5 43
9,3 6,1 11,7 8,9 10,9
9,8 6,7 12,5 10,6 11,5
8,9 5,5 11,0 7,3 10,4
9,2 8,2 11,0 10,9 9,8
8,7 8,7 10,0 7,6 9,5
52 76 40 96 39
25 50 25 44 20
27 26 15 52 19
6,0 4,9 4,7 6,1 8,7
5,7 6,5 5,8 5,6 8,9
6,3 3,3 3,6 6,6 8,4
7,1 8,0 7,5 7,5 7,1
8,4 4,8 6,2 10,1 7,5
Kerkwijk Kesteren Lichtenvoorde Lienden Lingewaal
60 81 112 56 68
35 40 67 31 42
25 41 45 25 26
8,8 7,6 5,9 7,1 6,4
10,3 7,5 6,9 7,7 7,9
7,4 7,6 4,9 6,4 4,9
10,2 10,3 8,6 9,0 8,8
7,8 10,9 6,8 9,4 6,2
Lochem Maasdriel Maurik Millingen aan de Rijn Neede
221 61 47 38 97
109 35 24 20 50
112 26 23 18 47
11,7 6,5 7,0 6,4 8,8
11,7 7,4 7,1 6,8 9,0
11,6 5,6 6,9 6,1 8,5
8,2 9,2 7,5 7,9 8,2
8,7 7,5 8,2 6,9 9,1
92 202 1 326 182 153
52 90 653 94 81
40 112 673 88 72
8,4 7,4 8,8 7,0 6,9
9,3 6,6 9,0 7,3 7,3
7,4 8,3 8,6 6,7 6,5
10,1 7,7 9,5 6,9 8,3
8,5 9,9 8,7 6,9 8,5
Putten Renkum Rheden Rijnwaarden Rossum
203 397 576 94 31
101 187 276 52 16
102 210 300 42 15
9,1 12,4 13,0 8,6 9,6
9,1 12,4 12,9 9,4 10,0
9,1 12,4 13,1 7,7 9,3
9,0 7,4 9,0 11,2 10,7
10,3 7,0 8,3 10,9 12,5
Rozendaal Ruurlo Scherpenzeel Steenderen Tiel
11 69 85 45 312
3 38 46 29 140
8 31 39 16 172
9,0 8,7 9,4 9,2 8,4
5,1 9,5 10,2 11,7 7,7
12,6 7,8 8,5 6,7 9,2
2,9 7,8 11,7 12,0 8,6
12,1 7,7 9,5 7,9 10,0
Ubbergen Valburg Voorst Vorden Wageningen
115 98 234 72 340
56 58 138 39 152
59 40 96 33 188
12,4 7,5 9,9 8,6 10,3
12,2 8,9 11,6 9,5 9,3
12,6 6,2 8,2 7,7 11,2
10,0 10,0 10,0 6,6 9,5
10,0 7,6 7,5 5,6 10,2
Warnsveld Wehl West Maas en Waal Westervoort Wijchen
65 55 165 74 263
29 32 83 35 129
36 23 82 39 134
7,2 8,2 9,2 4,6 7,0
6,6 9,4 9,2 4,4 6,9
7,8 7,0 9,2 4,8 7,1
6,0 10,1 9,3 7,5 8,8
8,1 8,1 9,6 10,9 9,5
Winterswijk Wisch Zaltbommel Zelhem Zevenaar
335 288 86 99 232
153 129 44 60 114
182 159 42 39 118
11,8 14,6 7,7 8,8 8,7
10,8 13,1 7,9 10,6 8,7
12,7 16,0 7,4 6,9 8,8
8,4 10,4 10,1 8,9 9,3
10,3 12,9 9,0 6,7 10,1
Zutphen
367
182
185
10,7
11,0
10,5
10,5
9,1
Heteren Heumen Hoevelaken Huissen Hummelo en Keppel
Neerijnen Nijkerk Nijmegen Nunspeet Oldebroek
Mndstat bevolking 2000/04
37
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Overledenen
Totaal
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking Mannen
Vrouwen
Totaal
Mannen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Utrecht
8 970
4 383
4 587
8,2
8,2
8,2
8,9
8,5
Abcoude Amerongen Amersfoort Baarn De Bilt
41 74 1 000 283 427
26 31 470 133 181
15 43 530 150 246
4,8 10,2 8,2 11,6 13,0
6,3 8,6 7,9 11,5 11,9
3,5 11,7 8,5 11,7 14,1
6,3 7,9 9,0 9,3 7,8
4,6 9,2 8,5 8,7 8,5
Breukelen Bunnik Bunschoten Doorn Driebergen-Rijsenburg
114 80 97 204 215
65 45 62 97 89
49 35 35 107 126
8,1 5,7 5,1 20,3 11,7
9,4 6,5 6,4 20,7 10,1
6,8 5,0 3,7 20,0 13,1
9,6 6,3 9,6 12,3 7,9
7,5 5,8 6,2 9,0 9,0
Eemnes Harmelen Houten IJsselstein Leersum
38 100 139 151 64
26 45 76 75 40
12 55 63 76 24
4,6 12,5 4,3 5,8 8,8
6,3 11,3 4,7 5,8 11,0
2,9 13,6 3,8 5,7 6,6
9,4 13,6 7,3 8,2 10,3
5,7 12,2 8,0 8,2 6,0
Leusden Loenen Loosdrecht Lopik Maarn
209 65 130 78 38
104 46 57 46 18
105 19 73 32 20
7,4 7,6 14,7 5,9 6,5
7,5 10,9 13,3 6,8 6,2
7,3 4,4 16,1 4,9 6,8
8,4 10,2 10,0 8,5 4,6
8,6 4,2 11,7 7,8 7,0
Maarssen Maartensdijk Montfoort Nieuwegein Oudewater
265 80 61 376 82
138 54 35 176 45
127 26 26 200 37
6,5 8,4 4,6 6,1 8,3
6,8 11,6 5,2 5,7 9,3
6,1 5,4 4,0 6,4 7,4
9,6 11,2 7,6 8,2 10,0
9,6 6,1 6,8 10,0 7,9
18 137 243 404 2 063
10 73 124 208 952
8 64 119 196 1 111
4,5 8,0 7,1 9,2 8,9
5,0 8,6 7,3 9,7 8,6
4,0 7,5 7,0 8,7 9,1
7,1 8,2 9,1 8,8 9,6
6,7 8,0 9,4 7,7 9,1
Veenendaal Vleuten-De Meern Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg
399 117 107 225 82
200 68 61 111 52
199 49 46 114 30
6,8 6,0 4,7 6,0 7,6
6,9 7,1 5,3 5,9 9,5
6,7 5,0 4,0 6,0 5,6
8,6 7,5 8,7 7,5 10,4
8,5 6,1 7,4 7,7 6,8
Zeist
764
344
420
12,8
12,2
13,4
9,5
9,1
22 154
10 682
11 472
8,9
8,7
9,0
8,7
8,7
176 27 685 786 6 690
90 15 338 363 3 112
86 12 347 423 3 578
7,8 5,6 7,4 10,1 9,3
8,0 6,1 7,4 9,8 8,8
7,6 5,0 7,3 10,4 9,7
7,6 7,2 8,1 7,5 9,4
7,5 7,3 7,9 8,1 9,1
Andijk Anna Paulowna Beemster Bennebroek Bergen
35 83 54 93 173
17 48 31 36 70
18 35 23 57 103
5,5 6,1 6,5 18,2 12,3
5,2 7,0 7,4 14,9 10,6
5,8 5,2 5,5 21,2 13,9
6,7 8,8 7,4 9,9 7,0
7,1 7,5 6,8 12,2 7,8
Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum Castricum
346 79 228 409 192
200 47 96 187 100
146 32 132 222 92
9,7 8,1 13,7 13,2 8,4
11,5 10,0 12,3 13,0 8,9
8,0 6,4 14,9 13,4 7,8
9,6 9,0 7,5 8,7 7,6
7,0 6,4 7,6 7,6 7,5
Diemen Drechterland Edam-Volendam Egmond Enkhuizen
160 48 200 106 140
82 22 102 54 68
78 26 98 52 72
6,7 5,0 7,4 9,3 8,4
7,0 4,5 7,5 9,5 8,2
6,4 5,4 7,3 9,2 8,6
8,0 6,1 10,2 8,8 8,3
7,7 8,6 10,9 8,4 7,9
35 62 1 548 35 690
23 34 736 18 352
12 28 812 17 338
5,6 6,6 10,5 6,7 6,3
7,4 7,4 10,3 7,0 6,5
3,9 5,9 10,6 6,4 6,2
7,9 6,7 9,1 7,6 8,2
4,7 5,6 8,2 8,3 8,7
70 294 355 291 169
40 155 146 131 80
30 139 209 160 89
4,7 8,3 13,7 6,9 7,9
5,2 8,9 12,1 6,1 7,5
4,2 7,7 15,1 7,7 8,2
6,9 9,2 8,0 9,0 6,0
6,6 9,2 8,6 12,7 7,2
Renswoude Rhenen De Ronde Venen Soest Utrecht
Noord-Holland Aalsmeer Akersloot Alkmaar Amstelveen Amsterdam
Graft-De Rijp ‘s-Graveland Haarlem Haarlemmerliede c.a. Haarlemmermeer Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo
38
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Overledenen
Totaal
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking Mannen
Vrouwen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Den Helder Hilversum Hoorn Huizen Landsmeer
546 952 481 235 67
267 427 234 112 35
279 525 247 123 32
9,1 11,6 7,6 5,6 6,5
8,9 10,8 7,5 5,5 6,9
9,3 12,2 7,7 5,7 6,0
9,4 8,0 9,2 6,3 6,4
9,4 8,3 9,5 7,3 7,2
Langedijk Laren Limmen Medemblik Muiden
124 251 41 53 54
71 83 18 32 29
53 168 23 21 25
5,3 21,6 6,4 7,2 7,9
6,0 15,3 5,6 8,6 8,4
4,5 27,3 7,1 5,7 7,3
7,2 8,9 6,8 9,3 8,2
6,7 13,8 9,4 7,2 8,2
Naarden Nederhorst den Berg Niedorp Noorder-Koggenland Obdam
159 39 61 63 29
75 19 30 36 19
84 20 31 27 10
9,4 7,6 5,4 6,1 4,6
9,3 7,3 5,2 7,0 6,0
9,6 7,9 5,5 5,3 3,2
6,6 7,7 6,3 7,7 8,1
7,0 9,8 7,5 6,9 5,4
Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Purmerend Schagen
63 62 126 534 198
31 31 70 275 80
32 31 56 259 118
7,3 5,8 10,3 7,9 11,5
7,3 5,8 11,8 8,3 9,4
7,2 5,8 8,9 7,5 13,5
7,2 6,6 9,8 9,4 9,2
7,2 8,2 7,6 9,4 12,9
Schermer Schoorl Stede Broec Texel Uitgeest
28 52 188 143 61
18 30 89 65 34
10 22 99 78 27
5,7 7,9 9,0 10,7 5,5
7,1 9,1 8,4 9,8 6,1
4,2 6,7 9,6 11,6 4,9
8,1 7,1 10,3 8,4 8,2
7,0 5,6 12,7 11,1 7,5
Uithoorn Velsen Venhuizen Waterland Weesp
173 703 43 130 210
92 376 28 64 91
81 327 15 66 119
6,7 10,6 5,8 7,4 11,6
7,2 11,6 7,4 7,3 10,3
6,2 9,7 4,1 7,5 12,8
7,4 9,8 7,8 7,7 10,3
8,3 8,4 5,1 9,2 11,9
Wervershoof Wester-Koggenland Wieringen Wieringermeer Wognum
43 102 70 82 46
27 54 38 48 27
16 48 32 34 19
5,1 7,7 8,4 6,8 5,9
6,3 8,1 9,1 7,8 6,8
3,9 7,3 7,6 5,7 5,0
7,4 10,2 7,8 7,6 9,2
5,7 9,8 6,5 6,6 7,0
102 1 276 194 29 82
60 624 93 14 43
42 652 101 15 39
6,9 9,5 12,5 4,7 7,3
8,0 9,4 12,6 4,5 7,5
5,7 9,6 12,4 4,9 7,2
8,3 9,1 8,4 5,2 7,6
7,0 9,3 7,7 8,0 9,3
Wormerland Zaanstad Zandvoort Zeevang Zijpe Zuid-Holland
30 536
14 657
15 879
9,1
8,8
9,3
8,6
8,6
Ter Aar Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alphen aan den Rijn
59 144 145 93 474
35 78 76 54 226
24 66 69 39 248
6,5 8,0 9,3 6,4 6,9
7,6 8,8 9,7 7,4 6,6
5,3 7,3 8,8 5,5 7,1
9,9 8,4 8,6 8,7 8,5
7,4 7,1 9,1 7,9 9,4
Barendrecht Bergambacht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse
167 51 96 86 76
87 29 39 42 44
80 22 57 44 32
6,5 5,5 8,9 5,3 6,0
6,8 6,4 7,3 5,1 6,9
6,2 4,7 10,5 5,5 5,1
7,0 6,3 9,4 6,0 7,1
7,1 5,8 14,2 6,7 7,0
Binnenmaas Bleiswijk Bodegraven Boskoop Brielle
137 52 111 112 138
83 30 51 50 68
54 22 60 62 70
7,2 5,2 5,7 7,5 8,7
8,8 5,9 5,3 6,6 8,7
5,7 4,6 6,2 8,3 8,7
8,7 8,3 6,8 7,6 8,9
6,1 8,4 8,1 9,7 9,9
485 99 823 75 1 179
241 50 403 36 579
244 49 420 39 600
7,6 7,8 8,7 9,3 9,9
7,8 7,9 8,1 9,1 9,9
7,4 7,7 9,3 9,5 9,9
7,8 8,0 8,8 8,4 9,6
7,3 8,7 8,5 8,2 9,1
80 101 309 589 60
53 58 146 278 35
27 43 163 311 25
5,7 9,1 9,4 8,2 6,3
7,5 10,5 9,1 8,0 7,2
3,9 7,7 9,7 8,5 5,3
8,3 8,9 8,6 8,7 7,7
5,5 7,7 8,9 8,1 6,1
80 5 011 141 136 16
38 2 285 66 64 9
42 2 726 75 72 7
9,2 11,3 7,5 7,7 4,5
8,8 10,7 7,0 7,3 5,0
9,7 12,0 7,9 8,1 4,0
7,8 9,1 7,4 7,4 4,8
9,7 8,4 8,8 8,8 5,0
Capelle aan den IJssel Cromstrijen Delft Dirksland Dordrecht Giessenlanden Goedereede Gorinchem Gouda Graafstroom ‘s-Gravendeel ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenzande Hardinxveld-Giessendam Heerjansdam
Mndstat bevolking 2000/04
39
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Overledenen
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking
Totaal
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Jacobswoude Katwijk
288 122 245 53 362
155 63 95 29 178
133 59 150 24 184
7,7 5,9 11,9 4,9 8,9
8,3 6,1 9,4 5,2 8,8
7,1 5,6 14,4 4,6 9,0
10,0 6,9 9,1 6,2 9,5
9,2 7,2 12,3 6,4 9,4
Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Leiden Leiderdorp
85 214 228 874 174
50 99 91 426 86
35 115 137 448 88
8,2 7,6 11,0 7,5 7,1
9,6 7,1 8,8 7,5 7,3
6,7 8,0 13,1 7,5 7,0
10,1 7,0 9,3 8,1 7,8
7,7 8,7 12,9 7,8 8,0
Leidschendam Liemeer De Lier Liesveld Lisse
336 28 65 43 143
151 16 37 27 70
185 12 28 16 73
9,5 4,0 5,8 4,5 6,5
8,7 4,5 6,5 5,6 6,4
10,2 3,6 5,1 3,4 6,6
7,4 6,7 8,2 7,7 7,0
9,6 7,6 7,0 5,2 7,1
Maasland Maassluis Middelharnis Monster Moordrecht
36 272 193 169 54
19 144 88 90 30
17 128 105 79 24
5,3 8,2 11,7 8,4 7,1
5,6 8,8 11,1 9,0 7,8
5,1 7,7 12,3 7,8 6,4
6,6 9,3 8,8 8,8 9,1
8,6 8,5 9,1 8,2 8,9
Naaldwijk Nederlek Nieuw-Lekkerland Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop
236 127 46 101 79
106 71 21 51 46
130 56 25 50 33
8,2 8,5 4,9 4,9 7,1
7,3 9,7 4,4 5,0 8,3
9,1 7,4 5,4 4,9 6,0
7,7 10,0 6,3 6,4 10,5
9,3 7,8 9,1 7,2 7,8
Noordwijk Noordwijkerhout Nootdorp Oegstgeest Oostflakkee
222 131 79 198 83
112 77 40 73 43
110 54 39 125 40
8,8 8,5 8,1 9,8 8,3
9,0 9,9 8,1 7,5 8,6
8,7 7,1 8,0 11,9 8,0
9,4 10,0 11,1 6,6 7,9
8,8 8,3 11,4 9,5 8,7
Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Pijnacker Reeuwijk
171 57 193 102 91
76 21 107 53 55
95 36 86 49 36
7,7 7,0 6,7 4,9 7,1
7,0 5,1 7,5 5,1 8,5
8,5 8,9 5,8 4,8 5,6
8,0 5,2 8,3 6,2 9,0
9,0 9,6 7,4 6,9 6,5
395 77 115 622 6 534
205 45 67 249 3 035
190 32 48 373 3 499
8,4 5,3 5,9 12,5 11,0
8,9 6,2 6,8 10,7 10,5
8,0 4,4 5,0 14,2 11,6
8,1 8,6 8,4 7,4 9,4
8,0 6,2 6,9 9,3 9,0
Rozenburg Sassenheim Schiedam Schipluiden Schoonhoven
92 142 785 46 82
45 59 358 27 35
47 83 427 19 47
6,8 9,7 10,5 4,4 7,0
6,6 8,3 9,7 5,0 6,1
6,9 11,1 11,2 3,8 7,8
7,9 8,5 8,7 6,6 6,5
10,1 11,1 9,3 5,8 8,5
Sliedrecht Spijkenisse Strijen Valkenburg Vianen
295 399 80 27 131
138 222 44 14 63
157 177 36 13 68
12,4 5,6 8,5 7,6 6,8
11,9 6,3 9,3 7,7 6,6
12,8 4,9 7,7 7,4 7,0
9,9 8,3 9,5 9,4 8,3
10,5 8,5 8,2 11,4 10,3
Vlaardingen Vlist Voorburg Voorhout Voorschoten
787 75 457 55 186
414 34 217 24 77
373 41 240 31 109
10,6 7,6 11,8 4,4 8,1
11,5 6,8 11,9 3,8 6,9
9,8 8,5 11,7 5,0 9,3
9,2 6,3 8,1 4,9 5,6
8,2 8,7 7,3 7,7 7,3
Waddinxveen Warmond Wassenaar Wateringen Westvoorne
145 114 314 102 113
78 28 141 67 58
67 86 173 35 55
5,4 21,5 12,0 6,7 8,1
5,8 11,0 11,3 8,8 8,5
5,0 31,0 12,7 4,7 7,8
7,0 8,1 7,4 9,3 6,2
6,7 13,9 7,6 6,1 5,9
Zederik Zevenhuizen-Moerkapelle Zoetermeer Zoeterwoude Zwijndrecht
99 86 704 50 402
46 39 351 25 223
53 47 353 25 179
7,3 8,6 6,5 5,8 9,6
6,8 8,0 6,6 5,7 10,9
7,8 9,3 6,4 5,9 8,4
6,6 8,3 8,6 7,1 9,7
8,5 10,1 8,3 8,1 8,2
3 708
1 870
1 838
10,0
10,2
9,8
7,9
8,0
113 150 446 82 200
56 86 201 55 107
57 64 245 27 93
9,4 6,9 12,7 10,4 10,2
9,3 7,8 11,8 13,8 11,0
9,4 6,0 13,5 6,9 9,5
6,4 6,8 8,9 10,5 8,4
7,6 6,7 9,6 5,9 8,1
Ridderkerk Rijnsburg Rijnwoude Rijswijk Rotterdam
Zeeland Axel Borsele Goes Hontenisse Hulst
40
Vrouwen
Totaal
Mannen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (vervolg) Deaths per municipality by province, 1998 (continued) Provincie Gemeente
Overledenen
Totaal
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking Mannen
Vrouwen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Kapelle Middelburg Noord-Beveland Oostburg Reimerswaal
74 415 76 208 183
42 204 43 109 88
32 211 33 99 95
6,7 9,3 11,1 11,7 9,0
7,7 9,4 12,6 12,5 8,6
5,7 9,3 9,6 10,9 9,3
6,6 7,8 7,5 7,6 7,3
5,5 7,4 6,6 6,7 8,0
Sas van Gent Schouwen-Duiveland Sluis-Aardenburg Terneuzen Tholen
73 361 98 345 191
38 179 45 185 83
35 182 53 160 108
8,4 10,9 15,1 9,9 8,1
8,9 10,9 14,1 10,8 7,1
7,9 10,9 16,1 9,1 9,2
7,0 7,5 7,8 8,5 6,0
6,5 8,2 9,2 7,8 9,0
Veere Vlissingen
284 409
135 214
149 195
12,8 9,2
12,2 9,6
13,5 8,7
8,9 8,5
10,7 7,5
18 479
9 391
9 088
7,9
8,1
7,8
8,8
9,0
Aalburg Alphen-Chaam Asten Baarle-Nassau Bergen op Zoom
86 55 106 62 571
49 35 53 35 296
37 20 53 27 275
7,4 5,9 6,7 10,2 8,9
8,4 7,4 6,6 11,2 9,3
6,4 4,3 6,8 9,1 8,5
8,7 7,4 7,6 9,7 8,8
7,7 6,0 8,6 9,0 8,3
Bergeyk Bernheze Best Bladel Boekel
90 231 125 158 50
53 104 72 82 30
37 127 53 76 20
5,1 8,2 5,0 8,3 5,5
5,8 7,3 5,7 8,5 6,5
4,3 9,1 4,2 8,2 4,5
6,8 9,2 7,9 10,4 7,8
6,3 10,7 7,2 11,3 6,1
Boxmeer Boxtel Breda Budel Cuijk
195 273 1 472 137 147
93 137 721 77 67
102 136 751 60 80
6,8 9,3 9,3 6,8 6,2
6,5 9,4 9,4 7,4 5,6
7,2 9,3 9,2 6,1 6,9
8,0 11,0 8,7 8,2 7,2
7,8 10,2 8,6 8,2 10,2
Deurne Dongen Eersel Eindhoven Etten-Leur
213 189 118 1 963 255
119 102 69 979 120
94 87 49 984 135
6,7 7,7 6,5 9,9 7,1
7,4 8,3 7,3 9,9 6,7
5,9 7,1 5,5 9,9 7,4
9,3 9,7 9,2 9,4 8,1
8,6 8,3 8,3 8,8 9,2
Geertruidenberg Geldrop Gemert-Bakel Gilze en Rijen Goirle
194 204 214 150 177
99 105 108 74 86
95 99 106 76 91
9,2 7,5 7,8 6,3 8,0
9,3 7,7 7,8 6,1 7,8
9,1 7,2 7,9 6,4 8,2
10,5 8,8 9,5 7,1 9,3
10,7 8,9 10,6 8,6 12,1
Grave Haaren Halderberge Heeze-Leende Helmond
89 118 263 125 581
50 67 139 82 295
39 51 124 43 286
7,1 8,4 8,9 8,2 7,4
7,7 9,3 9,4 10,5 7,5
6,4 7,5 8,4 5,7 7,3
9,5 10,8 9,3 10,4 9,2
9,2 10,5 9,2 6,7 9,9
1 033 258 77 157 131
493 144 56 70 53
540 114 21 87 78
8,1 6,1 5,3 7,3 9,2
7,9 6,7 7,6 6,4 7,3
8,3 5,5 3,0 8,1 11,2
9,3 8,7 9,6 8,1 8,2
9,6 8,2 3,9 9,7 12,0
Lith Loon op Zand Maasdonk Made Mierlo
33 182 68 182 79
18 103 27 94 44
15 79 41 88 35
5,0 8,1 6,0 6,9 7,8
5,4 9,2 4,7 7,1 8,7
4,6 7,0 7,3 6,7 6,9
6,6 10,2 6,1 7,5 10,5
6,8 8,2 8,1 8,3 9,9
Mill en Sint Hubert Nuenen c.a. Oirschot Oisterwijk Oosterhout
70 124 121 221 350
33 80 54 111 173
37 44 67 110 177
6,4 5,3 6,9 8,7 6,8
5,9 6,7 6,1 8,9 6,8
6,8 3,8 7,8 8,6 6,8
6,3 8,8 7,0 9,4 7,5
8,4 6,1 9,0 8,4 8,8
Oss Ravenstein Reusel-De Mierden Roosendaal Rucphen
493 51 62 620 187
265 35 32 303 112
228 16 30 317 75
7,6 6,0 5,0 8,4 8,4
8,2 8,1 5,1 8,3 9,9
7,0 3,8 4,9 8,5 6,8
9,2 10,0 6,9 8,3 10,8
8,7 5,3 7,1 9,4 10,4
Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren
158 71 193 124 129
71 31 99 67 71
87 40 94 57 58
7,1 6,2 7,0 7,3 7,1
6,3 5,3 7,2 7,8 7,7
7,8 7,1 6,9 6,8 6,5
8,0 5,4 7,4 8,8 9,9
9,0 8,1 8,1 8,5 8,8
96 238 1 653 253 257
48 119 820 139 124
48 119 833 114 133
6,6 10,3 8,8 6,5 8,3
6,6 10,3 8,8 7,1 8,0
6,7 10,3 8,7 5,9 8,5
6,2 9,7 9,8 8,9 8,5
8,2 10,7 9,5 8,8 9,2
Noord-Brabant
‘s-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Laarbeek Landerd
Son en Breugel Steenbergen Tilburg Uden Valkenswaard
Mndstat bevolking 2000/04
41
Sterfte er gemeente naar rovincie, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 (slot) Deaths per municipality by province, 1998 (end) Provincie Gemeente
Overledenen
Totaal
Overledenen per 1 000 van de gemiddelde bevolking Mannen
Vrouwen
Idem, indirect gestandaardiseerd naar 1) leeftijd
Totaal
Mannen
Vrouwen
Mannen
Vrouwen
Veghel Veldhoven Vught Waalre Waalwijk
246 236 308 93 350
118 124 130 45 183
128 112 178 48 167
6,9 5,7 12,3 5,8 7,8
6,6 5,9 10,5 5,7 8,2
7,2 5,4 14,0 5,9 7,4
8,4 7,7 9,4 5,1 9,1
9,1 8,6 12,0 5,6 8,8
Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zevenbergen Zundert
142 193 127 347 155
78 100 56 170 100
64 93 71 177 55
5,5 9,2 9,1 9,5 7,7
6,0 9,5 8,1 9,3 9,7
5,0 9,0 10,1 9,7 5,6
6,7 8,5 8,4 9,6 9,3
7,1 10,3 10,4 10,9 6,5
10 483
5 398
5 085
9,2
9,5
8,9
9,6
9,3
Ambt Montfort Arcen en Velden Beek Beesel Belfeld
102 46 117 82 35
50 24 64 41 21
52 22 53 41 14
9,2 5,1 6,8 6,2 6,5
9,0 5,3 7,5 6,2 7,7
9,4 4,9 6,1 6,3 5,2
8,6 5,9 7,8 7,4 8,9
10,0 7,8 7,1 8,0 8,6
Bergen Born Broekhuizen Brunssum Echt
117 99 8 317 190
68 56 4 167 99
49 43 4 150 91
8,7 6,7 4,2 10,5 10,0
10,1 7,6 4,0 11,3 10,4
7,4 5,8 4,3 9,7 9,6
10,5 9,4 4,6 10,0 10,2
9,6 7,3 6,4 9,0 10,0
Eijsden Geleen Gennep Grubbenvorst Gulpen
86 364 148 44 79
33 196 89 25 46
53 168 59 19 33
7,2 10,7 8,8 6,5 10,1
5,5 11,7 10,2 7,2 11,8
8,8 9,7 7,3 5,7 8,4
6,0 10,1 11,3 9,5 11,3
8,4 9,0 9,1 6,7 8,3
119 82 1 113 148 74
47 39 556 77 44
72 43 557 71 30
12,1 9,8 11,7 7,7 6,2
9,7 9,3 11,9 7,8 7,3
14,4 10,2 11,5 7,6 5,0
9,6 10,5 10,8 9,2 7,9
12,0 12,6 10,2 9,6 5,0
165 41 630 19 350
82 28 301 12 184
83 13 329 7 166
8,5 6,8 12,1 4,6 8,4
8,3 9,2 11,8 5,6 9,0
8,7 4,4 12,4 3,5 7,9
9,3 12,3 10,5 6,5 9,4
10,5 8,1 11,5 5,3 9,2
104 85 1 239 87 36
52 49 588 44 22
52 36 651 43 14
7,6 6,6 10,3 6,3 4,9
7,6 7,6 10,1 6,2 5,8
7,7 5,7 10,4 6,4 3,9
7,0 9,9 9,0 6,4 7,7
8,0 8,8 9,5 7,7 5,7
Meerssen Meijel Mook en Middelaar Nederweert Nuth
191 43 38 106 165
91 35 23 47 87
100 8 15 59 78
9,4 7,6 5,0 6,6 9,9
9,0 12,2 6,0 5,7 10,4
9,7 2,9 4,0 7,5 9,3
8,5 13,4 6,5 6,7 10,3
9,8 3,6 5,8 10,0 9,5
Onderbanken Roerdalen Roermond Roggel en Neer Schinnen
74 69 420 50 123
45 45 220 28 66
29 24 200 22 57
8,7 6,6 9,5 6,0 8,9
10,6 8,5 10,1 6,5 9,4
6,8 4,7 8,9 5,5 8,3
11,1 9,3 10,3 7,2 10,0
7,7 6,7 8,8 7,5 9,7
Sevenum Simpelveld Sittard Stein Susteren
55 113 461 214 100
29 61 235 114 64
26 52 226 100 36
7,6 9,7 9,3 8,1 7,7
7,8 10,5 9,6 8,6 9,8
7,4 8,9 9,0 7,6 5,5
8,9 10,2 10,0 8,9 10,5
9,5 9,0 9,6 9,2 6,5
Swalmen Tegelen Thorn Vaals Valkenburg aan de Geul
97 225 32 104 200
51 110 15 57 91
46 115 17 47 109
11,4 11,6 12,1 9,5 11,1
11,9 11,5 11,4 10,5 10,2
10,8 11,7 12,7 8,6 12,0
11,2 11,1 8,2 8,6 9,0
12,2 10,2 9,0 6,9 9,8
Limburg
Haelen Heel Heerlen Helden Heythuysen Horst Hunsel Kerkrade Kessel Landgraaf Maasbracht Maasbree Maastricht Margraten Meerlo-Wanssum
Venlo Venray Voerendaal Weert Wittem Nederland / The Netherlands 1) 1)
631 282 111 405 48
323 150 71 202 30
308 132 40 203 18
9,8 7,5 8,5 8,5 6,2
10,2 8,0 10,8 8,5 7,7
9,4 7,1 6,2 8,5 4,7
10,3 10,2 10,2 9,0 8,2
9,2 8,9 7,9 9,8 5,7
137 482
68 209
69 273
8,8
8,8
8,7
8,8
8,7
Standaardbevolking (per geslacht) is de bevolking van Nederland (per geslacht) als geheel, gemiddeld 1998. Standard population (by sex) is the population (by sex) of the Netherlands as a whole, average 1998.
42
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1998 Nuptiality per municipality by province, 1998
Technische toelichting
Algemeen De cijfers betreffende de huwelijkssluitingen (tabel 1) hebben betrekking op álle huwelijken waarvan ten minste één van de huwelijkspartners als ingezetene in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente is opgenomen. De cijfers betreffende echtscheidingen (tabel 1) hebben betrekking op de echtscheidingen waarvan ten minste één der betrokken partners als ingezetene in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente is opgenomen. Het maakt daarbij niet uit of de echtscheiding al dan niet door een Nederlandse rechter is uitgesproken. Huwelijken die in het buitenland zijn gesloten en in Nederland zijn geregistreerd, kunnen in Nederland worden ontbonden door inschrijving van het echtscheidingsvonnis in het echtscheidingsregister van de gemeente ‘s-Gravenhage. De opgenomen gegevens over huwenden en van echt scheidenden (tabel 2) hebben betrekking op de ‘de jure’-bevolking, dat wil zeggen de personen die actueel in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente staan ingeschreven. In het geval dat een in Nederland woonachtige persoon trouwt met iemand die niet in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente staat ingeschreven wordt alleen de in Nederland woonachtige persoon als huwdende in de statistiek opgenomen. Omdat de huwenden en van echt scheidenden niet altijd beiden in Nederland wonen, zijn de aantallen van de huwende mannen en vrouwen resp. die van de van echt scheidende mannen en vrouwen niet precies gelijk. De verschillen tussen de aantallen huwende mannen en vrouwen resp. tussen die van de van echt scheidende mannen en vrouwen zijn vanaf 1995 groter dan in de voorgaande jaren. De oorzaak hiervan is gelegen in de vollediger berichtgeving na de inwerkingtreding van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (GBA) per 1 oktober 1994. Onder deze wet ontvangt het CBS in principe altijd bericht over actueel in de GBA ingeschreven personen die in het huwelijk treden of van echt scheiden. Voor die tijd ontving het CBS niet in alle gevallen informatie over wijzigingen in de burgerlijke staat, zoals in het geval dat een in Nederland ingeschreven persoon in het buitenland trouwde en de gemeente hiervan pas na meer dan een jaar in kennis stelde. Informatie over echtscheiding als het echtscheidingsvonnis door een rechter in het buitenland was uitgesproken ontbrak eveneens. Het gevolg hiervan was dat het CBS van jaar op jaar te lage aantallen gehuwden en gescheidenden berekende. De hierdoor ontstane onderregistratie was voor de mannen groter dan voor de vrouwen (zie ook het artikel ‘Confrontatie van de resultaten van de structuurtelling 1 januari 1995 met die verkregen langs administratieve weg’ in Maandstatistiek van de bevolking oktober 1996, blz. 10–23).
Standaardisatie Standaardisatie naar leeftijd beoogt de onderlinge vergelijkbaarheid van de gemeentelijke huwelijkssluitings-, echtscheidings- en verweduwingscijfers te bevorderen. Gestandaardiseerde cijfers worden immers niet meer beïnvloed door verschillen in leeftijdsstructuur. Bij de standaardisering van de huwelijkssluitingscijfers voor mannen en vrouwen is per geslacht als standaardbevolking de gemiddelde in 1998 in Nederland aanwezige niet-gehuwde bevolking van 15 jaar of ouder aangehouden. Als standaardbevolking voor de echtscheidings- en verweduwingscijfers per geslacht is de gemiddelde in 1998 in Nederland aanwezige mannelijke resp. vrouwelijke gehuwde bevolking gekozen.
Mndstat bevolking 2000/04
Indirect gestandaardiseerd huwelijkssluitingscijfer voor vrouwen Bij standaardisatie wordt een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte standaardisatie. Aangezien indirect gestandaardiseerde cijfers minder sterk door het toeval worden beïnvloed dan direct gestandaardiseerde cijfers, is hier uitsluitend gebruik gemaakt van de indirecte standaardisatiemethode. Bij indirect standaardiseren wordt verondersteld dat voor iedere gemeente en per geslacht de verhouding tussen het gestandaardiseerde en het niet-gestandaardiseerde huwelijkssluitingscijfer gelijk is aan die tussen het huwelijkssluitingscijfer voor Nederland als geheel en het huwelijkssluitingscijfer dat zou zijn verkregen indien in de betrokken gemeente de leeftijdsspecifieke huwelijkssluitingscijfers van Nederland als geheel zouden hebben gegolden. Daarbij is gebruik gemaakt van de volgende notatie: vj = aantal niet-gehuwde vrouwen van leeftijd j in Nederland als geheel; hj = aantal huwende vrouwen van leeftijd j in Nederland als geheel; wj = aantal niet-gehuwde vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g; kj = aantal huwende vrouwen van leeftijd j in de betrokken gemeente g. Het algemene huwelijkssluitingscijfer in de gemeente g wordt geschreven als Ag = 1 000 (∑ kj) / (∑ wj) j≥15
(1)
j≥15
en dat voor Nederland als geheel als N A = 1 000 (∑ hj) / (∑ vj)
j≥15
(2)
j≥15
Indien voor iedere leeftijd j de huwelijkssluiting in gemeente g dezelfde was als in Nederland als geheel, zouden er in die gemeente wjhj/vj j-jarige vrouwen in het huwelijk zijn getreden. Het totale aantal huwende vrouwen in die gemeente zou dan gelijk zijn aan
∑ w h /v j
j
(3)
j
j≥15
en het algemene huwelijkssluitingscijfer aan 1 000 ( ∑ wj hj/ vj) /( ∑ wj) j≥15
(4)
j≥15
Het indirect naar leeftijd gestandaardiseerde algemene huwelijkssluitingscijfer in de gemeente g is vervolgens berekend als gs g N A =A .A / ( 1 000 (
∑ w h /v ) /(∑ w )) j j
j
j≥15
j
j≥15
g N =A .A . ( ∑ wj) /( 1 000 ∑ wjhj/vj) .
j≥15
(5)
j≥15
Andere indirect gestandaardiseerde cijfers De indirect gestandaardiseerde huwelijkssluitingscijfers voor mannen alsmede de echtscheidings- en verweduwingscijfers zijn met behulp van dezelfde formules (1)-(5) berekend, waarbij voor de grootheden vj, hj, wj en kj de overeenkomstige aantallen zijn gesubstitueerd.
43
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998
Technical explanation
General information The figures on marriages (table 1) relate to the marriages contracted by inhabitants of the Netherlands. The figures on divorces (table 1) relate to the divorces by inhabitants of the Netherlands, irrespective of the country where the divorce was granted. However, if the marriage was contracted abroad, the divorce is registered by the municipality of The Hague. The figures on marrying and divorcing persons (table 2) relate to the ‘de jure’ population. If someone who lives in the Netherlands gets married or divorced to someone who lives abroad only the former person is recorded in the marriage or divorce statistics. This procedure explains why the numbers of marrying males and females and those of divorcing males and females are not equal. From 1995 the numbers by sex differ more strongly than in former years. This is due to the new system of population accounting, introduced in October 1994. Under this system Statistics Netherlands receives, in principle, information on all persons in the ‘de jure’ population who get married or divorced. Under the earlier system no information was obtained on persons who married abroad and who did not notify the local authorities within twelve months. Also no information was obtained on divorces granted by a foreign court. This led to an undercount of the number of marrying and divorcing persons. This undercount was larger for men than for women. See the article ‘Confrontation of the results according to the enumeration from the population registers on 1 January 1995 with those obtained from the continuous population system’, Monthly Bulletin of Population Statistics October 1996, pp. 10–23.
population by sex aged 15 years or over in the Netherlands in 1998 was taken as the standard population. Standardizing the divorce and widowhood rates by sex, the married male or female population respectively in the Netherlands as a whole in 1998 was taken as the standard population.
Indirectly standardized marriage rate for females There are two well-known standardization methods, viz. direct and indirect standardization. Only indirectly standardized rates are given here, since these rates are less influenced by random disturbances. Indirect standarization boils down to the supposition that for each municipality the quotient of the standardized and the non-standardized marriage rates is equal to that of the rate for the Netherlands as a whole and the rate which would occur if the age-specific marriage rates of the Netherlands as a whole were valid in the municipality concerned. The following notation is used: vj = number of non-married females aged j in the Netherlands as a whole; hj = number of marrying females aged j in the Netherlands as a whole; wj = number of non-married females aged j in the municipality g concerned; kj = number of marrying females aged j in the municipality g concerned. The general marriage rate in municipality g is given by (1), that of the Netherlands as a whole by (2). If for each age j, the marriage rate in municipality g were equal to that of the Netherlands as a whole, the number of marrying females aged j in that municipality would be equal to wjhj/vj. So the number of marrying females in that municipality would be given by (3), the general marriage rate by (4) and the indirectly standardized general marriage rate by (5).
Standardization
Other indirectly standardized rates
With the aid of standardization by age, the comparison of the municipal marriage, divorce and widowhood rates by sex can be facilitated. The figures are then not affected by differences between municipal age structures. When standardizing the marriage rates for males and females, the total non-married
The indirectly standardized marrying rates for males as well as the divorce and widowhood rates are calculated with the same formulas (1)-(5), in which the corresponding numbers are substituted for the quantities vj, hj, wj and kj.
44
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 1 Huwelijkssluiting en echtscheiding per gemeente naar provincie, 1998 Marriage and divorce per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Huwelijkssluitingen
Echtscheidingen
Province Municipality
Groningen
Overijssel
Marriages
Divorces
2 516
960
5 464
1 401
Appingedam Bedum Bellingwedde Ten Boer Delfzijl
57 42 48 46 121
24 7 12 11 43
Almelo Ambt Delden Avereest Bathmen Borne
305 23 76 23 186
107 3 16 4 29
Eemsmond Groningen Grootegast Haren Hoogezand-Sappemeer
87 654 55 52 140
29 334 17 29 53
Brederwiede Dalfsen Denekamp Deventer Diepenheim
138 85 58 380 12
18 10 8 118 1
Leek Loppersum De Marne Marum Menterwolde
91 44 34 37 42
29 19 26 16 17
Diepenveen Enschede Genemuiden Goor Gramsbergen
60 582 44 41 35
17 250 – 13 7
Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal
66 18 50 228 148
16 9 23 45 48
Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Heino
153 96 136 39 42
32 11 30 7 3
Veendam Vlagtwedde Winschoten Winsum Zuidhorn
140 96 85 63 72
38 28 46 20 21
Hellendoorn Hengelo Holten IJsselham IJsselmuiden
178 353 34 23 52
37 111 9 3 14
3 292
975
Achtkarspelen Ameland het Bildt Boarnsterhim Bolsward
159 40 54 100 64
50 7 11 30 25
Kampen Losser Markelo Nieuwleusen Oldenzaal
233 98 58 39 180
73 31 6 11 38
Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadeel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat
122 143 41 109 64
22 41 7 34 20
Olst Ommen Ootmarsum Raalte Rijssen
48 73 72 124 166
11 21 17 29 23
Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel
79 196 54 412 33
45 68 21 162 10
Stad Delden Staphorst Steenwijk Tubbergen Vriezenveen
42 93 100 111 112
17 4 31 19 31
63 30 59 33 77
12 14 21 17 23
Weerselo Wierden Wijhe Zwartsluis Zwolle
56 112 37 19 537
2 18 6 4 151
Flevoland
1 123
294
Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Sneek
253 62 148 174 183
56 9 27 70 68
Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk
430 128 196 187 111
142 22 79 40 4
Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Wûnseradiel
148 143 51 89 56
17 31 9 23 13
Zeewolde
71
7
10 379
3 040
Wymbritseradiel
53
12
74 69 16 670 414
19 10 9 286 263
Friesland
Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf
Gelderland
2 382
694
Aalten Ammerzoden Angerlo Apeldoorn Arnhem
Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen
72 256 131 327 385
18 98 44 66 148
Barneveld Bemmel Bergh Beuningen Borculo
280 203 173 122 43
48 29 28 24 14
Hoogeveen Meppel Middenveld Noordenveld Westerveld
255 141 154 139 127
62 39 36 45 33
Brakel Brummen Buren Culemborg Didam
42 180 60 145 96
6 44 21 42 25
De Wolden Zuidlaren
122 273
21 84
Drenthe
Mndstat bevolking 2000/04
45
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 1 (vervolg / continued) Huwelijkssluiting en echtscheiding per gemeente naar provincie, 1998 Marriage and divorce per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Huwelijkssluitingen
Echtscheidingen
Province Municipality
Marriages
Divorces
Breukelen Bunnik Bunschoten Doorn Driebergen-Rijsenburg
154 52 107 31 185
47 15 28 14 56
Dinxperlo Dodewaard Doesburg Doetinchem Druten
40 42 154 227 69
12 1 30 88 24
Duiven Echteld Ede Eibergen Elburg
110 98 400 85 216
26 8 129 17 43
Eemnes Harmelen Houten IJsselstein Leersum
28 19 71 165 31
9 5 19 50 12
Elst Epe Ermelo Geldermalsen Gendringen
94 174 182 58 104
30 55 47 25 19
Leusden Loenen Loosdrecht Lopik Maarn
82 131 88 51 27
30 28 35 8 16
Gendt Gorssel Groenlo Groesbeek Harderwijk
37 118 40 77 280
10 15 12 23 70
Maarssen Maartensdijk Montfoort Nieuwegein Oudewater
539 64 67 163 112
105 25 21 67 22
Hattem Hedel Heerde Heerewaarden Hengelo
102 13 123 10 23
20 6 25 2 11
Renswoude Rhenen De Ronde Venen Soest Utrecht
52 118 135 167 1 020
4 41 38 55 554
Heteren Heumen Hoevelaken Huissen Hummelo en Keppel
37 86 46 71 18
11 16 8 24 5
Veenendaal Vleuten-De Meern Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg
236 304 169 133 113
59 62 52 48 23
Kerkwijk Kesteren Lichtenvoorde Lienden Lingewaal
26 55 68 42 60
2 9 17 13 16
Zeist
563
165
12 744
5 489
Lochem Maasdriel Maurik Millingen aan de Rijn Neede
76 23 6 36 51
19 15 8 11 15
100 20 471 263 3 403
27 6 205 115 1 877
Neerijnen Nijkerk Nijmegen Nunspeet Oldebroek
209 181 651 154 81
30 46 292 40 20
24 79 28 13 69
5 19 10 3 36
Putten Renkum Rheden Rijnwaarden Rossum
125 166 126 82 58
34 63 76 16 9
Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum Castricum
195 92 246 57 71
85 18 93 45 28
Rozendaal Ruurlo Scherpenzeel Steenderen Tiel
223 226 121 26 128
28 24 27 9 51
Diemen Drechterland Edam-Volendam Egmond Enkhuizen
71 49 230 114 127
57 15 39 24 47
Ubbergen Valburg Voorst Vorden Wageningen
83 52 80 147 199
15 12 42 30 63
Graft-De Rijp ‘s-Graveland Haarlem Haarlemmerliede c.a. Haarlemmermeer
142 106 835 216 234
45 23 425 88 118
Warnsveld Wehl West Maas en Waal Westervoort Wijchen
31 30 63 68 310
5 5 17 24 76
Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo
94 182 322 131 82
13 72 94 60 26
Winterswijk Wisch Zaltbommel Zelhem Zevenaar
140 87 63 39 103
39 20 17 9 36
Den Helder Hilversum Hoorn Huizen Landsmeer
329 270 319 150 33
167 171 119 30 29
Zutphen
163
60
Utrecht
6 318
2 123
Langedijk Laren Limmen Medemblik Muiden
105 71 28 79 73
34 23 7 26 30
55 137 587 140 222
30 24 226 47 83
Naarden Nederhorst den Berg Niedorp Noorder-Koggenland Obdam
306 23 75 26 30
90 6 23 7 5
Abcoude Amerongen Amersfoort Baarn De Bilt
46
Noord-Holland Aalsmeer Akersloot Alkmaar Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Beemster Bennebroek Bergen
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 1 (vervolg / continued) Huwelijkssluiting en echtscheiding per gemeente naar provincie, 1998 Marriage and divorce per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Huwelijkssluitingen
Echtscheidingen
Province Municipality
Marriages
Divorces
Naaldwijk Nederlek Nieuw-Lekkerland Nieuwerkerk a/d IJssel Nieuwkoop
176 55 42 48 48
48 23 16 30 13
Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Purmerend Schagen
34 77 80 307 50
12 18 42 124 15
Schermer Schoorl Stede Broec Texel Uitgeest
78 42 58 114 67
10 9 21 37 18
Noordwijk Noordwijkerhout Nootdorp Oegstgeest Oostflakkee
122 97 35 93 68
60 40 13 43 19
Uithoorn Velsen Venhuizen Waterland Weesp
123 240 43 172 168
39 116 11 39 78
Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Pijnacker Reeuwijk
148 25 111 84 34
40 6 42 27 15
46 51 54 46 34
12 16 14 18 4
183 67 59 238 2 525
74 13 31 142 1 451
140 561 95 24 57
51 233 39 6 22
Rozenburg Sassenheim Schiedam Schipluiden Schoonhoven
49 43 416 43 82
26 31 179 13 25
16 228
10 054
Ter Aar Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alphen aan den Rijn
43 80 267 57 396
13 21 62 25 95
Sliedrecht Spijkenisse Strijen Valkenburg Vianen
132 231 32 24 100
32 80 11 6 35
Barendrecht Bergambacht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse
91 52 57 79 148
44 4 10 17 43
Vlaardingen Vlist Voorburg Voorhout Voorschoten
430 49 312 42 104
173 22 93 15 40
78 53 82 61 76
19 6 21 25 18
Waddinxveen Warmond Wassenaar Wateringen Westvoorne
112 52 364 93 80
26 12 76 43 23
Capelle aan den IJssel Cromstrijen Delft Dirksland Dordrecht
203 34 671 36 669
75 16 252 11 267
Zederik Zevenhuizen-Moerkapelle Zoetermeer Zoeterwoude Zwijndrecht
83 55 366 29 137
12 12 131 7 59
1 894
617
Giessenlanden Goedereede Gorinchem Gouda Graafstroom
69 62 154 489 45
18 14 59 144 7
Axel Borsele Goes Hontenisse Hulst
77 86 189 26 91
19 26 62 12 27
42 1 590 72 92 21
12 4 521 27 16 5
Kapelle Middelburg Noord-Beveland Oostburg Reimerswaal
57 256 27 66 100
9 85 8 35 23
Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Jacobswoude Katwijk
195 85 85 42 222
65 34 38 15 64
Sas van Gent Schouwen-Duiveland Sluis-Aardenburg Terneuzen Tholen
52 202 56 152 117
18 56 21 67 32
Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Leiden Leiderdorp
45 175 107 607 80
6 41 38 210 26
Veere Vlissingen
182 158
38 79
11 918
4 052
Leidschendam Liemeer De Lier Liesveld Lisse
310 23 44 75 123
105 8 10 18 44
Aalburg Alphen-Chaam Asten Baarle-Nassau Bergen op Zoom
53 42 86 44 409
14 14 15 13 160
Maasland Maassluis Middelharnis Monster Moordrecht
85 100 101 114 23
25 45 18 38 11
Bergeyk Bernheze Best Bladel Boekel
64 235 114 69 43
18 33 39 22 8
Wervershoof Wester-Koggenland Wieringen Wieringermeer Wognum Wormerland Zaanstad Zandvoort Zeevang Zijpe Zuid-Holland
Binnenmaas Bleiswijk Bodegraven Boskoop Brielle
‘s-Gravendeel ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenzande Hardinxveld-Giessendam Heerjansdam
Mndstat bevolking 2000/04
Ridderkerk Rijnsburg Rijnwoude Rijswijk Rotterdam
Zeeland
Noord-Brabant
47
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 1 (slot / end) Huwelijkssluiting en echtscheiding per gemeente naar provincie, 1998 Marriage and divorce per municipality by province, 1998 Provincie Gemeente
Huwelijkssluitingen
Echtscheidingen
Boxmeer Boxtel Breda Budel Cuijk
129 133 790 121 97
31 47 340 23 31
Deurne Dongen Eersel Eindhoven Etten-Leur
151 100 74 713 177
52 37 23 407 58
Geertruidenberg Geldrop Gemert-Bakel Gilze en Rijen Goirle
108 265 123 107 89
37 83 39 39 27
Grave Haaren Halderberge Heeze-Leende Helmond
62 40 121 62 508
22 15 42 19 143
‘s-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Laarbeek Landerd
619 192 97 89 45
228 67 27 33 22
Lith Loon op Zand Maasdonk Made Mierlo
36 86 46 127 59
5 30 8 30 18
Mill en Sint Hubert Nuenen c.a. Oirschot Oisterwijk Oosterhout
102 131 153 199 187
15 30 36 46 74
Oss Ravenstein Reusel-De Mierden Roosendaal Rucphen
318 55 33 324 109
115 17 16 123 34
Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren
113 42 123 99 73
31 10 38 33 24
Son en Breugel Steenbergen Tilburg Uden Valkenswaard
53 86 927 188 218
25 40 389 68 66
Veghel Veldhoven Vught Waalre Waalwijk
159 215 265 116 228
40 71 76 34 88
Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zevenbergen Zundert
360 103 63 262 89
49 27 18 72 28
Province Municipality Limburg
Divorces
5 791
2 130
50 47 94 62 23
10 16 31 20 8
Bergen Born Broekhuizen Brunssum Echt
67 96 8 173 83
16 20 1 79 25
Eijsden Geleen Gennep Grubbenvorst Gulpen
80 152 111 26 39
23 86 22 11 15
Haelen Heel Heerlen Helden Heythuysen
42 31 431 70 53
25 12 210 18 19
Horst Hunsel Kerkrade Kessel Landgraaf
80 26 242 30 183
20 9 123 2 78
Maasbracht Maasbree Maastricht Margraten Meerlo-Wanssum
59 44 682 34 26
24 16 274 20 6
Meerssen Meijel Mook en Middelaar Nederweert Nuth
101 26 68 71 96
43 7 17 24 36
Onderbanken Roerdalen Roermond Roggel en Neer Schinnen
49 79 256 51 86
16 22 84 12 27
Sevenum Simpelveld Sittard Stein Susteren
39 69 202 83 58
9 19 102 30 23
Swalmen Tegelen Thorn Vaals Valkenburg aan de Geul
44 79 44 90 192
12 32 8 15 46
Venlo Venray Voerendaal Weert Wittem
369 187 69 193 46
152 42 22 79 12
6 907
630
86 956
32 459
Ambt Montfort Arcen en Velden Beek Beesel Belfeld
Buitenland / Abroad Nederland / The Netherlands
48
Marriages
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M Groningen
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) M
V
2 659
2 652
23,9
21,5
975
998
8,6
8,9
723
1 670
5,4
12,4
Appingedam Bedum Bellingwedde Ten Boer Delfzijl
55 46 40 39 125
51 48 41 39 129
29,7 33,2 30,3 39,4 25,8
24,9 32,3 36,1 39,1 27,5
20 8 20 8 44
22 12 22 6 48
7,4 3,0 8,9 4,4 6,7
8,2 4,6 9,8 3,3 7,3
17 6 10 10 40
46 26 32 22 90
4,7 2,5 3,4 6,2 5,1
12,6 10,8 11,1 13,9 11,6
Eemsmond Groningen Grootegast Haren Hoogezand-Sappemeer
75 880 56 61 173
76 878 58 65 176
28,5 16,5 31,6 29,1 30,2
33,3 13,4 35,3 27,7 29,5
19 333 14 32 62
20 357 15 39 74
5,1 14,6 4,8 8,6 8,5
5,4 15,9 5,2 10,8 10,1
21 184 12 33 42
55 420 31 66 94
4,8 5,8 4,9 4,6 5,3
12,8 13,0 12,8 9,0 11,7
Leek Loppersum De Marne Marum Menterwolde
83 49 37 44 61
88 50 32 42 63
30,6 30,9 21,4 30,1 31,2
31,3 35,1 22,0 29,9 32,9
33 10 18 20 27
38 10 16 10 23
7,4 3,8 7,5 8,2 8,6
8,6 3,8 6,6 4,1 7,4
16 16 20 7 15
57 25 51 16 31
3,8 5,9 6,5 3,1 5,4
13,3 9,8 17,3 7,1 11,3
Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal
67 24 62 80 166
67 26 58 71 161
35,6 20,1 29,2 34,8 35,5
35,4 25,0 29,4 33,3 33,7
15 13 25 24 52
19 11 19 15 49
4,6 8,3 6,9 6,6 6,7
5,8 7,0 5,3 4,2 6,4
14 8 25 19 57
51 19 41 46 131
4,1 3,8 7,1 5,3 6,5
14,9 9,6 11,4 13,0 14,4
Veendam Vlagtwedde Winschoten Winsum Zuidhorn
149 67 84 61 75
154 62 83 64 70
35,2 30,5 25,8 33,7 33,3
35,0 30,8 24,0 32,9 31,1
45 26 52 32 23
47 24 52 31 19
6,7 6,9 13,8 9,4 5,2
7,1 6,4 14,1 9,2 4,4
38 28 40 23 22
83 73 77 46 41
5,1 5,6 6,7 7,2 5,5
10,8 14,5 13,0 14,8 10,4
2 937
2 934
29,1
28,6
956
995
6,9
7,2
722
1 707
4,8
11,2
Achtkarspelen Ameland het Bildt Boarnsterhim Bolsward
139 7 50 92 38
143 7 52 86 37
34,3 11,6 29,7 30,4 23,3
38,1 10,9 33,9 28,5 22,9
46 1 16 33 10
55 1 18 25 16
6,5 1,4 7,0 7,9 5,1
7,8 1,4 7,9 6,1 8,1
33 7 9 17 16
76 12 32 42 26
5,6 7,2 4,0 3,7 6,5
12,9 14,4 13,4 9,2 10,4
Dantumadeel Dongeradeel Ferwerderadeel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat
101 119 44 95 50
84 121 41 93 48
41,0 32,8 31,7 30,5 36,9
36,2 36,8 35,4 31,9 43,1
22 36 9 30 20
24 32 10 38 14
4,5 6,3 4,4 6,6 9,1
4,9 5,7 4,9 8,4 6,4
25 31 9 22 10
57 66 15 64 36
5,1 5,4 4,5 4,6 3,2
11,6 11,5 7,7 13,5 11,9
Harlingen Heerenveen Kollumerland c.a. Leeuwarden Leeuwarderadeel
65 195 62 423 39
65 191 66 421 43
25,8 29,5 32,2 21,1 29,0
24,0 26,9 41,5 18,2 31,1
35 82 18 168 10
48 87 18 177 10
10,5 9,5 5,7 10,9 3,8
14,5 10,2 5,7 11,6 3,8
25 42 8 108 5
36 125 38 243 20
6,7 3,7 2,9 5,3 2,5
10,0 11,0 13,5 11,7 9,7
Lemsterland Littenseradiel Menaldumadeel Nijefurd Ooststellingwerf
67 44 74 18 113
65 46 77 19 111
33,9 27,5 36,9 11,3 30,7
34,3 32,0 40,7 12,8 32,1
14 14 28 10 31
16 12 10 15 27
4,7 5,5 8,1 4,4 5,3
5,4 4,8 2,9 6,5 4,6
17 9 20 13 34
22 23 29 38 80
5,9 3,8 6,4 4,3 4,8
7,9 10,1 9,2 12,8 11,3
Opsterland Schiermonnikoog Skarsterlân Smallingerland Sneek
143 3 137 274 156
144 4 134 276 164
34,9 17,8 36,4 33,7 28,3
35,2 19,9 37,6 31,3 27,0
43 2 31 93 59
42 2 34 105 65
6,3 9,3 4,9 8,1 9,1
6,2 9,5 5,4 9,2 10,2
33 1 31 55 48
68 3 65 127 104
4,6 3,0 4,7 4,4 6,6
9,4 9,0 9,8 9,9 14,0
Terschelling Tytsjerksteradiel Vlieland Weststellingwerf Wûnseradiel
22 123 5 112 57
22 134 4 111 55
20,9 30,0 18,9 30,2 30,4
22,9 33,7 16,6 30,5 35,1
8 38 1 21 18
7 34 1 31 9
8,6 5,0 4,1 3,8 6,6
7,7 4,5 4,2 5,6 3,3
5 47 2 21 7
15 83 1 88 38
4,1 6,0 9,1 3,0 2,8
12,4 10,3 4,4 12,4 15,3
Wymbritseradiel
70
70
31,4
35,9
9
12
2,3
3,1
12
35
3,8
11,5
2 258
2 244
33,1
32,3
682
708
6,1
6,4
600
1 387
4,9
11,2
104 328 117 160 504
100 325 112 156 520
31,2 32,9 34,6 31,9 32,3
30,5 27,6 33,9 31,5 32,0
24 115 36 41 186
24 125 32 53 186
4,1 9,2 5,4 4,9 7,2
4,1 10,1 4,9 6,5 7,3
28 62 31 45 141
90 146 88 103 322
3,9 4,8 4,4 4,8 5,3
12,4 11,1 12,5 11,1 12,0
Friesland
Drenthe Aa en Hunze Assen Borger-Odoorn Coevorden Emmen
Mndstat bevolking 2000/04
49
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Province Municipality
Marrying persons absolute
M
F
Divorcing persons per 1,000 non-married persons aged 15 or over (indirectly agestandardized)
absolute
M
F
M
F
Widowed persons per 1,000 married persons (indirectly agestandardized)
absolute
M
M
F
per 1,000 married persons (indirectly agestandardized) F
M
F
Hoogeveen Meppel Middenveld Noordenveld Westerveld
269 173 164 136 84
264 178 158 137 83
37,1 35,9 36,6 28,9 32,2
35,6 32,6 37,6 34,4 38,3
75 35 33 51 17
85 54 37 50 13
5,9 5,1 4,2 7,0 4,0
6,7 7,9 4,7 7,1 3,1
68 40 34 36 32
154 81 99 72 64
5,1 5,8 4,0 4,2 5,2
11,4 11,7 11,8 8,4 10,3
De Wolden Zuidlaren
104 115
99 112
34,3 28,9
37,1 27,3
22 47
14 35
3,8 6,6
2,4 5,0
38 45
73 95
5,7 4,8
11,0 9,8
Overijssel
5 717
5 676
33,3
32,1
1 482
1 565
5,9
6,3
1 209
2 922
5,0
12,0
Almelo Ambt Delden Avereest Bathmen Borne
397 15 84 20 117
390 21 82 21 116
36,6 18,9 38,2 32,1 41,1
33,6 33,9 41,8 34,9 40,2
123 1 12 2 33
131 3 16 5 31
8,1 0,7 3,1 1,6 5,8
8,7 2,2 4,2 4,0 5,6
69 2 14 5 30
182 16 32 16 49
4,8 1,9 4,3 3,2 6,2
12,5 15,4 9,5 10,4 9,9
Brederwiede Dalfsen Denekamp Deventer Diepenheim
78 80 66 427 9
77 73 60 413 10
49,1 33,5 35,5 28,6 21,8
56,8 36,1 39,9 23,8 27,3
12 10 5 140 1
8 9 6 138 –
3,9 2,3 1,6 9,2 1,5
2,6 2,1 2,0 9,1 –
8 20 15 81 6
33 43 36 186 15
2,4 4,8 5,1 5,0 7,3
10,5 10,4 12,0 11,5 19,0
Diepenveen Enschede Genemuiden Goor Gramsbergen
41 803 45 59 27
39 780 47 55 29
30,4 25,7 67,8 30,3 31,1
31,9 25,1 63,7 30,2 35,8
11 279 3 22 7
12 297 1 21 4
4,6 9,1 1,2 7,4 4,1
5,2 9,7 0,4 7,2 2,4
16 199 5 18 8
34 430 16 27 15
4,8 6,3 3,1 6,1 5,5
10,1 13,3 10,0 8,8 9,8
Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Heino
130 77 167 34 32
130 82 161 37 34
34,8 41,7 36,7 41,4 29,7
37,7 51,5 37,2 47,2 34,0
24 13 29 12 4
26 12 31 11 6
4,1 3,2 3,2 5,9 2,0
4,5 3,0 3,5 5,4 3,1
28 14 45 2 10
67 59 97 20 15
5,1 4,5 6,1 1,6 5,1
12,1 18,6 13,0 15,8 7,9
Hellendoorn Hengelo Holten IJsselham IJsselmuiden
170 461 50 27 68
171 450 50 22 73
35,5 32,0 44,5 35,5 53,6
39,3 30,3 43,4 33,1 56,7
40 139 11 3 11
45 146 12 1 14
4,5 7,8 5,2 2,2 2,7
5,1 8,3 5,8 0,7 3,4
36 103 7 5 10
108 213 33 15 21
4,3 5,6 2,5 3,5 3,4
12,3 11,1 11,8 10,9 7,2
Kampen Losser Markelo Nieuwleusen Oldenzaal
192 87 39 37 174
189 86 38 38 167
40,3 27,2 37,6 34,0 36,0
34,7 28,5 45,2 40,2 32,9
66 29 6 10 38
71 29 5 10 46
8,6 5,3 3,4 4,8 5,2
9,3 5,3 2,9 4,8 6,4
42 21 5 4 28
102 63 27 28 68
5,6 4,1 2,5 2,0 4,1
13,5 12,2 13,0 14,2 9,6
Olst Ommen Ootmarsum Raalte Rijssen
43 58 19 126 149
42 53 20 125 166
30,0 28,3 31,9 30,2 63,9
31,3 26,5 34,6 30,3 70,8
9 12 3 27 19
10 16 3 30 24
4,1 3,0 2,7 3,9 2,7
4,5 4,1 2,7 4,3 3,3
13 18 9 17 30
24 41 9 75 66
5,2 4,2 8,0 2,8 5,4
10,2 9,3 8,3 13,0 11,7
Stad Delden Staphorst Steenwijk Tubbergen Vriezenveen
24 81 110 117 108
23 86 109 104 111
28,9 50,7 31,8 42,1 46,9
27,2 53,2 32,0 45,1 48,8
12 4 42 16 22
11 5 44 16 22
7,3 1,0 8,2 3,0 4,0
6,8 1,3 8,6 3,0 4,0
13 19 45 22 10
27 28 73 54 56
5,6 6,5 7,4 5,5 2,6
11,6 9,0 11,9 13,7 14,0
Weerselo Wierden Wijhe Zwartsluis Zwolle
46 120 34 21 648
45 121 34 18 678
34,3 43,2 30,9 37,9 31,7
45,0 47,2 35,0 33,9 26,0
2 20 8 3 187
2 17 13 3 202
0,8 3,3 4,3 2,6 8,5
0,8 2,9 7,1 2,6 9,2
8 18 9 8 114
27 63 28 16 269
3,8 3,5 4,7 7,6 5,3
13,9 12,1 15,4 15,2 12,2
Flevoland
1 906
1 860
42,4
35,7
765
823
10,0
10,6
251
557
5,0
11,1
Almere Dronten Lelystad Noordoostpolder Urk
957 200 319 214 103
934 185 317 205 106
44,8 44,8 29,7 39,7 98,4
35,0 41,0 25,5 39,0 97,9
425 71 185 48 6
435 66 213 61 6
12,3 7,8 13,8 4,6 1,4
12,4 7,3 15,7 5,8 1,4
94 41 67 41 3
222 63 120 106 28
5,1 6,2 6,1 3,8 1,7
12,3 9,3 11,2 10,0 16,2
Zeewolde
113
113
57,1
53,6
30
42
6,1
8,5
5
18
2,3
7,9
50
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M Gelderland
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
10 044
9 999
32,5
29,5
3 122
3 180
7,0
7,2
2 185
5 058
5,1
11,6
Aalten Ammerzoden Angerlo Apeldoorn Arnhem
79 19 32 893 768
74 20 32 883 785
27,6 32,0 41,9 36,2 22,0
28,5 34,5 43,0 32,4 19,2
26 6 6 330 317
21 5 13 346 315
5,9 5,3 4,9 9,5 12,7
4,8 4,4 10,8 10,1 12,6
16 7 3 189 177
50 16 21 430 367
3,2 6,9 2,9 5,1 6,4
10,1 15,7 21,6 11,5 13,2
Barneveld Bemmel Bergh Beuningen Borculo
254 92 118 132 53
234 91 120 130 53
50,0 36,4 39,0 35,4 34,1
42,6 34,7 42,6 31,4 37,2
59 17 22 33 11
42 15 23 38 11
4,8 3,9 4,8 5,0 4,5
3,4 3,5 5,0 5,8 4,6
42 22 26 25 12
103 35 56 48 34
4,3 6,0 6,2 6,1 4,4
10,7 9,9 13,2 11,9 12,2
Brakel Brummen Buren Culemborg Didam
39 111 61 129 97
40 109 61 130 91
51,1 36,8 45,1 36,0 40,5
52,8 35,7 43,2 32,1 40,3
4 34 12 47 26
3 26 13 48 29
2,0 6,5 4,6 7,6 5,9
1,5 5,0 4,9 7,7 6,7
5 32 12 31 16
18 59 18 59 43
3,0 6,2 6,1 6,8 4,8
12,2 11,0 9,2 12,9 13,1
Dinxperlo Dodewaard Doesburg Doetinchem Druten
40 25 60 254 90
46 28 61 261 89
30,3 46,6 33,9 33,6 33,3
34,9 52,1 32,7 32,5 30,3
12 3 27 94 32
12 3 25 109 28
5,6 2,5 9,4 8,8 7,7
5,6 2,4 8,8 10,4 6,7
10 4 13 54 12
23 14 28 107 36
4,7 4,5 5,9 4,8 4,3
10,8 16,9 12,4 9,4 12,5
Duiven Echteld Ede Eibergen Elburg
159 38 562 73 137
158 37 570 70 138
48,5 46,5 42,7 25,7 57,9
40,6 48,0 37,6 30,7 56,1
46 8 177 18 33
57 10 167 25 39
6,4 4,4 7,1 4,6 5,5
8,0 5,5 6,7 6,5 6,5
21 8 120 16 22
46 12 252 43 53
5,0 4,9 5,2 4,2 4,6
10,6 7,7 10,8 11,0 11,1
Elst Epe Ermelo Geldermalsen Gendringen
85 159 121 128 111
81 155 129 118 106
34,2 37,5 34,9 40,3 35,5
29,0 34,3 32,8 36,3 38,8
29 60 51 33 20
28 57 56 27 22
6,8 7,6 8,2 5,3 3,7
6,7 7,3 9,1 4,3 4,1
11 49 27 22 19
45 113 60 50 57
3,3 5,1 4,2 4,3 4,2
13,2 11,8 9,1 10,2 12,5
Gendt Gorssel Groenlo Groesbeek Harderwijk
36 66 44 86 258
36 64 45 85 244
34,1 39,6 27,7 28,6 46,8
32,8 39,8 29,3 27,6 37,9
5 9 8 23 67
6 11 11 21 63
2,7 3,2 3,8 5,2 6,7
3,2 3,9 5,3 4,8 6,3
7 25 13 28 35
12 55 31 46 96
4,6 4,8 6,3 6,1 4,2
7,6 10,8 14,4 9,9 11,3
Hattem Hedel Heerde Heerewaarden Hengelo
59 27 104 10 36
61 29 98 9 35
44,3 47,5 50,4 52,0 26,5
41,8 47,8 46,1 40,2 29,6
9 7 20 3 7
9 6 18 2 6
3,1 5,8 4,3 8,3 3,5
3,1 5,0 3,9 5,5 3,0
20 4 15 1 12
38 11 71 5 24
6,9 4,2 3,0 3,5 5,3
12,5 11,6 14,6 17,3 10,9
Heteren Heumen Hoevelaken Huissen Hummelo en Keppel
47 97 44 75 22
53 95 48 78 19
42,2 45,0 44,3 32,3 31,4
49,4 38,2 46,6 30,5 31,0
7 26 8 29 8
9 34 5 28 6
3,0 6,8 3,6 7,6 7,8
3,8 9,0 2,3 7,4 5,9
6 7 6 18 6
17 28 15 27 12
3,6 2,2 3,4 6,2 4,5
10,6 9,0 8,4 9,3 9,4
Kerkwijk Kesteren Lichtenvoorde Lienden Lingewaal
32 62 91 40 52
40 64 92 44 56
44,6 61,7 30,5 42,4 38,9
61,5 57,4 32,9 47,9 41,0
4 8 12 18 17
5 9 19 16 21
2,3 2,8 2,6 8,0 5,9
2,8 3,1 4,1 7,1 7,2
9 6 15 9 10
23 27 52 25 24
5,7 3,4 3,9 5,6 4,4
15,4 15,9 13,6 15,9 11,2
Lochem Maasdriel Maurik Millingen aan de Rijn Neede
70 54 28 28 61
71 50 30 29 60
27,1 39,8 31,5 28,4 34,7
27,8 38,8 34,8 31,7 36,9
23 16 14 13 10
23 15 23 14 9
5,4 6,3 7,7 8,5 3,8
5,5 5,9 12,6 9,3 3,4
19 6 10 4 11
72 25 15 15 30
3,1 3,3 7,1 3,3 3,9
11,9 14,0 10,8 12,6 10,4
Neerijnen Nijkerk Nijmegen Nunspeet Oldebroek
66 160 765 156 113
68 162 749 161 112
43,3 44,0 19,8 54,7 49,2
47,4 43,4 15,0 52,4 49,9
14 46 277 28 23
13 49 288 30 19
4,9 6,3 11,1 4,3 3,8
4,5 6,7 11,6 4,6 3,2
11 36 165 25 26
35 54 375 59 59
4,6 6,4 5,8 3,8 5,5
15,9 9,9 12,7 8,8 12,1
Putten Renkum Rheden Rijnwaarden Rossum
105 123 196 66 15
117 114 200 66 13
41,4 28,1 29,2 39,9 31,8
45,3 23,8 28,3 42,1 27,4
38 47 80 14 7
42 52 90 13 8
6,5 7,6 8,9 4,8 8,5
7,2 8,4 10,1 4,4 9,7
37 47 62 14 2
63 112 173 28 9
6,9 4,1 4,4 6,6 3,2
11,4 9,9 12,0 13,4 15,4
Rozendaal Ruurlo Scherpenzeel Steenderen Tiel
4 36 53 21 213
3 37 53 18 216
42,0 32,1 49,6 26,9 38,2
27,7 36,3 48,7 27,0 34,1
2 7 17 5 71
2 6 18 6 70
9,0 3,6 7,2 4,2 7,6
9,2 3,1 7,6 5,1 7,4
5 12 13 5 42
2 20 28 17 91
8,8 5,5 6,8 4,5 5,6
3,2 9,0 14,7 15,9 12,3
Mndstat bevolking 2000/04
51
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Ubbergen Valburg Voorst Vorden Wageningen
49 77 81 16 167
47 72 75 18 166
31,9 42,0 24,6 13,8 19,4
29,3 40,2 24,4 16,9 16,3
11 14 36 2 50
8 15 31 2 56
5,7 4,2 6,6 1,1 8,9
4,2 4,5 5,8 1,1 10,1
8 13 24 13 44
27 41 84 28 88
3,2 4,7 3,9 4,6 6,4
10,7 15,0 13,5 9,6 12,5
Warnsveld Wehl West Maas en Waal Westervoort Wijchen
36 32 67 73 212
34 33 71 73 214
37,1 26,4 25,3 35,1 36,4
31,7 29,6 29,5 28,0 32,6
8 8 25 32 68
11 5 18 30 75
3,7 4,8 5,4 7,4 7,0
5,2 3,1 4,0 7,0 7,8
10 4 20 13 32
16 20 40 25 70
4,3 2,8 5,1 5,4 4,9
6,9 14,9 10,2 10,4 10,9
Winterswijk Wisch Zaltbommel Zelhem Zevenaar
162 96 63 54 139
153 92 65 52 134
35,2 30,1 37,5 31,0 32,8
34,8 31,2 35,7 32,6 29,6
38 24 23 12 47
42 24 21 16 38
6,0 5,2 8,0 4,3 7,6
6,7 5,3 7,3 5,8 6,3
48 33 8 18 29
91 65 37 37 76
5,8 5,9 3,8 5,7 4,9
10,8 11,7 17,3 11,7 12,7
Zutphen
180
176
26,5
22,0
84
80
11,8
11,3
41
96
5,4
12,3
Utrecht
6 520
6 449
32,0
25,9
2 131
2 230
8,8
9,2
1 095
2 718
4,8
11,9
Abcoude Amerongen Amersfoort Baarn De Bilt
47 37 889 138 162
47 32 892 126 160
35,8 40,8 38,4 33,7 35,2
32,6 34,0 31,5 25,9 28,0
11 14 274 44 65
13 10 291 52 75
5,9 8,2 9,6 8,8 10,2
7,0 5,9 10,2 10,5 11,9
9 12 106 27 51
18 17 293 85 117
4,5 6,3 4,5 4,1 4,7
9,2 9,0 12,3 13,0 10,6
Breukelen Bunnik Bunschoten Doorn Driebergen-Rijsenburg
94 65 119 45 78
85 57 123 40 80
38,9 33,8 62,9 30,9 32,4
32,7 27,8 63,6 23,5 28,6
23 17 27 15 30
27 23 36 15 35
6,9 5,3 4,8 7,6 7,8
8,1 7,3 6,3 7,7 9,2
14 15 12 21 31
43 34 37 61 57
4,3 4,1 3,8 6,6 5,8
13,5 9,0 11,4 18,5 10,4
Eemnes Harmelen Houten IJsselstein Leersum
47 40 153 162 35
43 38 156 165 35
33,7 33,0 40,2 36,0 35,2
29,8 29,4 33,7 29,8 33,8
15 15 56 48 9
16 12 66 57 13
7,4 7,5 6,5 7,3 5,3
7,8 6,0 7,7 8,6 7,8
10 14 31 22 3
18 27 52 51 23
7,1 9,6 5,8 5,1 1,5
13,0 17,8 9,5 12,1 11,6
Leusden Loenen Loosdrecht Lopik Maarn
123 49 42 61 18
128 50 34 62 18
33,3 39,3 31,0 32,0 26,0
31,4 38,6 23,9 33,6 21,8
56 20 22 14 12
60 20 28 13 7
8,0 9,9 11,7 3,8 9,3
8,7 10,0 15,0 3,5 5,6
26 2 12 11 8
66 26 36 32 16
4,4 0,9 4,6 4,1 3,9
11,3 12,6 13,8 12,3 8,3
Maarssen Maartensdijk Montfoort Nieuwegein Oudewater
234 47 75 415 50
231 43 78 407 51
38,0 40,8 37,1 35,9 31,0
30,4 33,8 36,3 29,6 32,9
90 16 19 166 13
107 14 19 159 14
8,7 7,1 5,6 11,5 5,6
10,4 6,2 5,6 11,1 6,0
39 12 12 60 7
73 43 25 111 26
5,5 4,9 5,3 5,7 3,3
10,5 18,1 11,2 10,6 12,8
26 111 169 215 1 587
32 106 169 223 1 551
53,7 46,9 31,8 31,8 22,7
69,1 41,0 30,8 29,8 16,4
6 23 47 89 454
3 27 55 87 450
5,5 5,7 5,5 8,9 12,3
2,7 6,7 6,3 8,8 12,1
3 24 32 50 228
7 55 77 139 542
4,3 5,5 4,9 4,5 5,5
10,2 12,5 12,1 12,3 13,2
Veenendaal Vleuten-De Meern Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg
350 147 138 171 60
364 144 137 169 52
46,6 45,6 42,9 28,4 40,6
41,6 41,8 37,5 24,6 34,9
114 39 55 60 16
120 41 59 65 17
7,2 7,9 9,0 6,5 5,8
7,6 8,4 9,6 7,0 6,2
37 13 12 41 12
138 44 35 64 32
3,2 2,8 3,5 5,8 4,9
11,6 9,3 10,7 9,0 13,3
Zeist
321
321
31,3
26,0
137
124
12,1
10,9
76
198
4,8
12,2
14 184
13 759
26,1
22,5
5 876
5 875
11,9
11,9
2 563
6 075
4,7
11,4
120 20 586 377 4 649
110 19 574 367 4 402
30,1 29,2 30,6 25,4 19,9
26,8 30,1 26,0 20,5 16,2
39 12 233 132 2 134
44 10 252 148 2 027
7,6 9,7 12,5 8,8 20,4
8,6 8,2 13,4 9,8 19,2
23 4 86 106 661
62 8 199 241 1 454
4,0 3,5 4,6 4,6 5,3
10,9 6,8 10,6 10,6 12,2
32 74 37 16 43
31 74 38 18 46
33,3 36,8 29,9 24,1 20,7
35,1 37,2 29,5 27,0 18,2
4 27 11 5 35
8 26 12 6 36
2,6 7,6 5,7 5,0 14,9
5,1 7,3 6,3 6,1 15,3
3 8 8 10 14
13 29 19 17 41
2,4 3,1 4,0 5,9 3,0
10,5 11,7 9,3 9,6 9,1
Renswoude Rhenen De Ronde Venen Soest Utrecht
Noord-Holland Aalsmeer Akersloot Alkmaar Amstelveen Amsterdam Andijk Anna Paulowna Beemster Bennebroek Bergen
52
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bussum Castricum
201 30 59 129 103
197 32 59 129 104
29,0 24,8 30,5 26,1 29,2
27,4 23,8 26,8 21,8 27,5
102 17 22 65 35
95 17 24 70 40
13,5 8,6 7,2 11,2 7,5
12,5 8,6 7,8 12,1 8,6
43 6 24 45 25
124 29 60 112 50
4,5 2,3 4,0 4,7 4,1
13,0 11,9 10,4 11,7 8,0
Diemen Drechterland Edam-Volendam Egmond Enkhuizen
127 50 207 52 67
121 51 204 48 65
25,1 38,2 51,7 25,3 23,5
19,9 37,7 50,6 25,7 22,1
61 10 34 25 44
70 13 37 21 46
12,7 4,1 4,8 10,3 11,8
14,4 5,3 5,1 8,5 12,3
21 6 28 7 17
52 15 73 26 41
4,5 3,4 5,8 2,6 4,6
11,5 8,8 15,3 9,8 11,3
Graft-De Rijp ‘s-Graveland Haarlem Haarlemmerliede c.a. Haarlemmermeer
41 52 969 20 656
41 58 927 21 634
40,1 35,6 28,5 25,0 36,4
40,9 37,0 23,9 24,8 32,0
12 21 385 5 222
13 24 397 5 210
8,0 9,8 13,8 4,2 8,3
8,6 11,2 14,2 4,2 7,8
4 8 150 8 104
14 19 397 11 231
3,0 3,3 4,3 6,9 5,0
11,0 7,8 11,3 9,5 11,3
Harenkarspel Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo
76 189 114 266 91
79 179 107 263 93
30,2 32,5 32,5 35,6 27,8
32,7 29,8 27,8 32,7 26,5
21 69 53 95 27
16 66 59 95 39
6,0 8,6 10,8 9,1 5,9
4,5 8,2 12,1 9,0 8,7
9 26 43 55 25
27 108 92 83 52
3,3 3,2 5,2 7,9 3,8
10,1 13,1 11,4 12,1 7,9
Den Helder Hilversum Hoorn Huizen Landsmeer
348 410 344 224 43
344 411 338 227 40
30,7 25,8 30,3 36,6 30,2
30,3 22,8 25,0 31,3 25,3
207 169 153 75 20
194 168 160 82 27
15,6 11,0 10,8 7,8 8,5
14,6 11,0 11,3 8,4 11,5
65 118 52 36 10
151 274 128 63 24
5,0 4,9 4,4 4,2 3,8
11,5 11,2 11,0 7,6 8,9
Langedijk Laren Limmen Medemblik Muiden
102 45 24 37 29
96 43 26 40 28
31,2 26,4 26,6 27,5 27,1
27,7 24,9 26,7 29,7 25,2
41 23 10 24 14
52 25 10 20 11
7,1 11,1 6,1 13,9 9,2
9,1 12,2 6,1 11,5 7,1
22 30 6 3 10
47 53 10 17 20
4,8 7,2 4,7 2,1 6,0
10,5 12,6 8,1 12,0 12,2
69 29 60 43 30
69 26 60 48 29
31,2 38,5 30,3 29,4 32,7
27,2 34,0 31,6 33,8 28,6
29 10 19 20 8
32 8 15 14 9
8,1 8,0 6,8 7,8 5,0
9,0 6,4 5,3 5,4 5,6
17 2 6 10 6
46 11 17 24 15
3,2 1,7 2,5 4,3 5,3
8,7 9,9 7,6 11,0 13,8
45 72 78 344 86
48 71 73 351 90
31,7 43,0 35,9 30,5 29,0
30,5 44,8 30,6 25,7 27,0
15 11 19 177 20
14 11 18 189 26
7,1 4,2 7,8 11,1 5,3
6,7 4,1 7,3 11,8 7,0
6 10 13 83 23
19 23 43 176 45
2,9 4,4 4,0 6,1 5,8
9,0 10,1 13,3 12,8 11,3
30 25 95 74 69
28 24 92 67 69
39,6 22,5 30,7 34,8 39,1
42,0 21,3 30,5 30,5 37,7
7 9 36 29 16
5 11 43 32 16
5,8 7,1 6,8 9,9 5,6
4,1 8,9 8,1 10,8 5,6
2 8 19 25 6
12 17 49 43 23
1,9 4,0 4,8 7,1 3,0
11,9 8,7 12,6 12,6 11,1
151 345 38 76 109
155 336 42 70 105
34,1 34,4 33,5 30,6 28,8
32,1 31,8 41,8 27,1 24,5
45 165 7 29 42
47 165 7 31 32
7,2 10,6 4,0 6,9 11,2
7,5 10,6 3,9 7,4 8,5
28 63 2 20 29
68 232 20 44 54
4,7 3,5 1,2 5,2 7,4
11,3 12,9 12,3 11,4 14,1
43 63 50 63 31
42 65 47 62 31
32,0 30,7 40,9 34,4 24,8
33,4 33,0 36,1 37,1 27,4
13 11 17 18 10
16 15 19 19 9
6,4 3,4 8,6 6,1 5,4
7,8 4,6 9,6 6,5 4,9
7 15 9 12 4
19 36 25 27 16
4,3 6,0 4,3 4,0 2,8
12,1 14,6 12,3 9,1 11,9
92 739 83 31 62
89 722 77 30 57
35,3 30,1 26,6 36,5 34,4
35,5 26,0 22,6 34,0 35,7
20 313 37 11 20
26 307 37 8 19
5,8 10,2 13,8 6,7 7,8
7,5 10,0 13,7 4,9 7,3
10 165 14 7 13
39 351 58 10 27
2,9 5,3 2,9 5,5 4,9
11,4 11,4 12,2 8,1 10,5
18 173
17 838
29,4
26,2
7 166
7 322
9,7
9,9
3 697
8 686
4,8
11,5
34 103 67 56 418
43 98 66 56 427
30,2 45,7 30,1 24,5 36,0
36,6 41,1 31,7 26,9 32,1
12 21 22 12 154
12 23 21 15 157
5,1 4,5 5,7 3,3 8,9
5,0 4,9 5,5 4,2 9,1
6 22 13 13 56
23 54 38 33 138
3,4 4,8 3,2 4,2 4,4
13,6 11,7 9,4 11,3 11,0
Naarden Nederhorst den Berg Niedorp Noorder-Koggenland Obdam Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Purmerend Schagen Schermer Schoorl Stede Broec Texel Uitgeest Uithoorn Velsen Venhuizen Waterland Weesp Wervershoof Wester-Koggenland Wieringen Wieringermeer Wognum Wormerland Zaanstad Zandvoort Zeevang Zijpe Zuid-Holland Ter Aar Alblasserdam Albrandswaard Alkemade Alphen aan den Rijn
Mndstat bevolking 2000/04
53
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Barendrecht Bergambacht Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bernisse
158 35 74 100 75
160 35 79 96 72
48,0 33,4 49,3 46,7 46,0
42,0 29,4 48,1 44,6 45,2
46 8 13 24 22
49 9 16 24 20
6,8 3,4 4,2 5,8 6,4
7,3 3,8 5,1 5,7 5,7
17 4 13 21 16
62 17 18 26 28
2,8 1,8 6,5 6,3 5,2
10,2 7,9 9,0 7,7 10,0
Binnenmaas Bleiswijk Bodegraven Boskoop Brielle
102 59 102 61 82
94 62 96 60 74
41,4 51,8 39,2 27,2 34,6
37,5 50,8 36,2 26,5 29,8
30 14 24 25 40
23 15 24 23 31
6,1 5,2 4,8 6,6 9,9
4,7 5,6 4,7 6,0 7,7
18 8 17 12 18
53 17 40 34 46
3,7 4,2 4,3 3,8 4,8
11,5 9,5 10,5 11,0 12,8
Capelle aan den IJssel Cromstrijen Delft Dirksland Dordrecht
383 69 562 48 703
379 69 534 48 685
36,2 41,9 21,0 59,2 33,0
29,4 42,9 23,0 51,1 28,9
136 20 211 10 276
149 21 222 8 267
9,4 5,8 11,9 4,5 10,3
10,2 6,1 12,6 3,5 9,9
51 17 85 14 133
150 32 223 27 345
3,6 5,9 4,3 7,0 4,8
10,7 11,9 11,2 13,2 12,6
Giessenlanden Goedereede Gorinchem Gouda Graafstroom
77 66 210 393 56
81 66 194 398 51
48,1 59,1 37,2 31,9 59,6
47,1 58,8 30,8 27,4 59,3
22 15 72 150 7
13 13 65 161 3
5,8 5,0 9,1 9,0 2,8
3,5 4,2 8,1 9,6 1,2
10 15 38 73 9
37 41 74 170 21
3,1 4,9 5,0 4,8 4,4
11,6 14,4 10,0 11,4 10,8
42 2 435 97 101 21
46 2 376 93 115 21
35,1 22,5 43,8 57,0 44,8
39,6 19,9 41,0 60,4 47,9
18 1 252 22 15 8
14 1 233 28 11 9
8,0 16,5 4,5 3,1 8,6
6,2 16,2 5,7 2,3 9,6
15 529 25 23 4
21 1 224 41 38 6
6,5 5,2 5,6 5,5 4,2
9,6 12,6 9,5 9,2 6,5
Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hillegom Jacobswoude Katwijk
197 91 104 42 209
192 95 100 49 212
36,9 39,8 30,2 25,8 42,5
32,0 38,5 27,9 32,5 40,2
88 39 43 7 54
93 45 48 11 63
9,2 6,9 9,0 2,6 5,1
9,7 7,9 10,1 4,1 5,9
32 18 25 15 39
85 44 56 23 104
4,4 3,8 5,2 6,3 4,4
12,3 9,1 11,7 10,0 11,8
Korendijk Krimpen aan den IJssel Leerdam Leiden Leiderdorp
59 129 113 716 148
58 134 110 718 147
43,8 36,8 44,7 23,2 40,8
44,6 34,2 40,2 18,0 32,3
17 33 33 205 49
13 37 40 218 54
6,2 4,9 6,2 9,5 8,4
4,7 5,5 7,4 10,1 9,4
16 35 39 118 23
32 65 67 244 53
6,7 4,9 8,1 5,2 4,3
14,7 9,0 14,4 11,0 9,8
Leidschendam Liemeer De Lier Liesveld Lisse
165 27 65 59 118
160 26 66 57 116
30,2 19,5 38,4 56,3 35,8
26,7 20,6 41,2 52,9 31,9
42 5 12 7 43
63 6 14 13 44
5,4 3,1 4,0 2,7 8,0
8,1 3,7 4,6 4,9 8,2
45 7 7 7 15
90 8 23 17 52
4,8 6,1 3,2 4,0 3,0
9,6 7,3 10,7 9,8 10,5
Maasland Maassluis Middelharnis Monster Moordrecht
27 159 84 106 35
25 160 88 112 28
36,0 31,1 43,1 35,7 33,3
33,0 29,7 40,8 37,8 27,7
11 73 27 27 12
10 80 27 25 10
6,1 9,1 6,5 5,5 5,9
5,5 9,8 6,4 5,1 4,9
7 37 25 20 8
13 93 52 54 14
4,6 4,8 5,4 4,1 5,2
9,1 12,6 12,0 11,2 9,7
Naaldwijk Nederlek Nieuw-Lekkerland Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop
117 67 48 83 40
129 67 43 88 41
31,0 36,1 51,6 31,9 24,1
34,3 36,8 45,4 30,6 23,7
33 23 10 40 10
40 23 13 42 13
4,5 5,9 3,9 7,2 3,6
5,4 5,8 4,9 7,6 4,7
34 10 10 14 9
77 41 18 34 32
5,1 3,0 5,8 3,5 4,4
11,7 12,4 10,3 8,9 15,9
Noordwijk Noordwijkerhout Nootdorp Oegstgeest Oostflakkee
117 70 46 101 64
115 67 45 102 55
25,7 27,2 30,3 38,3 50,8
22,7 27,2 29,2 31,5 45,9
50 31 12 34 20
50 28 13 39 20
9,4 8,8 4,6 7,7 7,3
9,4 7,9 4,9 8,9 7,2
32 18 8 21 11
57 41 22 42 23
5,9 5,8 4,6 4,0 4,5
10,2 13,4 13,4 8,1 10,0
Oud-Beijerland Ouderkerk Papendrecht Pijnacker Reeuwijk
115 37 159 113 63
114 34 167 115 56
43,6 35,6 41,3 41,3 40,3
36,9 35,7 39,1 39,6 35,0
41 10 69 27 16
55 7 62 35 24
7,2 4,7 9,1 4,9 5,0
9,7 3,3 8,2 6,4 7,6
16 14 24 17 14
49 13 77 42 32
3,4 7,4 3,7 3,9 4,6
10,8 6,7 11,8 9,7 10,2
251 83 90 289 3 213
240 74 88 279 3 070
36,7 50,1 34,7 32,1 23,0
32,6 41,9 34,7 26,9 19,7
78 20 27 124 1 632
88 12 28 106 1 610
7,0 4,9 5,6 12,8 15,5
7,9 2,9 5,8 10,9 15,1
65 9 18 74 711
125 28 44 146 1 678
5,2 3,5 4,6 4,8 5,3
10,1 10,7 11,4 9,3 12,8
68 56 435 50 60
62 57 440 53 58
30,3 25,4 30,2 32,4 33,9
28,3 24,0 28,9 38,1 28,3
35 36 153 17 22
35 38 157 10 20
10,1 10,4 9,4 6,2 7,8
9,9 11,0 9,5 3,6 7,0
12 22 104 8 14
25 36 217 21 22
4,3 6,8 5,8 3,8 5,3
9,0 11,0 12,2 10,1 8,7
‘s-Gravendeel ‘s-Gravenhage ‘s-Gravenzande Hardinxveld-Giessendam Heerjansdam
Ridderkerk Rijnsburg Rijnwoude Rijswijk Rotterdam Rozenburg Sassenheim Schiedam Schipluiden Schoonhoven
54
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Sliedrecht Spijkenisse Strijen Valkenburg Vianen
129 399 59 13 109
126 389 55 16 107
40,3 37,8 41,4 29,7 37,7
36,0 31,4 39,7 34,8 32,4
44 177 14 4 38
50 198 18 4 40
7,4 9,6 5,6 4,1 7,8
8,3 10,7 7,1 4,0 8,2
35 64 10 6 19
94 158 35 10 37
5,6 4,8 4,5 9,3 5,0
14,7 12,0 17,2 15,5 10,2
Vlaardingen Vlist Voorburg Voorhout Voorschoten
414 49 233 78 104
411 46 230 69 100
33,4 38,8 32,5 47,6 33,9
29,7 37,2 27,2 39,7 28,4
140 19 88 18 35
155 19 86 16 40
8,4 7,8 12,1 5,1 7,0
9,3 7,8 11,8 4,6 8,0
91 11 46 12 31
262 19 135 11 45
4,4 4,6 3,8 5,5 4,8
12,9 7,9 11,2 5,2 6,9
Waddinxveen Warmond Wassenaar Wateringen Westvoorne
146 22 90 72 69
130 18 95 66 73
41,8 27,6 29,1 34,0 41,6
35,1 22,8 28,0 32,1 42,7
34 10 31 26 15
33 5 37 30 17
4,9 9,2 5,9 6,8 4,5
4,8 4,7 7,0 7,8 5,1
22 13 32 9 11
47 15 91 41 38
4,0 9,3 3,5 2,6 2,5
8,4 10,3 10,1 12,0 8,9
Zederik Zevenhuizen-Moerkapelle Zoetermeer Zoeterwoude Zwijndrecht
78 49 518 46 219
83 54 515 46 223
53,1 41,9 31,4 35,3 38,5
53,6 45,4 26,5 34,8 34,3
9 16 260 9 81
10 16 288 10 89
2,5 6,3 10,1 4,3 8,1
2,8 6,2 11,1 4,8 8,9
15 7 85 5 51
25 28 228 10 149
4,8 3,0 4,2 3,0 4,6
8,1 12,5 11,5 6,0 13,5
1 823
1 807
35,2
34,6
663
696
7,6
7,9
483
1 103
4,6
10,6
Axel Borsele Goes Hontenisse Hulst
69 129 171 37 84
63 127 168 36 78
39,7 46,6 31,9 30,6 28,1
38,7 49,2 28,2 35,3 27,4
12 27 65 10 32
22 35 81 7 38
4,1 4,8 8,3 4,9 6,7
7,5 6,2 10,4 3,5 8,0
17 23 53 8 19
39 57 111 32 50
4,6 4,1 5,2 3,8 3,5
11,0 10,3 11,1 15,4 9,4
Kapelle Middelburg Noord-Beveland Oostburg Reimerswaal
50 207 30 59 133
53 205 30 65 130
43,3 29,9 32,6 25,6 57,5
46,2 26,1 33,1 29,2 57,5
10 99 8 34 28
11 94 7 39 24
3,4 10,3 5,2 8,2 5,3
3,8 9,8 4,4 9,5 4,4
12 44 9 18 41
26 119 24 67 51
4,2 3,8 3,6 2,7 7,6
8,9 10,4 10,1 10,6 9,7
Sas van Gent Schouwen-Duiveland Sluis-Aardenburg Terneuzen Tholen
52 167 32 171 123
51 163 34 178 122
40,0 39,2 34,7 35,4 48,2
41,0 38,3 42,7 36,6 47,4
20 60 23 79 37
20 65 15 77 32
9,4 7,7 15,5 9,6 5,9
9,3 8,3 10,2 9,3 5,0
13 43 12 40 35
20 105 29 107 49
5,1 4,0 5,2 4,1 5,8
8,0 10,0 12,6 11,1 8,5
Veere Vlissingen
81 228
77 227
32,2 29,7
33,7 29,2
23 96
25 104
4,3 10,3
4,7 11,1
44 52
79 138
6,3 4,4
11,2 11,6
Zeeland
Noord-Brabant
12 254
12 094
31,2
30,0
4 322
4 451
7,7
8,0
2 464
5 765
5,1
11,5
Aalburg Alphen-Chaam Asten Baarle-Nassau Bergen op Zoom
64 54 82 25 381
75 50 82 29 372
47,8 44,0 35,0 26,9 37,3
60,7 41,9 40,0 36,9 34,6
16 14 17 8 158
13 11 19 11 163
5,1 5,7 4,2 5,4 10,1
4,0 4,5 4,7 7,6 10,5
10 7 19 8 77
30 24 30 13 182
3,9 3,0 6,4 5,4 5,1
12,3 10,2 9,9 8,8 12,0
Bergeyk Bernheze Best Bladel Boekel
68 140 145 61 38
74 143 143 67 38
27,2 35,5 39,1 21,0 27,5
34,8 38,2 37,1 25,4 30,7
20 40 48 23 11
20 26 51 22 15
4,2 5,3 6,9 4,6 4,5
4,2 3,5 7,4 4,5 6,2
15 26 17 23 8
35 63 44 52 16
4,0 5,0 3,7 6,3 4,4
9,2 11,7 9,2 13,7 8,7
Boxmeer Boxtel Breda Budel Cuijk
124 143 821 95 132
121 133 819 86 128
27,6 31,7 26,1 32,0 31,9
28,8 28,5 22,5 32,7 31,5
40 55 343 23 39
35 55 352 21 39
5,5 7,8 10,6 4,3 6,6
4,9 7,9 11,0 3,9 6,7
24 35 192 25 29
56 84 440 53 40
4,4 6,2 5,3 5,8 6,6
10,1 14,5 11,8 12,4 9,0
165 123 78 1 114 191
164 121 69 1 097 193
35,3 35,3 28,5 23,6 36,5
37,5 36,2 29,1 23,2 33,7
54 41 21 449 65
57 47 26 451 72
6,6 6,3 4,6 11,6 7,0
7,0 7,3 5,7 11,7 7,8
28 26 19 214 35
70 66 39 592 75
4,6 5,3 5,3 4,7 5,0
11,0 13,1 10,5 12,6 10,4
100 145 119 118 107
105 142 118 117 110
29,9 30,6 28,7 34,5 37,7
31,6 30,2 30,6 35,8 34,5
49 60 39 48 44
46 68 31 55 57
8,8 9,1 5,5 7,6 7,9
8,4 10,5 4,4 8,9 10,5
24 29 27 23 21
49 67 54 55 50
5,6 4,9 5,2 4,6 4,7
11,3 10,5 10,2 10,7 10,8
Deurne Dongen Eersel Eindhoven Etten-Leur Geertruidenberg Geldrop Gemert-Bakel Gilze en Rijen Goirle
Mndstat bevolking 2000/04
55
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (vervolg / continued) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Grave Haaren Halderberge Heeze-Leende Helmond
72 62 130 72 534
69 59 128 69 539
30,5 27,3 33,5 32,9 37,0
33,3 32,7 34,7 34,5 36,7
29 12 45 22 200
27 12 48 13 198
9,3 3,4 5,8 5,9 10,2
8,9 3,5 6,3 3,5 10,1
11 18 30 15 81
25 34 87 50 171
5,2 6,6 4,4 4,0 5,5
11,5 12,4 12,7 12,8 11,2
‘s-Hertogenbosch Heusden Hilvarenbeek Laarbeek Landerd
769 196 60 84 59
750 192 66 84 55
28,7 32,5 29,1 27,5 27,0
24,7 31,8 35,1 29,1 25,9
261 61 19 24 19
264 67 22 29 21
9,4 5,5 5,0 4,2 5,4
9,6 6,1 5,9 5,2 6,0
134 45 5 24 18
305 110 35 36 41
5,5 5,6 1,7 6,0 6,1
12,2 13,4 11,4 8,8 13,5
Lith Loon op Zand Maasdonk Made Mierlo
37 95 54 126 43
37 98 56 121 45
43,4 30,5 35,0 36,3 32,2
43,7 29,7 39,5 33,9 32,1
8 30 10 41 12
8 43 9 37 15
4,4 5,3 3,2 5,8 4,6
4,4 7,6 3,0 5,3 5,8
4 21 10 28 11
12 63 17 59 26
3,1 4,4 4,6 4,8 5,3
9,5 12,5 7,7 10,1 12,8
Mill en Sint Hubert Nuenen c.a. Oirschot Oisterwijk Oosterhout
60 117 89 112 246
63 114 79 116 245
35,6 39,0 35,4 31,7 33,4
42,8 35,4 34,8 30,8 30,2
10 46 22 53 114
11 50 23 49 115
3,5 7,6 4,8 8,8 8,8
3,9 8,4 5,0 8,2 8,9
12 14 16 27 53
21 52 33 70 110
4,9 3,0 4,5 4,7 4,8
8,3 10,9 9,1 11,9 9,6
Oss Ravenstein Reusel-De Mierden Roosendaal Rucphen
388 38 34 377 109
375 38 31 373 111
37,1 31,9 22,7 33,0 39,2
33,6 34,2 24,0 31,2 43,2
126 13 10 165 33
146 13 11 157 39
7,8 5,9 3,0 9,0 4,9
9,1 5,9 3,3 8,6 5,9
74 9 9 81 30
168 24 18 190 74
5,5 5,4 4,1 4,8 6,3
12,0 15,1 7,6 10,9 14,9
Schijndel Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode Someren
132 50 125 86 69
127 51 129 84 69
39,8 28,2 34,6 36,6 27,0
39,0 35,3 35,3 35,5 31,9
26 6 22 31 26
33 11 30 31 34
4,4 2,0 3,2 6,9 5,3
5,6 3,8 4,4 7,0 7,0
30 10 21 16 16
48 23 61 51 48
7,1 3,8 3,4 4,5 4,8
11,2 8,4 9,6 13,6 13,6
63 112 1 132 209 166
62 105 1 103 198 168
30,8 34,8 28,6 30,7 32,8
30,6 34,8 24,4 28,1 34,5
23 39 406 88 64
27 39 407 80 72
6,7 6,4 10,2 9,2 8,5
8,0 6,4 10,3 8,5 9,7
21 32 207 39 40
36 66 467 83 88
5,3 5,6 5,8 5,3 5,7
8,7 11,7 12,4 10,9 11,9
Veghel Veldhoven Vught Waalre Waalwijk
202 231 134 71 223
205 232 134 73 218
38,5 33,7 32,0 36,7 32,3
38,9 33,4 33,5 36,9 30,3
60 72 43 29 111
64 85 44 31 103
6,5 6,9 7,8 7,4 9,9
7,0 8,2 8,1 8,1 9,3
30 38 39 13 30
64 83 80 33 116
4,4 4,7 6,5 3,0 3,2
9,1 9,7 13,0 7,2 12,0
Werkendam Woensdrecht Woudrichem Zevenbergen Zundert
151 113 75 230 84
145 111 69 220 82
51,0 38,3 40,9 43,8 29,4
50,6 41,6 38,5 42,2 33,1
32 32 14 62 26
32 33 18 62 25
4,5 5,8 3,8 6,4 4,9
4,5 6,0 4,8 6,4 4,8
31 33 13 50 14
52 54 36 111 55
5,2 6,4 4,1 6,2 2,8
9,4 10,6 11,9 14,2 10,8
5 610
5 603
30,6
30,7
2 147
2 180
7,8
8,0
1 323
3 351
5,2
12,7
55 39 96 63 27
53 40 96 64 26
36,0 31,2 44,3 33,9 36,0
37,2 35,2 42,1 36,3 38,6
16 12 33 21 7
15 13 28 19 5
5,5 5,1 7,2 5,8 4,8
5,3 5,6 6,2 5,4 3,4
15 11 16 13 4
31 14 35 29 14
5,6 5,8 4,1 4,7 3,5
11,5 7,4 8,7 10,1 11,8
Bergen Born Broekhuizen Brunssum Echt
74 80 7 172 78
73 77 6 172 83
36,8 42,3 23,1 37,5 24,1
41,9 39,2 25,2 37,7 28,0
15 25 1 64 31
14 33 3 64 22
4,3 6,2 2,1 8,9 6,8
4,0 8,2 6,2 8,9 4,9
21 12 3 34 20
48 35 4 108 65
7,1 4,2 7,8 4,4 4,6
16,8 12,1 10,0 13,6 14,3
Eijsden Geleen Gennep Grubbenvorst Gulpen
68 178 91 35 37
63 167 92 35 36
50,4 30,5 27,5 34,3 32,6
47,9 29,2 30,6 40,1 34,6
20 71 24 15 9
13 78 23 12 10
6,0 9,3 6,3 8,6 4,4
4,0 10,3 6,1 7,0 5,0
11 44 16 3 9
18 116 49 19 27
4,1 5,2 4,6 2,3 4,8
6,7 13,1 14,3 14,8 13,7
Haelen Heel Heerlen Helden Heythuysen
47 38 539 73 55
49 32 546 72 55
35,8 27,9 30,2 25,0 29,5
40,4 25,3 31,0 28,4 32,7
14 12 270 20 31
21 13 252 22 27
5,7 5,8 13,1 3,9 10,1
8,7 6,4 12,2 4,4 8,9
19 7 133 17 6
32 20 331 37 18
7,7 4,1 5,9 4,8 2,6
12,7 12,0 14,3 10,4 7,8
Son en Breugel Steenbergen Tilburg Uden Valkenswaard
Limburg Ambt Montfort Arcen en Velden Beek Beesel Belfeld
56
Centraal Bureau voor de Statistiek
Huwelijkssluiting en ontbinding er gemeente naar rovincie, 1998 Tabel 2 (slot / end) Huwenden, van echt scheidenden en verweduwende personen naar geslacht per gemeente, 1998 Marrying, divorcing and widowing persons by sex, per municipality, 1998 Provincie Gemeente
Huwenden
Van echt scheidenden
absoluut
M
V
per 1 000 nietgehuwden van 15 jaar of ouder (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
V
M
V
Verweduwenden per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd)
absoluut
M
M
V
per 1 000 gehuwden (indirect gestandaardiseerd naar leeftijd) V
M
V
Horst Hunsel Kerkrade Kessel Landgraaf
73 28 251 25 181
73 27 245 24 184
23,5 36,9 31,6 37,8 30,2
27,4 38,2 31,3 45,1 31,3
22 5 116 1 75
25 6 130 2 86
4,3 2,9 9,4 0,9 7,0
5,0 3,4 10,6 1,8 8,1
24 6 69 4 49
51 21 206 11 118
6,1 5,3 5,4 4,4 5,3
12,4 18,5 15,6 12,1 12,2
Maasbracht Maasbree Maastricht Margraten Meerlo-Wanssum
58 53 632 51 27
53 53 645 43 26
29,4 31,3 26,8 29,9 26,1
29,5 34,8 22,1 26,8 30,3
21 23 251 22 9
23 23 277 24 5
6,1 6,5 10,5 6,1 4,4
6,8 6,6 11,6 6,8 2,5
21 9 138 15 4
41 31 352 34 13
6,2 3,9 4,9 4,7 2,9
12,0 13,4 12,4 10,9 9,2
93 19 34 62 90
92 20 31 63 87
34,9 23,4 31,9 28,3 39,4
34,9 27,7 27,4 33,5 42,5
35 3 10 20 26
35 2 9 19 25
6,8 1,9 5,5 4,5 6,1
6,9 1,3 5,0 4,4 5,9
28 2 9 18 20
63 24 17 26 52
5,4 1,6 4,9 5,3 5,2
11,9 18,8 9,2 7,4 13,0
Onderbanken Roerdalen Roermond Roggel en Neer Schinnen
37 53 259 51 55
40 54 263 51 52
33,0 32,9 30,2 42,4 30,4
40,0 37,3 29,7 51,3 32,6
8 23 124 8 18
9 22 121 7 21
3,5 8,6 12,7 3,6 5,0
4,0 8,4 12,5 3,2 6,0
7 9 44 10 12
29 30 137 20 41
3,6 3,7 4,6 5,6 3,8
14,0 12,1 13,8 10,7 13,0
Sevenum Simpelveld Sittard Stein Susteren
38 53 230 98 58
42 53 236 95 60
31,5 36,4 26,0 28,3 32,3
39,1 40,3 26,2 27,2 34,3
9 15 99 31 19
8 10 110 26 20
4,9 4,9 8,6 4,4 5,5
4,4 3,3 9,6 3,8 5,9
8 17 70 35 12
17 37 152 72 43
5,5 5,9 6,4 5,7 4,2
10,9 12,4 13,2 11,2 14,6
41 86 16 52 83
37 90 15 48 89
30,0 31,7 43,6 24,8 29,1
32,2 35,2 43,8 25,9 31,8
17 42 4 17 44
13 47 6 19 36
8,2 8,8 6,3 6,9 10,7
6,4 9,8 9,6 7,7 8,8
13 18 5 9 21
32 69 11 36 49
6,3 4,3 6,9 3,3 4,7
15,3 16,1 15,6 13,4 10,6
366 191 67 225 22
366 191 65 230 23
31,3 30,5 40,6 30,1 20,6
31,3 31,7 44,5 31,3 26,2
147 54 25 87 6
148 62 21 85 11
10,3 5,8 7,5 7,3 3,0
10,5 6,7 6,4 7,2 5,5
74 35 17 69 8
201 76 46 122 21
5,2 5,3 5,1 6,6 4,5
14,0 11,3 13,3 11,3 11,8
84 085
82 915
30,0
27,2
30 287
31 023
8,6
8,8
17 315
40 999
4,9
11,6
Meerssen Meijel Mook en Middelaar Nederweert Nuth
Swalmen Tegelen Thorn Vaals Valkenburg aan de Geul Venlo Venray Voerendaal Weert Wittem Nederland / The Netherlands
Mndstat bevolking 2000/04
57
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Deaths by cause of death, 1998 In 1998 zijn ruim 137 duizend inwoners van Nederland overleden. Dit zijn er bijna 2 duizend meer dan in 1997. Hart- en vaatziekten zijn al jaren de belangrijkste groep doodsoorzaken. In 1998 overleed ruim eenderde ten gevolge van hart- en vaatziekten. Kanker eiste in 1998 ruim 37 duizend levens, een kwart van alle overledenen. Daarmee veroorzaken hart- en vaatziekten en kanker bijna tweederde van de totale sterfte. De sterfte ten gevolge van ademhalingsziekten, voornamelijk longontsteking en CARA, is de derde belangrijke groep doodsoorzaken met 14 duizend sterfgevallen, tien procent van de totale sterfte. Om een goede indruk te krijgen van de ontwikkeling van de sterfte aan hart- en vaatziekten en kanker is uitschakeling van leeftijdsinvloeden noodzakelijk. Beide zijn typisch ouderdomsziekten. De sterfte hieraan neemt toe met de leeftijd. Als de invloed van de veroudering van de bevolking wordt geëlimineerd, blijkt dat de sterfte aan hart- en vaatziekten sinds 1970 fors is gedaald, van 381 (1970) tot 211 per 100 duizend van de gemiddelde bevolking (1998). De sterfte aan kanker per 100 duizend van de gemiddelde bevolking is gedaald van 195 (1970) tot 178 (1998). De daling van de sterfte aan hart- en vaatziekten na 1970 is voornamelijk te danken aan het feit dat er minder mensen sterven aan een acuut hartinfarct. In 1970 overleden er 19 duizend mensen ten gevolge van een acuut hartinfarct. In 1990 waren dat er ruim 17 duizend en in 1998 was dit aantal verder teruggelopen tot 14 duizend. Gerelateerd aan de bevolking komt deze daling nog meer tot uiting. Ten opzichte van 1970 is in 1998 de gestandaardiseerde sterfte door het acuut hartinfarct meer dan gehalveerd. Bij mannen is het acuut hartinfarct de belangrijkste doodsoorzaak, gevolgd door longkanker en het herseninfarct. Van de sterfte aan kanker vormt longkanker de grootste categorie met ruim 6 600 overledenen in 1998. Dit is 32 procent van de totale kankersterfte bij mannen. In 1998 zijn er minder mannen aan longkanker overleden dan in 1997. De daling van de afgelopen tien jaar zet daarmee door. Bij vrouwen eist het herseninfarct de meeste levens op, gevolgd door het acuut hartinfarct en borstkanker. Opvallend is dat bij vrouwen het aantal overledenen aan longkanker vanaf 1970 sterk is gestegen. In 1998 neemt longkanker bij vrouwen, met bijna 2 duizend sterfgevallen, na borstkanker de tweede plaats in binnen het totaal aantal sterfgevallen aan kanker. De kans om aan longkanker te overlijden is voor vrouwen echter nog aanmerkelijk kleiner dan de kans om te overlijden aan borstkanker. Aan borstkanker zijn in 1998 ruim 3 500 vrouwen overleden. Het doodsoorzakenpatroon varieert sterk met de leeftijd. Onder jongeren is de totale sterfte relatief laag omdat bij deze bevolkingsgroep de kans te overlijden aan een ziekte aanmerkelijk kleiner is dan bij ouderen. Hierdoor overlijden jongeren relatief vaker aan niet-natuurlijke doodsoorzaken, zoals verkeersongevallen en zelfdoding. Vanaf 40 jaar nemen de natuurlijke doodsoorzaken de overhand en neemt bij toenemende leeftijd het aandeel van niet-natuurlijke doodsoorzaken steeds verder af.
58
Technical explanation In 1998 more than 137 thousand people died in the Netherlands, approximately 2 thousand more than in 1997. Cardiovascular diseases have been the main cause of death for years. In 1998 more than one third died as a result of cardiovascular diseases. More than 37 thousand persons died from cancer in the same year, 25 percent of the total annual mortality. Consequently, cardiovascular diseases and cancer accounted for almost two thirds of the total number of deaths in 1998. Diseases of the respiratory system, mainly pneumonia and chronic non-specific lung diseases, constitute the third largest group, claiming 14 thousand lives, 10 percent of the annual mortality. For a proper understanding of the influence of cardiovascular diseases and cancer on the total mortality, the effect of age needs to be eliminated. Both diseases are clearly related to age. If the effect of the increase in the number of elderly is eliminated, a substantial reduction of the number of deaths from cardiovascular diseases can be observed, from 381 in 1970 to 211 in 1998 per 100 thousand of the average population. Over the same period, the number of cancer-related deaths dropped from 195 to 178 per 100 thousand of the average population. The decrease in cardiovascular mortality after 1970 is mainly due to the fact that fewer people die of acute myocardial infarctions which accounted for 19 thousand deaths in 1970, well over 17 thousand in 1990 and 14 thousand in 1998. If the population growth over the same period is taken into account, the decrease becomes even more evident. In 1998 the standardized mortality from acute myocardial infarctions dropped by more than 50 percent compared to 1970. Acute myocardial infarctions are the main cause of death for men, followed by lung cancer and cerebral infarctions. In the category malignant neoplasms, lung cancer is the main cause of death: more than 6,600 men died of lung cancer in 1998, i.e. 32 percent of all cancer deaths, less than in the previous year. Over the past decade, the number of lung cancer deaths has steadily dropped. Cerebral infarctions are the main cause of death among the female population, followed by acute myocardial infarctions and breast cancer. A striking development is the sharp increase in female lung cancer deaths since 1970. Within the category cancer, lung cancer claimed almost 2 thousand female lives in 1998, the second most important cause of death after breast cancer. Breast cancer claimed almost 3,500 female lives. Causes of death vary distinctly with age. Obviously, young people stand a relatively small chance of dying from natural causes. As a consequence, young people die compartively often from non-natural causes like traffic accidents and suicides. From the age of forty, natural causes prevail. As people grow older, relatively fewer die from non-natural causes.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Tabel 1 Overleden kinderen beneden 1 jaar naar leeftijd, en doodgeborenen, naar doodsoorzaak, 1998 Infant deaths by age and late fetal deaths, by cause of death, 1998 Doodsoorzaak
leeftijd / age 0–6 dagen 0–6 days
Aandoeningen ontstaan in de perinatale periode waaronder
7–27 dagen 7–27 days
Totaal beneden 28 dagen- 1 jaar 11 Total maanden under 28 days1 year 11 months
Doodgeborenen Late foetal deaths 2)
3)
Cause of death
Certain conditions originating in the perinatal period amon which
404
59
39
502
1 133
856
5
–
–
5
129
70
81
5
–
86
432
328
109
15
7
131
5
1
disorders relating to short gestation and unspecified low birth weight
–
1
5
6
–
–
birth trauma
90
19
11
120
32
31
194
71
86
351
134
105
spina bifida en overige aangeboren afwijkingen van het zenuwstelsel
40
8
7
55
33
26
spina bifida and other congenital anomalies of the nervous system
aangeboren afwijkingen van hart en bloedvaten
40
30
37
107
7
7
congenital anomalies of heart and circulatory system
afwijkingen bij foetus of pasgeborene t.g.v. aandoeningen bij de moeder die niet in verband hoeven te staan met bestaande zwangerschap afwijkingen van de foetus of pasgeborene door zwangerschapscomplicaties en complicaties van de baring afwijking door korte zwangerschapsduur en nietgespecificeerd laag geboortegewicht geboortetrauma intra-uteriene hypoxie en asfyxie bij de geboorte en andere respiratoire aandoeningen Aangeboren afwijkingen waaronder
fetus or newborn affected by maternal conditions which may be unrelated to present pregnancy fetus or newborn affected by complications of pregnancy, labour and delivery
intrauterine hypoxia, birth asphyxia and other respiratory conditions Congenital anomalies among which
Infectieziekten en parasitaire ziekten
–
9
26
35
–
–
Infectious and parasitic diseases
Ziekten van het zenuwstelsel
–
2
25
27
–
–
Diseases of the nervous system
Ziekten van de ademhalingsorganen
–
–
7
7
–
–
Diseases of the respiratory system
Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden waaronder
–
9
42
51
–
–
Symptoms, signs and ill-defined conditions among which
–
2
25
27
–
–
Niet-natuurlijke doodsoorzaken
wiegendood
3
2
15
20
–
–
External causes of injury and poisoning
Overige doodsoorzaken
5
8
29
42
4
4
Other causes of death
606
160
269
1 035
1 271
965
Alle doodsoorzaken 1)
2) 3) 1) 2) 3)
sudden infant death syndrome
All causes of death
Doodsoorzaken volgens de Internationale Statistische Classificatie van Ziekten, etc. (10e herziening,1992–1994). Getallen volgens opgave van doodsoorzaakverklaringen. Doodgeborenen na een zwangerschapsduur van 24 weken of meer. Doodgeborenen na een zwangerschapsduur van 28 weken of meer. Causes of death according to the 10th revision of ICD (1992–1994). Stillbirths after a pregnancy of 24 weeks or more. Stillbirths after a pregnancy of 28 weeks or more.
Mndstat bevolking 2000/04
59
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Tabel 2 Aantal overledenen naar doodsoorzaak en geslacht, 1997 en 1998 Deaths by cause of death and sex, 1997 and 1998 Doodsoorzaak
1)
Mannen / Males
Vrouwen / Females
absoluut
Alle doodsoorzaken tezamen Infectieuze en parasitaire ziekten tuberculose nekkramp (meningococceninfecties) virale hepatitis aids Nieuwvormingen kwaadaardige nieuwvormingen van lip, mond en keel van slokdarm (oesophagus) van maag van dikke darm (colon) van endeldarm (rectum) en anus van lever en intrahepatische galwegen van galblaas en galwegen van alvleesklier (pancreas) van strottehoofd (larynx) van luchtpijp(-vertakkingen) en long melanoom van huid van borst van baarmoederhals van baarmoederlichaam van eierstok van prostaat van nier, behalve nierbekken van urineblaas van lymfatisch en bloedvormend weefsel Ziekten van bloed, bloedbereidende organen en immuniteitsstoornissen
per 100 000 van de gemiddelde bevolking
absolute
Cause of death
1)
per 100,000 of the average population
1997
1998
1997
1998
1997
1998
1997
1998
67 242
68 209
871,2
878,2
68 541
69 273
868,5
872,4
736 69 24 19 158
757 71 32 35 107
9,5 0,9 0,3 0,2 2,0
9,7 0,9 0,4 0,5 1,4
716 36 17 14 26
754 47 20 15 29
9,1 0,5 0,2 0,2 0,3
9,5 0,6 0,3 0,2 0,4
20 914 20 420 304 689 1 057 1 640
21 077 20 609 304 707 1 052 1 627
271,0 264,6 3,9 8,9 13,7 21,2
271,4 265,4 3,9 9,1 13,5 20,9
17 173 16 713 155 336 684 1 721
17 284 16 763 173 327 616 1 775
217,6 211,8 2,0 4,3 8,7 21,8
217,7 211,1 2,2 4,1 7,8 22,4
501 242 113 776 199 6 730 228 35 – – – 2 367 493 724
535 255 104 812 226 6 665 265 26 – – – 2 383 504 818
6,5 3,1 1,5 10,1 2,6 87,2 3,0 0,5 – – – 30,7 6,4 9,4
6,9 3,3 1,3 10,5 2,9 85,8 3,4 0,3 – – – 30,7 6,5 10,5
412 206 250 965 51 1 889 202 3 574 234 370 986 – 348 330
462 185 224 886 32 1 981 207 3 542 276 393 975 – 337 300
5,2 2,6 3,2 12,2 0,6 23,9 2,6 45,3 3,0 4,7 12,5 – 4,4 4,2
5,8 2,3 2,8 11,2 0,4 24,9 2,6 44,6 3,5 4,9 12,3 – 4,2 3,8
1 489
1 565
19,3
20,2
1 415
1 431
17,9
18,0
Neoplasms malignant neoplasms of lip, oral cavity and pharynx of oesophagus of stomach of colon of rectum, rectosigmoïd junction and anus of liver and intrahepatic bile ducts of galbladder and bile ducts of pancreas of larynx of trachea, bronchus and lung melanoma of skin of breast of cervix uteri of corpus uteri and uterus unspecified of ovary of prostate of kidney, exept renal pelvis of bladder of lymphoid, haematopoietic and related tissue
All causes of death Infectious and parasitic diseases tuberculosis meningococcal infection viral hepatitis AIDS
139
161
1,8
2,1
224
225
2,8
2,8
Diseases of the blood and bloodforming organs and certain disorders involving the immune mechanism
1 445 1 186
1 538 1 269
18,7 15,4
19,8 16,3
2 682 2 012
2 561 1 955
34,0 25,5
32,3 24,6
Endocrine, nutritional and metabolic diseases diabetes mellitus
Psychische stoornissen door gebruik van alcohol door gebruik drugs en vluchtige oplosmiddelen
1 210 160
1 257 178
15,7 2,1
16,2 2,3
3 072 33
3 201 51
38,9 0,4
40,3 0,6
–
7
–
0,1
2
–
0,0
–
Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen hersenvliesontsteking ziekte van Parkinson
1 243 32 425
1 227 23 401
16,1 0,4 5,5
15,8 0,3 5,2
1 704 38 449
1 678 36 457
21,6 0,5 5,7
21,1 0,5 5,8
Ziekten van hart en vaatstelsel ziekten v.d. kransvaten (ischem.hartz.) acuut hartinfarct overige hartziekten hersenvaatletsels (CVA)
24 311 11 069 8 064 5 205 4 745
24 313 10 847 7 963 5 423 4 718
315,0 143,4 104,5 67,4 61,5
313,0 139,7 102,5 69,8 60,7
25 450 8 285 6 210 6 446 7 401
25 513 8 266 6 138 6 575 7 386
322,5 105,0 78,7 81,7 93,8
321,3 104,1 77,3 82,8 93,0
Diseases of the circulatory system ischaemic heart diseases acute myocardial infarction other heart diseases cerebrovascular diseases
7 123 79 2 439
7 500 74 2 484
92,3 1,0 31,6
96,6 1,0 32,0
6 053 118 3 292
6 513 172 3 479
76,7 1,5 41,7
82,0 2,2 43,8
4 096 23
4 474 45
53,1 0,3
57,6 0,6
2 260 46
2 500 64
28,6 0,6
31,5 0,8
Diseases of the respiratory system influenza pneumonia chronic lower respiratory diseases asthma
2 130
2 171
27,6
28,0
2 884
2 883
36,5
36,3
166 461 281
160 484 308
2,2 6,0 3,6
2,1 6,2 4,0
236 332 158
216 293 141
3,0 4,2 2,0
2,7 3,7 1,8
Diseases of the digestive system peptic ulcers chronic liver disease alcoholic liver disease
Ziekten van huid en onderhuids bindweefsel
104
133
1,3
1,7
375
352
4,8
4,4
Diseases of the skin and subcutaneous tissue
Ziekten spieren, beenderen en bindweefsel reumatoide artritis en artrose
264 52
220 44
3,4 0,7
2,8 0,6
592 200
601 210
7,5 2,5
7,6 2,6
Diseases of the musculoskeletal system and connective tissue rheumatoid arthritis and osteoarthrosis
1 021 600
1 038 583
13,2 7,8
13,4 7,5
1 559 796
1 515 802
19,8 10,1
19,1 10,1
Diseases of the genitourinary system diseases of kidney and ureter
Complicaties van zwangerschap, bevalling, kraambed
–
–
–
–
15
23
0,2
0,3
Pregnancy, childbirth and the puerperium
Aandoeningen van de perinatale periode
244
300
3,2
3,9
173
202
2,2
2,5
Certain conditions originating in the perinatal period
Endocriene, voedings-, stofwisselingsziekten suikerziekte (diabetes mellitus)
Ziekten van de ademhalingsorganen griep (influenza) longontsteking (pneumonie) chronische aandoeningen onderste luchtwegen (CARA) astma Ziekten van de spijsverteringsorganen maagzweer en zweer aan twaalfvingerige en nuchtere darm chronische leveraandoeningen onder invloed van alcohol
Ziekten urinewegen en geslachtsorganen ziekten van nier en urineleider
60
Mental and behavioural sisorders due to use of alcohol due to use of drugs and volatile solvents Diseases of the nervous system meningitis Parkinson’s disease
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Tabel 2 (slot / end) Aantal overledenen naar doodsoorzaak en geslacht, 1997 en 1998 Deaths by cause of death and sex, 1997 and 1998 Doodsoorzaak
1)
Mannen / Males absoluut
1997 Aangeboren afwijkingen van zenuwstelsel
1998
Vrouwen / Females per 100 000 van de gemiddelde bevolking
absolute
1997
1998
1997
Cause of death
1)
per 100,000 of the average population 1998
1997
1998
345
366
4,5
4,7
312
272
4,0
3,4
33
41
0,4
0,5
49
35
0,6
0,4
105
97
1,4
1,2
92
67
1,2
0,8
van hart en bloedvaten
Congenital anomalies congenital anomalies of the nervous system congenital anomalies of the circulatory system
Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden wiegendood (SIDS) onvolledig omschreven en onbekende oorzaken
2 976 21
3 262 19
38,6 0,3
42,0 0,2
3 446 11
3 671 8
43,7 0,1
46,2 0,1
2 346
2 548
30,4
32,8
1 770
1 949
22,4
24,5
Symptoms, signs and ill-defined conditions sudden infant death syndrome (SIDS) ill-defined and unknown causes of mortality
Niet-natuurlijke doodsoorzaken ongevallen vervoersongevallen wegverkeersongevallen accidentele val accidentele verdrinking accidentele vergiftiging zelfdoding moord en doodslag gebeurtenissen opzet onbekend
3 037 1 773 846 805 572 79 82 1 042 145 35
2 889 1 651 781 741 576 73 59 1 002 129 70
39,3 23,0 11,0 10,4 7,4 1,0 1,1 13,5 1,9 0,5
37,2 21,3 10,1 9,5 7,4 0,9 0,8 12,9 1,7 0,9
2 111 1 464 350 346 970 15 20 528 63 16
2 025 1 408 309 303 964 10 13 517 47 24
26,7 18,5 4,4 4,4 12,3 0,2 0,3 6,7 0,8 0,2
25,5 17,7 3,9 3,8 12,1 0,1 0,2 6,5 0,6 0,3
External causes of injury and poisoning accidents transport accidents traffic accidents accidental falls accidental drowning accidental poisoning suicide and selfinflicted injury homicide and injury purposely inflicted event of undetermined intent
1) 1)
Doodsoorzaken volgens de 10e revisie van de ICD (1992–1994). Causes of death according to the 10th revision of ICD (1992–1994).
Mndstat bevolking 2000/04
61
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Tabel 3 Aantal overledenen naar doodsoorzaak en leeftijd, 1998 Deaths by cause of death and age, 1998 Doodsoorzaak
1)
0 jaar
1–4 5–14 15–24 25–34 35–44 45–54 55–64 65–74 75–84 85 jaar Totaal years jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar en ouder
Cause of deaths
1)
absoluut Alle doodsoorzaken tezamen
1 035 210
Infectieuze en parasitaire ziekten tuberculose nekkramp (meningococceninfecties) virale hepatitis aids Nieuwvormingen kwaadaardige nieuwvormingen van lip, mond en keel van slokdarm (oesophagus) van maag van dikke darm (colon) van endeldarm (rectum) en anus van lever en intrahepatische galwegen van galblaas en galwegen van alvleesklier (pancreas) van strottehoofd (larynx) van luchtpijp(-vertakkingen) en long melanoom van huid van borst van baarmoederhals van baarmoederlichaam van eierstok van prostaat van nier, behalve nierbekken van urineblaas van lymfatisch en bloedvormend weefsel Ziekten van bloed, bloedbereidende organen en immuniteits stoornissen Endocriene, voedings-, stofwisselingsziekten suikerziekte (diabetes mellitus) Psychische stoornissen door gebruik van alcohol door gebruik drugs en vluchtige oplosmiddelen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen hersenvliesontsteking ziekte van Parkinson Ziekten van hart en vaatstelsel ziekten van de kransvaten (ischem.hartz.) acuut hartinfarct overige hartziekten hersenvaatletsels (CVA) Ziekten van de ademhalingsorganen griep (influenza) longontsteking (pneumonie) chronische aandoeningen onderste luchtwegen (CARA) astma
254
789
35 – 10 – –
32 1 19 – –
12 – 5 – 2
17 1 9 – 1
1 472 2 982 7 313 12 825 28 001 44 093 38 508 137 482 All causes of death
7 5 – – – –
35 34 – – – –
49 47 – – – –
99 93 1 – – 1
– 1 – – – – – – – – – – 1 –
– – – – – – – – – – – – 2 –
– 1 – – – – 1 1 – – – 1 – 1
1 1 – – – 1 5 – 2 – 2 1 1 –
2 1 – 4 1 15 18 32 6 1 6 – 2 2
24 12 4 25 8 183 51 213 28 2 33 1 19 13
52 36 17 144 33 737 98 571 48 16 101 25 74 40
1
11
14
39
52
101
249
47 2 – 2 28
78 2 – 4 53
108 3 – 10 37
270 1 036 3 277 260 1 025 3 240 2 21 104 3 18 121 9 38 111 8 55 198
111 5 4 9 6
276 31 3 13 8
425 43 2 12 1
370 30 – – –
5 941 10 657 11 414 5 576 38 361 Neoplasms 5 853 10 458 11 068 5 289 37 372 malignant neoplasms 119 113 79 38 477 of lip, oral cavity and pharynx 193 307 269 123 1 034 of oesophagus 209 511 505 285 1 668 of stomach 467 919 1 121 633 3 402 of colon of rectum, rectosigmoïd junction 138 283 334 163 997 and anus 66 144 130 48 440 of liver and intrahepatic bile ducts 42 105 116 44 328 of galbladder and bile ducts 269 514 531 211 1 698 of pancreas 61 78 59 18 258 of larynx 1 695 3 050 2 421 544 8 646 of trachea, bronchus and lung 86 99 82 32 472 melanoma of skin 634 710 815 592 3 568 of breast 38 51 71 32 276 of cervix uteri 63 92 115 104 393 of corpus uteri and uterus unspecified 180 264 277 112 975 of ovary 147 540 1 034 634 2 383 of prostate 145 272 221 104 841 of kidney, exept renal pelvis 103 300 418 241 1 118 of bladder of lymphoid, haematopoietic and 398 774 944 413 2 996 related tissue
1
3
4
5
4
9
12
17
14 –
6 1
12 –
20 1
25 12
49 33
174 144
336 297
688 1 449 1 326 614 1 210 912
– –
2 –
6 –
5 –
17 4
39 27
84 64
113 72
256 1 392 2 544 34 24 4
–
–
–
–
3
4
–
–
–
–
–
27 3 –
15 3 –
16 1 –
38 1 –
38 1 –
75 1 1
148 3 1
213 6 15
516 12 140
999 16 407
820 12 294
13
7
17
60
161
– – 9 1
– – 4 2
2 – 10 3
14 10 22 17
44 35 56 34
275 245 157 142
880 759 436 333
7 – 6
13 1 8
12 – 10
19 – 7
27 2 13
57 2 34
198 3 81
– –
– –
1 –
6 5
9 6
13 2
87 7
653 1 812
1 511 Infectious and parasitic diseases 118 tuberculosis 52 meningococcal infection 50 viral hepatitis 136 AIDS
52
116
163
Diseases of the blood and blood-forming organs and certain disorders involving the 386 immune mechanism Endocrine, nutritional and 4 099 metabolic diseases 3 224 diabetes mellitus 4 458 Mental and behavioural sisorders 229 due to use of alcohol due to use of drugs and volatile 7 solvents Diseases of the nervous 2 905 system 59 meningitis 858 Parkinson’s disease
3 778 10 223 17 663 15 439 49 826 Diseases of the circulatory system ischaemic heart 1 980 4 731 6 827 4 360 19 113 diseases 1 542 3 495 4 933 3 082 14 101 acute myocardial infarction 744 1 969 3 828 4 763 11 998 other heart diseases 569 1 982 4 549 4 472 12 104 cerebrovascular diseases Diseases of the respiratory 629 2 452 5 329 5 270 14 013 system 8 21 72 137 246 influenza 134 573 2 003 3 094 5 963 pneumonia chronic lower respiratory 413 1 698 2 937 1 810 6 974 diseases 11 20 28 30 109 asthma
Ziekten van de spijsverteringsorganen maagzweer en zweer aan twaalfvingerige en nuchtere darm chronische leveraandoeningen onder invloed van alcohol
7
1
3
4
25
144
336
418
866 1 565 1 685
– – –
– – –
– 1 –
– – –
– 7 4
7 90 73
17 186 146
20 177 116
52 186 85
148 106 22
132 24 3
Diseases of the digestive 5 054 system peptic 376 ulcers 777 chronic liver disease 449 alcoholic liver disease
Ziekten van huid en onderhuids bindweefsel
–
–
–
–
1
2
6
11
38
170
257
Diseases of the skin and 485 subcutaneous tissue
Ziekten spieren, beenderen en bindweefsel reumatoide artritis en artrose
–
1
1
4
16
12
22
39
138
265
323
–
–
–
–
1
–
2
9
46
89
107
Ziekten urinewegen en geslachtsorganen ziekten van nier en urineleider
– –
– –
3 3
6 6
5 4
14 9
33 27
84 69
298 201
Complicaties van zwangerschap, bevalling, kraambed
–
–
–
1
14
8
–
–
–
62
927 1 183 497 569 –
–
Diseases of the musculoskeletal system and connective tissue rheumatoid arthritis and 254 osteoarthrosis 821
Diseases of the genitourinary 2 553 system 1 385 diseases of kidney and ureter Pregnancy, childbirth and the 23 puerperium
Centraal Bureau voor de Statistiek
Sterfte naar doodsoorzaak in 1998 Tabel 3 (slot / end) Aantal overledenen naar doodsoorzaak en leeftijd, 1998 Deaths by cause of death and age, 1998 Doodsoorzaak
1)
0 jaar
1–4 5–14 15–24 25–34 35–44 45–54 55–64 65–74 75–84 85 jaar Totaal years jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar en ouder
Cause of deaths
1)
absoluut Aandoeningen van de perinatale periode Aangeboren afwijkingen van zenuwstelsel van hart en bloedvaten Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden wiegendood (SIDS) onvolledig omschreven en onbekende oorzaken Niet-natuurlijke doodsoorzaken ongevallen vervoersongevallen wegverkeersongevallen accidentele val accidentele verdrinking accidentele vergiftiging zelfdoding moord en doodslag gebeurtenissen opzet onbekend 1) 1)
502
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
351
29
28
22
30
28
41
60
30
13
6
55
3
8
4
2
3
1
–
–
–
–
107
13
3
7
10
8
5
2
5
2
2
51
20
26
56
143
204
483
27
–
–
–
–
–
–
–
23
18
25
55
139
197
471
20 16 2 2 1 1 – –
46 41 9 8 4 19 – –
65 49 34 33 2 5 – 9
433 288 253 244 12 4 6 110
649 275 193 187 14 11 27 304
574 217 113 109 46 14 19 291
3 1
3 1
5 –
28 5
47 21
37 23
668 1 041 1 601 2 640 –
–
–
642
939 1 131
857
579 238 128 120 50 9 12 295
407 175 89 84 51 10 4 201
470 303 128 123 139 4 1 143
765 612 118 111 443 4 3 118
906 845 23 23 778 2 – 48
24 14
9 11
9 9
9 7
2 2
Certain conditions originating 502 in the perinatal period 638 Congenital anomalies congenital anomalies of the 76 nervous system congenital anomalies of the 164 circulatory system Symptoms, signs and ill-defined 6 933 conditions sudden infant death syndrome 27 (SIDS) ill-defined and unknown causes 4 497 of mortality External causes of injury 4 914 and poisoning 3 059 accidents 1 090 transport accidents 1 044 traffic accidents 1 540 accidental falls 83 accidental drowning 72 accidental poisoning 1 519 suicide and selfinflicted injury homicide and injury purposely 176 inflicted 94 event of undetermined intent
Doodsoorzaken volgens de 10e revisie van de ICD (1992–1994). Causes of death according to the 10th revision of ICD (1992–1994).
Mndstat bevolking 2000/04
63
Maandcijfers Monthly statistics Technische toelichting De gegevens over de bevolking, met uitzondering van asielzoekers, hebben betrekking op personen die in de basisadministratie (vóór 1 oktober 1994: het persoonsregister) van de Nederlandse gemeenten als ingezetene zijn opgenomen (de ‘de jure’ bevolking). In principe wordt iedereen die voor onbepaalde tijd in Nederland woonachtig is, opgenomen in de basisadministratie van de gemeente waar men woont resp. waar men de meeste malen overnacht (de gemeente van inschrijving of woongemeente). De gegevens van een individu vormen tezamen een persoonslijst.
Geborenen worden geteld naar de gemeente waar de moeder (eventueel de vader) als ingezetene is ingeschreven. Overledenen worden eveneens geteld naar de gemeente van inschrijving en niet naar de gemeente van overlijden. De opgenomen gegevens over de levendgeborenen hebben betrekking op alle bij de gemeente aangegeven geborenen die enig teken van leven hebben vertoond, ongeacht de zwangerschapsduur. Daar waar levendgeborenen worden onderscheiden naar rangnummer wordt, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, bedoeld het rangnummer van de levendgeborene uit de moeder (en dus niet dat uit het bestaande huwelijk). Een kind wordt buitenechtelijk genoemd als de moeder op het moment van bevalling niet gehuwd is of als ze uiterlijk 307 dagen vóór de bevalling niet nog gehuwd was.
Huwenden worden geteld naar de gemeente van inschrijving, en niet naar de gemeente van huwelijksvoltrekking. De gegevens over de huwelijkssluiting zijn daarentegen wél geteld naar de gemeente waar de huwelijksvoltrekking voor de ambtenaar van de burgerlijke stand heeft plaatsgehad. De cijfers over huwelijkssluitingen hebben betrekking op huwelijken waarvan ten minste één der huwelijkspartners als ingezetene in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente is opgenomen, ongeacht het land waar het huwelijk is gesloten. Per 1 januari 1998 is in Nederland het geregistreerd partnerschap ingevoerd. De registratie van het partnerschap in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) is mogelijk voor paren van gelijk en van verschillend geslacht.
Van echt scheidende personen zijn zij die actueel in de basisadministratie van een Nederlandse gemeente zijn opgenomen als de rechter het echtscheidingsvonnis uitspreekt. De datum van echtscheiding is de datum waarop dit vonnis bij de burgerlijke stand wordt ingeschreven. Voor huwelijken die in Nederland zijn gesloten is dat de burgerlijke stand in de gemeente waar het huwelijk werd voltrokken. Huwelijken die in het buitenland zijn gesloten en in Nederland zijn geregistreerd, kunnen in Nederland worden ontbonden door inschrijving van het echtscheidingsvonnis in het echtscheidingsregister van de gemeente ‘s-Gravenhage. De duur van het huwelijk is berekend als het verschil tussen het lopende jaar en het jaar waarin het huwelijk is gesloten. De datum waarop een persoon het Nederlanderschap verwerft anders dan door geboorte (wijziging van nationaliteit) is de datum waarop het verzoek tot naturalisatie door H.M. de Koningin wordt ondertekend. Indien het Nederlanderschap door optie wordt verkregen geldt de datum waarop de Staatssecretaris van Justitie hieraan goedkeuring hecht. Verwerving van het Nederlanderschap door adoptie gaat in op de dag dat de persoonslijst met dit gegeven wordt geactualiseerd.
64
De statistiek van de buitenlandse migratie heeft betrekking op alle personen die aangifte doen van het feit dat zij zich in Nederland vestigen of Nederland verlaten. Immigranten zijn zij voor wie de verwachte verblijfsduur in Nederland in het halfjaar volgend op de vestiging ten minste vier maanden bedraagt. Voor de emigratie geldt dat de verwachte verblijfsduur in het buitenland in het jaar volgend op het vertrek ten minste acht maanden bedraagt. Onder binnenlandse migratie wordt verstaan iedere woonplaatswisseling binnen Nederland die leidt tot verandering van gemeente van inschrijving. Veranderingen van inschrijvingsgemeente die in verband met grenswijziging tussen, respectievelijk samenvoeging van, gemeenten in de bevolkingsadministratie worden geregistreerd, worden niet als binnenlandse migratie beschouwd. Het in de tabellen vermelde gezinsverband heeft betrekking op het gezinsverband ten tijde van de migratie. Personen behoren tot een zelfde gezin als zij op dezelfde dag verhuizen en zowel het oude als het nieuwe adres gemeenschappelijk is. Een persoon verhuist als alleengaande als er geen andere persoon is die op de zelfde dag van het desbetreffende oude naar het desbetreffende nieuwe adres verhuist. Verhuizingen binnen een gemeente behoren tot de statistiek van de binnengemeentelijke verhuizingen.
Administratieve correcties worden gevormd door de opnemingen in respectievelijk afvoeringen uit de gemeentelijke persoonsregisters anders dan door geboorte, sterfte, vestiging, vertrek of gemeente-grenswijzigingen. Het grootste deel van de administratieve correcties betreft de verwerking van òf het vertrek van personen die deze gebeurtenis niet hebben gemeld bij de gemeentelijke autoriteiten òf de hervestiging die daarna plaatsvindt. Tot de niet-Nederlanders worden alle in Nederland woonachtige personen gerekend die niet (tevens) de Nederlandse nationaliteit bezitten. In de statistiek van de niet-Nederlanders komen evenwel de volgende categorieën personen niet voor: – niet-Nederlanders die de intentie hebben zich in Nederland te vestigen voor een periode korter dan 120 dagen gedurende het komende halfjaar; – niet-Nederlanders die in Nederland het recht van diplomatieke immuniteit bezitten; – niet-Nederlanders die als NAVO-militair zijn gestationeerd, alsmede hun gezinsleden; – staatloze personen van Zuidmolukse afkomst. Aan personen die meer dan één nationaliteit bezitten, wordt in de statistiek slechts één nationaliteit toegekend. Daarbij wordt de volgende globale volgorde aangehouden: Nederlandse nationaliteit, West-Europese nationaliteit, andere Europese nationaliteit, niet-Europese nationaliteit. Voorbeeld: heeft iemand zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit, dan is deze persoon in de statistiek Nederlander. Heeft iemand de Franse, de Australische en de Vietnamese nationaliteit dan is deze persoon in de statistiek gerangschikt onder de Fransen. Het aantal niet-Nederlanders in de gemeentelijke basisadministraties per 1 januari 1995 bleek 17 duizend lager te zijn dan berekend uit administratieve doormutering (= vorige stand + geboorte sterfte + immigratie - emigratie + saldo wijzigingen van nationaliteit + administratieve correcties). Het uitgangspunt voor deze administratieve doormuteringen wordt gevormd door een aantal tellingen uit de toenmalige gemeentelijke bevolkingsregisters, waarvan die per 1 januari 1992 de laatste was. Het genoemde aantal van 17 duizend is met ingang van 1 januari 1995 in de cijferreeks verwerkt. De (maandelijkse) aantallen over 1994 en eerdere jaren zijn niet aangepast.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers
Asielzoekers zijn mensen die om uiteenlopende redenen hun land hebben verlaten om in een ander land, bijvoorbeeld Nederland, bescherming of asiel te zoeken. Het aantal individuele asielaanvragen wordt geregistreerd door het Ministerie van Justitie, de bron voor de in de tabel vermelde cijfers. De asielzoekers in een bepaald jaar worden niet allen ook als immigrant in dat jaar geteld. Voor dat laatste is immers inschrijving in een gemeentelijke basisadministratie vereist. Asielzoekers worden niet direct na aankomst als immigrant ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Voor degenen die in de centrale opvang zitten, gebeurt dit pas als zij ’statushouder’ zijn geworden, of langer dan een jaar in een opvangcentrum verblijven. Degenen die buiten de centrale opvang onderdak hebben, worden ingeschreven mits zij rechtmatig in Nederland verblijven. Nadat het CBS bericht van inschrijving in de GBA heeft ontvangen, wordt de (voormalige) asielzoeker als immigrant opgenomen. De in de tabellen vermelde leeftijd is, tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, het verschil tussen het kalenderjaar van de desbetreffende gebeurtenis en dat van geboorte. Deze keuze heeft overigens tot gevolg dat voor sommige demografische kenmerken, met name voor de leeftijd van de moeder bij de geboorte van haar kind, de ontwikkeling van de maandcijfers per leeftijdsgroep een grillig karakter heeft. Bestudering van dergelijke cijfers in onderlinge samenhang en over een wat langere periode is daarom aan te raden. Zie in dit verband het artikel Het gebruik van ‘leeftijd’ in demografische maandcijfers, dat is verschenen in de Maandstatistiek van de bevolking maart 1996, blz. 14–16. De in deze publicatie opgenomen verhoudingscijfers die zijn uitgedrukt per 1 000 van de gemiddelde bevolking, zijn berekend door relatering van de mutatiegegevens aan de gemiddelde bevolking aanwezig in de periode gedurende welke de desbetreffende mutaties (geboorten, overlijdensgevallen e.d.) plaatsvonden. Hebben deze verhoudingscijfers betrekking op andere perioden dan gehele kalenderjaren (één of meerdere maanden) dan zijn de verkregen resultaten herleid tot jaarbasis. Hiertoe is als vermenigvuldigingsfactor de verhouding tussen het aantal dagen in dat jaar en het aantal dagen in die periode gehanteerd.
Seizoencorrectie elimineert het effect van de zich jaarlijks herhalende verschillen tussen opeenvolgende kalendermaanden. Na toepassing van seizoencorrectie kunnen cijfers van verschillende maanden onderling beter worden vergeleken. Daar de voor seizoeninvloeden gecorrigeerde cijfers onregelmatige fluctuaties bevatten, verdient het aanbeveling de ontwikkeling over een aantal maanden in beschouwing te nemen. Voor de seizoencorrectie is gebruik gemaakt van de Census-X11-methode. Ten slotte wordt nog vermeld dat de gegevens betrekking hebbend op het huidige kalenderjaar steeds, en die op het voorgaande kalenderjaar veelal, een voorlopig karakter dragen. Bijzondere aandacht in dezen verdient de datum 1 oktober 1994, toen de Gemeentelijke Basisadministratie Persoonsgegevens (GBA) operationeel werd. Aangezien de bevolkingsstatistieken vanaf die datum zijn gebaseerd op informatie uit de GBA kan niet worden uitgesloten dat veranderingen in de hoogte van de bevolkingscijfers deels samenhangen met de overgang op het nieuwe bevolkingsregistratiesysteem. In de Maandstatistiek van de bevolking van maart 1995, blz. 5, is hierop nader ingegaan. Met ingang van de Maandstatistiek van de bevolking van oktober 1998 wordt door middel van een voetnoot aangegeven welke cijfers een voorlopig karakter dragen en welke definitief zijn. Technical explanation The population figures (number of inhabitants) mentioned in this publication relate to the resident (‘de jure’) population who reside habitually in the Netherlands and who are recorded in the municipal population registers. In principle all those residing in the Netherlands indefinitely are entered in the population register of the municipality where they usually live. Asylum seekers are an
Mndstat bevolking 2000/04
exception to this rule. They are registered either in course of time (in the year after one has filed a request for asylum for instance) or not at all (in case the request is refused for instance).
Births are recorded in the municipality of residence of the baby’s mother (or occasionally father). Deaths are recorded in the municipality where the deceased lived at the time of death. These are therefore not necessarily the municipalities where the birth or death occurred. The figures on live births include all live births irrespective of the duration of pregnancy. Wherever live births are distinguished by birth order they concern, unless explicitly stated otherwise, the birth order of all live births to the mother (and consequently not that of the present marriage). A child regarded as non-marital if the mother was not married at time of delivery or 307 days before the delivery was. The figures on marrying persons relate to the ‘de jure’ population. These figures are classified by marrying person’s municipality of residence. The figures of marriages relate to the marriages contracted by inhabitants of the Netherlands, irrespective of the country where the marriage was contracted. Since 1 January 1998 non-married couples of the same or opposite sex are allowed to have their partnership registered in the municipal population register.
Divorcing persons are those who are recorded in a municipal population register when the divorce is granted by court. The divorce date is the day when the divorce is registered by the local Registrar. Divorces are registered by the municipality where the marriage was contracted. However, if the marriage was contracted abroad the divorce is registered by the municipality of The Hague. Usually Dutch citizenship is granted by the Queen. One obtains Dutch citizenship the day on which she signs the naturalization request. Obtaining Dutch nationality by option becomes effective when it is granted by the State Secretary of Justice. Obtaining Dutch nationality by adoption is valid when it is recorded in the municipal population register. The external migration statistics relate to all individuals either arriving in or departing from the Netherlands, whose arrivals and departures result in entries in or removals from the Netherlands population registers. Immigrants are those who intend to stay in the Netherlands for two third of the subsequent six months, emigrants are those who intend to stay abroad for two third of the subsequent twelve months. The Netherlands internal migration statistics cover changes of residence of the population which lead to a removal from one municipality to another, except for the changes caused by municipal border changes. The family relationship mentioned in the tables relates to the family relationship during the migration. Persons belong to the same family if they move on the same day and have the same old as well as new address. A person moves as an individual when there is no other person moving on the same day from the old to the new address. Changes of residence within a municipality are covered by the statistics of intramunicipal changes of residence.
Administrative corrections consist of entrances in and removals from the municipal population registers other than births, deaths, arrivals, departures or municipal border changes. The greater part of these administrative corrections relates to the processing of departures and arrivals of persons who did not notify the local authorities of these events. The non-Dutch population residing in the Netherlands covers all persons holding other than Dutch passports with the exception of the following persons:
65
Maandcijfers
– non-Dutch nationals who intend to stay in the Netherlands for less than 120 days during the following six months – non-Dutch nationals with diplomatic immunity in the Netherlands; – non-Dutch NATO personnel as well as their families; – stateless persons of Moluccan descent. For those who have more than one nationality, only one nationality is recorded in the statistics, according to the following order: Dutch, Western European, other European, non-European nationality. If a person is both Dutch and Moroccan he/she is classified as Dutch. Someone who is French, Australian and Vietnamese is recorded as French. The number of non-Dutch nationals on 1 January 1995 was 17 thousand lower than the number derived from the continuous population system (= number in preceding month + births - deaths + immigration - emigration + net changes of nationality + net corrections; see table 6). The (monthly) figures concerning 1994 and preceding years were not adjusted.
Unless stated otherwise, the age mentioned in the tables is the difference between the calendar year of the specific event and the year of birth. As a consequence of determining age in this manner, interpreting age-specific monthly figures is sometimes difficult. It is advised to study these figures coherently over a longer period of time (see the article The use of the age concept in monthly population figures, which was published in the March 1996 edition of this periodical).
Asylum seekers are persons who for various reasons have left their own country in order to seek protection or asylum in another country, the Netherlands for instance. The number of individual requests for asylum is registered by the Ministry of Justice, the source of the figures mentioned in the table. Not every asylum seeker in a certain year is counted as an immigrant in that year. For the latter to be the case, registration in a municipal population register is required. Asylum seekers will only be registered either in course of time (in the year after one has filed a request for asylum for instance) or not at all (in case the request is refused for instance).
Seasonal adjustment eliminates the effect of annually repeated differences between successive calendar months. After seasonal adjustment, figures for different months can be compared. Since seasonally adjusted series contain irregular fluctuations, it is recommended that the movement of the adjusted series be examined over a number of months. Seasonal adjustment is applied by using the Census-X11 method.
66
The rates in this publication expressed per 1,000 of the average population are calculated by relating the mutation data to the average population of the period in which the relevant mutations (births, deaths etc.) took place. When these rates relate to other periods than full calendar years (one or more months) the obtained results are converted to a yearly basis. For this purpose the proportion between the number of days in the year concerned and the number of days in the period concerned is taken as a multiplication factor.
Finally it should be taken into account that the figures relating to the current calendar year have a provisional character. This also usually applies to the preceding calendar year. As the population statistics are based on a new system of population registration since 1 October 1994, it is possible that apparent changes in time series around that moment are (partly) caused by changing the system of registration. As from the Monthly bulletin of population statistics of October 1998 the provisional data are indicated as such in a footnote.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 1 Stand en loop van de bevolking Population stock and flow Levendgeborenen Live births
Overledenen Deaths
Buitenlandse migratie External migration Immigratie Immigration
Emigratie Emigration
Saldo 1) correcties Net 1) corrections
Totale bevolkingsgroei 2) Total population growth 2)
Aantal inwoners aan het eind van het jaar / de maand Number of inhabitants at the end of the year / month
Binnenlandse migratie Internal migration
Binnengemeentelijke verhuizingen Intramunicipal changes of residence
absolute cijfers absolute figures 1996 1997 1998
189 521 192 443 199 408
137 561 135 783 137 482
108 749 109 860 122 407
65 325 62 218 60 441
–22 166 –17 217 –17 859
73 218 87 085 106 033
15 567 107 15 654 192 15 760 225
629 774 633 356 665 795
1 084 411 1 106 833 1 108 216
1999
200 585
140 444
118 355
59 045
–19 613
99 838
15 860 063
637 752
1 062 351
januari februari maart april
16 233 15 208 16 843 16 893
13 144 12 334 13 155 11 288
9 296 8 362 9 719 7 982
4 686 3 887 4 671 4 227
–1 269 –1 323 –2 180 –1 453
6 430 6 026 6 556 7 907
15 766 655 15 772 681 15 779 237 15 787 144
49 028 47 455 52 851 47 416
85 109 83 053 94 269 86 974
mei juni juli augustus
16 393 16 950 17 652 17 719
11 372 10 910 11 301 11 275
7 509 9 047 11 173 12 959
3 770 5 034 6 881 6 146
–1 350 –1 857 –1 271 –1 265
7 410 8 196 9 372 11 992
15 794 554 15 802 750 15 812 122 15 824 114
45 702 52 189 62 544 63 052
84 246 93 189 97 390 85 549
september oktober november december
17 573 16 695 15 991 16 435
10 693 11 069 11 101 12 802
13 009 10 114 10 157 9 028
5 594 4 899 4 442 4 808
–1 846 –2 199 –2 274 –1 326
12 449 8 642 8 331 6 527
15 836 563 15 845 205 15 853 536 15 860 063
59 851 52 193 52 257 53 214
84 804 85 739 90 134 91 895
17 136
15 000
10 042
4 731
–1 298
6 149
15 866 212
49 525
81 707
2000 januari
per km2 land per sq. km of land area
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
1996 1997 1998
12,2 12,3 12,7
8,9 8,7 8,8
7,0 7,0 7,8
4,2 4,0 3,8
–1,4 –1,1 –1,1
4,7 5,6 6,8
459 461 464
40,6 40,6 42,4
69,8 70,9 70,6
1999
12,7
8,9
7,5
3,7
–1,2
6,3
467
40,3
67,2
January February March April
12,1 12,6 12,6 13,0
9,8 10,2 9,8 8,7
6,9 6,9 7,3 6,2
3,5 3,2 3,5 3,3
–0,9 –1,1 –1,6 –1,1
4,8 4,5 4,9 6,1
465 465 465 465
36,6 39,2 39,4 36,6
63,6 68,7 70,4 67,0
May June July August
12,2 13,1 13,1 13,2
8,5 8,4 8,4 8,4
5,6 7,0 8,3 9,6
2,8 3,9 5,1 4,6
–1,0 –1,4 –0,9 –0,9
5,5 6,3 7,0 8,9
465 466 466 466
34,1 40,2 46,6 46,9
62,8 71,8 72,5 63,7
September October November December
13,5 12,4 12,3 12,2
8,2 8,2 8,5 9,5
10,0 7,5 7,8 6,7
4,3 3,6 3,4 3,6
–1,4 –1,6 –1,7 –1,0
9,6 6,4 6,4 4,8
467 467 467 467
46,0 38,8 40,1 39,5
65,2 63,7 69,2 68,2
12,8
11,2
7,5
3,5
–1,0
4,6
467
36,9
60,8
2000 January N.B. 1) 2) 1) 2)
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Betreft administratieve opnemingen en administratieve afvoeringen (zie ook tabel 15), alsmede het verschil tussen het officieel vastgestelde en het berekende inwonertal. De relatieve bevolkingsgroei is uitgedrukt per 1 000 van de bevolking op 1 januari resp. op de eerste dag van de maand. Administrative corrections (see table 15) and the difference between the official number of inhabitants and the estimate based on the continuous population system. The relative population growth is expressed per 1,000 of the population on 1 January, on the first day of the month resp.
Mndstat bevolking 2000/04
67
Maandcijfers Tabel 2 Loop van de bevolking per maand, voor seizoen gecorrigeerd per 1 000 van de gemiddelde bevolking Population flow per month, seasonally adjusted per 1,000 of the average population Levendgeborenen Live births Totaal Total
w.o. eerste kinderen of whom first children
12,3 12,5 12,7 13,0
5,7 5,9 6,0 6,2
mei juni juli augustus
12,6 12,8 12,7 12,8
september oktober november december
1999 januari februari maart april
2000 januari 1) 1)
Overledenen Deaths
Buitenlandse migratie External migration
Totale bevolkingsgroei 1) Total population 1) growth
Huwelijkssluitingen Marriages
Binnenlandse migratie Internal migration
Immigratie Immigration
Emigratie Emigration
9,0 9,1 9,2 8,7
7,2 7,7 7,6 7,3
3,7 3,6 3,7 3,7
5,9 6,5 5,8 6,8
5,7 5,5 5,6 5,4
40,5 41,6 40,2 39,7
6,0 6,1 6,0 6,0
8,7 8,7 9,0 8,9
7,4 7,2 7,8 7,5
3,7 3,7 3,9 3,8
6,5 6,2 6,7 6,6
5,7 5,4 5,6 5,6
40,2 39,5 40,8 40,7
12,8 12,6 12,7 12,9
6,0 6,0 5,9 6,0
8,9 8,7 8,8 8,9
7,6 7,4 7,5 7,6
3,7 3,8 3,7 3,8
6,3 5,8 6,0 6,9
6,3 5,7 5,7 5,0
40,4 40,2 40,0 40,0
13,0
6,1
10,3
7,7
3,8
5,7
5,4
40,9
Inclusief saldo correcties, per 1 000 van de bevolking op de eerste dag van de maand. Including net corrections, per 1,000 of the population on the first day of the month.
Tabel 3 Stand en loop van de bevolking per provincie, januari 2000 Population stock and flow per province, January 2000 Levendgeborenen Live births
Overledenen Deaths
Binnenlandse migratie Internal migration
Buitenlandse migratie External migration
Vestiging Arrivals
Immigratie Immigration
Vertrek Departures
Emigratie Emigration
Totale bevolkings1) groei Total population 1) growth
Aantal inwoners aan het eind van de maand Number of inhabitants at the end of the month
Huwelijkssluitingen Marriages
absolute cijfers absolute figures Groningen Friesland Drenthe Overijssel
581 675 480 1 179
574 627 498 1 111
2 460 1 993 1 392 2 886
2 317 2 045 1 462 2 877
379 282 198 448
132 117 96 233
379 169 –25 288
562 994 624 604 469 600 1 077 775
93 113 67 147
Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland
400 2 053 1 272 2 767
204 1 838 1 032 2 377
1 359 6 059 4 242 7 388
929 5 833 4 241 7 625
205 819 661 2 233
51 449 379 815
707 701 394 1 167
317 795 1 919 513 1 108 059 2 518 294
46 320 200 424
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
3 760 354 2 590 1 025
3 320 422 1 946 1 051
11 006 1 102 6 383 3 255
11 427 1 177 6 327 3 265
2 513 217 1 283 804
1 110 76 760 513
1 116 –27 1 116 164
3 398 062 371 741 2 356 660 1 141 115
512 47 392 196
per km2 land per sq. km of land area
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
Groningen Friesland Drenthe Overijssel
12,2 12,8 12,1 12,9
12,0 11,9 12,5 12,2
51,6 37,7 35,0 31,6
48,6 38,7 36,8 31,5
8,0 5,3 5,0 4,9
2,8 2,2 2,4 2,6
8,0 3,2 –0,6 3,2
241 186 177 323
2,0 2,1 1,7 1,6
Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland
14,9 12,6 13,6 13,0
7,6 11,3 11,0 11,1
50,5 37,3 45,2 34,6
34,6 35,9 45,2 35,8
7,6 5,0 7,0 10,5
1,9 2,8 4,0 3,8
26,3 4,3 4,2 5,5
223 384 816 947
1,7 2,0 2,1 2,0
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
13,1 11,2 13,0 10,6
11,5 13,4 9,8 10,9
38,2 35,0 32,0 33,7
39,7 37,4 31,7 33,8
8,7 6,9 6,4 8,3
3,9 2,4 3,8 5,3
3,9 –0,9 5,6 1,7
1 185 208 478 526
1,8 1,5 2,0 2,0
N.B. 1) 1)
Alle cijfers in deze tabel zijn voorlopig. All data in this table are provisional.
Inclusief saldo administratieve correcties; de relatieve bevolkingsgroei is uitgedrukt per 1 000 van de bevolking op de eerste dag van de maand. Including net administrative corrections; the relative population growth is expressed per 1,000 of the population on the first day of the month.
68
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 4 1) , januari 2000 Stand en loop van de bevolking per gemeente met 100 000 of meer inwoners Population stock and flow per municipality with 100,000 or more inhabitants 1), January 2000 Levendgeborenen Live births
Overledenen Deaths
Binnenlandse migratie Internal migration
Buitenlandse migratie External migration
Vestiging Arrivals
Vertrek Departures
Immigratie Immigration
Emigratie Emigration
Totale bevolkingsgroei 2) Total population 2) growth
Aantal inwoners aan het eind van de maand Number of inhabitants at the end of the month
Huwelijkssluitingen Marriages
absolute cijfers absolute figures Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem
184 183 902 144 156
74 133 706 158 158
766 445 1 776 371 600
395 382 2 327 380 558
63 110 1 152 56 91
17 23 313 19 52
465 197 189 23 81
143 183 126 285 730 742 153 245 138 207
23 16 139 31 28
Breda Dordrecht Ede Eindhoven Emmen
180 157 104 198 113
162 115 83 227 111
526 332 202 729 294
458 365 203 685 238
125 70 26 186 39
65 33 15 120 18
169 25 38 48 82
160 725 119 818 101 714 201 749 106 089
34 12 11 22 12
Enschede ‘s-Gravenhage Groningen Haarlem Haarlemmermeer
175 453 163 151 127
176 553 133 200 79
382 1 392 1 029 486 436
449 1 539 912 484 294
110 531 165 110 63
62 282 58 36 26
–9 50 270 35 219
149 476 440 819 173 424 148 486 111 320
21 70 26 28 7
‘s-Hertogenbosch Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam
148 134 107 149 656
121 101 132 134 763
386 466 393 519 1 676
401 577 393 575 2 049
109 167 202 149 711
28 62 113 55 230
101 29 36 –11 –215
129 152 117 172 122 067 152 159 592 321
21 22 22 25 105
Tilburg Utrecht Zaanstad Zoetermeer Zwolle
233 261 143 108 129
167 223 138 69 125
461 1 101 246 261 408
486 1 207 252 345 329
117 240 34 36 49
47 148 27 24 30
44 –55 –16 –42 89
193 109 233 597 135 722 109 885 105 875
35 53 25 12 8
per km2 land per sq. km of land area
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population
Almere Amersfoort Amsterdam Apeldoorn Arnhem
15,2 17,1 14,6 11,1 13,3
6,1 12,4 11,4 12,2 13,5
63,3 41,6 28,7 28,6 51,3
32,6 35,7 37,6 29,3 47,7
5,2 10,3 18,6 4,3 7,8
1,4 2,2 5,1 1,5 4,4
38,5 18,4 3,1 1,8 6,9
1 078 2 256 4 425 450 1 402
1,9 1,5 2,2 2,4 2,4
Breda Dordrecht Ede Eindhoven Emmen
11,5 17,7 18,2 6,1 22,0
11,9 11,3 9,6 13,3 12,4
38,7 32,7 23,5 42,7 32,7
33,7 36,0 23,6 40,1 26,5
9,2 6,9 3,0 10,9 4,3
4,8 3,3 1,7 7,0 2,0
12,4 2,5 4,4 2,8 9,1
1 266 1 489 318 2 310 310
2,5 1,2 1,3 1,3 1,3
Enschede ‘s-Gravenhage Groningen Haarlem Haarlemmermeer
8,9 4,7 11,9 36,0 17,3
13,9 14,8 9,1 15,9 8,4
30,2 37,3 70,1 38,6 46,3
35,5 41,2 62,1 38,5 31,2
8,7 14,2 11,2 8,7 6,7
4,9 7,6 4,0 2,9 2,8
–0,7 1,3 18,4 2,8 23,3
1 066 6 493 2 183 5 013 618
1,7 1,9 1,8 2,2 0,7
‘s-Hertogenbosch Leiden Maastricht Nijmegen Rotterdam
13,8 12,8 14,3 11,5 2,7
11,1 10,2 12,8 10,4 15,2
35,3 47,0 38,0 40,3 33,4
36,7 58,1 38,0 44,6 40,8
10,0 16,8 19,5 11,6 14,2
2,6 6,2 10,9 4,3 4,6
9,2 2,9 3,5 –0,9 –4,3
1 530 5 288 2 138 3 187 2 855
1,9 2,2 2,1 1,9 2,1
Tilburg Utrecht Zaanstad Zoetermeer Zwolle
6,5 7,5 57,1 25,0 26,0
10,2 11,3 12,0 7,4 13,9
28,2 55,6 21,4 28,0 45,5
29,7 61,0 21,9 37,1 36,7
7,2 12,1 3,0 3,9 5,5
2,9 7,5 2,3 2,6 3,3
2,7 –2,8 –1,4 –4,5 9,9
1 645 3 803 1 828 3 070 1 110
2,1 2,7 2,2 1,3 0,9
N.B. 1) 2) 1) 2)
Alle cijfers in deze tabel zijn voorlopig. All data in this table are provisional.
Op 1 januari 1999. Inclusief saldo administratieve correcties; de relatieve bevolkingsgroei is uitgedrukt per 1 000 van de bevolking op de eerste dag van de maand. On 1 January 1999. Including net administrative corrections; the relative population growth is expressed per 1,000 of the population on the first day of the month.
Mndstat bevolking 2000/04
69
Maandcijfers Tabel 5 Bevolking per gemeente, januari 2000 Population per municipality, January 2000 Gemeente
Aantal inwoners aan het eind van de maand
Bevolkingsgroei sinds 1 januari
Municipality
absoluut
in % van de bevolking op 1 januari
Number of inhabitants at the end of the month
Total population growth since 1 January absolute
in % of the population on 1 January
Aa en Hunze Aalburg Aalsmeer Aalten Ter Aar
24 765 11 784 22 484 18 675 9 070
–50 12 21 –21 0
–0,20 0,10 0,09 –0,11 0,00
Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Buren
21 533 30 415 13 884 19 141 25 015
–15 –25 –32 26 16
–0,07 –0,08 –0,23 0,14 0,06
Abcoude Achtkarspelen Akersloot Alblasserdam Albrandswaard
8 462 28 023 4 924 18 192 16 498
–20 16 19 14 84
–0,24 0,06 0,39 0,08 0,51
Bussum Capelle aan den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck
30 932 64 281 22 917 34 808 20 271
15 44 12 –5 2
0,05 0,07 0,05 –0,01 0,01
14 419 92 873 66 300 143 183 70 019
–11 73 33 465 101
–0,08 0,08 0,05 0,33 0,14
Cromstrijen Cuijk Culemborg Dalfsen Dantumadeel
12 766 23 926 24 774 17 512 19 811
–9 25 8 14 –24
–0,07 0,10 0,03 0,08 –0,12
9 430 5 483 11 046 3 485 7 291
–27 –5 –7 –2 –3
–0,29 –0,09 –0,06 –0,06 –0,04
Delft Delfzijl Denekamp Deurne Deventer
96 093 29 008 12 418 32 016 84 052
–5 –19 –1 –2 133
–0,01 –0,07 –0,01 –0,01 0,16
Amersfoort Amstelveen Amsterdam Andijk Angerlo
126 285 77 718 730 742 6 374 4 846
197 90 189 8 –1
0,16 0,12 0,03 0,13 –0,02
Didam Diemen Diepenheim Dinxperlo Dirksland
16 579 23 788 2 779 8 632 8 170
–16 –13 5 2 0
–0,10 –0,05 0,18 0,02 0,00
Anna Paulowna Apeldoorn Appingedam Arcen en Velden Arnhem
13 853 153 245 12 306 9 113 138 207
1 23 –1 –6 81
0,01 0,02 –0,01 –0,07 0,06
Dodewaard Doesburg Doetinchem Dongen Dongeradeel
4 450 11 447 47 024 24 782 24 247
1 17 72 –25 –11
0,02 0,15 0,15 –0,10 –0,05
Assen Asten Avereest Axel Baarle-Nassau
58 432 15 791 15 299 12 197 6 225
3 10 10 37 33
0,01 0,06 0,07 0,30 0,53
9 965 119 818 9 902 18 333 26 600
–10 25 23 –1 –28
–0,10 0,02 0,23 –0,01 –0,11
Baarn Barendrecht Barneveld Bathmen Bedum
24 517 29 113 47 769 5 190 10 851
12 259 31 –1 –6
0,05 0,90 0,06 –0,02 –0,06
Dronten Druten Duiven Echt Echteld
35 227 16 790 25 233 19 033 6 707
24 41 55 7 0
0,07 0,24 0,22 0,04 0,00
Beek Beemster Beesel Belfeld Bellingwedde
17 208 8 406 13 142 5 407 9 568
59 –4 –13 –1 24
0,34 –0,05 –0,10 –0,02 0,25
Edam-Volendam Ede Eemnes Eemsmond Eersel
27 476 101 714 8 643 16 472 18 284
20 38 24 32 –11
0,07 0,04 0,28 0,19 –0,06
Bemmel Bennebroek Bergambacht Bergeijk Bergen (L)
17 732 5 108 9 199 17 917 13 378
17 1 –11 10 17
0,10 0,02 –0,12 0,06 0,13
Egmond Eibergen Eijsden Eindhoven Elburg
11 366 16 589 12 115 201 749 21 608
–10 6 –13 48 1
–0,09 0,04 –0,11 0,02 0,00
Bergen (NH) Bergen op Zoom Bergh Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs
13 704 65 068 18 368 12 618 16 883
–32 –15 12 73 6
–0,23 –0,02 0,07 0,58 0,04
Elst Emmen Enkhuizen Enschede Epe
16 735 106 089 16 951 149 476 33 074
2 82 5 –9 –9
0,01 0,08 0,03 –0,01 –0,03
Bernheze Bernisse Best Beuningen Beverwijk
28 593 12 733 26 002 25 391 35 831
16 –17 63 11 6
0,06 –0,13 0,24 0,04 0,02
Ermelo Etten-Leur Ferwerderadeel Franekeradeel Gaasterlân-Sleat
26 765 37 105 8 763 20 181 10 119
8 78 6 15 5
0,03 0,21 0,07 0,07 0,05
het Bildt De Bilt Binnenmaas Bladel Blaricum
10 158 32 665 19 124 18 965 9 516
–9 9 50 –25 –6
–0,09 0,03 0,26 –0,13 –0,06
Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop Geleen Gemert-Bakel
21 101 24 526 27 603 34 073 27 509
–36 40 47 24 15
–0,17 0,16 0,17 0,07 0,05
Bleiswijk Bloemendaal Boarnsterhim Bodegraven Boekel
10 162 16 679 18 259 19 574 9 197
11 –24 –10 2 14
0,11 –0,14 –0,05 0,01 0,15
Gendringen Gendt Genemuiden Gennep Giessenlanden
20 895 7 251 9 194 16 809 14 183
24 13 20 –2 7
0,11 0,18 0,22 –0,01 0,05
Ten Boer Bolsward Borculo Borger-Odoorn Born
7 228 9 267 10 399 26 172 14 515
6 5 20 –24 –33
0,08 0,05 0,19 –0,09 –0,23
Gilze en Rijen Goedereede Goes Goirle Goor
24 261 11 213 35 761 22 322 12 373
21 5 –13 22 11
0,09 0,04 –0,04 0,10 0,09
Borne Borsele Boskoop Boxmeer Boxtel
22 307 21 848 15 093 28 648 29 238
–8 –12 –15 –2 0
–0,04 –0,05 –0,10 –0,01 0,00
Gorinchem Gorssel Gouda Graafstroom Graft-De Rijp
33 638 13 253 71 885 9 542 6 300
46 –7 1 4 1
0,14 –0,05 0,00 0,04 0,02
160 725 12 519 14 172 15 896 1 916
169 19 –29 32 –3
0,11 0,15 –0,20 0,20 –0,16
Gramsbergen Grave ‘s-Graveland ‘s-Gravendeel ‘s-Gravenhage
6 458 12 545 9 248 8 709 440 819
–23 –30 –4 –14 50
–0,35 –0,24 –0,04 –0,16 0,01
Alkemade Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Ambt Delden Ambt Montfort Ameland Amerongen
Breda Brederwiede Breukelen Brielle Broekhuizen
70
Doorn Dordrecht Drechterland Driebergen-Rijsenburg Drimmelen
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 5 Bevolking per gemeente, januari 2000 (vervolg) Population per municipality, January 2000 (continued) Gemeente
Aantal inwoners aan het eind van de maand
Bevolkingsgroei sinds 1 januari
Number of inhabitants at the end of the month
Total population growth since 1 January
absoluut
in % van de bevolking op 1 januari
‘s-Gravenzande Groenlo Groesbeek Groningen Grootegast
19 170 9 087 19 122 173 424 11 768
17 1 –48 270 1
0,09 0,01 –0,25 0,16 0,01
88 723 10 616 117 172 25 311 37 562
–130 47 29 35 83
0,08 0,44 0,02 0,14 0,22
Grubbenvorst Gulpen - Wittem Haaksbergen Haaren Haarlem
6 876 15 457 23 888 13 980 148 486
10 7 10 3 35
0,15 0,05 0,04 0,02 0,02
Lelystad Lemsterland Leusden Lichtenvoorde Liemeer
63 213 12 639 28 752 19 090 6 850
115 29 12 –18 –8
0,18 0,23 0,04 –0,09 –0,12
Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Haelen Halderberge Den Ham
5 401 111 320 10 027 29 610 14 938
38 219 6 –32 2
0,71 0,20 0,06 –0,11 0,01
De Lier Liesveld Limmen Lingewaal Lisse
11 196 9 559 6 501 10 645 21 923
8 –3 –13 6 –7
0,07 –0,03 –0,20 0,06 –0,03
Hardenberg Harderwijk Hardinxveld-Giessendam Haren Harenkarspel
35 005 39 727 17 761 18 574 14 925
–3 –11 4 –13 –9
–0,01 –0,03 0,02 –0,07 –0,06
Lith Littenseradiel Lochem Loenen Loon op Zand
6 683 10 521 19 178 8 416 22 807
–8 –4 –11 3 –14
–0,12 –0,04 –0,06 0,04 –0,06
Harlingen Harmelen Hasselt Hattem Heel
15 423 7 968 7 627 11 649 8 362
1 –16 –6 15 18
0,01 –0,20 –0,08 0,13 0,22
Loosdrecht Lopik Loppersum Losser Maarn
8 822 13 365 11 056 22 612 5 846
12 –4 32 14 0
0,14 –0,03 0,29 0,06 0,00
Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard
35 944 25 841 18 105 40 485 44 352
27 –22 –25 51 115
0,08 –0,09 –0,14 0,13 0,26
Maarssen Maartensdijk Maasbracht Maasbree Maasdonk
40 627 9 545 13 658 12 829 11 405
–41 –14 –1 29 –3
–0,10 –0,15 –0,01 0,23 –0,03
Heerjansdam Heerlen Heeze-Leende Heiloo Heino
3 512 95 086 15 325 21 776 7 866
2 –28 6 22 11
0,06 –0,03 0,04 0,10 0,14
Maasdriel Maasland Maassluis Maastricht Margraten
23 077 6 829 33 095 122 067 13 783
30 11 –16 36 0
0,13 0,16 –0,05 0,03 0,00
Helden Den Helder Hellendoorn Hellevoetsluis Helmond
19 418 59 493 35 676 38 373 80 096
25 47 –1 43 33
0,13 0,08 0,00 0,11 0,04
Markelo De Marne Marum Medemblik Meerlo-Wanssum
7 217 10 862 9 704 7 605 7 558
–18 0 11 3 12
–0,25 0,00 0,11 0,04 0,16
20 981 8 404 79 756 129 152 9 196
0 –7 11 101 20
0,00 –0,08 0,01 0,08 0,22
Meerssen Meijel Menaldumadeel Menterwolde Meppel
20 254 5 729 13 869 12 516 29 664
–10 –5 8 –32 15
–0,05 –0,09 0,06 –0,26 0,05
Heumen Heusden Heythuysen Hillegom Hilvarenbeek
16 253 42 764 12 032 20 702 14 664
26 –1 4 38 34
0,16 0,00 0,03 0,18 0,23
Middelburg Middelharnis Midden-Drenthe Mierlo Mill en Sint Hubert
44 922 16 783 32 345 10 191 11 101
15 27 –8 17 4
0,03 0,16 –0,02 0,17 0,04
Hilversum Holten Hontenisse Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer
82 124 8 820 7 905 52 739 33 089
9 –13 –13 –8 40
0,01 –0,15 –0,16 –0,02 0,12
Millingen aan de Rijn Moerdijk Monster Montfoort Mook en Middelaar
5 878 36 325 20 219 13 364 7 846
5 24 –3 –7 15
0,09 0,07 –0,01 –0,05 0,19
Hoorn Horst Houten Huissen Huizen
64 674 19 589 33 450 15 759 42 142
82 8 141 –18 9
0,13 0,04 0,42 –0,11 0,02
Moordrecht Muiden Naaldwijk Naarden Nederhorst den Berg
7 728 6 806 29 076 16 981 5 117
34 –2 –13 –9 –7
0,44 –0,03 –0,04 –0,05 –0,14
Hulst Hummelo en Keppel Hunsel IJsselham IJsselmuiden
19 560 4 485 6 081 5 600 14 859
22 –7 7 7 20
0,11 –0,16 0,12 0,13 0,13
Nederlek Nederweert Neede Neerijnen Niedorp
14 805 16 131 11 024 11 303 11 370
–1 –5 –25 39 2
–0,01 –0,03 –0,23 0,35 0,02
IJsselstein Jacobswoude Kampen Kapelle Katwijk
28 901 10 737 32 733 11 187 40 774
181 –9 28 13 18
0,63 –0,08 0,09 0,12 0,04
Nieuw-Lekkerland Nieuwegein Nieuwerkerk aan den IJssel Nieuwkoop Nieuwleusen
9 350 63 037 21 221 11 060 8 363
–14 –50 48 –7 3
–0,15 –0,08 0,23 –0,06 0,04
Kerkrade Kessel Kesteren Kollumerland en Nieuwkruisland Korendijk
51 363 4 173 10 801 13 158 10 625
–55 –1 3 27 18
–0,11 –0,02 0,03 0,21 0,17
Nijefurd Nijkerk Nijmegen Noord-Beveland Noordenveld
10 866 36 331 152 159 6 907 30 721
1 29 –11 7 –24
0,01 0,08 –0,01 0,10 –0,08
Krimpen aan den IJssel Laarbeek Landerd Landgraaf Landsmeer
28 708 21 513 14 288 41 012 10 255
3 –10 –19 –2 –9
0,01 –0,05 –0,13 0,00 –0,09
Noorder-Koggenland Noordoostpolder Noordwijk Noordwijkerhout Nootdorp
10 444 43 128 24 902 15 321 10 511
32 30 30 13 130
0,31 0,07 0,12 0,08 1,25
Langedijk Laren Leek Leerdam Leersum
23 705 11 536 18 827 20 671 7 333
6 –32 19 –34 6
0,03 –0,28 0,10 –0,16 0,08
Nuenen, Gerwen en Nederwetten Nunspeet Nuth Obdam Oegstgeest
23 753 26 165 16 542 6 443 20 850
–31 22 –25 20 65
–0,13 0,08 –0,15 0,31 0,31
Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo (Gld) Hengelo (O) ‘s-Hertogenbosch Heteren
Mndstat bevolking 2000/04
Municipality
Leeuwarden Leeuwarderadeel Leiden Leiderdorp Leidschendam
absolute
in % of the population on 1 January
71
Maandcijfers Tabel 5 Bevolking per gemeente, januari 2000 (vervolg) Population per municipality, January 2000 (continued) Gemeente
Aantal inwoners aan het eind van de maand
Bevolkingsgroei sinds 1 januari absoluut
Municipality in % van de bevolking op 1 januari
Number of inhabitants at the end of the month
Total population growth since 1 January absolute
in % of the population on 1 January
Oirschot Oisterwijk Oldebroek Oldenzaal Olst
17 699 25 366 22 361 30 721 9 304
65 17 18 –14 –25
0,31 0,10 0,07 –0,06 –0,08
Steenbergen Steenderen Steenwijk Stein Strijen
23 324 4 936 22 645 26 322 9 505
–10 14 –7 –3 7
–0,04 0,28 –0,03 –0,01 0,07
Ommen Onderbanken Oostburg Oosterhout Oostflakkee
16 670 8 481 17 713 52 323 10 073
3 –16 3 –31 41
0,03 –0,10 0,04 –0,17 0,08
Susteren Swalmen Tegelen Terneuzen Terschelling
13 049 8 577 19 284 34 510 4 721
–31 –11 –43 –13 –4
–0,24 –0,13 –0,22 –0,04 –0,08
Ooststellingwerf Oostzaan Ootmarsum Opmeer Opsterland
25 807 8 915 4 498 10 859 28 774
–3 22 –8 4 19
–0,03 0,09 –0,09 0,09 0,18
Texel Tholen Thorn Tiel Tilburg
13 470 23 569 2 590 38 342 193 109
38 –42 –3 97 44
0,28 –0,18 –0,12 0,25 0,02
Oss Oud-Beijerland Ouder-Amstel Ouderkerk Oudewater
65 806 22 435 12 795 8 090 9 782
6 64 –34 16 –8
0,02 0,10 –0,15 0,13 –0,10
Tubbergen Tynaarlo Tytsjerksteradiel Ubbergen Uden
19 933 31 418 31 034 9 256 39 600
0 –26 –1 –6 –8
0,00 –0,08 0,00 –0,06 –0,02
Papendrecht Pekela Pijnacker Purmerend Putten
29 771 13 365 22 453 70 364 22 705
–7 74 –31 44 170
–0,07 0,25 –0,23 0,20 0,24
Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Vaals
11 353 26 075 15 736 233 597 10 781
39 –11 18 –55 –16
0,34 –0,04 0,11 –0,02 –0,15
Raalte Ravenstein Reeuwijk Reiderland Reimerswaal
28 286 8 484 12 882 6 952 20 526
7 –12 3 –17 –20
0,03 –0,04 0,04 –0,13 –0,29
Valburg Valkenburg Valkenburg aan de Geul Valkenswaard Veendam
13 316 3 607 17 878 31 119 28 250
21 3 0 31 33
0,16 0,08 0,00 0,10 0,12
Renkum Renswoude Reusel-De Mierde Rheden Rhenen
32 175 3 980 12 427 44 278 17 275
7 16 –23 –7 –25
0,03 0,05 –0,57 –0,06 –0,06
Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen
59 847 22 089 36 182 41 999 66 507
–25 27 49 20 –20
–0,04 0,12 0,14 0,05 –0,03
Ridderkerk Rijnsburg Rijnwaarden Rijnwoude Rijssen
46 806 14 796 10 968 19 317 26 235
1 –29 13 –4 –3
0,01 –0,06 0,09 –0,04 –0,02
Venhuizen Venlo Venray Vianen Vlaardingen
7 643 64 966 37 866 19 198 73 464
9 100 14 –23 –35
0,12 0,15 0,04 –0,12 –0,05
Rijswijk Roerdalen Roermond Roggel en Neer De Ronde Venen
51 944 10 494 44 971 8 380 34 205
24 8 –3 27 –3
0,09 0,02 –0,03 0,06 –0,04
Vlagtwedde Vleuten-De Meern Vlieland Vlissingen Vlist
16 382 20 238 1 188 44 307 9 768
18 92 –12 –7 –5
0,11 0,46 –1,00 –0,02 –0,05
75 266 592 321 13 342 1 423 22 483
4 107 –215 –7 14
0,01 0,14 –0,04 –0,05 0,99
Voerendaal Voorburg Voorhout Voorschoten Voorst
13 085 38 476 13 565 22 613 23 706
17 –20 11 –38 20
0,13 –0,05 0,08 –0,17 0,08
Ruurlo Sas van Gent Sassenheim Schagen Scheemda
7 858 8 641 14 819 17 205 14 273
8 –12 –14 3 28
0,04 –0,15 –0,16 0,02 0,16
Vorden Vriezenveen Vught Waalre Waalwijk
8 471 19 946 25 345 16 281 45 294
12 4 14 27 –19
0,14 0,02 0,06 0,17 –0,04
Schermer Scherpenzeel Schiedam Schiermonnikoog Schijndel
4 901 9 091 75 661 1 000 22 685
–2 –10 2 86 1
–0,01 –0,20 0,02 0,11 0,10
Waddinxveen Wageningen Warmond Warnsveld Wassenaar
26 651 33 478 5 221 8 940 25 951
4 29 –17 7 –43
0,02 0,09 –0,32 0,08 –0,17
Schinnen Schipluiden Schoonhoven Schoorl Schouwen-Duiveland
13 753 10 848 11 752 6 624 33 593
28 27 32 –7 3
0,12 0,20 0,30 –0,06 0,05
Wateringen Waterland Weerselo Weert Weesp
15 277 17 368 9 267 47 987 18 092
16 –18 –3 39 –6
0,10 –0,10 –0,03 0,08 –0,03
Sevenum Simpelveld Sint Anthonis Sint-Michielsgestel Sint-Oedenrode
7 243 11 599 11 579 27 720 17 012
–7 –1 11 36 38
–0,02 –0,01 0,09 0,31 0,14
Wehl Werkendam Wervershoof West Maas en Waal Wester-Koggenland
6 690 25 971 8 452 18 078 13 434
4 18 –4 –10 23
0,06 0,07 –0,05 –0,06 0,17
Sittard Skarsterlân Sliedrecht Slochteren Sluis-Aardenburg
49 766 26 622 23 728 14 829 6 506
29 –9 –20 29 3
0,17 –0,02 –0,08 0,12 0,02
Westerveld Westervoort Weststellingwerf Westvoorne Wierden
18 864 16 184 24 996 13 848 23 368
0 –36 14 –8 –19
0,00 –0,22 0,06 –0,06 –0,08
Smallingerland Sneek Soest Someren Son en Breugel
52 418 31 698 44 235 18 317 14 734
–3 –4 60 –13 43
–0,05 –0,01 0,19 –0,03 0,24
Wieringen Wieringermeer Wijchen Wijhe Wijk bij Duurstede
8 301 12 226 38 124 7 612 23 089
4 –30 18 –27 10
0,05 –0,24 0,05 –0,35 0,04
Spijkenisse Stad Delden Stadskanaal Staphorst Stede Broec
73 138 7 182 33 080 15 237 21 195
15 69 2 –16 –7
0,10 0,09 0,03 –0,05 –0,05
Winschoten Winsum Winterswijk Wisch Woensdrecht
18 589 13 913 28 571 19 604 21 009
8 –1 8 –7 16
0,04 –0,01 0,03 –0,04 0,08
Roosendaal Rotterdam Rozenburg Rozendaal Rucphen
72
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 5 Bevolking per gemeente, januari 2000 (slot) Population per municipality, January 2000 (end) Gemeente
Woerden Wognum De Wolden Wormerland Woudenberg Woudrichem Wûnseradiel Wymbritseradiel Zaanstad Zaltbommel Zandvoort Zederik Zeevang Zeewolde Zeist N.B.
Aantal inwoners aan het eind van de maand
Bevolkingsgroei sinds 1 januari absoluut
Municipality in % van de bevolking op 1 januari
38 129 7 938 23 583 15 187 10 913
39 0 20 –8 –4
0,10 0,00 0,08 –0,05 –0,04
Zelhem Zevenaar Zevenhuizen-Moerkapelle Zijpe Zoetermeer
14 063 11 839 15 894 135 722 25 540
7 36 50 –16 0
0,05 0,31 0,32 –0,01 0,00
Zoeterwoude Zuidhorn Zundert Zutphen Zwartsluis
15 870 13 714 6 338 17 308 59 985
6 15 3 55 –21
0,04 0,11 0,05 0,32 –0,03
Zwijndrecht Zwolle
Number of inhabitants at the end of the month
Total population growth since 1 January absolute
in % of the population on 1 January
11 258 26 299 9 935 11 127 109 885
9 –1 12 –22 –42
0,08 0,00 0,12 –0,20 –0,04
8 679 18 108 20 149 35 197 4 676
–1 23 –1 53 15
–0,01 0,13 0,00 0,15 0,32
41 482 105 875
–28 89
–0,07 0,08
Alle cijfers in deze tabel zijn voorlopig. All data in this table are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
73
Maandcijfers Tabel 6 Stand en loop van de niet-Nederlandse bevolking Stock and flow of the non-Dutch population Levendgeborenen Live births
Overledenen Deaths
Totaal Total
w.o. eerste kinderen of whom first children
1996 1997 1998
11 563 11 654 11 320
4 610 4 694 4 753
1999
Buitenlandse migratie External migration
Saldo correcties Net corrections
Saldo wijzigingen van nationaliteit Net changes of nationality
Totale bevolkingsgroei Total population growth
Aantal inwoners aan het eind van het jaar / de maand Number of inhabitants at the end of the year / month
Immigratie Immigration
Emigratie Emigration
2 224 2 102 2 035
77 177 76 736 81 701
22 404 21 940 21 266
–27 107 –6 435 –26 341
–82 557 –59 705 –59 084
–45 552 –1 792 –15 705
679 869 678 077 662 372
10 277
4 351
2 044
77 595
20 648
–11 577
–62 367
–8 764
653 608
januari februari maart april
895 838 868 866
364 330 357 340
196 168 182 183
6 260 5 880 6 702 5 318
1 605 1 338 1 748 1 476
–727 –819 –1 446 –756
–4 003 –6 337 –6 632 –5 108
624 –1 944 –2 438 –1 339
662 996 661 052 658 614 657 275
mei juni juli augustus
873 924 947 804
385 395 401 363
166 152 178 168
4 867 5 564 6 210 7 408
1 229 2 070 2 566 2 005
–683 –1 128 –855 –807
–3 093 –6 770 –4 138 –4 892
569 –3 632 –580 340
657 844 654 214 653 634 653 974
september oktober november december
837 799 808 818
364 351 359 342
163 173 147 168
8 950 7 222 7 197 6 017
1 827 1 572 1 412 1 800
–1 016 –1 193 –1 384 –765
–4 848 –5 295 –4 803 –6 448
1 933 –212 259 –2 346
655 907 655 695 655 954 653 608
873
374
185
6 776
1 460
–802
–3 626
1 576
655 184
2000 januari N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 7 Levendgeborenen naar legitimiteit en rangnummer (uit de moeder) Live births by legitimacy and birth order (to the mother) Levendgeborenen / Live births Totaal Total
w.v. / of whom
w.o. buitenechtelijk of whom non-marital
eerste kinderen first children
tweede kinderen second children
derde kinderen third children
vierde of volgende kinderen fourth or subsequent children
totaal total
w.o. eerste kinderen of whom first children
1996 1997 1998
189 521 192 443 199 408
85 792 89 322 93 876
68 334 68 173 69 877
24 631 24 238 24 970
10 764 10 710 10 685
32 192 36 863 41 439
20 492 23 410 26 691
1999
200 585
94 485
70 824
24 791
10 485
45 754
29 621
januari februari maart april
16 233 15 208 16 843 16 893
7 674 7 095 7 700 7 779
5 713 5 430 6 101 6 078
1 988 1 880 2 157 2 120
858 803 885 916
3 487 3 461 3 842 3 700
2 275 2 284 2 463 2 386
mei juni juli augustus
16 393 16 950 17 652 17 719
7 518 7 766 8 442 8 414
5 927 6 185 6 106 6 237
2 086 2 112 2 167 2 183
862 887 937 885
3 521 3 809 4 008 4 162
2 302 2 382 2 629 2 666
september oktober november december
17 573 16 695 15 991 16 435
8 359 8 136 7 662 7 940
6 161 5 747 5 515 5 624
2 147 2 016 1 952 1 983
906 796 862 888
4 061 3 936 3 772 3 995
2 630 2 619 2 416 2 569
17 136
8 225
5 875
2 080
956
4 230
2 769
2000 januari N.B.
74
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 8 Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder Live births by age of the mother <20 jaar
20–24 years
25–29 jaar
30–34 jaar
35–39 jaar
40–44 jaar
45+ jaar
Totaal / Total
1996 1997 1998
1 857 1 979 2 038
16 760 16 556 16 330
61 129 60 515 61 191
77 057 78 845 82 702
28 740 30 256 32 531
3 796 4 125 4 451
182 167 165
189 521 192 443 199 408
1999
2 329
16 250
58 908
83 914
34 210
4 792
182
200 585
januari februari maart april
128 130 157 168
1 162 1 091 1 230 1 263
4 426 4 247 4 784 4 773
6 978 6 414 7 099 7 203
3 024 2 836 3 069 3 032
489 471 490 432
26 19 14 22
16 233 15 208 16 843 16 893
mei juni juli augustus
164 151 206 243
1 253 1 356 1 444 1 467
4 652 4 869 5 313 5 241
7 032 7 155 7 303 7 428
2 878 3 024 2 966 2 930
400 384 399 395
14 11 21 15
16 393 16 950 17 652 17 719
september oktober november december
249 213 235 285
1 472 1 459 1 465 1 588
5 361 5 138 4 942 5 162
7 308 6 997 6 478 6 519
2 803 2 537 2 550 2 561
368 347 309 308
12 4 12 12
17 573 16 695 15 991 16 435
150
1 292
4 394
7 389
3 284
607
20
17 136
2000 januari N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 9 Overledenen naar leeftijd en geslacht Deaths by age and sex 0–19 jaar
20–39 years
40–59 jaar
60–79 jaar
80–89 jaar
90+ jaar
Totaal / Total
w.o. beneden 1 jaar 1) of whom under 1 year of age 1)
M
V
M
F
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
1996 1997 1998
1 125 1 016 1 103
800 724 692
2 115 2 026 1 901
1 167 1 151 1 035
8 365 8 187 8 340
5 276 5 421 5 520
33 896 32 890 33 343
22 029 21 785 21 962
18 749 18 425 18 598
26 064 25 864 26 028
4 758 4 699 4 924
13 217 13 595 14 036
69 008 67 243 68 209
68 553 68 540 69 273
615 541 567
471 427 395
1999
1 058
779
1 934
1 128
8 567
5 782
33 406
22 600
18 714
26 444
5 178
14 854
68 857
71 587
567
482
januari februari maart april
93 75 81 74
61 62 75 58
168 176 141 154
105 91 97 98
749 642 746 702
520 424 508 433
2 939 2 811 3 061 2 768
1 990 1 913 2 007 1 774
1 852 1 756 1 870 1 523
2 459 2 379 2 481 2 109
606 530 583 412
1 602 1 475 1 505 1 183
6 407 5 990 6 482 5 633
6 737 6 344 6 673 5 655
48 39 46 47
39 36 48 38
mei juni juli augustus
89 89 96 97
62 62 77 81
169 164 157 188
89 90 93 91
662 706 677 717
489 450 479 539
2 751 2 676 2 667 2 681
1 864 1 771 1 798 1 792
1 487 1 387 1 506 1 386
2 125 2 049 2 134 2 144
429 355 421 366
1 156 1 111 1 196 1 193
5 587 5 377 5 524 5 435
5 785 5 533 5 777 5 840
49 46 49 47
41 33 49 46
september oktober november december
91 84 93 96
50 65 57 69
149 151 152 165
92 80 81 121
756 737 697 776
461 475 521 483
2 571 2 708 2 730 3 043
1 746 1 919 1 866 2 160
1 442 1 433 1 405 1 667
1 984 1 988 2 076 2 516
308 370 378 420
1 043 1 059 1 045 1 286
5 317 5 483 5 455 6 167
5 376 5 586 5 646 6 635
48 40 56 52
28 39 36 49
78
56
179
96
805
545
3 197
2 167
2 233
3 007
701
1 936
7 193
7 807
43
36
2000 januari N.B. 1) 1)
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Leeftijd op de laatste verjaardag. Age at last birthday.
Mndstat bevolking 2000/04
75
Maandcijfers Tabel 10 Buitenlandse migratie naar leeftijd External migration by age 0–19 jaar
20–29 years
30–39 jaar
40–49 jaar
50+ jaar
Totaal / Total
I
E
I
E
I
E
I
E
I
E
I
E
1996 1997 1998
31 283 31 251 34 493
14 954 14 292 13 695
34 542 35 180 39 038
16 705 16 579 15 934
24 796 24 902 28 394
16 597 16 073 15 842
10 087 10 200 11 503
8 336 7 588 7 422
8 041 8 327 8 979
8 733 7 686 7 548
108 749 109 860 122 407
65 325 62 218 60 441
1999
35 847
13 881
36 157
14 761
26 384
15 383
11 190
7 299
8 777
7 721
118 355
59 045
januari februari maart april
2 506 2 253 2 758 2 277
1 005 795 938 836
2 908 2 707 2 931 2 291
1 200 1 028 1 179 1 017
2 221 1 991 2 338 1 989
1 329 1 105 1 289 1 221
887 769 902 788
548 458 620 501
774 642 790 637
604 501 645 652
9 296 8 362 9 719 7 982
4 686 3 887 4 671 4 227
mei juni juli augustus
2 140 2 774 3 915 4 589
717 1 110 2 087 1 750
2 190 2 535 2 850 3 870
994 1 267 1 522 1 472
1 750 2 097 2 387 2 483
1 005 1 348 1 639 1 498
746 915 1 174 1 262
444 617 928 785
683 726 847 755
610 692 705 641
7 509 9 047 11 173 12 959
3 770 5 034 6 881 6 146
september oktober november december
4 004 2 860 2 994 2 777
1 332 1 158 1 052 1 101
4 418 3 417 3 250 2 790
1 514 1 247 1 161 1 160
2 692 2 256 2 255 1 925
1 352 1 264 1 107 1 226
1 069 914 923 841
645 607 541 605
826 667 735 695
751 623 581 716
13 009 10 114 10 157 9 028
5 594 4 899 4 442 4 808
2 652
1 040
3 054
1 147
2 419
1 321
1 036
618
881
605
10 042
4 731
2000 januari N.B. N.B.
I = Immigratie / Immigration. E = Emigratie / Emigration. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 11 Buitenlandse migratie van Nederlanders naar land van geboorte External migration of Dutch nationals by country of birth Totaal / Total
I
E
w.o. met land van geboorte / of whom with country of birth 1)
Nederland The Netherlands
Duitsland Germany
Aruba 1) Aruba
I
I
E
I
E
Nederlandse Antillen Netherlands Antilles
Suriname Suriname
Verenigde Staten Indonesië van Amerika Indonesia United States of America
Zuid-Afrika South-Africa
E
I
E
I
E
I
E
I
E
I
E
1996 1997 1998
31 572 42 921 21 171 34 118 638 33 124 40 278 21 487 31 749 673 40 706 39 175 24 584 30 844 783
541 514 488
81 120 149
26 48 50
3 736 4 594 7 252
2 440 2 032 1 847
909 952 1 375
911 995 905
312 286 324
219 217 203
510 476 594
562 500 428
234 229 373
157 148 148
1999
40 760 38 397 23 030 29 813 734
518
197
55
8 540
1 907
1 379
702
368
207
523
424
319
174
januari februari maart april
3 036 2 482 3 017 2 664
3 081 2 549 2 923 2 751
1 899 1 506 1 739 1 631
2 413 1 963 2 274 2 127
69 32 74 58
45 33 43 42
14 11 15 8
8 1 6 3
473 412 522 422
148 114 147 134
76 82 111 98
67 50 58 58
34 22 34 16
13 14 16 8
41 29 50 34
35 31 28 39
23 32 31 27
11 17 20 16
mei juni juli augustus
2 642 3 483 4 963 5 551
2 541 2 964 4 315 4 141
1 582 2 014 2 748 2 901
2 013 2 287 3 387 3 269
55 56 71 89
46 46 44 55
14 9 26 36
– 6 8 7
432 642 1 225 1 523
139 164 223 195
101 129 162 168
49 39 62 56
16 37 38 55
15 21 39 16
41 62 43 64
31 30 45 40
31 21 29 27
7 11 29 16
september oktober november december
4 059 2 892 2 960 3 011
3 767 3 327 3 030 3 008
2 213 1 611 1 612 1 574
2 948 2 566 2 278 2 288
81 59 47 43
42 38 43 41
15 16 18 15
8 – 7 1
820 596 640 833
140 181 164 158
154 106 117 75
84 53 66 60
45 27 27 17
19 20 11 15
45 41 43 30
45 41 28 31
34 14 24 26
11 15 11 10
3 266
3 271
1 914
2 585
60
43
13
2
641
134
90
55
27
14
48
31
21
22
2000 januari N.B. N.B. 1) 1)
I = Immigratie / Immigration. E = Emigratie / Emigration. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Betreft personen die zijn geboren in 1986 of later. Only persons born in 1986 or derafter.
76
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 12 Buitenlandse migratie van Nederlanders naar land van herkomst resp. bestemming External migration of Dutch nationals by country of last residence, intended residence resp. Totaal / Total
w.o. uit resp. naar EU-landen EU-countries
of whom from, to resp. België Belgium
I
E
I
E
I
Aruba Aruba
Duitsland Germany
Verenigd Koninkrijk United Kingdom
E
I
E
I
E
I
E
Nederlandse Antillen Netherlands Antilles
Suriname Suriname
Verenigde Staten van Amerika United States of America
I
I
E
I
E
E
1996 1997 1998
31 572 42 921 13 084 21 371 3 784 33 124 40 278 13 190 19 663 3 856 40 706 39 175 14 660 19 794 3 973
7 469 5 904 5 961
3 751 3 782 4 136
4 894 4 343 3 822
1 599 1 608 2 000
2 784 3 026 3 264
944 1 040 1 303
1 099 1 102 1 013
4 727 3 624 5 795 3 254 8 873 2 767
838 882 1 380
963 1 102 967
2 388 2 281 2 431
3 260 3 040 3 314
1999
40 760 38 397 13 998 20 050 3 706
10 022 2 924
5 782
3 697
4 017
2 165
3 156
1 468
903
1 319
690
2 454
3 146
januari februari maart april
3 036 2 482 3 017 2 664
3 081 2 549 2 923 2 751
1 255 963 1 111 1 039
1 577 1 375 1 615 1 493
313 263 306 287
454 392 443 413
353 249 305 260
311 286 308 234
182 148 165 174
257 235 233 258
81 64 94 76
77 39 56 58
539 483 605 512
213 157 193 198
76 75 93 101
68 44 62 51
205 165 168 183
231 219 207 226
mei juni juli augustus
2 642 3 483 4 963 5 551
2 541 2 964 4 315 4 141
911 1 128 1 423 1 557
1 349 1 521 2 045 2 072
268 287 352 381
369 427 519 612
247 320 387 407
327 341 451 381
136 165 261 277
159 181 322 379
80 91 196 368
76 77 150 117
499 773 1 647 1 663
193 274 461 313
99 131 114 211
43 41 46 55
163 238 262 340
249 241 434 364
september oktober november december
4 059 2 892 2 960 3 011
3 767 3 327 3 030 3 008
1 477 1 081 1 087 966
2 010 1 685 1 634 1 674
376 305 281 287
567 494 508 584
331 301 274 263
371 336 358 313
259 152 130 116
380 276 232 244
147 89 89 93
73 50 84 46
934 709 728 930
222 251 218 231
155 99 98 67
97 60 71 52
237 148 186 159
285 280 197 213
3 266
3 271
1 269
1 746
362
554
335
356
144
310
91
58
726
197
91
50
195
302
2000 januari N.B. N.B.
I = Immigratie / Immigration. E = Emigratie / Emigration. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 13 Buitenlandse migratie van niet-Nederlanders naar land van geboorte External migration of non-Dutch nationals by country of birth Totaal / Total
I
E
w.o. met land van geboorte / of whom with country of birth Duitsland Germany
(voormalig) Joegoslavië (former) Yugoslavia
Turkije Turkey
I
E
I
E
I
Verenigd Koninkrijk United Kingdom
Suriname Suriname
Verenigde Staten Iran van Amerika Iran United States of America
Marokko Morocco
E
I
E
I
E
I
E
I
E
I
E
1996 1997 1998
77 177 22 404 4 988 76 736 21 940 4 875 81 701 21 266 4 682
3 150 2 820 2 871
3 609 1 790 1 614
472 468 349
6 024 6 066 5 141
1 338 1 048 843
4 161 4 154 4 147
2 334 2 198 2 152
2 734 2 603 3 228
332 321 246
2 820 2 865 3 084
1 493 1 701 1 655
2 788 1 658 1 106
126 143 99
4 402 4 728 5 305
941 756 539
1999
77 595 20 648 4 433
2 809
4 029
500
4 417
632
4 419
2 032
1 824
173
3 088
1 701
1 090
91
4 407
469
januari februari maart april
6 260 5 880 6 702 5 318
1 605 1 338 1 748 1 476
400 313 405 314
233 175 253 257
106 177 168 177
23 26 30 28
342 375 433 269
54 54 65 58
356 347 382 315
148 135 182 165
209 171 168 128
24 17 9 5
259 200 258 185
103 105 123 88
77 74 92 62
10 5 16 12
316 360 416 359
47 47 46 31
mei juni juli augustus
4 867 5 564 6 210 7 408
1 229 2 070 2 566 2 005
213 336 392 386
170 286 292 256
186 424 735 442
33 40 47 42
292 302 292 432
50 56 67 45
283 309 357 435
123 179 287 206
120 129 135 170
16 13 14 12
193 203 242 401
97 259 278 150
64 78 66 98
7 2 3 8
318 307 258 426
35 39 51 32
september oktober november december
8 950 7 222 7 197 6 017
1 827 1 572 1 412 1 800
522 451 392 309
233 224 197 233
490 381 396 347
72 51 52 56
448 386 426 420
50 41 53 39
515 420 419 281
155 165 122 165
145 144 160 145
24 16 15 8
353 307 278 209
142 140 71 145
116 133 113 117
5 11 6 6
493 354 436 364
40 31 39 31
6 776
1 460
412
173
357
61
406
31
385
167
123
16
257
91
93
6
378
37
2000 januari N.B. N.B.
I = Immigratie / Immigration. E = Emigratie / Emigration. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
77
Maandcijfers Tabel 14 Buitenlandse migratie van niet-Nederlanders naar land van nationaliteit External migration of non-Dutch nationals by country of nationality Totaal / Total
I
E
w.o. / of which Duitsland Germany
(voormalig) Joegoslavië (former) Yugoslavia
Turkije Turkey
I
E
I
E
I
Verenigd Koninkrijk United Kingdom
Suriname Suriname
Verenigde Staten Marokko van Amerika Morocco United States of America
Somalië Somalia
E
I
E
I
E
I
E
I
E
I
E
1996 1997 1998
77 177 22 404 5 049 76 736 21 940 4 908 81 701 21 266 4 746
3 359 2 994 3 047
2 034 1 000 1 158
423 427 319
6 175 6 093 5 120
1 537 1 184 930
4 727 4 691 4 741
2 837 2 659 2 617
2 731 2 569 3 200
331 323 255
3 030 3 061 3 274
1 647 1 846 1 789
4 477 4 753 5 310
1 121 898 602
1 272 353 285
71 42 36
1999
77 595 20 648 4 480
3 000
1 423
387
4 207
688
5 001
2 465
1 798
172
3 311
1 835
4 418
500
181
32
januari februari maart april
6 260 5 880 6 702 5 318
1 605 1 338 1 748 1 476
399 330 416 322
249 182 263 278
72 74 94 73
17 24 29 30
334 371 403 273
59 58 70 61
396 388 446 351
185 165 215 201
208 170 166 127
24 18 10 5
290 211 274 192
108 117 136 95
317 368 433 361
51 46 50 30
21 17 15 22
3 3 1 4
mei juni juli augustus
4 867 5 564 6 210 7 408
1 229 2 070 2 566 2 005
220 331 386 406
183 292 310 272
80 129 238 152
27 38 47 40
285 283 293 409
53 60 68 52
324 357 406 488
158 208 361 239
118 127 132 165
16 12 13 12
208 215 265 417
110 280 293 163
318 310 265 432
42 39 58 32
12 7 15 22
– 4 1 1
september oktober november december
8 950 7 222 7 197 6 017
1 827 1 572 1 412 1 800
542 451 383 294
261 240 210 260
134 106 141 130
54 26 26 29
416 357 391 392
60 45 64 38
579 488 460 318
187 190 162 194
145 141 159 140
24 18 13 7
398 317 301 223
150 153 75 155
484 349 417 364
44 34 38 36
21 15 7 7
7 1 1 6
6 776
1 460
446
188
143
25
399
34
428
194
125
17
276
101
376
40
8
1
2000 januari N.B. N.B.
I = Immigratie / Immigration. E = Emigratie / Emigration. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 15 Administratieve correcties m.b.t. Nederlanders en niet-Nederlanders naar land van geboorte Administrative corrections concerning Dutch nationals and non-Dutch nationals by country of birth Totaal / Total
O
A
w.v. / of whom Nederlanders / Dutch nationals
Niet-Nederlanders / Non-Dutch nationals
Totaal
Total
O
w.o. met geboorteland
A
Nederland The Netherlands
Nederlandse Suriname Antillen + Aruba Suriname Netherlands Antilles + Aruba
O
O
A
of whom with country of birth Turkije Turkey
A
O
A
O
A
O
Verenigd Koninkrijk United Kingdom
Marokko Morocco
A
O
A
O
A
1996 1997 1998
14 181 40 801 9 991 16 616 7 450 14 866 34 966 10 637 18 131 7 796 16 379 35 227 12 572 18 475 9 055
11 470 493 12 194 575 12 422 724
1 300 1 408 1 211
999 1 069 1 276
1 440 1 621 1 647
4 190 4 229 3 807
24 185 619 16 835 596 16 752 442
2 969 1 682 1 298
182 162 139
2 541 1 472 1 713
788 759 676
2 019 1 416 1 335
1999
17 235 36 848 13 868 21 904 9 802
14 482 849
14 944 379
1 528
1 402
1 894
3 367
1 074
131
1 478
633
1 256
januari februari maart april
1 432 1 424 1 619 1 352
2 701 2 747 3 799 2 805
1 141 1 155 1 280 1 059
1 683 1 659 2 014 1 756
830 852 886 739
1 112 1 097 1 287 1 141
64 61 73 85
109 117 145 113
125 98 133 110
154 141 179 178
291 269 339 293
1 018 1 088 1 785 1 049
28 30 33 29
69 85 127 107
9 7 14 10
90 104 183 96
46 60 58 64
97 131 143 91
mei juni juli augustus
1 216 1 554 1 461 1 358
2 566 3 411 2 732 2 623
969 1 238 1 221 1 113
1 636 1 969 1 637 1 571
680 879 868 785
1 072 1 369 1 074 1 027
57 65 92 56
108 122 136 117
83 142 114 122
159 146 124 146
247 316 240 245
930 1 442 1 095 1 052
30 40 23 26
70 114 105 65
14 14 14 2
98 197 109 99
43 73 46 35
81 113 103 87
september oktober november december
1 492 1 394 1 531 1 402
3 338 3 593 3 805 2 728
1 189 1 109 1 251 1 143
2 019 2 115 2 141 1 704
828 779 868 808
1 308 1 466 1 386 1 143
68 67 87 74
159 141 150 111
123 109 136 107
185 145 202 135
303 285 280 259
1 319 1 478 1 664 1 024
30 34 36 40
104 66 97 65
12 14 8 13
98 164 142 98
52 55 52 49
109 84 122 95
1 662
2 960
1 321
1 817
932
1 196
73
129
132
169
341
1 143
68
52
10
97
73
77
2000 januari N.B. N.B.
78
O = Opnemingen / Entries. A = Afvoeringen / Removals. De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 16 Huwelijkssluitingen, partnerschapsregistraties en huwelijksontbindingen Marriages, registrations of partnership and dissolutions of marriage Huwelijkssluitingen Marriages
Partnerschapsregistraties Registrations of partnership
Huwelijksontbindingen Dissolutions of marriage
Totaal Total
Totaal Total
waarvan tussen / of which among twee mannen two males
man en vrouw male and female
twee vrouwen two females
waarvan door / of which by overlijden man death of husband
overlijden vrouw death of wife
echtscheiding divorce
absolute cijfers absolute figures 1996 1997 1998
85 140 85 059 86 956
4 626
1 686
1 616
1 324
94 140 91 704 90 773
42 032 40 942 40 999
17 237 17 022 17 315
34 871 33 740 32 459
1999
88 970
3 256
897
1 495
864
92 296
41 088
17 717
33 491
3 108 3 407 4 594 6 454
191 201 275 245
46 63 68 64
91 92 139 107
54 46 68 74
8 162 7 566 8 621 7 294
3 797 3 522 3 820 3 381
1 589 1 495 1 600 1 347
2 776 2 549 3 201 2 566
mei juni juli augustus
10 794 11 057 9 212 9 526
284 331 288 282
88 95 78 65
117 135 125 140
79 101 85 77
7 196 7 825 7 453 7 465
3 354 3 210 3 293 3 275
1 438 1 424 1 430 1 455
2 404 3 191 2 730 2 735
september oktober november december
14 027 7 300 4 651 4 840
320 253 269 317
108 63 76 83
108 125 137 179
104 65 56 55
7 510 7 438 7 605 8 161
3 213 3 302 3 236 3 685
1 370 1 474 1 467 1 628
2 927 2 662 2 902 2 848
2 729
192
51
106
35
9 046
4 166
1 817
3 063
januari februari maart april
2000 januari
per 1 000 van de gemiddelde bevolking per 1,000 of the average population 1996 1997 1998
5,5 5,4 5,5
0,3
0,1
0,1
0,1
6,1 5,9 5,8
2,7 2,6 2,6
1,1 1,1 1,1
2,2 2,2 2,1
1999
5,6
0,2
0,1
0,1
0,1
5,8
2,6
1,1
2,1
januari februari maart april
2,3 2,8 3,4 5,0
0,1 0,2 0,2 0,2
0,0 0,1 0,1 0,0
0,1 0,1 0,1 0,1
0,0 0,0 0,1 0,1
6,1 6,3 6,4 5,6
2,8 2,9 2,9 2,6
1,2 1,2 1,2 1,0
2,1 2,1 2,4 2,0
mei juni juli augustus
8,0 8,5 6,9 7,1
0,2 0,3 0,2 0,2
0,1 0,1 0,1 0,0
0,1 0,1 0,1 0,1
0,1 0,1 0,1 0,1
5,4 6,0 5,6 5,6
2,5 2,5 2,5 2,4
1,1 1,1 1,1 1,1
1,8 2,5 2,0 2,0
10,8 5,4 3,6 3,6
0,2 0,2 0,2 0,2
0,1 0,0 0,1 0,1
0,1 0,1 0,1 0,1
0,1 0,0 0,0 0,0
5,8 5,5 5,8 6,1
2,5 2,5 2,5 2,7
1,1 1,1 1,1 1,2
2,2 2,0 2,2 2,1
2,0
0,1
0,0
0,1
0,0
6,7
3,1
1,3
2,3
september oktober november december 2000 januari N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
79
Maandcijfers Tabel 17 Huwenden woonachtig in Nederland naar leeftijd en geslacht Marrying persons residing in the Netherlands by age and sex <20 jaar
20–24 years
25–29 jaar
M
V
M
F
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
1996 1997 1998
225 188 199
1 315 1 240 1 251
6 826 5 999 5 696
16 046 14 654 13 791
29 112 28 221 27 317
31 918 31 967 32 036
23 147 23 839 24 844
16 710 17 394 18 175
9 833 10 278 10 799
6 420 6 749 7 290
13 229 14 021 15 230
8 586 9 497 10 372
82 372 82 546 84 085
80 995 81 501 82 915
1999
177
1 263
5 684
13 767
26 265
31 552
26 418
19 589
11 673
7 860
15 690
10 518
85 907
84 549
2 5 7 8
45 60 50 65
201 215 302 367
386 469 670 900
695 776 1 192 1 781
813 905 1 374 2 133
859 964 1 236 1 942
697 788 1 019 1 560
460 556 628 912
336 405 483 599
744 737 1 038 1 233
496 480 714 872
2 961 3 253 4 403 6 243
2 773 3 107 4 310 6 129
mei juni juli augustus
12 11 31 35
98 108 203 206
543 638 681 685
1 560 1 729 1 622 1 608
3 452 3 652 2 762 2 795
4 271 4 435 3 166 3 322
3 459 3 472 2 600 2 830
2 492 2 464 1 926 1 981
1 368 1 391 1 197 1 188
936 872 741 744
1 738 1 682 1 389 1 356
1 136 1 113 885 846
10 572 10 846 8 660 8 889
10 493 10 721 8 543 8 707
september oktober november december
17 19 16 14
135 99 110 84
836 507 375 334
2 222 1 146 767 688
4 724 2 116 1 216 1 104
5 810 2 580 1 379 1 364
4 430 2 182 1 177 1 267
3 008 1 610 1 002 1 042
1 751 929 638 655
1 117 603 438 586
1 995 1 373 1 060 1 345
1 315 960 771 930
13 753 7 126 4 482 4 719
13 607 6 998 4 467 4 694
9
31
159
393
581
727
736
639
462
316
674
490
2 621
2 596
januari februari maart april
2000 januari N.B.
30–34 jaar
35–39 jaar
40+ jaar
Totaal / Total
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 18 Huwenden woonachtig in Nederland naar voorgaande burgerlijke staat en geslacht Marrying persons residing in the Netherlands by previous marital status and sex Ongehuwd / Never married
Verweduwd / Widowed
Gescheiden van echt / Divorced
Totaal / Total
M
V
M
F
M
V
M
V
1996 1997 1998
66 413 66 145 66 762
66 355 66 223 67 007
1 387 1 625 1 967
1 069 1 474 1 749
14 572 14 776 15 356
13 571 13 804 14 159
82 372 82 546 84 085
80 995 81 501 82 915
1999
69 009
68 897
1 751
1 423
15 147
14 229
85 907
84 549
januari februari maart april
2 165 2 404 3 320 4 951
2 053 2 304 3 241 4 888
84 101 111 138
74 65 96 119
712 748 972 1 154
646 738 973 1 122
2 961 3 253 4 403 6 243
2 773 3 107 4 310 6 129
mei juni juli augustus
8 834 9 096 7 025 7 341
8 885 9 126 7 085 7 282
205 196 136 116
145 152 97 100
1 533 1 554 1 499 1 432
1 463 1 443 1 361 1 325
10 572 10 846 8 660 8 889
10 493 10 721 8 543 8 707
11 546 5 682 3 319 3 326
11 663 5 633 3 370 3 367
200 200 135 129
186 117 140 132
2 007 1 244 1 028 1 264
1 758 1 248 957 1 195
13 753 7 126 4 482 4 719
13 607 6 998 4 467 4 694
1 904
1 920
69
64
648
612
2 621
2 596
september oktober november december 2000 januari N.B.
80
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 19 Van echt scheidende personen woonachtig in Nederland naar leeftijd en geslacht Divorcing persons residing in the Netherlands by age and sex 15–29
30–34
35–39
40–44
45–49
50+
Totaal / Total
M
V
M
F
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
1996 1997 1998
3 509 3 015 2 575
6 560 5 902 5 313
6 402 6 151 5 451
7 073 6 789 6 389
6 460 6 376 6 263
6 521 6 510 6 331
5 596 5 437 5 407
5 259 5 171 5 244
4 507 4 424 4 383
3 927 3 805 3 602
5 935 5 936 6 208
4 110 4 146 4 144
32 409 31 339 30 287
33 450 32 323 31 023
1999
2 430
4 983
5 338
6 727
6 693
6 890
5 785
5 540
4 608
3 745
6 511
4 354
31 365
32 239
januari februari maart april
174 175 196 192
374 375 452 358
410 406 475 373
568 520 648 504
590 497 633 526
583 523 629 532
473 445 565 432
461 406 564 427
414 348 461 362
329 306 346 296
533 508 653 540
361 352 452 352
2 594 2 379 2 983 2 425
2 676 2 482 3 091 2 469
mei juni juli augustus
181 232 187 208
340 460 423 421
371 517 457 429
471 613 549 509
496 625 565 545
502 661 556 601
418 553 476 489
404 523 446 451
312 431 347 384
254 380 313 310
481 629 527 515
326 438 332 340
2 259 2 987 2 559 2 570
2 297 3 075 2 619 2 632
september oktober november december
218 216 215 236
444 425 459 452
489 449 472 490
608 553 595 589
581 495 595 545
613 528 592 570
492 465 510 467
463 442 512 441
397 360 411 381
323 289 292 307
545 503 517 560
361 316 347 377
2 722 2 488 2 720 2 679
2 812 2 553 2 797 2 736
168
384
459
591
644
634
538
542
451
395
639
413
2 899
2 959
2000 januari N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Tabel 20 Van echt scheidende personen woonachtig in Nederland naar duur van het huwelijk en geslacht Divorcing persons residing in the Netherlands by duration of marriage and sex 0–4 jaar
5–9 years
10–14 jaar
15–19 jaar
20–24 jaar
25+ jaar
Totaal / Total
M
V
M
F
M
V
M
V
M
V
M
V
M
V
1996 1997 1998
7 507 6 731 6 110
7 785 6 950 6 248
9 158 9 050 8 484
9 445 9 383 8 740
4 587 4 804 4 900
4 729 4 937 5 000
3 558 3 592 3 511
3 668 3 658 3 592
3 340 3 092 3 122
3 432 3 180 3 192
4 259 4 070 4 160
4 391 4 215 4 251
32 409 31 339 30 287
33 450 32 323 31 023
1999
6 048
6 173
8 484
8 808
5 495
5 626
3 793
3 898
3 154
3 225
4 391
4 509
31 365
32 239
januari februari maart april
433 420 489 452
447 438 502 454
751 655 823 672
789 699 854 688
468 419 545 410
467 430 566 420
307 299 368 279
316 309 380 286
273 238 333 247
277 245 346 250
362 348 425 365
380 361 443 371
2 594 2 379 2 983 2 425
2 676 2 482 3 091 2 469
mei juni juli augustus
399 521 476 549
397 545 476 560
605 803 710 668
621 839 734 687
417 538 460 434
423 547 470 448
286 370 322 322
292 375 333 324
216 327 239 252
221 336 241 255
336 428 352 345
343 433 365 358
2 259 2 987 2 559 2 570
2 297 3 075 2 619 2 632
september oktober november december
554 537 579 639
556 552 594 652
767 664 720 646
804 678 752 663
483 416 451 454
495 433 468 459
299 295 365 281
312 309 369 293
251 227 268 283
263 231 270 290
368 349 337 376
382 350 344 379
2 722 2 488 2 720 2 679
2 812 2 553 2 797 2 736
485
493
753
774
577
584
362
372
282
288
440
448
2 899
2 959
2000 januari N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
81
Maandcijfers Tabel 21 In Nederland woonachtige personen die, anders dan door geboorte, het Nederlanderschap hebben verkregen naar voorgaand land van nationaliteit Persons living in the Netherlands who, other than by birth, obtained the Dutch nationality by previous country of nationality Totaal Total
w.o. / of whom België Belgium
Duitsland Germany
China China
Kaapverdië Cape Verde
Marokko Morocco
Pakistan Pakistan
Suriname Suriname
Turkije Turkey
Verenigd Koninkrijk United Kingdom
Viëtnam Vietnam
1996 1997 1998
82 817 59 957 59 262
287 183 200
776 567 558
1 394 975 800
426 291 230
15 598 10 478 11 252
630 296 287
4 445 3 019 2 991
30 704 21 189 13 484
1 174 912 578
1 334 779 575
1999
62 432
196
597
980
304
14 232
277
3 208
5 243
453
338
januari februari maart april
4 006 6 345 6 637 5 115
10 17 31 16
43 35 41 40
46 57 101 61
14 22 12 12
968 1 331 1 604 1 081
13 28 19 22
160 294 284 289
414 586 541 424
30 44 60 41
12 31 34 27
mei juni juli augustus
3 104 6 778 4 140 4 900
2 19 10 22
30 60 45 74
80 91 110 86
23 47 27 30
639 1 499 834 1 003
10 21 26 24
232 408 203 204
318 551 392 354
16 43 26 35
20 30 25 30
september oktober november december
4 854 5 300 4 804 6 449
12 17 17 23
46 67 48 68
105 79 75 89
21 28 24 44
1 022 1 194 1 049 2 008
30 25 31 28
243 282 277 332
412 409 353 489
36 46 39 37
29 34 34 32
3 636
11
34
71
19
945
19
135
295
40
11
2000 januari N.B.
82
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 22 Verhuisde personen binnen Nederland naar leeftijd Persons who moved house within the Netherlands by age Totaal Total
w.v. / of which Binnen gemeenten Within municipalities
0–19 jaar
20–29 jaar
30–39 jaar
40–49 jaar
50–64 jaar
65+ jaar
Totaal
1996 1997 1998
369 546 381 064 396 232
595 226 593 491 598 375
339 030 348 510 356 012
160 463 162 244 166 331
121 365 126 670 131 132
128 555 128 210 125 929
1999
435 294
623 014
396 737
183 027
148 412
138 436
januari februari maart april
27 718 76 311 30 484 28 480
44 734 119 088 49 248 42 736
29 200 75 474 30 480 28 390
12 700 33 596 13 846 12 804
9 980 27 645 11 500 11 030
9 805 23 212 11 562 10 950
134 137 130 508 147 120 134 390
mei juni juli augustus
28 211 32 476 38 852 37 961
41 198 47 101 49 185 47 466
27 138 30 123 32 842 29 855
12 672 13 989 16 159 14 051
10 430 10 961 11 900 10 192
10 299 10 728 10 996 9 076
september oktober november december
36 019 32 053 33 022 33 707
47 988 44 154 44 812 45 304
27 291 27 532 28 675 29 737
12 808 12 981 13 500 13 921
10 391 10 833 11 554 11 996
10 158 10 379 10 827 10 444
27 172
43 230
28 526
12 703
9 890
9 711
2000 januari
0–19 years
20–29 years
30–39 years
40–49 years
50–64 years
65+ years
Total
1 714 185 236 293 1 740 189 244 568 1 774 011 249 777
355 953 356 368 349 559
215 589 221 972 223 271
105 274 107 839 109 581
78 824 82 739 84 845
92 478 93 347 91 183
1 084 411 1 106 833 1 108 216
1 700 103 242 242
323 787
215 346
105 447
83 700
91 829
1 062 351
18 187 17 635 20 299 19 265
26 845 26 429 29 538 25 997
18 081 16 949 19 191 17 818
8 441 8 063 9 320 8 675
6 412 6 537 7 500 7 126
7 143 7 440 8 421 8 093
85 109 83 053 94 269 86 974
129 948 145 378 159 934 148 601
19 111 21 469 22 978 19 906
25 230 28 470 28 912 26 640
17 032 19 021 19 914 17 553
8 528 9 300 9 988 8 492
6 722 7 026 7 491 6 332
7 623 7 903 8 107 6 626
84 246 93 189 97 390 85 549
144 655 137 932 142 391 145 109
19 861 20 224 21 403 21 904
26 574 25 714 26 525 26 913
16 515 16 957 17 891 18 424
8 066 8 452 8 949 9 173
6 425 6 885 7 353 7 891
7 363 7 507 8 013 7 590
84 804 85 739 90 134 91 895
131 232 17 477
25 180
17 446
8 189
6 345
7 070
81 707
w.v. / of which Binnenlandse migratie / Internal migration w.v. / of which Binnen provincies / Intraprovincial 0–19 jaar
20–29 jaar
30–39 jaar
Tussen provincies / Interprovincial
40–49 jaar
50–64 jaar
65+ jaar
Totaal
0–19 years
20–29 years
30–39 years
40–49 years
50–64 years
65+ years
Total
1996 1997 1998
73 371 73 777 78 859
135 762 132 932 136 273
75 186 76 337 79 867
34 863 33 801 35 735
26 476 27 126 28 956
24 062 23 128 23 055
369 720 59 882 367 101 62 719 382 745 67 596
103 511 104 191 112 543
48 255 50 201 52 874
20 326 20 604 21 015
16 065 16 805 17 331
12 015 11 735 11 691
260 054 266 255 283 050
1999
127 119
200 522
128 925
56 540
46 945
35 695
370 929 65 933
98 705
52 466
21 040
17 767
10 912
266 823
5 624 60 670 6 004 5 629
10 168 94 911 11 156 9 774
6 755 61 226 6 830 6 484
2 702 26 974 2 919 2 697
2 222 22 125 2 505 2 480
1 812 16 672 2 156 1 947
3 907 3 745 4 181 3 586
7 721 7 947 8 554 6 965
4 364 4 097 4 459 4 088
1 557 1 422 1 607 1 432
1 346 1 239 1 495 1 424
850 882 985 910
19 745 19 332 21 281 18 405
mei juni juli augustus
5 423 6 298 8 160 7 900
9 334 10 686 11 147 10 918
6 159 6 793 7 752 7 159
2 657 2 960 3 682 3 075
2 304 2 460 2 720 2 304
1 766 1 860 1 869 1 629
27 643 3 677 31 057 4 709 35 330 7 714 32 985 10 155
6 634 7 945 9 126 9 908
3 947 4 309 5 176 5 143
1 487 1 729 2 489 2 484
1 404 1 475 1 689 1 556
910 965 1 020 821
18 059 21 132 27 214 30 067
september oktober november december
7 256 6 442 6 638 6 814
10 983 10 452 10 596 10 596
6 371 6 442 6 730 7 022
2 873 2 800 3 007 3 057
2 443 2 457 2 569 2 612
1 863 1 951 1 979 1 973
31 789 30 544 31 520 32 074
8 902 5 387 4 981 4 989
10 431 7 988 7 691 7 795
4 405 4 133 4 054 4 291
1 869 1 729 1 544 1 691
1 523 1 491 1 632 1 493
932 921 835 881
28 062 21 649 20 737 21 140
5 739
10 199
6 798
2 863
2 256
1 782
29 637
3 956
7 851
4 282
1 651
1 289
859
19 888
januari februari maart april
2000 januari N.B.
29 283 28 123 31 570 29 011
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
83
Maandcijfers Tabel 23 Verhuisde personen binnen Nederland naar plaats in het gezin ten tijde van de verhuizing Persons who moved house within the Netherlands by family relationship at the time of the move Totaal Total
w.v. / of which Binnen gemeenten Within municipalities
Totaal Total
Echtpaar Man eventueel met kind met Man with child kinderen Husbandwife family with children
Vrouw met kind Female with child
Samenwonend eventueel met kind Cohabiting possibly with child
Niet in Totaal gezinsTotal verband levend persoon Non-family person
Echtpaar Man eventueel met kind met Man with kinderen child Husbandwife family with children
Vrouw met kind Female with child
Samenwonend eventueel met kind Cohabiting possibly with child
Niet in gezinsverband levend persoon Non-family person
1996 1997 1998
1 714 185 1 740 189 1 774 011
589 350 598 956 598 951
13 492 13 304 13 520
137 516 146 409 150 518
26 080 30 797 34 777
947 747 950 723 976 245
1 084 411 1 106 833 1 108 216
404 715 415 094 408 429
9 076 9 170 9 151
96 120 102 168 104 718
18 063 21 143 23 585
556 437 559 258 562 333
1999
1 700 097
567 018
13 744
150 148
37 051
932 136
1 062 351
385 125
9 463
103 514
24 494
539 755
januari februari maart april
134 137 130 508 147 114 134 390
41 961 41 724 47 597 45 501
1 085 977 1 057 1 001
11 911 11 428 13 008 11 812
2 851 2 526 3 088 3 018
76 329 73 853 82 364 73 058
85 109 83 053 94 269 86 974
29 174 29 002 33 325 31 932
779 715 737 697
8 270 7 951 9 264 8 437
1 888 1 700 2 031 2 039
44 998 43 685 48 912 43 869
mei juni juli augustus
129 948 145 378 159 934 148 601
44 877 48 046 57 515 49 538
1 178 1 197 1 427 1 260
10 881 12 871 14 351 13 137
3 072 3 051 3 786 3 190
69 940 80 213 82 855 81 476
84 246 93 189 97 390 85 549
31 316 33 399 37 016 30 732
873 868 947 778
7 800 9 104 9 471 8 299
2 116 1 967 2 464 2 043
42 141 47 851 47 492 43 697
september oktober november december
144 655 137 932 142 391 145 109
43 350 46 111 48 946 51 852
1 083 1 082 1 134 1 263
12 861 12 356 12 917 12 615
2 914 3 028 3 109 3 418
84 447 75 355 76 285 75 961
84 804 85 739 90 134 91 895
28 656 31 033 34 110 35 430
705 730 787 847
8 547 8 514 8 883 8 974
1 939 2 070 1 959 2 278
44 957 43 392 44 395 44 366
131 232
39 987
904
12 334
2 924
75 083
81 707
27 271
635
8 258
1 986
43 557
2000 januari
w.v. / of which Binnenlandse migratie / Internal migration w.v. / of which Binnen provincies / Intraprovincial Totaal Total
Echtpaar Man eventueel met kind met Man with child kinderen Husbandwife family with children
Tussen provincies / Interprovincial Vrouw met kind Female with child
Samenwonend eventueel met kind Cohabiting possibly with child
Niet in Totaal gezinsTotal verband levend persoon Non-family person
Echtpaar Man eventueel met kind met Man with kinderen child Husbandwife family with children
Vrouw met kind Female with child
Samenwonend eventueel met kind Cohabiting possibly with child
Niet in gezinsverband levend persoon Non-family person
1996 1997 1998
369 720 367 101 382 745
114 930 112 893 117 222
2 814 2 591 2 837
24 522 25 714 26 967
5 146 6 044 7 044
222 308 219 859 228 675
260 054 266 255 283 050
69 705 70 969 73 300
1 602 1 543 1 532
16 874 18 527 18 833
2 871 3 610 4 148
169 002 171 606 185 237
1999
370 927
112 079
2 774
27 841
7 985
220 248
266 819
69 814
1 507
18 793
4 572
172 133
januari februari maart april
29 283 28 123 31 568 29 011
8 120 8 006 9 016 8 655
216 171 213 200
2 192 2 142 2 330 2 099
603 515 679 645
18 152 17 289 19 330 17 412
19 745 19 332 21 277 18 405
4 667 4 716 5 256 4 914
90 91 107 104
1 449 1 335 1 414 1 276
360 311 378 334
13 179 12 879 14 122 11 777
mei juni juli augustus
27 643 31 057 35 330 32 985
8 619 9 237 11 799 10 341
196 220 303 276
1 871 2 193 2 781 2 727
592 672 856 716
16 365 18 735 19 591 18 925
18 059 21 132 27 214 30 067
4 942 5 410 8 700 8 465
109 109 177 206
1 210 1 574 2 099 2 111
364 412 466 431
11 434 13 627 15 772 18 854
september oktober november december
31 789 30 544 31 520 32 074
8 715 9 471 9 557 10 543
235 221 222 301
2 502 2 262 2 478 2 264
631 585 773 718
19 706 18 005 18 490 18 248
28 062 21 649 20 737 21 140
5 979 5 607 5 279 5 879
143 131 125 115
1 812 1 580 1 556 1 377
344 373 377 422
19 784 13 958 13 400 13 347
29 637
8 093
196
2 481
618
18 249
19 888
4 623
73
1 595
320
13 277
2000 januari N.B.
84
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Centraal Bureau voor de Statistiek
Maandcijfers Tabel 24 Asielaanvragen naar land van nationaliteit Requests for asylum by country of nationality Totaal Total
w.o. / of which Afghanistan BosniëChina Afghanistan Herzegovina China BosniaHerzegovina
Irak Iraq
Iran Iran
Roemenië Servië en Somalië Romania Montenegro Somalia Serbia and Montenegro
Sri Lanka Sri Lanka
Turkije Turkey
Zaïre Zaire
1996 1997 1998
22 857 34 443 45 217
3 019 5 920 7 118
984 1 968 3 769
468 1 158 916
4 378 9 641 8 300
1 521 1 253 1 680
130 75 59
797 1 652 4 288
1 461 1 280 2 775
1 483 1 497 1 049
692 1 135 1 222
435 592 410
1999
42 729
4 400
1 169
1 246
3 703
1 527
80
7 125
2 731
856
1 490
252
januari februari maart april
3 556 2 645 2 642 2 553
349 231 256 249
153 81 103 90
80 64 80 74
502 336 321 237
119 118 83 113
18 6 8 –
341 233 233 245
257 175 237 200
91 46 43 55
109 80 120 94
21 15 15 28
mei juni juli augustus
5 173 4 105 3 387 3 527
262 258 320 377
85 44 121 97
80 108 91 133
228 247 226 270
53 108 82 167
4 2 4 16
2 733 1 625 657 243
149 205 173 215
82 63 68 50
135 84 131 110
19 13 20 24
september oktober november december
3 444 3 861 3 903 3 933
390 505 609 594
100 109 107 79
102 154 140 140
297 420 342 277
154 144 150 236
2 5 6 9
228 221 190 176
299 275 256 290
82 82 102 92
114 147 211 155
17 26 27 27
4 125
391
89
112
312
224
4
260
348
110
175
31
2000 januari
Bron: Ministerie van Justitie. Source: Ministry of Justice. N.B.
De cijfers die betrekking hebben op 1998 en eerder, zijn definitief. De overige cijfers zijn voorlopig. Data up to and including 1998 are definitive. Other data are provisional.
Mndstat bevolking 2000/04
85
Inhoudsopgave april 1995–april 2000 Contents April 1995–April 2000 Aflevering
Bladzijde
1. BEVOLKINGSSTRUCTUUR EN -ONTWIKKELING
Artikelen – Demografie van Nederland 1994 – Laagste bevolkingsgroei sinds 10 jaar – Geboorte, sterfte, immi- en emigratie van niet-Nederlanders 1980–1995 – Het gebruik van ‘leeftijd’ in demografische maandcijfers – Confrontatie van de resultaten van de structuurtelling 1 januari 1995 met die verkregen langs administratieve weg – Demografie van Nederland 1995 – Bevolkingsontwikkeling in 1996: toename immigratie – Bevolking naar leeftijd en geslacht, 1 januari 1996 en de bevolking volgens de overlevingstafel, 1991–1995 – Demografie van Nederland 1996 – Geboorte, sterfte, immi- en emigratie, 1980–1997 – Meer dan duizend mensen van honderd jaar of ouder – Bevolkingsontwikkeling in 1997: stijging bevolkingsgroei – Geboorte, sterfte, immi- en emigratie, 1980–1998 – Demografie van Nederland 1997 – Kinderen en jeugdigen, 1970–2020 – Demografische ontwikkelingen en collectieve uitgaven – Bevolkingsgroei 1998: veel geboorten, veel immigranten – Geboorte, sterfte, immi- en emigratie in de jaren negentig – Hoeveel mensen maken voor de tweede keer een eeuwwisseling mee? – Bevolkingsontwikkeling 1900–2100 – Dutch population statistics based on population register data – Demografie van Nederland 1997 Jaarcijfers – Demografische kerncijfers, 1985–1994 – Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd, 1 januari 1995 – Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd, 1 januari 1996 – Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd, 1 januari 1997 – Demografische kerncijfers, 1985–1996 – Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd, 1 januari 1998 – Demografische kerncijfers, 1990–1997 – Bevolking van Nederland naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd, 1 januari 1999 – Demografische kerncijfers, 1990–1998
oktober december
1995 1995
6–18 22
februari
1995
4
maart
1996
14–16
oktober december
1996 1996
10–22 8–23
maart
1997
6–10
mei november
1997 1997
4 6–22
december
1997
4
december
1997
6– 8
maart
1998
8–13
september 1998 december 1998 maart 1999
6 8–24 6
maart
9–12
maart
1999 1999
september 1999
13–19 6
november december
1999 1999
10–11 9–16
februari maart
2000 2000
9–15 9–33
december
1995
34–39
maart
1996
17–20
augustus
1996
13–16
augustus 1997 september 1997
17–20 13–18
augustus december
1998 1998
21–24 53–58
juni januari
1999 2000
29–32 29–34
Aflevering
– Bevolking van Nederland naar enkele regionale en categorale indelingen naar geslacht en leeftijd, 1 januari 1996 – Leeftijdsopbouw per gemeente, 1 januari 1996 – Bevolking per gemeente naar provincie, 1 januari 1997 – Loop van de bevolking naar enkele regionale en categorale indelingen, 1995 – Demografische cijfers per provincie, 1991–1996 – Bevolking naar geslacht per viercijferig postcodegebied, 1 januari 1996 – Leeftijdsopbouw per gemeente, 1 januari 1997 – Bevolking naar geslacht per viercijferig postcodegebied, 1 januari 1997 – Bevolking per gemeente naar provincie, 1 januari 1998 – Stand van de bevolking op 1 januari 1997 en loop van de bevolking in 1996, per provincie en landsdeel – Stand van de bevolking op 1 januari 1997 en loop van de bevolking in 1996, per gemeentegroep naar stedelijkheid gemeenten – Stand van de bevolking op 1 januari 1997 en loop van de bevolking in 1996, per gemeentegroep naar inwonertal – Demografische cijfers per provincie, 1992–1997 – Leeftijdsopbouw per gemeente, 1 januari 1998 – Bevolking naar geslacht per viercijferig postcodegebied, 1 januari 1998 – Stand van de bevolking op 1 januari 1998 en loop van de bevolking in 1997, per provincie en landsdeel – Stand van de bevolking op 1 januari 1998 en loop van de bevolking in 1997, per gemeentegroep naar stedelijkheid gemeenten – Stand van de bevolking op 1 januari 1998 en loop van de bevolking in 1997, per gemeentegroep naar inwonertal – Bevolking per gemeente naar provincie 1 januari 1999 – Demografische cijfers per provincie, 1993–1998 – Leeftijdsopbouw per gemeente, 1 januari 1999 – Bevolking per gemeente naar provincie 1 januari 2000 (berekende cijfers) – Demografische cijfers per provincie, 1994–1999 – Stand van de bevolking op 1 januari 1999 en loop van de bevolking in 1998, regionale cijfers
Bladzijde
september 1996
9–12
september 1996
23–31
januari
1997
77–82
februari
1997
11–20
maart
1997
52–64
april
1997
12–29
december
1997
40–47
december
1997
48–66
januari
1998
20–24
februari
1998
12–15
februari
1998
16–17
februari
1998
18–25
april
1998
19–31
juli
1998
27–35
december
1998
59–77
december
1998
78–81
december
1998
82–83
december
1998
84–91
januari
1999
20–24
april
1999
41–54
juli
1999
19–26
januari
2000
35–39
februari
2000
29–42
februari
2000
43–55
3. BEVOLKING NAAR NATIONALITEIT EN GEBOORTELAND 2. BEVOLKING NAAR REGIO
Artikelen – Almere nog steeds in trek bij Amsterdammers – Drenthe en Zeeland in trek bij ouderen – Regionale spreiding van Antillianen en Arubanen, 1997 – Regionale verschillen in bevolking Jaarcijfers – Bevolking per gemeente naar provincie, 1 oktober 1994 – Bevolking per gemeente naar provincie, 1 januari 1996 – Bevolking van Nederland naar enkele regionale en categorale indelingen naar geslacht en leeftijd, 1 januari 1995 – Demografische cijfers per provincie, 1990–1995 – Loop van de bevolking naar enkele regionale en categorale indelingen, 1994 – Leeftijdsopbouw per gemeente, 1 januari 1995
86
september 1995 augustus 1996 februari maart
1998 1998
6– 8 6 6 14–25
juni
1995
29–34
maart
1996
21–26
maart
1996
27–30
april
1996
13–24
april
1996
25–34
april
1996
35–44
Artikelen – Hoeveel allochtonen zijn er in Nederland? – Twintig jaar na de Surinaamse onafhankelijkheid: Surinamers in Nederland – Levendgeborenen naar geboorteland van de ouder(s), 1995 – In Nederland geborenen naar geboorteland van de ouders, 1995 – Gemengde huwelijken lopen vaker stuk – Niet-Nederlanders en in het buitenland geboren Nederlanders, 1 januari 1995 – Emigratie en afvoeringen naar leeftijd, geboorteland en gemeente, 1995 – Inter- en intragemeentelijke verhuizingen naar geboorteland, 1995 – Eerste en tweede generatie Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen naar jaar van huwelijkssluiting, 1996 – In Indonesië of het voormalig NederlandsIndië geboren bevolking – Eerste en tweede generatie Turken en Marokkanen naar leeftijd en nationaliteit, 1996 – Verhuizingen van Marokkanen, Turken, Antillianen en Surinamers naar leeftijd, 1996
juli
1995
9–12
oktober
1995
19–21
december
1995
4
juni juni
1996 1996
4 6
juni
1996
11–17
september 1996
4
december
1996
4
april
1997
4
april
1997
6–10
juli
1997
4
augustus
1997
4
Centraal Bureau voor de Statistiek
Inhoudso gave Inhoudsopgave april 1995–april 2000 (vervolg) Contents April 1995–April 2000 (continued) Aflevering
– Regionale spreiding van Antillianen en Arubanen, 1997 – Antillianen en Arubanen naar jaar van laatste vestiging, leeftijd bij laatste vestiging en verband tussen huwelijk en vestiging – Chinezen in Nederland, 1 januari 1997 – Personen met dubbele nationaliteit – Allochtonen in Nederland: vijf grote groepen – Naar geboorteland gemengde echtparen – Allochtonen in Nederland: vluchtelingen en asielzoekers – Allochtonen in Nederland: westers/niet-westers, 1999 – Binnenlands verhuisgedrag van allochtonen
Jaarcijfers – Leeftijdsopbouw van Nederland naar land van nationaliteit, 1 januari 1995 – Niet-Nederlanders per gemeente, 1 januari 1995 – Stand en loop van de Niet-Nederlandse bevolking in Nederland, 1995 – Bevolking per gemeente naar geboorteland resp. Geboorteland ouders, 1 januari 1995 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, 1 januari 1995 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, per provincie en in de vier grote gemeenten, 1 januari 1995 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, 1 januari 1996 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, per provincie en in de vier grote gemeenten, 1 januari 1996 – Bevolking per gemeente naar geboorteland resp. Geboorteland ouders, 1 januari 1996 – Niet-Nederlanders per gemeente, 1 januari 1996 – Demografische cijfers betreffende de Surinaamse en Antilliaanse + Arubaanse bevolking in Nederland, 1991–1995 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, 1 januari 1997 – Bevolking naar geboorteland en geboorteland van de ouders, per provincie en in de vier grote gemeenten, 1 januari 1997 – Bevolking per gemeente naar geboorteland resp. Geboorteland ouders, 1 januari 1997 – Niet-Nederlanders per gemeente, 1 januari 1997 – Allochtonen in Nederland volgens de beperkte definitie, 1 januari 1997 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per provincie en de vier grote gemeente, 1 januari 1997 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per gemeente, 1 januari 1997 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per viercijferig postcodegebied, 1 januari 1997 – Niet-Nederlanders per gemeente, 1 januari 1998 – Allochtonen in Nederland volgens de beperkte definitie, 1 januari 1998 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per provincie en de vier grote gemeente, 1 januari 1998 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per gemeente, 1 januari 1998 – Allochtonen volgens de beperkte definitie per viercijferig Postcodegebied, 1 januari 1998 – Niet-Nederlanders per gemeente, 1 januari 1999 – Allochtonen, 1 januari 1999
Bladzijde
februari
1998
6
mei mei april april juli
1998 1998 1999 1999 1999
6 8– 11 6 9– 19 6
juli
1999
10– 18
november maart
1999 2000
6– 7 34– 43
augustus
1995
15– 17
mei
1996
35– 43
mei
1996
44– 47
augustus
1996
17– 35
september 1996
13– 22
november
1996
11– 22
januari
1997
22– 30
januari
1997
31– 42
januari
1997
43– 61
februari
1997
21– 29
maart
1997
90– 94
december
1997
67– 75
december
1997
76– 88
december
1997
89–107
december
1997
108–116
maart
1998
26– 33
Mndstat bevolking 2000/04
– (Buiten-)echtelijke levendgeborenen naar leeftijd van de moeder, 1965 en 1995 maart – Worden er steeds minder jongens geboren? april – Meeste kinderen in zomer geboren mei – Buitenechtelijke geboorten: Nederland in Europees perspectief mei – Buitenechtelijke vruchtbaarheid naar geboorteland van de moeder juni – Buitenechtelijke geboorten: Nederland in Europees perspectief (rectificatie) augustus – Achtergronden van vruchtbaarheidsontwikkelingen oktober – Geboorteontwikkeling en consumentenvertrouwen: een econometrische analyse november – Veel vrouwen kampen met vruchtbaarheidsproblemen februari – Kenmerken van moeders bij geboorte van het eerste kind maart – Sterke daling aantal tienermoeders mei – Vruchtbaarheid van in het buitenland geboren vrouwen juli – Geboortenregeling 1998 december – Echtelijke en buitenechtelijke levendgeborenen, 1960–1999 januari – Fertility of foreign-born women in the Netherlands november – TFR naar leeftijd en geboorteland, 1990–1998 december – Afstel door uitstel: (kinder)loos alarm? januari – Aantal tienermoeders toch weer gestegen januari – Sex-ratio, Nederlanders en allochtonen maart
Jaarcijfers – Geboorte, 1990–1994 – Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder per gemeente, 1994 – Geboorte, 1991–1995 – Geboorte per gemeente naar provincie, 1994–1995 – Geboorte, 1992–1996 – Geboorte per gemeente naar provincie, 1996 – Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder per gemeente, 1996 – Geboorte per gemeente naar provincie, 1997 – Geboorte, 1993–1997 – Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder per gemeente, 1997 – Geboorte, 1994–1998 – Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder per gemeente, 1998 – Geboorte per gemeente naar provincie, 1998
Bladzijde
1997 1997 1997
4 11 6– 9
1997
28–36
1997
6–11
1997
10
1997
12–24
1997
23–27
1998
6– 7
1998 1998
6 12–13
1998 1998
8–10 25–29
1999
6
1999 1999 2000 2000 2000
12–14 6 9–22 23–25 6
oktober
1995
22–31
juni december
1996 1996
18–27 46–55
mei november januari
1997 1997 1998
37–54 28–38 25–34
februari januari februari
1998 1999 1999
26–34 25–33 15–24
maart november
1999 1999
20–28 35–44
februari april
2000 2000
56–64 24–33
5. STERFTE EN LEVENSVERWACHTING maart
1998
34– 45
maart
1998
46– 54
juni
1998
17– 28
oktober
1998
28– 35
november
1998
24– 31
november
1998
32– 44
november
1998
45– 52
april
1999
55– 66
augustus december
1999 1999
15– 23 48–115
december januari mei
1995 1996 1996
4 10– 13 18– 26
4. GEBOORTE
Artikelen – Levendgeborenen naar geboorteland van de ouder(s), 1995 – Vruchtbaarheidsgedrag van allochtonen – Effect opleiding partner op kindertal neemt af – In Nederland geborenen naar geboorteland van de ouders, 1995 – Prognose van het aantal geborenen in 1995 volgens de bevolkingsprognoses vanaf 1965
Aflevering
juni
1996
4
november
1996
4
Artikelen – Sterfte naar geslacht en leeftijd, 1993, levensverwachting – Kleiner verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen in West-Europa – Overledenen: leeftijd, achterblijvende minderjarige kinderen, (duur van) burgerlijke staat, 1995 – Hoge sterfte in winter 1995/1996 – Sterfte: trends, achtergronden en prognose – Sterfte in relatie tot warmte, kou en griep – Periode-overlevingstafels naar geslacht en leeftijd, 1991–1995 – Veel sterfgevallen in maart en april 1998 – Seizoenspatronen in de sterfte – Ruim 2000 extra overledenen in januari 2000 – Zelfdoding in Nederland Jaarcijfers – Sterfte, 1990–1994 – Doodgeborenen, 1994 – Overlevingstafels, 1994 en 1990–1994 – Sterfte, 1991–1995 – Overlevingstafels, 1995 en 1991–1995 – Sterfte per gemeente naar provincie, 1994–1995 – Sterfte, 1992–1996 – Overlevingstafels, 1996 en 1992–1996 – Sterfte per gemeente naar provincie, 1996 – Doodgeborenen, 1995 en 1996 – Sterfte per gemeente naar provincie, 1997 – Sterfte, 1993–1997 – Overlevingstafels, 1997 en 1993–1997 – Doodgeborenen, 1997 Overlevingstafels, 1998 en 1994–1998
mei
1995
juni
1995
27–28
4
mei juni mei november
1996 1996 1997 1997
4 7–10 10–17 4
januari augustus mei april april
1998 1998 1999 2000 2000
8–13 8– 9 6 9–10 11–16
oktober januari mei december januari
1995 1996 1996 1996 1997
32–38 28 30–34 56–61 72–76
april november november januari februari januari februari maart maart september
1997 1997 1997 1998 1998 1999 1999 1999 1999 1999
30–46 39–45 46–50 35–43 35–36 34–42 25–31 29–33 34 19–23
87
Inhoudso gave Inhoudsopgave april 1995–april 2000 (vervolg) Contents April 1995–April 2000 (continued) Aflevering
– – – –
Sterfte, 1994–1998 Doodgeborenen, 1998 Sterfte per gemeente naar provincie, 1998 Sterfte naar doodsoorzaak, 1998
november november april april
Bladzijde
1999 1999 2000 2000
45–53 54–55 34–42 58–63
6. BINNENLANDSE MIGRATIE EN VERHUIZINGEN
Artikelen – Record aantal verhuizingen binnen Nederland in 1994 – Intra- en intergemeentelijke verhuizingen, 1995 – Suburbanisatie in de regio Rotterdam en Amsterdam, 1995 – Inter- en intragemeentelijke verhuizingen naar geboorteland, 1995 – Grootstedelijke migratie in historisch perspectief – Migratiestromen van en naar Rotterdamse wijken – Verhuizingen van Marokkanen, Turken, Antillianen en Surinamers naar leeftijd, 1996 – Verhuizingen naar leeftijd, gezinsverband en periode van het jaar 1995–1997 – Twintigers verhuizen het verst en het vaakst – Verhuizingen in de vier grote steden, 1997 e – Migratie en vergrijzing in de 21 eeuw – Binnenlands verhuisgedrag van allochtonen Jaarcijfers – Binnenlandse migratie, 1990–1994 – Verhuizingen per gemeente naar provincie, 1994 – Verhuizingen per gemeente naar provincie, 1995 – Verhuizingen in Nederland, 1990–1994 – Binnenlandse migratie, 1991–1995 – Verhuizingen in Nederland, 1991–1995 – Binnenlandse migratie, 1992–1996 – Verhuizingen in Nederland, 1992–1996 – Verhuizingen per gemeente naar provincie, 1996 – Binnengemeentelijke verhuizingen, 1995–1997 – Binnenlandse migratie, 1993–1997 – Verhuizingen in Nederland, 1993–1997 – Verhuizingen per gemeente naar provincie, 1997 – Verhuizingen per gemeente naar provincie, 1998 – Binnengemeentelijke verhuizingen, 1996–1998 – Binnenlandse migratie, 1994–1998 – Verhuizingen in Nederland, 1994–1998
december januari
1995 1996
6–15 4
augustus
1996
4
december
1996
4
januari
1997
13–15
januari
1997
16–20
augustus
1997
4
oktober december mei februari maart
1998 1998 1999 2000 2000
6 30–35 9–17 24–28 34–43
augustus
1995
27–32
december
1995
23–33
september oktober december december oktober oktober
1996 1996 1996 1996 1997 1997
32–41 27–30 24–29 42–45 35–40 41–44
januari
1998
44–53
september 1998 september 1998 september 1998
25–28 29–34 35–38
januari
1999
43–51
september 1999
24–33
oktober oktober oktober
37–40 41–46 47–50
1999 1999 1999
7. BUITENLANDSE MIGRATIE
Artikelen – Meer dan 50 duizend asielverzoeken in 1994 – Asielzoekers: het beleid en enkele demografische aspecten – Sterke daling immigratie in 1994 – Gezinsherenigende en gezinsvormende immigratie sterk afgenomen – Steeds meer Nederlanders naar Zuid-Afrika – Sterke daling aantal asielzoekers eerste halfjaar 1995 – Immi- en emigratie van Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen/Arubanen, 1986–1995 – Waarom komen immigranten naar Nederland? – Immigratie asielzoekers in het eerste halfjaar 1995 – Arbeidsmigratie, jaren zestig en jaren negentig – De toegenomen betekenis van de administratieve correcties – Scherpe daling aantal asielverzoeken in 1995 – Emigratie en afvoeringen naar leeftijd, geboorteland en gemeente, 1995 – Immigratie kan vergrijzing niet tegenhouden – Daling aantal asielverzoeken zet door in 1996 – Turkse en Marokkaanse huwelijksmigranten – De Immigratie- en Naturalisatie Dienst en demografische prognoses
88
mei
1995
6–15
juni juni
1995 1995
6–16 17–23
juni juli
1995 1995
24–26 6– 8
augustus
1995
11–14
november
1995
november
1995
10–11
november
1995
12–14
december
1995
16–21
maart
1996
6– 7
mei
1996
6–14
september 1996 november 1996
5
4 9
juni oktober
1997 1997
12–18 25–34
januari
1998
14–16
Aflevering
– Kenmerken van naar België emigrerende personen – Welk effect heeft het immigratiebeleid? – Gezinshereniging en gezinsvorming onder asielmigranten – Immi- en emigratie naar België en Duitsland, 1980–1996 – Asielverzoeken, 1993–1997 – Immigratie en asielaanvragen, 1996–1998 Verband tussen huwelijk en vestiging in Nederland – Buitenlandse migratie van Nederlanders met geboorteland Nederlandse Antillen of Aruba naar geslacht en leeftijd, 1986–1999 – Immigratie van geemigreerde Nederlanders
Jaarcijfers – Buitenlandse migratie van Nederlanders en niet-Nederlanders per gemeente, 1993 – Buitenlandse migratie, 1990–1994 – Administratieve correcties, 1990–1994 – Asielverzoeken – Buitenlandse migratie, 1991–1995 – Administratieve correcties, 1991–1995 – Asielverzoeken, 1992–1996 – Buitenlandse migratie, 1992–1996 – Administratieve correcties, 1992–1996 – Buitenlandse migratie, 1993–1997 – Administratieve correcties, 1993–1997 – Asielverzoeken, 1993–1997 – Buitenlandse migratie, 1994–1998 – Administratieve correcties, 1994–1998 – Asielverzoeken, 1994–1998
april augustus
Bladzijde
1998 1998
6 10– 12
september 1998
8– 16
oktober november februari
1998 1998 1999
4 6 6
augustus
1999
6
januari april
2000 2000
6 6
mei augustus augustus juni december december augustus oktober oktober september september oktober oktober oktober december
1995 1995 1995 1996 1996 1996 1997 1997 1997 1998 1998 1998 1999 1999 1999
16– 26 33– 42 43– 46 28– 30 30– 37 38– 41 21– 24 45– 52 53– 56 39– 48 49– 52 36– 40 51– 60 61– 64 116–120
8. HUWELIJKSSLUITING, RELATIEVORMING EN -ONTBINDING
Artikelen – De groei in het niet-gehuwd samenwonen: veranderingen in daarmee samenhangend demografisch gedrag september – Echtscheidingen: leeftijd, geslacht, huwelijksduur, betrokken minderjarige kinderen en leeftijdsverschil partners, 1995 maart – Gemengde huwelijken lopen vaker stuk juni – De invloed van echtscheiding van de ouders op relaties van jongeren augustus – Samenwoners van gelijk geslacht oktober – Turkse en Marokkaanse huwelijksmigranten oktober – Eerste huwelijken, naar generatie, kalenderjaar, leeftijdsgroep en geslacht, 1950–1996 januari – Geregistreerd partnerschap naar leeftijd, eerste maanden 1998 juli – Hertrouwende weduwen en weduwnaars, 1950–1997 augustus – Naar geboorteland gemengde huwelijken augustus – Belangstelling voor geregistreerd partnerschap groter dan verwacht oktober – Trouwen en scheiden: lichte restauratie op komst juni – Naar geboorteland gemenge echtparen juli – Verband tussen huwelijk en vestiging in Nederland augustus – Huwelijk en geregistreerd partnerschap, 1998 oktober – Verschillen in echtscheidingscijfers tussen Nederlandse gemeenten: een verklaring vanuit sociologisch en demografisch perspectief november – Cross-cultural marriages december – Glad to live alone or happier together februari Jaarcijfers – Huwelijkssluitingen, 1990–1994 – Echtscheidingen, 1990–1994 – Door huwelijkssluiting gewettigde kinderen, 1990–1994 – Huwelijkssluitingen, 1991–1995 – Echtscheidingen, 1991–1995 – Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1994–1995 – Huwelijkssluitingen, 1992–1996 – Door huwelijkssluiting gewettigde kinderen, 1992–1996 – Echtscheidingen, 1992–1996 – Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1996 – Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1997
1995
9– 16
1996 1996
4 6
1996 1996 1997
7– 12 23– 26 25– 34
1998
6
1998
6
1998 1998
6 13– 15
1998
8– 10
1999 1999
8– 16 6
1999
6
1999
6
1999 1999 2000
15– 24 17– 20 16– 23
september 1995 september 1995
19– 24 25– 32
februari december december
1996 1996 1996
18– 19 62– 67 68– 75
juni november
1997 1997
28– 59 51– 56
november november
1997 1997
57– 58 59– 66
januari
1998
54– 70
januari
1999
52– 65
Centraal Bureau voor de Statistiek
Inhoudso gave Inhoudsopgave april 1995–april 2000 (vervolg) Contents April 1995–April 2000 (continued) Aflevering
– Huwelijkssluitingen, 1993–1997 – Echtscheidingen, 1993–1997 – Door huwelijkssluiting gewettigde kinderen, 1993–1997 – Huwelijkssluitingen, 1994–1998 – Echtscheidingen, 1994–1998 – Huwelijkssluiting en -ontbinding per gemeente naar provincie, 1998
februari februari
Bladzijde
1999 1999
32–38 39–47
mei november november
1999 1999 1999
18–20 56–62 63–72
april
2000
43–57
9. WIJZIGINGEN VAN NATIONALITEIT
Artikelen – Verkrijging van het Nederlanderschap, 1985–1994 – Vorig jaar recordaantal naturalisaties – Verkrijging van het Nederlanderschap, 1994 – In 1995 recordaantal naturalisaties – Verkrijging Nederlanderschap door Turken, Marokkanen en Surinamers naar verblijfsduur en leeftijd – Wijzigingen van nationaliteit, 1997 Jaarcijfers – Wijzigingen van nationaliteit, 1994 – Wijzigingen van nationaliteit, 1995 – Wijzigingen van nationaliteit, 1996 – Wijzigingen van nationaliteit, 1997 – Wijzigingen van nationaliteit, 1998
augustus augustus september mei
1995 1995 1995 1996
4 6– 8 4 15–17
februari 1997 september 1998
4 17–24
augustus december november april september
1995 1996 1997 1999 1999
18–26 76–82 67–73 67–73 34–40
10. HUISHOUDENS EN GEZINNEN
Artikelen – Huishoudenssituatie en gezondheid van ouderen april – Sterke groei van niet-gehuwd samenwonenden: enkele belangrijke uitkomsten van de Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1988–1994 april – Sterke groei in het aantal ongehuwde paren met kinderen augustus – Het verborgen gezin maart – Institutionele huishoudens, 1 januari 1995 september – Samenwoners van gelijk geslacht oktober – Kinderen en hun stiefouders maart – Vrouwen met een hoog inkomen blijven vaker kinderloos december – Institutionele huishoudens, 1 januari 1997 mei – Meer vrouwen krijgen maar één kind november – Relatie- en gezinsvorming in Nederland en Noorwegen november – Relatie- en gezinsvorming van generaties 1945–1979; Uitkomsten van het Onderzoek Gezinsvorming 1998 december – Werkende moeders april Jaarcijfers – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1994 – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1995 – Personen en gezinnen per gemeente, 1 januari 1996 – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek naar enkele regionale en categorale indelingen, 1995 – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1996 – Bevolking in institutionele huishoudens, 1 januari 1996 – Personen en gezinnen per gemeente, 1 januari 1997 – Personen en gezinnen per provincie, 1 januari 1997 – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1997 – Personen en gezinnen per gemeente, 1 januari 1998 – Personen en gezinnen per provincie, 1 januari 1998 – Bevolking in institutionele huishoudens, 1 januari 1998 – Jaarlijkse Huishoudensstatistiek, 1998 – Personen en gezinnen per provincie, 1 januari 1999 – Personen en gezinnen per gemeente, 1 januari 1999
1995
6–12
1995
13–18
1995 1996 1996 1996 1997
9–10 8–13 6– 8 23–26 11
1997 1998 1998
32–38 14–17 8–11
1998
12–23
1999 2000
21–36 17–23
april juli
1995 1996
23–27 36–40
oktober
1996
31–47
oktober juli
1996 1997
48–58 30–41
augustus
1997
25
januari
1998
71–87
maart mei
1998 1998
55–65 23–34
oktober
1998
41–57
oktober
1998
58–67
juli november
1999 1999
27 73–86
maart
2000
44–54
maart
2000
55–71
11. PROGNOSES EN SCENARIO’S
Artikelen – Nederlandse bevolkingsprognoses geëvalueerd
Mndstat bevolking 2000/04
november
1995
6– 9
Aflevering
– Bevolkings- en Huishoudensprognose 1995 – Toekomstige huishoudensontwikkeling: demografie of gedrag? – Prognose van remigratie – Prognose van het aantal geborenen in 1995 volgens de bevolkingsprognoses vanaf 1965 – Bevolkingsprognose 1996: minder bevolkingsgroei, meer vergrijzing – Drie scenarios van de bevolking, huishoudens, opleiding en arbeidsaanbod – Internationale migratie: recente ontwikkelingen, achtergronden en veronderstellingen over de toekomst – Allochtonenprognose 1996–2015 – Nationale huishoudensprognose 1996: steeds minder paren zijn gehuwd – Drie scenario’s van het arbeidsaanbod voor de komende 25 jaar – Nationale Huishoudensprognose 1996: sterke groei eenpersoonshuishoudens – Vruchtbaarheid: trends en prognose – Stijging arbeidsdeelname kan lasten van vergrijzing beperken – Prognose van leerlingen- en studentenaantallen – Nationale Huishoudensprognose 1996: uitstel van gezinsvorming – Demografische prognoses en mobiliteit van personen – Population scenarios for the European Economic Area: components of population growth – Population scenarios for the European Union: regional scenarios – De Immigratie- en Naturalisatie Dienst en demografische prognoses – Bevolkingsprognose 1997–2003: meer geboorten – Population scenarios for the European Union: regional scenarios (rectification) – Kansverdeling van de bevolkingsprognose – Demografische projecties van gezondheid en gezondheidszorg – De toepassing van demografische prognoses in het volkshuisvestingsbeleid – Korte termijn raming van geboorte, sterfte, immi- en emigratie – Analysis and projection of national and regional mortality for countries of the European Economic Area – Fertility scenarios for the European Economic Area – Schatting van het toekomstige aantal hulpbehoevende ouderen met behulp van een micromodelbevolking – Household Scenarios for the European Union – International migration scenarios for the European Economis Area – Effect on the economy on international migration flows – Bevolkingsprognose 1998–2050 Veronderstellingen over het toekomstige aantal asielzoekers – Kinderen en jeugdigen, 1970–2020 – Allochtonenprognose 1998–2015 – Relatie tussen demografische prognoses en overheidsbeleid – Trouwen en scheiden: lichte restauratie op komst – Nationale Huishoudensprognose 1998: aantal huishoudens blijft tot 2035 stijgen – Labour force scenarios for the European Union – Stochastische bevolkingsprognose – Onzekerheidsmarges voor geboorte, sterfte en migratie – Kansverdeling van de toekomstige bevolking, 1998–2050 – Stochastische huishoudensprognose 1998–2050 – Migratieprognose 1998–2050 – Bevolkingsprognose 1999–2005
Jaarcijfers – Bevolkingsprognoses op gemeentelijk niveau volgens het PRIMOS-model 1995 – Uitkomsten Bevolkings- en Huishoudensprognose 1995 – Population scenarios for the countries of the EEA
Bladzijde
januari
1996
6– 9
april oktober
1996 1996
6–10 6– 9
november
1996
4
januari
1997
6–12
februari
1997
6–10
maart maart
1997 1997
12–29 30–46
mei
1997
18–27
juni
1997
19–23
juli juli
1997 1997
6–14 15–25
augustus
1997
6– 9
augustus
1997
11–16
september 1997
6–12
oktober
1997
6–11
december
1997
9–16
december
1997
17–31
januari
1998
14–16
januari
1998
17–19
februari april
1997 1998
11 8–11
april
1998
12–18
mei
1998
18–22
juni
1998
juni
1998
8–16
juli
1998
11–26
augustus
1998
16–20
december
1998
36–49
december januari
1998 1999
50–52 8–19
februari maart april
1999 1999 1999
8–14 6 20–36
april
1999
37–40
juni
1999
8–16
juni 1999 september 1999 oktober 1999
17–28 9–18 10–17
oktober
18–27
1999
6
oktober
1999
28–36
november december januari
1999 1999 2000
25–34 38–47 26–28
november
1995
15–25
januari
1996
14–27
juli
1996
31–35
89
Inhoudso gave Inhoudsopgave april 1995–april 2000 (slot) Contents April 1995–April 2000 (end) Aflevering
– – – – – – – – – – –
Bevolkingsprognose 1996–2050 Uitkomsten Allochtonenprognose 1996–2015 Uitkomsten Huishoudensprognose 1996 Population scenarios for the countries of the European Union: regional scenarios Bevolkingsprognose 1997–2003 Bevolkingsprognoses op gemeentelijk niveau volgens het PRIMOS-model 1997 Bevolkingsprognose 1998–2050 Allochtonenprognose 1998–2015 Uitkomsten Huishoudensprognose 1998 Bevolkingsprognoses op gemeentelijk niveau volgens het PRIMOS-model 1997 Bevolkingsprognose 1999–2005
Bladzijde
januari maart juli
1997 1997 1997
62– 72 65– 89 42– 50
december januari
1997 1998
117–125 88– 91
maart januari april juni
1998 1999 1999 1999
december januari
1999 2000
90
Jaarcijfers – Nederland internationaal gezien – Nederland internationaal gezien, 1960–1995 – Nederland internationaal gezien, 1960–1996
Bladzijde
april februari juli
1995 1996 1997
28–34 20–28 51–56
februari
1996
6– 9
april
1996
11–12
13. POLITIEK EN BESTUUR 66– 66– 74– 33–
75 75 88 41
121–130 40– 42
12. INTERNATIONAAL
Artikelen – Bevolkingsgroei in West-Europa in 1994 verder afgenomen – Kleiner verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen in West-Europa – Migratie in de landen van de Europese Economische Ruimte – Bevolkingsgroei Europa het sterkst in het noorden, afname in het oosten – Nederlanders over de grens – National population scenarios for countries of the European Economic Area – An evaluation of recent population scenarios for the EEA and Switzerland – Nederland minder vergrijsd dan andere West-Europese landen – Buitenechtelijke geboorten: Nederland in Europees perspectief – Buitenechtelijke geboorten: Nederland in Europees perspectief (rectificatie)
Aflevering
Artikelen – 1 januari 1996: Nederland telt nog 625 gemeenten – Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen, 29 november 1995 – 1 januari 1997: Nederland telt nog 572 gemeenten – Tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen, 13 en 27 november 1996 – Uitslagen van de uitgestelde gemeenteraadsverkiezingen van 28 oktober, 18 en 25 november 1998 en tussentijdse gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 1999
maart
1997
47–51
juni
1997
24–28
augustus
1999
9–14
juni
1995
35
juli
1997
26–29
augustus
1997
11–16
januari februari
1998 1998
14–16 8– 9
april april april
1998 2000 2000
12–18 11–16 17–23
april
1995
19– 22
juni
1995
27– 28
februari
1996
10– 15
Jaarcijfers – Verkiezingen voor de Provinciale Staten, 8 maart 1995
februari mei
1996 1996
16– 17 27– 29
14. BEVOLKINGSSTATISTIEK DIVERSEN
juli
1996
6– 19
juli
1996
20– 30
november
1996
mei
1997
28– 36
augustus
1997
10
6–
8
Artikelen – Demografie en sociale zekerheid – Prognose van leerlingen- en studentenaantallen – De Immigratie- en Naturalisatie Dienst en demografische prognoses – Demografisch gedrag en opleidingsniveau – Demografische projecties van gezondheid en gezondheidszorg – Zelfdoding in Nederland – Werkende moeders
Centraal Bureau voor de Statistiek
Enige CBS-publicaties waarin (o.a.) bevolkingsstatistieken en/of demografische analyses zijn opgenomen I.
Maandelijks
–
– – –
Maandstatistiek van de bevolking Maandbericht gezondheidsstatistiek Sociaal-economische maandstatistiek
–
II.
Jaarlijks
– – – – – – – – – – –
Bevolking der gemeenten van Nederland op 1 januari (1999) Loop van de bevolking per gemeente (1998) Niet-Nederlanders in Nederland, 1 januari (1999) Allochtonen in Nederland (1999) Plaatsnamen in Nederland (1999) De landelijke wijk- en buurtindeling, kerncijfers (1997) Vademecum gezondheidsstatistiek Nederland (1999) Statistisch Jaarboek (1999) Statistical Yearbook of the Netherlands (1998) De leefsituatie van de Nederlandse bevolking, kerncijfers (1996) 1) Per gemeente losbladig verkrijgbaar : – Leeftijdsopbouw naar burgerlijke staat en geslacht, 1 januari (1999) – Gemeentelijke documentatie (1985–1998) – Levendgeborenen naar leeftijd van de moeder bij de geboorte (1998) – Overledenen naar leeftijd en geslacht (1998) – Binnenlandse migratie naar leeftijd, gezinsverband en geslacht (1998) – Binnenlandse migratie per gemeente naar gemeente (1998) – Buitenlandse migratie naar burgerlijke staat, geslacht en leeftijd (1998) – Buitenlandse migratie naar gezinsverband, geslacht en leeftijd (1998) – Buitenlandse migratie van Nederlanders en niet-Nederlanders naar geslacht (1998) – Binnenverhuizingen naar gezinsverband en geslacht (1998) Gemeente op maat (1990–1999) Bevolking in institutionele huishoudens naar geslacht, leeftijd en burgerlijke staat, 1 januari 1998 Gemeenten in Nederland, namen en codes, 2000 Sociaal-Economische Persoonsenquêtes Vragenlijsten 1996 Marktverkenning in cijfers, 1997
–
– – – – –
III. Overig periodiek – – – – – – – –
–
Geborenen naar aard van verloskundige hulp en plaats van geboorte (1993) Bevolking en huishoudens nu en in de toekomst (1994) Relatie- en gezinsvorming in de jaren negentig (1993) Statistisch vademecum jongeren (1993) Overlevingstafels naar geslacht en leeftijd (1991–1995) Overlevingstafels naar burgerlijke staat (1991–1995) Atlas van de kankersterfte in Nederland (1979–1990) Statistiek der verkiezingen: – Gemeenteraden (1998) – Provinciale Staten (1999) – Tweede Kamer der Staten-Generaal (1998) – Europees Parlement (1994) Jeugd 1999, cijfers en feiten
– – – – – – – – – – – – – – – – –
IV. Incidenteel – – – – – – – – – – – – – – – –
Huishoudens, sociaal-demografische cijfers, resultaten uit het woningbehoefteonderzoek 1993/1994 Vruchtbaarheid van geboortegeneraties gebaseerd op waarnemingen over de periode 1950–1983 De loop der bevolking van Nederland in de negentiende eeuw Emigratie in de negentiende eeuw Sociaal-demografische rekeningen, bevolking in huishoudens; methodebeschrijving en toepassing voor 1985/’86 Sociaal-demografische rekeningen, maatschappelijke participatie en mobiliteit; methodebeschrijving en toepassing voor 1980–1985 Vrouwen en mannen naast elkaar (1992) Sterfte naar belangrijke doodsoorzaken 1970–1990 Overledenen naar doodsoorzaak, 1994 Jaarstatistiek van de bevolking 1980–1991 Vijfennegentig jaren statistiek in tijdreeksen 1899–1994 Sociaal-culturele berichten: Nationaal Kiezersonderzoek 1989–1994 Burgerlijke staat en doodsoorzaak Ontwikkelingen in Nederland, 1950–1990 Sterfte, doodsoorzaak en inkomen, 1989–1990 Alleenstaanden in Nederland (1991–1994) Bevolking en arbeidsaanbod: drie scenario’s tot 2020
–
Nederland in tijdreeksen, Statistiek in tijdreeksen, 1997 Kengetal: A15D Bestandsvorm: CBSview Leeftijdsopbouw per gemeente op 1 januari, kerncijfers (1999) Kengetal: B44D Bestandsvorm: CBSview Leeftijdsopbouw per gemeente op 1 januari (1999) Kengetal: B45D Bestandsvorm: CBSview Overledenen naar doodsoorzaak, serie A1 (1993) Kengetal: CBS-4D-A1 Bestandsvorm: ASCII Overledenen naar doodsoorzaak, serie A4 (1993) Kengetal: CBS-4D-B4 Bestandsvorm: ASCII Verkiezingen (1994–1998) Kengetal: E14D Bestandsvorm: CBSview Kerncijfers viercijferige postcodegebieden (1997) Kengetal: A132D Bestandsvorm: CBSview Plaatsnamen in Nederland (1999) Kengetal: A121CD Bestandsvorm: CD-ROM Kerncijfers Wijken en Buurten (1997) Kengetal: A122D Bestandsvorm: ASCII Gebieden in Nederland (1997) Kengetal: A128D Bestandsvorm: CBSview Gebiedsindelingenregister (1997) Kengetal: CBS-28D Bestandsvorm: CBSview Historisch gemeentenregister (1995) Kengetal: CBS-29D Bestandsvorm: ASCII De landelijke wijk- en buurtindeling, 1 januari (1995) Kengetal: CBS-31D Bestandsvorm: ARC/INFO (export formaat) Statistisch Bestand Nederlandse Gemeenten, nr. 5 update 1998 Kengetal: CBS-30D Bestandsvorm: CBSview Allochtonen in Nederland, een electronisch overzicht 1985–1994 Nederland in tijdreeksen (1997) Kengetal: A15D Bestandsvorm: CBSview Bevolkings- en huishoudensprognose (1996–2050) Kengetal: B18D Bestandsvorm: CBSview Regionaal statistisch bestand nr. 3 (1993) Kengetal: AZ-17D Bestandsvorm: CBSview Gemeenten in Nederland, historisch overzicht (1997) Kengetal: A129D Bestandsvorm: CBSview Digitale grenzen van Gemeenten, Wijken en Buurten 1995 (CBS/TOP-Grenzen) Kengetal: A158CD Bestandsvorm: CD-ROM Statline 1998 Kengetal: A159CD (cd-rom)
VI. Historische cijfers betreffende de bevolking van Nederland 1840–1937 1875–1941 1893–1919 1900–1975 1902–1919 1920–1931 1932–1995 1938–1954 1946–1987 1952–1960 1953–1960 1961–1968
V. Electronische publicaties
1961–1981 1969–1980
Jaarlijks – Bevolking der gemeenten van Nederland op 1 januari (1999) Kengetal: B1D Bestandsvorm: CBSview
1981–1982 na 1981 1983–heden
N.B.
Aanvullende cijfers der statistiek van den loop der bevolking van Nederland over het jaar 1936 (tabel 1) (éénmalig) Statistiek van de loop der bevolking van Nederland (onregelmatig) Maandcijfers en andere periodieke opgaven 75 jaar statistiek van Nederland (grafieken/tabellen) (éénmalig) Maandcijfers en andere periodieke gegevens betreffende Nederland en de koloniën (jaarlijks) Maandcijfers en andere periodieke gegevens betreffende de bevolking van Nederland (jaarlijks) Maandschrift van het Centraal Bureau voor de Statistiek (maandelijks) Statistiek van de loop der bevolking van Nederland (éénmalig) Statistiek van de loop der bevolking van Nederland (éénmalig) Maandstatistiek van de bevolking en volksgezondheid; Jaaroverzicht bevolking (jaarlijks) Maandstatistiek van de bevolking Maandstatistiek van de bevolking en volksgezondheid; Jaaroverzicht bevolking en volksgezondheid (jaarlijks) Maandstatistiek van de bevolking en volksgezondheid Maandstatistiek van de bevolking en volksgezondheid; Supplement: jaaroverzicht bevolking en volksgezondheid (jaarlijks) Jaarstatistiek van de bevolking (jaarlijks) Maandstatistiek van de bevolking Maandstatistiek van de bevolking (rubriek speciale gegevens/ jaarcijfers) (maandelijks)
De publicaties van het CBS kunnen besteld worden bij de CBS-Infoservice te Heerlen, tel. (045) 570 70 70, fax (045) 570 62 68 of e-mail
[email protected] of via de boekhandel. Alle publicaties zijn ter inzage of kunnen in bruikleen worden verkregen bij de bibliotheek van ons Bureau in beide vestigingen. Tevens is in beide vestigingen een 'boekwinkel' waar alle publicaties tegen contante betaling kunnen worden gekocht. Een 'Systematisch overzicht' (papieren en/of electronische) van alle CBS-publicaties is op aanvraag gratis verkrijgbaar (tel. (045) 570 70 70, fax (045) 570 62 68).
1)
Te bestellen bij: Centraal Bureau voor de Statistiek, Sector Bevolking, Postbus 4000, 2270 JM Voorburg. Voor informatie: tel. (070) 337 58 30.
Mndstat bevolking 2000/04
91