De
Bietplanter m a a n db l a d v a n d e c o n f e d e r at i e v a n d e b e l g i s c h e b i e t e n p l a n t e r s
vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88 – P 806265
Hoofdartikel door Valerie Vercammen, Secretaris-generaal van de CBB
Europese Commissie wil Europese suikerprijs doen dalen regelen moet immers een gefundeerde basis hebben, zoals, bijvoorbeeld, een te lage eindvoorraad suiker. Welnu, volgens de voorspellingen van de Europese Commissie van april zou de Europese suikerbalans dit jaar eindigen op een eindvoorraad van 1,9 miljoen ton quotumsuiker en 0.9 miljoen ton buiten quotum-suiker. Gelet op de geraamde Europese suikerconsumptie van 17,8 miljoen ton is de eindvoorraad dus groot genoeg. Het verhogen van het aanbod door een nieuwe herklas-
sering in te voeren en door het vervroegen van invoer is bijgevolg geen gefundeerde beslissing. De bedoeling van de Europese Commissie is louter om de prijs van de Europese suiker te doen dalen door het aanbod te verhogen. Een laatste bedenking hierbij: de Europese Commissie legt op de bijkomende herklassering een heffing van 211 e per ton op, wat m.i., totaal contradictorisch is met haar bedoeling om de Europese suikerprijs te doen dalen.
IN D IT N U MMER p. 2:
nr. 491 - 46ste jaargang
worden vervroegd naar 2 mei, 23 mei en 6 juni. De 2de maatregel die de Commissie in deze context nam, is een bijkomende herklassering van 250.000 ton buiten quotum-suiker naar quotumsuiker onderworpen aan een heffing van 211 e per ton. De geïnteresseerde suikerfabrikanten zullen een aanvraag tot herklassering kunnen indienen d.m.v. een aanbestedingsprocedure op 2 mei, 23 mei, 6 juni en 20 juni. De 3de maatregel heeft betrekking op de invoer van industriële suiker: de Commissie laat toe om tijdens de campagne 2012/2013 opnieuw 400.000 ton industriële suiker heffingvrij in te voeren, naar analogie met de maatregel voor het campagnejaar 2011/2012. Tot slot, nam de Commissie de beslissing om voor campagne 2012/13 een eerste schijf van 650.000 ton buiten quotum-suiker voor export toe te laten. Daar waar ik overtuigd ben van het nut van de 3de en de 4de maatregel voor het beheer van de Europese suikermarkt, heb ik ernstige twijfels over de 2 eerste maatregelen. Het nemen van uitzonderlijke maat-
mei 201 2
Op het managementcomité van 12 april ll. nam de Europese Commissie een aantal maatregelen om de Europese suikermarkt te beheren. Met de 2 uitzonderlijke maatregelen om het aanbod te verhogen wil de Commissie de Europese suikerprijs doen dalen. Of de genomen maatregelen daadwerkelijk tot een prijsdaling zullen leiden, valt af te wachten. Ik wil graag met u mijn bedenkingen delen. Daar waar de prijs van witte suiker op de wereldmarkt in april rond de 480 e per ton schommelde, steeg de Europese suikerprijs volgens de laatst beschikbare statistieken van de “price reporting” in februari 2012 boven de kaap van 700 e per ton. De Commissie besloot, onder druk van de Europese suikerverbruikers die over deze “veel te hoge” prijzen klagen, een aantal uitzonderlijke maatregelen te nemen om de prijs te doen zakken, daarbij vooral spelend op een verhoging van het aanbod van suiker. De 1ste maatregel om het aanbod te verhogen, is het vervroegen van de geplande importaanbestedingen voor suiker aan verlaagde heffingen. De importtenders
Quotumoverdrachten in 2012
p. 3: Nieuws uit Coco-Vlaanderen p. 4: IPM: een nieuwe reglementering p. 5-8: KBIVB p. 9:
De bietenteelt in Japan
SESVANDERHAVE, uw vertrouwen waard. Keer op keer.
CHEROKEE
MAGELLAN
HUSKY
BALOO
IGUANE
www.SESVANDERHAVE.com
campagne 2012
Meer dan 500 quotumoverdrachten In 2012 hebben in België (Iscal Sugar + TS) meer dan 500 quotumoverdrachten plaatsgevonden. Een onderscheid dient gemaakt te worden tussen de overdrachten waar het bietenquotum wordt overgelaten maar op hetzelfde landbouwbedrijf geproduceerd blijft, en de overdrachten waar het quotum daadwerkelijk wordt overgedragen naar een ander bedrijf. Wanneer het quotum door hetzelfde bedrijf geproduceerd blijft, spreekt men van familiale overdracht (vaderzoon, onder echtgenoten,...) of van «administratieve» overdracht (overgang naar vennootschap, fusie,...). Deze overdrachten vertegenwoordigen 25 tot 30 % van de ruiltransacties. Een verhouding vergelijkbaar met deze van de laatste campagnes. Gemiddeld, migreert het suikerbietquotum naar een ander bedrijf slechts in twee gevallen op drie. Ten opzichte van 2011 zijn er onder meer in Tienen iets minder quotumoverdrachten. In 2010 en 2011 noteerde men zowat 530 quotumoverdrachten, tegen 655 in 2009 en 2.736 in 2008, jaar dat de sector geherstructureerd werd (fabriekssluiting Moerbeke en Hollogne, vrijwillige afstand, lineaire quotumvermindering,...). Ook het aantal bedrijven die met de suikerbietteelt stoppen lijkt zich te stabiliseren, met nu 179 suikerbietplanters minder tegen 188 in 2011. FONTENOY Iscal Sugar registreerde dit jaar ongeveer 174 quotumoverdrachten. In 30 % van de gevallen blijft het quotum op het bedrijf. Wat de quotumoverdrachten tussen bedrijven betreft, op de 123 verkopen van quotum naar een ander bedrijf, werden 88 quotumverkopen (70 %) gerealiseerd zonder
grondoverdracht. Gemiddeld bedroeg het afgestane quotum 147 ton bieten per verkoop. De 35 andere verkopen tussen bedrijven gingen gepaard met grondoverdracht. In dit geval, was het gemiddelde afgestane quotum per verkoop iets hoger, nl.175 ton bieten. In 2012 stopten bij Iscal Sugar 49 bedrijven met de suikerbietteelt: 14 in Wallonië en 35 in Vlaanderen. LONGCHAMPS Van de 172 overdrachten die de planters van Longchamps realiseerden zijn er 55 (32 %) administratieve of familiale veranderingen. Voor de resterende 117 overdrachten, is drie vierde van de overdrachten afstand van quotum zonder grondoverdracht. Men telt 87 gevallen van afstand van quotum zonder grondoverdracht tegen 30 verkopen van quotum met grondoverdracht. Gemiddeld bedraagt het afgestane quotum zonder grondoverdracht 248 ton bieten. Voor de verkopen van quotum met grondoverdracht bedraagt het gemiddelde 239 ton bieten. Van de 2.800 planters zijn er 64 planters gestopt voor de campagne 2012, hetzij 2 %. TIENEN In het totaal telde men 180 overdrachten waarvan ongeveer 25 % familiale of administratieve quotumoverdrachten. Er waren 135 verkopen van quotum tussen bedrijven. Gemiddeld bedroeg het afgestane quotum 230 ton bieten per verkoop. 66 bietenbedrijven die hun bieten aan Tienen leveren op een totaal van 2.400 (3 %) stopten met de bietenteelt; 34 stopzettingen in Wallonië en 32 in Vlaanderen. In vergelijking met 2011, waren er minder quotumverkopen in Tienen (135 tegen 178 in 2011) en minder bedrijven die met de bietenteelt stopten (66 tegen 92 in 2011).
Elk jaar stoppen tussen 100 en 200 planters met de suikerbietteelt. Redenen hiervoor: pensionering, bedrijfsomschakeling (omschakeling naar bio,...), de langere campagnes en de daarmee gepaard gaande druk (afdekking bietenhopen, verwijderen dekzeilen,...) en een lagere rendabiliteit van de teelt sinds de hervorming. Quotumoverdrachten en participatie Elke quotumoverdracht moet vergezeld zijn van een participatie-overdracht. Zelfs wanneer de quotumoverdracht maar administratief is (familiale overdracht,...), moeten de participatie-effecten volgen, want de naam op dewelke het quotum is geboekt en de participatie-effecten veranderen: nieuw planters-nr, nieuw BTW-nr,... Voor elke quotumoverdracht, moeten twee formulieren worden ingevuld: een formulier voor de overdracht van het bietenquotum en een formulier voor de overdracht van de aan dit quotum verbonden participatie-effecten. Teneinde de laatste overdrachten te regulariseren voor eind april, ontvingen de planters een brief in de loop van de maand maart alsmede in april voor de laatste overdrachten. Voor bijkomende inlichtingen omtrent de participatie, contacteer Martine Moyart op 02/551.11.78.
Bewezen rentabiliteit in de onkruidbestrijding
▼
Minder behandelingen, minder remming meer ton / ha
▼
Betere selectiviteit, minder remming meer ton / ha
▼
Betere werking, minder onkruiden meer ton / ha
Minder behandelingen: resultaat van nationale en internationale proeven en marktstudies
www.bayercropscience.be
2 — 05/2012
De Bietplanter
Betanal® Elite: gedeponeerd handelsmerk van Bayer - Erkenningsnummer: 9453/B - Bevat 71 g/L desmedifam + 91 g/L fenmedifam + 112 g/L ethofumesaat. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.
c o ö r d i n at i e c o m i t é v l a a n d e r e n
In het kort Landbouwgrondstoffen: transparantere derivaten Eind maart gaf het Europees Parlement groen licht aan de verordering om de markt van financiële derivaten transparanter te maken. Landbouwgrondstoffen maken er deel van uit. Op de derivatenmarkten van landbouwgrondstoffen, zal het verplicht worden om de standpunten die op de markt per categorie van operator worden ingenomen aan te geven om de rol van de speculatie op deze markten te bepalen. Tot slot, kunnen de financiële toezichthouders, indien nodig, ingrijpen door het instellen van positielimieten in geval van significante verstoring van de markt. EU/Oekraïne: vrijhandelsproject Op landbouwgebied, heeft het ontwerpakkoord betrekking op de markttoegang en op de wederzijdse bescherming van de geografische indicatoren. Het voorziet voor beide partijen in een globale liberalisering van de handel voor 80 % in termen van tarifering en in waarde, met uitzondering van de zogenaamde gevoelige producten. Voor de gevoelige producten (waaronder granen, suiker, vlees,...), nemen de EU-concessies ten voordele van Oekraïne de vorm aan van invoerquota tegen nulrecht voor hoeveelheden die op “traditionele” handelsstromen steunen. Wat de suikersector betreft, zijn de jaarlijkse invoerquota de volgende: 20.000 ton suiker, van 10.000 tot 20.000 ton andere suikers en 2.000 ton suikerstroop. Voor granen zijn volgende invoerquota voorzien: zachte tarwe: van 950.000 ton tot 1 Mt; gerst: van 250.000 tot 350.000 ton; haver: 4.000 ton; maïs: 400.000 tot 650.000 ton.
Een goede start Behalve enkele beperkte regio’s is op vandaag, 12 april, de grote meerderheid van de bieten (90 %) gezaaid in vrij behoorlijke omstandigheden. Gemiddeld enkele dagen later dan vorig jaar doch in het algemeen vrij vroeg, wat opnieuw een goede opbrengst laat vermoeden, tenzij er zich extremen zouden voordoen gedurende het groeiseizoen. De raadgevingen betreffende de uitzaai werden eveneens goed opgevolgd met ongeveer een 16.700 ha tot gevolg, of een kleine duizend ha minder dan vorig jaar (= een goeie 5 % minder). Dit alles geeft ons opnieuw goede vooruitzichten op een prima campagne, tenminste als de weergoden het ons niet bemoeilijken in de laatste maanden van de campagne. Het voorbije jaar was super in alle opzichten, zo ook wat betreft de betaling van de bieten en de overschotsuiker. Dankzij onze Interprofessionele Akkoorden hebben we maximaal geprofiteerd van de gunstige situatie op de werelden de EU-markt. Niettegenstaande de hoge opbrengsten hebben we zelfs onze overschotbieten tot bijna 140 % kunnen valoriseren tegen een nooit geziene prijs welke dan nog eens aangevuld wordt met een supplement uit de “meerprijs” welke gerealiseerd wordt. Op de bieten van vorige campagne zal deze meerprijs, ten bedrage van meer dan 13 e/ ton à 16°, op basis van uw quotumhoeveelheid, betaald worden op 22.12.2012.
Alles samen beschouwd kunnen we stellen dat het financieel rendement voor de voorbije campagne, dit van voor de hervorming evenaart. Naar mijn bescheiden mening zal dit wellicht niet veel anders zijn in de eerstvolgende jaren, dit afhankelijk van wat de EU-Commissie nog beslist in de volgende maanden (zie uitleg wintervergaderingen). Actueel: “nieuwe opportuniteit !” De EU-Commissie heeft op 12 april ll. beslist om 250.000 ton extra buiten quotum suiker te herklasseren naar quotumsuiker. (Deze bieten zullen gevaloriseerd worden aan 26.29 e per ton en er wordt op dit bedrag geen productieheffing aangerekend). Iscal Sugar zal deelnemen aan deze herklassering. In functie van het percentage toewijzing zal nog een deel overschotsuiker (overdracht) gevaloriseerd worden als quotumsuiker. Op dit moment is het net iets te vroeg om hier verder op in te gaan. Hoe dan ook kunnen we nu reeds duidelijk stellen dat de planters welke betrokken zijn in de extra verkoop na herklassering er enkel voordeel mee hebben! We komen hierop later terug wanneer alle juiste gegevens hierover bekend zijn. Nieuwe beslissingen binnen Iscal Sugar Op 12.04.2012, werden tijdens de bespreking Coco-Iscal Sugar met de directie volgende beslissingen genomen:
Certificering IKKB: Tegen 30 april 2013 moeten ALLE planters een bewijs voorleggen dat ze: - ofwel gecertificeerd zijn - ofwel hun aanvraag tot certificering aangevraagd hebben. Is dit niet in orde, dan zullen deze planters geen meerprijs ontvangen op basis van hun quotum van 2012, die betaald zal worden op 22.12.2013! Betaling “meerprijs 2012/13” (betaald op 22.12.2013): In tegenstelling met wat eerder gemeld werd tijdens de wintervergaderingen van vorig jaar en in de Bietplanter, werd beslist dat de eventuele meerprijs welke gerealiseerd zou worden voor de campagne 2012/13, - NIET betaald zal worden op basis van de geleverde bieten, - doch WEL, zoals de voorbije jaren, op basis van het quotum van de planters. De reden van deze beslissing ligt bij het feit dat er ingevolge de nieuwe beslissing van de EU-Commissie tot een bijkomende herklassering, anders een nadeel zou ontstaan voor de planters welke dientengevolge een deel van hun overdracht, waar ze vóór hun uitzaai rekening mee gehouden hebben, niet zullen kunnen leveren, waardoor ze hun quotum eventueel niet vol zouden kunnen leveren en bovenop nog eens een nadeel zouden hebben in de betaling van de meerprijs. Alain Van Dorpe, Secretaris Coco-Vlaanderen
Hogere opbrengsten met een fungicide op basis van Xpro technologie • Nieuwe fungicidenfamilie met innoverende Leafshield formulering • Betere ziektebestrijding • Langere werkingsduur • Sterkere stresstolerantie • Alle graangewassen
www.bayercropscience.be Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.
De Bietplanter
05/2012 — 3
europese regelgeving
Vanaf 1 januari 2014 moeten alle Europese landbouwers werken volgens de IPM richtlijnen “IPM” staat voor Integrated Pest Management, met andere woorden IPM staat voor de toepassing van geïntegreerde gewasbeschermingmethodes. In de Belgische fruitteelt worden geïntegreerde gewasbeschermingmethodes reeds een aantal jaren algemeen toegepast, met succes. Op Europees niveau zijn er een aantal verordeningen en richtlijnen die tegen 2014 op niveau van de lidstaten in voege dienen te treden. Een daarvan die over het duurzaam gebruik van pesticiden handelt (richtlijn 2009/128/EG) bevat artikel 14 dat de verschillende Europese lidstaten ertoe verplicht vanaf 1 januari 2014 de principes van geïntegreerde bestrijding toe te passen in alle landbouwsectoren. De richtlijn beschrijft in ruime zin wat geïntegreerde bestrijding is, zij definiëren het als volgt : „geïntegreerde gewasbescherming”: de zorgvuldige afweging van alle beschikbare gewasbeschermingsmethoden, gevolgd door de integratie van passende maatregelen die de ontwikkeling van populaties van schadelijke organismen tegengaan, het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en andere vormen van interventie tot economisch en ecologisch verantwoorde niveaus beperkt houden en het risico voor de gezondheid van de mens en voor het milieu tot een minimum beperken. Bij de geïntegreerde gewasbescherming ligt de nadruk op de groei van gezonde gewassen, waarbij de landbouwecosystemen zo weinig mogelijk worden verstoord en natuurlijke plaagbestrijding wordt aangemoedigd; De interpretatie van deze definitie laat Europa over aan de verschillende lidstaten. Deze zijn vrij om de geïntegreerde aanpak toe te passen op een manier die geschikt en haalbaar is voor hun omstandigheden. Europa zal de voorstellen van de verschillende lidstaten toetsen (voorzien voor juni 2013) en nagaan in welke mate de voorstellen voldoen aan de bovenstaande definitie, ook zal het de voorstellen van de verschillende lidstaten met elkaar vergelijken. In België is de omzetting van dit Europees
artikel een regionale aangelegenheid. Zowel in Vlaanderen (o.l.v. Departement Landbouw en Visserij, ADLO voorlichting) als in Wallonië (o.l.v. DGARNE, Departement du développement, Direction de la qualité) zijn werkgroepen per landbouwsector opgericht (groep akkerbouw en voedergewassen, groenteteelt, …) om deze richtlijnen op regionaal niveau op te stellen. Deze werkgroepen bevatten vertegenwoordigers van de respectievelijke landbouwministeries, onderzoekscentra (ILVO en CRA-W), de praktijkcentra (vb KBIVB, PCA, CPL-Végémar, …), beroepsorganisaties (vb BB, FWA, …), afzetorganisaties, Phytofar, enz. en ze werden samengesteld in functie van de sector. Er is een nauwe samenwerking tussen beide landsdelen bij het opstellen van deze richtlijnen aangezien het doel is om in de mate van het mogelijke dezelfde richtlijnen te bekomen voor Vlaanderen en Wallonië. Het is eveneens de bedoeling dat het in de praktijk brengen van de IPM richtsnoeren niet zal leiden tot extra administratieve lasten voor de landbouwer. Dit zou ondermeer kunnen door de richtlijnen op te nemen in bestaande lastenboeken zoals de IKKB standaarden die vervat zijn in de sectorgids primaire plantaardige productie van Vegaplan. Het is momenteel nog niet mogelijk om de richtlijnen volledig te detailleren aangezien de finale richtlijnen nog niet ter beschikking zijn. Het is wel mogelijk een schets te maken van de grote lijnen van de IPM richtsnoeren. Goede landbouwpraktijken Een eerste reeks van voorgestelde richtlijnen passen in het kader van de “goede landbouwpraktijken”. Deze goede landbouwpraktijken hebben het voorkomen en/of vernietigen van schadelijke organismen tot doel. Het toepassen van een cor-
recte rotatie om zo de ziekte en plaagdruk in de verschillende teelten in de rotatie op een zo laag mogelijk niveau te houden is hiervan een voorbeeld. Het gebruiken van gecertificeerd zaaigoed van een ras dat resistent of tolerant is tegen minstens één ziekte is een ander voorbeeld. In onze sector denken we hierbij aan de gecertificeerde bietenzaden van rhizomanie, nematoden en rhizoctonia resistente en tolerante rassen die beschikbaar zijn in de bietenteelt. De geïntegreerde aanpak heeft ook betrekking op het toepassen van duurzame technieken in de landbouw zoals minimale bodembewerking op erosiegevoelige percelen en het toepassen van een evenwichtige bemesting gebaseerd op regelmatige staalnames op de percelen en de daaropvolgende bemesting volgens de geldende regionale wetgeving. Naast de preventieve aanpak van schadelijke organismen wenst Europa ook dat de lidstaten maatregelen voorstellen die de belangrijke nuttige organismen beschermen door bijvoorbeeld aangepast gebruik van gewasbeschermingsproducten of het behoud van ecologische structuren die de biodiversiteit in stand houden. Hierbij denken we bijvoorbeeld aan het aanleggen of in stand houden van gemengde hagen, het mechanisch onkruidvrij houden van niet beteelde stroken, % compenserende ecologische oppervlakte per bedrijf. Onder deze noemer passen een aantal maatregelen die nu reeds deel uit maken van de agro-milieu maatregelen. Belang van waarschuwings- en voorspellingsystemen Een volgend onderdeel van de geïntegreerde aanpak is de waarneming van schadelijke organismen op basis van veldobservaties en wetenschappelijk verantwoorde waarschuwings- en voorspellingsystemen. Voor onze sector denken wij hierbij bijvoorbeeld aan de waarnemingsvelden en de waarschuwingsdienst van het KBIVB waarbij we berichtgevingen doen over de evolutie van de teelt doorheen het groeiseizoen en de aan/ afwezigheid van de belangrijkste plagen en de opvolging van het verschijnen van
de voornaamste bladziekten. Op basis van de waarnemingsresultaten via waarnemings-en waarschuwingsdiensten en op perceelsniveau kan dan een spuitadvies gegeven worden bij het bereiken van bepaalde schadedrempels voor een bepaalde ziekte of plaag. In de Europese definitie van geïntegreerde gewasbescherming staat dat alle gewasbeschermingsmethodes dienen overwogen te worden en dat de risico’s voor mens, dier en nuttig organisme beperkt dienen te worden. De risico’s moeten gezien worden in de brede zin van het woord en omvatten zowel economische risico’s als de risico’s voor de gezondheid van mens en het milieu. Hiertoe zou de voorkeur gegeven moeten worden aan mechanische, niet-chemische of biologische bestrijdingsmethodes op voorwaarde dat ze beschikbaar zijn en bevredigende resultaten leveren. Hier ligt de nadruk echter nog altijd bij het feit dat het beter is het verschijnen van ziekten en plagen te vermijden door goede landbouwpraktijken toe te passen dan om ziekten en plagen te bestrijden. Indien men toch chemisch een bepaalde ziekte of plaag moet bestrijden dan dient de men de voorkeur te geven aan middelen die efficiënt zijn tegen de te bestrijden plaag en selectief zijn voor nuttige organismen. Hierbij wordt rekening gehouden met de erkenning van gewasbeschermingsproducten aangezien telkens de minimale effectieve dosering van een product wordt erkend, bij erkenning wordt ook rekening gehouden met mogelijke resistentievormingen. Het behoort tot de mogelijkheden dat lijsten opgesteld worden die gewasbeschermingsproducten indelen volgens hun risico voor mens, dier en milieu. Wat de IPM richtlijnen nu precies zullen inhouden is nog niet vastgesteld en wat de opinie van Europa zal zijn over de uiteindelijke voorgestelde richtlijnen is ook nog een onbekende. Maar het is wel een zekerheid dat we in de toekomst aan geïntegreerde bestrijding zullen moeten doen. We houden u op de hoogte van verdere evoluties. Barbara Manderyck KBIVB-IRBAB
wereldmarkt
Daling van de suikerprijs Sinds het begin van het jaar schommelde de witte suikerprijs rond de 480 e/t op de Londense markt, ondersteund door het krappe aanbod op korte termijn. Met de aangekondigde recordwereldproductie dit jaar begint de suikerprijs op de wereldmarkt te dalen. De wereldproductie zal een recordpeil bereiken in 2011/12, namelijk 173 miljoen ton (Mt) volgens de ISO en 177 Mt volgens F.O. Licht, hetzij een stijging van minstens 8 Mt ten opzichte van 2010/11. De productie zal voornamelijk stijgen in Rusland (+2,5 Mt), in India (+2 Mt), in 4 — 05/2012
De Bietplanter
de EU (+2,5 Mt) en in Pakistan (+0,8 Mt), waardoor een belangrijk overschot zal ontstaan op de wereldmarkt. Door dit overschot zou men opnieuw voorraden moeten kunnen aanleggen op het eind van de campagne. In Brazilïe zijn de vooruitzichten voor volgend jaar gunstig. Volgens de Braziliaanse regering zal de suikerproductie 2012/13 toenemen met ongeveer 5% als gevolg van beter weer en de vervanging van een deel van de rietplanten. De suikerproductie zou 38,9 Mt bedragen ten opzichte van 36,9 Mt vorig jaar. De verwachte
productie zou de minder goede resultaten van de campagne 2011/12 kunnen compenseren. Omdat Brazilië de grootste wereldproducent van suiker is, goed voor de helft van de wereldhandel in suiker, wogen deze gunstige prognoses op de wereldprijzen die zijn gezakt vanaf half april. Ongeveer de helft van de suikerrietoogst in Brazilië wordt in ethanol verwerkt. De ethanolproductie zal naar verwachting toenemen met 4,8%. Miljoenen Brazilianen gebruiken flex-fuel auto’s die rijden op een mengsel van ethanol en benzine.
In Europa staat nochtans de markt onder druk met een gemiddelde prijs van 701 e/t voor de suikerverkopen binnen de EU (gemmiddelde februari 2012). De CIUS, de beroepsfederatie die de belangrijkste Europese industriëlen van de sector ver-
tegenwoordigt, vroeg in maart 2012 aan de Europese Commissie om de suikerimportquota door de landen van de Europese Unie met 1 miljoen ton te verhogen teneinde het aanbodtekort op de markt op te vangen.
k o n i n k l i jk b e l g i s c h i n s t i t uu t t o t v e r b e t e r i n g v a n d e b i e t V Z W Molenstraat 45, B-3300 Tienen – F. +32 16 820468 –
[email protected] – www.irbab-kbivb.be
De suikerbiet en haar teelttechniek p v b c – p r o g r a m m a v o o r l i c h t i n g b i e t c i c h o r e i , i n h e t k a d e r v a n d e p r a k t i jk c e n t r a Rubriek opgesteld en medegedeeld onder de verantwoordelijkheid van het KBIVB, J.-P. Vandergeten Directeur KBIVB, met de financiële steun van de Vlaamse overheid.
Zaadkwaliteit 2012
André Wauters & Geert Goethuys KBIVB vzw - IRBAB asbl
Sinds een aantal jaren wordt door de suikerindustrie een lastenboek opgelegd voor de aankoop van bietenzaad. Dit lastenboek is strenger dan de geldende ISTA*‐normen. Om de kwaliteit van het zaad verkocht door de suikerfabrieken te controleren, bemonstert het KBIVB, van zodra het zaad beschikbaar is in de opslagplaatsen van de suikerfabrieken, stalen in alle verkochte loten (alle rassen en alle zaadontsme�ngen). Er worden testen uitgevoerd door het KBIVB en de resultaten worden medegedeeld en gepubliceerd van zodra ze beschikbaar zijn. ISTA* : Interna�onal Seed Tes�ng Associa�on
Er werden samen 99 zaadloten uit 63 rassen bemonsterd voor de bepaling van de zaadkwaliteit in 2012. Deze monsters werden genomen tussen 7 en 15 maart, van zodra het zaad geleverd was in de opslagplaatsen van Iscal Sugar en de Tiense Suikerraffinaderij.
Alle geanalyseerde zaden hadden een zaadkaliber binnen de norm (3,50‐4,75 mm). Er zijn echter grote verschillen tussen ras/omhulling met het kleinst gemiddeld kali‐ ber voor het ras Lukas (3,79 mm) en de grootste zaden voor het ras Goodwood (4,28 mm). Er werden weinig problemen bij de zaai gemeld.
Net zoals de vorige jaren hebben de zaadanalysen uitstekende resultaten voor kiemkracht op lterpapier (ISTA tes 20°C) alsook voor éénkiemigheid (1 zaad = 1 plant) getoond, met uitzondering van 2 zaadloten.
Sinds de veralgemening van de zaadac�vering twee jaar geleden, werden er koude kiemingstesten (of cold‐test) uitgevoerd op de door het KBIVB aanbevolen rassen en deelnemend aan de vergelijkende rassenproeven. In 2012 werden er 36 zaadlo‐ ten gestest waaronder de meest belangrijke op de markt.
Kiemkracht 2012
De rassen worden gezaaid in bakken in een mengsel zand/potgrond op een diepte van 2 cm, en te kiemen gelegd op een constante temperatuur van 10°C dag/nacht (± 0,2 °C) gedurende 18 dagen.
Eenkiemigheid 2012 50%
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
40%
Vanaf de 7de dag (begin van de opkomst) wordt het aantal zichtbare kiemen geteld en dit dagelijks tot de 18de dag. Op het einde van deze periode wordt de tempera‐ tuur opgedreven tot 20°C gedurende een week en wordt er een laatste telling uitgevoerd.
30% 20% 10% 0% 95‐
95+
96+
97+
98+
95‐
99+
95+
96+
97+
98+
99+
De analysen van 2012 tonen dat de zaadkwaliteit 2012 dikwijls hoger is dan 99% kieming en 98% éénkiemigheid.
Aan de hand van de opkomstcurven, kan het aantal dagen (aan 10°C) nodig om 30% (begin opkomst) en 80% (einde opkomst) te bekomen bepaald worden. De homogeniteit van de opkomst wordt bepaald door de �jd te berekenen die nodig is om van 30 % naar 80 % opkomst te gaan. Hoe korter de �jd, hoe homogener de opkomst.
"Cold‐test" rassen 2012
"Cold‐test" rassen 2012
aantal dagen bij 10°C om 80% opkomst te bekomen 6 Lassie Husky Rubens1 Mercator Magellan1 Gandhi Ardamax Charly Coyote Watson Zorro Cherokee Rubens2 Perruche Gecko TimotheaKws Goodwood Benno Magellan2 Bengal Baloo Pasteur Iguane BernadettaKws Tyler Rambler Pasteur IsabellaKws EleonoraKws AmaliaKws RosalindaKws SYMuse KassiaKws SabrinaKws RosalindaKws CellinaKws
8
10
12
14
16
aantal dagen bij 10°C tussen 30% en 80% opkomst
18
‐3
0
3
Gandhi Cherokee Lassie Husky Mercator Ardamax Charly Coyote Rubens1 Zorro Pasteur Magellan1 Watson Goodwood TimotheaKws BernadettaKws Pasteur Magellan2 Gecko AmaliaKws Rosalinda2Kws Benno Perruche Baloo Tyler Rubens2 Rambler Bengal KassiaKws Iguane EleonoraKws SabrinaKws IsabellaKws Rosalinda1Kws SYMuse CellinaKws
De Bietplanter
05/2012 — 5
ZIEKTEN en PLAGEN van de BIET, vanaf UITZAAI tot S
Voor meer informatie, raadpleeg de website KBIVB: Technische Gids "Ziekten en Plagen in de Belgische suikerbietenteelt" (cfr > Publicatie www.irbab-kbivb.be Module "Identificatie van Ziekten en Plagen" (cfr Welkompagina) Lijst van de erkende producten (cfr > Publicaties > Ziekten & bestrijding of Plagen & b
Andere factoren
Groene bladluiz bladluizen, Biet
Vogels, Wild, Bietenkevers, Wantsen, Thrips, Aardvlooien
Zaad
Opkomst
Bosmuis
Kiemlobben
2 Bladeren
2-4 Bladeren
4-6 B
Wortelbrand, Slakken, Bietenkevers, Springstaarten, Kniptorren, Emelten, Miljoenpoten, Duizendpoten, Rhizoctonia
LEG Za Wo St Bl
6 — 05/2012
De Bietplanter
Sch Zaad Wort Steng Blade
SLUITEN van de RIJEN: BESTRIJDINGSMOGELIJKHEDEN Guy Legrand
es > Ziekten & bestrijding of Plagen & bestrijding)
KBIVB vzw – IRBAB asbl
f
f
bestrijding)
zen, Zwarte tenvliegen
Rupsen, Spintmijten, Schildpadtorren
Bladeren
GEND
hade d tel geltje eren
6-8 Bladeren
8-10 Bladeren …
Nematoden, Blokkage of Gebrek aan voedingselementen
Belang (soms locaal) 1 weinig 2 licht 3 matig 4 belangrijk 5 erg
P C R
Tussenkomst Geen Preventief Curatief Tolerant of resistent ras
L Z
B
Behandeling Geen Lokaas Zaadbehandeling met insecticiden (Poncho Beta of Cruiser&Force) en met fungiciden (thirame en hymexazol) Bladbehandeling
Erkende producten (Fytoweb, maart 2009) Bladinsecticiden Handelsproduct of actieve stof cy f beta cyfluthrin cy h lambda cyhalothrin pir pirimicarb del deltamethrin dim dimethoaat Oka Okapi ( = cyh + pir )
Doeltreffendheid 1 slecht 2 onvoldoende 3 aanvaardbaar 4 goed 5 perfect ? geen informatie
Rodenticiden geen erkend product tegen bosmuizen Slakkenmiddelen Actiev e stof m et metaldehyde m et methiocarb fos ijzerfosfaat
De Bietplanter
05/2012 — 7
Plagen in de biet, vanaf uitzaai tot sluiten van de rijen: Interventies*) in functie van de berichten van de Waarschuwingsdienst van het KBIVB. *)
NB: Interventie zeer zelden gegarandeerd tegen insectenplagen, wanneer zaad behandeld met Poncho Beta of Cruiser&Force gebruikt wordt.
Elk jaar coördineert het KBIVB een netwerk van waarnemingsvelden in biet en cichorei in de gehele teeltstreek. Door de informatie die elke week verzameld wordt kan de evolutie van deze teelten en eventuele waargenomen fytosanitaire problemen opgevolgd worden. Een interventieadvies wordt door het KBIVB opgemaakt wanneer de behandelingsdrempel tegen een plaag of ziekte bereikt wordt, volgens de verschillende situaties (gebruik van niet behandeld zaad, bladziekten, gerechtvaardigde curatieve behandeling, uitzonderlijke situatie, …). Deze adviezen en andere diverse raadgevingen worden gratis en minstens één keer per week per email verzonden aan iedereen die hierom vraagt (zich richten tot :
[email protected]). Deze berichten worden eveneens gepubliceerd en geactualiseerd op de website van het Instituut. De waarschuwingsdienst van het KBIVB ontvangt financiële steun van de regionale Ministeries van Landbouw. De belangrijkste plagen waargenomen vanaf uitzaai tot het sluiten van de rijen en waartegen een interventieadvies zou kunnen opgemaakt worden door het KBIVB (zie vorige pagina’s : lijn Waarschuwing : « KBIVB ») worden hierna kort omschreven. In aanwezigheid van andere plagen, ziekten of symptomen, kunt u uw landbouwkundige van de suikerfabriek inlichten of rechtstreeks de dienst « Beta Sana » van het KBIVB (Beta Sana = identificatie van fytosanitaire problemen in de bietenteelt) contacteren. Voor meer gedetailleerde informatie over plagen en ziekten in de biet, raadpleeg de Module : « Identificatie van Ziekten en Plagen », de Technische Gids : « Ziekten en Plagen in de Belgische suikerbietenteelt » en de lijst van de erkende producten op de website van het KBIVB. Schade aan de kiemplant
Schade aan de bladeren
Slakken (verschillende soorten)
Groene bladluizen (verschillende soorten) & zwarte bladluizen
Verdwijning van kiemplanten, diverse vraatplekken. Soms aanzienlijke schade in natte omstandigheden, aan de rand van bos of grasland, in directe zaai of wanneer gewasresten in grote hoeveelheden werden ingewerkt. Soms ernstige gevolgen voor de jonge zaai. Te bestrijden in geval van ernstige aanvallen en volgens behandelingsadvies.
Sommige groene bladluizen (en de zwarte bonenluis in mindere mate) zijn vectoren van de vergelingsziekte. Deze virale ziekte komt later in het seizoen voor en kan leiden tot aanzienlijke opbrengstverliezen. Bestrijding uit te voeren in de bij de zaai niet behandelde velden (in dit geval soms ernstige gevolgen) tot het sluiten van de rijen en volgens behandelingsadvies.
Schade aan de kiemplant Bietenkever (gevleugelde of ondergrondse)
Schade aan de bladeren Bietenvlieg
Mineergangen gegraven door de larven (maden, 1 tot 5 mm) in de bladeren. Over het algemeen weinig gevolgen. Bestrijding te overwegen in de bij de zaai niet behandelde velden (in dit geval soms ernstige gevolgen) in geval van hevige aanvallen, tot het 6-8 bladstadium en volgens behandelingsadvies.
Kleine vraatplekken (0,4 tot 1 mm) met zwarte randen op het hypocotyl, de jonge wortel of de jonge bladeren. De kiemplanten kunnen afsterven in geval van zeer hevige aanvallen. Vluchten van bietenkevers (1 tot 3 mm) worden waargenomen bij warm weer en hoge vochtigheid. Over het algemeen weinig gevolgen. Bestrijding te overwegen in de bij de zaai niet behandelde velden (in dit geval soms ernstige gevolgen) in geval van hevige aanvallen, tot het 4bladstadium en volgens behandelingsadvies.
Schade aan de kiemplant Aardvlo
Schade aan de bladeren Rupsen (verschillende soorten, waaronder vooral de Gamma-uil)
Ronde vraatplekken met witte rand op de kiemlobben of op de jonge bladeren. Kleine kevers (2,5 mm) afgerond en metaalachtige kleur. Verplaatst zich door te springen. Over het algemeen weinig gevolgen. Bestrijding te overwegen in de bij de zaai niet behandelde velden (in dit geval zelden ernstige gevolgen) in geval van hevige aanvallen, tot het 6-bladstadium en volgens behandelingsadvies. Rupsen van verschillende afmetingen (tot 4-5 cm) en meestal groen, soms aanwezig vanaf juni. Over het algemeen weinig gevolgen. Bestrijding te overwegen in geval van hevige aanvallen en volgens behandelingsadvies. 8 — 05/2012
De Bietplanter
Andere symptomen of schade Voor elke andere schade door plagen of ziekten of voor een niet identificeerbaar symptoom, raadpleeg uw landbouwkundige of de dienst Beta Sana van het KBIVB (
[email protected]). Bij aanwezigheid van plagen of ziekten die hier niet beschreven zijn is er geen enkele curatieve behandeling met een fytofarmaceutisch product toegelaten.
Japan: netto-suikerimporteur In Japan wordt suiker geproduceerd uit suikerbieten en suikerriet. De bietenzones bevinden zich in het noorden (Hokkaido eiland) terwijl suikerriet geteeld wordt in Zuid-Japan (Okinawa en Kagoshima eilanden). 65.000 ha bieten Bieten en riet worden geteeld op 87.000 ha. De bietenteelt vertegenwoordigt 75 % van de uitzaai, met een uitzaai van gemiddeld 65.000 ha bieten elk jaar. De bieten zijn in rotatie met andere teelten, zoals granen en aardappelen. De bietenopbrengst bedroeg gemiddeld 63,6 t/ha tijdens de laatste 5 jaar. Het gemiddelde suikergehalte is lichtjes hoger dan 17 %. In de lente worden de bieten hetzij rechtstreeks gezaaid, hetzij uitgeplant in paperpots. Niettegenstaande het bijkomende werk, wordt deze techniek nog veel gebruikt om vertraging van de uitzaai die door het wispelturige voorjaar op Hokkaido wordt veroorzaakt te voorkomen. De bietenoogst start begin oktober. 8 fabrieken staan in voor de verwerking. Twee van hen zijn landbouwcoöperaties, de 6 andere behoren toe aan twee privé ondernemingen: de suikermaatschappij Hokkaido (3 fabrieken) en de suikermaatschappij Nippon (3 fabrieken).
tussen 2,1 en 2,2 Mt per jaar en de import 2010-2011 bedroeg 1,4 Mt witte suiker, hetzij op hun hoogste niveau sinds 20072008. De inlandse consumptie komt voor 80 % uit bietsuiker en voor 20 % uit rietsuiker. Men verwacht geen verhoging van de consumptie in Japan. Deze stagnatie of zelfs daling is voornamelijk toe te schrijven aan een geleidelijke daling van de bevolking in Japan en aan een dalende
suikerconsumptie per inwoner tot 16,9 kg/jaar. Andere factoren die invloed hebben: maïsstropen met een hoog fructosegehalte (HFCS), onder meer in frisdranken, vervanging door kunstmatige zoetstoffen en import van producten die suiker bevatten (voornamelijk cacaopreparaten). De zoetwaren producten omvatten ca 25 % van de suikerconsumptie in Japan. De rest gaat naar verschillende bestemmingen. In Japan, verwacht men zich aan een HFCS-productie van 625.000 t voor 2010-2011. De laatste jaren, importeerde Japan meer dan 16,5 miljoen ton maïs per jaar. Tweederde van de maïsimport is bestemd voor
De bieten worden geplant in paperpots en gedurende enkele weken onder glas geplaatst om de opkomst te vergemakkelijken. veevoeding. De rest gaat naar menselijke voeding, voornamelijk voor de productie van HFCS voor de frisdrankindustrie. Er zijn talrijke fabrieken die zoetstoffen op basis van maïs produceren in Japan, voornamelijk geconcentreerd in de streek van Nagoya die gemakkelijk toegankelijk is voor maïsimport en gelegen in het centrum van Japan, in de nabijheid van de belangrijkste steden. De consumptie van kunstmatige zoetstoffen zoals aspartaam en sorbitol zit meer en meer in de lift. Calorie-arme frisdranken evenals dieetvoedingsproducten en de farmaceutische industrie zijn de voornaamste bestemmingen.
Dalende suikerconsumptie
Werking van de suikermarkt
De Japanse productie dekt slechts 30 % tot 40 % van het inlands verbruik. Japan is bijgevolg een structurele suikerimporteur. Gemiddeld, importeerde Japan 1,37 Mt ruwe suiker per jaar over de periode 2002-2011, voornamelijk uit Thailand en Australië en, in mindere mate, Zuid-Afrika. Maar vorig jaar, ingevolge de aardbeving en de tsunami, werden twee suikerfabrieken gedeeltelijk beschadigd. De productie bedroeg slechts 660.000 t tegen 861.000 t in 2009-2010. Japan moest dus zijn import verhogen. De consumptie wordt geraamd
Tot in 2007 was het Japanse suikerbeleid gebaseerd op gegarandeerde minimumprijzen voor bieten en riet. Deze werden elk jaar vastgesteld door het ministerie van Landbouw om de landbouwers en de verwerkingssector te ondersteunen door stabiele inlandse prijzen in stand te houden, maar aanzienlijk hoger dan de prijsniveaus op de wereldmarkt. Daartegenover , werden taksen geheven op suikerimport. Sinds 2007 werd het Japanse landbouwbeleid gewijzigd om het in overeenstemming te brengen met de WTO die vecht
Bieten worden in het noorden geteeld (Hokkaido eiland) terwijl riet in het zuiden geteeld wordt. 8 fabrieken verwerken de bieten. Talrijke fabrieken produceren zoetstoffen op basis van maïs (HFCS) in het centrum van Japan.
tegen de bescherming van de landbouwmarkten. De suikerindustrie werd grondig gereorganiseerd. Japan stapte over van een systeem van gegarandeerde prijs naar een systeem van rechtstreekse betaling aan de landbouwers in het kader van een programma van stabilisatie van het landbouwbeheer. Dit programma dat in 2007 van kracht werd, voorziet in drie rechtstreekse betalingen aan de landbouwers: - een eerste betaling gebaseerd op de historisch uitgezaaide oppervlakte. Doel is de natuurlijke handicaps van de Japanse landbouw op te vangen. Bieten en riet zijn betrokken bij deze betaling; - een tweede betaling, gebaseerd op de landbouwproductie, stimuleert de verbetering van de kwaliteit van de producten. Het niveau van betaling is functie van de kwaliteit van het product. Bieten en riet komen eveneens in aanmerking voor deze betaling; - de derde betaling dient om 90 % van het landbouwinkomensverlies te compenseren ten opzichte van het gemiddelde inkomen van de vijf voorgaande jaren om het onstabiele karakter van de inkomsten te verminderen. Bronnen: Beetgrower Magazine
Ontdek het Laudis effect : kracht en snelheid ✔ Krachtig tegen grassen en dicotylen ✔ Snelle werking
www.laudis.be Laudis® : gedeponeerd handelsmerk Bayer. Erkenningsnr.: 9741/B. Bevat 44g/L tembotrione + 22 g/L isoxadifen-ethyl. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees altijd het etiket en de productinformatie voor gebruik. Voor verdere productinformatie met inbegrip van gevaarzinnen en symbolen, raadpleeg www.fytoweb.be.
De Bietplanter
05/2012 — 9
n i e u w s u i t d e f i r m a’ s
Bayer: Interactieve tractormodule in Technopolis Op woensdag 28 maart jl. organiseerde Bayer en Technopolis de inhuldiging van een interactieve tractormodule op Technopolis. Kinderen kunnen er virtueel gewassen telen en landbouwproducten verwerken tot brood, suiker, biobrandstof of zelfs T-shirts. “We hopen met dit initiatief kinderen en jongeren enthousiast te maken over de land- en tuinbouw als moderne sector. Land- en tuinbouw zijn van cruciaal belang voor de voedselproblematiek van vandaag en morgen. En dan is het mooi meegenomen als kinderen zich daar op jonge leeftijd bewust van worden”, zo stelt Klaus Kötting, Directeur Bayer CropScience Benelux. Minieme kennis van land- en tuinbouw
Bayer CropScience en KWS SAAT AG ontwikkelen herbicidentolerante suikerbiet
Steven Geens, Bayer CropScience en Sabine Laruelle, Minister van Landbouw, die als eerste de module kon uittesten. Over de inovatieve oplossingen in de moderne land- en tuinbouw is nog weinig geweten. Acht op de tien kinderen weten niet dat je speciale gewassen kan telen die weerbaarder zijn voor extreme weersomstandigheden en/of resistent zijn tegen bepaalde ziektes of onkruid. Slechts zes op de tien kinderen zouden graag meer willen weten over de evoluties in de sector. Boeiende sector
De
Bietplanter
vzw CBB – Anspachlaan 111 Bus 10 – 1000 Brussel T. 02 513 68 98 – F. 02 512 19 88
M A A N D B L A D V A N D E C O N F E D E R AT I E V A N D E B E L G I S C H E B I E T E N P L A N T E R S
Hoofdartikel door Philippe Bedoret, voorzitter van de CBB
Stichter: R. BRUYÈRE Verantwoordelijke uitgever: Victor SNEESSENS, Voorzitter CBB Directeur van de publicatie: V. VERCAMMEN IN DIT NUMMER p. 2: Actueel
p. 3, 4, 5, 6, 11: Verslaggeving CBB-congres Bergen p. 12,14: Bedrijfsnieuws p. 13: Coco Vlaanderen p. 14: Contractvoorwaarden Orafti
nr. 441 - 42ste jaargang
Sabine Laruelle, federaal minister van landbouw die de tractormodule kwam inhuldigen stelde dat de conclusies van Bayer duidelijk zijn. “De landbouw zit verborgen achter kleurrijke verpakkingen. De link tussen bord en akker wordt niet meer gelegd. Maar ook volwassenen zijn vervreemd van de sector en daardoor verliezen zij ook hun interesse voor de sector. Uit het oog, uit het hart.” De evolutie in landbouw is nooit ten einde benadrukte de minister nog. “Ik ben blij dat Bayer zich hiervan bewust is en tracht de interesse van jongeren voor de sec-
Bayer CropScience en de Duitse zaadveredelaar KWS hebben aangekondigd dat zij gezamenlijk een nieuw systeem van onkruidbestrijding in suikerbieten gaan ontwikkelen en commercialiseren. De technologie is gebaseerd op de veredeling van suikerbietrassen die tolerant zijn voor herbiciden in de ALS-remmer-klasse met een breed spectrum onkruidbestrijding. De groep benadrukt dat de rassen niet genetisch gemodificeerd zijn. Het principe stoelt op het inkruisen van een van nature voorkomende eigenschap van enzymen in suikerbietplanten die betrokken zijn bij de biosynthese van bepaalde essentiële aminozuren. De onkruidbestrijding zou een stuk eenvoudiger en minder milieubelastend moeten worden. Het zal echter nog enkele jaren duren vooraleer de tolerante rassen beschikbaar zullen zijn.
DECEMBER 2008
Uit de enquête die de Duitse multinational Bayer liet uitvoeren bij 500 kinderen tussen 6 en 14 jaar omtrent hun kennis over land- en tuinbouw, blijkt dat amper 10 % van de kinderen later wil werken in deze sector. En wie hier voor kiest zou graag dieren kweken of buiten in de natuur willen werken. Groenten, fruit of gewassen telen zijn minder populair. Kinderen die niet voor de land- of tuinbouw kiezen associëren het werk niet noodzakelijk met zwaar, vuil of ouderwets. Maar omdat zij niet vertrouwd zijn met de sector tonen zij ook weinig interesse. De algemene kennis over land- en tuinbouw verbeteren is een must. Slechts vier op de tien kinderen leggen de link tussen landbouw en de supermarkt, groentewinkel of veiling. Een ruime meerderheid denkt dat de consument zijn groenten en fruit nog rechtstreeks gaat halen op de boerderij. Driekwart weet niet dat producten uit land- en tuinbouw rechtstreeks naar de fabriek gaan voor verwerking. Verrassend is wel dat negen op de tien kinderen het internet niet raadplegen om info te zoeken over deze sector terwijl ze dat wel doen voor andere zaken.
tor te wekken. Ik hoop dat de kennis van jongeren over landbouw wordt opgekrikt en zij geprikkeld worden om in de sector te werken. Landbouw is een stiel en een wetenschap die ons leven beter maakt. Werken in de landbouwsector is boeiend en afwisselend”.
Uitgave en publiciteit Bernadette Bické - 02 513 68 98 Martine Moyart - 02 551 11 78 Verantwoordelijke voor de suikerbiettechniek: KBIVB Tienen Druk: Corelio Printing
p. 15: Verbond Vlaams-Haspengouw
UHQGHPHQW
ERRPJDDUG
ERGHPVWUXFWXXU
ZHLGH
NEUTRAFERTIL 6FKXLPDDUGHEHWDDOEDDUYHLOLJHQHIÀFLsQW INFO : Longchamps 081-510 210 Tienen 016-801 464 Oreye 019-679 471
10 — 05/2012
De Bietplanter
DistriTECH JOSKIN
PRECISIE MULTIFUNCTIONALITEIT ONDERHOUDSARM
Optimaal schoffelen, maximale oogst !
del Frontmo kbaar ! i h c s e b ook
SESVanderHave is the leading seed company specialized in the breeding, production and marketing of sugar beet varieties worldwide. For our headquarters in Tienen (Belgium) we are looking for a (m/f)
assistant Product Manager As the assistant of our Product Manager, you are one of the main contact points within the international SESVanderHave Group concerning preserving the high quality standards of our world-known blue sugar beet seed. We will offer an extensive internal on-the-job training and the possibility to grow in an existing function.
Your Function: • to assist the Product Manager in the preparation of and the follow-up of propagation and manufacturing planning • to examine and undertake activities with the commercial team, marketing department and breeding team to develop new varieties in order to meet the market’s demands • to keep a close contact with sales managers of various international markets to ensure a good balance between supply and demand • to assure the high seed quality level of our products, therefore keeping a close contact with the quality department and the factory operations
Your ProFile: We are looking for a Bio Engineer with: • a large interest in all aspects of agriculture • good knowledge of the scientific research aspects, professional experience in the sector (or in general) is certainly a plus • fluent speaking and writing skills in Dutch, English and French. Communication skills in German are a plus. • a hands-on mentality and good communication skills • the ability to work independently, the job requires traveling (within and outside Belgium)
contact:
In case you are interested in this function, please send your motivation letter and CV to:
[email protected] or SESVanderHave - HR Manager Ann Van Loon Soldatenplein Z2 - Industriepark 15 3300 TIENEN (BELGIUM)
www.sesvanderhave.com
Tel: 04 377 35 45 • E-mail:
[email protected]
SESVanderHave is the leading seed company specialized in the breeding, production and marketing of sugar beet varieties worldwide. For our headquarters in Tienen (Belgium) we are looking for a (m/f)
Seed develoPment manager To have the right varieties according to the optimal agronomic seed quality characteristics and the most appropriate seed treatments in all of our worldwide markets, we are recruiting a Seed Development Manager. As Seed Development Manager, you are responsible for the correct application of seed treatments on our 365 different products, while maintaining the high quality standards of our world-known blue sugar beet seed. This internationally oriented job is located at our headquarters in Tienen, Belgium.
Your Function:
• Provide the company of the necessary information concerning efficacy, safety and the regulatory status of all existing and new chemicals for sugar beet seed treatment • You are in close contact with agrochemical companies across the world, exploring any kind of new seed treatment applications • Organize and analyze field trials in collaboration with the phytopathology and seed research department • Support and inform the factory in the application of seed treatments • Secure the seed quality of the SESVanderHave hybrids going into the system of official and industrial trials.
Your ProFile: We are looking for a Bio Engineer or an Industrial Engineer with • Experience in the efficacy and safety aspects of chemicals used for seed treatments • A wide base of understanding the opportunities and challenges of sugar beet • Good scientific and commercial communication skills to communicate efficiently with the different external and internal organizations and disciplines • A fluent knowledge of Dutch, English and French • A hands-on mentality
contact: In case you are interested in this function, please send your motivation letter and CV to:
[email protected] or SESVanderHave - HR Manager Ann Van Loon Soldatenplein Z2 - Industriepark 15 3300 TIENEN (BELGIUM)
www.sesvanderhave.com
Altijd op het goede spoor • Breed werkingsspectrum in maïs, bieten, prei, cichorei en witloof • Lange duurwerking • Het minst droogtegevoelige bodemherbicide
www.agro.basf.be
Frontier ® Elite : erk. nr. 9387/B, bevat 720 g/l dimethenamide-p. Gedeponeerd handelsmerk BASF. Gebruik gewasbeschermingsmiddelen veilig. Lees voor gebruik eerst het etiket en de productinformatie.
FRONTIER.E.-Nl-Bietplanter-90Hx247-100211.indd 1
10/02/11 16:41:27
De Bietplanter
05/2012 — 11
Herbicide voor bieten: Safari® van DuPont
BEREID U VOOR OP DE TOEKOMST, PAS UW ONKRUIDBESTRIJDINGSSYSTEMEN AAN. DuPontTM Safari®: in water dispergeerbare korrels, bevat 50% triflusulfuron-methyl. Erkenningsnummer: 8475/B.
DuPont Crop Protection Antoon Spinoystraat 6 • 2800 Mechelen • www.bel.ag.dupont.com Het DuPont ovaal, The miracles of scienceTM en Safari® zijn geregistreerde handelsmerken of handelsmerken van DuPont of zijn filialen.
12 — 05/2012
De Bietplanter