Periodieke rapportage t/m december 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d. 3-4-2015, Geactualiseerd d.d.9-9-2015
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
Inhoudsopgave Inleiding
3
1.
Basisgegevens
4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Beschrijving van de organisatie Verantwoordelijkheden Basisjaar Rapportageperiode Verificatie
4 4 4 4 4
2.
Afbakening
5
2.1 2.2 2.3
Organisatorische grenzen Operationele grenzen Projecten met gunningsvoordeel
5 5 6
3.
Berekeningsmethodiek
7
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren 7 Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel 7 Wijzigingen berekeningsmethodiek 7 Herberekening basisjaar & historische gegevens 7 Uitsluitingen 7 Opname van CO2 7 Biomassa 7
4.
Analyse van de voortgang
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Herberekening basisjaar & historische gegevens Directe & Indirecte emissies 2012 t/m 2014 Trends Voortgang reductiedoelstellingen Onzekerheden Medewerker bijdrage
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
8 8 8 10 10 11 11
Pagina 2 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
Inleiding Als onderdeel van haar implementatie van de CO2‐Prestatieladder rapporteren Hooijer Renkum B.V. en Hooijer Wegenbouw B.V. elk halfjaar over haar CO2‐uitstoot, maatregelen en voortgang op de reductiedoelstellingen. Deze periodieke rapportage beschrijft de volgende aspecten ‐ Een analyse van de CO2‐uitstoot van t/m december 2014 ‐ De voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends ‐ Eventuele wijzigingen in de berekeningsmethode Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2‐prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het Kwaliteitsmanagementplan. Deze Periodieke rapportage beschrijft alle zaken zoals beschreven in § 7.3 uit de ISO 14064‐1. Een koppelingstabel vindt u hieronder. § 7.3 ISO 14064‐1 Periodieke rapportage a § 1.1 b § 1.2 c § 1.4 d § 2.1 e § 4.2 f § 3.7 g § 3.6 h § 3.5 i § 4.2 j § 1.3 + § 4.1 k § 3.4 + § 4.1 l § 3.1 m § 3.3 n § 3.1 o § 4.5 p Inleiding q § 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel Periodieke Rapportage en § 7.3 uit de ISO 14064‐1
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 3 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
1.
Basisgegevens
1.1
Beschrijving van de organisatie
De uitgevoerde activiteiten door Hooijer omvatten: Hooijer Wegenbouw B.V. Het uitvoeren van grond‐, weg‐ en waterbouw en milieutechnische werken; Onderhoud van het eigen materieel. Hooijer Renkum B.V. Het uitvoeren van grond‐, weg‐ en waterbouw, bos‐ en cultuurtechnische werken, sloopwerken; Onderhoud van het eigen materieel. Hooijer Milieu B.V.: Asbestsanering. Noot: Tot op heden komen alle kosten m.b.t. brandstof en/of energieverbruik voor rekening van Hooijer Renkum B.V. (gezien vwb NUON, Oliecentrale, Shell, Wassingmaat Bos‐, Tuin en Parkmachines, Linde Groep) 1.2 Verantwoordelijkheden 1.3
Eindverantwoordelijke (directieverantwoordelijke) Verantwoordelijke stuurcyclus (KAM‐team) Contactpersoon emissie‐inventaris (KAM‐team) Contactpersoon opvolging doelstellingen (KAM‐team) Basisjaar
Als basis voor de doelstellingen mbt de CO2‐reductie is het jaar 2012 als uitgangspunt genomen. Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in § 2.3. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in § 4.1. 1.4 Rapportageperiode Deze “Periodieke rapportage” beschrijft de CO2‐emissies over de tweede helft van 2014. De periodieke rapportage wordt in principe elk half jaar opgesteld en beslaat dus elke keer een half jaar. Sommige onderdelen worden per jaar beoordeeld omdat het praktisch niet anders mogelijk is. 1.5 Verificatie De emissie inventaris m.b.t. 2014 is niet geverifieerd. De emissie inventaris m.b.t. 2013 is niet geverifieerd. De emissie inventaris m.b.t. 2012 is niet geverifieerd. De emissie inventaris m.b.t. 2011 was geverifieerd door Energie consult Holland B.V.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 4 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
2.
Afbakening
2.1
Organisatorische grenzen
Er zijn geen wijzigingen van de organisatorische grenzen ten opzichte van het basisjaar zoals weergegeven in de laatste versie van het Energie Audit Verslag. 2.2
Operationele grenzen
e 1 pe S co 2
Scope 1 is alle directe CO2‐uitstoot van het bedrijf. Scope 2 is alle indirecte CO2‐uitstoot die direct te beïnvloeden is, namelijk uitstoot door elektriciteit, vliegreizen en zakelijke kilometers met privé‐auto’s. Scope 3 is alle overige indirecte uitstoot.
p Sco
Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. In de scope‐indeling van de CO2‐ Prestatieladder houdt dit het volgende in:
p Sco
e 3
Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie‐inventaris aangepast. De wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode 1‐7‐2014 t/m 31‐12‐2014 zijn: Noemenswaardig aangekocht (groot) materieel: Aanschaf Iveco Daily d.d. 9‐11‐2014. Deze vervangt een ouder type. Aanschaf extra pick‐up Isuzu TFS 85 d.d. 25‐7‐2014 om daardoor een Nissan Petrol minder vaak in te hoeven zetten. Noemenswaardig aangekocht (klein) materieel: Aanschaf van een accuslijpmachine om daardoor geen 220V slijpmachine te hoeven in te zetten (al dan niet met een aggregaat).
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 5 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
2.3
De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn: Scope 1: – Verwarming kantoor; – Brandstofverbruik wagenpark (leaseauto’s en bedrijfswagens); – Brandstofverbruik materieel; Scope 2: – Elektriciteit kantoor; – Gedeclareerde zakelijke kilometers privé‐auto’s (Hier is momenteel geen sprake van omdat leidinggevenden een auto van de zaak hebben en anderen gebruik kunnen maken van een bedrijfswagen)
Projecten met gunningsvoordeel
In deze periode zijn er geen projecten met gunningsvoordeel actief.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 6 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
3.
Berekeningsmethodiek
Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO2‐prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO2‐prestatieladder zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) leidend binnen de berekeningsmethodiek. 3.1
Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren
Het meest recente Handboek CO2‐prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek versie 2.2. d.d. 4 april 2014. Noot: De conversiefactoren verschillen met de website: www.co2conversiefactoren.nl Vanwege de verschillen is besloten om op dit moment nog geen herberekening uit te voeren. 3.2
Berekening / allocatie van emissies binnen projecten met gunningvoordeel
In de tweede helft van 2014 waren er geen projecten met gunningvoordeel. Berekeningen van de CO2‐uitstoot voor een project hoefden niet gemaakt te worden. Om voorbereid te zijn op een project met gunningsvoordeel is aan de hand van de eerste data van het nieuwe tanksysteem bepaald dat medewerkers actief worden aangesproken op het vastleggen van het aantal draaiuren en/of het doorvoeren van de kilometerstand. Naderhand kan dan eenvoudiger bepaald worden wat de CO2‐uitstoot is geweest aan de hand van het aantal draaiuren van een machine en/of het aantal verreden kilometers. Wanneer een project met CO2‐gunningsvoordeel wel wordt verworden zullen betrokken medewerkers extra geïnstrueerd (moeten) worden over de wijze van vastleggen van het energieverbruik en/of het brandstofverbruik. 3.3 Wijzigingen berekeningsmethodiek Er zijn geen wijzigingen in de berekeningsmethodiek. Deze wordt wel voorzien bij de overgang naar Handboek 3.0. 3.4 Herberekening basisjaar & historische gegevens Een herberekening van gegevens uit het basisjaar is nu niet nodig, omdat er geen nieuwe inzichten zijn, behalve dat een herberekening wordt voorzien zoals eerder gemeld. 3.5 Uitsluitingen Er zijn geen uitsluitingen. 3.6 Opname van CO2 Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.7 Biomassa Er is in de eerste en tweede helft van 2014 gebruik gemaakt van biomassaverbranding door ca. 25.000 ton biomassa aan te leveren aan een afnemer van groenafval. Dit is meer dan in het jaar 2013.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 7 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
4.
Analyse van de voortgang
4.1
Herberekening basisjaar & historische gegevens
Bij het afronden van CO2‐emissie inventarisatie over 2013 bleek dat de conversie factor van Acetyleen en van Protegon niet correct waren. De conversie factor is daarop aangepast en is kleiner dan eerder was aangenomen. Vanwege de zeer geringe gebruikte hoeveelheden veranderd het resultaat niet. Bij Acetyleen wordt uitgegaan van een conversiefactor 564 g CO2/l en bij Protegon van 365 g CO2/l. 4.2 Directe & Indirecte emissies 2012 t/m 2014 De directe emissie omvat de leveringen van brandstof op de bedrijfslocatie, op de projectlocatie en/of bij brandstofleveranciers in het land. De indirecte emissie omvat de levering van brandstof voor verwarming en elektriciteit. We zien het volgende qua CO2‐uitstoot (ton CO2): Omschrijving 2012H1 2012H2 2013H1 2013H2 2014H1 2014H2 Directe emissie
Pomp a/d zaak diesel
385,9
385,9
414,4
368,6
335,3
457,9
IBC’s diesel
378,2
405,6
486,9
375,3
474,4
443,9
Pomp i/h land diesel
8,6
7,7
9,6
15,6
8,6
6,3
Pomp i/h land benzine
6,1
6,3
6,0
8,1
0,5
1
3
3
4,5
5,7
5,03
4,3
Propaan
0,58
0,58
0,4
0
0,5
0,2
Acetyleen
0,02
0,02
0
0,02
0,06
0,1
Protegon
0,09
0,09
0,04
0
0,07
0,1
782,49
809,19
921,8
773,32
824,46
913,8
Verwarming
17,1
17,1
16,2
15,8
14,6
11,7
elektriciteit
16,5
20
14,7
18,7
17,2
17,5
Totaal
33,6
37,1
30,9
34,5
31,8
29,2
816,2
846,3
952,7
807,8
856,26
943
1760,6
Aspen
Totaal Indirecte emissie
CO2 uitstoot totaal: CO2 totaal per jaar
1662,5
1799,3
Ten opzichte van het basisjaar 2012 is dit opnieuw een stijging. Uit de CO2‐footprint mbt 2014H2 blijkt het volgende: ‐ Sprake is van een daling van het gasverbruik (door zachte winters); ‐ Het elektriciteitsgebruik lijkt enigszins te fluctueren. Doordat begin 2013 bleek dat de elektriciteitsmeter niet goed functioneerde is een conclusie te voorbarig. Laswerkzaamheden lijken van invloed te zijn geweest. Verder zal de ingebruikname van de nieuwe bedrijfshal en wasplaats gezorgd hebben voor extra elektriciteitsverbruik. ‐ Terugdringing van het brandstofverbruik is nog niet te zien. Er wordt duidelijk meer op de zaak getankt. Verder blijkt het verbruik op de projectlocatie hoog. Nader onderzoek is nodig.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 8 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
De toename van het verbruik heeft waarschijnlijk te maken met: 1/ De locatie en de omvang van de projecten. In 2014 waren er meer kleine klussen die naast elkaar liepen. De uitvoerders maakten daardoor meer kilometers. 2/ Verschil in productie van biomassa. Verbruik brandstof op projectlocatie waar de shredder staat: 49349 ltr in 2012H1, 63239 ltr in 2012H2, 36215 ltr in 2013H1, 51155 ltr in 2013H2, 66726 ltr in 2014H1 en 74934 l in 2014H2. Noot: Het brandstofverbruik is duidelijk toegenomen. De mate waarin is niet exact weer te geven, omdat er op de projectlocatie in 2014 ook diverse andere GWW‐werkzaamheden hebben plaatsgevonden en de IBC‐tank dus niet alleen voor biomassa is gebruikt.
De uitstoot wordt vooral veroorzaakt door de bedrijfswagens en het materieel. Het elektriciteitsgebruik en het gasverbruik hebben een kleine invloed op de totale footprint. De overhead‐activiteiten blijven bij Hooijer een bescheiden plaats innemen.
In H1 2013, H2 2013, H1 2014 en H2 2014 waren er geen projecten met gunningvoordeel. Ook zijn er geen projecten met gunningsvoordeel aangenomen om in H1 2015 uit te voeren.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 9 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
4.3
Trends
Ten opzichte van het basisjaar is de CO2‐uitstoot gestegen, zoals al in 4.2 is verwoord. 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen
Of aan de reductiedoelstelling wordt voldaan is op het moment van opmaken van de periodieke rapportage nog niet bekend, omdat de brutomarge over 2014 nog niet bekend is. Dat wil zeggen: (Omzet – Kosten) / CO2‐uitstoot. De brutomarge mbt 2012 was 4,341K De brutomarge mbt 2013 was 3,707K Door deze waarden met elkaar te vergelijken komen we op: (3,707‐4,341)/4,341=‐0,146. Dit komt in 2013 neer op een reductie van 14,6 %. Op basis van de tot op heden opgedane ervaringen vinden we het te vroeg om te concluderen dat de reductie momenteel meer dan 10% is als gevolg van de getroffen maatregelen. Het CO2‐bewustzijn is zeker toegenomen en een reductie in het brandstofverbruik zal er zeker zijn. Voor de onderbouwing is meer inzicht en meer cijfermateriaal nodig. Daar is in 2014 hard aan gewerkt, zoals onder andere blijkt uit het cijfermateriaal dat opgenomen is in het interne energie audit verslag over 2014. Wanneer geen rekening gehouden wordt met de brutomarge dan blijkt eveneens dat we in 2013 een CO2‐reductie hebben gerealiseerd. Tegelijk zien we dat er in 2014 meer CO2‐uitstoot was. C02 ‐uitstoot / € omzet Reductie t.o.v. 2012 C02/€
2012
2013
2014
0,1358
0,1245
0,1605
8,38%
‐18,11%
Om het bewustzijn te versterken hebben kraanmachinisten eind september 2014 een cursus “Het nieuwe draaien” gevolgd. Eveneens zijn medewerkers via een toolbox geïnformeerd over enkele verbruikscijfers van vrachtauto’s, werkbusjes en personenauto’s om het inzicht te delen en zo samen het brandstofverbruik terug te dringen. Voortgang reductie en nieuwe inzichten: Bij het (jaarlijkse) functioneringsgesprek komt energieverbruik ook aan de orde; Half juli 2014 is een nieuw tanksysteem geplaatst om de getankte liters te kunnen koppelen aan de voertuigen en/of materieelstukken. Om te kunnen tanken moet de km‐stand worden opgegeven. De eerste data is verzameld. Begin 2015 volgt er een analyse. Medewerkers zullen aangesproken worden om samen te zorgen voor voldoende gegevens; Onderzoek wordt vervolgd naar de plaatsing zonnepanelen; In 2015/2016 wordt een onderzoek gedaan naar plaatsing van een start‐stop systeem in materieel; Aanschaf van nieuw groot materieel wordt op korte termijn niet verwacht.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 10 van 11
Hooijer Renkum B.V. Hooijer Wegenbouw B.V.
4.5
Onzekerheden
De elektriciteitsrekening geeft het verbruik per maand aan. Zo kan per halfjaar de CO2‐uitstoot worden bepaald. De gasrekening loopt van maart 2013 tot februari 2014. Het verbruik in 2014 is bepaald aan de hand van zelf vastgelegde meetwaarden. Dit blijkt nauwkeuriger dan door het nemen van percentages van het jaarverbruik. Ten opzichte van 2013 is de meetonzekerheid bij het gasverbruik kleiner geworden. Het doel is om dit verder terug te dringen door dichter op 1‐1 en 1‐7 de meetwaarde vast te leggen. 4.6 Medewerker bijdrage Hooijer maakt het op de volgende manier mogelijk voor medewerkers om bij te dragen aan en mee te denken over CO2‐reductie: ‐ Mededeling tussendoor aan het personeel inzake de CO2‐prestatieladder; ‐ Mededelingen binnen het uitvoerdersoverleg inzake de CO2‐prestatieladder; ‐ Mededeling (dec. 2013) over het behaald hebben van het CO2‐Bewust Certificaat Niveau 3; ‐ Toolbox (april 2014) over ‘Energieverbruikers’; ‐ Toolbox (juli 2014) mbt ‘brandstofpas’; ‐ Personeelsbijeenkomst (juli 2014) met terugkoppeling status CO2‐prestatieladder, waarbij medewerkers gevraagd is om een bijdrage te leveren om zo samen te zorgen voor CO2‐ reductie; ‐ Personeelsbijeenkomst (dec/jan 2015) met betrekking tot stationair draaien en enkele verbruikscijfers. Tijdens de bijeenkomsten zijn medewerkers in de gelegenheid gesteld om ideeën aan te dragen. De medewerkers hebben in de afgelopen periode de volgende vermeldenswaardige ideeën ingebracht: 1/ Aanschaf accuslijpmachine zodat geen aggregaat nodig is op de projectlocatie voor gering slijpwerk; 2/ Eventuele aanschaf van een bandenspanningsmeter met een luchtpomp om tijdens het tanken de banden op spanning te brengen. Laatstgenoemd idee wordt besproken met de directie.
Periodieke rapportage ‐ Hooijer 2014 H2r1.doc
Pagina 11 van 11