47354
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MINISTERE DES FINANCES F. 1999 — 3966
MINISTERIE VAN FINANCIEN [C − 99/03632]
3 DECEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal relatif a` la frappe de pie`ces comme´moratives de 250 francs en argent a` l’occasion du mariage de S.A.R. le Prince Philippe et Mademoiselle Mathilde d’Udekem d’Acoz ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l’article 112 de la Constitution; Vu la loi du 12 juin 1930 portant cre´ation d’un Fonds mone´taire, notamment l’article 1er, modifie´ par les lois des 28 juin 1967 et 23 décembre 1988;
N. 1999 — 3966
[C − 99/03632]
3 DECEMBER 1999. — Koninklijk besluit betreffende het slaan van zilveren herdenkingsmuntstukken van 250 frank ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. Prins Filip en Jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op artikel 112 van de Grondwet; Gelet op de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 28 juni 1967 en 23 december 1988;
Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, rendu le 4 octobre 1999;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financie¨n, van 4 oktober 1999;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donne´ le 16 novembre 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 16 november 1999;
Vu les lois sur le Conseil d’Etat coordonne´es le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, §1, modifie´ par les lois des 9 août 1980, 16 juin 1989 et 4 juillet 1989, 6 avril 1995 et 4 août 1996;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996;
Vu l’urgence; Conside´rant que les pie`ces doivent encore eˆtre e´mises le 4 décembre 1999, compte tenu de l’objet de cette e´mission; Sur la proposition de Notre Ministre des Finances, Nous avons arreˆté et arreˆtons : Article 1er. A l’occasion du mariage de S.A.R. le Prince Philippe et Mademoiselle Mathilde d’Udekem d’Acoz, sont frappe´es en 1999, 300 000 pie`ces de 250 francs en argent de qualite´ courante et 25 000 pie`ces de 250 francs en argent de qualite´ proof.
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de munten nog op 4 december 1999 moeten worden uitgegeven, rekening houdend met het ontwerp van deze uitgifte; Op de voordracht van Onze Minister van Financie¨n, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. Prins Filip met Jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz, worden 300 000 zilverstukken van 250 frank in circulatiekwaliteit en 25 000 zilverstukken van 250 frank in proof-uitvoering geslagen.
Art. 2. Les pie`ces ont les caracte´ristiques suivantes :
Art. 2. De stukken hebben de hiernavolgende ken-merken :
1) titre en argent : 925 millie`mes;
1) gehalte aan zilver : 925 duizendsten;
2) poids : 18,75 grammes avec une tole´rance de 1,5 % en plus;
2) gewicht : 18,75 gram met een remedie van 1,5 % naar boven;
3) diame`tre : 33 millime`tres.
3) diameter : 33 millimeter.
La tranche est cannele´e.
De muntrand is gekarteld.
Les pie`ces de qualite´ proof sont polies et sont produites en frappe me´daille. Elles portent la mention « QP ».
De muntstukken in proof-uitvoering zijn gepolijst en worden geproduceerd in medailleslag, en dragen de vermelding « QP ».
Art. 3. A l’avers, la pie`ce porte les effigies de S.A.R. le Prince Philippe (a` droite, lat teˆte tourne´e vers la gauche) et de Mademoiselle Mathilde d’Udekem d’Acoz (a` gauche, la teˆte tourne´e vers la droite) faisant face. Elles sont surmonte´es de l’inscription MATHILDE — PHILIPPE — FILIP; en bas la date 4.XII.1999 et les initiales du graveur P.H.
Art. 3. Het stuk draagt op de voorzijde de naar elkaar kijkende beeldenaars van Z.K.H. Prins Filip (rechts, het hoofd naar links gekeerd) en Jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz (links, het hoofd naar rechts gekeerd), waarboven het inschrift MATHILDE — PHILIPPE — FILIP. Onderaan, de datum 4.XII.1999 en de initialen van de kunstenaar P.H.
Au revers sont grave´es deux mains se tendant l’une vers l’autre et portant chacune une alliance a` l’annulaire, avec a` l’arrie`re-plan une rose a` deux feuilles. En-dessous la tige de la fleur, l’indication de la valeur nominale de 250 F, entoure´es du diffe´rent du Commissaire des Monnaies, une balance, et la marque de Bruxelles, une teˆte casque´ de l’archange Michel.
De keerzijde draagt de afbeelding van twee naar elkaar reikende handen met telkens een ring rond de ringvinger, geplaatst op een roos met twee bladeren. Onderaan de stengel van de roos, de waardeaanduiding 250 F geflankeerd door het muntmeesterteken, een weegschaal, en het muntteken van Brussel, een gehelmd hoofd van de aartsengel Michae¨l.
En exergue, l’inscription BELGIE — BELGIQUE — BELGIEN.
Onderaan, langs de rand, het omschrift BELGIE — BELGIQUE — BELGIEN.
Art. 4. La pie`ce vise´e par le pre´sent arreˆte´ a cours le´gal en Belgique concurremment avec les monnaies et billets actuellement en circulation.
Art. 4. Het in dit besluit bedoelde stuk is in Belgie¨ wettelijk gangbaar, samen met de thans in omloop zijn- de muntstukken en biljetten.
Le pouvoir libe´ratoire entre particuliers de la pie`ce de 250 francs e´mise en vertu du pre´sent arreˆte´ est illimite´.
De wettelijke betaalkracht onder particulieren van het krachtens dit besluit uitgegeven muntstuk van 250 frank is onbeperkt.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47355
Art. 5. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6. Notre Ministre des Finances est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 6. Onze Minister van Financie¨n is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 3 décembre 1999.
Gegeven te Brussel, 3 december 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Finances, D. REYNDERS
De Minister van Financie¨n, D. REYNDERS c
F. 1999 — 3967 [C − 99/03633] 3 DECEMBRE 1999. — Arreˆte´ ministe´riel fixant le prix d’e´mission des pie`ces comme´moratives de 250 francs en argent, a` l’occasion du mariage de S.A.R. le Prince Philippe et Mademoiselle Mathilde d’Udekem d’Acoz
N. 1999 — 3967 [C − 99/03633] 3 DECEMBER 1999. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de uitgifteprijs van de zilveren herdenkingsmuntstukken van 250 frank ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. Prins Filip met Jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz De Minister van Financie¨n,
Le Ministre des Finances, Vu la loi du 12 juin 1930 portant cre´ation d’un Fonds mone´taire, notamment l’article 1er modifie´ par les lois des 28 juin 1967 et 23 de´cembre 1988, et l’article 2, modifie´ par la loi du 23 de´cembre 1988; Vu l’arreˆte royal du 3 décembre 1999 relatif a` la frappe de pie`ces comme´moratives de 250 francs en argent a` l’occasion du mariage de S.A.R. le Prince Philippe et Mademoiselle Mathilde d’Udekem d’Acoz. Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, rendu le 4 octobre 1999. Vu l’accord du Ministre du Budget, donne´ le 16 novembre 1999; Vu les lois sur le Conseil d’Etat coordonne´es le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, modifie´ par les lois des 9 aouˆt 1980, 16 juin 1989 et 4 juillet 1989, 6 avril 1995 et 4 aouˆt 1996; Vu l’urgence; Conside´rant que les pie`ces doivent encore eˆtre e´mises le 4 de´cembre 1999, compte tenu de l’objet de cette e´mission,
Gelet op de wet van 12 juni 1930 tot oprichting van een Muntfonds, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 28 juni 1967 en 23 december 1988, en op artikel 2, gewijzigd bij de wet van 23 december 1988; Gelet op het Koninklijk besluit van 3 december 1999 betreffende het slaan van zilveren herdenkingsmuntstukken ter gelegenheid van het huwelijk van Z.K.H. Prins Filip met Jonkvrouw Mathilde d’Udekem d’Acoz. Gelet op het advies van de Inspecteur van Financie¨n van 4 oktober 1999. Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 16 november 1999; Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989 en 4 juli 1989, 6 april 1995 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat de munten nog op 4 december 1999 moeten worden uitgegeven, rekening houdend met het ontwerp van deze uitgifte, Besluit :
Arreˆte : er
Article 1 . Le prix d’e´mission de la pie`ce comme´morative de 250 F en qualite´ proof est fixe´ a` 1 100 F par pie`ce.
Artikel 1. De uitgifteprijs van de herdenkingsmunt van 250 F, in proof-kwaliteit, is vastgesteld op 1 100 F per munt.
Art. 2. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. Brussel, 3 december 1999.
Bruxelles, le 3 décembre 1999.
D. REYNDERS
D. REYNDERS
* MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L’ENVIRONNEMENT
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
F. 1999 — 3968 [C − 99/24055] 19 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal accordant aux me´decinsfonctionnaires de l’Institut national d’assurance maladieinvalidite´, une allocation pour compenser l’interdiction d’exercer toute autre pratique me´dicale
N. 1999 — 3968 [C − 99/24055] 19 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit tot toekenning aan de geneesheren-ambtenaren van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, van een toelage ter compensatie van het verbod tot uitoefening van enige andere medische praktijk.
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 16 mars 1954 relative au controˆle de certains organismes d’inte´reˆt public, notamment l’article 11, remplace´ par la loi du 22 juillet 1993; Vu l’arreˆte´ royal n° 35 du 20 juillet 1967 portant le statut et le bare`me des me´decins-conseil charge´s d’assurer aupre`s des organismes assureurs le controˆle me´dical de l’incapacite´ primaire et des prestations de sante´ en vertu de la loi du 9 août 1963, instituant et organisant un re´gime d’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidite´, notamment les articles 5, §§ 1 et 2, 5bis et 14 modifie´s par les arreˆte´s royaux des 24 août 1970, 28 décembre 1971, 17 août 1973, 15 avril 1977, 31 octobre 1979 et 12 juillet 1991;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, vervangen bij de wet van 22 juli 1993; Gelet op het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserend geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidsverstrekkingen overeenkomstig de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, inzonderheid op de artikelen 5, §§ 1 en 2, 5bis en 14, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 24 augustus 1970, 28 december 1971, 17 augustus 1973, 15 april 1977, 31 oktober 1979 en 12 juli 1991;
47356
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu l’arreˆte´ royal du 8 janvier 1973 portant statut pe´cuniaire du personnel de certains organismes d’inte´reˆt public, notamment l’article 3, § 1er, 10°; Vu l’arreˆte´ royal du 1er février 1982 fixant les e´chelles de traitement des grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladieinvalidite´ pour la pe´riode du 1er juillet 1969 au 31 mars 1973 inclus; Vu l’arreˆte´ royal du 1er février 1982 fixant les e´chelles de traitement des grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladieinvalidite´ pour la pe´riode du 1er avril au 31 juillet 1973 inclus; Vu l’arreˆte´ royal du 1er février 1982 fixant les e´chelles de traitement des grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladieinvalidite´ a` dater du 1er août 1973 modifie´ par les arreˆte´s royaux des 15 juillet 1991, 3 juin 1992 et 31 janvier 1997, Vu l’arreˆte´ royal du 8 novembre 1998 fixant les diverses dispositions pe´cuniaires applicables aux grades particuliers de l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´; Vu l’accord du Comite´ ministe´riel de coordination e´conomique et sociale donne´ au cours de sa se´ance du 20 mai 1970; Vu l’avis du Comite´ ge´ne´ral de gestion de l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donne´ les 8 mai 1998 et 29 avril 1999; Vu l’accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donne´ les 8 mai 1998 et 29 avril 1999; Vu le protocole du 25 juin 1998 dans lequel sont consigne´es les conclusions de la ne´gociation mene´e au sein du Comite´ de secteur XII; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales; Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 3, § 1, 10°; Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1982 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor de periode van 1 juli 1969 tot en met 31 maart 1973; Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1982 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor de periode van 1 april tot en met 31 juli 1973; Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 1982 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering voor de periode vanaf 1 augustus 1973, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 15 juli 1991, 3 juni 1992 en 31 januari 1997; Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk op de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; Gelet op het akkoord van het Ministerieel comite´ voor economische en sociale coo¨rdinatie gegeven ter zitting van 20 mei 1970; Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomite´ van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 8 mei 1998 en 29 april 1999; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 8 mei 1998 en 29 april 1999; Gelet op het protocol van 25 juni 1998 waarin de conclusies van de onderhandelingen gevoerd binnen het sectorcomite´ XII worden vermeld, Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken; Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Il est accorde´ aux agents de l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´ qui exercent une fonction pour laquelle le diploˆme de docteur en me´decine-chirurgie et accouchements est exige´, une allocation pour compenser l’interdiction d’exercer toute autre pratique me´dicale.
Artikel 1. Aan de personeelsleden van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering die een ambt uitoefenen waarvoor het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde vereist is, wordt een toelage toegekend, ter compensatie van het verbod tot uitoefening van enige andere medische praktijk.
Cette allocation ne constitue pas une re´mune´ration ni un supple´ment de re´mune´ration,
Deze toelage is noch een bezoldiging, noch een bijkomende bezoldiging.
Elle est liquide´e mensuellement a` terme e´chu et n’est due que si l’inte´resse´ peut pre´tendre a` sa re´mune´ration.
Zij wordt maandelijks na vervallen termijn uitbetaald en is enkel verschuldigd indien belanghebbende op zijn bezoldiging aanspraak kan maken.
En cas de prestations incomple`tes, cette allocation est paye´e au prorata des prestations accomplies.
In geval van onvolledige prestaties wordt deze toelage betaald naar rata van de gedane prestaties.
Art. 2. Pour l’anne´e 1970, le montant de l’allocation est fixe´ a` un montant forfaitaire annuel brut de :
Art. 2. Voor het jaar 1970, is het bedrag van de toelage vastgesteld op een forfaitair brutojaarbedrag van :
— 40.000 francs pour les me´decins-fonctionnaires titulaires d’un grade des rangs 10, 11 ou 15,
— 40.000 frank voor de geneesheren-ambtenaren met een graad van de rangen 10, 11 of 15;
— 60.000 francs pour les me´decins-fonctionnaires titulaires d’un grade du rang 16.
— 60.000 frank voor de geneesheren-ambtenaren met een graad van rang 16.
Elle est liquide´e par tranche mensuelle e´gale a` 1/12e´me de ce montant.
De toelage wordt in maandelijkse schijven, gelijk aan 1/12e van dit bedrag, uitbetaald.
Art. 3. § 1er. — A partir du 1er janvier 1971, le montant mensuel brut de l’allocation vise´e a` l’article 1er, est e´gal a` la diffe´rence entre :
Art. 3. § 1. — Vanaf 1 januari 1971 is het brutomaandbedrag van de in artikel 1 bedoelde toelage gelijk aan het verschil tussen :
— d’une part, la re´mune´ration mensuelle brute alloue´e au me´decinconseil conforme´ment aux articles 5, §§ 1 et 2, ainsi que 5bis de l’arreˆte´ royal n° 35 du 20 juillet 1967 portant le statut et le bare`me des me´decins-conseil charge´s d’assurer aupre`s des organismes assureurs le controˆle me´dical de l’incapacite´ primaire et des prestations de sante´ en vertu de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un re´gime d’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidite´;
— enerzijds de aan de adviserend geneesheer toegekende brutomaandbezoldiging, overeenkomstig de artikelen 5, §§ 1 en 2, en 5bis van het koninklijk besluit nr. 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserende geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidsverstrekkingen overeenkomstig de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte-en invaliditeitsverzekering;
— d’autre part, la re´mune´ration mensuelle brute, alloue´e pour la ou les meˆmes pe´riodes au me´decin-fonctionnaire en vertu des arreˆte´s royaux du 1er février 1982 fixant les e´chelles de traitement des grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´, respectivement pour la pe´riode du 1er juillet 1969 au 31 mars 1973 inclus, pour la pe´riode du 1er avril 1973 au 31 juillet 1973 inclus, et a` dater du 1er août 1973 ou en vertu de l’arreˆte´ royal du 29 août 1997 fixant les e´chelles de traitement des grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´, a` dater du 1er janvier 1994.
— anderzijds, de brutomaandbezoldiging toegekend aan de geneesheer-ambtenaar voor dezelfde periode of perioden, krachtens de koninklijke besluiten van 1 februari 1982 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, respectievelijk voor de periode van 1 juli 1969 tot en met 31 maart 1973, voor de periode van 1 april 1973 tot en met 31 juli 1973 en te rekenen vanaf 1 augustus 1973 of krachtens het Koninklijk besluit van 29 augustus 1997 tot vaststelling van de weddeschalen van de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering te rekenen vanaf 1 januari 1994.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47357
Toutefois, pour le calcul de l’allocation a` attribuer aux me´decinsfonctionnaires titulaires d’un grade des rangs 11, 12, 13, 15 ou 16, la re´mune´ration du me´decin-conseil vise´e a` l’aline´a 1er est majore´e respectivement :
Voor de berekening van de toelage die moet toegekend worden aan de geneesheren-ambtenaren, met een graad van de rangen 11, 12, 13, 15 of 16, wordt de in het eerste lid bedoelde bezoldiging van adviserend geneesheer evenwel verhoogd respectievelijk met :
1° de 10, 15 et 20 pc a` partir du 1er janvier 1971 pour les me´decins-fonctionnaires titulaires d’un grade des rangs 11, 15 ou 16;
1° 10, 15 en 20 pct vanaf 1 januari 1971 voor de geneesherenambtenaren met een graad van de rangen 11, 15 of 16;
2° de 12, 5 pc a` partir du 19 juin 1980, pour les me´decinsfonctionnaires titulaires d’un grade du rang 12;
2° 12,5 pct vanaf 19 juni 1980 voor de geneesheren-ambtenaren met een graad van rang 12;
3° de 14 pc a` partir du 1er juillet 1986 pour les me´decinsfonctionnaires titulaires d’un grade du rang 13
3° 14 pct vanaf 1 juli 1986 voor de geneesheren-ambtenaren met een graad van rang 13.
§ 2. — A partir du 1er février 1998, l’allocation vise´e a` l’article 1er est e´gale a` la diffe´rence entre :
§ 2. — De in artikel 1 bedoelde toelage is met ingang van 1 februari 1998 gelijk aan het verschil tussen :
— d’une part, la re´mune´ration mensuelle brute alloue´e au me´decinconseil conforme´ment aux articles 5, §§ 1er et 2, ainsi que 5bis de l’arreˆte´ royal n° 35 du 20 juillet 1967 portant le statut et le bare`me des me´decins-conseil charge´s d’assurer aupre`s des organismes assureurs le controˆle me´dical de l’incapacite´ primaire et des prestations de sante´ en vertu de la loi du 9 août 1963 instituant et organisant un re´gime d’assurance obligatoire contre la maladie et l’invalidite´. Pour l’application de cet aline´a, la re´mune´ration mensuelle brute est calcule´e sur la re´mune´ration fixe´e a` partir du 1er janvier 1992 a` l’article 5, § 1er, de l’arreˆte´ royal pre´cite´;
— enerzijds de aan de adviserend geneesheer toegekende brutomaandbezoldiging, overeenkomstig de artikelen 5, §§ 1 en 2, en 5bis van het koninklijk besluit nr 35 van 20 juli 1967 houdende het statuut en het barema van de adviserend geneesheren die tot taak hebben bij de verzekeringsinstellingen in te staan voor de geneeskundige controle op de primaire arbeidsongeschiktheid en op de gezondheidsverstrekkingen overeenkomstig de wet van 9 augustus 1963 tot instelling en organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering. Voor de toepassing van dit lid wordt de brutomaandbezoldiging berekend op de vanaf 1 januari 1992 in artikel 5, § 1, van het voormeld koninklijk besluit vastgestelde bezoldiging;
— d’autre part, la re´mune´ration mensuelle brute, alloue´e pour la ou les meˆmes pe´riodes au me´decin-fonctionnaire en vertu de l’arreˆte´ royal du 8 novembre 1998 fixant les diverses dispositions pe´cuniaires applicables aux grades particuliers a` l’Institut national d’assurance maladie-invalidite´.
— anderzijds de brutomaandbezoldiging toegekend aan de geneesheer-ambtenaar voor dezelfde periode of perioden krachtens het koninklijk besluit van 8 november 1998 tot vaststelling van de diverse geldelijke bepalingen toepasselijk of de bijzondere graden bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Toutefois, pour le calcul de l’allocation a` attribuer aux me´decinsfonctionnaires titulaires d’un grade des rangs 10, 13, 15 ou 16, la re´mune´ration du me´decin-conseil vise´e a` l’aline´a 1er est majore´e respectivement de :
Voor de berekening van de toelage die moet toegekend worden aan de geneesheren-ambtenaren, met een graad van de rangen 10, 13, 15 of 16, wordt de in het eerste lid bedoelde bezoldiging van de adviserend geneesheer evenwel verhoogd respectievelijk met :
1° 10 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur (rang 10) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.512.966 - 2.116.998;
1° 10 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur (rang 10) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.512.966 - 2.116.998;
2° — 12,5 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur (rang 10) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.538.041 - 2.158.375
2° - 12,5 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur (rang 10) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.538.041 - 2.158.375
— 12,5 % pour les medecins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur (rang 10), reveˆtus auparavant du grade raye´ de me´decin-inspecteur principal — chef de service (rang 12) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.579.752 - 2.200.097;
12,5 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur (rang 10), voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend geneesheer-inspecteur — hoofd van dienst (rang 12) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.579.752 - 2.200.097;
3° 14 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur-directeur (rang 13) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.571.740 - 2.200.093;
3° 14 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur-directeur (rang 13) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.571.740 - 2.200.093;
4° 14,5 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur-directeur (rang 13) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.606.740 - 2.235.093;
4° 14,5 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur-directeur (rang 13) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.606.740 - 2.235.093;
5° 15 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-inspecteur ge´ne´ral (rang 15) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.646.531 - 2.283.211;
5° 15 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-inspecteur-generaal (rang 15) en bezoldigd in de weddeschaal : 1.646.531 - 2.283.211;
6° 20 % pour les me´decins-fonctionnaires titulaires du grade de me´decin-directeur ge´ne´ral (rang 16) et re´mune´re´s dans l’e´chelle de traitement : 1.843.916 - 2.431.635.
6° 20 % voor de geneesheren-ambtenaren titularis van de graad van geneesheer-directeur-generaal (rang 16), bezoldigd in de weddeschaal : 1.843.916 - 2.431.635.
Pour l’application du pre´sent paragraphe, le nombre de me´decinsfonctionnaires auxquels une allocation peut eˆtre accorde´e, est fixe´ a` 124 unite´s.
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt het aantal geneesherenambtenaren waaraan de toelage kan worden toegekend, beperkt tot 124 eenheden.
Art. 4. Le re´gime de mobilite´ applicable au traitement du personnel des ministe`res s’applique e´galement aux re´mune´rations servant de base au calcul de l’allocation.
Art. 4. De mobiliteitsregeling die op de wedde van het personeel van de ministeries toepasselijk is, is eveneens van toepassing op de bezoldigingen Die als grondslag voor het berekenen van de toelage dienen.
Art. 5. § 1er. — Le me´decin-fonctionnaire signale´ par la mention ″insuffisant″ est prive´ pendant six mois de l’augmentation de l’allocation a` laquelle il pourrait normalement pre´tendre.
Art. 5. § 1. — De geneesheer-ambtenaar met een beoordeling ″onvoldoende″ wordt gedurende zes maanden de verhoging van de toelage ontzegd waarop hij normaal aanspraak kon maken.
§ 2. — A partir du 15 septembre 1997, le me´decin-fonctionnaire dont l’e´valuation porte la mention ″insuffisant″ est, a` dater de la premie`re augmentation d’allocation qui suit la date d’attribution de cette mention, prive´ pendant un an de l’effet de l’augmentation d’allocation.
§ 2. — Vanaf 15 september 1997 wordt de geneesheer-ambtenaar van wie de evaluatie de vermelding ″onvoldoende″ draagt, vanaf de eerste verhoging van de toelage die op de datum van toekenning van deze vermelding volgt, gedurende e´e´n jaar de uitwerking van de toelageverhoging ontzegd.
47358
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 6. § 1er. — Entre le 1er janvier 1971 et le 30 août 1996, l’allocation accorde´e au medecin-fonctionnaire qui assume une fonction supe´rieure a` celle du grade dont il est titulaire correspond :
Art. 6. § 1. — Tussen 1 januari 1971 en 30 augustus 1996 stemt de toelage toegekend aan de geneesheer-ambtenaar die een hogere functie dan die van zijn graad uitoefent, overeen met :
— pendant la pe´riode initiale de huit mois conse´cutive a` sa de´signation, a` l’allocation dont il be´ne´ficie dans son grade re´el,
— gedurende de aanvangsperiode van acht maanden na zijn aanstelling, de toelage waarop hij in zijn werkelijke graad gerechtigd is;
— a` l’expiration de la pe´riode initiale de huit mois, a` l’allocation dont be´ne´ficierait le me´decin-fonctionnaire dans le grade de la fonction assume´e provisoirement.
— bij het verstrijken van de aanvangsperiode van acht maanden, de toelage waarop de geneesheer-ambtenaar in de graad van de voorlopig uitgeoefende functie gerechtigd zou zijn.
§ 2. — A dater du 31 août 1996, l’allocation accorde´e au me´decinfonctionnaire qui assume une fonction supe´rieure à celle du grade dont il est titulaire correspond :
§ 2. — Vanaf 31 augustus 1996, stemt de toelage toegekend aan de geneesheer-ambtenaar die een hogere functie dan die van zijn graad uitoefent, overeen met :
— pendant la pe´riode initiale de six mois conse´cutive a` sa de´signation, a` l’allocation dont il be´ne´ficie dans son grade re´el;
— gedurende de aanvangsperiode van zes maanden na zijn aanstelling, de toelage waarop hij in zijn werkelijke graad gerechtigd is;
— a` l’expiration de la pe´riode initiale de six mois, a` l’allocation dont be´ne´ficierait le me´decin-fonctionnaire dans le grade de la fonction assume´e provisoirement.
— bij het verstrijken van de aanvangsperiode van zes maanden, de toelage waarop de geneesheer-ambtenaar in de graad van de voorlopig uitgeoefende functie gerechtigd zou zijn.
§ 3. — A partir du 1er février 1998, l’allocation accorde´e au me´decin-fonctionnaire en service a` cette date, qui assume une fonction supe´rieure a` celle du grade dont il est titulaire correspond :
§ 3. — Met ingang van 1 februari 1998, komt de toelage toegekend aan de geneesheer-ambtenaar die op die datum in dienst is en die een hogere functie uitoefent dan die van de graad waarvan hij titularis is, overeen :
— pendant la pe´riode initiale de six mois conse´cutive a` sa de´signation, a` l’allocation dont il be´ne´ficie dans son grade re´el;
— gedurende de aanvangsperiode van zes maanden na zijn aanwijzing, met de toelage die hij in zijn werkelijke graad geniet;
— a` l’expiration de la pe´riode initiale de six mois, au montant de l’allocation tel que fixe´ a` l’article 3, § 2, correspondant au grade de la fonction assume´e provisoirement.
— bij het verstrijken van de aanvangsperiode van zes maanden, met het bedrag van de toelage zoals bepaald in artikel 3, § 2, dat overeenkomt met de graad van het voorlopig uitgeoefend ambt.
Art. 7. Le pre´sent arreˆte´ produit ses effets le 1er janvier 1971, a` l’exception de(s) :
Art. 7. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1971, met uitzondering van :
— l’article 1er, qui produit ses effets le 1er janvier 1970;
— artikel 1, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1970;
— I’article 2, qui produit ses effets le 1er janvier 1970 et qui cesse ses effets le 1er janvier 1971;
— artikel 2, dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1970 en ophoudt uitwerking te hebben met ingang van 1 januari 1971;
— l’article 3, § 1, 2°, qui produit ses effets le 19 juin 1980;
— artikel 3, § 1, 2°, dat uitwerking heeft met ingang van 19 juni 1980;
— I’article 3, § 1, 3°, qui produit ses effets le 1er juillet 1986;
— artikel 3, § 1, 3°, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 1986;
— articles 3, § 2 et 6, § 3 qui produisent leurs effets le 1er février 1998;
de artikelen 3, § 2 en 6, § 3, die uitwerking hebben op 1 februari 1998;
— I’article 5, § 2, qui produit ses effets le 15 septembre 1997;
artikel 5, § 2, dat uitwerking heeft met ingang van 15 september 1997;
— I’article 6, § 2, qui produit ses effets le 31 août 1996.
artikel 6, § 2, dat uitwerking heeft met ingang van 31 augustus 1996.
Art. 8. Notre Ministre des Affaires sociales est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 8. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de Uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 19 november 1999
Donne´ a` Bruxelles, le 19 novembre 1999
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales, F. VANDENBROUCKE
De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE
c
F. 1999 — 3969 [C − 99/24083] 19 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal visant a` assimiler les journe´es d’interruption de travail re´sultant du choˆmage pour force majeure duˆ a` la crise de la dioxine, dans le re´gime des vacances annuelles des travailleurs manuels salarie´s
N. 1999 — 3969 [C − 99/24083] 19 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit houdende gelijkstelling van de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge werkloosheid wegens overmacht, ten gevolge van de dioxinecrisis, in het stelsel der jaarlijkse vakantie van de loonarbeiders
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu les lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s, coordonne´es le 28 juin 1971, notamment l’article 3 et l’article 10, aline´a 1er; Vu l’avis du Comite´ de gestion de l’Office national des Vacances annuelles du 6 octobre 1999; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donne´ le 30 juillet 1999;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoo¨rdineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 3 en artikel 10, eerste lid; Gelet op het advies van het Beheerscomite´ van de Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie van 6 oktober 1999; Gelet op het advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 30 juli 1999; Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 12 oktober 1999;
Vu l’accord du Ministre du Budget, donne´ le 12 octobre 1999;
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’urgence motive´e par le fait que les employeurs en question doivent eˆtre informe´s sans de´lai au sujet de la de´claration spe´cifique des jours de choˆmage temporaire pour force majeure duˆ a` la crise de la dioxine qu’ils doivent faire aux caisses de vacances compe´tentes et par le fait que les institutions administratives compe´tentes doivent prendre les dispositions utiles afin de pouvoir effectuer des controˆles des de´clarations relatives aux jours de choˆmage temporaire pour force majeure duˆ a` la crise de la dioxine; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donne´ le 5 novembre 1999, en application de l’article 84, aline´a premier, 2°, des lois coordonne´es sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre des Affaires sociales, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
47359
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de betrokken werkgevers dringend dienen geı¨nformeerd te worden betreffende de specifieke aangifte die zij dienen te doen van de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis aan de bevoegde vakantiekassen en door de omstandigheid dat de bevoegde administratieve instellingen de nodige schikkingen moeten treffen om controles te kunnen uitvoeren op de verklaringen inzake de dagen van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 5 november 1999, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoo¨rdineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
er
Article 1 . Pour le calcul du montant du pe´cule de vacances et de la dure´e des vacances pour les ouvriers et apprentis-ouvriers assujettis aux lois coordonne´es du 28 juin 1971 relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s, sont assimile´es a` des journe´es de travail effectif les journe´es d’interruption de travail re´sultant du choˆmage temporaire pour force majeure duˆ a` la crise de la dioxine dans les secteurs et les entreprises de´termine´s par le Ministre.
Artikel 1. Voor de berekening van het bedrag van het vakantiegeld en van de vakantieduur van de arbeiders en de leerling-arbeiders onderworpen aan de gecoo¨rdineerde wetten van 28 juni 1971 betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, worden met effectief gewerkte dagen gelijkgesteld, de dagen van arbeidsonderbreking ingevolge tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de dioxinecrisis in de sectoren en de ondernemingen bepaald door de Minister.
Art. 2. Pour le deuxie`me trimestre 1999, l’employeur doit envoyer avant le 31 décembre 1999, a` l’Office national des vacances annuelles ou a` la caisse de vacances compe´tente les documents justificatifs afin de comple´ter ou de modifier sa de´claration trimestrielle conforme´ment a` l’article 1er.
Art. 2. Voor het tweede kwartaal 1999 dient de werkgever vo´o´r 31 december 1999, de stukken tot staving aan de Rijksdienst voor jaarlijkse vakantie of het bevoegde vakantiefonds toe te zenden met het oog op de aanvulling of de wijziging van zijn kwartaalaangifte overeenkomstig artikel 1 .
Art. 3. Le pre´sent arreˆte´ produit ses effets le 27 mai 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 31 décembre 1999.
Art. 3. Dit besluit treedt in werking met ingang van 27 mei 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1999.
Art. 4. Notre Ministre des Affaires sociales est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 4. Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 1999.
Donne´ a` Bruxelles, le 19 novembre 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales,
De Minister van Sociale Zaken,
F. VANDENBROUCKE
F. VANDENBROUCKE
c
F. 1999 — 3970 [99/24081] 19 NOVEMBRE 1999. — Arrêté royal portant fixation du cadre organique de l’Office national des pensions
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 16 mars 1954 relative au contrôle de certains organismes d’intérêt public, notamment l’article 11, § 1er, remplacé par la loi du 22 juillet 1993; Vu l’avis motivé émis le 23 septembre 1998 par le Comité de Concertation de base de l’Office national des pensions; Vu l’avis émis par le Comité de Gestion de l’Office national des pensions; Vu l’avis du Délégué du Ministre des Finances, donné le 5 octobre 1998; Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 5 mars 1999; Vu l’accord de Notre Ministre de la Fonction publique, donné le 5 mars 1999;
N. 1999 — 3970 [99/24081] 19 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1, vervangen door de wet van 22 juli 1993; Gelet op het met redenen omkleed advies uitgebracht op 23 september 1998 door het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor pensioenen; Gelet op het advies uitgebracht door het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen; Gelet op het advies van de Afgevaardigde van de Minister van Financiën, gegeven op 5 oktober 1998; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 maart 1999; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 maart 1999;
47360
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen,
Sur la proposition de Notre Ministre des Pensions,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Nous avons arreˆté et arreˆtons : Article 1er. § 1er. Le cadre organique de l’Office national des Pensions est déterminé conformément au tableau ci-après :
Artikel 1. § 1. De personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabel :
I. Services centraux Personnel administratif
I. Centrale diensten Administratief personeel
Niveau 1
Niveau 1
Administrateur général
1
Administrateur-generaal
1
Administrateur général adjoint
1
Adjunct-administrateur-generaal
1
Conseiller général
6
Adviseur-generaal
6
Informaticien-directeur
3
Informaticus-directeur
3
1
Actuaris-directeur
Actuaire-directeur
1
Conseiller
24
Adviseur
24
Informaticien
11
Informaticus
11
Actuaire
4
Conseiller adjoint
102
Actuaris
4
Adjunct-adviseur
102
Niveau 2+
Niveau 2+
Assistant social principal Assistant social
}
4
Eerstaanwezend maatschappelijk assistent Maatschappelijk assistent
}
4
Assistant médical principal Assistant médical
}
2
Eerstaanwezend paramedicus Paramedicus
}
2
Traducteur principal Traducteur
}
4
Eerstaanwezend vertaler Vertaler
}
4
Comptable principal Comptable
}
3
Eerstaanwezend boekhouder Boekhouder
}
3
Analyste de programmation
26
Secrétaire de direction principal Programmeur Programmeur de 2e classe
(niveau 2)
5
}
Secrétaire de direction
39 7
Programmeringsanalist Programmeur Programmeur 2e klasse
Assistant administratif
Bestuurschef
552
Bestuursassistent
238 552
Klerk
406 Niveau 4
51
Beambte
51
Personnel de maîtrise, de métier et de service
Meesters-, vak- en dienstpersoneel
Niveau 3
Niveau 3 2
Vakman
Niveau 4 Ouvrier qualifié
9
Geschoold arbeider
Conseiller adjoint
9 II. Gewestelijke diensten
Niveau 1 Directeur régional
2 Niveau 4
II. Services régionaux Inspecteur-directeur
39
Niveau 3 406
Ouvrier spécialiste
}
Niveau 2 238
Niveau 4 Agent administratif
5
7
Niveau 3 Commis
(niveau 2)
Directiesecretaris
Niveau 2 Chef administratif
26
Eerstaanwezend directiesecretaris
Niveau 1 2
Inspecteur-directeur
2
15
Gewestelijk directeur
15
38
Adjunct-adviseur
Niveau 2
38 Niveau 2
Chef administratif
112
Bestuurschef
112
Assistant administratif
263
Bestuursassistent
263
Niveau 3 Commis
Niveau 3 87
Klerk
87
47361
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Niveau 4
Niveau 4
Agent administratif
12
§ 2. Les emplois suivants sont supprimés au départ de leur titulaire :
Beambte
12
§ 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan :
Services centraux : Administrateur général adjoint Chef opérateur mécanographe Opérateur-mécanographe
Centrale diensten :
}
Conseiller (*)
1 14
Adjunct-administrateur-generaal Hoofdoperateur-mechanograaf Operateur-mechanograaf
1
Adviseur (*)
1
}
1 14
Conseiller adjoint (*)
2
Adjunct-adviseur (*)
2
Traducteur (*)
1
Vertaler (*)
1
Conseiller (**)
1
Adviseur (**)
1
Assistant social p.p. & assistant social (**)
4
E.a. maatschappelijk assistent & maatschap. assist. (**)
4
Assistant social p.p. & assistant social (***)
2
E.a. maatschappelijk assistent & maatsch. assist. (***)
2
Trad.-réviseur ou traducteur-directeur (CPE) (****)
1
Vertaler-revisor of vertaler-directeur (VLU) (****)
1
Les emplois mentionnés ci-après du § 1er ne peuvent être pourvus que lorsque tous les emplois de l’alinéa 1er identifié par le nombre d’astérisques correspondant sont supprimés :
In de hierna vermelde betrekkingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer al de betrekkingen uit het eerste lid geïdentificeerd met het overeenkomstig aantal sterretjes zijn afgeschaft :
Actuaire (*)
2
Actuaris (*)
2
Informaticien (**)
1
Informaticus (**)
1
Chef administratif (***)
1
Bestuurschef (***)
1
Assistant administratif (***)
2
Bestuursassistent (***)
2
Conseiller adjoint (****)
1
Adjunct-adviseur (****)
1
Art. 2. Les emplois de l’article 1er, § 1er mentionnés ci-après ne peuvent être pourvus que dans la mesure où il est mis fin aux contrats d’entreprise avec les firmes privées spécialisées :
Art. 2. In de hiernavermelde betrekkingen van artikel 1, § 1 mag slechts worden voorzien naarmate de aannemingsovereenkomsten met de gespecialiseerde privébedrijven worden beëindigd :
Analyste de programmation
4
Programmeringsanalist
4
Programmeur
6
Programmeur
6
Le Délégué du Ministre des Finances doit constater que cette condition a été remplie, préalablement à l’occupation des emplois.
De Afgevaardigde van de Minister van Financiën moet vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat deze voorwaarde vervuld is.
Art. 3. L’article 11, §§ 1er à 6 de l’arrêté royal n° 513 du 27 mars 1987 portant suppression de la Caisse nationale des pensions de retraite et de survie et réorganisation de l’Office national des pensions pour travailleurs salariés, remplacé par l’arrêté royal du 2 décembre 1997, est conformément au § 7 de l’article précité, remplacé par le présent arrêté.
Art. 3. Artikel 11, §§ 1 tot 6 van het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart 1987 tot afschaffing van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen en tot reorganisatie van de Rijksdienst voor werknemerspensioenen, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 december 1997, wordt overeenkomstig § 7 van voornoemd artikel vervangen door dit besluit.
Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge et reste d’application jusqu’au 31 décembre 2002.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt en blijft van kracht tot 31 december 2002.
Art. 5. Notre Ministre des Pensions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 19 novembre 1999.
Gegeven te Brussel, 19 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et des Pensions, F. VANDENBROUCKE
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE
47362
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3971
[99/24080]
N. 1999 — 3971
19 NOVEMBRE 1999. — Arrêté royal fixant les cadres linguistiques de l’Office national des pensions
[99/24080]
19 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de taalkaders van de Rijksdienst voor pensioenen
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu les lois sur l’emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, notamment l’article 43, § 3;
Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid artikel 43, § 3;
Vu l’arrêté royal du 14 septembre 1994 déterminant, en vue de l’application de l’article 43 des lois sur l’emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, les grades des agents de certains services centraux, qui constituent un même degré de la hiérarchie, notamment l’article 1er;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1994 tot vaststelling, met het oog op de toepassing van artikel 43 van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, van de graden van de ambtenaren van bepaalde centrale diensten, die eenzelfde trap van de hiërarchie vormen, inzonderheid artikel 1;
Vu l’arrêté royal du 19 novembre 1999 portant fixation du cadre organique de l’Office national des pensions;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 novembre 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen;
Vu l’avis émis par le Comité de Gestion de l’Office national des pensions;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen;
Vu l’avis n° 31.117 de la Commission permanente de contrôle linguistique;
Gelet op het advies nr. 31.117 van de Vaste Commissie voor Taaltoezicht;
Considérant qu’il a été satisfait aux prescriptions de l’article 54, alinéa 2, des lois sur l’emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966;
Overwegende dat voldaan werd aan de voorschriften van artikel 54, tweede lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966;
Sur la proposition de Notre Ministre des Pensions,
Op voordracht van onze Minister van Pensioenen,
Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. A l’Office national des pensions, les emplois des services centraux sont répartis comme suit entre les cadres linguistiques :
Degre´ de la hie´rarchie — Trappen van de hie¨rarchie
Cadre français Nombre d’emplois — Frans kader Aantal betrekkingen
Artikel 1. Bij de Rijksdienst voor pensioenen worden de betrekkingen van de centrale diensten als volgt over de taalkaders verdeeld :
Cadre ne´erlandais Nombre d’emplois — Nederlands kader Aantal betrekkingen
Cadre bilingue Nombre d’emplois — Tweetalig kader Aantal betrekkingen Re´serve´s aux agents du roˆle linguistique franc¸ophone
Voorbehouden aan de ambtenaren van de Nederlandse taalrol
1
40 %
40 %
10 %
10 %
2
40 %
40 %
10 %
10 %
3
47 %
53 %
4
47 %
53 %
5
47 %
53 %
6
47 %
53 %
7
47 %
53 %
Art. 2. Les emplois en extinction des services centraux de l’Office national des pensions sont répartis comme suit entre les cadres linguistiques :
Art. 2. De betrekkingen in uitdoving van de centrale diensten van de Rijksdienst voor pensioenen worden als volgt toegewezen aan de taalkaders :
Degre´ de la hie´rarchie — Trap van de hie¨rarchie
Cadre français Nombre d’emplois — Frans kader Aantal betrekkingen
Cadre ne´erlandais Nombre d’emplois — Nederlands kader Aantal betrekkingen
1
—
1
2
1
1
3
2
1
4
4
3
5
—
—
6
4
10
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47363
Art. 3. L’article 12, §§ 1er et 2 de l’arrêté royal n° 513 du 27 mars 1987 portant suppression de la Caisse nationale des pensions de retraite et de survie et réorganisation de l’Office national des pensions pour travailleurs salariés, est conformément au § 3 de l’article précité remplacé par le présent arrêté.
Art. 3. Artikel 12, §§ 1 en 2 van het koninklijk besluit nr. 513 van 27 maart 1987 tot afschaffing van de Rijkskas voor rust- en overlevingspensioenen en tot reorganisatie van de Rijksdienst voor werknemerspensioenen, wordt overeenkomstig § 3 van voornoemd artikel vervangen door dit besluit.
Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur uniquement en ce qui concerne l’exécution des mesures relatives à la programmation sociale à la même date que l’arrêté royal portant fixation du cadre organique de l’Office national des pensions.
Art. 4. Dit besluit treedt uitsluitend voor wat de toepassing van de maatregelen inzake sociale programmering betreft in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen.
Pour ce qui reste, le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois qui suit sa publication au Moniteur belge.
Voor het overige treedt dit besluit in werking de eerste dag van de maand volgend op zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 5. Notre Ministre des Pensions est chargé de l’exécution du présent arrêté.
Art. 5. Onze Minister van Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donné à Bruxelles, le 19 novembre 1999.
Gegeven te Brussel, 19 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires sociales et des Pensions, F. VANDENBROUCKE
De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE
c
F. 1999 — 3972 [C − 99/24079] 22 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ ministe´riel pris en exe´cution de l’arreˆte´ royal du 19 novembre 1999 portant fixation du cadre organique du personnel de l’Office national des pensions
Le Ministre des Pensions, Vu l’arreˆte´ royal du 19 novembre 1999 fixant le cadre organique de l’Office national des pensions; Vu l’avis motive´ e´mis le 18 août 1998 par le Comite´ de Concertation de base de l’Office national des pensions; Vu l’avis e´mis par le Comite´ de Gestion de l’Office national des pensions; Vu l’avis du De´le´gue´ du Ministre des Finances, donne´ le 5 octobre 1998; Vu l’accord de notre Ministre du Budget, donne´ le 5 mars 1999; Vu l’accord de notre Ministre de la Fonction publique, donne´ le 5 mars 1999, Arreˆte :
N. 1999 — 3972 [C − 99/24079] 22 NOVEMBER 1999. — Ministerieel besluit ter uitvoering van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen
De Minister van Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen; Gelet op het met redenen omkleed advies uitgebracht op 18 augustus 1998 door het Basisoverlegcomite´ van de Rijksdienst voor pensioenen; Gelet op het advies uitgebracht door het Beheerscomite´ van de Rijksdienst voor pensioenen; Gelet op het advies van de Afgevaardigde van de Minister van Financie¨n, gegeven op 5 oktober 1998; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 maart 1999; Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 5 maart 1999, Besluit :
Article 1er. Les emplois repris a` l’article 1er de l’arreˆte´ royal du 19 novembre 1999 fixant le cadre organique du personnel de l’Office national des pensions sont re´partis comme suit :
Artikel 1. De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen worden onderverdeeld als volgt :
Personnel administratif 6 des 24 emplois de conseiller sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 13 B. l’emploi d’actuaire-directeur peut eˆtre re´mune´re´ par l’e´chelle13 D 1 des 4 emplois d’actuaire est re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement suivante :
Administratief personeel 6 van de 24 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B. de betrekking van actuaris-directeur kan worden bezoldigd in weddeschaal 13 D 1 van de 4 betrekkingen van actuaris wordt bezoldigd in de volgende weddeschaal :
1 205 758 — 1 713 329 3 x 1 x 26 713 8 x 2 x 53 429 2 des 4 emplois d’actuaire sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 10 E. 49 des 140 emplois de conseiller adjoint sont re´mune´re´s sur la base de l’e´chelle de traitement 10 C.
1 205 758 — 1 713 329 3 x 1 x 26 713 8 x 2 x 53 429 2 van de 4 betrekkingen van actuaris worden bezoldigd in de weddeschaal 10 E. 49 van de 140 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C.
47364
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
7 des 26 emplois d’analyste de programmation sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 28 L.
7 van de 26 betrekkingen van programmeringsanalist worden bezoldigd in de weddeschaal 28 L.
1 des 4 emplois d’assistant social principal est re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 28 F.
1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F.
1 des 2 emplois d’assistant me´dical principal peut eˆtre re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 28 F.
1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend paramedicus kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 F.
1 des 4 emplois de traducteur principal est re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 28 I.
1 van de 4 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 I.
1 des 3 emplois de comptable principal peut eˆtre re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 28 D.
1 van de 3 betrekkingen van eerstaanwezend boekhouder kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 D.
1 des 5 emplois de secre´taire de direction principal est re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 28 B.
1 van de 5 betrekkingen van eerstaanwezend directie-secretaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 B.
93 des 350 emplois de chef administratif sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 22 B.
93 van de 350 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B.
99 des 493 emplois de commis sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 30 F.
99 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F.
128 des 493 emplois de commis sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 30 H.
128 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H.
39 des 493 emplois de commis sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 30 I.
39 van de 493 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I.
18 des 63 emplois d’agent administratif sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 42 C.
18 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C.
13 des 63 emplois d’agent administratif sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 42 D.
13 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 D.
3 des 63 emplois d’agent administratif sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 42 E.
3 van de 63 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Personnel de maıˆtrise, de me´tier et de service
Meesters-, vak- en dienstpersoneel
1 emploi d’ouvrier spe´cialiste peut eˆtre re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 30 G.
1 betrekking van vakman kan worden bezoldigd in de weddeschaal 30 G.
1 emploi d’ouvrier spe´cialiste est re´mune´re´ par l’e´chelle de traitement 30 J.
1 betrekking van vakman wordt bezoldigd in de weddeschaal 30 J.
4 des 9 emplois d’ouvrier qualifie´ sont re´mune´re´s par l’e´chelle de traitement 42 E.
4 van de 9 betrekkingen van geschoold arbeider worden bezoldigd in de weddeschaal 42 E.
Art. 2. Le cas e´che´ant, les agents qui sont repris en surnombre dans les emplois d’une e´chelle de traitement en application des dispositions re´glementaires portant le statut du personnel, empeˆchent toute promotion par avancement bare´mique soumise a` la vacance d’un emploi tant que l’effectif en surnombre subsiste par rapport au nombre d’emplois fixe´ par l’article 1er.
Art. 2. In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.
Art. 3. Un emploi d’analyste de programmation re´mune´re´ selon l’e´chelle de traitement 28 L, cre´e´ en substitution d’un poste de travail de contractuel et repris a` l’article 1er § 1er de l’arreˆte´ royal du 19 novembre 1999 portant fixation du cadre organique de l’Office national des pensions, ne peut eˆtre pourvu qu’ au de´part du contractuel concerne´.
Art. 3. In e´e´n betrekking van programmeringsanalist bezoldigd in de weddeschaal 28 L, opgericht ter vervanging van een contractuele werkpost en opgenomen in artikel 1, § 1 van het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen, kan slechts worden voorzien bij het vertrek van de betrokken contractueel.
Art. 4. L’arreˆte´ ministe´riel du 4 décembre 1998 pris en exe´cution de l’arreˆte´ royal du 2 décembre 1998 fixant le cadre organique de l’Office national des pensions est abroge´.
Art. 4. Het ministerieel besluit van 4 december 1998 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 2 december 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen wordt opgeheven.
Art. 5. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la meˆme date que l’arreˆte´ royal fixant le cadre organique de l’Office national des pensions.
Art. 5. Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen.
Bruxelles, le 22 novembre 1999. F. VANDENBROUCKE
Brussel, 22 november 1999. F. VANDENBROUCKE
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47365
MINISTERE DE L’EMPLOI ET DU TRAVAIL
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
F. 1999 — 3973 [C − 99/12404] 25 MAI 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 28 janvier 1998, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux, relative a` une cotisation spe´ciale au fonds de se´curite´ d’existence (1)
N. 1999 — 3973 [C − 99/12404] 25 MEI 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998, gesloten in het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen, betreffende een buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen; Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi et du Travail, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 28 janvier 1998, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les me´taux pre´cieux, relative a` une cotisation spe´ciale au fonds de se´curite´ d’existence.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998, gesloten in het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen, betreffende een buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi et du Travail est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 25 mai 1999.
Gegeven te Brussel, 25 mei 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi et du Travail, Mme M. SMET
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux
Paritair Subcomite´ voor de edele metalen
Convention collective de travail du 28 janvier 1998
Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 januari 1998
Cotisation spe´ciale au fonds de se´curite´ d’existence (Convention enre´gistre´e le 9 février 1998 sous le nume´ro 47089/CO/149.03)
Buitengewone bijdrage aan het fonds voor bestaanszekerheid (Overeenkomst geregistreerd op 9 februari 1998 onder het nummer 47089/CO/149.03)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs, ouvriers et ouvrie`res des entreprises ressortissant a` la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux. Pour l’application de la pre´sente convention collective de travail, on entend par ouvriers : les ouvriers et ouvrie`res.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en de werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder werklieden verstaan : de werklieden en werksters.
CHAPITRE II. — Cotisation spe´ciale Art. 2. Une cotisation spe´ciale est fixe´e a` partir du 1er juillet 1998 : 0,50 p.c. des salaires bruts non plafonne´s des ouvriers.
HOOFDSTUK II. — Buitengewone bijdrage Art. 2. Vanaf 1 juli 1998 wordt een buitengewone bijdrage bepaald die als volgt wordt vastgesteld : 0,50 pct. van de niet begrensde brutolonen van de werklieden.
CHAPITRE III. — Perception et recouvrement Art. 3. La perception et le recouvrement des cotisations sont assure´es par l’Office national de se´curite´ sociale en application de l’article 7 de la loi du 7 janvier 1958 relative au fonds de se´curite´ d’existence.
HOOFDSTUK III. — Inning en invordering Art. 3. De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor sociale zekerheid verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
CHAPITRE IV. — Dure´e Art. 4. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 1998 et cesse d’eˆtre en vigueur le 30 juin 2002. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 25 mai 1999.
HOOFDSTUK IV. — Duur Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1998 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2002. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 1999.
La Ministre de l’Emploi et du Travail, Mme M. SMET
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
47366
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3974
[C − 99/12409]
4 JUIN 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 12 juin 1997, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux, relative aux salaires horaires (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 1999 — 3974
[C − 99/12409]
4 JUNI 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen, betreffende de uurlonen (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28;
Vu la demande de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen;
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi et du Travail, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 12 juin 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Souscommission paritaire pour les me´taux pre´cieux, relative aux salaires horaires.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen, betreffende de uurlonen.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi et du Travail est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 4 juin 1999.
Gegeven te Brussel, 4 juni 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi et du Travail, Mme M. SMET
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux
Paritair Subcomite´ voor de edele metalen
Convention collective de travail du 12 juin 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997
Salaires horaires (Convention enregistre´e le 3 octobre 1997 sous le nume´ro 45522/CO/149.03)
Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 3 oktober 1997 onder het nummer 45522/CO/149.03)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et ouvriers des entreprises qui ressortissent a` la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen.
Pour l’application de la pre´sente convention collective de travail, on entend par ouvriers : les ouvriers ou les ouvrie`res.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder werklieden verstaan : de werklieden of de werksters.
CHAPITRE II. — Salaires
HOOFDSTUK II. — Lonen
A. Ouvriers majeurs
A. Meerderjarige werklieden
1. Salaires horaires minimums
1. Minimumuurlonen
Art. 2. Les salaires horaires minimums sont majore´s de (re´gime 38 heures/semaine) :
Art. 2. De minimumuurlonen worden verhoogd met (regime 38 u/week) :
— 3 F au 1er novembre 1997;
— 3 F op 1 november 1997;
— 2 F au 1er novembre 1998.
— 2 F op 1 november 1998.
47367
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 3. Par conse´quent, les salaires horaires minimums sont fixe´s comme suit (re´gime 38 heures/ semaine) :
Categories Categoriee¨n
Art. 3. Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld (regime 38 u/week) :
spanning tension
+3F 01/11/1997
A.
Hulpwerkman Auxiliaire
100
314 F
B.
Geoefende Spe´cialise´
104
327 F
C.
Geoefende met ervaring Spe´cialise´ avec expe´rience
108
339 F
D.
Geschoolde Qualifie´
120
377 F
E.
Volledig geschoolde Pleinement qualifie´
125
393 F
F.
Geschoolde buiten categorie Qualifie´ hors cate´gorie
130
408 F
2. Salaires effectivement paye´s Art. 4. Les salaires horaires effectivement paye´s aux ouvriers majeurs sont majore´s comme suit (re´gime 38 heures/semaine) : — 3 F au 1er novembre 1997; er
2. Werkelijk betaalde lonen Art. 4. De aan de meerderjarige werklieden werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd (regime 38 u/week) : — 3 F op 1 november 1997;
— 2 F au 1 novembre 1998.
— 2 F op 1 november 1998.
B. Ouvriers mineurs d’aˆge
B. Minderjarige werklieden
Art. 5. Les montants mentionne´s aux articles 2, 3 et 4 sont affecte´s de la de´gressivite´ pre´vue pour les ouvriers mineurs d’aˆge, conforme´ment aux dispositions de la convention collective de travail du 12 juin 1997 relative a` la de´termination du salaire. C. Liaison des salaires a` l’indice des prix a` la consommation
Art. 5. Op de bedragen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 is het voor de minderjarige werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 betreffende de loonvorming. C. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 6. Les salaires horaires minimums et les salaires horaires effectivement paye´s mentionne´s aux articles 2, 3 et 4 et en vigueur le er 1 novembre 1997, sont adapte´s le 1er mai 1997 a` base de l’index d’avril 1997 (121,65); ils varient conforme´ment aux dispositions de la convention collective de travail du 12 juin 1997 relative a` la de´termination du salaire et aux dispositions le´gales en vigueur.
Art. 6. De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 en van kracht op 1 november 1997 werden op 1 mei 1997, op basis van het indexcijfer van april 1997 (121,65), aangepast; zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 juni 1997 betreffende de loonvorming en de in voege zijnde wettelijke bepalingen.
CHAPITRE III. — Validite´
HOOFDSTUK III. — Geldigheid
Art. 7. La pre´sente convention collective de travail remplace la convention collective de travail du 28 mai 1993, conclue au sein de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux, fixant les salaires horaires, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 7 aouˆt 1995.
Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 1993, gesloten in het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen, tot vaststelling van de uurlonen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 augustus 1995.
Art. 8. La pre´sente convention collective de travail produit ses effets le 1er janvier 1997 et est valable pour une dure´e inde´termine´e.
Art. 8. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en geldt voor een onbepaalde tijd.
Elle peut eˆtre de´nonce´e par une des parties moyennant un pre´avis de trois mois, notifie´ par lettre recommande´e a` la poste, adresse´e au pre´sident de la Sous-commission paritaire pour les me´taux pre´cieux.
Zij kan door e´e´n van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomite´ voor de edele metalen.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 4 juin 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 juni 1999.
La Ministre de l’Emploi et du Travail,
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid,
Mme M. SMET
Mevr. M. SMET
47368
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3975 [C − 99/12603] 31 AOUT 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 29 juin 1995, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, relative a` la re´duction progressive du coefficient salarial pour les travailleurs qui ne sont plus occupe´s dans un re´gime de travail en continu (1)
N. 1999 — 3975 [C − 99/12603] 31 AUGUSTUS 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de progressieve afbouw van de looncoe¨fficie¨nt voor werknemers die niet meer in een stelsel van volcontinuarbeid worden tewerkgesteld (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 29 juin 1995, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, relative a` la re´duction progressive du coefficient salarial pour les travailleurs qui ne sont plus occupe´s dans un re´gime de travail en continu.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de progressieve afbouw van de looncoe¨fficie¨nt voor werknemers die niet meer in een stelsel van volcontinuarbeid worden tewerkgesteld.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 31 août 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 31 augustus 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´
Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf
Convention collective de travail du 29 juin 1995
Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995
Re´duction progressive du coefficient salarial pour les travailleurs qui ne sont plus occupe´s dans un re´gime de travail en continu
Progressieve afbouw van de looncoe¨fficie¨nt voor werknemers die niet meer in een stelsel van volcontinuarbeid worden tewerkgesteld
(Convention enregistre´e le 20 juillet 1995 sous le nume´ro 38583/CO/326) Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs ressortissant a` la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´ et aux travailleurs qu’ils occupent.
(Overeenkomst geregistreerd op 20 juli 1995 onder het nummer 38583/CO/326) Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en op de werknemers die zij tewerkstellen. Art. 2. De looncoe¨fficie¨nt van 1,3100 voor de werknemers tewerkgesteld in continudienst wordt progressief afgebouwd indien zij om redenen uitgaande van de werkgever niet meer in continudienst tewerkgesteld worden of indien de continudienst wordt afgeschaft. Art. 3. De progressieve afbouw van de looncoe¨fficie¨nt van 1,3100 bedoeld in artikel 2 geschiedt in twee stappen : 1. De helft van de looncoe¨fficie¨nt wordt progressief afgebouwd door het inhouden van het bedrag van de verhogingen voortvloeiend uit : a) de ancie¨nniteit van de werknemer; b) een bevordering van de werknemer; c) een wijziging van de kwalificatie van de functie van de werknemer; d) een algemene verhoging van de loonschalen vastgelegd bij sectorale collectieve arbeidsovereenkomst. 2. De helft van de looncoe¨fficie¨nt wordt progressief afgebouwd over een periode van 5 jaar als volgt : a) gedurende het eerste jaar behoud van de helft van de looncoe¨fficie¨nt aan 100 pct.; b) gedurende het tweede jaar behoud van de helft van de looncoe¨fficie¨nt aan 80 pct.;
Art. 2. Le coefficient salarial de 1,3100 pour les travailleurs occupe´s en service continu est re´duit progressivement si, pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou si le service continu est supprime´, ils ne sont plus occupe´s en service continu. Art. 3. La re´duction progressive du coefficient salarial de 1,3100 vise´ a` l’article 2 se fait en deux phases : 1. La moitie´ du coefficient salarial est re´duit progressivement par le retenu du montant des augmentations suit a` : a) l’anciennete´ du travailleur; b) une promotion du travailleur; c) une modification de la qualification de la fonction du travailleur; d) une augmentation ge´ne´rale des bare`mes fixe´e par convention collective de travail sectorielle. 2. La moitie´ du coefficient salarial est re´duit progressivement sur une pe´riode de 5 ans comme suit : a) pendant la premie`re anne´e maintient de la moitie´ du coefficient salarial a` 100 p.c.; b) pendant la deuxie`me anne´e maintient de la moitie´ du coefficient salarial a` 80 p.c.;
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47369
c. pendant la troisie`me anne´e maintient de la moitie´ du coefficient salarial a` 60 p.c.;
c) gedurende het derde jaar behoud van de helft van de looncoe¨fficie¨nt aan 60 pct.;
d) pendant la quatrie`me anne´e maintient de la moitie´ du coefficient salarial a` 40 p.c.;
d) gedurende het vierde jaar behoud van de helft van de looncoe¨fficie¨nt aan 40 pct.;
e) pendant la cinquie`me anne´e maintient de la moitie´ du coefficient salarial a` 20 p.c.
e) gedurende het vijfde jaar behoud van de helft van de looncoe¨fficie¨nt aan 20 pct.
Le re´gime de re´duction progressive repris ci-devant est accorde´ sous forme d’une prime de re´duction progressive dont le montant est fixe´ a` titre unique au moment du de´part du service continu et qui n’est pas assujettie aux augmentations et adaptations du pouvoir d’achat.
De hierboven vermelde afbouwregeling wordt toegekend onder de vorm van een afbouwpremie waarvan het bedrag eenmalig wordt vastgesteld op het tijdstip van de uitstap uit continudienst en die niet onderhevig is aan verhogingen en aanpassingen aan de koopkracht.
Art. 4. Il n’y a pas de cumul possible entre le coefficient a` re´duire de 1,3100, comme fixe´ a` l’article 3, 1 et 2, et prime(s) pour travail en e´quipes successives, service de garde et permanence et/ou travail en service continu qui est preste´ par le meˆme travailleur.
Art. 4. Er is geen cumul mogelijk tussen de af te bouwen looncoe¨fficie¨nt van 1,3100, zoals bepaald in artikel 3, 1 en 2, en premie(s) voor opeenvolgende ploegen, wacht en permanentie- en/of continudienst die door dezelfde werknemer worden gepresteerd.
Art. 5. Les travailleurs qui sont retire´s du service continu pour des raisons de sante´ ou pour des raisons disciplinaires ou qui le sont a` leur propre demande ne peuvent pas pre´tendre au be´ne´fice du re´gime pre´vu a` l’article 3, 1 et 2.
Art. 5. De werknemers die om gezondheidsredenen, om disciplinaire redenen of op eigen verzoek van de continudienst ontheven worden kunnen geen aanspraak maken op de regeling voorzien in artikel 3, 1 en 2.
Art. 6. Les travailleurs retire´s du service continu pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou parce que le service continu est supprime´ sont dans la mesure du possible re´inse´re´s dans une fonction continue.
Art. 6. De werknemers die worden ontheven van continudienst om redenen uitgaande van de werkgever of omdat de continudienst wordt afgeschaft worden in de mate van het mogelijke terug ingeschakeld in een continufunctie.
Cette re´insertion dans une fonction continue ne peut en principe pas eˆtre refuse´e par le travailleur en respect des re`gles de l’e´quite´ et de mobilite´.
Deze inschakeling in een continufunctie mag in beginsel door de werknemer niet geweigerd worden rekening houdende met de regels van de redelijkheid en de mobiliteit.
Le travailleur qui est re´inse´re´ dans une fonction continue perd, a` partir du moment qu’il a de nouveau droit au coefficient salarial plein pour service continu, le droit aux montants qui lui sont accorde´s en vertu du re´gime de re´duction progressive vise´ a` l’article 3, 1 et 2.
De werknemer die terug wordt ingeschakeld in een continufunctie verliest, met ingang van het moment dat hij opnieuw recht heeft op de volle looncoe¨fficie¨nt voor continudienst, het recht op de bedragen die hem worden toegekend uit hoofde van de progressieve afbouwregeling voorzien in artikel 3, 1 en 2.
Art. 7. Les travailleurs retire´s du service continu pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou parce que le service continu est supprime´ peuvent faire usage du re´gime de de´part anticipe´ a` l’aˆge de 57 ans suivant les modalite´s fixe´s a` l’article 10 de la convention collective de travail 1991-1992 du 17 janvier 1991 portant re´glementation de la programmation sociale dans l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´.
Art. 7. De werknemers die worden ontheven van continudienst om redenen uitgaande van de werkgever of omdat de continudienst wordt afgeschaft kunnen gebruik maken van de regeling vervroegde uitstap op de leeftijd van 57 volgens de modaliteiten bepaald in artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1991-1992 van 17 januari 1991 houdende regeling van de sociale programmatie in het gas- en elektriciteitsbedrijf.
Les travailleurs retire´s du service continu pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou parce que le service continu est supprime´ et qui ne font pas usage de la possibilite´ de de´part anticipe´, ou qui refusent une re´insertion en service continu conforme l’article 5 deuxie`me alie´na, perdent le droit aux montants qui leur sont accorde´s en vertu du re´gime de re´duction progressive vise´ a` l’article 3, 1 et 2.
De werknemers die worden ontheven van continudienst om redenen uitgaande van de werkgever of omdat de continudienst wordt afgeschaft en die geen gebruik maken van de mogelijkheid van vervroegde uitstap, of die een nieuwe inschakeling in continudienst weigeren conform artikel 5 tweede lid, verliezen het recht op de bedragen die hen worden toegekend uit hoofde van de progressieve afbouwregeling voorzien in artikel 3, 1 en 2.
Art. 8. Les avantages individuels plus favorables qui existent concernant le coefficient salarial pour des travailleurs retire´s du service continu pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou parce que le service continu est supprime´ sont maintenus.
Art. 8. Bestaande gunstiger individuele voordelen betreffende de looncoe¨fficie¨nt van werknemers die worden ontheven van continudienst om redenen uitgaande van de werkgever of omdat de continudienst wordt afgeschaft blijven behouden.
Art. 9. Les accords collectifs et/ou conventions collectifs existants plus favorables concernant le coefficient salarial pour des travailleurs retire´s du service continu pour des raisons de re´organisation e´manant de l’employeur ou parce que le service continu est supprime´, repris en annexe, sont maintenus.
Art. 9. De als bijlage overgenomen bestaande gunstiger collectieve akkoorden en/of collectieve akkoorden betreffende het looncoe¨fficie¨nt van werknemers die worden ontheven van continudienst om redenen uitgaande van de werkgever of omdat de continudienst wordt afgeschaft blijven behouden.
Art. 10. La pre´sente convention collective de travail produit ses effets a` partir du 1er janvier 1995 et est conclue pour une dure´e inde´termine´e.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en is gesloten voor een onbepaalde duur.
Chacune des parties signataires peut de´noncer la pre´sente convention collective de travail moyennant un pre´avis de 6 mois, a` notifier par lettre recommande´e a` la poste, adresse´e au pre´sident de la Commission paritaire nationale de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´ et a` chacune des organisations signataires.
Ieder van de ondertekenende partijen kan deze collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen met een opzegtermijn van 6 maanden, te betekenen bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en aan elk van de ondertekenende organisaties.
La partie qui de´nonce cette convention collective de travail par lettre recommande´e a` la poste s’engage de faire connaıˆtre les motifs de la de´nonciation aux autres parties et de faire une proposition de nouvelle convention collective de travail en meˆme temps que la de´nonciation.
De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst bij aangetekende brief opzegt verbindt zich ertoe om de motieven van de opzegging te laten kennen aan de andere partijen en een voorstel van nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor te leggen samen met de opzegging.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 31 août 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
47370
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Annexe a` la convention collective de travail du 29 juin 1995, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, relative a` la re´duction progressive du coefficient salarial pour les travailleurs qui ne sont plus occupe´s dans un re´gime de travail en continu Les re`glements exitants aux niveaux des entreprise sont maintenus dans les entite´s ci-dessous, pour les travailleurs occupe´s dans un re´gime de travail en continu a` la date du 1er janvier 1995 : Alost; Awirs; Marchienne; Monceau; Ruien; Verviers; Zwevegem; Lie`ge ex-transport a` titre individuel. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 31 août 1999.
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de progressieve afbouw van de looncoe¨fficie¨nt voor werknemers die niet meer in een stelsel van volcontinu worden tewerkgesteld De regelingen bestaande op de bedrijfsniveaus blijven in onderstaande entiteiten behouden voor de werknemers tewerkgesteld in een stelsel van volcontinu op datum van 1 januari 1995 : Aalst; Awirs; Marchienne; Monceau; Ruien; Verviers; Zwevegem; Luik ex-transport ten individuele titel. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 31 augustus 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3976 [C − 99/12601] 12 SEPTEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 22 juin 1998, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, relative aux titres-repas (1)
N. 1999 — 3976 [C − 99/12601] 12 SEPTEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1998, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de maaltijdcheques (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 22 juin 1998, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, relative aux titres-repas.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1998, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de maaltijdcheques.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 12 septembre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 12 september 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´
Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf
Convention collective de travail du 22 juin 1998
Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 1998
Titres-repas
Maaltijdcheques
(Convention enregistre´e le 6 août 1998 sous le nume´ro 48816/co/326) Article 1er. La pre´sente convention collective de travail est conclue sur base de l’article 19 de arreˆte´ royal du 28 novembre 1969 pris en exe´cution de la loi du 27 juin 1969 re´visant l’arreˆte´-loi du 28 de´cembre 1944 concernant la se´curite´ sociale des travailleurs. Elle a pour objet de de´terminer les modalite´s d’attribution des titres-repas aux travailleurs vise´s a` l’article 2.
(Overeenkomst geregistreerd op 6 augustus 1998 onder het nummer 48816/CO/326) Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten op basis van artikel 19 van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944. Ze heeft tot doel de modaliteiten te regelen voor toekenning van maaltijdcheques aan de werknemers bedoeld in artikel 2.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs qui ressortent de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´ et au personnel statutaire bare´mise´ qu’ils occupent. Art. 3. Le nombre de titre-repas octroye´ mensuellement a` chaque travailleur est de´termine´ par le nombre d’heures effectivement preste´es dans le courant de chaque trimestre divise´ par le nombre normal quotidien d’heures de travail dans l’entreprise. Si un nombre de´cimal re´sulte de cette ope´ration, il est arrondi a` l’unite´ supe´rieure. Ce nombre de titre-repas ne peut jamais de´passer le nombre maximal de jours pouvant eˆtre preste´ trimestriellement par un travailleur a` temps plein dans l’entreprise. Art. 4. En ce qui concerne le calcul dont il est question a` l’article 3, les parties signataires de la pre´sente convention sont d’accord sur les e´le´ments suivants : — le nombre normal journalier d’heures de travail est actuellement de 7,60 h; celui-ci est adapte´ en cas de re´vision de la dure´e et/ou de l’organisation du temps de travail; — uniquement dans le cadre de la pre´sente convention collective de travail, le nombre maximal de jours qu’un travailleurs a` temps plein peut prester trimestriellement dans l’entreprise correspond au nombre de jours civils ce trimestre. En effet, vu le caracte`re d’utilite´ publique de l’activite´ qui exige la continuite´ de l’alimentation en e´nergie e´lectrique et gazie`re, des prestations peuvent eˆtre fournies tous les jours de l’anne´e. Art. 5. L’intervention de l’employeur dans le couˆt du titre-repas, c’est-a`-dire dans la valeur nominale, est e´tablie a` 180 F. Le travailleur prend en charge un montant de 45 F. Art. 6. Les titre-repas sont de´livre´s au travailleur chaque mois en fonction du nombre pre´visible de journe´e du mois au cours desquelles des prestations de travail seront effectue´es par le travailleur; au cours du trimestre, et au plus tard le dernier jour du premier mois qui suit le trimestre, le nombre de titre-repas est mis en concordance avec le nombre de journe´es au cours desquelles des prestations de travail ont e´te´ effectivement fournies durant ce trimestre. Art. 7. Les titres-repas sont nominatifs. Le compte individuel mentionne le nombre de titre-repas attribue´s ainsi que le montant brut du titres-repas attribue´s ainsi que le montant brut du titre-repas diminue´ de la participation personnelle du travailleur. Art. 8. Le titre-repas mentionne clairement que sa validite´ est limite´e a` trois mois et qu’il ne peut eˆtre accepte´e qu’en paiement d’un repas ou pour l’achat d’aliments preˆts a` la consommation. Art. 9. Vu que l’avantage des titres-repas ne peut eˆtre cumule´ avec des repas dans un mess, avec intervention de l’employeur dans le prix de revient du repas, le prix du repas standard, a` payer par le travailleur dans le mess qui se trouve sous gestion de l’employeur ne peut eˆtre infe´rieur au prix de revient. Art. 10. Toutes ces modalite´s sont adapte´es en fonction des remarques ou instructions e´ventuelles de l’Office national de la se´curite´ sociale, de l’Administration des impoˆts ou changements de la loi sans que le couˆt maximal pour l’employeur, toutes charges comprises, ne puisse exce´der 180 F par titre-repas attribue´. Art. 11. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 Le pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e inde´termine´e. La pre´sente convention collective de travail peut eˆtre de´nonce´e par chacune des parties moyennant un pre´avis de 6 mois, notifie´ par lettre recommande´e a` la poste adresse´e au pre´sident de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´ et a` chacune des parties signataires; le cachet de la poste faisant foi. La de´nonciation prend cours le jour de sa notification. Art. 12. La pre´sente convention collective de travail remplace les dispositions de l’article 8, § 2 de la convention collective de travail du 5 septembre 1994, conclue au sein de la Commission paritaire de l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´, portant re´glementation de la programmation sociale dans l’industrie du gaz et de l’e´lectricite´ pour la pe´riode du 1er janvier 1995 au 31 de´cembre 1996. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 12 septembre 1999. La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
47371
Art. 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en op het statutair gebaremiseerd personeel dat zij tewerkstellen. Art. 3. Het aantal maaltijdcheques dat maandelijks aan elke werknemers toegekend wordt, wordt bepaald door het effectief gepresteerd aantal uren in de loop van elk kwartaal te delen door het aantal normale dagelijkse arbeidsuren in het bedrijf. Indien het resultaat van deze bewerking een decimaal getal als uitkomst heeft, wordt het naar boven afgerond. Dit aantal maaltijdcheques mag nooit hoger zijn dan het maximum aantal dagen dat tijdens het kwartaal gepresteerd kan worden door een voltijdse werknemer in het bedrijf. Art. 4. Voor de berekening waarvan sprake in artikel 3 gaan de partijen die deze overeenkomst ondertekenen akkoord over de volgende elementen : — het dagelijkse normale aantal arbeidsuren is tegenwoordig 7,60 u; dit aantal wordt aangepast in geval van herziening van de duur en/of van de organisatie van de werktijd; — enkel in het raam van deze collectieve arbeidsovereenkomst stemt het maximum aantal dagen dat een voltijdse werknemer in het bedrijf per kwartaal kan presteren, overeen met het aantal kalenderdagen van dit kwartaal. Inderdaad wegens het karakter van openbaar nut van de activiteit dat de continuı¨teit van de gas- en elektriciteitsvoorziening vereist, kunnen prestaties elke dag van het jaar verricht worden. Art. 5. De tegemoetkoming van de werkgever in de kostprijs van de maaltijdcheque, namelijk in de nominale waarde, wordt vastgesteld op 180 F. De werknemer neemt een bedrag van 45 F voor zijn rekening. Art. 6. De maaltijdcheques worden iedere maand aan de werknemer overhandigd in functie van het aantal dagen van die maand waarop de werknemers vermoedelijk effectief arbeidsprestaties zal leveren, in de loop van het kwartaal, en uiterlijk de laatste dag van de eerste maand die volgt op het kwartaal, wordt het aantal cheques in overeenstemming gebracht met het aantal dagen waarop de werknemer tijdens het kwartaal effectief arbeidsprestaties leverde. Art. 7. De maaltijdcheques worden uitgereikt op naam van de werknemer. De individuele rekening vermeldt het aantal toegekende maaltijdcheques en het brutobedrag van de maaltijdcheques verminderd met de persoonlijke bijdrage van de werknemer. Art. 8. De maaltijdcheque vermeldt duidelijk dat zijn geldigheidsduur beperkt is tot drie maanden en dat hij slechts mag worden gebruikt ter betaling van een eetmaal of voor de aankoop van verbruiksklare voeding. Art. 9. Aangezien het voordeel van de maaltijdcheques niet mag gecumuleerd worden met maaltijden in een mess, met tegemoetkoming van de werkgever in de kostprijs van de maaltijden, mag de prijs voor een standaard maaltijd, te betalen door de werknemer in de mess onder beheer van de werkgever, niet lager zijn dan de kostprijs. Art. 10. Al deze modaliteiten worden aangepast in functie van de eventuele opmerkingen of instructies van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, de Administratie der Belastingen of de wijzigingen van de wet, zonder dat de maximale kost, alle lasten inbegrepen, voor de werkgever hoger mag zijn dan 180 F per toegekende maaltijdcheque. Art. 11. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde tijd. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van 6 maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf en aan elk van de ondertekenende partijen; de poststempel geldt als bewijs. De opzeggingstermijn vangt aan op de dag van de betekening. Art. 12. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de bepalingen van artikel 8, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 september 1994, gesloten in het Paritair Comite´ voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, houdende regeling van de sociale programmatie in het gas- en elektriciteitsbedrijf voor de periode van 1 januari 1995 tot 31 december 1996. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 september 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
47372
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3977 [C − 99/12650] er 1 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 avril 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 27 mars 1980 fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ (1)
N. 1999 — 3977 [C − 99/12650] 1 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980, inzonderheid op artikel 7; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 27 mars 1980, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 26 juin 1980, notamment l’article 7; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 24 avril 1997, reprise en annexe , conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 27 mars 1980 fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 1er octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 1 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 26 juin 1980, Moniteur belge du 2 aouˆt 1980.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 26 juni 1980, Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 24 avril 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997
Modification de la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ (Convention enregistre´e le 16 septembre 1997 sous le nume´ro 45030/CO/124)
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45030/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Dispositions ge´ne´rales Article 1er. La pre´sente convention collective de travail a pour objet de modifier la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 26 juin 1980, modifie´e par les conventions collectives de travail des 30 juin 1980, 1er avril 1981, 23 mars 1989, 18 mars 1993 et 5 avril 1995, respectivement rendues obligatoires par les arreˆte´s royaux des 17 de´cembre 1980, 17 juin 1981, 7 novembre 1989, 30 mars 1994 et 4 aouˆt 1996, et par les conventions collectives de travail des 31 octobre 1996 et 20 mars 1997.
HOOFDSTUK I. — Algemene Bepaling Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een wijziging aan te brengen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 juni 1980,1 april 1981, 23 maart 1989, 18 maart 1993 en 5 april 1995, respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij de koninklijke besluiten van 17 december 1980, 17 juni 1981, 7 november 1989, 30 maart 1994 en 4 augustus 1996, en bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 31 oktober 1996 en 20 maart 1997.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE II. — Dispostion de modification Art.2. L’article 7 de la convention collective de travail du 27 mars 1980 pre´cite´e, est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 7. Le taux des cotisations est fixe´ comme suit : — 20,23 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie A, indice-construction 24; — 19,73 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie B, indice-construction 54, et dans la cate´gorie C, indice-construction 44; — 16,73 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie D, indice-construction 26. ». CHAPITRE III. — Entre´e en vigueur et dure´e de validite´ Art. 3. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 1997. Elle a une dure´e et des modalite´s de pre´avis identiques a` la convention collective de travail du 27 mars 1980 pre´cite´e. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 1er octobre 1999.
47373
HOOFDSTUK II. — Wijzigende bepaling Art.2. Artikel 7 van de hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Art. 7. Het bedrag van de bijdragen wordt als volgt vastgesteld : — 20,23 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie A, kencijfer-bouwbedrijf 24; — 19,73 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie B, kencijfer-bouwbedrijf 54, en in categorie C, kencijfer-bouwbedrijf 44; — 16,73 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie D, kencijfer-bouwbedrijf 26. ». HOOFDSTUK III. — Inwerkingtreding en geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1997. Ze heeft dezelfde duur en opzeggingsmodaliteiten als voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi,
De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3978 [C − 99/12649] 1er OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, portant modification et coordination des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la de´cision du 29 septembre 1960 de la Commission paritaire nationale de la construction, instituant un fonds de se´curite´ d’existence et en fixant les statuts, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 25 octobre 1960; Vu la convention collective de travail du 27 mai 1993, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, portant modification et coordination des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 15 septembre 1994; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,
Nous avons arreˆté et arreˆtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, portant modification et coordination des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction.
N. 1999 — 3978 [C − 99/12649] 1 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, houdende wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1993, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, houdende wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 september 1994; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, houdende wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf.
47374
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 1er octobre 1999.
ALBERT
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 1 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 25 octobre 1960, Moniteur belge du 5 novembre 1960.
Nota
Arreˆte´ royal du 15 septembre 1994, Moniteur belge du 5 novembre 1994.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 25 oktober 1960, Belgisch Staatsblad van 5 november 1960. Koninklijk besluit van 15 september 1994, Belgisch Staatsblad van 5 november 1994.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 14 novembre 1996
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996
Modification et coordination des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction (Convention enregistre´e le 29 octobre 1997 sous le nume´ro 45810/CO/124) Article 1er. Les statuts du fonds de se´curite´ d’existence de´nomme´ ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, institue´ par de´cision du 29 septembre 1960 de la Commission paritaire nationale de la construction, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 25 octobre 1960, telle que modifie´e par des de´cisions et conventions collectives de travail rendues obligatoires ulte´rieurement, sont modifie´s et coordonne´s tels qu’ils figurent a` l’annexe de la pre´sente convention collective de travail. Art. 2. Les statuts, repris en annexe, entrent en vigueur le 1er octobre 1996. Art. 3. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e inde´termine´e. Elle peut eˆtre de´nonce´e de l’accord unanime des parties, moyennant un pre´avis de six mois, signifie´ par lettre recommande´e au Pre´sident de la Commission paritaire de la construction. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 1er octobre 1999.
Wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer 45810/CO/124) Artikel 1. De statuten van het fonds voor bestaanszekerheid, ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ genaamd, opgericht bij beslissing van 29 september 1960 van het Nationaal Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 oktober 1960, zoals gewijzigd bij latere algemeen verbindend verklaarde beslissingen en collectieve arbeidsovereenkomsten, worden gewijzigd en gecoo¨rdineerd zoals opgenomen in de bijlage tot deze collectieve arbeidsovereenkomst. Art. 2. De als bijlage opgenomen statuten treden in werking op 1 oktober 1996. Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Mits e´e´nparig akkoord van de partijen mag de collectieve arbeidsovereenkomst worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Annexe a` la convention collective de travail du 14 novembre 1996 portant modification et coordination des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996 houdende wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf
CHAPITRE Ier. — De´nomination et sie`ge Article 1er. Il est institue´ dans l’industrie de la construction un fonds de se´curite´ d’existence, de´nomme´ ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″. Art. 2. Le sie`ge du fonds est e´tabli dans l’agglome´ration bruxelloise ou en tout autre endroit, a` fixer par convention collective de travail, rendue obligatoire par arreˆte´ royal.
HOOFDSTUK I. — Benaming en zetel Artikel 1. In de bouwnijverheid wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″. Art. 2. De zetel van het fonds is gevestigd in de Brusselse agglomeratie of op iedere andere plaats, die wordt vastgesteld bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
CHAPITRE II. — Objet en vue duquel le fonds est institue´ Art. 3. Le fonds vise´ a` l’article 1er a pour objet de financer, d’octroyer et de liquider les interventions sociales suivantes :
HOOFDSTUK II. — Doel waarvoor het fonds wordt ingesteld Art. 3. Het onder artikel 1 beoogde fonds heeft tot doel de volgende sociale tegemoetkomingen te financieren, toe te kennen en uit te betalen : 1° aanvullende werkloosheidsuitkeringen; 2° een bijzondere aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de werklieden die werkloos werden gesteld wegens vorst of blijvende sneeuw;
1° des allocations comple´mentaires de choˆmage; 2° une indemnite´ comple´mentaire spe´ciale octroye´e aux ouvriers qui ont e´te´ mis en choˆmage pour cause de gel ou de neige persistante;
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47375
3° un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides;
3° een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden;
4° une intervention financie`re en cas d’accidents de travail graves ou mortels, de maladie professionnelle et de maladie ordinaire ou d’accident de droit commun;
4° een financie¨le tegemoetkoming in geval van arbeidsongevallen met ernstige of dodelijke afloop, beroepsziekte en gewone ziekte of een ongeval van gemeen recht;
5° une indemnite´ de pension octroye´e au be´ne´ficiaire d’un pe´cule de vacances pour ouvrier pensionne´ ou veuve d’un ouvrier pensionne´;
5° een pensioenvergoeding, toegekend aan de begunstigde van het vakantiegeld aan gepensioneerde werklieden of aan de weduwe van een gepensioneerde werkman;
6° une indemnite´ de promotion a` la construction;
6° een promotievergoeding-bouw;
7° le double pe´cule de vacances pour une partie de la 4e semaine de vacances;
7° het dubbel vakantiegeld voor een gedeelte van de 4e vakantieweek;
8° une indemnite´ comple´mentaire aux ouvriers be´ne´ficiant d’un des re´gimes de pre´pension conventionnelle;
8° een aanvullende uitkering aan de werklieden die een der regelingen van het conventioneel brugpensioen genieten;
9° une allocation sociale comple´mentaire aux ouvriers aˆge´s restant en inactivite´;
9° een aanvullende sociale uitkering aan de bejaarde werklieden die inactief blijven;
10° la compensation a` certains employeurs du salaire garanti duˆ aux ouvriers en cas d’incapacite´ de travail re´sultant d’une maladie ou d’un accident de droit commun;
10° de compensatie aan sommige werkgevers van het gewaarborgd loon dat verschuldigd is aan de werklieden in geval van arbeidsongeschiktheid die het gevolg is van ziekte of een ongeval van gemeen recht;
11° les timbres-intempe´ries et les timbres-fide´lite´;
11° de weerverletzegels en de getrouwheidszegels;
12° une re´mune´ration forfaitaire pour les jours de repos octroye´s en exe´cution de la re´duction de la dure´e du travail;
12° een forfaitaire bezoldiging voor de rustdagen die worden toegekend in uitvoering van de arbeidsduurvermindering;
13° le remboursement forfaitaire, dans le cadre des re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail, des cotisations dues au fonds de se´curite´ d’existence;
13° de forfaitaire terugbetaling in het kader van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid, van de bijdragen verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid;
Art. 4. Le fonds vise´ a` l’article 1er participe en outre au financement :
Art. 4. Het bij artikel 1 beoogde fonds neemt bovendien deel aan de financiering van :
1° du fonctionnement du Comite´ national d’action pour la se´curite´ et l’hygie`ne dans la construction;
1° de werking van het Nationaal Actiecomite´ voor veiligheid en hygie¨ne in het bouwbedrijf;
2° de la formation syndicale des ouvriers du secteur;
2° de syndicale vorming van de arbeiders uit de sector;
3° du confort concernant les vacances des ouvriers du secteur;
3° de vakantieaccomodatie van de arbeiders uit de sector;
4° d’une partie du pe´cule de vacances le´gal, comme pre´vu par l’article 65 § 2, de l’arreˆte´ royal du 28 juin 1971 adaptant et coordonnant les dispositions le´gales relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s (Moniteur belge du 30 septembre 1971).
4° een deel van het wettelijk vakantiegeld, zoals bepaald in artikel 65, § 2, van het koninklijk besluit van 28 juni 1971 houdende aanpassing en coo¨rdinatie van de wetsbepalingen betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 30 september 1971).
CHAPITRE III. — Personnes qui peuvent be´ne´ficier des avantages accorde´s par le fonds, la nature de ceux-ci et leurs modalite´s d’octroi et de liquidation
HOOFDSTUK III. — Personen die de door het fonds verleende voordelen kunnen genieten, aard van deze voordelen en de modaliteiten van toekenning en van uitkering
Art. 5. Pour les avantages vise´s a` l’article 3, des conventions collectives de travail particulie`res, rendues obligatoires par arreˆte´s royaux, de´terminent les personnes qui peuvent en be´ne´ficier, fixent la nature des avantages et pre´cisent leurs modalite´s d’octroi et de liquidation.
Art. 5. De onder artikel 3 beoogde voordelen maken het onderwerp uit van bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten, waarin de personen staan vermeld die deze voordelen kunnen genieten en waarin ook de aard van deze voordelen en de toekennings- en uitbetalingswijze ervan worden vastgesteld.
Art. 6. La gestion journalie`re relative a` l’octroi des avantages vise´s a` l’article 3, 5° et 6° est confie´e au Fonds social et e´conomique pour le secteur de la construction, qui est administre´ par les repre´sentants des travailleurs sie´geant au conseil d’administration du fonds de se´curite´ d’existence, conforme´ment a` l’article 24 des pre´sents statuts.
Art. 6. Het dagelijks beheer inzake de toekenning van de onder artikel 3, 5° en 6° beoogde voordelen, wordt toevertrouwd aan het Sociaal en Economisch Fonds voor het bouwbedrijf, dat wordt bestuurd door de werknemersvertegenwoordigers die zetelen in de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid, overeenkomstig artikel 24 van deze statuten.
Art. 7. Les modalite´s de la participation du fonds de se´curite´ d’existence dans les interventions vise´es a` l’article 4, 1°, 2° et 3° sont e´galement fixe´es par des conventions collectives de travail particulie`res, rendues obligatoires par arreˆte´s royaux.
Art. 7. De wijze van deelname van het fonds voor bestaanszekerheid in de onder artikel 4, 1°, 2° en 3° beoogde tussenkomsten, wordt eveneens vastgesteld in bij koninklijke besluiten algemeen verbindend verklaarde, specifieke collectieve arbeidsovereenkomsten.
Art. 8. Le conseil d’administration du fonds de se´curite´ d’existence est charge´ de l’interpre´tation et de l’application des conventions collectives de travail vise´es aux articles 5 et 7.
Art. 8. De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid wordt belast met de interpretatie en de toepassing van de in de artikelen 5 en 7 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten.
Art. 9. La liquidation des allocations comple´mentaires de choˆmage vise´es par l’article 3, 1° peut eˆtre confie´e par le fonds de se´curite´ d’existence pour la totalite´ ou pour une partie seulement, aux organismes de paiement agre´e´s des allocations principales de choˆmage et a` l’organisme public de paiement de ces allocations.
Art. 9. Het is het fonds voor bestaanszekerheid toegestaan de volledige of gedeeltelijke uitbetaling van de bij artikel 3, 1° beoogde aanvullende werkloosheidsuitkeringen toe te vertrouwen aan de voor de betaling van de hoofdwerkloosheidsuitkeringen erkende uitbetalingsinstellingen, alsook aan de openbare instelling die voor de betaling van deze uitkeringen instaat.
Art. 10. Les conventions collectives de travail vise´es a` l’article 5 peuvent pre´voir que la liquidation des avantages sociaux qu’elles de´terminent, peut eˆtre confie´e aux organismes de paiement cre´e´s par les organisations signataires de ces conventions. Le conseil d’administration du fonds de se´curite´ d’existence accorde ou retire l’agre´ation de ces organismes.
Art. 10. In de bij artikel 5 beoogde collectieve arbeidsovereenkomsten kan worden bepaald dat de uitbetaling van de hierin vastgestelde sociale voordelen, toevertrouwd mag worden aan de uitbetalingsinstellingen die werden opgericht door de partijen die deze overeenkomsten hebben ondertekend. De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid beslist over de toekenning of de intrekking van de erkenning van deze instellingen.
47376
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 11. Les organismes vise´s aux articles 9 et 10 sont responsables des sommes avance´es par le fonds de se´curite´ d’existence et doivent en justifier l’emploi.
Art. 11. De bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen zijn aansprakelijk voor de door het fonds voor bestaanszekerheid voorgeschoten bedragen en ze moeten de aanwending ervan verantwoorden.
Art. 12. Les conditions et les modalite´s de l’intervention des organismes vise´s aux articles 9 et 10 sont arreˆte´es de commun accord avec le fonds de se´curite´ d’existence.
Art. 12. De voorwaarden waaronder en de wijze waarop de bij de artikelen 9 en 10 beoogde instellingen optreden, worden in gemeen overleg met het fonds voor bestaanszekerheid vastgesteld.
Art. 13. L’intervention du fonds de se´curite´ d’existence, telle que vise´e par l’article 4, 4° est faite conforme´ment aux dispositions le´gales qui l’organisent.
Art. 13. De tussenkomst van het fonds voor bestaanszekerheid, beoogd bij artikel 4, 4° gebeurt conform de wettelijke bepalingen terzake.
CHAPITRE IV. — Cate´gories d’employeurs tenues au paiement des cotisations destine´es au financement des avantages
HOOFDSTUK IV. — Categoriee¨n van werkgevers die de bijdragen bestemd voor de financiering van de voordelen moeten betalen
Art. 14. Les employeurs relevant de la compe´tence de la Commission paritaire de la construction, conforme´ment a` l’arreˆte´ royal du 4 mars 1975 portant institution, de´nomination et compe´tence de la Commission paritaire de la construction tel qu’il a e´te´ modifie´ ulte´rieurement, sont tenus de payer pour les ouvriers qu’ils occupent les cotisations fixe´es pour la cate´gorie dans laquelle ils sont classe´s, suivant la nature de leur activite´ et le nombre de travailleurs occupe´s.
Art. 14. De werkgevers, die conform het koninklijk besluit van 4 maart 1975, houdende oprichting, benaming en bevoegdheid van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, zoals het later werd gewijzigd, onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren, zijn ertoe gehouden voor de werklieden die ze tewerkstellen, de bijdragen te betalen die zijn vastgesteld voor de categorie waarin ze zijn gerangschikt, volgens de aard van hun activiteit en het aantal tewerkgestelde werklieden.
Art. 15. Ces employeurs ne peuvent, en vue d’e´carter l’application de l’article 14, se pre´valoir de la nullite´ du contrat de travail, notamment lorsque cette nullite´ provient de la violation, meˆme involontaire dans leur chef, des lois et des arreˆte´s relatifs a` la police et a` la re´glementation du travail.
Art. 15. Het is deze werkgevers niet toegestaan de nietigheid van de arbeidsovereenkomst in te roepen om de toepassing van artikel 14 te omzeilen, meer bepaald wanneer deze nietigheid is ontstaan omdat ze, zelfs onvrijwillig, de wetten en besluiten betreffende de arbeidspolitie en -reglementering hebben overtreden.
CHAPITRE V. — Montant, mode de fixation et de perception des cotisations
HOOFDSTUK V. — Bedrag, wijze van vaststelling en inning van de bijdragen
Art. 16. Le taux de la cotisation due au fonds de se´curite´ d’existence par les employeurs vise´s a` l’article 14, est fixe´ par convention collective de travail, rendue obligatoire par arreˆte´ royal.
Art. 16. Het bedrag van de bijdrage die de bij artikel 14 beoogde werkgevers aan het fonds voor bestaanszekerheid verschuldigd zijn, wordt vastgesteld bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 17. La perception et le recouvrement des cotisations destine´es au financement des avantages vise´s a` l’article 3, a` l’exception de l’aline´a 11°, et aux interventions vise´es a` l’article 4, sont assure´s par l’Office national de se´curite´ sociale, d’apre`s les re`gles propres a` cet organisme.
Art. 17. Voor de inning en de invordering van de bijdragen die bestemd zijn voor de financiering van de bij artikel 3, met uitzondering van lid 11°, beoogde voordelen alsook voor de bij artikel 4 beoogde tegemoetkomingen, staat de Rijksdienst voor sociale zekerheid in, volgens de regels eigen aan deze instelling.
Art. 18. L’Office national de se´curite´ sociale octroie a` cet effet un indice-construction aux employeurs vise´s a` l’article 14, correspondant a` une des quatre cate´gories dans laquelle l’entreprise est classe´e suivant la nature de son activite´, telle que de´termine´e par une convention collective de travail, rendue obligatoire par arreˆte´ royal.
Art. 18. Te dien einde kent de Rijksdienst voor sociale zekerheid een bouw-kencijfer toe aan de bij artikel 14 beoogde werkgevers, welk cijfer overeenstemt met een van de vier categoriee¨n waarin de onderneming is gerangschikt volgens de aard van haar activiteit, zoals vastgesteld bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 19. Les cotisations perc¸ues par l’Office national de se´curite´ sociale sont calcule´es sur la base de re´mune´ration des ouvriers prise en conside´ration pour le calcul de la cotisation destine´e a` la constitution du pe´cule de vacances des ouvriers conforme´ment aux lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s.
Art. 19. De door de Rijksdienst voor sociale zekerheid geı¨nde bijdragen worden berekend op basis van de bezoldiging van de werklieden waarmee rekening wordt gehouden bij de berekening van de bijdrage die bestemd is voor de samenstelling van het vakantiegeld van de werklieden conform de wetten in verband met de jaarlijkse vakantie van de loontrekkenden.
Art. 20. La perception et le recouvrement des cotisations destine´es au financement des avantages vise´s a` l’article 3, 11° sont effectue´s pour le compte du fonds de se´curite´ d’existence par l’organisme vise´ selon l’article 23, selon les modalite´s fixe´es par une convention collective de travail, rendue obligatoire par arreˆte´ royal.
Art. 20. De inning en de invordering van de bijdragen die bestemd zijn voor de financiering van de bij artikel 3, 11° beoogde voordelen worden door de bij artikel 23 beoogde instelling verricht voor rekening van het fonds voor bestaanszekerheid, volgens de modaliteiten die werden vastgesteld bij een bij koninklijk besluit algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 21. Les cotisations vise´es a` l’article 20 doivent eˆtre verse´es dans le mois qui suit le trimestre pour lequel elles sont dues.
Art. 21. De bij artikel 20 beoogde bijdragen moeten worden gestort binnen de maand die volgt op het kwartaal waarvoor ze verschuldigd zijn.
Art. 22. Les cotisations non paye´es dans le de´lai fixe´ par l’article 21 donnent lieu au paiement par l’employeur d’une majoration de cotisation de 10 p.c. du montant duˆ et d’un inte´reˆt de retard dont le taux est celui pre´vu pour les cotisations de se´curite´ sociale en application de la loi du 27 juin 1969 re´visant l’arreˆte´-loi du 28 de´cembre 1944, concernant la se´curite´ sociale des travailleurs. L’inte´reˆt de retard est duˆ a` partir de l’expiration du de´lai fixe´ par l’article 21, jusqu’au jour du paiement des cotisations.
Art. 22. Op de bijdragen die niet werden betaald binnen de bij artikel 21 vastgestelde termijn, dient de betrokken werkgever een bijdrageverhoging van 10 pct. van dit bedrag te betalen, alsook een verwijlintrest waarvan het percentage overeenstemt met wat is voorzien voor de sociale zekerheidsbijdragen in toepassing van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de sociale zekerheid van de werknemers. De verwijlintrest is verschuldigd vanaf het verstrijken van de bij artikel 21 vastgestelde termijn tot op de dag dat de bijdragen worden betaald.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47377
Art. 23. Le controˆle et l’organisation administrative, comptable et financie`re des ope´rations qui se rapportent a` l’octroi des avantages sociaux vise´s par l’article 3 et des interventions du fonds de se´curite´ d’existence vise´es a` l’article 4, sont confie´s a` ″l’Office patronal d’organisation et de controˆle des re´gimes de se´curite´ d’existence″, association sans but lucratif, dont les statuts ont e´te´ publie´s aux annexes du Moniteur belge du 10 de´cembre 1987.
Art. 23. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en financie¨le organisatie van de verrichtingen die betrekking hebben op de toekenning van de bij artikel 3 beoogde sociale voordelen en de bij artikel 4 beoogde tegemoetkomingen van het fonds voor bestaanszekerheid, worden toevertrouwd aan de ″Patronale Dienst voor organisatie en controle van de bestaanszekerheidsstelsels″, vereniging zonder winstbejag, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987.
Cette mission est effectue´e suivant les modalite´s et conditions arreˆte´es de commun accord entre cet organisme et le conseil d’administration du fonds de se´curite´ d’existence.
De wijze waarop en de voorwaarden waaronder deze opdracht wordt uitgevoerd, worden in gemeen overleg vastgesteld tussen deze instelling en de raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid.
CHAPITRE VI. — Mode de nomination et pouvoirs des administrateurs
HOOFDSTUK VI. — Wijze van benoeming en bevoegdheden van de beheerders
Art. 24. Le fonds est administre´ par un conseil, compose´ de quatre membres effectifs et de quatre membres supple´ants de´signe´s par et parmi les membres de la Commission paritaire de la construction.
Art. 24. Het fonds wordt bestuurd door een raad die is samengesteld uit vier werkende en vier plaatsvervangende leden die door en onder de leden van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf worden aangeduid.
Les membres effectifs et supple´ants sont de´signe´s pour moitie´ par le groupe des employeurs et par le groupe des travailleurs pour l’autre moitie´.
De werkende en plaatsvervangende leden worden voor de ene helft aangeduid door de groep van de werkgevers en voor de andere helft door de groep van de werknemers.
Art. 25. La Commission paritaire de la construction proce`de chaque anne´e a` la de´signation du pre´sident du fonds, qui peut eˆtre choisi en son sein ou en dehors.
Art. 25. Het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf stelt jaarlijks de voorzitter van het fonds aan, waarbij de gekozen persoon al dan niet deel uitmaakt van het paritair comite´.
Elle choisit e´galement chaque anne´e parmi ses membres deux vice-pre´sidents, l’un de´signe´ par le groupe des travailleurs, l’autre par le groupe des employeurs.
Het kiest eveneens jaarlijks, onder zijn leden, twee ondervoorzitters, de ene aangeduid door de groep van de werknemers, de andere door de groep van de werkgevers.
En cas d’empeˆchement du pre´sident, les deux vice-pre´sidents exercent alternativement ses fonctions.
Wanneer de voorzitter verhinderd is, nemen de twee ondervoorzitters beurtelings zijn ambt waar.
Art. 26. Le conseil d’administration se re´unit sur convocation du pre´sident en fonction, qui est tenu de convoquer le conseil d’administration lorsque l’un des membres en fait la demande.
Art. 26. De raad van bestuur vergadert op uitnodiging van de in functie zijnde voorzitter, die ertoe gehouden is de raad van bestuur samen te roepen op verzoek van e´e´n van zijn leden.
Le conseil d’administration ne peut de´libe´rer valablement que si outre le pre´sident, un membre au moins du groupe des employeurs et un membre au moins du groupe des travailleurs sont pre´sents.
De raad van bestuur kan slechts geldig beraadslagen wanneer, naast de voorzitter, ten minste e´e´n lid van de groep der werkgevers en ten minste e´e´n lid van de groep der werknemers aanwezig zijn.
Les de´cisions sont prises a` l’unanimite´ des voix.
De beslissingen worden met eenparigheid van stemmen genomen.
Art. 27. Le conseil d’administration est charge´ de l’exe´cution des directives trace´es par la Commission paritaire de la construction et est responsable de son activite´ vis-a`-vis de cette dernie`re, a` laquelle un rapport annuel est pre´sente´ au plus tard six mois apre`s l’expiration de l’exercice social.
Art. 27. De raad van bestuur is belast met de uitvoering van de door het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf gegeven richtlijnen en is verantwoordelijk tegenover dit laatste, waaraan een jaarverslag moet worden voorgelegd ten laatste zes maanden na het einde van het boekjaar.
Il est investi des pouvoirs les plus e´tendus pour la gestion et l’administration du fonds et pour la re´alisation de son objet.
Hij beschikt over de ruimste bevoegdheden in verband met het beheer en het bestuur van het fonds en de verwezenlijking van zijn doel.
Il a dans sa compe´tence tous les actes qui ne sont pas re´serve´s expresse´ment par la loi ou les pre´sents statuts a` la Commission paritaire de la construction.
Onder zijn bevoegdheid vallen alle handelingen die niet uitdrukkelijk door de wet of door deze statuten aan het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf zijn voorbehouden.
Le conseil d’administration nomme et re´voque, soit par lui-meˆme, soit par de´le´gation, tous les agents, employe´s et membres du personnel du fonds et fixe leurs attributions et re´mune´rations.
De raad van bestuur benoemt en ontslaat, hetzij zelf hetzij bij volmacht, alle medewerkers, bedienden en personeelsleden van het fonds en bepaalt hun werkzaamheden en bezoldigingen.
Art. 28. Le conseil peut de´le´guer la gestion journalie`re du fonds avec usage de la signature sociale affe´rente a` cette gestion, a` un ou plusieurs administrateurs.
Art. 28. De raad mag het dagelijks bestuur van het fonds, inclusief het gebruik van de maatschappelijke handtekening betreffende dit bestuur, aan e´e´n of meerdere bestuurders overdragen.
Il peut e´galement confe´rer tous les pouvoirs spe´ciaux a` tous mandataires de son choix.
Hij mag eveneens alle volmachten toevertrouwen aan iedere door hem gekozen gevolmachtigde.
Art. 29. Les administrateurs ne contractent aucune obligation personnelle relative aux engagements du fonds, leur responsabilite´ se limitant a` l’exe´cution du mandat rec¸u.
Art. 29. De bestuurders gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan met betrekking tot de verbintenissen van het fonds, daar hun aansprakelijkheid beperkt is tot de uitoefening van het ontvangen mandaat.
Art. 30. Le pre´sident dirige les de´bats, convoque les membres, fait approuver les proce`s-verbaux et assure le bon fonctionnement du fonds.
Art. 30. De voorzitter leidt het debat, roept de leden samen, legt de notulen ter goedkeuring voor en zorgt voor de goede werking van het fonds.
Art. 31. Sauf en cas de de´le´gation spe´ciale du conseil d’administration, les actes qui engagent le fonds, autres que ceux de gestion journalie`re ou ordinaire, sont signe´s par le pre´sident et par un membre du conseil d’administration de chaque groupe, dont mention a` l’article 24, deuxie`me aline´a.
Art. 31. Behoudens in geval van een door de raad van bestuur gegeven bijzondere volmacht worden de handelingen die het fonds verbinden, met uitzondering van die van dagelijks of gewoon bestuur, ondertekend door de voorzitter en door een lid van de raad van bestuur van elke groep waarvan sprake in artikel 24, tweede lid.
Art. 32. Les actions judiciaires, tant en demandant qu’en de´fendant, sont poursuivies a` la diligence du pre´sident.
Art. 32. De rechtsvorderingen als eisende dan wel verwerende partij worden ingesteld op benaarstiging van de voorzitter.
47378
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE VII. — Controˆle Art. 33. L’exercice social prend cours le 1er octobre de chaque anne´e et se cloˆture le 30 septembre de l’anne´e suivante. Art. 34. Un controˆle est exerce´ sur la gestion du fonds par trois commissaires aux comptes qui sont de´signe´s par les organisations repre´sentatives sie´geant au conseil d’administration. Art. 35. Les trois commissaires aux comptes informent re´gulie`rement le conseil d’administration du fonds du re´sultat de leurs investigations et font telles recommandations qu’ils jugent utiles. Art. 36. A l’e´che´ance d’un exercice social, les comptes sociaux et le rapport des commissaires aux comptes sont transmis a` un re´viseur d’entreprise ou a` un expert comptable de´signe´ par la Commission paritaire de la construction. Le re´viseur ou l’expert proce`de a` la ve´rification des documents qui lui ont e´te´ transmis. A cet effet, il dispose d’un droit illimite´ de surveillance et d’enqueˆte sur toutes les ope´rations comptables du fonds sans jamais s’immiscer dans la gestion de celui-ci. Il peut prendre connaissance, sans de´placement, des livres, de la correspondance, des proce`s-verbaux et de toutes e´critures quelconques du fonds. Art. 37. Une fois sa mission accomplie, le re´viseur ou l’expert comptable fait rapport a` la Commission paritaire de la construction. Une copie de ce rapport est transmis par la commission paritaire au Ministre qui a le travail dans ses attributions.
HOOFDSTUK VII. — Controle Art. 33. Het boekjaar vangt aan op 1 oktober van elk jaar en wordt afgesloten op 30 september van het daarop volgende jaar. Art. 34. Er wordt op het beheer van het fonds een controle uitgevoerd door drie commissarissen die worden aangeduid door de representatieve organisaties die in de raad van bestuur zetelen. Art. 35. De drie commissarissen delen de raad van bestuur van het fonds regelmatig de uitslag van hun onderzoekingen mede en doen alle aanbevelingen die zij nuttig achten. Art. 36. Bij het verstrijken van een boekjaar worden de maatschappelijke rekeningen en het verslag van de commissarissen overgemaakt aan een door het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf aangeduide bedrijfsrevisor of accountant. De revisor of de accountant gaat over tot de verificatie van de documenten die hem werden overgemaakt. Het beschikt daarvoor over een onbeperkt recht van toezicht en onderzoek over alle boekhoudkundige verrichtingen van het fonds, doch hij mag zich nooit met het bestuur ervan inlaten. Hij kan ter plaatse inzage nemen van de boeken, de briefwisseling, de notulen en om het even welk geschrift van het fonds.
CHAPITRE VIII. — Mode de dissolution, de liquidation et d’affectation du patrimoine Art. 38. Toute modification aux pre´sents statuts ne peut faire l’objet d’une de´libe´ration que si elle a e´te´ explicitement annonce´e dans l’ordre du jour de la convocation a` la re´union de la Commission paritaire de la construction. Art. 39. En cas de dissolution volontaire du fonds, la commission paritaire qui l’aura prononce´e nommera, s’il y a lieu, des liquidateurs, de´terminera leurs pouvoirs et de´cidera de la destination des biens et valeurs du fonds, apre`s acquittement du passif, en donnant a` ces biens et valeurs une affectation se rapprochant autant que possible de l’objet en vue duquel le fonds dissous a e´te´ cre´e´.
HOOFDSTUK VIII. — Wijze van ontbinding, vereffening en aanwending van het vermogen Art. 38. Elke wijziging aan deze statuten kan slechts het onderwerp uitmaken van een beraadslaging indien zij uitdrukkelijk aangekondigd werd op de agenda van de uitnodiging voor de vergadering van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Art. 39. In geval van vrijwillige ontbinding van het fonds, zal het paritair comite´ dat deze ontbinding zal beslist hebben, zo nodig vereffenaars benoemen, hun bevoegdheden vaststellen en beslissen over de bestemming van de goederen en de waarden van het fonds, na vereffening van de schulden, en aan deze goederen en waarden een bestemming geven welke zoveel mogelijk het doel benadert met het oog waarop het ontbonden fonds werd opgericht. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 oktober 1999.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 1er octobre 1999.
Art. 37. Wanneer zijn opdracht is volbracht, brengt de revisor of de accountant verslag uit aan het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Een kopie van dit verslag wordt door het paritair comite´ overgemaakt aan de Minister die de arbeid onder zijn bevoegdheid heeft.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3979 [C − 99/12654] 5 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction » aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales pour l’organisation de cours de formation syndicale (1)
N. 1999 — 3979 [C − 99/12654] 5 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in de door syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de organisatie van cursussen voor syndicale vorming (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du «Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction» aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales pour l’organisation de cours de formation syndicale.
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het «Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf» in de door syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de organisatie van cursussen voor syndicale vorming.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 5 octobre 1999.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 5 oktober 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
47379
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958 Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 14 novembre 1996
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996
Fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales pour l’organisation de cours de formation syndicale (Convention enregistre´ e le 29 octobre 1997 sous le nume´ro 45811/CO/124)
Vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten voor de organistie van cursussen voor syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer 45811/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique :
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :
a) aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction;
a) de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren;
b) aux organisations repre´sentatives de travailleurs sie´geant au sein de la Commission paritaire de la construction.
b) de representatieve werknemersorganisaties die in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf zetelen.
CHAPITRE II. — Nature de l’avantage
HOOFDSTUK II. — Aard van het voordeel
Art. 2. En application de l’article 4 des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, les organisations repre´sentatives de travailleurs vise´es a` l’article 1er, b) ont droit a` une participation financie`re a` charge du fonds pre´cite´ en ce qui concerne les frais qu’elles supportent pour l’organisation de cours ou se´minaires visant au perfectionnement des connaissances e´conomiques, sociales et techniques des travailleurs.
Art. 2. In toepassing van artikel 4 van de statuten van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ hebben de in artikel 1, b) bedoelde representatieve werknemersorganisaties recht op een financie¨le bijdrage ten laste van bovengenoemd fonds voor de onkosten die zij dragen bij de organisatie van cursussen of seminaries met het oog op de verbetering van de kennis van de werknemers op economisch, sociaal en technisch vlak.
CHAPITRE III. — Financement
HOOFDSTUK III. — Financiering
Art. 3. § 1er. La participation financie`re globale du fonds de se´curite´ d’existence correspond a` un pourcentage de la cotisation ge´ne´rale verse´e au fonds en application de la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers d’existence de la construction″, rendue obligatoire par l’arreˆte´ royal du 26 juin 1980 (Moniteur belge du 2 aouˆt 1980).
Art. 3. § 1. De globale financie¨le bijdrage van het fonds voor bestaanszekerheid stemt overeen met een percentage van de algemene bijdrage die aan het fonds wordt gestort in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid″ algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980).
§ 2. Ce pourcentage est fixe´ par le conseil d’administration du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ en application de l’article 8 des statuts de ce dernier.
§ 2. Dit percentage wordt vastgesteld door de raad van bestuur van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, in toepassing van artikel 8 van de statuten van dat fonds.
CHAPITRE IV. — Re´partition
HOOFDSTUK IV. — Verdeling
Art. 4. Les pourcentages de re´partition des sommes entre les organisations repre´sentatives de travailleurs vise´es a` l’article 1er, b) sont fixe´s annuellement par le conseil d’administration du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ en application de l’article 8 des statuts de ce dernier.
Art. 4. Dit percentage voor de verdeling van de sommen onder de representatieve werknemersorganisaties, bedoeld in artikel 1, b), worden jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, in toepassing van artikel 8 van de statuten van dat fonds.
47380
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE V. — Controˆle Art. 5. Le conseil d’administration du fonds de se´curite´ d’existence se re´serve le droit de demander aux organisations vise´es a` l’artilce 1er, b) la justification des de´penses effectue´es sur base des sommmes verse´es en application de la pre´sente convention.
HOOFDSTUK V. — Controle Art. 5. De raad van bestuur van het fonds voor bestaanszekerheid behoudt zich het recht voor om aan de organisaties, bedoeld in artikel 1, b), de rechtvaardiging te vragen van de uitgaven die werden verricht op basis van de sommen die werden gestort in toepassing van deze overeenkomst.
CHAPITRE VI. — Validite´ Art. 6. La pre´sente convention collective de travail est applicable a` partir du 1er octobre 1996. Elle est conclue pour une dure´e inde´termine´e et peut eˆtre de´nonce´e de l’accord unanime des parties moyennant un pre´avis de six mois, signifie´ par lettre recommande´e au pre´sident de la Commission paritaire de la construction.
HOOFDSTUK VI. — Geldigheid Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd, en mits e´e´nparig akkoord van de partijen mag de collectieve arbeidsovereenkomst worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1999.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 5 octobre 1999. La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3980 [C − 99/12659] 6 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant et prolongeant la convention collective de travail du 9 juillet 1993 relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction (1)
N. 1999 — 3980 [C − 99/12659] 6 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit de bouwnijverheid (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993,gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit de bouwnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 november 1994, gewijzigd en verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 mei 1996; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 9 juillet 1993, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 7 novembre 1994, modifie´e et prolonge´e par la convention collective de travail du 11 mai 1995, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 23 mai 1996; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant et prolongeant la convention collective de travail du 9 juillet 1993 relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993, betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit het bouwbedrijf.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 6 octobre 1999.
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 7 novembre 1994, Moniteur belge du 24 de´cembre 1994. Arreˆte´ royal du 23 mai 1996, Moniteur belge du 25 juillet 1996.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 7 november 1994, Belgisch Staatsblad van 24 december 1994. Koninklijk besluit van 23 mei 1996, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1996.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
47381
Convention collective de travail du 15 mai 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997
Modification et prolongation de la convention collective de travail du 9 juillet 1993 relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction
Wijziging en verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit de bouwnijverheid
(Convention enregistre´e le 15 septembre 1997 sous le nume´ro 44/851/CO/124)
(Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44/851/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Disposition ge´ne´rale Article 1er. La pre´sente convention collective de travail a pour but de prolonger la dure´e de validite´ de la convention collective de travail du 9 juillet 1993 relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction, rendue obligatoire par l’arreˆte´ royal du 7 novembre 1994, modifie´e et prolonge´e par la convention collective de travail du 11 mai 1995, rendue obligatoire par l’arreˆte´ royal du 23 mai 1996. Elle a e´galement pour but de modifier la convention collective de travail du 9 juillet 1993 pre´cite´e.
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de geldigheidsduur te verlengen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit de bouwnijverheid, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 7 november 1994, en gewijzigd en verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 mei 1996. Zij heeft eveneens tot doel een wijziging aan te brengen aan de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993.
CHAPITRE II. — Prolongation de la dure´e de validite´ Art. 2. La dure´e de validite´ de la convention collective de travail du 9 juillet 1993 relative a` l’octroi d’allocations comple´mentaires de choˆmage aux ouvriers de la construction, modifie´e et prolonge´e par la convention collective de travail du 11 mai 1995 jusqu’au 30 septembre 1997, est prolonge´e jusqu’au 30 septembre 1999. A cet effet, dans l’article 23 de cette convention collective de travail, la date ″30 septembre 1997″ est remplace´e par la date ″30 septembre 1999″.
HOOFDSTUK II. — Verlenging geldigheidsduur Art. 2. De geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993 betreffende de toekenning van aanvullende werkloosheidsuitkeringen aan de werklieden uit de bouwnijverheid, gewijzigd en verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 tot 30 september 1997, wordt verlengd tot en met 30 september 1999. Daartoe wordt in artikel 23 van deze collectieve arbeidsovereenkomst de datum ″30 september 1997″ vervangen door de datum ″30 september 1999″.
CHAPITRE III. — Disposition de modification Art. 3. L’article 10, aline´a 1er de la convention collective de travail du 9 juillet 1993 pre´cite´e, est remplace´ par la disposition suivante : « Les taux journaliers (en re´gime d’indemnisation de six jours par semaine) des allocations comple´mentaires payables pendant la dure´e de la pre´sente convention s’e´le`vent a` : 228 F jusqu’au salaire horaire conventionnel du manoeuvre inclus;
HOOFDSTUK III. — Wijzigende bepaling Art. 3. Artikel 10, lid 1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juli 1993 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De dagbedragen (uitgedrukt rekening houdend met een regeling van zes vergoedbare dagen per week) van de aanvullende uitkeringen die in de loop van deze overeenkomst worden uitgekeerd, belopen : 228 F tot en met het conventioneel uurloon van de ongeschoolde werkman; 275 F tot en met het conventioneel uurloon van de geoefende werkman; 365 F tot en met het conventioneel uurloon van de geschoolde werkman van de 1ste graad; 390 F voor een conventioneel uurloon dat hoger is dan het conventioneel loon van de geschoolde werkman van de 1ste graad. »
275 F jusqu’au salaire horaire conventionnel de l’ouvrier spe´cialise´ inclus; 365 F jusqu’au salaire horaire conventionnel de l’ouvrier qualifie´ 1er e´chelon inclus; 390 F pour un salaire horaire conventionnel supe´rieur au salaire conventionnel de l’ouvrier qualifie´ 1er e´chelon. » CHAPITRE IV. — Entre´e en vigueur et dure´e de validite´ Art. 4. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er octobre 1997 et expire le 30 septembre 1999. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 6 octobre 1999.
HOOFDSTUK IV. — Inwerkingtreding en geldigheidsduur Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 oktober 1997 en verstrijkt op 30 september 1999. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3981 [C − 99/12655] 6 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, relative a` l’octroi par le « Fonds de se´curite´ d’existance des ouvriers de la construction » d’une indemnite´-gel comple´mentaire spe´ciale (1)
N. 1999 — 3981 [C − 99/12655] 6 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 1er, 1°; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 1, 1°; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28;
47382
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, relative a` l’octroi par le « Fonds de se´curite´ d’existance des ouvriers de la construction » d’une indemnite´-gel comple´mentaire spe´ciale.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning door het «Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf» van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 6 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 15 mai 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997
Octroi par le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ d’une indemnite´-gel comple´mentaire spe´ciale (Convention enregistre´e le 15 septembre 1997 sous le nume´ro 44859/CO/124)
Toekenning door het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44859/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la construction et aux ouvriers qu’ils occupent.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen. Onder ″werklieden″ verstaat men de werklieden en de werksters.
On entend par ″ouvriers″, les ouvriers et ouvrie`res. CHAPITRE II. — Conditions d’octroi Art. 2. L’indemnite´-gel comple´mentaire spe´ciale est octroye´e aux ouvriers pour les jours situe´s dans la pe´riode du 1er octobre 1996 jusqu’au 30 avril 1997 inclus et dans la pe´riode du 1er octobre 1997 jusqu’au 30 avril 1998 inclus, pendant lesquels leur employeur les a mis en choˆmage temporaire pour cause d’intempe´ries et pour lesquels ils ont be´ne´ficie´ d’indemnite´s-gel.
HOOFDSTUK II. — Toekenningsvoorwaarden Art. 2. De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt toegekend aan de werklieden voor de dagen waarop zij in de periode van 1 oktober 1996 tot en met 30 april 1997 en in de periode van 1 oktober 1997 tot en met 30 april 1998, door hun werkgever tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorstvergoedingen hebben genoten.
CHAPITRE III. — Montant de l’indemnite´-gel comple´mentaire Art. 3. Le montant journalier forfaitaire de l’indemnite´-gel comple´mentaire (exprime´ selon le re´gime des six jours indemnisables par semaine) est fixe´ a` 205 F brut.
HOOFDSTUK III. — Bedrag van de aanvullende vorstvergoeding Art. 3. Het forfaitair dagbedrag van de aanvullende vorstvergoeding (uitgedrukt volgens de regeling van zes vergoedbare dagen per week) bedraagt 205 F bruto.
CHAPITRE IV. — Dispositions diverses Art. 4. L’indemnite´-gel comple´mentaire est paye´e aux ayants droit pendant le mois de juin 1998 et juin 1999 par le Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction sur la base des renseignements fournis par les organismes de paiement, vise´s a` l’article 7 des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction.
HOOFDSTUK IV. — Diverse bepalingen Art. 4. De aanvullende vorstvergoeding wordt aan de gerechtigden in de loop van de maand juni 1998 en juni 1999 uitbetaald door het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf op basis van de inlichtingen verstrekt door de bij artikel 7 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf beoogde uitbetalingsinstellingen. Art. 5. De dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financie¨le organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Art. 6. De bijzondere gevallen die niet op grond van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost, worden door de meeste gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf.
Art. 5. Le service vise´ a` l’article 23 des statuts du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction est charge´ de l’organisation administrative, comptable et financie`re des ope´rations de´coulant de l’application de la pre´sente convention collective de travail. Art. 6. Les cas particuliers qui ne peuvent eˆtre re´solus sur la base de la pre´sente convention collective de travail, sont pre´sente´s par la partie la plus diligente au conseil d’administration du Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE V. — Validite´ Art. 7. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er octobre 1997 et expire le 30 septembre 1999. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 6 octobre 1999.
47383
HOOFDSTUK V. — Geldigheid Art. 7. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 september 1999. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3982 [C − 99/12657] 6 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, instaurant une indemnite´ comple´mentaire de pension (1)
N. 1999 — 3982 [C − 99/12657] 6 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot invoering van een aanvullende vergoeding « pensioen » (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, instaurant une indemnite´ comple´mentaire de pension.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot invoering van een aanvullende vergoeding - « pensioen ».
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 6 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 14 novembre 1996
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996
Instauration d’une indemnite´ comple´mentaire de pension (Convention enregistre´e le 29 octobre 1997 sous le nume´ro 45812/CO/124).
Invoering van een aanvullende vergoeding ″pensioen″ (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer 45812/CO/124)
CHAPITRE I. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction et aux ouvriers qu’ils occupent.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen. Met werklieden worden de werklieden en de werksters bedoeld.
Par ouvriers, on entend les ouvriers et les ouvrie`res. CHAPITRE II. — Nature de l’avantage Art. 2. Le ″Fonds de se´curite d’existence des ouvriers de la construction″ octroie annuellement une indemnite´ comple´mentaire de pension qui s’ajoute au pe´cule de vacances pour les ouvriers pensionne´s et au pe´cule pour les veuves des ouvriers pensionne´s, e´galement octroye´s par le fonds pre´cite´.
HOOFDSTUK II. — Aard van het voordeel Art. 2. Het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ kent jaarlijks een aanvullende vergoeding ″pensioen″ toe die wordt gevoegd bij het vakantiegeld voor de gepensioneerde werklieden en het vakantiegeld voor de weduwen van gepensioneerde werklieden die eveneens door bovengenoemd fonds worden toegekend.
47384
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE III. — Conditions d’octroi
HOOFDSTUK III. — Toekenningsvoorwaarden
Art. 3. § 1er. Le droit a` la pension comple´mentaire est automatiquement accorde´ aux personnes suivantes :
Art. 3. § 1. Het recht op het aanvullend pensioen wordt automatisch toegekend aan de volgende personen :
1° l’ouvrier pensionne´ qui be´ne´ficie du pe´cule de vacances mentionne´ a` l’article 2, conforme´ment aux conditions et modalite´s fixe´es par la convention collective de travail qui re´git cette matie`re.
1° de gepensioneerde werkman die het vakantiegeld, vermeld in artikel 2, geniet, overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst die deze materie regelt.
Cependant, les ouvriers qui auraient opte´ a` partir du 1er avril 1978 pour l’indemnite´ de se´paration unique ne peuvent pas pre´tendre a` la pension comple´mentaire.
De arbeiders echter, die vanaf 1 april 1978 zouden hebben gekozen voor de e´e´nmalige scheidingsvergoeding, kunnen geen aanspraak maken op het aanvullend pensioen.
2° la veuve d’un be´ne´ficiaire de´ce´de´ pour lequel le droit au pe´cule de vacances octroye´ par le fonds de se´curite´ d’existence e´tait acquis. Cependant, les veuves qui auraient opte´ a` partir du 1er avril 1978 pour l’indemnite´ de se´paration unique ne peuvent pas pre´tendre a` la pension comple´mentaire.
2° de weduwe van een overleden begunstigde voor wie het recht op het vakantiegeld dat door het fonds voor bestaanszekerheid wordt toegekend, verworven was. De weduwen, echter, die vanaf 1 april 1978 zouden hebben gekozen voor de e´e´nmalige scheidingsvergoeding, kunnen geen aanspraak maken op het aanvullend pensioen.
L’octroi de cet avantage est supprime´ en cas de remariage.
De toekenning van dit voordeel wordt opgeheven ingeval de weduwe hertrouwt.
§ 2. Sans pre´judice de l’article 3, § 1, 2°, les ayants-droit d’un be´ne´ficiaire de l’indemnite´ de pension comple´mentaire qui viendrait a` de´ce´der ne pourront pas pre´tendre au be´ne´fice de cette indemnite´.
§ 2. Onverminderd artikel 3, § 1, 2°, zullen de rechthebbenden van een begunstigde van de aanvullende vergoeding ″pensioen″ die zou komen te overlijden, geen aanspraak kunnen maken op deze vergoeding.
CHAPITRE IV. — Mode de calcul et de liquidation de l’indemnite´ comple´mentaire de pension
HOOFDSTUK IV. — Wijze van berekening en uitkering van de aanvullende vergoeding ″pensioen″
Art. 4. L’indemnite´ comple´mentaire de pension est paye´e annuellement et correspond a` un montant forfaitaire fixe´ comme suit :
Art. 4. De aanvullende vergoeding ″pensioen″ wordt jaarlijks uitbetaald en stemt overeen met een forfaitair bedrag dat als volgt wordt vastgesteld :
— ouvrier pensionne´
34 500 F
— gepensioneerde arbeider
34 500 F
— veuve d’un ouvrier pensionne´
20 700 F
— weduwe van een gepensioneerde arbeider
20 700 F
Art. 5. L’indemnite´ comple´mentaire de pension est payable selon les meˆmes modalite´s que celles de´finies pour les pe´cules vise´s a` l’article 2.
Art. 5. De aanvullende vergoeding ″pensioen″ is betaalbaar volgens dezelfde modaliteiten als deze die werden gedefinieerd voor het vakantiegeld, bedoeld in artikel 2.
Elle est par la suite payable annuellement pour autant que soient remplies les conditions fixe´es par le convention collective de travail re´gissant l’octroi du pe´cule de vacances pour les ouvriers pensionne´s et les veuves par le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
Vervolgens is zij jaarlijks betaalbaar, voorzover aan de voorwaarden, gesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst tot regeling van de toekenning door het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ van het vakantiegeld voor de gepensioneerde werklieden en voor de weduwen, is voldaan.
Art. 6. L’indemnite´ de pension comple´mentaire est liquide´e en ordre principal par les organisations syndicales signataires aux be´ne´ficaires qui s’adressent a` elles. A de´faut, les autres be´ne´ficiaires rec¸oivent directement l’indemnite´ du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, moyennant la perception d’une retenue administrative de de 12 p.c.
Art. 6. De aanvullende vergoeding ″pensioen″ wordt in hoofdorde door de ondertekenende syndicale organisaties uitgekeerd aan de begunstigden die zich tot hen richten. Bij ontstentenis, ontvangen de andere begunstigden de vergoeding rechtstreeks van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, mits een administratieve inhouding van 12 pct.
CHAPITRE V. — Dispositions ge´ne´rales
HOOFDSTUK V. — Algemene bepalingen
Art. 7 § 1 . En application de l’article 8 des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, le conseil d’administration de ce dernier fixe les conditions et les modalite´s de liquidation de l’indemnite´ comple´mentaire de pension.
Art. 7. § 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, legt de raad van bestuur van dit fonds de voorwaarden en de modaliteiten voor de uitkering van de aanvullende vergoeding ″pensioen″ vast.
§ 2. Il peut en outre de´le´guer la gestion journalie`re et administrative, de´coulant de l’article 7, § 1er, au Fonds social et e´conomique pour la construction.
§ 2. Bovendien kan hij het dagelijks en administratief beheer dat voortvloeit uit artikel 7, § 1, overdragen aan het Sociaal en Economisch Fonds voor het bouwbedrijf.
Art. 8. Le controˆle et l’organisation administrative comptable et financie`re des ope´rations qui se rapportent a` l’octroi de l’indemnite´ comple´mentaire de pension sont confie´s a` l’ Office patronal d’organisation et de controˆle des re´gimes de se´curite´ d’existence, associaton sans but lucratif, dont les statuts ont e´te´ publie´s aux annexes au Moniteur belge du 10 de´cembre 1987.
Art. 8. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en financie¨le organisatie van de verrichtingen met betrekking tot de toekenning van de aanvullende vergoeding ″pensioen″ worden toevertrouwd aan de Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de bestaanszekerheidsstelsels, vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987.
CHAPITRE VI. — Financement
HOOFDSTUK VI. — Financiering
Art. 9. Afin de fincancer l’indemnite´ comple´mentaire, les employeur vise´s a` l’article 1er sont redevables au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ d’une cotisation.
Art. 9. Teneinde de aanvullende vergoeding ″pensioen″ te financieren, zijn de werkgevers, bedoeld in artikel 1, aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ een bijdrage verschuldigd.
Cette cotisation est incluse dans le taux fixe´ par la convention collective de travail du 14 novembre 1996 instituant une indemnite´ de promotion a` la construction.
Deze bijdrage is inbegrepen in het bedrag dat werd vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996 tot invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf.
er
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE VII. — Validite´ Art. 10 La pre´sente convention collective de travail est applicable a` partir du 1er octobre 1996. Elle est conclue pour une dure´e inde´termine´e et peut eˆtre de´nonce´e de l’accord unanime des parties signataires moyennant un pre´avis de six mois, signifie´ par lettre recommande´e au pre´sident de la Commission paritaire de la construction.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 6 octobre 1999.
47385
HOOFDSTUK VII. — Geldigheid Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en kan mits e´e´nparig akkoord van de ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1999
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
c
F. 1999 — 3983 [C − 99/12660] 6 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, instaurant une indemnite´ de promotion a` la construction (1)
N. 1999 — 3983 [C − 99/12660] 6 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, instaurant une indemnite´ de promotion a` la construction.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid,is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 6 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 14 novembre 1996
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996
Indemnite´ de promotion a` la construction (Convention enregistre´e le 29 octobre 1997 sous le nume´ro 45813/CO/124)
Invoering van een promotievergoeding voor het bouwbedrijf (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer 45813/CO/124) HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen. Met werklieden worden de werklieden en de werksters bedoeld.
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction et aux ouvriers qu’ils occupent. Par ouvriers, on entend des ouvriers et des ouvrie`res.
47386
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD CHAPITRE II. — Nature de l’avantage
HOOFDSTUK II. — Aard van het voordeel
Art. 2. Le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ octroie une indemnite´ de promotion a` la construction qui correspond a` une intervention dans le remboursement d’un emprunt hypothe´caire contracte´ par un ouvrier du secteur et concernant la re´sidence principale de ce dernier.
Art. 2. Het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ kent een promotievergoeding voor het bouwbedrijf toe die overeenstemt met een tegemoetkoming in de terugbetaling van een hypothecaire lening die door een werkman uit de sector werd aangegaan en die betrekking heeft op de hoofdverblijfplaats van deze laatste.
CHAPITRE III. — Conditions d’octroi
HOOFDSTUK III. — Toekenningsvoorwaarden
Art. 3. § 1 . Pour ouvrir le droit a` l’indemnite´ de promotion a` la construction, les ouvriers vise´s a` l’article 1er doivent remplir simultane´ment a` la date de la demande, les conditions suivantes :
Art. 3. § 1. Om het recht op de promotievergoeding voor het bouwbedrijf te openen, moeten de in artikel 1 bedoelde werklieden op de aanvraagdatum gelijktijdig de volgende voorwaarden vervullen :
er
1° Etre dans une des trois situations suivantes :
1° Zich in een van de volgende drie toestanden bevinden :
a) eˆtre lie´ par un contrat de travail a` une entreprise vise´e a` l’article 1er; sont assimile´es a` la pre´sente les hypothe`ses de suspension du contrat de travail telles que pre´vues par la loi du 3 juillet 1978 relative aux contrats de travail.
a) door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn aan een onderneming, bedoeld in artikel 1; de gevallen van schorsing van de arbeidsovereenkomst, zoals voorzien in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden hiermee gelijkgesteld;
b) eˆtre en situation de choˆmage complet a` condition d’avoir e´te´ mis en choˆmage complet par une entreprise vise´e a` l’article 1er;
b) zich in een toestand van volledige werkloosheid bevinden, op voorwaarde dat men volledig werkloos werd gesteld door een in artikel 1 bedoelde onderneming;
c) eˆtre be´ne´ficiaire d’une des interventions suivantes octroye´es par le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ :
c) begunstigde zijn van een van de volgende tussenkomsten die worden toegekend door het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ :
le pe´cule de vacances pour les ouvriers invalides, les mesures d’accompagnement ou un des re´gimes de pre´pension conventionnelle.
het vakantiegeld voor invalide werklieden, de begeleidende maatregelen of een van de regelingen van het conventioneel brugpensioen.
2° Avoir obtenu au minimum cinq cartes de le´gitimation ″ayant droit″ pour des prestations fournies au cours des dix anne´es ou sept cartes de le´gitimation ″ayant droit″ pour des prestations fournies au cours des quinze anne´es pre´ce´dant la demande.
2° Ten minste vijf legitimatiekaarten ″rechthebbende″ hebben ontvangen voor de prestaties geleverd in de loop van de tien jaren of zeven legitimatiekaarten ″rechthebbende″ voor de prestaties geleverd in de loop van de vijftien jaren die voorafgaan aan de aanvraag.
Ces cinq ou sept cartes de le´gitimation ″ayant droit″ doivent eˆtre relatives a` des prestations fournies apre`s 1970.
Deze vijf of zeven legitimatiekaarten ″rechthebbende″ moeten betrekking hebben op prestaties die na 1970 werden geleverd.
L’une de ces cinq ou sept cartes de le´gitimation ″ayant droit″ doit eˆtre celle qui est valable pendant l’exercice au cours duquel la premie`re demande peut eˆtre introduite.
Een van deze vijf of zeven legitimatiekaarten ″rechthebbende″ moet de kaart zijn die geldig is tijdens het dienstjaar in de loop van hetwelke de eerste aanvraag kan worden ingediend.
3° Avoir obtenu un preˆt re´pondant aux conditions suivantes :
3° Een lening hebben bekomen die aan de volgende voorwaarden voldoet :
a) le preˆt doit eˆtre consenti par un organisme financier, selon les conditions et modalite´s propres aux preˆts hypothe´caires;
a) de lening moet zijn toegestaan door een financie¨le instelling, volgens de voorwaarden en de modaliteiten eigen aan de hypothecaire leningen;
b) un acte de preˆt hypothe´caire doit avoir e´te´ passe´ devant notaire apre`s le 31 de´cembre 1970;
b) er moet een akte van hypothecaire lening bij een notaris zijn verleden na 31 december 1970;
c) le preˆt doit eˆtre d’un montant minimum de 100 000 F. Si l’ouvrier a contracte´ plusieurs emprunts, l’intervention du fonds de se´curite´ d’existence portera sur le montant total des emprunts qui, en application de l’article 7, a e´te´ limite´ a` 2 700 000 F;
c) de lening moet minimum 100 000 F belopen. Indien door de werkman diverse leningen werden aangegaan, zal de tussenkomst van het fonds voor bestaanszekerheid betrekking hebben op het totale bedrag van de leningen dat, in toepassing van artikel 7, werd beperkt tot 2 700 000 F.;
d) le preˆt doit avoir pour finalite´ l’acquisition, la construction, la transformation, l’ame´lioration, l’agrandissement ou la re´paration de la re´sidence principale du demandeur et qui est situe´ en Belgique ou dans la zone frontalie`re limitrophe de la Belgique.
d) het doeleinde van de lening moet de aankoop, de bouw, de verbouwing, de verfraaiing, de vergroting of de herstelling zijn van de hoofdverblijfplaats van de aanvrager, die in Belgie¨ gelegen is of in de grensstreek van de buurlanden van Belgie¨.
§ 2. La preuve des conditions e´nonce´es au § 1er se fait selon les modalite´s pre´vues a` l’article 5.
§ 2. Het bewijs van de voorwaarden, vermeld in § 1, wordt geleverd volgens de modaliteiten voorzien in artikel 5.
Art. 4. Pour chaque anne´e qui suit l’octroi de la premie`re intervention, l’inte´resse´ est tenu de faire la preuve de la condition fixe´e a` l’article 3, § 1er et du fait que l’emprunt qu’il a contracte´ est toujours en vigueur.
Art. 4. Voor elk jaar dat volgt op de toekenning van de eerste tussenkomst, dient de belanghebbende het bewijs te leveren van de voorwaarde vastgesteld in artikel 3, § 1, en van het feit dat de lening die door hem werd aangegaan, nog steeds loopt.
La preuve de ces conditions est rapporte´e selon les modalite´s fixe´es a` l’article 6.
Het bewijs van deze voorwaarden wordt geleverd volgens de modaliteiten, vastgesteld in artikel 6.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47387
CHAPITRE IV. — Proce´dure
HOOFDSTUK IV. — Procedure
Art. 5. La premie`re demande d’octroi de l’indemnite´ de promotion vise´e a` l’article 3, § 1er peut eˆtre introduite aupre`s du fonds de se´curite´ d’existence au plus toˆt un an apre`s la passation de l’acte notarie´ dont il est question a` l’article 3, § 1er/3°/b).
Art. 5. De eerste aanvraag om toekenning van de in artikel 3, § 1 bedoelde promotievergoeding, mag ten vroegste e´e´n jaar na het verlijden van de leningsakte bij de notaris, waarvan sprake in artikel 3, § 1/3°/b), bij het fonds voor bestaanszekerheid worden ingediend.
Si l’ouvrier a contracte´ plusieurs emprunts, chacun de ceux-ci doit faire l’objet d’une demande d’octroi spe´cifique. Cette demande est introduite a` l’aide d’un formulaire spe´cial, intitule´ dossier original, qui est envoye´ sur demande a` l’inte´resse´.
Indien door de arbeider diverse leningen werden aangegaan, moet elk van deze leningen het voorwerp uitmaken van een specifieke aanvraag tot toekenning. Deze aanvraag wordt ingediend aan de hand van een speciaal formulier, getiteld ″origineel dossier″, dat belanghebbende op zijn verzoek wordt toegestuurd.
Toute demande doit eˆtre accompagne´e des documents justificatifs requis pour faire la preuve des conditions e´nonce´es a` l’article 3, § 1er.
Elke aanvraag moet vergezeld gaan van de bewijsstukken die vereist zijn om het bewijs te leveren van de voorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1.
Art. 6. En ce qui concerne l’intervention vise´e a` l’article 4, le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ adresse chaque anne´e dans le mois suivant la date anniversaire de la passation de l’acte notarie´ pre´vu a` l’article 5 un formulaire de renouvellement aux titulaires de l’indemnite´ de promotion.
Art. 6. Voor wat betreft de tussenkomst bedoeld in artikel 4, stuurt het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ elk jaar in de loop van de maand die volgt op de verjaardatum van het verlijden van de in artikel 5 bedoelde leningsakte bij de notaris, een hernieuwingsformulier naar de rechthebbenden op de promotievergoeding.
Si ce n’est pas le cas, l’ayant-droit est tenu de prendre contact avec le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
Indien dit niet het geval is, dient de rechthebbende contact op te nemen met het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
Ce formulaire doit eˆtre renvoye´ duˆment comple´te´ et accompagne´ des documents justificatifs requis.
Dit formulier moet behoorlijk ingevuld en vergezeld van de vereiste bewijsstukken, worden teruggestuurd.
CHAPITRE V. — Mode de calcul et de liquidation de l’indemnite´ de promotion a` la construction
HOOFDSTUK V. — Wijze van berekening en uitkering van de promotievergoeding voor het bouwbedrijf
Art. 7. § 1er. L’indemnite´ de promotion est paye´e annuellement et correspond a` 1 p.c. du montant du capital annuel restant a` rembourser, avec un maximum de 15 000 F et un minimum de 500 F.
Art. 7. § 1. De promotievergoeding wordt jaarlijks uitbetaald en stemt overeen met 1 pct. van het bedrag van het jaarlijks, nog terug te betalen kapitaal, met een maximum van 15 000 F en een minimum van 500 F.
Le capital annuel restant a` rembourser est obtenu sur base d’un tableau the´orique de remboursement, en divisant le montant total du capital emprunte´ (limite´ a` 2 700 000 F) par la dure´e contractuelle du preˆt.
Het jaarlijks, nog terug te betalen kapitaal wordt verkregen op basis van een theoretische tabel van terugbetaling, door het totale bedrag van het geleende kapitaal (begrensd tot 2 700 000 F), te delen door de contractuele looptijd van de lening.
§ 2. L’octroi de l’indemnite´ de promotion prend fin lorsque le montant de cette indemnite´ est infe´rieur a` 500 F.
§ 2. De toekenning van de promotievergoeding wordt bee¨indigd wanneer het bedrag van deze vergoeding kleiner is dan 500 F.
Art. 8. L’indemnite´ de promotion est liquide´e a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, par les organisations syndicales signataires aux be´ne´ficiaires qui s’adressent a` elles. Les autres be´ne´ficiaires rec¸oivent directement l’indemnite´ de promotion du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, moyennant la perception d’une retenue administrative de 12 p.c.
Art. 8. De promotievergoeding wordt ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ uitgekeerd door de ondertekenende syndicale organisaties aan de rechthebbenden ontvangen de promotievergoeding rechtstreeks van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, mits een administratieve inhouding van 12 pct.
Art. 9. A partir du moment ou` ils re´pondent aux conditions fixe´es par l’article 3, les ouvriers aˆge´s de 25 ans maximum au moment de la signature de l’acte notarie´ peuvent obtenir le be´ne´fice de l’indemnite´ de promotion avec un effet re´troactif de 2 ans maximum, limite´ par l’anne´e d’obtention du preˆt hypothe´caire.
Art. 9. De werklieden die maximum 25 jaar zijn op het ogenblik van de ondertekening van de akte bij de notaris, kunnen, van zodra zij aan de voorwaarden gesteld in artikel 3, voldoen, de promotievergoeding verkrijgen met een terugwerkende kracht van maximum 2 jaar, beperkt tot het jaar waarop de hypothecaire lening werd verkregen.
CHAPITRE VI. — Dispositions ge´ne´rales
HOOFDSTUK VI. — Algemene bepalingen
Art. 10. § 1 . En application de l’article 8 des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, le conseil d’administration de ce dernier fixe les conditions et les modalite´s de liquidation de l’indemnite´ de promotion.
Art. 10. § 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, legt de raad van bestuur van dit fonds de voorwaarden en de modaliteiten voor de uitkering van de promotievergoeding vast.
§ 2. Il peut en outre de´le´guer la gestion journalie`re et administrative de´coulant du pre´sent re´gime, au Fonds social et e´conomique pour la construction.
§ 2. Bovendien kan hij het dagelijks en administratief beheer dat voortvloeit uit dit stelsel, overdragen aan het Sociaal en Economisch Fonds voor het bouwbedrijf.
Art. 11. Le controˆle et l’organisation administrative, comptable et financie`re des ope´rations qui se rapportent a` l’octroi de l’indemnite´ de promotion sont confie´s a` l’Office patronal d’organisation et de controˆle des re´gimes de se´curite´ d’existence, association sans but lucratif, dont les statuts ont e´te´ publie´s aux annexes au Moniteur belge du 10 de´cembre 1987.
Art. 11. De controle en de administratieve, boekhoudkundige en financie¨le organisatie van de verrichtingen met betrekking tot de toekenning van de promotievergoeding worden toevertrouwd aan de Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de bestaanszekerheidsstelsels, vereniging zonder winstoogmerk, waarvan de statuten werden gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 10 december 1987.
CHAPITRE VII. — Financement
HOOFDSTUK VII. — Financiering
Art. 12. § 1 . Afin de financer l’indemnite´ de promotion a` la construction, les employeurs vise´s a` l’article 1er sont redevables au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ d’une cotisation.
Art. 12. § 1. Teneinde de promotievergoeding voor het bouwbedrijf te financieren, zijn de werkgevers, bedoeld in artikel 1, aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ een bijdrage verschuldigd.
er
er
47388
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Cette cotisation est e´gale a` 1 p.c. du montant, porte´ a` 108 p.c., de la totalite´ des re´mune´rations de´clare´es a` l’Office national de se´curite´ sociale concernant les ouvriers vise´s a` l’article 1er et est inclus dans le taux de cotisation fixe´ par la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par l’arreˆte´ royal du 26 juin 1980 (Moniteur belge du 2 aouˆt 1980). § 2. En application de l’article 3/6° des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, ce dernier verse le montant perc¸u au titre de cotisation au Fonds social et e´conomique pour la construction.
Deze bijdrage is gelijk aan 1 pct. van het bedrag, dat op 108 pct. werd gebracht, van het totaal van de lonen aangegeven bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid met betrekking tot de werklieden bedoeld in artikel 1, en is inbegrepen in het bedrag van de bijdrage vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid″, algemeen verbindend werd verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980) § 2. In toepassing van artikel 3/6° van de statuten van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, stort dit fonds het geı¨nde bedrag bij wijze van bijdrage aan het Sociaal en Economisch Fonds voor het bouwbedrijf.
CHAPITRE VIII. — Validite´ Art. 13. La pre´sente convention collective de travail est applicable a` partir du 1er octobre 1996. Elle est conclue pour une dure´e inde´termine´e et peut eˆtre de´nonce´e de l’accord des parties moyennant un pre´avis de six mois, signifie´ par lettre recommande´e au pre´sident de la Commission paritaire de la construction. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 6 octobre 1999.
HOOFDSTUK VIII. — Geldigheid Art. 13. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en kan mits e´e´nparig akkoord van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3984 [C − 99/12658] 6 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du «Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction» aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales en matie`re d’accommodations de vacances et socio-culturelles (1)
N. 1999 — 3984 [C − 99/12658] 6 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten van vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot socio-culturele en vakantieaccommodatie (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 14 novembre 1996, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du «Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction» aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales en matie`re d’accommodations de vacances et socioculturelles.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten van vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot socio-culturele en vakantieaccomodatie.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles le 6 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 6 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47389
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 14 novembre 1996
Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1996
Fixation du montant, du mode de financement, des modalite´s d’octroi et de liquidation de la participation du « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction » aux frais de´caisse´s par les organisations syndicales en matie`re d’accomodations de vacances et socio-culturelles (Convention enregistre´e le 29 octobre 1997 sous le nume´ro 45814/CO/124)
Vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot socio-culturele en vakantieaccommodatie (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1997 onder het nummer 45814/CO/124)
CHAPITRE I. — Champ d’application
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
er
Article 1 . La pre´sente convention collective de travail s’applique :
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op :
a) aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction;
a) de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren;
b) aux organisations repre´sentatives de travailleurs sie´geant au sein de la Commission paritaire de la construction.
b) de representatieve werknemersorganisaties die in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf zetelen.
CHAPITRE II. — Nature de l’avantage
HOOFDSTUK II. — Aard van het voordeel
Art. 2. En application de l’article 4 des statuts du « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction », les organisations repre´sentatives de travailleurs vise´es a` l’artilce 1er, b) ont droit a` une participation financie`re a` charge du fonds pre´cite´ en ce qui concerne les frais qu’elles supportent pour les pour les accomodations de vacances et socio-culturelle qu’elles octroient.
Art. 2. In toepassing van artikel 4 van de statuten van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » hebben de in artikel 1, b) bedoelde representatieve werknemersorganisaties recht op een financie¨le bijdrage ten laste van bovengenoemd fonds voor de onkosten die zij dragen voor de socio-culturele en vakantieaccommodatie die zij toekennen.
CHAPITRE III. — Financement
HOOFDSTUK III. — Financiering
Art. 3. La participation financie`re globale du fonds de se´curite´ d’existence correspond a` 0,43 p.c. de la cotisation ge´ne´rale verse´e au fonds en application de la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction », rendue obligatoire par l’arreˆte´ royal du 26 juin 1980 (Moniteur belge du 2 aouˆt 1980).
Art. 3. De globale financie¨le bijdrage van het fonds voor bestaanszekerheid stemt overeen met 0,43 pct. van de algemene bijdrage die aan het fonds wordt gestort in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor Bestaanszekerheid voor de arbeiders van de bouwnijverheid », algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980).
CHAPITRE IV. — Re´partition
HOOFDSTUK IV. — Verdeling
Art. 4. Les pourcentages de re´partition des sommes entre les organisations repre´sentatives de travailleurs vise´es a` l’article 1er, b) sont fixe´s annuellement par le conseil d’administration du « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction » en application de l’article 8 des statuts de ce dernier.
Art. 4. De percentages voor de verdeling van de sommen onder de representatieve werknemersorganisaties, bedoeld in artikel 1, b), worden jaarlijks vastgesteld door de raad van bestuur van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf », in toepassing van artikel 8 van de statuten van dat fonds.
CHAPITRE V. — Modalite´s d’application et controˆle
HOOFDSTUK V. — Toepassingsmodaliteiten en controle
Art. 5. § 1er. En application de l’article 8 des statuts du « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction », le conseil d’administration de ce dernier fixe les conditions et les modalite´s d’affectation des sommes qui sont verse´es aux organisations vise´es a` l’artilce 1er, b).
Art. 5. § 1. In toepassing van artikel 8 van de statuten van het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » legt de raad van bestuur van dat fonds de voorwaarden en de modaliteiten vast voor het aanwenden van de sommen die aan de organisaties, bedoeld in artikel 1, b), worden gestort.
§ 2. Le fonds de se´curite´ d’existence se re´serve le droit de demander aux organisations vise´es a` l’artilce 1er, b) la justification des de´penses effectue´es en application de la pre´sente convention.
§ 2. Het fonds voor bestaanszekerheid behoudt zich het recht voor om aan de organisaties, bedoeld in artikel 1, b), de rechtvaardiging te vragen van de uitgaven die werden verricht in toepassing van deze overeenkomst.
CHAPITRE VI. — Validite´
HOOFDSTUK VI. — Geldigheid
Art. 6. La pre´sente convention collective de travail est applicable a` partir du 1er octobre 1996. Elle est conclue pour une dure´e inde´termine´e et peut eˆtre de´nonce´e de l’accord unanime des parties moyennant un pre´avis de six mois, signifie´ par lettre recommande´e au pre´sident de la Commission paritaire de la construction.
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 oktober 1996. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde tijd en mits e´e´nparig akkoord van de partijen worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van zes maanden bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 6 octobre 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
47390
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3985 [C − 99/12712] 20 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, portant organisation des re´gimes de promotion de l’emploi pour les anne´es 1997 et 1998 (1)
N. 1999 — 3985 [C − 12712] 20 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998 (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, portant organisation des re´gimes de promotion de l’emploi pour les anne´es 1997 et 1998.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 20 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 20 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 15 mai 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997
Portant organisation des re´gimes de promotion de l’emploi pour les anne´es 1997 et 1998 (Convention enregistre´e le 15 septembre 1997 sous le nume´ro 44950/CO/124)
Tot organisatie van de regelingen ter bevordering van de tewerkstelling in 1997 en 1998 (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44950/CO/124)
TITRE Ier. — Dispositions ge´ne´rales Article 1er. La pre´sente convention collective de travail est conclue en exe´cution du chapitre IV du titre III de la loi du 26 juillet 1996 relative a` la promotion de l’emploi et la sauvegarde pre´ventive de la compe´titive (Moniteur belge du 1er août 1996). Art. 2. Pour ce qui concerne les dispositions de la section 1 du chapitre I de son titre III, la pre´sente convention est e´galement conclue en application des dispositions de la loi du 17 mars 1987 relative a` l’introduction de nouveaux re´gimes de travail dans les entreprises (Moniteur belge du 12 juin 1987) et de la convention collective n° 42 du 2 juin 1987, relative a` l’introduction de nouveaux re´gimes de travail dans les entreprises, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 18 juin 1987, (Moniteur belge du 26 juin 1987). Art. 3. Pour ce qui concerne les dispositions du chapitre III de son titre II, la pre´sente convention collective comporte e´galement exe´cution de l’article 3 de la convention collective de travail n° 55 du 13 juillet 1993 instituant un re´gime d’indemnite´s comple´mentaires pour certains travailleurs aˆge´s en cas de re´duction des prestations de travail a` mi-temps, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 17 novembre 1993 (Moniteur belge du 4 décembre 1993). Art.4. La pre´sente convention est applicable aux employeurs et aux ouvriers des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la construction. Par ouvriers, on entend les ouvriers et ouvrie`res. Art.5. La pre´sente convention a` pour objet de de´terminer les re`gles ge´ne´rales et les principales modalite´s relatives a` l’organisation et a` l’application des mesures de promotion de l’emploi qu’elle de´finit. Les modalite´s particulie`res d’application de ces mesures sont de´termine´es par des conventions collectives de travail distinctes prises en exe´cution de la pre´sente convention-cadre.
TITEL I. — Algemene bepalingen Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten ter uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996). Art. 2. Voor de bepalingen van afdeling 1 van hoofdstuk I van zijn titel III, is deze overeenkomst eveneens gesloten in toepassing van de bepalingen van de wet van 17 maart 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen (Belgisch Staatsblad van 12 juni 1987) en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987 betreffende de invoering van nieuwe arbeidsregelingen in de ondernemingen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 juni 1987 (Belgisch Staatsblad van 26 juni 1987). Art.3. Voor de bepalingen van hoofdstuk III van zijn titel II, geeft deze overeenkomst eveneens uitvoering aan artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere arbeiders in geval van halvering van arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993 (Belgisch Staatsblad van 4 december 1993). Art.4. Deze overeenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die behoren tot het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Onder arbeiders wordt verstaan de arbeiders en arbeidsters. Art.5. Deze overeenkomst bepaalt de algemene regels en de belangrijkste modaliteiten m.b.t. de organisatie en de toepassing van de erin vastgestelde tewerkstellingsbevorderende maatregelen. De bijzondere toepassingsmodaliteiten van deze maatregelen worden bepaald bij aparte collectieve arbeidsovereenkomsten die ter uitvoering van deze kaderovereenkomst worden gesloten.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47391
Art. 6. Les mesures de promotion de l’emploi de´termine´es par le titre II de la pre´sente convention, a` l’exception de la section 2 du chapitre II, ont un effet direct dans les entreprises vise´es a` l’article 4.
Art. 6. De bij titel II van deze overeenkomst bepaalde tewerkstellingsbevorderende maatregelen hebben, met uitzondering van afdeling 2 van hoofdstuk II, directe werking in de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen.
Les mesures de promotion de l’emploi de´termine´es par la section 2 du chapitre II du titre II et par la section 1 du chapitre I du titre III de la pre´sente convention n’ont pas d’effet a` l’e´gard des employeurs et ouvriers vise´s a` l’article 4 que pour autant que ces employeurs de´cident d’y adhe´rer conforme´ment aux modalite´s de´termine´es par le titre IV de la pre´sente convention.
De tewerkstellingsbevorderende maatregelen bepaald bij afdeling 2 van hoofdstuk II van titel II en bij afdeling I van hoofdstuk I van titel III van deze overeenkomst zijn slechts van toepassing op de in artikel 4 bedoelde werkgevers en arbeiders voor zover deze werkgevers beslissen ertoe toe te treden volgens de bij titel IV van deze overeenkomst vastgestelde modaliteiten.
Art.7. § 1er. La pre´sente convention organise et re´glemente les re´gimes de promotion de l’emploi suivants :
Art.7. § 1. Deze overeenkomst organiseert en regelt volgende tewerkstellingsbevorderende regelen :
-le re´gime de l’apprentissage construction;
- het bouwleerlingwezen;
- le re´gime de parrainage;
- de peterschapsregeling;
- le re´gime du cre´dit-formation;
- de regeling van het opleidingskrediet;
- le re´gime de travail-formation;
- de regeling arbeid-opleiding;
- le re´gime de pre´pension-mi-temps.
- het halftijds brugpensioen.
§ 2. La pre´sente convention organise et re´glemente les re´gimes et mesures comple´mentaires de promotion de l’emploi suivants :
§ 2. Deze overeenkomst organiseert en regelt volgende bijkomende tewerkstellingsbevorderende regelingen en maatregelen :
- le re´gime sectoriel de la semaine flexible, selon le syste`me d’adhe´sion simple ou d’adhe´sion ″emploi″;
- de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek volgens het systeem van de eenvoudige toetreding of de toetreding ″tewerkstelling″;
- la promotion de l’emploi des groupes cibles construction.
- de bevordering van de tewerkstelling van de doelgroepen bouw.
§ 3. La pre´sente convention de´termine les principes directeurs d’un syste`me sectoriel de preˆt de main-d’oeuvre.
§ 3. Deze overeenkomst stelt de krachtlijnen van een sectoraal stelsel van uitwisseling van personeel vast.
CHAPITRE II. — Re`gles ge´ne´rales de financement et d’organisation des re´gimes
HOOFDSTUK II. — Algemene financierings- en organisatieregels van de regelingen
Art. 8. Le fonctionnement des re´gimes de promotion de l’emploi de´termine´s par le titre II de la pre´sente convention, a` l’exception du chapitre III et de la section 2 du chapitre II, est assure´ par un financement correspondant a` 0,52 p.c. de la masse salariale annuelle.
Art. 8. De werking van de tewerkstellingsbevorderende regelingen, bepaald bij titel II van deze overeenkomst wordt, met uitzondering van hoofdstuk III en afdeling 2 van hoofdstuk II, gewaarborgd door een financiering van 0,52 pct. van de jaarlijkse loonmassa.
Le financement de´fini a` l’aline´a 1er est e´tabli pour une dure´e de 4 ans prenant cours le 1er juillet 1997.
De bij lid 1 bepaalde financiering is vastgesteld voor een periode van 4 jaar die ingaat op 1 juli 1997.
Le mode de financement s’ope`re conforme´ment aux dispositions arreˆte´es en la matie`re par le protocole d’accord conclu entre les interlocuteurs sociaux au sein de la Commission paritaire de la construction le 24 avril 1997.
De financiering gebeurt overeenkomstig de bepalingen die hierover werden opgenomen in het protocol van akkoord dat op 24 april 1997 in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf tussen de sociale gesprekspartners werd gesloten.
Art. 9. Une convention collective de travail distincte de´termine :
Art. 9. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt :
- les modalite´s d’inscription au budget du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ du financement vise´ a` l’article 8;
- de manier waarop de in artikel 8 bedoelde financiering in de begroting van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf wordt opgenomen;
- le mode de mise a` la disposition du Fonds de Formation de la construction (F.F.C.) de la partie du financement vise´ a` l’article 8 correspondant a` 0,45 p.c. de la masse salariale annuelle.
- de wijze waarop een gedeelte van de bij artikel 8 bedoelde financiering, gelijk aan 0,45 pct. van de jaarlijkse loonmassa, ter beschikking wordt gesteld van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (F.V.B.).
Art. 10. Le financement de´fini a` l’article 8 ne s’applique pas aux couˆts re´sultant de l’organisation des formations the´oriques dispense´es dans le cadre des re´gimes vise´s au chapitre I du titre II de la pre´sente convention.
Art. 10. De in artikel 8 bepaalde financiering is niet van toepassing voor de kosten van de theoretische opleidingen die in het kader van de bij hoofdstuk I van titel II van deze overeenkomst bedoelde stelsels worden verstrekt.
Ces couˆts sont finance´s par les moyens propres du F.F.C. Art. 11. Les re´gimes de promotion de l’emploi de´termine´s par la pre´sente convention sont organise´s et ge´re´s de manie`re paritaire. Art. 12. Une convention collective de travail distincte de´termine :
Deze kosten worden met de eigen middelen van het F.V.B. gefinancierd. Art. 11. De bij deze overeenkomst bepaalde tewerkstellingsbevorderende regelingen worden paritair georganiseerd en beheerd. Art. 12. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt :
- les modalite´s de l’e´valuation paritaire des re´gimes de promotion de l’emploi;
- de modaliteiten voor een paritaire evaluatie van de tewerkstellingsbevorderende regelingen;
- celles des missions du F.F.C. et du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ qui ne sont pas de´ja` pre´vues par la pre´sente convention.
- de opdrachten van het F.V.B. en van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ die nog niet in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn voorzien.
Art. 13. Les organisations repre´sentatives des employeurs au plan local ont un roˆle prioritaire dans la promotion des re´gimes d’emploi de´termine´s par la pre´sente convention.
Art. 13. De plaatselijke representatieve werkgeversorganisaties krijgen een prioritaire rol toebedeeld bij de promotie van de bij deze overeenkomst bepaalde tewerkstellingsregelingen.
47392
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD TITRE II. — Les re´gimes de promotion de l’emploi
TITEL II. — De tewerkstellingsbevorderende regelingen
CHAPITRE I. — Les re´gimes de formation et de l’emploi des jeunes
HOOFDSTUK I. — De regelingen voor opleiding en tewerkstelling van jongeren
Section 1. — Le re´gime de l’apprentissage construction
Afdeling 1. — De regeling van het bouwleerlingwezen
Art. 14. L’apprentissage construction est un re´gime spe´cifique d’apprentissage industriel organise´ dans le cadre de la promotion de l’emploi de jeunes relevant des groupes cibles du secteur de la construction.
Art. 14. Het bouwleerlingwezen is een specifiek industrieel leerlingwezen dat wordt georganiseerd in het kader van de bevordering van de tewerkstelling van jongeren die behoren tot de doelgroepen van de bouwsektor.
Sous-section 1. — Conditions d’application du re´gime
Onderafdeling 1. — Toepassingsvoorwaarden van de regeling
Art. 15. Le re´gime d’apprentissage construction s’applique, par priorite´, aux jeunes demandeurs d’emploi sans qualification aˆge´s de 18 a` 21 ans.
Art. 15. Het bouwleerlingwezen richt zich in de eerste plaats tot jonge, ongeschoolde werkzoekenden tussen 18 en 21 jaar.
Une convention collective de travail distincte peut pre´ciser la notion de public cible prioritaire de´finie a` l’aline´a 1er.
De in lid 1 bepaalde prioritaire doelgroep kan in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst nader worden omschreven.
Art. 16. L’apprentissage construction a une dure´e minimale de 18 mois et une dure´e maximale de 24 mois. Sur proposition du F.F.C., le comite´ paritaire d’apprentissage arreˆte la dure´e de l’apprentissage pour chaque me´tier tombant sous l’application du re´gime.
Art. 16. Het bouwleerlingwezen duurt minimaal 18 en maximaal 24 maanden. Het Paritair Leercomite´ bepaalt, op voorstel van het F.V.B. de duur van de opleiding voor elk beroep dat onder de regeling valt.
Art. 17. Le contrat d’apprentissage est signe´ par l’employeur, l’apprenti et le F.F.C.
Art. 17. De leerovereenkomst wordt door de werkgever, de leerjongen en het F.V.B. getekend.
Une convention collective de travail distincte de´termine les droits et obligations des parties et arreˆte les mentions du contrat d’apprentissage.
Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de rechten en de verplichtingen van de partijen en stelt de vermeldingen van de leerovereenkomst vast.
Art. 18. La formation pratique de l’apprenti est confie´e a` un travailleur qualifie´ de l’entreprise qui agit en tant que responsable de la formation donne´e dans le cadre du re´gime d’apprentissage construction.
Art. 18. De praktische opleiding van de leerjongen wordt toevertrouwd aan een geschoolde arbeider in de onderneming die optreedt als verantwoordelijke voor de opleiding die verstrekt wordt in het kader van het bouwleerlingwezen.
Sous-section 2. — Modalite´s ge´ne´rales de fonctionnement du re´gime
Onderafdeling 2. — Algemene werkingsregels van de regeling
Art. 19. Le re´gime d’apprentissage construction comporte une formation pratique en entreprise et une formation the´orique dans un centre de formation agre´e par le comite´ paritaire d’apprentissage, sur avis du F.F.C.
Art. 19. Het bouwleerlingwezen bestaat uit een praktische opleiding in de onderneming en een theoretische opleiding in een opleidingscentrum dat op advies van het F.V.B. door het Paritair Leercomite´ wordt erkend.
Art. 20. La dure´e des pe´riodes de formation pratique et de formation the´orique ainsi que les re`gles re´gissant la re´partition de ces pe´riodes durant l’apprentissage sont de´termine´es par une convention collective de travail distincte.
Art. 20. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de duur van de praktische en de theoretische opleiding evenals de spreiding van deze periodes tijdens de leertijd.
Art. 21. Durant les douze premiers mois d’application du contrat d’apprentissage, le montant de l’indemnite´ due a` l’apprenti est supporte´, pour moitie´ par le F.F.C.
Art. 21. Tijdens de eerste 12 maanden van de leerovereenkomst wordt de helft van de aan de leerjongen verschuldigde vergoeding gedragen, door het F.V.B.
Le maintien de l’intervention du fonds au cours de la pe´riode vise´e a` l’aline´a 1er est toutefois soumis a` l’exigence d’une e´valuation semestrielle positive du de´roulement de l’apprentissage dans l’entreprise.
Het behoud van deze tegemoetkoming van het fonds gedurende de bij lid 1 bedoelde periode hangt echter af van een positieve halfjaarlijkse evaluatie van het verloop van de opleiding in de onderneming.
Art. 22. Le F.F.C., agissant sous le controˆle du Comite´ paritaire d’apprentissage, est responsable de la mise en oeuvre du re´gime d’apprentissage construction.
Art. 22. Het F.V.B., dat handelt onder toezicht van het Paritair Leercomite´, is verantwoordelijk voor het opzetten van het bouwleerlingwezen.
Sous-section 3. — Conditions et modalite´s particulie`res d’application
Onderafdeling 3. — Bijzondere toepassingsvoorwaarden en-modaliteiten
Art. 23. Outre l’exe´cution des dispositions arreˆte´es par les articles 15,17 et 20, une convention collective de travail arreˆte les conditions et modalite´s plus pre´cises concernant l’organisation et l’exe´cution du re´gime d’apprentissage construction.
Art. 23. Een collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de bepalingen van de artikelen 15, 17 en 20 en stelt de nadere voorwaarden en modaliteiten vast voor de organisatie en de uitvoering van het bouwleerlingwezen.
Cette convention de´termine notamment :
Deze overeenkomst bepaalt met name :
- le montant de l’indemnite´ due a` l’apprenti;
- het bedrag van de aan de leerling verschuldigde vergoeding;
- le montant d’intervention financie`re e´ventuelle du F.F.C. durant les pe´riodes de formation the´orique de l’apprenti;
- het bedrag van de eventuele financie¨le tegemoetkoming van het F.V.B. tijdens de periodes waarin de leerling theoretische opleiding volgt;
- la proce´dure d’e´valuation de l’application du contrat d’apprentissage dans l’entreprise;
- de procedure voor de beoordeling van de toepassing van de leerovereenkomst in de onderneming;
- la proce´dure de certification de la formation au terme de l’apprentissage;
- de procedure voor de certifikatie van de opleiding bij afloop van de leertijd;
- les modalite´s d’intervention du comite´ paritaire d’apprentissage;
- de modaliteiten van de tussenkomst van het Paritair Leercomite´.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Section 2. — Le re´gime du parrainage
47393
Afdeling 2. — De peterschapsregeling
Sous-section 1. — De´finition et champ d’application
Onderafdeling 1. — Definitie en toepassingsgebied
Art. 24. Le parrainage est un re´gime d’accompagnement temporaire des jeunes ouvriers vise´s a` l’article 25, qui a pour objet de faciliter leur inte´gration dans l’entreprise.
Art. 24. Het peterschap is een regeling van tijdelijke begeleiding van de bij artikel 25 bedoelde jonge arbeiders die een betere integratie van deze jongeren in de onderneming beoogt.
Art. 25. Le re´gime de parrainage est applicable, moyennant accord des parties, aux employeurs vise´s a` l’article 4 et aux jeunes diploˆme´s de l’enseignement construction que ces employeurs engagent dans les liens d’un contrat de travail a` temps plein conclu pour une dure´e inde´termine´e.
Art. 25. De peterschapsregeling is, mits instemming van de partijen, van toepassing op de bij artikel 4 bedoelde werkgevers en op de jonge afgestudeerden uit het bouwonderwijs die door deze werkgevers met een voltijdse arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in dienst worden genomen.
Une convention collective de travail distincte peut davantage pre´ciser la notion de jeune diploˆme´ de l’enseignement construction vise´e, a` l’article 1er.
De in lid 1 bedoelde jonge afgestudeerden uit het bouwonderwijs kunnen in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst nader worden omschreven.
Le jeune diploˆme´ de l’enseignement construction vise´ a` l’aline´a 1er est de´nomme´, pour l’application de la pre´sente section, le jeune travailleur.
De bij lid 1 bedoelde jonge afgestudeerde uit het bouwonderwijs wordt voor de toepassing van deze afdeling, de jonge arbeider genoemd.
Sous-section 2. — Conditions ge´ne´rales de l’application
Onderafdeling 2. — Algemene toepassingsvoorwaarden
Art. 26. La pe´riode d’application du re´gime de parrainage a une dure´e de 12 mois qui prend cours a` la date de de´but d’exe´cution du contrat de travail vise´ a` l’article 25.
Art. 26. De peterschapsregeling is van toepassing voor een periode van 12 maanden die aanvangt bij het begin van de uitvoering van artikel 25 bedoelde overeenkomst.
Art. 27. La responsabilite´ de l’encadrement et du suivi du jeune travailleur est confie´e a` un travailleur qualifie´ de l’entreprise qui agit en qualite´ de parrain du jeune travailleur.
Art. 27. De verantwoordelijkheid voor de begeleiding van de jonge arbeider wordt toevertrouwd aan een geschoolde arbeider van de onderneming die als peter van de jonge arbeider optreedt.
Le parrain doit satisfaire aux conditions d’agre´ment de´termine´es par une convention collective de travail distincte.
De peter moet aan de in een aparte collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde erkenningsvoorwaarden voldoen.
Art. 28. Le contrat de travail vise´ a` l’article 25 est e´tabli par e´crit et comporte une clause de parrainage, dont le libelle´ est conforme aux mentions prescrites par une convention collective de travail distincte.
Art. 28. De bij artikel 25 bedoelde arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk opgesteld en bevat een peterschapsbeding waarvan de formulering overeenstemt met de vermeldingen die bij aparte collectieve arbeidsovereenkomst zijn voorgeschreven.
Une annexe a` ce contrat de travail est e´tablie dans les 30 jours qui suivent la date de la conclusion de ce contrat.
Binnen de 30 dagen na de dag waarop de arbeidsovereenkomst werd gesloten, moet een bijlage bij deze overeenkomst worden opgesteld.
Cette annexe, dont le libelle´ est conforme aux mentions prescrites par une convention collective de travail, est signe´e par l’employeur, le jeune travailleur et le F.F.C.
Deze bijlage, die bij de collectieve arbeidsovereenkomst voorgeschreven vermeldingen moet bevatten, wordt getekend door de werkgever, de jonge arbeider en het F.V.B.
Sous-section 3. — Principales modalite´s d’application du re´gime
Onderafdeling 3. — Belangrijkste toepassingsmodaliteiten van de regeling
Art. 29. Le re´gime du parrainage comporte l’obligation :
Art. 29. De peterschapsregeling verplicht :
- pour l’employeur, de veiller a` ce que le jeune travailleur be´ne´ficie de l’encadrement et de la formation ne´cessaires a` l’acquisition des techniques et proce´de´s propres a` l’exercice de son me´tier;
- de werkgever erover te waken dat de jonge arbeider de nodige begeleiding en opleiding krijgt om de specifieke beroepstechnieken en-proce´de´s aan te leren;
- pour le jeune travailleur, de suivre une formation the´orique comple´mentaire en rapport avec l’exercice de son me´tier.
- de jonge arbeider een aanvullende theoretische opleiding te volgen die verband houdt met de uitoefening van zijn beroep.
Art. 30. La formation the´orique comple´mentaire vise´e a` l’article 29 a une dure´e minimale de 40 heures et une dure´e maximale de 80 heures.
Art. 30. De bij artikel 29 bedoelde aanvullende theoretische opleiding duurt minstens 40 en maximaal 80 uur.
Art. 31. Durant la pe´riode d’application du re´gime du parrainage : 1. Le jeune travailleur be´ne´ficie, pendant les six premiers mois de la pe´riode d’application du re´gime, d’un salaire horaire e´gal a` 85 p.c. du salaire horaire du travailleur qualifie´ du 1er e´chelon; ce salaire est porte´ a` 90 p.c. du salaire horaire du travailleur qualifie´ du 1er e´chelon pendant les six derniers mois de la pe´riode d’application du re´gime. 2. L’employeur be´ne´ficie :
Art. 31. Tijdens de toepassingsperiode van de peterschapsregeling : 1. Ontvangt de jonge arbeider gedurende de eerste zes maanden van de toepassingsperiode van de regeling een minimumuurloon van 85 pct. van het uurloon van een geschoolde arbeider eerste graad; dit minimumloon wordt op 90 pct. van het uurloon van een geschoolde arbeider eerste graad gebracht gedurende de laatste zes maanden van de toepassingsperiode van de regeling. 2. Krijgt de werkgever :
- d’un remboursement de la cotisation de se´curite´ d’existence applique´e sur le salaire du jeune travailleur;
- een terugbetaling van de bestaanszekerheidsbijdrage die berekend wordt op het loon van de jonge arbeider;
- d’une prime d’un montant annuel de 100 000 F par jeune travailleur et par parrain vise´ a` l’article 27.
- een jaarlijkse premie van 100 000 F per jonge arbeider en per bij artikel 27 bedoelde peter.
Une convention collective de travail distincte de´termine les montants de la prime annuelle applicables dans les cas ou` un seul parrain assure l’encadrement et la formation de plusieurs jeunes travailleurs.
Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de bedragen van de jaarlijkse premie die van toepassing is in geval e´e´n peter instaat voor de begeleiding en de opleiding van verschillende jonge arbeiders.
Art. 32. Le F.F.C. est charge´ de la coordination des actions relatives a` l’organisation de la formation the´orique comple´mentaire vise´e a` l’article 29 et du controˆle du respect des conditions et modalite´s d’application du re´gime de parrainage de´termine´es en vertu de la pre´sente section.
Art. 32. Het F.V.B. is belast met de coo¨rdinatie van de initiatieven m.b.t. de organisatie van de bij artikel 29 bedoelde aanvullende theoretische opleiding en met de controle op de naleving van de krachtens deze afdeling vastgestelde toepassingsvoorwaarden en-modaliteiten van de peterschapsregeling.
47394
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Sous-section 4. — Conditions et modalite´s particulie`res d’application Art. 33. Outre l’exe´cution des dispositions par les articles 25, 27, 28 et 31, une convention collective de travail distincte de´termine les autres conditions et modalite´s particulie`res d’organisation et d’application du re´gime du parrainage.
Onderafdeling 4. Bijzondere toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten Art. 33.Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de bepalingen van de artikelen 25, 27, 28 en 31 en stelt de andere bijzondere voorwaarden en modaliteiten vast voor de organisatie en de toepassing van de peterschapsregeling.
CHAPITRE II. — Les re´gimes de formation et d’emploi des travailleurs
HOOFDSTUK II. — De regelingen van opleiding en tewerkstelling van de arbeiders
Section 1. — Le re´gime du cre´dit-formation Art. 34. Le re´gime du cre´dit-formation est un re´gime sectoriel qui assure la promotion de la formation professionnelle des ouvriers occupe´s dans les entreprises vise´es a` l’article 4 par la mise a` disposition de ces entreprises d’un cre´dit annuel de 400 000 heures de formation.
Afdeling 1. — De regeling van het opleidingskrediet Art. 34. De regeling van het opleidingskrediet is een sectorale regeling ter bevordering van de beroepsopleiding van de arbeiders die door de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen worden tewerkgesteld, door een jaarlijks krediet van 400 000 opleidingsuren ter beschikking van deze ondernemingen te stellen.
Sous-section 1. — Conditions ge´ne´rales d’application du re´gime
Onderafdeling 1. — Algemene toepassingsvoorwaarden van de regeling Art. 35. Het bij artikel 34 bedoelde krediet wordt aangewend naar rata van maximaal 40 uur per jaar en per arbeider die in de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen tewerkgesteld is. De jaarlijkse afrekening van de gebruikte uren worden opgesteld over de periode van 1 oktober tot 30 september van het volgend jaar. Art. 36. Arbeiders van de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen die laaggeschoold zijn of die niet over voldoende beroepsbekwaamheid beschikken, hebben voorrang bij de toegang tot de regeling van het opleidingskrediet. Art. 37. De werkgever beslist of hij gebruik wil maken van de regeling van het opleidingskrediet. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de voorafgaande informatie- en raadplegingsprocedure van de arbeiders of van hun afgevaardigden in de onderneming met betrekking tot de toepassing van de regeling. Art. 38. Het gebruik van de regeling van het opleidingskrediet is slechts toegestaan voor de organisatie van beroepsopleidingsmodules die te maken hebben met de werkzaamheden die worden uitgevoerd in de bij artikel 4 bedoelde onderneming. In afwijking van lid 1 bepaalt een aparte collectieve arbeidsovereenkomst de organisatie - en toepassingsmodaliteiten van de opleidingsmodules met betrekking tot gezondheid, veiligheid en hygie¨ne van de arbeiders.
Art. 35. L’utilisation du cre´dit vise´ a` l’article 34 s’ope`re a` raison d’un maximum de 40 heures par anne´e et par ouvrier occupe´ dans les entreprises vise´s a` l’article 4. Le de´compte annuel des heures utilise´es est e´tabli sur la pe´riode allant du 1er octobre au 30 septembre de l’anne´e suivante. Art. 36. L’acce`s prioritaire au re´gime cre´dit-formation est re´serve´ a` ceux des ouvriers occupe´s dans les entreprises vise´es a` l’article 4 qui sont peu qualifie´s ou qui ne disposent pas d’une qualification suffisante. Art. 37. L’initiative du recours au re´gime cre´dit-formation appartient a` l’employeur. Une convention collective de travail distincte de´termine la proce´dure pre´alable d’information et de consultation des ouvriers, ou de leurs repre´sentants dans l’entreprise, portant sur l’application du re´gime. Art. 38. Le recours au re´gime cre´dit-formation n’est autorise´ que pour l’organisation de modules de formation professionnelle se rapportant a` l’exe´cution des taˆches exerce´es dans l’entreprise vise´e a` l’article 4. Par de´rogation a` l’aline´a 1er, une convention collective de travail distincte de´termine les modalite´s d’organisation et d’application de modules de formation en matie`re de sante´, se´curite´ et hygie`ne des travailleurs. Sous-section 2. — Principales modalite´s d’application Art. 39. Un acce`s prioritaire au re´gime du cre´dit-formation est re´serve´ aux ouvriers des entreprises qui ont recours a` l’application du re´gime durant la pe´riode hivernale. Pour l’application de la pre´sente convention, la pe´riode hivernale est celle qui commence le 15 octobre et se termine le 15 avril de l’anne´e suivante. Art. 40. Une convention collective de travail distincte peut de´terminer les conditions et modalite´s d’octroi d’un re´gime de cre´dit supple´mentaire d’heures de formation au profit des entreprises qui appliquent le re´gime du cre´dit-formation durant la pe´riode hivernale de´finie a` l’article 39. Le re´gime du cre´dit supple´mentaire vise´ a` l’aline´a 1er n’est pas organise´ dans le cadre du re´gime du cre´dit-formation.
Art. 42. Le F.F.C. supporte la charge des couˆts relatifs a` l’organisation de la formation professionnelle ainsi que celle affe´rente aux indemnite´s dues aux ouvriers qui be´ne´ficient de l’application du re´gime du cre´dit-formation. Art. 43. Le F.F.C. est charge´ de la mise en oeuvre du re´gime du cre´dit-formation et en controˆle le respect des conditions et modalite´s d’application.
Onderafdeling 2. — Belangrijkste toepassingsmodaliteiten Art. 39. De arbeiders van de ondernemingen die de regeling in de winter toepassen, hebben bij voorrang toegang tot de regeling van het opleidingskrediet. Voor de toepassing van deze afdeling, begint de winterperiode op 15 oktober en eindigt op 15 april van het volgend jaar. Art. 40. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst kan de toekenningsvoorwaarden en -modaliteiten vaststellen van een regeling voor bijkomend krediet aan opleidingsuren ten voordele van de ondernemingen die het opleidingskrediet gebruiken tijdens de bij artikel 39 omschreven winterperiode. De bij in 1 bedoelde regeling van het bijkomend opleidingskrediet wordt niet georganiseerd in het kader van de regeling van het opleidingskrediet. Art. 41. Het gebruik van de regeling van het opleidingskrediet is onderworpen aan de voorafgaandelijke afgifte van een toegangsvisum door het F.V.B. Art. 42. Het F.V.B. bekostigt de organisatie van de beroepsopleiding evenals de vergoedingen die verschuldigd zijn aan de arbeiders die onder de toepassing van de regeling van het opleidingskrediet vallen. Art. 43. Het F.V.B. is belast met de uitwerking van de regeling van het opleidingskrediet en controleert de naleving van de toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten ervan.
Sous-section 3. Conditions et modalite´s particulie`res d’application Art. 44. Outre l’exe´cution des dispositions arreˆte´es par les articles 37,38 et 40, une convention collective de travail distincte de´termine les conditions et modalite´s particulie`res d’organisation et d’application du re´gime du cre´dit-formation. Cette convention arreˆte notamment : - le montant d’indemnite´ vise´e a` l’article 42 et les modalite´s de paiement de cette indemnite´; - les conditions d’agre´ments de centres de formation; - la proce´dure d’acce`s au re´gime du cre´dit-formation; - les modes d’utilisation du cre´dit annuel d’heures de formation vise´ a` l’article 34.
Onderafdeling 3. — Bijzondere toepassingsvoorwaarden en-modaliteiten Art. 44. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de bepalingen van de bij de artikelen 37, 38 en 40 en stelt de bijzondere voorwaarden en modaliteiten vast voor de organisatie en de toepassing van de regeling van het opleidingskrediet. Deze overeenkomst bepaalt met name : - het bedrag van de bij artikel 42 bedoelde vergoeding en de betalingsmodaliteiten ervan; - de erkenningsvoorwaarden voor de opleidingscentra; - de toegangsprocedure tot de regeling van het opleidingskrediet; - de gebruikswijzen van het bij artikel 34 bedoelde jaarlijks krediet aan opleidingsuren.
Art. 41. Le recours au re´gime du cre´dit-formation est soumis a` la de´livrance pre´alable, par le F.F.C. d’un visa d’acce`s.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Section 2. — Le re´gime de travail-formation
47395
Afdeling 2. — De regeling arbeid-opleiding
Sous-section 1. — De´finition et champ d’application
Onderafdeling 1. — Definitie en toepassingsgebied
Art. 45. La pre´sente convention n’est applicable aux employeurs et ouvriers vise´s a` l’article 4 que pour autant que ces employeurs de´cident d’y adhe´rer conforme´ment aux modalite´s de´termine´es par le titre IV de la pre´sente convention.
Art. 45. Deze afdeling is slechts van toepassing op de bij artikel 4 bedoelde werkgevers en arbeiders voor zover deze werkgevers beslissen ertoe toe te treden volgens de bij titel IV van deze overeenkomst bepaalde modaliteiten.
Art. 46. Le re´gime de travail-formation est le re´gime par lequel l’employeur maintient le temps de production de l’entreprise pendant 5 jours par semaine en organisant, pour une pe´riode dont il fixe la dure´e, la re´partition sur quatre jours de la semaine des prestations individuelles de travail de tout ou partie des ouvriers occupe´s dans l’entreprise, pour autant qu’il organise une formation professionnelle pour ces meˆmes ouvriers a` concurrence d’un jour par semaine.
Art. 46. De regeling arbeid-opleiding is de regeling waarbij de werkgever de productietijd van de onderneming behoudt op vijf dagen per week en daarbij, voor een periode waarvan hij de duur zelf bepaalt, een spreiding over vier weekdagen invoert van de individuele arbeidsprestaties van alle of een deel van de arbeiders die in de onderneming zijn tewerkgesteld, voor zover hij een beroepsopleiding organiseert voor dezelfde arbeiders gedurende e´e´n dag per week.
Sous-section 2. — Conditions et modalite´s ge´ne´rales d’application du re´gime
Onderafdeling 2. — Algemene toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten van de regeling
Art. 47. La re´partition des jours de travail et de formation vise´e a` l’article 46 est une moyenne hebdomadaire a` calculer sur une pe´riode qui ne peut exce´der dix semaines.
Art. 47. De spreiding van de in artikel 46 bedoelde arbeids-en opleidingsdagen is een wekelijks gemiddelde dat berekend moet worden over een periode die niet meer dan tien weken mag bedragen.
L’employeur e´tablit par e´crit la re´partition effective des jours de travail et de formation avant le de´but de la pe´riode au cours de laquelle le re´gime de travail-formation sera d’application.
De werkgever legt de effectieve spreiding van de arbeids- en opleidingsdagen schriftelijk vast voor het begin van de periode waarin de regeling arbeid-opleiding van toepassing zal zijn.
Cet e´crit est tenu au meˆme endroit que celui ou` le re`glement de travail de l’entreprise peut eˆtre consulte´.
Dit document wordt bewaard op de plaats waar het arbeidsreglement van de onderneming kan worden geraadpleegd.
Art. 48. Les ouvriers conservent le droit au paiement de leur re´mune´ration pour les journe´es de formation professionnelle organise´es en application du re´gime de travail-formation.
Art. 48. De arbeiders behouden het recht op betaling van hun loon voor de dagen van beroepsopleiding georganiseerd bij toepassing van de regeling arbeid-opleiding.
Une convention collective de travail distincte de´termine les conditions et re`gles applicables au remboursement par le F.F.C. des re´mune´rations vise´es a` l’aline´a 1er et des charges sociales y affe´rentes qui ont e´te´ supporte´es par les entreprises.
Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de toepasselijke voorwaarden en regels voor de terugbetaling door het F.V.B. van de bij lid 1 bedoelde lonen en de erop verschuldigde sociale lasten die door de ondernemingen werden gedragen.
Art. 49. La formation professionnelle dispense´e dans le cadre de l’application du re´gime travail-formation doit avoir une dure´e minimale de 80 heures et eˆtre pre´alablement agre´e´e par la Commission paritaire de la construction.
Art. 49. De beroepsopleiding die verstrekt wordt in het kader van de toepassing van de regeling arbeid-opleiding bedraagt minstens 80 uur en moet vooraf worden erkend door het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf.
Le F.F.C. est charge´ de la coordination des actions de formation professionnelle organise´es dans le cadre de l’application du re´gime travail-formation. Il assume en outre le controˆle du de´roulement de ces formations professionnelles.
Het F.V.B. staat in voor de coo¨rdinatie van de initiatieven inzake beroepsopleiding die genomen worden in het kader van de toepassing van de regeling arbeid-opleiding. Het neemt bovendien de controle op het verloop van deze beroepsopleidingen op zich.
Art. 50. Une convention collective de travail distincte de´termine les conditions dans lesquelles les entreprises qui appliquent le re´gime de travail-formation peuvent pre´tendre a` un remboursement forfaitaire des cotisations verse´es au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ a` concurrence d’un montant de 18 000 F par trimestre pour chaque emploi supple´mentaire au cours de la pe´riode allant du 1er octobre 1997 au 31 décembre 1998.
Art. 50. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de voorwaarden waaronder de ondernemingen die de regeling arbeidopleiding toepassen, aanspraak kunnen maken op een forfaitaire terugbetaling van de bijdragen aan het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, ten belope van 18 000 F per kwartaal voor iedere bijkomende arbeidsplaats die in de periode van 1 oktober 1997 tot 31 december 1998 werd gerealiseerd.
Sous-section 3. — Conditions et modalite´s particulie`res d’application du re´gime
Onderafdeling 3. — Bijzondere toepassingsvoorwaardenen modaliteiten van de regeling
Art. 51. Outre l’exe´cution des dispositions arreˆte´es par les articles 48 et 50, une convention collective de travail de´termine les conditions et modalite´s particulie`res d’organisation et d’application du re´gime de travail -formation.
Art. 51. Een collectieve arbeidsovereenkomst geeft uitvoering aan de bepalingen van de artikelen 48 en 50 en stelt de bijzondere voorwaarden en modaliteiten vast met betrekking tot de organisatie en toepassing van de regeling arbeid-opleiding.
Cette convention de´termine notamment :
Deze overeenkomst bepaalt met name :
- les actes pre´paratoires a` accomplir par l’entreprise en vue de l’application du re´gime;
- de voorbereidende stappen die de onderneming met het oog op de toepassing van de regeling moet zetten;
- la proce´dure d’information et de consultation des ouvriers ou de leurs repre´sentants dans l’entreprise;
- de informatie-en raadplegingsprocedure van de arbeiders of hun vertegenwoordigers in de onderneming;
- l’organisation des relations et communications entre l’entreprise et le F.F.C.;
- de organisatie van de betrekkingen en de informatiedoorstroming tussen de onderneming en het F.V.B.;
- les conditions d’agre´ments des centres de formation.
- de voorwaarden voor de erkenning van de opleidingscentra.
CHAPITRE III. — Le re´gime de la pre´pension a` mi-temps
HOOFDSTUK III. — Het halftijds brugpensioen
Art. 52. Les ouvriers vise´s a` l’article 4, qui satisfont aux conditions de´termine´es par l’article 53, peuvent acce´der au re´gime de la pre´pension a` mi-temps, selon les modalite´s de´termine´es par le pre´sent chapitre.
Art. 52. De bij artikel 4 bedoelde arbeiders die voldoen aan de bij artikel 53 bepaalde voorwaarden, kunnen tot het halftijds brugpensioen toetreden volgens de bij dit hoofdstuk bepaalde modaliteiten.
47396
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Section 1re. — Conditions d’acce`s au re´gime
Afdeling 1. — Toetredingsvoorwaarden.
Art. 53. Le droit a` la pre´pension a` mi-temps est octroye´ aux ouvriers occupe´s a` temps plein dans les entreprises vise´es a` l’article 4 qui, au moment ou` la re´duction a` mi-temps de leurs prestations de travail prend cours, satisfont a` toutes les conditions suivantes :
Art. 53. Het recht op halftijds brugpensioen wordt toegekend aan de arbeiders die voltijds tewerkgesteld zijn in de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen en die op het ogenblik waarop de halvering van hun arbeidsprestaties ingaat, aan alle volgende voorwaarden voldoen :
- avoir atteint l’aˆge de 57 ans; - compter au moins 25 anne´es de carrie`re professionnelle en tant que travailleur salarie´;
- 57 jaar oud zijn; - minstens 25 jaar loopbaan als loontrekkende hebben;
- avoir passe´ au moins dix ans de leur carrie`re professionnelle dans une ou plusieurs entreprise vise´es a` l’article 4;
- minstens 10 jaar van hun beroepsloopbaan in e´e´n of meerdere bij artikel 4 bedoelde ondernemingen hebben doorgebracht;
- avoir une anciennete´ d’au moins un an dans l’entreprise ou` ils re´duisent leurs prestations de travail;
- minstens 1 jaar ancie¨nniteit hebben in de onderneming waar zij hun arbeidsprestaties verminderen;
- avoir obtenu au moins 5 cartes de le´gitimation « ayant droit » au cours des 10 dernie`res anne´es pre´ce´dant la re´duction des prestations de travail, ou 7 cartes au cours des 15 dernie`res anne´es;
- minstens 5 legitimatiekaarten «rechthebbende» hebben ontvangen tijdens de laatste 10 jaar voor de vermindering van de arbeidsprestaties of 7 kaarten in de loop van de laatste 15 jaar;
- avoir convenu avec l’employeur des modalite´s de la re´duction des prestations de travail, conforme´ment aux dispositions des articles 54 et 55.
- met de werkgever de modaliteiten van de vermindering van de arbeidsprestaties hebben overeengekomen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 54 en 55.
Art. 54. La convention de re´duction a` mi-temps des prestations de travail conclue entre l’employeur et l’ouvrier, est e´tablie par e´crit au plus tard au moment ou` la re´duction des prestations de travail prend cours.
Art. 54. De tussen de werkgever en de arbeider gesloten overeenkomst tot de halvering van de arbeidsprestaties wordt ten laatste op het tijdstip waarop de vermindering van de arbeidsprestaties aanvangt, schriftelijk vastgesteld.
La convention vise´e a` l’aline´a 1er comporte notamment l’indication du re´gime de travail a` temps partiel, du cycle de travail, e´tabli conforme´ment aux dispositions de l’article 55 et l’horaire de travail.
De bij lid 1 bedoelde overeenkomst bevat met name de aanduiding van de deeltijdse arbeidsregeling, de overeenkomstig de bepalingen van artikel 55 vastgestelde arbeidscyclus en het uurrooster.
L’employeur communique une copie de la convention vise´e a` l’article 1er au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
De werkgever stuurt een kopie van de bij in 1 bedoelde overeenkomst naar het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
Section 2. — Modalite´s d’application
Afdeling 2. — Toepassingsmodaliteiten
Art. 55. La dure´e hebdomadaire de travail de l’ouvrier qui acce`de au re´gime de la pre´pension a` mi-temps est e´gale en moyenne a` la moitie´ du nombre d’heures de travail comprises dans le re´gime hebdomadaire normal de travail a` temps plein applicable dans l’entreprise.
Art. 55. De wekelijkse arbeidsduur van de arbeider die toetreedt tot het halftijds brugpensioen is gemiddeld gelijk aan de helft van het aantal arbeidsuren in de normale voltijdse wekelijkse arbeidsduur die geldt in de onderneming.
Lorsque la re´partition des jours de travail s’ope`re sur un cycle plus long que la semaine, le calcul de la dure´e du travail vise´e a` l’aline´a premier est e´tabli sur la base de ce cycle. Le cycle de travail ne peut exce´der une pe´riode de 4 semaines.
Wanneer de arbeidsdagen worden gespreid over een langere cyclus dan een week, wordt de arbeidsduur bedoeld in lid 1 berekend op basis van deze cyclus. De arbeidscyclus mag niet meer bedragen dan een periode van 4 weken.
Art. 56. Pour son mi-temps pre´pension, l’ouvrier be´ne´ficie d’une indemnite´ comple´mentaire a` l’allocation de choˆmage, calcule´e conforme´ment aux dispositions du chapitre IV de la convention collective n° 55 pre´cite´e. Le montant de cette indemnite´ comple´mentaire ne peut eˆtre infe´rieur a` la moitie´ du montant de l’indemnite´ forfaitaire octroye´e a` un travailleur de la meˆme cate´gorie professionnelle qui acce`de au re´gime de la pre´pension a` temps plein.
Art. 56. Voor zijn halftijds brugpensioen ontvangt de arbeider bovenop de werkloosheidsuitkering, een aanvullende vergoeding die berekend wordt overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IV van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55. Het bedrag van deze aanvullende vergoeding mag niet minder bedragen dan de helft van de forfaitaire vergoeding toegekend aan een arbeider van dezelfde beroepscategorie die toetreedt tot het voltijds brugpensioen.
Le montant de l’indemnite´ comple´mentaire vise´e a` l’article 1er et le montant de la cotisation capitative y affe´rente sont supporte´s par le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
Het bedrag van de bij lid 1 bedoelde aanvullende vergoeding en het bedrag van de daarop berekende hoofdelijke bijdrage wordt gedragen door het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
Art. 57. Pendant une pe´riode de 12 mois, a` compter a` partir de la date d’entre´e en service du travailleur remplac¸ant l’ouvrier qui acce`de a` la pre´pension mi-temps, l’employeur be´ne´ficie du remboursement de la cotisation de se´curite´ d’existence due sur le salaire du remplac¸ant, a` concurrence de 18 000 F par trimestre.
Art. 57. Gedurende 12 maanden, vanaf de datum van de indiensttreding van de vervanger van de arbeider die tot het brugpensioen toetreedt, geniet de werkgever de terugbetaling van de bestaanszekerheidsbijdrage die verschuldigd is op het loon van de vervanger, ten belope van 18 000 F per kwartaal.
Art. 58. L’employeur est tenu de communiquer au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ :
Art. 58. De werkgever moet aan het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ de volgende gegevens meedelen :
- tous les e´le´ments ne´cessaires au calcul du montant des indemnite´s comple´mentaires dues a` l’ouvrier qui a acce´de´ a` la pre´pension a` mi-temps;
- alle noodzakelijke elementen voor de berekening van het bedrag van de aanvullende vergoedingen die verschuldigd zijn aan de arbeider die toetreedt tot het halftijds brugpensioen;
- l’identite´ du remplac¸ant ainsi que son re´gime de travail dans l’entreprise.
- de identiteit van de vervanger evenals zijn arbeidsregeling in de onderneming.
Art. 59. Le conseil d’administration du fonds arreˆte les modalite´s d’application et de controˆle des dispositions du pre´sent chapitre.
Art. 59. De raad van bestuur van het fonds stelt de toepassings-en controlemodaliteiten vast van de bepalingen van dit hoofdstuk.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47397
TITRE III. — Les re´gimes et mesures comple´mentaires de promotion de l’emploi
TITEL III. — De bijkomende tewerkstellingsbevorderende regelingen en maatregelen
CHAPITRE I. — Les re´gimes de promotion de l’emploi par la re´duction du choˆmage temporaire
HOOFDSTUK I. — De regelingen ter bevordering van de tewerkstelling door de vermindering van de tijdelijke werkloosheid
Section 1. — Le re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible Art. 60. Le re´gime sectoriel de la semaine flexible re´glemente´ par la pre´sente section, a pour objectifs de re´duire le nombre de journe´es de choˆmage temporaire et de limiter le recours aux heures supple´mentaires, en ame´nageant les horaires de travail sur une base flexible. Art. 61. L’adhe´sion des entreprises au re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible peut prendre deux formes distinctes : 1. l’adhe´sion simple, par laquelle l’entreprise manifeste la volonte´ d’appliquer le re´gime de la semaine de travail flexible en vue de re´aliser les objectifs de´finis a` l’article 60; 2. l’adhe´sion «emploi» par laquelle l’entreprise manifeste sa volonte´ d’appliquer le re´gime de la semaine de travail flexible en ajoutant aux objectifs de´finis a` l’article 60 une intention de cre´ation d’emplois supple´mentaires. Art. 62. La pre´sente section comporte deux sous-sections. La premie`re sous-section, applicable aux deux types d’adhe´sion vise´s a` l’article 61, organise et re´glemente le re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible. La seconde sous-section de´termine des modalite´s applicables au seul syste`me de l’adhe´sion-emploi vise´ a` l’article 61, 2°.
Afdeling 1. — De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek Art. 60. De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek die door deze afdeling wordt geregeld, beoogt de vermindering van het aantal dagen tijdelijke werkloosheid en de beperking van de overuren, door een flexibele aanpassing van de uurregelingen. Art. 61. De ondernemingen kunnen op twee verschillende manieren toetreden tot de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek : 1. de gewone toetreding waarbij de onderneming meedeelt welke regeling van de flexibele arbeidsweek toe te passen om de bij artikel 60 bepaalde doelstellingen te realiseren; 2. de toetreding « tewerkstelling » waarbij de onderneming meedeelt dat ze via de regeling van de flexibele arbeidsweek niet alleen de in artikel 60 bepaalde doelstellingen wil bereiken maar ook de creatie van bijkomende arbeidsplaatsen nastreeft. Art. 62. Deze afdeling bevat twee onderafdelingen. De eerste onderafdeling organiseert en regelt de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek en is van toepassing op de twee types van toetreding zoals bedoeld in artikel 61. De tweede onderafdeling bepaalt de modaliteiten die enkel van toepassing zijn op het stelsel van toetreding «tewerkstelling» bedoeld bij artikel 61, 2°.
Sous-section 1. — Dispositions communes A. De´finitions et champ d’application Art. 63. La pre´sente section est e´tablie sur base de la loi du 17 mars 1987 et de la convention collective de travail n° 42 du 2 juin 1987 vise´es a` l’article 2 de la pre´sente convention. Art. 64. Le re´gime sectoriel de la semaine flexible re´glemente´ par la pre´sente section est une alternative au re´gime organise´ par l’article 20bis de la loi sur le travail du 16 mars 1971.
Onderafdeling 1. — Gemeenschappelijke bepalingen A. Definities en toepassingsgebied Art. 63. Deze afdeling is opgesteld op grond van de bij artikel 2 van deze overeenkomst bedoelde wet van 17 maart 1987 en de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 42 van 2 juni 1987. Art. 64. De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek die door deze afdeling wordt geregeld, is een alternatief voor de regeling die door artikel 20bis van de arbeidswet van 16 maart 1971 wordt georganiseerd. Art. 65. Deze afdeling raakt niet aan het recht van de bij artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen te kiezen voor de toepassing van de normale regeling van de flexibele arbeidsweek, zoals georganiseerd door de bepalingen van artikel 20bis van de voormelde wet van 16 maart 1971. Art. 66. Deze afdeling is slechts van toepassing op de in artikel 4 bedoelde werkgevers en arbeiders voor zover deze werkgevers beslissen ertoe toe te treden in overeenstemming met de bepalingen van titel IV van deze overeenkomst. De toetreding tot deze afdeling impliceert dat gedurende de toetredingsperiode afstand wordt gedaan van de toepassing van de wettelijke regeling bedoeld in artikel 65. B. Toepassingsvoorwaarden van de regeling Art. 67. De sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek is in de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen van toepassing nadat de werkgever :
Art. 65. La pre´sente section ne porte pas pre´judice au droit qu’ont les entreprises vise´es a` l’article 4 de la pre´sente convention d’opter pour une application du re´gime normal de la semaine de travail flexible, tel qu’il est organise´ par les dispositions de l’article 20bis de la loi pre´cite´e du 16 mars 1971. Art. 66. La pre´sente section n’est applicable aux employeurs et aux ouvriers vise´s a` l’article 4 que pour autant que ces employeurs de´cident d’y adhe´rer conforme´ment aux dispositions du titre IV de la pre´sente convention. L’adhe´sion a` la pre´sente section entraıˆne renonciation, durant la pe´riode d’adhe´sion, a` l’application du re´gime le´gal vise´ a` l’article 65. B. Conditions d’application du re´gime Art. 67. Le re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible est applicable dans les entreprises vise´es a` l’article 4, apre`s que l’employeur ait : - adhe´re´ a` la pre´sente section dans le respect des proce´dures et modalite´s de´termine´es par le chapitre I du titre IV de la pre´sente convention; - obtenu l’approbation de son acte ou de sa convention d’adhe´sion, soit par le comite´ restreint vise´ a` l’article 96, soit, s’agissant de l’adhe´sion-emploi, vise´e a` l’article 61, 2° par le Ministre de l’Emploi et du Travail apre`s avis de ce comite´ restreint. Art. 68. L’adhe´sion au re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible comporte l’engagement de l’employeur : - de maintenir le niveau de l’emploi dans l’entreprise durant la pe´riode d’adhe´sion; - de respecter les proce´dures de controˆle de la compensation du cre´dit d’heures vise´ a` l’article 71 et de l’octroi de l’avantage spe´cifique vise´ a` l’article 78. Art. 69. Une convention collective de travail distincte de´termine : - les dure´es minimales et maximales de l’adhe´sion; - le mode`le des actes et conventions d’adhe´sion; - les proce´dures et modalite´s de controˆle de la compensation du cre´dit d’heures vise´ a` l’article 71 et de l’octroi de l’avantage spe´cifique vise´ a` l’article 78.
- toegetreden is tot deze afdeling met naleving van de bij hoofdstuk I van titel IV van deze overeenkomst bepaalde procedures en modaliteiten; - de goedkeuring van zijn toetredingsakte of -overeenkomst heeft gekregen hetzij van het beperkt comite´ bedoeld bij artikel 96 hetzij, indien het gaat om de bij artikel 61, 2°, bedoelde toetredingtewerkstelling, van de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, na advies van dit beperkt comite´. Art. 68. De toetreding tot de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek houdt in dat de werkgever er zich toe verbindt : - het tewerkstellingspeil in de onderneming te behouden gedurende de toetredingsperiode; - de controleprocedures op de compensatie van de bij artikel 71 bedoelde urenkrediet en de toekenning van het bij artikel 78 bedoelde specifiek voordeel, na te leven. Art. 69. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt : - de minimale en maximale toetredingsduur; - de modellen van toetredingsaktes en -overeenkomsten; - de controleprocedures en-modaliteiten voor de compensatie van het bij artikel 71 bedoelde urenkrediet en de toepassing van het specifieke voordeel bedoeld bij artikel 78.
47398
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 70. L’employeur joint a` son re`glement de travail une copie de l’acte ou de la convention d’adhe´sion approuve´ par le comite´ restreint. Cet acte ou convention entraıˆne de plein droit modification du re`glement de travail pendant la pe´riode d’adhe´sion. C. Modalite´s d’application du re´gime
Art. 70. De werkgever voegt een kopie van de door het beperkt comite´ goedgekeurde toetredingsakte of-overeenkomst bij zijn arbeidsreglement. Deze akte of overeenkomst brengt, tijdens de toetredingsduur, van rechtswege de wijziging van het arbeidsreglement mee. C. Toepassingsmodaliteiten van de regeling
Art. 71. L’application du re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible permet a` l’employeur d’adapter la dure´e hebdomadaire normale de 40 heures aux besoins de la production, en augmentant cette dure´e hebdomadaire a` concurrence d’un nombre maximum de 5 heures.
Art. 71. Door de toepassing van de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek mag de werkgever de normale wekelijkse arbeidsduur van 40 uur aanpassen aan de behoeften van de produktie door deze wekelijkse duur met maximum 5 uur te verhogen.
Le cre´dit hebdomadaire d’heures comple´mentaires vise´ a` l’aline´a 1er est utilise´ au cours des journe´es du lundi au vendredi.
Het in lid 1 bedoelde weekkrediet aan bijkomende uren wordt gebruikt in de loop van maandag tot vrijdag.
Art. 72. Les ouvriers sont pre´alablement informe´s, par la voie d’affichage dans les locaux de l’entreprise ou sur les chantiers, de l’horaire de travail re´sultant de l’utilisation du cre´dit vise´ a` l’article 71.
Art. 72. De arbeiders worden voorafgaandelijk, via aanplakking in de gebouwen van de onderneming of op de bouwplaatsen, ingelicht over het wekelijks uurrrooster dat voortvloeit uit het gebruik van het bij artikel 71 bedoelde krediet.
Art. 73. La dure´e hebdomadaire moyenne de travail de 40 heures doit eˆtre respecte´e sur une pe´riode ininterrompue de 12 mois.
Art. 73. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur van 40 uur moet worden nageleefd over een ononderbroken periode van 12 maanden.
L’employeur de´termine le de´but et la fin de cette pe´riode dans son acte ou sa convention d’adhe´sion, a` de´faut, la pe´riode est fixe´e du 1er avril au 31 mars de l’anne´e suivante.
De werkgever bepaalt begin en einde van deze periode in zijn toetredingsakte of -overeenkomst; indien hij dit nalaat, wordt de periode vastgesteld op 1 april tot 31 maart van het volgend jaar.
Art. 74. Le respect de la dure´e hebdomadaire moyenne vise´e a` l’article 73 s’ope`re par l’octroi de jours complets de repos re´mune´re´s, accorde´s aux ouvriers concerne´s de`s que survient :
Art. 74. De naleving van de bij artikel 73 bedoelde gemiddelde wekelijkse duur gebeurt door de toekenning van volledige betaalde rustdagen, die de betrokken arbeiders wordt verleend zodra :
- une ou plusieurs journe´es d’intempe´ries qui, a` de´faut de repos, auraient justifie´ la mise en choˆmage temporaire de ces ouvriers;
- e´e´n of meerdere dagen van slecht weer voorkomen die indien er geen rustdagen waren geweest, de tijdelijke werkloosheid van deze arbeiders zouden gerechtvaardigd hebben;
- une pe´riode de manque de travail pour causes e´conomiques qui, a` de´faut de repos aurait justifie´ la mise en choˆmage temporaire de ces ouvriers.
- zich een periode van gebrek aan werk aandient die indien er geen rustdagen waren geweest, de tijdelijke werkloosheid van deze arbeiders zou gerechtvaardigd hebben.
Les jours de repos vise´s a` l’aline´a 1er ne peuvent en aucun cas eˆtre utilise´s a` des fins de formation des ouvriers en application des re´gimes de´termine´s par la pre´sente convention.
De in lid 1 bedoelde rustdagen mogen in geen geval worden aangewend voor opleiding van de arbeiders, bij toepassing van de bij deze overeenkomst bedoelde regelingen.
Art. 75. La disposition de l’article 74 ne porte pas pre´judice a` l’application de la re`gle de la limite interne de 65 heures de´termine´e par l’article 26bis de la loi du 16 mars 1971.
Art. 75. De bepaling van artikel 74 doet geen afbreuk aan de toepassing van de regelen van de interne grens van 65 uur, vastgesteld bij artikel 26 van voormelde wet van 16 maart 1971.
Art. 76. Les heures comple´mentaires du cre´dit hebdomadaire vise´ a` l’article 71 sont re´mune´re´es au taux normal du salaire horaire de l’ouvrier concerne´.
Art. 76. De bijkomende uren van het bij artikel 71 bedoelde weekkrediet worden betaald aan het normale tarief van het uurloon van de betrokken arbeider.
La re´mune´ration de ces heures comple´mentaires est paye´e au moment de l’octroi des jours complet de repos vise´s a` l’article 74.
Het loon voor deze bijkomende uren wordt betaald op het ogenblik dat de bij artikel 74 bedoelde volledige rustdagen worden toegekend.
Art. 77. Une convention collective de travail distincte de´termine les modalite´s comple´mentaires relatives a` l’octroi des jours de repos et au paiement des salaires y affe´rents.
Art. 77. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de bijkomende modaliteiten m.b.t. de toekenning van de rustdagen en de betaling van het loon voor deze dagen.
D. Octroi d’un advantage spe´cifique
D. Toekenning van een specifiek voordeel
Art. 78. L’application du re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible ouvre le droit, dans le chef de l’employeur, au paiement, par le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, d’une somme correspondant au montant d’allocations comple´mentaires de choˆmage qui n’ont pas e´te´ verse´es par le fonds du fait de l’application du re´gime dans l’entreprise.
Art. 78. De toepassing van de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek geeft de werkgever recht op de betaling, door het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, van een som die overeenstemt met het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkeringen die het fonds dankzij de toepassing van deze regeling in de onderneming, niet heeft uitgekeerd.
Une convention collective de travail distincte de´termine les modalite´s comple´mentaires relatives a` l’octroi des jours de repos et au paiement des salaires y affe´rents.
Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de toepassingsvoorwaarden en -modaliteiten voor de toekenning van het in lid 1 bedoelde specifiek voordeel.
Sous-section 2. — Dispositions particulie`res
Onderafdeling 2. — Bijzondere bepalingen
Art. 79. L’adhe´sion-emploi vise´e a` l’article 61, 2° concre´tise la volonte´ de l’employeur d’appliquer le re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible en tant que mesure d’exe´cution d’un accord sectoriel d’emploi pris sur la base des dispositions de la loi pre´cite´e du 26 juillet 1996.
Art. 79. De bij artikel 61, 2° bedoelde toetreding-tewerkstelling concretiseert de wil van de werkgever de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek toe te passen als uitvoeringsmaatregel van een sectoraal tewerkstellingsakkoord dat werd gesloten op basis van de bepalingen van voormelde wet van 26 juli 1996.
Art. 80. L’adhe´sion-emploi a` la pre´sente section s’ope`re conforme´ment aux conditions et modalite´s de´termine´es par le titre IV de la pre´sente convention. L’employeur indique dans son acte ou convention d’adhe´sion le nombre d’ouvriers supple´mentaires qu’il estime pouvoir engager du fait de l’application dans son entreprise du re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible.
Art. 80. De toetreding-tewerkstelling tot deze afdeling gebeurt overeenkomstig titel IV van deze overeenkomst bepaalde voorwaarden en modaliteiten. De werkgever vermeldt in de toetredingsakte of-overeenkomst hoeveel bijkomende arbeiders hij door de toepassing van de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek in zijn onderneming, meent te kunnen aanwerven.
Une convention collective de travail distincte de´termine les mode`les d’actes et de conventions d’adhe´sion-emploi.
Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de modellen van toetredingsakten en -overeenkomsten-tewerkstelling.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Section 2. — Le re´gime sectoriel de preˆt de main-d’oeuvre Art. 81. La pre´sente convention comporte les principes directeurs d’un re´gime sectoriel de preˆt de main-d’oeuvre entre entreprises que les signataires de la pre´sente convention de´termineront et soumettront a` l’accord pre´alable des autorite´s compe´tentes. La pre´sente section n’a pas d’effet direct dans les entreprises vise´es a` l’article 4. Art. 82. Le re´gime sectoriel de preˆt de main d’œuvre aura pour objectif de permettre a` une entreprise vise´e a` l’article 4 qui a proce´de´, pour tout ou partie de ses ouvriers, a` une notification de mise en choˆmage e´conomique, de de´tacher occasionnellement des ouvriers aupre`s d’une autre entreprise vise´e au meˆme article 4, qui est confronte´e a` un surcroıˆt temporaire de travail ou a` l’exe´cution de travaux spe´cifiques pour lesquels une assistance technique se justifie. Art. 83. Le re´gime sectoriel de preˆt de main d’oeuvre sera ge´re´ et controˆle´ de manie`re paritaire. Le F.F.C. et les organisations d’employeurs et de travailleurs au plan local seront associe´s a` la gestion du re´gime. L’ope´ration de preˆt de main d’oeuvre sera en outre soumise a` l’accord pre´alable de la de´le´gation syndicale de l’entreprise utilisatrice. Art. 84. Les droits et obligations des employeurs et des ouvriers ainsi que les re`gles d’organisation et d’application du re´gime seront de´termine´s par les instruments juridiques approprie´s. CHAPITRE II. — La promotion de l’emploi des groupes cibles construction Art. 85. Les entreprises vise´es a` l’article 4 peuvent pre´tendre a` un remboursement forfaitaire des cotisations verse´es au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, a` concurrence d’un montant de 18 000 F par trimestre, pour chaque emploi supple´mentaire, cre´e´ au cours de la pe´riode du 1er juillet 1997 au 31 décembre 1998, qui satisfait aux conditions de´termine´es par l’article 86. Art. 86. L’emploi supple´mentaire vise´ a` l’article 85 est celui qui : - re´sulte de l’embauche a` temps plein d’un ouvrier appartenant aux cate´gories des « groupes cibles construction » de´termine´es par la convention collective de travail du 15 mai 1997 concernant l’insertion durable, la re´insertion et la formation professionnelles des groupes a` risque,et - donne lieu a` l’application de la diminution des cotisations patronales de se´curite´ sociale de´termine´e par l’article 30 de la loi pre´cite´e du 26 juillet 1996 ou par l’article 8 de l’arreˆte´ royal du 24 février 1997 pris en exe´cution de cette loi. Art. 87. Une convention collective de travail distincte de´termine les modalite´s particulie`res d’application et de controˆle de la mesure de promotion de l’emploi arreˆte´e par le pre´sent chapitre. TITRE IV. — Les proce´dures d’adhe´sion et d’approbation Art. 88. Le pre´sent titre est applicable a` celles des entreprises vise´es a` l’article 4 qui souhaitent adhe´rer a` l’un des re´gimes suivants :
47399
Afdeling 2. — De sectorale regeling van uitwisseling van personeel Art. 81. Deze afdeling bevat de krachtlijnen van een sectorale regeling van uitwisseling van personeel tussen de ondernemingen die de ondertekenaars van deze overeenkomst zullen bepalen en voorafgaandelijk aan de bevoegde instanties ter goedkeuring zullen worden voorgelegd. Deze afdeling heeft geen rechtstreekse werking in de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen. Art. 82. De sectorale regeling van uitwisseling van personeel zal tot doel hebben een bij artikel 4 bedoelde onderneming die voor alle of een deel van de arbeiders een kennisgeving van economische werkloosheid heeft gedaan, in staat stellen, af en toe, arbeiders te detacheren naar een andere, bij ditzelfde artikel 4 bedoelde onderneming, die te maken heeft met een tijdelijke vermeerdering van het werk of met de invoering van specifieke werken waarvoor technische bijstand gerechtvaardigd is. Art. 83. De sectorale regeling van uitwisseling van personeel zal paritair beheerd en gecontroleerd worden. Het F.V.B. en de lokale werkgevers-en werknemersorganisaties zullen worden betrokken bij het beheer van de regeling. De uitwisseling van personeel zal bovendien het voorafgaand akkoord van de vakbondsafvaardiging van de inlenende onderneming vergen. Art. 84. De rechten en verplichtingen van de werkgevers en de arbeiders evenals de organisatie- en toepassingsregels van de regeling zullen met de aangewezen juridische instrumenten worden bepaald. HOOFDSTUK II. — De bevordering van de tewerkstelling van de doelgroepen bouw Art. 85. Voor elke tussen 1 juli 1997 en 31 december 1998 gecree¨erde, bijkomende arbeidsplaats die voldoet aan de bij artikel 86 bepaalde voorwaarden, kunnen de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen aanspraak maken op een forfaitaire terugbetaling van de aan het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ gestorte bijdragen ten belope van 18 000 F per kwartaal. Art. 86. De bij artikel 85 bedoelde bijkomende arbeidsplaats is de arbeidsplaats die : - voortvloeit uit de voltijdse aanwerving van een arbeider die tot de « doelgroepen bouw » behoort zoals bepaald bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen, en - leidt tot de toepassing van de vermindering van de patronale sociale zekerheidsbijdrage zoals bepaald bij artikel 30 van de voormelde wet van 26 juli 1996 of bij artikel 8 van het ter uitvoering van deze wet genomen koninklijk besluit van 24 februari 1997. Art. 87. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de bijzondere toepassings- en controlemodaliteiten van de bij dit hoofdstuk vastgestelde tewerkstellingsbevorderende maatregel.
- le re´gime de travail-formation de´fini par le titre II, chapitre II, section 2 de la pre´sente convention; - le re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible, par adhe´sion simple ou adhe´sion-emploi, de´fini par le titre III, chapitre I, section I de la pre´sente convention.
TITEL IV. — De toetredings- en goedkeuringsprocedures Art. 88. Deze titel is van toepassing op de bij artikel 4 bedoelde ondernemingen die tot e´e´n van volgende regelingen wensen toe te treden : - de regeling arbeid-opleiding, vastgesteld bij titel II, hoofdstuk II, afdeling 2 van deze overeenkomst; - de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek, door gewone toetreding of toetreding-tewerkstelling, bepaald bij titel III, hoofdstuk I, afdeling 1 van deze overeenkomst.
CHAPITRE I. — Proce´dure et modalite´s d’adhe´sion
HOOFDSTUK I. — Toetredingsprocedure en-modaliteiten
Section 1. — Dispositions communes Art. 89. Les entreprises utilisent un des formulaires d’adhe´sion dont les mode`les sont de´termine´s par une convention collective de travail distincte. Les entreprises qui n’ont pas de de´le´gation syndicale et qui occupent moins de 50 travailleurs, de´clare´s a` l’O.N.S.S. au 30 juin de l’anne´e qui pre´ce`de celle de l’adhe´sion, utilisent le formulaire d’adhe´sion ad hoc intitule´ « acte d’adhe´sion ». Les autres entreprises utilisent le formulaire d’adhe´sion ad hoc intitule´ « convention collective d’adhe´sion ». Art. 90. Pour les entreprises vise´es a` l’article 89, aline´a 2, l’employeur communique a` chacun de ses ouvriers une copie de l’acte d’adhe´sion duˆment comple´te´. L’employeur met e´galement a` la disposition de ses ouvriers le texte de la partie de la pre´sente convention collective de travail qui se rapporte a` l’organisation du re´gime auquel l’entreprise souhaite adhe´rer.
Afdeling 1. — Gemeenschappelijke bepalingen Art. 89. De ondernemingen gebruiken e´e´n van de toetredingsformulieren waarvan de modellen vastgesteld zijn bij aparte collectieve arbeidsovereenkomst. De ondernemingen die geen vakbondsafvaardiging hebben en op 30 juni van het aan de toetreding voorafgaande jaar minder dan 50 aan de R.S.Z. aangegeven werknemers tewerkstellen, gebruiken het ad-hoctoetredingsformulier met het opschrift « toetredingsakte ». De andere ondernemingen gebruiken het ad-hoc-toetredingsformulier met het opschrift « collectieve toetredingsovereenkomst ». Art. 90. In de ondernemingen bedoeld in artikel 89, lid 2, overhandigt de werkgever elke arbeider een kopie van de behoorlijk ingevulde toetredingsakte. De werkgever bezorgt zijn arbeiders tevens de tekst van het deel van deze collectieve arbeidsovereenkomst dat betrekking heeft op de organisatie van de regeling waartoe de onderneming wenst toe te treden.
47400
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Pendant 8 jours a` dater de la communication vise´e a` l’aline´a 1er, l’employeur tient a` disposition des ouvriers un registre ou` ceux-ci peuvent consigner leurs observations.
Gedurende 8 dagen vanaf de bij lid 1 bedoelde overhandiging, houdt de werkgever een register ter beschikking van de arbeiders waarin ze hun opmerkingen kunnen optekenen.
Pendant ce meˆme de´lai de 8 jours, l’ouvrier ou son repre´sentant peut e´galement communiquer les observations au chef de district de l’Inspection des lois sociales du lieu d’e´tablissement de l’entreprise. Le nom de l’ouvrier ne peut eˆtre ni communique´, ni divulgue´.
Gedurende deze termijn van 8 dagen kan de arbeider of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan het districtshoofd van de Inspectie van de Sociale Wetten van de plaats waar de onderneming gevestigd is. De naam van de arbeider mag niet medegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
Art. 91. Au terme du de´lai de 8 jours vise´ a` l’article 90, l’employeur :
Art. 91. Na afloop van de bij artikel 90 bedoelde termijn van 8 dagen :
- signe et date l’acte d’adhe´sion;
- tekent en dagtekent de werkgever de toetredingsakte;
- communique cet acte d’adhe´sion ainsi que le registre d’observations, vise´ au meˆme article 90 au pre´sident de la Commission paritaire de la construction.
- stuurt de werkgever deze toetredingsakte evenals het bij hetzelfde artikel 90 bedoelde register met opmerkingen naar de voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf.
La communication des documents vise´s a` l’aline´a 1er se fait en double exemplaire, la copie e´tant certifie´e conforme à l’original par l’employeur.
De bij lid 1 bedoelde documenten worden in twee exemplaren verstuurd waarbij de kopie voor de werkgever voor eensluidend met het origineel is verklaard.
Art. 92. Pour les entreprises vise´es a` l’article 89, aline´a 3, l’employeur remet a` la de´le´gation syndicale une copie de la convention collective d’adhe´sion duˆment comple´te´e.
Art. 92. Voor de ondernemingen bedoeld in artikel 89, lid 3 bezorgt de werkgever een kopie van de behoorlijk ingevulde collectieve toetredingsovereenkomst aan de vakbondsafvaardiging.
La convention collective d’adhe´sion est signe´e par l’employeur et par un repre´sentant de chacune des organisations syndicales sie´geant au sein de la Commission paritaire de la construction et repre´sente´es au sein de la de´le´gation syndicale de l’entreprise.
De collectieve toetredingsovereenkomst wordt getekend door de werkgever en een vertegenwoordiger van elk van de vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf en die vertegenwoordigd zijn in de vakbondsafvaardiging van de onderneming.
A de´faut de de´le´gation syndicale dans l’entreprise, la convention vise´e a` l’aline´a 1er est signe´e par l’employeur et par un repre´sentant d’au moins deux organisations syndicales qui sie`gent au sein de la Commission paritaire de la construction et qui sont les plus repre´sentatives du personnel ouvrier de l’entreprise.
Bij ontstentenis van een vakbondsafvaardiging in de onderneming, wordt de bij lid 1 bedoelde overeenkomst getekend door de werkgever en een vertegenwoordiger van minstens twee vakorganisaties die zitting hebben in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf en die het meest representatief zijn voor het arbeiderspersoneel van de onderneming.
Art. 93. L’employeur communique au Pre´sident de la Commission paritaire de la construction la convention collective d’adhe´sion signe´e conforme´ment aux dispositions des aline´as 2 et 3 de l’article 92. Cette convention est communique´e en double exemplaire, la copie e´tant certifie´e conforme a` l’original par l’employeur.
Art. 93. De werkgever stuurt overeenkomstig de bepalingen van lid 1 en 2 van artikel 92 van de ondertekende collectieve toetredingsovereenkomst naar de Voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf. Deze overeenkomst wordt in twee exemplaren opgestuurd, waarbij de kopie door de werkgever voor eensluitend met het origineel is verklaard.
Art. 94. Une convention collective de travail distincte peut de´terminer la communication d’autres documents a` joindre aux actes, conventions et registres de´finis par la pre´sente section.
Art. 94. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst kan bepalen dat andere documenten moeten worden toegevoegd en meegestuurd met de in deze afdeling vastgestelde akten, overeenkomsten en registers.
Section 2. — Dispositions spe´cifiques
Afdeling 2. — Specifieke bepalingen
Art. 95. Le Pre´sident de la Commission paritaire de la construction de´pose au Greffe du Service des Relations Collectives de Travail du Ministe`re de l’Emploi et du Travail, l’original des actes et conventions d’adhe´sion, accompagne´s des documents y annexe´s, qui se rapportent :
Art. 95. De Voorzitter van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf legt de originele toetredingsakten en -overeenkomsten neer op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, samen met de bijgevoegde documenten die betrekking hebben op :
- au syste`me de l’adhe´sion-emploi au re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible, de´fini par le titre III, chapitre I, section 1 de la pre´sente convention;
- het stelsel van de toetreding-tewerkstelling tot de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek, vastgesteld bij titel III, hoofdstuk I, afdeling I van deze overeenkomst;
- au re´gime de travail-formation de´fini par le titre II, chapitre II section 2 de la pre´sente convention.
- de regeling arbeid-opleiding, vastgesteld bij titel II, hoofdstuk II, afdeling 2 van deze overeenkomst.
CHAPITRE II. — Proce´dure d’approbation des actes et conventions d’adhe´sion
HOOFDSTUK II. — Goedkeuringsprocedure voor de toetredingsakten en -overeenkomsten
Art. 96. Le comite´ restreint, institue´ au sein de la Commission paritaire de la construction par l’article 56 de la convention collective de travail du 11 mai 1995 relative a` la promotion de l’emploi en 1995 et 1996, est compe´tent pour :
Art. 96. Het beperkt comite´, bij artikel 56 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de bevordering van de tewerkstelling in 1995-1996 opgericht binnen het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, is bevoegd om :
1. se prononcer sur les demandes d’approbation des actes et conventions d’adhe´sion au re´gime sectoriel de la semaine de travail flexible de´fini par le titre III, chapitre I, section 1 de la pre´sente convention, lorsque ces actes et conventions sont e´tablis selon le syste`me de l’adhe´sion simple;
1. te beslissen over de aanvragen tot goedkeuring van de toetredingsakten en -overeenkomsten tot de sectorale regeling van de flexibele arbeidsweek, bepaald bij titel III, hoofdstuk I, afdeling 1 van deze overeenkomst indien deze akten en overeenkomsten opgesteld zijn volgens het stelsel van de gewone toetreding;
2. donner un avis au Ministre de l’Emploi et du Travail dans le cadre de la proce´dure d’approbation ministe´rielle des actes et conventions d’adhe´sion aux re´gimes cite´s a` l’article 95.
2. een advies te verlenen aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid in het kader van de ministerie¨le goedkeuring van de toetredingsakten en -overeenkomsten tot de in artikel 95 vermelde regelingen.
Art. 97. Une convention collective de travail distincte de´termine les modalite´s d’exe´cution relatives a` l’exercice des compe´tences d’avis et d’approbation du comite´ restreint, vise´es a` l’article 96.
Art. 97. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst bepaalt de uitvoeringsmodaliteiten met betrekking tot de uitoefening van de bij artikel 96 bedoelde advies- en goedkeuringsbevoegdheden van het beperkt comite´.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD TITRE V. — Dispositions finales Art. 98. Pour l’exe´cution de la pre´sente convention collective de travail, le re´gime des re´ductions de cotisations patronales de se´curite´ sociale de´termine´ par l’article 30 § 1er de la loi pre´cite´e du 26 juillet 1996 est applicable aux entreprises vise´es a` l’article 4 de la pre´sente convention. Par de´rogation a` l’aline´a 1er, peuvent opter pour l’application du re´gime des re´ductions de cotisations patronales de se´curite´ sociale de´termine´ par l’article 8,§ 1er de l’arreˆte´ royal pre´cite´ du 24 février 1997 :
47401
Art. 99. § 1er. Un syste`me sectoriel de « remboursement -subrogation » est mis en oeuvre dans le cadre de l’application du re´gime de travail-formation de´fini par le titre II, chapitre II, section 2 de la pre´sente convention. En application de ce syste`me, l’employeur be´ne´ficie d’un remboursement total des salaires et cotisations paye´es pour les journe´es de formation couvertes par le re´gime du conge´-e´ducation paye´. Les employeurs qui sont de´biteurs envers le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, en ce compris le re´gime des timbres de fide´lite´ et intempe´ries, sont exclus de l’application du syste`me sectoriel vise´ par le pre´sent article. § 2. Une convention collective de travail distincte peut e´tendre le be´ne´fice du syste`me sectoriel vise´ au § 1er au re´gime du cre´dit supple´mentaire vise´ a` l’article 40 de la pre´sente convention, dont la re´alisation de´pend e´galement de la conclusion d’une convention collective de travail distincte.
TITEL V. — Slotbepalingen Art. 98. Voor de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst is de bij artikel 30, § 1, van voormelde wet van 26 juli 1996 bedoelde regeling van de verminderingen van de patronale sociale zekerheidsbijdragen van toepassing op de bij artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen. In afwijking van lid 1 kunnen volgende ondernemingen kiezen voor de toepassing van de bij artikel 8, § 1 van het voormelde koninklijk besluit van 24 februari 1997 bepaalde regeling van verminderingen van de patronale sociale zekerheidsbijdragen : - de bij artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen die op 30 juni van het jaar voorafgaand aan de aanvraag, minder dan 50 werknemers tewerkstellen; - de bij artikel 4 van deze overeenkomst bedoelde ondernemingen die toetreden tot e´e´n van de bij artikel 95 van deze overeenkomst genoemde regelingen. Art. 99. § 1. Een sectoraal stelsel van « terugbetalingindeplaatsstelling » wordt ingevoerd in het kader van de toepassing van de regeling arbeid-opleiding, bepaald bij titel II, hoofdstuk II, afdeling 2 van deze overeenkomst. Bij toepassing van dit stelsel, krijgt de werkgever een volledige terugbetaling van de lonen en bijdragen die betaald werden voor de opleidingsdagen die gedekt zijn door het betaald educatief verlof. De werkgevers die schuldenaar zijn van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, inclusief het stelsel van de weerverlet- en getrouwheidszegels, zijn uitgesloten van de toepassing van het bij dit artikel bedoelde sectorale stelsel. § 2. Een aparte collectieve arbeidsovereenkomst kan het bij § 1 bedoelde voordeel van het sectoraal stelsel uitbreiden tot de bij artikel 40 van deze overeenkomst bedoelde regeling van bijkomend krediet, waarvan de realisatie eveneens afhangt van het sluiten van een aparte collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 100. Sont exclus de l’application des avantages vise´s aux articles 21, 31, 2°, 42, 48, 50, 57, 78 et 85 de la pre´sente convention, les employeurs qui, a` l’expiration du trimestre pour lequel ils invoquent l’application, sont de´biteurs envers le ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, en ce compris le re´gime des timbres fide´lite´ et intempe´ries.
Art. 100. De werkgevers die bij het verstrijken van het kwartaal waarvoor ze de toepassing ervan inroepen, schuldenaar zijn van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, inclusief het stelsel van getrouwheids-en weerverletzegels, zijn uitgesloten van de voordelen bedoeld bij de artikelen 21, 31, 2°, 42, 48, 50, 57, 78 en 85 van deze overeenkomst.
Art. 101. Les avantages vise´s aux articles 31, 2°, 42 et 48 de la pre´sente convention ne peuvent pas eˆtre cumule´s avec les primes de´termine´es par la convention collective de travail du 15 mai 1997 relative a` l’octroi d’une prime a` l’emploi et a` la formation aux employeurs de la construction et a` leurs ouvriers.
Art. 101. De bij de artikelen, 31, 2°, 42 en 48 van deze overeenkomst bedoelde voordelen mogen niet gecumuleerd worden met de premies vastgesteld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997 betreffende de toekenning van een tewerkstellings-of een opleidingspremie aan de bouwwerkgevers en hun bouwvakarbeiders.
Art. 102. Pour les journe´es de formation professionnelle organise´es en application des re´gimes de´finis par le titre II de la pre´sente convention, les ouvriers ne be´ne´ficient pas des primes de´termine´es par la convention collective de travail du 15 mai 1997 vise´e a` l’article 101.
Art. 102. Voor de opleidingsdagen die worden georganiseerd bij toepassing van de bij titel II van deze overeenkomst bepaalde regelingen hebben de arbeiders geen recht op de premies voorzien in de bij artikel 101 bedoelde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997.
Art. 103. L’Office patronal pre´vu a` l’article 23 des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ est charge´ de l’organisation administrative, comptable et financie`re des ope´rations concernant ce fonds qui re´sultent de l’application de la pre´sente convention collective de travail.
Art. 103. De Patronale Dienst bedoeld in artikel 23 van de statuten van het ″Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ staat in voor de administratieve, boekhoudkundige en financie¨le organisatie van de verrichtingen met betrekking tot dit fonds die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 104. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juillet 1997, a` l’exception de la section 2 du chapitre II du titre II qui entre en vigueur le 1er octobre 1997.
Art. 104. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 1997 met uitzondering van afdeling 2 van hoofdstuk II van titel II die in werking treedt op 1 oktober 1997.
Sans pre´judice de l’application des dispositions transitoires, pre´vues par des conventions collectives de travail distinctes, qui peuvent prolonger les effets de la pre´sente convention au-dela` de sa date d’expiration, la pre´sente convention collective de travail prend fin le 31 décembre 1998, a` l’exception des dispositions du chapitre II du titre I, de la section 1 du chapitre I du titre II et de la section 1 du chapitre II du titre II, qui prennent fin le 1er juillet 2001.
Onverminderd de toepassing van de bij aparte collectieve arbeidsovereenkomsten voorziene overgangsbepalingen die de werking van deze overeenkomst kunnen verlengen na de vervaldag, loopt deze collectieve arbeidsovereenkomst af op 31 december 1998, met uitzondering van de bepalingen van hoofdstuk II van titel I, de afdeling I van hoofdstuk I van titel II en de afdeling 1 van hoofdstuk II van titel II die aflopen op 1 juli 2001.
- les entreprises vise´es a` l’article 4 de la pre´sente convention qui occupent moins de 50 travailleurs au 30 juin de l’anne´e qui pre´ce`de la demande; - les entreprises vise´es a` l’article 4 de la pre´sente convention qui adhe`rent a` l’un des re´gimes cite´s a` l’article 95 de la pre´sente convention.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 20 octobre 1999. La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
47402
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3986
[C − 99/12713]
20 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 24 avril 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de formation professionnelle de la construction″ (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 1999 — 3986
[C − 99/12713]
20 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″ (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2;
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28;
Vu la convention collective de travail du 4 mars 1993, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la modification et coordination des statuts du″Fonds de formation professionnelle de la construction », rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 31 mai 1994, notamment l’article 6;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994, inzonderheid op artikel 6,
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf;
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 24 avril 1997, reprise en annexe , conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de formation professionnelle de la construction″.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 20 octobre 1999.
Gegeven te Brussel, 20 oktober 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 31 mai 1994, Moniteur belge du 23 aouˆt 1994.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1994.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 24 avril 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 1997
Fixation du taux de la cotisation au ″Fonds de formation professionnelle de la construction″ (Convention enregistre´e le 16 septembre 1997 sous le nume´ro 45031/CO/124)
Vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″ (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45031/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail, conclue en exe´cution de l’article 6 des statuts du ″Fonds de formation professionnelle de la construction″, tels que modifie´s et coordonne´s par la convention du 4 mars 1993, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 31 mai 1994 (Moniteur belge du 31 août 1994), est applicable aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in uitvoering van artikel 6 van de statuten van het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″, zoals gewijzigd en gecoo¨rdineerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1994), is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die ze tewerkstellen.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47403
CHAPITRE II. — Fixation de la cotisation Art. 2. Les employeurs vise´s a` l’article 1er sont redevables au « Fonds de formation professionnelle de la construction » d’une cotisation de 0.20 p.c. Art. 3. La cotisation vise´e a` l’article 2 est calcule´e sur base de la re´mune´ration des ouvriers prise en conside´ration pour le calcul de la cotisation destine´e a` la constitution du pe´cule de vacances des ouvriers, conforme´ment aux lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s coordonne´es le 28 juin 1971.
HOOFDSTUK II. — Vaststelling van de bijdrage Art. 2. De in artikel 1 bedoelde werkgevers zijn aan het « Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid » een bijdrage van 0,20 pct. verschuldigd. Art. 3. De in artikel 2 bedoelde bijdrage wordt berekend op basis van het loon van de werklieden, dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de bijdrage ter financiering van het vakantiegeld van de werklieden, overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoo¨rdineerd op 28 juni 1971.
CHAPITRE III. — Entre´e´ en vigueur et dure´e de validite´ Art. 4. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er juillet 1997 et expire le 31 mars 1999.
HOOFDSTUK III. — Geldigheidsduur Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 juli 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 maart 1999.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 20 octobre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3987 [C − 99/12722] 22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 27 mars 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 28 avril 1988, relative a` l’octroi des timbres de fide´lite´ et des timbres intempe´ries (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la convention collective de travail du 28 avril 1988, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, relative a` l’octroi des timbres de fide´lite´ et des timbres intempe´ries, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 15 juin 1988, notamment l’article 1er; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
N. 1999 — 3987 [C − 99/12722] 22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 15 juni 1988, inzonderheid op artikel 1; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 27 mars 1997,reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 28 avril 1988, relative a` l’octroi des timbres de fide´lite´ et des timbres intempe´ries.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 15 juin 1988, Moniteur belge du 7 juillet 1988.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 15 juni 1988, Belgisch Staatsblad van 7 juli 1988.
47404
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 27 mars 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1997
Modification de la convention collective de travail du 28 avril 1988 relative a` l’octroi des timbres de fide´lite´ et des timbres intempe´ries
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels
(Convention enregistre´e le 1er juillet 1997 sous le nume´ro 44438/CO/124)
(Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44438/CO/124)
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail a pour objet de modifier la convention collective de travail du 28 avril 1988, relative a` l’octroi des timbres de fide´lite´ et des timbres intempe´ries, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 15 juin 1988 (Moniteur belge du 7 juillet 1988).
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een wijziging aan te brengen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, betreffende de toekenning van getrouwheidszegels en weerverletzegels, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 juni 1988 (Belgisch Staatsblad van 7 juli 1988).
Art. 2. Dans le chapitre Ier de la convention collective de travail du 28 avril 1988 pre´cite´e, il est inse´re´ un article 1bis re´dige´ comme suit :
Art. 2. In hoofdstuk I van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 wordt een artikel 1bis ingevoegd dat als volgt luidt :
« Art. 1bis. Par de´rogation a` l’article 1, la pre´sente convention ne s’applique pas aux employeurs e´trangers, e´tablis dans les Etats membres de la Communaute´ Europe´enne, et aux ouvriers qu’ils occupent temporairement en Belgique, lorsque ces ouvriers be´ne´ficient de´ja`, pour la pe´riode d’occupation en Belgique, des avantages e´quivalents aux timbres intempe´ries et aux timbres fide´lite´, en application des re´gimes auxquels leur employeur est soumis dans l’e´tat ou` il est e´tabli.
« Art. 1bis. In afwijking van artikel 1, is deze overeenkomst niet van toepassing op de buitenlandse werkgevers, gevestigd in e´e´n van de lidstaten van de Europese Gemeenschap, en op de arbeiders die zij tijdelijk in Belgie¨ tewerkstellen, wanneer deze arbeiders, voor een periode van tewerkstelling in Belgie¨, reeds voordelen genieten, gelijkwaardig aan de weerverlet- en de getrouwheidszegels, in toepassing van de regelingen waaraan hun werkgever in zijn land van vestiging is onderworpen.
Lorsque ces ouvriers be´ne´ficient, pour la pe´riode d’occupation en Belgique, d’un avantage qui n’est e´quivalent qu’a` un des deux re´gimes (timbres intempe´ries ou timbres fide´lite´), l’application de la pre´sente convention est limite´e au re´gime pour lequel il n’existe pas un avantage e´quivalent. Dans ce cas, le re´gime des timbres intempe´ries est d’application pour autant qu’il s’agisse des employeurs et des ouvriers des entreprises qui, conforme´ment a` l’article 5, 1° et 2°, de la convention collective de travail du 27 mars 1980 fixant le taux de la cotisation du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 26 juin 1980 (Moniteur belge du 2 aouˆt 1980), doivent eˆtre classe´es dans la cate´gorie A (indiceconstruction 24) ou dans la cate´gorie B (indice-construction 54).
Indien deze arbeiders, voor de periode van tewerkstelling in Belgie¨, een voordeel genieten, dat slechts gelijkwaardig is met e´e´n van beide regimes (weerverletzegels of getrouwheidszegels), dan wordt de toepassing van deze overeenkomst beperkt tot het regime waarvoor een gelijkwaardig voordeel bestaat. Het regime van weerverletzegels is in dergelijk geval slechts van toepassing voor zover het werkgevers en arbeiders betreft van ondernemingen die, conform artikel 5, 1° en 2° van de collectieve arbeidsovereenkomst 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980 (Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980), moeten gerangschikt worden in categorie A (kengetalbouw-24) of de categorie B (kengetal-bouw-54). »
Art. 3. Dans le meˆme chapitre I de la meˆme convention collective de travail du 28 avril 1988, il est inse´re´ un article 1ter re´dige´ comme suit :
Art. 3. In hoofdstuk I van dezelfde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988 wordt een artikel 1ter ingevoegd dat als volgt luidt :
« Art. 1ter. Dans la pe´riode de transition, qui commence le 1er janvier 1997 et se termine le 30 septembre 1997, l’application de la pre´sente convention est suspendue a` l’e´gard de tous les employeurs e´trangers, e´tablis dans les Etats membres de la Communaute´ Europe´enne, et les ouvriers qu’ils occupent temporairement en Belgique.
« Art. 1ter. In een overgangsperiode, die ingaat op 1 januari 1997 en die loopt tot en met 30 september 1997, wordt de toepassing van deze overeenkomst opgeschort ten aanzien van alle buitenlandse werkgevers, gevestigd in e´e´n der lidstaten van de Europese Gemeenschap, en de arbeiders die zij tijdelijk in Belgie¨ tewerkstellen.
Cette pe´riode de transition doit permettre d’organiser l’examen et le controˆle de l’e´quivalence des diffe´rents re´gimes sociaux sectoriels, de sorte qu’a` l’e´che´ance de cette pe´riode, il peut eˆtre proce´de´ a` la fixation des modalite´s ne´cessaires en vue de re´gler le proble`me des doubles paiements e´ventuels.
Deze overgangsperiode moet toelaten om het onderzoek naar en de controle op de gelijkwaardigheid van de verschillende sectorale sociale regimes te organiseren, zodanig dat na afloop van deze periode kan overgegaan worden tot de vaststelling van de nodige modaliteiten om het probleem van eventuele dubbele betalingen te regelen.
La suspension de l’application signifie que les employeurs concerne´s ne sont pas redevables des cotisations pendant la pe´riode de transition et que les ouvriers qu’ils occupent en Belgique n’ont donc pas droit aux timbres intempe´ries et aux timbres fide´lite´ pour cette pe´riode. En vue de l’application de la re´glementation en matie`re des cartes d’identite´ sociale, les employeurs concerne´s sont ne´anmoins toujours oblige´s de se faire immatriculer aupre`s de l’Office patronale d’organisation et de controˆle des re´gimes de se´curite´ d’existence (OPOC). Ils doivent introduire par trimestre une de´claration ne reprenant que les donne´es d’identite´ des ouvriers qui ont e´te´ occupe´s en Belgique durant le trimestre concerne´, sans mention de leur salaire.
De opschorting van de toepassing houdt in dat de bedoelde werkgevers tijdens de overgangsperiode geen bedragen verschuldigd zijn en dat de arbeiders die zij in Belgie¨ tewerkstellen bijgevolg geen recht hebben op weerverlet- en getrouwheidszegels voor deze periode. Met het oog op de toepassing van de reglementering inzake de sociale identiteitskaarten, zijn de bedoelde werkgevers echter nog steeds verplicht zich te laten immatriculeren bij de Patronale Dienst voor organisatie en kontrole van de bestaanszekerheidszegels (PDOK). Zij moeten per kwartaal een aangifte indienen die enkel de identiteitsgegevens van de arbeiders die in de loop van het betrokken kwartaal in Belgie¨ werden tewerkgesteld bevat, zonder vermelding van loon. » .
Art. 4. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1997. Elle a une dure´e et des modalite´s de pre´avis identiques a` la convention collective de travail du 28 avril 1988, mentionne´e ci-dessus.
Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997. Zij heeft dezelfde duur en opzeggingsmodaliteiten als de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 april 1988, hierboven vermeld.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47405
F. 1999 — 3988 [C − 99/12718] 22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 27 mars 1980 fixant le taux de la cotisation au « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction » (1)
N. 1999 — 3988 [C − 99/12718] 22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf » (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980, inzonderheid op artikel 7, Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 27 mars 1980, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 26 juin 1980, notamment l’article 7; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 27 mars 1980 fixant le taux de la cotisation au « Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction ».
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf ».
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 février 1958. Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 26 juin 1980, Moniteur belge du 2 août 1980.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 26 juni 1980, Belgisch Staatsblad van 2 augustus 1980.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 20 mars 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997
Modification de la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ (Convention enregistre´e le 1er juillet 1997 sous le nume´ro 44439/CO/124)
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44439/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Disposition ge´ne´rale Article 1er. La pre´sente convention collective de travail a pour objet de modifier la convention collective de travail du 27 mars 1980, fixant le taux de la cotisation au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 26 juin 1980, modifie´e par les conventions collectives de travail des 30 juin 1980, 1er avril 1981, 23 mars 1989, 18 mars 1993, 5 avril 1995 et 31 octobre 1996 respectivement rendues obligatoires par arreˆte´s royaux des 17 décembre 1980, 17 juin 1981, 7 novembre 1989, 30 mars 1994, 5 avril 1995 4 août 1996 et 11 avril 1999.
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een wijziging aan te brengen aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 juni 1980, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 30 juni 1980, 1 april 1981, 23 maart 1989, 18 maart 1993, 5 april 1995 en 31 oktober 1996 respectievelijk algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluiten van 17 december 1980, 17 juni 1981, 7 november 1989, 30 maart 1994, 4 augustus 1996 en 11 april 1999.
47406
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE II. — Dispostion de modification Art. 2. Dans la convention collective de travail du 27 mars 1980 pre´cite´e, il est insere´ un article 7bis re´dige´ comme suit : « Art. 7bis. Par de´rogation a` l’article 7, le taux des cotisations pour le deuxie`me trimestre de 1997 est fixe´ comme suit : - 20,23 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie A, indice-construction 24; - 19,73 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie B, indice-construction 54, et dans la cate´gorie C, indice-construction 44;16,73 p.c. du montant de la re´mune´ration de´termine´e a` l’article 6, pour les employeurs des entreprises classe´es dans la cate´gorie D, indice-construction 26. ».
HOOFDSTUK II. — Wijzigende bepaling Art. 2. In de hogervermelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980 wordt een artikel 7bis ingevoegd dat als volgt luidt : « Art.7bis. In afwijking van artikel 7 wordt het bedrag van de bijdrage voor het tweede kwartaal van 1997 als volgt vastgesteld : - 20,23 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie A, kencijfer-bouwbedrijf 24; - 19,73 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie B, kencijfer-bouwbedrijf 54, en in categorie C, kencijferbouwbedrijf 44; - 16,73 pct. van het bedrag van het loon, vastgesteld zoals in artikel 6, voor de werkgevers van de ondernemingen die gerangschikt zijn in categorie D, kencijfer-bouwbedrijf 26. ».
CHAPITRE III. — Entre´e en vigueur et dure´e de validite´ Art. 3. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er avril 1997. Elle a une dure´e et des modalite´s de pre´avis identiques a` la convention collective de travail du 27 mars 1980 pre´cite´e. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
HOOFDSTUK III. — Inwerkingtreding en geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1997. Ze heeft dezelfde duur en opzeggingsmodaliteiten als voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1980. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3989 [C − 99/12719] 22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au « Fonds de formation professionnelle de la construction » (1)
N. 1999 — 3989 [C − 99/12719] 22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid » (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 7 janvier 1958 concernant les fonds de se´curite´ d’existence, notamment l’article 2; Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzondeheid op artikel 2; Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging en coo¨rdinatie van de statuten van het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994, inzonderheid op artikel 6, Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 4 mars 1993, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la modification et coordination des statuts du″Fonds de formation professionnelle de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 31 mai 1994, notamment l’article 6; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le taux de la cotisation au « Fonds de formation professionnelle de la construction ».
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het « Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid ».
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi,
De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 7 janvier 1958, Moniteur belge du 7 fe´vrier 1958. Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 31 mai 1994, Moniteur belge du 23 aouˆt 1994.
Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 31 mei 1994, Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1994.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47407
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 20 mars 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997
Fixation du taux de la cotisation au ″Fonds de formation professionnelle de la construction″ (Convention enregistre´e le 1er juillet 1997 sous le nume´ro 44440/CO/124)
Vaststelling van het bedrag van de bijdrage aan het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″ (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44440/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail, conclue en exe´cution de l’article 6 des statuts du ″Fonds de formation professionnelle de la construction″, tels que modifie´s et coordonne´s par la convention du 4 mars 1993, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 31 mai 1994 (Moniteur belge du 23 aoˆut 1994), est applicable aux employeurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la construction.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in uitvoering van artikel 6 van de statuten van het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″, zoals gewijzigd en gecoo¨rdineerd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1993, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 31 mei 1994 (Belgisch Staatsblad van 23 augustus 1994), is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf ressorteren en op de arbeiders die ze tewerkstellen.
CHAPITRE II. — Fixation de la cotisation Art. 2. Les employeurs vise´s a` l’article 1 sont redevables au ″Fonds de formation professionnelle de la construction″ d’une cotisation de 0.20 p.c. Art. 3. La cotisation vise´e a` l’article 2 est calcule´e sur base de la re´mune´ration des ouvriers prise en conside´ration pour le calcul de la cotisation destine´e a` la constitution du pe´cule de vacances des ouvriers, conforme´ment aux lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salarie´s coordonne´es le 28 juin 1971.
HOOFDSTUK II. — Vaststelling van de bijdrage Art. 2. De in artikel 1 bedoelde werkgevers zijn aan het ″Fonds voor vakopleiding in de bouwnijverheid″ een bijdrage van 0,20 pct. verschuldigd. Art. 3. De in artikel 2 bedoelde bijdrage wordt berekend op basis van het loon van de werklieden, dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de bijdrage ter financiering van het vakantiegeld van de werklieden, overeenkomstig de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoo¨rdineerd op 28 juni 1971.
CHAPITRE III. — Entre´e en vigueur et dure´e de validite´ Art. 4. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er avril 1997 et expire le 30 juin 1997. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
HOOFDSTUK III. — Geldigheidsduur Art. 4. De collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 april 1997 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3990 [C − 99/12716] 22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, prolongeant la convention collective de travail du 11 mai 1995 concernant l’octroi a` certains ouvriers aˆge´s d’une indemnite´ comple´mentaire (pre´pension) a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ (1)
N. 1999 — 3990 [C − 99/12716] 22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juni 1996; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 11 mai 1995, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant l’octroi a` certains ouvriers aˆge´s d’une indemnite´ comple´mentaire (pre´pension) a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 3 juin 1996; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 20 mars 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, prolongeant la convention collective de travail du 11 mai 1995 concernant l’octroi a` certains ouvriers aˆge´s d’une indemnite´ comple´mentaire (pre´pension) a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″.
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
47408
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi,
De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 3 juin 1996, Moniteur belge du 7 septembre 1996.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 3 juni 1996, Belgisch Staatsblad van 7 september 1996.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 20 mars 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997
Prolongation de la convention collective de travail du 11 mai 1995, concernant l’octroi a` certains ouvriers aˆge´s d’une indemnite´ comple´mentaire (pre´pension) a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ (Convention enregistre´e le 1er juillet 1997 sous le nume´ro 44441/CO/124)
Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ (Overeenkomst geregistreerd op 1 juli 1997 onder het nummer 44441/CO/124)
Article 1. La dure´e de validite´ de la convention collective de travail du 11 mai 1995, concernant l’octroi a` certains ouvriers aˆge´s d’une indemnite´ comple´mentaire (pre´pension) a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 3 juin 1996 (Moniteur belge du 7 septembre 1996), prolonge´e par la convention collective de travail du 16 janvier 1997 jusqu’au 30 avril 1997, est prolonge´e jusqu’au 30 juin 1997.
Artikel 1. De geldigheidsduur van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, betreffende de toekenning aan sommige bejaarde werklieden van een aanvullende vergoeding (brugpensioen) ten laste van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 juni 1996 (Belgisch Staatsblad van 7 september 1996), verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 1997 tot en met 30 april 1997, wordt verlengd tot 30 juni 1997.
Art. 2. Afin de financer l’indemnite´ comple´mentaire, les employeurs vise´s a` l’article 1 de la convention collective de travail du 11 mai 1995 sont redevables au ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″ d’une cotisation.
Art. 2. Ten einde de aanvullende vergoeding te financieren, zijn de werkgevers, bedoeld in artikel 1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, een bijdrage verschuldigd aan het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″.
Cette cotisation est e´gale a` 0,75 p.c. du montant porte´ a` 108 p.c. de la totalite´ des re´mune´rations de´clare´es a` l’Office national de se´curite´ sociale concernant les ouvriers vise´s a` l’article 1 de la convention collective de travail du 11 mai 1995 pre´cite´e, respectivement pour le premier et deuxie`me trimestres de 1997.
Deze bijdrage bedraagt 0,75 pct. van het op 108 pct gebrachte bedrag van alle lonen die bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid zijn aangegeven met betrekking tot de werklieden, bedoeld in artikel 1 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, respectievelijk voor het eerste en tweede kwartaal van 1997.
Conforme´ment a` l’article 16 des statuts du ″Fonds de se´curite´ d’existence des ouvriers de la construction″, la perception et le recouvrement de cette cotisation sont assure´s par l’Office national de se´curite´ sociale.
Overeenkomstig artikel 16 van de statuten van het ″Fonds voor Bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf″ staat de Rijksdienst voor sociale zekerheid in voor de inning en invordering van deze bijdrage.
Art. 3. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er mai 1997, a` l’exception de l’article 2 qui entre en vigueur le 1er janvier 1997. Elle expire le 30 juin 1997.
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 mei 1997, behoudens artikel 2 dat in werking treedt op 1 januari 1997. Ze houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi,
De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
47409
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD F. 1999 — 3991
[C − 99/12723]
22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la prolongation de la convention collective de travail du 11 mai 1995, relative a` l’octroi d’un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
N. 1999 — 3991
[C − 99/12723]
22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28;
Vu la convention collective de travail du 11 mai 1995, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, relative a` l’octroi d’un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 24 avril 1996, notamment l’article 16;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 april 1996, inzonderheid artikel 16;
Vu la demande de la Commission paritaire de la construction;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf,
Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, concernant la prolongation de la convention collective de travail du 11 mai 1995, relative a` l’octroi d’un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Par le Roi :
La Ministre de l’Emploi, L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 24 avril 1996, Moniteur belge du 6 septembre 1996.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 24 april 1996, Belgisch Staatsblad van 6 september 1996.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 15 mai 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997
Prolongation de la convention collective de travail du 11 mai 1995 relative a` l’octroi d’un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides
Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden
(Convention enregistre´e le 15 septembre 1997 sous le nume´ro 44852/CO/124)
(Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44852/CO/124)
CHAPITRE Ier. — Disposition ge´ne´rale
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail a pour but de prolonger la dure´e de validite´ de la convention collective de travail du 11 mai 1995 relative a` l’octroi d’un pe´cule de vacances a` certains ouvriers pensionne´s ou invalides, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 24 avril 1996 (Moniteur belge du 6 septembre 1996).
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel de geldigheidsduur te verlengen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995 betreffende de toekenning van een vakantiegeld aan sommige gepensioneerde of invalide werklieden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 april 1996 (Belgisch Staatsblad van 6 september 1996).
47410
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
CHAPITRE II. — Prolongation de la dure´e de validite´ Art. 2. La dure´e de validite´ de la convention collective de travail du 11 mai 1995 pre´cite´e, est prolonge´e jusqu’au 31 de´cembre 1998. A cet effet, dans l’article 16 de cette convention collective de travail, la date ″31 de´cembre 1996″ est remplace´e par la date ″31 de´cembre 1998″. CHAPITRE III. — Entre´e en vigueur et dure´e de validite´ Art. 3. La pre´sente convention collective de travail est conclue pour une dure´e de´termine´e. Elle entre en vigueur le 1er janvier 1997 et expire le 31 de´cembre 1998. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
HOOFDSTUK II. — Verlenging geldigheidsduur Art. 2. De geldigheidsduur van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 1995, wordt verlengd tot en met 31 december 1998. Daartoe wordt in artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst de datum ″31 december 1996″ vervangen door de datum ″31 december 1998″. HOOFDSTUK III. — Inwerkingtreding en geldigheidsduur Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, L. ONKELINX c
F. 1999 — 3992 [C − 99/12717] 22 OCTOBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 17 mai 1994 organisant les re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail dans le cadre des plans d’entreprises (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la convention collective de travail du 17 mai 1994, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, organisant les re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail dans le cadre des plans d’entreprises, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 19 janvier 1995, notamment les articles 31 et 37; Vu la demande de la Commission paritaire de la construction; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
N. 1999 — 3992 [C − 99/12717] 22 OKTOBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van de bedrijfsplannen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van de bedrijfsplannen, algemeen verbindend verklaard bij het koninklijk besluit van 19 januari 1995, inzonderheid op de artikelen 31 en 37; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 15 mai 1997, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, modifiant la convention collective de travail du 17 mai 1994 organisant les re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail dans le cadre des plans d’entreprises.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van de bedrijfsplannen.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 22 octobre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 22 oktober 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 19 janvier 1995, Moniteur belge du 19 mai 1995.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 19 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 19 mei 1995.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47411
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la construction
Paritair Comite´ voor het bouwbedrijf
Convention collective de travail du 15 mai 1997
Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 mei 1997
Modification de la convention collective de travail du 17 mai 1994 organisant les re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail dans le cadre des plans d’entreprises (Convention enregistre´e le 15 septembre 1997 sous le nume´ro 44929/CO/124)
Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van de bedrijfsplannen (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44929/CO/124)
Article 1er. Un article 31bis est inse´re´ a` la fin du chapitre IV de la convention collective de travail du 17 mai 1994 organisant des re´gimes sectoriels supple´tifs de redistribution du travail dans le cadre des plans d’entreprise, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 19 janvier 1995. Il est libelle´ comme suit :
Artikel 1. Op het einde van hoofdstuk IV van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 tot organisatie van de suppletieve sectorale regelingen tot herverdeling van de arbeid in het kader van bedrijfsplannen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 januari 1995, wordt een artikel 31bis ingevoegd. Het luidt als volgt : « Art. 31bis. Voor de toetredingen vanaf 1 januari 1997 leggen de in de artikel 29 bedoelde ondernemingen het behoorlijk ingevulde toetredingsformulier- al naargelang het geval model ″A″ of model ″B″ - uiterlijk op 30 september 1997 neer op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid ». Art. 2. Artikel 37 van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 17 mei 1994 wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 37. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 1994 en loopt af op 31 december 1997. Ze behoudt echter haar uitwerking, met inbegrip van de in hoofdstuk III vastgestelde voordelen, tijdens de periode waarin overeenkomstig artikel 31bis werd toegetreden en uiterlijk tot 31 december 1998. »
« Art. 31bis. Pour les adhe´sions re´alise´es a` partir du 1er janvier 1997, les entreprises vise´es a` l’article 29 de´posent le formulaire d’adhe´sion duˆment comple´te´ - mode`le ″A″ ou mode`le ″B″ selon le cas, au Greffe du Service des Relations Collectives de Travail du Ministe`re de l’Emploi et du Travail au plus tard le 30 septembre 1997. Art.2. L’article 37 de la convention collective de travail du 17 mai 1994 pre´cite´e est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 37. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er juin 1994 et prend fin le 31 décembre 1997. Elle maintient toutefois ses effets, y compris les avantages pre´vus par le chapitre III, pendant la dure´e d’adhe´sion re´alise´e conforme´ment a` l’article 31bis et au plus tard jusqu’au 31 décembre 1998. » Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 22 octobre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3993 [C − 99/12790] 12 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative a` la prorogation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 octroyant un re´gime de travail a` temps partiel volontaire (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la convention collective de travail du 17 juin 1997, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, octroyant un re´gime de travail a` temps partiel volontaire, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 10 juin 1998, notamment l’article 1er; Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative a` la prorogation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 octroyant un re´gime de travail a` temps partiel volontaire.
N. 1999 — 3993 [C − 99/12790] 12 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 tot toekenning van een vrijwillig deeltijds arbeidsregime (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot toekenning van een vrijwillig deeltijds arbeidsregime, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 juni 1998, inzonderheid op artikel 1; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 tot toekenning van een vrijwillige deeltijdse arbeidsregime.
47412
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 12 novembre 1999.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 12 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 10 juin 1998, Moniteur belge du 21 juillet 1998.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 10 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 21 juli 1998.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Prorogation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 octroyant un re´gime de travail a` temps partiel volontaire (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51084/CO/138)
Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 tot toekenning van een vrijwillig deeltijds arbeidsregime (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51084/CO/138)
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrie`res, appele´s ci-apre`s ″ouvriers″, des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werklieden″ genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren.
Art. 2. La convention collective de travail du 17 juin 1997 concernant le travail a` temps partiel volontaire est proroge´e jusqu’au 31 de´cembre 2000.
Art. 2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de vrijwillige deeltijdse arbeid wordt verlengd tot en met 31 december 2000.
Art. 3. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 1er janvier 2001.
Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 12 novembre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 1999.
La Ministre de l’Emploi Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3994 [C − 99/12784] 12 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux engagements d’emploi (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux engagements d’emploi
N. 1999 — 3994 [C − 99/12784] 12 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de tewerkstellingsverbintenissen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de tewerkstellingsverbintenissen.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 12 novembre 1999.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 12 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
47413
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Engagements d’emploi (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51088/CO/138)
Tewerkstellingsverbintenissen (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51088/CO/138)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique a` toutes les entreprises et a` tous les ouvriers et ouvrie`res y occupe´s qui rele`vent de la compe´tence de la commission paritaire susmentionne´e.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het bovenvermeld paritair comite´.
CHAPITRE II. — Engagement en matie`re d’emploi Art. 2. Un employeur qui a l’intention de proce´der a` un (des) licenciement(s) pour des raisons e´conomiques ou techniques doit respecter les proce´dures d’information et de concertation pre´vues par la convention collective de travail n° 9 du 9 mars 1972 conclue au sein du Conseil national du travail, coordonnant les accords nationaux et les conventions collectives de travail conclues au sein du Conseil national du travail, relatives aux conseils d’entreprise, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 12 septembre 1972. L’employeur qui souhaite proce´der a` un (des) licenciement(s), pour des raisons e´conomiques ou techniques, n’est tenu de fournir pre´alablement les donne´es suivantes aux organisations syndicales re´gionales que dans les entreprises ou` il n’existe pas de conseil d’entreprise ou de de´le´gation syndicale : - le motif du licenciement; - le nombre d’ouvriers concerne´s; - la liste des divisions et des postes de travail qui seront touche´s;
HOOFDSTUK II. — Tewerkstellingsverbintenis Art. 2. Een werkgever die van plan is om over te gaan tot afdanking(en) om economische of technische redenen moet de voorziene meldings- en overlegprocedures respecteren zoals voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, betreffende de coo¨rdinatie van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 12 september 1972. Uitsluitend in de ondernemingen waar geen ondernemingsraad of syndicale afvaardiging aanwezig is, moet de werkgever die wenst over te gaan tot afdanking(en), om economische of technische redenen, voorafgaandelijk volgende gegevens verstrekken aan de gewestelijke vakorganisaties : - de reden van het onslag; - het aantal betrokken werklieden; - de lijst van de afdelingen en arbeidsposten die zullen getroffen worden; - de datum van de voorziene afdanking(en). Deze gegevens dienen ten minste e´e´n maand voor de datum van de voorziene afdanking(en) verstrekt te worden. Vooraleer een definitieve beslissing te nemen, moet de werkgever overleg plegen met de gewestelijke vakorganisaties. Hierbij zullen alle maatregelen onderzocht worden om afdankingen te voorkomen.
- la date du(des) licenciement(s) pre´vu(s). Ces donne´es doivent eˆtre fournies au moins un mois avant la date du(des) licenciement(s) pre´vu(s). L’employeur doit se concerter avec les organisations syndicales re´gionales avant de prendre une de´cision de´finitive. A cette occasion, toutes les mesures permettant d’e´viter des licenciements seront examiner. Art. 3. En cas de contestation concernant le respect des dispositions e´nonce´es a` l’article 2, le pre´sident de la commission paritaire est, a` la demande du syndicat, charge´ d’une enqueˆte. Si celui-ci constate que l’employeur a proce´de´ au licenciement en contravention de ces dispositions, le travailleur licencie´ aura droit a` une indemnisation forfaitaire unique de F 20 000.
Art. 3. In geval van betwisting aangaande de naleving van de in artikel 2 vermelde bepalingen, wordt, op vraag van de vakorganisatie, de voorzitter van het paritair comite´ met een onderzoek belast. Indien hij vaststelt dat de werkgever tot de afdanking is overgegaan, in strijd met deze bepalingen, dan heeft de afgedankte werknemer recht op een eenmalige forfaitaire schadevergoeding van F 20 000.
CHAPITRE III. — Validite´ Art. 4. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et est conclue pour la pe´riode du 1er janvier 1999 jusqu’au 31 de´cembre 2000. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 12 novembre 1999.
HOOFDSTUK III. — Geldigheid Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
47414
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
F. 1999 — 3995 [C − 99/12792] 12 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux conditions de travail (1)
N. 1999 — 3995 [C − 99/12792] 12 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de arbeidsvoorwaarden (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28; Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi,
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux conditions de travail.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de arbeidsvoorwaarden.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 12 novembre 1999.
Gegeven te Brussel, 12 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Conditions de travail (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51104/CO/138)
Arbeidsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51104/CO/138)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied
Article 1 . La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrie`res, de´nomme´s ci-apre`s ″ouvriers″, des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werklieden″ genaamd, van de ondernemingen welke onder het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren.
er
CHAPITRE II. — Classification des fonctions et salaires
HOOFDSTUK II. — Takenclassificatie en lonen
A. Classification des fonctions
A. Takenclassificatie
Art. 2. Les fonctions des ouvriers sont classe´es comme suit :
Art. 2. De functies van de werklieden worden als volgt ingedeeld :
Cate´gorie A : — coudre, couper, doubler des sacs, thermo-couper; — estampiller, e´tendre, de´poser et enlever des sacs, bref tout le travail d’estampillage. Cate´gorie B : — lier, presser, manutention. Cate´gorie C : — entretien, chauffeur, charger et de´charger. Cate´gorie D : — contremaıˆtre, me´canicien qualifie´. B. Salaires 1. Salaires horaires minimums
Categorie A : — naaien, snijden, dubbelen van zakken, thermo-snijden; — stempelen, openleggen, insteken en uithalen van zakken, kortom al het stempelwerk. Categorie B : — opbinden, persen, intern transport. Categorie C : — onderhoud, chauffeur, laden en lossen. Categorie D : — meestergast, geschoold mecanicien. B. Lonen 1. Minimumuurlonen
Art. 3. Les salaires horaires minimums des ouvriers de 21 ans et plus sont, pour une dure´e hebdomadaire de travail de 38 heures, fixe´s comme suit au 1er avril 1999 :
Art. 3. De minimumuurlonen van de werklieden van 21 jaar en ouder worden voor een wekelijkse arbeidsduur van 38 uren als volgt vastgesteld op 1 april 1999 :
Cate´gorie A : 324,55 F
Categorie A : 324,55 F
Cate´gorie B : 338,90 F
Categorie B : 338,90 F
Cate´gorie C : 343,70 F
Categorie C : 343,70 F
Cate´gorie D : 360,80 F
Categorie D : 360,80 F
47415
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 4. Les de´butants, engage´s sur la base d’un contrat de travail comportant une clause d’essai, rec¸oivent pendant cette pe´riode d’essai 90 p.c. du salaire correspondant a` leur cate´gorie respective.
Art. 4. De beginnelingen, aangeworven op grond van een arbeidsovereenkomst met een beding van proeftijd, ontvangen tijdens deze proeftijd 90 pct. van het loon dat overeenstemt met hun respectievelijke categorie.
Art. 5. Les salaires horaires minimums ainsi que les salaires effectivement paye´s sont augmente´s de 3 F et de 2 F de l’heure respectivement les 1er octobre 1999 et 1er juillet 2000.
Art. 5. De minimumuurlonen evenals de werkelijk uitbetaalde lonen worden met 3 F en met 2 F per uur verhoogd respectievelijk op 1 oktober 1999 en 1 juli 2000.
Art. 5bis. En cas de travail en e´quipes les salaires horaires minimums ainsi que les salaires effectivement paye´s sont augmente´s de 7 p.c..
Art. 5bis. In geval van ploegenwerk zullen de minimumuurlonen evenals de werkelijk uitbetaalde lonen met 7 pct. verhoogd worden.
Art. 6. Les jeunes ouvriers rec¸oivent les pourcentages suivants du salaire des ouvriers de 21 ans et plus de la cate´gorie a` laquelle ils appartiennent :
Art. 6. De jongere werklieden ontvangen volgende percentages van het loon van de werklieden van 21 jaar en ouder van de categorie waartoe zij behoren :
Ages
Pourcentages
Leeftijden
Percentages
16 ans
75 p.c.
16 jaar
75 pct.
17 ans
80 p.c.
17 jaar
80 pct.
18 ans
85 p.c.
18 jaar
85 pct.
19 ans
90 p.c.
19 jaar
90 pct.
20 ans
95 p.c.
20 jaar
95 pct.
Art. 7. Les jeunes ouvriers ayant atteint l’aˆge de 18 ans et qui comptent un an de service, rec¸oivent a` travail et rendement e´gaux, le meˆme salaire horaire minimum que les ouvriers de 21 ans et plus de la cate´gorie a` laquelle ils appartiennent. 2. Travail a` la pie`ce
Art. 7. De jongere werklieden die de leeftijd van 18 jaar hebben bereikt en e´e´n jaar tewerkstelling tellen, ontvangen bij gelijk werk en rendement, hetzelfde minimumuurloon als de werklieden van 21 jaar en ouder van de categorie waartoe zij behoren. 2. Stukwerk
Art. 8. Le travail a` la pie`ce ne peut eˆtre instaure´ que moyennant un accord entre employeur et les repre´sentants des organisations repre´sentatives des travailleurs.
Art. 8. Stukwerk kan alleen worden ingevoerd bij overeenkomst tussen de werkgever en de vertegenwoordigers van de representatieve werknemersorganisaties.
Le supple´ment pour travail a` la pie`ce est fixe´ a` 10 p.c. pour de´terminer le salaire horaire minimum qui est garanti pour 3 pe´riodes de paie.
De toeslag voor stukwerk wordt vastgesteld op 10 pct. ter bepaling van het minimumuurloon dat over 3 betalingsperioden wordt gewaarborgd.
Art. 9. En cas d’interruption de travail inde´pendant de la volonte´ de l’inte´resse´, de bris de machine ou de force majeure, un salaire horaire moyen, comme calcule´ en application de la le´gislation concernant les jours fe´rie´s, est garanti.
Art. 9. In geval van onderbreking van het werk buiten de wil van de betrokkene, machinebreuk of overmacht, wordt een gemiddeld uurloon gewaarborgd zoals berekend in toepassing van de wetgeving betreffende de feestdagen.
3. Dispositions particulie`res
3. Bijzondere bepalingen
Art. 10. Lorsque deux fonctions sont exerce´es par une meˆme personne, la fonction la mieux re´mune´re´e est de´terminante.
Art. 10. In geval twee functies door eenzelfde persoon worden uitgeoefend, is de hoogstbetaalde functie determinerend.
Art. 11. Un remplac¸ant dans une cate´gorie supe´rieure rec¸oit, pour la dure´e du remplacement, le salaire plus e´leve´ correspondant a` cette cate´gorie.
Art. 11. Een vervanger in een hogere categorie krijgt voor de duur van de vervanging het hogere loon overeenstemmend met die categorie.
CHAPITRE III. — Liaison des salaires a` l’indice des prix a` la consommation
HOOFDSTUK III. — Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 12. Les salaires horaires minimums vise´s a` l’article 3, ainsi que les salaires effectivement paye´s sont mis en regard de l’indice des prix a` la consommation 103,32 du mois de mars 1999.
Art. 12. De in artikel 3 vastgestelde minimumuurlonen evenals de werkelijk uitbetaalde lonen stemmen overeen met het indexcijfer 103,32 van de maand maart 1999.
Ils sont rattache´s a` l’indice des prix a` la consommation conforme´ment aux dispositions de la convention collective de travail du 16 janvier 1974, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute, rattachant les salaires a` l’indice des prix a` la consommation, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 24 avril 1974.
Zij zijn gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 januari 1974, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in jutezakken, tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 24 april 1974.
CHAPITRE IV. — Primes A. Primes syndicales 1999 et 2000
HOOFDSTUK IV. — Premies A. Vakbondspremies 1999 en 2000
Art. 13. Les ouvriers affilie´s a` une des organisations syndicales repre´sente´es au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, qui sont en service au 30 septembre de l’anne´e concerne´e ou qui ont e´te´ admis a` la retraite apre`s le 31 janvier de l’anne´e concerne´e ont droit en respectivement 1999 et 2000 a` une prime syndicale de 3500 F a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement″.
Art. 13. De werklieden die zijn aangesloten bij een van de in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen vertegenwoordigde vakorganisaties, die op 30 september van het betrokken jaar in dienst zijn of die na 31 januari op rust zijn gegaan, hebben in respectievelijk 1999 en 2000 recht op een vakbondspremie van 3500 F ten laste van het ″Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen″.
Art. 14. A cet effet l’employeur de´livre a` chaque ouvrier de son entreprise, pour le 1er novembre de l’anne´e concerne´e au plus tard, une carte ″prime syndicale″.
Art. 14. Daartoe levert de werkgever aan iedere werkman van zijn onderneming uiterlijk tegen 1 november van het betrokken jaar een kaart ″vakbondspremie″ af.
La carte est envoye´e par la poste aux ouvriers dont le contrat de travail a e´te´ suspendu ou qui ont e´te´ admis a` la retraite apre`s le 31 janvier de l’anne´e concerne´e.
De kaart wordt per post toegestuurd aan de werklieden waarvan de arbeidsovereenkomst is geschorst of die na 31 januari van het betrokken jaar op rust zijn gegaan.
47416
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 15. Les organisations syndicales paient la prime syndicale aux ayants droit entre les 20 et 31 de´cembre de l’anne´e concerne´e sur pre´sentation de la carte ″prime syndicale″ de´livre´e par l’employeur.
Art. 15. Op voorlegging van de door de werkgever afgeleverde kaart ″vakbondspremie″, betalen de vakorganisaties de vakbondspremie tussen 20 en 31 december van het betrokken jaar aan de rechthebbenden uit.
Art. 16. Les organisations syndicales envoient les cartes paye´es avec un releve´ des comptes au fonds cite´ a` l’article 13 qui rembourse aux organisations syndicales le montant des primes avance´es dans les trente jours apre`s re´ception du de´compte.
Art. 16. De vakorganisaties zenden de uitbetaalde kaarten met een afrekening aan het in artikel 13 genoemd fonds dat het bedrag van de voorgeschoten premies aan de vakorganisaties terugbetaalt binnen de dertig dagen na ontvangst van de afrekening.
Art. 17. En application de l’article 8 de la convention collective de travail des 16 mars et 8 juin 1989, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, instituant un fonds de se´curite´ d’existence et fixant ses statuts, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 29 janvier 1990, publie´ au Moniteur belge du 10 mars 1990, le fonds pre´cite´ est charge´ du paiement des primes syndicales 1999 et 2000.
Art. 17. In toepassing van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart en 8 juni 1989, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 1990, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 1990, wordt voormeld fonds belast met de uitbetaling van de vakbondspremies 1999 en 2000.
Art. 18. Une cotisation dans les frais administratives est fixe´es, par dossier, a` 50 F.
Art. 18. Een bijdrage in de administratiekosten wordt, per dossier, vastgesteld op 50 F.
B. Prime de fin d’anne´e et pe´cule de vacances supple´mentaire
B. Eindejaarspremie en aanvullende vakantievergoeding
Art. 19. Les employeurs paient en 1999 et 2000 une prime de fin d’anne´e d’un montant e´gal a` 5,33 p.c. du salaire brut gagne´ durant la pe´riode comprise entre le 1er de´cembre de l’anne´e pre´ce´dente et le 30 novembre de l’anne´e en cours, avec garantie d’une prime minimum de 500 F pour les ouvriers de 21 ans et plus.
Art. 19. De werkgevers betalen in 1999 en 2000 een eindejaarspremie ten bedrage van 5,33 pct. van het brutoloon dat werd verdiend tijdens de periode welke begrepen ligt tussen 1 december van het vorige jaar en 30 november van het lopende jaar met waarborging van een minimumpremie van 500 F voor de werklieden van 21 jaar en ouder.
Art. 20. Les employeurs paient en 1999 et 2000 un pe´cule de vacances supple´mentaire d’un montant e´gal a` 3 p.c. du salaire brut gagne´ durant la pe´riode comprise entre le 1er de´cembre de l’anne´e pre´ce´dente et le 30 novembre de l’anne´e en cours.
Art. 20. De werkgevers betalen in 1999 en in 2000 een aanvullende vakantievergoeding ten bedrage van 3 pct. van het brutoloon dat werd verdiend tijdens de periode welke begrepen ligt tussen 1 december van het vorige jaar en 30 november van het lopende jaar.
Art. 21. La prime de fin d’anne´e et le pe´cule de vacances supple´mentaire sont paye´s lors de la dernie`re paie du mois de de´cembre.
Art. 21. De eindejaarspremie en de aanvullende vakantievergoeding worden betaald samen met de laatste loonuitbetaling van de maand december.
Art. 22. En cas de prestations de travail partielles, la prime vise´e a` l’article 19 est calcule´e proportionnellement au temps passe´ dans l’entreprise.
Art. 22. In geval van gedeeltelijke arbeidsprestaties, wordt de in artikel 19 bedoelde premie berekend in verhouding tot de tijd welke in de onderneming werd doorgebracht.
Art. 23. Les ouvriers perdent le droit a` la prime de fin d’anne´e de l’anne´e en cours s’ils quittent volontairement l’entreprise.
Art. 23. De werklieden verliezen het recht op de eindejaarspremie van het lopende jaar, zo zij vrijwillig de onderneming verlaten.
Ce droit reste acquis a` ceux qui sont mis a` la retraite ou qui ont accepte´ la pre´pension et aux ayants droit des ouvriers de´ce´de´s.
Het recht blijft bestaan voor degenen die op rust worden gesteld of het brugpensioen hebben aanvaard en voor de rechtverkrijgenden van de overleden werklieden.
Art. 24. Les accords particuliers pre´voyant des conditions plus avantageuses restent d’application.
Art. 24. De bijzondere akkoorden waarbij in voordeliger voorwaarden wordt voorzien, blijven behouden.
C. Allocation de se´curite´ d’existence Art. 25. Apre`s 10 journe´es de choˆmage partiel au cours de la pe´riode de refe´rence s’e´tendant du 1er octobre de l’anne´e pre´ce´dente jusqu’au 30 septembre de l’anne´e en cours, il est octroye´ aux ouvriers un montant forfaitaire de 150 F par journe´e de choˆmage partiel, avec un maximum de 10 jours, soit 1500 F. Cette allocation est liquide´e en meˆme temps que la prime syndicale.
C. Toelage bestaanszekerheid Art. 25. Na 10 dagen tijdelijke werkloosheid binnen de referteperiode gaande van 1 oktober van het vorig jaar tot 30 september van het lopend jaar wordt aan de werklieden een forfaitair bedrag toegekend van 150 F per dag tijdelijke werkloosheid, met een maximum van 10 dagen, hetzij 1500 F. Deze toelage wordt uitgekeerd samen met de syndicale premie.
Art. 26. Les employeurs versent une cotisation de 1500 F par ouvrier inscrit au Fonds de se´curite´ d’existence pour la fabrication et le commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement.
Art. 26. De werkgevers storten een bijdrage van 1500 F per ingeschreven werkman aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen.
CHAPITRE V. — Intervention dans les frais de transport
HOOFDSTUK V. — Bijdrage in de vervoerkosten
Art. 27. Les ouvriers qui font usage d’un service de transport en commun entre leur domicile et le lieu de travail, ont droit, a` charge de l’employeur, a` un remboursement des frais occasionne´s, conforme´ment aux dispositions de la convention collective de travail n˚ 19quinquies, conclue le 22 de´cembre 1992 au sein du Conseil national du travail, remplac¸ant la convention collective de travail n˚ 19 concernant l’intervention financie`re de l’employeur dans le prix des transports des travailleurs.
Art. 27. De werklieden die gebruik maken van een gemeenschappelijke vervoerdienst overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 19quinquies, gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 22 december 1992, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 19 betreffende de financie¨le bijdrage van de werkgever in de prijs van het vervoer van de werknemers, hebben recht, ten laste van de werkgever, op een terugbetaling van de gedragen kosten.
Art. 28. Les ouvriers domicilie´s a` 5 kilome`tres et plus du lieu de travail et qui font usage de moyens de transport autres que ceux vise´s a` l’article 27, ont e´galement droit, a` charge de l’employeur, a` un remboursement des frais occasionne´s a` concurrence de l’intervention de l’employeur dans le prix de la carte train assimile´e a` l’abonnement social pour la distance parcourue. Entre en ligne de compte pour le calcul de cette distance, le nombre de kilome`tres parcourus, aller et retour, par un service de transport en commun et a` de´faut, le nombre de kilome`tres par la route, aller et retour, calcule´ a` partir du lieu de travail jusqu’a` l’hoˆtel de ville ou la maison communale du domicile.
Art. 28. De werklieden die woonachtig zijn op 5 kilometer en meer van de werkplaats en die gebruik maken van andere dan de in artikel 27 bedoelde vervoermiddelen, hebben eveneens recht, ten laste van de werkgever, op een terugbetaling van de gedragen kosten ten belope van de werkgeverstussenkomst in de prijs van de treinkaart geldend als sociaal abonnement voor de afgelegde afstand. Voor de berekening van deze afstand wordt het aantal kilometers in aanmerking genomen dat door een gemeenschappelijke vervoerdienst over die afstand, heen en terug, wordt afgelegd, en zo er geen is, het aantal kilometers langs de baan, heen en terug, berekend van de werkplaats tot het stad- of gemeentehuis van de woonplaats.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47417
Art. 29. Le remboursement des frais supporte´s dont question aux articles 27 et 28 s’effectue au moins chaque mois.
Art. 29. De terugbetaling van de gedragen kosten, waarvan sprake in de artikelen 27 en 28 geschiedt ten minste om de maand.
Art. 30. Sans pre´judice des dispositions fixe´es aux articles 27 et 28, les conditions plus favorables en matie`re de transport et de remboursement des frais de transport existant sur le plan de l’entreprise, sont maintenues.
Art. 30. Onverminderd de bepalingen welke zijn vastgesteld bij de artikelen 27 en 28 blijven de gunstiger voorwaarden inzake vervoer en terugbetaling van vervoerkosten welke in het vlak van de onderneming bestaan, behouden.
CHAPITRE VI. — Validite´
HOOFDSTUK VI. — Geldigheid
Art. 31. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 1er janvier 2000.
Art. 31. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2000.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 12 novembre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 12 november 1999. De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
La Ministre de l’Emploi Mme L. ONKELINX
c
F. 1999 — 3996 [C − 99/12808] 18 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative a` la flexibilite´ (1)
N. 1999 — 3996 [C − 99/12808] 18 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de flexibiliteit (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative a` la flexibilite´.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de flexibiliteit.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 18 novembre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 18 november 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Flexibilite´
Flexibiliteit
(Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51103/CO/138)
(Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51103/CO/138)
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique a` toutes les entreprises et a` tous les ouvriers et ouvrie`res y occupe´s qui rele`vent de la compe´tence de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle ondernemingen en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen.
47418
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 2. Suite a` l’application de l’article 20bis de la loi du travail, des horaires flexibles sont instaure´s, limite´s a` :
Art. 2. Ingevolge toepassing van artikel 20bis van de arbeidswet worden flexibele uurroosters ingevoerd, die beperkt zijn tot :
1. 2 heures en dessous ou au-dessus de la limite journalie`re dans l’horaire, sans que la limite journalie`re ne de´passe les 9 heures.
1. 2 uur onder of boven de dagelijkse grens vastgesteld in het uurrooster zonder dat de daggrens de 9 uur overschrijdt.
2. 5 heures en dessous ou au-dessus de la limite hebdomadaire dans l’horaire sans que la limite hebdomadaire ne de´passe les 43 heures.
2. 5 uur onder of boven de weekgrens vastgesteld in het uurrooster zonder dat de weekgrens de 43 uur mag overschrijden.
Art. 3. La dure´e moyenne hebdomadaire est fixe´e a` 36.30 heures et est re´alise´e par des prestations de 38 heures par semaine et l’octroi de 7,2 jours de repos de re´cupe´ration annuellement, re´mune´re´s par l’employeur.
Art. 3. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur is bepaald op 36.30 uur en wordt gerealiseerd met prestaties van 38 uur per week en door toekenning van 7,2 inhaalrustdagen op jaarbasis en bezoldigd door de werkgever.
Art. 4. La dure´e moyenne hebdomadaire sera respecte´e sur la pe´riode de re´fe´rence de 12 mois, de´butant au 1er aouˆt de l’anne´e en cours pour finir au 31 juillet de l’anne´e prochaine.
Art. 4. De gemiddelde wekelijkse arbeidsduur zal nageleefd worden over de referteperiode van 12 maanden, welke een aanvang neemt op 1 augustus van huidig jaar om te eindigen 31 juli van volgend jaar.
Art. 5. Lorsque l’employeur de´sire passer a` l’horaire d’heures creuses ou de pointe, il en informera les travailleurs, apre`s concertation avec les secre´taires syndicaux re´gionaux, par affichage d’un avis au moins 7 jours civils a` l’avance, avec mention des horaires alternatifs applique´s, et sera conside´re´ comme annexe au re`glement de travail. L’avis sera affiche´ tant que l’horaire alternatif sera en vigueur et sera conserve´ jusqu’a` six mois apre`s la fin de la pe´riode durant laquelle la dure´e hebdomadaire de travail soit eˆtre respecte´e.
Art. 5. Wanneer de werkgever wil overgaan tot dal- of piekrooster, zal hij, na overleg met de regionale vakbondssecretarissen, dit ter kennis brengen aan de werknemers, door uithangen van een bericht tenminste 7 kalenderdagen vooraf, met vermelding van de alternatieve uurroosters van toepassing, en wordt als bijlage aan het arbeidsreglement beschouwd. Het bericht zal aangeplakt blijven zolang de alternatieve uurregeling van toepassing is en bewaard worden tot zes maanden na het einde van de periode gedurende welke de wekelijkse arbeidsduur moet worden nageleefd.
Art. 6. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et est conclue pour la pe´riode du 1er janvier 1999 jusqu’au 31 de´cembre 2000.
Art. 6. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en is gesloten voor de periode van 1 januari 1999 tot en met 31 december 2000.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 18 novembre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1999 De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX c
F. 1999 — 3997 [C − 99/12827] 25 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative au jour de carence (1)
N. 1999 — 3997 [C − 99/12827] 25 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de carensdag (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative au jour de carence.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de carensdag.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 25 novembre 1999.
Gegeven te Brussel, 25 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note (1) Re´fe´rence au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969.
Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47419
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Jour de carence (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51085/CO/138)
Carensdag (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51085/CO/138)
CHAPITRE Ier. — Champ d’application Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux travailleurs des entreprises ressortissant a` la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement. Art. 2. Pour l’application de la pre´sente convention collective de tavail, on entend par ″travailleurs″ : les ouvriers et les ouvrie`res.
HOOFDSTUK I. — Toepassingsgebied Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen. Art. 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder ″ werknemers ″ verstaan : de werklieden en de werksters.
CHAPITRE II. — Paiement du jour de carence Art.3. Le jour de carence vise´ a` l’article 52, § 1er, aline´a 2 de la loi du 3 juillet 1978 relative aux conditions de travail est paye´, a` partir de 1999, par l’employeur apre`s une maladie de 6 jours ouvrables.
HOOFDSTUK II. — Betaling van de carensdag Art. 3. De carensdag bedoeld bij artikel 52, § 1, 2e lid van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt vanaf 1999 door de werkgever betaald na een ziekte van 6 werkende dagen.
CHAPITRE III. — Dispositions finales Art. 4. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 31 de´cembre 2000. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1999.
HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen Art. 4. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3998 [C − 99/12826] 25 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, concernant la prolongation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 relative a` l’octroi d’un droit a` l’interruption de carrie`re (1)
N. 1999 — 3998 [C − 99/12826] 25 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de toekenning van een recht op beroepsloopbaanonderbreking (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de toekenning van een recht op beroepsloopbaanonderbreking, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 juni 1998, inzonderheid op artikel 1; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail du 17 juin 1997 relative a` l’octroi d’un droit a` l’interruption de carrie`re, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 23 juin 1998, notamment l’article 1er ; Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1 . Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, concernant la prolongation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 relative a` l’octroi d’un droit a` l’interruption de carrie`re.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 betreffende de toekenning van een recht op beroepsloopbaanonderbreking.
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 25 novembre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 25 november 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 23 juin 1998, Moniteur belge du 23 juillet 1998.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 23 juni 1998, Belgisch Staatsblad van 23 juli 1998.
47420
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999
Prorogation de la convention collective de travail du 17 juin 1997 relative a` l’octroi d’un droit a` l’interruption de carrie`re (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51086/CO/138)
Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 houdende toekenning van een recht op beroepsloopbaanonderbreking (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51086/CO/138) Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werklieden″ genoemd, van de ondernemingen die onder het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren. Art. 2. De collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1997 houdende toekenning van een recht op beroepsloopbaanonderbreking wordt verlengd tot en met 31 december 2000. Art. 3. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2001. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrie`res, appele´s ci-apre`s ″ouvriers″, des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement. Art. 2. La convention collective de travail du 17 juin 1997 relative a` l’octroi d’un droit a` l’interruption de carrie`re est proroge´e jusqu’au 31 de´cembre 2000.». Art. 3. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 1er janvier 2001. Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1999. La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX c
F. 1999 — 3999 [C − 99/12824] 25 NOVEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal rendant obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux mesures en faveur des groupes a` risque, a` charge du « Fonds de se´curite´ d’existence pour la fabrication et le commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement » (1)
N. 1999 — 3999 [C − 99/12824] 25 NOVEMBER 1999. — Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende maatregelen ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen » (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 5 de´cembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires, notamment l’article 28;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comite´s, inzonderheid op artikel 28; Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart en 8 juni 1989, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 1990, inzonderheid op artikel 8; Gelet op het verzoek van het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen; Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid,
Vu la convention collective de travail des 16 mars et 8 juin 1989, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, instituant un fonds de se´curite´ d’existence et fixant ses statuts, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 29 janvier 1990, notamment l’article 8 ; Vu la demande de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 13 avril 1999, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, relative aux mesures en faveur des groupes a` risque, a` charge du « Fonds de se´curite´ d’existence pour la fabrication et le commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement ».
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 1999, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, betreffende maatregelen ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ».
Art. 2. Notre Ministre de l’Emploi est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 2. Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 25 novembre 1999.
ALBERT
Gegeven te Brussel, 25 november 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi, Mme L. ONKELINX
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Loi du 5 de´cembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. Arreˆte´ royal du 29 janvier 1990, Moniteur belge du 10 mars 1990.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 29 januari 1990, Belgisch Staatsblad van 10 maart 1990.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47421
Annexe
Bijlage
Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement
Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen
Convention collective de travail du 13 avril 1999
Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 april 199
Mesures en faveur des groupes a` risque a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence pour la fabrication et le commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement″ (Convention enregistre´e le 22 juin 1999 sous le nume´ro 51087/CO/138)
Maatregelen ten voordele van de risicogroepen, ten laste van het « Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen » (Overeenkomst geregistreerd op 22 juni 1999 onder het nummer 51087/CO/138)
Article 1er. La pre´sente convention collective de travail s’applique aux employeurs et aux ouvriers et ouvrie`res, de´nomme´s ci-apre`s ″ouvriers″, des entreprises qui ressortissent a` la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement.
Artikel 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters, hierna ″werklieden″ genaamd, van de ondernemingen welke onder het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren.
Art. 2. En application de l’article 8 de la convention collective de travail des 16 mars et 8 juin 1989, conclue au sein de la Commission paritaire de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement, instituant un fonds de se´curite´ d’existence et fixant ses statuts, rendue obligatoire par arreˆte´ royal du 29 janvier 1990, publie´ au Moniteur belge du 10 mars 1990, les employeurs qui, au cours de 1999 et/ou 2000 prennent ou ont pris des initiatives de formation des ouvriers, a` charge du ″Fonds de se´curite´ d’existence de la fabrication et du commerce de sacs en jute ou en mate´riaux de remplacement″, peuvent be´ne´ficier d’une indemnite´ forfaitaire.
Art. 2. In toepassing van artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 maart en 8 juni 1989, gesloten in het Paritair Comite´ voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 1990, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 10 maart 1990, kunnen de werkgevers die in de loop van 1999 en/of 2000 initiatieven nemen of genomen hebben tot opleiding en vorming van werklieden, ten laste van het Fonds voor bestaanszekerheid voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen″, genieten van een forfaitaire tegemoetkoming.
Art. 3. Ces initiatives de formation sont destine´es prioritairement aux remplac¸ants de pre´pensionne´s. S’il n’y a pas de remplac¸ants, ces moyens seront affecte´s de pre´fe´rence a` de nouvelles embauches.
Art. 3. Bij voorrang dienen deze opleidings- en vormingsinitiatieven toe te komen aan de vervangers van bruggepensioneerden. Indien er geen vervangers zijn, dan worden deze middelen bij voorrang voor nieuwe aanwervingen besteed.
Art. 4. Cette indemnite´ forfaitaire est seulement octroye´e apre`s demande e´crite pre´alable, adresse´e au comite´ de gestion du fonds pre´cite´, p/a Krommewege 52, a` 9990 Maldegem.
Art. 4. Deze forfaitaire tegemoetkoming wordt enkel verleend na voorafgaandelijke schriftelijke aanvraag gericht aan de raad van bestuur van voormeld fonds, p/a Krommewege 52, te 9990 Maldegem.
Art. 5. Le montant de l’indemnite´ forfaitaire est fixe´ par le comite´ de gestion du fonds pre´cite´ selon les de´penses budge´taires annuelles.
Art. 5. Het bedrag van de forfaitaire tegemoetkoming wordt door de raad van bestuur van voormeld fonds vastgesteld naar gelang de jaarlijkse budgettaire besteding.
Art. 6. Le total des de´penses annuelles s’e´le`vera en 1999 et en 2000 de toute fac¸on a` 0,20 p.c. de la masse salariale brute.
Art. 6. Het totaal van de jaarlijkse besteding zal in 1999 en in 2000 in elk geval 0,20 pct. op de bruto loonmassa bedragen.
Art. 7. En cas de pre´pension, l’engagement de remplacement sera respecte´ en faisant en priorite´ appel a` des personnes appartenant aux groupes a` risque.
Art. 7. Bij brugpensioen zal het vervangingsengagement bij voorrang worden ingevuld met personen behorend tot risicogroepen.
Art. 8. Le comite´ de gestion du fonds pre´cite´ est charge´ de l’exe´cution de la pre´sente convention collective de travail et de veiller aux demandes, aux programmes de formation et au de´compte des interventions financie`res demande´es.
Art. 8. De raad van bestuur van voormeld fonds wordt belast met de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst en met het toezicht op de aanvragen, de opleidingsprogramma’s en de afrekening van de gevraagde financie¨le tussenkomsten.
Art. 9. Le comite´ de gestion fait annuellement une e´valuation des efforts re´alise´s, qui est ajoute´e au rapport du fonds a` la commission paritaire.
Art. 9. De raad van bestuur maakt jaarlijks een evaluatie van de gedane inspanningen welke bij het verslag van het fonds aan het paritair comite´ wordt gevoegd.
Art. 10. La pre´sente convention collective de travail entre en vigueur le 1er janvier 1999 et cesse d’eˆtre en vigueur le 31 de´cembre 2000.
Art. 10. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2000.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1999.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 november 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi,
De Minister van Werkgelegenheid,
Mme L. ONKELINX
Mevr. L. ONKELINX
47422
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE F. 1999 — 4000
[C − 99/27811]
2 DECEMBRE 1999. — Arreˆte´ du Gouvernement wallon portant exe´cution de l’article 9 de l’accord de coope´ration du 19 avril 1995 entre la Commission communautaire franc¸aise de la Re´gion de Bruxelles-Capitale et la Re´gion wallonne visant a` garantir la libre circulation des personnes handicape´es, approuve´ par le de´cret du 4 avril 1996 Le Gouvernement wallon, Vu le de´cret II du 22 juillet 1993 attribuant l’exercice de certaines compe´tences de la Communaute´ franc¸aise a` la Re´gion wallonne et a` la Commission communautaire franc¸aise, notamment l’article 3, 7˚; Vu le de´cret du 4 avril 1996 portant approbation de l’accord de coope´ration du 19 avril 1995 entre la Commission communautaire franc¸aise de la Re´gion de Bruxelles-Capitale et la Re´gion wallonne visant a` garantir la libre circulation des personnes handicape´es; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donne´ le 8 novembre 1999; Vu l’accord du Ministre du Budget; Vu le rapport du 30 avril 1999 relatif aux exercices 1995 et 1996 (partiel) de la commission de coope´ration commune au Gouvernement wallon et au Colle`ge de la Commission communautaire franc¸aise de la Re´gion de Bruxelles-Capitale charge´e de l’application de l’accord de coope´ration du 19 avril 1995 visant a` garantir la libre circulation des personnes handicape´es; Sur la proposition du Ministre des Affaires sociales et de la Sante´; Apre`s de´libe´ration, Arreˆte : Article 1er. Le pre´sent arreˆte´ re`gle, en application de l’article 138 de la Constitution, une matie`re vise´e a` l’article 128, § 1er, de celle-ci. Art. 2. De commun accord avec le Colle`ge de la Commission communautaire franc¸aise de la Re´gion de Bruxelles-Capitale, le Gouvernement arreˆte le montant de 22 817 272 francs, duˆ par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise, en exe´cution de l’article 9 de l’accord de coope´ration du 19 avril 1995 entre la Commission communautaire franc¸aise de la Re´gion de Bruxelles-Capitale et la Re´gion wallonne visant a` garantir la libre circulation des personnes handicape´es. Ce montant est e´tabli comme suit : — une somme de 1 838 685 FB, concernant le secteur de la formation professionnelle pour l’anne´e 1995, est due par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise; — une somme de 5 841 564 FB, concernant le secteur de l’emploi prote´ge´ pour l’anne´e 1995, est due par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise; — une somme de 13 064 018 FB, concernant le secteur de l’accueil et de l’he´bergement pour l’anne´e 1995, est due par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise; — une somme de 2 524 820 FB, concernant le secteur de la formation professionnelle pour l’anne´e 1996, est due par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise; — une somme de 822 086 FB, concernant le secteur de la formation professionnelle pour l’anne´e 1996, est due par la Commission communautaire franc¸aise a` la Re´gion wallonne; — une somme de 1 542 830 FB, concernant le secteur de l’emploi prote´ge´ pour l’anne´e 1996, est due par la Re´gion wallonne a` la Commission communautaire franc¸aise; — une somme de 1 172 559 FB, concernant le secteur de l’emploi prote´ge´ pour l’anne´e 1996, est due par la Commission communautaire franc¸aise a` la Re´gion wallonne. Art. 3. Le Ministre des Affaires sociales et de la Sante´ est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Namur, le 2 décembre 1999. Le Ministre Pre´sident, E. DI RUPO Le Ministre des Affaires sociales et de la Sante´, Th. DETIENNE
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 1999 — 4000 [C − 99/27811] 2 DECEMBER 1999. — Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van artikel 9 van het tussen de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest gesloten samenwerkingsakkoord van 19 april 1995 waarbij het vrije verkeer van gehandicapte personen wordt gewaarborgd, goedgekeurd bij het decreet van 4 april 1996
De Waalse Regering, Gelet op het decreet II van 22 juli 1993 betreffende de overheveling van sommige bevoegdheden van de Franse Gemeenschap naar het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, inzonderheid op artikel 3, 7˚; Gelet op het decreet van 4 april 1996 houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest waarbij het vrije verkeer van gehandicapte personen wordt gewaarborgd; Gelet op het advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 8 november 1999; Gelet op de instemming van de Minister van Begroting; Gelet op het verslag van 30 april 1999 betreffende de begrotingsjaren 1995 en (gedeeltelijk) 1996 van de samenwerkingscommissie gemeen aan de Waalse Regering en het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest belast met de uitvoering van het samenwerkingsakkoord van 19 april 1995 waarbij het vrije verkeer van gehandicapte personen wordt gewaarborgd; Op de voordracht van de Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid; Na beraadslaging,
Besluit : Artikel 1. Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128, § 1, van de Grondwet. Art. 2. In onderlinge overeenstemming met het College van de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt de Regering het door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde bedrag van 22 817 272 BEF vast in uitvoering van artikel 9 van het tussen de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waalse Gewest gesloten samenwerkingsakkoord van 19 april 1995 waarbij het vrije verkeer van gehandicapte personen wordt gewaarborgd.
Dit bedrag is opgesplitst als volgt : — een door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde som van 1 838 685 BEF betreffende de sector van de beroepsopleiding voor het jaar 1995; — een door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde som van 5 841 564 BEF betreffende de sector van de beschermde tewerkstelling voor het jaar 1995; — een door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde som van 13 064 018 BEF betreffende de sector van de opvang en de huisvesting voor het jaar 1995; — een door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde som van 2 524 820 BEF betreffende de sector van de beroepsopleiding voor het jaar 1996; — een door de Franse Gemeenschapscommissie aan het Waalse Gewest verschuldigde som van 822 086 BEF betreffende de sector van de beroepsopleiding voor het jaar 1995; — een door het Waalse Gewest aan de Franse Gemeenschapscommissie verschuldigde som van 1 542 830 BEF betreffende de sector van de beschermde tewerkstelling voor het jaar 1996; — een door de Franse Gemeenschapscommissie aan het Waalse Gewest verschuldigde som van 1 172 559 BEF betreffende de sector van de beschermde tewerkstelling voor het jaar 1996. Art. 3. De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 2 december 1999.
De Minister-President, E. DI RUPO
De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, Th. DETIENNE
47423
47424
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN SERVICES DU PREMIER MINISTRE
DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER
[C − 99/21598]
[C − 99/21598]
9 DECEMBRE 1999. — Arreˆte´ royal modifiant l’arreˆte´ royal du 20 juillet 1999 portant nomination du Commissaire du Gouvernement charge´ de la proble´matique de la dioxine et de´terminant sa mission
9 DECEMBER 1999. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juli 1999 tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de dioxineproblematiek en tot bepaling van zijn opdracht
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
Vu l’article 37 de la Constitution;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Vu les arreˆte´s royaux du 12 juillet 1999 portant nomination des Membres du Gouvernement;
Gelet op de koninklijke besluiten van 12 juli 1999 tot benoeming van de Regeringsleden;
Vu l’arreˆte´ royal du 20 juillet 1999 portant nomination du Commissaire du Gouvernement charge´ de la proble´matique de la dioxine et de´terminant sa mission;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1999 tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de dioxineproblematiek en tot bepaling van zijn opdracht;
Vu l’objectif du Gouvernement a` s’acquitter dans les de´lais requis des obligations en matie`re de mise en oeuvre de la re´glementation europe´enne dans la le´gislation belge;
Gelet op het streven van de Regering om tijdig de verplichtingen na te komen op het vlak van implementatie van de Europese regelgeving in de Belgische wetgeving;
Sur la proposition de Notre Premier Ministre, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
Op de voordracht van Onze Eerste Minister, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Dans l’intitule´ de l’arreˆte´ royal du 20 juillet 1999 portant nomination du Commissaire du Gouvernement charge´ de la proble´matique de la dioxine et de´terminant sa mission, sont inse´re´s entre le mot « dioxine » et le mot « et », les mots « et de la coordination en ce qui concerne l’application des directives europe´ennes ».
Artikel 1. In het opschrift van het koninklijk besluit van 20 juli 1999 tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de dioxineproblematiek en tot bepaling van zijn opdracht, worden tussen het woord « dioxineproblematiek » en het woord « en » de woorden « en de coo¨rdinatie inzake de toepassing van Europese richtlijnen » ingevoegd.
Art. 2. Dans le meˆme arreˆte´, un article 2bis est inse´re´, re´dige´ comme suit :
Art. 2. In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende :
« Art. 2bis. Sa mission en ce qui concerne la coordination de l’application des directives europe´ennes consiste en la coordination et le suivi des obligations de l’autorite´ fe´de´rale concernant la mise en oeuvre de la re´glementation europe´enne dans la le´gislation belge, sans pre´judice des compe´tences des Membres du Gouvernement et des De´partements concerne´s. ».
« Art. 2bis. Zijn opdracht inzake de coo¨rdinatie van de toepassing van Europese richtlijnen bestaat in de coo¨rdinatie en de opvolging van de verplichtingen die op de federale overheid rusten inzake de implementatie van de Europese regelgeving in de Belgische wetgeving, onverminderd de bevoegdheden van de betrokken Regeringsleden en Departementen. ».
Art. 3. Le pre´sent arreˆte´ produit ses effets le 1er décembre 1999 et cessera d’eˆtre en vigueur en meˆme temps que l’arreˆte´ royal du 12 juillet 1999, en tant qu’il porte nomination du Premier Ministre.
Art. 3. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 1999 en treedt buiten werking terzelfdertijd als het koninklijk besluit van 12 juli 1999, voor zover het de benoeming van de Eerste Minister betreft.
Art. 4. Notre Premier Ministre et Nos Ministres et Secre´taires d’Etat sont charge´s, chacun en ce qui le concerne, de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 4. Onze Eerste Minister en Onze Ministers en Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 9 décembre 1999.
Gegeven te Brussel, 9 december 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Premier Ministre, G. VERHOFSTADT
De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE LA JUSTICE
47425
MINISTERIE VAN JUSTITIE [C − 99/10217]
[C − 99/10217]
Ordre judiciaire
Rechterlijke Orde
Par arreˆte´ royal du 26 novembre 1999, est nomme´e greffier au tribunal de premie`re instance de Termonde, Mme De Gucht, R., greffier adjoint a` ce tribunal.
Bij koninklijk besluit van 26 november 1999 is benoemd tot griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, Mevr. De Gucht, R., adjunct-griffier bij deze rechtbank.
Par arreˆte´ royal du 3 décembre 1999, est nomme´ greffer en chef de la justice de paix du canton de Neerpelt, M. Moermans, W., greffier aux justices de paix des cantons de Tongres et de Fouron-Saint-Martin.
Bij koninklijk besluit van 3 december 1999 is benoemd tot hoofdgriffiervan het vredegerecht van het kanton Neerpelt, de heer Moermans, W., griffier bij de vredegerechten van de kantons Tongeren en Sint-Martens-Voeren.
Par arreˆte´ royal du 3 décembre 1999, M. Henneghien, J., secre´taire au parquet du procureur du Roi pre`s le tribunal de premie`re instance de Mons, est de´signe´ en qualite´ de secre´taire-chef de service a` ce parquet, pour un terme de trois ans prenant cours le 1er décembre 1999.
Bij koninklijk besluit van 3 december 1999 is de heer Henneghien, J., secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Bergen, aangewezen tot secretaris-hoofd van dienst bij dit parket, voor een termijn van drie jaar met ingang van 1 december 1999.
Par arreˆte´ ministe´riel du 7 décembre 1999, M. Frenoy, C., greffier au conseil de guerre permanent, est temporairement de´le´gue´ aux fonctions de greffier en chef de ce conseil de guerre.
Bij ministerieel besluit van 7 december 1999 is aan de heer Frenoy, C., griffier bij de bestendige krijgsraad, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van hoofdgriffer van die krijgsraad te vervullen.
Par arreˆte´s ministe´riels du 10 décembre 1999 : — Mme Bakkovens, G., re´dacteur principal au greffe de la cour d’appel d’Anvers, est temporairement de´le´gue´e aux fonctions de greffer adjoint a` cette cour; — Mme Haes, D., re´dacteur au greffe de la cour d’appel d’Anvers, est temporairement de´le´gue´e aux fonctions de greffier adjoint a` cette cour;
Bij ministerie¨le besluiten van 10 december 1999 : — is aan Mevr. Bakkovens, G., eerstaanwezend opsteller bij de griffie van het hof van beroep te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij dit hof te vervullen; — is aan Mevr. Haes, D., opsteller bij de griffies van het hof van beroep te Antwerpen, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij dit hof te vervullen; — is aan Mevr. Verschueren, E., eerstaanwezend opsteller bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen; — is aan Mevr. Geerts, P., opsteller bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen; — is aan Mevr. Guillemaere, J., adjunct-griffier bij het vredegerecht van het zesde kanton Gent, opdracht gegeven om tijdelijk haar ambt te vervullen bij de arbeidsrechtbank te Dendermonde; — is een einde gesteld aan de opdracht tot adjunct-griffier bij de vredegerechten van de kantons Zottegem en Herzele, van Mevr. Guillemaere, J., adjunct-griffier bij het vredegerecht van het zesde kanton Gent. Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
— Mme Verschueren, E., re´dacteur principal au greffe du tribunal de premie`re instance de Termonde, est temporairement de´le´gue´e aux fonctions de greffier adjoint a` ce tribunal; — Mme Geerts, P., re´dacteur au greffe du tribunal de premie`re instance de Termonde, est temporairement de´le´gue´e aux fonctions de greffier adjoint a` ce tribunal; — Mme Guillemaere, J., greffier adjoint a` la justice de paix du sixie`me canton de Gand, est temporairement de´le´gue´e aux meˆmes fonctions au tribunal du travail de Termonde; — il est mis fin aux fonctions de greffier adjoint aux justices de paix des cantons de Zottegem et de Herzele, de Mme Guillemaere, J., greffier adjoint a` la justice de paix du sixie`me canton de Gand. Le recours en annulation des actes pre´cite´s a` porte´e individuelle peut eˆtre soumis a` la section administration du Conseil d’Etat ende´ans les soixante jours apre`s cette publication. La requeˆte doit eˆtre envoyée au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommande´ a` la poste.
Par arreˆte´s royaux du 1er décembre 1999 : — M. Jans, L., juge d’instruction au tribunal de premie`re instance de Hasselt, est nomme´ vice-pre´sident a` ce tribunal. — M. Vandewalle, T., stagiaire judiciaire au tribunal de premie`re instance de Bruges, est nomme´ juge au tribunal de premie`re instance de Fumes. Il est nomme´ simultane´ment juge aux tribunaux de premie`re instance de Bruges, d’Ypres et de Courtrai.
Bij koninklijke besluiten van 1 december 1999 : — is de heer Jans, L., onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, benoemd tot ondervoorzitter in deze rechtbank. — is de heer Vandewalle, T., gerechtelijk stagiair in de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, benoemd tot rechter in de rechtbank van eerste aanleg te Veurne. Hij wordt gelijktijdig benoemd tot rechter in de rechtbanken van eerste aanleg te Brugge, te Ieper en te Kortrijk.
Par arreˆte´s royaux du 3 décembre 1999 : — M. Moyersoen, I., vice-pre´sident au tribunal de premie`re instance d’Anvers, est nomme´ pre´sident de ce tribunal.
Bij koninklijke besluiten van 3 december 1999 : — is de heer Moyersoen, I., ondervoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, benoemd tot voorzitter van deze rechtbank. — is de heer Verhaeghe, D., onderzoeksrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, benoemd tot ondervoorzitter in deze rechtbank.
— M. Verhaeghe, D., juge d’instruction au tribunal de premie`re instance d’Anvers, est nomme´ vice-pre´sident a` ce tribunal.
47426
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [C − 99/10214]
[C − 99/10214]
Notariats
Notariaten
Par arreˆte´ royal du 4 mars 1999 est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Brusselmans, Ph. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Grammont. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijk besluit van 4 maart 1999 is aan de heer Brusselmans, Ph., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Geraardsbergen. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
Par arreˆte´s royaux du 9 mars 1999 : — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Engels, Ch. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Gand. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur. — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Van Belle, W. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Gand. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijke besluiten van 9 maart 1999 : — is aan de heer Engels, Ch., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Gent. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger. — is aan de heer Van Belle, W., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Gent. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
Par arreˆte´ royal du 15 mars 1999 est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Verhelst, L. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Dentergem. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijk besluit van 15 maart 1999 is aan de heer Verhelst, L., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Dentergem. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
Par arreˆte´s royaux du 16 mars 1999 : — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Van Innis, J. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Sint-Amandsberg. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur. — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Declercq, P. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Koekelare. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijke besluiten van 16 maart 1999 : — is aan de heer Van Innis, J., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Sint-Amandsberg. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger. — is aan de heer Declercq, P., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Koekelare. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
Par arreˆte´ royal du 25 mars 1999 de´mission honorable de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Saint-Trond est accorde´e, a` sa demande, a` Mme Despiegelaere, V. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijk besluit van 25 maart 1999 is aan Mevr. Despiegelaere, V., op haar verzoek, eervol ontslag verleend uit haar ambt van notaris ter standplaats Sint-Truiden. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van haar opvolger.
Par arreˆte´s royaux du 11 avril 1999 : — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Leemans, H. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Sint-Pieters-Leeuw. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur. — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Vandercruyssen, F. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Gand. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur. — est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. Croquison, I. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Zwevegem. Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijke besluiten van 11 april 1999 : — is aan de heer Leemans, H., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Sint-Pieters-Leeuw. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger. — is aan de heer Vandercruyssen, F., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Gent. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger. — is aan de heer Croquison, I., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Zwevegem. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47427
Par arreˆte´ royal du 29 avril 1999 est accepte´e, a` sa demande, la de´mission de M. De Gunst, A. de ses fonctions de notaire a` la re´sidence de Grivegne´e (Lie`ge). Il est autorise´ a` porter le titre honorifique de ses fonctions. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur a` la date de la prestation de serment de son successeur.
Bij koninklijk besluit van 29 april 1999 is aan de heer De Gunst, A., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Grivegne´e (Luik). Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger.
Par arreˆte´ royal du 29 novembre 1999, M. Van Hoof, Ph., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Saint-Trond.
Bij koninklijk besluit van 29 november 1999 is de heer Van Hoof, Ph., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Sint-Truiden.
Par arreˆte´s royaux du 1er décembre 1999 : — M. Blindeman, Ch., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Sint-Amandsberg (Gand). — Mme Declercq, C., licencie´e en droit, licencie´e en notariat, est nomme´e notaire a` la re´sidence de Kockelare. — M. Verhelst, F., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Dentergem.
Bij koninklijke besluiten van 1 december 1999 : — is de heer Blindeman, Ch., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Sint-Amandsberg (Gent). — is Mevr. Declercq, C, licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Koekelare. — is de heer Verhelst, F., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Dentergem.
Par arreˆte´s royaux du 3 décembre 1999 : — M. Leemans, L., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Sint-Pieters-Leeuw. — Mme Schoorman, A.-M., licencie´e en droit, licencie´e en notariat, est nomme´e notaire a` la re´sidence de Gand. — M. Van Belle, Ch., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Gand. — Mme Vandercruyssen, C., licencie´e en droit, licencie´e en notariat, est nomme´e notaire a` la re´sidence de Gand. — Mme Brusselmans, W., licencie´e en droit, licencie´e en notariat est nomme´ notaire a` la re´sidence de Grammont. — M. Van Caenegem, J., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Kruishoutem. — M. Declercq, D., licencie´ en droit, licencie´ en notariat, est nomme´ notaire a` la re´sidence de Zwevegem. — Mme Bodson, M., licencie´e en droit, licencie´e en notariat, est nomme´e notaire a` la re´sidence de Grivegne´e (Lie`ge). Le recours en annulation des actes pre´cite´s a` porte´e individuelle peut eˆtre soumis a` la section d’administration du Conseil d’Etat ende´ans les soixante jours apre`s cette publication. La requeˆte doit eˆtre envoye´e au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1040 Bruxelles), sous pli recommande´ a` la poste.
Bij koninklijke besluiten van 3 december 1999 : — is de heer Leemans, L., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Sint-Pieters-Leeuw. — is Mevr. Schoorman, A.-M., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Gent. — is de heer Van Belle, Ch., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Gent. — is Mevr. Vandercruyssen, C., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Gent. — is Mevr. Brusselmans, W., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Geraardsbergen. — is de heer Van Caenegem, J., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Kruishoutem. — is de heer Declercq, D., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Zwevegem. — is Mevr. Bodson, M., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Grivegne´e (Luik). Het beroep tot nietigverklaring van de voormelde akten met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1040 Brussel), te worden toegezonden.
*
MINISTERE DES CLASSES MOYENNES ET DE L’AGRICULTURE
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW
Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants
Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen
[99/16383] Conseil d’administration. — Démission. — Nomination Par arrêté royal du 8 juillet 1999 qui entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge : — démission honorable de ses fonctions de membre du conseil d’administration de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants en qualité de représentant des organisations familiales est accordée, à sa demande, à M. R. Pauly. Par le même arrêté : — Mme A. Lamotte est nommée membre du conseil d’administration de l’Institut national d’assurances sociales pour travailleurs indépendants en qualité de représentant des organisations familiales, en remplacement de M. R. Pauly. Elle achève le mandat de celui qu’elle remplace.
[99/16383] Raad van beheer. — Ontslag. — Benoeming Bij koninklijk besluit van 8 juli 1999 dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, wordt : — aan de heer R. Pauly, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend uit zijn ambt van lid van de raad van beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen als vertegenwoordiger van de gezinsorganisaties. Bij ditzelfde besluit wordt : — Mevr. A. Lamote benoemd tot lid van de raad van beheer van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen als vertegenwoordiger van de gezinsorganisaties ter vervanging van de heer R. Pauly. Zij voltooit het mandaat van degene die zij vervangt.
47428
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C − 99/27808] Pouvoirs locaux Un arreˆte´ ministe´riel du 15 novembre 1999 approuve la de´cision du 24 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale du C.H.U. Ambroise Pare´ ente´rine les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 16 novembre 1999 approuve la de´cision du 24 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale ordinaire du Laboratoire intercommunal de chimie a adopte´ les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 16 novembre 1999 approuve la de´cision du 28 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de l’I.E.C.E. ente´rine les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 16 novembre 1999 approuve la de´cision du 22 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale ordinaire de l’intercommunale IGIL a adopte´ les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 16 novembre 1999 approuve la de´cision du 22 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de l’Intercommunale hennuye`re de Financement ente´rine les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 16 novembre 1999 approuve la de´cision du 17 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale ordinaire des associe´s de la socie´te´ coope´rative a` responsabilite´ limite´e « Association intercommunale des eaux du Bassin de Charleroi » a nomme´ a` l’unanimite´ M. Le Hardy de Beaulieu en qualite´ d’administrateur en remplacement de M. Wittemans.
Un arreˆte´ ministe´riel du 17 novembre 1999 n’approuve pas les modifications apporte´es a` l’article 3 des statuts de la socie´te´ coope´rative « Service Promotion Initiatives en province de Lie`ge » par son assemble´e ge´ne´rale extraordinaire du 30 juin 1999 Le meˆme arreˆte´ approuve les modifications apporte´es aux articles 19, aline´as 4 et 5, 25, aline´a 3 et 27bis, aline´a 2, des statuts de la socie´te´ coope´rative « Service Promotion Initiatives en province de Lie`ge » par son assemble´e ge´ne´rale extraordinaire du 30 juin 1999.
Un arreˆte´ ministe´riel du 18 novembre 1999 approuve la de´cision du 28 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de la socie´te´ « Intercommunale pour la gestion et la re´alisation d’e´tudes techniques et e´conomiques » modifie ses statuts, a` l’exception de la modification de l’article 32 des statuts qui n’est pas approuve´e.
Un arreˆte´ ministe´riel du 18 novembre 1999 n’approuve pas la de´cision du 23 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de la socie´te´ coope´rative « Intercommunale namuroise de services publics » de´signe M. Fernand Marion et M. Jean-Pierre Gigot en qualite´ d’administrateurs, ainsi que la de´cision du 15 septembre 1999 par laquelle le conseil d’administration de la socie´te´ coope´rative « Intercommunale namuroise de services publics » de´signe M. Franc¸ois Bellot en qualite´ d’administrateur.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Un arreˆte´ ministe´riel du 19 novembre 1999 n’approuve pas la de´cision du 15 septembre 1999 par laquelle le conseil d’administration de la socie´te´ coope´rative « Intercommunale de de´veloppement e´conomique et d’ame´nagement de la Re´gion Mons-Borinage-Centre » a de´signe´ a` l’unanimite´, en qualite´ d’administrateur, M. Philippe Jeanmart, en remplacement de M. Flahaux, de´missionnaire.
Un arreˆte´ ministe´riel du 19 novembre 1999 approuve la de´cision du 30 septembre 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale extraordinaire des associe´s de la socie´te´ coope´rative « Association intercommunale pour le traitement des immondices Sambreville-Fleurus et extensions » a nomme´ MM. Jean-Marie Marcoen et Benoıˆt Spineux en qualite´ d’administrateurs de l’A.I.T.I.
Un arreˆte´ ministe´riel du 22 novembre 1999 approuve les modifications apporte´es aux articles 9, aline´a 1er, et 9bis des statuts de la socie´te´ coope´rative « Association intercommunale pour le traitement des immondices SambrevilleFleurus et extensions » par son assemble´e ge´ne´rale extraordinaire du 30 septembre 1999.
Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve la de´cision du 12 octobre 1999 par laquelle le conseil d’administration de la socie´te´ coope´rative a` responsabilite´ limite´e « Aqualis » a nomme´ respectivement M. Ge´rard Hansen et M. Arthur Beauvois en qualite´ d’administrateurs repre´sentant les communes de Pepinster et de Stoumont. Le meˆme arreˆte´ approuve la de´cision du 12 octobre 1999 par laquelle le conseil d’administration de la socie´te´ coope´rative a` responsabilite´ limite´e « Aqualis » a de´signe´, en qualite´ de membres du bureau exe´cutif, M. Ge´rard Hansen en remplacement de Mme Claire Zeller Duvivier et M. Arthur Beauvois en remplacement de M. Jose´ Dupont.
Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 annule la de´cision du 13 septembre 1999 par laquelle le conseil d’administration de la socie´te´ coope´rative « Intercommunale d’œuvres sociales de la Re´gion de Charleroi » de´cide de remplacer M. Jean-Franc¸ois Collignon au poste de gestionnaire des traitements automatise´s ayant trait au cahier des postes, a` la gestion des prestations, au signale´tique du personnel et a` la gestion administrative du personnel.
Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve la de´cision du 16 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de l’Intercommunale des eaux des Rie`zes et des Sarts a adopte´ les comptes 1998 de l’intercommunale.
Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve la de´cision du 18 juin 1999 par laquelle l’assemble´e ge´ne´rale de la socie´te´ intercommunale d’ame´nagement et d’e´quipement e´conomique de la Re´gion namuroise ente´rine les comptes 1998 de l’intercommunale.
PROVINCE DU HAINAUT. — Un arreˆte´ ministe´riel du 19 novembre 1999 approuve la re´solution du 24 septembre 1999 par laquelle le conseil provincial du Hainaut de´cide d’apporter des modifications au re`glement administratif et pe´cuniaire du personnel non enseignant provincial en ce qui concerne la valorisation des services militaire et civil admissibles.
PROVINCE DU HAINAUT. — Un arreˆte´ ministe´riel du 22 novembre 1999 approuve la re´solution du 24 septembre 1999 par laquelle le conseil provincial du Hainaut de´cide de re´gulariser la situation pe´cuniaire du personnel non enseignant provincial non inte´gre´ au 1er août 1998.
PROVINCE DU HAINAUT. — Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve le budget pour l’exercice 2000 de la province du Hainaut arreˆte´ par le conseil provincial du Hainaut en se´ance du 26 octobre 1999.
PROVINCE DU HAINAUT. — Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve les re´solutions du 26 octobre 1999 par lesquelles le conseil provincial du Hainaut arreˆte les re`glements et les taux des taxes : — sur les additionnels au pre´compte immobilier; — sur les de´poˆts de mitraille, de pneus ou de ve´hicules usage´s situe´s en plein air; — sur les e´tablissements re´pute´s dangereux, insalubres ou incommodes; — sur les moteurs; — sur les officines de paris aux courses de chevaux; — sur les panneaux d’affichage; — sur les permis de chasse; — industrielle compensatoire; — sur les e´tablissements bancaires; — sur les superficies a` charge des entreprises, ainsi que le re`glement ge´ne´ral relatif a` la perception des taxes provinciales et le re`glement relatif a` l’exone´ration de certaines taxes en faveur des entreprises nouvelles ou des extensions d’entreprises.
47429
47430
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD PROVINCE DE LIEGE. — Un arreˆte´ ministe´riel du 22 novembre 1999 approuve la re´solution du 25 octobre 1999 par laquelle le conseil provincial de Lie`ge de´cide la participation de la province a` la Fondation « Hora Est » et adopte le texte de ses statuts.
PROVINCE DE LUXEMBOURG. — Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve la re´solution du 22 octobre 1999 par laquelle le conseil provincial du Luxembourg arreˆte les cinquie`me et sixie`me modifications budge´taires pour l’exercice 1999.
PROVINCE DE NAMUR. — Un arreˆte´ ministe´riel du 22 novembre 1999 approuve la re´solution du 22 octobre 1999 par laquelle le conseil provincial de Namur arreˆte la cinquie`me modification budge´taire pour l’exercice 1999.
PROVINCE DE NAMUR. — Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve le budget pour l’exercice 2000 de la province de Namur arreˆte´ par le conseil provincial de Namur en se´ance du 22 octobre 1999.
PROVINCE DE NAMUR. — Un arreˆte´ ministe´riel du 29 novembre 1999 approuve les re´solutions du 12 octobre 1999 par lesquelles le conseil provincial de Namur arreˆte les re`glements et les taux des taxes : — sur les additionnels au pre´compte immobilier; — sur les e´tablissements classe´s comme dangereux, insalubres ou incommodes; — sur les moteurs; — sur les officines de paris aux courses de chevaux; — sur les panneaux d’affichage; — sur les permis de chasse; — sur les e´tablissements bancaires; — sur les secondes re´sidences; — sur les pyloˆnes et unite´s d’e´mission et de re´ception des re´seaux de mobilophonie; — sur les de´bits de tabac; — sur les complexes touristiques.
LIEGE. — Un arreˆte´ ministe´riel du 10 novembre 1999 autorise la commune de Lie`ge a` acque´rir, par voie d’expropriation pour cause d’utilite´ publique, l’immeuble sis rue Saint-Laurent, 28, d’une superficie totale de 146 m2, cadastre´ section C, n° 308g, expropriation ne´cessaire afin de permettre a` la ville de Lie`ge de cre´er un parc sur une proprie´te´ sise rue Hullos dans le cadre de la re´alisation de la ZIP-QI Sainte-Marguerite, tout en valorisant au maximum cet espace vert, et de permettre de poursuivre l’initiative ge´ne´re´e par le projet de quartier. Le meˆme arreˆte´ de´cide qu’il sera fait application de la proce´dure d’extreˆme urgence pre´vue par la loi du 26 juillet 1962.
MERBES-LE-CHATEAU. — Un arreˆte´ ministe´riel du 23 novembre 1999 de´clare recevable et fonde´ le recours de Monsieur le gouverneur de la province du Hainaut pris a` l’encontre de la de´libe´ration du 9 août 1999 par laquelle le conseil communal de Merbes-le-Chaˆteau de´cide d’inse´rer a` l’article 26, § 1er, relatif au pe´cule de vacances, du statut pe´cuniaire du personnel communal, un point 5° libelle´ comme suit : « a e´te´ en incapacite´ de travail reconnu, dans ce cas, seuls les 300 premiers jours sont comptabilise´s ». Le meˆme arreˆte´ n’approuve pas la de´libe´ration du 9 août 1999 pre´cite´e.
OTTIGNIES-LOUVAIN-LA-NEUVE. — Un arreˆte´ ministe´riel du 22 octobre 1999 autorise la province du Brabant wallon a` acque´rir, par voie d’expropriation pour cause d’utilite´ publique, le terrain sis entre la rue du Bois des Reˆves et la rue de Morimont a` Ottignies-Louvain-la-Neuve, cadastre´ division 2, section A, parcelle n° 450 D, d’une contenance de 2 ha 91 a 52 ca, appartenant a` M. J. Lemaire domicilie´ rue Jean XXIII, 1 a` Rixensart, en vue d’y cre´er un parking paysager supple´mentaire a` proximite´ imme´diate du Domaine provincial du Bois des Reˆves. Le meˆme arreˆte´ pre´voit qu’il sera fait application de la proce´dure d’extreˆme urgence en matie`re d’expropriation pour cause d’utilite´ publique, pre´vue a` l’article 5 de la loi du 26 juillet 1962.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47431
REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [99/31388]
[99/31388]
Arrêtés concernant la ville et les communes
Besluiten betreffende de stad en de gemeenten
ANDERLECHT. — Par arrêté du 13 juillet 1999 est approuvée la délibération du 17 juin 1999 par laquelle le conseil communal d’Anderlecht décide d’octroyer pour 1999 une allocation de fin d’année aux différentes catégories du personnel communal.
ANDERLECHT. — Bij besluit van 13 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 17 juni 1999 waarij de gemeenteraad van Anderlecht beslist voor 1999 een eindejaarstoelage aan de verschillende categorieën van het gemeentepersoneel toe te kennen.
AUDERGHEM. — Par arrêté du 4 août 1999 est approuvée la délibération du 20 mai 1999 par laquelle le conseil communal d’Auderghem décide de fixer avec effet au 1er janvier 1995 pour le personnel entrant en service, l’échelle barémique du commissaire de police-chef de corps.
OUDERGEM. — Bij besluit van 4 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 20 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van Oudergem beslist de weddeschaal toepasbaar op de commissaris van politiekorpschef vanaf 1 januari 1995 vast te stellen voor het in dienst tredend personeel.
BRUXELLES. — Par arrêté du 9 juillet 1999 est approuvée la délibération du 31 mai 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles décide de modifier le cadre du Département de la Centrale d’Achats.
BRUSSEL. — Bij besluit van 9 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 31 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel beslist de formatie van het Departement Aankoopcentrale te wijzigen.
BRUXELLES. — Par arrêté du 9 juillet 1999 est approuvée la délibération du 31 mai 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles décide de modifier l’arrêté du conseil communal du 18 décembre 1978 portant octroi d’une allocation pour travaux dangereux, insalubres ou incommodes au personnel des égouts.
BRUSSEL. — Bij besluit van 9 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 31 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel beslist het gemeenteraadsbesluit van 18 december 1978 tot toekenning van een toelage voor gevaarlijk, ongezond of hinderlijk werk aan het personeel van de riolen te wijzigen.
BRUXELLES. — Par arrêté du 28 juillet 1999 est approuvée la délibération du 31 mai 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles décide de modifier le règlement sur l’habillement du personnel de la ville.
BRUSSEL. — Bij besluit van 28 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 31 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel beslist het reglement op de kleding van het stadspersoneel te wijzigen.
BRUXELLES. — Par arrêté du 11 août 1999 est approuvée la délibération du conseil communal de la ville de Bruxelles du 21 juin 1999 relative au contrat d’entretien et d’exploitation pour les installations techniques du Stade Roi Baudouin avec garantie totale pour une durée de 10 ans.
BRUSSEL. — Bij besluit van 11 augustus 1999 wordt de gemeenteraadsbeslissing van de stad Brussel van 21 juni 1999 betreffende het onderhouds- en uitbatingscontract van de technische installaties van het Koning Boudewijnstadion met totale waarborg voor een periode van 10 jaar goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 16 août 1999 (99/8983) est annulée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le contrat de concession pour l’exploitation de kiosques à journaux.
BRUSSEL. — Bij besluit van 16 augustus 1999 (99/8983) wordt vernietigd de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de concessieovereenkomst voor de exploitatie van krantenkiosken goedkeurt.
BRUXELLES. — Par arrêté du 16 août 1999 est approuvée la délibération du 28 juin 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de revêtements de sol souples dans les bâtiments des domaines privé et public de la ville (2 lots) pendant deux ans.
BRUSSEL. — Bij besluit van 16 augustus 1999 wordt de beslissing van 28 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de soepele vloerbedekkingswerken in de gebouwen van het openbaar en privé-domein van de stad (2 percelen) voor een periode van twee jaar goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 16 août 1999 est approuvée la délibération du 28 juin 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de peinture intérieure dans divers bâtiments du domaine public de la ville (17 lots).
BRUSSEL. — Bij besluit van 16 augustus 1999 wordt de beslissing van 28 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de binnenschilderwerken in verschillende gebouwen van het openbaar domein van de stad (17 percelen) goedkeurt, goedgekeurd.
47432
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
BRUXELLES. — Par arrêté du 16 août 1999 est approuvée la délibération du 28 juin 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de démolition et travaux accessoires sur le territoire de la ville pour une période de deux ans.
BRUSSEL. — Bij besluit van 16 augustus 1999 wordt de beslissing van 28 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de afbraakwerken en bijhorende werken op het grondgebied van de stad voor een periode van twee jaar goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 est approuvée la délibération du 28 juin 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de restauration du Palais de la Bourse (2e phase - toitures).
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 28 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de restauratiewerken van het Beurspaleis (2e fase - daken) goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 n’est pas approuvée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles fixe les conditions relatives à l’achat et au placement de nouvelle signalisation.
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de voorwaarden voor de levering en plaatsing van nieuwe wegsignalisatie goedkeurt, niet goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 est approuvée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs à la transformation d’un bâtiment, sis place SainteCatherine 16-19, à 1000 Bruxelles.
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de verbouwing van een gebouw gelegen Sint-Katelijneplein 16-19, te 1000 Brussel goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 est approuvée la délibération du 24 juin 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs à la construction et reconstruction de branchements d’égouts (bâtiments privés ou publics) sur le territoire de la ville pour une période de deux ans.
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 24 juni 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de aanleg of herstelling van rioolaansluitingen (private of openbare gebouwen) op het grondgebied van de stad gedurende twee jaar goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 est approuvée la délibération du 1er juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux d’entretien dans les immeubles à appartements du patrimoine privé de la ville pour une période de deux ans.
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 1 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de onderhoudswerken in de appartementsgebouwen van het privaat domein van de stad gedurende een periode van twee jaar goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 23 août 1999 est annulée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles commande un interface et quatre stations Polnet pour le dispatching central de la police.
BRUSSEL. — Bij besluit van 23 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel een interface en vier Polnet-stations voor de centrale dispatching van de politie bestelt, vernietigd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 24 août 1999 est approuvée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de voirie et d’égouttage rue du Biplan.
BRUSSEL. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de wegenis- en rioleringswerken in de Tweedekkerstraat goedkeurt, goedgekeurd.
BRUXELLES. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 2 juillet 1999 par laquelle le conseil communal de la ville de Bruxelles commande un programme de visualisation pour la police.
BRUSSEL. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van de stad Brussel een visualisatie-programma voor de politie bestelt, vernietigd.
EVERE. — Par arrêté du 9 août 1999 est approuvée la délibération du 24 juin 1999 par laquelle le conseil communal d’Evere approuve les conditions et le mode de passation de l’emprunt de FB 190 000 000 pour la rénovation de l’ancienne école 1, l’Académie de musique et la salle culturelle polyvalente.
EVERE. — Bij besluit van 9 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 24 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Evere de voorwaarden en de gunningswijze van de lening van BF 190 000 000 voor de renovatie van de oude school 1, de Muziekacademie en de polyvalente culturele zaak goedkeurt.
EVERE. — Par arrêté du 24 août 1999 est approuvée le délibération du 24 juin 1999 par laquelle le conseil communal d’Evere adapte son statut pécuniaire et échelles de traitements applicables aux grades légaux avec effet au 1er janvier 1999.
EVERE. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 24 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Evere zijn geldelijk statuut en weddeschalen toepasselijk op de ambten van wettelijke graden vaststelt met uitwerking op 1 januari 1999.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47433
FOREST. — Par arrêté du 9 août 1999 est approuvée la délibération du 29 juin 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Forest approuve le mode de passation et le cahier spécial de charges relatifs au dépannage de véhicules.
VORST. — Bij besluit van 9 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 29 juni 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Vorst de wijze van gunning en het bijzonder lastenboek betreffende het wegtakelen van voertuigen goedkeurt.
FOREST. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulé l’article 4 de la délibération du 29 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Forest modifie le règlement-taxe sur les spectacles et divertissements.
VORST. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt het artikel 4 van de beslissing van 29 juni 1999, waarbij de gemeenteraad van Vorst het belastingreglement op de vertoningen en vermakelijkheden wijzigt, vernietigd.
IXELLES. — Par arrêté du 12 août 1999 est approuvée la délibération du 24 juin 1999 par laquelle le conseil communal d’Ixelles approuve le mode de passation et le cahier des charges relatifs à la fourniture de denrées alimentaires.
ELSENE. — Bij besluit van 12 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 24 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Elsene de wijze van gunning en het bijzonder bestek betreffende de levering van levensmiddelen goedkeurt.
JETTE. — Par arrêté du 5 août 1999 est annulée la délibération du 2 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Jette décide d’acquérir, pour cause d’utilité publique, le bâtiment sis rue L. Théodor 253.
JETTE. — Bij besluit van 5 augustus 1999 wordt de beslissing van 2 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Jette beslist, om redenen van openbaar nut, het gebouw gelegen L. Theodorstraat 253 aan te kopen, vernietigd.
JETTE. — Par arrêté du 16 août 1999 est approuvée la délibération du 1er juillet 1999 par laquelle le conseil communal de Jette approuve la conclusion d’emprunt pour le financement de l’acquisition d’un immeuble sis chaussée de Wemmel 98-102.
JETTE. — Bij besluit van 16 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 1 juli 1999 waarbij de gemeenteraad van Jette het afsluiten van een lening voor de financiering van de aankoop van het gebouw, gelegen Wemmelse Steenweg 98-102, goedkeurt.
KOEKELBERG. — Par arrêté du 1er juillet 1999 est approuvée la délibération du 26 mai 1999 par laquelle le conseil communal de Koekelberg décide de fixer le règlement d’examen relatif à l’accession à l’emploi d’auxiliaire administratif-niveau E.
KOEKELBERG. — Bij besluit van 1 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 26 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van Koekelberg beslist het examenreglement met betrekking tot de toegang tot de betrekking van hulpbediende-niveau E vast te stellen.
KOEKELBERG. — Par arrêté du 1er juillet 1999 est approuvée la délibération du 26 mai 1999 par laquelle le conseil communal de Koekelberg décide de fixer le règlement d’adjoint administratifniveau D.
KOEKELBERG. — Bij besluit van 1 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 26 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van Koekelberg beslist het examenreglement met betrekking tot de toegang tot de betrekking van administratief adjunct-niveau D vast te stellen.
KOEKELBERG. — Par arrêté du 1er juillet 1999 est approuvée la délibération du 26 mai 1999 par laquelle le conseil communal de Koekelberg décide d’insérer le personnel de niveau C.
KOEKELBERG. — Bij besluit van 1 juli 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 26 mei 1999 waarbij de gemeenteraad van Koekelberg beslist het personeel van niveau C in te schakelen.
SAINT-GILLES. — Par arrêté du 3 août 1999 est annulée la délibération du 25 mars 1999 par laquelle le conseil communal de Saint-Gilles décide de nommer M. Walter Van Craen en qualité d’agent de police stagiaire à partir du 1er mars 1999.
SINT-GILLIS. — Bij besluit van 3 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 25 maart 1999 waarbij de gemeenteraad van Sint-Gillis beslist de heer Walter Van Craen te benoemen in de hoedanigheid van stagedoende politieagent vanaf 1 maart 1999.
SAINT-GILLES. — Par arrêté du 3 août 1999 sont annulées les délibérations du 25 mars 1999 par lesquelles le conseil communal de Saint-Gilles décide de nommer en qualité d’auxiliaires de police stagiaires, MM. L. De Cnop, E. Paquot, Mlle F. Boumedlain, MM. P. Tomson, S. Simon, N. Mertens, L. Martin, Mmes V. Hauspie, N. Genot et N. Saoudi, à partir du 1er mars 1999.
SINT-GILLIS. — Bij besluit van 3 augustus 1999 worden vernietigd de beslissingen van 25 maart 1999 waarbij de gemeenteraad van Sint-Gillis beslist de heren L. Decnop, E. Paquot, Juf. F. Boumedlain, de heren P. Tomson, S. Simon, N. Mertens, L. Martin, Mevrn. V. Hauspie, N. Genot en N. Saoudi te benoemen in de hoedanigheid van stagedoende hulpagenten van politie vanaf 1 maart 1999.
SAINT-GILLES. — Par arrêté du 3 août 1999 sont annulées les délibérations du 25 mars 1999 par lesquelles le conseil communal de Saint-Gilles décide de nommer MM. A. Bloemaert, L. Storms, V. Delaunoy, S. Frelinckx, L. Harmegnies, M. Plasschaert, Mme H. Mouzakhi, MM. P. Willems, V. Hustache, Mme P. Ona Selfa, en qualité d’agents de police stagiaires à partir du 1er mars 1999.
SINT-GILLIS. — Bij besluit van 3 augustus 1999 worden vernietigd de beslissingen van 25 maart 1999 waarbij de gemeenteraad van Sint-Gillis beslist de heren A. Bloemaert, L. Storms, V. Delaunoy, S. Frelinckx, L. Harmegnies, M. Plasschaert, Mevr. H. Mouzakhi, de heren P. Willems, V. Hustache, Mevr. P. Ona Selfa te benoemen in de hoedanigheid van stagedoende politieagenten vanaf 1 maart 1999.
47434
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
SAINT-GILLES. — Par arrêté du 3 août 1999 sont annulées les délibérations du 25 mars 1999 par lesquelles le conseil communal de Saint-Gilles décide de nommer M. C. Doms, Mme D. Vermeiren, MM. A. Fourmois et D. Blommaert en qualité d’agents de police stagiaires à partir du 1er mars 1999.
SINT-GILLIS. — Bij besluit van 3 augustus 1999 worden vernietigd de beslissingen van 25 maart 1999 waarbij de gemeenteraad van Sint-Gillis beslist de heer C. Doms, Mevr. D. Vermeiren, de heren A. Fourmois en D. Blommaert te benoemen in de hoedanigheid van stagedoende politieagenten vanaf 1 maart 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 22 juillet 1999 est annulée la délibération du 8 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de Mme Marina Caeyberghs, secrétaire administratif sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er juillet 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 22 juli 1999 wordt vernietigd de beslissing van 8 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van Mevr. Marina Caeyberghs als administratief secretaris met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 juli 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 22 juillet 1999 est annulée la délibération du 8 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de Mme A.C. Maréchal, secrétaire d’administration à mi-temps sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er juillet 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 22 juli 1999 wordt vernietigd de beslissing van 8 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van Mevr. A.C. Maréchal, bestuurssecretaris, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 juli 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 6 juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de M. Jean-Jacques Dubois, contrôleur-adjoint de travaux sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er août 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 6 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van de heer Jean-Jacques Dubois, adjunctcontroleur der werken, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 augustus 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 6 juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de Mme Audrey Trentesaux, assistante technique sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er août 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 6 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van Mevr. Audrey Trentesaux, technisch assistente, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 augustus 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 6 juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de M. Semi El Majeri, secrétaire d’administration sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er août 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 6 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van de heer Semi El Majeri, bestuurssecretaris, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 augustus 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 6 juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de Mme Nathalie Hellin, assistante administrative sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er août 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 6 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van Mevr. Nathalie Hellin, administratief assistente, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 augustus 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 24 août 1999 est annulée la délibération du 6 juillet 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Schaerbeek décide de mettre fin aux fonctions de M. Germain Legrand, contrôleur-adjoint de travaux sous le régime du contrat d’emploi à durée indéterminée, moyennant préavis de 3 ans prenant cours le 1er août 1999.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 6 juli 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Schaarbeek beslist een einde te stellen aan het contract van onbepaalde duur van de heer Germain Legrand, adjunctcontroleur der werken, met een opzeg van 3 jaar die ingaat op 1 augustus 1999.
SCHAERBEEK. — Par arrêté du 26 août 1999 est annulée la délibération du 24 mars 1999 par laquelle le conseil communal de Schaerbeek décide d’engager Mme Nadia Ajil en qualité d’assistante administrative sous le régime du contrat à durée indéterminée.
SCHAARBEEK. — Bij besluit van 26 augustus 1999 wordt vernietigd de beslissing van 24 maart 1999 waarbij de gemeenteraad van Schaarbeek beslist Mevr. Nadia Ajil aan te werven als administratief assistente met een contract voor onbepaalde duur.
WATERMAEL-BOITSFORT. — Par arrêté du 9 août 1999 est approuvée la délibération du 7 juin 1999 par laquelle le collège des bourgmestre et échevins de Watermael-Boitsfort approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs à l’entretien journalier de bâtiments communaux du domaine public pendant trois ans.
WATERMAAL-BOSVOORDE. — Bij besluit van 9 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 7 juni 1999 waarbij het college van burgemeester en schepenen van Watermaal-Bosvoorde de wijze van gunning en het bijzonder lastenboek betreffende de dagelijkse schoonmaak van gemeentelijke gebouwen van het openbaar domein gedurende drie jaren goedkeurt.
47435
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD WATERMAEL-BOITSFORT. — Par arrêté du 9 août 1999 est approuvée la délibération du 22 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Watermael-Boitsfort approuve le mode de passation et le cahier spécial des charges relatifs aux travaux de réparation aux façades et à la toiture du bâtiment des tribunes du Parc sportif des Trois Tilleuls.
WATERMAAL-BOSVOORDE. — Bij besluit van 9 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 22 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Watermaal-Bosvoorde de wijze van gunning en het bijzonder lastenboek betreffende de herstellingswerken aan de gevels en het dak van de tribune van de Sportwarande der Drie Linden goedkeurt.
WATERMAEL-BOITSFORT. — Par arrêté du 12 août 1999 est approuvée la délibération du 22 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Watermael-Boitsfort décide de remplacer le contenu de l’article 49 du règlement de recrutement et d’avancement du personnel de police.
WATERMAAL-BOSVOORDE. — Bij besluit van 12 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 22 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Watermaal-Bosvoorde beslist het artikel 49 van het reglement betreffende de aanwerving en de bevordering van het politiepersoneel te vervangen.
WOLUWE-SAINT-PIERRE. — Par arrêté du 24 août 1999 est approuvée la délibération du 23 juin 1999 par laquelle le conseil communal de Woluwe-Saint-Pierre décide de remplacer l’article 51 du statut pécuniaire du personnel communal à partir du 1er octobre 1999.
SINT-PIETERS-WOLUWE. — Bij besluit van 24 augustus 1999 wordt goedgekeurd de beslissing van 23 juni 1999 waarbij de gemeenteraad van Sint-Pieters-Woluwe beslist het artikel 51 van de bezoldigingsregeling van het niet-onderwijzend gemeentepersoneel vanaf 1 oktober 1999 te vervangen.
AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21588] Avis prescrit par l’article 74 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage Par requeˆte adresse´e a` la Cour par lettre recommande´e a` la poste le 27 octobre 1999 et parvenue au greffe le 28 octobre 1999, J. Hick, demeurant a` 4850 Montzen, rue Kinkenweg 84A, a introduit un recours en annulation totale ou partielle des articles 82, 89, 115, 1°, et 120 du de´cret de la Communaute´ germanophone du 14 de´cembre 1998 fixant le statut des membres du personnel subsidie´s de l’enseignement libre subventionne´ et du centre PMS libre subventionne´ (publie´ au Moniteur belge du 6 mai 1999), pour cause de violation des articles 10, 11 et 24 de la Constitution. Cette affaire est inscrite sous le nume´ro 1792 du roˆle de la Cour. Le greffier f.f., B. Renauld.
ARBITRAGEHOF [C − 99/21588] Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 27 oktober 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 28 oktober 1999, heeft J. Hick, wonende te 4850 Montzen, rue Kinkenweg 84A, beroep tot gehele of gedeeltelijke vernietiging ingesteld van de artikelen 82, 89, 115, 1°, en 120 van het decreet van de Duitstalige Gemeenschap van 14 december 1998 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd vrij onderwijs en van het gesubsidieerd vrij PMS-Centrum (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 6 mei 1999), wegens schending van de artikelen 10, 11 en 24 van de Grondwet. Die zaak is ingeschreven onder nummer 1792 van de rol van het Hof. De wnd. griffier, B. Renauld.
SCHIEDSHOF [C − 99/21588] Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 27. Oktober 1999 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 28. Oktober 1999 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob J. Hick, wohnhaft in 4850 Montzen, rue Kinkenweg 84A, Klage auf vo¨llige oder teilweise Nichtigerkla¨rung der Artikel 82, 89, 115 Nr. 1 und 120 des Dekrets der Deutschsprachigen Gemeinschaft vom 14. Dezember 1998 zur Festlegung des Statuts der subventionierten Personalmitglieder des freien subventionierten Unterrichtswesens und des freien subventionierten Psycho-MedizinischSozialen Zentrums (vero¨ffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 6. Mai 1999), wegen Verstoßes gegen die Artikel 10, 11 und 24 der Verfassung. Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 1792 ins Gescha¨ftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Die stellv. Kanzlerin, B. Renauld.
47436
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD SECRETARIAT PERMANENT DE RECRUTEMENT DU PERSONNEL DE L’ETAT
VAST SECRETARIAAT VOOR WERVING VAN HET RIJKSPERSONEEL
Recrutements. — Résultats
Wervingen. — Uitslagen
[99/08257] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants en comptabilité, d’expression néerlandaise, (niveau B) pour le Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale et certains organismes d’intérêt public de la Région de Bruxelles-Capitale (ANB98803). — Résultats
[99/08257] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige assistenten in boekhouding (niveau B) voor het Ministerie en sommige instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (ANB98803). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. Belaen, Jean, Halle 2. De Schryver, Ellen, Landen
1. Belaen, Jean, Halle 2. De Schryver, Ellen, Landen
[99/08217] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants (consultants), d’expression néerlandaise, pour l’Office régional bruxellois de l’Emploi (ANB98807 - niveau B). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4. 5.
De Muer, Agnes, Sint-Genesius-Rode Schoofs, Hendrik, Antwerpen Bigot, Didier, Schilde Van Den Bossche, Karel, Oosterzele Van Hauwe, Ingrid, Aalst
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Classement des lauréats du concours d’admision au stage : Bonne, Katrien, Brugge. Cruz, Editha, Moorsele. Pollet, Dirk, Brugge (Sint-Andries). Rollez, Tineke, Gullegem. Smulders, Leen, Merksplas. Daems, Liesbeth, Eppegem. Bonte, Marysa, Oudenburg.
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : De Muer, Agnes, Sint-Genesius-Rode Schoofs, Hendrik, Antwerpen Bigot, Didier, Schilde Van Den Bossche, Karel, Oosterzele Van Hauwe, Ingrid, Aalst
[99/08309] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige adviseurs (rang 13) van het Openbaar Ambt voor het Adviesbureau voor Organisatie en Beheer van het Ministerie van Ambtenarenzaken (ANG98038). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
3. Dewulf, Bart, Leuven 4. De Koker, Kris, Erpe-Mere
[99/08243] Constitution d’une réserve de recrutement de comptables (rang 26), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les ministères et pour les organismes soumis au statut du personnel de l’Etat (ANG98040). — Résultats
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
[99/08217] Samenstelling van een wervingsreserve van assistenten (consulenten) voor de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling (ANB98807 - niveau B). — Uitslagen
1. 2. 3. 4. 5.
[99/08309] Constitution d’une réserve de recrutement de conseillers de la fonction publique (rang 13), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Bureau Conseil en Organisation et Gestion du Ministère de la Fonction publique (ANG98038). — Résultats
1. Auwers, Tom, Antwerpen 2. Ulens, Wim, Leuven
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd :
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
5. Schillemans, Sandra, Mechelen
[99/08243] Samenstelling van een wervingreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige boekhouders (rang 26), voor de ministeries en de instellingen die onderworpen zijn aan het statuut van het Rijkspersoneel (ANG98040). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd :
Lambrecht, Stefaan, Aalst. Bauwens, Judith, Assebroek. Van Thorre, Eveline, Ronse. Decocker, Sebastien, Mortsel. Smeets, Chris, Borgloon. Vandikkelen, Leen, Alken. Van de Keere, Sabine, Outer.
15. Bonte, Ann, Lochristi. 16. Pottier, Karl, Jabbeke. 17. Van Hecke, Natalie, Denderleeuw. 18. De Roeck, Tamara, Sint-Niklaas. 19. Martin, Jans, Lennik.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/08363] Constitution d’une réserve de recrutement d’agents de sécurité (m/f), d’expression néerlandaise (rang 30), pour le Centres fermés de l’Office des Etrangers, Ministère de l’Intérieur (ANG98042). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Verboven, Alfons, Vorselaar Thys, Claudia, Oostende De Boever, Guido, Velm Gallant, Marc, Blankenberge Van den Eijnden, Danny, Rijkevorsel Hendryckx, Eddy, Brugge Gadeyne, Rudy, Ichtegem Luyten, Ludo, Olen Verbeek, Sonja, Ransberg/Kortenaken Van Beers, Ingrid, Arendonk Stellemans, Franklin, MiddelkerkeLeffinge Raskin, Didier, Middelkerke Kerremans, Ivy, Turnhout Moelaert, Dimitry, Jabbeke Dierckx, Werner, Turnhout Pauwels, Pierre, Arendonk Lipinski, Ingrid, Mol
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34.
47437
[99/08363] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige (m/v) (rang 30) veiligheidsbeambtes voor de Gesloten Centra van de Dienst Vreemdelingenzaken, Ministerie van Binnenlandse Zaken (ANG98042). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd :
Dias, Jurgen, Brugge Mylle, Willy, Damme Van Gucht, Andre, Rijkevorsel Aerts, Nicole, Arendonk Goetschalckx, Herman, Merksplas Lemarcq, Walter, Koekelare Beauprez, Gerda, Gistel Michiels, Christinne, Rijkevorsel Saelen, Cathleen, Brussel Mues, Bart, Scherpenheuvel-Zichem/ fusie De Craecker, Jurgen, Bredene De Proost, Davy, Arendonk Wellens, Helga, Beringen Suranno, Angelo, Genk Mahieu, Luc, Ichtegem Wynen, Jan, Arendonk De Saedeleer, Wim, Lebbeke
35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
Vervliet, Soetkin, Hofstade De Kort, Jozef, Kasterlee Melis, Michel, Lille Ooms, Marc, Olen Van Haverbeke, Frieda, Assebroek Hollebeke, Dionysius, Bredene Meers, Suzanne, Kampenhout Dereepere, Peter, Ninove Denys, Martin, Oud-Turnhout Bertels, Erwin, Lille Van Leuven, Kris, Lede Dekempe, Benedict, Blankenberge Seykens, Kriss, Mol De Rijst, Gert, Geraardsbergen Van den Eijnden, Tom, Rijkevorsel Verhoeven, Tom, Rijkevorsel
[99/08171]
[99/08171]
Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants audiovisuels (qualification : monteur) (rang 26) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Ministère de la Défense nationale (ANG98046). — Résultats
Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige audiovisuele assistenten (kwalificatie : monteur) (rang 26) (m/v) voor het Ministerie van Landsverdediging (ANG98046). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
Dewaegheneire, Joost, Vilvoorde
Dewaegheneire, Joost, Vilvoorde
Van Waes, Peter, Beerse
Van Waes, Peter, Beerse
[99/08192]
[99/08192]
Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche (rang 20), (f/m), d’expression néerlandaise, pour le Centre de Recherches agronomiques à Gand (ANG98051). — Résultats
Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technici der vorsing (rang 20), (v/m) voor het Centrum voor Landbouwkundig Onderzoek (CLO) te Gent (ANG98051). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Heymans, Karin, 9160 Lokeren
5. Hendrickx, Romain, 3040 Huldenberg
2. Baert, Jurgen, 8200 Brugge
6. Yigit, Nurten, 9000 Gent
3. Noorenberghe, Filip, 8630 Veurne 4. Vermeulen, Sabrina, 8790 Waregem
7. Vancalbergh, Guido, 8210 Zedelgem
8. Van Den Haute, Iris, 9470 Denderleeuw 9. Wagelmans, Greet, 3891 Gingelom 10. Kleinod, Stefaan, 8000 Brugge
47438
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
[99/08244] Constitution d’une réserve de recrutement de conseillers-adjoints (rang 10), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Service de la Politique criminelle pour le Ministère de la Justice (ANG98814). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
[99/08244] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige adjunct-adviseurs (rang 10) voor de Dienst Strafrechtelijk beleid van het Ministerie van Justitie (ANG98814). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Seynnaeve, Katelijne, Drongen
5. Baeten, Peggy, Begijnendijk
2. Van Liempt, Alexander, Leuven
6. Groenen, Anne, Leopoldsburg
3. Bogaert, Tom, Zemst
7. Jolie, Patrick, Kortrijk
4. Lambrecht, Koen, Gent
8. Lemmens, Bart, Wezemaal
[99/08294] Constitution d’une réserve de recrutement de conseillers adjoints (m/f), d’expression néerlandaise, pour le Commissariat général aux Réfugiés et Apatrides (Ministère de l’Intérieur) (ANG98815). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Vynck, Johan, Oostende. De Smedt, Kristel, Lebbeke. Blancke, Sarah, Ukkel. Robaeys, Pascal, Leuven. De Neve, Frank, Gent. Saegeman, Jan, Brugge. Verdurme, Marianne, Gent. Willems, Ruth, Gent. Vermeulen, Steven, Turnhout. Kormoss, Sylvie, Brussel. Smits, Katarina, Schaarbeek. Van Huffel, Karine, Mechelen.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
28. Coursier, Mich, Gent. 29. Ros, Pascale, Gent. 30. Beckx, Dominic, Ternat. 31. Donvil, Jan, Antwerpen. 32. Bertrand, Frédérique, Gent. 33. Boddaert, Didier, Gent. 34. Verbeke, Pablo, Leuven.
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
3. Vergeylen, Jeroen, Leuven
2. Lambert, Paul, Edegem
4. Heirbaut, Piet, Brugge
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
25. Deschepper, Pierre, Temse. 26. Van Dorpe, Els, Erembodegem. 27. Snoeks, Steven, Bilzen.
[99/08246] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige ambtenaren van de vierde administratieve klasse van de carrière buitenlandse dienst (rang 10) voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ANG98825). — Uitslagen
1. Detaille, Andy, Hasselt
[99/08381] Constitution d’une réserve de recrutement de vérificateurs d’administration fiscale (rang 26), (m/f), d’expression néerlandaise, pour le Ministère des Finances (ANG98836). — Résultats
Vermeulen, Bert, Aarschot Pletincx, Peter, Pepingen Roef, Saskia, Stekene Van Driessche, Cynthia, Lokeren
[99/08294] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige adjunctadviseurs voor het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (Ministerie van Binnenlandse Zaken) (ANG98815). — Uitslagen
Breckpot, Geert, Aalst. Ide, Peter, Gent. Goossens, Kristine, Oud-Heverlee. Libbrecht, Els, Pellenberg. Rowaert, Steven, Erpe-Mere. Van Gelder, Katrien, Brugge. Vandenhaute, Brigitte, Hoeilaart. Wagemans, Kathleen, Halle. Baten, Peggy, Affligem-Teralfene. Verstraeten, Joris, Antwerpen. Ghysel, Roel, Oudenburg. Van der Poten, Steven, Keerbergen.
[99/08246] Constitution d’une réserve de recrutement d’agents de la quatrième classe administrative de la carrière du service extérieur (rang 10), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération au Développement (ANG98825). — Résultats
9. 10. 11. 12.
5. Duhamel, Frank, Wezembeek-Oppem 6. El Khadraoui, Saïd, Leuven
[99/08381] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige verificateurs (rang 26), (m/v), bij een fiscaal bestuur van het Ministerie van Financiën (ANG98836). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Bauwens, Judith, Assebroek
4. De Meeter, Dirk, Sint-Michiels-Brugge
7. Dhaenen, Yves, Waregem
2. Veroft, Elisabeth, Bonheiden
5. De Pourcq, Anja, Lovendegem
8. Planckaert, Roossie, Zedelgem
3. Casier, Jaak, Merchtem
6. Martens, Stefaan, Watervliet
9. Van Beveren, Eddy, Hofstade
47439
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
Kerckaert, Johan, Sint-Andries-Brugge Van Lierde, Steven, Zottegem Amez, Nico, Waregem Van Schoorisse, Stijn, Zulte Hoskens, Yves, Tienen Lingier, Franky, Oostende Haegdorens, Bart, Turnhout Wyns, Diego, Gavere Moermans, Kristof, Hasselt Geerdens, Dorine, Kermt Robben, Joeri, Alken
21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31.
Vanspauwen, Guy, Bilzen Liesens, Mireille, Riemst Redant, Dirk, Aalst Van Londersele, Valesca, Damme Christiaens, Marie-France, Heverlee Depoortere, Bart, Aartrijke Verhelle, Ann, Kuurne D’Haeyer, Jan, Zonnebeke Goris, Erik, Heusden-Zolder Minnaert, Steven, Zottegem De Vleesschauwer, Koen, De Pinte
[99/08188] Constitution d’une réserve de recrutement de contrôleurs sociaux (rang 26) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour l’Office national de Sécurité sociale (ANG98838). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Joos, Philippe, Sint-Laureins Baetens, Johan, Laarne Heremans, Benjamin, Lembeek Decat, Daniel, Gingelom Verplancken, Rudi, Oostende Goossens, Ria, Laarne
7. Van De Velde, Isabelle, Schellebelle
8. 9. 10. 11. 12. 13.
32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41.
Van Belle, Anne-Maria, Meerbeke Peynsaert, Mireille, Hofstade-Aalst De Pauw, Rik, Melle Peijffers, Yves, Kuringen-Hasselt Bracke, Koen, Berlare Immesoete, Gwendoline, Muizen Dehem, Sylvie, Gent Lauvrys, Elke, Poederlee Van der Meulen, Toni, Geraardsbergen Verhoeven, Anja, Sint-Katelijne-Waver
[99/08188] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige sociaal controleurs (rang 26) voor de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (ANG98838). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
Connehaye, Mike, Gent Serru, Suzanne, Oostende Van Hecke, Natalie, Denderleeuw Demuynck, Els, Wevelgem Comhair, Yvonne, Genk Provost, Tamara, Denderhoutem
15. Vandoorne, Jan, ScherpenheuvelZichem 16. De Bruijn, Francisca, Wilrijk 17. Lievens, Kathleen, Gijzegem 18. Janssen, Kurt, As 19. De Baets, Jo, Aalter 20. Verscheure, Vicky, Sint-Eloois-Winkel
14. Saccaro, Linda, Sint-Truiden
[99/08248]
[99/8248]
Constitution d’une réserve de recrutement de géomètres-expert immobiliers (rang 26), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Ministère de la Défense nationale (ANG98840). — Résultats
Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige landmeters-expert onroerende goederen (rang 26), voor het Ministerie van Landsverdediging (ANG98840). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Scheers, Guido, Machelen
1. Scheers, Guido, Machelen
2. Sercu, Rejane, Gent
2. Sercu, Rejane, Gent
[99/08338]
[99/08338]
Constitution d’une réserve de recrutement de greffiers (rang 26), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Ministère d’Emploi et du Travail (Service des Relations collectives du Travail) (ANG98841). — Résultats
Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige griffiers (rang 26) voor het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid (Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen) (ANG98841). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Wauters, Sandra, Sint-Truiden
3. Paenhuys, Veerle, Lebbeke
2. Moerman, Sofie, Lokeren
4. Cleemput, Nele, Dendermonde
5. Langenaken, Bart, Sint-Truiden 6. Bettens, Gisela, Deurne
47440
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
[99/08215] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants techniques (rang 26) (f/m), d’expression néerlandaise, pour le Service de la Qualité des Matières premières et du Secteur végétal, Inspection générale des Matières premières et des Produits transformés à Hasselt (DG4) du Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture (ANG99001). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Dobbeni, Walter, Tervuren Vanschoenbeek, Peter, Aarschot Vervoort, Yves, Geel Hauben, Luc, Maaseik Bonte, Nele, Kaprijke Mercken, Hendrik, Bilzen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. 2. 3. 4. 5. 6.
[99/08189] Constitution d’une réserve de recrutement de premiers ouvriers qualifiés (rang 20), (f/m), pour le Centre d’Etude et de Recherches vétérinaire et agrochimique, d’expression néerlandaise (ANG99002). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : Bastiaens, Jan, Muizen
Dobbeni, Walter, Tervuren Vanschoenbeek, Peter, Aarschot Vervoort, Yves, Geel Hauben, Luc, Maaseik Bonte, Nele, Kaprijke Mercken, Hendrik, Bilzen
[99/08189] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige eerste geschoolde werklieden (rang 20), (v/m) voor het Centrum voor Onderzoek in Diergeneeskunde en Agrochemie (ANG99002). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : Bastiaens, Jan, Muizen
[99/0818] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants techniques (rang 26) (f/m), d’expression néerlandaise, pour l’Administration de la Santé animale et de la Qualité des Produits animaux à Gand (DG5) du Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture (ANG99003). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4. 5.
[99/08215] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technisch assistenten (rang 26) (v/m), voor het Bestuur Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige sector, inspectie-generaal Grondstoffen en Verwerkte producten te Hasselt (DG4) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw (ANG99001). — Uitslagen
Callewaert, Katia, Heuvelland Bonte, Nele, Kaprijke Cornette, Orvar, Zottegem Janssens, Bart, Lede Geysens, Dirk, Hooglede
[99/08218] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technische assistenten (rang 26) (v/m) voor het Bestuur voor Dierengezondheid en de Kwaliteit van de Dierlijke Producten te Gent (DG5) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw (ANG99003). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. 2. 3. 4. 5.
[99/08232] Constitution d’une réserve de recrutement d’inspecteurs maritimes (pont) (rang 10) (f/m), d’expression néerlandaise, pour le Ministère des Communications et de l’Infrastructure, Administration des Affaires maritimes et de la Navigation (ANG99005). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Callewaert, Katia, Heuvelland Bonte, Nele, Kaprijke Cornette, Orvar, Zottegem Janssens, Bart, Lede Geysens, Dirk, Hooglede
[99/08232] Samenstelling van een wervingreserve van Nederlandstalige zeevaartinspecteurs (dek) (rang 10), (v/m), voor het Bestuur van de Maritieme Zaken en van de Scheepvaart van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur (ANG99005). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd :
1. Verhaegen, Rik, Aalst.
3. Van Holsbeke, Tom, Gent.
2. Houard, Yves, Antwerpen.
4. Dequick, Rudy, Oudenburg.
5. Van Craeyvelt, Eugeen, Torhout. 6. Kerstens, Karl, Antwerpen.
47441
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/08443] Constitution d’une réserve de recrutement de traducteurs (NéerlandaisFrançais) (rang 26) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les ministères et les organismes soumis au statut du personnel de l’Etat (ANG99006). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. Baes, Gabrielle, Watermaal-Bosvoorde 2. Pot, Patricia, Bonheiden 3. Vermeiren, Ilse, Vosselaar
[99/08443] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige vertalers (Nederlands-Frans) (rang 26), voor de ministeries en de instellingen die onderworpen zijn aan het statuut van het Rijkspersoneel (ANG99006). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd :
4. Van Brussel, Patricia, Zottegem
6. Colsoul, Gertrudis, Heverlee 7. Colpaert, Sandrine, Drogenbos
5. Poldervaart, Martha, Pont-à-Celles (Buzet)
[99/08226] Constitution d’une réserve de recrutement de paramédical (infirmiers) (m/f), d’expression néerlandaise (rang 26), pour les centres fermés de l’Office des Etrangers (Ministère de l’Intérieur) (ANG99007). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admision au stage : 1. De Coninck, Marleen, Oostkamp. 2. Dejaeghere, Monique, Wilsele. 3. Van Hooreweghe, Geertrui, Zedelgem.
[99/08227] Constitution d’une réserve de recrutement de programmeurs (rang 26) (m/f), d’expression néerlandaise, pour le Ministère des Finances (ANG99008). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. Welvaert, Yves, Eeklo 2. Symons, Nancy, 3560 Lummen 3. Callebaut, Guy, Saint-Josse-ten-Noode
[99/08310] Constitution d’une réserve de recrutement d’informaticiens (rang 10) (f/m), pour les Ministères et les Organismes soumis au statut des agents de l’Etat, d’expression néerlandaise (ANG99009). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. Goossens, Johan
5. Tavernier, Yves
2. Beeuwsaert, Pieter
6. De Gussem, Johan
3. Vander Stockt, Luc
7. Rens, Hans
4. Decoster, Koen
8. Kerrinckx, Gerda
[99/08226] Samenstelling van een wervingreserve van Nederlandstalige paramedici (verpleegkundige) (m/v) (rang 26) voor de Gesloten Centra van de Dienst Vreemdelingenzaken (Ministerie van Binnenlandse Zaken) (ANG99007). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd : 1. De Coninck, Marleen, Oostkamp. 2. Dejaeghere, Monique, Wilsele. 3. Van Hooreweghe, Geertrui, Zedelgem.
[99/08227] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige programmeurs (rang 26) (m/v) voor het Ministerie van Financie¨n (ANG99008). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. Welvaert, Yves, Eeklo 2. Symons, Nancy, Lummen 3. Callebaut, Guy, Sint-Joost-ten-Node
[99/08310] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige informatici (rang 10) (v/m) voor de Ministeries en de Instellingen die onderworpen zijn aan het statuut van het rijkspersoneel (ANG99009). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 9. 10. 11. 12.
Vanden Eynde, Beert Devisch, Erik Eeckhout, Jan De Wit, Ann
[99/08247]
[99/08247]
Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens (rang 20), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour l’Administration de la Gestion de la Production agricole (DG3), Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture, pour le service extérieur à Bruges (ANG99010). — Résultats
Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige technici (rang 20), voor het Bestuur van het Landbouwproductiebeheer (DG3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, voor de buitendienst Brugge (ANG99010). — Uitslagen
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Dhondt, Peter, Dudzele
1. Dhondt, Peter, Dudzele
2. Callewaert, Katia, Heuvelland Nieuwkerke
2. Callewaert, Katia, Heuvelland Nieuwkerke
3. De Schrijver, Els, Zottegem
3. De Schrijver, Els, Zottegem
47442
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
[99/08240] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche (rang 20), d’expression néerlandaise, pour l’Unité de gestion du modèle mathématique de la Mer du Nord et de l’estuaire de l’Escaut (Institut royal des Sciences naturelles de Belgique) (ANG99011). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4.
Neyts, Marijke, Oostende. Saudemont, Daniel, Oostende. Wilmaers, Jan, Rotselaar. Degent, Gerardine, Dworp.
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. Hamid, Karim, 8700 Tielt. 2. Peeters, Pieter, 3071 Erps-Kwerps.
Neyts, Marijke, Oostende. Saudemont, Daniel, Oostende. Wilmaers, Jan, Rotselaar. Degent, Gerardine, Dworp.
[99/08241] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technici der vorsing (rang 20) (m/v) voor het Koninklijk Meteorologisch Instituut (KMI) (ANG99012). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. Hamid, Karim, 8700 Tielt. 2. Peeters, Pieter, 3071 Erps-Kwerps.
[99/08380] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants sociaux, d’expression néerlandaise (m/f), (rang 26) pour les Centres fermés de l’Office des étrangers - Ministère de l’Intérieur (ANG99013). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Lamine, Isabelle, Dilbeek Bressinck, Suzy, Merelbeke Boydens, Sofie, Middelkerke Busschaert, Liesbet, Merchtem Verbist, Anja, Rotselaar Devreeze, Bart, Aalter
[99/08380] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige (m/v), (rang 26) maatschappelijke assistenten voor de Gesloten Centra van de Dienst Vreemdelingenzaken - Ministerie van Binnenlandse Zaken (ANG99013). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot proeftijd : 1. 2. 3. 4. 5. 6.
[99/08422] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens (spécialité : informatique) (rang 20), d’expression néerlandaise, pour la Régie des Bâtiments (ANG99014). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Verkest, Jordy, 9600 Ronse Moens, Benoit, 1853 Grimbergen Walravens, Yves, 9400 Ninove
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. 2. 3. 4.
[99/08241] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche (rang 20) (m/f), d’expression néerlandaise, pour l’Institut royal météorologique (IRM) (ANG99012). — Résultats
1. 2. 3. 4. 5. 6.
[99/08240] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technici der vorsing (rang 20) voor de Beheerseenheid Mathematisch Model van Noordzee en Scheldeëstuarium (BMM) (Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen) (ANG99011). — Uitslagen
Lamine, Isabelle, Dilbeek Bressinck, Suzy, Merelbeke Boydens, Sofie, Middelkerke Busschaert, Liesbet, Merchtem Verbist, Anja, Rotselaar Devreeze, Bart, Aalter
[99/08422] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige (m/v) technici (specialiteit : informatica) (rang 20) voor de Regie der Gebouwen (ANG99014). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
Peeters, Eduard, 2220 Heist-op-den-Berg De Sadeleer, Marcel, 9420 Erpe-Mere De Beck, Erwin, 9500 Geraardsbergen
Ruys, Wim, 9220 Hamme Vandendries, Cynthia, 7301 Hornu
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/08376] Constitution d’une réserve de recrutement d’ingénieurs industrielsconstruction (rang 10), masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour l’Administration générale civile (Ministère de la Défense nationale) (ANG99016). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
[99/08376] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige industriële ingenieurs bouwkunde (rang 10) voor het Burgerlijk Algemeen Bestuur (Ministerie van Landsverdediging) (ANG99016). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Pirard, Benny, Nieuwerkerken
5. Podevijn, Walter, Diegem
2. Tavernier, Tom, Brugge
6. Salden, Anja, Meeuwen-Gruitrode
3. De Busser, Jan, Geel
7. Wathion, Christel, Helchteren
4. Joostens, Dirk, Merchtem
8. Saevels, Benjamin, Holsbeek
[99/08258] Constitution d’une réserve de recrutement d’ingénieurs civils construction (rang 10) (m/f), d’expression néerlandaise, pour la Direction des Télécommunications (section Travaux spéciaux) du Ministère de la Défense nationale (ANG99017). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. Bauduin, Dirk, Roosdaal 2. Standaert, Steven, Oosteeklo 3. Janssens, Sergej, Etterbeek
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Lok, Chhovy, Gent. Van Acker, Katrien, Berlare. Goossens, Guido, Mechelen. Vanbellinghen, Kristof, Pepingen.
Leyssens, Philippe, Lummen Abeels, Luc, Hasselt Evens, Patrick, Hechtel-Eksel Vos, Benny, Diest
[99/08258] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige burgerlijke ingenieurs (rang 10) voor de Directie der Telecommunicatie (sectie Bijzondere Werken) van het Ministerie van Landsverdediging (ANG99017). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
[99/08409 ] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige gespecialiseerde technici der vorsing-fotografie (rang 26) (m/v) voor de Koninklijke Bibliotheek van België (ANG99018). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. 2. 3. 4.
[99/08384] Constitution d’une réserve de recrutement de bibliothécaires (rang 26) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les ministères et les organismes qui sont soumis au statut des agents de l’Etat et les établissements scientifiques (ANG99020). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. Balemans, Christiana, Berchem 2. Rogiest, Peter, Wondelgem 3. Liekens, Kristin, Boom
9. 10. 11. 12.
1. Bauduin, Dirk, Roosdaal 2. Standaert, Steven, Oosteeklo 3. Janssens, Sergej, Etterbeek
[99/08409] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche-photographie (rang 26), d’expression néerlandaise, (m/f), pour la Bibliothèque Royale de Belgique (ANG99018). — Résultats
1. 2. 3. 4.
47443
Lok, Chhovy, Gent. Van Acker, Katrien, Berlare. Goossens, Guido, Mechelen. Vanbellinghen, Kristof, Pepingen.
[99/08384] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige bibliothecarissen (rang 26) voor de ministeries en de instellingen die onderworpen zijn aan het statuut van het rijkspersoneel en de Wetenschappelijke Inrichtingen (ANG99020). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
4. De Haes, Dirk, Leuven 5. Vernaillen, Willem, Brakel 6. Vereecken, Kristin, Gentbrugge
7. Verbinnen, Nancy, Aarschot
47444
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
[99/08387] Constitution d’une réserve de recrutement d’assistants techniques (rang 26), (f/m), d’expression néerlandaise, pour l’Administration de la Recherche et du Développement (DG6) du Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture, pour le service extérieur (ANG99023). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : Van Dyck, Koen, Brasschaat.
[99/08379] Constitution d’un réserve de recrutement d’assistants techniques (f/m), (rang 26), d’expression néerlandaise, pour l’Administration de la Gestion de la Production Agricole (DG3) du Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture, pour le service d’extérieur (ANG99024). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : De Schrijver, Els, Zottegem
[99/08395] Constitution d’une réserve de recrutement de contrôleurs (électronique) (rang 26) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Ministère des Communications et de l’Infrastructure Administration de l’Aéronautique (ANG99033). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. Schrevens, Inge, Pellenberg 2. Van Laethem, Jan, Dendermonde
[99/08444] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche (rang 20) (m/f), d’expression néerlandaise, pour l’Institut royal Météorologique (I.R.M.). (ANG99036). — Résultat Classement du lauréat du concours d’admission au stage : Verstraeten, Koen, Dendermonde.
[99/08236] Constitution d’une réserve de recrutement d’inspecteurs du travail social (orientation : service médical) (rang 10) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les services extérieurs de la Direction générale des Etablissements pénitentiaires (Ministère de la Justice) (ANG99801). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : Fonteyn, Johan, Pellenberg
[99/08296] Constitution d’une réserve de recrutement d’inspecteurs du travail social et/ou de conseillers adjoints (orientation psychosociale), (rang 10), d’expression néerlandaise, pour le ministère de la Justice (ANG99802). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage : 1. 2. 3. 4.
Pasmans, Veerle, Antwerpen; Baeten, Peggy, Begijnendijk; Lambrechts, Monique, Elsene; Schoutetens, Claudine, Kampenhout;
[99/08387] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technische assistenten (rang 26), (v/m), voor het Bestuur voor Onderzoek en Ontwikkeling (DG6) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, voor de buitendienst (ANG99023). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : Van Dyck, Koen, Brasschaat.
[99/08379] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technisch assistenten (rang 26), (v/m) voor het Bestuur van het Landbouwproductiebeheer (DG3) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, voor de buitendienst (ANG99024). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : De Schrijver, Els, Zottegem
[99/08395] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige controleurs (elektronica) (rang 26), voor het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur - Bestuur van de Luchtvaart (ANG99033). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. Schrevens, Inge, Pellenberg 2. Van Laethem, Jan, Dendermonde
[99/08444] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technici der vorsing (rang 20) (m/v) voor het Koninklijk Meteorologisch Instituut (K.M.I.). (ANG99036). — Uitslag Rangschikking van de geslaagde kandidaat van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : Verstraeten, Koen, Dendermonde.
[99/08236] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige sociaal arbeidsinspecteur (medische dienst) (rang 10) voor de buitendienst van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen (Ministerie van Justitie) (ANG99801). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : Fonteyn, Johan, Pellenberg
[99/08296] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige sociaal arbeidsinspecteurs en/of adjunct-adviseurs (oriëntatie : psychosociaal) (rang 10), voor het ministerie van Justitie (ANG99802). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
5. Forier, Véronique, ScherpenheuvelZichem; 6. Vandewalle, Ann, Brugge; 7. Verstraete, Anneli, Heverlee;
8. De Keyser, Paula, Gent; 9. De Jaegher, Kathleen, Tongeren.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/08342] Constitution d’une réserve de recrutement de conseillers-adjoints (rang 10) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour le Service des Cas individuels et les Commissions de Libération conditionelle pour le Ministère de la Justice (ANG99803). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Bauwens, Nora, Gent Winters, Kristien, Beveren-Waas Goossens, Sara, Drongen Seynnaeve, Katelijne, Drongen Serroyen, Kathleen, Wilrijk Van Driessche, Kristel, Affligem Suykens, Heidi, Bornem
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. Van de Putte, Jan, Oosterzele 2. Cruydt, Benny, Riemst
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
De Keukelaere, Wendy, Gentbrugge Raemdonck, Katrien, Lebbeke
15. 16. 17. 18. 19. 20.
Goesaert, Sarah, Boortmeerbeek Lambrecht, Koen, Gent Gillis, Frank, Merchtem Lefevre, Hilde, Sint-Michiels Kanora, Kristien, Edegem Criel, Caroline, Gent
[99/08237] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige adjunct-adviseurs (beheer) (rang 10) voor de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen (Ministerie van Justitie) (ANG99804). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
[99/08377] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige vertalers-revisoren simultaanvertaling (Nederlands-Frans-Engels) (rang 10) (ANG99805). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : De Keukelaere, Wendy, Gentbrugge Raemdonck, Katrien, Lebbeke
[99/08249] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens spécialisés de la recherche (rang 26), (f/m), d’expression néerlandaise, pour la section « Analyses comptables et financières » pour le Centre d’Economie agricole (CEA) (Ministère des Classes moyennes et de l’Agriculture) (ANG99807). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Deriemaecker, Carine, Oedelem
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Van de Putte, Jan, Oosterzele 2. Cruydt, Benny, Riemst
[99/08377] Constitution d’une réserve de recrutement de traducteurs-reviseurs simultanée (néerlandais-français-anglais) (rang 10), masculins et féminins, d’expression néerlandaise (ANG99805). — Résultats
1.
[99/08342] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige adjunct-adviseurs (rang 10) voor de Dienst Individuele Gevallen en voor de Commissies voor Voorwaardelijke Invrijheidstelling voor het Ministerie van Justitie (ANG99803). — Uitslagen
Baeten, Peggy, Begijnendijk De Keyser, Paula, Gent Debode, Bruno, Heestert Verhoeven, Hilde, Merksplas De Cat, Els, Mons Neel, Tom, Antwerpen De Roest, Els, Merelbeke
[99/08237] Constitution d’une réserve de recrutement de conseillers adjoints (orientation : gestion) (rang 10) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les services extérieurs de la Direction générale des Etablissements pénitentiaires (Ministère de la Justice) (ANG99804). — Résultats
47445
[99/08249] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige gespecialiseerde technici der vorsing voor de afdeling « boekhoudkundige en financiële analyses » (rang 26), (v/m) voor het Centrum voor Landbouweconomie (CLE) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw (ANG99807). — Uitslagen Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
5. Thijs, Karolien, Heusden-Zolder
2. Van Eyck, Tony, Heers
6. Van der Gucht, Martine, Oudenaarde
3. Callewaert, Katia, Heuvelland
7. Pollet, Dirk, Brugge (Sint-Andries)
4. Staut, Tinneke, Tielen
8. Lambrecht, Stefaan, Aalst
9. 10. 11. 12.
Moens, Claudia, Dendermonde Persoon, Gudrun, Bavikhove De Moor, Els, Destelbergen Baeten, Isabelle, Herzele
47446
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
[99/08445] Constitution d’une réserve de recrutement d’inspecteurs linguistiques (rang 13) (m/f), d’expression néerlandaise, pour les Services fédéraux des affaires scientifiques, techniques et culturelles. (ANG99809). — Résultat
Classement du lauréat du concours d’admission au stage :
Van Branteghem, Filip, 8800 Roeselare.
Rangschikking van de geslaagd kandidaat van het vergelijkend. examen voor toelating tot de proeftijd Van Branteghem, Filip, 8800 Roeselare.
[99/08382] Constitution d’une réserve de recrutement de techniciens de la recherche, bibliothéconomie (rang 20), d’expression néerlandaise (m/f) pour la Bibliothèque royale de Belgique (ANG99811). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
1. 2. 3. 4.
[99/08445] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige taalinspecteurs (rang 13) (m/v) voor de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden. (ANG99809). — Uitslag
Deryckere, Barbara, Heverlee Jansen, Robertus, KB Zutphen (Nederland) Saenen, Linda, Scherpenheuvel-Zichem Vandepitte, Pierre, Oostnieuwkerke
[99/08382] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige technici der vorsing, bibliotheconomie (rang 20), (m/v) voor de Koninklijke Bibliotheek van België (ANG99811). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd : 1. 2. 3. 4.
[99/08426] Constitution d’une réserve de recrutement d’adjoints-psychologues (m/f) (rang 10), d’expression néerlandaise, Ministère de la Défense nationale (ANG99812). — Résultats
Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
Deryckere, Barbara, Heverlee Jansen, Robertus, KB Zutphen (Nederland) Saenen, Linda, Scherpenheuvel-Zichem Vandepitte, Pierre, Oostnieuwkerke
[99/08426] Samenstelling van een wervingsreserve van Nederlandstalige (m/v) (rang 10) adjunct-adviseurs (psycholoog) - Ministerie van Landsverdediging (ANG99812). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Schreurs, Bert, Overpelt
5. Boelaert, Johan, Galmaarden
2. Moreas, Marie-Anne, Heverlee
6. Lambilotte, Ruben, Sint-Truiden
3. Olbrechts, Ann, Humbeek
8. Lauwers, Elke, Mechelen 9. Vleugels, Kris, Geel 10. Dhaenens, Patricia, Aalter
7. Panis, Karin, Antwerpen
4. Verluyten, Marijke, Mechelen
[99/08385] Constitution d’une réserve de recrutement d’inspecteurs (rang 10) masculins et féminins, d’expression néerlandaise, pour les services de recouvrement du Ministère des Finances (ANG99815). — Résultats Classement des lauréats du concours d’admission au stage :
[99/08385] Samenstelling van een wervingsreserve van mannelijke en vrouwelijke Nederlandstalige inspecteurs (rang 10) voor de invorderingsdiensten van het Ministerie van Financiën (ANG99815). — Uitslagen
Rangschikking van de geslaagde kandidaten van het vergelijkend examen voor toelating tot de proeftijd :
1. Borchardt, Ute, Antwerpen
5. De Brauwer, Sandra, Sint-Amandsberg
2. Deroost, Beatrijs, Izegem
6. Schoors, Miriam, Kessel-Lo
3. Bekkers, An, Ramsel
7. Vande Velde, An, Oudenaarde
4. Van Hemelrijck, An, Huldenberg
8. Ingenae, Saskia, Jabbeke
9. 10. 11. 12.
Gillis, Jan-Klaas, Lebbeke Vanden Heede, Pieter, Leuven Broekaert, Veronique, Zottegem Buysse, Fréderic, Evergem
47447
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES
MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
[C − 99/11443] Administration de la Qualite´ et de la Se´curite´
[C − 99/11443] Bestuur Kwaliteit en Veiligheid
Demande de concession pour la recherche et l’exploitation des ressources mine´rales et autres ressources non vivantes sur le plateau continental. — Arreˆte´ royal du 7 octobre 1974 (Moniteur belge du 1er janvier 1975)
Concessieaanvraag voor de exploratie en de exploitatie van de minerale en andere niet-levende rijkdommen van het continentaal plat. — Koninklijk besluit van 7 oktober 1974 (Belgisch Staatsblad van 1 januari 1975)
En application de l’article 4 de l’arreˆte´ royal mentionne´ ci-dessus, il est porte´ a` la connaissance du public que M. F. Devriese, administrateur de´le´gue´, agissant au nom de la Hanson Aggregates Belgium N.V., Lanceloot Blondeellaan 1, a` 8380 Zeebrugge, a introduit une demande, inscrite le 18 novembre 1999, sous le nume´ro 33, en vue d’obtenir une concession pour l’exploration et l’exploitation de mine´raux naturels, en particulier de sable et de gravier, sur le plateau continental de la Belgique.
In toepassing van artikel 4 van voormeld koninklijk besluit wordt bekendgemaakt dat de heer F. Devriese, gedelegeerd bestuurder, handelend in de naam van de Hanson Aggregates Belgium N.V., Lanceloot Blondeellaan 1, te 8380 Zeebrugge, een aanvraag heeft ingediend, ingeschreven op 18 november 1999, onder het nummer 33, waarbij hij een concessie aanvraagt voor de exploratie en de exploitatie van natuurlijke delfstoffen, in hoofdzaak zand en grint, op het continentaal plat van Belgie¨.
La demande et ses annexes peuvent eˆtre consulte´es a` l’Administration de la Qualite´ et de la Se´curite´, Division Se´curite´, boulevard E. Jacqmain 154, 1000 Bruxelles (Service de Ir Bernard Gonsette, inge´nieur-directeur ff., te´l. : 02/206 48 10).
De aanvraag en de bijlagen kunnen ingezien worden op het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid, Afdeling Veiligheid, E. Jacqmainlaan 154, 1000 Brussel (Dienst van ir. Bernard Gonsette, wnd. ingenieur-directeur, tel. : 02/206 48 10).
* MINISTERE DE LA JUSTICE
MINISTERIE VAN JUSTITIE [99/10216]
Ordre judiciaire. — Places vacantes — vice-président au tribunal de première instance d’Anvers : 1; — juge au tribunal de première instance : — d’Anvers : 1; — de Hasselt : 1. Les candidatures à une nomination dans l’Ordre judiciaire doivent être adressées par lettre recommandée à la poste à M. le Ministre de la Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire, Service du Personnel, 3/P/O.J. I., boulevard de Waterloo 115, 1000 Bruxelles, dans un délai d’un mois à partir de la publication de la vacance au Moniteur belge (article 287 du Code judiciaire). Une lettre séparée doit être adressée pour chaque candidature.
— greffier aux justices de paix des cantons de Tongres et de Fouron-Saint-Martin : 1; — greffier adjoint au tribunal de première instance de Termonde : 1; — employé au parquet du procureur du Roi près de tribunal de première instance de Charleroi : 1; — agent administratif au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruges : 1 (*).
[99/10216] Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen — ondervoorzitter in de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen : 1; — rechter in de rechtbank van eerste aanleg te : — Antwerpen : 1; — Hasselt : 1. De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. I., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek). Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht.
— griffier bij de vredegerechten van de kantons Tongeren en Sint-Martens-Voeren : 1; — adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde : 1; — beambte bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi : 1; — administratief agent bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brugge : 1 (*).
Les candidatures à une nomination dans l’Ordre judiciaire doivent être adressées par lettre recommandée à la poste au Ministre de la Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire, Service du Personnel, 3/P/O.J. II., boulevard de Waterloo 115, 1000 Bruxelles, dans un délai d’un mois à partir de la publication de la vacance au Moniteur belge (article 287 du Code judiciaire).
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
Les candidats sont priés de joindre une copie de l’attestation de réussite de l’examen organisé par le ministre de la justice, pour les greffes et les parquets des cours et tribunaux et ce pour l’emploi qu’ils postulent.
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
(*) Les lauréats d’un examen de recrutement pour le grade de téléphoniste ou de messager conservent leurs titres à la nomination au grade d’agent administratif, pour autant qu’ils aient réussi l’examen organisé dans le ressort de la cour d’appel où ils postulent (article 24 de l’arrêté royal du 19 mars 1996).
(*) De geslaagden voor een wervingsexamen voor de graden van telefoniste of bode behouden hun aanspraken op benoeming in de graad van administratief agent, voor zover zij slaagden in het examen georganiseerd in het gerechtsgebied van het hof van beroep waar zij zich kandidaat stellen (artikel 24 van het koninklijk besluit van 19 maart 1996).
47448
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES FINANCES
MINISTERIE VAN FINANCIEN
Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines
Administratie van de BTW, registratie en domeinen
Publications prescrites par l’article 770 du Code civil
Bekendmakingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek [99/53803]
[99/53803]
Succession en déshérence de Tutula, Anne Marie
Erfloze nalatenschap van Tutula, Anne Marie
Anne Marie Tutula, veuve d’Alfons Henri Van Goethem, née à Bunia (Congo) le 15 septembre 1942, domiciliée à Zoersel, Handelslei 167, est décédée à Malle le 1er août 1998, sans laisser de successeur connu. Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance d’Anvers a, par jugement du 7 mai 1999, ordonné les publications et affiches prescrites par l’article 770 du Code civil. Anvers, le 4 juin 1999.
Anne Marie Tutula, weduwe van Alfons Henri Van Goethem, geboren te Bunia (Kongo) op 15 september 1942, wonende te Zoersel, Handelslei 167, is overleden te Malle op 1 augustus 1998, zonder bekende erfopvolger na te laten. Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, bij vonnis van 7 mei 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Antwerpen, 4 juni 1999.
Le directeur régional de l’enregistrement, R. Nuyts.
De gewestelijke directeur, R. Nuyts. (53803)
(53803)
[99/53804]
[99/53804]
Succession en déshérence de Peeters, Maria
Erfloze nalatenschap van Peeters, Maria
Maria Peeters, veuve de Johan Karel Bruijn, née à Ekeren le 9 novembre 1919, domiciliée à Anvers, district Ekeren, Vuurkruisenstraat 27, est décédée à Anvers le 23 août 1997, sans laisser de successeur connu. Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance d’Anvers a, par jugement du 7 mai 1999, ordonné les publications et affiches prescrites par l’article 770 du Code civil. Anvers, le 4 juin 1999.
Maria Peeters, weduwe van Johan Karel Bruijn, geboren te Ekeren op 9 november 1919, wonende te Antwerpen, district Ekeren, Vuurkruisenstraat 27, is overleden te Antwerpen op 23 augustus 1997, zonder bekende erfopvolger na te laten. Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, bij vonnis van 7 mei 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Antwerpen, 4 juni 1999.
Le directeur régional de l’enregistrement, R. Nuyts.
De gewestelijke directeur, R. Nuyts. (53804)
(53804)
[99/53805]
[99/53805]
Succession en déshérence d’Anthoni, Joanna Jozefina Augusta
Erfloze nalatenschap van Anthoni, Joanna Jozefina Augusta
Joanna Jozefina Augusta Anthoni, veuve de Jan Maria Frans Verbert, née à Deurne le 8 décembre 1930, domiciliée à Anvers, district Wilrijk, Michel Willemslaan 96, est décédée à Anvers, district Wilrijk, le 21 août 1993, sans laisser de successeur connu. Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance d’Anvers a, par jugement du 7 mai 1999, ordonné les publications et affiches prescrites par l’article 770 du Code civil. Anvers, le 4 juin 1999.
Joanna Jozefina Augusta Anthoni, weduwe van Jan Maria Frans Verbert, geboren te Deurne op 8 december 1930, wonende te Antwerpen, district Wilrijk, Michel Willemslaan 96, is overleden te Antwerpen, district Wilrijk, op 21 augustus 1993, zonder bekende erfopvolger na te laten. Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, bij vonnis van 7 mei 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Antwerpen, 4 juni 1999.
Le directeur régional de l’enregistrement, R. Nuyts.
De gewestelijke directeur, R. Nuyts. (53805)
(53805)
[99/53806]
[99/53806]
Succession en déshérence de Bontridder, Armand
Erfloze nalatenschap van Bontridder, Armand
Bontridder, Armand Vital Augustin, veuf en premières noces de Brack, Marie, et en secondes noces de Wouters, Elisabeth, né à Rebecq-Rognon le 27 mars 1912, domicilié à Braine-le-Château, rue de Tubize 128, est décédé à Braine-le-Château le 17 mars 1997, sans laisser de successeur connu.
Bontridder, Armand Vital Augustin, weduwnaar in eerste echt van Brack, Marie, en in tweede echt van Wouters, Elisabeth, geboren te Rebecq-Rognon op 27 maart 1912, wonende te Braine-le-Château, Tubekesestraat 128, is overleden te Braine-le-Château op 17 maart 1997, zonder bekende erfopvolgers na te laten.
47449
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance de Nivelles a, par ordonnance du 29 avril 1999, prescrit les publications et affiches prévues par l’article 770 du Code civil. Namur, le 2 juin 1999.
Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Nijvel, bij vonnis van 29 april 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Namen, 2 juni 1999.
Le directeur régional a.i. de l’enregistrement, F. Faignard.
De gewestelijke directeur a.i. der registratie, F. Faignard. (53806)
(53806)
[99/53807]
[99/53807]
Succession en déshérence de Pesel Feiner
Erfloze nalatenschap van Pesel Feiner
Pesel Feiner, veuve de Max Zwiebel, née à Lezajsk (Pologne) le 28 octobre 1903, domiciliée à Anvers, Van Eycklei 53, est décédée à Anvers le 19 mars 1998, sans laisser de successeur connu. Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance d’Anvers a, par jugement du 7 mai 1999, ordonné les publications et affiches prescrites par l’article 770 du Code civil. Anvers, le 4 juin 1999.
Pesel Feiner, weduwe van Max Zwiebel, geboren te Lezajsk (Polen) op 28 oktobere 1903, wonende te Antwerpen, Van Eycklei 53, is overleden te Antwerpen op 19 maart 1998, zonder bekende erfopvolger na te laten. Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, bij vonnis van 7 mei 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Antwerpen, 4 juni 1999.
Le directeur régional de l’enregistrement, R. Nuyts.
De gewestelijke directeur, R. Nuyts. (53807)
(53807)
[99/53839]
[99/53839]
Succession en déshérence de Ringel, Sabina
Erfloze nalatenschap van Ringel, Sabina
Sabina Ringel, célibataire, née à Mannheim (Allemagne) le 24 juin 1915, domiciliée à Anvers (district Borgerhout), Turnhoutsebaan 16, est décédée à Anvers le 29 juin 1999, sans laisser de successeur connu. Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance d’Anvers a, par jugement du 26 novembre 1999, ordonné les publications et affiches prescrites par l’article 770 du Code civil. Anvers, le 9 décembre 1999.
Sabina Ringel, ongehuwd, geboren te Mannheim (Duitsland) op 24 juni 1915, wonende te Antwerpen (district Borgerhout), Turnhoutsebaan 16, is overleden te Antwerpen op 29 juni 1999, zonder bekende erfopvolger na te laten. Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de BTW, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen, bij vonnis van 26 november 1999, de bekendmakingen en aanplakkingen voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. Antwerpen, 9 december 1999.
Pour le directeur régional de l’enregistrement, le directeur, E. Woussen. (53839)
Voor de gewestelijke directeur, de directeur, R. Woussen. (53839)
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST
MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C − 99/27812]
VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [C − 99/27812]
Avis aux associations de sante´ inte´gre´e
Bericht aan de geı¨ntegreerde gezondheidsverenigingen
Le Ministre des Affaires sociales et de la Sante´, M. Thierry Detienne, informe les associations de sante´ inte´gre´e, qu’en vertu de l’arreˆte´ du Gouvernement wallon du 27 mai 1999 relatif a` l’agre´ment et a` l’e´valuation des associations de sante´ inte´gre´e ainsi qu’aux subventions octroye´es a` ces associations, il va proce´der a` l’agre´ment ou au re´agre´ment desdites associations a` partir du 1er janvier 2000.
De Minister van Sociale Aangelegenheden en Gezondheid, de heer Thierry Detienne, deelt de geı¨ntegreerde gezondheidsverenigingen mede dat hij vanaf 1 januari 2000 zal overgaan tot hun erkenning of tot de hernieuwing ervan, overeenkomstig het besluit van de Waalse Regering van 27 mei 1999 betreffende de erkenning en de evaluatie van geı¨ntegreerde gezondheidsverenigingen alsook de aan die verenigingen toegekende toelagen.
47450
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Les associations peuvent s’adresser a` la Direction ge´ne´rale des Affaires sociales et de la Sante´ — Inspection et Controˆle — avenue Gouverneur Bovesse 100, a` 5100 Jambes, pour obtenir copie de la le´gislation pre´cite´e ainsi que le document leur permettant d’introduire leur demande d’agre´ment. Les demandes d’agre´ment devront eˆtre renvoye´es au plus tard le 28 février 2000 par les associations qui souhaitent obtenir leur agre´ment pour quatre ans a` partir de cette anne´e.
Een afschrift van bovenbedoeld besluit en het formulier voor de erkenningsaanvraag zijn verkrijgbaar op volgend adres : ″Direction ge´ne´rale des Affaires sociales et de la Sante´ — Inspection et Controˆle — avenue Gouverneur Bovesse 100, 5100 Jambes″.
Tout dossier introduit apre`s cette date ne sera pris en conside´ration que pour un agre´ment en 2001.
Elk dossier dat na die datum wordt ingediend, komt niet in aanmerking voor een erkenning in 2001.
De verenigingen die vanaf 2000 voor vier jaar erkend wensen te worden, moeten hun erkenningsaanvraag uiterlijk op 28 februari 2000 indienen.
REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [99/31523] Vacante betrekkingen Dit bericht vernietigt en vervangt de tekst verschenen in het Belgisch Staatsblad nr. 236 van 4 december 1999, blz. 45284, onder het nr. 30727. De administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, een overheidsinstantie bevoegd voor cultuur, onderwijs, welzijn en gezondheid voor de Brusselse Vlamingen, stelt een wervingsreserve samen en vult vacante betrekkingen in voor : deskundigen (m/v) (niveau B - controleurs der werken); bibliotheekassistenten (m/v) (niveau C); assistenten-dienstleider (m/v) (niveau B). Nuttige ervaring strekt tot aanbeveling. De toelatings- en aanwervingsvoorwaarden werden als volgt vastgesteld : 1. een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van het beoogde ambt; 2. de burgerlijke en politieke rechten genieten; 3. aan de dienstplichtwetten voldaan hebben; 4. lichamelijk geschikt zijn; 5. de diplomavereisten zijn : * voor niveau B deskundige-controleur der werken : houder zijn van een diploma van het : — Technisch Hoger Onderwijs van het korte type met volledig leerplan of voor sociale promotie - afdeling bouw of Openbare werken. — Hoger Onderwijs van 1 cyclus - gegradueerde in bouw. — Artistiek Hoger Onderwijs van het lange type met volledig leerplan - kandidaat in de architectuur. * voor niceau C - bibliotheekassistent houder zijn van : een diploma van het hoger secundair onderwijs en : — ofwel een « Akte van Bekwaamheid tot het houden van een Openbare Bibliotheek »; — ofwel een Bibliotheek-schooldiploma; — ofwel een bewijs dat men met goed gevolg de Initiatie in de Bibliotheek-, Documentatie- en Informatiekunde heeft gevolgd; * voor niveau B - assistent-dienstleider houder zijn van het einddiploma uitgereikt door een erkende instelling voor bibliotheekwetenschappen. 6. slagen in het voorgeschreven examen. Aan de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden moet voldaan zijn op 1 oktober 1999 voor bibliotheekassistent en assistent-dienstleider en op 1 november 1999 voor deskundige-controleur der werken. Evenwel in afwijking worden ook de laatstejaarsstudenten tot alle examens toegelaten. Geïnteresseerden kunnen zich richten tot de directie personeel, Sainctelettesquare 17, te 1000 Brussel, om de informatiebundels en de inschrijvingsformulieren aan te vragen. Inlichtingen kunnen verkregen worden bij Mevr. Nancy Moonens voor deskundige-controleur der werken (02/208 02 55) en bij Mevr. Annemie Troukens voor bibliotheekassistent en assistent-dienstleider (02/208 02 56). Uiterste inschrijvingsdatum (via aangetekend insturen van het inschrijvingsformulier) wordt verlengd tot en met 31 december 1999.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47451
UNIVERSITE CATHOLIQE DE LOUVAIN
PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS
Faculté des sciences
WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
Le recteur de l’Université Catholique de Louvain fait savoir que M. Didier Smets défendra publiquement sa dissertation pour l’obtention du grade de docteur en sciences le 24 février 2000, à 14 heures, local Cycl. 01, bâtiment M. de Hemptinne, à Louvain-la-Neuve. Titre de la dissertation : « A study of travelling waves in infinite lattices and of some nonlinear eigenvalue problems ». (20063)
UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES Faculté de droit M. Philippe Frumer, licencié en droit et licencié spécial en droit international de l’Université libre de Bruxelles, défendra publiquement le mercredi 15 décembre 1999, à 18 heures, au local H 1309, avenue Paul Héger 2, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat intitulée : « La renonciation aux droits et libertés dans le système de la convention européenne des droits de l’homme ». (20060)
Le recteur de l’Université Catholique de Louvain fait savoir que Mlle Salima Cherkani-Hassani défendra publiquement sa dissertation pour l’obtention du grade de docteur en sciences le vendredi 25 février 2000, à 15 heures, local Cycl. 01 (auditoire Ch. de la Vallée Poussin), bâtiment M. de Hemptinne, à Louvain-la-Neuve. Titre de la dissertation : « Etude expérimentale de l’ionisation par impact d’électrons des ions du nickel (NI9+, 9=10-15) ». (20064)
Faculté des sciences
Annonces − Aankondigingen M. Van Krieken, Michel (grade académique), défendra publiquement le mardi 21 décembre 1999, à 17 heures, au Forum C, Campus Plaine, sis boulevard du Triomphe, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat intitulée : « Contribution à l’étude de l’adsorption de l’uridine à l’interface électrochimique ». (20058)
SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN
Confiserie Leonidas, en abrégé : « Leonidas », société anonyme, boulevard Jules Graindor 41-43, 1070 Bruxelles (Anderlecht)
Institut de Pharmacie
R.C. Bruxelles 357943 − T.V.A. 407.824.919 Laboratoire de chimie analytique, instrumentale et de bioélectrochimie Professeur J.-M. Kauffmann
Assemblée générale extraordinaire
L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique de docteur en sciences pharmaceutiques de Mme Christine Petit aura lieu le jeudi 9 décembre 1999, à 17 heures, à l’auditoire E du Forum, Campus de la Plaine, boulevard du Triomphe, accès 2, 1050 Bruxelles.
MM. les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra le 24 décembre 1999, à 9 heures, au siège social de la société anonyme Confiserie Leonidas, en abrégé : « Leonidas », boulevard Jules Graindor 41-43, à 1070 Bruxelles (Anderlecht).
Mme Christine Petit présentera et défendra publiquement une dissertation originale intitulée : « Contribution à l’étude et au développement d’électrodes à pâte de carbone modifiée. Application à l’analyse de composés d’intérêt pharmaceutique », et une thèse annexe intitulée : « Il n’est possible de réduire la Bupivacaïne à l’électrode de mercure que sous forme adsorbée ». (20059)
Conformément à l’article 15 des statuts, MM. les actionnaires doivent avoir déposé septante-deux heures au moins avant l’assemblée, les actions au porteur pour lesquelles ils entendent prendre part au vote soit au siège social de la société anonyme Confiserie Leonidas, en abrégé : « Leonidas », soit à l’agence Karreveld de la société anonyme Génerale de Banque, chaussée de Gand 453, à 1080 Bruxelles, et ce exclusivement. La production d’un certificat de dépôt d’actions en tout autre endroit ne permettra pas d’assister à l’assemblée.
VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL
Ordre du jour :
Faculteit van de economische, sociale en politieke wetenschappen & Managementschool Solvay De openbare verdediging tot het bekomen van de wetenschappelijke graad van doctor in de toegepaste economische wetenschappen van de heer Bert Mosselmans zal plaatsvinden op vrijdag 17 december 1999, om 14 u. 30 m., Vrije Universiteit Brussel, lokaal G 020, Pleinlaan 2, 1050 Brussel. De heer Bert Mosselmans zal een proefschrift, getiteld : « From classical tot Neoclassical : The Economic Thought of William Stanley Jevons (1835-1882) and its Relation to his Ethics, Logic and Aesthetics » indienen en verdedigen. U wordt tot het bijwonen van de verdediging van dit proefschrift vriendelijk uitgenodigd. Prof. dr. J. Vilrokx, decaan.
(20062)
Vente de l’immeuble sis Kerkstraat 127-129, à 8370 Blankenberge. (31549)
Confiserie Leonidas, in het kort : « Leonidas », naamloze vennootschap, Jules Graindorlaan 41-43, 1070 Brussel H.R. Brussel 357943 − BTW 407.824.919 Buitengewone algemene vergadering De heren aandeelhouders worden verzocht deel te nemen aan de buitengewone algemene vergadering die zal gehouden worden op 24 december 1999, om 9 uur, op de maatschappelijke zetel van de naamloze vennootschap Confiserie Leonidas, in het kort : « Leonidas », Jules Graindorlaan 41-43, te 1070 Brussel (Anderlecht).
47452
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Overeenkomstig artikel 15 van de statuten moeten de heren aandeelhouders minstens tweeënzeventig uren vóór de vergadering de aandelen aan toonder waarvoor zij wensen aan de stemming deel te nemen, neergelegd hebben ofwel op de maatschappelijke zetel van de naamloze vennootschap Confiserie Leonidas, in het kort « Leonidas », hetzij bij het Agentschap Karreveld van de naamloze vennootschap Generale Bank, Gentsesteenweg 453, te 1080 Brussel, en dit met uitsluiting van alle andere. Voorleggen van een certificaat van neerlegging van aandelen op eender welke andere plaats zal niet toelaten aan de vergadering deel te nemen.
« Les Fibres textiles du Bilemont », société anonyme, en liquidation, rue du Bilemont 24, 7700 Mouscron
Dagorde :
R.C. Tournai 50890 − T.V.A. 401.261.977
Verkoop van het gebouw gevestigd Kerkstraat 127-129, te 8370 Blankenberge. (31549)
Société hôtelière Saint-Michel, société anonyme, rue de l’Amigo 1-3, 1000 Bruxelles R.C. Bruxelles 271574 − T.V.A. 402.883.659 Avis aux actionnaires — Convocation Les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale extraordinaire qui aura lieu le 24 décembre 1999, à 9 h 30 m, en l’étude du notaire Eric Levie, boulevard Lambermont 374, 1030 Schaerbeek.
De aandeelhouders worden verzocht, ten laatste vijf werkdagen vóór de buitengewone algemene vergadering, hun aandelen neer te leggen op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. De vennoten worden verzocht zich te voegen naar de statutaire bepalingen inzake deelname aan de algemene vergadering. (31551) De raad van bestuur.
Convocation : les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire des actionnaires qui se tiendra le 30 décembre 1999, à 9 heures, au siège de la société, avec l’ordre du jour suivant : 1. Rapport du commissaire pour la vérification. 2. Décharge au liquidateur. 3. Clôture de la liquidation. Pour assister à l’assemblée, les actionnaires sont priés de se conformer aux statuts. Le liquidateur. (31552) Slachthuizen en Markten van Anderlecht, naamloze vennootschap Maatschappelijke zetel : Ropsy-Chaudronstraat 24, 1070 Brussel H.R. Brussel 456869 − BTW 425.276.704
Ordre du jour : 1. Changement de la date de clôture de l’exercice social pour le faire commencer le 1er juillet de chaque année et pour le clôturer le 30 juin de chaque année. 2. Changement de la date de l’assemblée générale annuelle des actionnaires afin de la tenir le troisième mercredi du mois de novembre de chaque année, à 11 heures. 3. Adaptation des articles 30 et 39 des statuts en conformité avec les décisions susmentionnées.
De raad van bestuur van de N.V. Slachthuizen en Markten van Anderlecht heeft tijdens haar vergadering van 29 november 1999 beslist om zoals voorzien in artikel 44 van de statuten en overeenkomstig artikel 77ter van de vennootschapswet, een interimdividend te betalen van BEF 40 per aandeel van BEF 1 000. Dit interimdividend is betaalbaar vanaf 14 december 1999 tegen afgifte van coupon nr. 17 tijdens de kantooruren in de zetel van de vennootschap, Ropsy Chaudronstraat 24, te 1070 Anderlecht. (31648)
4. Décision concernant la coordination des statuts. 5. Divers.
Robin, naamloze vennootschap, Ernest Claesstraat 85, 3271 Scherpenheuvel-Zichem (Zichem)
Chaque actionnaire qui souhaite être présent ou se faire représenter à cette assemblée générale extraordinaire, doit déposer ses actions au plus tard le 19 décembre 1999, soit cinq jours francs avans la date fixée pour l’assemblée, au siège social de la société. Tout actionnaire pourra se faire représenter à l’assemblée par un mandataire qui est lui-même actionnaire et qui a le droit de vote à l’assemblée, ces procurations devront être déposées au siège social de la société au plus tard le 19 décembre 1999. (31550) Le conseil d’administration.
De aandeelhouders worden uitgenodigd op jaarvergadering op vrijdag 30/12/1999 om 20.00 uur op de maatschappelijke zetel. — Dagorde : 1. Bespreking van de jaarrekening. 2. Goedkeuring van de jaarrekening. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting van de bestuurders. 5. Allerlei. Zich richten naar de statuten. (49257)
« Willy Van Calsteren », naamloze vennootschap, Kerkhofstraat 6, 1800 Vilvoorde
″Vero Duco″, naamloze vennootschap, Handelsstraat 19, 8630 Veurne
H.R. Brussel 563685 − BTW 425.067.757
H.R. Veurne 36112 — BTW 456.974.225
Uitnodiging tot een buitengewone algemene vergadering
Daar de buitengewone algemene vergadering gehouden op maandag 6 december 1999 niet in getal was, zal een nieuwe buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders gehouden worden op vrijdag 24 december 1999, om 9 uur, op het kantoor van notaris Ludovic Du Faux te Moeskroen, Stationstraat 80, die geldig zal beraadslagen en beslissen welk ook het aantal vertegenwoordigd aandelen zal zijn :
De vennoten worden hierbij uitgenodigd tot deelname aan een buitengewone algemene vergadering van de vennootschap die zal gehouden worden op vrijdag 24 december 1999, te 8 uur, op het kantoor van notaris Dirk Luyten, te Mechelen, Liersesteenweg 182. Agenda : 1. Voorstel de jaarvergadering van de vennootschap die gehouden wordt op de eerste vrijdag van de maand maart van elk jaar te verplaatsen naar 24 december van ieder jaar, te 9 uur. 2. Goedkeuring van het resultaat van het boekjaar. 3. Bestemming van het resultaat van het boekjaar. 4. Decharge aan de bestuurders. 5. Ontslag en benoeming van bestuurders. 6. Varia. 7. Opdrachten aan de raad van bestuur.
H.R. Leuven 91645 — BTW 455176.854
1. Verhoging van het geplaatst kapitaal met één miljoen twee honderd éénenvijftig duizend vierenzeventig frank (1.251.074 BEF) om het te brengen van één miljoen twee honderd vijftig duizend frank (1.250.000 BEF) op twee miljoen vijfhonderd en één duizend vierenzeventig frank (2.501.074 BEF) te verwezenlijken door inlijving van de overgedragen winst zonder uitgifte van nieuwe aandelen maar met verhoging van de pari-waarde van de aandelen. 2. Uitdrukking van het kapitaal in euro, hetzij tweeënzestig duizend Euro (62.000 Euro). 3. Wijziging van het boekjaar dat voortaan zal beginnen op één oktober van elk jaar en afgesloten worden op dertig september van het daaropvolgende jaar. Bij wijze van overgangsmaatregel zal het lopende boekjaar, dat een aanvang heeft genomen op één januari negentienhonderd negenennegentig, afgesloten worden op dertig september tweeduizend. 4. Wijziging van de datum van de
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD jaarvergadering, die voortaan zal gehouden worden op de derde zaterdag van de maand maart om zestien uur en voor de eerste maal in het jaar tweeduizend en één. 5. Wijziging van de statuten om ze aan te passen aan de hiervoren genomen beslissingen. 6. Benoemingen. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar artikel 22 van de statuten. (49258)
De raad van bestuur.
47453
Immo RT, naamloze vennootschap, Groeningenlei 119, 2550 Kontich H.R. Antwerpen 269585 — BTW 437.048.247 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de gewone algemene vergadering, die zal gehouden worden op 27 december 1999, te 11 uur, op de maatschappelijke zetel der vennootschap. Agenda :
C.V.C., burgerlijke vennootschap onder de vorm van een naamloze vennootschap, Kasteelstraat 29a, 8500 Kortrijk Register van de burgerlijke vennootschappen die de vorm van een handelsvennootschap hebben aangenomen, Kortrijk, nr. 305
1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 30 juni 1999. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (85008)
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering van 31 december 1999, om 20 uur, op de zetel van de vennootschap, met als agenda : 1. Jaarverslag. 2. Goedkeuring jaarrekening per 30/09/1999. 3. Kwijting raad van bestuur. Om toegelaten te worden tot de jaarvergadering, zich schikken naar de statuten. (85005) De raad van bestuur.
Price & Quality, afkorting : P & Q, naamloze vennootschap, Wolvenstraat 18, 8500 Kortrijk H.R. Kortrijk 127455 — BTW 448.047.948 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering, die zal gehouden worden op 29 december 1999, te 14 uur, ten maatschappelijke zetel.
Boekbedrijf Uitgeverij Standing, naamloze vennootschap, Noord-Brabantlaan 6, 2300 Turnhout H.R. Turnhout 42259 — BTW 416.707.743 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de algemene vergadering, die zal gehouden worden op 27 december 1999, te 15 uur, ten maatschappelijke zetel. Agenda : 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur. Goedkeuring van de jaarrekening 1998-1999. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. Bestemming van het resultaat. Benoeming/herbenoeming bestuurders. Allerlei.
(85009)
Agenda : 1. Verslaggeving en beraadslaging inzake handeling beoogd door art. 60 Venn. Wet (tegenstrijdig belang). 2. Verslag van de raad van bestuur. 3. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 30 juni 1999. 4. Bezoldiging Bestuurders. 5. Bestemming van het resultaat.
Administrations publiques et Enseignement technique Openbare Besturen en Technisch Onderwijs
6. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 7. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (85006)
PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN
Resco, naamloze vennootschap, Mechelbaan 349, 2580 Putte
Provincie West-Vlaanderen
H.R. Mechelen 559706 — BTW 447.858.995
Financiën en personeel
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de algemene vergadering, die zal plaatshebben op 27 december 1999, te 19 uur. Dagorde :
1. één adjunct-adviseur in contractueel verband (contract onbepaalde duur) gebiedsgerichte werking op het vlak van cultuur (regio Zuid- en Midden-West-Vlaanderen) (m/v). Diploma van universitair onderwijs of van hoger onderwijs van het lange type gelijkgesteld met universitair onderwijs.
1. Toepassing art. 60 van de Vennootschappenwet. 2. Verslag van de raad van bestuur. 3. Goedkeuring van de jaarrekening met toewijzing van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders.
Drie jaar relevante en aantoonbare ervaring in de culturele sector. 2. één medewerker in statutair verband dienst overheidsopdrachten en patrimonium, sectie patrimonium (m/v) (2e verruimde oproep). Einddiploma secundair of daarmee gelijkgesteld onderwijs.
5. Ontslagen en benoemingen. 6. Allerlei. (Zich schikken naar art. 32 der statuten.)
De provincie West-Vlaanderen gaat bij vergelijkend examen over tot de aanwerving van :
(85007)
Drie jaar relevante en aantoonbare ervaring in de privé- en/of openbare sector op het vlak van administratief werk. Ervaring op het vlak van patrimoniaal beheer strekt tot aanbeveling.
47454
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden voor alle betrekkingen : de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;
Kandidaturen dienen aangetekend met afschrift diploma, bewijs van goed zedelijk gedrag en uitgebreid curriculum vitae gezonden te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Antwerpsestraat 44, 2850 Boom, ten laatste op de post afgegeven op 6 januari 2000. (31555)
een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de beoogde betrekking; de burgerlijke en politieke rechten genieten; lichamelijk geschikt zijn voor de beoogde betrekking; onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie (voor de tweede betrekking); voor de mannelijke kandidaten : aan de dienstplichtwetten voldoen. Bezoldigingsregeling (geïndexeerde brutobedragen op jaarbasis, exclusief reglementaire toelagen) : adjunct-adviseur : weddeschaal A1 (min. 1 021 522 - max. 1 606 642); medewerker : weddeschaal C1 (min. 664 355 - max. 1 078 815).
Volgende betrekking is te begeven voor de gemeentelijke vrijwillige brandweer : 1 betrekking van beroepskorporaal (mechanieker), bij wijze van aanwerving. Er is een werfreserve voorzien van twee jaar. Bijzondere aanwervingsvoorwaarden : diploma A3 automechanica of gelijkwaardig door ervaring (bewijs van vijf jaar beroepservaring); minimum de vereiste brevetten voor de graad van korporaal, uitgereikt in het kader van het door de provincie ingericht onderwijs inzake brandweer, en dit uiterlijk twee jaar na de indiensttreding; voldoen aan de medische eisen gesteld in het grondreglement van de brandweerdienst;
Wervingsreserves. Telkens worden er wervingsreserves van twee jaar aangelegd, die maximaal tweemaal met één jaar verlengd kunnen worden. Indienen van de kandidaturen. Een volledige functiebeschrijving, examenprogramma, aanvraag tot deelname-formulier en verdere informatie omtrent deze vacatures kan u aanvragen bij de dienst personeel, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge, bij Mevr. Astrid Decrock op het tel. 050/40 32 17 of op het faxnr. 050/40 31 24 (niet bereikbaar tussen 27 december 1999 en 3 januari 2000). Kandidaturen dienen, op aanvraag tot deelname-formulier en vergezeld van een uitgebreid curriculum vitae, gestuurd te worden aan de provincie West-Vlaanderen, t.a.v. dienst personeel, Provinciehuis Boeverbos, Koning Leopold III-laan 41, 8200 Brugge, uiterlijk op vrijdag 7 januari 2000. De postdatum geldt als bewijs van datum van inschrijving. Kandidaten die reeds eerder geldig inschreven voor de tweede vacature dienen hun kandidaatstelling niet te hernieuwen. De provincie West-Vlaanderen voert een gelijkekansenbeleid voor mannen en vrouwen. Vrouwen die belangstelling hebben voor deze functies worden uitgenodigd om te solliciteren. (31553)
uiterlijk zes maanden na de indiensttreding in de gemeente woonachtig zijn of binnen een straal van 5 km rond de kazerne; slagen in de fysische proeven. Deze proeven zijn eliminerend. Het volledig examenprogramma kan bekomen worden bij het gemeentebestuur van Boom, personeelsdienst, Antwerpsestraat 44, tel. 03/880 18 50. Kandidaturen dienen aangetekend met afschrift diploma, bewijs van goed zedelijk gedrag en uitgebreid curriculum vitae gezonden te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Antwerpsestraat 41, 2850 Boom, ten laatste op de post afgegeven op 31 december 1999. (31556) Stad Damme Tweede oproep Het college van burgemeester en schepenen maakt openverklaring van volgende voltijdse functie (38/38) bekend :
de
technisch medewerker gebouwen (diploma hoger secundair technisch onderwijs : bouwkunde of openbare werken + rijbewijs B). Er wordt een werfreserve van drie jaar aangelegd.
Gemeente Boom
Volgende betrekking is te begeven : 1 betrekking van administratieve medewerker (m/v), voor de personeelsdienst, bij wijze van aanwerving.
Uw kandidaatstelling, met curriculum vitae en een gewone kopie van de vereiste diploma’s, dient gericht aan het college van burgemeester en schepenen, Kasteelstraat 9, 8340 Moerkerke-Damme, en moet er uiterlijk op 14 januari 2000 toekomen. De volledige aanwervingsvoorwaarden zijn op eenvoudig verzoek te verkrijgen bij de dienst secretarie op tel. 050/50 08 94, binnenpost 16 of 55. (31557)
De volledige opgave van de voorwaarden kunnen bekomen worden bij het gemeentebestuur van Boom, personeelsdienst, Antwerpsestraat 44, tel. 03/880 18 50. Kandidaturen dienen aangetekend met afschrift diploma, bewijs van goed zedelijk gedrag en uitgebreid curriculum vitae gezonden te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Antwerpsestraat 44, 2850 Boom, ten laatste op de post afgegeven op 31 december 1999. (31554)
Stad Hoogstraten Het stadsbestuur van Hoogstraten zal overgaan tot aanwerving in volgende betrekking : 1 technisch assistent domeinverantwoordelijke De Mosten (D1-3). Tevens zal het stadsbestuur een werfreserve voor een periode van drie jaar aanleggen. Functiebeschrijving :
Volgende betrekking is te begeven : 1 betrekking van huisvestingsambtenaar/SIF-coördinator (m/v) (universitair diploma), bij wijze van aanwerving. De volledige opgave van de voorwaarden kunnen bekomen worden bij het gemeentebestuur van Boom, personeelsdienst, Antwerpsestraat 44, tel. 03/880 18 50.
De technisch assistent is, onder leiding van de sportdienst, verantwoordelijk voor de dagelijkse werking van ons recreatiecentrum De Mosten. Hij/zij waakt over de veiligheid en hygiëne voor de bezoekers. Dit betekent onder meer dat hij/zij zorg draagt voor de optimale werking van de technische installaties (pompen, speeltuigen) en de kwaliteit van het zwemwater in het oog houdt.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Hij/zij neemt zelfstandig initiatief bij problemen en blijft koelbloedig in een noodsituatie. In het voor- en naseizoen is hij/zij inzetbaar als redder en in de EHBO-post. Hij/zij onderhoudt het domein, zowel gebouwen als de groenaanplantingen, en bezit daartoe de nodige technische vaardigheden. Hij/zij is de aanspreekpersoon van de gebruikers op het domein. Hij/zij kan dan ook het publiek op klantvriendelijke wijze te woord staan en groepen ontvangen. In de zomermaanden ziet hij erop toe dat de jobstudenten deze taak naar behoren uitvoeren. Hij/zij werkt dan ook op onregelmatige tijdstippen.
47455
Slagen in een vergelijkend wervingsexamen. De voorwaarden en een gedetailleerde lijst van de te kennen leerstof kan u op eenvoudig verzoek bekomen op de personeelsdienst van de gemeente Lubbeek, Gellenberg 16, 3210 Lubbeek, tel. 016/36 99 34. Er wordt eveneens een wervingsreserve aangelegd met een geldigheidsduur van twee jaar. Als deze uitdaging u aanspreekt en u aan de gestelde profielvoorwaarden voldoet, stuur dan uw kandidatuurstelling aangetekend met curriculum vitae en een eensluidende kopie van uw diploma naar het college van burgemeester en schepenen, Gellenberg 21, 3210 Lubbeek, ten laatste op 14 januari 2000. (31559)
Algemene toelatings- en aanwervingsvoorwaarden : Gemeente Rotselaar
de betrekkingen zijn toegankelijk voor mannen en vrouwen; de burgerlijke en politieke rechten genieten; de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben; lichamelijk geschikt zijn; aan de dienstplichtwetten voldoen (voor de mannelijke kandidaten); slagen in een vergelijkend aanwervingsexamen. Bijzondere aanwervingsvoorwaarden :
Het gemeentebestuur van Rotselaar zal overgaan tot de aanwerving van 3 technisch assistenten. Tevens wordt er een wervingsreserve aangelegd gedurende drie jaar vanaf de datum waarop het proces-verbaal van het laatste examengedeelte is afgesloten. Voorwaarden :
houder zijn van een diploma of getuigschrift van drie jaar secundair of daarmee gelijkgesteld onderwijs, of houder zijn van een VDAB- of middenstandsopleiding;
van goed zedelijk gedrag zijn;
houder zijn van het hoger reddingsdiploma of dit behalen binnen het jaar na aanwerving, de jaarlijkse verplichte bijscholingen gevolgd hebben en bereid zijn deze verder te volgen.
aan de dienstplichtwetten voldaan hebben;
Wedde :
de burgerlijke en politieke rechten genieten;
lichamelijk geschikt worden verklaard door de geneeskundige dienst; slagen in een aanwervingsexamen;
De bruto aanvangswedde van een technisch assistent bedraagt : BEF 54 347 + BEF 2 950 haardvergoeding (gehuwd) of BEF 1 475 standplaatsvergoeding. Inlichtingen en kandidaatstelling : U kan zich kandidaat stellen door uw sollicitatiebrief : aangetekend te versturen, ofwel door deze af te geven tegen ontvangstbewijs op de personeelsdienst. Uw sollicitatiebrief richt u aan het college van burgemeester en schepenen, Vrijheid 149, te 2320 Hoogstraten. Bij deze brief voegt u een curriculum vitae en een kopie van het vereiste diploma. Uw sollicitatiebrief dient uiterlijk op 15 januari 2000 verzonden te worden. Bijkomende inlichtingen (functiebeschrijving, examenprogramma, weddeschalen,...) kan u bekomen op de personeelsdienst, tel. 03/340 19 65. (31558)
onderdaan zijn van een E.U.-lidstaat. Functieprofiel : Kennis : houder van een diploma A3 of gelijkwaardig diploma. Vaardigheden : taken verzorgd, snel en correct kunnen afwerken; cliëntvriendelijk en behulpzaam; kunnen overleggen en samenwerken; in teamverband kunnen werken. Attitudes : zin voor orde, hygiëne en netheid;
Gemeente Lubbeek Het gemeentebestuur van Lubbeek zal op korte termijn overgaan tot de aanwerving, in statutair verband, van een (m/v) halftijds archivaris, niveau B1-2-3. Aanvangsweddeschaal B1 : min. 685 000 en max. 922 000. Functie : als informatiebeheerder fungeren en ervoor zorgen dat het archief in goede en geordende staat wordt bewaard.
tactvol en respectvol. Vrouwen die belangstelling hebben voor deze functie worden uitdrukkelijk verzocht om te solliciteren. Indienen kandidaturen : De kandidaten die aan het examen willen deelnemen, moeten hun kandidaturen indienen door middel van een aangetekende brief gericht aan de heer A. Vandezande (personeelsdienst) van het gemeentebestuur 3110 Rotselaar, Provinciebaan 20.
Functieprofiel :
Bij de brief dienen de volgende stukken te worden bijgevoegd :
Burger zijn van de Europese Unie.
eensluidend verklaard afschrift van de vereiste diploma’s;
Ten minste 21 jaar oud.
bewijs van goed zedelijk gedrag (max. drie maand oud);
Van onberispelijk gedrag zijn.
curriculum vitae;
Lichamelijk geschikt zijn voor de uitoefening van de functie.
militiegetuigschrift.
De burgerlijke en politieke rechten bezitten.
Uiterste datum van inschrijving : 15 januari 2000.
Houder zijn van het diploma HOKT uitgereikt door een onderwijsinrichting voor bibliotheekwezen of documentaire informatiekunde of archivistiek.
Nadere inlichtingen (functiebeschrijving en examenprogramma) kunnen bekomen worden op het gemeentehuis, dienst personeel, tel. 016/44 14 40 of 016/44 51 64. (31560)
47456
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Koksijde Het O.C.M.W. van Koksijde wenst over te gaan tot de aanwerving van 2 halftijdse poetsvrouwen (mannen) in contractueel dienstverband (onbepaalde duur) voor de thuiszorgdienst poetsdienst. Taak : verrichten van het wekelijkse « normale » poetswerk aan huis bij cliënten (gezinnen, bejaarden en gehandicapten) die daar tijdelijk of blijvend niet meer zelf kunnen voor instaan.
Bedoelde formulieren kan men aanvragen bij hoger vermelde directie, tel. : UIA : 03/820 20 18. Bijkomende inlichtingen : Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij de decaan van de Faculteit medische en farmaceutische wetenschappen : prof. dr. D. Scheuermann, tel. 03/830 25 27. (31562)
De rector deelt mede dat er wordt overgegaan tot de vacantverklaring van :
Profiel : geen diploma vereist; de leeftijd van 18 jaar bereikt hebben; beschikken over de vereiste kennis, attitudes en vaardigheden. De kandidaturen moeten ten laatste op 31 december 1999 aangetekend verstuurd of tegen ontvangstbewijs worden afgegeven op de dienst personeel van het O.C.M.W., gemeentehuis Oostduinkerke, Leopold II-laan 2, 8670 Koksijde. Bijkomende inlichtingen zijn te bekomen op hetzelfde adres, tel. 058/51 60 11. (31561)
Departement politieke en sociale wetenschappen : een tijdelijk deeltijds ambt in het zelfstandig academisch personeel, omvattende een opdracht van onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening ten belope van 20 % van een voltijdse opdracht tot 30 september 2000 (eventueel verlengbaar tot 30 september 2001 in een aanstelling van 10 %) die, wat het onderwijs betreft voor het academiejaar 1999-2000, het opleidingsonderdeel « Persuasieve communicatie » (60 u.) omvat. Kandidatuurstelling :
Universitaire Instelling Antwerpen
Om zich kandidaat te stellen wordt men verzocht gebruik te maken van de verplichte sollicitatieformulieren en deze aangetekend of persoonlijk over te maken aan de Universitaire Instelling Antwerpen, directie personeel, Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen, vóór 31 januari 2000.
De rector deelt mede dat er wordt overgegaan tot de vacantverklaring van :
Bedoelde formulieren kan men aanvragen bij hoger vermelde directie, tel. UIA : 03/820 20 18.
Departement geneeskunde : Inzake pneumologie : een voltijdse functie aan UIA/UZA die inhoudt : onderwijs, onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening in de pneumologie en die twee samenhangende aanstellingen omvat : a) een ambt van lid van het zelfstandig academisch personeel (60 %) (minstens graad hoofddocent) met als opdracht : inzake onderwijs : het graduaat- en postgraduaat onderwijs van de longziekten : binnen het huidige curriculum geneeskunde (academiejaren 19992000 tot 2003-2004); binnen het nieuwe curriculum (vanaf academiejaar 2000-2001) : verantwoordelijkheid voor de coördinatie van de module « longen, luchtwegen, ademhaling », voor bijdragen in de multidisciplinaire modules, in de de capita selecta, de klinische opleiding, het doorstroomonderwijs en in het programma wetenschappelijke vorming; inzake onderzoek : leiding geven aan het onderzoek in de discipline en deelname aan interdisciplinair klinisch en biomedisch onderzoek; inzake wetenschappelijke dienstverlening : in het bijzonder het uitoefenen van de functie van diensthoofd (voltijds) in het Universitair Ziekenhuis, zoals onder b beschreven. b) een voltijdse betrekking van diensthoofd pneumologie in het Universitair Ziekenhuis. De kandidaat moet beantwoorden aan de voorwaarden van de functie van diensthoofd-ZAP in het Universitair Ziekenhuis in overeenstemming met de arbeidsvoorwaardenregeling van het ziekenhuis. De aanstelling gaat in op 1 oktober 2000. Kandidatuurstelling : Om zich kandidaat te stellen wordt men verzocht gebruik te maken van de verplichte sollicitatieformulieren en deze aangetekend of persoonlijk over te maken aan de Universitaire Instelling Antwerpen, directie personeel, Universiteitsplein 1, 2610 Antwerpen, vóór 31 januari 2000.
Bijkomende inlichtingen : Bijkomende inlichtingen kunnen bekomen worden bij de voorzitter van het departement : prof. R. Janvier, tel. 03/820 28 61. (31563)
Katholieke Vlaamse Hogeschool
De Katholieke Vlaamse Hogeschool is voor haar dienst informatica op zoek naar een medewerker programmeur-analist (m/v) opdrachtvolume 100 % (ref. KVH/ATP/99-00/2). De K.V.H. verstrekt onderwijs van academisch niveau. Zij leidt jongvolwassenen op tot bekwame vakmensen met een stevige wetenschappelijke achtergrond en een goede algemeen-menselijke en culturele vorming. De drie opleidingen : licentiaat vertaler en licentiaat tolk; gegradueerde in logopedie en audiologie; gegradueerde assistent in de psychologie, streven naar evenwicht tussen theorie en praktijk. De departementen en de administratie wordt ondersteund door een modern informaticasysteem met een vijftal servers onder windows NT en Novell, tele- en datacommunicatie, diverse databanken en administratieve toepassingen, studeercentra en een 350-tal pc’s. Periode van aanstelling : Onmiddellijke indiensttreding met contract van bepaalde duur dat verlengbaar is. Voor deze functie wordt onderstaande vooropleiding en kennis of uitgesproken interesse verondersteld : Actuele en degelijke kennis of aanwijsbare interesse inzake het gebruik van en toepassingsontwikkeling onder MS Office 98 (end-user en geavanceerd niveau). Kennis en/of ervaring in het ontwikkelen van database-applicaties (eventueel ondersteund door MS SQL, MS Visual Basic) en programmalogica.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Inzake vooropleiding voldoen aan één van onderstaande vereisten : een diploma van gegradueerde in de informatica, multimedia en communicatietechnologie; een diploma van gegradueerde in communicatiebeheer, bedrijfscommunicatie; een diploma van gegradueerde in de elektronica; een kandidaatsdiploma van een universiteit of hogeschool of polytechnische school, gecombineerd met ervaring op één of meer vermelde gebieden; een getuigschrift van hoger secundair onderwijs, gecombineerd met een recente opleiding programmeren of gelijkaardig van VDAB, CMO of CEVORA en de bereidheid om het officieel diploma te halen van programmeur. Gevraagde persoonlijke vaardigheden : u heeft een « goed oor »; u denkt analytisch; u werkt spontaan en graag in teamverband; u bent bereid uw kennis permanent te actualiseren.
47457
Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Schoten Statutaire aanwerving en samenstelling wervingsreserve voor volgende functies : hoofdverpleegkundige; hoofdmaatschappelijk werk(st)er; gezinszorg en kinderopvang. Contractuele aanwerving voor onbepaalde duur en samenstelling wervingsreserve voor volgende functies : maatschappelijk werk(st)er maatschappelijke dienstverlening; bejaardenverzorg(st)ers (halftijds). De inschrijvingen moeten uiterlijk op 21 januari 2000 ingekomen zijn met een gewone kopie van het vereiste diploma op volgend adres : O.C.M.W. van Schoten, Verbertstraat 27, 2900 Schoten. Inschrijvingsformulieren en voorwaarden kunnen daar bekomen worden. Voor alle informatie : tel. 03/680 12 05 (personeelsdienst).
(31650)
Indienen van uw kandidatuur : Schriftelijke gemotiveerde sollicitaties met curriculum vitae en vermelding van het referentienummer dienen uiterlijk op vrijdag 14 januari 2000 toe te komen op het onderstaande adres : Katholieke Vlaamse Hogeschool, aan de heer Ph. Michiels, algemeen directeur, Jozef De Bomstraat 11, 2018 Antwerpen. (31564) Katholieke Universiteit Leuven Voor de Faculteit wetenschappen, departement scheikunde, afdeling fotochemie en spectroscopie zoeken wij een technisch medewerker (m/v), VB/D/99/57/W. Doel van de functie : Zorgen voor het probleemloos functioneren van opstellingen voor fluorescentiemetingen. Opdrachten. Beheren van de lasersystemen. Afregelen en troubleshooting van laserapparatuur. Ontwikkelen van software voor aansturing van meetapparatuur. Ontwikkelen van meetapparatuur voor wetenschappelijke doeleinden. Onderhouden van het afdelingsnetwerk. Profiel : Kandidaten bezitten minstens een diploma hoger onderwijs korte type, bij voorkeur richting elektronica of mechanica. Een goede kennis van informatica en netwerken is een pluspunt. Wegens het internationaal karakter van de afdeling, strekt een goede kennis van het Engels tot aanbeveling. Selectieproeven : Preselectie op basis van elementen uit het profiel. Proeven en/of interviews in verband met bovengenoemde taken. Wij bieden een voltijdse tewerkstelling voor onbepaalde duur. Naargelang van kwalificaties en/of ervaring van de kandidaat situeert het salaris zich op het niveau graad 4 of 5. Hoe solliciteren ? Interesse ? Stuur dan uw gemotiveerde sollicitatie met curriculum vitae naar de Personeelsdienst ATP, ter attentie van Diane Serré, personeelsconsulent, Willem de Croylaan 54, te 3001 Heverlee, tel. 016/32 20 27, fax 016/32 29 98, e-mail: Diane.Serré@pers.kuleuven.ac.be. De kandidaturen moeten binnen zijn op de Personeelsdienst ATP, uiterlijk op 3 januari 2000. (31649)
Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen
Met ùw energiek talent mag u de boot van het nieuwe millenium niet missen. Onze medewerkers weten dat je in de haven van aanpakken moet weten, want als overheidsbedrijf sta je, hier wellicht meer dan elders, in het centrum van de commerciële activiteit. De rol die het autonoom gemeentelijk havenbedrijf Antwerpen hierin speelt is enorm. Wij staan borg voor een vlot verkeer in de haven, wij innen de liggelden van de schepen, wij verlenen de concessies aan de bedrijven,... En dat is lang niet alles, want binnen het havenbedrijf leeft een razend interessante technische bedrijvigheid : wij baggeren de dokken, wij slepen voor eigen rekening, wij leveren elektriciteit, wij bemannen en onderhouden de sluizen en bruggen,... U ziet een hele wereld apart. Wilt u hierin een verantwoordelijkheid nemen ? Dan hebben we voor u volgende functie (m/v) vacant : Lasser. Uw uitdaging : U staat in voor het uitvoeren van las- en branderswerk bij onderhouds- en herstellingswerken. Dit werk omvat onder meer (hoogte)werk aan onze eigen vloot en kunstwerken. U werkt zelfstandig en kunt plans lezen en interpreteren. Uw profiel : u bent technisch onderlegt; u kunt zelfstandig, maar ook goed in teamverband werken; u kunt praktisch, vooruitziend en oplossingsgericht werken; u kunt zeer accuraat werken en stelt hoge eisen aan het eigen werk. Wij bieden : een gevarieerde en uitdagende job; werk in vast dienstverband; een aantrekkelijke wedde. Hoe solliciteren ? Tot 27 december 1999 kunt u zich inschrijven voor de vergelijkende selectieprocedure. De formulieren hiervoor bekomt u bij de personeelsdienst van het gemeentelijk havenbedrijf, Havenhuis, Entrepotkaai 1, 2000 Antwerpen, tel. 03/205 21 99 - 205 22 79 - 205 22 85, e-mail :
[email protected]. De formulieren zijn ook beschikbaar in de districtshuizen en wijkkantoren van de stad Antwerpen, de VDAB-kantoren in de regio Antwerpen, aan de infobalie van het stadhuis en in de infowinkel, Grote Markt 40, 2000 Antwerpen. Het gemeentelijk havenbedrijf haalt aanpakkers met verantwoordelijkheidszin aan boord. (31651)
47458
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du premier canton de Huy
Actes judiciaires et extraits de jugements
Suite à la requête déposée le 16 novembre 1999, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Huy rendue le 22 novembre 1999, Mme Belaire, Laure, née le 29 mars 1916 à Evelette, domiciliée rue Malhavez 5, à 4500 Huy, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mme Belaire, Yvette, née le 19 avril 1935 à Goesnes, retraitée, domiciliée rue Malhavez 5, à 4500 Huy.
Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien-Gautot, Liliane. (67847) Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jodoigne rendue en date du 7 décembre 1999, la nommée Matthys, Marie-Elise, née à Attenhoven le 20 mars 1922, domiciliée et résidant actuellement à Hélécine, rue du Pont-Neuf 58, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Defour, Anne, avocat, domiciliée rue des Gotteaux 36, à 1370 Jodoigne.
Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder
Jodoigne, le 7 décembre 1999.
Justice de paix du canton de Fontaine-l’Evêque
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Kinnard, Armand. (67848)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Fontaine-l’Evêque en date du 1er décembre 1999, le nommé Legrand, Alain, né à Charleroi le 11 janvier 1952, domicilié à 6180 Courcelles, rue Wartonlieu 64, résidant et se trouvant actuellement à 6142 Leernes, rue Marcq 7, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Campagne, Germaine, sans profession, domiciliée à 6142 Leernes, rue Marcq 7. Pour extrait Métillon.
conforme :
le
greffier
adjoint,
Justice de paix du canton de Jodoigne
(signé)
Martine (67844)
Justice de paix du deuxième canton de Liège
Suite à la requête déposée le 12 novembre 1999, par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège rendue le 6 décembre 1999, Mme Vuidar, Céline, née le 21 octobre 1918 à Louveigné, veuve, domiciliée Vieille Voie de Tongres 225, à 4000 Liège, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Mlle Decroissant, Marie Martine Lambertine, née le 22 septembre 1953 à Rocourt, professeur, célibataire, domiciliée Vieille Voie de Tongres 225, à 4000 Liège. Pour extrait conforme : le rédacteur délégué greffier adjoint, (signé) Defays, Hannelore. (67849)
Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne Justice de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean Suite à la requête déposée le 27 octobre 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne rendue le 19 novembre 1999, Mme Terwaigne, Marthe, née le 28 juin 1911 à Liège, domiciliée rue Hector Denis 89/2, à 4460 Grâce-Hollogne, résidant à la résidence « La Boisellerie », rue Ed. Remouchamps 51, à 4460 Grâce-Hollogne, a été déclarée incapable de gérer ses beins et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Libens, Léon, domicilié rue Gilot 2, à 4280 Hannut. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dosseray, Simon. (67845)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Molenbeek-Saint-Jean en date du 6 décembre 1999, la nommée Nevens, Adela Yvonna, née le 6 juin 1911 à Molenbeek-Saint-Jean, domiciliée à Molenbeek-Saint-Jean, boulevard Louis Mettewie 46, résidant actuellement au home Korenbeek, rue Korenbeek 108, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Bambust, Denise, sans profession, domiciliée à Molenbeek-Saint-Jean, boulevard Louis Mettewie 46/4. Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint-délégué, (signé) Iris Denayer. (67851)
Justice de paix du canton de Saint-Hubert Suite à la requête inscrite le 2 novembre 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne rendue le 19 novembre 1999, Mme Filippini, Véronique, née le 11 mai 1968 à Seraing, domiciliée rue de la Collectivité 105, à 4100 Seraing, résidant à la résidence « Blés d’Or », rue Jean Jaurès 12, à 4460 Grâce-Hollogne, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Pirotte, Jacqueline, domiciliée Thier des Trixhes 185, à 4400 Flémalle. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) Dosseray, Simon. (67846)
Suite à la requête déposée le 19 novembre 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Hubert rendue le 9 décembre 1999, Mme Lejeune, Josiane, née le 28 juin 1949, domiciliée rue de Mayavaux 18, 6870 Vesqueville, résidant rue du Thiers 34, à 6870 SaintHubert, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Daniel Henneaux, avocat, rue du Mont 16, 6870 Saint-Hubert. Pour extrait conforme : la greffière en chef, (signé) Mathieu, Hélène. (67852)
47459
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Seraing
Vredegerecht van het kanton Beringen
Suite à la requête déposée le 24 novembre 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Seraing rendue le mercredi 1er décembre 1999, Pirlet, Germaine Maria, de nationalité belge, née le 30 juillet 1909 à Seraing, pensionnée, célibataire, domiciliée rue Renaud Strivay 29, à 4100 Seraing, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’une administratrice provisoire en la personne de Me Xharde, Annick, avocate, juge de paix suppléant du canton de Seraing, dont les bureaux sont établis rue Colard Trouillet 45-47, à 4100 Seraing.
Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het kanton Beringen, verleend op 1 december 1999, werd Mevr. Heyligen, Maria Eugenia, geboren te Koersel op 21 augustus 1910, wonende te 3582 Beringen, Albert I-laan 3, verblijvende te 3582 Beringen, Laakstraat 20, Residentie Karen, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Mertens, Jacqueline Elisabeth, gepensioneerde lerares, wonende te 2440 Geel, Retieseweg 90. Beringen, 8 december 1999. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) R. De Ridder. (67856)
Extrait conforme de (Rép. n° 3830/1999) :
l’ordonnance
du
1er
décembre
1999
« Constatons que Mme Pirlet, Germaine Maria, de nationalité belge, célibataire, née à Seraing le 30 juillet 1909, domiciliée à 4100 Seraing, rue Renaud Strivay 29, n’est pas apte à assurer la gestion de ses biens. Disons toutefois qu’elle pourra percevoir seule le montant de la pension de retraite mensuelle, lui versée par l’Office national des Pensions, Tour du Midi, à Bruxelles, d’un montant de 32 100 francs et l’affecter à ses besoins journaliers. Désignons Me Annick Xharde, avocat, juge suppléant, dont les bureaux sont établis à 4100 Seraing, rue C. Trouillet 47, en qualité d’administrateur provisoire, avec les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c, du Code civil. Ordonnons la publication du dispositif qui précède au Moniteur belge. » Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Fouarge, JeanMarie. (67853)
Justice de paix du canton de Tubize
Bij beschikking van Mevr. de vrederechter van het kanton Beringen, verleend op 1 december 1999, werd Mevr. Diepvents, Maria Helena, geboren te Paal op 15 november 1919, wonende te 3550 HeusdenZolder, Noordberm 18, doch verblijvende te 3550 Heusden-Zolder, Ringlaan 40-42, Rusthuis Bloemelingen, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Eerdekens, Willy, gepensioneerde, wonende te 3550 Heusden-Zolder, Noordberm 18. Beringen, 8 december 1999. Voor eensluidend uittreksel : Ridder.
de
hoofdgriffier,
(get.)
R. De (67857)
Vredegerecht van het kanton Beveren-Waas
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Beveren-Waas, verleend op 1 december 1999, werd Mevr. Meervis, Floranda, geboren te Clinge-Zeeland (Nederland) op 19 februari 1906, wonende te 9120 Beveren-Waas, Oude Zandstraat 98, rusthuis De Notelaar, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Dam, Leslie, advocaat, wonende te 9120 Beveren-Waas, Pastoor Steenssensstraat 88. Beveren-Waas, 8 december 1999. Voor eensluidend uittreksel : de e.a. adjunct-griffier, (get.) Maurice Van Mulders. (67858)
Suite à la requête déposée le 29 octobre 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Tubize en date du 3 décembre 1999, le nommé Jules Hunaerts, né à Wauthier-Braine le 24 mai 1930, domicilié à 1440 Braine-le-Château (Wauthier-Braine), place de Noucelles 3, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Me Corinne Malgaud, avocat, dont le cabinet est sis avenue de la Toison d’Or 77/7, à 1060 Bruxelles. Pour extrait conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Lambert, Sylvianne. (67854)
Vredegerecht van het derde kanton Brugge
Beschikking d.d. 8 december 1999. Verklaart Polizzi, Luigia, geboren op 17 mei 1952, wonende te 8300 Knokke-Heist, Lippenslaan 135/1, verblijvende A.Z. O.L.-Vrouw Ter Linden, Graaf Jansdijk 162, te 8300 Knokke-Heist, niet in staat zelf haar goederen te beheren. Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : Decoster, Christiane, advocaat, wonende te 8300 Knokke-Heist, Nieuwstraat 55. Brugge, 9 december 1999. De adjunct-griffier, (get.) Gysen, Patrick.
(67859)
Vredegerecht van het eerste kanton Antwerpen Vredegerecht van het eerste kanton Gent Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Antwerpen, verleend op 3 december 1999, werd Offeciers, Jozef, geboren te Antwerpen op 22 juni 1946, wonende te 2060 Antwerpen, Halenstraat 51, opgenomen in de instelling A.Z. Stuivenberg, Lange Beeldekensstraat 267, te 2060 Antwerpen, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Blanckaert, Pierre, advocaat, kantoorhoudende te 2018 Antwerpen-1. Antwerpen, 9 december 1999. De griffier, (get.) Braeken, Godelieve.
(67855)
Gelet op het verzoekschrift d.d. 2 december 1999, ter griffie neergelegd, werd bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 3 december 1999, werd Freddy Dhondt, geboren te Gent op 18 december 1957, wonende te 9000 Gent, Berouw 27, doch verblijvende in het P.C. Dr. Guislain, Campus Sint-Alfons, te 9000 Gent, Sint-Juliaanstraat 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Johan De Vriendt, advocaat te 9000 Gent, Hogeweg 62. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) J. Iterbeke. (67860)
47460
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Gelet op het verzoekschrift d.d. 15 november 1999, ter griffie neergelegd, werd bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton Gent, verleend op 26 november 1999, Marc de la Rivière, mindervalide, geboren te Gent op 24 augustus 1978, momenteel verblijvende in het P.C. Dr. Guislain, afdeling OPM De Steiger, te 9000 Gent, Sint-Juliaanstraat 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Marleen Peeraer, advocaat te 9000 Gent, Kortrijksesteenweg 977. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) J. Iterbeke. (67861)
Vredegerecht van het zesde kanton Gent
Vredegerecht van het kanton Zandhoven
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zandhoven, verleend op 9 december 1999, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 29 november 1999, werd aan Mevr. Van Doninck, Maria Catharina, geboren te Rijkevorsel op 13 maart 1912, weduwe van Meeusen, Carolus, gepensioneerde, gedomicilieerd en verblijvende te 2390 Westmalle-Malle, Verpleeginrichting De Dennen, Nooitrust 18, als voorlopig bewindvoerder toegevoegd : haar zoon, Meeusen, August Leopold, leraar, geboren te Westmalle op 8 mei 1940, en wonende te 2390 Malle, Zeepakker 17. Zandhoven, 9 december 1999. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Willy Van Thielen. (67866)
Bij beschikking van de vrederechter van het zesde kanton Gent, verleend op 9 december 1999, werd De Mulder, Sonja, geboren te Gent op 25 mei 1980, wonende en verblijvende te 9820 Merelbeke, Spookhofstraat 6, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Loore, Mieke, Spookhofstraat 6, 9820 Merelbeke. Voor eensluidend R. Hantson.
afschrift :
de
hoofdgriffier,
Vredegerecht van het kanton Maasmechelen
(get.) (67862)
Vredegerecht van het kanton Herentals
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Herentals, Victor Gysemberg, verleend op 1 december 1999, werd Smolders, Joanna Christina Louisa, geboren te Herentals op 19 februari 1925, verblijvende R.V.T. Sint-Anna, Vorselaarsebaan 1, 2200 Herentals, gedomicilieerd te 2200 Herentals, Koppelandstraat 29, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vissers, Suzy, huisvrouw, Sint-Jobstraat 248, 2200 Herentals. Herentals, 9 december 1999. Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) Jan Smets. (67863)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maasmechelen, d.d. 1 december 1999, verleend op verzoekschrift d.d. 28 oktober 1999, neergelegd ter griffie d.d. 4 november 1999, werd Siuta, Janina, geboren op 29 augustus 1916, verblijvende en gedomicilieerd R.V.T. Vilain XIIII, Dreef 148, te 3630 Leut-Maasmechelen, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Cardinaels, Guido, ontvanger O.C.M.W. Maasmechelen, Langstraat 31, 3630 Maasmechelen. Voor eensluidend R. Coun.
uittreksel :
de
adjunct-griffier,
(get.) (67850)
Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind
Justice de paix du premier canton d’Anderlecht Vredegerecht van het kanton Izegem
Bij beschikking van de heer vrederechter van het kanton Izegem, verleend op 26 november 1999, werd Lapeirre, Magdalena, geboren te Izegem op 5 januari 1938, wonende te 8870 Izegem, Schoonveldestraat 6, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Lapeirre, Denisa, geboren op 27 februari 1930, wonende te 1860 Meise, Vilvoordse Steenweg 32. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) F. Duthoo.
(67864)
Par ordonnance du juge de paix du premier canton d’Anderlecht en date du 7 décembre 1999, il a été mis fin au mandat de Dierickx, Eric, avocat et juge de paix suppléant, bureaux à 1070 Bruxelles (Anderlecht), rue Georges Moreau 160, en sa qualité d’administrateur provisoire de Mendolia, Gerlando, né à Favara (Italie) le 6 février 1924, domicilié à 1070 Bruxelles (Anderlecht), rue Raphaël 36, décédé à Anderlecht le 21 novembre 1999. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Luc Vandyck. (67867)
Vredegerecht van het eerste kanton Sint-Niklaas Justice de paix du huitième canton de Bruxelles Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton SintNiklaas, verleend op 9 december 1999, werd Amelinckx, Juliaan Edmond, geboren te Temse op 26 september 1916, wonende te 9140 Temse, Kardinaal Cardijnlaan 62, verblijvende A.Z. Maria Middelares - Campus De Pelikaan, Gasthuisstraat 5, te 9140 Temse, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van Assche, Maria José, wonende te 9140 Temse, Kard. Cardijnlaan 62. Sint-Niklaas, 9 december 1999. Voor eensluidend Moonen.
afschrift :
de
hoofdgriffier,
(get.)
Fanny (67865)
Par ordonnance du juge de paix du huitième canton de Bruxelles rendue en date du 7 décembre 1999, il a été mis fin au mandat de Me De Visscher, Noëlle, avocate, domiciliée à 1000 Bruxelles, rue de Wynants 23, en sa qualité d’administrateur provisoire de Mme Bogaerts, Agnès Elisabeth, née à Bruxelles le 6 août 1903, domiciliée à 1020 Bruxelles, rue Jean-Baptiste Depaire 123, décédée le 22 octobre 1999 à Bruxelles. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Alfons Philips. (67868)
47461
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à cette personne protégée, à savoir : Clerin, Bruno, avocat, domicilié à 5100 Namur (Jambes), boulevard de la Meuse 65.
Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne
Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne, il a été constaté que la mission de Mme Vandermeulen, Annie, domiciliée à 4430 Ans, rue de la Station 71/21, désignée en qualité d’administrateur provisoire, en date du 3 février 1995, de Mme Munnix, Mariette, née à Romsée le 19 avril 1905, pensionnée, demeurant à la maison de repos « Les Jardins de Jeanne », rue Chaussée 36, à 4342 Hognoul, a pris fin, par suite du décès de celle-ci, survenu à Saint-Nicolas le 6 septembre 1999. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) S. Dosseray. (67869)
Justice de paix du deuxième canton de Liège
Pour extrait Watelet.
conforme :
le
greffier
en
chef,
(signé) Paul (67872)
Justice de paix du canton de Grâce-Hollogne
Par ordonnance du juge de paix du canton de Grâce-Hollogne en date du vendredi 12 novembre 1999, il a été procédé à la désignation de Me Vincent Sauvage, avocat à 4020 Liège, quai Godefroid Kurth 12, en qualité d’administrateur provisoire des biens de M. Borraccino, Pasquale, né à Pisticci (Italie) le 4 janvier 1927, domicilié à 4460 GrâceHollogne, rue Mathieu de Lexhy 148, en remplacement de Me Spadazzi, S.L., avocat à 4460 Grâce-Hollogne, rue J. Heusdens 55, désignée par notre ordonnance du 10 octobre 1995. Pour extrait conforme : le greffier adjoint, (signé) S. Dosseray. (67873)
Par ordonnance du juge de paix du deuxième canton de Liège du 8 décembre 1999 : il a été constaté que la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 16 novembre 1999 a pris fin suite au décès de M. Boca, Roger, né le 12 février 1924, domicilié rue Marcel Thiry 40, à 4000 Liège; il a été mis fin, en conséquence, après dépôt d’un rapport de gestion, à la mission de son administrateur provisoire : Mme Maffeis, Romilda, née le 31 juillet 1922, mariée, domiciliée quai de Rome 61/31, à 4000 Liège. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gillis, Monique.
(67870)
Par ordonnance rendue le 7 décembre 1999, rep. 2796, le juge de paix de Woluwe-Saint-Pierre : déclare que Me Bernadette Losseau, ayant ses bureaux à 1150 Bruxelles, avenue de Wavrans 17, désignée par ordonnance de M. le juge de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre en date du 13 mai 1999, rep. 1312, comme administrateur provisoire des biens de M. Dominique Dewez, né le 9 février 1957, domicilié à Woluwe-SaintPierre, avenue Sainte-Alix 31, est déchargé de sa mission; désigne comme nouvel administrateur provisoire des biens de M. Dominique Dewez, préqualifié, Me Christine De Bock, avocat, ayant son cabinet à 1160 Bruxelles, boulevard du Souverain 144/33.
Vredegerecht van het kanton Brasschaat
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 9 december 1999, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van Mr. Johan Van Steenwinkel, advocaat, kantoorhoudende te 2020 Antwerpen, Jan Van Rijswijcklaan 164, over de goederen van Knane, Jeanette, geboren te Kasrshirin op 17 november 1951, verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Bethanië, Andreas Vesaliuslaan 39, te 2980 Sint-Antonius-Zoersel. Brasschaat, 9 december 1999. De hoofdgriffier, (get.) Ooms-Schrijvers, Maria.
Justice de paix du canton de Woluwe-Saint-Pierre
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Georges Stevens. (67874)
Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek
(67871) Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder
Justice de paix du canton de Fosses-la-Ville
Par ordonnance du 8 décembre 1999 de Mme Joëlle Deloge, juge de paix du canton de Fosses-la-Ville, il a été mis fin au mandat de Wittmann, Anne, avocat, domiciliée à 5100 Wépion (Namur), chaussée de Dinant 747, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Bancu, Robert, né à Aiseau le 20 août 1918, domicilié et résidant actuellement à 5060 Sambreville (Tamines), rue de l’Enseignement 3.
Bij akte verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 8 december 1999, heeft notaris Karel Vanbeylen, te Zwevezele, handelend als gevolmachtigde van Mevr. Vancayseele, Christa Elza Julia, huisvrouw, geboren te Roeselare op 29 augustus 1968, weduwe van de heer Meerschaert, Dirk, wonend te Ardooie, Fabrieksstraat 6, handelend op het haar beurt als wettelijke voogd van haar minderjarige kinderen, jongeheer Meerschaert, Jasper Sven Bjorn, geboren te Roeselare op 10 augustus 1933, ongehuwd, wonend te Ardooie, Fabrieksstraat 6, en Mej. Meerschaert, Lieselot Lore Ellen, geboren te Roeselare op 29 mei 1998, ongehuwd, wonend te Ardooie, Fabrieksstraat 6, verklaard de nalatenschap te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving van wijlen de heer Meerschaert, Dirk Geert, in leven bediende, geboren te Roeselare op 18 juni 1967, echtgenoot van Mevr. Vancayseele, Christa, laatstwonend te Ardooie, Fabrieksstraat 6, en overleden te Ardooie op 20 september 1999.
47462
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, bij aangetekend schrijven te richten aan notaris Vanbeylen, te Zwevezele, Lichterveldestraat 72, hun rechten te doen kennen binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad. Wingene (Zwevezele), 8 december 1999. Namens de moeder voogd, (get.) Karel Vanbeylen, notaris te Zwevezele. (31565)
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 3 december 1999, heeft Robert Weyne, wonende te 8300 Knokke-Heist, M. Maeterlincklaan 26, woonst kiezend op het kantoor van Mr. Pierre De Maesschalck, notaris te 8400 Oostende, Prinses Stefanieplein 35-37, handelend als gevolmachtigde van : 1. Willaert, Oscar Theophile, geboren te Bredene op 15 april 1925, en zijn echtgenote, Goes, Eliane Angèle, geboren te Oostende op 14 juli 1928, samenwonende te 8400 Oostende, Stuiverstraat 366, beiden handelend in eigen naam; 2. Willaert, Maria Irma, geboren te Oostende op 3 september 1954, wonende te 8600 Leke, Schorestraat 38, handelend in eigen naam, verklaard onder voorrecht van boedelbeschrijving, de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Willaert, Leo Willem Maurice, geboren te Oostende op 7 februari 1960, in leven ongehuwd, laatst wonende te 8470 Gistel, Nieuwpoortsesteenweg 84, en overleden te Gistel op 22 oktober 1999. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van Mr. Pierre De Maesschalck, voornoemd. Brugge, 9 december 1999. De hoofdgriffier, (get.) G. De Zutter.
(31566)
Bij akte, verleden ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, op 9 december 1999, heeft Mr. J. Haentjens, advocaat te 9160 Lokeren, Knokkestraat 33, handelend als gevolmachtigde van : Van Geertruyde, Marleen Albert, wonende te 9160 LokerenEksaarde, Rechtstraat 390, handelend in haar hoedanigheid van moeder, wettige voogdes, hiertoe gemachtigd bij beschikking d.d. 24 maart 1999, van de vrederechter van het kanton Lokeren, over de bij haar inwonende minderjarige kinderen, zijnde : Van Landschoot, Stéphanie Ria Alfons, geboren te Lokeren op 29 oktober 1988, en Jos
Betty,
geboren
te
Lokeren
op
De comparant verklaart ons, handelend in zijn gezegde hoedanigheid, onder voorrecht van boedelbeschrijving de nalatenschap te aanvaarden van wijlen Van Landschoot, Freddy Maurice Maria, geboren te Lokeren op 26 november 1950, in leven laatst wonende te 9160 Eksaarde, Rechtstraat 316, en overleden te Londen (Groot-Brittannië) op 22 december 1998. De schuldeisers en legatarissen worden verzocht, binnen de drie maanden te rekenen van de datum van opneming in het Belgisch Staatsblad, hun recht bij aangetekend schrijven te doen kennen ter studie van Mr. P. De Brabander, ter standplaats te 9160 Lokeren, Eksaarde-Dorp 84. Dendermonde, 9 december 1999. De griffier-hoofd van dienst, (get.) A. Pauwels.
1. Payot, Mariette Francine Clara, ouvrière, née à Liège le 16 septembre 1957, domiciliée Grand-Rue 111, à 6747 Châtillon, agissant en sa qualité de mère et de tutrice légale de son enfant mineur :
Noel, David, étudiant, né à Arlon le 3 mai 1979, sans domicile déclaré; 2. Noel, Bruno Louis, ouvrier, né à Arlon le 2 février 1967, domicilié rue des Tilleuls 37, à 6700 Stockem, en son nom personnel, lesquels comparants ont, la première au nom de son enfant mineur et au nom de son mandant, le second en nom personnel, déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Noel, René José, né à Tontelange le 22 avril 1957, en son vivant domicilié Metzert 7, à 6717 Attert, décédé à Attert le 6 mai 1999. Dont acte dressé sur réquisition expresse des comparants qu’après lecture faite, ils ont signé avec nous, greffier. Les créanciers et légataires éventuels de ladite défunte sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Umbreit, Jean-Pierre, notaire, route de Bastogne 359, à 6700 Arlon (Bonnert). Arlon, le 9 décembre 1999. Le greffier, (signé) I. Gobert. (31568)
Tribunal de première instance de Bruxelles Suivant acte n° 99-1909 passé au greffe du tribunal de première instance de Bruxelles le 9 décembre 1999 : M. Declercq, Birger, domicilié à 8730 Beernem, Elzenstraat 13, agissant en sa qualité de mandataire en vertu de deux procurations sous seing privé : la 1re datée du 26 novembre 1999, et donnée par Mme Anne-Marie Jeanne Louise Alpaerts, née à Bruxelles le 13 juin 1942, domiciliée à Meise, Potaerdestraat 14;
Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde
Mike
L’an mil neuf cent nonante-neuf, le neuf décembre, au greffe du tribunal de première instance d’Arlon et par-devant nous, I. Gobert, greffier, ont comparu :
Noel, Manuel Albert Bruno, né à Arlon le 24 février 1983, ce en vertu d’une délibération du conseil de famille tenu devant Mme le juge de paix du canton d’Arlon le 8 décembre 1999, et porteuse d’une procuration lui délivrée le 7 octobre 1999, par :
Rechtbank van eerste aanleg te Brugge
Van Landschoot, 22 augustus 1986.
Tribunal de première instance d’Arlon
(31567)
la 2e datée du 27 novembre 1999, et donnée par Mme Catherine Odette Simonne Georgette Collet, née à Uccle le 12 mai 1947, domiciliée à Rixensart, clos de la Mare au Loups 38, a déclaré, pour et au nom de ses mandants, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de M. Collet, Marcel Georges Louis Léonard, né à Fleurus le 27 octobre 1923, de son vivant domicilié à Meise, Potaerdestraat 14, et décédé le 19 août 1999 à Meise. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à Mme Dupont, Corinne, notaire à 1000 Bruxelles, rue du Fossé-aux-Loups 38. Bruxelles, le 9 décembre 1999. Le greffier, (signé) Aerts, Vera. (31569) Concordat judiciaire − Gerechtelijk akkoord
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis d.d. 8 december 1999, van de rechtbank van koophandel te Brussel, werd de voorlopige opschorting van betaling toegekend aan de B.V.B.A. Ter Bist, met maatschappelijke zetel te 1790 Affligem, Eksterenberg, H.R. Brussel 480676, BTW 428.911.234, hebbend als handelactiviteit : analyse en begeleiding van ondernemingen. Als commissaris inzake voorlopige opschorting werd benoemd de heer Jean-Pierre Walravens, Ninoofsesteenweg 643, te 1070 Brussel.
47463
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD De schuldeisers dienen aangifte te doen van hun schuldvordering ter griffie van de rechtbank van koophandel te Brussel, uiterlijk op 7 januari 2000.
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, palais de justice, place Poelaert, à 1000 Bruxelles, dans le délai de trente jours à dater du prononcé du jugement.
Ter zitting van 7 juni 2000, om 10 uur, in de kamer der gerechtelijke akkoorden van de rechtbank van koophandel te Brussel, zetelend in zaal C, zal over de definitieve opschorting uitspraak worden gedaan.
Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le mercredi 26 janvier 2000, à 14 heures, à la salle A.
De hoofdgriffier, (get.) R. Tielemans.
(31570)
Pour extrait conforme : le curateur, (signé) J.-P. Vander Borght. (31603)
Tribunal de commerce de Mons Rechtbank van koophandel te Brussel Par jugement du 6 décembre 1999, le tribunal de commerce de Mons, a accordé le sursis provisoire à Davoine, Eric, né à Mons le 3 août 1967, domicilié à 7350 Hainin, rue Général Leman 15, exploitant une boucherie-charcuterie, à 7330 Saint-Ghislain, rue Grande 80, R.C. Mons 133157, T.V.A. 792.039.642. Le tribunal a désigné en qualité de commissaire au sursis Me Georges Ponchau, à 7100 La Louvière, rue du Temple 55. Les créanciers sont invités à faire parvenir leurs déclarations de créances, avec pièces à l’appui, au greffe du tribunal de commerce de Mons, place du Parc 32, à Mons, au plus tard pour le vendredi 7 janvier 2000, à 16 heures.
Bij vonnis d.d. 6 december 1999 werd geopend verklaard, op dagvaarding, het faillissement van de B.V.B.A. Bureau d’Expertises Carez, met maatschappelijke zetel te 1190 Vorst, steenweg op Ruisbroek 25, H.R. Brussel 495079. Rechter-commissaris : de heer Jonckheere. Curator : Mr. Jean-Pierre Vander Borght, Sterrenkundigenstraat 14, Ukkel (1180 Brussel).
L’assemblée des créanciers est fixée au mercredi 17 mai 2000, à 14 heures, au lieu habituel des audiences, place du Parc 32, à Mons.
De schuldeisers worden uitgenodigd de verklaring van hun schuldvorderingen te doen ter griffie van de rechtbank van koophandel, gerechtsgebouw, Poelaertplein, te 1000 Brussel, binnen de termijn van dertig dagen te rekenen vanaf de datum van uitspraak van het vonnis.
Le sursis provisoire prendra fin le 6 juin 2000, sous réserve de la prorogation de la période d’observation octroyée par le présent jugement.
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht der schuldvorderingen : op woensdag 26 januari 2000, te 14 uur, in zaal A.
Le greffier, (signé) F. Baugnies.
(31571)
Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) J.-P. Vander Borght. (31603)
Faillite − Faillissement Tribunal de commerce d’Arlon Tribunal de commerce de Bruxelles
Par un jugement du 8 décembre 1999, ont été déclarées closes les opérations de la faillite de Mme Corinne Burhenne, rue de Middelbourg 46, 1170 Bruxelles.
Dit qu’il n’y a pas lieu à excusabilité de la société faillie.
Le tribunal a déclaré que la faillite était excusable. Pour extrait conforme : le curateur, (signé) Anicet Baum.
Le tribunal de commerce d’Arlon déclare closes, par liquidation, les opérations de la faillite de la S.P.R.L. « La Civanne », à 6730 Rossignol, la Civanne 285, R.C. Arlon 22824, T.V.A. 455.616.027.
(31602)
Extrait du jugement prononcé le 2 décembre 1999. Le curateur, (signé) P. Lepage.
(31604)
Rechtbank van koophandel te Brussel
Bij vonnis d.d. 8 december 1999 werden afgesloten de verrichtingen van het faillissement van Mevr. Corinne Burhenne, Middelburgstraat 46, 1170 Brussel.
Le tribunal de commerce d’Arlon déclare closes, par liquidation, les opérations de la faillite de la S.A. « Distri-Halles », en liquidation, dont le siège social est situé à 6769 Robelmont, Barrière de Bellevue 5.
De rechtbank verklaarde dat de gefailleerde verschoonbaar is.
Dit n’y avoir lieu à excusabilité de la société faillie.
Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Anicet Baum. (31602)
Extrait du jugement prononcé le 25 novembre 1999. Le curateur, (signé) P. Lepage.
(31605)
Tribunal de commerce de Bruxelles
Par jugement du 6 décembre 1999 a été déclarée ouverte, sur citation, la faillite de la société privée à responsabilité limiée Bureau d’Expertises Carez, dont le siège social est établi à 1190 Forest, chaussée de Ruisbroek 25, R.C. Bruxelles 495079. Juge-commissaire : M. Jonckheere. Curateur : Me Jean-Pierre Vander Borght, rue des Astronomes 14, Uccle (1180 Bruxelles).
Le tribunal de commerce d’Arlon déclare closes, pour insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de la S.P.R.L. « Le Benely », à 6700 Arlon, rue de Diekirch 18, R.C. Arlon 23051, T.V.A. 457.471.004. Dit qu’il n’y a pas lieu à excusabilité de la société faillie. Extrait du jugement prononcé le 2 décembre 1999. Le curateur, (signé) P. Lepage.
(Pro deo)
(31606)
47464
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Le tribunal de commerce d’Arlon déclare closes, pour insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de la S.P.R.L. « Electrochoc », à 6750 Musson, rue Jean Laurent 27, R.C. Arlon 23022, T.V.A. 456.586.126. Dit qu’il n’y a pas lieu à excusabilité de la société faillie. Extrait du jugement prononcé le 2 décembre 1999. Le curateur, (signé) P. Lepage. (Pro deo)
(31607)
Les déclarations de créances doivent parvenir au greffe du tribunal de commerce de Mons, palais de justice (extension), place du Parc 32, à 7000 Mons, au plus tard le 5 janvier 2000. Clôture du procès-verbal des créances est fixée au tribunal de commerce de Mons le 25 janvier 2000, à 8 h 30 m. Pour extrait conforme : le curateur, (signé) P.H. Bataille. (31612)
Tribunal de commerce de Charleroi
Tribunal de commerce de Namur
Par jugement du 26 octobre 1999 du tribunal de commerce de Charleroi, la faillite de M. Marc Melotte, né à Charleroi le 20 juin 1965, domicilié à 6061 Montignies-sur-Sambre, rue du Vitrier 61, exerçant un commerce de boulangerie-pâtisserie à Charleroi, rue du Grand Central 40, R.C. Charleroi 183540, T.V.A. 612.899.745, déclarée le 20 mai 1998, a été clôturée pour insuffisance d’actif, conformément à l’article 73 de la loi du 8 août 1997.
Par jugement du 2 décembre 1999, le tribunal de commerce de Namur a déclaré la faillite de Mme Debrye, Marie-Thérèse Julia, née le 14 septembre 1954 à Watermael-Boitsfort, domiciliée à 5540 Hastière, rue du Charreau 173a, exerçant à 5000 Namur, avenue Reine Astrid 72, une activité d’hébergement de personnes en difficulté, R.C. Namur 74045.
Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le curateur : (signé) Catherine Knoops. (Pro deo) (31608)
Par jugement du 2 novembre 1999 du tribunal de commerce de Charleroi, la faillite de la S.P.R.L. Kriti, rue de Dampremy 30, à 6000 Charleroi, R.C. Charleroi 182836, T.V.A. 453.525.577, déclarée le 7 septembre 1998, a été clôturée pour insuffisance d’actif, conformément à l’article 73 de la loi du 8 août 1997. Le tribunal a dit n’y avoir lieu à l’excusabilité de la société faillie. Pour extrait conforme : le curateur : (signé) Catherine Knoops. (Pro deo) (31609)
Par jugement du 9 novembre 1999 du tribunal de commerce de Charleroi, 1re chambre, la faillite de M. Alain Onzia, né à WatermaelBoitsfort le 15 octobre 1969, domicilié à 6000 Charleroi, Grand-Rue 2, R.C. Charleroi 185191, T.V.A. 715.298.487, déclarée le 28 avril 1998, a été clôturée pour insuffisance d’actif, conformément à l’article 73 de la loi du 8 août 1997. Le failli a été déclaré excusable. Pour extrait conforme : le curateur : (signé) Catherine Knoops. (Pro deo) (31610)
Le même jugement reporte à la date provisoire du 2 décembre 1999, l’époque de la cessation des paiements. Juge-commissaire : M. Grafe, Philippe, juge-consulaire. Curateurs : Me Zombek, 5100 Jambes (Namur).
Isabelle,
rue
Hugo
d’Oignies
32,
Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe du tribunal de commerce, rue du Collège 37, à Namur, dans les trente jours. Clôture du procès-verbal de vérification des créances à l’audience publique du 20 janvier 2000, à 10 heures, au palais de justice de cette ville, 1er étage. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) C. Lepage. (31613)
Par jugement du 2 décembre 1999, le tribunal de commerce de Namur a nommé Me Thibault Bouvier, avocat à 5000 Namur, rue des Tanneries 13, en qualité de curateur à la faillite de Mme Branders, Liliane Suzanne Ghislaine, née à Malonne le 10 janvier 1947, commerçante, domiciliée à Jemeppe-sur-Sambre (Moustier-sur-Sambre), rue de la Station 181a, R.C. Namur 48440, en remplacement de Me Luc Van Malcot. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) N. Lefebvre. (31614)
Tribunal de commerce de Nivelles Tribunal de commerce de Liège
Par jugement du 7 décembre 1999, le tribunal de commerce de Liège a déclaré closes, par liquidation d’actif, les opérations de la faillite ouverte à charge de la S.P.R.L. Quartier Latin, rue Saint-Paul 13, à 4000 Liège, décharge le curateur de sa gestion et dit le failli inexcusable. Le curateur, (signé) M. Frédéric Kerstenne, avocat, rue Dartois 12, à 4000 Liège. (31611)
Tribunal de commerce de Mons
Par jugement du tribunal de commerce de Mons en date du 6 décembre 1999, a été déclarée la faillite de Folatre, Gérard, né à Soissons (France) le 4 août 1967, domicilié à 59610 Fourmies, rue Jules Guesde 107A, ayant exploité un débit de boissons « Le Relais », à 7380 Quiévrain, rue de Valenciennes 59, R.C. Mons 139942, T.V.A. 664.405.359. Date de cessation des paiements : provisoirement le 6 décembre 1999. Curateur : Me Pierre-Henry Bataille, avocat, rue des Telliers 20, 7000 Mons.
Le 29 novembre 1999, le tribunal de commerce de Nivelles a déclaré ouverte, sur aveu, la faillite de la S.C. Omnisoft, dont le siège social est à Nivelles, rue Lagasse 1, R.C. Nivelles 54695, activité principale : « services + vente en informatique », T.V.A. 428.846.502, siège d’exploitation : avenue du Centenaire 81, à Nivelles. Curateur : Me D. Jossart, avocat à Genappe, rue des Marchats 7. Date limite pour le dépôt des déclarations de créances : le 29 décembre 1999, clôture du procès-verbal de vérification des créances : le 17 janvier 2000, à 11 heures, au tribunal de commerce de Nivelles, rue de Soignies 21. Le curateur : (signé) D. Jossart. (31615)
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.C.R.L. Logrus, étant un bureau de graphisme, lettrage publicitaire, dont le siège social est sis chaussée de Tubize 451, à Braine-l’Alleud, R.C. Nivelles 66166, T.V.A. 439.856.693. Juge-commissaire : M. Roger Cornet. Curateur : Me Jean-Noël Bastenière, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150. Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000.
47465
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. Pour teur.
extrait
conforme :
(signé)
Jean-Noël
Bastenière,
cura(31616)
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.P.R.L. BabaCool Production, dont le siège social est sis chemin de Strins 10, à Lasne, R.C. Nivelles 79433, T.V.A. 455.647.206. Juge-commissaire : M. Roger Cornet. Curateur : Me G. Leplat, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150.
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.P.R.L. Tests and Services for Communication, dont le siège social est sis rue de Namur 139, à Nivelles, R.C. Nivelles 73757, T.V.A. 450.275.879. Juge-commissaire : M. Bernard Pietquin. Curateur : Me G. Leplat, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150.
Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. Pour extrait conforme : (signé) Gérard Leplat, curateur.
(31621)
Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000. Tribunal de commerce de Verviers
Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. Pour extrait conforme : (signé) Gérard Leplat, curateur.
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.P.R.L. Moderne, dont le siège social est sis drève des 10 Mètres 103, à Waterloo, R.C. Nivelles 82121, T.V.A. 456.215.942. Juge-commissaire : M. Bernard Pietquin.
Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. (31618)
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.A. New Deal Pictures, étant un commerce de gros et détail en matériel, équipement en audio visuel, dont le siège social est sis chaussée de Bruxelles 238, bte 35, à Waterloo, R.C. Nivelles 80863, T.V.A. 455.508.535. Juge-commissaire : M. Roger Cornet. Curateur : Me G. Leplat, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150. Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. Pour extrait conforme : (signé) Gérard Leplat, curateur.
(31619)
Par jugement du tribunal de commerce de Nivelles du 6 décembre 1999, a été déclarée ouverte la faillite de la S.P.R.L. Actualité LLN, étant un commerce de détail librairie-papeterie, dont le siège social est sis rue de Sart-Risbart 3, à Longueville, R.C. Nivelles 74879, T.V.A. 451.268.150. Juge-commissaire : M. Roger Cornet. Curateur : Me G. Leplat, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150. Date limite de dépôt des créances : le 6 janvier 2000. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le lundi 24 janvier 2000, à 11 heures, en l’auditoire du tribunal de commerce de Nivelles. Pour extrait conforme : (signé) Gérard Leplat, curateur.
Par jugement du jeudi 2 décembre 1999, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de la société privée à responsabilité limitée Forvel, Ateliers de Parachèvement, Affûtage et Rectification, R.C. Verviers 45632, T.V.A. 417.269.749, pour l’exploitation d’un atelier de mécanique, dont le siège social est établi à 4820 Dison, rue de l’Industrie 3. Juge-commissaire : M. Jean-Marie Becker.
Curateur : Me G. Leplat, avocat à 1300 Wavre, chaussée de Louvain 150.
Pour extrait conforme : (signé) Gérard Leplat, curateur.
Faillite sur citation
(31617)
(31620)
Curateur : Me Jacques Piron, avocat à 4800 Verviers, rue des Déportés 26. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le 3 février 2000, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait Duysinx.
conforme :
le
greffier
en
chef :
(signé)
Marc (31622)
Faillite : Fassin, Pascale Michèle Danielle Jean-Pierre, née à Verviers le 12 avril 1964, ayant été domiciliée à 4802 Verviers (Heusy), avenue du Chêne 115, R.C. Verviers 64739, déclarée en faillite, sur aveu, par jugement du 3 septembre 1996. Juge-commissaire : M. Troupin, José. Curateur : Me Gerardy, Lucie. Par jugement du jeudi 2 décembre 1999 le tribunal de commerce de Verviers a clôturé la faillite préqualifiée par liquidation. Par le même jugement le tribunal a déclaré la faillie excusable. Pour extrait Duysinx.
conforme :
le
greffier
en
chef,
(signé)
Marc (31623)
Rechtbank van koophandel te Antwerpen
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is All Service Tours B.V.B.A., Bredabaan 845, bus 1, 2170 Merksem (Antwerpen), H.R. Antwerpen 317001, BTW 457.077.856, onderneming voor personenvervoer per autocar, bij dagvaarding, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Leysen, Paul. Curator : Mr. De Bie, Eduard, Lange Lozanastraat 145-147, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
47466
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, De Bie, Eduard. (31624)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Banjer Belgium B.V.B.A., J. Van Arteveldestraat 30, 2640 Mortsel, H.R. Antwerpen 193671, BTW 412.950.675, groothandel in produkten van de scheikundige nijverheid, bij dagvaarding, failliet verklaard.
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Joris, Wilfried.
(31628)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Sernat B.V.B.A., Italiëlei 31, 2000 Antwerpen-1, H.R. Antwerpen 321664, BTW 457.661.440, verbruikssalon, bij dagvaarding, failliet verklaard.
Rechter-commissaris : de heer Peelman, Bernard.
Rechter-commissaris : de heer Peeters, Edouard.
Curator : Mr. Heysse, Barbara, Kerkstraat 39, 2940 Stabroek.
Curator : Mr. Houben, Luc, Bist 45, bus 8, 2610 Wilrijk (Antwerpen).
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999.
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999.
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Heysse, Barbara. (31625)
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen.
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Gruzlewski, Piotr Pawel, geboren te Gdynia (Polen) op 9 augustus 1967, wonende en handeldrijvende te 2550 Kontich, Beemdenlaan 20/G1-R, onder de benaming « Aquagas », volgens dagvaarding aldaar ambtelijk geschrapt sinds 20 september 1999, H.R. Antwerpen 326004, BTW 769.187.234, onderneming voor het installeren van sanitaire inrichtingen en gasverwarming, voor lood- en zinkwerk en voor het installeren van waterverzachters, bij dagvaarding, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Peelman, Bernard. Curator : Mr. Heysse, Barbara, Kerkstraat 39, 2940 Stabroek. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Heysse, Barbara. (31626)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Holly & Boxwood B.V.B.A., Sint-Antoniuslei 8, 2930 Brasschaat, H.R. Antwerpen 283311, BTW 444.164.681, studie-, organisatie- en raadgevend bureau inzake financiële-, handels-, fiscale- of sociale aangelegenheden, bij dagvaarding, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Saverys, François. Curator : Mr. Joris, Wilfried, Marktplein 22, 2110 Wijnegem. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
De curator, Houben, Luc.
(31629)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Brabo Snacks B.V.B.A., Italiëlei 59A, 2000 Antwerpen-1, H.R. Antwerpen 294223, BTW 448.821.770, kleinhandel in producten van de brood-, banket- en suikerbakkerij, bij dagvaarding, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Peeters, Edouard. Curator : Mr. Houben, Luc, Bist 45, bus 8, 2610 Wilrijk (Antwerpen). Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Houben, Luc.
(31630)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Zurcher’s Office Logistics & Legistics N.V., Huikstraat 17, 2000 Antwerpen-1, H.R. Antwerpen 237558, BTW 424.746.964, publiciteitsonderneming, bij dagvaarding, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Luwel, Luc. Curator : Mr. Van Sant, Paul, Plantin en Moretuslei 174-7, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Joris, Wilfried. (31627)
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen.
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Van Puyenbroeck, Elisa Adolphina Florentina, geboren te Antwerpen op 9 oktober 1939, wonende en handeldrijvende te 2110 Wijnegem, Marktplein 12, glv., H.R. Antwerpen 332422, BTW 635.435.716, groothandel in vers of diepgevroren fruit en groenten, bij dagvaarding, failliet verklaard.
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is D-Zign B.V.B.A., SintHubertusstraat 129, 2600 Berchem (Antwerpen), H.R. Antwerpen 312369, BTW 456.013.925, in- en uitvoerhandel van diverse goederen, op bekentenis, failliet verklaard.
Rechter-commissaris : de heer Saverys, François.
De curator, Van Sant, Paul.
(31631)
Rechter-commissaris : de heer Dockx, Adriaan.
Curator : Mr. Joris, Wilfried, Marktplein 22, 2110 Wijnegem.
Curator : Mr. Aerts, Elke, Van Eycklei 20, bus 2, 2018 Antwerpen-1.
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999.
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999.
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
47467
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Aerts, Elke. (31632)
Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen.
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is P. Michiels & C° gewone commandataire vennootschap, met zetel te 2000 Antwerpen, Leopold de Waelstraat 6, H.R. Antwerpen 314374, BTW 456.945.719, tussenpersoon in de handel, en Michiels, Paula, geboren te Mechelen op 24 september 1932, wonende te 2800 Mechelen, Sint-Jacobstraat 1/302, niet ingeschreven in het H.R. Antwerpen, bij dagvaarding, failliet verklaard.
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende
Rechter-commissaris : de heer De Caigny, Ludovicus. Curator : Mr. 2018 Antwerpen-1.
Aernaudts,
Linda,
Justitiestraat
18A,
De curator, Bosmans, Hendrik.
(31636)
Bij vonnis van donderdag 9 december 1999 van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, werd op bekentenis, voor geopend verklaard het faillissement van Ongena Alain, geboren te Gent op 29 oktober 1962, wonende te 8400 Oostende, Torhoutsesteenweg 551, H.R. Oostende 52907, voor drankgelegenheid onder de benaming « Speeldorp Clownerie », gevestigd te 8400 Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 40, BTW 781.140.307. Staking van betalingen : voorlopig bepaald op 9 december 1999.
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Aernaudts, Linda. (31633)
Aangifte van schuldvordering : vóór 2 januari 2000, ter griffie van de rechtbank van koophandel, Canadaplein, 8400 Oostende. Verificatie van schuldvordering : woensdag 19 januari 2000, om 11 u. 30 m., rechtbank van koophandel, Canadaplein, 8400 OOstende. Rechter-commissaris : de heer Luc Devisch. Curator : Mr. Franky Tavernier, advocaat te Oostende, Nieuwpoortsesteenweg 64.
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Vishandel Guy B.V.B.A., L. Beeldekensstraat 310, 2060 Antwerpen-6, H.R. Antwerpen 321495, BTW 459.447.527, kleinhandel in vis, op bekentenis, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Correwijn, Jan. Curator : Mr. Ballon, Mark, Britselei 39, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Ballon, Mark. (31634)
Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Aluconstructa B.V.B.A., Sint-Bernardsesteenweg 114, 2620 Hemiksem, H.R. Antwerpen 152737, BTW 406.504.234, metalen constructies, op bekentenis, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Vertongen, Karel.
De curator, (get.) Franky Tavernier.
(31637)
Bij vonnis van 9 december 1999 van de rechtbank van koophandel Brugge, afdeling Oostende, werd B.V.B.A. A.W.B., met zetel te 8400 Oostende, Zeedijk 98, H.R. Oostende 50907, voor onderneming van goederenvervoer langs de weg (laadvermogen minder dan 500 kg), onderneming voor eigenlijke zee- en rivierwerken, voor grondwerken, voor boringen, peilingen en uitdiepingen, voor fundering, voor het heien van palen en damplanken en voor verstevigingswerken van de bodem volgens allerlei methodes, onderneming voor draineringswerken, voor het bouwen, herstellen onderhouden van wegen, voor het aanleggen van verkeerssignalisaties en wegmarkeringen, voor het bouwen van stellingen, invoegen en reinigen van gevels, onderneming voor het droogmaken van gebouwen anders dan met asfalt en teer (geen dakbedekking), voor warmte- en geluidsisolatie, voor het plaatsen van ijzerwerk, metalen luiken en metalen schrijnwerk, voor timmer- en schrijnwerk voor gebouwen in kunststof, voor het leggen van parketvloeren, en metalen constructies, BTW 452.371.475, op dagvaarding, failliet verklaard. Staking van betalingen : op 9 december 1999. Aangifte der schuldvorderingen in te dienen op de griffie van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, Canadaplein 1, te Oostende, vóór 9 januari 2000.
Curator : Mr. Cole, Tom, Amerikalei 191, 2000 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 9 februari 2000, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Cole, Tom. (31635)
Sluiting proces-verbaal van nazicht der ingediende schuldvorderingen op maandag 17 januari 2000, om 11 u. 30 m., op dezelfde rechtbank. Rechter-commissaris : de heer Luc Devisch. Curator : Frank bergstraat 11.
Batsleer,
advocaat
te
Oostende,
De curator, (get.) Frank Batsleer. Bij vonnis in datum van 9 december 1999 is Velcotech B.V.B.A., Plantin en Moretuslei 28, 2018 Antwerpen-1, H.R. Antwerpen 327326, BTW 462.482.835, metalen constructies, op bekentenis, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer De Fre, Joris. Curator : Mr. 2000 Antwerpen-1.
Bosmans,
Hendrik,
Amerikalei
27,
bus
8,
Datum van de staking van betaling : 9 december 1999. Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 10 januari 2000.
Kemmel(31638)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Brugge, d.d. 1 december 1999, werd het faillissement van de B.V.B.A. Corovan, Jules de Troozlaan 42, Blankenberge, H.R. Brugge 82938, BTW 455.866.940, wegens ontoereikend actief gesloten verklaard. Gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Blankenberge, 9 december 1999. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Ignace Claessens. (31639)
47468
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij vonnis van 1 december 1999 van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Brugge, eerste kamer, werd het faillissement van de heer Huycke, Alain, wonende aan de Lispannelaan 5, te 8300 KnokkeHeist, gesloten wegens ontoereikend actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De curator, (get.) Geerts, H.
(31644)
Rechtbank van koophandel te Kortrijk
Bij vonnis van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Kortrijk, d.d. 30 november 1999, is het faillissement van de heer Norbert De Coensel, wonende te 8792 Destelgem, Nieuwstraat 104, H.R. Kortrijk 131029, gesloten bij vereffening. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard.
Rechtbank van koophandel te Gent
Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Frank Lesage. (31646) Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 7 december 1999, werd het faillissement Overmedia B.V.B.A., Van Den Heckestraat 61, 9050 Ledeberg (Gent), H.R. Gent 176158, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De curator, (get.) Temmerman, Sint-Martensstraat 16, 9000 Gent. (31640)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 7 december 1999, werd het faillissement Video One B.V.B.A., Stationsstraat 17, bus 4, 9900 Eeklo, H.R. Gent 143455, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De curator, (get.) Temmerman, Sint-Martensstraat 16, 9000 Gent. (31641)
Rechtbank van koophandel te Mechelen
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Mechelen, d.d. 22 november 1999, werd het faillissement van B.V.B.A. Aragon, met zetel te 2800 Mechelen, Lange Schipstraat 4, (datum faillissementsvonnis 12 januari 1998) gesloten bij gebrek aan actief. De gefaalde werd niet verschoonbaar verklaard. Voor eensluidend afschrift : de curator, (get.) M. Joris.
(31647)
Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent, d.d. 7 december 1999, werd het faillissement Desomer B.V.B.A., Dorp Oost 92G, 9080 Lochristi, H.R. Gent 152536, afgesloten wegens ontoereikend activa. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De curator, (get.) Temmerman, Sint-Martensstraat 16, 9000 Gent. (31642)
Bij vonnis d.d. 9 december 1999, op bekentenis, zesde kamer, werd het faillissement vastgesteld inzake B.V.B.A. De Gouden Pauw, verbruikssalon, met maatschappelijke zetel te 9000 Gent, Vrijdagmarkt 66-67, H.R. Gent 179908, BTW 456.968.483.
Bij verzoekschrift d.d. 8 december 1999 hebben de heer Van de Velde, Ivo Jozef Albert, bouwvakker, geboren te Aarschot op 20 juni 1956, en zijn echtgenote, Mevr. Franck, Francine Renée, arbeidster, geboren te Blankenberge op 13 februari 1956, samenwonende te Aarschot, Langdorp, Oude Mechelsebaan 435, tot homologatie verzocht van de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, inhoudende inbreng door de heer Van de Velde, in het gemeenschappelijk vermogen van het onroerend goed gelegen te Aarschot, Langdorp, Oude Mechelsebaan 435 en +435, krachtens akte verleden voor notaris Dirk Michiels, te Aarschot, op 8 december 1999. (Get.) D. Michiels, notaris.
(31572)
Rechter-commissaris : de heer Cyriel Faket. Datum staking van de betalingen : 9 december 1999. Indienen schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Oude Schaapmarkt 22, 9000 Gent, vóór 6 januari 2000. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 20 januari 2000, te 9 uur, in de rechtbank, gehoorzaal A, tweede verdieping. De curator : Mr. S. Van Eeghem, advocaat, kantoorhoudende te 9000 Gent, Sint-Annaplein 34. Voor eensluidend uittreksel : de griffier-hoofd van dienst, (get.) Y. Bils. (31643)
Bij vonnis van de tweede B-kamer voor burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, d.d. 22 oktober 1999, werd de akte van wijziging van huwelijksvermogensstelsel tussen de heer De Belder, Hubert, gepensioneerde, en zijn echtgenote, Mevr. Bruers, Hertha Joanna, huisvrouw, samen te Brasschaat, Magdalenalei 91, verleden voor notaris Tony Sebrechts, te Schoten, op 14 juli 1999, gehomologeerd, waarbij zij, gehuwd onder beheer van scheiding van goederen met toegevoegde gemeenschap van de aanwinsten, deze gemeenschap hebben uitgebreid met vermogensbestanddelen door inbrengen vanuit hun onderscheiden persoonlijke vermogens. (Get.) T. Sebrechts, notaris.
(31573)
Rechtbank van koophandel te Hasselt
De rechtbank van koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij vonnis van 18 november 1999, bevolen haar vonnis bij uittreksel bekend te maken als volgt inzake het faillissement T & B B.V.B.A., met zetel gevestigd te 3970 Leopoldsburg, Kleine Zavelheide 38, H.R. Hasselt 81997, BTW 448.410.412, failliet verklaard in datum van 10 oktober 1996. Ze verklaart voornoemd faillissement gesloten na vereffening. Zij ontlast de curatoren van hun opdracht. Zij verklaart de gefailleerde niet verschoonbaar. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Mr. Renier.
(31645)
Bij vonnis uitgesproken op 19 oktober 1999, door de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, werd de akte houdende wijziging huwelijksvoorwaarden gehomologeerd, verleden voor notaris Herman Verschraegen, te Wuustwezel, op 7 december 1998, tussen de heer Schrauwen, Guido Gaston Rosa, zelfstandige installateur, en zijn echtgenote, Mevr. Vermeiren, Maria Theresia Adrianus, huisvrouw, samenwonende te 2990 Wuustwezel, Hoogstraatseweg 135, inhoudende de inbreng van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen en de opname van een beding van vooruitmaking op keuze. Namens de verzoekers, (get.) Herman Veschraegen, notaris. (31574)
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis van de tweede B kamer voor burgerlijke zaken van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen, van 5 november 1999, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Driesen, Rudy Henricus Rosalie, leraar, geboren te Wilrijk op 3 september 1958, en zijn echtgenote, Mevr. De Cock, Manuella Josephine Antoine, zonder beroep, geboren te Antwerpen op 13 december 1959, samenwonende te Brecht (Sint-Job-in-’t-Goor), Meidoornlaan 48, verleden voor notaris Luc Mortelmans, te Antwerpen-Deurne, op 30 maart 1999, gehomologeerd. Namens de echtgenoten Driesen-De Cock, (get.) Luc Mortelmans, notaris te Antwerpen-Deurne. (31575)
Bij verzoekschrift van 23 november 1999 hebben de echtgenoten, De Crick, Rudi Nestor en Hak, Conny Helena, samenwonende te Geraardsbergen (Schendelbeke), Moenebroekstraat 55, de rechtbank van eerste aanleg te Brussel verzocht de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel te homologeren, vastgesteld bij akte verleden voor notaris Jos Muyshondt, met standplaats Halle, op 23 november 1999, en waarbij de heer De Crick, Rudi, het onroerend goed gelegen te Ninove, Melkbos 22, wijk B, nr. 54/d, en het onroerend goed gelegen te Anderlecht, Lenniksebaan 1055, sectie G, nrs. 281/m, 281/h en 281/l, in het gemeenschappelijk vermogen heeft ingebracht, en Mevr. Hak, Conny Helena, het onroerend goed gelegen te Geraardsbergen, Moenebroekstraat 55, wijk A, nrs. 1427/v en 1427/t, in het gemeenschappelijk vermogen heeft ingebracht. (Onleesbare handtekening). (31576)
Bij verzoekschrift d.d. 5 december 1999 hebben de echtgenoten, Boquet, Ludovic, te 7804 Aat, Couture Perquiesse 2, en Steenaert, Sylvie, bediende, te 7800 Aat, rue de Gand 12, samenwonende te 1950 Kraainem, Langestraat 5/d, voor de rechtbank van eerste aanleg te Brussel een verzoek ingediend tot homologatie van een akte wijziging huwelijksstelsel, verleden voor notaris Laurent Barnich, te Aat, op 18 november 1999. (Get.) L. Barnich, notaris. (31577)
Bij vonnis van 30 september 1999 heeft de derde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, de akte gehomologeerd verleden voor notaris Jean-Paul De Jaeger, te Watervliet, fusiegemeente SintLaureins, op 27 mei 1999, inhoudende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Willem Diederik Antoon Van Hulle, en Mevr. Heidi Lutgarde Noël Joos, samenwonende te 9920 Lovendegem, Oostveldkouter 2, met behoud van het wettelijk stelsel maar met inbreng in de gemeenschap van eigen goederen van de echtgenoten en de toevoeging van een overlevingsbeding. Namens de echtgenoten Van Hulle-Joos, (get.) Jean-Paul De Jaeger, notaris. (31578)
Bij vonnis van 30 september 1999 heeft de derde kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, de akte gehomologeerd verleden voor notaris Guido Cuelenaere, met standplaats Bassevelde, gemeente Assenede, op 12 mei 1999, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Maurice Gerard Van Nieuwerburgh, en Mevr. Mariette Diana Vesschemoet, samenwonende te 9910 Knesselare, Driesstraat 16, met behoud van het wettelijk stelsel maar met inbreng in de gemeenschap van eigen goederen door de heer Maurice Van Nieuwenburgh, en de toevoeging van een overlevingsbeding. Namens de echtgenoten Van Nieuwerburgh-Vesschemoet, (get.) Guido Cuelenare, notaris. (31579)
47469
Bij vonnis van 16 september 1999, uitgesproken door de derde burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, werd de akte gehomologeerd, verleden voor notaris Paul De Sutter, met standplaats te Lotenhulle-Aalter, op 31 maart 1999, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Ronny Arthur Van Eeghem, metaalbewerker, en zijn echtgenote, Mevr. Greta Rita Depoortere, zonder beroep, samenwonende te 9880 Aalter, Oude Gentweg 21, inhoudende het behoud van het wettelijk stelsel doch met toebedeling van een onroerend goed behorend tot het gemeenschappelijk vermogen aan het eigen vermogen van Mevr. Greta Depoortere. (Get.) P. De Sutter, notaris. (31580)
Bij vonnis van 30 september 1999, uitgesproken door de derde burgerlijke kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, werd de akte gehomologeerd, verleden voor notaris Paul De Sutter, met standplaats te Lotenhulle-Aalter, op 30 januari 1999, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Johan Raymond Martin Snoeck, machinist, en zijn echtgenote, Mevr. Yvette Zulma Raymonda Martle, schoonmaakster, samenwonende te 9880 Aalter, Charlestonstraat 10, inhoudende het behoud van het wettelijk stelsel doch met inbreng door Mevr. Yvette Martle van een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) P. De Sutter, notaris. (31581)
Bij vonnis verleend op 21 oktober 1999 heeft de zesde kamer van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement Kortrijk, de akte verleden voor notaris Ann Daels, te Kortrijk, met standplaats Bellegem, op 18 augustus 1999, waarbij de heer Wittouck, Jaak Frans Jozef, gepensioneerde, geboren te Kuurne op 24 februari 1932, en zijn echtgenote, Mevr. Silverans, Godelieve Gaby Theresia, gepensioneerde, geboren te Wevelgem op 8 juli 1932, samenwonende te 8500 Kortrijk, Burgemeester Mayeurlaan 54, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd hebben door de inbreng van een tegenwoordig onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen, gehomologeerd. (Get.) A. Daels, notaris. (31582)
Bij vonnis verleend op 21 oktober 1999 heeft de zesde kamer van de rechtbank van eerste aanleg van het arrondissement Kortrijk, de akte verleden voor notaris Ann Daels, te Kortrijk, met standplaats Bellegem, op 23 augustus 1999, waarbij de heer Bevernayge, Philippe Henri, bankbediende, geboren te Kortrijk op 9 december 1952, en zijn echtgenote, Mevr. Kesteman, Carline Maria, bankbediende, geboren te Wevelgem op 7 mei 1953, samenwonende te 8510 Kortrijk-Bellegem, Leemputstraat 2, hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd hebben door de inbreng van een tegenwoordig onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen, gehomologeerd. (Get.) A. Daels, notaris. (31583)
Bij verzoekschrift ondertekend op 27 oktober 1999 hebben de heer Rombauts, Peter Johan Armand, bankbediende, geboren te Mechelen op 17 december 1963, en zijn echtgenote, Mevr. D’Helft, Clara Bertha, maatschappelijk werkster, geboren te Asse op 20 augustus 1963, samenwonende te 3111 Rotselaar (Wezemaal), Langestraat 155, aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, de homologatie gevraagd van de akte verleden voor notaris Paul Keusters, te Putte, op 1 oktober 1999, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, waarbij Mevr. Clara Bertha D’Helft, het hierna vermeld onroerend goed welke haar persoonlijk toebehoorde, inbracht in het gemeenschappelijk vermogen : Een perceel bouwgrond, gelegen te Putte, eerste afdeling (voorheen Putte), aan de Bredestraat, ter plaatse « Het Dorp », gekadastreerd of het geweest zijnde, gemeente Putte, eerste afdeling, sectie B, deel van nr. 345/N, met een oppervlakte volgens titel na meting van elf aren en een straatbreedte van twintig meter twee centimeter, deel uitmakend van een goedgekeurde verkaveling onder referte nr. 098/034 (00), van ruimtelijke ordening en stedenbouw. Voor de echtgenoten Rombauts-D’Helft, (get.) Paul Keusters, notaris. (31584)
47470
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij verzoekschrift d.d. 2 november 1999, gericht aan de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, hebben de heer Johan Dehertog, metser, en zijn echtgenote, Mevr. Diane Cammaerts, bediende, samenwonende te Bertem, Tervuursesteenweg 90, de homologatie gevraagd van een akte houdende wijziging huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Tom Verhaegen, te Overijse, op 2 november 1999, door inbreng door de heer Johan Dehertog, van een eigen goed in het gemeenschappelijk vermogen. Voor de echtgenoten, (get.) T. Verhaegen, notaris. (31585)
Ingevolge vonnis uitgesproken door de zevenentwintigste kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, op 12 oktober 1999, werd de akte huwelijkscontract grote wijziging, verleden voor notaris Tom Verhaegen, te Overijse, op 13 april 1999, van de heer Nicolas Artinopoulos, arbeider, en zijn echtgenote, Mevr. Yasmine Myrna Luc Broos, bediende, samenwonende te Overijse, Speelberghof 21, gehomologeerd. Ingevolge deze akte hebben de echtgenoten Nicolas ArtinopoulosBroos verklaard het wettelijk stelsel der gemeenschap, ingevolge huwelijkscontract verleden voor notaris Tom Verhaegen, voornoemd, op 7 september 1998, te behouden en heeft de heer Nicolas Artinopoulos verklaard een eigen goed in het gemeenschappelijk vermogen in te brengen. Voor de echtgenoten, (get.) T. Verhaegen, notaris. (31586)
Blijkens vonnis uitgesproken door de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, op 18 oktober 1999, werd de akte van wijziging van huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Roeland Robrecht Lutgarde Paternoster, kaderlid, geboren te Anderlecht op 12 juli 1963, en zijn echtgenote, Mevr. Ann Maria Deceuninck, thuiswerkend, geboren te Etterbeek op 8 februari 1964, samenwonend te 3012 Leuven (Wilsele), Vanderelststraat 20, verleden voor notaris Luc Talloen, te Leuven, op 2 juni 1999, gehomologeerd. Deze wijziging houdt in dat voornoemde echtgenoten het wettelijk stelsel behouden maar waarbij een onroerend goed ingebracht wordt in de huwelijksgemeenschap. Voor gelijkluidend ontledend uittreksel : (get.) Luc Talloen, notaris. (31587)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, tweede kamer, in dato van 3 mei 1999, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Marc Cuypers, te Heist-op-den-Berg, in dato van 29 januari 1999, en houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Van den Bosch, Alfons Frans, tuinbouwer, en zijn echtgenote, Mevr. De Cuyper, Maria Ivonne, zonder beroep, samenwonende te 2220 Heist-op-den-Berg (Hallaar), Langerechtestraat 47, en inhoudende :
22 mei 1974, tussen de heer Janssens, Jozef Emiel Bertha, zaakvoerder, en zijn echtgenote, Mevr. Proost, Lutgardis Leonia Emilia Rita, zonder beroep, samenwonende te Berlaar, Markt 33, en inhoudende : 1) aanneming van het wettelijk stelsel; 2) inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van twee percelen grond gelegen te Berlaar, aan de Smidstraat. Heist-op-den-Berg, 9 december 1999. Voor de echtgenoten Janssens-Proost, (get.) Marc Cuypers, notaris. (31589)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, tweede kamer, in dato van 3 mei 1999, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Marc Cuypers, te Heist-op-den-Berg, in dato van 25 januari 1999, en houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Cornelis, Theophiel Jozef, bediende, en zijn echtgenote, Mevr. Voorspoels, Sigrid Maria Jozef, bediende, samenwonende te 2221 Heist-op-den-Berg (Booitschot), Sneeuwheide 13, en inhoudende : 1) aanneming van het wettelijk stelsel; 2) inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van een woonhuis met aanhorigheden en grond, gestaan en gelegen te Heist-op-den-Berg (Booischot), Sneeuwheide 13. Heist-op-den-Berg, 9 december 1999. Voor de echtgenoten Cornelis-Voorspoels, (get.) Marc Cuypers, notaris. (31590)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Oudenaarde, uitgesproken op 14 september 1999, werd de akte gehomologeerd verleden voor Mr. Luc Van Coppenolle, notaris te Oudenaarde, op 5 mei 1999, waarbij de heer Danny Roger Alfons De Cordier, hulparbeider, en zijn echtgenote, Mevr. Vera Celine Martha Adeline De Temmerman, bediende, wonende te Zwalm, Noordlaan 21, een wijziging werd ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen die leidt tot een dadelijke verandering in de samenstelling van de vermogens. Oudenaarde, 9 december 1999. Namens de verzoekers : (get.) Luc Van Coppenolle, notaris te Oudenaarde. (31591)
1) de aanneming van het wettelijk stelsel; 2) inbreng in het gemeenschappelijk vermogen van : a) een huis met aanhorigheden en bergplaats gestaan en gelegen te Heist-op-den-Berg (Hallaar), Langerechtestraat 47 en +47; b) een bergplaats met grond gestaan en gelegen te Heist-op-den-Berg (Hallaar), Langerechtestraat +47; 3) toebedeling van de gemeenschap in volle eigendom aan de langstlevende echtgenoot en dit zowel bij bestaan als bij niet bestaan van kinderen of afstammelingen van hun kinderen uit dit huwelijk gesproten. Heist-op-den-Berg, 9 december 1999. Voor de echtgenoten Van den Bosch-De Cuyper, (get.) Marc Cuypers, notaris. (31588)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, tweede kamer, in dato van 20 september 1999, werd gehomologeerd de akte verleden voor notaris Marc Cuypers, te Heist-op-den-Berg, in dato van 19 april 1999, en houdende wijziging van het huwelijkscontract verleden voor notaris Michel Cuvelier, te Berlaar, in dato van
Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 3 december 1999, onder nr. 99/2089/B, hebben de heer Van Hoof, Paulus Clementinus Ernestus, gepensioneerde, geboren te Geel op 23 mei 1924, wonende te Geel, Antwerpsedries 9, en zijn echtgenote, Mevr. Verbist, Angèle Thérèse Josephine Marie, zonder beroep, geboren te Geel op 22 november 1919, samenwonende te Geel, Antwerpsedries 9, de homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Tom Verbist, te Geel, op 17 november 1999, gevraagd. Ingevolge deze akte hebben de echtgenoten Van Hoof-Verbist, verzocht hun huidige stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen te behouden en waarbij Mevr. Van Hoof, onroerende goederen inbrengt in de gemeenschap en beide echtgenoten elk roerende goederen inbrengen in de gemeenschap en een aanpassing hebben aangebracht van het beding van verdeling. 9 december 1999. Voor de echtgenoten Van Hoof-Verbist, (get.) Tom Verbist, notaris te Geel. (31592)
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Bij verzoekschrift neergelegd ter griffie van de burgerlijke rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, op 3 december 1999, onder nr. 99/2091/B, hebben de heer Hannes, Karel Jozef, arbeider, geboren te Lichtaart op 22 juli 1946, en zijn echtgenote, Mevr. Branckaerts, Emma Maria Josepha, huisvrouw, geboren te Geel op 3 augustus 1949, samenwonende te Geel, Kwachten 1, de homologatie van de akte van wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Tom Verbist, te Geel, op 9 november 1999, gevraagd. Ingevolge deze akte hebben de echtgenoten Hannes-Branckaerts, verzocht hun huidige stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen te behouden en waarbij Mevr. Branckaerts, Emma, onroerende goederen inbrengt in de gemeenschap.
47471
Par requête en date du 9 décembre 1999, M. Maurice Félix Emile Derasse, pensionné, et son épouse, Mme Yvette Thérèse Joseph Grouset, sans profession, demeurant ensemble à Tournai, chaussée de Douai 48, ont introduit devant le tribunal civil de première instance de Tournai une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte reçu par Me Edouard Jacmin, notaire à Taintignies, en date du 2 décembre 1999. Le contrat modificatif maintient le régime légal de communauté, avec apport d’immeuble au patrimoine commun par l’époux. Pour extrait conforme : pour les époux, (signé) Edouard Jacmin, notaire. (31597)
9 december 1999. Voor de echtgenoten Hannes-Branckaerts, (get.) Tom Verbist, notaris te Geel. (31593)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, d.d. 3 november 1999, werd de akte houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel der echtgenoten, de heer Jacobs, Joeri Louis Toos, arbeider, geboren te Turnhout op 31 mei 1970, en zijn echtgenote, Mevr. Wuyts, Christel Louisa Alfons, bediende, geboren te Turnhout op 10 september 1970, samenwonende te Turnhout, Lokerenstraat 34, oorspronkelijk gehuwd onder het wettelijk stelsel der gemeenschap van goederen bij gebrek aan huwelijkscontract, welke akte verleden voor notaris Michel Eyskens, te Oud-Turnhout, op 16 februari 1999, waarbij voornoemde echtgenoten besloten hebben hun huwelijk verder te zetten onder het wettelijk stelsel der gemeenschap van goederen, en waarbij een bepaald onroerend goed en een bepaalde schuld wordt ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen door de heer Jacobs, Joeri Louis Toos voornoemd, gehomologeerd. Oud-Turnhout, 9 december 1999. (Get.) M. Eyskens, notaris.
(31594)
Par requête signée le 19 novembre 1999, et déposée le 9 décembre suivant près le tribunal civil de première instance de Mons, M. Christian Louis Boitel, invalide, et son épouse en secondes noces, Mme Linda Carole Brigitte Biefnot, employée, demeurant ensemble à Quaregnon, rue Adelson Castiaux 235, ont introduit devant le tribunal civil de première instance de Mons, une requête en homologation des conventions modificatives de leur régime matrimonial dressé par acte reçu par le notaire Serge Fortez, à Quiévrain, en date du 19 novembre 1999. Le contrat modificatif comporte apport au patrimoine propre de Mme Biefnot de biens meubles et immeuble appartenant à la société d’acquêts. Quiévrain, le 8 décembre 1999. (Signé) Serge Fortez, notaire.
(31595)
Par requête en date du 9 décembre 1999, M. Jean Claude Charles Henri Seneca, ouvrier, et son épouse, Mme Françoise Rita Laurence Bonnet, sans profession, demeurant ensemble à Rumes, rue des Prisonniers de Guerre 20, ont introduit devant le tribunal civil de première instance de Tournai une requête en homologation du contrat modificatif de leur régime matrimonial, dressé par acte reçu par Me Edouard Jacmin, notaire à Taintignies, en date du 2 décembre 1999. Le contrat modificatif maintient le régime légal de communauté, avec apport d’immeubles en nue-propriété au patrimoine commun et attribution au conjoint survivant de toute la communauté tant mobilière qu’immobilière en cas de décès de l’un des époux et l’absence de séparation de fait. Pour extrait conforme : pour les époux, (signé) Edouard Jacmin, notaire. (31598)
Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap
Par décision du 30 novembre 1999, le tribunal de première instance de Liège a désigné Me Jean-Luc Paquot, avocat, juge suppléant, avenue Blonden 33, à 4000 Liège, en qualité de curateur à la succession réputée vacante de Bissot, Henriette Joséphine, née à Fléron le 26 juillet 1905, veuve de M. Jean Camal, en son vivant domiciliée à Beyne-Heusay, rue Jean Jaurès 35, décédée à Liège le 10 avril 1999. Toute personne intéressée par ladite succession est priée de se faire connaître dans les trois mois de la présente publication. (Signé) Jean-Luc Paquot, avocat.
(31599)
Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
Op 24 september 1999 verleende de eerste B-kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een vonnis waarbij Mr. Anke Dumez, advocaat en plaatsvervangend rechter te Antwerpen, kantoorhoudende te 2018 Antwerpen, Justitiestraat 18A, werd aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Joannes Franciscus Buyens, geboren te Berlaar op 28 augustus 1929, weduwnaar van Ludovica Maria Veris, laatst wonende te Antwerpen (district Deurne), Jozef Verbovenlei 1, en overleden te Antwerpen (district Antwerpen), op 7 juli 1997. Antwerpen, 9 december 1999.
Par requête en date du 3 décembre 1999, les époux, Brassel, Alexandre Paul Jacques Ghislain, et son épouse, Gueibe, Christie Joëlle Sandra, demeurant à Martelange, La Roche Percée 3, ont introduit devant le tribunal de première instance de Neufchâteau une requête en homologation de l’acte modificatif de la composition de leurs patrimoines dressé par le notaire Joël Tondeur, de Bastogne, en date du 18 novembre 1999. Ledit acte modificatif comporte apport de biens immeubles propres à M. Brassel à la communauté existant entre lui et son épouse selon le régime légal.
De griffier, (get.) An Rasschaert, griffier.
(31600)
Op 12 november 1999 verleende de eerste B-kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een vonnis waarbij Mr. Bartholomeeusen, Marc, advocaat en plaatsvervangend rechter te Antwerpen, kantoor houdende te 2000 Antwerpen, Stoopstraat 1, werd aangesteld als curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Celestine Irma Alphonsius Benoit, geboren te Borsbeek op 10 juli 1947, laatst wonende te Antwerpen (district Borgerhout), Turnhoutsebaan 190, en overleden te Antwerpen (district Wilrijk), op 14 januari 1999.
Martelange, le 3 décembre 1999.
Antwerpen, 9 december 1999.
Les requérants, (signé) Brassel, Alexandre; Gueibe, Christie. (31596)
De griffier, (get.) An Rasschaert, griffier.
(31601)
47472
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD ANNEXE au Moniteur belge du 16 décembre 1999 − BIJLAGE tot het Belgisch Staatsblad van 16 december 1999
Katholieke Universiteit Brussel V.Z.W. Bekendmaking nevenactiviteiten academisch personeel 1999-2000 overeenkomstig artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 1993 In toepassing van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 1993 heeft de raad van bestuur van K.U.Brussel in vergadering op 7 september 1999, op gemotiveerd verzoek van onderstaande personeelsleden en na onderzoek van hun beschikbaarheid voor de univerisiteit, toelating verleend om tijdens het academiejaar 1999-2000 de naast hun naam vermelde nevenactiviteit uit te oefenen. Prof. dr. C. Matheeussen, gewoon hoogleraar, rector, de nevenactiviteit van advocaat. Deze nevenactiviteit zal thans uitsluitend beperkt blijven tot het onderzoek van hoofdzakelijk cassatiedossiers burgerlijk recht in samenwerking met een advocatenkantoor. Deze nevenactiviteit sluit nauw aan bij de onderwijsopdracht, neemt slechts een halve dag per week in beslag, die trouwens buiten de diensturen wordt gepresteerd, en doet op generlei wijze afbreuk aan de voltijdse beschikbaarheid voor de universiteit. Naast de onderwijsopdracht van 180 lesuren, die integraal door betrokkene zelf worden gedoceerd, vervult prof. Matheeussen een aantal belangrijke bestuurstaken (o.m. rector) en is hij auteur van verschillende recente wetenschappelijke publicaties. Mevr. Vinciane Vanovermeire, voltijds assistente aan de rechtsfaculteit, de nevenactiviteit van advocaat. Deze nevenactiviteit is beperkt tot mondelinge bijstand bij een beperkt aantal dossiers. De nevenactiviteit sluit aan bij de doctoraatsvoorbereiding en de lesopdracht van betrokkene. Zij neemt maximaal één voormiddag per week, op zaterdag, in beslag en doet op generlei wijze afbreuk aan de voltijdse beschikbaarheid voor de universiteit. (20065)
Hogeschool Sint-Lukas Brussel Het hogeschoolbestuur van de Hogeschool Sint-Lukas Brussel, gelet op de artikelen 147 tot 150 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 tot vaststelling van de lijst van andere beroepsactiviteiten of bezoldigde activiteiten die een groot gedeelte van de tijd in beslag nemen van een lid van het onderwijzend personeel, werkzaam in de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; gelet op de gemotiveerde aanvragen van de betrokken leden van het onderwijzend personeel; gelet op het takenpakket van de betrokkenen en na onderzoek van hun beschikbaarheid voor de hogeschool, heeft op 23 september 1999 beslist dat voor de duur van het academiejaar 1999-2000 aan de volgende voltijdse of daarmee gelijkgestelde leden van het onderwijzend personeel op basis van artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 3 mei 1995 toelating wordt verleend tot het uitoefenen van de bij hun naam vermelde andere beroepsactiviteit of bezoldigde activiteit, die voorkomt op de lijst van artikel 1 van hetzelfde besluit. Het hogeschoolbestuur heeft vastgesteld dat de bij een personeelslid vermelde nevenactiviteit geen groot gedeelte van de tijd van de betrokkene in beslag neemt. Het betreft de hierna vernoemde voltijdse of daarmee gelijkgestelde personeelsleden : Beyls, Peter. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Software-ontwikkelaar, gastspreker en publicist met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit neemt minder dan 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten op het vlak van media en elektronische beeldvorming. Allerlei studiebegeleidende taken. Begeleiding van afstudeerprojecten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de elektronische beeldvorming die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Coeckelberghs, Luciaan. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Beeldend kunstenaar met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit is financieel bescheiden van aard en neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Lesopdracht “Studie van de beeldelementen”. Monitoraten. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47473
Lidmaatschap van de academische raad. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de beeldende kunsten die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Colpaert, Erik. Lector 70 % - Assistent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 20 %. Kunstenaar met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit heeft een bij de lesopdracht aanvullende en onderzoekende functie. Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in de opleidingen interieurvormgeving en fotografie. Allerlei studiebegeleidende taken. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de beeldende kunsten die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Daniels, Albert. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Plastisch kunstenaar met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit heeft een bij de lesopdracht aanvullende en onderzoekende functie. Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten als ateliertitularis hoog- en diepdruk. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de beeldende kunsten die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Delafortrie, Lieven. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Leraar Sint-Lukas Hogere Leergangen 7/19. De nevenactiviteit betreft een deeltijdse onderwijsopdracht in het hoger onderwijs voor sociale promotie (GPB). De werktijden situeren zich buiten deze van de hogeschool (’s avonds en op zaterdag). De nevenactiviteit is zodoende geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Atelierbegeleiding vrije kunsten - experimenteel atelier. Begeleiding eindejaarswerken en afstudeerprojecten. Organisatorische en andere taken als afdelingshoofd vrije kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. Denys, Hendrik. Lector 100 %. Interieurarchitect en grafisch vormgever met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit neemt op jaarbasis minder dan e´e´n dag per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier interieurvormgeving. Begeleiding afstudeerprojecten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de interieurvormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Deprez, Koenraad. Praktijklector 100 %. Interieurarchitect met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier interieurvormgeving. Organisatorische en andere taken als afdelingshoofd interieurvormgeving. Begeleiding afstudeerprojecten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de interieurvormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten.
47474
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
De Schutter, Peter. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Fotograaf met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit beperkt zich in hoofdzaak tot artistiek advies bij grote producties. Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier fotografie. Allerlei studiebegeleidende taken, waaronder begeleiding van eindejaarswerken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Lidmaatschap van het hogeschoolonderhandelingscomite´. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de fotografie die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Didden, Marc. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Scenarist en onbezoldigd zaakvoerder MAX ! C.V. met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit gebeurt in bijberoep en neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier film-video. Begeleiding eindejaarswerken en afstudeerprojecten. Voorbereiding, leiding en evaluaties van workshops. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de audiovisuele media die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Francis, Willy. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Beeldend kunstenaar met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit heeft een bij de lesopdracht aanvullende en onderzoekende functie. Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier tekenen. Begeleiding eindejaarswerken en afstudeerprojecten. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de beeldende kunsten die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Gees, Luc. Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Fotograaf met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit betreft vooral illustratief werk voor publiciteitscampagnes, portretten en vrij werk voor publicaties. Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en is aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier fotografie. Allerlei studiebegeleidende taken, waaronder begeleiding van eindejaarswerken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de fotografie die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Henderickx, Guido Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Filmregisseur met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit betreft voor 1999-2000 het schrijven van een filmscenario en de langspeelfilm ’S’ begeleiden op buitenlandse filmfestivals.
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
47475
Zij neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag en vormt aldus geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier film-video. Begeleiding eindejaarswerken en afstudeerprojecten. Voorbereiding, leiding en evaluaties van workshops. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de audiovisuele media die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Loedts, Jules Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Grafisch vormgever met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit is van artistieke aard en neemt slechts 1 halve dag per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier grafische vormgeving. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de grafische vormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Mergan, Christian Assistent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Animatiefilmer met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit is van artistieke aard en neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier animatie. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de animatiefilm die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Pauwels, Peter Lector 100 %. Werkend vennoot van de B.V.B.A. Studio Twee, Molenvest 84, 2200 Herentals. De nevenactiviteit is onbezoldigd en neemt maximum 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier interieurvormgeving. Organisatie van bedrijfsbezoeken. Begeleiding van afstudeerprojecten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de interieurvormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Stassen, Lucien Assistent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Kunstschilder - grafieker met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit is van artistieke aard en neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier tekenen. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de schilderkunst en de grafiek die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten.
47476
MONITEUR BELGE — 16.12.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Stuyck, Johan Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 85 %. Gedelegeerd bestuurder van Dream Team N.V., 3040 Loonbeek. De nevenactiviteit is onbezoldigd en neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier grafische vormgeving. Artistiek onderzoek. Begeleid eindejaarswerken. Begeleiding scripties. Organisatie van studiebezoeken (musea, tentoonstellingen, enz.) Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de grafische vormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. Verelst, Monique Praktijklector 100 %. Binnenhuisarchitect met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit neemt slechts 2 halve dagen per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier interieurvormgeving. Allerlei studiebegeleidende taken. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de interieurvormgeving die betrokkene via haar nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor haar lesopdrachten. Winnepenninckx, Jozef Docent belast met artistiek gebonden onderwijsactiviteiten 100 %. Grafisch vormgever met het statuut van zelfstandige. De nevenactiviteit is van artistieke aard en neemt slechts 1 halve dag per week in beslag. Zij is geen beletsel t.a.v. de voltijdse beschikbaarheid voor de hogeschool. Dit blijkt o.a. uit het takenpakket van het personeelslid in de hogeschool : Diverse lesopdrachten in het atelier grafische vormgeving. Allerlei studiebegeleidende taken. Ontwikkeling en beoefening van de kunsten. Externe vertegenwoordiging van de hogeschool. De professionele ervaring op het terrein van de grafische vormgeving die betrokkene via zijn nevenactiviteit opdoet, brengt een meerwaarde mee voor zijn lesopdrachten. (20066)
Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/adviseur : A. VAN DAMME