8801
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN MINISTERE DE LA JUSTICE F. 99 — 781
MINISTERIE VAN JUSTITIE [S − C − 99/09315]
8 MARS 1999 Loi instaurant un Conseil consultatif de la magistrature (1) ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopte´ et Nous sanctionnons ce qui suit :
N. 99 — 781
[S − C − 99/09315]
8 MAART 1999 Wet tot instelling van een Adviesraad van de magistratuur (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Article 1er. La pre´sente loi re`gle une matie`re vise´e a` l’article 78 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Section 1re. — De la composition
Afdeling 1. — Samenstelling
Art. 2. § 1 . Il est institue´ pour l’ensemble de la Belgique un Conseil consultatif de la magistrature, ci-apre`s de´nomme´ le Conseil consultatif. Le Conseil consultatif est compose´ de 44 membres; il se compose d’un colle`ge ne´erlandophone et d’un colle`ge francophone, comportant chacun 22 membres.
Art. 2. § 1. Er wordt voor geheel Belgie¨ een Adviesraad van de magistratuur ingesteld, hierna genoemd de Adviesraad. De Adviesraad is samengesteld uit 44 leden; hij bestaat uit een Nederlandstalig college en uit een Franstalig college, die elk 22 leden tellen.
er
§ 2. Chaque colle`ge est compose´, par degre´ de juridiction, de :
§ 2. Elk college is per graad van rechtsmacht samengesteld uit :
— quatre membres des cours, dont au moins un membre appartenant a` la Cour de cassation et un membre appartenant a` une cour du travail, ainsi qu’au moins un membre de chaque sexe;
— vier leden van de hoven, waarvan ten minste een lid behoort tot het Hof van Cassatie en e´e´n lid tot een arbeidshof en waarvan ten minste een lid van elk geslacht;
— deux membres du ministe`re public pre`s ces cours, dont au moins un membre de chaque sexe;
— twee leden van het openbaar ministerie bij deze hoven, waarvan ten minste een lid van elk geslacht;
— dix membres des tribunaux de premie`re instance, des tribunaux du travail, des tribunaux du commerce et des tribunaux de police, dont au moins un membre appartenant a` un tribunal du travail, un membre appartenant a` un tribunal du commerce et un membre appartenant a` un tribunal de police, ainsi qu’au moins trois membres de chaque sexe;
— tien leden van de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken, waarvan ten minste een lid behoort tot een arbeidsrechtbank, een lid tot een rechtbank van koophandel en een lid tot een politierechtbank en waarvan ten minste drie leden van elk geslacht;
— quatre membres du ministe`re public pre`s ces tribunaux ou près le Conseil de guerre, dont au moins un membre appartenant a` un auditorat, ainsi qu’au moins un membre de chaque sexe;
— vier leden van het openbaar ministerie bij deze rechtbanken of bij de Krijgsraad, waarvan ten minste een lid behoort tot een auditoraat en waarvan ten minste een lid van elk geslacht;
— deux juges de paix, dont au moins un de chaque sexe. Section 2. — De la de´signation des membres er
— twee vrederechters, waarvan ten minste een lid van elk geslacht. Afdeling 2. — Aanwijzing van de leden
Art. 3. § 1 . Les membres du Conseil consultatif sont e´lus directement par et parmi les magistrats de carrie`re effectifs du roˆle linguistique correspondant. Il existe des colle`ges e´lectoraux pour l’e´lection des membres du colle`ge ne´erlandophone et des colle`ges e´lectoraux pour l’e´lection des membres du colle`ge francophone.
Art. 3. § 1. De leden van de Adviesraad worden rechtstreeks verkozen door en uit de beroepsmagistraten in actieve dienst van de overeenkomstige taalrol. Er bestaan kiescolleges voor de verkiezing van de leden van het Nederlandstalig college en kiescolleges voor de verkiezing van de leden van het Franstalig college.
Pour la magistrature assise, les colle`ges e´lectoraux sont organise´s par degre´ de juridiction et sont compose´s somme suit :
Voor de zittende magistratuur worden de kiescolleges georganiseerd per graad van rechtsmacht en zijn samengesteld als volgt :
— le colle`ge e´lectoral pour les cours est compose´ des magistrats assis de la Cour de cassation, des magistrats du ministe`re public pre`s la Cour de cassation ainsi que des magistrats assis des cours d’appel, des cours du travail et de la Cour militaire;
— het kiescollege voor de hoven bestaat uit de zittende magistraten van het Hof van Cassatie, de magistraten van het openbaar ministerie bij het Hof van Cassatie en de zittende magistraten van de hoven van beroep, de arbeidshoven en het Militair Gerechtshof;
— le colle`ge e´lectoral pour les tribunaux est compose´ des magistrats assis des tribunaux de premie`re instance, des tribunaux du commerce, des tribunaux du travail et des tribunaux de police;
— het kiescollege voor de rechtbanken bestaat uit de zittende magistraten van de rechtbanken van eerste aanleg, de rechtbanken van koophandel, de arbeidsrechtbanken en de politierechtbanken;
— le colle`ge e´lectoral pour les juges de paix est compose´ des juges de paix.
— het kiescollege voor de vrederechters bestaat uit de vrederechters.
Pour les magistrats du ministe`re public, un seul colle`ge e´lectoral est organise´ pour tous les degre´s de juridiction. Ce colle`ge e´lectoral est compose´ des magistrats du ministe`re public pre`s les cours d’appel, les cours du travail et les tribunaux de premie`re instance.
Voor de magistraten van het openbaar ministerie wordt voor alle graden van rechtsmacht e´e´n kiescollege georganiseerd. Het is samengesteld uit de magistraten van het openbaar ministerie bij de hoven van beroep, de arbeidshoven en de rechtbanken van eerste aanleg.
Les magistrats d’assistance et les magistrats fe´de´raux sont re´pute´s faire partie des membres de la cour d’appel de Bruxelles.
De bijstandsmagistraten en de federale magistraten worden verondersteld deel uit te maken van de leden van het hof van beroep te Brussel.
Seuls les magistrats effectifs qui, au jour des e´lections, sont aˆge´s d’au moins quatre anne´es de moins que la limite d’aˆge vise´e a` l’article 383, § 1er, du Code judiciaire sont e´ligibles.
Alleen de magistraten in actieve dienst die op de dag van de verkiezingen ten minste vier jaar van de leeftijdsgrens bedoeld in artikel 383, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek zijn verwijderd, zijn verkiesbaar.
§ 2. Le vote est secret. Chaque magistrat dispose d’un suffrage.
§ 2. De stemming is geheim. Elke magistraat beschikt over e´e´n stem.
Pour chaque membre, un supple´ant de meˆme titre est e´lu selon les meˆmes modalite´s.
Op dezelfde wijze wordt voor elk lid een plaatsvervanger van dezelfde hoedanigheid gekozen.
La proce´dure d’e´lection est organise´e par le Conseil consultatif en collaboration avec le ministe`re de la Justice selon des re`gles e´tablies par arreˆte´ royal.
De verkiezingsprocedure wordt georganiseerd door de Adviesraad in samenwerking met het ministerie van Justitie volgens de regels vastgesteld bij koninklijk besluit.
8802
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
§ 3. Le classement des candidats est e´tabli par colle`ge e´lectoral, en fonction du nombre de suffrages obtenu. Dans cet ordre sont e´lus les magistrats ayant obtenu le plus grand nombre de suffrages et qui re´pondent e´galement aux crite`res de composition auxquels chaque collège doit satisfaire, tels que pre´vus a` l’article 2, § 2. En cas de parite´ des suffrages, la priorite´ est donne´e au plus jeune des candidats.
§ 3. De kandidaten worden per kiescollege gerangschikt in volgorde van het aantal behaalde stemmen. In deze volgorde zijn verkozen de magistraten met het meeste aantal stemmen en die eveneens beantwoorden aan de samenstellingscriteria waaraan elk college moet voldoen, zoals bepaald in artikel 2, § 2. Bij staking van stemmen wordt voorrang gegeven aan de jongste van de kandidaten.
§ 4. Il est d’office mis fin au mandat au sein du Conseil consultatif lorsqu’un membre :
§ 4. Er wordt van rechtswege een einde gemaakt aan het mandaat in de Adviesraad wanneer een lid :
1° n’exerce plus ses fonctions de magistrat; 2° ne dispose plus de la qualite´ sur la base de laquelle il a e´te´ e´lu au sein du Conseil consultatif; 3° devient membre du Conseil supe´rieur de la Justice.
1° zijn ambt van magistraat niet meer uitoefent; 2° zijn hoedanigheid verliest op basis waarvan hij gekozen is voor de Adviesraad; 3° lid wordt van de Hoge Raad voor de Justitie.
§ 5. Les magistrats supple´ants, les juges consulaires ainsi que les juges et les conseillers sociaux forment pour chaque roˆle linguistique des colle`ges e´lectoraux distincts. Chaque colle`ge e´lectoral e´lit deux repre´sentants parmi ses membres. Chaque membre du colle`ge e´lectoral dispose d’un suffrage. Pour chaque repre´sentant, un supple´ant est e´lu selon les meˆmes modalite´s.
§ 5. De plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken, de rechters en raadsheren in sociale zaken vormen per taalrol afzonderlijke kiescolleges. Elk kiescollege kiest uit zijn midden twee vertegenwoordigers. Elk lid van het kiescollege beschikt over e´e´n stem. Op dezelfde wijze wordt voor elke vertegenwoordiger een plaatsvervanger gekozen.
Section 3. — Du fonctionnement
Afdeling 3. — Werking
Art. 4. § 1 . Les membres du Conseil consultatif sie`gent pour une pe´riode de quatre ans, renouvelable une fois.
Art. 4. § 1. De leden van de Adviesraad hebben zitting voor een periode van vier jaar, die eenmaal hernieuwbaar is.
La publication de la liste des membres du Conseil consultatif et de leurs supple´ants au Moniteur belge fait office d’installation.
De bekendmaking van de lijst met de leden van de Adviesraad en hun plaatsvervangers in het Belgisch Staatsblad geldt als installatie.
§ 2. Chaque colle`ge e´lit parmi ses membres un pre´sident, un vice-pre´sident et un secre´taire. Ceux-ci constituent ensemble le Bureau du Conseil consultatif.
§ 2. Elk college kiest onder zijn leden een voorzitter, een ondervoorzitter en een secretaris. Zij vormen samen het Bureau van de Adviesraad.
La pre´sidence du Conseil consultatif est exerce´e a` tour de roˆle par un des deux pre´sidents pendant un de´lai de deux ans, a` commencer par le pre´sident le plus aˆge´.
Het voorzitterschap van de Adviesraad wordt voor een termijn van twee jaar beurtelings bekleed door een van beide voorzitters, te beginnen met de oudste.
En l’absence du pre´sident, la pre´sidence est assure´e par le vicepre´sident appartenant au meˆme colle`ge.
Bij diens afwezigheid wordt het voorzitterschap waargenomen door de ondervoorzitter van hetzelfde college.
er
§ 3. Font partie de l’assemble´e ge´ne´rale, avec voix consultative : — le repre´sentant d’une association de magistrats, comptant au moins 75 membres durant un an. Ce de´lai est prolonge´ chaque fois d’un an a` condition que cette association compte au moins 75 membres au premier janvier de l’anne´e civile; — le pre´sident de l’association des magistrats germanophones;
§ 3. Maken deel uit van de algemene vergadering met raadgevende stem : — de vertegenwoordiger van een magistratenvereniging die ten minste 75 leden telt gedurende een jaar. Deze termijn wordt telkens met een jaar verlengd op voorwaarde dat het aantal leden van de vereniging op de eerste januari van het kalenderjaar ten minste 75 bedraagt; — de voorzitter van de vereniging van Duitstalige magistraten;
— les repre´sentants des magistrats supple´ants, juges consulaires, juges et conseillers sociaux vise´s a` l’article 3, § 5.
— de vertegenwoordigers van de plaatsvervangende magistraten, de rechters in handelszaken, de rechters en raadsheren in sociale zaken, bedoeld in artikel 3, § 5.
§ 4. Le Bureau pre´pare les assemble´es ge´ne´rales, en exe´cute les de´cisions, et en coordonne les activite´s.
§ 4. Het Bureau bereidt de algemene vergaderingen voor, voert haar beslissingen uit en coo¨rdineert haar werkzaamheden.
§ 5. Sans pre´judice de dispositions contraires, les de´cisions de l’assemble´e ge´ne´rale, des colle`ges et du Bureau sont prises a` la majorite´ simple des suffrages, a` la condition qu’au moins la moitie´ des membres soient pre´sents. En cas de parite´ des suffrages, la voix du pre´sident est pre´ponde´rante.
§ 5. Behoudens andersluidende beschikkingen worden de beslissingen van de algemene vergadering, van de colleges en van het Bureau genomen bij gewone meerderheid van stemmen op voorwaarde dat tenminste de helft van de leden aanwezig is. In geval van staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
§ 6. L’assemble´e ge´ne´rale et les colle`ges e´tablissent un re`glement d’ordre inte´rieur fixant les modalite´s de leur fonctionnement.
§ 6. De algemene vergadering en de colleges stellen een huishoudelijk reglement op dat hun werking bepaalt.
§ 7. Tout membre empeˆche´ ou absent est remplace´ par son supple´ant. Le membre dont le mandat vient pre´mature´ment a` e´che´ance est remplace´ d’office par son supple´ant pour le reste de la dure´e du mandat.
§ 7. Een lid dat verhinderd of afwezig is, wordt vervangen door zijn plaatsvervanger. Een lid waarvan het mandaat voortijdig openvalt, wordt voor de resterende duur van het mandaat van rechtswege vervangen door zijn plaatsvervanger.
Section 4. — Des missions du Conseil consultatif et des colle`ges
Afdeling 4. — Opdrachten van de Adviesraad en de colleges
Art. 5. § 1er. D’initiative, ou sur requeˆte du ministre de la Justice ou des Chambres le´gislatives, le Conseil consultatif a pour mission de donner des avis et de se concerter avec ces instances sur tout ce qui se rapporte au statut, aux droits et aux conditions de travail des juges et des officiers du ministe`re public.
Art. 5. § 1. De Adviesraad heeft als opdracht hetzij op eigen initiatief, hetzij op verzoek van de minister van Justitie of van de Wetgevende Kamers adviezen te geven en met hen overleg te plegen over al hetgeen betrekking heeft op het statuut, de rechten en de werkomstandigheden van de rechters en de ambtenaren van het openbaar ministerie.
§ 2. Chaque colle`ge pre´pare les avis de l’assemble´e ge´ne´rale ainsi que les avis sur les points mis a` l’ordre du jour, soit par le pre´sident d’un colle`ge, soit a` la demande d’au moins quatre membres d’un colle`ge.
§ 2. Elk college bereidt de adviezen van de algemene vergadering voor evenals de adviezen over de aangelegenheden die, hetzij door de voorzitter van een college, hetzij op verzoek van ten minste vier leden van een college op de agenda worden geplaatst.
Les ordres du jour et les avis de chaque colle`ge sont transmis a` l’autre colle`ge par le Bureau selon les modalite´s de´termine´es par le re`glement d’ordre inte´rieur. Le pre´sident re´unit le Conseil consultatif en assemble´e ge´ne´rale a` la demande d’un des colle`ges ou de sa propre initiative.
De agenda’s en de adviezen van elk college worden aan het andere bezorgd door het Bureau op de wijze bepaald in het huishoudelijk reglement. De voorzitter roept de Adviesraad in algemene vergadering bijeen op verzoek van een van de colleges of op eigen initiatief.
L’assemble´e ge´ne´rale se prononce sur les avis des colle`ges.
De algemene vergadering spreekt zich uit over de adviezen van de colleges.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8803
Lorsque l’avis final de l’assemble´e ge´ne´rale ne refle`te pas l’opinion unanime des membres ou des colle`ges, chaque membre ou colle`ge a le droit de joindre l’expose´ de son opinion personnelle a` l’avis final.
Indien het eindadvies niet de eenstemmige mening van de leden of de colleges weergeeft, heeft ieder lid of college het recht de uiteenzetting van zijn individuele mening aan het eindadvies toe te voegen.
§ 3. La manie`re dont les avis sont e´tablis et les de´lais dans lesquels les avis sont transmis aux autorite´s consultantes sont de´termine´s par arreˆte´ royal.
§ 3. De wijze waarop de adviezen worden opgesteld en de termijn binnen dewelke deze adviezen worden overgezonden aan de raadplegende overheden, worden vastgesteld bij koninklijk besluit.
§ 4. Le ministre de la Justice transmet au Conseil consultatif tous les avant-projets de loi approuve´s par le Conseil des ministres et qui ont trait aux missions du Conseil consultatif.
§ 4. De minister van Justitie doet aan de Adviesraad mededeling van alle voorontwerpen van wet die zijn goedgekeurd door de Ministerraad en die betrekking hebben op de opdrachten van de Adviesraad.
§ 5. Les avis du Conseil consultatif n’ont pas d’effet contraignant ni suspensif.
§ 5. De adviezen van de Adviesraad hebben noch bindende, noch opschortende werking.
Section 5. — Dispositions ge´ne´rales
Afdeling 5. — Algemene bepalingen
Art. 6. § 1 . Un membre du Conseil consultatif ne peut pas faire objet d’une proce´dure disciplinaire pour une opinion exprime´e dans le cadre de l’exercice des missions du Conseil consultatif.
Art. 6. § 1. Een lid van de Adviesraad kan niet tuchtrechtelijk vervolgd worden voor een mening uitgebracht in de uitoefening van de opdrachten van de Adviesraad.
§ 2. Le personnel, le mate´riel et les locaux ne´cessaires a` l’encadrement des activite´s du Conseil consultatif sont mises a` sa disposition par le ministre de la Justice. Le cadre organique est de´termine´ par arreˆte´ royal. Les cre´dits ne´cessaires au fonctionnement du Conseil consultatif sont impute´s au budget du ministe`re de la Justice.
§ 2. De minister van Justitie stelt aan de Adviesraad het personeel, het materieel en de lokalen ter beschikking noodzakelijk om de activiteiten van de Adviesraad te ondersteunen. De personeelsformatie wordt bij koninklijk besluit vastgelegd. De noodzakelijke middelen voor de werking van de Adviesraad vallen ten laste van de begroting van het ministerie van Justitie.
§ 3. Le sie`ge du Conseil consultatif est e´tabli dans l’arrondissement administratif de Bruxelles-Capitale.
§ 3. De zetel van de Adviesraad is gevestigd in het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad.
Art. 7. En de´rogation a` l’article 3, § 2, aline´a 3, les premie`res e´lections pour le Conseil consultatif seront organise´es par le ministre de la Justice, et ce, en meˆme temps que les e´lections du Conseil supe´rieur de la Justice.
Art. 7. In afwijking van artikel 3, § 2, derde lid, worden de verkiezingen voor de Adviesraad voor de eerste maal georganiseerd door de minister van Justitie, terzelfdertijd met de verkiezingen van de Hoge Raad voor de Justitie.
Promulguons la pre´sente loi, ordonnons qu’elle soit reveˆtue du sceau de l’Etat et publie´e par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
er
Donne´ a` Bruxelles, le 8 mars 1999.
Gegeven te Brussel, 8 maart 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre de la Justice, T. VAN PARYS
De Minister van Justitie, T. VAN PARYS
Scelle´ du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
Le Ministre de la Justice, T. VAN PARYS
De Minister van Justitie, T. VAN PARYS
Note
Nota
(1) Session ordinaire 1997-1998. Chambre des repre´sentants Documents parlementaires 1677. — N° 1 : Proposition de loi de MM. Duquesne, Dewael, Maingain, Bourgeois, Giet, Vandeurzen, Beaufays et Landuyt. — N° 2 : Avis du Conseil d’Etat. — N° 3 a` 7 : Amendements. — n° 8 : Rapport de MM. Vandeurzen en Barzin. — N° 9 : Texte adopte´ par la commission. — Nos 10 et 11 : Amendements. N°. 12 : Rapport comple´mentaire. — N°. 13 : Texte adopte´ par la commission (art. 77 de la Constitution). — N° 14 : Texte adopte´ par la commission (art. 78 de la Constitution). — N° 15 : Texte adopte´ en se´ance ple´nie`re et transmis au Se´nat (art. 77 de la Constitution).
(1) Gewone zitting 1997-1998. Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden 1677. — Nr. 1 : Wetsvoorstel van de heren Duquesne, Dewael,Maingain, Bourgeois, Giet, Vandeurzen, Beaufays en Landuyt. — Nr. 2 : Advies van de Raad van State. — Nrs. 3 tot 7 : Amendementen. — Nr. 8 : Verslag van de heren Vandeurzen en Barzin. Nr. 9 : Tekst aangenomen door de commissie. — Nrs. 10 en 11 : Amendementen. — Nr. 12 : Aanvullend verslag. — Nr. 13 : Tekst aangenomen door de commissie (art. 77 van de Grondwet). — Nr. 14 : Tekst aangenomen door de commissie (art. 78 van de Grondwet). — Nr. 15 : Tekst aangenomen in de plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat (art. 77 van de Grondwet). Parlementaire handelingen. — Bespreking en aanneming. Vergaderingen van 24 en 26 november 1998. Gewone zitting 1998-1999. Senaat Parlementaire bescheiden 1170. — Nr. 1. : Ontwerp overgezonden door de kamer van volksvertegenwoordigers. — Nr. 2 : Ontwerp niet gee¨voceerd door de Senaat. 82/41 : Beslissingen van de parlementaire overlegcommissie. Zie ook : Kamer van volksvertegenwoordigers Parlementaire bescheiden. — 1841/1 tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat (art. 78 van de Grondwet).
Annales parlementaires. - Discussion et adoption. Se´ances des 24 et 26 novembre 1998. Session ordinaire 1998-1999. Se´nat Documents parlementaires 1170. — N°1 : Projet transmis par la Chambre des repre´sentants. — N° 2 : Projet non e´voque´ par le Se´nat. 82/41 : De´cissions de la commission parlementaire de concertation. Voir aussi : Chambre des repre´sentants Documents parlementaires. — 1841/1 texte adopte´ en se´ance ple´nie`re et transmis au Se´nat (art. 78 de la Constitution).
8804
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES FINANCES
MINISTERIE VAN FINANCIEN
F. 99 — 782 [03031] 12 JANVIER 1999. — Loi contenant le neuvième ajustement du budget général des dépenses de l’année budgétaire 1998 — Section 51 — « Dette publique » (1)
N. 99 — 782 [03031] 12 JANUARI 1999. — Wet houdende negende aanpassing van de Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998 — Sectie 51 — « Rijksschuld » (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut.
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
La Chambre des représentants a adopté et Nous sanctionnons ce qui suit : CHAPITRE Ier. — Dispositions générales
De Kamer van volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Article 1er. La présente loi règle une matière visée à l’article 74, 3° de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid zoals bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.
Art. 2. Le Budget général des dépenses pour l’année budgétaire 1998 est ajusté, conformément aux totaux des programmes figurant dans les tableaux des crédits ajustés annexés à la présente loi.
Art. 2. De Algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1998 wordt aangepast overeenkomstig de totalen van de programma’s zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde aangepaste krediettabellen.
CHAPITRE II. — Dispositions diverses
HOOFDSTUK II. — Diverse bepalingen
Art. 3. La présente loi entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 3. Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit reveˆtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Donné à Bruxelles, le 12 janvier 1999.
Gegeven te Brussel, 12 januari 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget, H. VAN ROMPUY
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY
Le Ministre des Finances, J.-J. VISEUR
De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR
Scellé du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
Le Ministre de la Justice, T. VAN PARYS
De Minister van Justitie, T. VAN PARYS
Note
Nota
(1) Références parlementaires. Session ordinaire (1998-1999) Documents parlementaires. — Projet de loi, n° 1774/1. — Rapport, (renvoi, voir n° 1783/3) n° 1774/2. — Amendement n° 1, n° 1774/3. — Articles adoptés, n° 1774/4. — Texte adopté, N° 1774/5. Annales parlementaires. — Discussion. Séance du 17 décembre 1998. — Adoption. Séance du 7 janvier 1999.
(1) Parlementaie verwijzingen. Gewone zitting (1998-1999) Parlementaire stukken. — Wetsontwerp, nr. 1774/1. — Verslag (verwijzend, zie nr. 1783/3), nr. 1774/2. — Amendement nr. 1, nr. 1774/3. — Aangenomen artikelen, nr. 1774/4. — Aangenomen tekst, nr. 1774/5. Parlementaire Handelingen. — Bespreking. Vergadering van 17 december 1998. — Aanneming. Vergadering van 7 januari 1999.
TABLEAUX ANNEXES A LA LOI
TABELLEN GEVOEGD BIJ DE WET
LEGENDE :
LEGENDE :
Colonne (2) : — DO : division organique. — PA : programme d’activité. — AB : allocation de base. Check digit : les 4 valeurs à 2 chiffres correspondent aux check digits de 4 types des dépenses : — année en cours (cb1) — années antérieures (cb2) — reports de crédits de l’année en cours (cb3) — reports de crédits années antérieures (cb4). Colonne (3) : CRIP — C : dépenses affectées au service financier de dépenses préfinancées. — R : dépenses totalement prises en considération pour la recherche et les services publics scientifiques. — I : dépenses totalement prises en considération en tant qu’investissement public. — P : transfert (en tout ou en partie) à un « parastatal ». Colonne (4) : — cnd : crédits non dissociés (entre parenthèses : les crédits pour créances d’années antérieures) — crd : crédits dissociés — fon : crédits variables des fonds organiques — tot : cnd + crd + fon.
Kolom (2) : — OA : organisatie-afdeling. — PA : programma-activiteit. — BA : basisallocatie. Check digit : de 4 waarden met 2 cijfers komen overeen met de check digits van de 4 uitgaventypes : — lopend jaar (cb1) — vorige jaren (cb2) — transporten van kredieten van het lopend jaar (cb3) — transporten van kredieten vorige jaren (cb4). Kolom (3) : CRIP — C : uitgaven bestemd voor de financiële dienst van geprefinancierde uitgaven. — R : uitgaven volledig beschouwd als wetenschappelijk onderzoek of als wetenschappelijk dienstbetoon. — I : uitgaven volledig beschouwd als overheidsinvestering. — P : transfert (geheel of gedeeltelijk) naar een « parastataal ». Kolom (11) : — ngk : niet-gesplitste kredieten (tussen haakjes : kredieten voor schuldvorderingen van vorige jaren) — gkr : gesplitste kredieten — fon : veranderlijke kredieten van de organieke fondsen — tot : ngk + gkr + fon.
51 MINISTERE DES FINANCES, POUR LA DETTE PUBLIQUE
51 MINISTERIE VAN FINANCIEN, VOOR DE RIJKSSCHULD
(en millions de francs)
(in miljoenen frank) Crédits d’engagement Vastleggingskredieten
DIVISIONS ORGANIQUES Programmes
DO PA A.B. OA PA B.A. check-digit
(1)
(2)
sc
(3)
(4)
1998 voté goedgekeurd
présent ajustement huidige aanpassing
1998 ajusté aangepast
1998 voté goedgekeurd
présent ajustement huidige aanpassing
1998 ajusté aangepast
ks
(5)
(6)
(7)
(8)
(9)
(10)
(11)
DIVISION 45
ORGANISATIE-AFDELINGEN Programma’s Activiteiten Basisallocaties
(12) AFDELING 45
FINANCES
FINANCIEN
1 Charges d’emprunts
1 Lasten van leningen
FONDS ORGANIQUE :
ORGANIEK FONDS :
Prélèvement sur produit d’emprunts destinés à couvrir :
Afnamen van leningsopbrengsten bestemd tot dekking van :
1° les dépenses effectuées dans le cadre d’opérations de gestion de la dette publique;
1° de uitgevoerde uitgaven in het kader van beheersverrichtingen van de rijksschuld;
2° les remboursements effectués par anticipation;
2° de vervroegde terugbetalingen;
3° les décaissements en capital résultant des fluctuations des cours de change.
3° de uitbetalingen van kapitaal ten gevolge van wisselkoersschommelingen.
— Solde au 1er janvier .........................
(1)
—
—
—
—
—
—
— Recettes de l’année en cours .........
(2)
252 361,0
—
252 361,0
252 361,0
—
252 361,0
— Ontvangsten van het lopend jaar
(3) = (1) + (2)
252 361,0
—
252 361,0
252 361,0
—
252 361,0
— Beschikbaar tijdens het lopend jaar
— Disponible pendant l’année en cours ............................................................
— Saldo op 1 januari
10 Charges d’intérêts et de capital
10 Intrest- en kapitaaluitgaven 45 10 1205 14 48 82 19
cnd
600,0
—
600,0
600,0
—
600,0
ngk
Commissies op openbare uitgiften.
Frais divers liés à l’émission et au service financier des emprunts.
45 10 1206 15 49 83 20
cnd
399,7
—
399,7
399,7
—
399,7
ngk
Diverse kosten in verband met de uitgifte en de financiële dienst van leningen.
Intérêts des emprunts à long terme en francs belges.
45 10 2101 37 71 08 42
cnd
499 966,5
− 3 300,0
496 666,5
499 966,5
− 3 300,0
496 666,5
ngk
Rente van de leningen op lange termijn in Belgische frank.
Intérêts des emprunts à long terme en monnaies étrangères.
45 10 2102 38 72 09 43
cnd
42 777,8
—
42 777,8
42 777,8
—
42 777,8
ngk
Rente van de leningen op lange termijn in vreemde munt.
Intérêts des emprunts contractés par la S.A. du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles en vue du financement des travaux de modernisation du canal Bruxelles-Rupel.
45 10 2104 40 74 11 45
cnd
177,7
—
177,7
177,7
—
177,7
ngk
Rente van de door de N.V. Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel aangegane leningen voor de financiering van de werken tot modernisering van het kanaal Brussel-Rupel.
C
8805
Commissions sur émissions publiques.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Activités Allocations de base
CRIP
Crédits d’ordonnancement Ordonnanceringskredieten
(2)
45 10 2105 41 75 12 46 45 10 2108 44 78 15 49 45 10 2110 46 80 17 51 45 10 2112 48 82 19 53 45 10 2113 49 83 20 54 45 10 2114 50 84 21 55 45 10 2116 52 86 23 57 45 10 2123 59 93 30 64 45 10 5104 33 67 04 38
(1)
Intérêts des emprunts du Fonds des Routes en francs belges.
Intérêts de la dette à court terme en francs belges et en monnaies étrangères.
Primes de remboursement et lots.
Intérêts des emprunts de consolidation des déficits des communes fusionnées.
Dépenses d’intérêt résultant d’opérations de gestion de la Dette publique.
Intérêts des emprunts contractés pour le financement des prêts à des états étrangers.
Intérêts des emprunt émis par l’Institut Pasteur.
Rémunération de la Poste pour la mise à disposition au Trésor des avoirs des tiers.
Dépenses de capital résultant d’opérations de gestion de la dette publique.
fon
251 000,0
—
—
251 000,0
350,0
251 000,0
350,0
104 000,0
—
—
—
251 000,0
350,0
104 000,0
fon
fon
ngk
ngk
Aflossingslasten voortvloeiend uit beheersverrichtingen van de Rijksschuld
Terugbetalingen voortvloeiend uit de wisselkoersschommelingen.
Aflossing en terugbetaling op de eindvervaldag van de leningen op lange termijn in vreemde munt.
45 11 9104 65 02 36 70
350,0
104 000,0
474 696,2
Totalen voor de activiteit 0.
Kapitaaluitgaven voortvloeiend uit beheersverrichtingen van de Rijksschuld.
Vergoeding van de Post voor het ter beschikking stellen aan de Schatkist van de tegoeden van derden.
Rente uitgaven i.v.M. leningen van het Instituut Pasteur.
Rente van de leningen aangegaan voor de financiering van leningen aan vreemde landen.
Renteuitgaven voortvloeiend uit beheersverrichtingen van de Rijksschuld
Rente van de consolidatieleningen van de tekorten van de gefusioneerde gemeenten.
Terugbetalingspremies en loten.
Rente van de schuld op korte termijn in Belgische frank en in vreemde munt.
Rente van de Wegenfondsleningen in Belgische frank.
(12)
Activiteiten Basisallocaties
ORGANISATIE-AFDELINGEN Programma’s
Dépenses d’amortissement résultant d’opérations de gestion de la dette publique.
fon
—
—
ngk fon
fon
ngk
ngk
ngk
fon
ngk
ngk
ngk
ngk
(11)
ks
45 11 9103 64 01 35 69
104 000,0
474 696,2
619 872,6 11,0
10,0
3 300,0
90,2
59,0
1,0
55,4
45,6
75 469,4
231,3
(10)
1998 ajusté aangepast
Dépenses de remboursements résultant des fluctuations des cours de changes.
cnd
474 696,2
—
—
—
—
—
—
—
—
—
− 3 300,0 —
(9)
présent ajustement huidige aanpassing
45 11 9102 63 97 34 68
—
623 172,6 11,0
10,0
3 300,0
90,2
59,0
1,0
55,4
45,6
75 469,4
231,3
(8)
1998 voté goedgekeurd
Amortissement et remboursement à échéance finale des emprunts à long terme en monnaies étrangères.
474 696,2
619 872,6 11,0
10,0
3 300,0
90,2
59,0
1,0
55,4
45,6
75 469,4
231,3
(7)
1998 ajusté aangepast
Aflossing en terugbetaling op de eindvervaldag van de leningen op lange termijn in Belgische frank.
cnd
—
—
—
—
—
—
—
—
—
− 3 300,0 —
(6)
présent ajustement huidige aanpassing
45 11 9101 62 96 33 67
623 172,6 11,0
10,0
3 300,0
90,2
59,0
1,0
55,4
45,6
75 469,4
231,3
(5)
1998 voté goedgekeurd
Amortissement et remboursement à échéance finale des emprunts à long terme en francs belges.
cnd fon
fon
cnd
cnd
cnd
fon
cnd
cnd
cnd
cnd
(4)
sc
11 Aflossingsuitgaven
P
(3)
CRIP
Crédits d’ordonnancement Ordonnanceringskredieten
11 Charges d’amortissement
Totaux pour l’activité 0
check-digit
DO PA A.B. OA PA B.A.
Activités Allocations de base
DIVISIONS ORGANIQUES Programmes
Crédits d’engagement Vastleggingskredieten
8806 MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
cnd
45 11 9106 67 04 38 72 45 11 9107 68 05 39 73
45 11 9108 69 06 40 74 45 11 9110 71 08 42 76 45 11 9116 77 14 48 82
Remboursement anticipé de tout ou partie d’emprunts en monnaies étrangères.
Amortissement des emprunts contractés par la S.A. du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles en vue du financement des travaux de modernisation du canal Bruxelles-Rupel.
Amortissement et remboursement à échance finale des emprunts du Fonds des Routes en francs belges.
Amortissement des emprunts de consolidation des déficits des communes fusionnées.
Ammortissement des emprunts émis par l’Institut Pasteur
cnd
127,0
—
—
127,0
3,5
127,0
3,5
—
—
127,0
3,5
2,0
ngk
ngk
ngk
Andere kosten dan de financiële kosten verbonden aan de werking van de Rijksschuld.
Loonkosten in verband met de uitgifte van leningen.
45 40 1221 09 43 77 14
3,5
—
Saldo van het organiek fonds op 31 december
Frais autres que frais financiers liés à l’activité du « Service de la dette publique ».
cnd
2,0
tot
Totalen voor de activiteit 1
Totalen voor de activiteit 1
Aflossing van leningen van het Instituut Pasteur.
Aflossing van de consolidatieleningen van de tekorten van de gefusioneerde gemeenten.
Aflossing en terugbetaling op de eindvervaldag van de Wegenfondsleningen in Belgische frank.
Aflossing van de leningen door de N.V. Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel aangegaan voor de financiering van de werken tot modernisering van het kanaal Brussel-Rupel.
Gehele of gedeeltelijke vervroegde terugbetaling van leningen in vreemde munt.
Gehele of gedeeltelijke vervroegde terugbetaling van leningen in Belgische frank.
(12)
Activiteiten Basisallocaties
ORGANISATIE-AFDELINGEN Programma’s
45 40 1110 92 29 63 97
2,0
—
1 451 686,6
ngk fon
ngk fon
ngk
ngk
ngk
ngk
fon
fon
(11)
ks
Salaires relatifs à l’émission d’emprunts.
—
—
− 3 300,0
1 199 325,6 252 361,0
579 453,0 252 350,0
108,5
154,2
200,0
294,1
500,0
500,0
(10)
1998 ajusté aangepast
Terugbetaling van overtollige of ten onrechte betaalde coupons van afgeloste obligaties van binnen- en buitenlandse leningen.
2,0
—
1 454 986,6
— —
—
—
—
—
—
—
− 3 300,0 —
(9)
présent ajustement huidige aanpassing
45 40 0301 59 93 30 64
—
1 451 686,6
1 202 625,6 252 361,0
579 453,0 252 350,0
108,5
154,2
200,0
294,1
500,0
500,0
(8)
1998 voté goedgekeurd
Remboursement des coupons afférents à des titres amortis d’emprunts intérieurs et extérieurs payés en surnombre ou indûment.
—
− 3 300,0
1 199 325,6 252 361,0
579 453,0 252 350,0
108,5
154,2
200,0
294,1
500,0
500,0
(7)
1998 ajusté aangepast
4 Diversen. cnd
— —
—
—
—
—
—
—
− 3 300,0 —
(6)
présent ajustement huidige aanpassing
Crédits d’ordonnancement Ordonnanceringskredieten
4 Divers.
—
1 454 986,6
tot
Solde du fonds organique au 31 décembre :
1 202 625,6 252 361,0
cnd fon
579 453,0 252 350,0
108,5
154,2
200,0
294,1
Totaux pour le programme 51.45.1
cnd
cnd
500,0
500,0
cnd fon
C
fon
fon
(5)
1998 voté goedgekeurd
Totaux pour l’activité 1
(4) = (3) − fon
cnd
45 11 9105 66 03 37 71
(4)
Remboursement anticipé de tout ou partie d’emprunts en francs belges.
(3)
(2)
sc
(1)
CRIP
check-digit
DO PA A.B. OA PA B.A.
Activités Allocations de base
DIVISIONS ORGANIQUES Programmes
Crédits d’engagement Vastleggingskredieten
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8807
cnd
cnd
45 40 1222 10 44 78 15
45 40 2106 21 55 89 26
45 40 2109 24 58 92 29
45 40 2120 35 69 06 40
45 40 2121 36 70 07 41
45 40 2122 37 71 08 42 45 40 3110 55 89 26 60
45 40 4501 88 25 59 93
45 40 5102 10 44 78 15
Intérêts sur cautionnements et consignations.
Paiement de coupons relevés de la prescription en application de l’article 2 de la loi du 6 février 1970 relative à la prescription des créances à charge ou au profit de l’Etat et des provinces.
Charges d’intérêt des emprunts contractés par la Société Fédérale d’Investissement dans le cadre des missions qui lui sont confiées par la convention conclue en mai 1995 avec l’Etat Belge.
Garantie de l’Etat à l’Institut National de Crédit Agricole — charges d’intérêt.
Garantie de l’Etat à l’Office Central de Crédit Hypothécaire — charges d’intérêt.
Subventions dans les charges d’intérêts des emprunts contractées par la S.A. BELFIN en vue de financer la participation de l’Etat au capital de la SABENA.
Sommes dues par le pouvoir fédéral aux Communautés et Régions en application de l’article 54, § 1, alinéa 3 et § 2 de la loi du 16 janiver 1989 relative au financement des Communautés et Régions
Garantie de change donnée par l’Etat pour le service financier des emprunts émis ou à émettre par la Société nationale de Crédit à l’Industrie en exécution des lois dites d’expansion économique et notamment celles des 24 mai, 17 et 18 juillet 1959 et 15 février 1961.
cnd
cnd
cnd
cnd
cnd
cnd
cnd
(4)
Rente annuelle à 3 p.c. à titre d’indemnité du chef de servitudes aéronautiques (lois du 23 juin 1930 et 17 mars 1936).
(3)
(2)
sc
(1)
CRIP
check-digit
DO PA A.B. OA PA B.A.
Activités Allocations de base
DIVISIONS ORGANIQUES Programmes
0,8
— (14,0)
25,9
1 167,0
319,5
124,0
729,6
1,0
1 700,0
(5)
1998 voté goedgekeurd
(6)
présent ajustement huidige aanpassing
—
—
—
—
—
—
—
—
—
Crédits d’engagement Vastleggingskredieten
0,8
— (14,0)
25,9
1 167,0
319,5
124,0
729,6
1,0
1 700,0
(7)
1998 ajusté aangepast
0,8
— (14,0)
25,9
1 167,0
319,5
124,0
729,6
1,0
1 700,0
(8)
1998 voté goedgekeurd
(9)
présent ajustement huidige aanpassing
—
—
—
—
—
—
—
—
—
0,8
— (14,0)
25,9
1 167,0
319,5
124,0
729,6
1,0
1 700,0
(10)
1998 ajusté aangepast
Crédits d’ordonnancement Ordonnanceringskredieten
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
(11)
ks
Wisselgarantie door de Staat verleend voor de financiële dienst van de leningen door de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid uitgegeven of uit te geven in uitvoering van de zogenaamde wetten voor economische expansie, in het bijzonder deze van 24 mei, 17 en 18 juli 1959 en 15 februari 1961.
Door de federale overheid verschuldigde sommen aan de Gemeenschappen en Gewesten in uitvoering van artikel 54, § 1, derde lid en § 2 van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en Gewesten.
Rentesubsidies betreffende de leningen aangegaan door de N.V. BELFIN ter financiering van de kapitaalsparticipatie van de Staat in SABENA.
Staatswaarborg voor Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet — rentelasten.
Staatswaarborg voor het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet — rentelasten
Rentelasten van de leningen aangegaan door de Federale Investeringsmaatschappij in het kader van de taken die haar toevertrouwd zijn door de conventie in mei 1995 afgesloten met de Belgische Staat.
Betaling van coupons waarvan de verjaring opgeheven werd bij toepassing van artikel 2 van de wet van 6 februari 1970 betreffende de verjaring van schuldvorderingen ten laste of ten voordele van de Staat en de provinciën.
Rente op borgtochten en consignaties.
Jaarrente tegen 3 pct. als vergoeding uit hoofde van luchtvaartdienstbaarheden (wetten van 23 juni 1930 en 17 maart 1936).
(12)
Activiteiten Basisallocaties
ORGANISATIE-AFDELINGEN Programma’s
8808 MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
(2)
45 40 5103 11 45 79 16
45 40 5121 29 63 97 34 45 40 5122 30 64 01 35 45 40 5201 12 46 80 17 45 40 7401 78 15 49 83 45 40 8110 11 45 79 16
(1)
Garantie de change donnée par l’Etat pour le service financier des emprunts émis ou à émettre par la Société nationale de Crédit à l’Industrie en exécution des lois dites d’expansion économique et notamment celles des 24 mai, 17 et 18 juillet 1959 et 15 février 1961.
Garantie de l’Etat à l’Institut National de Cr é dit Agr ic ole — ch arge s d’ammortissement.
Garantie de l’Etat à l’Office Central de Crédit Hypothécaire — charges d’ammortissement.
Dotation des combattants (loi du 10 août 1921).
Dépenses pour l’acquisition de biens meubles durables.
S u b v e n t i o n s d a n s l e s c h a rg e s d’ammortissements des emprunts contractés par la S.A. BELFIN en vue de financer la participation de l’Etat au capital de SABENA.
Totaux cnd + crd + fon
TOTAUX : 51 MINISTERE DES FINANCES, POUR LA DETTE PUBLIQUE
Totaux pour la division organique 51-45
Totaux pour le programme 51.45.4
check-digit
DO PA A.B. OA PA B.A.
Activités Allocations de base
DIVISIONS ORGANIQUES Programmes
I
(3)
CRIP
9 701,5
tot
1 464 688,1
tot
—
+ 3 300,0 —
crd fon tot
− 3 300,0
—
+ 3 300,0 —
− 3 300,0
+ 3 300,0
+ 3 300,0
—
—
—
—
—
—
+ 3 300,0
(6)
présent ajustement huidige aanpassing
cnd
crd fon
1 209 862,1 (14,0) 2 465,0 252 361,0
cnd
crd
7 236,5 (14,0) 2 465,0
1 300,0
7,0
0,1
1 259,7
469,4
2 465,0
(5)
1998 voté goedgekeurd
cnd
cnd
cnd
cnd
cnd
cnd
crd
(4)
sc
Crédits d’engagement Vastleggingskredieten
1 464 688,1
1 206 562,1 (14,0) 5 765,0 252 361,0
13 001,5
7 236,5 (14,0) 5 765,0
1 300,0
7,0
0,1
1 259,7
469,4
5 765,0
(7)
1998 ajusté aangepast
1 462 673,1
1 209 862,1 (14,0) 450,0 252 361,0
7 686,5
7 236,5 (14,0) 450,0
1 300,0
7,0
0,1
1 259,7
469,4
450,0
(8)
1998 voté goedgekeurd
—
+ 3 300,0 —
− 3 300,0
—
+ 3 300,0 —
− 3 300,0
+ 3 300,0
+ 3 300,0
—
—
—
—
—
—
+ 3 300,0
(9)
présent ajustement huidige aanpassing
1 462 673,1
1 206 562,1 (14,0) 3 750,0 252 361,0
10 986,5
7 236,5 (14,0) 3 750,0
1 300,0
7,0
0,1
1 259,7
469,4
3 750,0
(10)
1998 ajusté aangepast
Crédits d’ordonnancement Ordonnanceringskredieten
tot
gkr fon
ngk
tot
gkr fon
ngk
tot
gkr
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
ngk
gkr
(11)
ks
Totalen ngk + gkr + fon
TOTALEN : 51 MINISTERIE VAN FINANCIEN, VOOR DE RIJKSSCHULD
Totalen voor de organisatie-afdeling 51-45
Totalen voor het programma 4
Subsidies in de aflossingslasten van de leningen aangegaan door de N.V. BELFIN ter financiering van de kapitaalsparticipatie van de Staat in SABENA.
Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen.
Dotatie der strijders (wet van 10 augustus 1921).
Staatswaarborg voor het Centraal Bureau voor Hypothecair Krediet — aflossingslasten.
Staatswaarborg voor het Nationaal Instituut voor Landbouwkrediet — aflossingslasten.
Wisselgarantie door de Staat verleend voor de financiële dienst van de leningen door de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid uitgegeven of uit te geven in uitvoering van de zogenaamde wetten voor economische expansie, in het bijzonder deze van 24 mei, 17 en 18 juli 1959 en 15 februari 1961.
(12)
Activiteiten Basisallocaties
ORGANISATIE-AFDELINGEN Programma’s
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8809
8810
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES CLASSES MOYENNES ET DE L’AGRICULTURE
MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW
F. 99 — 783 [S − C − 99/16044] 5 FEVRIER 1999. — Loi portant des dispositions diverses et relatives a` la qualite´ des produits agricoles (1)
N. 99 — 783 [S − C − 99/16044] 5 FEBRUARI 1999. — Wet houdende diverse bepalingen en betreffende de kwaliteit van de landbouwproducten (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopte´ et Nous sanctionnons ce qui suit :
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen vogt :
CHAPITRE Ier. — Disposition ge´ne´rale
HOOFDSTUK I. — Algemene bepaling
Article 1 . La pre´sente loi re`gle une matie`re vise´e a` l’article 78 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAPITRE II. — Modification de la loi du 15 février 1961 portant cre´ation d’un Fonds d’investissement agricole
HOOFDSTUK II. — Wijziging van de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds
Art. 2. L’article 5 de la loi du 15 février 1961 portant cre´ation d’un Fonds d’investissement agricole est abroge´ avec effet au 1er janvier 1996.
Art. 2. Artikel 5 van de wet van 15 februari 1961 houdende oprichting van een Landbouwinvesteringsfonds wordt opgeheven met uitwerking vanaf 1 januari 1996.
CHAPITRE III. — Modification de la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matie`res premie`res pour l’agriculture, I’horticulture, la sylviculture et l’e´levage
HOOFDSTUK III. — Wijziging van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsrniddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt
Art. 3. A l’article 1er de la loi du 11 juillet 1969 relative aux pesticides et aux matie`res premie`res pour l’agriculture, I’horticulture, la sylviculture et l’e´levage, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 3. Aan artikel 1 van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, worden volgende wijzigingen aangebracht :
er
1° Le texte franc¸ais de l’aline´a 1er, 1°, est remplace´ comme suit : « 1° tout mate´riel de reproduction ge´ne´rative ou ve´ge´tative, tels les semences et les plants; ». 2° Le dernier aline´a est remplace´ comme suit :
1° De Franse tekst van het eerste lid, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° tout mate´riel de reproduction ge´ne´rative ou ve´ge´tative, tels les semences et les plants; ». 2° Het laatste lid wordt vervangen als volgt :
« Les produits de la ferme non transforme´s, destine´s a` la fertilisation du sol, ne tombent pas sous l’application de la pre´sente loi. ».
« Onbewerkte hoeveproducten die voor de bemesting van de grond bestemd zijn, vallen niet onder de gelding van deze wet. ».
Art. 4. Un article 1erbis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 4. Een artikel 1bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Article 1erbis. Pour l’application de la pre´sente loi, sont assimile´es aux matie`res premie`res les matie`res destine´es aux aliments pour animaux familiers. ».
« Artikel 1bis. Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld met grondstoffen, de stoffen bestemd voor voeders voor huisdieren. ».
Art. 5. A l’article 2 de la meˆme loi les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 5. In artikel 2 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Dans le § 1er, aline´a 1er, les mots « des de´tenteurs d’animaux familiers, » sont inse´re´s entre les mots « des e´leveurs, » et « des distributeurs ».
1° In § 1, eerste lid, worden tussen de woorden « de telers, » en « de verdelers » de woorden « de houders van huisdieren, » ingevoegd.
2° Dans le § 2, les mots « d’une somme fixe » sont remplace´s par les mots « d’une re´tribution ou d’une cotisation obligatoire ».
2° In § 2 worden de woorden « van een vast bedrag » vervangen door de woorden « van een vergoeding of een verplichte bijdrage ».
3° Au § 2, la phrase suivante est ajoute´e :
3° Aan § 2 wordt de volgende zin toegevoegd :
« Les arreˆte´s royaux relatifs aux cotisations obligatoires sont abroge´s, lorsqu’ils n’ont pas e´te´ confirme´s par le le´gislateur dans l’anne´e qui suit celle de leur publication au Moniteur belge. ».
« De koninklijke besluiten betreffende de verplichte bijdragen worden opgeheven wanneer zij door de wetgever niet werden bekrachtigd in het jaar volgend op dat van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. ».
Art. 6. A l’article 3 de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 6. In artikel 3 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Dans le § 2, aline´a 1er, les mots « erreur sur une » sont remplace´s par les mots « e´cart du producteur, consciemment ou inconsciemment, d’une ».
1° In § 2, eerste lid, worden de woorden « dwaling omtrent » vervangen door de woorden « afwijking door de producent, bewust of onbewust, van ». 2° § 3 wordt opgeheven.
2° Le § 3 est abroge´. er
3° Dans le § 2, aline´a 1 , et dans le § 4 le mot « nullite´ » est remplace´ par le mot « re´solution ».
3° In § 2, eerste lid, en in § 4 wordt het woord « nietigverklaring » vervangen door het woord « ontbinding ».
Art. 7. A l’article 6 de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 7. In artikel 6 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° L’aline´a 1er est remplace´ par la disposition suivante : « Sans pre´judice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les infractions aux dispositions de la pre´sente loi et de ses arreˆte´s d’exe´cution sont recherche´es et constate´es par les agents judiciaires aupre`s des parquets, les membres de la gendarmerie et les agents de la police communale, ainsi que, selon le cas, par les fonctionnaires et les agents du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture, de´signe´s par le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions, les fonctionnaires de l’Inspection pharmaceutique, les agents de l’Administration des Douanes et Accises, les inspecteurs et controˆleurs de l’Inspection ge´ne´rale des Denre´es alimentaires, les inspecteurs et controˆleurs de l’Administration de l’Inspection économique et les autres fonctionnaires et agents de´signe´s par le Roi. ».
1° Het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering daarvan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten, de leden van de rijkswacht en de ambtenaren van de gemeentepolitie, alsmede, naar gelang van het geval, door de ambtenaren en beambten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, aangeduid door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, de ambtenaren van de Farmaceutische Inspectie, de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen, de inspecteurs en controleurs van de Algemene Eetwareninspectie, de inspecteurs en controleurs van het Bestuur Economische Inspectie en de andere ambtenaren en beambten hiertoe door de Koning aangewezen. ».
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 2° L’aline´a 2 est abroge´. 3° Dans l’aline´a 7, les mots « renseignements et documents » sont remplace´s par les mots « renseignements, documents et supports informatiques de donne´es ». 4° Un aline´a 8 est inse´re´, re´dige´ comme suit :
8811
2° Het tweede lid wordt opgeheven. 3° In het zevende lid worden de woorden « alle inlichtingen en bescheiden » vervangen door de woorden « ook alle inlichtingen, bescheiden en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens ». 4° Een achtste lid wordt ingevoegd, luidend als volgt :
« Si des documents et supports informatiques de donne´es sont emporte´s, il en est dresse´ sur le champ un inventaire de´taille´ dont une copie est remise au de´tenteur. ».
« Indien bescheiden en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan een kopie aan de houder wordt overhandigd. ».
Art. 8. Un article 6bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 8. Een artikel 6bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 6bis. Lorsqu’une infraction a` la pre´sente loi ou a` un de ses arreˆte´s d’exe´cution est constate´e, les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 6 de la pre´sente loi peuvent adresser au contrevenant un avertissement le mettant en demeure de mettre fin a` cette infraction.
« Art. 6bis. Wanneer een overtreding van deze wet of van e´e´n van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 6 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
L’original de l’avertissement est envoye´ au contrevenant dans les quinze jours de la constatation de l’infraction.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
L’avertissement mentionne :
De waarschuwing vermeldt :
a) les faits impute´s et la ou les dispositions le´gales enfreintes;
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepalingen;
b) le de´lai dans lequel il doit y eˆtre mis fin;
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) qu’au cas ou` il n’est pas donne´ suite a` l’avertissement, un proce`s-verbal sera dresse´ et transmis au procureur du Roi. ».
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings. ».
Art. 9. A l’article 8, § 1er, de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 9. In artikel 8, § 1, van dezelfde wet, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Dans le liminaire, les mots « quinze jours a` trois mois et d’une amende de 100 a` 2 000 francs » sont remplace´s par les mots « quinze jours a` cinq ans et d’une amende de 100 a` 10 000 francs ».
1° In de inleidende zin worden de woorden « vijftien dagen tot drie maanden en met geldboete van 100 tot 2 000 frank » vervangen door de woorden « vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10 000 frank ».
2° Dans le texte franc¸ais du 4°, le mot « soit » est inse´re´ entre les mots « pre´sente loi » et « en employant ».
2° In de Franse tekst van 4° wordt het woord « soit » ingevoegd tussen de woorden « pre´sente loi » en « en employant ».
3° Dans le 8°, les mots « importe ou exporte » sont remplace´s par le mot « importe ».
3° In 8° worden de woorden « in- of uitvoert » vervangen door het woord « invoert ».
4° Le § 1er est comple´te´ comme suit :
4° § 1 wordt aangevuld als volgt :
« 10° celui qui exporte une matie`re premie`re dont l’exportation est interdite ou celui qui exporte une matie`re premie`re en faisant mention d’usages interdits ou non admis dans le pays de destination;
« 10° hij die een grondstof, waarvan de uitvoer verboden is, uitvoert of hij die een grondstof uitvoert met vermelding van Toepassingen die verboden of niet toegelaten zijn in het land van bestemming;
11° celui qui utilise une matie`re premie`re dans des conditions ou pour un usage interdits ou non admis en vertu d’un arreˆte´ pris en exe´cution des articles 2 ou 5. ».
11° hij die een grondstof gebruikt in omstandigheden of voor een toepassing die verboden of niet toegelaten is krachtens een besluit genomen in uitvoering van de artikelen 2 of 5. ».
Art. 10. L’article 10 de la meˆme loi est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 10. Artikel 10 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Art. 10. § 1er. Les infractions a` la pre´sente loi ou aux arreˆte´s pris en exe´cution de celle-ci peuvent faire l’objet de poursuites pe´nales ou d’une amende administrative.
« Art. 10. § 1. Overtredingen van deze wet of van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken van strafrechtelijke vervolgingen of van een administratieve geldboete.
Le fonctionnaire verbalisant envoie le proce`s-verbal qui constate le de´lit au procureur du Roi ainsi qu’une copie au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
§ 2. Le procureur du Roi de´cide s’il y a lieu ou non d’intenter des poursuites pe´nales.
§ 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
Les poursuites pe´nales excluent l’application d’une amende administrative, meˆme si un acquittement les cloˆture.
Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
§ 3. Le procureur du Roi dispose d’un de´lai de trois mois a` compter du jour de la re´ception du proce`s-verbal pour notifier sa de´cision au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
Dans le cas ou` le procureur du Roi renonce a` intenter des poursuites pe´nales ou omet de notifier sa de´cision dans le de´lai fixe´, le fonctionnaire de´signe´ par le Roi, suivant les modalite´s et conditions qu’il fixe, de´cide, apre`s avoir mis l’inte´resse´ en mesure de pre´senter ses moyens de de´fense, s’il y a lieu de proposer une amende administrative du chef de l’infraction.
Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld.
8812
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
§ 4. La de´cision du fonctionnaire est motive´e et fixe le montant de l’amende administrative qui ne peut eˆtre infe´rieur a` la moitie´ du minimum de l’amende pre´vue par la disposition le´gale viole´e, ni supe´rieur au quintuple de ce minimum.
§ 4. De beslissing van de ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
Toutefois, ces montants sont toujours majore´s des de´cimes additionnels fixe´s pour les amendes pe´nales.
Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
En outre, les frais d’expertise sont mis a` charge du contrevenant.
Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
§ 5. En cas de concours d’infractions, les montants des amendes administratives sont cumule´s, sans que leur total ne puisse exce´der le double du maximum pre´vu au § 4.
§ 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
§ 6. La de´cision, vise´e au § 4 du pre´sent article, est notifie´e a` l’inte´resse´ par lettre recommande´e a` la poste en meˆme temps qu’une invitation a` acquitter l’amende dans le de´lai fixe´ par le Roi. Cette notification e´teint l’action publique; le paiement de l’amende administrative met fin a` l’action de l’administration.
§ 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
§ 7. Si l’inte´resse´ demeure en de´faut de payer l’amende et les frais d’expertise dans le de´lai fixe´, le fonctionnaire requiert la condamnation a` l’amende et aux frais d’expertise devant le tribunal compe´tent. Les dispositions du Code judiciaire, notamment la quatrie`me partie, livre II et livre III, sont applicables.
§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
§ 8. Il ne peut eˆtre inflige´ d’amende administrative cinq ans apre`s le fait constitutif d’une infraction pre´vue par la pre´sente loi.
§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
Toutefois, les actes d’instruction ou de poursuite faits dans le de´lai de´termine´ a` l’aline´a 1er de ce paragraphe en interrompent le cours.
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
Ces actes font courir un nouveau de´lai d’e´gale dure´e, meˆme a` l’e´gard des personnes qui n’y sont pas implique´es.
Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
§ 9. Le Roi de´termine les re`gles de proce´dure applicables en matie`re d’amendes administratives.
§ 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten.
Les amendes administratives sont verse´es au Fonds budge´taire des matie`res premie`res du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture.
De administratieve geldboeten worden gestort op het Begrotingsfonds voor de grondstoffen van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
§ 10. La personne morale dont le contrevenant est l’organe ou le pre´pose´ est e´galement responsable du paiement de l’amende administrative. ».
§ 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete. ».
Art. 11. La meˆme loi est comple´te´e par un article 16, re´dige´ comme suit :
Art. 11. Dezelfde wet wordt aangevuld met een artikel 16, luidend als volgt :
« Art. 16. Le Roi peut, par arreˆte´ de´libe´re´ en Conseil des ministres, prendre dans le cadre de la pre´sente loi toutes mesures ne´cessaires a` l’exe´cution des obligations qui de´coulent des traite´s internationaux et des actes internationaux pris en vertu de ceux-ci, ces mesures pouvant comporter l’abrogation et la modification de dispositions le´gales. ».
« Art. 16. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet alle maatregelen treffen die nodig zijn ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen en de krachtens deze verdragen tot stand gekomen internationale akten, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden.
CHAPITRE IV. — Modification de la loi du 2 avril 1971 relative a` la lutte contre les organismes nuisibles aux ve´ge´taux et aux produits ve´ge´taux
HOOFDSTUK IV. — Wijziging van de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen
Art. 12. A l’article 2 de la loi du 2 avril 1971 relative a` la lutte contre les organismes nuisibles au ve´ge´taux et aux produits ve´ge´taux, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 12. Aan artikel 2 van de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Au § 1er, 4, sont ajoute´s les mots : « et de passeports phytosanitaires ».
1° Aan § 1, 4, worden de woorden : « en fytosanitaire paspoorten » toegevoegd.
2° Au § 1er, il est ajoute´ la disposition suivante :
2° Aan § 1 wordt de volgende bepaling toegevoegd :
« 10. subordonner les activite´s des personnes effectuant les ope´rations couvertes par le § 1er, 4, a` une immatriculation et a` un agre´ment pre´alable accorde´ par le ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions ou par l’organisme ou le fonctionnaire de´le´gue´ a` cette fin par ledit ministre. ».
« 10. de activiteiten van de personen die de werkzaamheden bedoeld in § 1, 4, uitoefenen, onderwerpen aan een registratie en aan een voorafgaandelijke erkenning verleend door de minister tot wiens bevoegdheid de Landbouw behoort of door een door hem daartoe gemachtigd organisme of ambtenaar. ».
Art. 13. A l’article 3 de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 13. Aan artikel 3 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Le § 1er, aline´a 1er est remplace´ comme suit : « Sans pre´judice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les infractions aux dispositions de la pre´sente loi et de ses arreˆte´s d’exe´cution sont recherche´es et constate´es par les agents judiciaires aupre`s des parquets, les membres de la gendarmerie et les agents de la police communale, par les fonctionnaires et agents du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture, de´signe´s par le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions, les agents de l’Administration des Douanes et Accises, ainsi que les fonctionnaires et agents de´signe´s par le Roi. ».
1° § 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten, de leden van de rijkswacht en de ambtenaren van de gemeentepolitie, door de ambtenaren en beambten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, aangeduid door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen, evenals door de hiertoe door de Koning aangewezen ambtenaren en beambten. ».
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 2° Dans le § 1er, aline´a 5, les mots « et documents » sont remplace´s par les mots «, documents et supports informatiques de donne´es ». 3° Dans le § 1er un aline´a 6 est inse´re´, re´dige´ comme suit : « Si des documents et supports informatiques de donne´es sont emporte´s, il en est dresse´ sur le champ un inventaire de´taille´ dont une copie est remise au de´tenteur. ». 4° Le § 2, aline´a 1er est abroge´.
8813
2° In § 1, vijfde lid, worden de woorden « en bescheiden » vervangen door de woorden « , bescheiden en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens ». 3° In § 1 wordt een zesde lid ingevoegd, luidend als volgt : « Indien documenten en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan een kopie aan de houder wordt overhandigd. ». 4° § 2, eerste lid, wordt opgeheven.
Art. 14. Un article 3bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 14. Een artikel 3bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 3bis. Lorsqu’une infraction a` la pre´sente loi ou a` un des ses arreˆte´s d’exe´cution est constate´e, les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 3 de la pre´sente loi peuvent adresser au contrevenant un avertissement le mettant en demeure de mettre fin a` cette infraction.
« Art. 3bis. Wanneer een overtreding van deze wet of van e´e´n van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 3 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
L’original de l’avertissement est envoye´ au contrevenant dans les quinze jours de la constatation de l’infraction.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
L’avertissement mentionne :
De waarschuwing vermeldt :
a) les faits impute´s et la ou les dispositions le´gales enfreintes;
a) de tenlastegelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en);
b) le de´lai dans lequel il doit y eˆtre mis fin;
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) qu’au cas ou` il n’est pas donne´ suite a` l’avertissement, un proce`s-verbal sera dresse´ et transmis au procureur du Roi. ».
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings. ».
Art. 15. A l’article 4, § 1er, de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 15. Aan artikel 4, § 1, van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Dans la phrase liminaire, les mots « quinze jours a` trois mois et d’une amende de cent francs a` trois mille francs» sont remplace´s par les mots « quinze jours a` cinq ans et d’une amende de 100 a` 10 000 francs ».
1° In de inleidende zin worden de woorden « vijftien dagen tot drie maanden en met geldboete van honderd tot drieduizend frank » vervangen door de woorden « vijftien dagen tot vijf jaar en met geldboete van 100 tot 10 000 frank ».
2° Au 2°, les mots « lorsque la destruction ou la de´sinfection est ordonne´e » sont remplace´s par les mots « ou de prendre d’autres mesures, lorsque la destruction, la de´sinfection ou d’autres mesures sont ordonne´es ».
2° In het 2° worden de woorden « te vernietigen of te ontsmetten, wanneer de vernietiging of de ontsmetting bevolen is » vervangen door de woorden « te vernietigen, te ontsmetten of andere maatregelen te nemen, wanneer de vernietiging, de ontsmetting of andere maatregelen bevolen zijn ».
Art. 16. Un article 5bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 16. Een artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 5bis. § 1er. Les infractions a` la pre´sente loi ou aux arreˆtes pris en exe´cution de celle-ci peuvent faire l’objet de poursuites pe´nales ou d’une amende administrative.
« Art. 5bis. § 1. Overtredingen van deze wet of van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken van strafrechtelijke vervolgingen of van een administratieve geldboete.
Le fonctionnaire verbalisant envoie le proce`s-verbal qui constate le de´lit au procureur du Roi ainsi qu’une copie au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
§ 2. Le procureur du Roi de´cide s’il y a lieu ou non de poursuivre pe´nalement.
§ 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
Les poursuites pe´nales excluent l’application d’une amende administrative, meˆme si un acquittement les cloˆture.
Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
§ 3. Le procureur du Roi dispose d’un de´lai de trois mois a` compter du jour de la re´ception du proce`s-verbal pour notifier sa de´cision au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van ontvangst van het proces-verbaal om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
Dans le cas ou` le procureur du Roi renonce a` intenter des poursuites pe´nales ou omet de notifier sa de´cision dans le de´lai fixe´, le fonctionnaire de´signe´ par le Roi, suivant les modalite´s et conditions qu’II fixe, de´cide, apre`s avoir mis l’inte´resse´ en mesure de pre´senter ses moyens de de´fense, s’il y a lieu de proposer une amende administrative du chef de l’infraction.
Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die Hij bepaalt, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen.
§ 4. La de´cision du fonctionnaire est motive´e et fixe le montant de l’amende administrative qui ne peut eˆtre infe´rieur a` la moitie´ du minimum de l’amende pre´vue par la disposition le´gale viole´e, ni supe´rieur au quintuple de ce minimum.
§ 4. De beslissing van de ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
Toutefois, ces montants sont toujours majore´s des de´cimes additionnels fixe´s pour les amendes pe´nales.
Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
En outre, les frais d’expertise sont mis a` charge du contrevenant.
Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
§ 5. En cas de concours d’infractions, les montants des amendes administratives sont cumule´s, sans que leur total ne puisse exce´der le double du maximum pre´vu au § 4.
§ 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
8814
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
§ 6. La de´cision, vise´e au § 4 du pre´sent article, est notifie´e a` l’inte´resse´ par lettre recommande´e a` la poste en meˆme temps qu’une invitation a` acquitter l’amende dans le de´lai fixe´ par le Roi. Cette notification e´teint l’action publique; le paiement de l’amende administrative met fin a` l’action de l’administration.
§ 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geidboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
§ 7. Si l’inte´resse´ demeure en de´faut de payer l’amende et les frais d’expertise dans le de´lai fixe´, le fonctionnaire requiert la condamnation a` l’amende et aux frais d’expertise devant le tribunal compe´tent. Les dispositions du Code judiciaire, notamment la quatrie`me partie, livre II et livre III, sont applicables.
§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
§ 8. Il ne peut eˆtre inflige´ d’amende administrative cinq ans apre`s le fait constitutif d’une infraction pre´vue par la pre´sente loi.
§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
Toutefois, les actes d’instruction ou de poursuite faits dans le de´lai de´termine´ a` l’alinéa 1er de ce paragraphe en interrompent le cours.
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
Ces actes font courir un nouveau de´lai d’e´gale dure´e, meˆme a` l’e´gard des personnes qui n’y sont pas implique´es.
Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
§ 9. Le Roi de´termine les re`gles de proce´dure applicables en matie`re d’amendes administratives.
§ 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten.
Les amendes administratives sont verse´es au Fonds pour la production et la protection des ve´ge´taux et des produits ve´ge´taux du ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture.
De administratieve geldboeten worden gestort op het Fonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
§ 10. La personne morale dont le contrevenant est l’organe ou le pre´pose´ est e´galement responsable du paiement de l’amende administrative. ».
§ 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete. ».
Art. 17. La meˆme loi est comple´te´e par un article 11, re´dige´ comme suit :
Art. 17. Dezelfde wet wordt aangevuld met een artikel 11, luidend als volgt :
« Art. 11. Le Roi peut, par arreˆte´ de´libe´re´ en Conseil des ministres, prendre, dans le cadre de la pre´sente loi, toutes mesures ne´cessaires a` l’exe´cution des obligations qui de´coulent des traite´s internationaux et d’actes internationaux pris en vertu de ces traite´s, ces mesures pouvant inclure l’abrogation et la modification de dispositions le´gales. ».
« Art. 11. De Koning kan bij in Ministerraad overlegd besluit binnen het toepassingsgebied van deze wet alle maatregelen treffen die nodig zijn ter uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen en van internationale akten in het kader van deze verdragen getroffen, welke maatregelen de opheffing en de wijziging van wetsbepalingen kunnen inhouden. ».
Art. 18. Les mots « le Service pour la protection des ve´ge´taux », « ce service » et « le meˆme service » mentionne´s a` l’article 3, § 1er, aline´a 1er, § 2, aline´as 1er, 2 et 3 et § 3, a` l’article 6, aline´as 2, 3 et 4 et a` l’article 7 de la meˆme loi sont remplace´s par les mots « I’Administration de la Qualite´ des Matie`res premie`res et du Secteur ve´ge´tal », « cette administration » et « la meˆme administration ».
Art. 18. De woorden « de Dienst voor plantenbescherming », « deze dienst » en « dezelfde dienst » vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, § 2, eerste, tweede en derde lid, en § 3, artikel 6, tweede, derde en vierde lid en artikel 7 van dezelfde wet worden vervangen door de woorden « het Bestuur voor de Kwaliteit van de Grondstoffen en de Plantaardige Sector », « dit bestuur » en « hetzelfde bestuur ».
A l’article 7 de la meˆme loi les mots « dont il pre´sume » sont remplace´s par les mots « dont elle pre´sume ».
In artikel 7 van dezelfde wet worden de woorden « waarvan hij vermoedt » vervangen door de woorden « waarvan het vermoedt ».
Art. 19. Les mots « le Ministre de l’Agriculture » mentionne´s a` l’article 2, § 2, a` l’article 3, § 2, aline´a 3 et a` l’article 3, § 3, de la meˆme loi sont remplace´s par les mots « le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions ».
Art. 19. De woorden « de Minister van Landbouw » vermeld in artikel 2, § 2, artikel 3, § 2, derde lid en artikel 3, § 3, van dezelfde wet worden vervangen door de woorden « de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft ».
CHAPITRE V. — Modification de la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la peˆche maritime
HOOFDSTUK V. — Wijziging van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw-, en zeevisserijproducten
Art. 20. A l’article 1er, aline´a 2, de la loi du 28 mars 1975 relative au commerce des produits de l’agriculture, de l’horticulture et de la pêche maritime les mots « lait de vache » sont remplace´s par les mots « lait des animaux ».
Art. 20. In artikel 1, tweede lid, van de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten wordt het woord « koemelk » vervangen door de woorden « melk van dieren ».
Art. 21. L’article 3, § 1er, de la meˆme loi, modifie´ par la loi du 29 décembre 1990, est comple´te´ par un 7°, re´dige´ comme suit :
Art. 21. Artikel 3, § 1, van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 29 december 1990, wordt aangevuld met een 7°, luidend als volgt :
« 7° de´terminer dans quelle mesure et sous quelles conditions une indemnite´ ou une avance peut eˆtre accorde´e en cas d’interdiction de mise dans le commerce pour des motifs de sante´ publique ou de sante´ animale. Dans ce cas, l’Etat belge peut recouvrer les charges financie`res de l’interdiction de mise dans le commerce aupre`s du responsable pre´sume´ ou prouve´ de la cause de l’interdiction. ».
« 7° bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden een vergoeding of een voorschot kan verleend worden bij een verbod tot het in de handel brengen om redenen van volksgezondheid of dierengezondheid. In dat geval kan de Belgische Staat de financie¨le last van het verbod tot het in de handel brengen terugvorderen van de vermoedelijke of bewezen verantwoordelijke van de oorzaak van het verbod. ».
Art. 22. L’article 4 de la meˆme loi est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 22. Artikel 4 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Art. 4. Sans pre´judice des dispositions de l’article 3 de la pre´sente loi, le Roi peut de´terminer les conditions dans lesquelles le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions agre´e des organisations professionnelles repre´sentatives de producteurs, d’acheteurs et/ou de transformateurs de certains produits et approuve les re`gles arreˆte´es par ces organisations professionnelles repre´sentatives en matie`re de production et de mise sur le marche´ de certains produits.
« Art. 4. Onverminderd de bepalingen van artikel 3 van deze wet, kan de Koning de voorwaarden bepalen waaronder de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft representatieve beroepsorganisaties van producenten, kopers en/of van verwerkers van bepaalde producten erkent en regels goedkeurt die deze representatieve beroepsorganisaties inzake de productie en het op de markt brengen van bepaalde producten vaststellen.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8815
Les organisations professionnelles repre´sentatives agre´e´es se soumettent au controˆle du Ministre et de ses de´le´gue´s.
De erkende representatieve beroepsorganisaties onderwerpen zich aan het toezicht van de Minister en zijn afgevaardigden.
Les re`gles approuve´es ont les effets juridiques de re`glements et lient les cate´gories de personnes concerne´es. Elles sont publie´es au Moniteur belge en annexe a` l’arreˆte´ ministe´riel d’approbation.
De goedgekeurde regels hebben de rechtsgevolgen van verordeningen en binden de categoriee¨n van betrokken personen. Zij worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad als bijlage bij het ministerieel besluit tot goedkeuring.
L’arreˆte´ ministe´riel d’approbation produit ses effets a` partir de la date de l’entre´e en vigueur des re`gles. Il cesse de produire ses effets a` l’expiration de la dure´e des re`gles. ».
Het ministerieel besluit tot goedkeuring heeft uitwerking met ingang van de datum waarop de regels in werking treden. Het houdt op uitwerking te hebben bij het verstrijken van de duur van deze regels. ».
Art. 23. A l’article 5 de la meˆme loi, modifie´ par l’arreˆte´ royal du 25 octobre 1995, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 23. In artikel 5 van dezelfde wet, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 oktober 1995, worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° L’aline´a 1er est remplace´ par la disposition suivante :
1° Het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Sans pre´judice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les infractions aux dispositions de la pre´sente loi et de ses arreˆte´s d’exe´cution sont recherche´es et constate´es par les agents judiciaires aupre`s des parquets, les membres de la gendarmerie et les agents de la police communale, ainsi que selon le cas les fonctionnaires et agents du ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture, de´signe´s par le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions, les me´decins ve´te´rinaires agre´e´s de´signe´s par le ministre, les membres du personnel du Bureau d’Intervention et de Restitution belge, les agents de l’Administration des Douanes et Accises, les inspecteurs et controˆleurs de l’inspection ge´ne´rale des Denre´es alimentaires, les ve´te´rinairesfonctionnaires de l’Institut d’Expertise ve´te´rinaire, les inspecteurs et controˆleurs de l’Administration de l’inspection e´conomique, les commissaires maritimes et leurs agents, les officiers des navires gardespeˆche maritimes et les autres fonctionnaires de´signe´s par le Roi. Ils peuvent faire des constatations sur la base d’observations faites par voies ae´riennes, en mer ou sur terre a` l’aide de tous les moyens techniques disponibles. ».
« Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten, de leden van de rijkswacht en de ambtenaren van de gemeentelijke politie, alsmede naargelang van het geval de ambtenaren en beambten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, aangeduid door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, de erkende dierenartsen door de minister aangewezen, de personeelsleden van het Belgisch Interventie- en Restitutiebureau, de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen, de inspecteurs en controleurs van de Algemene Eetwareninspectie, de dierenartsenambtenaren van het Instituut voor Veterinaire Keuring, de inspecteurs en controleurs van het Bestuur der Economische Inspectie, de waterschouten en hun agenten, de officieren van de zeevisserijwachtschepen en de andere ambtenaren aangewezen door de Koning. Zij mogen vaststellingen verrichten op grond van waarnemingen vanuit de lucht, de zee of het land met behulp van alle beschikbare technische middelen. ».
2° A l’aline´a 5, les mots « bateaux de peˆche, abattoirs, locaux de de´coupe, installations de conge´lation, » sont inse´re´s apre`s le mot « minques ».
2° In het vijfde lid worden de woorden « vissersvaartuigen, slachthuizen, versnijdingslokalen, diepvriesinstallaties, » ingevoegd na het woord « vismijnen ».
3° L’aline´a 6 est remplace´ par la disposition suivante :
3° Het zesde lid wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Ils ne peuvent proce´der a` la visite des lieux servant a` l’habitation si ce n’est en vertu d’une autorisation du juge au tribunal de police. ».
« Zij mogen de plaatsen die tot woning dienen, slechts bezoeken met verlof van de rechter in de politierechtbank. ».
4° Dans l’aline´a 7 les mots « et documents » sont remplace´s par les mots « , documents et supports informatiques de donne´es ».
4° In het zevende lid worden de woorden « en bescheiden » vervangen door de woorden « , bescheiden en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens ».
5° Un aline´a 8 est ajoute´, re´dige´ comme suit :
5° Een achtste lid wordt toegevoegd, luidend als volgt :
« Si des documents et supports informatiques de donne´es sont emporte´s, il en est dresse´ sur le champ un inventaire de´taille´ dont une copie est remise au de´tenteur. ».
« Indien bescheiden en geı¨nformatiseerde dragers van gegevens worden meegenomen, wordt er ter plaatse een omstandige inventaris van opgemaakt, waarvan e´e´n kopie aan de houder wordt overhandigd. ».
Art. 24. Un article 5bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 24. Een artikel 5bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 5bis. Lorsqu’une infraction a` la pre´sente loi ou a` un de ses arreˆtes d’exe´cution est constate´e, les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 5 de la pre´sente loi peuvent adresser au contrevenant un avertissement le mettant en demeure de mettre fin a` cette infraction.
« Art. 5bis. Wanneer een overtreding van deze wet of van e´e´n van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 5 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
L’original de l’avertissement est envoye´ au contrevenant dans les quinze jours de la constatation de l’infraction.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
L’avertissement mentionne :
De waarschuwing vermeldt :
a) les faits impute´s et la ou les dispositions le´gales enfreintes;
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en);
b) le de´lai dans lequel il doit y eˆtre mis fin;
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) qu’au cas ou` il n’est pas donne´ suite a` l’avertissement, un proce`s-verbal sera dresse´ et transmis au procureur du Roi. ».
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings. ».
Art. 25. La phrase introductive de l’article 6, § 1er, de la meˆme loi est remplace´e par la disposition suivante :
Art. 25. De inleidende zin van artikel 6, § 1, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Sans pre´judice de l’application e´ventuelle des peines plus se´ve`res pre´vues, soit par le Code pe´nal soit par l’article 231 de l’arreˆte´ royal du 18 juillet 1977 portant coordination des dispositions ge´ne´rales relatives aux douanes et Accises, est puni d’un emprisonnement de quinze jours a` cinq ans et d’une amende de cent francs a` cent mille francs ou de l’une de ces peines seulement : ».
« Onverminderd de toepassing in voorkomend geval, van de strengere straffen bepaald, hetzij bij het Strafwetboek, hetzij bij artikel 231 van het koninklijk besluit van 18 juli 1977 houdende coo¨rdinatie van de algemene bepalingen inzake douane en accijnzen, wordt gestraft met gevangenisstraf van vijftien dagen tot vijf jaar en met een geldboete van honderd frank tot honderdduizend frank of met e´e´n van die straffen alleen : ».
8816
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 26. L’article 8 de la meˆme loi est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 26. Artikel 8 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Art. 8. § 1er. Les infractions a` la pre´sente loi et a` ses arreˆte´s d’exe´cution peuvent faire l’objet soit de poursuites pe´nales, soit d’une amende administrative, sans pre´judice de la suspension ou du retrait de l’autorisation ou agre´ation pre´alable vise´e a` l’article 3, § 1er, 4°.
« Art. 8. § 1. Overtredingen van deze wet en van de besluiten tot uitvoering ervan kunnen het voorwerp uitmaken, hetzij van strafrechtelijke vervolgingen, hetzij van een administratieve geldboete, onverminderd de schorsing of intrekking van de voorafgaande machtiging of erkenning bedoeld bij artikel 3, § 1, 4°.
Le fonctionnaire verbalisant envoie au procureur du Roi le proce`sverbal qui constate l’infraction ainsi qu’une copie au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
De verbaliserende ambtenaar stuurt het proces-verbaal dat het misdrijf vaststelt aan de procureur des Konings alsook een afschrift ervan aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
§ 2. Le procureur du Roi de´cide s’il y a lieu ou non a` des poursuites pe´nales.
§ 2. De procureur des Konings beslist of hij al dan niet strafrechtelijk vervolgt.
Les poursuites pe´nales excluent l’application d’une amende administrative, meˆme si un acquittement les cloˆture.
Strafvervolging sluit administratieve geldboete uit, ook wanneer de vervolging tot vrijspraak heeft geleid.
§ 3. Le procureur du Roi dispose d’un de´lai de trois mois a` compter du jour de la re´ception du proce`s-verbal pour notifier sa de´cision au fonctionnaire de´signe´ par le Roi.
§ 3. De procureur des Konings beschikt over een termijn van drie maanden, te rekenen van de dag van de ontvangst van het procesverbaal, om van zijn beslissing kennis te geven aan de door de Koning aangewezen ambtenaar.
Dans le cas ou` le procureur du Roi renonce a` intenter des poursuites pe´nales ou omet de notifier sa de´cision dans le de´lai fixé, le fonctionnaire de´signe´ par le Roi, suivant les modalite´s et conditions qu’il fixe, de´cide, apre`s avoir mis l’inte´resse´ en mesure de pre´senter ses moyens de de´fense s’il y a lieu de proposer une amende administrative du chef de l’infraction.
Ingeval de procureur des Konings van strafvervolging afziet of verzuimt binnen de gestelde termijn van zijn beslissing kennis te geven, beslist de door de Koning aangewezen ambtenaar overeenkomstig de modaliteiten en voorwaarden die hij bepaalt, of wegens het misdrijf een administratieve geldboete moet worden voorgesteld, nadat de betrokkene de mogelijkheid geboden werd zijn verweermiddelen naar voor te brengen.
§ 4. La de´cision du fonctionnaire de´signe´ est motive´e et fixe le montant de l’amende administrative qui ne peut eˆtre infe´rieur a` la moitie´ du minimum de l’amende pre´vue par la disposition le´gale viole´e, ni supe´rieur au quintuple de ce minimum.
§ 4. De beslissing van de aangewezen ambtenaar is met redenen omkleed en bepaalt het bedrag van de administratieve geldboete die niet lager mag zijn dan de helft van het minimum van de geldboete bepaald door de overtreden wettelijke bepaling, noch hoger dan het vijfvoudige van dit minimum.
Toutefois, ces montants sont toujours majore´s des de´cimes additionnels fixes pour les amendes pe´nales.
Nochtans worden deze bedragen altijd vermeerderd met de opdeciemen vastgesteld voor de strafrechtelijke geldboeten.
En outre, les frais d’expertise sont mis a` charge du contrevenant.
Bovendien worden de expertisekosten ten laste gelegd van de overtreder.
Le cas e´che´ant, l’amende administrative peut eˆtre majore´e d’un montant qui correspond au profit e´conomique de l’infraction.
In voorkomend geval kan het bedrag van de administratieve boete worden vermeerderd met het bedrag dat overeenkomt met het economisch voordeel van de overtreding.
§ 5. En cas de concours d’infractions, les montants des amendes administratives sont cumule´s, sans que leur total ne puisse exce´der le double du maximum pre´vu au § 4.
§ 5. Bij samenloop van misdrijven worden de bedragen van de administratieve geldboeten samengevoegd, zonder dat deze samen hoger mogen zijn dan het dubbel van het maximumbedrag bedoeld in § 4.
§ 6. La de´cision, vise´e au § 4 du pre´sent article, est notifie´e a` l’inte´resse´ par lettre recommande´e a` la poste en meˆme temps qu’une invitation a` acquitter l’amende dans le de´lai fixe´ par le Roi. Cette notification e´teint l’action publique; le paiement de l’amende administrative met fin a` l’action de l’administration.
§ 6. De beslissing bedoeld in § 4 van dit artikel wordt aan de betrokkene bekendgemaakt bij een ter post aangetekende brief samen met een verzoek tot betaling van de boete binnen de door de Koning gestelde termijn. Deze kennisgeving doet de strafvordering vervallen; de betaling van de administratieve geldboete maakt een einde aan de vordering van de administratie.
§ 7. Si l’inte´resse´ demeure en de´faut de payer l’amende et les frais d’expertise dans le de´lai fixe´, le fonctionnaire requiert la condamnation a` l’amende et aux frais d’expertise devant le tribunal compe´tent. Les dispositions du Code judiciaire, notamment la quatrie`me partie, livre II et livre III, sont applicables.
§ 7. Blijft de betrokkene in gebreke om de geldboete en de expertisekosten binnen de gestelde termijn te betalen, dan vordert de ambtenaar de veroordeling tot de geldboete en de expertisekosten voor de bevoegde rechtbank. De bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid die van het vierde deel, boek II en boek III, zijn van toepassing.
§ 8. Il ne peut eˆtre inflige´ d’amende administrative cinq ans apre`s le fait constitutif d’une infraction pre´vue par la pre´sente loi.
§ 8. Geen administratieve geldboete kan worden opgelegd vijf jaar na het feit dat een bij deze wet bedoeld misdrijf oplevert.
Toutefois, les actes d’instruction ou de poursuite faits dans le de´lai de´termine´ a` l’aline´a 1er de ce paragraphe en interrompent le cours.
De daden van onderzoek of van vervolging verricht binnen de in het eerste lid van deze paragraaf gestelde termijn stuiten de loop ervan.
Ces actes font courir un nouveau de´lai d’e´gale dure´e, meˆme a` l’e´gard des personnes qui n’y sont pas implique´es.
Met die daden begint een nieuwe termijn van gelijke duur te lopen, zelfs ten aanzien van personen die daarbij niet betrokken waren.
§ 9. Le Roi de´termine les re`gles de proce´dure applicables en matie`re d’amendes administratives.
§ 9. De Koning bepaalt de procedureregelen die toepasselijk zijn op de administratieve geldboeten.
Les amendes administratives sont verse´es, selon l’infraction, soit au Fonds budge´taire pour la sante´ et la qualite´ des animaux et des produits animaux, soit au Fonds agricole, soit au Fonds pour la production et la protection des ve´ge´taux et des produits ve´ge´taux du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture.
De administratieve geldboeten worden gestort, naargelang de overtreding, op ofwel het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, ofwel het Landbouwfonds, ofwel het Fonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw.
§ 10. La personne morale dont le contrevenant est l’organe ou le pre´pose´ est e´galement responsable du paiement de l’amende administrative. ».
§ 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete. ».
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8817
Art. 27. Un article 8bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 27. Een artikel 8bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 8bis. Les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 5 peuvent, par mesure administrative, proce´der a` la saisie conservatoire de produits ainsi que de moyens de production dont ils pre´sument qu’ils ne correspondent pas aux dispositions d’exe´cution de la pre´sente loi.
« Art. 8bis. De overheidspersonen bedoeld in artikel 6 kunnen, bij administratieve maatregel, bewarend beslag leggen op producten alsmede op productiemiddelen waarvan zij vermoeden dat zij niet beantwoorden aan de bepalingen van een krachtens deze wet genomen besluit.
La dure´e de cette saisie conservatoire ne peut de´passer trente jours Cette saisie conservatoire est leve´e par de´cision de l’agent de l’autorite´ qui y a proce´de´, par l’expiration du de´lai ou par la saisie pre´vue a` l’article 9. ».
De duur van dit bewarend beslag mag dertig dagen niet overschrijden. Dit bewarend beslag wordt gelicht bij beslissing van de overheidspersoon die het heeft gelegd, door het verstrijken van de termijn of door het beslag voorzien bij artikel 9. ».
Art. 28. A l’article 9 de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 28. In artikel 9 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° A l’aline´a 1er les mots « ainsi que les moyens de production » sont inse´re´s apre`s les mots « les produits ».
1° In het eerste lid worden de woorden « alsmede de productiemiddelen » ingevoegd tussen de woorden « de producten » en « in beslag nemen ».
2° Aux dispositions actuelles qui formeront le § 1er, il est ajoute´ un § 2, re´dige´ comme suit :
2° Aan de huidige bepalingen die § 1 vormen, wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt :
« § 2. Les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 5, peuvent diriger le bateau de peˆche pris en flagrant de´lit vers un port belge aux fins d’engager imme´diatement des poursuites et, si cela s’ave`re ne´cessaire, mettre le bateau de peˆche a` la chaıˆne aux frais et risques de son proprie´taire ou de son exploitant.
« § 2. De overheidspersonen bedoeld in artikel 5, mogen bij betrapping op heterdaad vissersvaartuigen naar een Belgische haven opbrengen met het doel onmiddellijk een vervolging in te stellen en, als zulks nodig mocht blijken, het vissersvaartuig voor rekening en op risico van de eigenaar of exploitant aan de ketting leggen.
Le bateau de pêche mis a` la chaine, est imme´diatement relaˆche´ en e´change du de´poˆt par le proprie´taire ou l’exploitant d’une caution fixe´e par l’agent verbalisant.
Het aan de ketting gelegd vissersvaartuig wordt onmiddellijk vrijgegeven in ruil voor het stellen, door de eigenaar of de exploitant, van een borgtocht vastgesteld door de verbalisant.
La caution sera verse´e entre les mains de l’agent verbalisant qui la consignera au bureau de l’enregistrement dans le ressort duquel se trouve le tribunal compe´tent.
De borgtocht dient te worden betaald in handen van de verbalisant die hem in bewaring geeft bij het registratiekantoor in welks ambtsgebied zich de bevoegde rechtbank bevindt.
Les produits de la peˆche maritime saisis lorsque le bateau de pacha est en mer, peuvent eˆtre rejete´s a` la mer sur intervention des agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 5. ».
De zeevisserijproducten die op zee in beslag worden genomen mogen terug in zee worden gebracht op tussenkomst van de overheidspersonen bedoeld in artikel 5. ».
CHAPITRE VI. — Modification de la loi du 24 mars 1987 relative a` la sante´ des animaux
HOOFDSTUK VI. — Wijziging van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987
Art. 29. L’article 20, aline´a 1er, de la loi du 24 mars 1987 relative a` la sante´ des animaux est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 29. Artikel 20, eerste lid, van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Sans pre´judice des pouvoirs des officiers de police judiciaire, les infractions aux dispositions de la pre´sente loi et de ses arreˆte´s d’exe´cution sont recherche´es et constate´es par les agents judiciaires aupre`s des parquets, par les membres de la gendarmerie, par les agents de la police communale, par les fonctionnaires et agents du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture, de´signe´s par le Ministre qui a l’Agriculture dans ses attributions, par les me´decins ve´te´rinaires agre´e´s de´signe´s par le Ministre, par les agents de l’administration des Douanes et Accises, par les ve´te´rinaires-fonctionnaires de l’Institut d’Expertise ve´te´rinaire dans le cadre de leurs missions en abattoir, ainsi que par les autres agents ou fonctionnaires de´signe´s par le Roi. ».
« Onverminderd de ambtsbevoegdheid van de officieren van gerechtelijke politie, wordt overtreding van deze wet en van de ter uitvoering ervan genomen besluiten opgespoord en vastgesteld door de gerechtelijke agenten bij de parketten, de leden van de rijkswacht, de ambtenaren van de gemeentelijke politie, de ambtenaren en beambten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw, aangeduid door de Minister die de Landbouw onder zijn bevoegdheid heeft, de erkende dierenartsen door de Minister aangewezen, de ambtenaren van het Bestuur der Douane en Accijnzen, de dierenartsen-ambtenaren van het Instituut voor Veterinaire Keuring, in het kader van hun opdrachten in het slachthuis en ook de andere ambtenaren of beambten aangewezen door de Koning. ».
Art. 30. Un article 20bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 30. Een artikel 20bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 20bis. Lorsqu’une infraction a` la pre´sente loi ou a` un de ses arreˆte´s d’exe´cution est constate´e, les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 20 de la pre´sente loi peuvent adresser au contrevenant un avertissement le mettant en demeure de mettre fin a` cette infraction.
« Art. 20bis. Wanneer een overtreding van deze wet of van e´e´n van de uitvoeringsbesluiten wordt vastgesteld, kunnen de agenten van de overheid bedoeld in artikel 20 van deze wet een waarschuwing richten aan de overtreder en hem aanmanen een einde te maken aan deze overtreding.
L’original de l’avertissement est envoye´ au contrevenant dans les quinze jours de la constatation de l’infraction.
Het origineel van de waarschuwing wordt verstuurd naar de overtreder binnen de vijftien dagen na de vaststelling van de overtreding.
L’avertissement mentionne :
De waarschuwing vermeldt :
a) les faits imputés et la ou les dispositions le´gales enfreintes;
a) de ten laste gelegde feiten en de overtreden wettelijke bepaling(en);
b) le de´lai dans lequel il doit y eˆtre mis fin;
b) de termijn binnen dewelke een einde moet komen aan de overtreding;
c) qu’au cas ou` il n’est pas donne´ suite a` l’avertissement, un proce`s-verbal sera dresse´ et transmis au procureur du Roi. ».
c) dat, als geen gevolg gegeven wordt aan de waarschuwing, een proces-verbaal zal opgesteld worden en overgezonden naar de procureur des Konings. ».
8818
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 31. L’article 22 de la meˆme loi est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 31. Artikel 22 van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Art. 22. Les agents de l’autorite´ vise´s a` l’article 20 peuvent, par mesure administrative et pour une dure´e qui ne peut de´passer trente jours, proce´der a` la saisie conservatoire des animaux ou des biens dont ils pre´sument la non conformite´ aux dispositions des arreˆte´s pris en exe´cution de la pre´sente loi, aux fins de les soumettre a` un examen. Cette saisie conservatoire est leve´e par de´cision de l’agent de l’autorite´ qui a pris les mesures, par expiration du de´lai ou par la saisie de´finitive conforme´ment aux dispositions de l’article 21. ».
« Art. 22. De overheidspersonen bedoeld in artikel 20 kunnen, bij administratieve maatregel en voor een termijn van ten hoogste dertig dagen, bewarend beslag leggen op dieren of goederen waarvan zij vermoeden dat ze niet beantwoorden aan de bepalingen van krachtens deze wet genomen besluiten, teneinde ze aan een onderzoek te onderwerpen. Dit bewarend beslag wordt opgeheven bij beslissing van de overheidspersoon die de maatregelen genomen heeft, door het verstrijken van de termijn of door de definitieve inbeslagneming overeenkomstig de bepalingen van artikel 21. ».
Art. 32. Dans l’article 23, § 1er, 1°, de la meˆme loi, les mots « de trois mois a` un an » sont remplace´s par les mots « de quinze jours a` cinq ans ».
Art. 32. In artikel 23, § 1, 1°, van dezelfde wet worden de woorden « van drie maanden tot e´e´n jaar » vervangen door de woorden « van vijftien dagen tot vijf jaar ».
Art. 33. A l’article 27 de la meˆme loi, les modifications suivantes sont apporte´es :
Art. 33. In artikel 27 van dezelfde wet worden volgende wijzigingen aangebracht :
1° Dans le § 3, aline´a 1er, les mots « d’un mois » sont remplace´s par les mots « de trois mois ».
1° In § 3, eerste lid, worden de woorden « van e´e´n maand » vervangen door de woorden « van drie maanden ».
2° Dans le § 4, aline´a 1er, les mots « infe´rieur au minimum » sont remplace´s par les mots « infe´rieur a` la moitie´ du minimum ».
2° In § 4, eerste lid, worden de woorden « lager mag zijn dan het minimum » vervangen door de woorden « lager mag zijn dan de helft van het minimum ».
3° Dans le § 8, aline´a 1er, le de´lai « trois ans » est remplace´ par le de´lai « cinq ans ».
3° In § 8, eerste lid, wordt de termijn « drie jaar » vervangen door de termijn « vijf jaar ».
4° Un § 10, re´dige´ comme suit, est inse´re´ :
4° Een § 10, luidend als volgt, wordt ingevoegd :
« § 10. La personne morale dont le contrevenant est l’organe ou le pre´pose´ est e´galement responsable du paiement de l’amende administrative. ».
« § 10. De rechtspersoon, waarvan de overtreder orgaan of aangestelde is, is eveneens aansprakelijk voor de betaling van de administratieve geldboete. ».
Art. 34. Un article 28bis, re´dige´ comme suit, est inse´re´ dans la meˆme loi :
Art. 34. Een artikel 28bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd :
« Art. 28bis. En cas d’infraction aux dispositions de la pre´sente loi ou de ses arreˆte´s d’exe´cution, I’Etat belge peut proce´der au recouvrement des indemnite´s fixe´es en vertu des articles 8, aline´a 2, et 9bis, en se constituant partie civile aupre`s de la juridiction re´pressive devant laquelle l’action pe´nale a e´te´ porte´e. Ce droit peut meˆme eˆtre exerce´ pour la premie`re fois en appel. ».
« Art. 28bis. De Belgische Staat kan, in geval van overtreding van de bepalingen van deze wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan, de vergoedingen vastgesteld krachtens de artikelen 8, tweede lid, en 9bis terugvorderen door zich burgerlijke partij te stellen voor het strafgerecht waar een strafvordering aanhangig werd gemaakt. Dit recht kan zelfs voor het eerst in hoger beroep worden uitgeoefend. ».
CHAPITRE VII. — Modification de la loi du 17 mars 1993 relative a` la cre´ation d’un Fonds budge´taire pour la production et la protection des ve´ge´taux et de produits ve´ge´taux
HOOFDSTUK VII. — Wijziging van de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten
Art. 35. L’article 4 de la loi du 17 mars 1993 relative a` la cre´ation d’un Fonds budge´taire pour la production et la protection des ve´ge´taux et des produits ve´ge´taux est comple´te´ par un 6° re´dige´ comme suit :
Art. 35. Het artikel 4 van de wet van 17 maart 1993 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de productie en de bescherming van planten en plantaardige producten wordt aangevuld door een 6°, luidend als volgt :
« 6° des amendes administratives visses a` l’article 5bis de la loi pre´cite´e du 2 avril 1971 et a` l’article 8 de la loi pre´cite´e du 28 mars 1975. ».
« 6° de administratieve geldboeten bedoeld in artikel 5bis van de voornoemde wet van 2 april 1971 en in artikel 8 van de voornoemde wet van 28 maart 1975. ».
CHAPITRE VIII. — Modification de la loi du 23 mars 1998 relative a` la cre´ation d’un Fonds budge´taire pour la sante´ et la qualite´ des animaux et des produits animaux
HOOFDSTUK VIII. — Wijziging van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten
Art. 36. L’article 5, 8°, de la loi du 23 mars 1998 relative a` la cre´ation d’un Fonds budge´taire pour la sante´ et la qualite´ des animaux et des produits animaux est remplace´ par la disposition suivante :
Art. 36. Artikel 5, 8°, van de wet van 23 maart 1998 betreffende de oprichting van een Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten wordt vervangen door de volgende bepaling :
« 8° les recouvrements d’indemnite´s ou d’avances accorde´es dans le cadre des lois vise´es a` l’article 4. ».
« 8° de terugvordering van vergoedingen of voorschotten verleend in het kader van de in artikel 4 bedoelde wetten. ».
CHAPITRE IX. — Agre´ment et octroi de subventions en vue de la vulgarisation dans des secteurs spe´cifiques de l’agriculture et de l’horticulture
HOOFDSTUK IX. — Erkenning en subsidie¨ring met het oog op de vulgarisatie in deelsectoren van de landbouw en de tuinbouw
Art. 37. En vue de garantir la position concurrentielle des exploitations agricoles et horticoles, notamment par l’ame´lioration des me´thodes de production et par l’ame´lioration de la qualite´ des produits agricoles et horticoles, le Roi est autorise´ a` de´terminer les conditions relatives a` :
Art. 37. Met het oog op het vrijwaren van de concurrentiekracht van de land- en tuinbouwbedrijven, inzonderheid door het verbeteren van de productiemethoden en door het verbeteren van de kwaliteit van de land- en tuinbouwproducten, wordt de Koning gemachtigd om de voorwaarden te bepalen met betrekking tot :
1° la forme juridique, les taˆches et le fonctionnement d’associations qui contribuent a` la vulgarisation dans des secteurs spe´cifiques de l’agriculture et de l’horticulture, notamment par l’expe´rimentation dans les conditions de la pratique des re´sultats de la recherche scientifique, ainsi que par la de´monstration et la communication des conclusions de travaux d’expe´rimentation;
1° de rechtsvorm, de taken en de werking van verenigingen, die bijdragen tot de vulgarisatie in deelsectoren van de landbouw en de tuinbouw, onder meer door het uittesten onder praktijkomstandigheden van de resultaten van het wetenschappelijk onderzoek, alsmede door het demonstreren en mededelen van de bevindingen van proefondervindelijk werk;
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 2° l’agre´ment de et l’octroi de subventions a` ces associations. Promulguons la présente loi, ordonnons qu’elle soit reveˆtue du sceau de l’Etat et publiée par le Moniteur belge. Donne´ a` Bruxelles, le 5 février 1999.
8819
2° de erkenning en de subsidie¨ring van deze verenigingen. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 5 februari 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Vice-Premier Ministre et Ministre du Budget, H. VAN ROMPUY
De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY
Le Ministre de la Sante´ publique et des Pensions, M. COLLA
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA
Le Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises, K. PINXTEN
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN
Le Ministre des Transports, M. DAERDEN
De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Scelle´ du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
Le Ministre de la Justice, T. VAN PARYS
De Minister van Justitie, T. VAN PARYS
Note
Nota
(1) Session 1997-1998 Chambre des représentants Documents. — N° 1 : Projet de loi. — Nos 2 et 3 : Amendements. — N° 4 : Rapport. — N° 5 : Texte adopté par la commission. — N° 6 : Texte adopté en séance plénière et transmis au Sénat. Annales : 17 décembre 1998. Session de 1998-1999 Sénat Documents. — N° 1 : Projet transmis par la Chambre des représentants. — N° 2 : Projet non évoqué par le Sénat.
(1) Zitting 1997-1998 Kamer van volksvertegenwoordigers Gedrukte Stukken. — Nr. 1 : Wetsontwerp. — Nrs. 2 en 3 : Amendementen. — Nr. 4 : Verslag. — Nr. 5 : Tekst aangenomen door de commissie. — Nr. 6 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat. Handelingen : 17 december 1998. Zitting 1998-1999 Senaat Gedrukte stukken. — Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers. — Nr. 2 : Ontwerp niet geëvoceerd voor de Senaat.
c
F. 99 — 784 [C − 99/16042] 5 FEVRIER 1999. — Arreˆte´ royal de´signant les fonctionnaires et agents, charge´s de veiller a` l’application du Chapitre Ier du Titre II de la loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entreprise inde´pendante et re´glant le re`glement transactionnel
N. 99 — 784 [C − 99/16042] 5 FEBRUARI 1999. — Koninklijk besluit tot aanwijzing van de ambtenaren en agenten die worden belast met het toezicht op de toepassing van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en tot regeling van de minnelijke schikking
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entreprise inde´pendante, notamment le Chapitre Ier du Titre II;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid op Hoofdstuk I van Titel II; Gelet op het advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 30 april 1998; Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 7 mei 1998; Gelet op de beraadslaging van de Ministerraad op 8 mei 1998 betreffende de adviesaanvraag binnen een termijn van e´e´n maand; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 7 augustus 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoo¨rdineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Onze Minister van Financie¨n en Onze Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donne´ le 30 avril 1998; Vu l’accord du Ministre du Budget, donne´ le 7 mai 1998; Vu la de´libe´ration du Conseil des Ministres du 8 mai 1998 relative a` la demande d’avis dans le de´lai d’un mois; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donne´ le 7 août 1998, en application de l’article 84, aline´a 1er, 1°, des lois coordonne´es sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Economie, de Notre Ministre des Finances et de Notre Ministre des Petites et Moyennes Entreprises, Nous avons arreˆté et arreˆtons : er
Article 1 . Outre les officiers de la police judiciaire, les agents judiciaires pre`s les parquets, les gendarmes, les agents de la police communale, les fonctionnaires et agents suivants sont charge´s de veiller a` l’application du chapitre Ier du titre II de la loi-programme du 10 février 1998 pour la promotion de l’entreprise inde´pendante et des arreˆte´s d’exe´cution :
Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1. Behalve de officieren van de gerechtelijke politie, de gerechtelijke agenten bij de parketten, de rijkswacht en de gemeentelijke politie, worden de volgende ambtenaren en agenten gelast te waken over de toepassing van hoofdstuk I van titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap en van de uitvoeringsbesluiten :
8820
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
1° les fonctionnaires du niveau 1, de´signe´s par le ministre qui a les classes moyennes dans ses attributions, et les controˆleurs du service « Professions commerciales et artisanales, Organisation des Classes moyennes et Inspection » de l’ Administration de la Politique des PME du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture;
1° de ambtenaren van niveau 1, aangewezen door de minister die de middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, en de controleurs van de dienst « Handelsberoepen en Ambachten, Organisatie van de Middenstand en Inspectie » van het Bestuur voor het KMO-beleid van het Ministerie van Middenstand en Landbouw;
2° les fonctionnaires et agents de l’Administration de l’Inspection e´conomique du Ministe`re des Affaires e´conomiques.
2° de ambtenaren en beambten van het Bestuur Economische Inspectie van het Ministerie van Economische Zaken.
Art. 2. Les proce`s-verbaux constatant des infractions vise´es a` l’article 16, § 1er, de la loi-programme du 10 février 1998, sont transmis, selon le cas, aux fonctionnaires de´signe´s a` cet effet par le ministre qui a les classes moyennes dans ses attributions ou le ministre qui a les affaires e´conomiques dans ses attributions, conforme´ment a` l’article 16, § 3, aline´a 1er, de la meˆme loi.
Art. 2. De processen-verbaal houdende vaststelling van de inbreuken bedoeld in artikel 16, § 1, van de programmawet van 10 februari 1998, worden, naargelang het geval, doorgestuurd naar de ambtenaren die daartoe, overeenkomstig artikel 16, §3, eerste lid, van dezelfde wet zijn aangesteld door de Minister die de middenstand onder zijn bevoegdheid heeft of door de Minister die de economische zaken onder zijn bevoegdheid heeft.
Art. 3. Les sommes qu’il est propose´ au contrevenant de payer a` titre de transaction, ne peuvent eˆtre infe´rieures a` 2 600 francs ni supe´rieures a` 300 000 francs.
Art. 3. De bedragen die bij wijze van minnelijke schikking aan de overtreder ter betaling worden voorgesteld, mogen niet lager zijn dan 2 600 frank en niet hoger dan 300 000 frank.
Art. 4. Une proposition de paiement ne peut intervenir qu’apre`s notification au contrevenant, par lettre recommande´e a` la poste, d’une copie du proce`s-verbal constatant l’infraction.
Art. 4. Geen voorstel van betaling kan worden gedaan dan nadat een afschrift van het proces-verbaal, waarbij de inbreuk wordt vastgesteld, met een aangetekende brief aan de overtreder is betekend.
Art. 5. Toute proposition de paiement accompagne´e d’un bulletin de versement ou de virement est envoye´e au contrevenant par lettre recommande´e a` la poste avec accuse´ de re´ception, dans un de´lai de six mois a` partir de la date du proce`s-verbal.
Art. 5. Elk betalingsvoorstel wordt, samen met een stortings- of overschrijvingsformulier, per aangetekende brief met ontvangstbewijs aan de overtreder toegestuurd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van het proces-verbaal.
La proposition mentionne le de´lai dans lequel le paiement doit eˆtre effectue´. Ce de´lai est de quinze jours au moins et de trois mois au plus.
Dit voorstel vermeldt de termijn waarbinnen moet worden betaald. Deze termijn is minstens vijftien dagen en hoogstens drie maanden.
Le paiement doit eˆtre effectue´ a` l’Administration de la taxe sur la valeur ajoute´, de l’enregistrement et des domaines, qui en informe les agents commissionne´s a` cette fin par le Ministre.
De betaling moet worden gedaan aan de Administratie van de belasting over de toegevoegde waarde, registratie en domeinen, die de ambtenaren die door de Minister zijn aangewezen, daarvan op de hoogte brengt.
Art. 6. Si aucune proposition de paiement n’a e´te´ faite dans le de´lai pre´vu par l’article 5, aline´a 1er, le proce`s-verbal est transmis au procureur du Roi au plus tard a` l’expiration de ce de´lai.
Art. 6. Indien geen betaling wordt voorgesteld binnen de termijn bepaald in artikel 5, eerste lid, wordt het proces-verbaal uiterlijk bij het verstrijken van die termijn doorgestuurd naar de procureur des Konings.
Art. 7. En cas de non paiement dans le de´lai mentionne´ dans la proposition de paiement, le proce`s-verbal est transmis au procureur du Roi.
Art. 7. In geval van niet-betaling binnen de in het betalingsvoorstel vermelde termijn, wordt het proces-verbaal naar de procureur des Konings gestuurd.
Art. 8. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 8. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 9. Notre Ministre qui a les Affaires e´conomiques dans ses attributions, Notre Ministre des Finances et Notre Ministre qui a les Classes moyennes dans ses attributions, sont charge´s, chacun en ce qui le concerne, de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 9. Onze Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, Onze Minister van Financie¨n, en Onze Minister die de Middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 5 februari 1999.
Donne´ a` Bruxelles, le 5 février 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Vice-Premier Ministre et Ministre de l’Economie, E. DI RUPO
De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO
Le Ministre des Petites et Moyennes Entreprises, K. PINXTEN
De Minister van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN
Le Ministre des Finances, J.-J. VISEUR
De Minister van Financie¨n, J.-J. VISEUR
c
F. 99 — 785 [C − 99/16068] 1er MARS 1999. — Arreˆte´ royal conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts aux prairies cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages
N. 99 — 785 [C − 99/16068] 1 MAART 1999. — Koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu la loi du 12 juillet 1976 relative a` la re´paration de certains dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s naturelles, modifie´e par les lois du 9 juillet 1984, du 13 août 1986 et du 22 juillet 1991, notamment l’article 2, § 1, 2°;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen, gewijzigd door de wetten van 9 juli 1984, van 13 augustus 1986 en van 22 juli 1991, inzonderheid op artikel 2, § 1, 2°;
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vu l’arreˆte´ royal du 18 août 1976 fixant les conditions de forme et de de´lai d’introduction des demandes d’intervention financie`re du chef de dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s naturelles (calamite´s publiques ou calamite´s agricoles), modifie´ en dernier lieu par l’arreˆte´ royal du 20 février 1995; Vu l’arreˆte´ royal du 7 avril 1978 fixant les taux variables par tranche du montant total net des dommages subis, de meˆme que le montant de la franchise et de l’abattement pour le calcul de l’indemnite´ de re´paration de certains dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s agricoles; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donne´ le 26 février 1998; Vu l’accord du Ministre du Budget donne´ le 24 avril 1998; Vu la concertation avec les Gouvernements des Re´gions; Vu l’avis favorable de la Commission europe´enne du 21 janvier 1999; Vu les lois relatives au Conseil d’Etat, coordonne´es le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, modifie´ par les lois du 9 août 1980, du 16 juin 1989, du 4 juillet 1989 et du 4 août 1996; Vu l’urgence, motive´e par le fait que les demandes d’indemnisation des agriculteurs sinistre´s doivent eˆtre introduits dans les de´lais les plus brefs; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises et de l’avis de Nos Ministres qui en ont de´libe´re´ en Conseil, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
8821
Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1976 tot vaststelling van de vorm en de termijn van indiening der aanvragen tot financie¨le tegemoetkoming wegens schade aan private goederen veroorzaakt door natuurrampen (algemene rampen of landbouwrampen), laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 februari 1995; Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages, veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals van het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen; Gelet op het advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 26 februari 1998; Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 24 april 1998; Gelet op het overleg met de Gewestregeringen; Gelet op het gunstig advies van de Europese Commissie, gegeven op 21 januari 1999; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de aanvragen voor schadeloosstelling van de geteisterde landbouwers zonder verwijl ingediend moeten worden; Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Article 1er. Les de´gaˆts aux prairies, permanentes ou temporaires, paˆture´es ou fauche´es, cause´s par la se´cheresse persistante de 1996 sont conside´re´s comme une calamite´ agricole justifiant l’application de l’article 2, § 1er, 2° de la loi du 12 juillet 1976 relative a` la re´paration de certains dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s naturelles.
Artikel 1. De schade aan de weiden, blijvende of tijdelijke, begraasd of gemaaid, veroorzaakt door de aanhoudende droogte van 1996, wordt beschouwd als een landbouwramp die de toepassing verantwoordt van artikel 2, § 1, 2° van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen.
Art. 2. L’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ est limite´e aux communes telles qu’elles existaient au 30 décembre 1975, dont le nom figure ci-dessous :
Art. 2. De geografische omvang van de ramp omvat de hieronder vermelde gemeenten zoals zij bestonden op 30 december 1975 :
Province de Hainaut :
Provincie Henegouwen :
Arrondissement de Thuin :
Arrondissement Thuin :
Commune de Beaumont : Barbenc¸on, Leugnies, Renlies, Solre-SaintGe´ry;
Gemeente Beaumont : Barbenc¸on, Leugnies, Renlies, Solre-SaintGe´ry;
Commune de Chimay : Baileux, Bailie`vre, Bourlers, Chimay, Forges, Lompret, Robechies, Saint-Remy, Salles, Vaulx, Villers-la-Tour, Virelles;
Gemeente Chimay : Baileux, Bailie`vre, Bourlers, Chimay, Forges, Lompret, Robechies, Saint-Remy, Salles, Vaulx, Villers-la-Tour, Virelles;
Commune de Froidchapelle : Boussu-lez-Walcourt, Erpion, Froidchapelle, Vergnies;
Gemeente Froidchapelle : Boussu-lez-Walcourt, Erpion, Froidchapelle, Vergnies;
Commune de Momignies : Beauwelz, Macon, Macquenoise, Momignies, Monceau-Imbrechies, Seloignes;
Gemeente Momignies : Beauwelz, Macon, Macquenoise, Momignies, Monceau-Imbrechies, Seloignes;
Commune de Sivry-Rance : Grandrieu, Montbliard, Rance, Sautin, Sivry;
Gemeente Sivry-Rance : Grandrieu, Montbliard, Rance, Sautin, Sivry;
Province de Namur :
Provincie Namen :
Arrondissement de Dinant :
Arrondissement Dinant :
Commune de Beauraing : Baronville, Beauraing, Dion, Felenne, Feschaux, Focant, Honnay, Javingue, Martouzin-Neuville, Pondroˆme, Viesme, Voneˆche, Wancennes, Winenne;
Gemeente Beauraing : Baronville, Beauraing, Dion, Felenne, Feschaux, Focant, Honnay, Javingue, Martouzin-Neuville, Pondroˆme, Viesme, Voneˆche, Wancennes, Winenne;
Commune de Ciney : Chevetogne, Ciney, Conneux, Leignon, Pessoux, Serinchamps;
Gemeente Ciney : Chevetogne, Ciney, Conneux, Leignon, Pessoux, Serinchamps;
Commune de Dinant : Falmagne, Falmignoul, Foy-Notre-Dame;
Gemeente Dinant : Falmagne, Falmignoul, Foy-Notre-Dame;
Commune de Hamois : Scy;
Gemeente Hamois : Scy;
Commune de Hastie`re : Agimont, Blaimont, Hastie`re-Lavaux, Hastie`repar-dela`, Heer, Hermeton-sur-Meuse, Waulsort;
Gemeente Hastie`re : Agimont, Blaimont, Hastie`re-Lavaux, Hastie`repar-dela`, Heer, Hermeton-sur-Meuse, Waulsort;
Commune de Havelange : Barvaux-Condroz, Bonsin, Maffe, Me´an, Porcheresse;
Gemeente Havelange : Barvaux-Condroz, Bonsin, Maffe, Me´an, Porcheresse;
Commune de Houyet : Celles, Ciergnon, Custinne, Finnevaux, Hour, Houyet, Hullonniaux, Mesnil-Eglise, Mesnil-Saint-Blaise, Wanlin;
Gemeente Houyet : Celles, Ciergnon, Custinne, Finnevaux, Hour, Houyet, Hullonniaux, Mesnil-Eglise, Mesnil-Saint-Blaise, Wanlin;
Commune de Onhaye : Anthe´e
Gemeente Onhaye : Anthe´e
Commune de Rochefort : Ave-et-Auffe, Buissonville, Eprave, Hansur-Lesse, Jemelle, Lavaux-Sainte-Anne, Lessive, Mont-Gauthier, Rochefort, Villers-Sur-Lesse, Wavreille;
Gemeente Rochefort : Ave-et-Auffe, Buissonville, Eprave, Han-surLesse, Jemelle, Lavaux-Sainte-Anne, Lessive, Mont-Gauthier, Rochefort, Villers-Sur-Lesse, Wavreille;
Commune de Somme-Leuze : Baillonville, Bonsin, Heure, Hogne, Nettine, Noiseux, Sinsin, Somme-Leuze, Waillet;
Gemeente Somme-Leuze : Baillonville, Bonsin, Heure, Hogne, Nettine, Noiseux, Sinsin, Somme-Leuze, Waillet;
8822
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Arrondissement de Philippeville :
Arrondissement Philippeville :
Commune de Cerfontaine : Cerfontaine, Daussois, Senzeilles, Silenrieux, Soumoy, Villers-Deux-Eglises;
Gemeente Cerfontaine : Cerfontaine, Daussois, Senzeilles, Silenrieux, Soumoy, Villers-Deux-Eglises;
Commune de Couvin : Aublain, Boussu-en-Fagne, Couvin, Dailly, Frasnes, Gonrieux, Mariembourg, Pesche, Petigny;
Gemeente Couvin : Aublain, Boussu-en-Fagne, Couvin, Dailly, Frasnes, Gonrieux, Mariembourg, Pesche, Petigny;
Commune de Doische : Doische, Gimne´e, Gochene´e, Matagne-laGrande, Matagne-la-Petite, Niverle´e, Romere´e, Soulme, Vaucelles, Vodele´e;
Gemeente Doische : Doische, Gimne´e, Gochene´e, Matagne-laGrande, Matagne-la-Petite, Niverle´e, Romere´e, Soulme, Vaucelles, Vodele´e;
Commune de Florennes : Florennes, Rose´e, Morville;
Gemeente Florennes : Florennes, Rose´e, Morville;
Commune de Philippeville : Fagnolle, Franchimont, Jamagne, Jamiolle, Merle´mont, Neuville, Omeze´e, Philippeville, Roly, Romedenne, Samart, Sart-en-Fagne, Sautour, Surice, Villers-en-Fagne, Villers-le-Gambon, Vodece´e;
Gemeente Philippeville : Fagnolle, Franchimont, Jamagne, Jamiolle, Merle´mont, Neuville, Omeze´e, Philippeville, Roly, Romedenne, Samart, Sart-en-Fagne, Sautour, Surice, Villers-en-Fagne, Villers-le-Gambon, Vodece´e;
Commune de Viroinval : Dourbes, Maze´e, Nismes, Olloy-sur-Viroin, Treignes, Vierves-sur-Viroin;
Gemeente Viroinval : Dourbes, Maze´e, Nismes, Olloy-sur-Viroin, Treignes, Vierves-sur-Viroin;
Province de Luxembourg :
Provincie Luxemburg
Arrondissement de Marche-en-Famenne :
Arrondissement Marche-en-Famenne :
Commune de Durbuy : Barvaux, Bende, Bomal, Borlon, Durbuy, Grandhan, Heyd, Izier, Septon, Tohogne, Villers-Sainte-Gertrude, We´ris;
Gemeente Durbuy : Barvaux, Bende, Bomal, Borlon, Durbuy, Grandhan, Heyd, Izier, Septon, Tohogne, Villers-Sainte-Gertrude, We´ris;
Commune d’Ereze´e : Soy;
Gemeente Ereze´e : Soy;
Commune de Hotton : Fronville, Hotton, Marenne;
Gemeente Hotton : Fronville, Hotton, Marenne;
Commune de Marche-en-Famenne : Aye, Hargimont, Humain, Marche-en-Famenne, On, Waha;
Gemeente Marche-en-Famenne : Aye, Hargimont, Humain, Marcheen-Famenne, On, Waha;
Commune de Nassogne : Ambly, Forrie`res, Harsin, Lesterny;
Gemeente Nassogne : Ambly, Forrie`res, Harsin, Lesterny;
Commune de Tellin : Bure, Resteigne, Tellin;
Gemeente Tellin : Bure, Resteigne, Tellin;
Commune de Wellin : Chanly, Halma, Lomprez, Sohier, Wellin.
Gemeente Wellin : Chanly, Halma, Lomprez, Sohier, Wellin.
Art. 3. Dans les limites des cre´dits disponibles, l’indemnisation sera accorde´e aux exploitations dont la superficie des cultures fourrage`res repre´sente plus de 60 % de la superficie agricole utile totale et sera calcule´e de manie`re suivante :
Art. 3. Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt de schadeloosstelling toegekend aan de landbouwbedrijven waarvan de oppervlakte aan voedergewassen meer dan 60 % van de totale landbouwnuttige oppervlakte omvat en wordt ze berekend op de volgende wijze :
- la production annuelle globale est estime´e a` 15.374 francs par ha. Ce montant a e´te´ e´value´ a` partir d’une production normale, c’est-a`-dire le rendement moyen, pour la re´gion concerne´e, des trois anne´es ante´rieures a` 1996. L’indemnisation sera calcule´e au prorata du pourcentage de pertes estime´ en temps utile sur base d’un montant de 1.537 francs par ha, par tranche de 10 %.
- de globale jaarlijkse productie wordt geraamd op 15.374 frank per ha. Dit bedrag werd geraamd op basis van een normale productie, d.w.z. de voor de betrokken streek gemiddelde opbrengst van de drie jaren vo´o´r 1996. De schadeloosstelling wordt berekend volgens het percentage van de te gelegener tijd geraamde schade op basis van een bedrag van 1.537 frank per ha, per schijf van 10 %.
- si aucun pourcentage de de´gaˆts n’a e´te´ estime´, l’indemnisation sera calcule´e sur base de la moyenne des pertes calcule´es pour la commune concerne´e, ou, a` de´faut, pour la re´gion.
- indien er geen schadepercentage is geraamd wordt de schadeloosstelling berekend op basis van het gemiddelde van de betrokken gemeente, of bij ontstentenis daarvan, van de streek.
- si le pourcentage de de´gaˆts constate´ sur une exploitation en temps utile est infe´rieur a` 20 % de la production normale, aucune indemnisation ne sera paye´e pour cette exploitation.
- indien het te gelegener tijd vastgestelde schadepercentage op een bedrijf kleiner is dan 20 % van de normale productie, zal er geen schadeloosstelling betaald worden voor dat bedrijf.
Le Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises de´termine les modalite´s de l’introduction des demandes ainsi que leur mode d’examen.
De Minister van Landbouw en van de Kleine en Middelgrote Ondernemingen stelt de modaliteiten van de indiening van de aanvragen alsmede de wijze van hun onderzoek vast.
Art. 4. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5. Notre Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´.
Art. 5. Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Donne´ a` Bruxelles, le 1er mars 1999.
Gegeven te Brussel, 1 maart 1999.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises, K. PINXTEN
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8823
F. 99 — 786 [C − 99/16067] er 1 MARS 1999. — Arreˆte´ ministe´riel portant exe´cution de l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages
N. 99 — 786 [C − 99/16067] 1 MAART 1999. — Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld
Le Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises,
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen,
Vu la loi du 12 juillet 1976 relative a` la re´paration de certains dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s naturelles, modifie´e par les lois du 9 juillet 1984, du 13 août 1986 et du 22 juillet 1991; Vu l’arreˆte´ royal du 18 août 1976 fixant les conditions de forme et de de´lai d’introduction des demandes d’intervention du chef de dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s agricoles (calamite´s publiques ou calamite´s agricoles), modifie´ en dernier lieu par l’arreˆte´ royal du 20 février 1995; Vu l’arreˆte´ royal du 7 avril 1978 fixant les taux variables par tranche du montant total net des dommages subis, de meˆme que le montant de la franchise et de l’abattement pour le calcul de l’indemnite´ de re´paration de certains dommages cause´s a` des biens prive´s par des calamite´s agricoles; Vu l’arreˆte´ royal du 1 mars 1999 conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts aux prairies cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et de Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages;
Gelet op de wet van 12 juli 1976, betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen gewijzigd door de wetten van 9 juli 1984, van 13 augustus 1986 en van 22 juli 1991; Gelet op het koninklijk besluit van 18 augustus 1976 tot vaststelling van de vorm en de termijn van indiening der aanvragen tot financie¨le tegemoetkoming wegens schade aan private goederen veroorzaakt door natuurrampen (algemene rampen of landbouwrampen), laatstelijk gewijzigd door het koninklijk besluit van 20 februari 1995; Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1978 tot vaststelling van de percentages veranderlijk per gedeelten van het netto totaal bedrag van de geleden schade, evenals het bedrag van de vrijstelling en van het abattement voor de berekening van de herstelvergoeding van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door landbouwrampen; Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld; Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat het past om binnen de kortste termijn de indieningsmodaliteiten te bepalen voor de aanvragen van de schadeloosstelling door de getroffen landbouwers in het gebied bepaald door voormeld koninklijk besluit,
Vu les lois relatives au Conseil d’Etat, coordonne´es le 12 janvier 1973, notamment l’article 3 § 1er, modifie´ par les lois du 9 août 1980, du 16 juin 1989, du 4 juillet 1989 et du 4 août 1996; Vu l’urgence, motive´e par le fait qu’il convient de de´terminer dans les de´lais les plus brefs les modalite´s d’introduction des demandes d’indemnisation par les agriculteurs sinistre´s dans la zone de´termine´e par ledit arreˆte´ royal, Arreˆte :
Besluit :
Article 1er. L’indemnisation pre´vue a` l’art. 3 de l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 fait l’objet d’une demande selon le formulaire dont mode`le en annexe, a` introduire par les agriculteurs sinistre´s. Ce formulaire est disponible a` l’administration de chacune des communes concerne´es.
Artikel 1. De schadeloosstelling voorzien in art. 3 van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 maakt het voorwerp uit van een aanvraag volgens het formulier waarvan het model in bijlage, in te dienen door de getroffen landbouwers. Dit formulier is beschikbaar bij de administratie van elke betrokken gemeente.
Art. 2. La demande doit eˆtre introduite par envoi recommande´ aupre`s du gouverneur de la province concerne´e, avant l’expiration du troisie`me mois qui suit celui au cours duquel a e´te´ publie´ l’arreˆte´ royal conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts aux prairies cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages au Moniteur belge. Aucune demande introduite apre`s le de´lai de rigueur ne sera prise en conside´ration.
Art. 2. De aanvraag moet ingediend worden per aangetekend schrijven bij de gouverneur van de betrokken provincie, vo´o´r het einde van de derde maand volgend op de maand waarop het koninklijk besluit waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen en Luxemburg als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld, in het Belgisch Staatsblad werd bekendgemaakt. Geen aanvraag ingediend na de vereiste termijn zal in aanmerking genomen worden.
Art. 3. Le demandeur joint a` sa demande toutes les pie`ces justificatives utiles reprises a` l’annexe du pre´sent arreˆte´.
Art. 3. De aanvrager voegt bij zijn aanvraag alle nuttige bewijsstukken vermeld in de bijlage van dit besluit.
Art. 4. Le demandeur autorise le Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture ainsi que les administrations provinciales compe´tentes a` demander aupre`s de l’Institut national de Statistique les donne´es des recensements agricoles des agriculteurs concerne´s et a` en tenir compte si elles sont en contradiction avec les donne´es de sa demande.
Art. 4. De aanvrager geeft het Ministerie van Middenstand en Landbouw, evenals de bevoegde provinciale besturen, de toelating bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek de gegevens van de hem betreffende land- en tuinbouwtellingen op te vragen en er rekening mee te houden als ze in tegenspraak zijn met de gegevens van zijn aanvraag.
Art. 5. Dans le cas ou` la superficie des prairies mentionne´e sur le formulaire de demande est supe´rieure a` celle reprise sur la de´claration de superficie, servant a` l’octroi des aides a` certaines cultures arables ou de primes aux bovins, introduite en 1996 aupre`s du Ministe`re des Classes moyennes et de l’Agriculture, l’indemnite´ paye´e sera limite´e a` la superficie de prairies permanentes et temporaires de´clare´es lors de la de´claration de superficie. Si aucune de´claration de superficie n’a e´te´ introduite en 1996, il sera tenu compte de la de´claration au recensement agricole et horticole du 15 mai 1996.
Art. 5. Als de weideoppervlakte vermeld in het aanvraagformulier groter is dan de weideoppervlakte die werd aangegeven bij de oppervlakteaangifte voor de toekenning van premies voor bepaalde akkerbouwgewassen of voor rundvee die in 1996 bij het Ministerie van Middenstand en Landbouw werd ingediend wordt de schadeloosstelling beperkt tot de bij de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte tijdelijke en blijvende weiden. Ingeval er geen oppervlakteaangifte in 1996 werd ingediend, zal er met de land- en tuinbouwtelling van 15 mei 1996 rekening gehouden worden.
8824
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 6. Sans pre´judice des sanctions pe´nales contenues dans l’arreˆte´ royal du 31 mai 1933, au sujet des de´clarations a` faire en ce qui concerne les subventions, indemnite´s ou allocations de toute nature qui sont, en tout ou en partie, a` charge de l’Etat, modifie´ par la loi du 7 juin 1994, la subvention sera refuse´e aux demandeurs qui auront introduit une de´claration, qui, apre`s ve´rification, est reconnue fausse en tout ou en partie.
Art. 6. Onverminderd de strafbepalingen vervat in het koninklijk besluit van 31 mei 1933 betreffende de verklaringen te doen in verband met de subsidies, vergoedingen of toelagen van elke aard, die geheel of ten dele ten laste van de Staat zijn, gewijzigd door de wet van 7 juni 1994, zal de toelage geweigerd worden aan de aanvragers, die een verklaring hebben gedaan die, na onderzoek, geheel of gedeeltelijk vals blijkt te zijn.
Art. 7. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le jour de sa parution au Moniteur belge.
Art. 7. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Bruxelles, le 1er mars 1999.
Brussel, 1 maart 1999.
K. PINXTEN
K. PINXTEN
Annexe a` l’arreˆte´ ministe´riel du 1er mars 1999 Arreˆte´ ministe´riel du 1er mars 1999 portant exe´cution de l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages
Bijlage bij het ministerieel besluit van 1 maart 1999 Ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld De ondergetekende (naam in drukletters en voornamen ..................... .............................................................................................................................. wonende .......................................................................... straat, nr .............., postnummer.............., gemeente ..................................................................., nummer van postcheck- of bankrekening ............................., vraagt de tussenkomst van het Rampenfonds om te genieten van de schadeloosstelling voorzien door bovenvermeld koninklijk besluit (1). Hij verklaart op zijn eer, 1° dat de bij de oppervlakteaangifte van 1996 of, in voorkomend geval (indien hij geen oppervlakteaangifte in 1996 heeft ingediend) bij de land- en tuinbouwtelling van 1996 aangegeven oppervlakten bedragen : — bedrijfsoppervlakte (totale landbouwnuttige oppervlakte) : ......... ha ....... a — totale oppervlakte voedergewassen : ..... ha ..... a; — totale oppervlakte weiden (tijdelijke en blijvende) : ........... ha ......... a 2° dat de totale oppervlakte van zijn tengevolge de langdurige droogte in 1996 getroffen weiden waarvoor hij een schadeloosstelling aanvraagt, gelegen op het grondgebied van de in het koninklijk besluit van 1 maart 1999 opgenomen gemeenten (tijdelijke en blijvende weiden) ......... ha ......... a bedroeg; en dat hij de controle bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek aanvaardt. Hij voegt de volgende bewijsstukken bij : — het te gelegener tijd opgemaakte proces-verbaal tot vaststelling van schade aan teelten; — een kopie van zijn eventuele oppervlakteaangifte van 1996, met de kaarten 1/10.000 om de percelen te kunnen localiseren.
Le soussigne´ (nom en caracte`res d’imprimerie et pre´noms) .............. .............................................................................................................................. domicilie´ rue ....................................................................................... , n°...... code postal............, commune ......................................................................., nume´ro de compte che`que ou bancaire.........................., demande l’intervention du Fonds des calamite´s en vue de be´ne´ficier de l’indemnisation pre´vue par l’arreˆte´ royal pre´cite´ (1). Il de´clare sur l’honneur, 1° que les superficies suivantes ont e´te´ de´clare´es lors de la de´claration de superficie de 1996 ou, le cas e´che´ant (s’il n’a pas introduit de de´claration de superficie en 1996), au recensement agricole de 1996 : — superficie de l’exploitation (superficie agricole totale utile) : .......... ha .......... a; — superficie totale des cultures fourrage`res : ........ ha ........ a; — superficie totale des prairies (permanentes et temporaires) : ........ ha ...... a; 2° que la superficie totale de ses prairies sinistre´es pour lesquelles il demande une indemnisation, situe´es sur le territoire des communes reprises a` l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 suite a` la se´cheresse persistante de 1996 e´tait de ...... ha ..... a (prairies permanentes et temporaires); et qu’il en accepte le controˆle aupre`s de l’Institut National de Statistique. Il joint les pie`ces justificatives suivantes : — le proce`s-verbal de constat de de´gaˆts aux cultures e´tabli en temps utile; — une copie de la de´claration de superficies e´ventuelle de 1996, accompagne´e des cartes au 1/10.000, permettant la localisation des parcelles. Date :......................... Signature,
Datum :............................... Handtekening,
Note
Nota
(1) Les demandes doivent eˆtre introduites par lettre recommande´e aupre`s du gouverneur de la province concerne´e avant l’expiration du troisie`me mois suivant celui ou` l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 a e´te´ publie´ au Moniteur belge, le cachet de la poste faisant foi.
(1) De aanvragen moeten ingediend worden per aangetekend schrijven bij de gouverneur van de betrokken provincie vo´o´r het einde van de derde maand volgend op de maand van de bekendmaking van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 in het Belgisch Staatsblad, met de poststempel als kracht van bewijs. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 1 maart 1999 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 1 maart 1999 waarbij de schade veroorzaakt aan de weiden door de droogte van 1996 in verscheidene gemeenten van de provincies Henegouwen, Namen, en Luxemburg, als een landbouwramp wordt beschouwd, waarbij de geografische omvang van deze ramp wordt afgebakend en waarbij de schadeloosstelling van de schade wordt vastgesteld.
Vu pour eˆtre annexe´ a` l’ arreˆte´ ministe´riel du 1er mars 1999 portant exe´cution de l’arreˆte´ royal du 1er mars 1999 conside´rant comme une calamite´ les de´gaˆts cause´s par la se´cheresse de 1996 dans plusieurs communes des provinces de Hainaut, Namur et Luxembourg, de´limitant l’e´tendue ge´ographique de cette calamite´ et de´terminant l’indemnisation des dommages Le Ministre de l’Agriculture et des Petites et Moyennes Entreprises, K. PINXTEN
De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8825
MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L’ENVIRONNEMENT
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
F. 99 — 787 (99 — 734) [99/22219] 28 FEVRIER 1999. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 3 juillet 1996 portant exécution de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994. — Erratum
N. 99 — 787 (99 — 734) [99/022219] 28 FEBRUARI 1999. — Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. — Erratum
Au Moniteur belge n° 51 du 13 mars 1999, page 8161, texte français, la section XVbis doit être lue comme suit :
In het Belgisch Staatsblad nr. 51 van 13 maart 1999, blz. 8161, Franse tekst moet de afdeling XVbis gelezen worden als volgt :
« Section XVbis
« Section XVbis
De la renonciation au droit des indemnités Art. 236bis. Un titulaire peut renoncer au droit aux indemnités. A cet effet, il doit adresser une demande à son organisme assureur, dans laquelle il indique la période de la renonciation. La demande doit porter sur une période d’au moins un mois et ne peut dépasser une période de six mois. La demande doit être introduite par lettre recommandée à la poste et produit ses effets au plus tôt à partir du premier jour du mois qui suit celui au cours duquel la demande a été introduite auprès de l’organisme assureur, le cachet de la poste faisant foi. La demande est renouvelable. »
De la renonciation au droit des indemnités Art. 236bis. Un titulaire peut renoncer au droit aux indemnités. A cet effet, il doit adresser une demande à son organisme assureur, dans laquelle il indique la période de la renonciation. La demande doit porter sur une période d’au moins un mois et ne peut dépasser une période de six mois. La demande doit être introduite par lettre recommandée à la poste et produit ses effets au plus tôt à partir du premier jour du mois qui suit celui au cours duquel la demande a été introduite auprès de l’organisme assureur, le cachet de la poste faisant foi. La demande est renouvelable. »
* MINISTERE DES AFFAIRES ETRANGERES, DU COMMERCE EXTERIEUR ET DE LA COOPERATION AU DEVELOPPEMENT
MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
F. 99 — 788 [S − C − 99/15000] 29 AOUT 1997. — Loi portant approbation des actes internationaux suivants :
N. 99 — 788 [S − C − 99/15000] 29 AUGUSTUS 1997. — Wet houdende goedkeuring van volgende internationale akten :
1. Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche;
1. Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
2. Protocole concernant la circulation des trains sans arreˆt entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche;
2. Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
3. Accord particulier entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord relatif aux questions de suˆrete´ concernant les trains empruntant la liaison fixe transmanche et circulant entre la Belgique et le Royaume-Uni;
3. Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
4. Protocole concernant la mise en place d’un comite´ intergouvernemental tripartite, signe´s a` Bruxelles le 15 décembre 1993 (1)
4. Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel comite´, ondertekend te Brussel op 15 december 1993 (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Les Chambres ont adopte´ et Nous sanctionnons ce qui suit :
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Article 1er. La pre´sente loi re`gle une matie`re vise´e a` l’article 77 de la Constitution.
Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.
Art. 2. Les Actes internationaux suivants sortiront leur plein et entier effet :
Art. 2. De volgende Internationale Akten zullen volkomen uitwerking hebben :
1. Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche;
1. Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
2. Protocole concernant la circulation des trains sans arreˆt entre la Belgique et Ie Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche;
2. Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
3. Accord particulier entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord relatif aux questions de suˆrete´ concernant les trains empruntant la liaison fixe transmanche et circulant entre la Belgique et le Royaume-Uni;
3. Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding;
4. Protocole concernant la mise en place d’un comite´ intergouvernemental tripartite, signe´s a` Bruxelles le 15 décembre 1993.
4. Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel comite´, ondertekend te Brussel op 15 december 1993.
8826
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Art. 3. Il est ajoute´ a` l’article 31 de la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police, apre`s le troisie`me aline´a, un aline´a nouveau qui est libelle´ de la manie`re suivante :
Art. 3. In artikel 31 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt wordt na het derde lid een nieuw lid toegevoegd, luidende :
« Le de´lai maximal de re´tention de douze heures est porte´ a vingt-quatre heures lorsque l’arrestation administrative a lieu dans les zones de controˆle de´fiinies a` l’article 1er de l’Accord belgo-francobritannique, signe´ a` Bruxelles le 15 décembre 1993, concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche. »
« De maximale vasthoudingsduur wordt van twaalf uur op vierentwintig uur gebracht indien de bestuurlijke aanhouding gebeurt in de controlezones bepaald in artikel 1 van de Belgisch-Frans-Britse Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 15 deccmber 1993 met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding. »
Promulguons la pre´sente loi, ordonnons qu’elle soit reveˆtue de sceau de l’Etat et publie´e par le Moniteur belge.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met ’s Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Donne´ a` Chaˆteauneuf-de-Grasse, le 29 août 1997.
Gegeven te Chaˆteauneuf-de-Grasse, 29 augustus 1997.
ALBERT
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
Le Ministre des Affaires e´trange`res, E. DERYCKE
De Minister van Buitenlandse Zaken, E. DERYCKE
Le Ministre de l’Inte´rieur, J. VANDE LANOTTE
De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE
Le Ministre des Finances et du Commerce exte´rieur, Ph. MAYSTADT
De Minister van Financie¨n en van Buitenlandse Handel, Ph. MAYSTADY
Le Ministre des Transports, M. DAERDEN
De Minister van Vervoer, M. DAERDEN
Le Ministre de la Justice, S. DE CLERCK
De Minister van Justitie, S. DE CLERCK
Scelle´ du sceau de l’Etat :
Met ’s Lands zegel gezegeld :
Le Ministre de la Justice, S. DE CLERCK
De Minister van Justitie, S. DE CLERCK
Note
Nota
(1) Session 1995-1996. Se´nat. Documents parlementaires. — Projet de loi de´pose´ le 23 juillet 1996, n˚ 1-396/1. Session 1996-1997. Documents parlementaires. — Rapport, n˚ 1-396/2. — Texte adopte´ en Commission, n˚ 1-396/3. Annales parlementaires. — Discussion. Se´ances des 19 décembre 1996 et 9 janvier 1997. — Vote. Se´ance du 9 janvier 1997.
Annales parlementaires. — Discussion. Se´ance du 22 janvier 1997. — Vote. Se´ance du 23 janvier 1997.
(1) Zitting 1995-1996. Senaat. Parlementaire documenten. — Ontwerp van wet ingediend op 23 juli 1996, nr. 1-396/1. Zitting 1996-1997. Parlementaire documenten. — Verslag, nr. 1-396/2. — Tekst aangenomen in Commissie, nr. 1-396/3. Parlementaire Handelingen. — Bespreking. Vergaderingen van 19 december 1996 en 9 januari 1997. — Stemming. Vergadering van 9 januari 1997. Kamer. Parlementaire documenten. — Tekst overgezonden door de Senaat, nr. 884/1. Parlementaire Handelingen. — Bespreking. Vergadering van 22 januari 1997. — Stemming. Vergadering van 23 januari 1997.
Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche Le Gouvernement du Royaume de Belgique, Le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et Le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord, ci-apre`s de´nomme´s « les Parties contractantes », Conside´rant le Traite´ entre la Re´publique franc¸aise et le RoyaumeUni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la construction et l’exploitation d’une liaison fixe transmanche par des socie´te´s prive´es concessionnaires, fait a` Cantorbe´ry le 12 février 1986 et entre´ en vigueur le 29 juillet 1987; Conside´rant le Protocole entre le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord relatif aux controˆles frontaliers et a` la police, a` la coope´ration judiciaire en matie`re pe´nale, a` la se´curite´ civile et a` l’assistance mutuelle, fait a` Sangatte le 25 novembre 1991, entre´ en vigueur le 2 août 1993;
Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding De Regering van het Koninkrijk Belgie¨, De Regering van de Franse Republiek en De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, Hierna te noemen de Overeenkomstsluitende Partijen, Gelet op het Verdrag tussen de Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland inzake de bouw en de exploitatie door prive´-concessionnarissen van een vaste kanaalverbinding, gedaan te Canterbury op 12 februari 1986 en in werking getreden op 29 juli 1987; Gelet op het Protocol tussen de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Britannie en Noord-Ierland betreffende de grens- en politiecontroles, wederzijdse rechtshulp in strafzaken, openbare veiligheid en wederzijdse bijstand, gedaan te Sangatte op 25 november 1991, in werking getreden op 2 augustus 1993;
Chambre. Documents parlementaires. — Projet transmis par le Se´nat, n˚ 884/1
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8827
De´sireux de re´gler l’ensemble des proble`mes qui se posent a` cet e´gard en matie`re de suˆrete´, de controˆles frontaliers, de police, de coope´ration judiciaire en matie`re pe´nale, de se´curite´ civile et d’assistance mutuelle sur les territoires des trois Etats concerne´s; Sont convenus des dispositions suivantes :
Gelet op de Overeenkomst tussen de Franse Republiek en het Koninkrijk Belgie¨ betreffende controles aan de Belgisch-Franse grens, de gemeenschappelijke stations en de uitwisselingsstations, ondertekend te Brussel op 30 maart 1962; Gelet op de Overeenkomst gesloten te Schengen op 19 juni 1990 ter uitvoering van her op 14 jtmi 1985 tot stand gekomen Akkoord van Schengen tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie, de Bondsrepubliek Duitsland en de Franse Republiek betreffende de geleidelijke afschaffing van de controles aan de gemeenschappelijke binnengrenzen; Gelet op de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen; Gelet op de noodzaak het treinverkeer tussen Belgie en het Verenigd Koninkrijk dat door de vaste kanaalverbinding gaat, zonder dat op Frans grondgebied voor commercie¨le doeleinden wordt halt gehoudene te vergemakkelijken; Wensende alle problemen te behandelen die in dit verband rijzen op het gebied ven veiligheid, grenscontroles, politie, wederzijdse rechtshulp in strafzaken, openbare veiligheid en wederzijdse bijstand op hel grondgebied van de drie betrokken Staten, Zijn het volgende overeengekomen :
TITRE Ier. — Dispositions ge´ne´rales
HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen
Conside´rant la Convention entre la Re´publique franc¸aise et le Royaume de Belgique, relative aux controˆles a` la frontie`re belgofranc¸aise et aux gares communes et d’e´change, signe´e a` Bruxelles le 30 mars 1962; Conside´rant la Convention d’application de l’Accord de Schengen du 14 juin 1985 entre les Gouvernements des Etats de l’Union e´conomique Benelux, de la Re´publique fe´de´rale d’Allemagne et de la Re´publique franc¸aise relatif a` la suppression graduelle des controˆles aux frontie`res communes, faite a` Schengen le 19 juin 1990; Conside´rant les Traite´s instituant les Communaute´s europe´ennes; Conside´rant qu’il y a lieu de faciliter la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche et traversant sans arreˆt commercial le territoire franc¸ais;
Article 1
er
De´finitions
1. « Controˆles frontaliers » : de´signe les controˆles de police, d’immigration, de douane, sanitaires, ve´te´rinaires, phytosanitaires, relatifs a` la protection des consommateurs, de transport ainsi que tous autres controˆles pre´vus par les lois et re`glements nationaux ou communautaires. 2. « Liaison fixe » : de´signe la liaison fixe transmanche de´finie a` l’article premier du Traite´ fait a` Cantorbe´ry le 12 février 1986. 3. « Trains » : de´signe les trains internationaux circulant entre les territoires belge et britannique, empruntant la liaison fixe et traversant le territoire franc¸ais. 4. « Trains sans arreˆt » : de´signe les trains internationaux circulant entre les territoires belge et britannique, empruntant la liaison fixe et traversant sans arreˆt commercial le territoire franc¸ais, a` l’exclusion des arreˆts techniques. 5. « Agents » : de´signe les personnes charge´es de la police et des controˆles frontaliers place´es sous la responsabilite´ des personnes ou autorite´s de´signe´es conforme´ment a` l’article 3.2. 6. « Zone de controˆles » : de´signe la partie du territoire de l’Etat de se´jour et les trains sans arreˆt, zone a` l’inte´rieur de laquelle les agents des autres Etats sont habilite´s a` effectuer les controˆles. Chaque zone de controˆles est de´limite´e d’un commun accord entre l’Etat de se´jour et l’Etat dont les agents ope´reront dans ladite zone; toutefois, pour les trains sans arreˆt, la zone de controˆles sur le territoire franc¸ais sera de´termine´e d’un commun accord entre les trois Gouvernements. 7. « Etat de se´jour » : de´signe l’Etat sur le territoire duquel s’effectuent les controˆles des autres Etats.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen Aan de onderstaande begrippen wordt de volgende betekenis toegekend : 1. « Grenscontroles » : politiecontroles, immigratiecontroles, douanecontroles, sanitaire controles, veterinaire controles, fytosanitaire controles, controles in het kader van de consumentenbescherming, en controles op vervoer, alsmede elke andere controle als bepaald in de nationale of communautaire wetten en voorschriften. 2. « Vaste verbinding » : de vaste kanaalverbinding als bedoeld in het eerste artikel van het Verdrag, gedaan te Canterbury op 12 februari 1986. 3. « Treinen » : de internationale treinen die tussen Belgisch en Brits grondgebied rijden via de vaste verbinding en over Frans grondgebied. 4. « Doorgaande treinen » : de internationale treinen die tussen Belgisch en Brits grondgebied rijden via de vaste verbinding en die, met uitzondering van een stilstand om technische redenen, niet voor commercie¨le doeleinden halt houden in Frankrijk. 5. « Ambtenaren » : de personen die met het politietoezicht en de grenscontroles belast zijn, en die onder het gezag van de overeenkomstig artikel 3.2 aangewezen personen of autoriteiten staan. 6. « Controlezone » : het deel van het grondgebied van de Staat van verblijf en de doorgaande treinen, zone waarbinnen de ambtenaren van de andere Staten gemachtigd zijn controles uit te voeren. Elke controlezone wordt in gemeenschappelijk overleg vastgelegd tussen de Staat van verblijf en de Staat waarvan de ambtenaren in bedoelde zone optreden; evenwel, wat de doorgaande treinen betreft wordt de controlezone op Frans grondgebied vastgesteld in gemeenschappelijk overleg tussen de drie Regeringen. 7. « Staat van verblijf » : de Staat op wiens grondgebied controles worden uitgevoerd door de andere Staten.
Article 2
Artikel 2
Champ d’application 1. Le pre´sent Accord s’applique a` la circulation ferroviaire entre le Royaume-Uni et la Belgique via la liaison fixe et empruntant le territoire franc¸ais. 2. Les questions de surete´ concernant la circulation ferroviaire vise´e a` l’aline´a pre´ce´dent font l’objet d’accords particuliers entre les trois Couvernements, sans pre´judice des dispositions du pre´sent Accord.
Toepassingsgebied 1. Deze Overeenkomst is van toepassing op het treinverkeer tussen het Verenigd Koninkrijk en Belgie¨ dat via de vaste verbinding en over Frans grondgebied loopt. 2. Onverminderd het bepaalde in deze Overeenkomst worden over de veiligheidsvraagstukken in verband met het in de vorige paragraaf bedoelde treinverkeer afzonderlijke akkoorden gesloten tussen de drie Regeringen. 3. Een Protocol inzake grens- en politiecontroles op de doorgaande treinen tussen het Verenigd Koninkrijk en Belgie¨ die via de vaste verbinding gaan, is aan deze Overeenkomst gehecht en maakt er integrerend deel van uit.
3. Un Protocole relatif aux controˆles frontaliers et a` la police sur les trains sans arreˆt entre le Royaume-Uni et la Belgique via la liaison fixe est annexe´ au pre´sent Accord et en fait partie inte´grante. TITRE II Autorite´s et principes ge´ne´raux de coope´ration
HOOFDSTUK II Autoriteiten en algemene samenwerkingsbeginselen
Article 3 1. Chacun des Gouvernements de´signe les autorite´s ou les personnes qui, sur son territoire, ont pouvoir de prendre toute de´cision relative a` la suˆrete´ des trains.
Artikel 3 1. Elke Regering wijst de autoriteiten of personen aan die op haar grondgebied gemachtigd zijn tot het nemen van enigerlei beslissing met betrekking tot de veiligheid van de treinen.
8828
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
3. Chacun des Gouvernements notifie aux autres Gouvernements ces de´signations ainsi que toutes modifications s’y rapportant, et en informe le Comite´ intergouvernemental tripartite.
2. Elke Regering zorgt voor de aanwijzing van de autoriteiten of de verantwoordelijken voor de diensten die op haar grondgebied tot taak hebben grenscontroles uit te voeren en voor de ordehandhaving te zorgen. 3. Elke Regering doet van bedoelde aanwijzingen alsmede van elke wijziging ter zake mededeling aan de andere Regeringen, en brengt een en ander ter kennis van het Tripartiete intergouvernementele Comite´.
Article 4 A bord des trains sans arreˆt, les agents britanniques peuvent exercer des controˆles frontaliers sur les territoires belge et franc¸ais, et les agents belges, sur les territoires britannique et franc¸ais.
Artikel 4 Aan boord van doorgaande treinen mogen de Britse ambtenaren grenscontroles uitvoeren op het Belgische en het Franse grondgebied en de Belgische ambtenaren op het Britse en het Franse grondgebied.
Article 5 Il est convenu que les controˆles frontaliers concernant les trains sans arreˆt seront en principe effectue´s sous la seule responsabilite´ des autorite´s britanniques et belges.
Artikel 5 Er wordt overeengekomen dat de grenscontroles met betrekking tot doorgaande treinen in beginsel worden uitgevoerd onder de enkele verantwoordelijkheid van de Britse en Belgische autoriteiten.
Article 6 Les agents franc¸ais conservent la faculte´ d’effectuer occasionnellement des controˆles de police et de douane lors du passage des trains sans arreˆt sur le territoire franc¸ais.
Artikel 6 De Franse ambtenaren behouden het recht af en toe politie- en douanecontroles uit te voeren naar aanleiding van de doorrit van doorgaande treinen door Frans grondgebied.
Article 7 En cas d’arreˆt d’un train pour un motif impre´vu sur le territoire franc¸ais, les passagers qui descendent du train doivent faire l’objet d’un controˆle d’entre´e par les autorite´s franc¸aises.
Artikel 7 Ingeval een trein wegens onvoorziene omstandigheden dient halt te houden op Frans grondgebied, worden de passagiers die uitstappen door de Franse autoriteiten aan een inreiscontrole onderworpen.
Article 8 Chaque Gouvernement est responsable du paiement ou du recouvrement des frais affe´rents aux controˆles qui lui incombent.
Artikel 8 Elke Regering is verantwoordelijk voor de betaling of de inning van de kosten voor de controles die zij dient uit te voeren.
Article 9 Les agents des trois Etats sont autorise´s a` circuler librement sur l’ensemble du trajet entre Londres et Bruxelles pour les besoins du service, sur simple justification de leur identite´ et de leur qualite´.
Artikel 9 De ambtenaren van de drie Staten zijn gemachtigd zich om dienstredenen en op eenvoudig bewijs van hun identiteit en hoedanigheid vrij te bewegen op het gehele traject Londen-Brussel.
Article 10 Les autorite´s de l’Etat de se´jour se re´servent le droit de demander aux autorite´s des autres Etats le rappel de l’un quelconque de leurs agents.
Artikel 10 De autoriteiten van de Staat van verblijf behouden zich het recht voor de autoriteiten van de andere Staten te verzoeken een van hun ambtenaren terug te roepen.
TITRE III Coope´ration judiciaire en matie`re pe´nale
HOOFDSTUK III Wederzijdse rechtshulp in strafzaken
Article 11 1. Sans pre´judice de l’application des dispositions des articles 4 et 14 (2) du protocole annexe´ au pre´sent accord, lorsqu’une infraction est commise sur le territoire de l’un des traits Etats, cet Etat est compe´tent. 2. Lorsque le lieu de commission de cette infraction ne peut eˆtre de´termine´, l’Etat d’arrive´e est compe´tent.
Artikel 11 1. Onverminderd de toepassing van het bepaalde in artikels 4 en 14 (2) van het aan deze Overeenkomst gehechte Protocol is, wanneer op het grondgebied van een van de drie Staten een strafbaar feit is gepleegd, deze Staat bevoegd. 2. Wanneer niet kan worden uitgemaakt waar het strafbaar feit is gepleegd, is de Staat van aankomst bevoegd.
Article 12 Lorsqu’il est proce´de´ a` une arrestation a` l’occasion d’une infraction pour laquelle un Etat a compe´tence en vertu de l’article 11, cette arrestation n’est pas affecte´e par le fait que celle-ci poursuit ses effets sur le territoire des autres Etats.
Artikel 12 Wanneer naar aanleiding van een strafbaar feit waarvoor een Staat krachtens artikel 11 bevoegd is, een aanhouding wordt verricht, is het feit dat deze rechtsgevolgen heeft op het grondgebied van de andere Staten niet van invloed op de aanhouding.
Article 13 Les personnes qui, pendant le trajet du train, ont commis un crime ou un de´lit flagrant et ont e´te´ appre´hende´es, sont remises le plus toˆt possible aux agents habilite´s de l’Etat compe´tent en vertu de l’article 11.
Artikel 13 Personen die tijdens de treinreis een strafbaar feit hebben gepleegd of op heter daad zijn betrapt en die zijn aangehouden, worden zo vlug mogelijk overgedragen aan de gemachtige ambtenaren van de krachtens artikel 11 bevoegde Staat.
Article 14 1. En cas de commission a` bord des trains sur le territoire d’un Etat de l’une des infractions flagrantes suivantes : homicide volontaire, viol, incendie volontaire, vol sous la menace d’une arme a` feu, enle`vement et prise d’otage, destruction par explosifs, le train devra eˆtre arreˆte´ pour permettre aux autorite´s compe´tentes de cet Etat de prendre toutes mesures utiles a` l’enqueˆte, et le cas e´che´ant d’interpeller l’auteur pre´sume´ de l’infraction.
Artikel 14 1. Indien aan boord van de treinen op het grondgebied van een Staat iemand op heterdaad wordt betrapt bij het plegen van e´e´n van de volgende strafbare feiten : moord, verkrachting, opzettelijke brandstichting, diefstal onder bedreiging van een vuurwapen, ontvoering en gijzelneming, het teweegbrengen van een ontploffing, dient de trein te worden opgehouden om de bevoegde autoriteiten van bedoelde Staat in de gelegenheid te stellen alle dienstige maatregelen te nemen met het oog op het onderzoek, en, in voorkomend geval, de vermoedelijke dader van het strafbare feit staande te houden. 2. Indien de trein niet kan worden opgehouden omdat hij zich in de vaste verbinding bevindt of omdat hij op het punt staat het grondgebied van de Staat waar een van de in de bovenstaande paragraaf bedoelde strafbare feiten is gepleegd, te verlaten, dienen de gemachtigde ambtenaren die aanwezig zijn de nodige bewarende maatregelen te nemen teneinde de ambtenaren van de krachtens artikel 11 bevoegde
2. Chacun des Gouvernements de´signe les autorite´s ou les personnes responsables des services qui, sur son territoire, ont pour mission d’exercer les controˆles frontaliers et les fonctions de maintien de l’ordre.
2. Si le train ne peut eˆtre arreˆte´ parce qu’il se trouve a` l’inte´rieur de la liaison fixe ou qu’il est sur le point de quitter le territoire de l’Etat sur lequel l’une des infractions vise´es a` l’aline´a pre´ce´dent a e´te´ commise, les agents habilite´s qui sont pre´sents devront prendre toutes mesures conservatoires utiles afin de permettre aux agents de l’Etat compe´tent en vertu de l’article 11, lors de l’arrive´e du train, de recueillir les
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8829
te´moignages, les preuves ou les indices utiles a` l’enqueˆte, et le cas e´che´ant de se faire remettre l’auteur pre´sume´ de l’infraction.
Staat in de gelegenheid te stellen bij de aankomst van de trein de voor het onderzoek nuttige getuigenissen, bewijzen of aanwijzingen te verzamelen, en eventueel de vermoedelijke dader van het strafbare feit over te nemen.
Article 15 1. Lorsqu’une persomie est arreˆte´e en vertu des articles 6, 12, 13 et 14 (2) du pre´sent Accord, son arrestation est notifie´e sans de´lai aux autorite´s de l’Etat d’arrive´e. La personne arreˆte´e peut eˆtre transfe´re´e sur le territoire de l’Etat compe´tent en vertu de l’article 11.
Artikel 15 1. Wanneer een persoon wordt aangehouden op grond van de artikelen 6, 12, 13 en 14 (2) van deze Overeenkomst, wordt van zijn aanhouding onverwijld kennis gegeven aan de autoriteiten van de Staat van aankomst. De aangehouden persoon kan naar het grondgebied van de krachtens artikel 11 bevoegde Staat worden overgebracht. 2. Zodanige overbrenging dient evenwel te gebeuren binnen een tijdspanne van ten hoogste 24 uur, te rekenen vanaf de in bovenstaande paragraaf bedoelde kennisgeving. Bovendien behoudt elke Staat zich het recht voor geen toestemming te verlenen voor de overbrenging van onderdanen.
2. Toutefois, un tel transfert doit intervenir dans un de´lai de 24 heures au plus tard a` compter de la notification pre´vue a` l’aline´a pre´ce´dent. En outre, chaque Etat se re´serve le droit de ne pas autoriser le transfert de ses nationaux.
TITRE IV Comite´ intergouvernemental tripartite
HOOFDSTUK IV Tripartiet Intergouvernementeel Comite´
Article 16 1. Un comite´ intergouvernemental tripartite est mis en place pour traiter, au nom des trois Parties contractantes, de toutes les questions relatives a` l’application du pre´sent Accord. 2. Le Comite´ est forme´ de repre´sentants des Gouvernements des Parties contractantes duˆment mandate´s.
Artikel 16 1. Een Tripartiet Intergouvernementeel Comite´ wordt ingesteld om namens de drie Overeenkomstsluitende Partijen alle vraagstukken met betrekking tot de toepassing van deze Overeenkomst te behandelen. 2. Het Comite´ bestaat uit behoorlijk gemachtigde vertegenwoordigers van de Regeringen van de Overeenkomstsluitende Partijen.
Article 17 1. Dans le cadre des compe´tences de´finies a` l’article pre´ce´dent, le Comite´ examine toute question qui lui est soumise par les Parties contractantes concernant la liaison ferrovaire entre la Belgique et le Royaume-Uni. 2. Dans ce contexte, le Comite´ est notamment consulte´ sur tout projet d’accord ou d’arrangement bilate´ral ou trilate´ral entre les Parties contractantes. 3. En ce qui concerne les trains circulant entre le Royaume-Uni et la Belgique, le Comite´ s’assure que les autorite´s de´signe´es conforme´ment a` l’article 3, paragraphe 1er, se consultent et agissent d’un commun accord, sauf circonstances exceptionnelles.
Artikel 17 1. In het kader van de in bovenstaand artikel omschreven bevoegdheden onderzoekt het Comite´ elk vraagstuk met betrekking tot de spoorwegverbinding tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk, dat door de Overeenkomstsluitende Partijen wordt voorgelegd. 2. In dit verband wordt met name het advies van het Comite´ ingewonnen over elk ontwerp van bilaterale of trilaterale overeenkomst of akkoord tussen de Overeenkomstsluitende Partijen. 3. Met betrekking tot de treinen rijdend tussen het Verenigd Koninkrijk en Belgie¨ vergewist het Comite´ zich ervan dat de overeenkomstig het eerste lid van artikel 3 aangewezen autoriteiten overleg plegen en gezamenlijk handelen, behoudens uitzonderlijke omstandigheden. 4. Het Comite´ vervult zijn opdracht met betrekking tot alle vraagstukken die hem door de Overeenkomstsluitcnde Partijen en door de autoriteiten en de daaronder ressorterende instanties worden voorgelegd.
4. Le Comite´ exerce sa mission sur toutes les questions qui lui sont soumises par les Parties contractantes et par les autorite´s et instances de´pendant de celles-ci. Article 18 Le Comite´ comporte au plus quinze membres. Chaque Gouvernement de´signe le tiers des membres du Comite´. La pre´sidence est assure´e pour une dure´e d’un an et successivement par le chef de chaque de´le´gation. Aux fins de sa mission, le Comite´ peut faire appel a` la collaboration des administrations de chaque Gouvernement et de tout organisme ou expert de son choix.
Artikel 18 Het Comite´ telt niet meer dan 15 leden. Elke Regering wijst een derde van het ledenaantal van het Comite´ aan. Het voorzitterschap wordt gedurende een jaar en bij toerbeurt waargenomen door de delegatieleiders. Voor de uitvoering van zijn opdracht kan het Comite´ de medewerking inroepen van de administratie van elke Regering en van enigerlei instantie of deskundige naar keuze.
Article 19 Les re´unions du Comite´ sont convoque´es a` la demande de l’une des trois de´le´gations. Le re`glement inte´rieur du Comite´ est e´tabli d’un commun accord par les chefs des de´le´gation franc¸aise, britannique et belge.
Artikel 19 Het Comite´ wordt bijeengeroepen op verzoek van een van de drie delegaties. Het reglement van orde van het Comite´ wordt in gemeenschappelijk overleg opgesteld door de Franse, de Britse en de Belgische delegatieleider.
TITRE V Coope´ration entre les autorite´s compe´tentes
HOOFDSTUK V Samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten
Article 20 Pour la mise en œuvre du titre II, des liaisons permanentes sont e´tablies entre les autorite´s compe´tentes des trois Etats qui comprennent : a) la tenue re´gulie`re de re´unions de coordination entre les autorite´s charge´es de la suˆrete´ et des controˆles frontaliers; b) l’installation de moyens de te´le´communications permettant en toutes circonstances des liaisons entre les autorite´s nationales respectives; c) l’affectation e´ventuelle par chaque Partie contractante aupre`s des autorite´s des deux autres Parties, d’agents de liaison a` des fins et selon des modalite´s a` de´terminer par des arrangements administratifs.
Artikel 20 Voor de tenuitvoerlegging van hoofdstuk II wordt gezorgd voor een permanente verbinding tussen de bevoegde autorireiten van de drie Staten. Hieronder wordt verstaan : a) het geregeld beleggen van coo¨rdinatievergaderingen tussen de autoriteiten die belast zijn met toezicht en grenscontroles; b) de installatie van telecommunicatiemiddelen opdat de nationale autoriteiten in alle omstandigheden met elkaar in verbinding zouden kunnen staan; c) eventueel de aanstelling door elke Overeenkomstsluitende Partij bij de autoriteiten van de twee andere Partijen van verbindingsambtenaren, waarbij de doelstellingen en de werkwijzen in administratieve akkoorden worden vastgelegd.
Articie 21 Dans tous les cas de circonstances exceptionnelles telles que catastrophes naturelles, actes de terrorisme ou conflit arme´, ou menaces de telles situations, chaque Partie contractante, apre`s consultation des
Artikel 21 Wanneer zich uitzonderingstoestanden voordoen of dreigen voor te doen zoals natuurrampen, daden van terrorisme of een gewapend conflict, kan elke Overeenkomstsluitende Partij, na overleg met de
8830
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
autres Parties contractantes, si la situation le permet, peut prendre des mesures de´rogeant a` ses obligations re´sultant de la pre´sente Convention ou d’Accords additionnels.
andere Overeenkomstsluitende Partijen en indien de toestand zulks mogelijk maakt, maatregelen treffen die afwijken van de verplichtingen die zij ingevolge deze Overeenkomst of ingevolge aanvullende akkoorden heeft.
Article 22 De telles mesures peuvent comprendre la fermeture de la ligne ferroviaire. Elles sont proportionne´es aux exigences de la situation et imme´diatement notifie´es aux autres Parties contractantes.
Artikel 22 Zodanige maatregelen kunnen het sluiten van de spoorwegverbinding inhouden. Ze worden ingegeven door de aard van de toestand en onverwijld ter kennis gebracht van de andere Overeenkomstsiuitende Partijen.
Article 23 1. Chaque Etat renonce a` toute action envers les autres Etats pour la re´paration des dommages cause´s a` ses agents ou a` ses biens. 2. Les dispositions du pre´sent article n’affectent en aucune manie`re les droits des tiers au regard du droit de chaque Etat.
Artikel 23 1. Elke Staat ziet ten aanzien van de andere Staten af van enige vordering tot vergoeding voor schade die aan haar ambtenaren of bezittingen mocht worden toegebracht. 2. Het bepaalde in dit artikel doet geenszins afbreuk aan de rechten die derden aan de wetgeving van de respectieve Staten ontlenen.
TITRE VI Dispositions finales
HOOFDSTUK VI Slotbepalingen
Article 24 Outre les arrangements pre´vus par l’article 20, les modalite´s d’application du pre´sent Accord et de son Protocole pourront faire l’objet en tant que de besoin d’arrangements administratifs ou techniques entre les autorite´s compe´tentes des trois Etats.
Artikel 24 Behalve de in artikel 20 bedoelde akkoorden, kunnen de wijzen van toepassing van deze Overeenkomst en zijn Protocol zo nodig in administratieve of technische akkoorden tussen de bevoegde autoriteiten van de drie Staten worden neergelegd.
Article 25 1. Chaque Partie contractante peut demander des consultations en vue de re´viser les dispositions du pre´sent Accord et de son Protocole pour les adapter a` des circonstances ou a` des besoins nouveaux. Elle peut faire parvenir au de´positaire une proposition de modification. Le de´positaire transmet cette proposition aux autres Parties contractantes. 2. Les Parties contractantes arreˆtent d’un commun accord les modifications au pre´sent Accord et a` son Protocole qui entreront en vigueur apre`s avoir e´te´ ratifie´es ou approuve´es par les trois Parties contractantes conforme´ment a` leurs re`gles constitutionnelles respectives.
Artikel 25 1. Elke Overeenkomstsluitende Partij kan om overleg verzoeken met het oog op de herziening van de bepalingen van deze Overeenkomst en haar Protocol om hen aan nieuwe omstandigheden en behoeften aan te passen. Ze kan bij de depositaris een voorstel tot wijziging indienen. De depositaris stuurt dit voorstel door naar de andere Overeenkomstsluitende Partijen. 2. De Overeenkomstsluitende Partijen leggen in gemeenschappelijk overleg de wijzigingen aan deze Overeenkomst en haar Protocol vast, die van kracht worden na door de drie Overeenkomstsluitende Partijen te zijn bekrachtigd of goedgekeurd overeenkomstig hun respectieve grondwettelijke voorschriften.
Article 26 Tous les diffe´rends concernant l’interpre´tation ou application du pre´sent Accord et de son Protocole sont re´gle´s par ne´gociation entre les trois Gouvernements.
Artikel 26 Geschillen in verband met de uitlegging of de tenuitvoerlegging van deze Overeenkomst en haar Protocol worden door middel van onderhandelingen tussen de drie Regeringen beslecht.
Article 27 Les dispositions du pre´sent Accord et de son Protocole ne sont applications que dans la mestire ou` elles sont compatibles avec le droit communautaire.
Artikel 27 De bepalingen van deze Overeenkomst en haar Protocol zijn alleen van toepassing indien ze verenigbaar zijn met het Gemeenschapsrecht.
Article 28 Le pre´sent Accord et son Protocole seront soumis a` ratification ou approbation. Les instruments de ratification ou d’approbation seront de´pose´s dans les archives du Gouvernement du Royaume de Belgique. Celui-ci notifie le de´poˆt des instruments aux Parties contractantes. L’Accord et son Protocole entreront en vigueur le premier jour du deuxie`me mois qui suit le de´poˆt du dernier instrument de ratification ou d’approbation.
Artikel 28 Deze Overeenkomst en haar Protocol worden ter bekrachtiging of ter goedkeuring voorgelegd. De akten van bekrachtiging of goedkeuring worden nedergelegd in de archieven van de Regering van het Koninkrijk Belgie¨. Deze doet kennisgeving van de nederlegging van de akten aan de Overeenkomstsluitende Partijen. De Overeenkomst en haar Protocol treden in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging of akte van goedkeuring. De Regering van het Koninkrijk Belgie deelt de datum van inwerkingtreding mee aan de Overeenkomstsluitende Partijen. Ten blijke waarvan de respectieve gevolmachtigden, daartoe behoorlijk gemachtigd door hun Regeringen, deze Overeenkomst hebben ondertekend. Gedaan te Brussel, op 15 december 1993 in drievoud, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.
Le Gouvernement du Royaume de Belgique notifie la date de l’entre´e en vigueur aux Parties contractantes. En foi de quoi, les ple´nipotentiaires respectifs, duˆment autorise´s par leurs Gouvernements, ont signe´ cet Accord. Fait a` Bruxelles, le 15 décembre 1993, en trois exemplaires, en langues franc¸aise, ne´erlandaise et anglaise, les trois textes faisant e´galement foi.
Protocole concernant la circulation des trains sans arreˆt entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche
Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding
Article 1er Ce Protocole s’applique a` la circulation des trains sans arreˆt entre le Royaume-Uni et la Belgique via la liaison fixe et empruntant le territoire franc¸ais.
Artikel 1 Dit Protocol is van toepassing op het doorgaand treinverkeer tussen het Verenigd Koninkrijk en Belgie¨ dat via de vaste kanaalverbinding en over Frans grondgebied gaat.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8831
Article 2 1. Les lois et re`glements d’un Etat relatifs aux controˆles frontaliers sont applicables dans la zone de controˆles situe´e dans les autres Etats et sont mis en œuvre par les agents de cet Etat dans les meˆmes conditions que sur leur propre territoire. 2. Les agents de chaque Etat sont soumis a` la le´gislation de cet Etat relative a` la protection des personnes a` l’e´gard du traitement automatise´ des donne´es a` caracte`re personnel lors de l’utilisation de leurs fichiers et dispositifs de traitement automatise´ dans la zone de controˆles situe´e dans l’un des autres Etats.
Artikel 2 1. De wetten en voorschriften van een Staat inzake grenscontroles zijn van toepassing binnen de in de andere Staten gelegen controlezone, en worden door de ambtenaren van deze Staat tenuitvoergelegd onder dezelfde voorwaarden als op hun eigen grondgebied. 2. De ambtenaren van elke Staat dienen zich te houden aan de wetgeving van deze Staat inzake de bescherming van het individu in verband met de geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens, wanneer zij binnen de in e´e´n van de andere Staten gelegen controlezone gebruik maken van hun gegevensbestanden en apparatuur voor geautomatiseerde gegevensverwerking.
Article 3 1. Les agents des autres Etats peuvent, dans l’exercice de leurs pouvoirs nationaux, proce´der a` des interpellations ou a` des arrestations dans la zone de controˆles situe´e dans l’Etat de se´jour de personnes en application des lois et re`glements de leur Etat relatifs aux controˆles frontaliers ou de personnes recherche´es par les autorite´s de leur Etat, Ces agents sont e´galement autorise´s a` conduire ces personnes sur le territoire de leur Etat.
Artikel 3 1. De ambtenaren van de andere Staten mogen in de uitoefening van hun nationale bevoegdheden binnen de in de Staat van verblijf gelegen controlezone overgaan tot het staande houden of aanhouden van personen, ter uitvoering van de wetten en voorschriften van hun Staat met betrekking tot grenscontroles, dan wel tot het staande houden of aanhouden van personen die door de autoriteiten van hun Staat worden gezocht. Deze ambtenaren zijn tevens gemachtigd deze personen naar het grondgebied van hun Staat te geleiden. 2. Iemand mag evenwel niet langer dan 24 uren in de voor grenscontroles bestemde lokalen in de Staat van verblijf worden vastgehouden. De vasthouding dient te gebeuren onder de voorwaarden en op de wijze als bepaald in de wetgeving van de Staat van de ambtenaren die personen hebben staande gehouden of aangehouden.
2. Toutefois, nul ne peut eˆtre retenu plus de 24 heures dans les locaux re´serve´s aux controˆles frontaliers, dans l’Etat de se´jour, Cette re´tention doit avoir lieu dans les conditions et selon les modalite´s pre´vues par la le´gislation de l’Etat des agents ayant proce´de´ aux interpellations ou arrestations. Article 4 Les infractions aux lois et re`glements des autres Etats relatifs aux controˆles frontaliers constate´es dans la zone de controˆles situe´e dans l’Etat de se´jour sont soumises aux lois et re`glements de ces autres Etats, comme si ces infractions avaient e´te´ commises sur le territoire de ces derniers.
Artikel 4 Inbreuken op de wetten en voorschriften van de andere Staten met betrekking tot grenscontroles welke in de in de Staat van verblijf gelegen controlezone worden vastgesteld, worden beheerst door de wetten en voorschriften van die andere Staten, als ware het dat deze inbreuken op het grondgebied van laatstbedoelde Staten werden gemaakt.
Article 5 1. Les controˆles frontaliers de l’Etat de de´part sont en principe effectue´s avant les controˆles frontaliers de l’Etat d’arrive´e. 2. Ces agents de l’Etat d’arrive´e ne sont pas autorise´s a` commencer a` proce´der a` de tels controˆles avant la fin des controˆles de l’Etat de de´part. Toute forme de renonciation a` de tels controˆles est assimile´e a` un controˆle. 3. Les agents de l’Etat de de´part ne peuvent plus effectuer leurs controˆles lorsque les agents de l’Etat d’arrive´e ont commence´ leurs propres ope´rations, sauf si le consentement des agents compe´tents de l’Etat d’arrive´e est accorde´.
Artikel 5 1. In de regel worden de grensconrroles door de Staat van vertrek vóór de grenscontroles door de Staat van aankomst verricht. 2. De ambtenaren van de Staat van aankomst zijn niet gemachtigd tot zodanige controles over te gaan zolang de controles door de Staat van vertrek niet zijn bee¨indigd. Wanneer in welke zin ook wordt afgezien van bedoelde controles, wordt zulks gelijkgesteld met een controle. 3. De ambtenaren van de Staat van vertrek mogen geen controles meer verrichten zodra de ambtenaren van de Staat van aankomst hun eigen controlewerkzaamheden hebben aangevat, tenzij zij daarvoor de toestemming van de bevoegde ambtenaren van de Staat van aankomst krijgen. 4. Indien de grenscontroles uitzonderlijkerwijs in een andere volgorde verlopen dan zoals bepaald in het eerste lid van dit artikel, mogen de ambtenaren van de Staat van aankomst geen staandehoudingen, aanhoudingen of inbeslagnemingen verrichten zolang de grenscontroles door de Staat van vertrek niet zijn bee¨indigd. In dit geval begeleiden de ambtenaren de personen, voertuigen, handelswaar, dieren of andere goederen waarvan de grenscontrole door de Staat van vertrek nog niet is bee¨indigd, tot bij de ambtenaren van deze Staat. Indien laatstgenoemde ambtenaren staandehoudingen, aanhoudingen of inbeslagnemingen wensen te verrichten, hebben zij voorrang.
4. Si, exceptionnellement, au cours des controˆles frontaliers, l’ordre des ope´rations pre´vu au paragraphe 1er du pre´sent article se trouve modifie´, les agents de l’Etat d’arrive´e ne peuvent proce´der a` des interpellations, a` des arrestations ou a` des saisies qu’une fois les controˆles frontaliers de l’Etat de de´part acheve´s. Dans ce cas, ces agents conduisent les personnes, les ve´hicules, les marchandises, les animaux ou autres biens, pour lesquels les controˆles frontaliers de l’Etat de de´part ne sont pas encore acheve´s, aupre`s des agents de cet Etat. Si ceux-ci veulent proce´der a` des interpellations, a` des arrestations ou a` des saisies, ils ont la priorite´. Article 6 Si l’Etat d’arrive´e refuse l’admission de personnes, de ve´hicules, d’animaux ou de biens, ou si des personnes refusent de se soumettre aux controˆles frontaliers de l’Etat d’arrive´e, renvoient ou reprennent les ve´hicules, les animaux ou les biens qui les accompagnent, les autorite´s de l’Etat de de´part ne peuvent refuser de les recevoir. Toutefois les autorite´s de l’Etat de de´part peuvent prendre toutes les mesures a` leur e´gard, conforme´ment au droit applicable dans cet Etat et d’une manie`re n’imposant pas d’obligations ni a` l’Etat de transit ni a` l’Etat d’arrive´e.
Artikel 6 Indien de Staat van aankomst weigert personen, voertuigen, dieren of goederen toe te laten, of indien personen weigeren zich te onderwerpen aan grenscontroles door de Staat van aankomst, of indien deze personen de voertuigen, dieren of goederen die ze meevoeren terugsturen of terug meenemen, kunnen de autoriteiten van de Staat van vertrek de binnenkomst ervan niet weigeren. Hoe dan ook kunnen de autoriteiten van de Staat van vertrek alle maatregelen te hunnen opzichte nemen, overeenkomstig het toepasselijke recht van die Staat en wel derwijze dat er noch voor de Staat van doorreis noch voor de Staat van aankomst verplichtingen uit voortvloeien.
Article 7 1. Les dispositions du pre´sent Protocole concernant les modalite´s de la juxtaposition des controˆles frontaliers, notamment l’extension ou la diminution de leur champ d’application, peuvent eˆtre modifie´es d’un commun accord par les trois Gouvernements sous la forme d’arrangements confirme´s par e´change de notes diplomatiques.
Artikel 7 1. De bepalingen van dit Protocol met betrekking tot de modaliteiten van de naast elkaar uitgevoerde grenscontroles, met name de uitbreiding of inkrimping van het toepassingsgebied ervan, kunnen in gemeenschappelijk overleg door de drie Regeringen worden gewijzigd in de vorm van akkoorden die bij diplomatieke notawisseling worden bevestigd.
8832
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
2. En cas d’urgence, les repre´sentants locaux des autorite´s inte´resse´es peuvent d’un commun accord apporter, a` titre provisoire, les modifications qui se re´ve´leraient ne´cessaires a` la de´limitation des zones de controˆles. L’arrangement ainsi intervenu entre imme´diatement en vigueur.
2. In spoedeisende gevallen kunnen de plaatselijke vertegenwoordigers van de betrokken autoriteiten in gemeenschappelijk overleg voorlopig die wijzigingen aanbrengen die nodig blijken voor de afbakening van de controlezones. Het daartoe bereikte akkoord wordt onmiddellijk van kracht.
Article 8 Les controˆles frontaliers de saute´ publique sut les personnes sont effectue´s dans la zone de controˆles situe´e dans l’Etat de se´jour par les autorite´s compe´tentes de l’Etat d’arrive´e, en conformite´ avec la re´glementation applicable dans cet Etat.
Artikel 8 Grenscontroles die in het belang van de volksgezondheid op personen worden verricht, worden binnen de in de Staat van verblijf gelegen controlezone uitgevoerd door de bevoegde autoriteiten van de Staat van aankomst, overeenkomstig de in die Staat van toepassing zijnde voorschriften.
Article 9 Lorsque des e´le´ments d’information permettent de pre´sumer une infraction, des controˆles peuvent eˆtre effectue´s sur les animaux, sur les produits d’origine animale, les ve´ge´taux, les produits d’origine ve´ge´tale et les denre´es alimentaires destine´es a` la consommation humaine ou animale. L’introduction dans l’Etat d’arrive´e d’animaux familiers de compagnie qui accompagnent sans but lucratif les voyageurs peut eˆtre soumise a` des controˆles en application de la re´glementation en vigueur.
Artikel 9 Wanneer bepaalde gegevens het vermoeden opleveren van een strafbaar feit, kunnen controles worden verricht op dieren, produkten van dierlijke oorsprong, plantaardige produkten en levensmiddelen voor menselijke en dierlijke consumptie.
Article 10 1. Les controˆles mentionne´s a` l’article 9 comprennent : a) l’examen des certificats ou des documents d’accompagnement, appele´ controˆle documentaire; b) le controˆle physique, y compris, le cas e´che´ant, le pre´le`vement d’e´chantillons; c) le controˆle des moyens de transport. 2. Ces controˆles peuvent eˆtre limite´s au seul controˆle documentaire, les controˆles physiques pouvant alors eˆtre entrepris en fonction des ne´cessite´s.
Artikel 10 1. De in artikel 9 bedoelde controles omvatten : a) onderzoek van de certificaten of begeleidende documenten, documentaire controle genaamd; b) de materie¨le controle, met inbegrip van monsterneming, zo daartoe aanleiding bestaat; c) de controle op de transportmiddelen. 2. Het is mogelijk deze controles tot een documentaire controle te beperken; tot een materie¨le controle zou dan alleen worden overgegaan in daartoe aanleiding gevende gevallen.
Article 11 L’inspection ve´te´rinaire des animaux vivants n’empeˆche pas d’e´ventuelles mesures de quarantaine impose´es par l’Etat importateur.
Artikel 11 De diergeneeskundige inspectie van levende dieren staat niet in de weg aan quarantainemaatregelen die eventueel door de invoerende Staat worden opgelegd.
Article 12 Les agents des autres Etats peuvent porter dans l’Etat de se´jour leurs uniformes nationaux ou des signes distinctifs apparents.
Artikel 12 De ambtenaren van de andere Staten mogen in de Staat van verblijf hun nationale uniformen of duidelijk zichtbare onderscheidingstekens dragen.
Article 13 1. Les autorite´s de l’Etat de se´jour accordent aux agents des autres Etats, dans l’exercice de leurs fonctions, la meˆme protection et assistance qu’a` leurs propres agents. 2. Les dispositions pe´nales en vigueur dans l’Etat de se´jour pour la protection des agents dans l’exercice de leurs fonctions sont e´galement applicables pour re´primer les infractions commises contre les agents des autres Etats dans l’exercice de leurs fonctions.
Artikel 13 1. De autoriteiten van de Staat van verblijf verlenen de Ambtenaren van de andere Staten tijdens de uitoefening van hun functie, dezelfde bescherming en bijstand als hun eigen ambtenaren. 2. De strafbepalingen die in de Staat van verblijf van kracht zijn inzake de bescherming van ambtenaren tijdens de uitoefening van hun functie, zijn gelijkelijk van toepassing op de beteugeling van inbreuken die tegen ambtenaren van de andere Staten worden gepleegd tijdens de uitoefening van hun functie.
Article 14 1. Sans pre´judice de l’application des dispositions de l’article 23 de l’Accord, les demandes de re´paration pour tous dommages causes ou subis par les agents des autres Etats dans l’exercice de leurs fonctions dans l’Etat de se´jour sont soumises au droit et a` la juridiction de l’Etat dont rele`vent ces agents comme si l’origine du dommage se situait dans cet Etat.
Artikel 14 1. Onverminderd de toepassing van het bepaalde in artikel 23 van de Overeenkomst worden de vorderingen tot vergoeding voor schade die door ambtenaren van de andere Staten is veroorzaakt of hun is toegebracht tijdens de uitoefening van hun functie in de Staat van verblijf, beheerst door het recht en de rechtsmacht van de Staat waaronder deze ambtenaren ressorteren, als ware de schade in deze Staat ontstaan. 2. De ambtenaren van de andere Staten kumien niet door de autoriteiten van de Staat van verblijf worden vervolgd voor handelingen die zij in de controlezone hebben verricht tijdens de uitoefening van hun functie. In dit geval vallen zij onder de rechtsmacht van hun Staat, als waren de handelingen in deze Staat verricht. 3. De rechterlijke of de politie-autoriteiten van de Staat van verblijf die akte opmaken van de klachten en de feiten die er verband mee houden vaststellen, dienen alle inlichtingen of bewijsgronden ter kennis brengen van de bevoegde autoriteiten van de Staat waaronder de ambtenaar tegen wie klacht is ingediend ressorteert, ten einde eventueel vervolging te kunnen instellen op grond van de in die Staat geldende wetgeving.
2. Les agents des autres Etats ne peuvent pas eˆtre poursuivis par les autorite´s de l’Etat de se´jour a` raison d’actes accomplis dans la zone de controˆles dans l’exercice de leurs fonctions. Ils rele`vent, dans ce cas, de la juridiction de leur Etat, comme si ces actes avaient eu lieu dans cet Etat. 3. Les autorite´s judiciaires ou de police de l’Erat de se´jour qui proce`dent a` l’enregistrement des plaintes et a` la constatation des faits relatifs a` celles-ci doivent communiquer tous les e´le´ments d’information et de preuve aux autorite´s compe´tentes de l’Etat dont rele`ve l’agent mis en cause aux fins de poursuite e´ventuelle selon la le´gislation en vigueur dans cet Etat.
Het binnenbrengen in de Staat van aankomst van huisdieren die de reizigers met zich voeren, zonder daaraan enig winstoogmerk te verbinden, kan het voorwerp zijn van controles bij toepassing van de van kracht zijnde reglementering.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Article 15 1. Les agents des autres Etats sont autorise´s a` transfe´rer librement dans leur Etat les sommes perc¸ues pour le compte de leur Gouvernement dans la zone de controˆles situe´e dans l’Etat de se´jour, ainsi que les marchandises et les autres biens saisis sur place. 2. Ils peuvent e´galement vendre ces marchandises ou ces autres biens dans l’Etat de se´jour conforme´ment aux dispositions en vigueur dans l’Etat de se´jour, et transfe´rer leurs produits dans leur propre Etat.
8833
Artikel 15 1. De ambtenaren van de andere Staten zijn gemachtigd naar hun Staat vrijelijk de bedragen over te maken die zij voor rekening van hun Regering hebben geı¨nd in de in de Staat van verblijf gelegen controlezone, alsmede de handelswaar en andere goederen die zij ter plaatse in beslag hebben genomen, over te brengen. 2. Zij mogen deze handelswaar of andere goederen ook in de Staat van verblijf verkopen overeenkomstig de in deze Staat van kracht zijnde bepalingen, en de opbrengst ervan naar de eigen Staat overmaken.
Article 16 Les autorite´s compe´tentes du Royaume de Belgique et du RoyaumeUni de´terminent, apre`s consultations mutuelles, leurs besoins respectifs en locaux, installations et e´quipements. Lorsque ces besoins doivent eˆtre satisfaits par d’autres parties, ils leur sont notifie´s, le cas e´che´ant, par l’interme´diaire du Comite´ interpouvernemental tripartite.
Artikel 16 De bevoegde autoriteiten van her Koninkrijk Belgie¨ en van het Verenigd Koninkrijk bepalen na onderling overleg wat zij elk nodig hebben aan lokalen, installaties en uitrusting. Indien andere partijen voor deze benodigdheden dienen te zorgen, wordt hen daarvan zo nodig mededeling gedaan door toedoen van het Tripartiete Intergouvernementele Comite´.
Article 17 Les autorite´s du Royaume de Belgique et du Royaume-Uni font les meilleurs efforts pour que les autorite´s de l’autre partie disposent dans l’Etat de se´jour des locaux, des installariolis et des e´quipelilelits ne´cessaires a` l’accoinplisselilent de leurs missions.
Artikel 17 De autoriteiten van het Koninkrijk Belgie¨ en van het Verenigd Koninkrijk doen alles wat binnen hun bereik ligt om ervoor te zorgen dat de autoriteiten van de andere Partij in de Staat van verblijf beschikken over de lokalen, installaties en uitrusting die zij voor de uitvoering van hun opdracht nodig hebben.
Article 18 1. Les agents des autres Etats sont habilite´s a` assurer le bon ordre dans les locaux affecte´s a` leur usage exclusif dans l’Etat de se´jour.
Artikel 18 1. De ambtenaren van de andere Staten zijn gemachtigd de goede orde te handhaven in de lokalen waarvan hen in de Staat van verblijf het alleengebruik is toegekend. 2. De ambtenaren van de Staat van verblijf hebben geen toegang tot deze lokalen tenzij op uitnodiging van de ambtenaren van de betrokken Staat of mits inachtneming van de reglementering van de Staat van verblijf betreffende de toegang tot en het instellen van een onderzoek in prive´-gebouwen.
2. Les agents de l’Etat de se´jour n’ont pas acce`s a` ces locaux, sauf a` la requeˆte des agents de l’Etat concerne´ ou conforme´ment a` la re´glementation de l’Etat de se´jour re´gissant l’entre´e et les investigations dans les lieux prive´s. Article 19 Les biens ne´cessaires a` l’accomplissement des missions des agents des autres Etats dans l’Etat de se´jour sont exempte´s de toutes redevances ou droits d’entre´e et de sortie.
Artikel 19 De goederen welke de ambtenaren van de andere Staten in de Staat van verblijf nodig hebben voor de uitvoering van hun opdracht, zijn vrijgesteld van alle belastingen en van alle in- en uitvoerrechten.
Article 20 1. Les agents des autres Etats exerc¸ant leurs fonctions dans l’Etat de se´jour sont autorise´s a` communiquer avec leurs autorite´s nationales.
Artikel 20 1. De ambtenaren van de andere Staten die hun functie in de Staat van verblijf uitoefenen hebben de toelating om met hun nationale autoriteiten in verbinding te staan. 2. Daartoe beijveren de autoriteiten van de Staat van verblijf zich om elk verzoek van de autoriteiten van de andere Staten aangaande de verbindingsmiddelen die zij nodig hebben voor de uitoefening van hun functie in te willigen, en stellen zij de gebruiksvoorwaarden vast.
2. A cette fin, les autorite´s de l’Etat de se´jour s’attachent a` re´pondre aux demandes des autorite´s des autres Etats relatives aux moyens de communication ne´cessaires a` l’accomplissement de leurs fonctions, et en de´finissent les conditions d’usage.
Le Gouvernement du Royaume de Belgique, Le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et Le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord, Conside´rant le Traite´ entre la Re´publique franc¸aise et le RoyaumeUni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la construction et l’exploitation par des socie´te´s prive´es concessionnaires d’une liaison fixe transmanche signe´ a` Cantorbe´ry le 12 février 1986; Conside´rant l’Accord entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche, ci-apre`s de´nomme´ l’Accord tripartite, et notamment son article 2, paragraphe 2, Sont convenus des dispositions suivantes :
Bijzondere overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding De Regering van het Koninkrijk Belgie¨, De Regering van de Franse Republiek en De Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, Gelet op het Verdrag tussen de Franse Republiek en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland betreffende de bouw en de exploitatie door prive´-concessionarissen van een vaste kanaalverbinding, ondertekend te Canterbury op 12 februari 1986; Gelet op de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding, hierna te noemen de tripartiete overeenkomst, en meer bepaald het tweede lid van artikel 2, Zijn het volgende overeengekomen :
Article 1er 1. « Liaison fixe » de´signe la liaison fixe transmanche de´finie a` l’article premier du Traite´ du 12 février 1986. 2. « Trains » de´signe les trains de´finis a` l’article 1er, paragraphe 3, de l’Accord tripartite.
Artikel 1 1. « Vaste verbinding » : betekent de vaste kanaalverbinding als bepaald in artikel 1 van het Verdrag van 12 februari 1986. 2. « Treinen » : betekent de treinen als bedoeld in artikel 1, derde lid, van de tripartiete overeenkomst.
Accord particulier entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord relatif aux questions de suˆrete´ concernant les trains empruntant la liaison fixe transmanche et circulant entre la Belgique et le Royaume-Uni
8834
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
3. « Comite´ intergouvernemental tripartite » de´signe le comite´ institue´ par l’article 16 de l’Accord tripartite.
3. « Tripartiet Intergouvemementeel Comite´ » : betekent het comite´ ingesteld overeenkomstig artikel 16 van de tripartiete overeenkomst.
Article 2 Sans pre´judice de l’application d’autres Accords internationaux, et conforme´ment au droit applicable dans chaque Etat, les autorite´s responsables et les agents des trois Etats se preˆtent mutuellement assistance, coope`rent et, dans toute la mesure du possible, agissent de manie`re concerte´e dans l’exercice de leurs fonctions affe´rentes a` la suˆrete´ des trains.
Artikel 2 Onverminderd de toepassing van andere internationale overeenkomsten en overeenkomstig het in elke Staat toepasselijke recht verlenen de verantwoordelijke autoriteiten en de ambtenaren van de drie Staten elkaar wederzijdse hulp, werken zij samen en handelen Zij voor zover mogelijk gezamenlijk in de uitoefening van hun functies die verband houden met de veiligheid van de treinen.
Article 3 Dans le cadre de cette concertation, les autorite´s responsables des trois Etats : a) veillent a` ce que la suˆrete´ des trains soit assure´e et organise´e de manie`re satisfaisante et que les responsabilite´s soient convenablement de´finies et exerce´es; b) facilitent l’examen des projets, plans et dispositions concernant la suˆrete´ des trains; c) s’assurent que les autorite´s responsables e´changent toutes les informations lices a` la suˆrete´ des trains.
Artikel 3 In het kader van bedoeld overleg zorgen de verantwoordelijke autoriteiten van de drie Staten ervoor : a) dat de veiligheid van de treinen op afdoende wijze is gewaarborgd en georganiseerd en dat de verantwoordelijkheden behoorlijk worden afgebakend en gedragen; b) dat het onderzoek van de ontwerpen, plannen en voorschriften inzake de veiligheid van de treinen wordt vergemakkelijkt; c) dat de verantwoordelijke autoriteiten alle gegevens met betrekking tot de veiligheid van de treinen uitwisselen.
Article 4 Le comite´ intergouvernemental tripartite e´tablit les modalite´s comple´mentaire s de la concertation entre les autorite´s responsables des trois Gouvernements.
Artikel 4 Het Tripartiete Intergoevernementele Comite´ stelt aanvullende regelingen op voor het overleg tussen de verantwoordelijke autoriteiten van de drie Regeringen.
Article 5 1. Les modalite´s d’application du pre´sent Accord peuvent faire l’objet, en tant que de besoin, d’arrangements ulte´rieurs entre les trois Gouvernements. 2. Chaque Gouvernement peut a` tout moment demander des consultations en vue de re´viser les dispositions du pre´sent Accord particulier pour l’adapter a` des circonstances ou a` des besoins nouveaux.
Artikel 5 1. De toepassingsvoorwaarden van deze Overeenkomst kunnen zo nodig worden neergelegd in latere akkoorden tussen de drie Regeringen. 2. Elke Regering kan te allen tijde een aanvraag tot overleg indienen met het oog op de herziening van de bepalingen van deze Bijzondere Overeenkomst ten einde deze aan nieuwe omstandigheden of behoeften aan te passen.
Article 6 Tous les diffe´rends concernant l’interpre´tation et l’application du pre´sent Accord particulier sont re´gle´s par ne´gociation entre les trois Gouvernements.
Artikel 6 Geschillen met betrekking tot de uitlegging en de toepassing van deze Bijzondere Overeenkomst worden beslecht door middel van overleg tussen de drie Regeringen.
Article 7 Le pre´sent Accord particulier prend effet a` la date de sa signature.
Artikel 7 Deze Bijzondere Overeenkomst wordt van kracht op de dag van ondertekening. De bovenstaande bepalingen vormen de overeenkomst tussen de drie Regeringen betreffende de vraagstukken waarop ze betrekking hebben. Gedaan te Brussel, op 15 deccember 1993, in drie exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.
Les dispositions qui pre´ce`dent repre´sentent l’Accord entre les trois Gouvernements concernant les questions auxquelles elles se re´fe`rent. Fait a` Bruxelles, le 15 décembre 1993, en trois exemplaires, en langue anglaise, franc¸aise et ne´erlandaise, les trois textes faisant e´galement foi.
Protocole concernant la mise en place d’un comite´ intergouvernemental tripartite
Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel comite´
Les Gouvernements du Royaume de Belgique, de la Re´publique franc¸aise et du Royaune-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord :
De Regering van her Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van GrootBrittannie¨ en Noord Ierland : Gelet op de ondertekening op heden, te Brussel, door de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, de Regering van de Franse Republiek en de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot Brirrannie¨ en Noord-Ierland, van de Overeenkomst met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (« de Overeenkomst »), Zijn het volgende overeengekomen : 1˚ Ofschoon de Overeenkomst niet eerder dan de eerste dag van de tweede maand volgend op de nederlegging van de laatste akte van bekrachtiging of akte van goedkeuring in werking zal treden, richten de drie Regeringen, in afwachting van de inwerkingtreding van de Overeenkomst, een Tripartiet Intergouvernementeel Comite´ op. Daartoe passen de drie Regeringen het bepaalde in de artikelen 16, 17, 18 en 19 van de Overeenkomst voorlopig toe. 2˚ Dit Protocol treedt in werking op de dag van ondertekening. Gedaan te Brussel, op 15 december 1993, in drie exemplaren, in de Nederlandse, de Franse en de Engelse taal, zijnde de drie teksten gelijkelijk rechtsgeldig.
Conside´rant la signature, ce jour, a` Bruxelles, entre le Gouvernement du Royaume de Belgique, le gouvernement de la Re´publique franc¸aise et le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord, de l’Accord concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royautne-Uni, empruntant la liaison fixe transmanche (« l’Accord »), Sont convenus des dispositions suivantes : 1˚ Nonobstant le fait que l’Accord n’entrera en vigueur que le premier jour du deuxie`me mois qui suit le de´poˆt du dernier instrument de ratification ou d’approbation, les trois Gouvernements, en attendant l’entre´e en vigueur de l’Accord, mettront en place un Comite´ intergouvernemental tripartite. A cet effet, les trois gouvernements mettront provisoirement en application les dispositions des articles 16, 17, 18 et 19 de l’Accord. 2˚ Le pre´sent Protocole entrera en vigueur a` la date de sa signature. Fait a` Bruxelles, le 15 décembre 1993, en trois exemplaires, en langue anglaise, franc¸aise et ne´erlandaise, les trois textes faisant e´galement foi.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD De´claration du Gouvernement du Royaume de Belgique A l’occasion de la signature : — de l’Accord entre le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise, le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord et le Gouvernement du Royaume de Belgique, concernant la circulation des trains entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche (« l’Accord »); — du Protocole concernant la circulation des trains sans arreˆt entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche (« le Protocole »); — de l’Accord Particulier entre le Gouvernement du Royaume-Uni de Grande-Bretagne et d’Irlande du Nord, le Gouvernement du Royaume de Belgique et le Gouvernement de la Re´publique franc¸aise relatif aux questions de suˆrete´ concernant les trains empruntant la liaison fixe transmanche et circulant entre la Belgique et le RoyaumeUni (« Accord particulier ») et — du Protocole concernant la mise en vigueur du Comite´ Intergouvernemental Tripartite. Le Gouvernement du Royaume de Belgique se re´serve de faire usage de l’article 25 de l’Accord et de demander la re´union d’une confe´rence diplomatique des trois Parties contractantes dans l’hypothe`se ou` l’une des trois Parties modifierait son attitude quant a` sa participation ou non-participation aux Accords de Schengen. Cette confe´rence diplomatique aurait pour but d’e´valuer les dispositions des actes diplomatiques signe´s ce jour au regard de la situation nouvelle cre´e´e dans les relations entre les trois Parties contractantes.
Dans la situation actuelle, le Gouvernement du Royaume de Belgique conside´rera, pour les trains circulant sans arreˆt entre le Royaume-Uni et la Belgique, la gare terminale de Bruxelles comme un point d’entre´e et de sortie du territoire du groupe des pays de Schengen ou` seront applique´es les mesures frontalie`res de controˆle pre´vues par les accords d’application de Schengen. Le Gouvernement du Royaume de Belgique souhaite, en outre, souligner que la signature des pre´sents Accords ne pre´juge pas de l’interpre´tation qu’il accorde a` l’article 7A du Traite´ sur l’Union Europe´enne. Conforme´ment a` l’article 28 de l’accord, celui-ci, ainsi que le protocole concernant la liaison des trains sans arreˆt entre la Belgique et le Royaume-Uni empruntant la liaison fixe transmanche sont entre´s en vigueur le 1er décembre 1997. L’accord particulier et le protocole concernant la mise en place d’un comite´ intergouvernemental tripartite sont eux entre´s en vigueur le 15 décembre 1993.
8835
Verklaring van de Regering van het Koninkrijk Belgie¨ Ter gelegenheid van de ondertekening van : — de Overeenkomst tussen de Regering van de Franse Republiek, de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en NoordIerland en de Regering van het Koninkrijk Belgie¨, met betrekking tot het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (« de Overeenkomst »), — het Protocol inzake het doorgaand treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (« het Protocol »), — de Bijzondere Overeenkomst tussen de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannie¨ en Noord-Ierland, de Regering van het Koninkrijk Belgie¨ en de Regering van de Franse Republiek inzake veiligheidsvraagstukken met betrekking tot de treinen tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk via de vaste kanaalverbinding (« Bijzondere overeenkomst ») en van — het Protocol inzake de oprichting van een Tripartiet Intergouvernementeel Comite´, behoudt de Regering van het Koninkrijk Belgie¨ zich het recht voor gebruik te maken van artikel 25 van de Overeenkomst en de bijeenroeping van een diplomatieke conferentie te vragen van de drie Verdragsluitende Partijen in de hypothese dat één van de drie Partijen haar houding zou wijzigen omtrent het al dan niet deelnemen aan de Akkoorden van Schengen. Deze diplomatieke conferentie zou tot doel hebben een evaluatie te maken van de bepalingen van de diplomatieke akten die heden ondertekend worden ten opzichte van de nieuwe toestand die er in de verhoudingen tussen de drie Verdragsluitende Partijen tot stand zou gekomen zijn. In de huidige toestand beschouwt de Regering van het Koninkrijk Belgie¨ voor de doorgaande treinen tussen het Verenigd Koninkrijk en Belgie¨ het eindstation van Brussel als in- en uitgangspunt van het territorium van de groep van Schengenlanden alwaar de door de toepassingsakkoorden van Schengen voorgeschreven grensgebonden controlemaatregelen worden toegepast. De Regering van het Koninkrijk Belgie¨ wenst bovendien de aandacht te vestigen op het feit dat de ondertekening van de voorliggende Overeenkomsten geen afbreuk doet aan haar interpretatie van artikel 7A van het Verdrag betreffende de Europese Unie. Overeenkomstig het artikel 28 van het akkoord, is dit, evenals het protokol betreffende het treinverkeer tussen Belgie¨ en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanie¨ in werking getreden op 1 december 1997. De bijzondere overeeenkomst en het Protocol inzake de oprichting van een tripartiet intergouvernementeel comité zijn op 15 december 1993 in werking getreden.
* MINISTERE DE L’EMPLOI ET DU TRAVAIL
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID
F. 99 — 789 [C − 99/12128] 9 MARS 1999. — Arreˆte´ royal modifiant l’article 46 de l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1991 portant re´glementation du choˆmage (1)
N. 99 — 789 [C − 99/12128] 9 MAART 1999. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Roi des Belges, A tous, présents et à venir, Salut. Vu l’arreˆte´-loi du 28 décembre 1944 concernant la se´curite´ sociale des travailleurs, notamment l’article 7, modifie´ par les lois des 14 juillet 1951, 14 février 1961, 16 avril 1963, 11 janvier 1967, 10 octobre 1967, les arreˆte´s royaux n° 13 du 11 octobre 1978 et n° 28 du 24 mars 1982, les lois des 22 janvier 1985, 30 décembre 1988, 26 juin 1992 et 30 mars 1994, l’arreˆte´ royal du 14 novembre 1996 et les lois des 13 mars 1997 et 13 février 1998;
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998; Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op artikel 46, § 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1996; Gelet op de adviezen van het beheerscomite´ van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening; Gelet op het advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 7 januari 1998; Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat de bestaande teksten in verband met de cumuleerbaarheid van werkloosheidsuitkeringen met voordelen toegekend bij de bee¨indiging van de arbeidsovereenkomst dienen aangepast te worden aan de
Vu l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1991 portant re´glementation du choˆmage, notamment l’article 46, § 1er, modifie´ par l’arreˆte´ royal du 13 décembre 1996; Vu les avis du Comite´ de gestion de l’Office national de l’Emploi; Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donne´ le 7 janvier 1998; Vu l’urgence motive´e par le fait que les textes en vigueur, en ce qui concerne le re´gime du cumul des allocations de choˆmage avec des avantages du chef de la fin du contrat de travail, doivent eˆtre adapte´s a` la re´alite´ socio-e´conomique; que par conse´quent les dispositions
8836
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
re´glementaires en vigueur en la matie`re doivent eˆtre mises en concordance le plus vite possible avec la pratique administrative existante afin d’assurer la se´curite´ juridique des travailleurs concerne´s; Vu l’avis du Conseil d’Etat, donne´ le 26 janvier 1998, en application de l’article 84, aline´a 1er, 2°, des lois coordonne´es sur le Conseil d’Etat; Sur la proposition de Notre Ministre de l’Emploi et du Travail, Nous avons arreˆté et arreˆtons :
sociaal-economische realiteit; dat derhalve de ter zake geldende reglementaire bepalingen zo snel mogelijk in overeenstemming gebracht moeten worden met de bestaande administratieve praktijk teneinde de juridische zekerheid te beveiligen van de betrokken werknemers; Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 januari 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoo¨rdineerde wetten op de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
er
Artikel 1. In artikel 46, § 1 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 13 december 1996, worden de volgende wijzigingen aangebracht :
A) l’aline´a 1er, 5° est remplace´ par la disposition suivante :
A) het eerste lid, 5° wordt vervangen door de volgende bepaling :
er
Article 1 . A l’article 46, § 1 de l’arreˆte´ royal du 25 novembre 1991 portant re´glementation du choˆmage, modifie´ par l’arreˆte´ royal du 13 décembre 1996, sont apporte´es les modifications suivantes :
« 5° l’indemnite´ a` laquelle le travailleur peut pre´tendre du fait de la rupture du contrat de travail, a` l’exception de l’indemnite´ pour dommage moral et de l’indemnite´ qui est octroye´e en comple´ment de l’allocation de choˆmage; »; B) il est comple´te´ par les aline´as suivants :
« 5° de vergoeding waarop de werknemer aanspraak kan maken uit hoofde van de bee¨indiging van de arbeidsovereenkomst, met uitzondering van de vergoeding wegens morele schade en de vergoeding die toegekend wordt ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering; »; B) hij wordt aangevuld met de volgende leden :
« Pour l’application de l’aline´a 1er, 5°, est conside´re´e comme une indemnite´ pour dommage moral, l’indemnite´ octroye´e en compensation du dommage extra-patrimonial re´sultant d’une attitude fautive dans le chef de l’ancien employeur, et qui ne peut donc se substituer aux avantages octroye´s dans le cadre d’un re´gime normal de licenciement.
« Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, wordt beschouwd als een vergoeding voor morele schade, de vergoeding toegekend ter compensatie van de extra-patrimoniale schade die het gevolg is van een foutief gedrag in hoofde van de gewezen werkgever, en die dus niet in de plaats kan treden van de voordelen toegekend in het kader van een normale ontslagregeling.
Pour l’application de l’aline´a 1er, 5°, est conside´re´ comme une indemnite´ qui est octroye´e en comple´ment de l’allocation de choˆmage, l’indemnite´ ou une partie de l’indemnite´ octroye´e suite au de´sengagement d’un choˆmeur involontaire, si les conditions mentionne´es ci-apre`s sont remplies :
Voor de toepassing van het eerste lid, 5°, wordt beschouwd als een vergoeding die toegekend wordt ter aanvulling van de werkloosheidsuitkering, de vergoeding of het gedeelte van de vergoeding, toegekend ingevolge de uitdiensttreding van een onvrijwillig werkloze, indien de navermelde voorwaarden vervuld zijn :
- l’indemnite´ n’a pas e´te´ conside´re´e par les parties comme une indemnite´ de pre´avis;
- de vergoeding werd door de partijen niet als opzeggingsvergoeding aangemerkt;
- l’indemnite´ ou une partie de celle-ci ne peut se substituer aux avantages octroye´s dans le cadre d’un re´gime normal de licenciement, e´tant donne´ que ces derniers avantages ont e´te´ re´ellement accorde´s. ».
- de vergoeding of het gedeelte van de vergoeding kan niet in de plaats treden van de voordelen toegekend in het kader van een normale ontslagregeling, aangezien deze laatste voordelen daadwerkelijk werden toegekend. ».
Art. 2. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le 1er avril 1999. Art. 3. Notre Ministre de l’Emploi et du Travail est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Donne´ a` Bruxelles, le 9 mars 1999.
ALBERT
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 april 1999. Art. 3. Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 9 maart 1999.
ALBERT
Par le Roi :
Van Koningswege :
La Ministre de l’Emploi et du Travail, Mme M. SMET
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET
Note
Nota
(1) Re´fe´rences au Moniteur belge : Arreˆte´-loi du 28 décembre 1944, Moniteur belge du 30 décembre 1944. Loi du 14 juillet 1951, Moniteur belge du 16 décembre 1951. Loi du 14 février 1961, Moniteur belge du 15 février 1961. Loi du 16 avril 1963, Moniteur belge du 23 avril 1963. Loi du 11 janvier 1967, Moniteur belge du 14 janvier 1967. Loi du 10 octobre 1967, Moniteur belge du 31 octobre 1967. Arreˆte´ royal n° 13 du 11 octobre 1978, Moniteur belge du 31 octobre 1978. Arreˆte´ royal n° 28 du 24 mars 1982, Moniteur belge du 26 mars 1982. Loi du 22 janvier 1985, Moniteur belge du 24 janvier 1985. Loi du 30 décembre 1988, Moniteur belge du 5 janvier 1989. Loi du 26 juin 1992, Moniteur belge du 30 juin 1992. Loi du 30 mars 1994, Moniteur belge du 31 mars 1994. Arreˆte´ royal du 14 novembre 1996, Moniteur belge du 31 décembre 1996. Loi du 13 mars 1997, Moniteur belge du 10 juin 1997. Loi du 13 février 1998, Moniteur belge du 19 février 1998. Arreˆte´ royal du 25 novembre 1991, Moniteur belge du 31 décembre 1991. Arreˆte´ royal du 13 décembre 1996, Moniteur belge du 31 décembre 1996.
(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944. Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951. Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961. Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963. Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967. Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967. Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978. Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982. Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989. Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992. Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994. Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996. Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997. Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998. Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991. Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP N. 99 — 790 [C − 99/35269] 18 DECEMBER 1998. — Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidie¨ring van de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij het decreet van 11 juni 1997; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidie¨ring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 8 december 1998; Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van Kind en Gezin, gegeven op 6 oktober 1998; Gelet op het positief advies van de Inspectie van Financie¨n, gegeven op 9 december 1998; Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat wijzigingen aan de reglementering die ten gevolge van de door de Vlaamse regering ingestelde commissie voor opvolging van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 werden uitgewerkt, zonder verwijl worden uitgevaardigd; Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn; Na beraadslaging; Besluit : Artikel 1. In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 houdende de erkenning en de subsidie¨ring van de Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° 6° wordt vervangen door wat volgt : « 6° Begeleidingsdag : elke dag die valt tussen de dag waarop de begeleiding start en de dag waarop de begeleiding afgesloten wordt, waarbij slechts e´e´n dag wordt aangerekend voor de dag van opname en de dag van ontslag, nl. de dag van opname. » 2° 7° wordt vervangen door wat volgt : « 7° Aanwezigheidsdag : elke dag waarop een kind effectief in het centrum aanwezig is of waarop in het kader van een ambulante begeleiding een gezinsondersteunende activiteit in het gezin of met het gezin wordt gedaan. » 3° 9° wordt vervangen door wat volgt : « 9° a) residentie¨le begeleiding : de opvang e´n begeleiding tijdens de dag en de nacht in een erkend Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning; b) semi-residentie¨le begeleiding : de opvang e´n begeleiding tijdens de dag of nacht in een erkend Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning; c) ambulante begeleiding : de gezinsondersteunende hulpverlening aan huis door een erkend Centrum voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning. » Art. 2. In artikel 2 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° § 2 wordt vervangen door wat volgt : « § 2. De minimum capaciteit van een centrum is 30 eenheden. » 2° Een § 3 en 4 worden toegevoegd, die luiden als volgt : « § 3. De capaciteit kan uitgebreid worden per schijf van 5 eenheden. In zeer uitzonderlijke omstandigheden en op gemotiveerde aanvraag door het centrum kan Kind en Gezin tijdelijk een andere schijf voor uitbreiding erkennen, rekening houdend met de kenmerken van het centrum. Indien bij capaciteitsdaling, in toepassing van art. 40 de berekende capaciteit afwijkt van die schijf van 5 eenheden, dan wordt een afronding naar boven gemaakt, nl. naar de eerstvolgende volledige schijf van 5 eenheden. § 4. Op jaarbasis wordt minstens 25 % van de begeleidingsdagen residentieel gerealiseerd, en 25 % semi-residentieel en ambulant. De resterende 50 % van de begeleidingsdagen kan flexibel naargelang van de behoefte worden ingevuld. » Art. 3. Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 3. De Centra voor Kinderzorg en Gezinsondersteuning zijn voorzieningen die hulp bieden aan ouders die door een acuut of occasioneel feit gehinderd worden in de vervulling van hun opvoedingstaak. Dit gehinderd zijn houdt verband met de leef-, arbeids-, woon-, gezondheids- of financie¨le situatie van de ouder(s) of van de kinderen. Die hulp kan niet passen in de gewone kinderdagopvang of de gewone voor- en naschoolse opvang van de kinderen.
8837
8838
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD § 1. Die hulp bestaat uit volgende mogelijkheden : 1° Gedurende een korte periode de kinderen overdag en/of ’s nachts opnemen en begeleiden en de ouders in hun opvoedingstaak verder ondersteunen; 2° De ouders ambulant begeleiden ter ondersteuning van hun opvoedingstaak. § 3. Bij ambulante begeleiding moet er gemiddeld e´e´nmaal per week een begeleiding plaatsvinden, in principe in het gezin waartoe het kind behoort. De registratie van de ambulante begeleiding gebeurt op naam van e´e´n kind van het gezin. § 4 . De centra kunnen op alle uren van de dag of de nacht kinderen, voor wie naar gepaste hulp wordt gezocht, opnemen. § 5. Het hulpverleningsaanbod stimuleert de algemene ontplooiing en ontwikkeling van de kinderen. De ondersteuning van de ouders houdt verband met hun pedagogische verantwoordelijkheid t.a.v. hun kinderen, en eventueel met de toeleiding tot de gee¨igende diensten en voorzieningen die kunnen bijdragen tot het herstel of de optimalisering van de leef-, arbeids-, woon-, gezondheids- of financie¨le situatie van de ouder(s) of van de kinderen. De gezinsondersteunende dienst- en hulpverlening is erop gericht de gezinsfuncties t.o.v. het kind te verzekeren. Dat impliceert in de eerste plaats dat de verantwoordelijkheid van de ouders centraal wordt gesteld. § 6. Wanneer het resultaat van de verstrekte zorgverlening hetzelfde is hebben semi-residentie¨le of ambulante begeleiding de voorkeur boven residentie¨le begeleiding. § 7. Het bepalen van de werkvorm gebeurt in overleg met de ouders. De werkvorm kan wijzigen tijdens de begeleidingsduur. De wijziging is slechts mogelijk mits motivering en wijziging van het ondersteuningsplan. » Art. 4. Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 4. De erkende centra begeleiden kinderen van 0 tot 6 jaar en hun ouders. Broers en zussen van deze kinderen kunnen eveneens begeleid worden, voorzover ze basisonderwijs genieten. Daarnaast kunnen de erkende centra in uitzonderlijke omstandigheden kinderen ouder dan zes jaar opvangen en begeleiden, voorzover ze basisonderwijs genieten, mits een grondige motivering van deze opname en begeleiding in het ondersteuningsplan is opgenomen, en ten bedrage van maximaal 10 % van hun capaciteit op jaarbasis. » Art. 5. Artikel. 5 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 5. De hulpverlening van het centrum aan het kind en het gezin is van korte duur. De gemiddelde begeleidingsduur bedraagt op jaarbasis niet meer dan 90 aanwezigheidsdagen. De maximumbegeleidingsduur bedraagt 180 aanwezigheidsdagen. Indien die begeleidingsduur de 180 aanwezigheidsdagen overschrijdt, dan meldt het centrum dat aan Kind en Gezin. Voor kinderen die veranderen van centrum wordt de begeleidingsduur van het eerste centrum meegeteld met die van de volgende centra. » Art. 6. In artikel 8 van hetzelfde besluit worden na de woorden « de vrouwelijke personeelsleden » de woorden « beneden de 45 jaar » ingevoegd. Art. 7. Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 15. Ieder centrum moet een pedagogisch en agogisch concept en een huishoudelijk reglement opstellen en voorleggen aan Kind en Gezin. Het pedagogische en agogische concept en het huishoudelijk reglement moeten vo´o´r de opname kenbaar worden gemaakt aan de ouders. Het pedagogisch en agogisch concept omvat de beschrijving van de doelgroep, de pedagogische en agogische doelstellingen en de methodieken van de drie werkvormen. Het huishoudelijk reglement bevat o.a. bepalingen over de bezoekregeling en de omvang en de betalingsvoorwaarden van de ouderbijdrage, de wijze waarop de ouders inspraak hebben in de opvang en hulpverlening van hun kind specifiek, of de opvang en hulpverlening van het centrum meer in het algemeen, en de mogelijkheid tot klacht bij het centrum zelf en eventueel bij de ombudsdienst van Kind en Gezin. » Art. 8. Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 16. De begeleidingsperiode wordt ingeschreven in het ondersteuningsplan. Het centrum registreert dagelijks de aanwezigheden en heeft een lijst ter beschikking. Kind en Gezin bepaalt hoe die registratie moet gebeuren. » Art. 9. Aan artikel 17 van hetzelfde besluit wordt de volgende bepaling toegevoegd : « d) de gevolgen van brand » Art. 10. Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 18. Om tegemoet te komen aan zeer acute en uitzonderlijke problemen van gezinnen, en wanneer de maximumcapaciteit van het centrum dreigt te worden overschreden, en voorzover wordt voldaan aan de voorwaarden zoals bepaald in Titel II, hoofdstuk II van dit besluit, kan ieder centrum kinderen opnemen en begeleiden boven zijn erkende capaciteit. Die overbezetting bedraagt maximaal 10 % van de erkende capaciteit op jaarbasis. Per dag mag de overbezetting niet meer zijn dan 25 %. Iedere overschrijding boven de 100 % moet worden gemeld aan Kind en Gezin en in het dossier worden gemotiveerd. » Art. 11. Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 19. Het centrum moet de fundamentele rechten van de begeleide kinderen en hun ouders eerbiedigen. » Art. 12. Artikel 21 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 21. Van ieder begeleid kind en het gezin waartoe het behoort wordt een dossier aangelegd met de volgende elementen : 1° inlichtingen van administratieve aard; 2° de gegevens over de toestand van het begeleide kind en het gezin waartoe het behoort;
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 3° het ondersteuningsplan, bedoeld in artikel 22 van dit besluit, evenals elke bijsturing ervan zoals bedoeld in artikel 23 van dit besluit; 4° rapportering van alle stappen in het dossier waaruit blijkt dat de begeleiding en de ondersteuning een gepast antwoord zijn op de hulpvragen. Het dossier is vertrouwelijk. » Art. 13. Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 22. Vanaf de start van de begeleiding van een kind dient het centrum een ondersteuningsplan op te maken. Dit ondersteuningsplan, dat de leidraad vormt voor de pedagogische en de agogische begeleiding door het centrum, bevat minstens de volgende onderdelen : 1° de identiteit van het begeleide kind, van de ouders en van andere betrokken derden; 2° de aanvangssituatie waaruit blijkt dat de begeleiding een gepast antwoord is op de hulpvraag van het gezin; 3° de pedagogische en agogische doeleinden; 4° de voorgestelde methoden en werkwijzen om de doelstellingen te halen. Het ondersteuningsplan wordt door het centrum opgesteld in overleg met de ouders. In het individuele ondersteuningsplan moet aandacht worden besteed aan de samenwerking met de andere voorzieningen uit de welzijnssector, alsook met de belendende sectoren. Kind en Gezin kan daartoe nadere richtlijnen formuleren. » Art. 14. Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 23. Het ondersteuningsplan kan, na evaluatie en samenspraak met de betrokken partijen, worden bijgestuurd. Die bijsturing wordt schriftelijk vastgelegd. Wanneer een begeleiding langer dan 3 maanden duurt, dient uiterlijk 15 dagen voor het einde van deze periode van 3 maanden en van elke daarop volgende periode van 1 maand, een evaluatie van deze ondersteuning te worden gemaakt. » Art. 15. Artikel 27 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 16. Artikel 28 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 28. Het organiserende bestuur moet voor ieder centrum een aanvraag tot erkenning indienen. De aanvraag is slechts ontvankelijk indien ze bij ter post aangetekende brief gericht is aan Kind en Gezin. De oprichting van een afdeling is afhankelijk van een voorafgaandelijke toelating van Kind en Gezin. » Art. 17. In artikel 30 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen door wat volgt : « Indien de inspectie een negatief advies voorlegt, kan het organiserende bestuur, voorafgaandelijk aan de beslissing van Kind en Gezin, worden gehoord door Kind en Gezin. Het verslag daarvan wordt bij het dossier gevoegd. » Art. 18. Artikel 31 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 31. § 1. Kind en Gezin kan de erkenning principieel toestaan op basis van de aanvraag, bedoeld in artikel 28 van dit besluit, in afwachting dat de stukken waaruit blijkt dat aan elke erkenningsvoorwaarde inzake materie¨le infrastructuur en organisatie is voldaan, aan Kind en Gezin worden toegezonden. § 2. De principie¨le erkenning, bedoeld in § 1, wordt gegeven voor maximaal e´e´n jaar. Op gemotiveerde aanvraag van het organiserende bestuur kan, na onderzoek en advies van de inspectiedienst, Kind en Gezin de principie¨le erkenning eenmalig verlengen voor een maximumtermijn van zes maanden. Op basis van de principie¨le erkenning mag het centrum geen kinderen begeleiden. § 3. Binnen de termijnen, bepaald in § 2, wordt de erkenning toegestaan voorzover aan al de erkenningsvoorwaarden is voldaan. » Art. 19. Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 32. § 1. De erkenning door Kind en Gezin geldt voor maximum 5 jaar en is hernieuwbaar. De erkenningsbeslissing vermeldt de duur van de erkenning, de eventuele nadere bepalingen ervan en/of de voorwaarden waaraan moet worden voldaan. § 2. Kind en Gezin kan eveneens te allen tijde de bepalingen van de erkenning wijzigen, nadat het organiserend bestuur daartoe een aanvraag heeft ingediend en na advies van de inspectie te hebben ingewonnen. § 3. Kind en Gezin kan, na raadpleging van de inspectie, de erkenning intrekken wanneer niet meer aan alle erkenningsvoorwaarden is voldaan. Het organiserend bestuur wordt vooraf gehoord door Kind en Gezin. § 4. Kind en Gezin kan een erkenning slechts toestaan of de bepalingen ervan slechts wijzigen voor zover dat de totale erkende capaciteit, van alle erkende centra samen, het getal 1.250 niet overschrijdt. § 5. Kind en Gezin kan tot onmiddellijke intrekking overgaan indien de gezondheid en de veiligheid van de opgevangen kinderen ernstig in gevaar is. » Art. 20. In titel II van hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk IV ingevoegd, dat luidt als volgt : « HOOFDSTUK IV. — Beroepsprocedure Art. 33bis. Het organiserende bestuur of het kandidaat-organiserend bestuur kan een beroep aantekenen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, tegen de volgende beslissingen : 1° de weigering en de intrekking van het principie¨le akkoord; 2° de weigering en de intrekking van de erkenning; 3° de weigering van de verlenging van de erkenning; 4° de beslissing over de termijn van de erkenning of de verlenging van de erkenning.
8839
8840
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 33ter. Het organiserende bestuur dient in dit geval op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk 15 kalenderdagen na kennisneming van de in artikel 33bis genoemde beslissingen een gemotiveerd beroepsschrift in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, op het adres van de hoofdzetel van Kind en Gezin. Art. 33quater. Het beroepsschrift bevat eveneens op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende elementen : 1° naam en adres van het organiserende bestuur; 2° datum van ontvangst van de betwiste beslissing; 3° een referte of een kopie van de betwiste beslissing; 4° een uitvoerige motivering van het beroep; 5° naam en handtekening van de voorzitter van het organiserende bestuur; 6° datum van instelling van het beroep. Art. 33quinqies. De administratie van Kind en Gezin beslist binnen 15 dagen na ontvangst van het beroepschrift over de ontvankelijkheid van het beroep, motiveert die beslissing en brengt het organiserende bestuur hiervan onverwijld per aangetekende brief op de hoogte. Art. 33sexies. § 1. Bij een beroep tegen de intrekking van erkenning of de weigering van verlenging van de erkenning, kan de administratie van Kind en Gezin tevens binnen 15 dagen na ontvangst van het beroepschrift beslissen dat het beroep geen schorsend karakter heeft. Die mogelijkheid wordt beperkt tot de gevallen waarbij een ernstig gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de clie¨nteel en medewerkers dreigt. In alle andere gevallen is het beroep schorsend. § 2. Ingeval besloten wordt dat het beroep niet schorsend is, stuurt de administratie van Kind en Gezin de gemotiveerde beslissing onverwijld per aangetekende brief aan het organiserende bestuur. Art. 33septies. §1. Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, bezorgt Kind en Gezin het ontvankelijke beroepschrift samen met het volledige administratieve dossier en eventuele verweermiddelen aan de commissie. Kind en Gezin bezorgt tegelijkertijd een kopie van het beroepschrift aan de minister. § 2. Het beroep wordt verder behandeld volgens de procedure, bedoeld in het in § 1 genoemde besluit. » Art. 21. Artikel 35 van hetzelfde besluit wordt opgeheven. Art. 22. Artikel 37 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 37. Elk erkend centrum ontvangt voor zijn basiserkenning jaarlijks een forfaitaire subsidie van 22.551.834 frank voor personeelskosten, infrastructuur, werking en voor verblijfkosten. De basiserkenning is verbonden aan de minimumcapaciteit zoals bedoeld in artikel 2, § 2 van dit besluit. » Art. 23. Artikel 38 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 38. Elk erkend centrum ontvangt jaarlijks een extra forfaitaire subsidie voor personeelskosten, infrastructuur, werking en verblijfkosten per extra schijf van 5 erkende e´e´nheden zoals bedoeld in artikel 2, § 3 van dit besluit. Met toepassing van artikel 2, § 3 van dit besluit wordt de forfaitaire subsidie op overeenkomstige wijze aangepast. Voor de eerste zes extra schijven bedraagt de forfaitaire subsidie 3.470.305 frank per schijf. Voor de zevende en volgende extra schrijven bedraagt de forfaitaire subsidie 3.284.947 frank per schijf. » Art. 24. Artikel 39 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 39. § 1. Aan personeelskosten wordt minimaal 70 % besteed van de som van de subsidie, bepaald in dit besluit en de effectief ontvangen ouderbijdrage. § 2. Kind en Gezin kan maatregelen nemen inzake de eventuele steunverlening voor belangrijke infrastructuurwerken en informatisering die de opdracht en de werking van de centra ondersteunen. » Art. 25. Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 40. Als het totaal aantal begeleidingsdagen, geboekt tijdens twee opeenvolgende jaren voor elk van deze jaren geen 80% bereikt van het maximaal aantal per erkend centrum in te vullen begeleidingsdagen wordt de erkende capaciteit verminderd tot 110 % van de gemiddelde bezetting van de twee voorgaande jaren, afgerond zoals bepaald in artikel 2, § 3. De forfaitaire subsidie¨ring wordt in dat geval in overeenstemmende wijze aangepast. De tijdelijke overbezetting, zoals bedoeld in artikel 18 van dit besluit wordt in aanmerking genomen. » Art. 26. Artikel 41 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 41. Aanvullend op de subsidie¨ringsregeling voor personeelskosten zoals bepaald in artikel 37 en 38 van dit besluit kan Kind en Gezin binnen de perken van een bedrag van 64 miljoen aan de centra subsidies toekennen om een ten opzichte van het subsidie¨ringssysteem van het besluit van de Vlaamse regering van 30 juli 1985 houdende erkenning en subsidie¨ring van de kinderopvangcentra, moedertehuizen en kinderdag- en nachtverblijven gelijkblijvend subsidieniveau te garanderen en/of capaciteitsuitbreidingen toe te staan. » Art. 27. Artikel 42 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 42. Om de subsidies te vereffenen dienen de voorzieningen een aangifte in, overeenkomstig het model en binnen de termijnen, vastgesteld door Kind en Gezin. » Art. 28. Artikel 43 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 43. Per kwartaal en uiterlijk op het einde van de eerste maand van het betreffende kwartaal keert Kind en Gezin voorschotten uit. Het bedrag van die voorschotten wordt berekend op een vierde van 90% van de geraamde, subsidiabele, jaarlijkse kosten. Het saldo van 10% wordt uitbetaald in de loop van het eerste semester van het volgende jaar. De subsidies worden definitief vastgesteld door het bepalen van een regularisatiebedrag na het kalenderjaar waarin de in het eerste lid bedoelde voorschotten aan het centrum werden uitgekeerd. Bij een batige vereffening na toepassing van artikel 50 voor Kind en Gezin, kan Kind en Gezin aan het centrum toestemming verlenen het verschuldigde bedrag in maandelijkse schijven terug te betalen over een periode van maximaal 3 maanden. »
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 29. Artikel 45 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 45. Ieder erkend centrum is ertoe gehouden jaarlijks vo´o´r 1 april een activiteitenverslag aan Kind en Gezin over te leggen. Dit verslag wordt opgesteld volgens de richtlijnen van Kind en Gezin. Het bevat onder meer : 1° een resultatenrekening van het voorbije werkjaar; 2° een balans; 3° een begroting voor het lopende werkjaar. Jaarlijks stelt het centrum vo´o´r 1 april een evaluatie van de inhoudelijke werking van het centrum ter beschikking van Kind en Gezin, volgens de richtlijnen van Kind en Gezin. » Art. 30. Art. 46 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 46. Alle bewijsstukken, waaronder deze die de uitgaven staven waarvoor subsidies worden verleend, moeten minstens 10 jaar ter plaatse worden bewaard, met uitzondering van de dossiers van de opgenomen en begeleide kinderen, die tot hun meerderjarigheid bewaard moeten blijven. De personeelskosten worden bewezen door stortingen bij een organisatie van sociale zekerheid of bij een pensioenkas, aangevuld met werkgeversattesten, of op de wijze door Kind en Gezin bepaald. » Art. 31. Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 48. Indien de som van de subsidie volgens dit besluit toegekend, de effectief ontvangen ouderbijdrage en de toelagen en tegemoetkomingen die openbare besturen of door hen gesubsidieerde instellingen aan het centrum hebben uitgekeerd om dezelfde kosten te financieren die krachtens de bepalingen van dit besluit reeds voor subsidie¨ring door Kind en Gezin in aanmerking komen, meer bedraagt dan de ree¨le uitgaven voor verblijfkosten, werkings- en infrastructuurkosten en personeelskosten, moet het centrum met het saldo reserves opbouwen. » Art. 32. Art. 50 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 50. Reserves, opgebouwd na 1 januari 1995, die op het ogenblik van het afsluiten van het boekjaar 95% van de subsidie voor dat boekjaar overtreffen, worden teruggestort aan Kind en Gezin. » Art. 33. Art. 58 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 58. § 1. De centra, bedoeld in dit besluit, zijn ertoe gehouden om voor elke residentie¨le en semi-residentie¨le aanwezigheidsdag van een opgenomen kind een ouderbijdrage te vorderen van de ouders van het betrokken kind. Er kan van de ouders geen andere materie¨le bijdrage worden gevraagd. § 2. Het bedrag van de bijdrage, bedoeld in § 1, wordt bepaald volgens een schaal die varieert volgens het inkomen van de ouders van de opgenomen kinderen. De schaal is opgenomen in bijlage 1. Het bedrag van de bijdrage is evenwel maximaal de helft van het maandelijks inkomen zoals berekend volgens artikel 52 van dit besluit, verhoogd met de kinderbijslag. » Art. 34. Art. 58 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 58. Voor de berekening van de bezetting, zoals vereist in artikel 40 van dit besluit, worden de begeleidingsdagen vanaf 1 januari 1997 gerekend en kan de vermindering van de capaciteit slechts vanaf 1 januari 1999 worden toegepast. » Art. 35. Art. 59 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt : « Art. 59. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995, met uitzondering van artikel 6, dat in werking treedt op 1 januari 2000, artikel 39, § 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1997 en artikel 40 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 1997. » Art. 36. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. Art. 37. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 18 december 1998. De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS
TRADUCTION MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE F. 99 — 790 [C − 99/35269] 18 DECEMBRE 1998. — Arreˆte´ du Gouvernement flamand modifiant l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 6 avril 1995 fixant les conditions d’agre´ment et de subventionnement des centres d’aide aux enfants et d’assistance des familles Le Gouvernement flamand, Vu le de´cret du 29 mai 1984 portant cre´ation de l’organisme ″Kind en Gezin″ (Enfance et Famille), notamment l’article 4bis, inse´re´ par le de´cret du 11 juin 1997; Vu l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 6 avril 1995 fixant les conditions d’agre´ment et de subventionnement des centres d’aide aux enfants et d’assistance des familles, modifie´ par l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 8 décembre 1998; Vu l’avis du Conseil d’administration de ″Kind en Gezin″, donne´ le 6 octobre 1998; Vu l’avis positif de l’Inspection des Finances, donne´ le 9 décembre 1998;
8841
8842
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonne´es le 12 janvier 1973, notamment l’article 3, § 1er, modifie´ par les lois des 4 juillet 1989 et 4 août 1996; Vu l’urgence; Conside´rant que les modifications apporte´es a` la re´glementation qui ont e´te´ e´labore´es par la Commission de suivi de l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 6 avril 1995, institue´e par le Gouvernement flamand, doivent eˆtre e´dicte´es sans tarder; Sur la proposition du Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l’Aide sociale; Apre`s en avoir de´libe´re´; Arreˆte : Article 1er. A l’article 1er de l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 6 avril 1995 fixant les conditions d’agre´ment et de subventionnement des centres d’aide aux enfants et d’assistance des familles, sont apporte´es les modifications suivantes : 1° le 6° est remplace´ par la disposition suivante : « 6° Journe´e d’accompagnement : chaque jour qui tombe entre le jour du de´but de l’accompagnement et le jour de sa fin, un seul jour e´tant porte´ en compte pour le jour d’admission et le jour de sortie, notamment le jour d’admission. » 2° le 7° est remplace´ par la disposition suivante : « 7° Journe´e de pre´sence : chaque jour ou` un enfant est effectivement pre´sent dans le centre ou au cours duquel a lieu une activite´ d’assistance familiale dans ou avec la famille, dans le cadre d’un accompagnement ambulatoire. » 3° le 9° est remplace´ par la disposition suivante : « 9° a) accompagnement re´sidentiel : l’accueil et l’accompagnement pendant le jour et la nuit dans un Centre agre´e´ d’aide aux enfants et d’assistance des familles; b) accompagnement semi-re´sidentiel : : l’accueil et l’accompagnement pendant le jour et la nuit dans un Centre agre´e´ d’aide aux enfants et d’assistance des familles; c) accompagnement ambulatoire : l’assistance preˆte´e aux familles a` domicile par un Centre agre´e´ d’aide aux enfants et d’assistance des familles; Art. 2. A l’article 2 sont apporte´es les modifications suivantes : 1° le § 2 est remplace´ par la disposition suivante : « § 2. La capacite´ minimale d’un centre est de 30 unite´s. » 2° Il est ajoute´ un § 3 et 4, libelle´s comme suit : « § 3. La capacite´ peut eˆtre e´tendue par tranche de 5 unite´s. Dans des circonstances exceptionnelles et sur demande motive´e du centre, ″Kind en Gezin″ peut agre´er a` titre temporaire une autre tranche pour l’extension, compte tenu des caracte´ristiques du centre. Si, en cas de re´duction de la capacite´, en application de l’art. 40, la capacite´ calcule´e s’e´carte de la tranche de 5 unite´s, celle-ci est arrondie au chiffre supe´rieur, notamment a` la tranche comple`te suivante de 5 unite´s. § 4. Sur base annuelle, au moins 25 % des journe´es d’accompagnement se tiennent sous forme re´sidentielle et 25 % sous forme semi-re´sidentielle et ambulatoire. Les 50 % restants des journe´es d’accompagnement peuvent eˆtre affecte´s de manie`re flexible suivant les besoins. » Art. 3. L’article 3 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 3. § 1er. Les Centres d’aide aux enfants et d’assistance des familles sont des structures qui preˆtent une assistance aux parents dont l’accomplissement de la taˆche e´ducative est entrave´ par un fait aigu ou occasionnel. Celui-ci a trait a` la situation de vie, de travail, de logement, de sante´ et financie`re du ou des parents ou des enfants. Cette assistance ne s’inscrit pas dans le cadre de l’accueil ordinaire des enfants ou de l’accueil des enfants avant et apre`s l’e´cole. § 2. Cette assistance consiste en : 1° l’accueil et l’accompagnement des enfants pendant une courte pe´riode, durant le jour et/ou la nuit ainsi que l’accompagnement des parents dans l’accomplissement de leur taˆche e´ducative; 2° l’accompagnement ambulatoire des parents dans l’accomplissement de leur taˆche e´ducative. § 3. En cas d’accompagnement ambulatoire, celui-ci devra avoir lieu en moyenne une fois par semaine, en principe au sein de la famille a` laquelle l’enfant appartient. L’enregistrement de l’accompagnement ambulatoire se fait au nom d’un enfant de la famille. § 4. Les centres peuvent accueillir a` toute heure du jour ou de la nuit des enfants ne´cessitant une aide approprie´e. § 5. L’offre d’aide stimule l’e´panouissement et le de´veloppement ge´ne´raux des enfants. L’assistance des parents vise leur responsabilite´ pe´dagogique envers leurs enfants et, le cas e´che´ant, l’orientation a` des services et structures approprie´s susceptibles de contribuer au re´tablissement ou a` l’optimalisation de la situation de vie, de travail, de logement, de sante´ ou financie`re du ou des parents ou des enfants. Les services et l’assistance preˆte´s aux familles vise a` garantir les fonctions familiales vis-a`-vis de l’enfant, ce qui implique en premier lieu que la responsabilite´ des parents occupe une place centrale. § 6. A effet de soins e´gal, l’accompagnement semi-re´sidentiel ou ambulatoire sera pre´fe´re´ a` l’accompagnement re´sidentiel. § 7. La forme d’accompagnement est de´termine´e de commun accord avec les parents. Elle peut varier au cours de l’accompagnement. Une e´ventuelle modification doit eˆtre motive´e et ne´cessite l’adaptation du plan d’assistance. » Art. 4. L’article 4 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 4. Les centres agre´e´s accompagnent des enfants de 0 a` 6 ans et leurs parents. L’accompagnement s’adresse e´galement aux fre`res et sœurs de ces enfants, a` la condition qu’ils suivent l’enseignement fondamental.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD A titre supple´mentaire, les centres agre´e´s peuvent accueillir et accompagner dans des circonstances exceptionnelles des enfants de plus de 6 ans, pour autant qu’ils suivent l’enseignement fondamental, moyennant motivation approfondie de cet accueil et de cet accompagnement dans le plan d’assistance, et jusqu’a` concurrence de 10% a maximum de leur capacite´ sur base annuelle. » Art. 5. L’article 5 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 5. L’aide dispense´e par le centre aux enfants et aux familles est de courte dure´e. La dure´e d’accompagnement moyenne ne peut eˆtre supe´rieure sur base annuelle, a` 90 journe´es de pre´sence. La dure´e d’accompagnement est plafonne´e a` 180 journe´es de pre´sence. Si la dure´e de l’accompagnement de´passe 180 journe´es de pre´sence, le centre en informe ″Kind en Gezin″. Pour les enfants qui changent de centre, la dure´e d’accompagnement du premier centre est additionne´e a` celle du centre suivant. » Art. 6. Dans l’article 8 du meˆme arreˆte´, les mots ″de moins de 45 ans″ sont inse´re´s apre`s les mots ″ les membres du personnel fe´minins″. Art. 7. L’article 15 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 15. Chaque centre est tenu de de´finir un concept pe´dagogique et d’animation socioculturelle ainsi qu’un re`glement d’ordre inte´rieur qu’il doit soumettre a` ″Kind en Gezin″. Le concept pe´dagogique et d’animation socio-culturelle et le re`glement d’ordre inte´rieur doivent eˆtre communique´s aux parents avant l’accueil de l’enfant. Le concept pe´dagogique et d’animation socioculturelle comprend la description du groupe cible, les objectifs pe´dagogiques et d’animation socioculturelle et les me´thodiques des trois formes d’accompagnement. Le re`glement d’ordre inte´rieur comporte entre autres des dispositions sur le re´gime de visite et le montant et les conditions de paiement de la cotisation parentale, le mode de participation des parents a` l’accueil et a` l’aide de leur enfant en particulier, ou a` l’accueil et l’aide dispense´s par le centre en ge´ne´ral et la possibilite´ de de´poser une plainte aupre`s du centre lui-meˆme et, le cas e´che´ant, aupre`s des services de me´diation de ″Kind en Gezin″. » Art. 8. L’article 16 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 16. La pe´riode d’accompagnement doit eˆtre inscrite dans le plan d’assistance. Le centre enregistre chaque jour les pre´sences et tient une liste a` disposition. ″Kind en Gezin″ de´termine les modalite´s d’enregistrement. » Art. 9. L’article 17 est comple´te´ par la disposition suivante : « d) les conse´quences d’un incendie″ Art. 10. L’article 18 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 18. Afin de rencontrer des besoins particulie`rement aigus et exceptionnels de familles et lorsque la capacite´ maximale du centre risque d’eˆtre de´passe´e, et pour autant qu’il soit satisfait aux conditions de´finies au Titre II, chapitre II du pre´sent arreˆte´, chaque centre peut accueillir et accompagner des enfants au-dela` de sa capacite´ agre´e´e. Cette suroccupation ne peut toutefois de´passer 10 % de la capacite´ agre´e´e. La suroccupation journalie`re ne peut eˆtre supe´rieure a` 25 %. Chaque de´passement au-dela` de 100 % doit eˆtre communique´ a` ″Kind en Gezin″ et eˆtre motive´ dans le dossier. Art. 11. L’article 19 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 19. Le centre doit respecter les droits fondamentaux des enfants accompagne´s et de leurs parents. » Art. 12. L’article 21 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 21. Chaque enfant accompagne´ et la famille a` laquelle il appartient, fait l’objet d’un dossier contenant les e´le´ments suivants : 1° des informations d’ordre administratif; 2° les donne´es relatives a` l’e´tat de l’enfant accompagne´ et de la famille a` laquelle il appartient; 3° le plan d’assistance, vise´ a` l’article 22 du pre´sent arreˆte´, de meˆme que toute adaptation de celui-ci, conforme´ment a` l’article 23 du pre´sent arreˆte´. 4° un rapport de toutes les de´marches du dossier qui fait apparaıˆtre que l’accompagnement et l’assistance constituent une re´ponse ade´quate aux demandes d’aide. Ce dossier a un caracte`re confidentiel. Art. 13. L’article 22 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 22. De`s le de´but de l’accompagnement, le centre doit dresser un plan d’assistance. Ce plan d’assistance qui sert de fil rouge a` l’accompagnement pe´dagogique et d’animation socioculturelle par le centre, contient au moins les e´le´ments suivants : a) l’identite´ de l’enfant accompagne´, des parents et d’autres tiers concerne´s; b) la situation de de´part, de´montrant que l’accompagnement constitue une re´ponse ade´quate a` la demande d’aide e´manant de la famille; c) les objectifs pe´dagogiques et d’animation socioculturelle; d) les me´thodes et proce´dures propose´es pour atteindre les objectifs fixe´s. Le plan d’assistance sera re´dige´ par le centre en concertation avec les parents. Le plan d’assistance individuel re´servera une attention particulie`re a` la collaboration avec d’autres structures du secteur de l’aide sociale ainsi qu’avec les secteurs connexes. « Kind en Gezin″ se re´serve le droit de de´terminer des directives supple´mentaires. » Art. 14. L’article 23 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 23. Le plan d’assistance peut, apre`s e´valuation et de commun accord avec les parties inte´resse´es, eˆtre adapte´. Cette adaptation se fait par e´crit. Lorsque l’accompagnement exce`de une pe´riode de 3 mois, il y a lieu de proce´der a` une e´valuation de l’assistance au plus tard 15 jours avant la fin de cette pe´riode de 3 mois et de chaque pe´riode conse´cutive de 1 mois. »
8843
8844
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 15. L’article 27 du meˆme arreˆte´ est abroge´. Art. 16. L’article 28 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 28. Le pouvoir organisateur doit introduire une demande d’agre´ment pour chaque centre. La demande n’est recevable que lorsqu’elle est adresse´e a` ″Kind en Gezin″ par lettre recommande´e a` la poste. La cre´ation d’une section est soumise a` l’autorisation pre´alable de ″Kind en Gezin″. » Art. 17. Dans l’article 30 du meˆme arreˆte´, le deuxie`me aline´a est remplace´ par la disposition suivante : « Si l’inspection soumet un avis ne´gatif, le pouvoir organisateur peut, pre´alablement a` la de´cision de ″Kind en Gezin″ eˆtre entendue par celui-ci. Le rapport en la matie`re est joint au dossier. » Art. 18. L’article 31 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 31. § 1er. ″Kind en Gezin″ peut accorder l’agre´ment en principe sur la base de la demande vise´e a` l’article 28 du pre´sent arreˆte´, en attendant que les pie`ces de´montrant qu’il sera satisfait a` toutes les conditions d’agre´ment en matie`re d’infrastructure mate´rielle et d’organisation, soient transmises a` ″Kind en Gezin″. § 2. L’agre´ment de principe vise´ au § 1er est accorde´ pour une pe´riode maximale d’un an. Sur demande motive´e du pouvoir organisateur, ″Kind en Gezin″ peut, apre`s enqueˆte et avis du service d’inspection, proroger l’agre´ment de principe pour une pe´riode maximale et non renouvelable de six mois. Le centre ne peut pas accompagner des enfants en vertu de l’agre´ment de principe. § 3. L’agre´ment est accorde´ dans les de´lais pre´vus au § 2, pour autant qu’il soit satisfait aux conditions d’agre´ment. » Art. 19. L’article 32 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 32. § 1er. L’agre´ment accorde´ par ″Kind en Gezin″ est valable pour une pe´riode maximale et renouvelable de 5 ans. La de´cision d’agre´ment mentionne la dure´e de l’agre´ment, ses e´ventuelles dispositions comple´mentaires et/ou les conditions qui doivent eˆtre respecte´es. § 2. ″Kind en Gezin″ peut a` tout moment modifier les modalite´s de l’agre´ment, apre`s que le pouvoir organisateur a introduit une demande a` cette fin et apre`s avoir recueilli l’avis de l’inspection; § 3. ″Kind en Gezin″ peut, apre`s consultation de l’inspection, retirer l’agre´ment de`s qu’il n’est plus satisfait aux conditions d’agre´ment. Le pouvoir organisateur est pre´alablement entendu par ″Kind en Gezin″. § 4. ″Kind en Gezin″ peut accorder un agre´ment ou en modifier les dispositions, seulement si la capacite´ agre´e´e globale de l’ensemble de tous les centres, n’est pas supe´rieure a` 1.250. § 5. ″Kind en Gezin″ peut proce´der au retrait imme´diat en cas de risque grave pour la sante´ et la se´curite´ des enfants accueillis. » Art. 20. Dans le titre II du meˆme arreˆte´, un chapitre IV est inse´re´, libelle´ comme suit :
« CHAPITRE IV. — Procedure d’appel
Art. 33bis. Le pouvoir organisateur ou le candidat pouvoir organisateur peut former un recours aupre`s du Ministre flamand charge´ de l’assistance aux personnes, contre les de´cisions suivantes : 1° le refus et le retrait de l’accord de principe; 2° le refus et le retrait de l’agre´ment; 3° le refus du prolongement de l’agre´ment; 4° la de´cision sur le de´lai de l’agre´ment ou la prolongation de l’agre´ment. Art. 33ter. Le pouvoir organisateur introduit dans ce cas, sous peine d’irrecevabilite´, au plus tard 15 jours calendaires apre`s avoir pris connaissance des de´cisions e´nume´re´es a` l’article 33bis, un recours motive´ aupre`s du Ministre flamand charge´ de l’assistance aux personnes, a` l’adresse du sie`ge principal de ″Kind en Gezin″. Art. 34quater. Sous peine d’irrecevabilite´, le recours contient e´galement les e´le´ments suivants : 1° nom et adresse du pouvoir organisateur; 2° date de re´ception de la de´cision attaque´e; 3° une re´fe´rence ou une copie de la de´cision attaque´e; 4° une motivation circonstancie´e du recours; 5° nom et signature du pre´sident du pouvoir organisateur; 6° date d’exercice du recours. Art. 33quinquies. L’administration de ″Kind en Gezin″ statue dans les 15 jours suivant la re´ception du recours sur la recevabilite´ du recours, motive cette de´cision et en informe sans tarder le pouvoir organisateur par lettre recommande´e. Art. 33sexies. § 1er. En cas de recours contre le retrait de l’agre´ment ou le refus de la prolongation de l’agre´ment, l’administration de ″Kind en Gezin″ peut e´galement de´cider dans les 15 jours de la re´ception du recours que ce dernier n’est pas suspensif. Cette faculte´ est limite´e aux cas de risque grave pour la sante´ et la se´curite´ du cliente`le et des collaborateurs. Dans tous les autres cas, le recours est suspensif. § 2. S’il est de´cide´ que le recours n’est pas suspensif, l’administration de ″Kind en Gezin″ transmet sans de´lai la de´cision motive´e par lettre recommande´e au pouvoir organisateur. Art. 33septies. § 1er. Conforme´ment a` l’article 7 de l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 15 septembre 1998 relatif a` la commission consultative d’appel pour les questions de la famille et de l’aide sociale, ″Kind en Gezin″ transmet a` la commission le recours recevable ainsi que le dossier administratif complet et les moyens de de´fense e´ventuels. Il fait en meˆme temps parvenir au Ministre une copie du recours. § 2. Le recours est ensuite traite´ suivant la proce´dure vise´e au § 1er de l’arreˆte´ pre´cite´. » Art. 20. L’art. 35 du meˆme arreˆte´ est abroge´.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 21. L’article 37 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 37. Chaque centre agre´e´ rec¸oit annuellement pour son agre´ment de base, une subvention forfaitaire de 22 551 834 francs pour frais de personnel, d’infrastructure, de fonctionnement et de se´jour. L’agre´ment de base est lie´ a` la capacite´ minimale telle que vise´e a` l’article 2, § 2 du pre´sent arreˆte´. » Art. 22. L’article 38 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 38. Chaque centre agre´e´ rec¸oit annuellement une subvention forfaitaire supple´mentaire pour les frais de personnel, d’infrastructure, de fonctionnement et de se´jour, par tranche supple´mentaire de 5 unite´s agre´e´es, telle que vise´e a` l’article 2, § 2, du pre´sent arreˆte´. En application de l’article 2, § 2, du pre´sent arreˆte´, la subvention forfaitaire est adapte´e en conse´quence. Pour les six premie`res tranches supple´mentaires, la subvention forfaitaire s’e´le`ve a` 3 470 305 francs par tranche. A partir de la septie`me tranche et pour toutes les tranches supple´mentaires, la subvention forfaitaire s’e´le`ve a` 3 284 947 francs par tranche. Art. 23. L’article 39 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 39. § 1er. Au moins 70 % de la subvention telle que fixe´e par le pre´sent arreˆte´ et de la cotisation parentale effectivement perc¸ue, est affecte´e aux frais de personnel. § 2. ″Kind en Gezin″ peut prendre des mesures d’aide e´ventuelle en faveur de travaux d’infrastructure importants et d’informatisation visant a` soutenir la mission et le fonctionnement des centres. » Art. 24. L’article 40 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 40. Lorsque le nombre total de journe´es d’accompagnement, enregistre´ pendant deux anne´es conse´cutives, s’e´le`ve pour chacune de ces anne´es a` moins de 80 % du nombre maximum de journe´es d’accompagnement a` inscrire par centre agre´e´, la capacite´ agre´e´e est re´duite a` 110 % de l’occupation moyenne des deux anne´es pre´ce´dentes, arrondi tel que de´fini a` l’article 2, § 3. Dans ce cas, la subvention forfaitaire est adapte´e en conse´quence. La suroccupation temporaire, telle que vise´e a` l’article 18 du pre´sent arreˆte´, est prise en compte. Art. 25. L’article 41 du pre´sent arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 41. A titre de comple´ment aux re´gime de subventionnement pour les frais de personnel, tel que fixe´ aux articles 37 et 38 du pre´sent arreˆte´, ″Kind en Gezin″ peut octroyer aux centres des subventions, plafonne´es a` 64 millions afin de garantir un niveau de subventionnement e´quivalent et/ou d’autoriser des extensions de capacite´ par rapport au re´gime de subventionnement pre´vu par l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 30 juillet 1985 portant agre´ment et octroi de subventions des centres d’accueil pour enfants, maisons maternelles et pouponnie`res. » Art. 26. L’article 42 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 42. Pour la liquidation des subventions, les structures introduisent une de´claration conforme´ment au mode`le et dans les de´lais, fixe´s par ″Kind en Gezin″. Art. 27. L’article 43 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 43. Par trimestre et au plus tard a` la fin du premier mois du trimestre concerne´, ″Kind en Gezin″ verse des avances. Le montant de ces avances est fixe´ a` un quatrie`me de 90 % des frais annuels estime´s et subventionnables. Le solde de 10 % est re´gle´ au cours du premier trimestre de l’anne´e suivante. Les subventions sont de´finitivement fixe´es par la de´termination d’un montant de re´gularisation, apre`s l’anne´e civile pendant laquelle les avances vise´es a` l’aline´a premier ont e´te´ verse´es au centre. En cas de solde positif en faveur de ″Kind en Gezin″, apre`s application de l’article 50, celle-ci peut autoriser le centre a` rembourser le montant duˆ par tranches mensuelles, e´tale´es sur une pe´riode de trois mois maximum. Art. 28. L’article 45 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 45. Chaque centre agre´e´ est tenu de soumettre un rapport d’activite´s a` ″Kind en Gezin″, avant le 1er avril de chaque anne´e. Ce rapport est re´dige´ conforme´ment aux directives de ″Kind en Gezin″. Il comporte notamment : 1° un compte de re´sultats relatif a` l’exercice e´coule´; 2° un bilan; 3° un budget relatif a` l’exercice en cours. Chaque anne´e, le centre met a` la disposition de ″Kind en Gezin″, suivant les directives de ce dernier, une e´valuation du fonctionnement du centre. » Art. 29. L’article 46 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 46. Toutes les pie`ces justificatives, parmi lesquelles celles justifiant ces de´penses, doivent eˆtre conserve´es au moins 10 ans sur place, a` l’exception des dossiers des enfants accueillis et accompagne´s qui doivent eˆtre conserve´s jusqu’a` leur majorite´. Les frais de personnel sont justifie´s par des versements a` une organisation de se´curite´ sociale ou a` une caisse de retraite ainsi que par des attestations patronales, ou suivant les modalite´s fixe´es par ″Kind en Gezin″. » Art. 30. L’article 48 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 48. Si la somme de la subvention octroye´e en vertu du pre´sent arreˆte´, la cotisation parentale effectivement perc¸ue et les subsides et interventions octroye´s au centre par des pouvoirs publics ou des organismes subventionne´s par eux afin de financer les meˆmes frais qui, en vertu du pre´sent arreˆte´, sont admis aux subventions de ″Kind en Gezin″, de´passe les de´penses re´elles pour les frais de se´jour, frais de fonctionnement et d’infrastructure et frais de personnel, le centre doit constituer des re´serves sur la base du solde. » Art. 31. L’article 50 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 50. Les re´serves constitue´es apre`s le 1er janvier 1995, qui de´passent, au moment de la cloˆture de l’exercice, 95 % de la subvention pour cet exercice budge´taire, sont rembourse´es a` ″Kind en Gezin″.
8845
8846
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 32. L’article 58 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par les dispositions suivantes : « Art. 58. § 1er. Les centres vise´s au pre´sent arreˆte´, sont tenus d’exiger pour toute journe´e de pre´sence re´sidentielle ou semi-re´sidentielle d’un enfant accueilli, une cotisation des parents de l’enfant inte´resse´. Aucune autre participation mate´rielle ne peut eˆtre re´clame´e aux parents. § 2. Le montant de la cotisation, vise´e au § 1er, est fixe´ suivant une e´chelle qui varie en fonction du revenu des parents des enfants admis. L’e´chelle figure en annexe 1. Le montant de la cotisation est toutefois plafonne´ a` la moitie´ du revenu mensuel, tel que calcule´ suivant l’article 52 du pre´sent arreˆte´, majore´ des allocations familiales. » Art. 33. L’article 58 du meˆme arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 58 Pour le calcul du taux d’occupation, tel que pre´vu a` l’article 40 du pre´sent arreˆte´, les journe´es d’accompagnement sont prises en compte a` partir du 1er janvier 1997 et la diminution de la capacite´ ne peut eˆtre applique´e qu’a` partir du 1er janvier 1999. » Art. 34. L’article 59 du pre´sent arreˆte´ est remplace´ par la disposition suivante : « Art. 59. Le pre´sent arreˆte´ produit ses effets le 1er janvier 1995, sauf l’article 6 qui entre en vigueur le 1er janvier 2000, l’article 39, § 2 qui produit ses effets le 1er janvier 1997 et l’article 40 qui produit ses effets le 1er janvier 1997. » Art. 35. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le 1er janvier 1999. Art. 36. Le Ministre flamand qui a l’assistance aux personnes dans ses attributions, est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Bruxelles, le 18 décembre 1998 Le Ministre-Pre´sident du Gouvernement flamand, L. VAN DEN BRANDE Le Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l’Aide sociale, L. MARTENS c
N. 99 — 791 [C − 99/35266] 18 DECEMBER 1998. — Besluit van de Vlaamse regering tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidie¨ring van de consultatiebureaus voor het jonge kind De Vlaamse regering, Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van de instelling Kind en Gezin, gewijzigd bij de decreten van 3 mei 1989, 23 februari 1994, 24 juni 1997 en 7 juli 1998; Gelet op het advies van de Raad van Beheer van Kind en Gezin, gegeven op 28 oktober 1998; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 10 december 1998; Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoo¨rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996; Gelet op de dringende noodzakelijkheid; Overwegende dat het onontbeerlijk is voor de goede werking van de organiserende besturen van de consultatiebureaus preventieve kinderzorg om onverwijld op de hoogte gebracht te worden van de wijze van subsidie¨ring vanaf 1 januari 1999; Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn; Na beraadslaging, Besluit : TITEL I. — Definities en algemene bepalingen Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° consultatiebureau : voorziening waar preventief medisch, psychosociaal en pedagogisch consult wordt verstrekt aan kinderen tot 6 jaar en hun gezinnen volgens het programma en de richtlijnen van Kind en Gezin; 2° steunpunt : afdeling van een consultatiebureau, gevestigd op een andere locatie, waar een verminderd aantal zittingen en/of beperkte zittingen plaatsvinden, maar waar een identiek zorgaanbod wordt verstrekt; 3° servicepunt : een consultatiebureau of steunpunt; 4° zitting : de voorziene tijdsduur waarbinnen in het servicepunt de preventie wordt georganiseerd en die wordt vastgelegd door Kind en Gezin; 5° beperkte zitting : beperkte tijdsduur waarbinnen in de steunpunten in het Vlaams Gewest en in de servicepunten in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest consulten kunnen plaatsvinden. Die tijdsduur wordt vastgelegd door Kind en Gezin; 6° regio : gebied dat e´e´n of meer aan elkaar grenzende gemeentes geheel of gedeeltelijk omvat en dat afgebakend wordt door Kind en Gezin, op basis van onder meer het aantal geboorten, de plaatselijke omstandigheden en de organisatie van de dienstverlening ter plekke; 7° vrijwilliger : vrijwilliger overeenkomstig het decreet van 23 maart 1994 betreffende het georganiseerde vrijwilligerswerk in de welzijns- en gezondheidssector; 8° titularis-arts : arts die normaliter de medische consulten op het consultatiebureau of steunpunt verzorgt; 9° vervangende arts : arts die de medische consulten op het consultatiebureau of steunpunt verzorgt bij afwezigheid van de titularis-arts;
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 10° regioverpleegkundige : personeelslid van Kind en Gezin, belast met de psychosociale en pedagogische begeleiding van jonge kinderen en hun gezinnen, in een bepaalde regio; 11° interculturele medewerker : personeelslid van de instelling Kind en Gezin, aangeworven om bijkomende en specifieke opdrachten te vervullen voor migranten; 12° ervaringsdeskundige : personeelslid van Kind en Gezin, aangeworven om bijkomende en specifieke opdrachten te vervullen voor kansarmen; 13° medisch kwaliteitscoo¨rdinator : arts van Kind en Gezin ingeschakeld voor de kwaliteitsbewaking en de bevordering van het medisch-preventieve zorgaanbod; 14° Medisch College : medisch advies- en beslissingsorgaan van Kind en Gezin, dat tevens als deontologische kamer functioneert; 15° principieel akkoord : beslissing waarbij Kind en Gezin de toestemming geeft tot het oprichten van een consultatiebureau of steunpunt in een welbepaalde regio; 16° erkenning : beslissing waarbij Kind en Gezin het principieel akkoord bevestigt en die recht geeft op een subsidie¨ring van de werking van een consultatiebureau of steunpunt; 17° verlenging van erkenning : beslissing waarbij Kind en Gezin de erkenning verlengt voor een welbepaalde termijn; 18° aanmelding : elk bezoek van een kind aan een servicepunt voor een verpleegkundig en/of medisch consult. Art. 2. § 1. De consultatiebureaus en de steunpunten worden erkend voorzover ze beantwoorden aan de voorwaarden, bepaald in titel II van dit besluit. § 2. De erkenning gebeurt door Kind en Gezin volgens de procedure, beschreven in titel III van dit besluit. Art. 3. § 1. Erkende consultatiebureaus en steunpunten worden gesubsidieerd volgens de bepalingen, vermeld in titel V van dit besluit. § 2. Kind en Gezin subsidieert afhankelijk van de beschikbare kredieten op de begroting. TITEL II. — Erkenningsvoorwaarden HOOFDSTUK I. — Algemeen Art. 4. Het consultatiebureau of steunpunt wordt georganiseerd en beheerd door een organiserend bestuur. Als zodanig mogen optreden : de lagere openbare besturen, universitaire instellingen of verenigingen zonder winstoogmerk. Art. 5. § 1. Het organiserende bestuur eerbiedigt ten volle de ideologische, filosofische en godsdienstige overtuiging van de personen en verenigingen waartoe het zich richt. Het draagt er onder meer zorg voor dat de lokalen van consultatiebureau of steunpunt door de clie¨nteel als neutraal worden ervaren. § 2. Het organiserende bestuur zorgt voor de naleving van de protocollen, afgesloten met Kind en Gezin, waarin de samenwerking van de diverse medewerkers wordt omschreven. § 3. Het organiserende bestuur is verantwoordelijk voor het beheer van gegevens die het binnen het consultatiebureau verzamelt in opdracht van Kind en Gezin. Het waakt over de geheimhouding en de bewaring ervan conform de richtlijnen van Kind en Gezin. Het bezorgt die gegevens aan Kind en Gezin als die erom verzoeken, volgens de bepalingen van de ter zake geldende protocollen. HOOFDSTUK II. — De medewerkers Art. 6. § 1. Het organiserende bestuur zorgt voor de medewerking van vrijwilligers, van wie er minimum twee per zitting aanwezig zijn. De vrijwilligers staan in voor een vlot verloop van de zitting en de promotie van het consultatiebureau of steunpunt. In onderlinge overeenkomst tussen het organiserende bestuur en Kind en Gezin worden tijdsinvestering, frequentie en omvang van de medewerking omschreven. Het organiserende bestuur staat in voor de vorming, professionele ondersteuning en begeleiding van de vrijwilligers. § 2. De vrijwilliger is meerderjarig, verzekerbaar en bezit, overeenkomstig hoofdstuk IV van het decreet van 29 mei 1984 houdende oprichting van Kind en Gezin, een grondige kennis van het Nederlands. Hij levert bij zijn organiserende bestuur een attest in dat zijn goede algemene gezondheidstoestand voor de uit te voeren taken bevestigt. Art. 7. § 1. Het organiserende bestuur stelt een arts aan, te kiezen uit een lijst van kandidaten die Kind en Gezin ter beschikking stelt. De artsen kunnen zich daarvoor permanent kandidaat stellen. § 2. De arts die zich kandidaat stelt, voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° Hij beschikt over een door een Nederlandstalige universiteit afgeleverd diploma, hetzij van : arts of doctor in de genees-, heel- en verloskunde met specialisatie in de jeugdgezondheidszorg, van « geneesheer-hygie¨nist », in de richting schoolgeneeskunde, of met een aanvullende opleiding van soortgelijke inhoud; of van geneesheer-specialist in de kindergeneeskunde. 2° Hij moet een goede algemene gezondheid bezitten voor de uit te voeren opdracht; 3° Hij moet in het bezit zijn van zijn politieke en burgerlijke rechten. Indien de arts het aanvullend diploma van jeugdgezondheidszorg zoals bedoeld in het eerste lid, 1°, a), niet bezit, heeft hij vier jaar de tijd, om dit certificaat te behalen, te rekenen vanaf de datum dat zijn naam op de kandidatenlijst wordt opgenomen.
8847
8848
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Indien het diploma niet door een Nederlandstalige universiteit werd afgeleverd, zoals bedoeld in het eerste lid, 1°, dient de arts zijn grondige kennis van het Nederlands te bewijzen door te slagen voor een taalexamen, georganiseerd door het Vast Wervingssecretariaat. § 3. De arts die zich bij Kind en Gezin kandidaat stelt, legt zijn diploma over. § 4. Indien de arts voor het organiserende bestuur werkt onder aannemingscontract, dient hij verzekerd te zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid. § 5. De arts heeft geen curatieve prive´-praktijk in dezelfde gemeente waar ook het consultatiebureau of steunpunt gevestigd is, met uitzondering van de gemeenten Gent, Antwerpen en Brussel (19 gemeenten). § 6. Per consultatiebureau is er een titularis-arts aanwezig, die minstens twee zittingen per week houdt. Voor de steunpuntenwerking en de supplementaire zittingen in een consultatiebureau geldt dat minimum niet. § 7. Elke arts is daarenboven beschikbaar voor bijkomende verplichte vorming en werkoverleg. De dagen en uren van de zittingen worden in overleg tussen het organiserend bestuur en Kind en Gezin bepaald. § 8. De arts verzorgt het medische consult volgens het programma en de richtlijnen van Kind en Gezin. De arts vervult de preventieve opdracht met inachtneming van de medische deontologie, inzonderheid wat betreft de scheiding tussen curatieve zorg en preventie. § 9. De arts neemt deel aan acties die door Kind en Gezin binnen het kader van het medisch-preventief beleid worden opgezet. Hij volgt de door Kind en Gezin georganiseerde of goedgekeurde vormings- en overlegmomenten. Hij volgt de aanbevelingen en adviezen op die hem door Kind en Gezin worden gegeven. § 10. Het Medisch College van Kind en Gezin ziet toe op de naleving van de in § 8, en § 9, genoemde voorwaarden en kan, na advies van het betrokken organiserende bestuur, bij niet-naleving daarvan de arts van de kandidatenlijst schrappen. § 11. De regioverpleegkundige, de interculturele medewerker en de ervaringsdeskundige werken mee in het consultatiebureau of het steunpunt volgens de richtlijnen van Kind en Gezin en in naleving van de protocollen zoals afgesloten volgens art. 5, § 2. HOOFDSTUK III. — Verzekering Art. 8. Naast de wettelijke verplichte verzekeringen sluit het organiserend bestuur volgende verzekeringen af : 1° de burgerlijke aansprakelijkheid van het organiserende bestuur; 2° de burgerlijke aansprakelijkheid van elke vrijwilliger of elke andere persoon, artsen onder aannemingscontract uitgezonderd, die mits uitdrukkelijke toestemming van het organiserende bestuur een activiteit opneemt in het kader van het consultatiebureau of steunpunt. Die verzekering dekt schade, berokkend aan derden (clie¨nten, toevallige aanwezigen) en ontstaan uit de activiteiten van het consultatiebureau of steunpunt; 3° de lichamelijke schade geleden door de vrijwilligers tijdens de activiteiten van het consultatiebureau of steunpunt alsmede op de weg van en naar die plaats; 4° een brandpolis voor het gebouw en de inboedel, aangevuld met een verzekering tegen waterschade, hetzij als eigenaar, hetzij als gebruiker of huurder. De vrijwilligers dienen onderling als derden zoals bedoeld in het eerste lid, 2°, beschouwd te worden. HOOFDSTUK IV. — Werking Art. 9. Het consultatiebureau of steunpunt wordt georganiseerd in veilig gelegen, duidelijk herkenbare en vlot te bereiken lokalen. Ze omvatten minimaal een ingang met plaats voor kinderwagens, sanitair, een wachtruimte die tevens dienst kan doen als kleedhokje en vergaderlokaal, het kabinet van de arts, het kabinet van de regioverpleegkundige. Op verzoek van Kind en Gezin brengt het organiserend bestuur de identificatiegegevens en/of –logo’s aan bij het consultatiebureau of steunpunt. Art. 10. § 1. In verhouding tot de clie¨nteel bepaalt Kind en Gezin het aantal zittingen dat aan een consultatiebureau of steunpunt wordt toegekend. Voor een consultatiebureau is het minimumaantal zittingen per week twee; het maximum bedraagt negen. Het steunpunt organiseert minimum 1 zitting per week. De omschakeling naar een consultatiebureau gebeurt volgens artikel 22 van dit besluit. Zowel voor de consultatiebureaus als voor de steunpunten worden avondzittingen (tussen 17 en 21 uur) en dagzittingen afgewisseld. Daarop kunnen enkel uitzonderingen worden gemaakt naargelang de doelgroep en met toestemming van Kind en Gezin. § 2. Per zitting wordt in een dubbelconsult bij arts en bij regioverpleegkundige voorzien. De consulten verlopen na afspraak en volgens het programma dat door Kind en Gezin wordt bepaald. In door Kind en Gezin bepaalde gevallen kunnen interculturele medewerkers en ervaringsdeskundigen ingezet worden. § 3. Ieder consultatiebureau of steunpunt beschikt over een huishoudelijk reglement, waarin de ouders en de opvoeders worden geı¨nformeerd over de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de ombudsdienst van Kind en Gezin. Kind en Gezin kan daarover richtlijnen geven. Art. 11. Kind en Gezin kan het aantal zittingen van een consultatiebureau of steunpunt vermeerderen en verminderen op basis van het aantal ingeschreven kinderen en het aantal aanmeldingen van het betrokken servicepunt en rekening houdend met de minima en maxima, bepaald in art. 10, § 1. TITEL III. — Procedure HOOFDSTUK I. — Het principie¨le akkoord Art. 12. § 1. De beslissing om in een welbepaalde regio een consultatiebureau op te richten, wordt door Kind en Gezin genomen op eigen initiatief of na gemotiveerde aanvraag van een kandidaat-organiserend bestuur.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD § 2. Die beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan alle organiserende besturen, actief in de regio, en het in § 1, vermelde kandidaat-organiserend bestuur. Alleen de lagere openbare besturen van de betrokken gemeente worden aangeschreven. § 3. De geı¨nteresseerde organiserende besturen kunnen zich daaropvolgend binnen een door Kind en Gezin bepaalde termijn kandidaat stellen voor de oprichting en het beheer van het consultatiebureau of steunpunt door een aanvraag tot principieel akkoord. § 4. De aanvraag tot principieel akkoord dient door het organiserend bestuur per aangetekende brief bij Kind en Gezin te worden overgelegd en vermeldt op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende gegevens : 1° de identiteit van de aanvrager(s); 2° het organiserend bestuur; 3° alle gegevens inzake de opportuniteit van het initiatief, nl. sociaal-economische gegevens, de vestigingsplaats of gebiedsomschrijving, de vermoedelijke startdatum, een raming van de behoefte aan zittingen en een overzicht van de bestaande voorzieningen in de regio. Art. 13. § 1. Kind en Gezin stuurt na ontvangst van de aanvraag onverwijld een ontvangstmelding en laat weten of het dossier al dan niet volledig is. § 2. Kind en Gezin neemt binnen 90 dagen na ontvangst van het volledig dossier een gemotiveerde beslissing over de aanvraag en betekent onverwijld die beslissing aan het kandidaat-organiserend bestuur. Art. 14. § 1. Het principie¨le akkoord bevat een raming van het aantal zittingen per week, het vermeldt de datum waarop ten vroegste een erkenning kan worden toegestaan en de geldigheidsduur van het principie¨le akkoord. § 2. Op basis van het principie¨le akkoord mag het consultatiebureau geen consulten organiseren. § 3. Het principieel akkoord geeft geen recht op erkenning en subsidie¨ring van het consultatiebureau. Art. 15. § 1. Wanneer er elementen van de aanvraag wijzigen, moet dat onmiddellijk schriftelijk meegedeeld worden aan Kind en Gezin. § 2. Kind en Gezin kan het principieel akkoord intrekken : 1° als de elementen van de aanvraag grondig wijzigen; 2° op vraag van het organiserende bestuur. HOOFDSTUK II. — Erkenning Art. 16. § 1. Het organiserend bestuur dient per aangetekende brief de erkenningsaanvraag in bij Kind en Gezin binnen de geldigheidsduur van het principie¨le akkoord. § 2. De erkenningsaanvraag bevat op straffe van niet-ontvankelijkheid : 1° de nodige documenten, statuten of ontwerpstatuten waaruit blijkt dat het organiserend bestuur hetzij een lager openbaar bestuur, een vzw of een universitaire instelling is; 2° een lijst van vrijwilligers met vermelding van hun naam, adres en geboortedatum; 3° het correspondentieadres met naam en telefoonnummer van de contactpersoon; 4° een verklaring dat de nodige verzekeringen werden afgesloten; 5° het adres van het consultatiebureau; 6° het plan van de lokalen op schaal 1/100 of 1/50; 7° de naam van de arts die in dienst zal worden genomen; Art. 17. § 1. Kind en Gezin stuurt na ontvangst van de aanvraag onverwijld een ontvangstmelding en laat weten of het dossier ontvankelijk is. § 2. Kind en Gezin bezoekt na toezending van het volledig dossier de lokalen en brengt het organiserend bestuur op de hoogte van eventuele op- en aanmerkingen. Het organiserend bestuur beschikt over maximum e´e´n maand vanaf de kennisname van die op- of aanmerkingen om een gemotiveerd antwoord hierop te formuleren. § 3. Uiterlijk 120 dagen na toezending van de ontvankelijke erkenningsaanvraag, neemt Kind en Gezin een gemotiveerde beslissing over de erkenning. De postdatum geldt als bewijs. Kind en Gezin brengt het organiserende bestuur daarvan per aangetekende brief op de hoogte. § 4. De erkenningsbeslissing bepaalt de ingangsdatum van de erkenning en het aantal zittingen. § 5. De erkenningsbeslissing kan voorwaardelijk zijn. In dat geval bevat ze e´e´n of meerdere voorwaarden die vo´o´r de ingangsdatum van de erkenning vervuld moeten zijn. Het organiserend bestuur brengt dan uiterlijk 1 maand vo´o´r ingangsdatum Kind en Gezin op de hoogte. Dat gaat na of aan de vermelde voorwaarden voldaan is. Indien dat niet zo is, kan Kind en Gezin de voorwaardelijke erkenningsbeslissing intrekken. De ingangsdatum van de erkenning kan evenwel op gemotiveerd verzoek van het organiserend bestuur e´e´nmalig worden uitgesteld. Kind en Gezin bepaalt in dat geval een nieuwe ingangsdatum. Het organiserend bestuur brengt opnieuw uiterlijk 1 maand vo´o´r de nieuwe ingangsdatum Kind en Gezin op de hoogte. Die gaat na of aan de vermelde voorwaarden voldaan is. Indien dit niet zo is, kan Kind en Gezin de erkenningsbeslissing intrekken. Art. 18. De erkenning geeft recht op subsidie¨ring conform artikel 3, § 2. Art. 19. § 1. De erkenning heeft een geldigheidsduur van maximum vijf jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum. Nadien is de erkenning telkens verlengbaar voor een maximumperiode van vijf jaar. § 2. Uiterlijk 90 dagen vo´o´r het verstrijken van de einddatum van de erkenning neemt Kind en Gezin een gemotiveerde beslissing over de verlenging van de erkenning en Kind en Gezin brengt het organiserend bestuur daarvan per aangetekende brief op de hoogte. Art. 20. De erkenning kan te allen tijde worden ingetrokken wanneer e´e´n of meer van de voor de erkenning vastgestelde voorwaarden niet meer vervuld zijn, of de door Kind en Gezin gegeven richtlijnen voor de uitvoering daarvan niet nageleefd worden.
8849
8850
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Kind en Gezin kan de erkenning onmiddellijk intrekken wanneer er ernstige redenen zijn die het normaal functioneren van het consultatiebureau of van het steunpunt in het gedrang brengen. Art. 21. Wanneer er elementen van het goedgekeurde dossier wijzigen, stelt het organiserende bestuur Kind en Gezin daarvan onmiddellijk schriftelijk in kennis. Art. 22. Kind en Gezin kan besluiten om een steunpunt tot consultatiebureau om te vormen indien op basis van de bezetting van de zittingen gedurende 4 kwartalen 2 zittingen per week georganiseerd kunnen worden. Kind en Gezin kan besluiten om een consultatiebureau tot steunpunt om te vormen indien op basis van het aantal aanmeldingen gedurende de 4 verstreken kwartalen minder dan 2 zittingen gerechtvaardigd waren. TITEL IV. — Beroepsprocedure Art. 23. Het organiserend bestuur of het kandidaat-organiserende bestuur kan beroep aantekenen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, tegen de volgende beslissingen : 1° de weigering en de intrekking van het principie¨le akkoord; 2° de weigering en de intrekking van de erkenning; 3° de weigering van verlenging van de erkenning; 4° de beslissing over de termijn van de erkenning of de verlenging van de erkenning. Art. 24. Het organiserend bestuur dient in dat geval op straffe van niet-ontvankelijkheid uiterlijk 15 kalenderdagen na kennisneming van een beslissing als bedoeld in artikel 23 en een gemotiveerd beroepschrift in bij de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, op het adres van de hoofdzetel van Kind en Gezin. Art. 25. Het beroepschrift bevat eveneens op straffe van niet-ontvankelijkheid de volgende elementen : 1° naam en adres van het organiserend bestuur; 2° datum van ontvangst van de betwiste beslissing; 3° een referte of kopie van de betwiste beslissing; 4° een uitvoerige motivering van het beroep; 5° naam en handtekening van de voorzitter van het organiserend bestuur; 6° datum van instelling van het beroep. Art. 26. De administratie van Kind en Gezin beslist binnen 15 dagen na ontvangst van het beroepschrift over de ontvankelijkheid van het beroep, motiveert die beslissing en brengt het organiserend bestuur daarvan onverwijld per aangetekende brief op de hoogte. Art. 27. § 1. Het beroep is schorsend. § 2. In afwijking op § 1 kan de administratie van Kind en Gezin bij een beroep tegen de intrekking van erkenning of de weigering van verlenging van de erkenning binnen 15 dagen na ontvangst van het beroepschrift beslissen dat het beroep geen schorsend karakter heeft. Die mogelijkheid wordt beperkt tot de gevallen waarbij een ernstig gevaar voor de veiligheid en de gezondheid van de clie¨nteel en medewerkers dreigt. § 3. Als besloten wordt dat het beroep niet schorsend is, verstuurt de administratie van Kind en Gezin de gemotiveerde beslissing onverwijld per aangetekende brief aan het organiserende bestuur. Art. 28. § 1. Overeenkomstig artikel 7 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden, bezorgt Kind en Gezin het ontvankelijke beroepschrift samen met het volledige administratieve dossier en eventuele verweermiddelen aan de commissie. Kind en Gezin bezorgt tegelijkertijd een kopie van het beroepschrift aan de minister. § 2. Het beroep wordt verder behandeld volgens de procedure, bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 15 september 1998 betreffende de adviserende beroepscommissie inzake gezins- en welzijnsaangelegenheden. TITEL V. — Subsidie¨ring Art. 29. Het consultatiebureau of steunpunt dat erkend is, ontvangt een forfaitaire subsidie, zoals hierna wordt bepaald. HOOFDSTUK I. — Eenmalige kosten Art. 30. § 1. Bij de erkenning wordt een e´e´nmalige subsidie toegekend voor de aansluiting van nutsvoorzieningen en de aanschaf van niet-medisch materiaal ten bedrage van 75.000 fr. Dat bedrag wordt niet geı¨ndexeerd. § 2. Kind en Gezin stelt het consultatiebureau of steunpunt bij de oprichting in het bezit van een basisuitrusting meubilair en van het medisch uitrustingsmateriaal overeenkomstig de door de Kind en Gezin goedgekeurde normen. § 3. Binnen het jaar na de erkenning kan Kind en Gezin de geleverde basisuitrusting terugvorderen, wanneer blijkt dat het consultatiebureau of steunpunt zijn activiteiten heeft stopgezet. HOOFDSTUK II. — Kosten voor de opleiding van de vrijwilligers Art. 31. Voor de vorming en opleiding van de vrijwilligers verleent Kind en Gezin een jaarlijkse subsidie, afhankelijk van het aantal wekelijkse zittingen. Die subsidie bedraagt per consultatiebureau of steunpunt 12.363 fr. Indien er meer dan twee zittingen per week worden georganiseerd, wordt deze subsidie per begonnen schijf van wekelijkse zittingen verhoogd met 1.030 fr. HOOFDSTUK III. — Functioneringskosten Art. 32. Kind en Gezin verleent vanaf de oprichting een subsidie voor de tegemoetkoming in de functioneringskosten, waaronder kosten voor huur en onderhoud van de lokalen, het verbruik van gas, water, stookolie en elektriciteit, telefoon, de medische verbruiksgoederen voor het consultatiebureau of steunpunt en voor het huisbezoek, verzekeringen en verplaatsingskosten van vrijwilligers alsmede afschrijvingskosten. Die subsidie bedraagt 52.746 fr. per maand op basis van minstens 5 zittingen per week. Bij minder dan 5 zittingen per week wordt dat bedrag in verhouding verminderd.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD HOOFDSTUK IV. — Kosten voor de medewerking van de artsen Art. 33. § 1. De subsidie voor de kosten voor medewerking van de artsen hangt af van het feit of de titularis-arts als bediende of als zelfstandige werkt. § 2. Voor de titularis-arts die zelfstandig is, wordt een forfaitaire subsidie verleend van 1.189 fr. per uur, om te zetten in een honorarium. De arts dient een honorarium te ontvangen dat minstens met dat bedrag overeenkomt. Ook de prestaties vooropleiding, vorming en regioteamoverleg, zoals opgelegd door Kind en Gezin, worden tegen de forfaitaire subsidie, genoemd in het eerste lid, vergoed. § 3. Voor de titularis-arts die bediende is, wordt per consultuur een subsidie verleend van 1/1405 van het jaarbedrag zoals hierna bepaald. De prestaties voor opleiding, vorming en regioteamoverleg, zoals opgelegd door Kind en Gezin, worden niet afzonderlijk vergoed. Het jaarbedrag, genoemd in het eerste lid, bestaat uit : 1° een brutojaarloon voor voltijdse dienst volgens de salarisschalen in bijlage 1, gevoegd bij dit besluit, rekening houdend met de ancie¨nniteit van de titularis-arts zoals bepaald in artikel 34; 2° de werkgeversbijdrage in het kader van de sociale zekerheid van de werknemers die jaarlijks door Kind en Gezin wordt herzien; 3° 2 % van dat brutoloon forfaitair voor de werkelijke lasten buiten de RSZ; 4° vakantiegeld, zijnde 89,75 % van 1/12 van het hierboven genoemde bruto jaarloon; 5° eindejaarsuitkering, zijnde een door Kind en Gezin bepaald geı¨ndexeerd forfaitair bedrag (voor 1997 : 9.871 fr.), vermeerderd met 2,5 % van het hierboven genoemde bruto jaarloon en vermeerderd met de hierboven genoemde werkgeversbijdrage waarop eveneens 2 %, forfaitair voor de werkelijke lasten buiten de RSZ. § 4. Voor een vervangende arts, zowel bediende als zelfstandige, wordt een forfaitaire subsidie van 1.189 fr. per uur verleend, om te zetten in het honorarium voor de vervangende arts. Bij een vervanging wegens ziekte van een titularis-arts die bediende is, wordt gedurende de eerste 30 dagen ziekteverlof niet alleen de vervangende arts maar ook de titularis-arts gesubsidieerd. HOOFDSTUK V. — Ancie¨nniteitsberekening Art. 34. § 1. Voor een arts met bediendecontract worden voorafgaande prestaties vo´o´r 1 januari 1996 gevaloriseerd wanneer het gaat om : 1° prestaties die in een door Kind en Gezin erkende instelling zijn geleverd. Daarbij wordt e´e´n jaar gelijkgesteld met 90 zittingen; 2° prestaties als bediende die gezien kunnen worden als nuttige ervaring. De prestaties dienen door de betrokken arts te worden bewezen. § 2. Een arts met bediendecontract bouwt een jaarlijkse ancie¨nniteit op vanaf de datum van de werkelijke indiensttreding, onafhankelijk van het feit of hij deeltijdse of voltijdse prestaties levert. HOOFDSTUK VI. — Indexering en uitbetaling van subsidies Art. 35. § 1. De bedragen, opgenomen in bijlage 1, gevoegd bij dit besluit zijn uitgedrukt tegen 100 % op basis van spilindex 102,02. Ze worden geı¨ndexeerd overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 2. De andere subsidiebedragen, vermeld in dit besluit, met uitzondering van het in artikel 30, § 1, vermelde bedrag, worden jaarlijks, en voor het eerst op 1 januari 2000, gekoppeld aan het indexcijfer dat berekend en benoemd wordt voor de toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 om het concurrentievermogen te vrijwaren. Overeenkomstig artikel 15, § 2, van het decreet van 6 juli 1994 houdende begeleiding van de aanpassing van de algemene-uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 1994, volgen de subsidiebedragen voor werkingsmiddelen slechts voor 75% de ontwikkeling van het prijsindexcijfer, tenzij een ander percentage bepaald wordt door de Vlaamse regering. Art. 36. § 1. Per kwartaal, en uiterlijk op het einde van de eerste maand van het betreffende kwartaal keert Kind en Gezin voorschotten uit op voorwaarde dat het organiserende bestuur vo´o´r de 15de van de maand, volgend op het verstreken kwartaal, het activiteitenverslag van het desbetreffende kwartaal aan Kind en Gezin overlegt. Het bedrag van die voorschotten wordt vastgelegd op maximum e´e´n vierde van 90% van de geraamde, jaarlijkse subsidiabele kosten. § 2. De subsidies worden definitief vastgelegd door het bepalen van een regularisatiebedrag, na het kalenderjaar waarin de voorschotten, bedoeld in § 1, van het consultatiebureau of steunpunt werden uitgekeerd op overleggen van door de Kind en Gezin voorgeschreven staten. Art. 37. § 1. Het consultatiebureau of steunpunt is gesloten op de wettelijke feestdagen, op 11 juli, 2 november, 15 november en 26 december alsook tussen 26 december en 1 januari ter compensatie van de voornoemde dagen die in het weekend vallen. Daarenboven is het consultatiebureau of steunpunt jaarlijks 1 week gesloten. De datum is vrij te bepalen. De zittingen die op bovengenoemde dagen zouden plaatshebben, vervallen, evenals de middag- en avondzitting op 24 december. De zittingen die vallen op 24 december (namiddag en avond) en tussen 26 december en 1 januari kunnen vervangen worden indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1° Het gemiddeld aantal aanmeldingen per zitting in het tweede en derde kwartaal bedraagt een door Kind en Gezin vastgelegd minimum. 2° Er mogen maximum twee vervangende zittingen worden georganiseerd.
8851
8852
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 3° De vervangende zittingen moeten worden georganiseerd in de periode vanaf 1 december tot en met 24 december (voormiddag). 4° De vervangende zittingen moeten worden gepland in overleg met de regioverpleegkundige en de regioteamverantwoordelijke. Wanneer de arts op andere dagen dan vermeld in het eerste en het tweede lid afwezig is, moet hij worden vervangen door een arts van de kandidatenlijst van Kind en Gezin. § 2. Elke andere zitting die niet plaatsvindt, of plaatsvindt zonder arts, geeft aanleiding tot subsidievermindering : de subsidie per maand wordt gedeeld door het aantal zittingen dat in die maand had moeten plaatsvinden en vermenigvuldigd met het aantal zittingen dat effectief heeft plaatsgehad. TITEL VI. — Boekhouding en controle Art. 38. De boekhouding van het organiserende bestuur van een consultatiebureau of steunpunt volgt de richtlijnen van Kind en Gezin. Art. 39. § 1. Het organiserend bestuur legt per kwartaal een activiteitenverslag over aan Kind en Gezin. Dat verslag wordt opgesteld volgens de richtlijnen van Kind en Gezin en het wordt overgelegd binnen de in artikel 36, § 1, beschreven termijn. § 2. Kind en Gezin houdt toezicht op de besteding van de subsidies door het organiserende bestuur van het consultatiebureau of steunpunt. Daartoe hebben de ambtenaren van Kind en Gezin, die daarvoor zijn aangewezen, toegang tot de boekhouding en tot alle relevante documenten. Art. 40. § 1. De aangewezen ambtenaren van Kind en Gezin hebben toegang tot de lokalen van het consultatiebureau of steunpunt op elk moment van de zitting. Zij kunnen ter plaatse alle documenten inzien en informatie inwinnen, zowel bij de personen die bij de werking van het consultatiebureau of steunpunt betrokken zijn als bij de clie¨nten. De conclusies van het bezoek worden aan het organiserende bestuur meegedeeld. § 2. De medische kwaliteitscoo¨rdinatoren van Kind en Gezin staan in voor de kwaliteitsbewaking en –bevordering van de medische prestaties in de consultatiebureaus en de steunpunten. Ze delen hun bevindingen aan het organiserende bestuur mee, met uitzondering van de gegevens die onder het medische beroepsgeheim vallen. TITEL VII. — Steunpuntenwerking HOOFDSTUK I. — Algemene bepalingen Art. 41. Een steunpunt kan worden opgericht door een erkend consultatiebureau uit dezelfde of aanpalende regio, wanneer de doelgroep te klein is om de vestiging van een consultatiebureau te rechtvaardigen, maar toch de nood aan een georganiseerd aanbod van preventieve zorg wordt aangevoeld. HOOFDSTUK II. — Procedure Art. 42. De procedure tot oprichting van een steunpunt, de erkenning, de intrekking van de erkenning en de beroepsprocedure gebeuren overeenkomstig de in titel III en IV beschreven bepalingen, met uitzondering van de regels over de kandidaat-organiserende besturen. Voor de oprichting van een steunpunt kunnen enkel de organiserende besturen van dezelfde of de aanpalende regio zich kandidaat stellen en daarover worden aangeschreven. Voor de lagere openbare besturen die functioneren als organiserend bestuur, kan enkel het organiserende bestuur van de betrokken gemeente zich kandidaat stellen en worden aangeschreven. HOOFDSTUK III. — Werking Art. 43. Op de normen van lokalen, technische uitrusting, meubilair en materialen kunnen volgens de richtlijnen van Kind en Gezin beperkte afwijkingen worden toegestaan t.o.v. de normen die gelden voor de consultatiebureaus. HOOFDSTUK IV. — Subsidie¨ring Art. 44. De subsidie¨ring van de steunpunten gebeurt overeenkomstig de bepalingen van Titel V van dit besluit. TITEL VIII. — Specifieke bepalingen voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest Art. 45. In afwijking van artikel 10, § 1, wordt het minimumaantal zittingen voor een consultatiebureau of steunpunt, gelegen in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, bepaald op 1 zitting of beperkte zitting per week. Daar worden avondzittingen (tussen 17 en 21 uur) en dagzittingen afgewisseld. Daarop kunnen enkel uitzonderingen worden gemaakt naargelang de doelgroep en met toestemming van Kind en Gezin. Art. 46. In afwijking van artikel 7, § 6, kunnen de minimumprestaties van de arts in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest gespreid worden over meer erkende consultatiebureaus en steunpunten. Art. 47. In afwijking van artikel 30, § 1, worden de steunpunten, opgericht in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, niet voor e´e´nmalige kosten vergoed. TITEL IX. — Slotbepalingen Art. 48. § 1. In afwijking van artikel 7, § 2, geldt de voorwaarde voor een aanvullend certificaat voor huisartsen niet voor de artsen die kunnen aantonen dat zij op 1 januari 1996 een nuttige ervaring van ten minste 2 jaar in een consultatiebureau van Kind en Gezin hadden, indien minstens e´e´n wekelijkse zitting werd waargenomen, en van vijf jaar indien minstens e´e´n maandelijkse zitting werd waargenomen. § 2. De artsen leggen een geschreven verklaring op erewoord af dat zij voldoen aan de voorwaarden van § 1. Art. 49. In afwijking van artikel 7, § 5, geldt die beperking niet voor de artsen die op 1 januari 1996 reeds werkzaam waren in een consultatiebureau of er ten minste op 1 januari 1995 waren tewerkgesteld.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 50. Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999. Art. 51. De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit. Brussel, 18 december 1998. De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS
BIJLAGE I Tabel van de salarisschalen van de artsen Salarisschaal 2 De ancie¨nniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar Ancie¨nniteit
Bedragen
0
1.107.625
1
1.134.444
2
1.161.264
3
1.188.083
5
1.235.029
7
1.281.974
Salarisschaal 1 De ancie¨nniteit wordt opgebouwd vanaf de leeftijd van 24 jaar 9
1.458.482
11
1.515.840
13
1.573.199
15
1.630.556
17
1.687.915
19
1.745.273
21
1.802.631
23
1.856.989
25
1.917.348
De artsen gaan na 9 jaar ancie¨nniteit over van salarisschaal 2 naar salarisschaal 1. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van 18 december 1998 tot bepaling van de voorwaarden en de procedureregels inzake erkenning en subsidie¨ring van de consultatiebureaus voor het jonge kind. Brussel, 18 december 1998. De minister-president van de Vlaamse regering, L. VAN DEN BRANDE De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, L. MARTENS
TRADUCTION F. 99 — 791 [C − 99/35266] 18 DECEMBRE 1998. — Arreˆte´ du Gouvernement flamand fixant les conditions et les re`gles proce´durales relatives a` l’agre´ment et au subventionnement des bureaux de consultations pour le jeune enfant Le Gouvernement flamand, Vu le de´cret du 29 mai 1984 portant cre´ation de l’organisme ″Kind en Gezin″ (Enfance et Famille), modifie´ par les de´crets des 3 mai 1989, 23 février 1994, 24 juin 1997 et 7 juillet 1998; Vu l’avis du Conseil d’administration de ″Kind en Gezin″, donne´ le 28 octobre 1998; Vu l’accord du Ministre flamand charge´ du budget, donne´ le 10 décembre 1998; Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonne´es le 12 janvier 19973, notamment l’article 3, § 1er, modifie´ par les lois des 4 juillet 1989 et 4 août 1996; Vu l’urgence; Conside´rant qu’il est indispensable pour le bon fonctionnement des pouvoirs organisateurs des bureaux de consultation de l’assistance pre´ventive a` l’enfance, que ces derniers soient informe´s sans tarder du mode de subventionnement a` compter du 1er janvier 1999;
8853
8854
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Sur la proposition du Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l’Aide sociale; Apre`s en avoir de´libe´re´, Arreˆte : TITRE Ier. — De´finitions et dispositions ge´ne´rales Article 1er. Pour l’application du pre´sent arreˆte´, on entend par : 1° bureau de consultation : structure organisant des consultations me´dicales, psychosociales et pe´dagogiques pre´ventives pour enfants de 6 ans et moins, et leurs familles, suivant le programme et les directives de ″Kind en Gezin″; 2° antenne : section d’un bureau de consultation situe´e dans un autre lieu qui organise moins de se´ances et/ou des se´ances restreintes mais qui dispense le meˆme offre de soins; 3° point de service : un bureau de consultation ou une antenne; 4° se´ance : la dure´e pre´vue par ″Kind en Gezin″ pour l’organisation de la pre´vention dans le point de service; 5° se´ance restreinte : la dure´e pre´vue pour l’organisation de consultations dans les antennes en Re´gion flamande et dans les points de service en Re´gion de Bruxelles-Capitale. Ce te dure´e est fixe´e par ″Kind en Gezin″; 6° re´gion : zone constitue´e en tout ou en partie d’une ou plusieurs communes limitrophes et qui est de´limite´e par ″Kind en Gezin″ sur la base notamment, du nombre de naissances, des conditions locales et de l’organisation des services sur place; 7° be´ne´vole : be´ne´vole dans le sens du de´cret du 23 mars 1994 relatif au be´ne´volat organise´ dans le secteur de l’aide sociale et de la sante´; 8° me´decin titulaire : me´decin qui assure normalement les consultations me´dicales au bureau de consultation ou a` l’antenne; 9° me´decin remplac¸ant : me´decin qui assure les consultations me´dicales au bureau de consultation ou a` l’antenne en l’absence du me´decin titulaire; 10° infirmier de re´gion : membre du personnel de ″Kind en Gezin″ charge´ de l’accompagnement psychosocial et pe´dagogique des jeunes enfants et de leurs familles dans une re´gion de´termine´e; 11° collaborateur interculturel : membre du personnel de ″Kind en Gezin″, engage´ pour accomplir des missions comple´mentaires et spe´cifiques en faveur des immigre´s; 12° expert du ve´cu : membre du personnel de ″Kind en Gezin″, engage´ pour accomplir des missions comple´mentaires et spe´cifiques en faveur des personnes de´favorise´es; 13° coordonnateur de la qualite´ me´dicale : me´decin de ″Kind en Gezin″ charge´ du controˆle de la qualite´ et de la promotion de l’offre de soins me´dico-pre´ventifs; 14° Colle`ge me´dical : organe me´dical consultatif et de´cideur de ″Kind en Gezin″ qui a e´galement qualite´ de chambre de´ontologique; 15° accord de principe : de´cision de ″Kind en Gezin″ autorisant la cre´ation d’un bureau de consultation ou d’une antenne dans une re´gion de´termine´e; 16° agre´ment : de´cision de ″Kind en Gezin″ qui sanctionne l’accord de principe et qui ouvre le droit au subventionnement des activite´s d’un bureau de consultation ou d’une antenne; 17° prolongation de l’agre´ment : de´cision de ″Kind en Gezin″ prolongeant l’agre´ment pour un de´lai de´termine´; 18° visite : toute visite d’un enfant a` un point de service pour une consultation infirmie`re et/ou me´dicale. Art. 2. § 1er. Les bureaux de consultation et les antennes sont agre´e´s dans la mesure ou` elles re´pondent aux conditions prescrites au titre II du pre´sent arreˆte´. § 2. L’agre´ment par ″Kind en Gezin″ est re´gi par la proce´dure de´crite au titre III du pre´sent arreˆte´. Art. 3. § 1er. Les bureaux de consultation et les antennes agre´e´s sont subventionne´s conforme´ment aux dispositions du titre V du pre´sent arreˆte´. § 2. Les subventions accorde´es par ″Kind en Gezin″ sont limite´es aux cre´dits budge´taires disponibles. TITRE II. — Conditions d’agre´ment CHAPITRE Ier. — Ge´ne´ralite´s Art. 4. Le bureau de consultation ou l’antenne est organise´ et ge´re´ par un pouvoir organisateur. Peuvent agir en cette qualite´ : les administrations publiques subordonne´es, les e´tablissements universitaires ou les associations sans but lucratif. Art. 5. § 1er. Le pouvoir organisateur respecte pleinement les convictions ide´ologique, philosophique et religieuse des personnes et associations auxquelles il s’adresse. Il veille notamment a` ce que les locaux du bureau de consultation ou de l’antenne soient ressenti par la cliente`le comme neutre. § 2. Le pouvoir organisateur veille a` ce que soit respecte´ les protocoles conclus avec ″Kind en Gezin″, qui de´finissent la coope´ration des divers collaborateurs. § 3. Le pouvoir organisateur re´pond de la gestion des informations qu’il recueille au sein du bureau de consultation pour le compte de ″Kind en Gezin″. Il veille sur leur confidentialite´ et leur conservation, conforme´ment aux directives de ″Kind en Gezin″. Si ″Kind en Gezin″ en fait la demande, il lui transmet ces donne´es suivant les dispositions des protocoles applicables en la matie`re. CHAPITRE II. — Les collaborateurs er
Art. 6. § 1 . Le pouvoir organisateur assure la collaboration des be´ne´voles dont au moins deux sont pre´sents par se´ance. Les be´ne´voles veillent au bon de´roulement de la se´ance et a` la promotion du bureau de consultation ou de l’antenne.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Le pouvoir organisateur et ″Kind en Gezin″ de´finissent de concert, la dure´e et la fre´quence et l’ampleur de la collaboration. Le pouvoir organisateur assure la formation, l’assistance et l’accompagnement professionnels des be´ne´voles. § 2. Le be´ne´vole est majeur, assurable et posse`de, conforme´ment au chapitre IV du de´cret du 29 mai 1984 portant cre´ation de ″Kind en Gezin″, une connaissance profonde du ne´erlandais. Il remet au pouvoir organisateur une attestation qui confirme son bon e´tat de sante´ ge´ne´ral aux fins de l’accomplissement de ses taˆches. Art. 7. § 1er. Le pouvoir organisateur de´signe un me´decin qu’il choisit sur une liste de candidats mise a` disposition par ″Kind en Gezin″. A cet effet, les me´decins peuvent poser une candidature permanente. § 2. Le me´decin candidat doit re´pondre aux conditions suivantes : 1° Il est porteur d’un diploˆme de´livre´ par une universite´ ne´erlandophone des disciplines suivantes : me´decin ou docteur en me´decine, chirurgie et accouchements, spe´cialise´ en soins de sante´ pour jeunes, ″me´decin-hygie´niste″, orientation me´decine scolaire, ou avec une formation comple´mentaire similaire, ou me´decin spe´cialiste en pe´diatrie. 2° Il doit avoir une bonne sante´ ge´ne´rale pour l’accomplissement de sa mission; 3° Il doit posse´der ses droits politiques et civils. Si le me´decin n’est pas porteur du diploˆme comple´mentaire en soins de sante´ pour jeunes, tel que vise´ a` l’aline´a premier, 1°, a), il dispose de quatre ans pour obtenir ce certificat, a` compter de la date ou` son nom figure la liste des candidats. Si le diploˆme n’a pas e´te´ de´cerne´ par une universite´ ne´erlandophone, telle que vise´e a` l’aline´a premier, 1°, le me´decin doit justifier de sa connaissance profonde du ne´erlandais en re´ussissant l’examen linguistique organise´ par le Secre´tariat permanent de recrutement. § 3. Le me´decin qui se porte candidat a` ″Kind en Gezin″, transmet a` ce dernier son diploˆme. § 4. Si le me´decin est lie´ au pouvoir organisateur par un contrat d’entreprise, il doit avoir contracte´ une assurance responsabilite´. § 5. Le me´decin n’a pas de cabinet prive´ de me´decine curative dans la meˆme commune que celle ou` est e´tabli le bureau de consultation ou l’antenne, a` l’exception des communes de Gand, Anvers et Bruxelles (19 communes). § 6. Chaque bureau de consultation compte un me´decin titulaire qui tient au moins deux se´ances par semaine. Ce minimum ne s’applique pas aux antennes et aux se´ances supple´mentaires dans un bureau de consultation. § 7. Chaque me´decin doit en outre eˆtre disponible pour des formations obligatoires supple´mentaires et des concertations. Les dates et les heures des se´ances sont fixe´es de concert par le pouvoir organisateur et ″Kind en Gezin″. § 8. Le me´decin assure les consultations me´dicales suivant le programme et les directives de ″Kind en Gezin″. Le me´decin accomplit sa mission pre´ventive dans le respect de la de´ontologie me´dicale, notamment quant a` la se´paration entre les soins curatifs et la pre´vention. § 9. Le me´decin participe aux actions mises sur pied par ″Kind en Gezin″ dans le cadre de la politique me´dico-pre´ventive. Il assiste aux se´ances de formation et de concertation organise´es ou approuve´es par ″Kind en Gezin″. Il suit les recommandations et les avis donne´s par ″Kind en Gezin″. § 10. Le Colle`ge me´dical de ″Kind en Gezin″ veille au respect des conditions e´nonce´es aux §§ 8 et 9 et il peut, apre`s avis du pouvoir organisateur inte´resse´, rayer le me´decin de la liste des candidats en cas de non-respect. § 11. La collaboration de l’infirmier de re´gion, du collaborateur interculturel et de l’expert du ve´cu aux activite´s du bureau de consultation ou de l’antenne s’effectue dans le respect des directives de ″Kind en Gezin″ et des protocoles conclus suivant l’art. 5, § 2. CHAPITRE III. — Assurance Art. 8. Outre les assurances le´galement obligatoires, le pouvoir organisateur contracte les assurances suivantes : 1° la responsabilite´ civile du pouvoir organisateur; 2° la responsabilite´ civile de chaque be´ne´vole ou de toute autre personne, a` l’exception des me´decins lie´s par un contrat d’entreprise, qui exercent une activite´ dans le cadre du bureau de consultation ou de l’antenne, moyennant autorisation explicite du pouvoir organisateur. Cette assurance couvre les dommages cause´s aux tiers (clients, personnes occasionnellement pre´sentes) qui de´coulent des activite´s du bureau de consultation ou de l’antenne. 3° les dommages corporels subis par les be´ne´voles au cours des activite´s du bureau de consultation ou de l’antenne ainsi que sur le chemin vers et de ce lieu; 4° une police d’assurance contre l’incendie pour l’immeuble et le mobilier, comple´te´e par une assurance contre les de´gaˆts d’eau, soit en tant que proprie´taire, soit en tant qu’utilisateur ou locataire. Les be´ne´voles doivent eˆtre conside´re´s entr’eux comme des tiers, tels que vise´s a` l’aline´a premier, 2°. CHAPITRE IV. — Fonctionnement Art. 9. Le bureau de consultation ou l’antenne est organise´ dans des locaux situe´s en lieu suˆr, facilement accessibles et clairement indique´s. Ils consistent au minimum en une entre´e pouvant abriter des voitures d’enfant, des sanitaires, une salle d’attente pouvant faire office de cabine de de´shabillage et de local de re´union, le cabinet me´dical et le cabinet de l’infirmier de re´gion. A la demande de ″Kind en Gezin″, le pouvoir organisateur affiche au bureau de consultation ou a` l’antenne les e´le´ments et/ou logos d’identification. Art. 10. § 1er. En fonction de la cliente`le, ″Kind en Gezin″ de´termine le nombre de se´ances attribue´es a` un bureau de consultation ou a` une antenne. Le nombre minimum de se´ances pour un bureau de consultation s’e´le`ve a` deux. L’antenne organise au moins 1 se´ance par semaine. La conversion en un bureau de consultation se fait suivant l’article 22 du pre´sent arreˆte´.
8855
8856
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Tant pour les bureaux de consultation que pour les antennes, il y a une alternance entre les se´ances du soir (entre 17 et 21 heures) et les se´ances de jour. Des exceptions sont possibles en fonction du groupe cible et moyennant l’autorisation de ″Kind en Gezin″. § 2. Par se´ance, une double consultation est pre´vue chez le me´decin et chez l’infirmier de re´gion. Les consultations se tiennent sur rendez-vous et suivant le programme e´tabli par ″Kind en Gezin″. Dans les cas de´termine´s par ″Kind en Gezin″, il peut eˆtre fait appel a` des collaborateurs interculturels et des experts du ve´cu. § 3. Chaque bureau de consultation ou antenne a un re`glement inte´rieur qui informe les parents et les e´ducateurs sur la faculte´ d’introduire une plainte aupre`s du service de me´diation de ″Kind en Gezin″. ″Kind en Gezin″ peut donner des instructions en la matie`re. Art. 11. ″Kind en Gezin″ peut augmenter et re´duire le nombre de se´ances d’un bureau de consultation ou d’une antenne sur la base du nombre d’enfants inscrits et du nombre de visites au point de service inte´resse´, compte tenu des minimums et maximums prescrits a` l’art. 10, § 1er. TITRE III. — Procedure CHAPITRE Ier. — L’accord de principe Art. 12. § 1er. La de´cision de cre´er dans une re´gion de´termine´e un bureau de consultation, est prise par ″Kind en Gezin″, d’initiative ou sur demande motive´e d’un candidat pouvoir organisateur. § 2. Cette de´cision est communique´e par e´crit a` tous les pouvoirs organisateurs qui sont actifs dans la re´gion et au candidat pouvoir organisateur, cite´ au § 1er. Seules les administrations publiques subrde la commune inte´resse´e en sont informe´es. § 3. Les pouvoirs organisateurs inte´resse´s peuvent ensuite se porter candidat, dans un de´lai fixe´ par ″Kind en Gezin″, a` la cre´ation et la gestion d’un bureau de consultation ou d’une antenne en lui envoyant une demande d’accord de principe. § 4. La demande d’accord de principe doit eˆtre transmis au pouvoir organisateur par ″Kind en Gezin″ et mentionne, sous peine d’irrecevabilite´, les donne´es suivantes : 1° l’identite´ du ou des demandeurs; 2° le pouvoir organisateur; 3° toutes les donne´es sur l’opportunite´ de l’initiative, notamment les donne´es socio-e´conomiques, le lieu d’implantation ou la circonscription territoriale, la date probable de de´marrage, une estimation des besoins en se´ances et un aperc¸u des structures existantes dans la re´gion. Art. 13. § 1er. ″Kind en Gezin″ transmet sans de´lai, apre`s re´ception de la demande, un accuse´ de re´ception et fait savoir si le dossier est complet ou non. § 2. ″Kind en Gezin″ prend dans les 90 jours de la re´ception du dossier complet, une de´cision motive´e sur la demande et notifie imme´diatement cette de´cision au candidat pouvoir organisateur. Art. 14. § 1er. L’accord de principe contient une estimation du nombre de se´ances par semaine et mentionne la date d’octroi d’agre´ment le plus toˆt et la dure´e de validite´ de l’accord de principe. § 2. Le bureau de consultation ne peut pas organiser des consultations sur la base de l’accord de principe. § 3. L’accorde de principe ne donne pas droit a` l’agre´ment et au subventionnement du bureau de consultation. Art. 15. § 1er. En cas de modification de la demande, ″Kind en Gezin″ doit en eˆtre informe´ par e´crit sans tarder. § 2. ″Kind en Gezin″ peut retirer l’accord de principe : 1° en cas de modification radicale de la demande; 2° a` la demande du pouvoir organisateur. CHAPITRE II. — Agre´ment Art. 16. .§ 1er. Le pouvoir organisateur adresse la demande d’agre´ment par lettre recommande´e a` ″Kind en Gezin″ pendant la dure´e de validite´ de l’accord de principe. § 2. La demande d’agre´ment contient sous peine d’irrecevabilite´ : 1° les documents, statuts ou projets de statuts ne´cessaires faisant apparaıˆtre que le pouvoir organisateur est, soit une administration publique subordonne´e, soit une ASBL ou un e´tablissement universitaire; 2° une liste de be´ne´voles avec mention de leurs noms, adresses et dates de naissance; 3° l’adresse de correspondance avec le nom et le nume´ro de te´le´phone de la personne a` contacter; 4° une de´claration que les assurances ne´cessaires ont e´te´ conclues; 5° l’adresse du bureau de consultation; 6° le plan des locaux a` l’e´chelle 1/100 ou 1/50; 7° le nom du me´decin qui sera engage´; Art. 17. § 1er. ″Kind en Gezin″ envoie sans tarder, de`s re´ception de la demande, un accuse´ de re´ception et fait savoir si le dossier est recevable. § 2. ″Kind en Gezin″ visite les locaux apre`s la transmission du dossier complet et informe le pouvoir organisateur d’e´ventuelles remarques et observations. Le pouvoir organisateur dispose d’un mois au maximum a` compter de la re´ception des remarques et observations, pour formuler une re´ponse motive´e. § 3. Au plus tard 120 jours de la re´ception de la demande d’agre´ment recevable, ″Kind en Gezin″ prend une de´cision motive´e sur cette dernie`re. La date de la poste tient lieu de preuve. ″Kind en Gezin″ en informe par lettre recommande´e le pouvoir organisateur. § 4. La de´cision d’agre´ment de´termine la date d’effet de l’agre´ment et le nombre de se´ances.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD § 5. La de´cision d’agre´ment peut eˆtre conditionnelle. Dans ce cas, elle comporte une ou plusieurs conditions qui doivent eˆtre remplies avant la date d’effet de l’agre´ment. Le pouvoir organisateur en informe ″Kind en Gezin″ au plus tard 1 mois avant la date d’effet. Ce dernier ve´rifie s’il est satisfait aux conditions pose´es. Si tel n’est pas le cas, ″Kind en Gezin″ peut retirer la de´cision d’agre´ment conditionnelle. Sur la demande motive´e du pouvoir organisateur, la date d’effet de l’agre´ment peut eˆtre remise une fois. ″Kind en Gezin″ de´termine dans ce cas la nouvelle date d’effet. Le pouvoir organisateur en informe a` nouveau ″Kind en Gezin″ au plus tard 1 mois avant la nouvelle date d’effet. Celui-ci ve´rifie s’il est satisfait aux conditions pose´es. Si tel n’est pas le cas, ″Kind en Gezin″ peut retirer la de´cision d’agre´ment. Art. 18. L’agre´ment ouvre droit aux subventions, conforme´ment a` l’article 3, § 2. Art. 19. § 1er. L’agre´ment a une dure´e de validite´ de cinq ans au maximum, a` compter de la date d’effet. Par apre`s, l’agre´ment est chaque fois renouvelable pour une pe´riode maximale de cinq ans. § 2. Au plus tard 90 jours avant l’expiration de l’agre´ment, ″Kind en Gezin″ prend une de´cision motive´e sur la prolongation de l’agre´ment et il en informe le pouvoir organisateur par lettre recommande´e. Art. 20. L’agre´ment peut eˆtre retire´ a` tout moment lorsqu’une ou plusieurs des conditions d’agre´ment ne sont plus respecte´es ou les directives donne´es par ″Kind en Gezin″ pour leur exe´cution ne sont pas suivies. ″Kind en Gezin″ peut retirer imme´diatement l’agre´ment lorsqu’il existe des raisons graves compromettant le fonctionnement normal du bureau de consultation ou de l’antenne. Art. 21. En cas de modification du dossier approuve´, le pouvoir organisateur en informe par e´crit ″Kind en Gezin″ sans tarder. Art. 22. ″Kind en Gezin″ peut de´cider de transformer le bureau de consultation en antenne si, sur la base de l’occupation des se´ances au cours de 4 trimestres, 2 se´ances peuvent eˆtre organise´es par semaine. ″Kind en Gezin″ peut de´cider de transformer un bureau de consultation en antenne, si, sur la base du nombre de visites au cours des 4 trimestres e´coule´s, moins de 2 se´ances e´taient justifie´es. TITRE IV. — Procédure de recours Art. 23. Le pouvoir organisateur ou le candidat pouvoir organisateur peut exercer un recours aupre`s du Ministre flamand charge´ de l’assistance aux personnes, contre les de´cisions suivantes : 1° 2° 3° 4°
le le le la
refus et le retrait de l’accord de principe; refus et le retrait de l’agre´ment; refus de la prolongation de l’agre´ment; de´cision sur le de´lai de l’agre´ment ou la prolongation de l’agre´ment.
Art. 24. Le pouvoir organisateur adresse dans ce cas, sous peine d’irrecevabilite´, un recours motive´ au Ministre flamand charge´ de l’assistance aux personnes, a` l’adresse du sie`ge principal de ″Kind en Gezin″, au plus tard dans les 15 jours calendaires de la re´ception de la de´cision vise´e a` l’article 23. Art. 25. Le recours contient e´galement les e´le´ments suivants, sous peine d’irrecevabilite´ : 1° 2° 3° 4° 5° 6°
le nom et l’adresse du pouvoir organisateur; la date de re´ception de la de´cision attaque´e; une re´fe´rence ou une copie de la de´cision attaque´e; une motivation circonstancie´e du recours; le nom et la signature du pre´sident du pouvoir organisateur; la date d’exercice du recours.
Art. 26. L’administration de ″Kind en Gezin″ statue dans les 15 jours de la re´ception du recours, sur la recevabilite´ de ce dernier, motive sa de´cision et en informe le pouvoir organisateur sans tarder par lettre recommande´e. Art. 27. § 1er. Le recours est suspensif. § 2. Par de´rogation au § 1er, l’administration de ″Kind en Gezin″ peut, en cas de recours contre le retrait de l’agre´ment ou le refus de la prolongation de l’agre´ment de´cider dans les 15 jours de la re´ception du recours, que ce dernier n’est pas suspensif. Cette faculte´ se limite aux cas ou` la se´curite´ et la sante´ de la cliente`le et des collaborateurs risquent d’eˆtre gravement compromises. § 3. S’il est de´cide´ que le recours n’est pas suspensif, l’administration de ″Kind en Gezin″ transmet la de´cision motive´e imme´diatement par lettre recommande´e au pouvoir organisateur. Art. 28. § 1er. Conforme´ment a` l’article 7 de l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 15 septembre 1998 relatif a` la commission consultative d’appel pour les questions de la famille et de l’aide sociale, ″Kind en Gezin″ transmet a` la commission le recours recevable et le dossier administratif complet ainsi que d’e´ventuels moyens de de´fense. ″Kind en Gezin″ fait en meˆme temps parvenir au Ministre un copie du recours. § 2. Le recours est traite´ suivant la proce´dure, vise´e a` l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 15 septembre 1998 relatif a` la commission consultative d’appel pour les questions de la famille et de l’aide sociale. TITRE V. — Subventionnement Art. 29. Le bureau de consultation ou l’antenne qui est agre´e´, be´ne´ficie d’une subvention forfaitaire tel que de´finie ci-apre`s : CHAPITRE Ier. — Frais uniques Art. 30. § 1er. Une subvention unique est accorde´e a` l’agre´ment pour le raccordement aux services d’utilite´ publique et l’acquisition de mate´riel non me´dical a` concurrence de 75.000 F. Ce montant n’est pas indexe´. § 2. ″Kind en Gezin″ met a` disposition du bureau de consultation ou de l’antenne, a` l’occasion de leur cre´ation, un e´quipement mobilier de base et du mate´riel me´dical, conforme´ment aux normes approuve´es par ″Kind en Gezin″.
8857
8858
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD § 3. ″Kind en Gezin″ peut re´cupe´rer l’e´quipement de base dans un an suivant l’agre´ment, lorsqu’il appert que le bureau de consultation ou l’antenne a cesse´ ses activite´s. CHAPITRE II. — Frais de formation des be´ne´voles Art. 31. L’instruction et la formation des be´ne´voles sont subventionne´s annuellement par ″Kind en Gezin″, en fonction du nombre de se´ances hebdomadaires. Cette subvention est de 12.363 F par bureau de consultation ou antenne. S’il y a plus de deux se´ances par semaine, la subvention est majore´e de 1.030 F par tranche entame´e des se´ances hebdomadaires. CHAPITRE III. — Frais de fonctionnement Art. 32. ″Kind en Gezin″ alloue de`s la cre´ation une intervention dans les frais de fonctionnement couvrant les frais de location et d’entretien des locaux, la consommation de gaz, d’eau, de mazout et d’e´lectricite´, le te´le´phone, les biens de consommation me´dicaux pour le bureau de consultation ou l’antenne, les visites domiciliaires, les assurances et les frais de de´placement des be´ne´voles, ainsi que les frais d’amortissement. Cette subvention s’e´le`ve a` 52.746 F par mois sur la base de 5 se´ances par semaine. S’il y a moins de 5 se´ances par semaine, le montant est re´duit proportionnellement. CHAPITRE IV. — Frais de collaboration des me´decins er
§ 1 . La subvention pour les frais de collaboration des me´decins est tributaire du fait que le me´decin titulaire a le statut d’employe´ ou d’inde´pendant. § 2. Pour le me´decin titulaire ayant le statut d’inde´pendant, il est octroye´ une subvention de 1.189 par heure, a` convertir en un honoraire. L’honoraire du me´decin correspond au moins au montant pre´cite´. Les prestations, la pre´formation, la formation et la concertation de l’e´quipe de re´gion, telles qu’impose´es par ″Kind en Gezin″, sont indemnise´es a` concurrence de la subvention forfaitaire, cite´e a` l’aline´a premier. § 3. Pour le me´decin titulaire ayant le statut d’employe´, il est alloue´ par heure de consultation, une subvention de 1/1405 du montant annuel de´termine´ ci-apre`s. Les prestations consacre´es a` l’instruction, la formation et la concertation de l’e´quipe de re´gion, telles qu’impose´es par ″Kind en Gezin″, ne font pas l’objet d’une indemnite´ distincte. Le montant annuel e´nonce´ a` l’aline´a premier, consiste en : 1° un salaire brut annuel pour prestations comple`tes suivant les bare`mes joints en annexe 1 du pre´sent arreˆte´, compte tenu de l’anciennete´ du me´decin titulaire, telle que de´finie a` l’article 34. 2° la cotisation patronale dans le cadre de la se´curite´ sociale des travailleurs qui est revue chaque anne´e par ″Kind en Gezin″; 3° 2 % forfaitaire du salaire brut pour les charges effectives hors ONSS; 4° le pe´cule de vacances, soit 89,75 % du 1/12 du salaire brut annuel pre´cite´; 5° l’allocation de fin d’anne´e, soit un montant forfaitaire indexe´ fixe´ par ″Kind en Gezin″, (pour 1997 : 9.871 F.), majore´ de 2,5 % du salaire brut annuel susmentionne´ et majore´ de la cotisation patronale susvise´e, sur laquelle e´galement 2 % forfaitaire pour les charges effectives hors ONSS. § 4. Il est octroye´ pour un me´decin remplac¸ant, tant employe´ qu’inde´pendant, une subvention forfaitaire de 1.189 F par heure, a` convertir en un honoraire pour le me´decin remplac¸ant. En cas de remplacement du me´decin titulaire pour cause de maladie, il est octroye´ une subvention pendant les 30 premiers jours du conge´ de maladie, tant pour le me´decin remplac¸ant que pour le me´decin titulaire. CHAPITRE V. — Calcul de l’anciennete´ Art. 33. § 1er. Pour un me´decin lie´ par un contrat d’employe´, les prestations pre´alables au 1er janvier 1996 sont valorise´es lorsqu’il s’agit de : 1° prestations effectue´es dans un e´tablissement agre´e´ par ″Kind en Gezin″. A cette fin, une anne´e est assimile´e a` 90 se´ances; 2° prestations en qualite´ d’employe´ qui peuvent eˆtre conside´re´es comme expe´rience utile. Les prestations doivent eˆtre prouve´es par le me´decin inte´resse´. § 2. Un me´decin lie´ par un contrat d’employe´ se constitue une anciennete´ annuelle a` compter de la date d’entre´e en service effective, inde´pendamment du fait qu’il fournit des prestations comple`tes ou incomple`tes. CHAPITRE VI. — Indexation et re`glement des subventions Art. 34. § 1er. Les montants figurant en annexe 1 du pre´sent arreˆte´, sont exprime´s a` 100% sur la base de l’indice pivot 102,02. Ils sont indexe´s conforme´ment a` la loi du 1er mars 1977 organisant un re´gime de liaison a` l’indice des prix a` la consommation de l’Etat de certaines de´penses du secteur public. § 2. Les autres montants subventionnels e´nonce´s dans le pre´sent arreˆte´, a` l’exception de celui cite´ a` l’article 30, § 1er, sont lie´es annuellement et pour la premie`re fois, le 1er janvier 2000, a` l’indice qui est calcule´ et nomme´ en application de l’article 2 de l’arreˆte´ royal du 24 décembre 1995 portant exe´cution de la loi du 6 janvier 1989 de sauvegarde de la compe´titivite´ du pays. Conforme´ment a` l’article 15, § 2 du de´cret du 6 juillet 1994 contenant des mesures d’accompagnement de l’ajustement du budget ge´ne´ral des de´penses de la Communaute´ flamande pour l’anne´e budge´taire 1994, seuls 75 % des subventions pour frais de fonctionnement suivent l’e´volution de l’indice des prix, a` moins qu’un autre pourcentage ne soit fixe´ par le Gouvernement flamand. Art. 35. § 1er. Par trimestre et, au plus tard, a` la fin du premier mois du trimestre concerne´, ″Kind en Gezin″ alloue des avances a` la condition que le pouvoir organisateur transmette a` ″Kind en Gezin″, avant le 15 du mois suivant le trimestre e´coule´, le rapport d’activite´ du trimestre en question. Le montant de ces avances est plafonne´ a` un tiers de 90 % des frais annuels subventionnables estime´s. § 2. Les subventions sont fixe´es de´finitivement par la de´termination d’un montant de re´gularisation, a` l’issue de l’anne´e calendaire dans laquelle les avances, vise´es au § 1er, du bureau de consultation ou de l’antenne ont e´te´ alloue´es sur production des e´tats prescrits par ″Kind en Gezin″.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 36. § 1er. Le bureau de consultation ou l’antenne est ferme´ les jours fe´rie´s, les 11 juillet, 2 novembre, 15 novembre et 26 novembre ainsi qu’entre le 26 décembre et le 1er janvier , en compensation des jours pre´cite´s tombant pendant un week-end. Le bureau de consultation ou l’antenne est ferme´ chaque anne´e pendant 1 semaine. La date peut eˆtre fixe´e librement. Les se´ances ayant lieu les jours pre´cite´s, sont annule´es, ainsi que les se´ances de l’apre`s- midi et du soir du 24 de´cembre. Les se´ances tombant le 24 décembre (apre`s-midi et soir) et celles entre le 26 décembre et le 1er janvier, peuvent eˆtre remplace´es, s’il est satisfait aux conditions suivantes : 1° le nombre moyen de visites par se´ance dans le deuxie`me et troisie`me trimestre est un minimum fixe´ par ″Kind en Gezin″. 2° Au maximum deux se´ances de remplacement peuvent eˆtre organise´es. 3° Les se´ances de remplacement doivent eˆtre organise´es dans la pe´riode du 1er décembre au 24 décembre inclus (avant-midi). 4° Les se´ances de remplacement doivent eˆtre planifie´es en concertation avec l’infirmier de re´gion et le responsable de l’e´quipe de re´gion. Lorsque le me´decin est absent pendant d’autres jours que ceux cite´s aux aline´as premier et deux, il doit eˆtre remplace´ par un me´decin de la liste de candidats de ″Kind en Gezin″. § 2. Toute autre se´ance qui n’a pas lieu ou qui a lieu sans la pre´sence d’un me´decin, donne lieu a` une re´duction de la subvention : la subvention par mois est divise´e par le nombre de se´ances qui aurait duˆ avoir lieu au cours de ce mois et multiplie´e par le nombre de se´ances qui ont effectivement eu lieu. TITRE VI. — Comptabilite´ et controle Art. 37. La comptabilite´ du pouvoir organisateur d’un bureau de consultation ou d’une antenne est tenue suivant les directives de ″Kind en Gezin″. Art. 38. § 1er. Le pouvoir organisateur transmet par trimestre un rapport d’activite´ a` ″Kind en Gezin″. Ce rapport est e´tabli selon les directives de ″Kind en Gezin″ et il est transmis dans le de´lai fixe´ a` l’article 36, § 1er. § 2. ″Kind en Gezin″ surveille l’affectation des subventions par le pouvoir organisateur du bureau de consultation ou de l’antenne. A cet effet, les fonctionnaires de ″Kind en Gezin″, de´signe´s a` cette fin, peuvent consulter la comptabilite´ et tout document pertinent. Art. 39. § 1er. Les fonctionnaires de´signe´s de ″Kind en Gezin″ ont acce`s aux locaux du bureau de consultation ou de l’antenne a` tout moment de la se´ance. Ils peuvent consulter sur place tous les documents et recueillir des informations, tant aupre`s des personnes implique´es dans les activite´s du bureau de consultation ou de l’antenne que chez les clients. Les conclusions de la visite sont communique´es au pouvoir organisateur. § 2. Les coordonnateurs de la qualite´ me´dicale de ″Kind en Gezin″ assurent la surveillance et la promotion de la qualite´ des prestations me´dicales dans les bureaux de consultation et les antennes. Ils font parvenir leurs constatations au pouvoir organisateur, a` l’exception des renseignements relevant du secret professionnel. TITRE VII. — Des antennes CHAPITRE Ier. — Dispositions ge´ne´rales Art. 40. Une antenne peut eˆtre cre´e´e par un bureau de consultation agre´e´ de la meˆme ou d’une re´gion limitrophe, lorsque le groupe cible est trop petit pour justifier la cre´ation d’un bureau de consultation mais qu’il existe ne´anmoins un besoin de soins pre´ventifs organise´s. CHAPITRE II. — Proce´dure Art. 41. La proce´dure de cre´ation d’une antenne, l’agre´ment, le retrait de l’agre´ment et la proce´dure de recours sont re´gis par les dispositions des titres III et IV, a` l’exception des re`gles sur les candidats pouvoirs organisateurs. Pour la cre´ation d’une antenne, seuls les pouvoirs organisateurs d’une meˆme re´gion ou d’une re´gion limitrophe peuvent se porter candidat et eˆtre notifie´s a` cet effet. Quant aux administrations publiques faisant fonction de pouvoir organisateur, seul le pouvoir organisateur de la commune inte´resse´e peut se porter candidat et eˆtre notifie´s a` cet effet. CHAPITRE III. — Fonctionnement Art. 42. Des de´rogations limite´es peuvent eˆtre accorde´es aux normes concernant les locaux, l’e´quipement technique, le mobilier et les mate´riaux, suivant les directives de ″Kind en Gezin″ par rapport aux normes applicables aux bureaux de consultation. CHAPITRE IV. — Subventionnement Art. 43. Le subventionnement des antennes est re´gi par les dispositions du Titre V du pre´sent arreˆte´. TITRE VIII. — Dispositions spe´cifiques pour la Re´gion de Bruxelles-Capitale Art. 44. Par de´rogation a` l’article 10, § 1er, le nombre minimum de se´ances pour un bureau de consultation ou une antenne, situe´ dans la Re´gion de Bruxelles-Capitale, est fixe´ a` 1 se´ance ou 1 se´ance restreinte par semaine. Les se´ances du soir (entre 17 et 21 heures) et celles du jour ont lieu alternativement. Des exceptions en la matie`re ne sont autorise´es qu’en fonction du groupe cible et de commun accord avec ″Kind en Gezin″. Art. 45. Par de´rogation a` l’article 7, § 6, les prestations minimums du me´decin dans la Re´gion de BruxellesCapitale, peuvent eˆtre re´parties sur plusieurs bureaux de consultation et antennes agre´e´s. Art. 46. Par de´rogation a` l’article 30, § 1er, les frais uniques des antennes cre´e´es dans la Re´gion de Bruxelles-Capitale, ne sont pas indemnise´s.
8859
8860
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD TITRE IX. — Dispositions finales er
Art. 47. § 1 . Par de´rogation a` l’article 7, § 2, la condition relative au certificat comple´mentaire pour me´decins de famille, ne s’applique pas aux me´decins justifiant le 1er janvier 1996 d’une expe´rience utile d’au moins 2 ans dans un bureau de consultation de ″Kind en Gezin″, si au moins une se´ance hebdomadaire est assure´e, et de cinq ans, si au moins une se´ance mensuelle est assure´e. § 2. Les me´decins font une de´claration e´crite sur l’honneur qu’ils remplissent les conditions du § 1er. Art. 48. Par de´rogation a` l’article 7, § 5, cette restriction ne s’applique pas aux me´decins qui e´taient de´ja` occupe´s dans un bureau de consultation au 1er janvier 1996 ou y e´taient occupe´s au moins au 1er janvier 1995. Art. 49. Le pre´sent arreˆte´ entre en vigueur le 1er janvier 1999. Art. 50. Le Ministre flamand qui a l’assistance aux personnes dans ses attributions, est charge´ de l’exe´cution du pre´sent arreˆte´. Bruxelles, le 18 décembre 1998. Le Ministre-Pre´sident du Gouvernement flamand, L. VAN DEN BOSSCHE Le Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l’Aide sociale, L. MARTENS c
N. 99 — 792
[C − 99/35313]
18 DECEMBER 1998. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de subsidieerbare urencontingenten 1998 van de private diensten voor gezins- en bejaardenhulp De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 5, § 1,II,1° en 5°; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 juli 1997 tot regeling van de erkenning en de subsidie¨ring van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 24 maart 1998; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 december 1997 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse regering, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 28 september 1998; Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, gegeven op; Gelet op het advies van de administratie, Besluit : Artikel 1. Met ingang van 1 januari 1998 wordt de uitbreiding van de subsidieerbare urencontingenten voor de private diensten voor gezins- en bejaardenhulp als volgt bepaald : Dienst
Erkenningsnummer
Familiehulp
200
Uitbreiding subsidieerbaar urencontingent 1998 18 000
Thuishulp
1500
40 000
Landelijke Beweging
6200
18 000
Solidariteit Brussel
1800
6 250
Solidariteit Gent
20200
20 000
Vrije Mutualiteit Limburg
28500
4 000
O.T.V.
30200
3 500
Pajottenlands Centrum
31200
1 500
Totaal
111 250
Art. 2. Met ingang van 1 januari 1998 worden de subsidieerbare urencontingenten voor de private diensten voor gezins- en bejaardenhulp vastgesteld als volgt : Dienst
Erkenningsnummer
Regulier 1998
IBF 1998
Totaal 1998
Familiehulp
200
4 070 104
514 745
4 584 849
Familiezorg West-Vl.
300
1 077 444
50 000
1 127 444
Familiezorg Oost-Vl.
500
766 951
74 641
841 592
Gezinszorg Villers
800
229 137
16 006
245 143
Sociale Familiezorg
1400
75 777
3 078
78 855
Thuishulp
1500
1 034 855
61 560
1 096 415
Solidariteit Brussel
1800
97 205
0
97 205
Landelijke Beweging
6200
665 941
82 337
748 278
Sociaal Centrum Lier
7400
38 887
4 817
43 704
8861
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Erkenningsnummer
Dienst
Regulier 1998
IBF 1998
Totaal 1998
Gezinszorg Willebroek
14700
32 308
0
32 308
Liers Centrum
15200
23 463
0
23 463
Securex
16100
39 096
0
39 096
Mutualistisch Welzijn
16300
122 434
43 092
165 526
Solidariteit Gent
20200
491 688
250 456
742 144
Joodse Dienst
22000
10 156
6 925
17 081
VAN Roeselare
22100
55 642
17 459
73 101
De Regenboog
23300
11 971
0
11 971
Vrije Mutualiteiten Limb.
28500
30 898
29 782
60 680
FOM
29400
19 599
9 234
28 833
Familiezorg Hasselt
30000
21 645
60 370
82 015
OTV
30200
33 634
82 259
115 893
TGZ De Eerste Lijn
30800
2 159
21 216
23 375
Pajottenlands Centrum
31200
3 359
10 222
13 581
TGZ Midden-Limburg
31500
1 717
5 011
6 728
8 956 070
1 343 210
10 299 280
Totaal
Art. 3. Het ministerieel besluit van 13 maart 1998 tot vaststelling van de subsidieerbare urencontingenten 1998 van de private diensten voor gezins- en bejaardenhulp wordt opgeheven. Brussel, 18 december 1998.
L. MARTENS
TRADUCTION F. 99 — 792
[C − 99/35313]
18 DECEMBRE 1998. — Arreˆte´ ministe´riel fixant les contingents d’heures subventionnables 1998 des services prive´s d’aide aux familles et aux personnes aˆge´es Le Ministre flamand de la Culture, de la Famille et de l’Aide sociale, Vu la loi spe´ciale du 8 août 1980 de re´formes institutionnelles, notamment l’article 5, § 1er, II, 1° et 5°; Vu l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 24 juillet 1997 re´glant l’agre´ment et le subventionnement des services d’aide aux familles et aux personnes aˆge´es, modifie´ par l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 24 mars 1998; Vu l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 19 décembre 1997 fixant les attributions des membres du Gouvernement flamand, modifie´ par l’arreˆte´ du Gouvernement flamand du 28 septembre 1998; Vu l’accord du Ministre flamand charge´ du budget, donne´ le; Vu l’avis de l’administration, Arreˆte : Article 1er. A partir du 1er janvier 1998, l’extension des contingents d’heures subventionnables pour les services prive´s d’aide aux familles et aux personnes aˆge´es, est fixe´e comme suit : Service Familiehulp
Nume´ro d’agre´ment
Extension du contingent d’heures subventionnable pour 1998
200
18 000
1500
40 000
Landelijke Beweging
6200
18 000
Solidariteit Brussel
1800
6 250
Solidariteit Gent
20200
20 000
Vrije Mutualiteit Limburg
28500
4 000
O.T.V.
30200
3 500
Pajottenlands Centrum
31200
Thuishulp
Total
1 500 111 250
8862
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Art. 2. A partir du 1er janvier 1998, les contingents d’heures subventionnables pour les services prive´s d’aide aux familles et aux personnes aˆge´es, est fixe´e comme suit :
Service
Nume´ro d’agre´ment
Regulier 1998
FBI 1998
Total 1998
Familiehulp
200
4 070 104
514 745
4 584 849
Familiezorg West-Vl.
300
1 077 444
50 000
1 127 444
Familiezorg Oost-Vl.
500
766 951
74 641
841 592
Gezinszorg Villers
800
229 137
16 006
245 143
Sociale Familiezorg
1400
75 777
3 078
78 855
Thuishulp
1500
1 034 855
61 560
1 096 415
Solidariteit Brussel
1800
97 205
0
97 205
Landelijke Beweging
6200
665 941
82 337
748 278
Sociaal Centrum Lier
7400
38 887
4 817
43 704
Gezinszorg Willebroek
14700
32 308
0
32 308
Liers Centrum
15200
23 463
0
23 463
Securex
16100
39 096
0
39 096
Mutualistisch Welzijn
16300
122 434
43 092
165 526
Solidariteit Gent
20200
491 688
250 456
742 144
Joodse Dienst
22000
10 156
6 925
17 081
VAN Roeselare
22100
55 642
17 459
73 101
De Regenboog
23300
11 971
0
11 971
Vrije Mutualiteiten Limb.
28500
30 898
29 782
60 680
FOM
29400
19 599
9 234
28 833
Familiezorg Hasselt
30000
21 645
60 370
82 015
OTV
30200
33 634
82 259
115 893
TGZ De Eerste Lijn
30800
2 159
21 216
23 375
Pajottenlands Centrum
31200
3 359
10 222
13 581
TGZ Midden-Limburg
31500
1 717
5 011
6 728
8 956 070
1 343 210
10 299 280
Total
Art. 3. L’arreˆte´ ministe´riel du 13 mars 1998 fixant les contingents d’heures subventionnables 1998 des services prive´s d’aide aux familles et aux personnes aˆge´es, est abroge´. Bruxelles, le 18 décembre 1998.
L. MARTENS
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8863
AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN SERVICES DU PREMIER MINISTRE
DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER [C − 99/21079]
[C − 99/21079]
Ordres nationaux
Nationale Orden
Par arreˆte´ royal du 21 janvier 1999, M. Mussely, Freddy, conseiller a` la Chancellerie du Premier Ministre, est nomme´ Commandeur de l’Ordre de Le´opold II. Il prend rang dans l’Ordre a` dater du 15 novembre 1998.
Bij koninklijk besluit van 21 januari 1999 wordt de heer Mussely, Freddy, adviseur bij de Kanselarij van de Eerste Minister, benoemd tot Commandeur in de Orde van Leopold II. Hij neemt vanaf 15 november 1998 zijn rang in de Orde in.
De´corations civiques
Burgerlijke eretekens
Par arreˆte´s royaux du 21 janvier 1999, la de´coration civique est de´cerne´e aux agents des Services du Premier Ministre de´signe´s ci-apre`s :
Bij koninklijke besluiten van 21 januari 1999 wordt het burgerlijke ereteken aan de hiernavermelde ambtenaren van de Diensten van de Eerste Minister toegekend :
Pour 35 anne´es de service
Voor 35 jaar dienst Het Kruis 1e klasse : De heer Pocket Paul, e.a. vertaler. Het Kruis 2e klasse : De heer Meert Jan, klerk.
La Croix de 1re classe : M. Pocket Paul, traducteur principal. La Croix de 2e classe : M. Meert Jan, commis.
Voor 25 jaar dienst
Pour 25 anne´es de service
De Medaille 1e klasse : De heer Dillen Mark, adviseur-generaal; De heer Laurent Jacques, cultuurpactinspecteur; De heer Vanhulst Henri, programmeringsanalist. De Medaille 2e klasse : De heer Charles Roland, beamte; De heer Robberechts Gilbert, geschoold arbeider.
La Me´daille de 1re classe : M. Dillen Mark, conseiller ge´ne´ral; M. Laurent Jacques, inspecteur du pacte culturel; M. Vanhulst Henri, analyste de programmation. La Me´daille de 2e classe : M. Charles Roland, agent administratif; M. Robberechts Gilbert, ouvrier qualifie´.
[C − 99/21040]
[C − 99/21040]
Services fe´de´raux des affaires scientifiques, techniques et culturelles
Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden
Personnel. — Nominations
Personeel. — Benoemingen
Par arreˆte´ royal du 13 janvier 1999, qui produit ses effets le 17 novembre 1998, Mme Hendrickx, Ilse, licencie´e en sciences commerciales, est nomme´e en qualite´ d’agent de l’Etat au grade de conseiller adjoint dans le cadre linguistique ne´erlandais des Services fe´de´raux des affaires scientifiques, techniques et culturelles.
Bij koninklijk besluit van 13 januari 1999, dat uitwerking heeft met ingang van 17 november 1998, wordt Mevr. Hendrickx, Ilse, licentiaat in de handelswetenschappen, benoemd tot rijksambtenaar in de graad van adjunct-adviseur in het Nederlands kader van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.
Le recours en annulation de l’acte pre´cite´ a` porte´e individuelle peut eˆtre soumis a` la section d’administration du Conseil d’Etat ende´ans les soixante jours apre`s cette publication. La requeˆte doit eˆtre envoye´e au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1000 Bruxelles), sous pli recommande´ a` la poste.
Het beroep van nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1000 Brussel) te worden toegezonden.
Par arreˆte´ royal du 13 janvier 1999, qui produit ses effets le 1er novembre 1998, M. Carton, Fabrice, ne´ le 11 juillet 1970, est nomme´ en qualite´ d’agent de l’Etat au grade de conseiller adjoint dans le cadre franc¸ais des Services fe´de´raux des affaires scientifiques, techniques et culturelles.
Bij koninklijk besluit van 13 januari 1999, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 1998, wordt de heer Carton, Fabrice, geboren op 11 juli 1970, benoemd tot rijksambtenaar in de graad van adjunctadviseur in het Frans taalkader bij de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.
Le recours en annulation de l’acte pre´cite´ a` porte´e individuelle peut eˆtre soumis a` la section d’administration du Conseil d’Etat ende´ans les soixante jours apre`s cette publication. La requeˆte doit eˆtre envoye´e au Conseil d’Etat (adresse : rue de la Science 33, 1000 Bruxelles), sous pli recommande´ a` la poste.
Het beroep van nietigverklaring van de voormelde akte met individuele strekking kan voor de afdeling administratie van de Raad van State worden gebracht binnen zestig dagen na deze bekendmaking. Het verzoekschrift dient bij ter post aangetekende brief aan de Raad van State (adres : Wetenschapsstraat 33, 1000 Brussel) te worden toegezonden.
8864
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [C − 99/21051]
[C − 99/21051]
Personnel. — Nomination. — De´mission
Personeel. — Benoeming. — Ontslag
Par arreˆte´ royal du 13 janvier 1999, qui produit ses effets le 1er octobre 1998, Monsieur Doye, Jehan, ne´ le 28 mai 1973, est nomme´ en qualite´ d’agent de l’Etat au grade de conseiller adjoint dans le cadre franc¸ais des Services fe´de´raux des affaires scientifiques, techniques et culturelles. Par arreˆte´ royal du 13 janvier 1999, qui produit ses effets le 1er novembre 1998, de´mission de ses fonctions de conseiller adjoint aupre`s des Services fe´de´raux des affaires scientifiques, techniques et culturelles est accorde´e a` sa demande a` M. Doye, Jehan.
Bij koninklijk besluit van 13 januari 1999, dat uitwerking heeft met ingang van 1 oktober 1998, wordt de heer Doye, Jehan, geboren op 28 mei 1973, benoemd tot rijksambtenaar in de graad van adjunctadviseur in het Frans taalkader van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden. Bij koninklijk besluit van 13 januari 1999, dat uitwerking heeft met ingang van 1 november 1998, wordt aan de heer Doye, Jehan, op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn betrekking van adjunct-adviseur bij de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.
* SERVICES DU PREMIER MINISTRE ET MINISTERE DE LA COMMUNAUTE FLAMANDE
DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER EN MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
Département de l’Environnement et de l’Infrastructure
Departement Leefmilieu en Infrastructuur
[C − 99/35199]
[C − 99/35199]
Ordres nationaux
Nationale Orden
Par arreˆte´ royal du 10 janvier 1999 est nomme´ :
Bij koninklijk besluit van 10 januari 1999 is benoemd tot :
Ordre de la Couronne
Kroonorde
Chevalier M. Jeurissen Frans, T., ge´rant de la s.c. « Kleine Landeigendom » a` Tongres. Il prendra rang dans l’Ordre a` partir du 8 avril 1998.
Ridder De heer Jeurissen Frans, T., zaakvoerder van de c.v. « Kleine Landeigendom » te Tongeren. Hij zal vanaf 8 april 1998 zijn rang in de Orde innemen.
* MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN
MINISTERE DES AFFAIRES ECONOMIQUES [99/11088]
[99/11088]
Canalisations de transport de gaz. — Déclaration d’utilité publique
Gasvervoerleidingen. — Verklaring van openbaar nut
Un arrêté royal du 28 février 1999 déclare d’utilité publique au bénéfice de la S.A. Corenox, l’établissement d’installations de transport d’hydrogène par canalisations sur le territoire de la commune de Zelzate (installations de transport d’hydrogène ND100 : branche vers VfT).
Bij koninklijk besluit van 28 februari 1999 wordt de oprichting van installaties voor het vervoer van waterstof door middel van leidingen op het grondgebied van de gemeente Zelzate van openbaar nut verklaard, ten voordele van de N.V. Corenox (waterstofleiding ND 100 : aftakking naar VfT).
* MINISTERE DE LA JUSTICE
MINISTERIE VAN JUSTITIE [99/09230]
[99/09230]
19 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 18 juin 1996 désignant les sociétés de gestion des droits et les organisations représentant les débiteurs de la rémunération prévue par l’article 42 de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins
19 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 18 juni 1996 tot aanwijzing van de vennootschappen voor het beheer van de rechten en de organisaties van hen die de vergoeding verschuldigd zijn, bepaald in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
Le Ministre de la Justice,
De Minister van Justitie,
Vu l’article 42 de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins;
Gelet op artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten;
Arreˆte : Article unique. A l’article unique de l’arrêté ministériel du 18 juin 1996 désignant les sociétés de gestion des droits et les roganisations représentant les débiteurs de la rémunération les débiteurs de la rémunération prévue par l’article 42 de la loi du 30 juin 1994 relative au droit d’auteur et aux droits voisins, est ajouté à la liste des sociétés de gestion des droits : — BAVP Kabel/Cable, S.C. civ. avenue Général de Gaulle 40, 1050 Bruxelles. Bruxelles, le 19 février 1999. T. VAN PARYS
Besluit : Enig artikel. Aan het enig artikel van het ministerieel besluit van 18 juni 1996 tot aanwijzing van de vennootschappen voor het beheer van de rechten en de organisaties van hen die de vergoeding verschuldigd zijn bepaald in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, wordt aan de lijst van de beheersvennootschappen toegevoegd : — BAVP Kabel/Cable, Burg. C.V. Generaal De Gaullelaan 40, 1050 Brussel. Brussel, 19 februari 1999. T. VAN PARYS
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8865
[99/09312]
[99/09312]
Ordre judiciaire
Rechterlijke Orde
Par arrêté royal du 22 septembre 1998, entrant en vigueur le 22 mars 1999, M. Barme, J., greffier-chef de service au tribunal de première instance de Charleroi, est admis à la retraite. L’intéressé est admis à faire valoir ses droits à la pension et est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.
Bij koninklijk besluit van 22 september 1998, in werking tredend op 22 maart 1999, is de heer Barme, J., griffier-hoofd van dienst bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, in ruste gesteld. Betrokkene mag zijn aanspraak op pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Par arrêté royal du 1er mars 1999, il est mis fin aux fonctions de M. Piret, J., greffier au tribunal de première instance de Charleroi, à partir du 30 novembre 1998. L’intéressé est admis à faire valoir ses droits à la pension prématurée définitive et est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions.
Bij koninklijk besluit van 1 maart 1999 is een einde gesteld aan de functies van de heer Piret, J., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, met ingang van 30 november 1998. Betrokkene mag zijn aanspraak op definitief vroegtijdig pensioen laten gelden en het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren.
Par arrêté royal du 2 mars 1999, entrant en vigueur le 22 mars 1999, est nommée greffier au tribunal de première instance de Charleroi, Mme Devigne, M., greffier adjoint principal à ce tribunal.
Bij koninklijk besluit van 2 maart 1999, in werking tredend op 22 maart 1999, is benoemd tot griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, Mevr. Devigne, M., eerstaanwezend adjunct-griffier bij deze rechtbank.
Par arrêtés royaux du 4 mars 1999 sont nommées : — greffier au tribunal de première instance de Bruxelles, Mme Devos, I., greffier adjoint à ce tribunal; — greffier adjoint au tribunal de première instance de Bruxelles, Mme Thenaerts, M., secrétaire adjoint au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles;
Bij koninklijke besluiten van 4 maart 1999 zijn benoemd tot : — griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, Mevr. Devos, I., adjunct-griffier bij deze rechtbank; — adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, Mevr. Thenaerts, M., adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel; — hoofdgriffier van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst, Mevr. Haegeman, M., griffier bij het vredegerecht van dit kanton.
— greffier en chef de la justice de paix du deuxième canton d’Alost, Mme Haegeman, M., greffier à la justice de paix de ce canton.
Par arrêté royal du 9 mars 1999 est nommé greffier adjoint au tribunal de police d’Anvers, M. Van Hooydonk, D., secrétaire adjoint au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance d’Anvers.
Bij koninklijk besluit van 9 maart 1999 is benoemd tot adjunct-griffier bij de politierechtbank te Antwerpen, de heer Van Hooydonk, D., adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen.
Par arrêté royal du 4 mars 1999 est nommée secrétaire adjoint au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Turnhout, Mme Van Goubergen, G., rédacteur à ce parquet.
Bij koninklijk besluit van 4 maart 1999 is benoemd tot adjunctsecretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, Mevr. Van Goubergen, G., opsteller bij dit parket.
Par arrêtés royaux du 9 mars 1999 sont nommées : — secrétaire au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles, Mme François, N., secrétaire adjoint à ce parquet; — secrétaire adjoint à titre provisoire au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Bruxelles, Mme Nagels, M., licenciée en droit.
Bij koninklijke besluiten van 9 maart 1999 zijn benoemd tot : — secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, Mevr. François, N., adjunct-secretaris bij dit parket; — voorlopig benoemd tot adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel, Mevr. Nagels, M., licentiaat in de rechten.
Par arrêté royal du 4 mars 1999, Mme Piéroux, N., greffier au tribunal de première instance de Charleroi, est désignée en qualité de greffier-chef de service à ce tribunal, pour un terme de trois ans prenant cours le 22 mars 1999.
Bij koninklijk besluit van 4 maart 1999 is Mevr. Piéroux, N., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, aangewezen tot griffierhoofd van dienst bij deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar met ingang van 22 maart 1999.
Par arrêtés ministériels du 12 mars 1999 : — M. Ledoux, G., greffier-chef de service au tribunal de première instance de Charleroi, est temporairement délégué aux fonctions de greffier en chef de ce tribunal, à partir du 22 mars 1999;
Bij ministeriële besluiten van 12 maart 1999 : — is aan de heer Ledoux, G., griffier-hoofd van dienst bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van hoofdgriffier van deze rechtbank te vervullen, met ingang van 22 maart 1999; — is aan de heer Derzelle, P., griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van griffier-hoofd van dienst bij deze rechtbank te vervullen, met ingang van 22 maart 1999;
— M. Derzelle, P., greffier au tribunal de première instance de Charleroi, est temporairement délégué aux fonctions de greffier-chef de service à ce tribunal, à partir du 22 mars 1999;
8866
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
— Mme De Vreese, F., rédacteur au greffe du tribunal de première instance de Charleroi, reste temporairement déléguée aux fonctions de greffier adjoint à ce tribunal.
— blijft aan Mevr. De Vreese, F., opsteller bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi, opdracht gegeven om tijdelijk het ambt van adjunct-griffier bij deze rechtbank te vervullen.
Par arrêtés royaux du 9 mars 1999 : — Mme Ponet, B., avocat, juge suppléant au tribunal de commerce de Hasselt, est nommée juge à ce tribunal.
Bij koninklijke besluiten van 9 maart 1999 : — is Mevr. Ponet, B., advocaat, plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel te Hasselt, benoemd tot rechter in deze rechtbank. Zij wordt gelijktijdig benoemd tot rechter in de rechtbank van koophandel te Tongeren; — is de heer Coppens, J., substituut-procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, aangewezen tot eerste substituut-procureur des Konings bij deze rechtbank, voor een termijn van drie jaar met ingang van 1 april 1999.
Elle est nommée simultanément juge au tribunal de commerce de Tongres; — M. Coppens, J., substitut du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Malines, est désigné en qualité de premier substitut du procureur du Roi près ce tribunal, pour un terme de trois ans prenant cours le 1er avril 1999.
[99/09311]
[99/09311]
Notariat
Notariaat
Par arrêtés royaux du 9 mars 1999 : — est acceptée, à sa demande, la démission de M. Coucke, W., de ses fonctions de notaire à la résidence de Schoten. Il est autorisé à porter le titre honorifique de ses fonctions. Le présent arrêté entre en vigueur à la date de la prestation de serment de son successeur; — M. Van Tricht, S., licencié en droit, licencié en notariat, est nommé notaire à la résidence de Schoten.
Bij koninklijke besluiten van 9 maart 1999 : — is aan de heer Coucke, W., op zijn verzoek, ontslag verleend uit zijn ambt van notaris ter standplaats Schoten. Het is hem vergund de titel van zijn ambt eershalve te voeren. Dit besluit treedt in werking op de datum van de eedaflegging van zijn opvolger; — is de heer Van Tricht, S., licentiaat in de rechten, licentiaat in het notariaat, benoemd tot notaris ter standplaats Schoten.
* MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN, BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
MINISTERE DES AFFAIRES ETRANGERES, DU COMMERCE EXTERIEUR ET DE LA COOPERATION AU DEVELOPPEMENT [99/15063]
[99/15063]
Office belge du Commerce extérieur Démission. — Titre honorifique
Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel Ontslag. — Eretitel
Par arrêté royal du 28 février 1999, il est accordé à M. Marc Servotte, à partir du 1er mars 1999, démission honorable de ses fonctions de directeur-général. Il est autorisé à porter, à partir de cette date, le titre de directeur général honoraire de l’Office belge du Commerce extérieur.
Bij koninklijk besluit van 28 februari 1999 werd aan de heer Marc Servotte, met ingang van 1 maart 1999, eervol ontslag verleend uit zijn functie van directeur-generaal. Hem werd machtiging verleend om vanaf die datum, de titel te dragen van Ere-directeur-generaal van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel.
[99 — 15073]
[99 — 15073]
Ordres nationaux. — Nomination
Nationale Orden. — Benoeming
Par arrêté royal du 25 février 1999, M. Marc Servotte, directeurgénéral de l’Office belge du Commerce extérieur a été nommé Grand Officier de l’Ordre de la Couronne.
Bij koninklijk besluit van 25 februari 1999 werd de heer Marc Servotte, directeur-generaal van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel, benoemd tot Grootofficier in de Kroonorde.
[99/15071]
[99/15071]
Désignation
Aanstelling
Par arrêté ministériel du 1er mars 1999, M. Emile Goffin, Directeur général adjoint, a été désigné à partir de cette date comme Directeur général ad interim de l’Office belge du Commerce extérieur.
Bij ministerieel besluit van 1 maart 1999 werd de heer Emile Goffin, adjunct-directeur-generaal, vanaf die datum aangesteld als directeurgeneraal ad interim van de Belgische Dienst voor de Buitenlandse Handel.
8867
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DES AFFAIRES SOCIALES, DE LA SANTE PUBLIQUE ET DE L’ENVIRONNEMENT
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU
[99/22144]
[99/22144]
17 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel portant la prolongation de l’agréation des services hospitaliers et des services médico-sociaux pour la formation des médecins généralistes
17 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit houdende de verlenging van de erkenning van ziekenhuisdiensten en medisch-sociale diensten voor de opleiding van huisartsen
Le Ministre de la Santé publique et des Pensions,
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
Vu l’arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l’agréation des médecins spécialistes et des médecins généralistes modifié par les arrêtés royaux du 13 mars 1985, du 8 août 1985 et du 13 juin 1986; Vu l’arrêté ministériel du 26 novembre 1997 déterminant les critères de l’agrément des maîtres de stage en médecine générale; Vu l’arrêté ministériel du 29 mars 1993 portant l’agréation des services hospitaliers pour la formation des médecins généralistes;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 13 maart 1985, 8 augustus 1985 en van 13 juni 1986; Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1997 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de huisartsgeneeskunde; Gelet op het ministerieel besluit van 29 maart 1993 houdende de erkenning van ziekenhuisdiensten voor de opleiding van huisartsen, Besluit :
Arreˆte : er
Article 1 . L’agréation du service hospitalier ci-après pour la formation des médecins généralistes est prolongée pour une durée de cinq ans à partir du 1er mars 1998 :
Artikel 1. De erkenning van onderstaande ziekenhuisdienst voor opleiding van huisartsen wordt verlengd voor een termijn van vijf jaar met ingang van 1 maart 1998 : — Heelkunde, « Clinique Reine Astrid », Malmedy.
— Chirurgie, Clinique Reine Astrid, Malmedy. er
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 mars 1998.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 maart 1998.
Bruxelles, le 17 février 1999.
Brussel, 17 februari 1998. M. COLLA
M. COLLA
c
[99/22147]
17 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel portant l’agréation des services hospitaliers pour la formation des médecins généralistes Le Ministre de la Santé publique et des Pensions, Vu l’arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l’agréation des médecins spécialistes et des médecins généralistes modifié par les arrêtés royaux du 13 mars 1985, du 8 août 1985 et du 13 juin 1986; Vu l’arrêté ministériel du 26 novembre 1997 déterminant les critères de l’agrément des maîtres de stage en médecine générale,
[99/22147]
17 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit houdende de erkenning van ziekenhuisdiensten voor de opleiding van huisartsen De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 13 maart 1985, 8 augustus 1985 en van 13 juni 1986; Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1997 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de huisartsgeneeskunde, Besluit :
Arreˆte : er
Article 1 . Les services hospitaliers ci-après sont agréés pour la formation des médecins généralistes pour un durée de cinq ans :
Artikel 1. Onderstaande ziekenhuisdiensten worden erkend voor de opleiding van huisartsen voor een termijn van vijf jaar :
Médecine Interne « A.Z. St. Blasius », Dendermonde;
Inwendige geneeskunde, A.Z. St.-Blasius, Dendermonde;
Gériatrie « A.Z. St. Blasius », Dendermonde;
Geriatrie, A.Z. St.-Blasius, Dendermonde;
Médecine Interne « St.-Jozefkliniek », Gentbrugge;
Inwendige geneeskunde, St.-Jozefkliniek, Gentbrugge;
Médecine Interne « St.-Franciscusziekenhuis », Heusden;
Inwendige geneeskunde, St.-Franciscusziekenhuis, Heusden;
Médecine Interne « H. Hartziekenhuis », Leuven;
Inwendige geneeskunde, H. Hartziekenhuis, Leuven;
Urgences, « H. Serruysziekenhuis », Oostende;
Spoedgevallen, H. Serruysziekenhuis, Oostende;
Chirurgie, Clinique La Dorcas, Tournai.
Heelkunde « Clinique La Dorcas », Tournai.
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1er février 1999.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 febuari 1999.
Bruxelles, le 17 février 1999.
Brussel, 17 februari 1999.
M. COLLA
M. COLLA
8868
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/22145]
17 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel portant la prolongation de l’agréation des maîtres de stage en médecine générale
[99/22145]
17 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit houdende de verlenging van de erkenning van stagemeesters in de huisartsgeneeskunde
Le Ministre de la Santé publique et des Pensions,
De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen,
Vu l’arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l’agréation des médecins spécialistes et des médecins généralistes modifié par les arrêtés royaux du 8 août 1984, du 13 mars 1985, du 12 août 1985 et du 13 juin 1986; Vu l’arrêté ministériel du 26 novembre 1997 déterminant les critères de l’agrément des maîtres de stage en médecine générale; Vu l’arrêté ministériel du 11 octobre 1993 portant l’agréation des maîtres de stage en médecine générale,
Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 8 augustus 1984, 13 maart 1985 van 12 augustus 1985 en van 13 juni 1986; Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1997 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de huisartsgeneeskunde; Gelet op het ministerieel besluit van 11 oktober 1993 houdende de erkenning van stagemeesters in de huisartsgeneeskunde, Besluit :
Arreˆte : Article 1er. L’agréation du médecin ci-après en qualité de maître de stage en médecine générale est prolongée pour une durée de cinq ans à partir du 1er octobre 1998 :
Artikel 1. De erkenning van onderstaande geneesheer als stagemeester in de huisartsgeneeskunde wordt verlengd voor een termijn van vijf jaar met ingang van 1 oktober 1998 : Dr. Hugelier, F., Melle.
Dr Hugelier, F., Melle. er
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 octobre 1998.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 1998.
Bruxelles, le 17 février 1999.
Brussel, 17 februari 1999. M. COLLA
M. COLLA
c [99/22146]
17 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel portant l’agréation des maîtres de stage en médecine générale Le Ministre de la Santé publique et des Pensions, Vu l’arrêté royal du 21 avril 1983 fixant les modalités de l’agréation des médecins spécialistes et des médecins généralistes modifié par les arrêtés royaux du 13 mars 1985, du 12 août 1985 et du 13 juin 1986; Vu l’arrêté ministériel du 26 novembre 1997 déterminant les critères de l’agrément des maîtres de stage en médecine générale,
Arreˆte : er
Article 1 . Les médecins mentionnés ci-après sont agréés en qualité de maîtres de stage en médecine générale pour une durée de cinq ans :
[99/22146]
17 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit houdende de erkenning van stagemeesters in de huisartsgeneeskunde De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor erkenning van geneesheren-specialisten en van huisartsen, gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 maart 1985, 12 augustus 1985 en van 13 juni 1986; Gelet op het ministerieel besluit van 26 november 1997 tot vaststelling van de criteria voor de erkenning van de stagemeesters in de huisartsgeneeskunde, Besluit : Artikel 1. Onderstaande geneesheren worden erkend als stagemeester in de huisartsgeneeskunde voor een termijn van vijf jaar :
Dr Ampe, J., Brugge;
Dr. Ampe, J., Brugge;
Dr Baekelandt, J., Hoboken;
Dr. Baekelandt, J., Hoboken;
Dr Barnabe, C., Aywaille;
Dr. Barnabe, C., Aywaille;
Dr Bavin, J., Pellenberg;
Dr. Bavin, J., Pellenberg;
Dr Cornelli, K., Oostende;
Dr. Cornelli, K., Oostende;
Dr Dauw, G., Turnhout;
Dr. Dauw, G., Turnhout;
Dr Decerf, G., Lambusart;
Dr. Decerf, G., Lambusart;
Dr Deneckere, G., Aalst;
Dr. Deneckere, G., Aalst;
Dr de Wijs, J., Averbode;
Dr. de Wijs, J., Averbode;
Dr Geens, K., Heist-op-den-Berg;
Dr. Geens, K., Heist-op-den-Berg;
Dr Godelaine, L., Tessenderlo;
Dr. Godelaine, L., Tessenderlo;
Dr Goelen, M., Turnhout;
Dr. Goelen, M., Turnhout;
Dr Goetinck, M., Brugge;
Dr. Goetinck, M., Brugge;
Dr Grouwels, D., Herent;
Dr. Grouwels, D., Herent;
Dr Hendrick, P., Bruxelles;
Dr. Hendrick, P., Brussel;
Dr Herry, L., Vaux-sous-Chèvremont;
Dr. Herry, L., Vaux-sous-Chèvremont;
Dr Kelchtermans, H., Koersel;
Dr. Kelchtermans, H., Koersel;
Dr Maes, C., Westerlo;
Dr. Maes, C., Westerlo;
Dr Meuris, J.P., Gesves;
Dr. Meuris, J.P., Gesves;
Dr Nuyts, H., Antwerpen;
Dr. Nuyts, H., Antwerpen;
Dr Nys, K., Kalmthout;
Dr. Nys, K., Kalmthout;
Dr Parmentier, B., Gent;
Dr. Parmentier, B., Gent;
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Dr Piquard, D., Bruxelles;
Dr. Piquard, D., Brussel;
Dr Puissant, B., Namur;
Dr. Puissant, B., Namur;
Dr Swinnen, J., Lommel;
Dr. Swinnen, J., Lommel;
Dr Swinnen, W., Ledeberg;
Dr. Swinnen, W., Ledeberg;
Dr Teugels, M., Kortenberg;
Dr. Teugels, M., Kortenberg;
Dr Thomas, M., Bruxelles;
Dr. Thomas, M., Brussel;
Dr Toussaint, D., Bruxelles;
Dr. Toussaint, D., Brussel;
Dr Van Elst, M., Vlimmeren;
Dr. Van Elst, M., Vlimmeren;
Dr Van Hove, J., Sint-Niklaas;
Dr. Van Hove, J., Sint-Niklaas;
Dr Vijgen, R., Sint-Truiden;
Dr. Vijgen, R., Sint-Truiden;
Dr Vincent, J., Mettet;
Dr. Vincent, J., Mettet;
Dr Vermeire, E., Oostmalle;
Dr. Vermeire, E., Oostmalle;
Dr Wybaillie, M., Deerlijk.
8869
Dr. Wybaillie, M., Deerlijk. er
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 février 1999.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 februari 1999.
Bruxelles, le 1er février 1999.
Brussel, 17 februari 1999. M. COLLA
M. COLLA
* MINISTERE DE LA DEFENSE NATIONALE
MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING [99/07019]
[99/07019]
Armée. — Force terrestre. — Mises à la pension
Leger. — Landmacht. — Pensioneringen
Par arrêté royal n° 2145 du 14 décembre 1998 sont mis à la pension d’ancienneté à titre définitif en application de l’article 3, littera C, des lois coordonnées sur les pensions militaires :
Bij koninklijk besluit nr. 2145 van 14 december 1998 worden ten definitieve titel op anciënniteitspensioen gesteld in toepassing van artikel 3, littera C, der samengeordende wetten op de militaire pensioenen :
Corps du génie Le 1er janvier 1999 : Le capitaine-commandant officier de carrière Lepersonne, D.
Korps van de genie Op 1 januari 1999 : Kapitein-commandant beroepsofficier : Lepersonne, D.
Corps des troupes de transmission Le 1er janvier 1999 : Le capitaine-commandant officier de carrière Josephy, B.
Korps van de transmissietroepen Op 1 januari 1999 : Kapitein-commandant beroepsofficier Josephy, B.
[99/07020]
[99/07020]
Armée. — Force terrestre. — Passage du cadre des officiers de carrière dans le cadre des officiers de réserve
Leger. — Landmacht. — Overgang van het kader van de beroepsofficieren naar het kader van de reserveofficieren
Par arrêté royal n° 2147 du 15 décembre 1998, la démission de l’emploi qu’il occupe dans le cadre des officiers de carrière, offerte par le lieutenant De Schepper, F., est acceptée le 20 janvier 1999.
Bij koninklijk besluit nr. 2147 van 15 december 1998, wordt het ontslag uit het ambt dat hij bij het kader der beroepsofficieren bekleedt, aangeboden door luitenant F. De Schepper, aangenomen op 20 januari 1999. Hij gaat op deze datum, met zijn graad en zijn anciënniteit, over naar het kader der reserveofficieren, korps van de artillerie. Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant op 1 september 1989.
Il passe à cette date, avec son grade et son ancienneté, dans le cadre des officiers de réserve, corps de l’artillerie. Pour l’avancement ultérieur il prend rang d’ancienneté de souslieutenant de réserve le 1er septembre 1989.
Il passe à cette date, avec son grade et son ancienneté, dans le cadre des officiers de réserve, corps des troupes blindées. Pour l’avancement ultérieur il prend rang d’ancienneté de souslieutenant de réserve le 1er janvier 1988.
Bij koninklijk besluit nr. 2175 van 15 januari 1999, wordt het ontslag uit het ambt dat hij bij het kader der beroepsofficieren bekleedt, aangeboden door luitenant M.Kiebooms, aangenomen op 1 januari 1999. Hij gaat op deze datum, met zijn graad en zijn anciënniteit, over naar het kader der reserveofficieren, korps van de pantsertroepen. Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant op 1 januari 1988.
Par arrêté royal n° 2176 du 15 janvier 1999, la démission de l’emploi qu’il occupe dans le cadre des officiers de carrière, offerte par le lieutenant Eelen, H., est acceptée le 1er janvier 1999. Il passe à cette date, avec son grade et son ancienneté, dans le cadre des officiers de réserve, corps du génie. Pour l’avancement ultérieur il prend rang d’ancienneté de souslieutenant de réserve le 1er juin 1988.
Bij koninklijk besluit nr. 2176 van 15 januari 1999, wordt het ontslag uit het ambt dat hij bij het kader der beroepsofficieren bekleedt, aangeboden door luitenant H. Eelen, aangenomen op 1 januari 1999. Hij gaat op deze datum, met zijn graad en zijn anciënniteit, over naar het kader der reserveofficieren, korps van de genie. Voor verdere bevordering neemt hij anciënniteitsrang als reserveonderluitenant op 1 juni 1988.
Par arrêté royal n° 2175 du 15 janvier 1999, la démission de l’emploi qu’il occupe dans le cadre des officiers de carrière, offerte par le lieutenant Kiebooms, M., est acceptée le 1er janvier 1999.
8870
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD [99/07035]
Armée. — Force terrestre. — Changements de corps
[99/07035]
Leger. — Landmacht. — Veranderingen van korps
Par arrêté royal n° 2174 du 15 janvier 1999 :
Bij koninklijk besluit nr. 2174 van 15 januari 1999 :
Corps du génie Le capitaine Jaspers, P., est transféré à sa demande, avec son grade et son ancienneté, vers le corps de la logistique le 1er décembre 1998. Pour l’avancement ultérieur, il est classé après le capitaine Michel, O. Corps de l’Infanterie Le lieutenant Van Hoeck, Y., est transféré à sa demande, avec son grade et son ancienneté, vers le corps de l’administration le 17 juillet 1998. Pour l’avancement ultérieur, il est classe après le lieutenant d’administration Nelissen, J.
Korps van de genie Wordt kapitein P. Jaspers, op zijn aanvraag, met zijn graad en zijn anciënniteit, overgeplaatst naar het korps van de logistiek op 1 december 1998. Voor verdere bevordering wordt hij na kapitein O. Michel, gerangschikt. Korps van de infanterie Wordt luitenant Y. Van Hoeck, op zijn aanvraag, met zijn graad en zijn anciënniteit, overgeplaatst naar het korps van de administratie op 17 juli 1998. Voor verdere bevordering wordt hij na luitenant van administratie J. Nelissen, gerangschikt.
[99/07038]
[99/07038]
Armée. — Force terrestre Nomination au grade de sous-lieutenant de complément
Leger. — Landmacht Benoeming in de graad van aanvullingsonderluitenant
Par arrêté royal n° 2179 du 21 janvier 1999, le sous-lieutenant commissionné candidat officier de complément De Cock, L., est nommé au grade de sous-lieutenant de complément le 27 décembre 1998 dans le corps de l’artillerie.
Bij koninklijk besluit nr. 2179 van 21 januari 1999 wordt aangesteld onderluitenant kandidaat-aanvullingsofficier L. De Cock op 27 december 1998 benoemd in de graad van aanvullingsonderluitenant in het korps van de artillerie.
[99/07021]
[99/07021]
Armée. — Marine. — Nomination d’un officier supérieur dans le cadre des officier de réserve
Leger. — Marine. — Benoeming van een hoofdofficier in het kader van de reserveofficieren
Par arrêté royal n° 2152 du 22 décembre 1998, l’officier de réserve dont le nom suit est nommé au grade supérieur le 26 décembre 1998, dans la catégorie des officiers supérieurs :
Bij koninklijk besluit nr. 2152 van 22 december 1998, wordt de hierna vermelde reserveofficier benoemd in de hogere graad op 26 december 1998, in de categorie der hoofdofficieren :
Corps des officiers de pont. Au grade de capitaine de corvette de réserve, le lieutenant de vaisseau de première classe de réserve : Nissenne, A.
Korps van de dekofficieren. In de graad van reservekorvetkapitein, reserveluitenant-ter-zee eerste klasse : Nissenne, A.
[99/07025]
[99/07025]
Armée. — Service médical Nominations dans le cadre des officiers de carrière
Leger. — Medische dienst Benoemingen in het kader van de beroepsofficieren
Par arrêté royal n° 2153 du 22 décembre 1998 : Les candidats officiers de carrière du recrutement spécial dont les noms suivent sont nommés au grade de lieutenant officier de carrière le 26 septembre 1998 dans le corps ci-après. Pour l’avancement ultérieur, ils prennent rang d’ancienneté à la date suivant leur nom et sont classés immédiatement après les officiers de carrière ayant la même ancienneté de lieutenant :
Bij koninklijk besluit nr. 2153 van 22 december 1998 : Worden de kandidaten-beroepsofficieren van de bijzondere werving van wie de namen volgen, op 26 september 1998 benoemd in de graad van luitenant beroepsofficier in het hierna vermelde korps. Voor verdere bevordering nemen zij anciënniteitsrang op de onder hun naam vermelde datum en worden zij gerangschikt onmiddellijk na de beroepsofficieren met dezelfde anciënniteit als luitenant :
Corps technique médical : Deroo, J., et De Vadder, S., vétérinaire lieutenant le 26 septembre 1996. Les vétérinaires lieutenants issus du recrutement spécial :
Medisch technisch korps : Deroo, J., en De Vadder, S., dierenarts-luitenant op 26 september 1996. Worden de dierenarts-luitenants gesproten uit de bijzondere werving : Deroo, J., en De Vadder, S., op 26 september 1998 benoemd in de graad van dierenarts-kapitein.
Deroo, J., et De Vadder, S., sont nommés au grade de vétérinaire capitaine le 26 septembre 1998.
[99/07041]
Armée. — Service médical Formation du corps technique médical dans le cadre des officiers de réserve Par arrêté royal n° 2182 du 21 janvier 1999 : Le cadre initial du corps technique médical du Service médical est formé par les officiers dont les noms suivent et qui y sont classés dans cet ordre à l’annuaire : Dans la catégorie des officiers supérieurs : Le médecin colonel de réserve Van Tiggelen, R. Le pharmacien colonel de réserve Van De Rostyne, J. Le médecin colonel de réserve Kets, E.
[99/07041]
Leger. — Medische dienst Vorming van het medisch technisch korps in het kader van de reserveofficieren Bij koninklijk besluit nr. 2182 van 21 januari 1999 : Wordt het initieel kader van het medisch technisch korps van de Medische Dienst gevormd door de officieren wier namen volgen en die er, in deze orde in het jaarboek gerangschikt worden : In de categorie der hoofdofficieren : Geneesheer-reservekolonel Van Tiggelen, R. Apotheker-reservekolonel Van De Rostyne, J. Geneesheer-reservekolonel Kets, E.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8871
Les pharmaciens colonels de réserve : Thysebaert, A.; Pluym, S. Les médecins colonels de réserve : Vandenberghe, P.; Demaertelaere, L.; Vanpoucke, G.; Geukens, A.; Clément, J.; Labeeu, F.
De apothekers-reservekolonels : Thysebaert, A.; Pluym, S. De geneesheren-reservekolonels : Vandenberghe, P.; Demaertelaere, L.; Vanpoucke, G.; Geukens, A.; Clément, J.; Labeeu, F.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Devriendt, H.; Delhaye, R.; Restiau, L.; Geelen, C.; Beeckmans, D. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Schunck, A. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Van Damme, E. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Pirlot, A. Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Gerseau, C.; Camu, F. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Storme, M. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Surmont, L. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Struyf, J. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Greindl, I.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Devriendt, H.; Delhaye, R.; Restiau, L.; Geelen, C.; Beeckmans, D. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Schunck, A. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Van Damme, E. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Pirlot, A. De geneesheren-reserveluitenants-kolonels : Gerseau, C.; Camu, F. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Storme, M. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Surmont, L. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Struyf, J. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Greindl, I.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Cardon, M.; Williame, E. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Hanssens, P.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Cardon, M.; Williame, E. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Hanssens, P.
Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Merchiers, P.; Vlietinck, A.; Temmerman, C.; Cuypers, J. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Van Wambeke, C. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : De Munck, G.; Van Peteghem, C. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Rampelberg, J. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Bertrand, J. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Dejardin, J. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Loth, J.-P. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Dewijze, M. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Magerat, G.; De Sagher, R.; Bronkhorst, R. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Desaedeleer, P. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Joniaux, C. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Gerrebos, L.; De Groof, J. Le vétérinaire lieutenant-colonel de réserve Van Roosbroeck, F. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Boeykens, H. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Cox, C.; Naessens, G. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Vertriest, J. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Uyttersprot, H.; Jacobs, L. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Vranck, G.
De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Merchiers, P.; Vlietinck, A.; Temmerman, C.; Cuypers, J. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Van Wambeke, C. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : De Munck, G.; Van Peteghem, C. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Rampelberg, J. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Bertrand, J. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Dejardin, J. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Loth, J.-P. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Dewijze, M. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Magerat, G.; De Sagher, R.; Bronkhorst, R. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Desaedeleer, P. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Joniaux, C. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Gerrebos, L.; De Groof, J. Dierenarts-reserveluitenant-kolonel Van Roosbroeck, F. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Boeykens, H. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Cox, C.; Naessens, G. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Vertriest, J. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Uyttersprot, H.; Jacobs, L. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Vranck, G.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Van Mulders, H.; Dubois, M.; Dubar, M. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve De Moor, J.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Van Mulders, H.; Dubois, M.; Dubar, M. Tandarts-reserveluitenant-kolonel De Moor, J.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Saint-Georges, J.; Dekesel, M.; Lethe, T.; De Jonghe, J. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Van Den Heede, M.; Delbaere, W. Les médecins lieutenants-colonels de réserve : De Toeuf, J.; Detournay, G.; Amand, J.; Gabriel, M.; Vermonden, J.; Stadion, P.; Naviaux, C.; Boulanger, J. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Descamps, F. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Kimpe, M. Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Moerman, C.; Nuellens, R.; Theeuws, E. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve De Vos, M. Les vétérinaires lieutenants-colonels de réserve : Beeckman, W.; Van Lierde, H.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Saint-Georges, J.; Dekesel, M.; Lethe, T.; De Jonghe, J. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Van Den Heede, M.; Delbaere, W. De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : De Toeuf, J.; Detournay, G.; Amand, J.; Gabriel, M.; Vermonden, J.; Stadion, P.; Naviaux, C.; Boulanger, J. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Descamps, F. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Kimpe, M. De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Moerman, C.; Nuellens, R.; Theeuws, E. Apotheker-reserveluitenant-kolonel De Vos, M. De dierenartsen-reserveluitenant-kolonels : Beeckman, W.; Van Lierde, H.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Depresseux, J.; Berben, J.; Vander Mijnsbrugge, J.; Vanlaethem, A.; Mercier, G.; Van Lerberghe, J. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve De Keyser, M. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Raveschot, J. Le vétérinaire lieutenant-colonel de réserve Lauwerys, M.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Depresseux, J.; Berben, J.; Vander Mijnsbrugge, J.; Vanlaethem, A.; Mercier, G.; Van Lerberghe, J. Tandarts-reserveluitenant-kolonel De Keyser, M. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Raveschot, J. Dierenarts-reserveluitenant-kolonel Lauwerys, M.
8872
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Van Goethem, M.; Mertens, H.; Houart, M.; Van Fleteren, M.; Poelman, W.; Jacobs, H.; Vanagt, L. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Jones, P. Le pharmacien lieutenant-colonel Libeer, J. Le dentiste lieutenant-colonel de réserve Dujardin, T. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Desbuquoit, J. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Koemoth, P. Le médecin lieutenant-colonel de réserve Van Pelt, M. Le pharmacien lieutenant-colonel de réserve Van Der Veken, M.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Van Goethem, M.; Mertens, H.; Houart, M.; Van Fleteren, M.; Poelman, W.; Jacobs, H.; Vanagt, L. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Jones, P. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Libeer, J. Tandarts-reserveluitenant-kolonel Dujardin, T. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Desbuquoit, J. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Koemoth, P. Geneesheer-reserveluitenant-kolonel Van Pelt, M. Apotheker-reserveluitenant-kolonel Van Der Veken, M.
Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Hertsens, J.; Van Roy, J.; Colardyn, F.; Wolfs, F.; Jonckheer, L.; Sandyck, C. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Hendrickx, G.; Merckx, M. Les médecins lieutenants-colonels de réserve : Moens, G.; Peeters, A.; Lejeune, P. Les pharmaciens lieutenants-colonels de réserve : Van Eersel, F.; Braeckman, E.
De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Hertsens, J.; Van Roy, J.; Colardyn, F.; Wolfs, F.; Jonckheer, L.; Sandyck, C. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Hendrickx, G.; Merckx, M. De geneesheren-reserveluitenant-kolonels : Moens, G.; Peeters, A.; Lejeune, P. De apothekers-reserveluitenant-kolonels : Van Eersel, F.; Braeckman, E.
Les médecins majors de réserve : Demeurisse, G.; Martens, J.; Wouters, J. Le pharmacien major de réserve Kupferman, A. Le dentiste major de réserve Vandenbroucke, E. Les médecins majors de réserve : Thomas, J.-P.; Heyndrickx, G.; Dehaen, F.; Mellaerts, G.; Willems, F. Le pharmacien major de réserve Coeman, M. Le dentiste major de réserve Bernolet, M. Le médecin major de réserve Hubens, H. Le pharmacien major de réserve Vandecauter, L. Les médecins majors de réserve : Festjens, G.; Hanssens, J.; Vanderstappen, V.; Liessens, J.; Vanderkerken, G.
De geneesheren-reservemajoors : Demeurisse, G.; Martens, J.; Wouters, J. Apotheker-reservemajoor Kupferman, A. Tandarts-reservemajoor Vandenbroucke, E. De geneesheren-reservemajoors : Thomas, J.-P.; Heyndrickx, G.; Dehaen, F.; Mellaerts, G.; Willems, F. Apotheker-reservemajoor Coeman, M. Tandarts-reservemajoor Bernolet, M. Geneesheer-reservemajoor Hubens, H. Apotheker-reservemajoor Vandecauter, L. De geneesheren-reservemajoors : Festjens, G.; Hanssens, J.; Vanderstappen, V.; Liessens, J.; Vanderkerken, G.
Le dentiste major de réserve Vanobbergen, J. Les médecins majors de réserve : Staes, F.; Vander Ginst, L.; Rombouts, J.; Constandt, J. Le dentiste major de réserve Vanden Bussche, P. Le pharmacien major de réserve Schaerlaekens, C. Les médecins majors de réserve : Ronsyn, I.; Hols, R.; De Clercq, E.; Fossion, E. Les pharmaciens majors de réserve : Van Calster, J.; Graste, W.; Clais, C.; Defresne, R. Le médecin major de réserve De Vos, L. Le pharmacien major de réserve De Roeck, L.
Tandarts-reservemajoor Vanobbergen, J. De geneesheren-reservemajoors : Staes, F.; Vander Ginst, L.; Rombouts, J.; Constandt, J. Tandarts-reservemajoor Vanden Bussche, P. Apotheker-reservemajoor Schaerlaekens, C. De geneesheren-reservemajoors : Ronsyn, I.; Hols, R.; De Clercq, E.; Fossion, E. De apothekers-reservemajoors : Van Calster, J.; Graste, W.; Clais, C.; Defresne, R. Geneesheer-reservemajoor De Vos, L. Apotheker-reservemajoor De Roeck, L.
Les médecins majors de réserve : Lison, D.; Brondel, G.; Wylock, P. Les pharmaciens majors de réserve : De Vre, E.; Remon, J.; Crommen, J. Le dentiste major de réserve Van Looy, G. Le médecin major de réserve Steen, D. Le pharmacien major de réserve Devos, A. Le médecin major de réserve Van Eyken, L. Le dentiste major de réserve De Ketelaere, F.
De geneesheren-reservemajoors : Lison, D.; Brondel, G.; Wylock, P. De apothekers-reservemajoors : De Vre, E.; Remon, J.; Crommen, J. Tandarts-reservemajoor Van Looy, G. Geneesheer-reservemajoor Steen, D. Apotheker-reservemajoor Devos, A. Geneesheer-reservemajoor Van Eyken, L. Tandarts-reservemajoor De Ketelaere, F.
Les médecins majors de réserve : Rucquoi, M.; Maes, E.; Vanneste, P.; Coulon, J.; Van Assche, P.
De geneesheren-reservemajoors : Rucquoi, M.; Maes, E.; Vanneste, P.; Coulon, J.; Van Assche, P.
Les pharmaciens majors de réserve : Hallynck, K.; Christiaens, W.; Cowez, M. Le vétérinaire major de réserve Giffroy, J. Le médecin major de réserve Welraeds, D. Le dentiste major de réserve Dagnelie, L. Les médecins majors de réserve : Sacré, R.; Fondu, J.; Carlier, P.; Verhaegen, H.; Vannerem, L. Le dentiste major de réserve Boute, W. Le pharmacien major de réserve Penne, J. Le médecin major de réserve Hérion, G. Le pharmacien major de réserve Seghers, P. Le vétérinaire major de réserve Versele, E.
De apothekers-reservemajoors : Hallynck, K.; Christiaens, W.; Cowez, M. Dierenarts-reservemajoor Giffroy, J. Geneesheer-reservemajoor Welraeds, D. Tandarts-reservemajoor Dagnelie, L. De geneesheren-reservemajoors Sacré, R.; Fondu, J.; Carlier, P.; Verhaegen, H.; Vannerem, L. Tandarts-reservemajoor Boute, W. Apotheker-reservemajoor Penne, J. Geneesheer-reservemajoor Hérion, G. Apotheker-reservemajoor Seghers, P. Dierenarts-reservemajoor Versele, E.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8873
Les médecins majors de réserve : Debacker, C.; Broos, P.; Colaes, P.; Jongenelen, E.; Franck, J.; Vleugels, A.; De Decker, T. Les dentistes majors de réserve : Beaumont, E.; Van Laere, D.; Zukowski, F. Les pharmaciens majors de réserve : Peene, J.; Schalandryn, R.
De geneesheren-reservemajoors : Debacker, C.; Broos, P.; Colaes, P.; Jongenelen, E.; Franck, J.; Vleugels, A.; De Decker, T.
Les médecins majors de réserve : Van Dhelsen, G.; Ledoux, C.; Van Acker, A.; Wyndaele, J.; Schroyen, D.
De geneesheren-reservemajoors : Van Dhelsen, G.; Ledoux, C.; Van Acker, A.; Wyndaele, J.; Schroyen, D.
Les dentistes majors de réserve : Neetens, H.; De Vos, E. Le pharmacien major de réserve Mahieu, D.
De tandartsen-reservemajoors : Beaumont, E.; Van Laere, D.; Zukowski, F. De apothekers-reservemajoors : Peene, J.; Schalandryn, R.
De tandartsen-reservemajoors : Neetens, H.; De Vos, E. Apotheker-reservemajoor Mahieu, D. De tandartsen-reservemajoors : Vanpol, M.; Laeremans, G.; Stautemas, L. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 november 1998.
Les dentistes majors de réserve : Vanpol, M.; Laeremans, G.; Stautemas, L. Le présent arrêté produit ses effets le 1er novembre 1998.
[99/07022]
[99/07022]
Armée. — Force aérienne. — Changements de corps
Leger. — Luchtmacht. — Veranderingen van korps
Par arrêté royal n° 2160 du 23 décembre 1998, le lieutenant Sakx, C., du corps du personnel navigant, est transféré d’office, avec son grade et son ancienneté, vers le corps du personnel non-navigant le 24 décembre 1998.
Bij koninklijk besluit nr. 2160 van 23 december 1998 wordt luitenant C. Sakx, van het korps van het varend personeel, van ambtswege, met zijn graad en zijn anciënniteit, overgeplaatst naar het korps van het niet-varend personeel op 24 december 1998.
Pour l’avancement ultérieur, il est classé après le lieutenant d’aviation Di Lena, E.
Voor verdere bevordering wordt hij na luitenant van het vliegwezen E. Di Lena gerangschikt.
Par arrêté royal n° 2163 du 23 décembre 1998, le lieutenant Vander Oost, K., du corps du personnel navigant, est transféré d’office, avec son grade et son ancienneté, vers le corps du personnel non-navigant le 24 décembre 1998.
Bij koninklijk besluit nr. 2163 van 23 december 1998, wordt luitenant K. Vander Oost, van het korps van het varend personeel, van ambtswege, met zijn graad en zijn anciënniteit, overgeplaatst naar het korps van het niet-varend personeel op 24 december 1998.
Pour l’avancement ultérieur, il est classé après le lieutenant d’aviation Sakx, C.
Voor verdere bevordering wordt hij na luitenant van het vliegwezen C. Sakx, gerangschikt.
[99/07039]
[99/07039]
Armée. — Force aérienne Nominations au grade de sous-lieutenant aviateur auxiliaire
Leger. — Luchtmacht Benoemingen in de graad van hulponderluitenant vlieger
Par arrêté royal n° 2180 du 21 janvier 1999, les candidats officiers auxiliaires, dont les noms suivent, sont commissionnés au grade de sous-lieutenant aviateur auxiliaire le 27 novembre 1998 et sont inscrits dans le corps du personnel navigant :
Bij koninklijk besluit nr. 2180 van 21 januari 1999 worden de kandidaat-hulpofficieren, van wie de namen volgen, op 27 november 1998 aangesteld in de graad van hulponderluitenant vlieger en worden in het korps van het varend personeel ingeschreven.
Van Lerberghe, D.; De Rom, X.; Van Der Linden, S.; Collard, A.; Matanda Kaiji, D.; Beulen, M.; Casier, T.
Van Lerberghe, D.; De Rom, X.; Van Der Linden, S.; Collard, A.; Matanda Kaiji, D.; Beulen, M.; Casier, T.
[99/07040]
[99/07040]
Armée. — Force aérienne Changement de force
Leger. — Luchtmacht Verandering van macht
Par arrêté royal n° 2181 du 21 janvier 1999, le lieutenant d’aviation Debaty, J.-M., du corps du personnel non-navigant, est transféré d’office, avec son grade et son ancienneté, vers la force terrestre, corps de l’aviation légère le 30 octobre 1998.
Bij koninklijk besluit nr. 2181 van 21 januari 1999 wordt luitenant van het vliegwezen J.-M. Debaty, van het korps van het niet-varend personeel, van ambtswege, met zijn graad en zijn anciënniteit, overgeplaatst naar de landmacht, korps van het licht vliegwezen, op 30 oktober 1998.
Pour l’avancement ultérieur, il est classé après le lieutenant De Beul, R.
Voor verdere bevordering wordt hij na luitenant R. De Beul, gerangschikt.
8874
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD MINISTERE DE L’INTERIEUR
MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN [98/00749]
[98/00749]
Conseil d’Etat Nomination d’un auditeur adjoint
Raad van State Benoeming van een adjunct-auditeur
Par arrêté royal du 22 décembre 1998, Mme Gabrielle Jottrand, référendaire adjoint, est nommée auditeur adjoint au Conseil d’Etat.
Bij koninklijk besluit van 22 december 1998 wordt Mevr. Gabrielle Jottrand, adjunct-referendaris, tot adjunct-auditeur bij de Raad van State benoemd.
* MINISTERE DE LA FONCTION PUBLIQUE
MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN [99/02024]
[99/02024]
23 FEVRIER 1999. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel du 15 avril 1998 fixant la composition de la Commission interdépartementale des stages
23 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 15 april 1998 tot vaststelling van de samenstelling van de Interdepartementale Stagecommissie
Le Ministre de la Fonction publique, Vu l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de l’Etat notamment l’article 33bis; Vu l’arrêté ministériel du 7 novembre 1983 fixant la composition de la Commission interdépartementale des stages modifié par les arrêtés ministériels du 17 juin 1985, du 8 février 1988, du 20 avril 1990 et du 30 mars 1992, du 12 octobre 1995, du 25 juillet 1997 et du 15 avril 1998,
Arreˆte :
De Minister van Ambtenarenzaken, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel, inzonderheid op artikel 33bis; Gelet op het ministerieel besluit van 7 november 1983 tot vaststelling van de Interdepartementale Stagecommissie, gewijzigd door de Ministeriële besluiten van 17 juni 1985, van 8 februari 1988, van 20 april 1990, van 30 maart 1992, van 12 oktober 1995, van 25 juli 1997 en van 15 april 1998,
Besluit :
Article 1er. L’article 1er de l’arrêté ministériel du 7 novembre 1983 fixant la composition de la Commission interdépartementale des stages est remplacé par la disposition suivante :
Artikel 1. Artikel 1 van het ministerieel besluit van 7 november 1983 tot vaststelling van de samenstelling van de Interdepartementale Stagecommissie wordt vervangen door de volgende bepaling :
« Article 1er. La Commission interdépartementale des stages est composée comme suit :
« Artikel 1. De Interdepartementale Stagecommissie is samengesteld als volgt :
— le secrétaire permanent au recrutement;
— de vaste wervingssecretaris;
— le secrétaire permanent adjoint de l’autre rôle linguistique;
— de adjunct-vaste wervingssecretaris van de andere taalrol;
— le secrétaire général du Ministère de la Fonction publique;
— de secretaris-generaal van het Ministerie van Ambtenarenzaken;
— le directeur général de la formation;
— de directeur-generaal van de opleiding;
— le directeur de la formation qui a le stagiaire sous sa surveillance;
— de opleidingsdirecteur onder wiens toezicht de stagiair staat;
— les secrétaires généraux :
— de secretarissen-generaal :
E. Beyens, E. Deloof, C. Crohain, M. Jadot, comme membres effectifs et les secrétaires généraux R. De Borger, J. Baret, E. Beka et L. Verjus comme membres suppléants; — comme membres, désignés par la FSCSP : M. De Brabanter, F. Dufour, et M. Roman comme membres effectifs et R. Van Opdenbosch, L. Cloet et P. Hardat comme membres suppléants; — comme membres, désignés par la SLFP : N. Amant, H. Nolard, P. Monsaert comme membres effectifs et G. Vandenberghe, J.P. Mues et C. Godart comme membres suppléants; — comme membres, désignés par le CGSP :
E. Beyens, E. Deloof, C. Crohain, M. Jadot als effectieve leden en de secretarissen-generaal R. De Borger, J. Baret, E. Beka en L. Verjus als plaatsvervangers; — als leden, aangewezen door de FCSOD : M. De Brabanter, F. Dufour en M. Roman als effectieve leden en R. Van Opdenbosch, L. Cloet en P. Hardat als plaatsvervangers; — als leden, aangewezen door het VSOA : N. Amant, H. Nolard, P. Monsaert als effectieve leden en G. Vandenberghe, P. Mues en C. Godart, als plaatsvervangers; — als leden, aangewezen door de ACOD :
L. Verrycken, N. Van Gils, M. Belot comme membres effectifs et L. Lefevre, X. Verlinde et J. Jacqmain comme membres suppléants. »
L. Verrycken, N. Van Gils, M. Belot als effectieve leden en L. Lefevre, X. Verlinde en J. Jacqmain als plaatsvervangers. »
Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge.
Art. 2. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Bruxelles, le 23 février 1999.
A. FLAHAUT
Brussel, 23 februari 1999.
A. FLAHAUT
8875
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN
REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST MINISTERE DE LA REGION WALLONNE [C − 99/27210]
9 FEVRIER 1999. — Arreˆte´ ministe´riel portant nomination des membres de la Commission d’agre´ment des entreprises d’insertion Le Ministre du Budget et des Finances, de l’Emploi et de la Formation, Vu le de´cret du 16 juillet 1998 relatif aux conditions auxquelles les entreprises d’insertion sont agre´e´es et subventionne´es, notamment l’article 3; Vu l’arreˆte´ du Gouvernement wallon du 15 octobre 1998 portant exe´cution du de´cret du 16 juillet 1998 relatif aux conditions auxquelles les entreprises d’insertion sont agre´e´es et subventionne´es, notamment les articles 6 a` 8, Arreˆte : Article 1er. M. Nicolas Bodson est nomme´ pre´sident de la Commission d’agre´ment des entreprises d’insertion. Art. 2. Sont nomme´s membres de la Commission d’agre´ment des entreprises d’insertion : 1˚ MM. Jean-Paul Delie`ge, Aime´ Lacroix et Ge´rard Van Mechelen, au titre de repre´sentants des organisations repre´sentatives des travailleurs; 2˚ Mme Nathalie Bergeret et MM. Thierry Devillez et Charles Istasse, au titre de repre´sentants des organisations repre´sentatives des employeurs; 3˚ M. Le´o Mayard, au titre de repre´sentant de l’Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi; 4˚ Mme Marie-He´le`ne Charlier au titre de repre´sentante de l’Union des Villes et Communes de Wallonie, section C.P.A.S.; 5˚ M. Jean-Marie Aendekerk au titre de repre´sentant de la Direction ge´ne´rale de l’Economie et de l’Emploi du Ministe`re de la Re´gion wallonne; 6˚ M. Guy De Smedt, au titre de repre´sentant de la cellule ″Fonds social europe´en″ du Ministe`re de la Communaute´ franc¸aise; 7˚ Mme Ve´ronique Kaiser, au titre de repre´sentante du Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne; 8˚ Mme The´re`se Boutsen, au titre de repre´sentante du Ministre de l’Economie; 9˚ Mme Fabienne Fraikin, au titre de repre´sentante du Ministre de l’Ame´nagement du Territoire; 10˚ Mme Sophie Jaminon, au titre de repre´sentante du Ministre de l’Emploi; 11˚ M. Jean-Luc Vrancken, au titre de repre´sentant du Ministre de l’Action sociale; 12˚ M. Dimitri Strivay, au titre de repre´sentant du Ministre de la Communaute´ germanophone qui a l’Action sociale dans ses attributions; 13˚ M. Euge`ne Dermine, au titre de repre´sentant de l’Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es; 14˚ Mme Gabrielle Fettweis, au titre de repre´sentante de la Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung; 15˚ MM. Pierre Poriau et Rudy Cassart, au titre de repre´sentants des entreprises d’insertion. Art. 3. Sont nomme´s en qualite´ de supple´ants des membres de la Commission d’agre´ment des entreprises d’insertion de´signe´s a` l’article 2; 1˚ MM. Michel Mathy, Jose´ Verdin et Mme Marie-He´le`ne Ska au titre de repre´sentants des organisations repre´sentatives des travailleurs; 2˚ MM. Andre´ Bondroit, Andre´ Auquier et Mme Anne-Franc¸oise David, au titre de repre´sentants des organisations repre´sentatives des employeurs; 3˚ Mme Christine Dagniaux, au titre de repre´sentante de l’Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi; 4˚ M. Jean Ge´rome au titre de repre´sentant de l’Union des Villes et Communes de Wallonie, section C.P.A.S.; 5˚ Mme Ariane Bogaerts au titre de repre´sentante de la Direction ge´ne´rale de l’Economie et de l’Emploi du Ministe`re de la Re´gion wallonne;
8876
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 6˚ Mme Marie-Pierre Dejoie, au titre de repre´sentante de la cellule ″Fonds social europe´en″ du Ministe`re de la Communaute´ franc¸aise; 7˚ M. Corneille Franssen, au titre de repre´sentant du Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne; 8˚ M. Thierry Derycke, au titre de repre´sentant du Ministre de l’Economie; 9˚ M. Henri Scorier, au titre de repre´sentant du Ministre de l’Ame´nagement du Territoire; 10˚ M. Basilio Napoli, au titre de repre´sentant du Ministre de l’Emploi; 11˚ M. Jean-Luc Agosti, au titre de repre´sentant du Ministre de l’Action sociale; 12˚ M. Norbert Schommers, au titre de repre´sentant du Ministre de la Communaute´ germanophone qui a l’Action sociale dans ses attributions; 13˚ M. Eric Manneback, au titre de repre´sentant de l’Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es; 14˚ M. Helmut Heinen, au titre de repre´sentant de la Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung; 15˚ Mme Lysiane De Selys et M. Walthe`re Davister au titre de repre´sentants des entreprises d’insertion. Art. 4. M. Jean-Marie Aendekerk est de´signe´ en qualite´ de secre´taire de la Commission d’agre´ment. Mme Ariane Bogaerts est de´signe´e comme supple´ante. Art. 5. Le pre´sent arreˆte´ produit ses effets le 4 novembre 1998. Namur, le 9 février 1999.
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
ÜBERSETZUNG MINISTERIUM DER WALLONISCHEN REGION [C − 99/27210]
9. FEBRUAR 1999 Ministerialerlaβ zur Ernennung der Mitglieder der «Commission d’agre´ment des entreprises d’insertion» (Zulassungsausschuß fu¨r Eingliederungsbetriebe) Der Minister des Haushalts und der Finanzen, der Bescha¨ftigung und der Ausbildung, Aufgrund des Dekrets vom 16. Juli 1998 bezu¨glich der Bedingungen fu¨r die Zulassung und Bezuschussung der Eingliederungsbetriebe, insbesondere des Artikels 3; Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 15. Oktober 1998 zur Ausfu¨hrung des Dekrets vom 16. Juli 1998 bezu¨glich der Bedingungen fu¨r die Zulassung und Bezuschussung der Eingliederungsbetriebe, insbesondere der Artikel 6 bis 8,
Beschließt: Artikel 1 - Herr Nicolas Bodson wird zum Vorsitzenden der ″Commission d‘agre´ment des entreprises d‘insertion″ ernannt. Art. 2 - Die folgenden Personen werden zu Mitgliedern der ″Commission d‘agre´ment des entreprises d‘insertion″ ernannt: 1˚ Herr Jean-Paul Delie`ge, Herr Aime´ Lacroix und Herr Ge´rard Van Mechelen, als Vertreter der repra¨sentativen Arbeitnehmerorganisationen; 2˚ Frau Nathalie Bergeret, Herr Thierry Devillez und Herr Charles Istasse, als Vertreter der repra¨sentativen Arbeitgeberorganisationen; 3˚ Herr Le´o Mayard, als Vertreter des ″Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi″ (Gemeinschaftliches und Regionales Amt fu¨r Berufsbildung und Arbeitsbeschaffung); 4˚ Frau Marie-He´le`ne Charlier, als Vertreterin der ″Union des Villes et Communes de Wallonie″ (Vereinigung der ¨ SHZ; Sta¨dte und Gemeinden Walloniens), Sektion O 5˚ Herr Jean-Marie Aendekerk, als Vertreter der Generaldirektion der Wirtschaft und der Bescha¨ftigung des Ministeriums der Wallonischen Region; 6˚ Herr Guy De Smedt, als Vertreter der Zelle ″Fonds social europe´en″ (Europa¨ischer Sozialfonds) des Ministeriums der Franzo¨sischen Gemeinschaft; 7˚ Frau Ve´ronique Kaiser, als Vertreterin des ″Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne″ (Wirtschaftsund Sozialrat der Wallonischen Region); 8˚ Frau The´re`se Boutsen, als Vertreterin des Ministers der Wirtschaft; 9˚ Frau Fabienne Fraikin, als Vertreterin des Ministers der Raumordnung; 10˚ Frau Sophie Jaminon, als Vertreterin des Ministers der Bescha¨ftigung; 11˚ Herr Jean-Luc Vrancken, als Vertreter des Ministers der Sozialen Maßnahmen;
8877
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 12˚ Herr Dimitri Strivay, als Vertreter des Ministers der Deutschsprachigen Gemeinschaft, zu dessen Zustandigkeitsbereich die Sozialhilfe geho¨rt; 13˚ Herr Euge`ne Dermine, als Vertreter der ″Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es″ (Wallonische Agentur fu¨r die Eingliederung der behinderten Personen); 14˚ Frau Gabrielle Fettweis, als Vertreterin der Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung; 15˚ Herr Pierre Poriau und Herr Rudy Cassart, als Vertreter der Eingliederungsbetriebe. Art. 3 - Die folgenden Personen werden als Stellvertreter der in Artikel 2 bezeichneten Mitglieder der ″Commission d‘agre´ment des entreprises d‘insertion″ ernannt: 1˚ Herr Michel Mathy, Herr Jose´ Verdin und Frau Marie-He´le`ne Ska, als Vertreter der repra¨sentativen Arbeitnehmerorganisationen; 2˚ Herr Andre´ Bondroit, Herr Andre´ Auquier und Frau Anne-Franc¸oise David, als Vertreter der repra¨sentativen Arbeitgeberorganisationen; 3˚ Frau Christine Dagniaux, als Vertreterin des ″Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi″; ¨ SHZ; 4˚ Herr Jean Ge´rome, als Vertreter der ″Union des Villes et Communes de Wallonie″, Sektion O 5˚ Frau Ariane Bogaerts, als Vertreterin der Generaldirektion der Wirtschaft und der Bescha¨ftigung des Ministeriums der Wallonischen Region; 6˚ Frau Marie-Pierre Dejoie, als Vertreterin der Zelle ″Fonds social europe´en″ des Ministeriums der Franzo¨sischen Gemeinschaft; 7˚ Herr Corneille Franssen, als Vertreter des ″Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne″; 8˚ Herr Thierry Derycke, als Vertreter des Ministers der Wirtschaft; 9˚ Herr Henri Scorier, als Vertreter des Ministers der Raumordnung; 10˚ Herr Basilio Napoli, als Vertreter des Ministers der Bescha¨ftigung; 11˚ Herr Jean-Luc Agosti, als Vertreter des Ministers der Sozialen Maßnahmen; 12˚ Herr Norbert Schommers, als Vertreter des Ministers der Deutschsprachigen Gemeinschaft, zu dessen Zustandigkeitsbereich die Sozialhilfe geho¨rt; 13˚ Herr Eric Manneback, als Vertreter der ″Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es″; 14˚ Herr Helmut Heinen, als Vertreter der Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung; 15˚ Frau Lysiane De Selys und Herr Walthe`re Davister, als Vertreter der Eingliederungsbetriebe. Art. 4 - Herr Jean-Marie Aendekerk wird als Sekreta¨r des Zulassungsausschusses bezeichnet. Frau Ariane Bogaerts wird als Stellvertreterin bezeichnet. Art. 5 - Der vorliegende Erlaß wird am 4. November 1998 wirksam. Namur, den 9. Februar 1999
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST [C − 99/27210]
9 FEBRUARI 1999. — Ministerieel besluit tot benoeming van de leden van de Erkenningscommissie voor inschakelingsbedrijven De Minister van Begroting en Financie¨n, Tewerkstelling en Vorming, Gelet op het decreet van 16 juli 1998 betreffende de voorwaarden waaronder de inschakelingsbedrijven erkend en gesubsidieerd worden, inzonderheid op artikel 3; Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 oktober 1998 tot uitvoering van het decreet van 16 juli 1998 betreffende de voorwaarden waaronder de inschakelingsbedrijven erkend en gesubsidieerd worden, inzonderheid op de artikelen 6 tot 8,
Besluit : Artikel 1. De heer Nicolas Bodson wordt benoemd tot voorzitter van de Erkenningscommissie voor inschakelingsbedrijven. Art. 2. De volgende personen worden benoemd tot lid van de Erkenningscommissie voor inschakelingsbedrijven : 1˚ de heren Jean-Paul Delie`ge, Aime´ Lacroix en Ge´rard Van Mechelen, ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemersorganisaties;
8878
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 2˚ Mevr. Nathalie Bergeret en de heren Thierry Devillez en Charles Istasse, ter vertegenwoordiging van de representatieve werkgeversorganisaties; 3˚ de heer Le´o Mayard, ter vertegenwoordiging van de ″Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi″ (Gemeenschaps-en Gewestdienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling); 4˚ Mevr. Marie-He´le`ne Charlier, ter vertegenwoordiging van de ″Union des Villes et Communes de Wallonie″ (Unie van de Steden en Gemeenten van Wallonie¨), afdeling OCMW; 5˚ de heer Jean-Marie Aendekerk, ter vertegenwoordiging van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest; 6˚ de heer Guy De Smedt, ter vertegenwoordiging van de cel ″Europees sociaal fonds″ van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; 7˚ Mevr. Ve´ronique Kaiser, ter vertegenwoordiging van de ″Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne″ (Sociaal-economische Raad van het Waalse Gewest); 8˚ Mevr. The´re`se Boutsen, ter vertegenwoordiging van de Minister van Economie; 9˚ Mevr. Fabienne Fraikin, ter vertegenwoordiging van de Minister van Ruimtelijke Ordening; 10˚ Mevr. Sophie Jaminon, ter vertegenwoordiging van de Minister van Tewerkstelling; 11˚ de heer Jean-Luc Vrancken, ter vertegenwoordiging van de Minister van Sociale Actie; 12˚ de heer Dimitri Strivay, ter vertegenwoordiging van de Minister van de Duitstalige Gemeenschap die voor Sociale Actie bevoegd is; 13˚ de heer Euge`ne Dermine, ter vertegenwoordiging van het ″Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es″ (Waals Agentschap voor de integratie van gehandicapte personen); 14˚ Mevr. Gabrielle Fettweis, ter vertegenwoordiging van de ″Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung″; 15˚ de heren Pierre Poriau et Rudy Cassart, ter vertegenwoordiging van de inschakelingsbedrijven. Art. 3. De volgende personen worden benoemd tot plaatsvervangend lid van de Erkenningscommissie voor inschakelingsbedrijven bedoeld in artikel 2 : 1˚ de heren Michel Mathy, Jose´ Verdin en Mevr. Marie-He´le`ne Ska, ter vertegenwoordiging van de representatieve werknemersorganisaties; 2˚ de heren Andre´ Bondroit, Andre´ Auquier en Mevr. Anne-Franc¸oise David, ter vertegenwoordiging van de representatieve werkgeversorganisaties; 3˚ Mevr. Christine Dagniaux, ter vertegenwoordiging van de ″Office communautaire et re´gional de la Formation professionnelle et de l’Emploi″; 4˚ de heer Jean Ge´rome, ter vertegenwoordiging van de ″Union des Villes et Communes de Wallonie″, afdeling OCMW; 5˚ Mevr. Ariane Bogaerts, ter vertegenwoordiging van het Directoraat-generaal Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Waalse Gewest; 6˚ Mevr. Marie-Pierre Dejoie, ter vertegenwoordiging van de cel ″Europees sociaal fonds″ van het Ministerie van de Franse Gemeenschap; 7˚ de heer Corneille Franssen, ter vertegenwoordiging van de ″Conseil e´conomique et social de la Re´gion wallonne″; 8˚ de heer Thierry Derycke, ter vertegenwoordiging van de Minister van Economie; 9˚ de heer Henri Scorier, ter vertegenwoordiging van de Minister van Ruimtelijke Ordening; 10˚ de heer Basilio Napoli, ter vertegenwoordiging van de Minister van Tewerkstelling; 11˚ de heer Jean-Luc Agosti, ter vertegenwoordiging van de Minister van Sociale Actie; 12˚ de heer Norbert Schommers, ter vertegenwoordiging van de Minister van de Duitstalige Gemeenschap die voor Sociale Actie bevoegd is; 13˚ de heer Eric Manneback, ter vertegenwoordiging van het ″Agence wallonne pour l’inte´gration des personnes handicape´es″; 14˚ de heer Helmut Heinen, ter vertegenwoordiging van de ″Dienststelle der Deutschsprachigen Gemeinschaft fu¨r Personen mit einer Behinderung″; 15˚ Mevr. Lysiane De Selys en de heer Walthe`re Davister, ter vertegenwoordiging van de inschakelingsbedrijven. Art. 4. De heer Jean-Marie Aendekerk wordt aangewezen als secretaris van de Erkenningscommissie en Mevr. Ariane Bogaerts als zijn plaatsvervangster. Art. 5. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 4 november 1998. Namen, 9 februari 1999.
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE
8879
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21085]
Arreˆt n° 132/98 du 9 de´cembre 1998 Nume´ro du roˆle : 1200 En cause : la question pre´judicielle relative a` l’article 32bis du Code des impoˆts sur les revenus 1964, pose´e par la Cour d’appel de Bruxelles. La Cour d’arbitrage, compose´e des pre´sidents M. Melchior et L. De Gre`ve, et des juges P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assiste´e du greffier L. Potoms, pre´side´e par le pre´sident M. Melchior, apre`s en avoir de´libe´re´, rend l’arreˆt suivant : I. Objet de la question pre´judicielle Par arreˆt du 31 octobre 1997 en cause de G. Willendyck contre l’Etat belge, dont l’expe´dition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 21 novembre 1997, la Cour d’appel de Bruxelles a pose´ la question pre´judicielle suivante : « Dans la mesure ou` l’article 32bis du C.I.R. rend imposables les indemnite´s verse´es en re´paration d’une incapacite´ permanente en application de la le´gislation sur les accidents du travail, sans qu’il y ait perte de revenus dans le chef de la victime, cette disposition n’est-elle pas contraire aux articles 10 et 172 de la Constitution, de`s lors que les meˆmes indemnite´s, si elles e´taient obtenues par un redevable autre qu’un travailleur ou e´taient verse´es directement par le tiers responsable de l’accident, ne seraient pas imposables et alors que, d’autre part, la victime d’un accident de travail ou sur le chemin du travail ne peut pas opter entre l’application de la loi sur les accidents du travail et l’action de droit commun, bien que ce soit en de´finitive le tiers responsable (ou son assureur) qui supporte la charge du paiement des indemnite´s ? » II. Les faits et la proce´dure ante´rieure La Cour d’appel de Bruxelles est saisie de recours fiscaux dirige´s contre des de´cisions directoriales rejetant les re´clamations contre la cotisation a` l’impoˆt des personnes physiques. G. Willendyck a e´te´ victime, sur le chemin du travail, d’un accident de circulation cause´ par un tiers. Conforme´ment a` la loi sur les accidents du travail, une indemnite´ lui fut verse´e en re´paration d’une incapacite´ permanente partielle de travail. L’administration a impose´ cette indemnite´ sur la base de l’article 32bis, aline´a 1er, 1°, du Code des impoˆts sur les revenus 1964. Le reque´rant conteste cette imposition au motif que l’indemnite´ verse´e ne constitue pas la re´paration totale ou partielle d’une perte de revenus au sens de l’article 32bis du Code des impoˆts sur les revenus 1964. Il soutient qu’il n’a subi aucune perte de re´mune´ration suite a` l’accident litigieux et conside`re que l’indemnite´ verse´e a re´pare´ une perte de capacite´ physique et une atteinte a` l’inte´grite´ corporelle. Apre`s avoir rappele´ la jurisprudence de la Cour de cassation, la Cour d’appel de Bruxelles estime que l’administration fiscale a fait une application correcte de l’article 32bis, aline´a 1er, 1°, du Code des impoˆts sur les revenus 1964 en l’espe`ce. Le reque´rant soutient alors que cette disposition est contraire aux articles 10 et 172 de la Constitution et demande de poser a` cet e´gard une question pre´judicielle a` la Cour d’arbitrage. La Cour d’appel pose de`s lors la question reproduite ci-dessus. III. La proce´dure devant la Cour Par ordonnance du 21 novembre 1997, le pre´sident en exercice a de´signe´ les juges du sie`ge conforme´ment aux articles 58 et 59 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage. Les juges-rapporteurs ont estime´ n’y avoir lieu de faire application des articles 71 ou 72 de la loi organique. La de´cision de renvoi a e´te´ notifie´e conforme´ment a` l’article 77 de la loi organique, par lettres recommande´es a` la poste le 2 de´cembre 1997. L’avis prescrit par l’article 74 de la loi organique a e´te´ publie´ au Moniteur belge du 17 de´cembre 1997. Des me´moires ont e´te´ introduits par : — G. Willendyck et J. Trigo, demeurant ensemble a` 1180 Bruxelles, rue Boetendael 159, boıˆte 6, par lettre recommande´e a` la poste le 14 janvier 1998; — le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, par lettre recommande´e a` la poste le 18 janvier 1998. Ces me´moires ont e´te´ notifie´s conforme´ment a` l’article 89 de la loi organique, par lettres recommande´es a` la poste le 22 janvier 1998. Des me´moires en re´ponse ont e´te´ introduits par : — G. Willendyck et J. Trigo, par lettre recommande´e a` la poste le 19 fe´vrier 1998; — le Conseil des ministres, par lettre recommande´e a` la poste le 20 fe´vrier 1998. Par ordonnances du 29 avril 1998 et du 29 octobre 1998, la Cour a proroge´ respectivement jusqu’aux 21 novembre 1998 et 21 mai 1999 le de´lai dans lequel l’arreˆt doit eˆtre rendu. Par ordonnance du 8 juillet 1998, la Cour a de´clare´ l’affaire en e´tat et fixe´ l’audience au 30 septembre 1998. Cette ordonnance a e´te´ notifie´e aux parties ainsi qu’a` leurs avocats par lettres recommande´es a` la poste le 10 juillet 1998. A l’audience publique du 30 septembre 1998 : — ont comparu : . Me M. Baltus, avocat au barreau de Bruxelles, pour G. Willendyck et J. Trigo; . Me A. Gillet, avocat au barreau de Nivelles, pour le Conseil des ministres; — les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; — les avocats pre´cite´s ont e´te´ entendus; — l’affaire a e´te´ mise en de´libe´re´. La proce´dure s’est de´roule´e conforme´ment aux articles 62 et suivants de la loi organique, relatifs a` l’emploi des langues devant la Cour.
8880
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD IV. En droit —A— Me´moire de G. Willendyck et de J. Trigo A.1. La doctrine et la jurisprudence ont, depuis longtemps, de´gage´ en matie`res civile et sociale et notamment en matie`re d’accidents du travail, la distinction qu’il y a lieu de faire entre une indemnite´ qui compense une perte de revenus et une indemnite´ qui compense une incapacite´ de travail. L’atteinte a` la capacite´ de travail est une atteinte a` l’inte´grite´ physique de la victime; ce dommage est distinct de la perte, e´ventuelle, de revenus. Cette distinction devrait pre´valoir en matie`re d’impoˆt sur les revenus. Or, la Cour de cassation fait a` cet e´gard une distinction entre les indemnite´s perc¸ues en vertu du droit commun et celles qui sont perc¸ues en vertu de la le´gislation sur les accidents du travail. Cette diffe´rence de traitement ne repose sur aucun crite`re objectif. Le caracte`re discriminatoire de la distinction est particulie`rement frappant en ce qui concerne les indemnite´s pour accidents survenus sur le chemin du travail. Nombreuses sont en effet les de´cisions qui statuent sur le point de savoir si un accident s’est ou non produit sur le chemin du travail. Or, selon la de´cision que prendra sur ce point le juge compe´tent, la meˆme indemnite´, accorde´e a` la meˆme personne, re´parant le meˆme pre´judice, sera soumise a` l’impoˆt sur les revenus, ou ne le sera pas. La taxation de telles indemnite´s de´roge en outre sans motif a` un principe fondamental de l’impoˆt sur les revenus, qui veut que soit seul soumis a` cet impoˆt le montant net des revenus recueillis, de´duction faite des charges. Tout ce que de´pense le redevable pour conserver sa capacite´ de travail constituerait alors une charge professionnelle, ce qui ne serait ni admissible ni permis par la loi. Il faudrait aussi logiquement e´tendre la jurisprudence critique´e a` d’autres indemnite´s en re´paration de dommages physiques ou de dommages moraux qui atteindraient des travailleurs a` l’occasion de l’exercice de leur profession, par exemple en cas d’abus d’autorite´. Me´moire du Conseil des ministres A.2.1. A titre principal, le Conseil des ministres conside`re qu’il n’y a pas de discrimination. Le postulat fondant la question pre´judicielle est inexact. Les indemnite´s obtenues par les salarie´s et les inde´pendants en re´paration du dommage cause´ par un accident du travail sont imposables dans la mesure ou` elles se rattachent directement ou indirectement a` une activite´ professionnelle, e´tant entendu que celui qui n’e´marge d’aucune manie`re au circuit du travail ne saurait subir un « accident du travail » donnant lieu, a` ce titre, a` une indemnisation. Par ailleurs, les indemnite´s obtenues par les salarie´s et les inde´pendants en re´paration d’un dommage cause´ par un accident de la vie prive´e sont imposables si elles re´parent une perte permanente de re´mune´ration, be´ne´fice ou profit, e´tant entendu que celui qui ne recueille pas de revenus professionnels ne saurait obtenir la re´paration d’une perte de revenus professionnels. Il s’ensuit que la discrimination alle´gue´e n’est pas e´tablie et que la question pre´judicielle appelle une re´ponse ne´gative. A.2.2. A titre subsidiaire, la discrimination alle´gue´e est objectivement justifie´e et re´pond aux exigences de proportionnalite´ entre le but poursuivi et les moyens utilise´s pour l’atteindre. La jurisprudence de la Cour est invoque´e a` cet e´gard, en particulier celle qui est relative a` la matie`re fiscale. Il ne ressortit pas au pouvoir de la Cour d’appre´cier l’opportunite´ de soumettre ou non a` l’impoˆt les pensions, rentes ou allocations en tenant lieu qui re´parent le dommage re´sultant d’un accident du travail au motif que ces indemnisations se rattachent directement ou indirectement a` une activite´ professionnelle vise´e a` l’article 20, 1° a` 3°, du Code des impoˆts sur les revenus 1964; de meˆme, l’opportunite´ d’immuniser les allocations obtenues en exe´cution d’un contrat d’assurance individuelle contre les accidents corporels ressortit au pouvoir exclusif du le´gislateur. Il y a par ailleurs une diffe´rence objective entre les be´ne´ficiaires de re´mune´rations, d’une part, et de profits ou be´ne´fices, d’autre part, quant aux conditions d’exercice de l’activite´ et quant aux conditions d’obtention desdits revenus. En particulier, ils ne sont pas dans la meˆme situation devant le risque d’encourir un accident du travail ni devant les conse´quences que la re´alisation d’un tel risque pourrait avoir sur les revenus professionnels. Ceci explique que le le´gislateur ait mis en place un syste`me spe´cifique d’organisation du travail ainsi que la pratique administrative en vigueur sur le plan fiscal, sous l’empire des lois relatives aux impoˆts sur les revenus coordonne´es le 15 janvier 1948. Il est vrai qu’une indemnisation obtenue en application de la le´gislation sur les accidents du travail peut eˆtre distingue´e, en matie`re d’impoˆts sur les revenus, d’une indemnisation obtenue du tiers responsable de l’accident ou de son assureur de`s lors que la premie`re indemnisation constitue un droit dont le be´ne´fice n’est nullement lie´ a` l’existence d’une faute commise par qui que ce soit mais qui re´sulte d’un syste`me le´gal original, lie´ a` l’existence d’un contrat de travail et destine´ a` pourvoir, en cas de re´alisation du risque d’accident, a` l’obtention d’un ve´ritable « revenu de remplacement ». Il faut enfin relever qu’il apparaıˆt des travaux pre´paratoires de la loi du 5 janvier 1976 qu’en mettant un terme a` l’immunisation des indemnite´s obtenues en application de la le´gislation sur les accidents du travail, le le´gislateur avait le souci d’e´liminer certaines distorsions ine´quitables au sein du groupe socioprofessionnel des travailleurs salarie´s. Il s’ensuit que la discrimination alle´gue´e tend pre´cise´ment a` mettre un terme a` l’importante discrimination que ge´ne´rait, au sein de la cate´gorie homoge`ne des be´ne´ficiaires de re´mune´rations diverses, le traitement fiscal avantageux des revenus de remplacement au nombre desquels figure l’indemnisation obtenue en vertu de la le´gislation sur les accidents du travail. Me´moire en re´ponse de G. Willendyck et J. Trigo A.3. L’historique des textes le´gaux rappele´ dans le me´moire du Conseil des ministres fait apparaıˆtre le souci de taxer les revenus de remplacement, c’est-a`-dire les sommes qui remplacent un revenu. Suite a` l’e´volution jurisprudentielle de´ja` e´voque´e, l’indemnisation du dommage re´sultant d’un accident du travail est devenue taxable en raison de son rattachement direct ou indirect a` l’activite´ professionnelle, meˆme sans perte de revenus professionnels. C’est pre´cise´ment en cela que la loi, dans l’interpre´tation qui lui est donne´e actuellement, est devenue inconstitutionnelle, car cette distinction n’est pas justifie´e et ne s’applique pas a` tous les redevables. S’il est vrai que la Cour ne peut controˆler l’opportunite´ d’imposer un e´le´ment de´termine´, elle peut cependant ve´rifier s’il est justifie´ de n’imposer cet e´le´ment que pour certains contribuables et pas pour d’autres. Le Conseil des ministres ne propose aucune justification de la discrimination qui revient a` taxer une indemnite´ lorsqu’elle ne remplace pas un revenu.
8881
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Me´moire en re´ponse du Conseil des ministres A.4. Les distinctions qui ont pu eˆtre ope´re´es par la doctrine et la jurisprudence, en matie`res civile et sociale, entre les indemnite´s compensant une perte de revenu et celles compensant une incapacite´ de travail, sont sans pertinence en matie`re fiscale compte tenu de la ge´ne´ralite´ des termes de l’article 32bis du Code des impoˆts sur les revenus 1964. Par ailleurs, en soumettant a` l’impoˆt les indemnite´s qui se rattachent directement ou indirectement a` une activite´ professionnelle vise´e a` l’article 20, 1° a` 3°, le le´gislateur n’a ope´re´ aucune distinction entre les victimes d’un accident du travail mais il a pre´vu, au contraire, que la disposition s’appliquait a` toutes ces victimes, que celles-ci exercent une activite´ de salarie´ ou d’inde´pendant. L’article 32bis de´ja` cite´ n’ope`re aucune distinction suivant que l’indemnite´ est obtenue en vertu du droit commun ou en application de la le´gislation sur les accidents du travail. En ce qui concerne plus particulie`rement les accidents sur le chemin du travail, il est vrai qu’un proble`me de preuve peut re´gulie`rement eˆtre pose´ mais les critiques formule´es a` cet e´gard ne sauraient eˆtre dirige´es a` l’encontre de la disposition soumise a` la Cour. Les charges professionnelles qui pourraient eˆtre de´duites de l’indemnite´ ne sont pas les frais d’entretien de l’inte´grite´ physique mais les frais expose´s en vue d’acque´rir ou de conserver l’indemnite´ obtenue a` la suite d’un accident du travail. —B— B.1. L’article 32bis du Code des impoˆts sur les revenus 1964, actuellement l’article 34, § 1er, 1°, du Code des impoˆts sur les revenus 1992, conside`re comme des revenus imposables les pensions et les rentes viage`res ou temporaires, ainsi que les allocations en tenant lieu, qui se rattachent directement ou indirectement a` une activite´ professionnelle ou qui constituent la re´paration totale ou partielle d’une perte permanente de be´ne´fices, de re´mune´rations ou de profits. B.2. La Cour d’appel de Bruxelles interroge la Cour sur la compatibilite´ de cette disposition avec les articles 10 et 172 de la Constitution en ce qu’elle rend imposables les indemnite´s verse´es en re´paration d’une incapacite´ permanente en application de la le´gislation sur les accidents du travail, sans qu’il y ait perte de revenus dans le chef de la victime, alors que d’une part les meˆmes indemnite´s, si elles e´taient obtenues par un redevable autre qu’un travailleur ou e´taient verse´es directement par le tiers responsable de l’accident, ne seraient pas imposables et alors que, d’autre part, la victime d’un accident du travail ou sur le chemin du travail ne peut pas opter entre l’application de la loi sur les accidents du travail et l’action de droit commun, bien que ce soit en de´finitive le tiers responsable (ou son assureur) qui supporte la charge du paiement des indemnite´s. B.3. L’article 10 de la Constitution contient la re`gle de l’e´galite´ devant la loi tandis que l’article 11 e´tablit celle de la non-discrimination dans la jouissance des droits et liberte´s. Ces deux re`gles constitutionnelles sont l’expression d’un meˆme principe et sont donc indissolublement lie´es. Les articles 10 et 11 de la Constitution ont une porte´e ge´ne´rale : les re`gles constitutionnelles d’e´galite´ et de non-discrimination sont applicables a` l’e´gard de tous les droits et de toutes les liberte´s. Elles s’appliquent e´galement aux matie`res fiscales. Ce principe est d’ailleurs confirme´ par l’article 172 de la Constitution; en effet, cette disposition constitue une application du principe ge´ne´ral d’e´galite´ formule´ a` l’article 10 de la Constitution. B.4. Il apparaıˆt des travaux pre´paratoires de la loi du 5 janvier 1976, qui a introduit dans le Code des impoˆts sur les revenus la disposition litigieuse, que le le´gislateur a entendu mettre fin au re´gime d’immunisation de certains revenus de remplacement (Doc. parl., Se´nat, 1975-1976, n° 742/2, p. 18). B.5. En incluant parmi les revenus imposables les pensions, rentes et allocations qui constituent la re´paration d’une perte permanente de be´ne´fices, de re´mune´rations ou de profits, le le´gislateur a pris une mesure pertinente au regard de cet objectif. En revanche, aucune des raisons invoque´es par le Conseil des ministres ne peut justifier d’inclure dans la cate´gorie des revenus imposables, les pensions, rentes et allocations verse´es a` la suite d’un accident reconnu comme accident du travail au sens de la loi du 10 avril 1971 sans pour autant qu’il porte atteinte aux revenus professionnels de la victime. L’indemnisation, a` laquelle la victime a droit n’a pas, dans cette hypothe`se, le caracte`re d’un revenu de remplacement. Il en re´sulte que la victime subit en ce cas une discrimination par rapport a` d’autres victimes d’un accident qui ne s’est produit ni sur le chemin ni sur les lieux du travail puisqu’elle est soumise a` l’impoˆt sur les revenus tant pour l’indemnite´ due en raison de l’accident que pour les revenus professionnels que, par hypothe`se, elle continue de percevoir. Par ces motifs, la Cour dit pour droit : En ce qu’il rend imposables les indemnite´s verse´es en re´paration d’une incapacite´ permanente en application de la le´gislation sur les accidents du travail, sans qu’il y ait perte de revenus dans le chef de la victime, l’article 32bis du Code des impoˆts sur les revenus 1964 (actuellement l’article 34, § 1er, 1°, du Code des impoˆts sur les revenus 1992) viole l’article 10 de la Constitution. Ainsi prononce´ en langue franc¸aise et en langue ne´erlandaise, conforme´ment a` l’article 65 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, a` l’audience publique du 9 de´cembre 1998. Le greffier, Le pre´sident, L. Potoms. M. Melchior.
ARBITRAGEHOF [C − 99/21085]
Arrest nr. 132/98 van 9 december 1998 Rolnummer 1200 In zake : de prejudicie¨le vraag betreffende artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, gesteld door het Hof van Beroep te Brussel. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Gre`ve, en de rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudicie¨le vraag Bij arrest van 31 oktober 1997 in zake G. Willendyck tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 21 november 1997, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudicie¨le vraag gesteld : « Is artikel 32bis van het W.I.B., in zoverre het de vergoedingen die met toepassing van de wetgeving op de arbeidsongevallen worden gestort tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, niet in strijd met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, aangezien dezelfde
8882
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden zijn en terwijl, anderzijds, het slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt ? » II. De feiten en de rechtspleging voor het Hof Bij het Hof van Beroep te Brussel zijn fiscale beroepen aanhangig gemaakt, gericht tegen beslissingen van de directeur der belastingen waarbij de bezwaarschriften tegen de aanslag in de personenbelasting worden verworpen. G. Willendyck werd het slachtoffer, op weg naar het werk, van een verkeersongeval veroorzaakt door een derde. Overeenkomstig de arbeidsongevallenwet werd hem een vergoeding uitgekeerd tot herstel van een gedeeltelijke blijvende arbeidsongeschiktheid. De administratie heeft die vergoeding belast op grond van artikel 32bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. De verzoeker betwist die belasting, om reden dat de uitgekeerde vergoeding geen gehele of gedeeltelijke schadeloosstelling is van een derving van inkomsten in de zin van artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. Hij betoogt dat hij geen enkele derving van bezoldigingen heeft geleden ten gevolge van het betwiste ongeval en is van oordeel dat de uitgekeerde vergoeding een herstel is van een verlies van lichamelijke geschiktheid en van een aantasting van de lichamelijke integriteit. Na de rechtspraak van het Hof van Cassatie in herinnering te hebben gebracht, oordeelt het Hof van Beroep te Brussel dat de belastingadministratie te dezen een correcte toepassing heeft gemaakt van artikel 32bis, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. De verzoeker betoogt vervolgens dat die bepaling strijdig is met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet en vraagt dat daarover een prejudicie¨le vraag wordt gesteld aan het Arbitragehof. Het Hof van Beroep stelt bijgevolg de hiervoor weergegeven vraag. III. De rechtspleging voor het Hof Bij beschikking van 21 november 1997 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel 77 van de organieke wet bij op 2 december 1997 ter post aangetekende brieven. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 december 1997. Memories zijn ingediend door : — G. Willendyck en J. Trigo, samenwonende te 1180 Brussel, Boetendaalstraat 159, bus 6, bij op 14 januari 1998 ter post aangetekende brief; — de Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, bij op 18 januari 1998 ter post aangetekende brief. Van die memories is kennisgegeven overeenkomstig artikel 89 van de organieke wet bij op 22 januari 1998 ter post aangetekende brieven. Memories van antwoord zijn ingediend door : — G. Willendyck en J. Trigo, bij op 19 februari 1998 ter post aangetekende brief; — de Ministerraad, bij op 20 februari 1998 ter post aangetekende brief. Bij beschikkingen van 29 april 1998 en 29 oktober 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 21 november 1998 en 21 mei 1999. Bij beschikking van 8 juli 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 30 september 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de partijen en hun advocaten bij op 10 juli 1998 ter post aangetekende brieven. Op de openbare terechtzitting van 30 september 1998 : — zijn verschenen : . Mr. M. Baltus, advocaat bij de balie te Brussel, voor G. Willendyck en J. Trigo; . Mr. A. Gillet, advocaat bij de balie te Nijvel, voor de Ministerraad; — hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; — zijn de voornoemde advocaten gehoord; — is de zaak in beraad genomen. De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. IV. In rechte —A— Memorie van G. Willendyck en van J. Trigo A.1. In rechtsleer en rechtspraak wordt reeds lang, in burgerlijke en in sociale zaken, en met name inzake arbeidsongevallen, het onderscheid vooropgesteld dat moet worden gemaakt tussen een vergoeding die een derving van inkomsten compenseert en een vergoeding die een arbeidsongeschiktheid compenseert. De aantasting van het vermogen om te werken is een aantasting van de lichamelijke integriteit van het slachtoffer; die schade is onderscheiden van de — eventuele — derving van inkomsten. Dat onderscheid zou moeten gelden op het stuk van de inkomstenbelastingen. Het Hof van Cassatie heeft in dat verband echter een onderscheid gemaakt tussen de krachtens het gemeen recht ontvangen vergoedingen en de krachtens de arbeidsongevallenwetgeving ontvangen vergoedingen. Dat verschil in behandeling steunt op geen enkel objectief criterium. Het discriminerende karakter van het onderscheid is bijzonder duidelijk op het vlak van de vergoedingen voor ongevallen die zich op weg naar het werk hebben voorgedaan. Talrijk zijn immers de beslissingen waarbij uitspraak wordt gedaan over de vraag of een ongeval zich al dan niet op weg naar het werk heeft voorgedaan. Naar gelang van de beslissing die de bevoegde rechter daarover zal nemen, zal dezelfde vergoeding, die aan dezelfde persoon wordt uitgekeerd tot herstel van hetzelfde nadeel, al dan niet aan de inkomstenbelastingen worden onderworpen. De belasting van dergelijke vergoedingen wijkt bovendien zonder reden af van een fundamenteel beginsel van de inkomstenbelasting, namelijk dat enkel het nettobedrag van de ontvangen inkomsten, na aftrek van de kosten, aan die belasting wordt onderworpen. Alle uitgaven van de belastingplichtige om zijn vermogen om te werken te behouden, zouden in dat opzicht beroepskosten zijn, hetgeen niet aanvaardbaar zou zijn, noch door de wet zou zijn toegestaan.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD De gekritiseerde rechtspraak zou logischerwijze ook moeten worden uitgebreid tot andere vergoedingen tot herstel van lichamelijke of morele schade die werknemers zouden oplopen in de uitoefening van hun beroep, bijvoorbeeld in geval van misbruik van gezag. Memorie van de Ministerraad A.2.1. Primair oordeelt de Ministerraad dat geen discriminatie bestaat. De hypothese waarop de prejudicie¨le vraag steunt, is onjuist. De vergoedingen ontvangen door de loontrekkenden en de zelfstandigen tot herstel van de door een arbeidsongeval teweeggebrachte schade zijn belastbaar in de mate waarin zij rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met een beroepsactiviteit, met dien verstande dat diegene die geenszins in het arbeidscircuit zit, geen « arbeidsongeval » kan hebben dat, als dusdanig, aanleiding geeft tot een vergoeding. De vergoedingen die de loontrekkenden en de zelfstandigen ontvangen tot herstel van schade veroorzaakt door een ongeval in het prive´-leven, zijn belastbaar indien zij een permanente derving van inkomsten, winsten of baten schadeloos stellen, met dien verstande dat diegene die geen beroepsinkomsten ontvangt, niet het herstel kan krijgen van een derving van beroepsinkomsten. Hieruit volgt dat de aangevoerde discriminatie niet bewezen is en dat de prejudicie¨le vraag ontkennend moet worden beantwoord. A.2.2. Subsidiair moet worden opgemerkt dat de aangevoerde discriminatie objectief is verantwoord en beantwoordt aan de vereisten van evenredigheid tussen het nagestreefde doel en de middelen die worden aangewend om het te bereiken. De rechtspraak van het Hof wordt in dat verband aangevoerd, met name die welke betrekking heeft op fiscale aangelegenheden. Het behoort niet tot de bevoegdheid van het Hof te oordelen of het opportuun is de pensioenen, renten of daarmee gelijkgestelde uitkeringen die de uit een arbeidsongeval voortvloeiende schade vergoeden, al dan niet aan de belasting te onderwerpen, om reden dat die vergoedingen rechtstreeks of onrechtstreeks gekoppeld zijn aan een beroepsactiviteit bedoeld in artikel 20, 1° tot 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964; zo ook is uitsluitend de wetgever bevoegd om te oordelen of het opportuun is de vergoedingen ontvangen ter uitvoering van een individuele verzekeringsovereenkomst die lichamelijke schade dekt, van belasting vrij te stellen. Bovendien bestaat een objectief verschil tussen de personen die bezoldigingen ontvangen, enerzijds, en de personen die winsten of baten genieten, anderzijds, ten aanzien van de voorwaarden waaronder zij de beroepsactiviteit uitoefenen en waaronder zij de voormelde inkomsten behalen. Zij bevinden zich met name niet in dezelfde situatie ten aanzien van het risico een arbeidsongeval te hebben, noch ten aanzien van de gevolgen die de verwerkelijking van een dergelijk risico zou kunnen hebben voor de beroepsinkomsten. Dat verklaart de invoering, door de wetgever, van een bijzondere regeling van arbeidsorganisatie, alsmede de in fiscale aangelegenheden toegepaste administratieve praktijk, onder de gelding van de op 15 januari 1948 gecoo¨rdineerde wetten betreffende de inkomstenbelastingen. Weliswaar kan een vergoeding ontvangen met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving op het vlak van de inkomstenbelastingen worden onderscheiden van een vergoeding ontvangen van de voor het ongeval aansprakelijke derde of diens verzekeraar, aangezien eerstgenoemde vergoeding een recht is waarvan het genot geenszins afhangt van het bestaan van een fout begaan door wie ook, maar voortvloeit uit een oorspronkelijke wettelijke regeling, die gekoppeld is aan het bestaan van een arbeidsovereenkomst en tot doel heeft, in geval van verwerkelijking van het risico van ongeval, te voorzien in een « vervangingsinkomen » in de werkelijke zin van het woord. Tot slot moet worden opgemerkt dat de wetgever blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari 1976, door een einde te maken aan de vrijstelling van de vergoedingen ontvangen met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving, de zorg heeft gehad sommige oneerlijke scheeftrekkingen binnen de socioprofessionele groep van de werknemers weg te werken. Hieruit volgt dat de beweerde discriminatie precies ertoe strekt een einde te maken aan de aanzienlijke discriminatie die, binnen de homogene categorie van de personen die diverse bezoldigingen ontvangen, teweeggebracht werd door een voordelige fiscale behandeling van de vervangingsinkomens, waartoe de vergoeding ontvangen krachtens de arbeidsongevallenwetgeving behoort. Memorie van antwoord van G. Willendyck en J. Trigo A.3. In het in de memorie van de Ministerraad in herinnering gebrachte historische overzicht van de wetteksten komt de zorg tot uitdrukking de vervangingsinkomens, namelijk de sommen die een inkomen vervangen, te belasten. Als gevolg van de reeds aangehaalde evolutie in de rechtspraak is de vergoeding van de schade ten gevolge van een arbeidsongeval belastbaar geworden wegens het rechtstreekse of onrechtstreekse verband met de beroepsactiviteit, zelfs zonder derving van beroepsinkomsten. Precies in dat opzicht is de wet, in de interpretatie die thans eraan wordt gegeven, ongrondwettig geworden, want dat onderscheid is niet verantwoord en geldt niet ten aanzien van alle belastingplichtigen. Weliswaar is het Hof niet bevoegd om te oordelen of het al dan niet opportuun is een welbepaald bestanddeel te belasten, maar het vermag zeker te onderzoeken of het verantwoord is dat bestanddeel enkel te belasten bij sommige belastingplichtigen en niet bij andere. De Ministerraad geeft geen enkele verantwoording voor de discriminatie die erop neerkomt dat een vergoeding wordt belast wanneer zij geen inkomen vervangt. Memorie van antwoord van de Ministerraad A.4. Het onderscheid dat, in burgerlijke en sociale zaken, in de rechtsleer en de rechtspraak wordt gemaakt tussen de vergoedingen die een derving van inkomsten compenseren en die welke een arbeidsongeschiktheid compenseren, is op fiscaal vlak irrelevant, gelet op het algemene karakter van de bewoordingen van artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964. Door de vergoedingen die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met een beroepsactiviteit bedoeld in artikel 20, 1° tot 3°, te belasten, heeft de wetgever overigens geen enkel onderscheid gemaakt onder de slachtoffers van een arbeidsongeval, maar heeft hij daarentegen erin voorzien dat de bepaling geldt ten aanzien van al die slachtoffers, ongeacht of zij een activiteit als loontrekkende of als zelfstandige uitoefenen. Het reeds aangehaalde artikel 32bis maakt geen enkel onderscheid naargelang de vergoeding krachtens het gemeen recht of met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving wordt ontvangen. Wat nu meer bepaald de ongevallen op weg naar het werk betreft, moet worden toegegeven dat zich geregeld een probleem van bewijs kan voordoen, maar de kritiek die in dat verband naar voren is gebracht, zou niet gericht kunnen zijn tegen de aan het Hof ter toetsing voorgelegde bepaling. De beroepskosten die in mindering zouden kunnen worden gebracht van de vergoeding, zijn geen kosten om de lichamelijke integriteit te vrijwaren, maar kosten die zijn gemaakt om de vergoeding die als gevolg van een arbeidsongeval is ontvangen, te verkrijgen of te behouden.
8883
8884
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD —B— B.1. Artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964, thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, beschouwt als belastbare inkomsten de pensioenen en lijfrenten of tijdelijke renten, alsmede als zodanig geldende toelagen die rechtstreeks of onrechtstreeks betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid of die het gehele of gedeeltelijke herstel van een bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken. B.2. Het Hof van Beroep te Brussel stelt het Hof een vraag over de bestaanbaarheid van die bepaling met de artikelen 10 en 172 van de Grondwet, in zoverre zij de vergoedingen die tot herstel van een blijvende ongeschiktheid worden gestort met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving, zonder dat er voor het slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, terwijl diezelfde vergoedingen, indien zij door een andere belastingschuldige dan een werknemer werden verkregen of rechtstreeks door de derde aansprakelijke van het ongeval werden gestort, niet belastbaar zouden zijn, enerzijds, en terwijl het slachtoffer van een arbeidsongeval of van een ongeval op de weg naar en van het werk niet kan kiezen tussen de toepassing van de arbeidsongevallenwet en de gemeenrechtelijke vordering, hoewel het ten slotte de derde aansprakelijke (of zijn verzekeraar) is die de last voor het betalen van de vergoeding draagt, anderzijds. B.3. Artikel 10 van de Grondwet bevat de regel van de gelijkheid voor de wet, terwijl artikel 11 de regel van de niet-discriminatie in het genot van de rechten en vrijheden vastlegt. Die twee grondwettelijke regels zijn evenwel de uitdrukking van eenzelfde beginsel en zijn dus onlosmakelijk met elkaar verbonden. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet hebben een algemene draagwijdte : de grondwettelijke regels van gelijkheid en van niet-discriminatie zijn van toepassing ten aanzien van alle rechten en vrijheden. Zij gelden ook in fiscale aangelegenheden. Artikel 172 van de Grondwet bevestigt dat beginsel trouwens; die bepaling is immers een toepassing van het in artikel 10 van de Grondwet geformuleerde algemene gelijkheidsbeginsel. B.4. Blijkens de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 januari 1976, die de in het geding zijnde bepaling in het Wetboek van de inkomstenbelastingen heeft ingevoegd, wilde de wetgever een einde maken aan het stelsel van vrijstelling van sommige vervangingsinkomens (Gedr. St., Senaat, 1975-1976, nr. 742/2, p. 18). B.5. Door de pensioenen, renten en toelagen die het herstel van een bestendige derving van winst, bezoldigingen of baten uitmaken in de belastbare inkomsten op te nemen, heeft de wetgever een maatregel genomen die relevant is ten aanzien van die doelstelling. Geen enkele van de door de Ministerraad aangevoerde redenen kan daarentegen verantwoorden dat in de categorie van de belastbare inkomsten, de pensioenen, renten en toelagen worden ingesloten die worden gestort naar aanleiding van een ongeval dat als arbeidsongeval wordt erkend in de zin van de wet van 10 april 1971 zonder dat het daarom afbreuk doet aan de beroepsinkomsten van het slachtoffer. De schadeloosstelling waarop het slachtoffer recht heeft, heeft in die onderstelling niet het karakter van een vervangingsinkomen. Daaruit volgt dat het slachtoffer in dat geval een discriminatie ondergaat in vergelijking met andere slachtoffers van een ongeval dat zich noch op de weg naar of van het werk, noch op het werk heeft voorgedaan, vermits het aan de inkomstenbelastingen is onderworpen zowel voor de wegens het ongeval verschuldigde schadevergoeding als voor de beroepsinkomsten die het bij hypothese behoudt. Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Doordat artikel 32bis van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 (thans artikel 34, § 1, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992) de vergoedingen die met toepassing van de arbeidsongevallenwetgeving worden gestort tot herstel van een blijvende ongeschiktheid, zonder dat er voor het slachtoffer een inkomstenderving is, belastbaar maakt, schendt het artikel 10 van de Grondwet. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 9 december 1998. De griffier, De voorzitter, L. Potoms. M. Melchior.
ÜBERSETZUNG SCHIEDSHOF [C − 99/21085]
Urteil Nr. 132/98 vom 9. Dezember 1998 Gescha¨ftsverzeichnisnummer 1200 In Sachen: Pra¨judizielle Frage in bezug auf Artikel 32bis des Einkommensteuergesetzbuches 1964, gestellt vom Appellationshof Bru¨ssel. Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und L. De Gre`ve, und den Richtern P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans und A. Arts, unter Assistenz des Kanzlers L. Potoms, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verku¨ndet nach Beratung folgendes Urteil : I. Gegenstand der pra¨judiziellen Frage In seinem Urteil vom 31. Oktober 1997 in Sachen G. Willendyck gegen den Belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 21. November 1997 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Bru¨ssel folgende pra¨judizielle Frage gestellt : « Steht Artikel 32bis EStGB insofern, als er die Entscha¨digungen fu¨r dauernde Erwerbsunfa¨higkeit, die in Anwendung der Gesetzgebung u¨ber die Arbeitsunfa¨lle geleistet werden, wobei es fu¨r das Opfer keinen Einkommensausfall gibt, besteuerbar macht, nicht im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 172 der Verfassung, da die gleichen Entscha¨digungen, wenn sie von einem anderen Steuerschuldner als einem Arbeitnehmer bezogen oder unmittelbar von der fu¨r den Unfall haftenden Drittperson bezahlt worden sind, nicht besteuerbar wa¨ren und wa¨hrend andererseits das Opfer eines Arbeitsunfalls oder Arbeitswegunfalls nicht zwischen der Anwendung des Arbeitsunfallgesetzes und der gemeinrechtlichen Klage wa¨hlen kann, obwohl letzten Endes die haftende Drittperson (bzw. ihr Versicherer) fu¨r die Bezahlung der Entscha¨digungen aufkommen muß? »
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD II. Sachverhalt und vorhergehendes Verfahren Beim Appellationshof Bru¨ssel sind Steuerklagen anha¨ngig gemacht worden, die sich gegen Direktorsentscheidungen richten, mit denen die Beschwerden gegen die Veranlagung zur Steuer der natu¨rlichen Personen abgewiesen wurden. G. Willendyck wurde auf dem Weg zur Arbeit das Opfer eines durch einen Dritten verursachten Verkehrsunfalls. ¨ bereinstimmung mit dem Arbeitsunfallgesetz wurde ihm eine Entscha¨digung fu¨r eine teilweise dauernde In U Arbeitsunfa¨higkeit ausgezahlt. Die Verwaltung hat diese Entscha¨digung unter Anwendung von Artikel 32bis Absatz 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 besteuert. Der Kla¨ger beanstandet diese Besteuerung, da die ausgezahlte Entscha¨digung keiner ganzen oder teilweisen Entscha¨digung fu¨r einen Einkommensausfall im Sinne von Artikel 32bis des Einkommensteuergesetzbuches 1964 entspricht. Er legt dar, daß er keinen einzigen Lohnausfall als Folge des beanstandeten Unfalls erlitten habe und sieht die geleistete Entscha¨digung als Wiedergutmachung fu¨r eine Einbuße ko¨rperlicher Tauglichkeit und fu¨r eine Verletzung der ko¨rperlichen Integrita¨t an. Nachdem er an die Rechtsprechung des Kassationshofes erinnert hat, urteilt der Appellationshof Bru¨ssel, daß die Steuerverwaltung im vorliegenden Fall Artikel 32bis Absatz 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 korrekt angewandt hat. Der Kla¨ger legt anschließend dar, daß diese Bestimmung im Widerspruch stehe zu den Artikeln 10 und 172 der Verfassung und beantragt deshalb, diesbezu¨glich dem Schiedshof eine pra¨judizielle Frage vorzulegen. Der Appellationshof stellt somit die o.a. Frage. III. Verfahren vor dem Hof Durch Anordnung vom 21. November 1997 hat der amtierende Vorsitzende gema¨ß den Artikeln 58 und 59 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof die Richter der Besetzung bestimmt. Die referierenden Richter haben Artikel 71 bzw. 72 des organisierenden Gesetzes im vorliegenden Fall nicht fu¨r anwendbar erachtet. Die Verweisungsentscheidung wurde gema¨ß Artikel 77 des organisierenden Gesetzes mit am 2. Dezember 1997 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen notifiziert. Die durch Artikel 74 des organisierenden Gesetzes vorgeschriebene Bekanntmachung erfolgte im Belgischen Staatsblatt vom 17. Dezember 1997. Schriftsa¨tze wurden eingereicht von — G. Willendyck und J. Trigo, zusammen wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, rue Boetendael 159, Bk. 6, mit am 14. Januar 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief, — dem Ministerrat, rue de la Loi 16, 1000 Bru¨ssel, mit am 18. Januar 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief. Diese Schriftsa¨tze wurden gema¨ß Artikel 89 des organisierenden Gesetzes mit am 22. Januar 1998 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen notifiziert. Erwiderungsschriftsa¨tze wurden eingereicht von — G. Willendyck und J. Trigo, mit am 19. Februar 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief, — dem Ministerrat, mit am 20. Februar 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief. Durch Anordnungen vom 29. April 1998 und 29. Oktober 1998 hat der Hof die fu¨r die Urteilsfa¨llung vorgesehene Frist bis zum 21. November 1998 bzw. 21. Mai 1999 verla¨ngert. Durch Anordnung vom 8. Juli 1998 hat der Hof die Rechtssache fu¨r verhandlungsreif erkla¨rt und den Sitzungstermin auf den 30. September 1998 anberaumt. Diese Anordnung wurde den Parteien und deren Rechtsanwa¨lten mit am 10. Juli 1998 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen notifiziert. Auf der o¨ffentlichen Sitzung vom 30. September 1998 — erschienen . RA M. Baltus, in Bru¨ssel zugelassen, fu¨r G. Willendyck und J. Trigo, . RA A. Gillet, in Nivelles zugelassen, fu¨r den Ministerrat, — haben die referierenden Richter J. Delruelle und A. Arts Bericht erstattet, — wurden die vorgenannten Rechtsanwa¨lte angeho¨rt, — wurde die Rechtssache zur Beratung gestellt. Das Verfahren wurde gema¨ß den Artikeln 62 ff. des organisierenden Gesetzes, die sich auf den Sprachengebrauch vor dem Hof beziehen, gefu¨hrt. IV. In rechtlicher Beziehung —A— Schriftsatz von G. Willendyck und J. Trigo A.1. Aus der Rechtslehre und Rechtsprechung habe sich in Zivil- und Sozialangelegenheiten und vor allem in bezug auf Arbeitsunfa¨lle schon seit langem der Unterschied ergeben, der vorgenommen werden mu¨sse zwischen einer einen Einkommensausfall kompensierenden Entscha¨digung und einer eine Erwerbsunfa¨higkeit kompensierenden Entscha¨digung. Die Beeintra¨chtigung der Arbeitsfa¨higkeit sei eine Verletzung der ko¨rperlichen Integrita¨t des Opfers; dieser Schaden unterscheide sich von dem — eventuellen — Einkommensausfall. Dieser Unterschied mu¨ßte bezu¨glich der Einkommensteuer gelten. Der Kassationshof habe jedoch in diesem Zusammenhang unterschieden zwischen den kraft des allgemeinen Rechts erhaltenen Entscha¨digungen und den kraft der Arbeitsunfallgesetzgebung erhaltenen Entscha¨digungen. Dieser Behandlungsunterschied beruhe auf keinem einzigen objektiven Kriterium. Der diskriminierende Charakter des Unterschieds werde besonders deutlich auf dem Gebiet der Entscha¨digungen fu¨r Unfa¨lle, die sich auf dem Weg zur Arbeit ereignet ha¨tten. Zahlreich seien na¨mlich die Entscheidungen, mit denen u¨ber die Frage geurteilt werde, ob ein Unfall sich auf dem Weg zur Arbeit ereignet habe oder nicht. Je nach der Entscheidung, die der zusta¨ndige Richter daru¨ber fa¨llen werde, unterliege dieselbe Entscha¨digung, die derselben Person zur Wiedergutmachung desselben Schadens geleistet werde, der Einkommensteuer oder nicht. Die Besteuerung solcher Entscha¨digungen weiche außerdem grundlos von einem grundlegenden Prinzip der Einkommensteuer ab, daß na¨mlich nur der Nettobetrag der erhaltenen Einku¨nfte, nach Abzug der Kosten, dieser Steuer unterliege. Alle Ausgaben des Steuerpflichtigen, die dem Erhalt seiner Arbeitsfa¨higkeit dienen wu¨rden, wa¨ren in dieser Hinsicht Werbungskosten, was weder akzeptabel wa¨re noch durch das Gesetz zugestanden wu¨rde.
8885
8886
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Die kritisierte Rechtsprechung mu¨ßte logischerweise auch auf andere Entscha¨digungen zur Wiedergutmachung ko¨rperlichen oder moralischen Schadens ausgedehnt werden, den die Arbeitnehmer in Ausu¨bung ihres Berufes, z.B. im Fall von Amtsmißbrauch, erleiden ko¨nnten. Schriftsatz des Ministerrats A.2.1. Prima¨r urteile der Ministerrat, daß keine Diskriminierung vorliege. Die Hypothese, auf die sich die pra¨judizielle Frage stu¨tze, sei falsch. Die Entscha¨digungen, die die Lohnempfa¨nger und die Selbsta¨ndigen zur Wiedergutmachung des durch einen Arbeitsunfall hervorgerufenen Schadens erhalten wu¨rden, seien in dem Maße zu versteuern, in dem sie direkt oder indirekt mit einer Berufsta¨tigkeit zusammenha¨ngen wu¨rden, wobei derjenige, der auf keine Weise berufsta¨tig sei, auch keinen « Arbeitsunfall » erleiden ko¨nne, der als solcher zu einer Entscha¨digung fu¨hren ko¨nne. Die Entscha¨digungen, die die Lohnempfa¨nger und die Selbsta¨ndigen zur Wiedergutmachung des aufgrund eines Unfalls im Privatleben hervorgerufenen Schadens erhalten wu¨rden, seien zu versteuern, wenn sie fu¨r einen dauernden Ausfall von Einku¨nften, Gewinnen oder Ertra¨gen entscha¨digen wu¨rden, wobei derjenige, der keine Berufseinku¨nfte erhalte, keine Wiedergutmachung fu¨r einen Ausfall von Berufseinku¨nften erhalten ko¨nne. Hieraus ergebe sich, daß die angefu¨hrte Diskriminierung nicht nachgewiesen sei und die pra¨judizielle Frage verneint werden mu¨sse. A.2.2. Hilfsweise mu¨sse erwa¨hnt werden, daß die angefu¨hrte Diskriminierung objektiv gerechtfertigt sei und der Forderung nach Verha¨ltnisma¨ßigkeit zwischen dem angestrebten Ziel und den zu diesem Zweck angewandten Mitteln gerecht werde. Die Rechtsprechung des Hofes werde in diesem Zusammenhang angefu¨hrt, vor allem jene, die sich auf Steuerangelegenheiten beziehe. Es falle nicht unter die Zusta¨ndigkeit des Hofes zu urteilen, ob es opportun sei, die Pensionen, Renten oder damit gleichgestellten Leistungen, die den aus einem Arbeitsunfall hervorgehenden Schaden wiedergutmachen wu¨rden, aus dem Grunde der Steuer zu unterwerfen oder nicht, daß diese Entscha¨digungen direkt oder indirekt mit einer Berufsta¨tigkeit im Sinne von Artikel 20 Nr. 1 bis Nr. 3 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 verbunden seien; so sei auch ausschließlich der Gesetzgeber zusta¨ndig zu urteilen, ob es opportun sei, die Entscha¨digungen, die zur Durchfu¨hrung eines individuellen Versicherungsvertrags zur Abdeckung ko¨rperlichen Schadens geleistet worden seien, von der Steuer zu befreien. Außerdem gebe es hinsichtlich der Bedingungen, unter denen die Berufsta¨tigkeit ausgeu¨bt werde und unter denen die o.a. Einku¨nfte erhalten wu¨rden, einen objektiven Unterschied zwischen den Personen, die einen Lohn empfangen wu¨rden, einerseits und denjenigen, die Gewinne oder Ertra¨ge bezo¨gen, andererseits. Sie befa¨nden sich vor allem weder hinsichtlich des Risikos, einen Arbeitsunfall zu erleiden, noch hinsichtlich der mo¨glichen Folgen der Verwirklichung eines solchen Risikos fu¨r die Berufseinkommen in der gleichen Lage. Das erkla¨re die Einfu¨hrung einer besonderen Arbeitsorganisationsregelung durch den Gesetzgeber, wie auch die in Steuerangelegenheiten angewandte Verwaltungspraxis, unter der Geltung der am 15. Januar 1948 koordinierten Gesetze u¨ber die Einkommensteuer. Es ko¨nne wohl eine unter Anwendung der Arbeitsunfallgesetzgebung erhaltene Entscha¨digung auf dem Gebiet der Einkommensteuer unterschieden werden von einer Entscha¨digung, die erhalten worden sei von der fu¨r den Unfall haftenden Drittperson oder deren Versicherer, da die erstgenannte Entscha¨digung ein Recht sei, dessen Erhalt auf keinen Fall von dem Vorhandensein eines durch wen auch immer begangenen Fehlers abha¨nge, sondern sich aus einer urspru¨nglichen gesetzlichen Regelung ergebe, die an das Vorhandensein eines Arbeitsvertrags gebunden sei und darauf abziele, fu¨r den Fall der Verwirklichung des Unfallrisikos die Gewa¨hrung eines « Ersatzeinkommens » im wahren Sinn des Wortes vorzusehen. Schließlich mu¨sse erwa¨hnt werden, daß, den Vorarbeiten zum Gesetz vom 5. Januar 1976 zufolge, der Gesetzgeber, indem er die Befreiung der unter Anwendung der Arbeitsunfallgesetzgebung erhaltenen Entscha¨digungen aufgehoben habe, darum besorgt gewesen sei, einige unehrliche Verzerrungen innerhalb der sozio-professionellen Gruppe der Lohnempfa¨nger zu eliminieren. Hieraus ergebe sich, daß die angebliche Diskriminierung genau dazu diene, der betra¨chtlichen Diskriminierung ein Ende zu setzen, die innerhalb der homogenen Kategorie von Personen, die verschiedene Entlohnungen erhalten wu¨rden, entstanden sei, indem man Ersatzeinkommen, zu denen die kraft der Arbeitsunfallgesetzgebung erhaltene Entscha¨digung geho¨re, vorteilhaft besteuert habe. Erwiderungsschriftsatz von G. Willendyck und J. Trigo ¨ bersicht der Gesetzestexte werde A.3. In der im Schriftsatz des Ministerrats in Erinnerung gerufenen historischen U die Sorge deutlich, die Ersatzeinkommen — na¨mlich die Summen, die ein Einkommen ersetzen —, zu besteuern. Als Folge der schon zitierten Entwicklung in der Rechtsprechung sei die Entscha¨digung des aus einem Arbeitsunfall resultierenden Schadens steuerpflichtig geworden wegen des direkten oder indirekten Zusammenhangs mit der Berufsta¨tigkeit, selbst ohne Berufseinkommensausfall. Genau in dieser Hinsicht sei das Gesetz in der heutigen Interpretation verfassungswidrig geworden, denn dieser Unterschied sei nicht gerechtfertigt und gelte nicht hinsichtlich aller Steuerpflichtigen. Zwar sei der Hof nicht befugt zu urteilen, ob es opportun sei oder nicht, einen bestimmten Teil zu besteuern, aber er sei sicher imstande zu untersuchen, ob es gerechtfertigt sei, diesen Teil nur bei einigen Steuerpflichtigen zu besteuern und bei anderen nicht. Der Ministerrat gebe keine einzige Rechtfertigung fu¨r die Diskriminierung, die darauf hinauslaufe, daß eine Entscha¨digung besteuert werde, wenn sie kein Einkommen ersetze. Erwiderungsschriftsatz des Ministerrats A.4. Der Unterschied, der — in Zivil- und Sozialangelegenheiten — in der Rechtslehre und Rechtsprechung vorgenommen werde zwischen den Entscha¨digungen, die einen Einkommensausfall kompensieren wu¨rden, und denjenigen, die eine Arbeitsunfa¨higkeit kompensieren wu¨rden, sei auf Steuerebene unter Beru¨cksichtigung des allgemeinen Wortlauts von Artikel 32bis des Einkommensteuergesetzbuches 1964 irrelevant. Indem er die Entscha¨digungen, die direkt oder indirekt mit einer Berufsta¨tigkeit im Sinne von Artikel 20 Nr. 1 bis Nr. 3 zusammenha¨ngen wu¨rden, mit einer Steuer belege, habe der Gesetzgeber u¨brigens keinen einzigen Unterschied zwischen den Opfern eines Arbeitsunfalls vorgenommen, habe aber hingegen vorgesehen, daß die Bestimmung hinsichtlich all dieser Opfer gelte, unabha¨ngig davon, ob sie als Lohnempfa¨nger oder als Selbsta¨ndige ta¨tig seien. Der schon zitierte Artikel 32bis unterscheide nicht zwischen der kraft des allgemeinen Rechts oder unter Anwendung der Arbeitsunfallgesetzgebung erhaltenen Entscha¨digung. Hinsichtlich nun vor allem der Arbeitswegunfa¨lle mu¨sse zugegeben werden, daß sich regelma¨ßig ein Nachweisproblem ergeben ko¨nne, aber die Kritik, die in diesem Zusammenhang vorgetragen werde, ko¨nne nicht gegen ¨ berpru¨fung vorgelegte Bestimmung gerichtet werden. Die von der Entscha¨digung eventuell die dem Hof zur U abzugsfa¨higen Werbungskosten seien keine Kosten fu¨r die Gewa¨hrleistung der ko¨rperlichen Integrita¨t, sondern Kosten, die anfallen, um die infolge eines Arbeitsunfalls bezogene Entscha¨digung zu erhalten oder zu behalten.
8887
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD —B— B.1. Artikel 32bis des Einkommensteuergesetzbuches 1964, heute Artikel 34 § 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 betrachtet als steuerpflichtige Einku¨nfte die Pensionen und Leibrenten oder Zeitrenten, sowie als solche geltende Zulagen, die sich direkt oder indirekt auf eine Berufsta¨tigkeit beziehen oder die die vo¨llige oder teilweise Wiedergutmachung eines dauernden Gewinn-, Lohn- oder Ertragsausfalls darstellen. B.2. Der Appellationshof Bru¨ssel stellt dem Hof eine Frage u¨ber die Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit den Artikeln 10 und 172 der Verfassung, insoweit sie die in Anwendung der Gesetzgebung u¨ber die Arbeitsunfa¨lle zur Wiedergutmachung einer bleibenden Unfa¨higkeit ausgezahlten Entscha¨digungen mit einer Steuer belegt, ohne daß fu¨r das Opfer ein Einkommensausfall vorliegt, wa¨hrend einerseits dieselben Entscha¨digungen nicht mit einer Steuer belegt wa¨ren, wenn sie von einem anderen Steuerschuldner als einem Arbeitnehmer bezogen worden wa¨ren oder unmittelbar von der fu¨r den Unfall haftenden Drittperson bezahlt worden wa¨ren, und wa¨hrend andererseits das Opfer eines Arbeitsunfalls oder eines Arbeitswegunfalls nicht zwischen der Anwendung des Arbeitsunfallgesetzes und der gemeinrechtlichen Klage wa¨hlen kann, obgleich es schließlich die haftende Drittperson (oder ihr Versicherer) ist, die die Last der Entscha¨digungsleistung tra¨gt. B.3. Artikel 10 der Verfassung entha¨lt die Regel der Gleichheit vor dem Gesetz, wa¨hrend Artikel 11 die Regel der Nichtdiskriminierung im Genuß der Rechte und Freiheiten festlegt. Die beiden Verfassungsregeln stellen aber den Ausdruck ein und desselben Grundsatzes dar und sind also untrennbar miteinander verbunden. Die Artikel 10 und 11 der Verfassung sind von allgemeiner Tragweite; die Verfassungsvorschriften der Gleichheit und des Diskriminierungsverbots gelten angesichts aller Rechte und aller Freiheiten. Sie gelten auch in Steuerangelegenheiten. Artikel 172 der Verfassung besta¨tigt u¨brigens diesen Grundsatz; diese Bestimmung entspricht na¨mlich einer Anwendung des in Artikel 10 der Verfassung formulierten allgemeinen Gleichheitsgrundsatzes. B.4. Aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 5. Januar 1976, das die beanstandete Bestimmung in das Einkommensteuergesetzbuch eingefu¨gt hat, wird ersichtlich, daß der Gesetzgeber dem System der Befreiung einiger Ersatzeinkommen ein Ende bereiten wollte (Parl. Dok., Senat, 1975-1976, Nr. 742/2, S. 18). B.5. Indem der Gesetzgeber die Pensionen, Renten und Zulagen, die der Wiedergutmachung eines dauernden Gewinn-, Lohn- oder Ertragsausfalls dienen, in die Liste der steuerpflichtigen Einku¨nfte aufgenommen hat, hat er eine hinsichtlich dieses Ziels relevante Maßnahme ergriffen. Kein einziger der durch den Ministerrat angefu¨hrten Gru¨nde kann hingegen rechtfertigen, daß in die Kategorie der steuerpflichtigen Einku¨nfte die Pensionen, Renten und Zulagen aufgenommen werden, die aufgrund eines als im Sinne des Gesetzes vom 10. April 1971 anerkannten Arbeitsunfalls gezahlt werden, ohne daß er deshalb das Berufseinkommen des Opfers schma¨lert. Die dem Opfer zustehende Entscha¨digung hat na¨mlich in dieser Hypothese nicht den Charakter eines Ersatzeinkommens. Daraus ergibt sich, daß das Opfer in diesem Fall im Vergleich zu anderen Opfern eines Unfalls, der sich weder auf dem Arbeitsweg noch auf der Arbeit ereignet hat, diskriminiert wird, da es sowohl fu¨r die aufgrund des Unfalls geschuldete Entscha¨digung als auch fu¨r das Berufseinkommen, das es per Hypothese beha¨lt, der Einkommensteuer unterliegt. Aus diesen Gru¨nden : Der Hof erkennt fu¨r Recht : Indem Artikel 32bis des Einkommensteuergesetzbuches 1964 (jetzt Artikel 34 § 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992) die Entscha¨digungen, die in Anwendung der Gesetzgebung u¨ber die Arbeitsunfa¨lle als Entscha¨digung fu¨r dauernde Erwerbsunfa¨higkeit gezahlt werden, wobei es fu¨r das Opfer keinen Einkommensausfall gibt, besteuerbar macht, versto¨ßt er gegen Artikel 10 der Verfassung. Verku¨ndet in franzo¨sischer und niederla¨ndischer Sprache, gema¨ß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof, in der o¨ffentlichen Sitzung vom 9. Dezember 1998. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) L. Potoms. (gez.) M. Melchior.
c
COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21088]
Arreˆt n° 137/98 du 16 décembre 1998 Nume´ro du roˆle : 1265 En cause : la question pre´judicielle concernant l’article 208 du Code des impoˆts sur les revenus 1964 et les articles 199, 200 et 202 de l’arreˆte´ royal d’exe´cution dudit Code (du 4 mars 1965), d’une part, et l’article 1244 du Code civil et les articles 2, 1333 et 1344 du Code judiciaire, d’autre part, pose´e par le Tribunal de premie`re instance de Namur. La Cour d’arbitrage, compose´e des pre´sidents M. Melchior et L. De Gre`ve, et des juges P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans et A. Arts, assiste´e du greffier L. Potoms, pre´side´e par le pre´sident M. Melchior, apre`s en avoir de´libe´re´, rend l’arreˆt suivant : I. Objet de la question pre´judicielle Par jugement du 16 décembre 1997 en cause de la s.c. Javac Services contre l’Etat belge, dont l’expe´dition est parvenue au greffe de la Cour le 26 décembre 1997, le Tribunal de premie`re instance de Namur a pose´ la question pre´judicielle suivante : « Interpre´te´s en ce sens qu’ils excluent la possibilite´ pour le pouvoir judiciaire d’octroyer des termes et de´lais au de´biteur d’une dette fiscale, les articles 208 du Code des impoˆts sur les revenus et 199, 200 et 202 de l’arreˆte´ royal d’exe´cution dudit Code (du 4 mars 1965), d’une part, et 1244 du Code civil, 2, 1333 et 1344 du Code judiciaire, d’autre part, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution ?» II. Les faits et la proce´dure ante´rieure La socie´te´ coope´rative Javac Service demande au Tribunal de premie`re instance de Namur d’eˆtre autorise´e a` se libe´rer de sa dette fiscale par des versements mensuels. L’Etat belge, Administration de la T.V.A., de l’enregistrement et des domaines, invoque l’absence de juridiction du pouvoir judiciaire aux fins de l’octroi de termes et de´lais en matie`re fiscale. Le Tribunal de´cide de poser a` la Cour la question pre´judicielle mentionne´e ci-dessus.
8888
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD III. La proce´dure devant la Cour Par ordonnance du 26 décembre 1997, le pre´sident en exercice a de´signe´ les juges du sie`ge conforme´ment aux articles 58 et 59 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage. Les juges-rapporteurs ont estime´ n’y avoir lieu de faire application des articles 71 ou 72 de la loi organique. La de´cision de renvoi a e´te´ notifie´e conforme´ment a` l’article 77 de la loi organique, par lettres recommande´es a` la poste le 2 mars 1998. L’avis prescrit par l’article 74 de la loi organique a e´te´ publie´ au Moniteur belge du 11 mars 1998. Par ordonnance du 3 avril 1998, le pre´sident en exercice a proroge´ de quinze jours le de´lai pour introduire un me´moire, suite a` la demande du Conseil des ministres du meˆme jour. Le Conseil des ministres, rue de la Loi 16, 1000 Bruxelles, a introduit un me´moire, par lettre recommande´e a` la poste le 28 avril 1998. La s.c. Javac Services dont le sie`ge social est e´tabli a` 5100 Namur, rue de Dave 385, a introduit un me´moire par lettre non recommande´e du 14 avril 1998. Conside´rant que l’envoi par lettre recommande´e des pie`ces de proce´dure, prescrit par l’article 82 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, est une formalite´ substantielle, la Cour a de´clare´ ce me´moire irrecevable et l’a e´carte´ des de´bats par ordonnance du 29 avril 1998. Par ordonnances du 27 mai 1998 et du 26 novembre 1998, la Cour a proroge´ respectivement jusqu’aux 26 décembre 1998 et 26 juin 1999 le de´lai dans lequel l’arreˆt doit eˆtre rendu. Par ordonnance du 23 septembre 1998, la Cour a de´clare´ l’affaire en e´tat et fixe´ l’audience au 4 novembre 1998. Cette ordonnance a e´te´ notifie´e au Conseil des ministres ainsi qu’a` son avocat par lettres recommande´es a` la poste le 24 septembre 1998. A l’audience publique du 4 novembre 1998 : — a comparu Me C. Detry, avocat au barreau de Namur, pour le Conseil des ministres; — les juges-rapporteurs J. Delruelle et A. Arts ont fait rapport; — l’avocat pre´cite´ a e´te´ entendu; — l’affaire a e´te´ mise en de´libe´re´. La proce´dure s’est de´roule´e conforme´ment aux articles 62 et suivants de la loi organique, relatifs a` l’emploi des langues devant la Cour. IV. En droit —A— Me´moire du Conseil des ministres Il faut imme´diatement souligner que les articles qui font l’objet de la question pre´judicielle et qui sont tire´s du Code des impoˆts sur les revenus ne sont pas directement applicables car le litige soumis au Tribunal concerne une dette due en vertu de la le´gislation en matie`re de T.V.A. et non en vertu du Code des impoˆts sur les revenus. —B— B.1. La question pre´judicielle porte sur la compatibilite´ avec les articles 10 et 11 de la Constitution de l’article 208 du Code des impoˆts sur les revenus 1964 et des articles 199, 200 et 202 de l’arreˆte´ royal d’exe´cution dudit Code ainsi que de l’article 1244 du Code civil et des articles 2, 1333 et 1344 du Code judiciaire. B.2. Il apparaıˆt des faits de la cause que le litige pendant devant le juge a quo concerne une dette fiscale en matie`re de T.V.A. et non en matie`re d’impoˆts sur les revenus. B.3. La Cour estime donc ne´cessaire de renvoyer l’affaire au juge a quo. C’est a` lui qu’il appartient de de´cider s’il y a lieu de poser une nouvelle question pre´judicielle. Par ces motifs, la Cour renvoie l’affaire au juge a quo. Ainsi prononce´ en langue franc¸aise et en langue ne´erlandaise, conforme´ment a` l’article 65 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage, a` l’audience publique du 16 décembre 1998. Le greffier, Le pre´sident, L. Potoms. M. Melchior.
ARBITRAGEHOF [S − C − 99/21088]
Arrest nr. 137/98 van 16 december 1998 Rolnummer 1265 In zake : de prejudicie¨le vraag over artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit (van 4 maart 1965) tot uitvoering van het voormelde Wetboek, enerzijds, en artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, 1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek, anderzijds, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg te Namen. Het Arbitragehof, samengesteld uit de voorzitters M. Melchior en L. De Gre`ve, en de rechters P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans en A. Arts, bijgestaan door de griffier L. Potoms, onder voorzitterschap van voorzitter M. Melchior, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudicie¨le vraag Bij vonnis van 16 december 1997 inzake de c.v. Javac Services tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 26 december 1997, heeft de Rechtbank van eerste aanleg te Namen de volgende prejudicie¨le vraag gesteld : «Worden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet geschonden door artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit (van 4 maart 1965) tot uitvoering van het voormelde Wetboek, enerzijds, en artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, 1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek, anderzijds, in die zin geı¨nterpreteerd dat zij voor de rechterlijke macht iedere mogelijkheid uitsluiten om aan de schuldenaar van een belastingschuld een betalingsregeling toe te kennen ?»
8889
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD II. De feiten en de rechtspleging in het bodemgeschil De coo¨peratieve vennootschap Javac Service verzoekt de Rechtbank van eerste aanleg te Namen zich van haar belastingschuld te mogen bevrijden door maandelijkse stortingen. De Belgische Staat, Administratie van de B.T.W., registratie en domeinen voert aan dat de rechterlijke macht niet bevoegd is om in te stemmen met een betalingsregeling in fiscale aangelegenheden. De Rechtbank beslist aan het Hof de hiervoor weergegeven prejudicie¨le vraag te stellen. III. De rechtspleging voor het Hof Bij beschikking van 26 december 1997 heeft de voorzitter in functie de rechters van de zetel aangewezen overeenkomstig de artikelen 58 en 59 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof. De rechters-verslaggevers hebben geoordeeld dat er geen aanleiding was om artikel 71 of 72 van de organieke wet toe te passen. Van de verwijzingsbeslissing is kennisgegeven overeenkomstig artikel 77 van de organieke wet bij op 2 maart 1998 ter post aangetekende brieven. Het bij artikel 74 van de organieke wet voorgeschreven bericht is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 11 maart 1998. Bij beschikking van 3 april 1998 heeft de voorzitter in functie de termijn voor het indienen van een memorie verlengd met vijftien dagen, op verzoek van de Ministerraad van dezelfde dag. De Ministerraad, Wetstraat 16, 1000 Brussel, heeft een memorie ingediend bij op 28 april 1998 ter post aangetekende brief. De c.v. Javac Services, met maatschappelijke zetel te 5100 Namen, rue de Dave 385, heeft een memorie ingediend bij niet-aangetekende brief van 14 april 1998. Overwegende dat de verzending bij aangetekende brief van de procedurestukken, die is voorgeschreven bij artikel 82 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, een substantie¨le vormvereiste is, heeft het Hof die memorie niet-ontvankelijk verklaard en ze uit de debatten geweerd bij beschikking van 29 april 1998. Bij beschikkingen van 27 mei 1998 en 26 november 1998 heeft het Hof de termijn waarbinnen het arrest moet worden gewezen, verlengd tot respectievelijk 26 december 1998 en 26 juni 1999. Bij beschikking van 23 september 1998 heeft het Hof de zaak in gereedheid verklaard en de dag van de terechtzitting bepaald op 4 november 1998. Van die beschikking is kennisgegeven aan de Ministerraad en zijn advocaat bij op 24 september 1998 ter post aangetekende brieven. Op de openbare terechtzitting van 4 november 1998 : — is verschenen : Mr. C. Detry, advocaat bij de balie te Namen, voor de Ministerraad; — hebben de rechters-verslaggevers J. Delruelle en A. Arts verslag uitgebracht; — is de voornoemde advocaat gehoord; — is de zaak in beraad genomen. De rechtspleging is gevoerd overeenkomstig de artikelen 62 en volgende van de organieke wet, die betrekking hebben op het gebruik van de talen voor het Hof. IV. In rechte —A— Memorie van de Ministerraad Meteen moet worden beklemtoond dat de artikelen waarover de prejudicie¨le vraag handelt en die deel uitmaken van het Wetboek van de inkomstenbelastingen, niet rechtstreeks toepasselijk zijn, want het aan de Rechtbank voorgelegde geschil heeft betrekking op een schuld die moet worden voldaan krachtens de B.T.W.-wetgeving, en niet krachtens het Wetboek van de inkomstenbelastingen. —B— B.1. De prejudicie¨le vraag heeft betrekking op de bestaanbaarheid met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet van artikel 208 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1964 en de artikelen 199, 200 en 202 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het voormelde Wetboek, alsmede van artikel 1244 van het Burgerlijk Wetboek en de artikelen 2, 1333 en 1344 van het Gerechtelijk Wetboek. B.2. Blijkens de feiten van de zaak heeft het geding dat voor de verwijzende rechter hangende is, betrekking op een belastingschuld inzake B.T.W., en niet op een belastingschuld inzake inkomstenbelastingen. B.3. Het Hof acht het dus noodzakelijk de zaak terug te zenden naar de verwijzende rechter. Het staat aan deze om te beslissen of er aanleiding toe bestaat een nieuwe prejudicie¨le vraag te stellen. Om die redenen, het Hof zendt de zaak terug naar de verwijzende rechter. Aldus uitgesproken in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 16 december 1998. De griffier, De voorzitter, L. Potoms. M. Melchior.
ÜBERSETZUNG SCHIEDSHOF [S − C − 99/21088]
Urteil Nr. 137/98 vom 16. Dezember 1998 Gescha¨ftsverzeichnisnummer 1265 In Sachen: Pra¨judizielle Frage in bezug auf Artikel 208 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 und die Artikel 199, 200 und 202 des ko¨niglichen Erlasses (vom 4. Ma¨rz 1965) zur Ausfu¨hrung dieses Gesetzbuches einerseits und Artikel 1244 des Zivilgesetzbuches und die Artikel 2, 1333 und 1344 des Gerichtsgesetzbuches andererseits, gestellt vom Gericht erster Instanz Namur.
8890
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Der Schiedshof, zusammengesetzt aus den Vorsitzenden M. Melchior und L. De Gre`ve, und den Richtern P. Martens, J. Delruelle, E. Cerexhe, H. Coremans und A. Arts, unter Assistenz des Kanzlers L. Potoms, unter dem Vorsitz des Vorsitzenden M. Melchior, verku¨ndet nach Beratung folgendes Urteil: I. Gegenstand der pra¨judiziellen Frage In seinem Urteil vom 16. Dezember 1997 in Sachen der Javac Services Gen. gegen den Belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 26. Dezember 1997 in der Kanzlei des Hofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Namur folgende pra¨judizielle Frage gestellt: «Verstoßen Artikel 208 des Einkommensteuergesetzbuches und die Artikel 199, 200 und 202 des ko¨niglichen Erlasses (vom 4. Ma¨rz 1965) zur Ausfu¨hrung dieses Gesetzbuches einerseits und Artikel 1244 des Zivilgesetzbuches und die Artikel 2, 1333 und 1344 des Gerichtsgesetzbuches andererseits, dahingehend ausgelegt, daß sie die Mo¨glichkeit fu¨r die rechtsprechende Gewalt, einem Steuerschuldner Zahlungsaufschub zu gewa¨hren, ausschließen, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung?» II. Sachverhalt und vorhergehendes Verfahren Die Genossenschaft Javac Services beantragt beim Gericht erster Instanz Namur, ihre Steuerschuld durch monatliche Zahlungen abtragen zu ko¨nnen. Der Belgische Staat, Verwaltung der Mehrwertsteuer, Registrierung und Doma¨nen, fu¨hrt an, daß die rechtsprechende Gewalt nicht zusta¨ndig sei, Zahlungsaufschub in Steuerangelegenheiten zu gewa¨hren. Das Gericht beschließt, dem Hof die o.a. pra¨judizielle Frage zu stellen. III. Verfahren vor dem Hof Durch Anordnung vom 26. Dezember 1997 hat der amtierende Vorsitzende gema¨ß den Artikeln 58 und 59 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof die Richter der Besetzung bestimmt. Die referierenden Richter haben Artikel 71 bzw. 72 des organisierenden Gesetzes im vorliegenden Fall nicht fu¨r anwendbar erachtet. Die Verweisungsentscheidung wurde gema¨ß Artikel 77 des organisierenden Gesetzes mit am 2. Ma¨rz 1998 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen notifiziert. Die durch Artikel 74 des organisierenden Gesetzes vorgeschriebene Bekanntmachung erfolgte im Belgischen Staatsblatt vom 11. Ma¨rz 1998. Durch Anordnung vom 3. April 1998 hat der amtierende Vorsitzende die fu¨r die Einreichung eines Schriftsatzes vorgesehene Frist auf Antrag des Ministerrats vom selben Tag um fu¨nfzehn Tage verla¨ngert. Der Ministerrat, rue de la Loi 16, 1000 Bru¨ssel, hat mit am 28. April 1998 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief einen Schriftsatz eingereicht. Die Javac Services Gen., mit Gesellschaftssitz in 5100 Namur, rue de Dave 385, hat mit nicht eingeschriebenem Brief vom 14. April 1998 einen Schriftsatz eingereicht. In der Erwa¨gung, daß der in Artikel 82 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof vorgeschriebene Versand der Verfahrensakten per Einschreiben eine wesentliche Formvorschrift darstellt, hat der Hof diesen Schriftsatz fu¨r unzula¨ssig erkla¨rt und durch Anordnung vom 29. April 1998 von der Verhandlung ausgeschlossen. Durch Anordnungen vom 27. Mai 1998 und 26. November 1998 hat der Hof die fu¨r die Urteilsfa¨llung vorgesehene Frist bis zum 26. Dezember 1998 bzw. 26. Juni 1999 verla¨ngert. Durch Anordnung vom 23. September 1998 hat der Hof die Rechtssache fu¨r verhandlungsreif erkla¨rt und den Sitzungstermin auf den 4. November 1998 anberaumt. Diese Anordnung wurde dem Ministerrat und dessen Rechtsanwalt mit am 24. September 1998 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen notifiziert. Auf der o¨ffentlichen Sitzung vom 4. November 1998 ¨ in C. Detry, in Namur zugelassen, fu¨r den Ministerrat, — erschien RA — haben die referierenden Richter J. Delruelle und A. Arts Bericht erstattet, — wurde die vorgenannte Rechtsanwa¨ltin angeho¨rt, — wurde die Rechtssache zur Beratung gestellt. Das Verfahren wurde gema¨ß den Artikeln 62 ff. des organisierenden Gesetzes, die sich auf den Sprachengebrauch vor dem Hof beziehen, gefu¨hrt. IV. In rechtlicher Beziehung —A— Schriftsatz des Ministerrats Von vornherein mu¨sse hervorgehoben werden, daß die in der pra¨judiziellen Frage genannten Artikel, die zum Einkommensteuergesetzbuch geho¨ren wu¨rden, nicht direkt anwendbar seien, denn der dem Gericht vorgelegte Streitfall beziehe sich auf eine Schuld, die entsprechend der Mehrwertsteuergesetzgebung und nicht entsprechend dem Einkommensteuergesetzbuch getilgt werden mu¨sse. —B— B.1. Die pra¨judizielle Frage bezieht sich auf die Vereinbarkeit des Artikels 208 des Einkommensteuergesetzbuches 1964 und der Artikel 199, 200 und 202 des ko¨niglichen Erlasses zur Durchfu¨hrung des o.a. Gesetzbuches, sowie der Artikel 1244 des Zivilgesetzbuches und der Artikel 2, 1333 und 1334 des Gerichtsgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung. B.2. Aus dem Sachverhalt wird ersichtlich, daß sich der vor dem Verweisungsrichter anha¨ngige Streitfall auf eine Mehrwertsteuerschuld bezieht und nicht auf eine Einkommensteuerschuld. B.3. Der Hof erachtet es deshalb fu¨r notwendig, die Rechtssache an den Verweisungsrichter zuru¨ckzuschicken. Ihm obliegt es zu entscheiden, ob eine neue pra¨judizielle Frage gestellt werden muß. Aus diesen Gru¨nden: Der Hof schickt die Rechtssache an den Verweisungsrichter zuru¨ck. Verku¨ndet in franzo¨sischer und niederla¨ndischer Sprache, gema¨ß Artikel 65 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof, in der o¨ffentlichen Sitzung vom 16. Dezember 1998. Der Kanzler, Der Vorsitzende, (gez.) L. Potoms. (gez.) M. Melchior.
8891
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD ARBITRAGEHOF [C − 99/21089]
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschriften die aan het Hof zijn toegezonden bij tussen 20 november 1998 en 29 januari 1999 ter post aangetekende brieven en ter griffie zijn ingekomen tussen 23 november 1998 en 1 februari 1999, is beroep tot vernietiging ingesteld van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 23 juni 1998 houdende bijstand aan personen die in een bestaansonzekere toestand verkeren ten gevolge van oorlogsomstandigheden, repressie en epuratie, (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 juli 1998), wegens schending van de regels die door of krachtens de Grondwet zijn vastgesteld voor het bepalen van de onderscheiden bevoegdheid van de Staat, de gemeenschappen en de gewesten en van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, door : — de voorzitter van de Senaat, Paleis der Natie, 1009 Brussel, — de v.z.w. Nationale confederatie van politieke gevangenen en rechthebbenden van Belgie¨, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Handelsstraat 21, — de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2, 1200 Brussel, — de provincie Luik, place Saint-Lambert 18 A, 4000 Luik, — de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Hertogsstraat 9, 1000 Brussel, — de v.z.w. Witte brigade Marcel Louette, met maatschappelijke zetel te 2070 Zwijndrecht, Neerbroek 46, bus 13, — de v.z.w. Nationaal verbond der oud-gevangenen van Breendonk, met maatschappelijke zetel te 6060 Gilly, chausse´e de Chaˆtelet 119, bus 18, — de v.z.w. Coordinatiecomite´ van de joodse organisaties van Belgie¨, met maatschappelijke zetel te 1060 Brussel, Ducpe´tiauxlaan 68, en E. Vos, wonende te 2018 Antwerpen, Belgie¨lei 122, — de v.z.w. Koninklijk nationaal verbond der verminkte en invalide militairen van de oorlog, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Euge`ne Flageyplein 7, bus 4, de v.z.w. Nationaal verbond der oud-krijgsgevangenen, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Stalingradlaan 76, de v.z.w. Nationale strijdersbond van Belgie¨, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Kogelstraat 27, de v.z.w. Koninklijk nationaal verbond der burgelijke oorlogsinvaliden, weduwen en rechthebbenden, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Waterloolaan 107, bus 1, de v.z.w. Nationaal verbond der oorlogsontsnapten, met maatschappelijke zetel te 1050 Brussel, Kasteleinstraat 46, de v.z.w. Nationale federatie der anciens van de Royal Air Force en de South African Air Force 1940-45, met maatschappelijke zetel te 1640 Sint-Genesius-Rode, Schildknaaplaan 45, G. Rens, wonende te 3201 Langdorp, Vleminckstraat 65, F. De Coster, wonende te 3150 Wespelare, Wakkerzeelsestraat 61, R. Eylenbosch, wonende te 1050 Brussel, Ter Kamerenboslaan 98, bus 13, J. Everaert, wonende te 3080 Tervuren, Warande 3, J. Brack, wonende te 1070 Brussel, Sympathiestraat 55, R. Tabary, wonende te 3090 Maleizen-Overijse, Poelweg 18, bus 8, J. Jesuran, wonende te 1120 Brussel, Oorlogskruisenlaan 123, bus 4, en T. Coppieters ’t Wallant, wonende te 8300 Knokke-Heist, Sparrendreef 26, — de v.z.w. Vriendenkring der politieke gevangenen van Dora en Kommandos, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Handelsstraat 21, — H. Divoy, wonende te 7784 Neerwaasten, Ploegsteertbaan 51, R. De Buyserie, wonende te 7780 Komen, Werviksesteenweg 360, J. Vanabelle, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 185, M. Desrousseau, wonende te 7780 Komen, Stationstraat 14, I. Leclercq, wonende te 7780 Komen, Kloosterstraat 44/C2, R. Ghesquie`re, wonende te 7784 Neerwaasten, Steenweg op Waasten 89, J. Sieuw, wonende te 7780 Komen, Sint-Jansgrachtstraat 29, P. Vandewalle, wonende te 7781 Houthem, Cortewildestraat 14, M. Martin, wonende te 7780 Komen, Processiestraat 11, S. Duriez, wonende te 7780 Komen, Wervikstraat 128, F. Debacker, wonende te 7784 Neerwaasten, Lageweg 179, R. Vandamme, wonende te 7780 Komen, Driehoekstraat 19, J. Masschelein, wonende te 7780 Komen, Wervikstraat 5, J. Pauwels, wonende te 7780 Komen, Schoonveldstraat 39, H. Demyttenaere, wonende te 7780 Komen, Houthemsesteenweg 30, A. Dhaene, wonende te 7780 Komen, Houthemstraat 24, R. Doutrelant, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 106, M. Capoen, wonende te 7780 Komen, Werk-van-den-akkerstraat 7, P. Van Hecke, wonende te 7780 Komen, Jean Despaute`reslaan 17, M. Vennin, wonende te 7784 Neerwaasten, Godtschalckwal 4, M. Singier, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 141, het rusthuis « Sacre´-Coeur », 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 159, A. Bossaert, wonende te 7780 Komen, Stationstraat 14, R. Loridan, wonende te 7784 Neerwaasten, Touquetstraat 289, J. Verheeke, wonende te 7784 Neerwaasten, Pont Rouge steenweg 2, L. Spileers, wonende te 7784 Neerwaasten, Touquetstraat 338, J. Vanwindekens, wonende te 7784 Neerwaasten, Pierre De Simpelstraat 11, J. Lysy, wonende te 7784 Neerwaasten, Rijselstraat 17, W. Mathys, wonende te 7782 Ploegsteert, Armentieresstraat 167, J. Lamote, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 207, R. Gryson, wonende te 7780 Komen, Kloosterstraat 38 bus 6, E. Claeys, wonende te 7783 Bizet, Leiestraat 20, J.-C. Walle, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 110, O. Lannoote, wonende te 7780 Komen, Kannonnenstraat 22, I. Deldicque, wonende te 7780 Komen, Ten-Brielensteenweg 64, R. Plantefe`ve, wonende te 7780 Komen, Capellestraat 41, M. Vandevelde, wonende te 7783 Bizet, Duribreustraat 39, J. Bondue, wonende te 7782 Ploegsteert, Armentieresstraat 111, J. Lamoot, wonende te 7782 Ploegsteert, Sinte-Mariastraat 8, A. Vanderstichelen, wonende te 7781 Houthem, Houthemsesteenweg 124, E. Pourcelle, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 179, L. Leroy, wonende te 8950 Nieuwkerke, Nieuwkerkebaan 23, H. Dupon, wonende te 7783 Bizet, Leiestraat 20, R. Clarebout, wonende te 7781 Houthem, Houthemsesteenweg 122, G. Platteau, wonende te 7780 Komen, Orleansstraat 22, A. Mahieu, wonende te 7780 Komen, Werviksesteenweg 87, A. Lampe, wonende te 7780 Komen, Invaliedenstraat 20, E. Debacq, wonende te 7782 Ploegsteert, Armentieresstraat 13, J. Verhulle, wonende te 7782 Ploegsteert, Churchillstraat 13, P. Weron, wonende te 7780 Komen, Kastelenlaan 23, J. Woestyn, wonende te 7784 Neerwaasten, Rijselvoorstadstraat 10 A, R. Roman, wonende te 7782 Ploegsteert, Ploegsteertstraat 82, W. Verheyde, wonende te 7783 Bizet, Leiestraat 5, A. Laroye, wonende te 7783 Bizet, Dansettestraat 13, A. Bauden, wonende te 7780 Komen, Werviksesteenweg 194, O. Ghesquie`re, wonende te 7784 Neerwaasten, GardeDieusteenweg 43, R. Desrousseaux, wonende te 7780 Komen, Vredestraat 38, C. Debacker, wonende te 7784 Neerwaasten, Sluisbaan 42, L. Masse, wonende te 7784 Neerwaasten, Roosterravell 1, J. Debacq, wonende te 7782 Ploegsteert, Armentieresstraat 124, J. Vandevelde, wonende te 7782 Ploegsteert, Armentieresstraat 81, M. Windels, wonende te 7780 Komen, Werviksesteenweg 198, H. Rotsaert, wonende te 7782 Ploegsteert, Rabecqueplaats 12, P. Paret, wonende te 7781 Houthem, Houthemsesteenweg 47, M. Collie, wonende te 7780 Komen, Werk-van-den-Akkerstraat 13, G. Lemaire, wonende te 7781 Houthem, Hollebekestraat 50, O. Zoetardt, wonende te 7780 Komen, Houthemstraat 13, A. Bonte, wonende te 7780 Komen, Dode Leiestraat 39, M. Bondeau, wonende te 7784 Neerwaasten, Steenweg op Waasten 326, A. Ramon, wonende te 7780 Komen, Werk-van-den-Akkerstraat 13, M. Collard, wonende te 7783 Bizet, Houplinesstraat 22, R. Collie, wonende te 7780 Komen, Drie Eikenweg 14, L. Casier, wonende te 7780 Komen, Ten-Brielenstraat 160, H. Vermander, wonende te 7780 Komen, Ten-Brielensteenweg 24, E. Collie, wonende te
8892
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 7780 Komen, Kastelenlaan 11, M.-J. Bonnier, wonende te 7780 Komen, Spoorwegstraat 20, J.-M. Houppe, wonende te 7783 Bizet, Armentieresstraat 278, P. Marecaux, wonende te 7780 Komen, Jean Despaute`reslaan 16, A. Casier, wonende te 7780 Komen, Voorstadstraat 11, R. Vandenbulcke, wonende te 7780 Komen, Nieuwstraat 38, J. Corten, wonende te 7780 Komen, Tuinenwijk 45, H. Parez, wonende te 7780 Komen, Houthemstraat 56, E. Sohier, wonende te 7783 Bizet, Gloriettewegel 52, — de v.z.w. Huis van de weerstand, met maatschappelijke zetel te 1070 Brussel, Van Lintstraat 14, — B. Palma-Ureel, wonende te 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, T. Frison, wonende te 2800 Walem, Koning Albertstraat 32, H. Lejon, wonende te 2830 Willebroek, Tisseltsesteenweg 104, G. Joris, wonende te 2800 Mechelen, Kabouterstraat 27, J. Palma, wonende te 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, B. Vercauteren, wonende te 2800 Mechelen, Lakenmakerstraat 317, P. Labordery, wonende te 2800 Mechelen, Hombeeksesteenweg 134/133, J. Kluppels, wonende te 2800 Mechelen, Ruimtevaartstraat 13, D. Moons, wonende te 2800 Mechelen, Gasthuisveldstraat 75, A. Lecomte, wonende te 2800 Mechelen, IJzerenleen 2, G. Bourgignon, wonende te 2800 Mechelen, Schijfstraat 3 en N. Vermandele wonende te 2800 Mechelen, Koning Albertstraat 34, — de v.z.w. Vriendenkring van Buchenwald, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Handelsstraat 21, — de v.z.w. Verbroedering van de vriendenkringen der nazi-concentratiekampen en gevangenissen, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Zennestraat 61, V. Malbecq, wonende te 1800 Vilvoorde-Koningsloo, Sint-Annalaan 86, A. Charon, wonende te 1000 Brussel, Zennestraat 61, R. Demonceau, wonende te 1200 Brussel, Herbert Hooverlaan 62, R. Itterbeek, wonende te 1325 Chaumont-Gistoux, rue Bonneveau 8, E. Nackaerts, wonende te 2800 Mechelen, Van Benedenlaan 28, R. Becker, wonende te 1370 Geldenaken, chausse´e de Tirlemont 124, A. Dubois, wonende te 1070 Brussel, Victor Olivierlaan 8, A. Bertouille, wonende te 7500 Doornik, rue du Becquerelle 22, en C. Rachez, wonende te 1090 Brussel, Rommelaerelaan 219, — de stad Hoei, Grand-Place 1, 4500 Hoei, — de v.z.w. Conseil des femmes francophones de Belgique, met maatschappelijke zetel te 1210 Brussel, Middaglijnstraat 10, S. Inowlocki-Frydman, wonende te 1083 Brussel, Maria van Hongarijelaan 67, D. Konik, wonende te 2050 Antwerpen, August Vermeylenlaan 6, E. Hopengarten, wonende te 4000 Luik, rue Douffet 1, bus 34, F. Tornhajm, wonende te 1080 Brussel, Negen provincieslaan 3, F. Swierk, wonende te 1090 Brussel, de Smet de Naeyerlaan 42 A, bus 12, P. Abramowicz, wonende te 1190 Brussel, Albertlaan 177, bus 8, E. Kanar, wonende te 1190 Brussel, Telemachuslaan 17, bus 7, M. Lecerf, wonende te 6200 Chaˆtelet, rue Gendebien 63, R. Dumont, wonende te 1081 Brussel, Le´on Fourezstraat 12, J. De Lathouwer, wonende te 1190 Brussel, Van Volxemlaan 145, R. Nirenberg, wonende te 1190 Brussel, Jupiterlaan 25, bus 1, S. Brzezinski, wonende te 1190 Brussel, Neptunuslaan 22, S. Troc-Boleslawski, wonende te 8300 Knokke, Parmentierlaan 146, S.-R. Worchajzer, wonende te 1190 Brussel, Ulysseslaan 4, J. Grosman, wonende te 1190 Brussel, Maria-Hendrikalaan 9, R. Lewit, wonende te 8300 Knokke-Heist, Leopoldlaan 95, A. Iglicki, wonende te 1180 Brussel, Riddershofstedelaan 11, G. Iglicki, wonende te 6061 Montignies-sur-Sambre, rue Trieu Kaisin 273, D. Korenberg, wonende te 1180 Brussel, de Foestraetslaan 29, I. Izraelita, wonende te 1190 Brussel, Neptunuslaan 12, F. Najman, wonende te 1080 Brussel, Melopeestraat 64, bus 5, M. Ryczke, wonende te 1080 Brussel, Melopeestraat 64, bus 5, E. Haberfeld, wonende te 1160 Brussel, Visserijstraat 78, bus 19, S. Hornbacher, wonende te 4870 Foreˆt, rue des Grosses Pierres 30, B. Silovy, wonende te 1180 Brussel, J. Burgerslaan 2, bus 1, H. Kohn-Verbeeck, wonende te 1860 Meise, Eeuwfeestlaan 14, K. Reich, wonende te 1080 Brussel, L. Mettewielaan 75, P. Gold, wonende te 1070 Brussel, Luchtvaartsquare 11, G. Szyper, wonende te 1180 Brussel, Elzeboomlaan 95, bus 38, L. Bermann, wonende te 1050 Brussel, We´rystraat 69, R. Lichtensztajn, wonende te 1190 Brussel, Neptunuslaan 53, bus 18, R. Schlaglicd, wonende te 1030 Brussel, Freesiadreef 1, bus 73, M. Coen, wonende te 1050 Brussel, Ernestinelaan 7, F. Drezner, wonende te 1030 Brussel, Freesiadreef 3, R. Fridman, wonende te 1200 Brussel, Ed. Speeckaertlaan 104, M. Szper, wonende te 1180 Brussel, B. Jean Herrinckxlaan 12, C. Friedmann, wonende te 1070 Brussel, Commandant Vander Meerenlaan 5, C. Lipmanowicz, wonende te 1070 Brussel, Commandant Vander Meerenlaan 5, R. Brodkowicz, wonende te 1180 Brussel, J.P. Carsoellaan 110A, M. Ringelheim, wonende te 1050 Brussel, E. Vandriesschestraat 62, G. Gottlieb, wonende te 1070 Brussel, Strobloemenlaan 3, M. Ajzenberg-Karny, wonende te 4020 Luik, rue Gre´try 2 A, bus 112, M. Teitel, wonende te 1070 Brussel, Le´opold Deswaefstraat 4, L. Gutterman, wonende te 1000 Brussel, Hoogstraat 51, E. Hasson, wonende te 1000 Brussel, Perulaan 75, A. Broder-Laub, wonende te 2018 Antwerpen, Belgie¨lei 146, A. Gutowski, wonende te 6041 Gosselies, place Albert Ier 4, C. Gancarska, wonende te 1180 Brussel, W. Churchilllaan 79, C. Gabriel-Menasce, wonende te 1150 Brussel, Mimosalaan 33, L. Kichka, wonende te 1190 Brussel, Ulysseslaan 4, bus 1, I. Scheps, wonende te 1050 Brussel, Franz Merjaystraat 116, J. Janssen, wonende te 4000 Luik, place des Verriers 12, bus 88, L. Naparstek, wonende te 1170 Brussel, Kwikstaartjestraat 8, L. Oberman, wonende te 1020 Brussel, Mutsaardlaan 75, bus 55, L. Kossmann, wonende te 1000 Brussel, Vaartlaan 12 B, G. Flachs, wonende te 1640 Sint-Genesius-Rode, Hertejonglaan 8, L. Georges, wonende te 4000 Luik, rue Naniot 251, S. Bursztyn, wonende te 1000 Brussel, Ieperlaan 39, S. Rechtman, wonende te 1190 Brussel, Mozartlaan 103, bus 4, en C. Gancarska, wonende te 1070 Brussel, Dokter Zamenhoflaan 12, bus 5, — de v.z.w. Auschwitzstichting, met maatschappelijke zetel te 1000 Brussel, Huidevettersstraat 65, — de voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, Lombardstraat 57, 1005 Brussel, — de v.z.w. Ligue nationale des ve´te´rans du Roi Le´opold III, met maatschappelijke zetel te 6593 Macquenoise, route Verte 23, — L. Guillain, wonende te 6596 Seloignes, route de Macquenoise 5, — R. Martin, wonende te 6594 Beauwelz, place Saint Quirin 1, — P. Metzler, wonende te 6593 Macquenoise, route Verte 23, — de v.z.w. Fraternelle de la 5e`me brigade d’infanterie « Merckem » - chasseurs d’Irlande, met maatschappelijke zetel te 4000 Luik, rue de Joie 60. Die zaken zijn ingeschreven onder de nummers 1467, 1468, 1472, 1473, 1474, 1481, 1483, 1487, 1488, 1489, 1491 tot 1574, 1579, 1580, 1591, 1597, 1598, 1601, 1603 en 1606 tot 1610 van de rol van het Hof en zijn samengevoegd met de zaken met rolnummers 1384, 1385, 1415, 1419, 1420, 1434 tot 1437, 1441, 1442, 1443, 1455, 1463 en 1465. De griffier, L. Potoms.
8893
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21089]
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage Par requeˆtes adresse´es a` la Cour par lettres recommande´es a` la poste entre le 20 novembre 1998 et 29 janvier 1999 et parvenues au greffe entre le 23 novembre 1998 et le 1er fe´vrier 1999, un recours en annulation du de´cret de la Communaute´ flamande du 23 juin 1998 octroyant une aide comple´mentaire aux personnes vivant dans une situation de pre´carite´ par suite de circonstances dues a` la guerre, a` la re´pression et a` l’e´puration (publie´ au Moniteur belge du 31 juillet 1998), pour cause de violation des re`gles qui sont e´tablies par la Constitution ou en vertu de celle-ci pour de´terminer les compe´tences respectives de l’Etat, des communaute´s et des re´gions et des articles 10 et 11 de la Constitution, a e´te´ introduit par : — le pre´sident du Se´nat, Palais de la Nation, 1009 Bruxelles, — l’a.s.b.l. Confe´de´ration nationale des prisonniers politiques et ayants droit de Belgique, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue du Commerce 21, — la commune de Woluwe-Saint-Lambert, avenue Paul Hymans 2, 1200 Bruxelles, — la province de Lie`ge, place Saint-Lambert 18 A, 4000 Lie`ge, — le Gouvernement de la Re´gion de Bruxelles-Capitale, rue Ducale 9, 1000 Bruxelles, — l’a.s.b.l. Witte brigade Marcel Louette, dont le sie`ge social est e´tabli a` 2070 Zwijndrecht, Neerbroek 46, boıˆte 13, — l’a.s.b.l. Association nationale des rescape´s de Breendonk, dont le sie`ge social est e´tabli a` 6060 Gilly, chausse´e de Chaˆtelet 119, boıˆte 18, — l’a.s.b.l. Comite´ de coordination des organisations juives de Belgique, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1060 Bruxelles, avenue Ducpe´tiaux 68, et E. Vos, demeurant a` 2018 Anvers, Belgie¨lei 122, — l’a.s.b.l. Fe´de´ration royale nationale des militaires mutile´s et invalides de guerre, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1050 Bruxelles, place Euge`ne Flagey 7, boıˆte 4, l’a.s.b.l. Fe´de´ration nationale des anciens prisonniers de guerre, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, avenue de Stalingrad 76, l’a.s.b.l. Fe´de´ration nationale des combattants de Belgique, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue du Boulet 27, l’a.s.b.l. Union royale nationale des invalides civils de la guerre, veuves et ayants droit, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, boulevard de Waterloo 107, boıˆte 1, l’a.s.b.l. Union nationale des e´vade´s de guerre, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1050 Bruxelles, rue du Chaˆtelain 46, l’a.s.b.l. Fe´de´ration nationale des anciens de la Royal Air Force et de la South African Air Force 1940-45, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1640 Rhode-Saint-Gene`se, avenue de l’Ecuyer 45, G. Rens, demeurant a` 3201 Langdorp, Vleminckstraat 65, F. De Coster, demeurant a` 3150 Wespelare, Wakkerzeelsestraat 61, R. Eylenbosch, demeurant a` 1050 Bruxelles, avenue du Bois de la Cambre 98, boıˆte 13, J. Everaert, demeurant a` 3080 Tervuren, Warande 3, J. Brack, demeurant a` 1070 Bruxelles, rue de la Sympathie 55, R. Tabary, demeurant a` 3090 Maleizen-Overijse, Poelweg 18, boıˆte 8, J. Jesuran, demeurant a` 1120 Bruxelles, avenue des Croix de Guerre 123, boıˆte 4, et T. Coppieters ’t Wallant, demeurant a` 8300 Knokke-Heist, Sparrendreef 26, — l’a.s.b.l. Amicale des prisonniers politiques de Dora et Commandos, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue du Commerce 21, — H. Divoy, demeurant a` 7784 Warneton, route de Ploegsteert 51, R. De Buyserie, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 360, J. Vanabelle, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 185, M. Desrousseau, demeurant a` 7780 Comines, rue de la Gare 14, I. Leclercq, demeurant a` 7780 Comines, rue du Couvent 44/C2, R. Ghesquie`re, demeurant a` 7784 Bas-Warneton, chausse´e de Warneton 89, J. Sieuw, demeurant a` 7780 Comines, rue Fosse Saint Jean 29, P. Vandewalle, demeurant a` 7781 Houthem, rue de la Cortewilde 14, M. Martin, demeurant a` 7780 Comines, rue de la Procession 11, S. Duriez, demeurant a` 7780 Comines, rue de Wervicq 128, F. Debacker, demeurant a` 7784 Bas-Warneton, Bas-Chemin 179, R. Vandamme, demeurant a` 7780 Comines, rue du Triangle 19, J. Masschelein, demeurant a` 7780 Comines, rue de Wervicq 5, J. Pauwels, demeurant a` 7780 Comines, rue Beauchamp 39, H. Demyttenaere, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e d’Houthem 30, A. Dhaene, demeurant a` 7780 Comines, rue d’Houthem 24, R. Doutrelant, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 106, M. Capoen, demeurant a` 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 7, P. Van Hecke, demeurant a` 7780 Comines, avenue Jean Despaute`re 17, M. Vennin, demeurant a` 7784 Warneton, Rempart Godtschalck 4, M. Singier, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 141, la maison de repos « Sacre´-Coeur », 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 159, A. Bossaert, demeurant a` 7780 Comines, rue de la Gare 14, R. Loridan, demeurant a` 7784 Warneton, rue du Touquet 289, J. Verheeke, demeurant a` 7784 Warneton, chausse´e du Pont Rouge 2, L. Spileers, demeurant a` 7784 Warneton, rue du Touquet 338, J. Vanwindekens, demeurant a` 7784 Warneton, rue Pierre Desimpel 11, J. Lysy, demeurant a` 7784 Warneton, rue de Lille 17, W. Mathys, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 167, J. Lamote, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 207, R. Gryson, demeurant a` 7780 Comines, rue du Couvent 38 boıˆte 6, E. Claeys, demeurant a` 7783 Bizet, rue de la Lys 20, J.-C. Walle, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 110, O. Lannoote, demeurant a` 7780 Comines, rue des Canons 22, I. Deldicque, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e Ten-Brielen 64, R. Plantefe`ve, demeurant a` 7780 Comines, rue de Capelle 41, M. Vandevelde, demeurant a` 7783 Bizet, rue Duribreu 39, J. Bondue, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 111, J. Lamoot, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue Sainte-Marie 8, A. Vanderstichelen, demeurant a` 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 124, E. Pourcelle, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 179, L. Leroy, demeurant a` 8950 Neuve-Eglise, Nieuwkerkebaan 23, H. Dupon, demeurant a` 7783 Bizet, rue de la Lys 20, R. Clarebout, demeurant a` 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 122, G. Platteau, demeurant a` 7780 Comines, rue d’Orle´ans 22, A. Mahieu, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 87, A. Lampe, demeurant a` 7780 Comines, rue des Invalides 20, E. Debacq, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 13, J. Verhulle, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue Churchill 13, P. Weron, demeurant a` 7780 Comines, avenue des Chaˆteaux 23, J. Woestyn, demeurant a` 7784 Warneton, rue du Faubourg de Lille 10 A, R. Roman, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 82, W. Verheyde, demeurant a` 7783 Bizet, rue de la Lys 5, A. Laroye, demeurant a` 7783 Bizet, rue Dansette 13, A. Bauden, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 194, O. Ghesquie`re, demeurant a` 7784 Bas-Warneton, chausse´e Garde Dieu 43, R. Desrousseaux, demeurant a` 7780 Comines, rue de la Paix 38, C. Debacker, demeurant a` 7784 Bas-Warneton, route des Ecluses 42, L. Masse, demeurant a` 7784 Warneton, Gravier du Rooster 1, J. Debacq, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 124, J. Vandevelde, demeurant a` 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 81, M. Windels, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 198, H. Rotsaert, demeurant a` 7782 Ploegsteert, place de la Rabecque 12, P. Paret, demeurant a` 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 47, M. Collie, demeurant a` 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 13, G. Lemaire, demeurant a` 7781 Houthem, rue d’Hollebeke 50, O. Zoetardt, demeurant a` 7780 Comines, rue d’Houthem 13, A. Bonte, demeurant a` 7780 Comines, rue de la Morte Lys 39, M. Bondeau, demeurant a` 7784 Bas-Warneton, chausse´e de Warneton 326, A. Ramon, demeurant
8894
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD a` 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 13, M. Collard, demeurant a` 7783 Bizet, rue d’Houplines 22, R. Collie, demeurant a` 7780 Comines, chemin des Trois Cheˆnes 14, L. Casier, demeurant a` 7780 Comines, rue de Ten-Brielen 160, H. Vermander, demeurant a` 7780 Comines, chausse´e de Ten-Brielen 24, E. Collie, demeurant a` 7780 Comines, avenue des Chaˆteaux 11, M.-J. Bonnier, demeurant a` 7780 Comines, rue du Chemin de Fer 20, J.-M. Houppe, demeurant a` 7783 Bizet, rue d’Armentie`res 278, P. Marecaux, demeurant a` 7780 Comines, avenue Jean Despaute`re 16, A. Casier, demeurant a` 7780 Comines, rue du Faubourg 11, R. Vandenbulcke, demeurant a` 7780 Comines, rue Neuve 38, J. Corten, demeurant a` 7780 Comines, Cite´ Jardins 45, H. Parez, demeurant a` 7780 Comines, rue d’Houthem 56, E. Sohier, demeurant a` 7783 Bizet, sentier de la Gloriette 52, — l’a.s.b.l. Maison de la re´sistance, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1070 Bruxelles, rue Van Lint 14, — B. Palma-Ureel, demeurant a` 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, T. Frison, demeurant a` 2800 Walem, Koning Albertstraat 32, H. Lejon, demeurant a` 2830 Willebroek, Tisseltsesteenweg 104, G. Joris, demeurant a` 2800 Malines, Kabouterstraat 27, J. Palma, demeurant a` 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, B. Vercauteren, demeurant a` 2800 Malines, Lakenmakerstraat 317, P. Labordery, demeurant a` 2800 Malines, Hombeeksesteenweg 134/133, J. Kluppels, demeurant a` 2800 Malines, Ruimtevaartstraat 13, D. Moons, demeurant a` 2800 Malines, Gasthuisveldstraat 75, A. Lecomte, demeurant a` 2800 Malines, IJzerenleen 2, G. Bourgignon, demeurant a` 2800 Malines, Schijfstraat 3 et N. Vermandele demeurant a` 2800 Malines, Koning Albertstraat 34, — l’a.s.b.l. Amicale de Buchenwald, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue du Commerce 21, — l’a.s.b.l. Fraternelle des amicales de camps de concentration et prisons nazis, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue la Senne 61, V. Malbecq, demeurant a` 1800 Vilvorde-Koningsloo, Sint-Annalaan 86, A. Charon, demeurant a` 1000 Bruxelles, rue de la Senne 61, R. Demonceau, demeurant a` 1200 Bruxelles, avenue Herbert Hoover 62, R. Itterbeek, demeurant a` 1325 Chaumont-Gistoux, rue Bonneveau 8, E. Nackaerts, demeurant a` 2800 Malines, Van Benedenlaan 28, R. Becker, demeurant a` 1370 Jodoigne, chausse´e de Tirlemont 124, A. Dubois, demeurant a` 1070 Bruxelles, avenue Victor Olivier 8, A. Bertouille, demeurant a` 7500 Tournai, rue du Becquerelle 22, et C. Rachez, demeurant a` 1090 Bruxelles, avenue Rommelaere 219, — l’a.s.b.l. Conseil des femmes francophones de Belgique, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1210 Bruxelles, rue du Me´ridien 10, S. Inowlocki-Frydman, demeurant a` 1083 Bruxelles, rue Marie de Hongrie 67, D. Konik, demeurant a` 2050 Anvers, August Vermeylenlaan 6, E. Hopengarten, demeurant a` 4000 Lie`ge, rue Douffet 1, boıˆte 34, F. Tornhajm, demeurant a` 1080 Bruxelles, avenue des Neuf Provinces 3, F. Swierk, demeurant a` 1090 Bruxelles, boulevard de Smet de Naeyer 42A, boıˆte 12, P. Abramowicz, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Albert 177, boıˆte 8, E. Kanar, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Te´le´maque 17, boıˆte 7, M. Lecerf, demeurant a` 6200 Chaˆtelet, rue Gendebien 63, R. Dumont, demeurant a` 1081 Bruxelles, rue Le´on Fourez 12, J. De Lathouwer, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Van Volxem 145, R. Nirenberg, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Jupiter 25, boıˆte 1, S. Brzezinski, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Neptune 22, S. Troc-Boleslawski, demeurant a` 8300 Knokke, Parmentierlaan 146, S.-R. Worchajzer, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Ulysse 4, J. Grosman, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Marie-Henriette 9, R. Lewit, demeurant a` 8300 Knokke-Heist, Leopoldlaan 95, A. Iglicki, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue du Manoir 11, G. Iglicki, demeurant a` 6061 Montignies-sur-Sambre, rue Trieu Kaisin 273, D. Korenberg, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue de Foestraets 29, I. Izraelita, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Neptune 12, F. Najman, demeurant a` 1080 Bruxelles, rue de la Me´lope´e 64, boıˆte 5, M. Ryczke, demeurant a` 1080 Bruxelles, rue de la Me´lope´e 64, boıˆte 5, E. Haberfeld, demeurant a` 1160 Bruxelles, rue des Peˆcheries 78, boıˆte 19, S. Hornbacher, demeurant a` 4870 Foreˆt, rue des Grosses Pierres 30, B. Silovy, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue J. Burgers 2, boıˆte 1, H. Kohn-Verbeeck, demeurant a` 1860 Meise, Eeuwfeestlaan 14, K. Reich, demeurant a` 1080 Bruxelles, boulevard L. Mettewie 75, P. Gold, demeurant a` 1070 Bruxelles, square de l’Aviation 11, G. Szyper, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue de l’Aulne 95, boıˆte 38, L. Bermann, demeurant a` 1050 Bruxelles, rue We´ry 69, R. Lichtensztajn, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Neptune 53, boıˆte 18, R. Schlaglicd, demeurant a` 1030 Bruxelles, alle´e des Fre´sias 1, boıˆte 73, M. Coen, demeurant a` 1050 Bruxelles, avenue Ernestine 7, F. Drezner, demeurant a` 1030 Bruxelles, alle´e des Fre´sias 3, R. Fridman, demeurant a` 1200 Bruxelles, avenue Ed. Speeckaert 104, M. Szper, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue B. Jean Herrinckx 12, C. Friedmann, demeurant a` 1070 Bruxelles, avenue Commandant Vander Meeren 5, C. Lipmanowicz, demeurant a` 1070 Bruxelles, avenue cdt. Vander Meeren 5, R. Brodkowicz, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue J.-P. Carsoel 110 A, M. Ringelheim, demeurant a` 1050 Bruxelles, rue E. Vandriessche 62, G. Gottlieb, demeurant a` 1070 Bruxelles, avenue des Immortelles 3, M. Ajzenberg-Karny, demeurant a` 4020 Lie`ge, rue Gre´try 2A, boıˆte 112, M. Teitel, demeurant a` 1070 Bruxelles, rue Le´opold Deswaef 4, L. Gutterman, demeurant a` 1000 Bruxelles, rue Haute 51, E. Hasson, demeurant a` 1000 Bruxelles, avenue du Pe´rou 75, A. Broder-Laub, demeurant a` 2018 Anvers, Belgie¨lei 146, A. Gutowski, demeurant a` 6041 Gosselies, place Albert Ier 4, C. Gancarska, demeurant a` 1180 Bruxelles, avenue W. Churchill 79, C. Gabriel-Menasce, demeurant a` 1150 Bruxelles, avenue des Mimosas 33, L. Kichka, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Ulysse 4, boıˆte 1, I. Scheps, demeurant a` 1050 Bruxelles, rue Franz Merjay 116, J. Janssen, demeurant a` 4000 Lie`ge, place des Verriers 12, boıˆte 88, L. Naparstek, demeurant a` 1170 Bruxelles, rue de la Bergerette 8, L. Oberman, demeurant a` 1020 Bruxelles, avenue Mutsaard 75, boıˆte 55, L. Kossmann, demeurant a` 1000 Bruxelles, rue du Canal 12 B, G. Flachs, demeurant a` 1640 Rhode-Saint-Gene`se, avenue du Faon 8, L. Georges, demeurant a` 4000 Lie`ge, rue Naniot 251, S. Bursztyn, demeurant a` 1000 Bruxelles, boulevard d’Ypres 39, S. Rechtman, demeurant a` 1190 Bruxelles, avenue Mozart 103, boıˆte 4, et C. Gancarska, demeurant a` 1070 Bruxelles, avenue docteur Zamenhof 12, boıˆte 5, — l’a.s.b.l. Fondation Auschwitz, dont le sie`ge social est e´tabli a` 1000 Bruxelles, rue des Tanneurs 65, — le pre´sident du Conseil de la Re´gion de Bruxelles-Capitale, rue du Lombard 57, 1005 Bruxelles, — l’a.s.b.l. Ligue nationale des ve´te´rans du Roi Le´opold III, dont le sie`ge social est e´tabli a` 6593 Macquenoise, route Verte 23, — L. Guillain, demeurant a` 6596 Seloignes, route de Macquenoise 5, — R. Martin, demeurant a` 6594 Beauwelz, place Saint Quirin 1, — P. Metzler, demeurant a` 6593 Macquenoise, route Verte 23, — l’a.s.b.l. Fraternelle de la 5e`me brigade d’infanterie ″ Merckem″ - chasseurs d’Irlande, dont le sie`ge social est e´tabli a` 4000 Lie`ge, rue de Joie 60. Ces affaires sont inscrites sous les nume´ros 1467, 1468, 1472, 1473, 1474, 1481, 1483, 1487, 1488, 1489, 1491 a` 1574, 1579, 1580, 1591, 1597, 1598, 1601, 1603 et 1606 a` 1610 du roˆle de la Cour et ont e´te´ jointes aux affaires portant les nume´ros 1384, 1385, 1415, 1419, 1420, 1434 a` 1437, 1441, 1442, 1443, 1455, 1463 et 1465 du roˆle. Le greffier, L. Potoms.
8895
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD SCHIEDSHOF [C − 99/21089]
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof Mit Klageschriften, die dem Hof mit zwischen dem 20. November 1998 und dem 29. Januar 1999 bei der Post aufgegebenen Einschreibebriefen zugesandt wurden und zwischen dem 23. November 1998 und dem 1. Februar 1999 in der Kanzlei eingegangen sind, erhoben Klage auf Nichtigerkla¨rung des Dekrets der Fla¨mischen Gemeinschaft vom 23. Juni 1998 zur Gewa¨hrung einer Sonderbeihilfe fu¨r Personen, die sich infolge der Kriegsumsta¨nde, der Repression und der Sa¨uberung in einer unsicheren Existenzlage befinden (vero¨ffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 31. Juli 1998), wegen Verstoßes gegen die durch die Verfassung oder kraft derselben zur Bestimmung der jeweiligen Zusta¨ndigkeiten von Staat, Gemeinschaften und Regionen festgelegten Vorschriften und gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung: — der Pra¨sident des Senats, Paleis der Natie, 1009 Bru¨ssel, — die VoE Nationale confederatie van politieke gevangenen en rechthebbenden van Belgie¨, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Handelsstraat 21, — die Gemeinde Sint-Lambrechts-Woluwe, Paul Hymanslaan 2, 1200 Bru¨ssel, — die Provinz Lu¨ttich, place Saint-Lambert 18 A, 4000 Lu¨ttich, — die Regierung der Region Bru¨ssel-Hauptstadt, Hertogsstraat 9, 1000 Bru¨ssel, — die VoE Witte brigade Marcel Louette, mit Vereinigungssitz in 2070 Zwijndrecht, Neerbroek 46, Bk. 13, — die Association nationale des rescape´s de Breendonk, mit Vereinigungssitz in 6060 Gilly, chausse´e de Chaˆtelet 119, Bk. 18, — die VoE Coordinatiecomite´ van de joodse organisaties van Belgie¨, mit Vereinigungssitz in 1060 Bru¨ssel, Ducpe´tiauxlaan 68, und E. Vos, wohnhaft in 2018 Antwerpen, Belgie¨lei 122, — die VoE Koninklijk nationaal verbond der verminkte en invalide militairen van de oorlog, mit Vereinigungssitz in 1050 Bru¨ssel, Euge`ne Flageyplein 7, Bk. 4, die VoE Nationaal verbond der oud-krijgsgevangenen, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Stalingradlaan 76, die VoE Nationale strijdersbond van Belgie¨, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Kogelstraat 27, die VoE Koninklijk nationaal verbond der burgelijke oorlogsinvaliden, weduwen en rechthebbenden, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Waterloolaan 107, Bk. 1, die VoE Nationaal verbond der oorlogsontsnapten, mit Vereinigungssitz in 1050 Bru¨ssel, Kasteleinstraat 46, die VoE Nationale federatie der anciens van de Royal Air Force en de South African Air Force 1940-45, mit Vereinigungssitz in 1640 Sint-Genesius-Rode, Schildknaaplaan 45, G. Rens, wohnhaft in 3201 Langdorp, Vleminckstraat 65, F. De Coster, wohnhaft in 3150 Wespelare, Wakkerzeelsestraat 61, R. Eylenbosch, wohnhaft in 1050 Bru¨ssel, Ter Kamerenboslaan 98, Bk. 13, J. Everaert, wohnhaft in 3080 Tervuren, Warande 3, J. Brack, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Sympathiestraat 55, R. Tabary, wohnhaft in 3090 Maleizen-Overijse, Poelweg 18, Bk. 8, J. Jesuran, wohnhaft in 1120 Bru¨ssel, Oorlogskruisenlaan 123, Bk. 4, und T. Coppieters ’t Wallant, wohnhaft in 8300 Knokke-Heist, Sparrendreef 26, — die VoE Vriendenkring der politieke gevangenen van Dora en Kommandos, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Handelsstraat 21, — H. Divoy, wohnhaft in 7784 Warneton, route de Ploegsteert 51, R. De Buyserie, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 360, J. Vanabelle, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 185, M. Desrousseau, wohnhaft in 7780 Comines, rue de la Gare 14, I. Leclercq, wohnhaft in 7780 Comines, rue du Couvent 44/C2, R. Ghesquie`re, wohnhaft in 7784 Bas-Warneton, chausse´e de Warneton 89, J. Sieuw, wohnhaft in 7780 Comines, rue Fosse Saint Jean 29, P. Vandewalle, wohnhaft in 7781 Houthem, rue de la Cortewilde 14, M. Martin, wohnhaft in 7780 Comines, rue de la Procession 11, S. Duriez, wohnhaft in 7780 Comines, rue de Wervicq 128, F. Debacker, wohnhaft in 7784 Bas-Warneton, Bas-Chemin 179, R. Vandamme, wohnhaft in 7780 Comines, rue du Triangle 19, J. Masschelein, wohnhaft in 7780 Comines, rue de Wervicq 5, J. Pauwels, wohnhaft in 7780 Comines, rue Beauchamp 39, H. Demyttenaere, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e d’Houthem 30, A. Dhaene, wohnhaft in 7780 Comines, rue d’Houthem 24, R. Doutrelant, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 106, M. Capoen, wohnhaft in 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 7, P. Van Hecke, wohnhaft in 7780 Comines, avenue Jean Despaute`re 17, M. Vennin, wohnhaft in 7784 Warneton, Rempart Godtschalck 4, M. Singier, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 141, das Altenheim «Sacre´-Coeur», 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 159, A. Bossaert, wohnhaft in 7780 Comines, rue de la Gare 14, R. Loridan, wohnhaft in 7784 Warneton, rue du Touquet 289, J. Verheeke, wohnhaft in 7784 Warneton, chausse´e du Pont Rouge 2, L. Spileers, wohnhaft in 7784 Warneton, rue du Touquet 338, J. Vanwindekens, wohnhaft in 7784 Warneton, rue Pierre Desimpel 11, J. Lysy, wohnhaft in 7784 Warneton, rue de Lille 17, W. Mathys, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 167, J. Lamote, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 207, R. Gryson, wohnhaft in 7780 Comines, rue du Couvent 38, Bk. 6, E. Claeys, wohnhaft in 7783 Bizet, rue de la Lys 20, J.-C. Walle, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 110, O. Lannoote, wohnhaft in 7780 Comines, rue des Canons 22, I. Deldicque, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e Ten-Brielen 64, R. Plantefe`ve, wohnhaft in 7780 Comines, rue de Capelle 41, M. Vandevelde, wohnhaft in 7783 Bizet, rue Duribreu 39, J. Bondue, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 111, J. Lamoot, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue Sainte-Marie 8, A. Vanderstichelen, wohnhaft in 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 124, E. Pourcelle, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 179, L. Leroy, wohnhaft in 8950 Nieuwkerke, Nieuwkerkebaan 23, H. Dupon, wohnhaft in 7783 Bizet, rue de la Lys 20, R. Clarebout, wohnhaft in 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 122, G. Platteau, wohnhaft in 7780 Comines, rue d’Orle´ans 22, A. Mahieu, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 87, A. Lampe, wohnhaft in 7780 Comines, rue des Invalides 20, E. Debacq, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 13, J. Verhulle, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue Churchill 13, P. Weron, wohnhaft in 7780 Comines, avenue des Chaˆteaux 23, J. Woestyn, wohnhaft in 7784 Warneton, rue du Faubourg de Lille 10 A, R. Roman, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue de Ploegsteert 82, W. Verheyde, wohnhaft in 7783 Bizet, rue de la Lys 5, A. Laroye, wohnhaft in 7783 Bizet, rue Dansette 13, A. Bauden, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 194, O. Ghesquie`re, wohnhaft in 7784 Bas-Warneton, chausse´e Garde Dieu 43, R. Desrousseaux, wohnhaft in 7780 Comines, rue de la Paix 38, C. Debacker, wohnhaft in 7784 Bas-Warneton, route des Ecluses 42, L. Masse, wohnhaft in 7784 Warneton, Gravier du Rooster 1, J. Debacq, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 124, J. Vandevelde, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, rue d’Armentie`res 81, M. Windels, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e de Wervicq 198, H. Rotsaert, wohnhaft in 7782 Ploegsteert, place de la Rabecque 12, P. Paret, wohnhaft in 7781 Houthem, chausse´e d’Houthem 47, M. Collie, wohnhaft in 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 13, G. Lemaire, wohnhaft in 7781 Houthem, rue d’Hollebeke 50, O. Zoetardt, wohnhaft in 7780 Comines, rue d’Houthem 13, A. Bonte, wohnhaft in 7780 Comines, rue de la Morte Lys 39, M. Bondeau, wohnhaft in 7784 Bas-Warneton, chausse´e de Warneton 326, A. Ramon, wohnhaft in 7780 Comines, rue Ligue Coin de Terre 13, M. Collard, wohnhaft in 7783 Bizet, rue d’Houplines 22, R. Collie, wohnhaft in 7780 Comines, chemin des Trois
8896
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Cheˆnes 14, L. Casier, wohnhaft in 7780 Comines, rue de Ten-Brielen 160, H. Vermander, wohnhaft in 7780 Comines, chausse´e de Ten-Brielen 24, E. Collie, wohnhaft in 7780 Comines, avenue des Chaˆteaux 11, M.-J. Bonnier, wohnhaft in 7780 Comines, rue du Chemin de Fer 20, J.-M. Houppe, wohnhaft in 7783 Bizet, rue d’Armentie`res 278, P. Marecaux, wohnhaft in 7780 Comines, avenue Jean Despaute`re 16, A. Casier, wohnhaft in 7780 Comines, rue du Faubourg 11, R. Vandenbulcke, wohnhaft in 7780 Comines, rue Neuve 38, J. Corten, wohnhaft in 7780 Comines, Cite´ Jardins 45, H. Parez, wohnhaft in 7780 Comines, rue d’Houthem 56, und E. Sohier, wohnhaft in 7783 Bizet, Sentier de la Gloriette 52, — die VoE Huis van de weerstand, mit Vereinigungssitz in 1070 Bru¨ssel, Van Lintstraat 14, — B. Palma-Ureel, wohnhaft in 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, T. Frison, wohnhaft in 2800 Walem, Koning Albertstraat 32, H. Lejon, wohnhaft in 2830 Willebroek, Tisseltsesteenweg 104, G. Joris, wohnhaft in 2800 Mecheln, Kabouterstraat 27, J. Palma, wohnhaft in 2811 Hombeek, Sparrenstraat 6, B. Vercauteren, wohnhaft in 2800 Mecheln, Lakenmakerstraat 317, P. Labordery, wohnhaft in 2800 Mecheln, Hombeeksesteenweg 134/133, J. Kluppels, wohnhaft in 2800 Mecheln, Ruimtevaartstraat 13, D. Moons, wohnhaft in 2800 Mecheln, Gasthuisveldstraat 75, A. Lecomte, wohnhaft in 2800 Mecheln, IJzerenleen 2, G. Bourgignon, wohnhaft in 2800 Mecheln, Schijfstraat 3, und N. Vermandele wohnhaft in 2800 Mecheln, Koning Albertstraat 34, — die VoE Vriendenkring van Buchenwald, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Handelsstraat 21, — die Voe Verbroedering van de vriendenkringen der nazi-concentratiekampen en gevangenissen, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Zennestraat 61, V. Malbecq, wohnhaft in 1800 Vilvoorde-Koningsloo, SintAnnalaan 86, A. Charon, wohnhaft in 1000 Bru¨ssel, Zennestraat 61, R. Demonceau, wohnhaft in 1200 Bru¨ssel, Herbert Hooverlaan 62, R. Itterbeek, wohnhaft in 1325 Chaumont-Gistoux, rue Bonneveau 8, E. Nackaerts, wohnhaft in 2800 Mecheln, Van Benedenlaan 28, R. Becker, wohnhaft in 1370 Jodoigne, chausse´e de Tirlemont 124, A. Dubois, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Victor Olivierlaan 8, A. Bertouille, wohnhaft in 7500 Tournai, rue du Becquerelle 22, und C. Rachez, wohnhaft in 1090 Bru¨ssel, Rommelaerelaan 219, — die VoE Conseil des femmes francophones de Belgique, mit Vereinigungssitz in 1210 Bru¨ssel, Middaglijnstraat 10, S. Inowlocki-Frydman, wohnhaft in 1083 Bru¨ssel, Maria van Hongarijelaan 67, D. Konik, wohnhaft in 2050 Antwerpen, August Vermeylenlaan 6, E. Hopengarten, wohnhaft in 4000 Lu¨ttich, rue Douffet 1, Bk. 34, F. Tornhajm, wohnhaft in 1080 Bru¨ssel, Negen provincieslaan 3, F. Swierk, wohnhaft in 1090 Bru¨ssel, de Smet de Naeyerlaan 42 A, Bk. 12, P. Abramowicz, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Albertlaan 177, Bk. 8, E. Kanar, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Te´le´machuslaan 17, Bk. 7, M. Lecerf, wohnhaft in 6200 Chaˆtelet, rue Gendebien 63, R. Dumont, wohnhaft in 1081 Bru¨ssel, Le´on Fourezstraat 12, J. De Lathouwer, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Van Volxemlaan 145, R. Nirenberg, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Jupiterlaan 25, Bk. 1, S. Brzezinski, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Neptunuslaan 22, S. Troc-Boleslawski, wohnhaft in 8300 Knokke, Parmentierlaan 146, S.-R. Worchajzer, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Ulysseslaan 4, J. Grosman, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Maria-Hendrikalaan 9, R. Lewit, wohnhaft in 8300 Knokke-Heist, Leopoldlaan 95, A. Iglicki, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, Riddershofstedelaan 11, G. Iglicki, wohnhaft in 6061 Montigniessur-Sambre, rue Trieu Kaisin 273, D. Korenberg, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, de Foestraetslaan 29, I. Izraelita, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Neptunuslaan 12, F. Najman, wohnhaft in 1080 Bru¨ssel, Melopeestraat 64, Bk. 5, M. Ryczke, wohnhaft in 1080 Bru¨ssel, Melopeestraat 64, Bk. 5, E. Haberfeld, wohnhaft in 1160 Bru¨ssel, Visserijstraat 78, Bk. 19, S. Hornbacher, wohnhaft in 4870 Foreˆt, rue des Grosses Pierres 30, B. Silovy, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, J. Burgerslaan 2, Bk. 1, H. Kohn-Verbeeck, wohnhaft in 1860 Meise, Eeuwfeestlaan 14, K. Reich, wohnhaft in 1080 Bru¨ssel, L. Mettewielaan 75, P. Gold, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Luchtvaartsquare 11, G. Szyper, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, Elzeboomlaan 95, Bk. 38, L. Bermann, wohnhaft in 1050 Bru¨ssel, We´rystraat 69, R. Lichtensztajn, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Neptunuslaan 53, Bk. 18, R. Schlaglicd, wohnhaft in 1030 Bru¨ssel, Freesiadreef 1, Bk. 73, M. Coen, wohnhaft in 1050 Bru¨ssel, Ernestinelaan 7, F. Drezner, wohnhaft in 1030 Bru¨ssel, Freesiadreef 3, R. Fridman, wohnhaft in 1200 Bru¨ssel, Ed. Speeckaertlaan 104, M. Szper, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, B. Jean Herrinckxlaan 12, C. Friedmann, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Commandant Vander Meerenlaan 5, C. Lipmanowicz, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Cdt. Vander Meerenlaan 5, R. Brodkowicz, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, J.-P. Carsoellaan 110 A, M. Ringelheim, wohnhaft in 1050 Bru¨ssel, E. Vandriesschestraat 62, G. Gottlieb, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Strobloemenlaan 3, M. Ajzenberg-Karny, wohnhaft in 4020 Lu¨ttich, rue Gre´try 2 A, Bk. 112, M. Teitel, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Le´opold Deswaefstraat 4, L. Gutterman, wohnhaft in 1000 Bru¨ssel, Hoogstraat 51, E. Hasson, wohnhaft in 1000 Bru¨ssel, Perulaan 75, A. Broder-Laub, wohnhaft in 2018 Antwerpen, Belgie¨lei 146, A. Gutowski, wohnhaft in 6041 Gosselies, place Albert Ier 4, C. Gancarska, wohnhaft in 1180 Bru¨ssel, W. Churchilllaan 79, C. Gabriel-Menasce, wohnhaft in 1150 Bru¨ssel, Mimosalaan 33, L. Kichka, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Ulysseslaan 4, Bk. 1, I. Scheps, wohnhaft in 1050 Bru¨ssel, Franz Merjaystraat 116, J. Janssen, wohnhaft in 4000 Lu¨ttich, place des Verriers 12, Bk. 88, L. Naparstek, wohnhaft in 1170 Bru¨ssel, Kwikstaartjestraat 8, L. Oberman, wohnhaft in 1020 Bru¨ssel, Mutsaardlaan 75, Bk. 55, L. Kossmann, wohnhaft in 1000 Bru¨ssel, Vaartlaan 12 B, G. Flachs, wohnhaft in 1640 Sint-Genesius-Rode, Hertejonglaan 8, L. Georges, wohnhaft in 4000 Lu¨ttich, rue Naniot 251, S. Bursztyn, wohnhaft in 1000 Bru¨ssel, Ieperlaan 39, S. Rechtman, wohnhaft in 1190 Bru¨ssel, Mozartlaan 103, Bk. 4, und C. Gancarska, wohnhaft in 1070 Bru¨ssel, Dokter Zamenhoflaan 12, Bk. 5, — die VoE Auschwitzstichting, mit Vereinigungssitz in 1000 Bru¨ssel, Huidevettersstraat 65, — die «Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad», Lombardstraat 57, 1005 Bru¨ssel, — die VoE La ligue nationale des ve´te´rans du Roi Le´opold III, mit Vereinigungssitz in 6593 Macquenoise, route Verte 23, — L. Guillain, wohnhaft in 6596 Seloignes, route de Macquenoise 5, — R. Martin, wohnhaft in 6594 Beauwelz, place Saint Quirin 1, — P. Metzler, wohnhaft in 6593 Macquenoise, route Verte 23, — die VoE La fraternelle de la 5e`me brigade d’infanterie «Merckem» - chasseurs d’Irlande, mit Vereinigungssitz in 4000 Lu¨ttich, rue de Joie 60, Diese Rechtssachen wurden unter den Nummern 1467, 1468, 1472, 1473, 1474, 1481, 1483, 1487, 1488, 1489, 1491 bis 1574, 1579, 1580, 1591, 1597, 1598, 1601, 1603 und 1606 bis 1610 ins Gescha¨ftsverzeichnis des Hofes eingetragen und wurden mit den Rechtssachen mit Gescha¨ftsverzeichnisnummern 1384, 1385, 1415, 1419, 1420, 1434 bis 1437, 1441, 1442, 1443, 1455, 1463 und 1465 verbunden. Der Kanzler, L. Potoms.
8897
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21107]
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage
Par jugement du 25 janvier 1999 en cause de F. Vanderheyden contre la s.a. A.G. 1824, dont l’expe´dition est parvenue au greffe de la Cour d’arbitrage le 29 janvier 1999, le Tribunal du travail de Lie`ge a pose´ la question pre´judicielle suivante : « L’article 38 de la loi du 10 avril 1971 sur les accidents du travail, tel que modifie´ par l’article 40 de la loi-programme du 22 de´cembre 1989, est-il contraire aux articles 10 et 11 de la Constitution, en tant qu’il stipule que lorsque pendant l’incapacite´ temporaire de travail, l’apprenti ou le mineur d’aˆge devient majeur, la re´mune´ration de base pour le calcul de l’indemnite´ journalie`re est a` partir de cette date fixe´e conforme´ment a` l’aline´a 2 de cet article alors que l’apprenti majeur au moment de l’accident ne peut be´ne´ficier de l’aline´a 2 de l’article 38 pendant la pe´riode d’incapacite´ temporaire ? » Cette affaire est inscrite sous le nume´ro 1602 du roˆle de la Cour.
Le greffier, L. Potoms.
ARBITRAGEHOF [C − 99/21107]
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof
Bij vonnis van 25 januari 1999 in zake F. Vanderheyden tegen de n.v. A.G. 1824, waarvan de expeditie ter griffie van het Arbitragehof is ingekomen op 29 januari 1999, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik de volgende prejudicie¨le vraag gesteld : « Is artikel 38 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, zoals gewijzigd bij artikel 40 van de programmawet van 22 december 1989, strijdig met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het bepaalt dat wanneer de leerling of de minderjarige gedurende de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid meerderjarig wordt, het basisloon voor de berekening van de dagelijkse vergoeding vanaf die datum wordt vastgesteld overeenkomstig het tweede lid van dat artikel, terwijl de leerling die op het ogenblik van het ongeval meerderjarig was, gedurende de periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid het voordeel van het tweede lid van artikel 38 niet kan genieten ? » Die zaak is ingeschreven onder nummer 1602 van de rol van het Hof.
De griffier, L. Potoms.
SCHIEDSHOF [C − 99/21107]
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof
In seinem Urteil vom 25. Januar 1999 in Sachen F. Vanderheyden gegen die A.G. 1824 AG, dessen Ausfertigung am 29. Januar 1999 in der Kanzlei des Schiedshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Lu¨ttich folgende pra¨judizielle Frage gestellt : «Steht Artikel 38 des Gesetzes vom 10. April 1971 u¨ber die Arbeitsunfa¨lle in der durch Artikel 40 des Programmgesetzes vom 22. Dezember 1989 abgea¨nderten Fassung im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, indem er bestimmt, daß, wenn der Lehrling oder der Minderja¨hrige wa¨hrend des Zeitraums zeitweiliger Arbeitsunfa¨higkeit vollja¨hrig wird, die Grundentlohnung fu¨r die Berechnung der ta¨glichen Entscha¨digung ab diesem Datum gema¨ß Absatz 2 dieses Artikels festgelegt wird, wohingegen der Lehrling, der zum Zeitpunkt des Unfalls vollja¨hrig war, wa¨hrend des Zeitraums zeitweiliger Arbeitsunfa¨higkeit nicht den Vorteil von Absatz 2 von Artikel 38 genießen kann?» Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 1602 ins Gescha¨ftsverzeichnis des Hofes eingetragen.
Der Kanzler, L. Potoms.
8898
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD ARBITRAGEHOF [C − 99/21109]
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 18 februari 1999 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 19 februari 1999, heeft L. Demuynck, wonende te 8800 Roeselare, Graafschapsstraat 25, beroep tot vernietiging ingesteld van de artikelen 9 en 15, 1°, van het decreet van de Vlaamse Gemeenschap van 14 juli 1998 betreffende het onderwijs IX (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 29 augustus 1998), wegens schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet. Die zaak is ingeschreven onder nummer 1624 van de rol van het Hof. De griffier, L. Potoms.
COUR D’ARBITRAGE [C − 99/21109]
Avis prescrit par l’article 74 de la loi spe´ciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d’arbitrage Par requeˆte adresse´e a` la Cour par lettre recommande´e a` la poste le 18 fe´vrier 1999 et parvenue au greffe le 19 fe´vrier 1999, L. Demuynck, demeurant a` 8800 Roulers, Graafschapsstraat 25, a introduit un recours en annulation des articles 9 et 15, 1°, du de´cret de la Communaute´ flamande du 14 juillet 1998 relatif a` l’enseignement IX (publie´ au Moniteur belge du 29 aouˆt 1998), pour cause de violation des articles 10 et 11 de la Constitution. Cette affaire est inscrite sous le nume´ro 1624 du roˆle de la Cour. Le greffier, L. Potoms.
SCHIEDSHOF [C − 99/21109]
Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 u¨ber den Schiedshof Mit einer Klageschrift, die dem Hof mit am 18. Februar 1999 bei der Post aufgegebenem Einschreibebrief zugesandt wurde und am 19. Februar 1999 in der Kanzlei eingegangen ist, erhob L. Demuynck, wohnhaft in 8800 Roeselare, Graafschapsstraat 25, Klage auf Nichtigerkla¨rung der Artikel 9 und 15 1° des Dekrets der Fla¨mischen Gemeinschaft vom 14. Juli 1998 bezu¨glich des Unterrichts IX (vero¨ffentlicht im Belgischen Staatsblatt vom 29. August 1998), wegen Verstoßes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung. Diese Rechtssache wurde unter der Nummer 1624 ins Gescha¨ftsverzeichnis des Hofes eingetragen. Der Kanzler, L. Potoms.
* MINISTERE DE LA JUSTICE
MINISTERIE VAN JUSTITIE [99/09314]
Ordre judiciaire. — Places vacantes — juge suppléant au tribunal de commerce de Hasselt : 1. Les candidatures à une nomination dans l’Ordre judiciaire doivent être adressées par lettre recommandée à la poste à M. le Ministre de la Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire, Service du Personnel, 3/P/O.J. I., boulevard de Waterloo 115, 1000 Bruxelles, dans un délai d’un mois à partir de la publication de la vacance au Moniteur belge (article 287 du Code judiciaire);
— greffier : — au tribunal de première instance de Charleroi : 1; — à la justice de paix du deuxième canton d’Alost : 1; — greffier adjoint au tribunal de première instance de : — Bruxelles : 1 (*); — Charleroi : 1, à partir du 22 mars 1999; — secrétaire adjoint au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de : — Anvers :1; — Bruxelles : 2; — rédacteur au parquet du procureur du Roi près le tribunal de première instance de Turnhout : 1.
[99/09314]
Rechterlijke Orde. — Vacante betrekkingen — plaatsvervangend rechter in de rechtbank van koophandel te Hasselt : 1. De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven worden gericht aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. I., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek); — griffier : — bij de rechtbank van eerste aanleg te Charleroi : 1; — bij het vredegerecht van het tweede kanton Aalst : 1; — adjunct-griffier bij de rechtbank van eerste aanleg te : — Brussel : 1 (*); — Charleroi : 1, vanaf 22 maart 1999; — adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te : — Antwerpen : 1; — Brussel : 2; — opsteller bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout : 1.
8899
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Les candidatures à une nomination dans l’Ordre judiciaire doivent être adressées par lettre recommandée à la poste à M. le Ministre de la Justice, Direction générale de l’Organisation judiciaire, Service du Personnel, 3/P/O.J. II., boulevard de Waterloo 115, 1000 Bruxelles, dans un délai d’un mois à partir de la publication de la vacance au Moniteur belge (article 287 du Code judiciaire).
De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de heer Minister van Justitie, Directoraat-Generaal Rechterlijke Organisatie, Dienst Personeelszaken, 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).
Les candidats sont priés de joindre une copie de l’attestation de réussite de l’examen organisé par le Ministre de la Justice, pour les greffes et les parquets des cours et tribunaux et ce pour l’emploi qu’ils postulent.
De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.
La connaissance de la langue française et de la langue néerlandaise est exigée des candidats aux emplois vacants dans le greffe des juridictions marquées d’une astérisque (*), conformément aux dispositions des articles 53 et 54bis de la loi du 15 juin 1935 sur l’emploi des langues en matières judiciaires.
De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.
* MINISTERE DE L’EMPLOI ET DU TRAVAIL
MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID [99/12070]
[99/12070]
Juridictions du travail. — Avis aux organisations représentatives de travailleurs. — Place vacante d’un juge social effectif au titre de travailleur employé au tribunal du travail de Liège, en remplacement de M. Duby, Jean
Arbeidsgerechten. — Bericht aan de representatieve organisaties van werknemers. — Openstaande plaats van een werkend rechter in sociale zaken, als werknemer-bediende, bij de arbeidsrechtbank te Luik, ter vervanging van de heer Duby, Jean
Les organisations représentatives intéressées sont invitées à présenter les candidatures à cette fonction conformément aux articles 2 et 3 de l’arrêté royal du 7 avril 1970 et au plus tard dans les trois mois qui suivent la publication du présent avis. Ces présentations doivent être adressées au Ministère de l’Emploi et du Travail, Service des Juridictions du travail, rue Belliard 51, à 1040 Bruxelles. Les listes seront accompagnées d’un extrait d’acte de naissance pour chacun des candidats présentés.
De betrokken organisaties worden verzocht de kandidaturen voor te dragen overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 7 april 1970 en uiterlijk binnen de drie maanden na de bekendmaking van dit bericht. De voordrachten van de kandidaten moeten worden gericht aan het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Dienst Arbeidsgerechten, Belliarstraat 51, 1040 Brussel. Bij de listen wordt voor elk der voorgedragen kandidaten een uittreksel van de geboorteakte gevoegd.
[99/12072]
[99/12072]
Juridictions du travail. — Avis aux organisations représentatives d’employeurs. — Place vacante d’un conseiller social effectif au titre d’employeur à la cour du travail de Liège, en remplacement de M. de Groeve, Christian
Arbeidsgerechten. — Bericht aan de representatieve organisaties werkgevers. — Openstaande plaats van een werkend raadsheer in sociale zaken, als werkgever, bij de arbeidshof te Luik, ter vervanging van de heer de Groeve, Christian
Les organisations représentatives intéressées sont invitées à présenter les candidatures à cette fonction conformément aux articles 2 et 3 de l’arrêté royal du 7 avril 1970 et au plus tard dans les trois mois qui suivent la publication du présent avis. Ces présentations doivent être adressées au Ministère de l’Emploi et du Travail, Services des Juridictions du travail, rue Belliard 51, à 1040 Bruxelles. Les listes seront accompagnées d’un extrait d’acte de naissance pour chacun des candidats présentés.
De betrokken organisaties worden verzocht de kandidaturen voor te dragen overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 7 april 1970 en uiterlijk binnen de drie maanden na de bekendmaking van dit bericht. De voordrachten van de kandidaten moeten worden gericht aan het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Dienst Arbeidsgerechten, Belliardstraat 51, 1040 Brussel. Bij de lijsten wordt voor elk der voorgedragen kandidaten een uittreksel van de geboorteakte gevoegd.
[99/12071]
[99/12071]
Juridictions du travail. — Avis aux organisations représentatives d’employeurs. — Place vacante d’un conseiller social effectif au titre d’employeur à la cour du travail de Bruxelles, en remplacement de M. Gauder, Rudolf
Arbeidsgerechten. — Bericht aan de representative organisaties van werkgevers. — Openstaande plaats van een werkend raadsheer in sociale zaken, als werkgever, bij het arbeidshof te Brussel, ter vervanging van de heer Gauder, Rudolf
Les organisations représentatives intéressées sont invitées à présenter les candidatures à cette fonction conformément aux articles 2 et 3 de l’arrêté royal du 7 avril 1970 et au plus tard dans les trois mois qui suivent la publication du présent avis. Ces présentations doivent être adressées au Ministère de l’Emploi et du Travail, Service des Juridictions du travail, rue Belliard 51, à 1040 Bruxelles. Les listes seront accompagnées d’un extrait d’acte de naissance pour chacun des candidats présentés.
De betrokken organisaties worden verzocht de kandidaturen voor te dragen overeenkomstig de artikelen 2 en 3 van het koninklijk besluit van 7 april 1970 en uiterlijk binnen de drie maanden na de bekendmaking van dit bericht. De voordrachten van de kandidaten moeten worden gericht aan het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Dienst Arbeidsgerechten, Belliardstraat 51, 1040 Brussel. Bij de lijsten wordt voor elk der voorgedragen kandidaten een uittreksel van de geboorteakte gevoegd.
8900
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN
Mme Martine Detroye (grade académique), défendra publiquement le mardi 30 mars 1999, à 17 heures, au Forum F, Campus Plaine, sis boulevard du Triomphe, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat intitulée : « Synthèse et caractérisation de carbures de chrome et de carbures mixtes ferchrome ». (19210)
FACULTES UNIVERSITAIRES NOTRE-DAME DE LA PAIX NAMUR Faculté des sciences
UNIVERSITE LIBRE DE BRUXELLES Faculté de philosophie et lettres L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique de docteur en philosophie et lettres, orientation langues et littératures romanes de Mme Monique Dohet-Malfait, licenciée en langues et littératures romanes, aura lieu le 10 mars 1999, à 14 heures, en la salle AY2-107 de la Faculté de philosophie et lettres, avenue F.D. Roosevelt 50, 1050 Bruxelles. L’accès de la salle ne sera plus autorisé après 14 heures.
L’épreuve publique pour l’obtention du grade académique de docteur en sciences de Mlle Muriel Lepère, licenciée en sciences physiques, aura lieu le jeudi 1er avril 1999, à 15 heures, dans l’auditoire CH.1. de la Faculté des sciences, rue Grafé 2, à Namur. Mlle Muriel Lepère, née à Namur le 2 mai 1970, domiciliée à Flawinne, rue Jean Maus 38, présentera et défendra publiquement une dissertation originale intitulée : « Paramètres d’intensité et coefficients d’élargissement collisionnel de raies d’absorption du fluorure de méthyle par spectroscopie diode-laser ». (19215)
Mme Monique Dohet-Malfait présentera et défendra publiquement une dissertation originale intitulée : « Morphologie du héros épique des chansons de geste de langue d’oïl « écrites » au XIVe siècle », et une thèse annexe. (19212)
Annonces − Aankondigingen L’épreuve publique pour l’obention du grade académique de docteur en philosophie et lettres, orientation histoire de l’art et archéologie, de Mme Emmanuelle Pirotte, licenciée en histoire de l’art et archéologie, aura lieu le 11 mars 1999, à 15 heures, en la salle AY2-112 de la Faculté de philosophie et lettres, avenue F.D. Roosevelt 50, 1050 Bruxelles. L’accès de la salle ne sera plus autorisé après 15 heures. Mme Emmanuelle Pirotte présentera et défendra publiquement une dissertation originale intitulée : « La chair du Verbe. L’image, le texte et l’écrit dans les évangéliaires insulaires (VIIe-IXe siècle) », et une thèse annexe. (19213)
Faculté des sciences sociales, politiques et économiques Section des sciences politiques M. Jean-François Marinus, licencié en sciences politiques et licencié spécial en droit international de l’Université libre de Bruxelles, défendra publiquement le mardi 23 mars 1999, à 18 heures, à la salle H. 1308 (bâtiment H), avenue Paul Héger 2, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat en sciences politiques intitulée : « L’offense aux souverains et chefs de gouvernement étrangers par la voie de la presse ». (19211)
Faculté des sciences M. Oukouiss, Abdelkarim (grade académique), défendra publiquement le vendredi 19 mars 1999, à 17 heures, en la salle Solvay, bâtiment N/O, niveau 5, Campus Plaine, sis boulevard du Triomphe, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat intitulée : « Phase transitions in ferromagnetic fluids ». (19214)
SOCIETES − VENNOOTSCHAPPEN
Puilaetco, société anonyme, société d’investissement à capital variable (sicav) de droit belge — Catégorie : O.P.C.V.M., répondant aux conditions prévues par la directive, avenue Herrmann Debroux 46, à 1160 Auderghem R.C. Bruxelles 545432 Le conseil d’administration a l’honneur d’inviter les actionnaires à assister à l’assemblée générale ordinaire, qui se tiendra avenue Herrmann Debroux 46, 1160 Auderghem, le lundi 29 mars 1999, à 14 h 30 m, avec l’ordre du jour et les propositions suivantes : 1. Rapport de gestion du conseil d’administration. 2. Rapport du commissaire-réviseur. 3. Proposition d’approuver 31 décembre 1998 :
les
comptes
annuels
au
— de la sicav; — des compartiments : Puilaetco Puilaetco Puilaetco Puilaetco Puilaetco
Belgium-C; Holland-C; Euro Equities-C; Euro Equities-D; High Growth Europe.
4. Proposition d’affecter les résultats compartiment par compartiment conformément à la proposition du conseil d’administration. 5. Proposition de donner décharge aux administrateurs compartiment par compartiment. 6. Proposition de donner décharge au commissaire-réviseur compartiment par compartiment.
M. Philippe Rasse (grade académique), défendra publiquement le lundi 29 mars 1999, à 17 heures, en la salle Solvay, Campus Plaine, bâtiment NO, sis boulevard du Triomphe, à 1050 Bruxelles, une thèse de doctorat intitulée : « Etude sur la régulation de la taille et sur la structuration du nid souterrain de la fourmi Lasius niger ». (19209)
7. Proposition de nommer en qualité d’administrateur, les candidats qui seront présentés par le conseil d’administration. 8. Proposition d’apporter les modifications nécessaires aux statuts suite au passage à l’euro.
8901
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Les actionnaires de Puilaetco S.A., qui désirent assister à l’assemblée générale ou s’y faire représenter, sont priés de se conformer aux dispositions des articles 19 et 20 des statuts relatives aux dépôts d’actions et à la représentation. Ils doivent notamment utiliser la formule de procuration arrêtée par le conseil. Elle peut être obtenue auprès de Puilaetco, avenue Herrmann Debroux 46, 1160 Auderghem. Le dépôt des actions et des procurations doit être fait auprès du siège ou des agences de Puilaetco, cinq jours francs au moins avant l’assemblée. Les décisions concernant tous les points de l’ordre du jour ne requièrent aucun quorum. Elles seront prises à la simple majorité des actionnaires présentées à l’assemblée. Chaque action confère de plein droit un nombre de voix proportionnel à la partie du capital qu’elle représente (hormis la partie fractionnaire), en comptant pour une voix l’action représentant la quotité la plus faible. (5574)
(5574)
De raad van bestuur.
Société d’Urbanisation nouvelle, société anonyme, avenue Gustave Latinis 62, 1030 Bruxelles R.C. Bruxelles 414502 − T.V.A. 413.212.773 Assemblée générale extraordinaire du 27 mars 1999, à 10 heures, au siège social. — Ordre du jour : Démission et nomination d’administrateur. (5575)
Le conseil d’administration.
Puilaetco, naamloze vennootschap, beleggingsvennootschap met veranderlijk kapitaal naar Belgisch recht (bevek) — Categorie : I.C.B.E., voldoet aan de voorwaarden voorzien in de richtlijn, Herrmann Debrouxlaan 46, te 1160 Oudergem
De aandeelhouders worden uitgenodigd door de raad van bestuur deel te nemen aan de gewone algemene vergadering, die zal plaatsvinden te 1160 Oudergem, Herrmann Debrouxlaan 46, op maandag 29 maart 1999, om 14 u. 30 m., en waarop de volgende agenda en voorstellen tot beslissing zullen worden behandeld : 1. Beheersverslag van de raad van bestuur. 2. Verslag van de commissaris-revisor. 3. Voorstel tot goedkeuring 31 december 1998 van :
van
de
Erima, société anonyme, avenue Charles Woeste 49,1090 Bruxelles R.C. Bruxelles 508619 Convocation
H.R. Brussel 545432
jaarrekeningen
op
— de bevek; — de compartimenten : Puilaetco Puilaetco Puilaetco Puilaetco Puilaetco
Elk aandeel geeft recht op een aantal stemmen in evenredigheid met het gedeelte van het kapitaal dat het vertegenwoordigt, met dien verstande dat het aandeel dat het laagste bedrag vertegenwoordigt voor één stem wordt aangerekend.
Belgium-C; Holland-C; Euro Equities-C; Euro Equities-D; High Growth Europe.
4. Voorstel van toewijzingen van de resultaten compartiment per compartiment conform aan het voorstel van de raad van bestuur. 5. Voorstel om kwijting te geven aan de bestuurders compartiment per compartiment. 6. Voorstel om kwijting te geven aan de commissaris-revisor compartiment per compartiment. 7. Voorstel tot benoeming tot beheerder van de kandidaten die voorgesteld worden door de raad van bestuur. 8. Voorstel tot het aanbrengen van de noodzakelijke wijzigingen aan de statuten naar aanleiding van de overgang naar de euro. De aandeelhouders van Puilaetco N.V., die wensen deel te nemen aan de algemene vergadering of die zich willen laten vertegenwoordigen, worden verzocht zich te houden aan de bepalingen van de artikelen 19 en 20 van de statuten inzake de neerlegging van de aandelen en inzake de vertegenwoordiging. Zij moeten met name het formulier van volmacht gebruiken dat door de raad werd vastgesteld. Dit formulier kan worden bekomen bij Puilaetco, Herrmann Debrouxlaan 46, 1160 Oudergem.
Le conseil d’administration a l’honneur de convoquer les actionnaires de la S.A. Erima, à l’assemblée générale extraordinaire, laquelle se tiendra le lundi 29 mars 1999, à 17 heures, en l’étude de Me Guy Sorgeloos, notaire, à 1000 Bruxelles, rue de Ruysbroeck 90, avec l’ordre du jour suivant : 1. Suppression du deuxième paragraphe de l’article vingt-deux des statuts. 2. Modification du dernier paragraphe de l’article vingt-six des statuts par le texte suivant : « Chaque année, les administrateurs dressent un inventaire et établissent les comptes annuels. Ces comptes annuels comprennent le bilan, le compte de résultat ainsi que l’annexe et forment un tout. » 3. Suppression de l’article trente des statuts devenu obsolète. 4. Suppression de l’article trente-trois des statuts devenue obsolète. 5. Approbation du texte coordonné des statuts qui tient compte des modifications qui précèdent. 6. Pouvoirs à conférer au conseil d’administration pour l’exécution des résolutions qui précèdent. (5576)
La Maison ardennaise, société anonyme de crédit, à Neufchâteau Agréée par la C.G.E.R. (Statuts-Recueil spécial : 1897, n° 2717-3740; 1927, n° 11312; 1928, n° 3390; 1933, n° 9725; 1935, n° 5980; 1972, n° 1098-2; coordination 1975, n° 938-20.) Modification des statuts publiés le 29 mars 1986, n° 860329-617
MM. les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire, qui se tiendra le lundi 29 mars 1999, à 14 h 30 m, en l’hôtel « L’Avenue », à Libramont, avenue de Houffalize (face à la clinique). Ordre du jour :
Aandelen en volmachten moeten worden neergelegd in de zetel of kantoren van Puilaetco, ten minste vijf volle dagen vóór de vergadering.
Augmentation du capital par incorporation des réserves (porté de 1 500 000 à 3 000 000 BEF).
Over de punten op de dagorde wordt geldig beslist bij meerderheid van de stemmen der aanwezige of vertegenwoordigde aandelen, zonder dat een aanwezigheidsquorum vereist is.
Il s’agit de la deuxième convocation. L’assemblée générale extraordinaire, convoquée pour le lundi 1er mars, n’a pu délibérer, la moitié au moins du capital n’étant pas représentée. (5577)
8902
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD « S.A. N.O.G. N.V. », société anonyme, chaussée d’Asse 99, 7850 Enghien
Immobilière saint-servaitoise, société anonyme, route de Gembloux 13, 5002 Saint-Servais R.C. Namur 25907 er
L’assemblée générale extraordinaire du 1 mars 1999 n’ayant pas réuni le quorum requis, MM. les actionnaires sont invités à assister à l’assemblée générale des actionnaires, qui aura lieu le lundi 29 mars 1999, à 16 heures, en l’étude de Me Jean-Pierre Gheens, notaire de résidence à Marcinelle, avenue Marius Meurée 71, avec l’ordre du jour suivant : 1. Constatation de la nullité de plein droit de mille six cent dix actions rachetées en propre par la société, annulation de la réserve indisponible constituée en contrepartie de ce rachat d’actions propres, modification du nombre d’actions représentatives du capital social entièrement libéré et modification de l’article 5 des statuts pour le mettre en correspondance. 2. Rachat par la société de mille six cent septante-sept de ses actions intégralement libérées pour un montant d’un million huit mille six cent nonante-trois francs belges, soit un montant de six cent un francs belges par action par constitution d’une réserve indisponible par prélèvement sur le capital social de la société pour le porter de quatorze millions de francs belges à douze millions neuf cent nonante et un mille trois cent sept francs belges. 3. Rapport du conseil d’administration exposant la justification détaillée de la modification proposée à l’objezt social; à ce rapport est joint un état résumant la situation active et passive de la société arrêtée au trente et un décembre mil neuf cent nonante-huit. 4. Modification de l’objet social en remplaçant l’article 3 des statuts par le texte suivant : « La société a pour objet pour son compte propre la gestion d’un patrimoine mobilier et immobilier par achat ou autrement, notamment la vente, l’échange, l’amélioration, l’équipement, l’aménagement, la location, le leasing de tous biens immobiliers et en général faire toutes les opérations immobilières, ainsi que toutes les opérations se rapportant directement ou indirectement à cet objet, notamment les opérations financières de nature à favoriser le rapport des immeubles qu’elle possède. Elle peut, dans le cadre de son activité faire toutes opérations mobilières, immobilières ou financières généralement quelconques se rapportant directement ou indirectement à cet objet ou pouvant contribuer à sa réalisation. Elle peut également participer par voie d’apport, fusion, souscription ou par tout autre moyen à d’autres entreprises, associations ou sociétés qui poursuivent un but similaire ou connexe, ou qui sont simplement utiles pour la réalisation partielle ou totale de son objet social. La société pourra également exercer des mandats d’administrateurs ou de liquidateurs dans d’autres sociétés. La société s’interdit l’exercice d’une profession, d’un commerce ou d’une industrie, son activité devant se borner au placement et à la gestion de son patrimoine social. La société pourra réaliser son objet, tant en Belgique qu’à l’étranger, de toutes les manières et suivant les modalités qui lui paraîtront les mieux appropriées. » 5. Modification des statuts : a) article 5 : expression du capital en euro; b) article 10 : possibilité de réduire à 2 le nombre d’administrateurs dans les cas prévus par la loi; c) article 12 : nouvelle procédure en cas de conflit d’intérêt des administrateurs et de délibération du conseil d’administration;
Assemblée générale ordinaire le 29 mars 1999, à 11 h 30 m, au siège social. Ordre du jour : 1. Lecture du rapport de gestion. 2. Approbation des comptes annuels. 3. Décharge aux administrateurs. Dépôt des titres au siège social avant le 24 mars 1999, article 32 des statuts. (5579) Bullinger Butterei, société anonyme, Dorf 37, 4760 Bullingen R.C. Eupen 61615 — T.V.A. 447.341.234 L’assemblée générale ordinaire se réunira au siège social, le dimanche 28 mars 1999, à 12 heures. Ordre du jour : 1. 2. 3. 4. 5.
« Capiau Projects », naamloze vennootschap, Lijnmolenstraat 173, 9040 Sint-Amandsberg
Jaarvergadering d.d. 29 maart 1999, om 19 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. 2. 3. 4. 5.
Jaarvergadering d.d. 29 maart 1999, om 17 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. 2. 3. 4. 5.
6. Coordination des statuts. 7. Pouvoirs. Les actionnaires, qui désirent assister à l’assemblée générale, sont priés de se conformer aux dispositions des statuts. (5578)
Verslag raad van bestuur. Voorlezen van en goedkeuring van de jaarrekening. Toewijzing van het resultaat. Kwijting aan de raad van bestuur. Herbenoemingen.
(5582)
« Show & Television Productions », in het kort : « S.T.P. », commanditaire vennootschap op aandelen, Lijnmolenstraat 173, 9040 Sint-Amandsberg
e) article 23 : présentation des comptes annuels;
g) article 27 : responsabilité des administrateurs et codification des lois coordonnées sur les sociétés commerciales.
Verslag raad van bestuur en commissaris-revisor. Voorlezing van en goedkeuring van de jaarrekening. Toewijzing van het resultaat. Kwijting aan de raad van bestuur en commissaris-revisor. Herbenoemingen. (5581) Serkurad, burgerlijke vennootschap onder de vorm van een naamloze vennootschap, Molenstraat 27, 9060 Zelzate
d) article 19 : permission des conventions de vote entre associés;
f) article 25 : réunion de toutes les actions en une seule main et reprenant les dispositions de l’article 104bis des lois coordonnées sur les sociétés commerciales;
Rapport de gestion du conseil d’administration. Approbation des comptes annuels arrêtés au 31 décembre 1998. Affectation du résultat. Décharge aux administrateurs. Divers. (5580)
Jaarvergadering d.d. 29 maart 1999, om 17 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. 2. 3. 4.
Verslag van de zaakvoerder en commissaris-revisor. Voorlezen van en goedkeuring van de jaarrekening. Toewijzing van het resultaat. Kwijting aan de zaakvoerder en commissaris-revisor.
(5583)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD « Studio Agora Melle », in het kort : « S.A.M. », commanditaire vennootschap op aandelen, Molenweg 12, 9090 Melle
Jaarvergadering d.d. 29 maart 1999, om 15 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. 2. 3. 4.
Verslag van de zaakvoerder. Voorlezen van en goedkeuring van de jaarrekening. Toewijzing van het resultaat. Kwijting aan de zaakvoerder.
(5584)
Brantano, naamloze vennootschap, Nijverheidstraat 2, 9320 Erembodegem H.R. Aalst 58393 − BTW 432.980.383 De aandeelhouders worden vriendelijk uitgenodigd de buitengewone algemene vergadering van onze vennootschap bij te wonen, die zal doorgaan op 12 april 1999, om 14 uur, op de zetel van de vennootschap, ten overstaan van Mr. Frederic Caudron, notaris te Erembodegem, en met de volgende agenda : 1. Kennisneming van het fusievoorstel, kosteloos ter inzage van de aandeelhouders op de zetel van de vennootschap. 2. Fusiebesluit waarbij de vennootschap bij wijze van fusie de naamloze vennootschap « Snauwaert Textile », met zetel te Ninove (Outer), Brakelsesteenweg 160, overneemt, volgens voornoemd fusievoorstel. Voorstel tot besluit : de vergadering besluit over te gaan tot fusie van de naamloze vennootschap Snauwaert Textile, volgens voornoemd fusievoorstel. 3. Machtiging aan de raad van bestuur voor de uitvoering van voornoemde besluiten. Voorstel tot besluit : de vergadering besluit machtiging te verlenen aan de raad van bestuur tot uitvoering van voornoemde besluiten. Overeenkomstig artikel 29 van de statuten, moeten de eigenaars van aandelen op naam minstens drie werkdagen vóór de vergadering aan de raad van bestuur hun inzicht te kennen geven de algemene vergadering bij te wonen. De eigenaars van aandelen aan toonder moeten binnen dezelfde termijn hun aandelen neerleggen aan de loketten van de Generale Bank, de KBC Bank en Petercam. Zij worden tot de algemene vergadering toegelaten op voorlegging van een attest waaruit blijkt dat de effecten werden neergelegd. De eigenaars van gedematerialiseerde aandelen moeten, binnen dezelfde termijn, bij de voornoemde instellingen, een hetzij door de erkende rekeninghouder of door de vereffeningsinstelling opgesteld attest neerleggen waarbij de onbeschikbaarheid van deze aandelen tot de algemene vergadering wordt vastgesteld. (5585) Xeikon, naamloze vennootschap, Vredebaan 72, 2640 Mortsel H.R. Antwerpen 265170 − BTW 434.998.973 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de buitengewone en de gewone algemene vergadering van de aandeelhouders die zal plaatsvinden op dinsdag 30 maart 1999, om 10 en 11 uur, in het Park Lane Hotel, Van Eycklei 34, 2018 Antwerpen, met de volgende agenda van de buitengewone algemene vergadering : 1. Voorstel om artikel 26 van de statuten te vervangen door de volgende bepaling : a) Met toepassing van de artikelen 33bis, § 2 en 34bis, § 3 van de vennootschapswet wordt de raad van bestuur gemachtigd om, gedurende een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf 30 maart 1999, het kapitaal in één of meerdere malen te verhogen met een bedrag van ten hoogste twee miljoen vierhonderdzesennegentigduizend vijfhonderd vierendertig euro en één cent (2 496 534,1)/honderd miljoen zevenhonderdenzevenduizend zeshonderd negentig frank (100 707 690) tegen inbreng in speciën of in natura.
8903
Aan de raad van bestuur wordt hierbij de bevoegdheid verleend om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders te beperken of op te heffen, al dan niet ten voordele van één of meerdere bepaalde personen die niet tot de personeelsleden van de vennootschap behoren, op voorwaarde evenwel dat de gehanteerde uitgifteprijs niet lager ligt dan (i) hetzij de laagste prijs waaraan de aandelen van de vennootschap in de drie voorafgaande maanden werden verhandeld op de Nasdaq National Market of een andere door de raad van bestuur aangeduide gereglementeerde markt of (ii) indien de aandelen van de vennootschap niet langer worden verhandeld op een gereglementeerde markt, de prijs waaraan de aandelen van de vennootschap werden aangeboden in het kader van de meest recentelijk door de vennootschap verrichte publieke emissie. Indien het voorkeurrecht wordt opgeheven of beperkt ten voordele van één of meerdere bepaalde personen, zal de uitgifteprijs in ieder geval niet lager zijn dan de in artikel 34bis, § 4bis, lid 2° van de vennootschapswet bepaalde prijs. b) Met toepassing van de artikelen 33bis, § 4 en 34bis, § 3 van de vennootschapswet wordt de raad van bestuur gemachtigd om, gedurende een periode van drie (3) jaar te rekenen vanaf 30 maart 1999, over te gaan tot een kapitaalverhoging met opheffing van het voorkeurrecht van de aandeelhouders ingeval de vennootschap een mededeling ontvangt van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen dat aan de commissie kennis is gegeven van een openbaar overnamebod op de effecten van de vennootschap, met dien verstande dat (i) het aantal aandelen uitgegeven op grond van deze kapitaalverhoging niet meer bedraagt dan één tiende van de voor de kapitaalverhoging uitgegeven aandelen die het kapitaal vertegenwoordigen (ii) de aandelen uitgegeven op grond van deze kapitaalverhoging bij hun uitgifte volledig volstort worden en (iii) de uitgifteprijs van de aandelen die op grond van deze machtiging worden uitgegeven op grond van deze kapitaalverhoging niet minder bedraagt dan de prijs van het openbaar overnamebod. c) Met toepassing van de artikelen 33bis, § 2 en 34bis, § 3, c.q. samengelezen in artikel 52septies of artikel 101ter van de vennootschapswet, wordt de raad van bestuur gemachtigd om, met het oog op de creatie van één of meerdere aandelenoptieplannen ten voordele van de personeelsleden, gedurende een periode van vijf (5) jaar te rekenen vanaf 30 maart 1999, het kapitaal van de vennootschap in één of meerdere malen te verhogen met een bedrag van ten hoogste tweehonderdachtentwintigduizend honderd drieëntachtig euro en tweeëntwintig cents (228 183,22)/negen miljoen tweehonderdenvierduizend zeshonderd drieëntachtig frank (9 204 683) door de uitgifte van ten hoogste vierhonderdzevenenvijftigduizend (457 000) aandelen « A » of door uitgifte van warrants of de verlening van opties die recht geven op een zelfde aantal aandelen « A ». Aan de raad wordt daarbij eveneens de bevoegdheid verleend om, in het belang van de vennootschap, het voorkeurrecht van de aandeelhouders met betrekking tot deze kapitaalverhoging te beperken of op te heffen, ten voordele van de personeelsleden van de vennootschap. De raad mag in het kader van deze machtiging overgaan tot de uitgifte van aandelen of warrants of de verlening van opties overeenkomstig de toepasselijke wettelijke bepalingen. De uitgiftevoorwaarden van de aandelen, en de voorwaarden voor de uitoefening van de warrants en opties worden door de raad vastgesteld, met dien verstande dat de uitgifteprijs van de aandelen en de uitoefenprijs van de warrants en opties niet lager mag zijn dan tien (10) euro of indien dit hoger is, de gemiddelde prijs waaraan de aandelen van de vennootschap op de Nasdaq National Market of een andere door de raad van bestuur aangeduide gereglementeerde markt worden verhandeld gedurende een door de raad te bepalen periode voorafgaand aan de uitgifte van de aandelen of warrants of de verlening van opties. 2. Voorstel om een nieuw artikel 27 in te lassen in de statuten. De raad van bestuur kan, gedurende een periode van drie (3) jaar te rekenen vanaf 30 maart 1999, beslissen tot inkoop van de aandelen van de vennootschap ten belope van ten hoogste tien procent (10 %) van het geplaatste kapitaal van de vennootschap, indien zulks noodzakelijk is ter vermijding van een dreigend ernstig nadeel voor de vennootschap. Eveneens kan de raad van bestuur gedurende de maximale periode toegelaten door de wet, beslissen tot, resp. wordt de raad gedurende dergelijke periode gemachtigd tot de vervreemding van aandelen van de vennootschap in de gevallen waarin artikel 52bis, § 4 van de vennootschapswet zulks toelaat.
8904
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
3. Voorstel om het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap uit te drukken in euro en de eerste volzin van artikel 7, lid 1 van de statuten aldus te vervangen door de volgende zin : « Het kapitaal van de vennootschap is vastgesteld op veertien miljoen tweehonderdzestienduizend achthonderd dertien euro en zesentwintig cents (14 216 813,26). »
Société anonyme Société immobilière Bruxelles — Extension, avenue Valkeneers 5, 1160 Bruxelles
Assemblée générale extraordinaire des actionnaires à tenir à l’étude du notaire Jacquet, rue de la Vallée 67, 1000 Bruxelles, le 29 mars 1999, à 14 heures.
Agenda van de gewone algemene vergadering 1. Verslag van de raad van bestuur en van de commissaris-revisor over het boekjaar dat loopt van 1 januari 1998 tot 31 december 1998. Voorstel tot goedkeuring van de statutaire jaarrekening en bestemming van het resultaat over dezelfde periode. 2. Voorstel tot kwijting te verlenen aan de personen die in 1998 lid zijn geweest van de raad van bestuur en aan de commissaris-revisor voor de uitoefening van hun mandaat gedurende het boekjaar 1998. Om de vergaderingen te kunnen bijwonen dienen de eigenaars van aandelen aan toonder hun aandelen neer te leggen bij de Bank of New York, ten laatste op 23 maart 1999. De in de agenda aangekondigde verslagen liggen ter inzage van de aandeelhouders op de maatschappelijke zetel van de vennootschap. (5586) De raad van bestuur.
Ordre du jour : Rapport du conseil d’administration concernant la mise en liquidation de la société. Décision de la mise en liquidation de la société. Nomination d’un liquidateur. Fixation des modalités de la liquidation. Divers. P.S. Afin de nous permettre d’effectuer les vérifications nécessaires, nous vous prions de bien vouloir nous communiquer les numéros des actions qui seront présentes à l’assemblée générale. (5589) Econocom Group, société anonyme Siège social : clos du Parnasse 13AB, 1050 Bruxelles R.C. Bruxelles 441376
Mc Coy-Pullman, commanditaire vennootschap op aandelen, Anna Bijnsstraat 32, 2600 Berchem H.R. Antwerpen 265575 − BTW 435.382.421 Uitnodiging tot de buitengewone algemene vergadering der aandeelhouders op 29 maart 1999, om 17 uur, op het kantoor van notaris Romain Coppin, Mechelsesteenweg 207, te Antwerpen, met als agenda : 1. Wijziging boekjaar. Verlenging huidig boekjaar.
Offre en souscription publique d’actions nouvelles réservée aux actionnaires Le conseil d’administration qui s’est tenu le 16 mars 1999 a décidé, en vertu des pouvoirs qui lui sont conférés dans le cadre du capital autorisé et sous réserve d’accord des autorités compétentes, d’augmenter le capital social par l’émission d’actions ordinaires nouvelles qui feront l’objet d’une offre en souscription publique réservée par préférence aux actionnaires, du 29 mars au 12 avril 1999. Bruxelles, le 16 mars 1999. (5652)
Le conseil d’administration.
2. Wijziging datum jaarvergadering. 3. Aanpassing statuten. Vermits een eerste buitengewone algemene vergadering niet het vereiste aanwezigheidsquorum heeft bereikt, zal deze tweede buitengewone algemene vergadering geldig kunnen beraadslagen, welk ook het aanwezigheidsquorum weze. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen der statuten. (5587)
« Management Communication and Research », en abrégé : « M.C.R. », société anonyme, chaussée de Wavre 1517, à Auderghem (1160 Bruxelles) R.C. Bruxelles 507692 − T.V.A. 434.808.537
Les actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire, qui se tiendra le lundi 29 mars 1999, à 14 heures, en l’étude du notaire Gérard Indekeu, avenue Louise 126, à 1050 Bruxelles, ayant comme ordre du jour : 1. Modification de la date de clôture de l’exercice social pour que l’exercice en cours se termine le 31 décembre 1999 et que doréavant l’exercice social commence le 1er janvier pour se terminer le 31 décembre de chaque année. 2. Modification de la date de l’assemblée générale ordinaire pour la déplacer au premier vendredi du mois de juin de chaque année, à 17 heures, et pour la première fois en 2000.
Econocom Group, naamloze vennootschap Maatschappelijke zetel : Parnassusgaarde 13AB, 1050 Brussel H.R. Brussel 441376 Openbaar aanbod tot inschrijving op nieuwe aandelen met voorkeur aan de aandeelhouders De raad van bestuur heeft op 16 maart 1999 besloten, in het kader van het toegestaan kapitaal en onder voorbehoud van het akkoord van de bevoegde autoriteiten, het maatschappelijk kapitaal te verhogen door uitgifte van nieuwe gewone aandelen die aangeboden zullen worden in openbaar aanbod tot inschrijving met voorkeur aan de aandeelhouoders, van 29 maart tot en met 12 april 1999. Brussel, 16 maart 1999. (5652)
De raad van bestuur.
« Ecopolis », société anonyme Siège social : 1081 Bruxelles, rue Omer Lepreux 4 R.C. Bruxelles 586515 − T.V.A. 453.825.089 Avis aux actionnaires
3. Modification des statuts et plus spécialement aux articles 4, 6, 16, 18, 30 et 38.
Les actionnaires de la société anonyme « Ecopolis », dont le siège social est établi à 1081 Bruxelles, rue Omer Lepreux 4, sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire, qui se tiendra à 1000 Bruxelles, rue du Congrès 11, le 29 mars 1999, à 16 heures, avec l’ordre du jour suivant :
Pour pouvoir assister à l’assemblée générale ordinaire, les actionnaires propriétaires d’actions au porteur sont priés de déposer leurs titres trois jours francs avant la date de l’assemblée, au siège de la société. (5588)
1. Rapport du conseil d’administration et rapport du commissaireréviseur, établis conformément à l’article cent soixante-dix-huitbis, paragraphe un, des lois coordonnées sur les sociétés commerciales dans le cadre de la dissolution et de la mise en liquidation de la société.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 2. Dissolution et mise en liquidation de la société, à compter du vingt-neuf mars mil neuf cent nonante-neuf. 3. Nomination du (des) liquidateur(s) et détermination de ses (leurs) émoluments. 4. Détermination de ses (leurs) pouvoirs. Pour assister à cette assemblée ou s’y faire représenter, les actionnaires voudront bien se conformer à l’article 32 des statuts. Le dépôt des titres au porteur doit se faire au plus tard le 26 mars 1999, au siège social. (5590) Le conseil d’administration.
Retail Estates, vastgoedbevak naar Belgisch recht, naamloze vennootschap die een publiek beroep op het spaarwezen heeft gedaan, Bospleinlaan 5, 1000 Brussel H.R. Brussel 550780 − BTW 980.502.220
Betreft : aankondiging van uitgifte van aandelen met naleving van voorkeurrecht. Retail Estates deelt hierbij haar aandeelhouders mee dat op de buitengewone algemene vergadering van 10 maart 1999, beslist werd het kapitaal te verhogen door uitgifte van maximum 1 000 000 nieuwe aandelen die, vanaf de vaststelling van de totstandkoming van de kapitaalverhoging, dezelfde rechten en voordelen zullen genieten als de bestaande aandelen en vanaf 1 april 1999 zullen delen in eventuele winstuitkeringen. De kapitaalverhoging zal tot stand komen door een openbaar aanbod tot inschrijving gericht aan de bestaande aandeelhouders die kunnen inschrijven door uitoefening van hun voorkeurrecht. Gelet op de overgang van Retail Estates N.V. van de Contantmarkt (dubbele fixing) naar de Termijnmarkt (Semikontinu) van de Eerste markt van de Effektenbeurs van Brussel, heeft de raad van bestuur op 17 maart 1999 de oorspronkelijk vooropgestelde inschrijvingstermijn gewijzigd. De inschrijvingstermijn zal nu lopen vanaf 26 maart 1999 tot en met 9 april 1999. De uitgifteprijs van de nieuwe aandelen zal in de pers bekendgemaakt worden op donderdag 25 maart 1999. Om het voorkeurrecht uit te oefenen, dienen de aandeelhouders het inschrijvingsformulier dat zich bevindt in het prospectus van de verrichting, dat vanaf 25 maart 1999 beschikbaar zal zijn in de kantoren van KBC-Bank, BBL en Artesia, in te vullen en samen met het vereiste aantal coupons nr. 1 aan te bieden bij hun financiële instelling. (5653)
Steva, société anonyme, 6180 Courcelles, rue Hamal 2bis R.C. Charleroi 149492 — T.V.A. 428.922.122
Mesdames, Messieurs les Actionnaires sont priés d’assister à l’assemblée générale extraordinaire qui se tiendra au siège de la société, à Courcelles, rue Hamal 2bis, le trente mars mil neuf cent nonante-neuf, à dix-sept heures. — Ordre du jour : 1. AUGMENTATION DU CAPITAL a- rapport spécial du Conseil d’administration sur l’apport en nature. b- rapport du réviseur d’entreprises sur l’apport en nature. c- augmentation du capital social à concurrence de 54.000.000 de francs pour le porter de 1.500.000 francs à 55.500.000 francs par création de 1.542 actions de même type que les précédentes par conversion en capital de 216 obligations au porteur de 250.000 francs chacune. dconstatation que le capital social est entièrement libéré. e) ces actions participeront aux bénéfices à compter du 1/7/1999 2. TRANSFORMATION DE LA SA EN SOCIETE EN COMMANDITE PAR ACTIONS arapport spécial du Conseil d’administration sur la transformation de la société et sur la modification de l’objet social. b- rapport du réviseur d’entreprises dans le cadre de la transformation de la société et sur la modification de l’objet social. c- transformation de la SA en Société en
8905
Commandite par Actions et adoption des nouveaux statuts comprenant les éléments essentiels suivants : - Adoption de la forme et de la dénomination sociales : Société en Commandite par Action ″STEVA & Cie″ - Adoption de l’objet social suivant : La société a pour objet de faire, pour son compte ou pour le compte de tiers, toutes opérations, en gros ou en détail, d’achat, de vente, de promotion, de location, de leasing, d’échange, d’exploitation, de gestion, de mise en valeur, de lotissement de tous immeubles ou partie divise ou indivise d’immeubles généralement quelconques ou de biens meubles, la gestion et l’administration de tous biens immobiliers ou mobiliers, de toutes entreprises de travaux publics ou privés, l’acquisition de toutes valeurs financières ou boursières, la prise de participation dans toutes sociétés belges ou étrangères et toutes opérations financières. Elle a également pour objet de faire et d’exécuter, pour son compte ou pour le compte de tiers, en Belgique ou dans les pays étrangers, toutes prestations de services et tous mandats, notamment sous forme d’études, d’organisation, d’expertises, de conseils, d’actes juridiques, de marketing, de management avec ou sans mise à disposition de personnel, locaux et matériel, dans la gestion technique et industrielle, dans la gestion commerciale, de personnel, mobilière ou immobilière et dans les matières informatiques, administratives, financières, économiques, commerciales, juridiques et sociales. La société pourra, sans que cette énumération soit limitative, détenir toutes participations dans toutes sociétés, être titulaire de tous mandats d’administrateur, d’administrateur délégué et de gérant de sociétés. La société peut s’intéresser par toutes voies dans toutes affaires, entreprises ou sociétés ayant un objet identique, analogue ou connexe, ou qui sont de nature à favoriser le développement de son entreprise, à lui procurer des matières premières ou à faciliter l’écoulement de ses produits. - Fixation du siège social à 6180 Courcelles, rue Hamal, numéro 2bis. - Durée illimitée. - Fixation du capital social à 55.500.000 francs, entièrement souscrit et libéré, représenté par 3.042 actions sans désignation de valeur nominale représentant chacune 1/3.042ème du capital social. Fixation du capital autorisé à 100 millions de francs. - Unique associé commandité : STEVA, Société Privée à Responsabilité Limitée ayant son siège à 6180 Courcelles, rue Hamal, numéro 2 bis, propriétaire de 20 actions entièrement libérées; les autres associés, commanditaires, seront propriétaires du solde des actions soit 3.022 actions entièrement libérées. - La dotation à la réserve légale s’effectuera selon les dispositions légales, la répartition du bénéfice social s’effectuera selon décision de l’assemblée générale, et le boni de liquidation après mise sur pied d’égalité absolue des actions, sera réparti proportionnellement entre elles. - Organe de représentation et de gestion : le gérant statutaire sera la Société Privée à Responsabilité Limitée STEVA, associé commandité, et aura touts pourovirs d’engager et de représenter seule la société, à l’exception des pouvoirs expressément réservés par la loi à l’assemblée générale. - La surveillance de la société sera exercée par le commissaire réviseur actuel jusqu’à l’assemblée générale de 2001. - Les actions seront au porteur ou nominatives au choix de l’actionnaire, sauf les actions non entièrement libérées qui demeurent nominatives. - La société pourra émettre des obligations par décision de la gérance qui pourra convoquer les assemblées d’obligataires. - L’exercice social s’étendra du 1er juillet jusqu’au 30 juin de l’année civile suivante. L’assemblée générale annuelle ordinaire se réunira le 1er vendredi du mois de décembre à 10 heures. - Admission à l’assemblée générale : par le dépôt des titres au porteur trois jours ouvrables avant l’assemblée au siège de la société. - Droit de vote à l’assemblée générale : chaque action donne droit à une voix : l’absence, l’abstention ou l’opposition de l’associé commandité gérant lors d’un vote, entraîne le rejet de plein droit de la proposition. Les actionnaires qui le souhaitent peuvent prendre connaissance au siège social du texte complet des nouveaux statuts de la Société en Commandite par Actions. (40715)
Aqui-Flor International, société anonyme, avenue Bois Sainte-Catherine 15A, 1380 Lasne R.C. Nivelles 56863
L’assemblée générale ordinaire se réunira le mardi 30 mars 1999, à 15 heures, au siège social. — Ordre du jour : Ratification de la date tardive, lecture et approbation des comptes annuels, affectation du résultat, décharge aux administrateurs, démissions-nominations. Se conformer aux statuts pour être admis à l’assemblée générale. (5591)
8906
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD AG Devos, naamloze vennootschap, Nazarethsedorpweg 23, 9770 Kruishoutem
Firma G. De Brandt, naamloze vennootschap, Industrieterrein Hoogveld 89, 9200 Dendermonde
H.R. Oudenaarde 44523 — BTW 443.634.250
H.R. Dendermonde 4288
De jaarvergadering wordt gehouden op 30 maart 1999 om 10 uur op de maatschappelijke zetel.
De aandeelhouders worden verzocht de algemene vergadering te willen bijwonen, die zal gehouden worden op 1 april 1999 te 16 uur, op de maatschappelijke zetel.
Dagorde : 1. Verslagen raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 30 september 1998. 3. Bestemming resultaat. 4. Goedkeuring intresten toegekend in rekening courant. 5. Kwijting aan de bestuurders in functie. 6. Ontslagen en benoemingen bestuurders. 7. Rondvraag. De aandeelhouders worden gevraagd zich te schikken naar de statuten. (71274) A en J Consulting, naamloze vennootschap, Makkegemstraat 5, 9820 Melsen H.R. Gent 153912 — BTW 436.693.802
Agenda : 1. Verslag raad bestuur en de commissaris. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 1998. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting aan de raad van bestuur en de commissaris-revisor. 5. OntslagBenoeming van bestuurders of commissaris-revisor. 6. Diversen. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71278)
Bruca, naamloze vennootschap, Klinckaertstraat 32, 9200 Schoonaarde H.R. Dendermonde 27679 — BTW 407.557.673
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de algemene vergadering op 29 maart 1999 om 15 uur op de maatschappelijke zetel. Agenda :
De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering te willen bijwonen, die zal gehouden worden op 2 april 1999 te 13 uur, op de maatschappelijke zetel.
1. Samenstelling bureau. 2. Verslagen. 3. Goedkeuring jaarrekening per 30/09/1998. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Verlenen van kwijtingen. 6. Ontslagen, benoemingen en bezodligingen. 7. Rondvraag. Het bestuur vraagt de aandeelhouders zich te gedragen conform de statuten. De stukken bedoeld in art. 78 Venn. W. zijn voor de aandeelhouders beschikbaar op de zetel van de vennootschap. Indien de algemene vergadering besluit een dividend uit te keren, zal dit betaalbaar worden gesteld bij de vestigingen van BANK BRUSSEL LAMBERT vanaf 01/06/99. (71275)
1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71279)
Claire Bataille & Paul Ibens Design, naamloze vennootschap, Vekestraat 13, 2000 Antwerpen
BTW 419.803.033
H.R. Antwerpen 251606 — BTW 428.750.094 De aandeelhouders worden verzocht de jaarlijkse algemene vergadering bij te wonen die zal gehouden worden op 29 maart 1999 te 11 uur op de maatschappelijke zetel.
Agenda :
Capretto, naamloze vennootschap, Meersstraat 90, 9620 Zottegem
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de vergadering die zal plaatshebben op 29 maart 1999 om 15 uur op de maatschappelijke zetel. Agenda :
1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Bespreking van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 3. Goedkeuring van de jaarrekening. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71276)
1. Lezing van het Verslag van de raad van bestuur. 2. Mededeling omtrent eventueel persoonlijk belang van bestuurders. 3. Lezing en goedkeuring jaarrekening per 30 september 1998. 4. Goedkeuring vooropgestelde winstverdeling per 30 september 1998. 5. Decharge aan de raad van bestuur. 6. Herbenoeming raad van bestuur. 7. Diverse. (71280)
Vandenbergen Marc, naamloze vennootschap, Zevenbronnenstraat 107, 1653 Dworp
Immo Central, naamloze vennootschap, Dalstraat 26, 9100 Sint-Niklaas
H.R. Brussel 590909 — BTW 454.926.337
H.R. Sint-Niklaas 52613 — BTW 449.106.040
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op de maatschappelijke zetel op 2 april 1999 om 18 uur.
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op 30 maart 1999 te 14 uur, op de maatschappelijke zetel.
Agenda :
Agenda : 1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring der jaarrekening. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders dienen zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71277)
Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 3. Bestemming van het resultaat.
8907
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71281)
3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 5. Benoeming en ontslag van bestuurders. 6. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71285)
Oude Firma Ed. De Clercq, naamloze vennootschap, Wiedauwkaai 66, te 9000 Gent H.R. Gent 1304 — BTW 400.079.072 Jaarvergadering van onze vennootschap zal gehouden worden op 2 april 1999 te 14.30 uur, op de maatschappelijke zetel.
Fotobedrijf Van Haelewyn, naamloze vennootschap, Kraanplaats 4, 8000 Brugge H.R. Brugge 30055 — BTW 412.768.652
Agenda : 1. Verslag raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 1998. 3. Resultaatsbestemming. 4. Kwijting bestuurders. 5. Mandaten, ontslagen, benoemingen. 6. Rondvraag. Zich schikken naar de statuten. (71282)
De algemene vergadering der aandeelhouders heeft plaats in de zetel van de vennootschap op maandag 29 maart 1999 om 15 uur, met volgende agenda :
Transport Cools, naamloze vennootschap, Kouter 203, 9800 Deinze
2. Lezing en goedkeuring van de jaarrekening met bijlagen per 31.12.1998;
1. Lezing en goedkeuring van het jaarverslag van de raad van bestuur;
3. Verwerking van het resultaat per 31.12.1998;
H.R. Gent 139176 — BTW 426.215.921
4. Ontslag en benoeming van een bestuurder; De jaarvergadering heeft plaats op 2 april 1999 om 15 uur, op de maatschappelijke zetel, Kouter 203, 9800 Deinze.
5. Kwijting aan het bestuur; 6. Rondvraag.
Agenda : 1. Mededelingen conform art. 60 vennootschappenwet. 2. Jaarverslag van bestuurders. 3. Vergoeding van de bestuurders. 4. Goedkeuring van de jaarrekening. 5. Goedkeuring en bestemming van het resultaat. 6. Kwijting aan de raad van bestuur. 7. Benoeming bestuurder. 8. Rondvraag - varia. Om de vergadering bij te wonen dienen de aandeelhouders zich te schikken naar de statuten. (71283) Europ Electric, naamloze vennootschap, Hasseltweg 201, 3600 Genk
Om aan deze jaarvergadering te kunnen deelnemen, worden de aandeelhouders verzocht om zich te schikken naar de desbetreffende voorschriften van de statuten. (71286)
H.W. Consulting, afgekort : « HWC », naamloze vennootschap, Bovenbosstraat 49, 3053 Haasrode H.R. Leuven 78459 — BTW 442.515.483 De aandeelhouders worden uitgenodigd op de algemene vergadering die zal gehouden worden op 2 april 1999 om 18 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. verslag van de raad van bestuur
H.R. Tongeren 58822 — BTW 402.072.324
2. goedkeuring jaarrekening afgesloten op 31 december 1998
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de jaarvergadering welke zal gehouden worden op 2 april 1999 om 16 uur, in de maatschappelijke zetel.
3. bestemming van het resultaat 4. kwijting te verlenen aan de bestuurders 5. ontslag en benoeming raad van bestuur. 6. rondvraag
Agenda : 1. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 1998. 2. Bestemming van het resultaat. 3. Kwijting aan de bestuurders. 4. Rondvraag. Om deel te nemen aan de vergadering gelieve zich te schikken naar de statutaire voorschriften. (71284)
(71287)
Hygiëna, naamloze vennootschap, 9100 Sint-Niklaas, Oost-Jachtpark 3 H.R. Sint-Niklaas 19495 — BTW 418.954.975 De gewone algemene vergadering zal worden gehouden op de maatschappelijke zetel, Oost-Jachtpark 3, 9100 Sint-Niklaas op 29 maart 1999 te 10 uur.
Garage Van Gucht, naamloze vennootschap, Beukestraat 363, 9255 Buggenhout
Dagorde :
H.R. Dendermonde 41400 — BTW 431.105.711 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op 2 april 1999 te 14 uur, op de maatschappelijke zetel.
goedkeuring
van
de
jaarrekening
per
2. Bestemming van het resultaat. 3. Decharge aan de bestuurders. 4. Ontslag en benoeming bestuurders.
Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening 31 december 1998.
1. Bespreking en 31 december 1998.
5. Varia. afgesloten
op
De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71288)
8908
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Imacon, naamloze vennootschap, Condédreef 75, 8500 Kortrijk
Foto Jeroen, naamloze vennootschap, Sint-Maartenplein 21, bus 1, 3512 Hasselt (Stevoort)
H.R. Kortrijk 103862 — BTW 424.522.874
H.R. Hasselt 72195 — BTW 435.877.220
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de jaarvergadering die zal gehouden worden op 2 april 1999 om 17 uur.
De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering te willen bijwonen die zal gehouden worden op 30 maart 1999 te 14 uur op de zetel van de vennootschap.
Agenda : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Verslag aan de algemene vergadering; Goedkeuring der jaarrekeningen; Aanwending van het resultaat; Kwijting aan de bestuurders; Ontslagen en benoemingen; Wijziging maatschappelijke zetel; Rondvraag.
Agenda :
(71289)
1. Bespreking van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 2. Goedkeuring van de jaarrekening. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting aan de bestuurders. 5. Benoemingen. 6. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71293)
« S.A. Industrielle Financière », in het kort : « INDUFIN », naamloze vennootschap, Kasteleinstraat 32, 1050 Brussel
Konings, commanditaire vennootschap op aandelen, Molenstraat 8, 2960 Brecht
H.R. Brussel 588257 — NN 442.096.108 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering op 31 maart 1999 om 10 uur in de maatschappelijke zetel, met volgende agenda : 1. Bespreking en goedkeuring jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 2. Verslag van de raad van bestuur. 3. Bestemming resultaat. 4. Kwijting bestuurders. 5. Ontslag en benoeming bestuurders. 6. Rondvraag. Om toegelaten te worden tot de jaarvergadering moeten de aandeelhouders hun deelbewijzen neerleggen op de zetel, ten laatste vijf dagen vóór de vergadering. (71290) De raad van bestuur.
H.R. Antwerpen 249775 — BTW 428.468.103 Jaarvergadering op 2 april 1999 om 10 uur ten zetel. Agenda : 1. verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring jaarrekening per 31.12.1998. 3. Bestemming resultaat. 4. kwijting bestuurders. 5. varia. Zich richten naar de statuten. (71294)
Delus, naamloze vennootschap Maatschappelijke zetel : 9120 Beveren, Dennenlaan 62 H.R. Sint-Niklaas 41083 — BTW 425.283.632
Mc-Invest, naamloze vennootschap, Slakkenstraat 1A 3650 Dilsen-Stokkem H.R. Tongeren 62093
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op vrijdag 2 april 1999 te 10.00 uur. Agenda :
De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering te willen bijwonen die zal gehouden worden op 2 april 1999 te 20 uur op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 2. Bestemming van het resultaat. 3. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 4. Ontslag en benoeming bestuurders. 5. Rondvraag. Om deel te nemen aan de vergadering, gelieve zich te schikken naar de statutaire bepalingen. (71291)
1. Jaarverslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring der voorgelegde jaarrekening per 31 december 1998. 3. Resultaatbestemming. 4. Kwijting aan de bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat tijdens het voorbije boekjaar. 5. Ontslag - benoeming bestuurders. 6. Art. 103 van de vennootschappenwet. 7. Varia. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de statuten. (71295) Al In Metals, naamloze vennootschap, Hukkelbergen 51, 2460 Kasterlee
Jamarland, naamloze vennootschap, ’t Hoge 57, 8500 Kortrijk
H.R. Turnhout 74696 — BTW 451.389.696
H.R. Kortrijk 99131 — NN 420.991.876 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die gehouden worden op 2 april 1999 om 15 u, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. Goedkeuring van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 2. Bestemming van het resultaat. 3. Kwijting te verlenen aan de bestuurders. 4. Benoemingen. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71292)
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de algemene vergadering die zal gehouden worden op 2 april 1999 te 12 uur. Dagorde : 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Goedkeuring van het verslag van de raad van bestuur Goedkeuring van de jaarrekening 1998 Kwijting te verlenen aan de bestuurders. Bestemming van het resultaat. Benoeming/herbenoeming bestuurders. Allerlei.
(71296)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
8909
Miserez Philip, naamloze vennootschap, Langestraat 53, 9620 Zottegem
Quadratum, naamloze vennootschap, Tennisbaanstraat 74, 9000 Gent
BTW 438.988.445
H.R. Gent 175591 — BTW 453.751.350
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de vergadering die plaatsheeft op 29 maart 1999 om zestien uur op de maatschappelijke zetel.
De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op 29 maart 1999 om 14 uur, op de maatschappelijke zetel.
Agenda :
Agenda :
H.R. Mechelen 76232
1. Samenstelling bureau. 2. Verslagen. 3. Goedkeuring jaarrekening per 30 september 1998. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Verlenen van kwijtingen. 6. Ontslagen, benoemingen en bezoldigingen. 7. Rondvraag. Het bestuur vraagt de aandeelhouders zich te gedragen conform de statuten. De stukken bedoeld in art. 78 Venn.W. zijn voor de aandeelhouders beschikbaar op de zetel van de vennootschap. Indien de algemene vergadering besluit een dividend uit te keren, zal dit betaalbaar worden gesteld bij de vestigingen van KREDIETBANK vanaf 1/6/99. (71301)
Gewone algemene vergadering op maandag 29 maart 1999 te 17 u. op de maatschappelijke zetel.
Rifima, naamloze vennootschap, Heirstraat 110, 3630 Maasmechelen
Agenda :
H.R. Tongeren 61329
1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring der jaarrekening per 30 september 1998. 3. Kwijting aan de bestuurders. 4. Diversen. Neerlegging der aandelen ten minste vijf dagen vóór de vergadering, op de maatschappelijke zetel. (71298)
De vergadering zal plaatsvinden op 2 april 1999 om 11 uur op de zetel van de vennootschap.
1. Lezing van het Verslag van de raad van Bestuur. 2. Mededeling van het persoonlijk belang van bestuurders. 3. Lezing en goedkeuring jaarrekening per 30 september 1998. 4. Goedkeuring vooropgestelde winstverdeling per 30 september 1998. 5. Decharge aan de raad van bestuur. 6. Diverse.
(71297)
P.B.M., naamloze vennootschap, te 2800 Mechelen, Kruisbaan 125
Dagorde : 1. Bespreking en goedkeuring jaarrekening per 31 december 1998. 2. Kwijting aan de bestuurders. 3. Ontslagen en benoemingen. 4. Bezoldigingen. (71302)
PM Bistro, naamloze vennootschap, Leliestraat 70a, 2860 Sint-Katelijne-Waver H.R. Mechelen 77936 — BTW 455.499.627 De aandeelhouders worden uitgenodigd tot de jaarvergadering die zal gehouden worden op 29 maart 1999 om 14 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda : 1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening 30 september 1998. 3. Bestemming van het resultaat. 4. Kwijting te verlenen aan de bestuurders.
afgesloten
op
H.R. Dendermonde 43000 — BTW 436.287.291 De aandeelhouders worden verzocht, aanwezig te zijn op de statutaire jaarvergadering op 2 april 1999 om 12 uur, op de maatschappelijke zetel. Agenda :
5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71299) PST- Immo, naamloze vennootschap, Diesterstraat 14, 3800 Sint-Truiden H.R. Hasselt 64593 — BTW 427.898.771 Uitnodiging tot de statutaire jaarvergadering op 29 maart 1999 om 18 uur op de maatschappelijke zetel.
Saverex, naamloze vennootschap, Kasteelstraat 20, 9250 Waasmunster
1. Verslag van de raad van bestuur. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 30 november 1998. 3. Aanwending van het resultaat. 4. Kwijting te geven aan de bestuurders. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71303) Firma Van der Stockt, naamloze vennootschap, Zogge 17, 9220 Hamme
maandag
Agenda : 1. Het jaarverslag. 2. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 1998; 3. Besluit nopens de resultaten; 4. Kwijting aan de bestuurders; 5. Uittredingen, benoemingen; 6. Varia. Neerlegging van de aandelen hetzij op de maatschappelijke zetel, hetzij bij de Kredietbank. (71300) De raad van bestuur.
De algemene vergadering heeft plaats op de maatschappelijke zetel op 31 maart 1999 te 9 uur. Dagorde : 1. Mededeling rechtstreeks of zijdelings persoonlijk belang van de bestuurders. 2. Verslag van de raad van bestuur, en commissaris, alsmede bespreking van de jaarrekening.
8910
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
3. Goedkeuring van de jaarrekening per 31 december 1998.
Administrations publiques et Enseignement technique
4. Resultaatsbestemming. 5. Kwijting aan bestuurders, commissaris en eventueel bestuurders ad hoc. 6. Ontslagen en benoemingen.
(71304)
Openbare Besturen en Technisch Onderwijs
PLACES VACANTES − OPENSTAANDE BETREKKINGEN Trangar, naamloze vennootschap, Brusselsesteenweg 89, 9230 Wetteren
Ville de Bruxelles
H.R. Dendermonde 37420 L’Académie Royale des Beaux-Arts (enseignement de plein exercice du niveau supérieur du 2ème degré) (Régime linguistique français) De aandeelhouders worden verzocht de jaarvergadering te willen bijwonen, die zal gehouden worden op 2 april 1999 te 9.00 uur, op de maatschappelijke zetel. — Agenda : 1. Bespreking van de jaarrekening afgesloten op 31 december 1998. 2. Goedkeuring van de jaarrekening. 3. Kwijting aan de bestuurders. 4. Bezoldigingen. 5. Rondvraag. De aandeelhouders worden verzocht zich te schikken naar de bepalingen van de statuten. (71305)
recrute : 1. Un professeur d’habitations (et applications) à raison de 4 heures par semaine. Titre requis : architecte. 2. Un professeur de construction (pratique) à raison de 8 heures par semaine. Titre requis : architecte.
Uitgeverij en Centrale Administratie en Distributie, afgekort : « ″U.C.A.D.″ », naamloze vennootschap, Industrieterrein Kolmen 1119, 3570 Alken H.R. Tongeren 52850 — BTW 421.284.559
Jaarvergadering op 2 april 1999 om 20 uur op de maatschappelijke zetel. — Agenda : 1. Bespreking jaarrekening. 2. Goedkeuring jaarrekening. 3. Kwijting bestuurders. 4. Eventueel ontslag, kwijting, benoeming en vergoeding bestuurders. 5. Varia. Zich richten naar de statuten. (71306)
De raad van bestuur.
3. Un professeur de dessin en peinture monumentale à raison de 3 heures par semaine. Titre requis : diplôme de l’enseignement artistique supérieur du 2ème degré dans la spécialité et faire la preuve d’une activité artistique dans la discipline et dans le domaine du dessin assisté par ordinateur. 4. Un professeur de dessin en ensembliers-décorateurs à raison de 3 heures par semaine. Titre requis : diplôme de l’enseignement artistique supérieur du 2ème dégré dans la spécialité et faire la preuve d’une activité artistique dans la discipline et dans le domaine du dessin assisté par ordinateur. 5. Un professeur de perception et interprétation de l’espace à raison de 3 heures par semaine. Titre requis : diplôme d’agrégé de l’enseignement secondaire supérieur complété par deux années d’expérience utile. Les candidats doivent faire preuve d’une expérience utile dans le domaine du cours à enseigner.
Vastgoed, naamloze vennootschap, Meirbrug 1B, 20, 2000 Antwerpen H.R. Antwerpen 196746
De aandeelhouders worden uitgenodigd op de algemene vergadering op 2 april 1999 te 16 uur. Agenda : 1. Samenstelling bureau. 2. Verslagen. 3. Goedkeuring jaarrekening per 31 december 1998. 4. Bestemming van het resultaat. 5. Verlenen van kwijtingen. 6. Ontslagen, benoemingen en bezoldigingen. 7. Rondvraag. Het bestuur vraag de aandeelhouders zich te gedragen confrom de statuten. De stukken bedoeld in art. 78 Venn. W. zijn voor de aandeelhouders beschikbaar op de zetel van de vennootschap. Indien de algemene vergadering besluit een dividend uit te keren, zal dit betaalbaar worden gesteld bij de vestigingen van Bank Brussel Lambert, vanaf 30 juni 1999. (71307)
constitue une réserve de recrutement pour : Un assistant en gravure à raison de 10 heures par semaine. Titre requis : diplôme de l’enseignement artistique supérieur du 2ème degré dans la spécialité et faire la preuve d’une activité artistique dans la discipline. Les candidats doivent faire preuve d’une expérience utile dans le domaine du cours à enseigner. Conditions à remplir pour répondre valablement au présent appel : être Belge ou ressortissant d’un autre Etat membre de la Communauté européenne; en ce qui concerne l’enseignement artistique supérieur et aussi longtemps qu’une spécificité de titres requis n’aura pas été définie en application de la loi du 7 juillet 1970 relative à la structure générale de l’enseignement supérieur, le porteur d’un des titres de capacité exigé par cette loi est présumé posséder le titre requis pour la spécificité qu’il a enseignée pendant deux cent quarante jours au moins, répartis sur deux années scolaires au moins. Les candidatures doivent parvenir pour le mercredi 31 mars au plus tard à M. l’échevin de l’instruction publique, boulevard Anspach 6, 1000 Bruxelles. Renseignements : d’ordre pédagogique : Académie Royale des Beaux-Arts, tél. 02/511 04 91; d’ordre administratif : ville de Bruxelles, instruction publique, tél. 02/279 38 61. (5592)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Gemeente Sint-Agatha-Berchem
Het gemeentebestuur zal een examen inrichten voor de aanwerving van één Nederlandstalige bibliothecaris (m/v). Voorwaarden : In het bezit zijn van een diploma van een erkende school of leergangen voor bibliotheekwetenschappen en van de akte van bekwaamheid tot het houden van een openbare bibliotheek (Besluit van de Vlaamse Executieve van 13 november 1991). Leeftijdsvoorwaarden : minimum 18 jaar. Uiterste datum van inschrijving : vijftien dagen na de verschijning van deze aankondiging. Poststempel of datum van het ontvangstbewijs gelden als bewijs. Te richten aan het college van burgemeester en schepenen, Koning Albertlaan 33, te 1082 Sint-Agatha-Berchem vergezeld van afschrift diploma en curriculum vitae. (5593)
Commune de Berchem-Sainte-Agathe
L’administration communale organise un appel au candidats pour la fonction de : 1 bibliothécaire francophone (m/f). Conditions : Etre porteur d’un brevet à tenir une bibliothèque oublique ou d’un titre prévu dans l’arrêté du Gouvernement de la Communauté française du 14 mars 1995. 1 bibliothécaire francophone adjoint mi-temps (m/f). Conditions : Etre porteur d’un diplôme de l’enseignement secondaire supérieur utile à la fonction. Etre porteur du brevet d’aptitude à tenir une bibliothèque publique comprenant au minimum 720 heures de cours. Date limite d’inscription : quinze jours après la parution de cette annonce. Cachet de la poste ou la date figurant sur l’accusé de réception faisant foi. Candidature à adresser au collège des bourgmestre et échevins, avenue du Roi Albert, 33, à 1082 Berchem-Sainte-Agathe accompagnée des copies des diplômes et curriculum vitae. (5593)
8911
Stad Menen Het stadsbestuur van Menen werft 3 politieagenten (m/v) aan. Voornaamste toelatingsvoorwaarden : een gestalte hebben van minstens 1,67 m voor de mannen en 1,63 m voor de vrouwen; minstens 18 jaar oud zijn op 9 april 1999; deel uitmaken van een geldige bovenlokale wervingsreserve, aangelegd door de West-Vlaamse Politieschool of de Oost-Vlaamse Politieacademie. De kandidaturen, gesteld op een daartoe door het stadsbestuur ter beschikking gesteld formulier, moeten len laatste op 9 april 1999 aangetekend verstuurd worden aan het college van burgemeester en schepenen, stadhuis, Grote Markt 1, te 8930 Menen, of tegen ontvangstbewijs in de personeelsdienst worden afgegeven. Inschrijvingsformulieren en de volledige aanwervingsvoorwaarden kunnen bekomen worden in de personeelsdienst, stadhuis in Menen (tel. 056/51 11 01, toestel 312). (5595) Stad Harelbeke De stad Harelbeke gaat over tot de aanwerving van drie aspirantpolitieagenten (m/v, PB1/PB2-PB2bis-PB3). Voorwaarden (onder meer) : Op de dag der afsluiting van de kandidatuurstelling voldoen aan de minimumleeftijd van 18 jaar. De vereiste lichamelijke geschiktheid bezitten. In het bezit zijn van een rijbewijs categorie B. Een minimum lichaamslengte bezitten van 1,63 m. Op de dag der afsluiting der kandidatuurstellingen houder zijn van een diploma of getuigschrift voor aanwerving in niveau 2 bij de rijksbesturen (koninklijk besluit van 9 maart 1973 en eventuele latere wijzigingen), d.w.z. gehomologeerd getuigschrift van secundair onderwijs van de hogere graad of gelijkgesteld. Geslaagd zijn in de voorgeschreven bekwaamheids- en selectieproeven binnen een periode van drie jaar voorafgaand aan de toelatingsdatum in de hoedanigheid van aspirant-politieagent bij de gemeente, te rekenen vanaf het proces-verbaal als bewijs van het slagen voor de laatste selectieproef. De volledige aanwervingsvoorwaarden, het examenprogramma, het functieprofiel en de functiebeschrijving alsook het bijzonder inschrijvingsformulier, kunnen bekomen worden bij de dienst « Werking & Personeel » van de stad Harelbeke, Marktstraat 29, 8530 Harelbeke, tel. 056/73 33 93 (bij voorkeur in de voormiddag). Uiterste inschrijvingsdatum : 14 april 1999. (5596)
Gemeente Heist-op-den-Berg Gemeente Edegem Het gemeentebestuur wenst over te gaan tot aanwerving van een voltijdse onthaalbediende in statutair verband (D1-D3). Deze betrekking is uitdrukkelijk voorbehouden voor mindervalide kandidaten. Het invaliditeitspercentage bedraagt minimum 30 % (lichamelijk) of 20 % (geestelijk). Kandidaten moeten in het bezit zijn van een diploma of getuigschrift van drie jaar secundair onderwijs. Geïnteresseerden kunnen een inschrijvingsformulier, samen met de functiebeschrijving, het profiel en de aanwervingsvoorwaarden, aanvragen bij de gemeentelijke personeelsdienst, Kerkplein 17, 2220 Heist-op-den-Berg, tel. 015/24 74 49, toestel 241. De kandidatuurstellingen dienen uiterlijk op 9 april 1999 (poststempel) aangetekend verstuurd te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Kerkplein 17, 2220 Heist-op-den-Berg, of ten laatste op die datum tegen ontvangstbewijs afgegeven te worden bij de gemeentelijke personeelsdienst. (5594)
Het gemeentebestuur van Edegem werft aan : 1 gemeenteontvanger. Volgende diploma’s komen in aanmerking : doctor of licentiaat in de rechten; licentiaat in de administratieve wetenschappen; licentiaat in het notariaat; licentiaat in de politieke wetenschappen; licentiaat in de economische wetenschappen; licentiaat in de handelswetenschappen; gediplomeerde na een cyclus van vijf jaar van de afdeling administratieve wetenschappen; ... De functiebeschrijving, de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden zijn te bekomen op de personeelsdienst (tel. 03/289 22 51) alle werkdagen tussen 9 en 16 uur. De schriftelijke kandidaturen dienen, vergezeld van een kopie van het diploma, per aangetekend schrijven gericht te worden aan het college van burgemeester en schepenen, Kontichstraat 19, 2650 Edegem. De uiterste datum voor het indienen van de kandidaturen is vastgesteld op 16 april 1999 (poststempel geldt als bewijs). (5597)
8912
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Gemeente Beerse
Het gemeentebestuur van Beerse gaat over tot de aanwerving van 1 voltijdse geschoolde werkman/vrouw met de specialiteit metserautovoerder voor de dienst openbare werken (niveau D). Functiebeschrijving : uitvoeren van metselwerk, vloer- en tegelwerk evenals allerlei onderhouds-, herstellings- en aanlegwerken op gebied van gebouwen en wegen; vervoersopdrachten met vrachtwagen. De kandidaten dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen : minimum beschikken over een diploma lager secundair technisch onderwijs of gelijkwaardig, of een getuigschrift van beroepsopleiding kunnen voorleggen, dat is uitgereikt door de V.D.A.B. of een centrum voor middenstandsopleiding, telkens in de gevraagde specialiteit (bouw); in het bezit zijn van een rijbewijs C (uiterlijk op het einde van de proeftijd);
Actes judiciaires et extraits de jugements Gerechtelijke akten en uittreksels uit vonnissen
Publication faite en exécution de l’article 488bis e, § 1er du Code civil Bekendmaking gedaan overeenkomstig artikel 488bis e, § 1 van het Burgerlijk Wetboek
Désignation d’administrateur provisoire Aanstelling voorlopig bewindvoerder
slagen voor een wervingsexamen. Er wordt een werfreserve aangelegd van maximum twee jaar. Inlichtingen omtrent deze betrekking, een gedetailleerde functiebeschrijving en functieprofiel en inzake de toelatings- en aanwervingsvoorwaarden en het examenprogramma zijn te bekomen op de personeelsdienst, Bisschopslaan 56, Beerse, tel. 014/62 25 94.
Justice de paix du canton de Couvin
De schriftelijke kandidaturen met curriculum vitae en kopij van het diploma of getuigschrift dienen uiterlijk op 31 maart 1999, te 12 uur, per aangetekende zending toe te komen op de personeelsdienst van de gemeente Beerse, Bisschopslaan 56, 2340 Beerse. (5598)
Par ordonnance du juge de paix du canton de Couvin rendue en date du 5 mars 1999, la nommée Danis, Renée, née à Nismes le 3 septembre 1910, résidant et domiciliée à 5660 Cul-des-Sarts, rue de Presgaux 67, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Me Jean-Louis Binon, avocat à 5660 Couvin, rue de la Gare 35.
Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Geel
Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint, (signé) D. Dussenne. (61724)
Het O.C.M.W. van Geel gaat over tot de aanwerving van één halftijds administratief medewerker (m/v) in contractueel dienstverband t.b.v. de administratie sociale dienst. De aanwervingsvoorwaarden, de functiebeschrijving en bijkomende inlichtingen zijn te bekomen op het O.C.M.W.-secretariaat, tel. 014/ 57 01 73. De kandidaturen dienen, met bijvoeging van een kopie van het vereiste diploma, te worden gericht aan de O.C.M.W.-voorzitter, Stationsstraat 27, 2440 Geel, en toe te komen uiterlijk op 31 maart 1999. (5599)
Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn van Wijnegem Rusthuis Rustenborg Aanwerving van :
Justice de paix du canton de Dinant
Suite à la requête déposée le 2 février 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Dinant rendue le 12 mars 1999, M. Delhaye, Edmond, né le 12 juillet 1917 à Belgrade (Namur), domicilié rue Piervenne 117, 5590 Ciney, et résidant au Home du Sacré Cœur « Le Patio », rue Walter Sœur, à 5590 Ciney, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de son fils : M. Delhaye, Jean-Claude, né le 20 août 1940 à Namur, retraité, domicilié rue Piervenne 117, à 5590 Ciney. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Munten, Raymond. (61725)
één afdelingsverantwoordelijke RVT en Rustoord in vast dienstverband. Gegradueerde verpleegkundige.
Justice de paix du premier canton de Huy
Bereid zijn een attest van kaderopleiding te behalen binnen een periode van vijf jaar na de benoeming op proef; verpleegkundigen RVT en Rustoord in vast of contractueel dienstverband.
Alle inlichtingen zijn te bekomen op het secretariaat tel. 03/354 12 80. Adres : O.C.M.W.-Rustoord Rustenborg, Koolveldlaan 94, 2110 Wijnegem.
Suite à la requête déposée le 22 février 1999, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Huy rendue le 5 mars 1999, M. Verschaeve, Hervé, né le 12 janvier 1980 à Bruxelles, célibataire, domicilié avenue Léopold III 45, à 1780 Wemmel, résidant rue du Vieux Moulin 6, à 4500 Ben-Ahin, à l’établissement Le Château Vert, I.M.P., a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de M. Verschaeve, Christian, né le 4 avril 1949 à Chevry-Cossigny (F.), chauffeur, domicilié avenue Léopold III 45, à 1780 Wemmel.
Uw sollicitatie moet ten laatste op 7 april 1999 op het O.C.M.W. toekomen. (5600)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Gendebien, Liliane. (61726)
A1 of A2 of verpleegassistenten. Telefoneer of kom langs na afspraak zodat wij onze werking kunnen uitleggen en uw vragen kunnen beantwoorden.
8913
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Justice de paix du canton de Jodoigne
Justice de paix du second canton de Namur
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jodoigne rendue en date du 11 mars 1999, le nommé Minne, Jean-Michel, né à Pondicherry (Inde) le 11 mars 1973, domicilié à Dongelberg, chemin des Roches 34, résidant actuellement à l’Institut psychiatrique Saint-Jean de Dieu, rue de Louvain 126, à Leuze-en-Hainaut, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Rosy, Marie-Louise, veuve Minne, sans profession, domiciliée à 1370 Dongelberg, chemin des Roches 34.
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Namur en date du 12 mars 1999, le nommé Gossiaux, Jean-Louis, né le 13 mars 1980, domicilié à 1180 Uccle, chaussée de Neerstalle 388/429, résidant à l’H.N.P. Saint-Martin, rue Saint-Hubert 84, à 5100 Dave, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire, étant : Mme Vlaminck, Martine, domiciliée à 1180 Uccle, chaussée de Neerstalle 388/429.
Jodoigne, le 11 mars 1999.
Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Annie Grégoire. (61732)
Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Courtauche, Fabienne. (61727) Justice de paix du canton de Seraing
Par ordonnance du juge de paix du canton de Jodoigne, rendue en date du 11 mars 1999, la nommée Matthys, Marie-Elise, née à Attenhoof le 20 mars 1922, domiciliée et résidant actuellement à Hélécine, rue du Pont-Neuf 58, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Kaisin, Bonny, employée, domiciliée à 3401 Landen, Middenstraat 55. Jodoigne, le 11 mars 1999.
Suite à la requête déposée le 19 février 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Seraing rendue le 3 mars 1999, M. Van Roosbroeck, Steve, de nationalité belge, né le 18 novembre 1977 à Rocourt, célibataire, domicilié rue Boverie 300, à 4100 Seraing, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de André, Nicole, épouse Van Roosbroeck, André, domiciliée à 4100 Seraing, rue de la Boverie 300.
Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Courtache, Fabienne. (61728)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Fouarge, JeanMarie. (61733)
Justice de paix du canton de Leuze-en-Hainaut
Justice de paix du second canton de Tournai
Suite à la requête déposée le 2 décembre 1998, par ordonnance du juge de paix du canton de Leuze-en-Hainaut rendue le 1er mars 1999, Mollaert, Julia, née le 29 janvier 1947 à Ath, domiciliée à Ath, avenue du Bois du Roy 2, mais résidant actuellement à Leuze-en-Hainaut, Institut psychiatrique Saint-Jean de Dieu, avenue de Loudun 126, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Vannoote, Evelyne, avocate, domiciliée rue César Despretz 26, à 7860 Lessines.
Par ordonnance du juge de paix du second canton de Tournai rendue le 8 mars 1999, M. Dumoulin, Jean-Marie, né le 24 juillet 1949 à Tournai, domicilié à 7700 Mouscron, rue du Calvaire 150, résidant au Centre hospitalier psychiatrique « Les Marronniers », pavillon « Les Pins », rue des Fougères 35, à 7500 Tournai, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administratrice provisoire en la personne de Me Poncin, Corinne, avocate à 7500 Tournai, rue Barre Saint-Brice 21. Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Nadine Morel.
(61734)
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Delbecq, JeanClaude. (61729) Justice de paix du canton de Virton Suite à la requête déposée le 25 janvier 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Leuze-en-Hainaut rendue le 1er mars 1999, M. Bruneau, Marcel, né le 2 janvier 1929, Home « Le Manoir », rue du Bois Blanc 30, à 7900 Leuze-en-Hainaut, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de Me Vanneste, Damien, domicilié rue du Moulin 11, à 7600 Péruwelz. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Delbecq, JeanClaude. (61730)
Par jugement du juge de paix du canton de Virton en date du 8 mars 1999, la nommée Woillard, Jocelyne, pensionnée, née à SaintLéger le 6 juillet 1947, domiciliée à Saint-Léger, Grand-Place 10, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de sa sœur : Woillard, Michèle, assistante sociale, domiciliée à Saint-Léger, Grand-Place 10. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) P. Gonry. (61735)
Justice de paix du première canton de Liège Vredegerecht van het kanton Bilzen Suite à la requête déposée le 1er mars 1999, par ordonnance du juge de paix du premier canton de Liège rendue le jeudi 11 mars 1999, Mme Best, Alphonsine Lambertine, Belge, née le 11 juillet 1911 à Liège, veuve, domiciliée quai de Longdoz 20, à 4020 Liège, demeurant à la Clinique Le Valdor, à 4020 Liège, rue Basse Wez 301, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de Me Bertrand, Marie-Berthe, avocate, ayant son cabinet place Sainte-Véronique 6, à 4000 Liège.
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Bilzen, verleend op 8 maart 1999, werd Driesen, Edmond, geboren te Bilzen op 27 augustus 1930, verblijvende Medisch Centrum Sint-Jozef, Abdijstraat 2, 3740 Bilzen-Munsterbilzen, gedomicilieerd te Bilzen, Jachtstraat 3, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Driesen, Albert, gepensioneerde, Jachtstraat 4, 3740 Bilzen.
Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Young, Eddy. (61731)
Voor eensluidend J. Noben.
uittreksel :
de
hoofdgriffier,
(get.) (61736)
8914
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het tweede kanton Brugge
Vredegerecht van het zevende kanton Gent
Bij beschikking van 4 maart 1999 heeft de vrederechter van het tweede kanton Brugge, voor recht verklaard dat Van den Abeele, Valère Edmond, geboren te Moerkerke op 9 februari 1930, priester, wonende te 8340 Sijsele, Dorpsstraat 99/2, verblijvende in het A.Z. Sint-Jan, Ruddershove 10, te 8000 Brugge, niet in staat is zelf zijn goederen te beheren en heeft aangewezen als voorlopige bewindvoerder : Van den Abeele, Marie-Madeleine, gepensioneerde lerares, wonende te 9990 Maldegem, Noordstraat 196, met de bevoegdheid zoals bepaald in artikel 488bis, f, § 1 tot en met § 5, van het Burgerlijk Wetboek.
Bij beschikking van de vrederechter van het zevende kanton Gent, verleend op 5 maart 1999, werd Draps, Antoinette Pauline, geboren te Vorst op 3 januari 1914, verblijvende te 9000 Gent, in het « Jan Palfijnziekenhuis », Henri Dunantlaan 5, gedomicilieerd te 1601 Ruisbroek, Ruisbroeksesteenweg 199, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, haar zoon : Vander Motten, Jean-Pierre, hoogleraar, Dikkelindestraat 122, 9032 Gent/Wondelgem.
Brugge, 12 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Marechal, Jozef.
(61737)
Gent, 12 januari 1999. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) A. De Bruycker. (61742)
Vredegerecht van het vierde kanton Gent Bij beschikking van 4 maart 1999 heeft de vrederechter van het tweede kanton Brugge voor recht verklaard dat Vandemoortele, Bertha, geboren te Sint-Andries op 9 september 1911, weduwe Talloen, Maurice, wonende in het Rusthuis De Standjutter, Masereellaan 9, te 8370 Blankenberge, niet in staat is zelf haar goederen te beheren en heeft aangewezen als voorlopig bewindvoerder : Talloen, Georges, zelfstandig medewerker, wonende te 8370 Blankenberge, Kerkstraat 222, met de bevoegdheid zoals bepaald in artikel 488bis, f, § 1 tot en met § 5, van het Burgerlijk Wetboek. Brugge, 12 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Marechal, Jozef.
Bij beschikking van de vrederechter van het vierde kanton Gent, verleend op 8 maart 1999, werd Ego, Raphaëlle, geboren te Moerbeke (Waas) op 25 mei 1901, weduwe Paul Lechat, wonend en verblijvend te 9041 Gent/Oostakker, Groenvinkstraat 66/38, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mr. Robert De Gezelle, advocaat, met kantoor te 9040 Gent/ Sint-Amandsberg, Schoolstraat 3. Het verzoekschrift werd ter griffie neergelegd, op 25 februari 1999.
(61738)
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Stephaan De Pessemier. (61743)
Vredegerecht van het kanton Diksmuide Vredegerecht van het tweede kanton Kortrijk Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diksmuide, verleend op 9 maart 1999, werd Bruneel, Gerarda Maria, geboren te Roeselare op 10 maart 1911, zonder beroep, verblijvende in het R.V.T. Cassiers, te 8650 Houthulst, 23e Liniestraat 1, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vanhaelemeersch, Frank Raymond Cornelius, geboren op 19 augustus 1952, bediende, wonende te 8650 Houthulst, 7e Geniestraat 15. Diksmuide, 12 maart 1999. Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) Vandamme, Jan. (61739)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diksmuide, verleend op 9 maart 1999, werd Vanhouwe, Daniël, geboren te Merkem op 11 december 1927, verblijvende in het R.V.T. « Ter Kouter », te 8650 Merkem, Kouterstraat 46, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vanhouwe, Josiane, wonende te 1500 Halle, Graankaai 1. Diksmuide, 12 maart 1999.
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk, verleend op 9 maart 1999, kreeg Vanweehaeghe, Geert, geboren te Kortrijk op 4 april 1978, wonende te 8511 Kortrijk-Aalbeke, Garenwinderstraat 20, toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Desoete, Jan, boekhouder, Oude Bruggenweg 101, te 8810 Lichtervelde. De aanwijzing geldt voor een duur van één jaar vanaf 9 maart 1999. Kortrijk, 12 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Vanalme, Luc.
(61744)
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Kortrijk, verleend op 9 maart 1999, werd de heer Desoete, Jan, boekhouder, Oude Bruggenweg 101, te 8810 Lichtervelde, aangewezen als bewindvoerder voor : Vanweehaeghe, Veerle, geboren te Kortrijk op 5 april 1979, wonende te 8511 Kortrijk-Aalbeke, Garenwinderstraat 20. De aanwijzing geldt voor een duur van één jaar vanaf 9 maart 1999. Kortrijk, 12 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Vanalme, Luc.
(61745)
Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) Vandamme, Jan. (61740) Vredegerecht van het kanton Lokeren Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Diksmuide, verleend op 9 maart 1999, werd Debruyne, Yvonne, geboren te Merkem op 12 november 1934, verblijvende in het R.V.T. « Ter Kouter », te 8650 Merkem, Kouterstraat 46, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Vanhouwe, Josiane, wonende te 1500 Halle, Graankaai 1. Diksmuide, 12 maart 1999. Voor eensluidend afschrift : de hoofdgriffier, (get.) Vandamme, Jan. (61741)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lokeren, verleend op 12 maart 1999, werd Cools, Maria, gepensioneerde, geboren te Sint-Niklaas op 30 augustus 1924, wonende te 9160 Lokeren, Durmelaan 4 w3, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Luc De Block, advocaat, kantoorhoudende te 9160 Lokeren, Antwerpse steenweg 20. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Christine Rasschaert. (61746)
8915
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Mol
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Mol, verleend op 1 maart 1999, werd Van de Sande, Karina Francine Paula, geboren te Beerse op 3 januari 1965, ongehuwd, verblijvende in het O.P.Z., Pas 200, te 2440 Geel, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Bogaert, Marc, notaris, wonende te 2440 Geel, Pas 264. Mol, 12 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Paul Verhaert. (61747)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 3 maart 1999, werd Kelchtermans, Virginie, geboren te Hasselt op 4 november 1960, wonende te 3530 Houthalen-Helchteren, Lakerweg 33, verblijvende in het P.Z. Sancta Maria, Melverencentrum 111, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Verheyen, Joost, advocaat, kantoorhoudende te 3580 Beringen, Brouwersstraat 2. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 16 februari 1999. Sint-Truiden, 4 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : Derwael.
de
griffier,
(get.)
Marina (61752)
Vredegerecht van het eerste kanton Sint-Niklaas Vredegerecht van het kanton Tielt Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton SintNiklaas, verleend op 11 maart 1999, werd De Valckeneer, Alfons, geboren op 21 maart 1931, wonende te 9190 Stekene, De Stroperstraat 5, verblijvende in APZ Sint-Lucia, Ankerstraat 91, te 9100 SintNiklaas, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Amelinckx, Daniël, advocaat te 9140 Temse, Piet Nutenlaan 7a. Sint-Niklaas, 11 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : Luc.
de
griffier,
(get.)
Deschepper, (61748)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Tielt, verleend op donderdag 4 maart 1999, werd Mevr. Bonne, Irena Juliana Magdalena, geboren te Aarsele op 24 februari 1912, wonende te 8700 Tielt, Schependomstraat 4, kamer 3, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder : Mevr. Bonne, Lutgarde, wonende te 9880 Aalter, Houtem 75. De hoofdgriffier, (get.) Christine Vandenkerkhove. (61753)
Vredegerecht van het tweede kanton Turnhout Bij beschikking van de vrederechter van het eerste kanton SintNiklaas, verleend op 11 maart 1999, werd Mels, Joanna Coleta, geboren te Sint-Niklaas op 22 maart 1913, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Hofstraat 23, verblijvende in het R.V.T. De Plataan, Hospitaalstraat 12, kamer 403, te 9100 Sint-Niklaas, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : De Kinder, Ermine, wonende te 9100 Sint-Niklaas, Hofstraat 23. Sint-Niklaas, 11 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : Luc.
de
griffier,
(get.)
Deschepper, (61749)
Bij beschikking van de vrederechter van het tweede kanton Turnhout, verleend op 11 maart 1999, werd Mevr. Van der Vloet, Adriana Elisabeth, geboren te Weelde op 17 december 1909, gepensioneerde, wonende te 2380 Ravels, Onze-Lieve-Vrouwstraat 3, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mevr. Fransen, Martha Catharina Jacoba, huisvrouw, wonende te 2381 Weelde, Hof ten Bergestraat 17. Turnhout, 11 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Van Gorp, Sylvain.
(61754)
Vredegerecht van het kanton Sint-Truiden Vredegerecht van het kanton Wolvertem Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 3 maart 1999, werd Fraiponts, Viviane, geboren te Zonhoven op 28 februari 1955, wonende te 3530 Houthalen, Hoolvenstraat 129, verblijvende in het P.Z. Sancta Maria, Melverencentrum 111, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Berghs, Hubert, advocaat, kantoorhoudende te 3500 Hasselt, Guffenslaan 84. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 18 februari 1999. Sint-Truiden, 4 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : Derwael.
de
griffier,
(get.)
Bij beschikking van 1 maart 1999 van de vrederechter van het kanton Wolvertem werd de heer Roelants, Guillaume, geboren te Brussel op 29 november 1921, en wonende te 1850 Grimbergen, Grimbergsesteenweg 103, doch verblijvende in het Home Marie-Louise, Zijpstraat 157, te 1780 Wemmel, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : de heer Roelants, Georges, wonende te 1853 Strombeek-Bever, Bergdal 5. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) N. De Donder. (61755)
Marina (61750) Vredegerecht van het kanton Zandhoven
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Sint-Truiden, verleend op 3 maart 1999, werd Jaeken, Rita, geboren te Neerpelt op 27 maart 1957, gedomicilieerd te 3910 Neerpelt, Broesveldstraat 34, verblijvende in het P.Z. Sancta Maria, Melverencentrum 111, te 3800 Sint-Truiden, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Van den Wouwer, Anita, advocaat te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 30. Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 16 februari 1999. Sint-Truiden, 4 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : Derwael.
de
griffier,
(get.)
Marina (61751)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zandhoven, verleend op 9 maart 1999, ingevolge het verzoekschrift ter griffie neergelegd op 23 februari 1999, werd aan Mevr. Van den Brande, Maria Charlotta, weduwe van Malfet, Joannes, geboren te Lier op 24 juli 1914, gepensioneerde, wonende te 2500 Lier, Zimmerplein 26, bus 2, doch thans verblijvende in het Rust- en Verzorgingstehuis O.L.Vrouw van Troost V.Z.W., te 2240 Zandhoven, Nazarethpad 107, als voorlopig bewindvoerder toegevoegd : de heer Joris, Fernand, advocaat, met kantoor te 2110 Wijnegem, Marktplein 22. Zandhoven, 12 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Groven, Henri. (61756)
8916
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Vredegerecht van het kanton Zomergem
Vredegerecht van het kanton Brasschaat
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zomergem, verleend op 9 maart 1999, werd De Kock, Marguerite, geboren op 21 april 1920, weduwe van Minnebo, Ernest, thans verblijvende in het rustoord « Ons Zomerheem », Dreef 47, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, met de algemene bevoegdheid zoals voorzien in art. 488bis, f, § 1, § 3 en § 5, van het Burgerlijk Wetboek, haar zoon : Minnebo, Werner, bediende, wonende te 9040 Sint-Amandsberg, Waterstraat 71. Voor eensluidend uittreksel : de adjunct-griffier, (get.) L. Martens. (61757)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Brasschaat, verleend op 12 maart 1999, werd een einde gesteld aan het voorlopig bewind van Mr. Fernand Joris, advocaat, met kantoor te 2110 Wijnegem, Marktplein 22, over de goederen van Jacops, Julienne, geboren te Lippelo op 27 december 1928, in leven wonende te 2930 Brasschaat, Eikenlei 14, verblijvende in het Psychiatrisch Centrum Bethanie, Andreas Vesaliuslaan 39, te 2980 Sint-Antonius-Zoersel, overleden op 6 november 1995.
Mainlevée d’administration provisoire Opheffing voorlopig bewind
Brasschaat, 12 maart 1999. De hoofdgriffier, (get.) Ooms-Schrijvers, Maria.
(61762)
Vredegerecht van het zesde kanton Gent
Justice de paix du canton de Leuze
Par ordonnance du 10 mars 1999 de M. le juge de paix du canton de Leuze, il a été mis fin au mandat de Me Jean-François Salomon, avocat, dont le cabinet est sis à Mouscron, rue Camille Beusschaert 48-50, en qualité d’administrateur provisoire des biens de Benaut, Antoine, célibataire, né à Comines le 6 décembre 1930, en son vivant domicilié à Leuze-en-Hainaut, Institut psychiatrique Saint-Jean de Dieu, avenue de Loudun 126, et décédé à Leuze-en-Hainaut le 12 février 1999. Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Jean-Claude Delbecq. (61758)
Justice de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode
Par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Josse-ten-Noode, en date du 11 mars 1999, il a été mis fin à la mission de Me Van den Broeck, Anne-Marie, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Beckers, Alberte, ayant été déclarée incapable de gérer ses biens en date du 20 mars 1997. Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) Decraux, V. (61759)
Bij beschikking van de vrederechter van het zesde kanton Gent, verleend op 11 maart 1999, werd een einde gesteld aan de opdracht van De Taeye, Sabine, advocaat, wonende te 9000 Gent, Pekelharing 4, als voorlopig bewindvoerder over Leclercq, Brenda, geboren te Gent op 1 mei 1961, gedomicilieerd en met huidige verblijfplaats te 9000 Gent, Meulesteedsesteenweg 153. Voor eensluidend afschrift : voor de hoofdgriffier, de griffier, (get.) C. De Veirman. (61763)
Vredegerecht van het kanton Ninove
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Ninove, verleend op 11 maart 1999, werd De Maeseneer, Roger Oscar, wonende te 1500 Halle, Suikerkaai 32, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Ninove, op 19 maart 1997 (rolnummer 96/17-Rep.R. 499) tot voorlopig bewindvoerder over Vanderroost, Elvire Maria, geboren te Ninove op 5 november 1916, gedomicilieerd en verblijvende te 9400 Ninove, Burchtstraat 46 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 april 1997, blz. 8257, en onder nr. 6648) ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon overleden is. Ninove, 12 maart 1999. De griffier, (get.) Poelaert, Sabine.
(61764)
Justice de paix du canton de Saint-Nicolas
Suite à la requête déposée le 19 février 1999, par ordonnance du juge de paix du canton de Saint-Nicolas, rendue le 10 mars 1999, a été levée la mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 18 mars 1998, et publiée au Moniteur belge du 1er avril 1998, à l’égard de Mme Collette, Liliane, née à Limerlée le 17 septembre 1944, domiciliée rue Fond de Coy 13, 4020 Jupille-sur-Meuse, cette personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : Me Georges Secretin, avocat, dont l’étude est sise quai de Rome 21, 4000 Liège. Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Kaket, Alberte. (61760)
Vredegerecht van het kanton Torhout
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Torhout, verleend op 9 maart 1999, werd Vancoppenolle, Marie-Thérèse, geboren te Roeselare op 2 juli 1949, wonende te 8830 Hooglede, Stationsstraat 12/2, opnieuw in staat gesteld zelf haar goederen te beheren. Voor eensluidend uittreksel : (get.) Marleen D’Hulster, griffier. (61765)
Vredegerecht van het kanton Zottegem Vredegerecht van het kanton Bilzen
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Bilzen, verleend op 12 maart 1999, werd een einde gesteld aan de opdracht van Bollen, Greet, advocaat, Spurkerweg 34, 3740 Bilzen, als voorlopig bewindvoerder over Duchateau, Joanna, geboren te Tongeren op 18 maart 1906, gedomicilieerd te Tongeren, Koninksemstraat 215, verblijvende te Munsterbilzen, Medisch Centrum Sint-Jozef, Abdijstraat 2. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) J. Noben. (61761)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zottegem, verleend op 4 maart 1999, werd een einde gesteld aan de opdracht van Van Damme, Godelieve Maria Germaine, zonder beroep, wonende te 9550 Herzele (Steenhuize-Wijnhuize), Tolstraat 25, als voorlopig bewindvoerder over Van Damme, Gilbertus Remigius, geboren te Steenhuize-Wijnhuize op 22 juni 1933, met laatste verblijfplaats te 9550 Herzele (Steenhuize-Wijnhuize), Tolstraat 25, overleden te Zottegem op 27 augustus 1998, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct- griffier, (get.) Hilda Van den Neste. (61766)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Zottegem, verleend op 4 maart 1999, werd een einde gesteld aan de opdracht van Van der Stichelen, Claudia, advocaat, wonende te 9620 Zottegem, Kruiswaterplein 17, als voorlopig bewindvoerder over Van Elsuwe, Germaine, geboren te Sint-Maria-Oudenhove op 19 maart 1909, met laatste verblijfplaats te 9620 Zottegem (Sint-Maria-Oudenhove), Brakelstraat 60, overleden te Zottegem op 9 februari 1998, ingevolge het overlijden van de beschermde persoon. Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd adjunct-griffier, (get.) Hilde Van den Neste. (61767)
Remplacement d’administrateur provisoire Vervanging voorlopig bewindvoerder
8917
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 9 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 10 mei 1994 (R.V. 3734Rep.R. 1794) tot voorlopig bewindvoerder over Wanson, Louise, geboren te Ukkel op 28 augustus 1934, wettelijk gedomicilieerd en verblijvend in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 18 mei 1994, blz. 13513, en onder nr. 6811), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (61771)
Justice de paix du canton de Perwez
Par ordonnance du juge de paix du canton de Perwez, rendue en date du 12 mars 1999, il a été mis fin au mandat de Martin, Jeanne, dentiste, domiciliée à 4300 Waremme, rue du Tumulus 13, en sa qualité d’administrateur provisoire de Haubruge, Jean-Pierre, né à Ottignies le 24 décembre 1949, domicilié à Perwez, chaussée de Charleroi 13, résidant actuellement à Hôpital neuro-psychiatrique Saint-Martin, à Dave. Un nouvel administrateur provisoire a été désigné à la personne protégé, à savoir : Casnot, David, avocat, domicilié à 1370 Jodoigne, avenue des Combattants 4. Jodoigne, le 12 mars 1999. Pour extrait certifié conforme : le greffier adjoint principal, (signé) Courtauche, Fabienne. (61768)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 18 juli 1995 (R.V. 4623Rep.R. 3090) tot voorlopig bewindvoerder over Viroux, Sigrid, geboren op 10 november 1973, wonende te 2220 Heist-op-den-Berg, Itegemseweg 34, opgenomen in de instelling Psychiatrisch Centrum SintNorbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 27 juli 1995, blz. 20345, en onder nr. 5930), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (61772)
Vredegerecht van het kanton Lier
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 15 juni 1994 (R.V. 3833Rep.R. 2258/94) tot voorlopig bewindvoerder over Van de Ven, Christiaan, geboren te Lier op 7 mei 1970, wonende te 2200 Herentals, Kapucijnenstraat 31 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 23 juni 1994, blz. 17140, en onder nr. 5284), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Wuyts, Hilde, met kantoor te 2500 Lier, Vismarkt 37. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van den Plas, Ulrik. (61769)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 21 november 1996 (R.V. 96B683-Rep.R. 4742) tot voorlopig bewindvoerder over Verwimp, Rudi, geboren op 22 april 1969, wonende te 2610 Wilrijk (Antwerpen), Karel Pomastraat 4, opgenomen in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 29 november 1996, blz. 30186, en onder nr. 6175), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86. Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (61773)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 31 maart 1993 (R.V. 3275Rep.R. 1384/93) tot voorlopig bewindvoerder over Van Loock, Rosalia, geboren te Berlaar op 1 mei 1940, wonende te 2590 Berlaar, Leemputten 109, opgenomen in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 april 1993, blz. 7566, en onder nr. 6282), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht.
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 20 september 1996 (R.V. 96B494-Rep.R. 3649) tot voorlopig bewindvoerder over Vermeylen, Gerda, geboren te Mechelen op 29 april 1960, wonende te 3140 Keerbergen, Gemeenteplein 3, opgenomen in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 28 september 1996, blz. 25231, en onder nr. 5148), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht.
De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Wuyts, Hilde, met kantoor te 2500 Lier, Vismarkt 37.
De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86.
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van den Plas, Ulrik. (61770)
Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (61774)
8918
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 1 juni 1994 (R.V. 3800Rep.R. 2091) tot voorlopig bewindvoerder over Verbist, Joanna, geboren te Brussel op 31 augustus 1925, wettelijk gedomicilieerd en verblijvend in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 8 juni 1994, blz. 15828, en onder nr. 5080), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86.
ont déclaré, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de Mme Poelman, Aimée Gustave Marie Joseph F., née à Ixelles le 31 janvier 1903, de son vivant domiciliée à Molenbeek-Saint-Jean, boulevard Belgica 51, et décédée le 7 octobre 1998 à Ganshoren. Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la présente insertion à M. Jean Pierre Lesage, notaire à 8830 Hooglede, Bruggestraat 92. Bruxelles, le 12 mars 1999. Le greffier, (signé) Aerts, Vera.
(5601)
Voor eensluidend uittreksel : de eerstaanwezend adjunct-griffier, (get.) Moeyersoms, Maria. (61775)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 23 oktober 1997 (R.V. 97B530-Rep.R. 4486) tot voorlopig bewindvoerder over Van Tilborgh, Mariette, geboren te Kapellen op 11 oktober 1942, wonende te 2950 Kapellen (Antwerpen), Klinkaertstraat 21, opgenomen in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel, met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht. De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86. Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van den Plas, Ulrik. (61776)
Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Lier, verleend op 12 maart 1999, werd Van Regemorter, Leontine, wonende te 2530 Boechout, Heerbaan 12, aangewezen bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Lier, op 31 maart 1993 (R.V. 3286Rep.R. 1395) tot voorlopig bewindvoerder over Van Sull, Nicole, geboren te Etterbeek op 29 september 1932, wettelijk gedomicilieerd en verblijvend in de instelling Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus, Stationsstraat 22c, te 2570 Duffel (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 april 1993, blz. 7567, en onder nr. 6293), met ingang van 31 maart 1999 ontslagen van haar opdracht.
Tribunal de première instance de Charleroi
Suivant acte dressé au greffe du tribunal de ce siège en date du 11 mars 1999, M. Remacle, François, clerc de notaire, domicilié à Charleroi, rue Desandrouin 11/3, agissant en sa qualité de mandataire spécial de Mme Bequet, Jocelyne, domiciliée à Charleroi, rue de l’Aigle Noir 7, bte 8, et ce en vertu d’une procuration donnée à Charleroi le 9 février 1999, lequel comparant agissant comme dit ci-dessus déclare en langue française accepter mais sous bénéfice d’inventaire seulement la succession de M. Bequet, Georges, en son vivant domicilié à Thuillies, rue du 11 Novembre 4, et décédé à Montignies-le-Tilleul le 31 octobre 1998. Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs droits, par avis recommandé, dans le délai de trois mois à compter de la date de la présente insertion. Cet avis doit être adressé à Me Pauwels, Marc, de résidence à Thuin, Grand-Rue 22. Charleroi, le 11 mars 1999. Le greffier adjoint, (signé) A. Sacre.
(5602)
De voornoemde beschermde persoon kreeg toegevoegd als nieuwe voorlopige bewindvoerder : Naveau, Petra, met kantoor te 2860 SintKatelijne-Waver, Clemenceaustraat 86.
Tribunal de première instance de Dinant
Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Van den Plas, Ulrik. (61777)
L’an mil neuf cent nonante-neuf, le mardi vingt-trois février, pardevant nous, Jean-Paul Marion, greffier adjoint délégué (A.M. 15 janvier 1999 - Moniteur belge 26 janvier 1999), près le tribunal de première instance séant à Dinant, province de Namur, a comparu au greffe de ce tribunal : M. Lambay, François Laurent, né à Mons le 20 décembre 1965, veuf de Crahay, Anne, domicilié à 5660 Couvin (Gonrieux), rue de la Poyue 9, agissant en sa qualité de père et tuteur légal de ses enfants mineurs domiciliés avec lui, Lambay, Yohan Christophe Nathanaël, et Thomas, respectivement nés à Viroinval et Couvin en date du 4 septembre 1994 et du 4 mars 1997, lequel comparant, faisant choix de la langue française, et pour se conformer à la délibération du conseil de famille tenu sous la présidence de M. le juge de paix du canton de Couvin en date du 8 octobre 1998 et dont extrait conforme restera annexé au présent acte, nous a déclaré, pour et au nom de ses enfants mineurs préqualifiés, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession qui leur est dévolue par le décès de leur mère, Mme Crahay, Anne, née à Versailles (France) le 4 mai 1967, en son vivant demeurant et domiciliée à 5660 Couvin (Gonrieux), rue de la Poyue 9, et décédée à Liège en date du 14 septembre 1998.
Publication prescrite par l’article 793 du Code civil Bekendmaking voorgeschreven bij artikel 793 van het Burgerlijk Wetboek Acceptation sous bénéfice d’inventaire Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving
Tribunal de première instance de Bruxelles Suivant acte n° 99-425 passé au greffe du tribunal de première instance de Bruxelles le 12 mars 1999 : 1. M. Poelman, Jean-Liévin Robert J.M.J., né à Uccle le 14 février 1956, domicilié à Ganshoren, avenue Joseph Peereboom 8, bte 36; 2. M. Poelman, Didier Victor I.L.M., né à Uccle le 21 mars 1958, domicilié à Ganshoren, rue Communale 11/tte,
Dont acte, que le comparant a signé avec nous, greffier adjoint délégué, après lecture faite. (Signé) J.P. Marion; F. Lambay. Pour copie conforme délivrée à M. Lambay, François : le greffier adjoint délégué, (signé) J.P. Marion. (5603)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Concordat judiciaire − Gerechtelijk akkoord
Tribunal de commerce de Namur
Par jugement du 11 mars 1999, le tribunal de commerce de Namur a accordé le sursis provisoire à la S.P.R.L. T.J.D., dont le siège social est établi à 5002 Saint-Servais, rue de Gembloux 204/2, R.C. Namur 71692, T.V.A. 458.850.778. Le tribunal a désigné M. Philippe Gillet, avenue du Milieu du Monde 20, à Namur, en qualité de commissaire au sursis. Les créanciers sont invités à faire leurs déclarations de créances, avec pièce à l’appui, au greffe du tribunal de commerce de Namur, rue du Collège 37, avant le 26 avril 1999. Il sera statué le mercredi 8 septembre 1999, à 10 heures, au palais de justice de Namur, salle des audiences du tribunal de commerce de Namur, 1er étage, sur l’octroi du sursis définitif. Pour extrait conforme : le greffier adjoint délégué, (signé) E. Marmagne. (5604)
8919
Par jugement du 10 mars 1999, le tribunal de commerce de Liège a prononcé la faillite de Michel Emile Raymond Roland, de nationalité belge, né à Rocourt le 3 juillet 1975, célibataire, domicilié à 4000 Liège, rue Pied du Pont des Arches 6, mais en instance d’inscription à 4000 Liège, rue Cathédrale 36, R.C. Liège 201160, avec date du début des opérations commerciales le 1er juin 1998, pour l’exploitation d’un débit de boissons avec petite restauration à 4610 Beyne-Heusay, GrandRoute 362, sous la dénomination « L’Equipe », T.V.A. 600.738.123, faillite sur aveu. Le tribunal reporte au 10 septembre 1998 la date de cessation des paiements. Juge commissaire : M. René Mathonet. Procès-verbal de vérification des créances : le mardi 20 avril 1999. Les créances doivent être déposées dans les trente jours, au cabinet de Mme le greffier en chef du tribunal de commerce, palais de justice, 4000 Liège. Le curateur, (signé) Me Maximilien Hoge. (5608)
Tribunal de commerce de Verviers
Faillite sur aveu Faillite − Faillissement Par jugement du jeudi 11 mars 1999, le tribunal de commerce de Verviers a déclaré la faillite de Marin, Henri Emile Léopold Corneil, né à Stavelot le 7 août 1947, domicilié à 4970 Stavelot, rue Lathérale 3, R.C. Verviers 40095, T.V.A. 652.003.217, pour une entreprise de carrelage exercée à son domicile.
Tribunal de commerce de Charleroi
Juge-commissaire : M. Léonard Lesuisse. Par jugement du 9 mars 1999, le tribunal de commerce de Charleroi, première chambre, a déclaré closes, pour insuffisance d’actif, les opérations de la faillite de M. Philippe Dor, né à Mont-sur-Marchienne le 31 décembre 1953, déclarée par jugement du même tribunal en date du 27 octobre 1997. Le tribunal a prononcé l’excusabilité du failli. Le pro deo a été accordé. Le curateur, (signé) Xavier Dehombreux.
(Pro deo)
Curateur : Me Marc Gilson, avocat à 4800 Verviers, rue du Palais 60. Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les trente jours. Clôture du procès-verbal de vérification des créances : le 7 mai 1999, à 9 h 30 m, au palais de justice de Verviers. Pour extrait conforme : le greffier en chef : (signé) Marc Duysinx. (5609)
(5605) Rechtbank van koophandel te Antwerpen
Par jugement du 8 mars 1999, la première chambre du tribunal de commerce de Charleroi, a reporté provisoirement au 4 novembre 1998 la date de cessation de paiement de la S.A. Garage Avenue Pastur, en faillite, R.C. Charleroi 149487, T.V.A. 428.719.709, dont le siège est sis à Marcinelle, avenue Pastur 21, et déclarée en faillite par jugement du 6 janvier 1999. Le curateur, (signé) F. Blampain.
(5606)
Bij vonnis in datum van 9 maart 1999 is Jean-Luc B.V.B.A., Durletstraat 49, 2018 Antwerpen-1, H.R. Antwerpen 310010, BTW 455.099.254, groothandel in confectie voor heren, dames en babyuitzet, op bekentenis, failliet verklaard. Rechter-commissaris : de heer Vingerhoets, Paul. Curator : Mr. Anckaerts, Paul, Plantin & Moretuslei 174/8, 2018 Antwerpen-1. Datum van de staking van betaling : 9 maart 1999.
Tribunal de commerce de Liège
Par jugement du 10 mars 1999, le tribunal de commerce de Liège a prononcé la faillite de M. Pascal Bourse, de nationalité belge, né à Hermalle-sous-Argenteau le 2 avril 1966, domicilié rue des Enclos 6, à Hermalle-sous-Argenteau, dont le siège social était situé à son domicile, R.C. Liège 191064, avec début des opérations commerciales le 19 juin 1995, pour l’exploitation d’une entreprise de zinguerie et de couverture métallique de construction, d’installation de chauffage au gaz pour appareils individuels d’installations sanitaires et de plomberie, T.V.A. 757.345.811, faillite sur aveu. Juge commissaire : M. Philippe Tromme. Procès-verbal de vérification des créances : le 20 avril 1999, à 9 h 30 m, au cabinet de Mme le greffier en chef du tribunal de commerce de Liège. Le curateur, (signé) Me Joëlle Delhaxhe, avocat, rue de l’Yser 286, à 4430 Ans. (5607)
Indienen van de schuldvorderingen ter griffie : vóór 8 april 1999. Sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : 10 mei 1999, te 9 uur, zaal 18, rechtbank van koophandel te Antwerpen, gerechtsgebouw, Stockmansstraat, 2000 Antwerpen. De curator, Anckaerts, Paul. (Pro deo) (5610)
Rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende
Bij vonnis d.d. 4 maart 1999 werd het faillissement van de B.V.B.A. Jodotex, gevestigd te Oostende, Ankerstraat 10, gesloten wegens ontoereikend actief. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Vonnis uitvoerbaar bij voorraad. De curator, (get.) Philippe Boutens.
(5611)
8920
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Bij vonnis van 8 maart 1999 van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, werd C.V.B.A. Promovend, met zetel te 8400 Oostende, Fr. Musinstraat 56, voor tussenpersoon in de handel onder de benaming Promovend, Familia, Familia-Contact, FamiliaEvent, Familia-Contact International, Familia-Event International, met uitbating te Fr. Musinstraat 56, BTW 437.555.122, op bekentenis, failliet verklaard. Staking van betalingen : voorlopig op 8 maart 1999. De aangiften van schuldvorderingen moeten ingediend worden ter griffie van bovenvermelde rechtbank vóór 8 april 1999. Sluiting proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen : op 16 april 1999, om 17 u. 15 m. Rechter-commissaris : de heer Dirk Decloedt.
Rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, vierde kamer, van 2 maart 1999, werd het faillissement van Van Bogaert, Karine, H.R. Sint-Niklaas 49939, geboren te Beveren op 5 maart 1966, voorheen kleinhandel in kinderkleding onder de benaming « Vanhie Boetiek », te Beveren, Oude Zandstraat 48, en wonende te 9100 Nieuwkerken, Gyselstraat 10, bus 3, in staat van faillissement verklaard op 14 januari 1999, gesloten bij gebreke aan actief in toepassing van artikel 73 van de faillissementswet. De gefailleerde werd verschoonbaar verklaard. De curatoren, (get.) J. Colpaert, Truweelstraat 147, te 9100 SintNiklaas; K. D’Hondt, Kasteeldreef 77, te 9120 Beveren. (Pro deo) (5616)
Curator : Mr. Christine Vermeire, advocaat te Oostende, Groendreef 8. De curator, (get.) Christine Vermeire.
(5612)
De rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling zetelende te Oostende, heeft bij vonnis van 11 maart 1999, op bekentenis, failliet verklaard de B.V.B.A. Elge Reklame, met zetel gevestigd te 8400 Oostende, Spalaan 78/W2, H.R. Leuven 79819, voor publiciteitsonderneming en reklameschilderingen, BTW 444.585.543. Curator : Mr. Roland Pintelon, advocaat met kantoor te 8400 Oostende, Jozef-II straat 4, tel. 059/51 21 56, fax. 059/70 08 46. Indienen schuldvorderingen : vóór 11 april 1999, ter griffie van de rechtbank van koophandel, gerechtshof, Canadaplein, 8400 Oostende. Verificatie : op vrijdag 23 april 1999, om 16 u. 30 m., in de gewone gehoorzaal van de rechtbank van koophandel te Oostende. Voor gelijkluidend uittreksel : de curator, (get.) R. Pintelon.
(5613)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, d.d. 11 maart 1999, werd in faling verklaard de N.V. Promor, met zetel te 8400 Oostende, Warschaustraat 3, bus 4, H.R. Oostende 47586, BTW 444.717.284, voor publiciteitsonderneming, vertaalbureau, marketing-communicatie. De aangiften van de schuldvorderingen moeten ingediend worden ter griffie van de rechtbank van koophandel, afdeling Oostende, Canadaplein, te 8400 Oostende, vóór 11 april 1999. Het proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen zal gesloten worden op 26 april 1999, om 10 u. 15 m. Curator : Mr. Geert Lambert, advocaat met kantoor te 8400 Oostende, Batterijstraat 16. Rechter-commissaris : de heer Jan Haud’Huyze. De curator, (get.) G. Lambert.
(Pro deo)
(5614)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Brugge, afdeling Oostende, d.d. 11 maart 1999, werd in faling verklaard de B.V.B.A. Ski-Beach, met zetel te 8430 Middelkerke, Zeedijk 271, H.R. Oostende 30978, BTW 413.715.490, voor drankgelegenheid en spijshuis. De aangiften van de schuldvorderingen moeten ingediend worden ter griffie van de rechtbank van koophandel, afdeling Oostende, Canadaplein, te 8400 Oostende, vóór 11 april 1999. Het proces-verbaal van verificatie van schuldvorderingen zal gesloten worden op 26 april 1999, om 10 uur. Curator : Mr. Geert Lambert, advocaat met kantoor te 8400 Oostende, Batterijstraat 16. Rechter-commissaris : de heer Jan Haud’Huyze. De curator, (get.) G. Lambert.
(5615)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, vierde kamer, van 2 maart 1999, werd het faillissement van de B.V.B.A. Tebriz, H.R. Sint-Niklaas 54925, groothandel in tapijten en vloerbekleding, maatschappelijke zetel te 9100 Sint-Niklaas, Aarschotstraat 1998, in staat van faillissement verklaard op 29 december 1998, gesloten bij gebrek aan actief in toepassing van artikel 73 van de faillissementswet. De gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. De curatoren, (get.) J. Colpaert, Truweelstraat 147, te 9100 SintNiklaas; K. D’Hondt, Kasteeldreef 77, te 9120 Beveren. (Pro deo) (5617)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, d.d. 2 maart 1999, werd het faillissement van de B.V.B.A. Romabel, studie, organisatie- en raadgevend bureau inzake financiële, handels, fiscale en sociale aangelegenheden, met maatschappelijke zetel te 9112 Sinaai, Hulstbaan 44, H.R. Sint-Niklaas 53202, failliet verklaard bij vonnis van zelfde rechtbank, d.d. 26 november 1998, gesloten bij gebrek aan actief, conform artikel 73/74 F.W. d.d. 8 augustus 1997. Gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Voor uittreksel : de curator, (get.) A. Mettepenningen. (Pro deo)
(5618)
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, d.d. 2 maart 1999, werd het faillissement van de B.V.B.A. Jumbo Cleaning, uitbating van servicestation, takeldienst, courierdienst, met maatschappelijke zetel te 9100 Sint-Niklaas, Koningin Fabiolapark 796, H.R. Sint-Niklaas 53853, failliet verklaard bij vonnis van zelfde rechtbank, d.d. 22 oktober 1998, gesloten bij gebrek aan actief, conform artikel 73/74 F.W. d.d. 8 augustus 1997. Gefailleerde werd niet verschoonbaar verklaard. Voor uittreksel : de curator, (get.) A. Mettepenningen. (Pro deo)
(5619)
Faillissement : Mevr. Walrave, Daniëlle, geboren te Gent op 22 september 1973, wonende te 9160 Lokeren, Zand 12, h.o.d.n. « Lingerie Chamade », H.R. Sint-Niklaas 57242, BTW 763.201.542. Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, d.d. 8 maart 1999, werd voornoemde, op bekentenis, failliet verklaard en werd de datum van staking van betalen bepaald op 8 maart 1999. Mevr. Anne-Marie Laureys, advocaat te 9160 Lokeren, Roomstraat 40, werd als curator aangesteld. De heer Harry Cornelis, rechter in handelszaken bij de rechtbank van koophandel, werd als rechter-commissaris aangesteld. De schuldeisers moeten hun aangifte van schuldvordering doen ter griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, afdeling Sint-Niklaas, Kazernestraat 12, te 9100 Sint-Niklaas, binnen de dertig dagen na het vonnis.
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD De sluiting van het proces-verbaal van nazicht van de schuldvorderingen is gesteld op 21 april 1999, te 15 uur, in de gehoorzaal van de rechtbank van koophandel te Sint-Niklaas, Kazernestraat 12, te SintNiklaas. Voor gelijkvormig uittreksel : de curator, (get.) A.-M. Laureys. (5620)
8921
Bij vonnis van 11 maart 1999, van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Hasselt, werd, op bekentenis, in staat van faillissement verklaard de heer Guillaume Giraerts, geboren te Herk-de-Stad op 22 september 1935, thans wonende te 3850 Nieuwerkerken, Oude Processieweg 7, voorheen H.R. Hasselt 32737, doorgehaald d.d. 21 augustus 1998, BTW 572.976.624, vervoer « Transport Giraerts ». Rechter-commissaris : de heer Eraly, rechter in handelszaken.
Rechtbank van koophandel te Hasselt
Curator : Mr. Patrick Berben, advocaat te 3910 Neerpelt, Boseind 33. Staking van betaling bepaald : op 11 maart 1999.
Bij vonnis d.d. 25 februari 1999 van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Hasselt, werd het faillissement Fruithandel Bij Valere N.V., met zetel gevestigd te 3520 Zonhoven, Halveweg 102, H.R. Hasselt 79684, failliet verklaard in datum van 5 december 1996, met als curatoren Mr. Herman Driessen, advocaat te 3500 Hasselt, Catharinaplein 15, en Mr. Hubert Berghs, advocaat te Hasselt, Guffenslaan 84, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. Het vonnis zegt dat er geen redenen bestaan om de gefailleerde verschoonbaar te verklaren.
De schuldeisers dienen aangifte van schuldvordering te doen ter griffie van de rechtbank van koophandel te 3500 Hasselt, Havermarkt 8, vóór 1 april 1999. Sluiting van het proces-verbaal van onderzoek van de schuldvorderingen : heeft plaats op 15 april 1999, te 14 uur, in de raadkamer, gelijkvloers, van de rechtbank. Pro deo nr. 3462, d.d. 11 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Mr. Patrick Berben. (Pro deo) (5624)
De curatoren worden ontlast van hun opdracht. Het vonnis beveelt de publicatie bij uittreksel door de curatoren in het Belgisch Staatsblad. Voor eensluidend verklaard uittreksel : de curatoren, (get.) Herman Driessen; Hubert Berghs. (5621)
Bij vonnis van 11 maart 1999, van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Hasselt, werd, op bekentenis, in staat van faillissement verklaard Mevr. Egyed, Ludwina, geboren te Genk op 25 juli 1957, handeldrijvende onder de naam « Café 525 », wonende te 3530 Houthalen-Helchteren, Grote Baan 525, voorheen H.R. Hasselt 93035, doorgehaald d.d. 25 januari 1999, BTW 773.194.126, café. Rechter-commissaris : de heer Eraly, rechter in handelszaken. Curator : Mr. Patrick Berben, advocaat te 3910 Neerpelt, Boseind 33. Staking van betaling bepaald : op 11 maart 1999. De schuldeisers dienen aangifte van schuldvordering te doen ter griffie van de rechtbank van koophandel te 3500 Hasselt, Havermarkt 8, vóór 1 april 1999. Sluiting van het proces-verbaal van onderzoek van de schuldvorderingen : heeft plaats op 15 april 1999, te 14 uur, in de raadkamer, gelijkvloers, van de rechtbank. Pro deo nr. 3463, d.d. 11 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Mr. Patrick Berben. (Pro deo) (5622)
Bij vonnis van 11 maart 1999, van de tweede kamer van de rechtbank van koophandel te Hasselt, werd, op dagvaarding, in staat van faillissement verklaard de B.V.B.A. Stemax, met zetel te 3800 Sint-Truiden, Kogelstraat 17, H.R. Hasselt 98416, begin activiteit 1 oktober 1997, overgekomen van Luik nr. 177577, BTW 445.063.021. Rechter-commissaris : de heer Eraly, rechter in handelszaken.
Rechtbank van koophandel te Mechelen
Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Mechelen, d.d. 8 maart 1999, werd, op dagvaarding, het faillissement uitgesproken van Legezynska Malgarrata, geboren op 23 augustus 1952, rue de Robiano 56, te 1030 Brussel, H.R. Mechelen 79430, BTW 632.372.001. Rechter-commissaris : de heer H. Verbruggen. Curator : Mr. Eddy Van Daele, advocaat te Mechelen, Frans Halsvest 33/1. Staking van betaling : 8 maart 1999. Indienen van de schuldvorderingen : griffie rechtbank van koophandel, Voochtstraat 7, te 2800 Mechelen, ten laatste op 6 april 1999. Sluiting proces-verbaal van verificatie van de schuldvorderingen : 19 april 1999, om 9 uur, in de rechtbank van koophandel te Mechelen, Voochtstraat 7. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Eddy Van Daele. (5625) Régime matrimonial − Huwelijksvermogensstelsel
Aux termes d’une requête déposée au greffe du tribunal de première instance de Dinant, signée par les époux, M. Roger Armand Ghislain Rondeaux, dessinateur SNCB, né à Awenne le 5 juin 1952, demeurant à 5580 Rochefort, rue de la Croix 38, et Mme Louise Marie Thérèse Ghislaine, dite Lisette Barnich, employée, née à Rochefort le 19 septembre 1953, demeurant à 5580 Jemelle (Rochefort), rue de la Lhomme 49, époux mariés à Rochefort le 4 juillet 1975 sous le régime de la communauté réduite aux acquêts en vertu de leur contrat de mariage reçu par le notaire Maus de Rolley, à Rochefort, le 2 juillet 1975, ont sollicité l’homologation d’un acte reçu par le même notaire Maus de Rolley, à Rochefort, le 1er mars 1999, par lequel ils déclarent adopter le régime de la séparation de biens pure et simple. (Signé) J.-M. Maus de Rolley, notaire. (5626)
Curator : Mr. Patrick Berben, advocaat te 3910 Neerpelt, Boseind 33. Staking van betaling bepaald : op 11 maart 1999. De schuldeisers dienen aangifte van schuldvordering te doen ter griffie van de rechtbank van koophandel te 3500 Hasselt, Havermarkt 8, vóór 1 april 1999. Sluiting van het proces-verbaal van onderzoek van de schuldvorderingen : heeft plaats op 15 april 1999, te 14 uur, in de raadkamer, gelijkvloers, van de rechtbank. Pro deo nr. 3461, d.d. 11 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de curator, (get.) Mr. Patrick Berben. (Pro deo) (5623)
Par jugement rendu par le tribunal de première instance de Mons en date du 22 février 1999, le contrat de mariage modificatif du régime matrimonial des époux, Pierre Vital Hubert Neusy, horticulteur, et Nicole Gilberte Gondry, infirmière, demeurant ensemble à Frameries, rue de Bois Bourdon 38, a été homologué. Le contrat modificatif comporte : l’apport au patrimoine commun d’un bien propre; la révocation et le remplacement d’une clause de partage inégal de la société d’acquêts. (Signé) Paul Raucent, notaire à Frameries. (5627)
8922
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
En date du 3 février 1999 a été homologué par le tribunal de première instance de Neufchâteau le contrat de mariage modificatif des époux, François Dubernard, prépensionné, né à Jette le 17 février 1936, et Françoise Denise Alice Henrotin, pensionnée, née à Anderlecht le 8 octobre 1936, domiciliés à Lomprez, commune de Wellin, ruelle des Boulevard 75, reçu par le notaire Philippe Tilmans, à Wellin, le 24 novembre 1998, et par lequel lesdits époux ont adopté le régime de séparation de biens pure et simple en lieu et place du régime légal. Wellin, le 12 mars 1999. (Signé) Tilmans, notaire.
(5628)
Par requête datée de ce 10 mars 1999, M. Delabassée, Jean-Pierre, gérant de société, né à Escanaffles le 20 juillet 1950, et son épouse, Mme Delepier, Marie-Louise Julia Ghislaine, indépendante, née à Renaix le 29 janvier 1955, demeurant ensemble à Escanaffles, Haute Wimbreucq 11, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une demande en homologation du contrat modificatif de régime matrimonial dressé par acte du notaire Alain Henry, à Estaimbourg, le même jour. Le changement consiste en l’apport par M. Jean-Pierre Delabassée, d’un immeuble à la communauté en raison des aménagements faits ou à faire audit immeuble par le travail et les ressources de chacun des époux. (Signé) Alain Henry, notaire. (5629)
Par requête datée de ce 10 mars 1999, M. Delabassée, Jean-Marie, gérant de société, né à Escanaffles le 12 avril 1946, et son épouse, Mme Vantieghem, Laurette, institutrice, née à Celles le 14 juillet 1947, demeurant ensemble à Escanaffles, Haute Wimbreucq 10, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une demande en homologation du contrat modificatif de régime matrimonial dressé par acte du notaire Alain Henry, à Estaimbourg, le même jour. Le changement consiste en l’apport par M. Jean-Marie Delabassée, d’un immeuble à la communauté en raison des aménagements faits ou à faire audit immeuble par le travail et les ressources de chacun des époux. (Signé) Alain Henry, notaire. (5630)
Par requête datée de ce 10 mars 1999, M. Delabassée, Désiré François Henri, pensionné, né à Escanaffles le 15 juin 1920, et son épouse, Mme Delbart, Berthe Claire, pensionnée, née à Escanaffles le 14 août 1922, demeurant ensemble à Escanaffles, Haute Wimbreucq 9, ont introduit devant le tribunal de première instance de Tournai, une demande en homologation du contrat modificatif de régime matrimonial dressé par acte du notaire Alain Henry, à Estaimbourg, le même jour. Le changement consiste en l’apport par M. Désiré Delabassée, d’un immeuble à la communauté en raison des aménagements faits ou à faire audit immeuble par le travail et les ressources de chacun des époux. (Signé) Alain Henry, notaire. (5631)
Blijkens vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 12 januari 1999, werd de akte, verleden door notaris Christian Ryckaert, te Torhout, op 26 oktober 1998, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Cyriel Jozef Achiel Gruyaert, gepensioneerde, geboren te Torhout op 6 juli 1923, en zijn echtgenote, Mevr. Agnes Alice Volckaert, huishoudster, geboren te Torhout op 8 juni 1924, samenwonende te Torhout, Slingerstraat 42, en in het bijzonder inbreng door zowel de heer Cyriel Gruyaert, als door Mevr. Agnes Volckaert, van een hen respectievelijk persoonlijk toebehorende eigendom gelegen te Torhout, Slingerstraat, evenals de hen eigen zijnde gerechtigden in een eigendom gelegen te Torhout, Slingerstraat, in de tussen hen bestaande wettelijke gemeenschap en toevoeging van een verblijvingsbeding, gehomologeerd. Torhout, 9 maart 1999. Namens de echtgenoten Ryckaert, notaris te Torhout.
Gruyaert-Volckaert,
(get.)
Christian (5632)
Blijkens vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 12 januari 1999, werd de akte, verleden door notaris Christian Ryckaert, te Torhout, op 16 oktober 1998, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Daniël Raymond Maes, landbouwer, geboren te Lichtervelde op 23 september 1939, en zijn echtgenote, Mevr. Noëlla Maria Delaere, helpster van zelfstandige, geboren te Ingelmunster op 4 juli 1937, samenwonende te Lichtervelde, Wulleputstraat 23, en in het bijzonder inbreng door de heer Daniël Maes van een hem persoonlijk toebehorende eigendom gelegen te Lichtervelde, Wulleputstraat 23, in de tussen hen bestaande wettelijke gemeenschap en toevoeging van een verblijvingsbeding en een wederzijdse gifte tussen echtgenoten, gehomologeerd. Torhout, 9 maart 1999. Namens de echtgenoten Maes-Delaere, (get.) Christian Ryckaert, notaris te Torhout. (5633)
Blijkens vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, op 27 oktober 1998, werd de akte, verleden door notaris Christian Ryckaert, te Torhout, op 2 april 1997, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel bestaande tussen de heer Gilbert Remi Dupon, postman, geboren te Torhout op 22 februari 1951, en zijn echtgenote, Mevr. Christiane Marie José Vansieleghem, arbeidster, geboren te Oostende op 27 maart 1957, samenwonende te 8480 Ichtegem, Melkerijstraat 15, en in het bijzonder inbreng door de heer Gilbert Dupon van een hem persoonlijk toebehorend woonhuis te Ichtegem, Melkerijstraat 17, in de tussen hen bestaande wettelijke gemeenschap en toevoeging van een verblijvingsbeding, gehomologeerd. Torhout, 9 maart 1999. Namens de echtgenoten Dupon-Vansieleghem, (get.) Christian Ryckaert, notaris te Torhout. (5634)
Bij beschikking van de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt, d.d. 16 februari 1999, werd de akte houdende regeling wederzijdse rechten en wijziging huwelijksvermogensstelsel, houdende het stelsel van scheiding van goederen, verleden voor notaris Rose-Marie Vanhelmont, te Hasselt, op 17 september 1998, tussen de heer Polders, Ludo Ghislain Valentin, huisschilder, geboren te Hasselt op 7 september 1952, en zijn echtgenote, Mevr. Steegmans, Marie-Claire Jeanne Louisa, zelfstandig helpster, geboren te Hasselt op 30 maart 1954, samenwonende te 3500 Hasselt, Sint-Truidersteenweg 519, gehomologeerd. Hasselt, 9 maart 1999. Voor de verzoekers, (get.) Rose-Marie Vanhelmont, notaris te Hasselt. (5635)
Bij verzoekschrift neergelegd op 12 maart 1999, hebben de heer Calis, Frans Remi Cornelius, arbeider, en zijn echtgenote, Mevr. Hendrycks, Odette, zonder beroep, samenwonende te Langemark-Poelkapelle (Langemark), Wolvengrachtstraat 9, de homologatie aangevraagd aan de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, van een akte, verleden voor notaris Jan Vandenweghe, te Zonnebeke, in datum van 1 maart 1999, houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel. Voor Calis Frans-Hendrycks, Odette, (get.) Jan Vandenweghe, notaris. (5636)
Bij verzoekschrift van 27 februari 1999, aan de rechtbank van eerste aanleg te Ieper, hebben de heer Casteleyn, Ghislain, vrachtwagenchauffeur, en Mevr. De Pauw, Jenny, werkzoekende, samenwonende te 8940 Wervik, Menensteenweg 91, de homologatie verzocht van de akte houdende wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel, verleden voor notaris Frans Debucquoy, te Wevelgem, op 27 februari 1999, en inhoudende de inbreng van een onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen door de heer Casteleyn, Ghislain, en verdeling van het gemeenschappelijk vermogen. (Get.) Frans Debucquoy, notaris te Wevelgem. (5637)
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD Bij vonnis verleend door de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, op 4 februari 1999, werd gehomologeerd, de akte van wijziging van het huwelijksvermogensstelsel, verleden op 3 november 1998, voor notaris Vincent Guillemyn, te Lauwe (Menen), waarbij de echtgenoten Verhaest, Jean en Vanassche, Christine, gehuwd onder het stelsel der wettelijke gemeenschap van goederen, een eigen onroerend goed in het gemeenschappelijk vermogen hebben ingebraht. Namens de echtgenoten-verzoekers, (get.) Vincent Guillemyn, notaris. (5638)
8923
Op 19 februari 1999 hebben de heer Dieltjens, Jozef August Catharina Antonia, mecanicien, en zijn echtgenote, Stabel, Godelieve Josephine Jules, huisvrouw, samenwonende te 2520 Broechem (Ranst), Juul Persijnstraat 16, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een verzoekschrift, d.d. 11 februari 1999, neergelegd strekkende tot homologatie van de akte, verleden voor notaris René Van Kerkhoven, te Broechem (Ranst), op 11 februari 1999, waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Antwerpen, 8 maart 1999. De griffier, (get.) M. De Reyck. Antwerpen, 8 maart 1999.
Bij vonnis van vier februari negentienhonderd negenennegentig heeft de rechtbank van eerste aanleg te Kortrijk, de akte gehomologeerd verleden voor notaris Jean-Charles De Witte, te Kortrijk, op zestien november negentienhonderd achtennegentig, houdende wijziging van het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer Werner Serroen en Mevr. Maria Debeuf, samenwonende te Kuurne, Ter Groenen Boomgaard 62.
Voor eensluidend uittreksel afgeleverd aan verzoekers, de griffier, (get.) M. De Reyck. (5643)
Het wettelijk stelsel van gemeenschap werd vervangen door het stelsel van de scheiding van goederen.
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen, rechtsprekende in burgerlijke zaken, d.d. 18 januari 1999, werd gehomologeerd de notariële akte d.d. 25 september 1998, verleden voor notaris De Strycker, Jacques, met standplaats te Lier, op verzoek van de heer Van Dessel, Wilfried Albert Betha, bestuurder van vennootschappen, geboren te Lier op 26 maart 1953, en zijn echtgenote, Mevr. Theeuws, Maria Rita, huisvrouw, geboren te Lier op 13 juni 1953, samenwonende te 2500 Lier, Paul Krugerstraat 79, gehuwd te Lier op 1 augustus 1974, houdende de wijziging van hun huwelijksvermogensstelsel.
Kortrijk, tien maart negentienhonderd negenennegentig. (Get.) J.-Ch. De Witte, notaris.
(5639)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, van zeventien februari negentienhonderd negenennegentig, ingevolge akte van notaris Eric Tallon, te Geetbets, van tien juni negentienhonderd zevenentachtig, verleden tussen de heer Schiettecatte, Philippe Armand Paul, en zijn echtgenote, Du Jardin, Carine Catharina Alice, wonende te Boortmeerbeek, Oudestraat 50, gehomologeerd. (Get.) Eric Tallon, notaris.
(5640)
De echtgenoten Eddy Armand Paul Vinck, zonder beroep, geboren te Dendermonde op 28 oktober 1951, en zijn echtgenote, Mevr. AnneMarie Alfons Dimphna Tordoor, zonder beroep, geboren te Mol op 21 augustus 1967, samenwonende te Meerhout, Olmsebaan 55, hebben bij verzoekschrift van 20 februari 1999 verzocht om de homologatie door de rechtbank van eerste aanleg te Turnhout, van de akte van wijziging van huwelijksvermogensstelsel verleden voor notaris Johan Van Ermengem, te Meerhout, op 20 februari 1999, inhoudende de inbreng in de gemeenschap van een onroerend goed door de heer Vinck.
Rechtbank van eerste aanleg te Mechelen
Mechelen, 2 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel : de griffier-hoofd van dienst, (get.) G. Helsen. (5644) Succession vacante − Onbeheerde nalatenschap
Par ordonnance prononcée en chambre du conseil du tribunal de première instance de Verviers du 18 janvier 1999, Me Stéphane Collin, avocat, rue du Palais 34, à 4800 Verviers, a été désigné en qualité de curateur à la succession vacante de M. Lange, Hubert Emile Joseph, né à Verviers le 16 mars 1926, époux séparé de corps de Bronchain, Georgette, de son vivant domicilié rue Pisseroule 12, à 4820 Dison, et y décédé le 28 février 1998. Les créanciers et les débiteurs du défunt sont invités à se manifester auprès du curateur, dans les trois mois, à dater de la présente publication, par recommandé, étant entendu que l’actif ne permettra pas nécessairement de payer tous les créanciers. (Signé) Me Stéphane Collin, curateur. (5645)
Namens de verzoekers, (get.) Johan Van Ermengem, notaris te Meerhout. (5641)
Rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen
Op 3 februari 1999 hebben de heer Wilms, Marc Jules Leona, controleur bij De Post, en zijn echtgenote, de Maesschalck, Monique Lucienne Ludovica, huisvrouw, samenwonende te 2050 Antwerpen L.O., Victor Hugostraat 34, ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Antwerpen een verzoekschrift d.d. 10 juli 1998, neergelegd strekkende tot homologatie van de akte, verleden voor notaris Freddy Glorie, te Zwijndrecht (provincie Antwerpen), op 10 juli 1998, waarbij zij hun huwelijksvermogensstelsel wijzigden. Antwerpen, 8 maart 1999. De griffier, (get.) M. De Reyck. Antwerpen, 8 maart 1999. Voor eensluidend uittreksel afgeleverd aan verzoekers, de griffier, (get.) M. De Reyck. (5642)
Par jugement prononcé le 25 février 1999, en audience publique de la deuxième chambre du tribunal de première instance de Dinant, a été déclaré vacante la succession de feu Jacqueline Mariage, née à Jette le 4 novembre 1935, veuve de M. Hoebanckx-Dechaineux, Ivan, domiciliée de son vivant à Rochefort (Han-sur-Lesse), rue des Grottes 29, et décédée à Liège le 1er août 1998. Me Christine Dufour, avocate à Dinant, rue de la Pommeraie 21, est désignée curateur à ladite succession vacante par ce même jugement. Les créanciers sont invités à faire connaître leurs droits au curateur dans les trois mois de la présente publication. Le curateur, (signé) C. Dufour. (5646)
Bij vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne van 22 januari 1999 werd Mr. Dirk Bailleul, advocaat te 8620 Nieuwpoort, Albert I-laan 52C, aangesteld als curator van de voor onbeheerd gehouden nalatenschap van wijlen Hoste, Anne-Marie Rosalie, geboren te Blaton op 6 april 1899, laatst wonende te 8670 Koksijde, Westdiep 52/5, en overleden te Koksijde op 21 maart 1998. (Get.) Mr. Dirk Bailleul, advocaat. (5647)
8924
MONITEUR BELGE — 19.03.1999 — BELGISCH STAATSBLAD
Par ordonnance du tribunal de Mons en date du 22 février 1999, RRQ 98/224/B, Me J.L. Legat, juge de paix suppléant, avocat à 7000 Mons, boulevard Kennedy 65, a été désigné en qualité de curateur à la succession vacante de feu Marcel Saussez, né à Erquennes le 14 juillet 1912, et décédé à Saint-Ghislain le 3 octobre 1996, domicilié de son vivant à 7387 Onnezies, rue de l’Abreuvoir 5. Les créanciers et débiteurs éventuels de cette succession vacante se feront connaître du curateur par lettre recommandée, dans les trois mois de la présente publication. Le curateur, (signé) J.L. Legat. (5648)
Rechtbank van eerste aanleg te Brugge
Bij vonnis in raadkamer, uitgesproken op 9 maart 1999 door de zevende kamer van de rechtbank van eerste aanleg te Brugge, wordt Mr. Pintelon, Roland, advocaat te 8400 Oostende, Jozef II-straat 4, aangewezen als curateur over de onbeheerde nalatenschap van wijlen Mevr. Muldermans, Josette Georgette Marthe, geboren te Oostende op 6 juli 1949, destijds wonende te 8400 Oostende, Meidoornstraat 52, overleden te Oostende op 4 oktober 1998, op wiens nalatenschap niemand aanspraak maakt. Brugge, 12 maart 1999. De hoofdgriffier van de rechtbank, (get.) G. De Zutter.
(5649)
Séparation de biens − Scheiding van goederen Par exploit du ministère de huissier de justice de résidence à 4000 Liège, en date du 1er février 2019. A la requête de Mme Geubel, Annette, institutrice, domiciliée à 4030 Liège (Grivegnée), rue Fraischamps 198. Citation en séparation de corps et biens a été donné à M. Stassart, Michel Pierre Philippe, né à Waremme le 5 juin 1959, ouvrier S.N.C.B. (app.), domicilié à 4432 Ans (Alleur), rue Hyacinthe Souris 44. A comparaître le mardi vingt-trois (23) février 1900 nonante-neuf, à 9 heures du matin, à l’audience publique tenue par-devant la deuxième chambre civile du tribunal de première instance séant à Liège, siégeant au local ordinaire de ses audiences, sis à 4000 Liège, annexe au palais de justice, rue du Palais 66, salle J, audit Liège, sous le numéro de rôle générale : 480/A. Pour extrait conforme : l’huissier de justice, (signé) L. Chabot. (5650) Op 22 februari 1999 werd voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent een vordering « scheiding van goederen » ingeleid door Mevr. Maes, Jeanine, zonder beroep, wonende te 9031 Drongen, Alfons Bynlaan 26, tegen haar echtgenoot, de heer Van Crombrugge, Michel, bediende NMBS, wonende te 9031 Drongen, Alfons Bynlaan 26. Dagvaarding werd betekend op 4 februari 1999. (Get.) I. De Clercq, advocaat. (5651)
Moniteur belge, rue de Louvain 40-42, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Leuvenseweg 40-42, 1000 Brussel. Conseiller/adviseur : A. VAN DAMME