Liturgie zondag 1 maart 2015 Ochtenddienst Dorpskerk De Bilt Lied 130 C uit proefbundel
2. Als U niets dan zonden zag, Heer, mijn God, wie bleef in leven? Maar U wilt nu
juist vergeven. Dus verdient U diep ontzag, ons diep ontzag.
Stil gebed, Votum en groet Lied ‘Grote God, zie ons verlegen’ (ds. A.F.Troost)
1
2. Christus, hoor ons diep verlangen vrij van heimwee thuis te zijn, waar wij blij verbaasd ontvangen levend water, brood en wijn; om te delen, door te geven parels uit een oude schat, niet nog langer zo te leven als wij nu doen: moe en mat.
3. Goede Geest, wek ons vertrouwen: gloed van God, U zoekt, U vindt; U bent vuur dat doet aanschouwen licht dat nevels overwint. Doe ons spreken, hoe verlegen: hoogste tijd om op te staan! Christus gaat langs onze wegen het is tijd om mee te gaan.
Lezen van de wet Psalm 51: 1 Genâ, o God, genâ, hoor mijn gebed; Verschoon mij toch naar Uw barmhartigheden; Delg uit mijn schuld, vergeef mijn overtreden: Uw goedheid wordt noch paal, noch perk gezet. Ai, was mij wel van ongerechtigheid; Mijn schuld is zwaar, ik heb Uw wet geschonden; Zie mijn berouw, hoor, hoe een boetling pleit, 2
En reinig mij van al mijn vuile zonden. 3 't Is niet alleen dit kwaad, dat roept om straf; Neen, 'k ben in ongerechtigheid geboren; Mijn zonde maakt mij 't voorwerp van Uw toren. Reeds van het uur van mijn ontvang'nis af. Zie, Gij hebt lust tot waarheid in 't gemoed; Gij, HEER, Die weet, al wat ik
heb misdreven, Gij, die mijn geest met wijsheid hadt gevoed,
En in mijn ziel Uw Godd'lijk licht gegeven.
Gebed KinderNevenDienst Schriftlezing Johannes 12: 20 Nu waren er enkele Grieken onder hen die gekomen waren om op het feest te aanbidden. 21 Die dan gingen naar Filippus, die van Bethsaïda in Galilea afkomstig was, en vroegen hem: Heer, wij willen Jezus graag zien. 22 Filippus kwam en zei het tegen Andreas, en Andreas en Filippus zeiden het op hun beurt tegen Jezus. 23 Maar Jezus antwoordde hun: Het uur is gekomen dat de Zoon des mensen verheerlijkt zal worden. 24 Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als de tarwekorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft hij alleen, maar als hij sterft, draagt hij veel vrucht. 25 Wie zijn leven liefheeft, zal het verliezen, en wie zijn leven haat in deze wereld, zal het behouden tot het eeuwige leven. 26 Als iemand Mij dient, laat hij Mij volgen, en waar Ik ben, daar zal ook Mijn dienaar zijn. En als iemand Mij dient, zal de Vader hem eren. 27 Nu is Mijn ziel in beroering en wat zal Ik zeggen? Vader, verlos Mij uit dit uur! Maar hierom ben Ik in dit uur gekomen. 28 Vader, verheerlijk Uw Naam! Er kwam dan een stem uit de hemel: En Ik heb Hem verheerlijkt en Ik zal Hem opnieuw verheerlijken. 29 De menigte dan die daar stond en dit hoorde, zei dat er een donderslag geweest was. Anderen zeiden: Een engel heeft tot Hem gesproken. 30 Jezus antwoordde en zei: Niet voor Mij is deze stem er geweest, maar voor u. 31 Nu wordt het oordeel over deze wereld voltrokken, nu zal de vorst van deze wereld buitengeworpen worden. 32 En Ik, als Ik van de aarde verhoogd ben, zal allen naar Mij toe trekken. 33 (En dit zei Hij om aan te duiden welke dood Hij zou sterven.) Schriftlezing 2 Korinthe 4: 7 Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de alles overtreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons. 8 Wij worden in alles verdrukt, maar niet in het nauw gebracht; wij zijn in twijfel, maar niet vertwijfeld; 3
9 wij worden vervolgd, maar niet verlaten; neergeworpen, maar niet te gronde gericht. 10 Wij dragen altijd het sterven van de Heere Jezus in het lichaam mee, opdat ook het leven van Jezus in ons lichaam openbaar wordt. 11 Want wij die leven, worden voortdurend aan de dood overgegeven om Jezus’ wil, opdat ook het leven van Jezus openbaar wordt in ons sterfelijk vlees. 12 Zo is dan de dood werkzaam in ons, maar het leven in u. 13 Maar omdat wij dezelfde Geest van het geloof hebben, overeenkomstig wat geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook. 14 Wij weten immers dat Hij Die de Heere Jezus opgewekt heeft, ook ons door Jezus zal opwekken en samen met u voor Zich zal stellen. 15 Want dit alles gebeurt ter wille van u, opdat de genade, die meer en meer is toegenomen, door de dankzegging van velen overvloedig wordt tot verheerlijking van God. Psalm 3: 2 Maar, trouwe God, Gij zijt Het schild, dat mij bevrijdt, Mijn eer, mijn vast betrouwen; Op U vest ik het oog; Gij heft mijn hoofd omhoog, En doet m' Uw gunst aanschouwen.
'k Riep God niet vrucht'loos aan; Hij wil mij niet versmaân In al mijn tegenheden; Hij zag van Sion neer, De woonplaats van Zijn eer, En hoorde mijn gebeden.
Verkondiging. Thema: Wat valt er te zien? Gezang 173: 1 Alles wat over ons geschreven is gaat Gij volbrengen deze laatste dagen, alle geboden worden thans voldragen, alle beproeving van de wildernis. 2 Gods schepping die voor ons gesloten bleef ontsluit Gij weer, Gij opent onze harten,
4
die Zoon van David zijt en Man van Smarte, Koning der Joden die de dood verdreef. 3 Jezus, de haard van uw aanwezigheid zal in ons hart een vreugdevuur ontsteken. Gij gaat vooraan, Gij zult ons niet ontbreken, Gij Hogepriester in der eeuwigheid.
4 Gij onderhoudt de vlam van ons bestaan, aan U, o Heer, ontleent het brood zijn leven, ons is een lofzang in de mond gegeven, sinds Gij de weg van 't offer zijt gegaan.
5 Dit is uw opgang naar Jeruzalem waar Gij uw vrede stelt voor onze ogen, vrede aan allen die uw naam verhogen: heden hosanna, morgen kruisigt Hem!
Dankgebed, voorbeden Collecte(n) Psalm 104: 1 Mijn ziel, verheerlijk God om zijne macht. Bekleed is Hij met majesteit en pracht, het licht heeft Hij als mantel omgeslagen, Hij maakt de wolken tot zijn zegewagen. Hij die de hemel uitspant als een tent, Hij bouwt zijn zalen in het firmament. Op vleugels van de wind schrijdt Hij verheven, storm zendt Hij uit, door vuur wordt Hij omgeven. 10 Ik zal den HEER lofzingen levenslang, zolang ik ben wijd ik Hem mijn gezang. Behage Hem het lied dat ik Hem wijdde, dan zal ik steeds mij in den HEER verblijden. De aarde wordt van alle zondaars rein, de goddelozen zullen niet meer zijn. Loof, halleluja, loof, mijn ziel, den HERE, alles in allen zal Hij triomferen.
5