Liturgie voor de huwelijksbevestiging van JacoBénard
ElizeSpeksnijder
Voorganger:
Ds. G.A. van den Brink
Organist:
Mark Brandwijk
Hartelijk welkom in deze dienst. Wij vinden het fijn dat u er bent en wensen u een goede, gezegende dienst toe. Orgelspel Zingen: Gezang 93 Indien mogelijk, staande zingen.
Bruid wordt tijdens het zingen binnen gebracht aan de hand van haar vader. Ere zij aan God, de Vader. Ere zij aan God, de Vader, ere zij aan God, de Zoon, eer de Heil’ge Geest, de Trooster, de Drie-een’ge in Zijn troon. Halleluja, halleluja, de Drie-een’ge in Zijn troon! Ere zij aan Hem wiens liefde ons van alle smet bevrijdt, eer zij Hem die ons gekroond heeft, koningen in heerlijkheid. Halleluja, halleluja, ere zij het Lam gewijd. Stil gebed We zijn een moment stil waarin iedereen voor zichzelf tot God kan bidden.
Votum en groet De predikant spreekt uit dat we het in deze dienst van de HEERE God verwachten en hij begroet de gemeente in de naam van God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
Zingen:
Psalm 136: 1, 3
Looft de HEER, want Hij is goed; Looft Hem met een blij gemoed; Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
2
Want Zijn gunst, alom verspreid, zal bestaan in eeuwigheid. Looft der heren Opperheer; Buigt u need’rig voor Hem neer; Want Zijn gunst, alom verspreid, zal bestaan in eeuwigheid. Geloofsbelijdenis De predikant spreekt de geloofsbelijdenis uit en iedereen spreekt in zijn of haar hart mee.
Zingen:
Psalm 48:6
Want deze God is onze God; Hij is ons deel, ons zalig lot, Door tijd noch eeuwigheid te scheiden; Ter dood toe zal Hij ons geleiden. Gebed De predikant spreekt namens de gemeente een gebed uit tot God en bidt om een zegen over deze dienst. De gemeente bidt in stilte mee.
Schriftlezing: Psalm 16 1 Een gouden kleinood van David. Bewaar mij, o God, want ik betrouw op U. 2 O mijn ziel , gij hebt tot de HEERE gezegd: Gij zijt de Heere; mijn goedheid raakt niet tot U, 3 Maar tot de heiligen die op de aarde zijn, en de heerlijken, in dewelke al mijn lust is. 4 De smarten dergenen die een anderen god begiftigen, zullen vermenigvuldigd worden; ik zal hun drankoffers van bloed niet offeren, en hun namen op mijn lippen niet nemen. 5 De HEERE is het Deel van mijn erve en van mijn beker; Gij onderhoudt mijn lot. Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
3
6 De snoeren zijn mij in lieflijke plaatsen gevallen; ja, een schone erfenis is mij geworden. 7 Ik zal de HEERE loven, Die mij raad heeft gegeven; zelfs bij nacht onderwijzen mij mijn nieren. 8 Ik stel de HEERE gedurig voor Mij; omdat Hij aan Mijn rechterhand is, zal Ik niet wankelen. 9 Daarom is Mijn hart verblijd en Mijn eer verheugt zich; ook zal Mijn vlees zeker wonen. 10 Want Gij zult Mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten dat Uw Heilige de verderving zie. 11 Gij zult Mij het pad des levens bekendmaken; verzadiging der vreugde is bij Uw aangezicht; lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, eeuwiglijk. Collecte Inzameling van de gaven met als bestemming: de kerk.
Zingen:
Psalm 16:4,6
Ik zal de HEER, Die mij getrouwe raad gegeven heeft, met psalmgezangen prijzen, Daar 't Godd'lijk licht mij toe straalt vroeg en laat, mijn nieren zelfs bij nacht mij onderwijzen. Ik stel die HEER gedurig mij voor ogen. Zijn rechterhand zal nooit mijn val gedogen. Gij maakt eerlang mij 't levenspad bekend, waarvan, in druk, 't vooruitzicht mij verheugde. Uw aangezicht, in gunst tot mij gewend, schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugde. De lieflijkheên van 't zalig hemelleven, zal eeuwiglijk Uw rechterhand mij geven. Prediking
n.a.v. Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
4
Zingen:
Psalm 37:2,3
Stel op de HEER in alles uw betrouwen; Betracht uw plicht; bewoon het aardrijk; leer uw welvaart op Gods trouw volstandig bouwen. Verlustig u met blijdschap in de HEER: Dan zal Hij u in liefd' en gunst aanschouwen, u schenken wat uw hart van Hem begeer'. Geen ijd'le zorg doe u van 't heilspoor dwalen. Houd in uw weg het oog op God gericht. Vertrouw op Hem, en d' uitkomst zal niet falen. Hij zal welhaast uw recht, voor elks gezicht, doen dagen, als de morgenzonnestralen, en blinken, als het helder middaglicht. Lezing van het formulier om het huwelijk voor de gemeente van Christus te bevestigen: Aangezien aan de gehuwden gewoonlijk velerlei tegenspoed en kruis vanwege de zonde overkomt, zo hoort dan uit het Woord Gods, hoe eerbaar het huwelijk is, en dat het een inzetting van God is, die aan Hem behaagt, opdat u, Jacobus Benard en Elize Speksnijder (die uw echtverbinding in Gods Naam openlijk alhier in de Kerk wilt laten bevestigen), in uw harten ook verzekerd mogen zijn van de gewisse hulp van God in uw kruis. Daarom zal Hij ook de getrouwden zegenen en hen bijstaan, zoals Hij beloofd heeft; daarentegen de hoereerders en overspelers zal Hij oordelen en straffen. 1. En ten eerste zult u weten dat God, onze Vader, nadat Hij hemel en aarde, en alles wat daarin is, geschapen had, de mens schiep naar Zijn beeld en Zijn gelijkenis, opdat hij heerschappij zou hebben over de dieren der aarde, over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels. En nadat Hij de mens geschapen had, sprak Hij: “Het is niet goed dat de mens alleen zij; Ik zal hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij. (…) Toen deed de HEERE God een diepe slaap Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
5
op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben en sloot die plaats toe met vlees. En de HEERE God bouwde de rib die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw, en Hij bracht haar tot Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen en vlees van mijn vlees; men zal haar Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aankleven, en zij zullen tot één vlees zijn” (Gen. 2:18, 21-24). Daarom zult u ook niet twijfelen, of het huwelijk behaagt aan God de Heere; omdat Hij voor Adam zijn huisvrouw geschapen heeft, Zelf haar toegebracht, en aan hem tot een huisvrouw gegeven heeft. Daarmee betuigt Hij dat Hij nog heden ten dage aan een ieder zijn huisvrouw gelijk als met Zijn hand toebrengt. Daarom heeft ook de Heere Jezus Christus het huwelijk zo hoog geëerd, met Zijn tegenwoordigheid, giften en wondertekenen te Kana in Galiléa (Joh. 2:1-11), om daarmee te betuigen dat het huwelijk behoort eerbaar gehouden te worden bij allen, en dat Hij aan de getrouwden Zijn hulp en bijstand altijd wil bewijzen, ook wanneer men dat allerminst verwacht. 2. Maar opdat u in deze staat godzalig leven zou mogen leven, zo zult u, ten tweede, weten de oorzaken waarom God het huwelijk heeft ingezet. a. De eerste oorzaak is, opdat de een de ander trouw zou helpen en bijstaan in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren. b. De andere, wanneer zij kinderen krijgen zullen, hen in de waarachtige kennis en vreze Gods, Hem ter eer, en tot hun zaligheid opvoeden. c. De derde oorzaak, opdat een ieder, alle onkuisheid en boze lusten vermijdend, met een goed en gerust geweten zou mogen leven. Want om hoererij te vermijden, zal iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man (1 Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
6
Kor. 7:2); alzo dat allen die tot hun jaren gekomen zijn en de gave der onthouding niet hebben, naar het bevel Gods verbonden en schuldig zijn, zich tot de gehuwde staat, naar Christelijke ordening, met weten en wil van hun ouders, of van voogden en vrienden, te begeven; opdat de tempel Gods, dat is ons lichaam, niet verontreinigd zou worden; want zo iemand den tempel Gods schendt, dien zal God schenden (1 Kor. 3:17). 3. Daarna zult u, ten derde, ook weten hoe zich de een jegens de ander naar Gods Woord verschuldigd is te gedragen. a. Ten eerste zult u, Jacobus Bénard, weten dat God u aangesteld heeft tot een hoofd van de vrouw, opdat u haar naar uw vermogen verstandig leidend, zou onderwijzen, troosten en beschermen, zoals het hoofd het lichaam regeert, ja, zoals Christus het Hoofd, de Wijsheid, de Troost en de Bijstand van Zijn gemeente is. Bovendien zult u uw huisvrouw liefhebben als uw eigen lichaam, gelijk Christus Zijn gemeente liefgehad heeft (Ef. 5:22-30). U zult niet verbitterd tegen haar worden, maar bij haar wonen met verstand, en aan het vrouwelijke vat, als het zwakste, eer geven, als iemand die ook mede-erfgenaam van de genade des levens met haar bent; opdat uw gebeden niet verhinderd zouden worden (1 Petr. 3:7). En aangezien het Gods bevel is dat de man in het zweet zijns aanschijns brood zal eten, zo zult u ook getrouw en naarstig in uw Goddelijk beroep arbeiden, opdat u uw huisgezin met God en met ere zou mogen onderhouden, en ook daarenboven iets hebt om aan de hulpbehoevenden mede te delen. b. Desgelijks zult u, Elize Speksnijder, weten hoe u zich naar het Woord Gods houden zult jegens uw man. U zult uw wettige man liefhebben, eren en vrezen, ook hem gehoorzaam zijn in alle dingen die recht en billijk zijn, als uw heer; zoals het lichaam aan het hoofd, en zoals de gemeente aan Christus Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
7
onderdanig is. U zult geen heerschappij gebruiken over uw man, maar stil zijn (1 Tim. 2:11-12). Want Adam is eerst gemaakt, daarna Eva, Adam tot hulpe. En na de val heeft God tot Eva, en in haar persoon tot het ganse vrouwelijk geslacht gesproken: “Tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben” (Gen. 3:16). Deze ordinantie Gods zult u niet tegenstaan, maar veelmeer het gebod Gods gehoorzaam zijn, en het voorbeeld van de heilige vrouwen navolgen, die op God hoopten, en hun eigen mannen onderdanig waren, “gelijk Sara haar man Abraham gehoorzaam geweest is, hem noemende haar heer” (1 Petr. 3:6). U zult ook uw man in alle goede en oprechte dingen behulpzaam zijn, op uw huishouding goede acht hebben, en in alle ingetogenheid en eerbaarheid, zonder wereldlijke pracht, wandelen, opdat u aan anderen een goed voorbeeld van zedigheid moogt geven. Daarom, Jacobus Bénard en Elize Speksnijder, nadat u verstaan hebt dat God het huwelijk ingezet heeft, en wat u daarin door Hem bevolen wordt; bent u van zin en willen in deze heilige staat aldus te leven, gelijk u hier betuigt voor de Christelijke gemeente; en begeert u dat deze uw huwelijke staat bevestigd wordt? Wat is hierop uw beider antwoord? (Daarna spreekt de dienaar tot de gemeente:) Ik neem u allen die hier nu vergaderd bent, tot getuigen dat er geen wettige verhindering tegen dit huwelijk voorgekomen is. (Voorts tot de trouwenden:) Aangezien het dan recht en behoorlijk is dat uw zaak voortgang heeft, zo moge onze Heere God uw voornemen, dat Hij u gegeven heeft, bevestigen; en uw beginsel zij in de Naam des Heeren, Die hemel en aarde geschapen heeft.
Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
8
(Daarna zullen zij elkander de hand geven; en de dienaar spreekt eerst tot de bruidegom:) Jacobus Benard, belijdt u hier voor God en Zijn heilige gemeente, dat u genomen hebt en neemt, tot uw wettige huisvrouw Elize Speksnijder, hier tegenwoordig; haar belovende dat u haar nimmermeer zult verlaten; dat u haar zult liefhebben, en trouw onderhouden, gelijk een getrouw en godvrezend man aan zijn wettige vrouw schuldig is; dat u ook heilig met haar leven wilt, haar trouw en geloof houdende in alle dingen, naar uitwijzen van het heilig Evangelie? Wat is hierop uw antwoord? (Daarna tot de bruid:) Elize Speksnijder, belijdt u hier voor God en Zijn heilige gemeente, dat u genomen hebt en neemt, tot uw wettige man Jacobus Benard, hier tegenwoordig; en belooft u hem gehoorzaam te zijn, hem te dienen en te helpen, hem nimmermeer te verlaten, heilig met hem te leven, hem trouw en geloof in alle dingen te houden, gelijk een vrome en getrouwe huisvrouw aan haar wettige man schuldig is, naar uitwijzen van het heilig Evangelie? Wat is hierop uw antwoord? Zingen:
Psalm 134:2
Bruidspaar knielt bij de 3e regel.
Heft uwe handen naar omhoog. Slaat naar het heiligdom uw oog. En knielt eerbiedig voor Hem neer. Looft, looft nu aller heren HEER! Huwelijkszegen De Vader der barmhartigheid, Die u door Zijn genade tot deze heilige staat van het huwelijk geroepen heeft, verbinde u met rechte liefde en trouw, en geve u Zijn zegen. Amen. Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
9
Zingen:
Psalm 134:3
De aanwezigen staan, indien mogelijk.
Dat ‘s HEEREN zegen op u daal’. Zijn gunst uit Sion u bestraal’. Hij schiep ‘t heelal, Zijn Naam ter eer. Looft, looft dan aller heren HEER! Hoort nu uit het Evangelie hoe sterk de band van het huwelijk is, zoals Mattheüs beschrijft (Matth. 19:3-9): “En de Farizeeën kwamen tot Hem, verzoekende Hem en zeggende tot Hem: Is het een mens geoorloofd zijn vrouw te verlaten om allerlei oorzaak? Doch Hij antwoordende zei tot hen: Hebt u niet gelezen, Die van den beginne de mens gemaakt heeft, dat Hij hen gemaakt heeft man en vrouw? En gezegd heeft: Daarom zal een mens vader en moeder verlaten en zal zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn? Alzo dat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. Zij zeiden tot Hem: Waarom heeft dan Mozes geboden een scheidbrief te geven en haar te verlaten? Hij zei tot hen: Mozes heeft vanwege de hardheid uwer harten u toegelaten uw vrouwen te verlaten; maar van den beginne is het alzo niet geweest. Maar Ik zeg u, dat zo wie zijn vrouw verlaat, anders dan om hoererij, en een andere trouwt, die doet overspel; en die de verlatene trouwt, doet ook overspel.” Gelooft deze woorden van de Heere Christus, en zijt daarvan verzekerd, dat onze Heere God u samengevoegd heeft tot deze heilige staat. En daarom zult u ook alles wat u daarin overkomt, met geduld en dankzegging aannemen, als van de hand des Heeren; zo zal het u ook alles ten beste en ter zaligheid gedijen.
Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
10
Overhandiging van de huwelijksbijbel. Voorlezen Psalm 128 en toespraak: Hoort nu de belofte van God uit de 128ste psalm: Welgelukzalig is een ieder die de HEERE vreest, die in Zijn wegen wandelt. Want gij zult eten de arbeid uwer handen; welgelukzalig zult gij zijn, en het zal u welgaan. Uw huisvrouw zal wezen als een vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis, uw kinderen als olijfplanten rondom uw tafel. Zie, alzo zal zeker die man gezegend worden, die de HEERE vreest. De HEERE zal u zegenen uit Sion, en gij zult het goede van Jeruzalem aanschouwen, al de dagen uws levens; En gij zult uw kindskinderen zien. Vrede over Israël. Onze lieve Heere God vervulle u met Zijn genade, en geve u dat u, in alle godzaligheid, liefde en enigheid, lang en heilig samen leven moogt. Amen. Dankgebed De predikant spreekt namens de gemeente een gebed uit tot God en dankt God voor deze dienst. De gemeente dankt in stilte mee.
Zingen:
Psalm 133:3
Waar liefde woont, gebiedt de HEER de zegen; Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, en 't leven tot in eeuwigheid.
Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
11
Zegenbede Alle aanwezigen gaan staan, indien mogelijk.
Zingen:
Gezang 300
Wat de toekomst brengen moge (aangepaste versie) Wat de toekomst brengen moge, ons geleid des Heeren hand. Moedig sla wij dus de ogen naar het onbekende land. Leer ons volgen zonder vragen; Vader wat U doet is goed! Leer ons slechts het heden dragen, met een rustig kalme moed. Waar de weg ons brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, lopen we met gesloten ogen, naar het onbekende land. Waar de weg ons brengen moge, aan des Vaders trouwe hand, lopen we met gesloten ogen, naar het onbekende land. Uitleidend Orgelspel Voor hen die niet in de gelegenheid zijn de receptie bij te wonen, is er kort de gelegenheid om het bruidspaar te feliciteren in de kerk. Dit kan, als het bruidspaar terugkomt uit de consistorie.
Psalm 16:8a “Ik stel de HEERE gedurig voor Mij.”
12