Liturgie en preek zondag 2 mei 2010 – intrede ds. Duurt Vonck Zingen: Psalm 84 van Nu Votum en groet Zingen: Psalm 66 Verootmoediging Zingen: Liedboek 457 Zingen: GK 171 ‐ Wees stil voor het aangezicht van God Gebed Lezen : 1 Korintiërs 2 : 1‐11 en daarna Johannes 17:1‐5 Preek Zingen: Opwekking 461 ‐ Mijn Jezus mijn redder Voorbede Zingen: Geloofsbelijdenis gezang 161 ‐ Heer u bent mijn leven Collecte Zingen: Psalm 146 (Joh de Heer) 1,4,8 Zegen
1 Korintiërs 2 : 1‐11 en Johannes 17:1‐5 Over deze twee gedeelten zullen we deze middag gaan nadenken. En dan staat vooral het gedeelte in Johannes 17 centraal, de eerste drie verzen. Geliefde broeders en zusters, gasten, Een klein jaar geleden was er een campagne die op heel veel verschillende manieren in het nieuws is gekomen. Ik weet niet of u wel eens langs Schiphol komt, daar hing een heel groot billboard en daar stond op: Er is waarschijnlijk geen God, dus durf te denken en geniet van dit leven. Dat is een tekst van een groep atheïsten die het atheïsme graag wilden promoten. Er is waarschijnlijk geen God: we hebben God niet kunnen bewijzen. We hebben ook niet kunnen bewijzen dat God er niet is, daarom zetten we er 'waarschijnlijk' neer. Maar we kunnen ook niet kunnen bewijzen dat er geen kabouters zijn. Maar het grenst toch wel aan de zekerheid dat het er niet is. Zo legde die meneer het uit. We kunnen hem niet zien, we kunnen hem niet bewijzen: dus het is een geloof in sprookjes. En nu is toch wel de tijd gekomen om op te groeien en zeggen 'in sprookjes geloven wij niet meer'. Durf te denken, durf logisch na te denken en laat je niet tegenhouden door allerlei dingen van de kerk of uit de bijbel. Durf zelfstandig na te denken over dit leven, waar je staat, wat je wilt. En geniet van dit leven. Geniet, het leven is al zo kort, dus geniet er een beetje van. Dat was zo ongeveer de boodschap van de campagne. Dat is de wereld waar wij in leven en als je met veel mensen om je heen gaat praten, zul je veel dingen van deze strekking tegenkomen. Misschien bij het eerste punt zullen mensen zeggen: 'nou ja, misschien is er wel iets' maar bij de rest zullen ze zeggen 'dat klopt, daar kunnen de christenen nog wat van leren'. En zeg nou zelf: is dit ook niet iets wat wij wel eens denken?
1
Misschien nog niet eens zozeer wat wij denken of geloven, maar hoe het in ons leven functioneert. Ja, God is er wel, ik geloof ook wel dat er een God is, maar God is wel heel ver weg hoor! God is wel heel ver weg. Durf te denken 'nou, er mag inderdaad wel eens wat meer gebeuren in de kerk' Hoe vaak laten we ons niet tegenhouden door allerlei tradities of allerlei dingen die we gewoon zijn om te doen. En geniet van dit leven. Het wordt allemaal zo snel zwaar en er moet zoveel. Misschien kunnen ze met deze slogan niet helemaal door de deur, maar het is een slogan die uit het leven gegrepen is. En dan doe je als broekie intrede. Jong, en je hebt natuurlijk nog allerlei idealen. Ik wel in ieder geval. Ik wil nog heel veel dingen gaan doen, er tegen aan gaan. Maar is dat eigenlijk niet heel gek? Ik sprak mijn buurvrouw laatst: dat je op deze leeftijd, zo jong al dominee wordt. Is het niet heel vreemd om in deze tijd dominee te worden. En vooral ook, wat heb je dan te zeggen? Wat heb je hier precies tegen in te brengen? Daar ben ik de laatste tijd mee bezig geweest. En de gedeelten die ik gelezen heb, zijn gedeelten die ik al heel vaak gelezen heb. Die ook gaan over datgene waar ik voor wil staan. Wat mij drijft is de glorie van God. Dat God groot gemaakt wordt: dat is wat deze wereld nodig heeft. dat is wat Houten nodig heeft. dat is wat wij hier met elkaar nodig hebben. dat is hetgeen wij hier als jongeren nodig hebben. Besef van wie God is, besef van de glorie van God. Daarom hebben we daar deze dienst al zoveel over gezongen. En dan direct mijn eerste vraag: Wat is dan glorie? En ook direct mijn eerste antwoord: ik vind het ontzettend moeilijk om dat uit te leggen. Er werd door de kindercrèche gevraagd om iets te vertellen waar het vanmiddag over zou gaan. Ik heb daarmee geworsteld en heb een paar dingetjes aangegeven: dit denk ik erbij en dit denk ik erbij. Maar ga het kinderen maar eens uitleggen: de glorie van God. En toch is het eigenlijk heel concreet. Denk je maar eens in dat je voetbalt. Het is een ontzettend spannende wedstrijd en 30 seconden voor rust; vanaf 20 meter los jij dat schot in de kruising. Het moment dat je dan meemaakt, dat is het besef van glorie: 'wow, dit is fantastisch...wow, dit is... Voel je hem? Of als je 's ochtends de zon op ziet gaan en het is doodstil. Je hebt een mooi plekje en je ziet daar die zon opgaan, heel langzaam. Je ziet het lichter en lichter worden. Dat is glorie, dat is heerlijkheid. Daar wordt in de bijbel heel vaak over gesproken. En moet u maar eens opletten hoe vaak we het daar over hebben als we zingen; dan gaat het over glorie, over heerlijkheid. In de bijbel in het oude testament staat er het woordje 'kavoot’, heerlijkheid. Ook daar wordt op heel veel verschillende manieren vertaald. Je kunt het heel mooi zien bij Mozes. Mozes mag op den duur naar de Here toe, naar God toegaan op de berg. Hij krijgt de Stenen Tafelen en hij mag spreken met God.
2
Hij vraagt God zelfs: Mag ik U zien? God neemt hem tegen zichzelf in bescherming en zegt: Je mag een heel klein stukje van de achterkant van Mij zien. Later komt Mozes terug en dan straalt zijn gezicht helemaal. Hij doet een sluier over zijn gezicht, omdat hij weet dat als hij een tijd lang niet meer bij God is, die straal weg zal gaan. Hij doet de sluier erover, zodat mensen niet zullen denken dat God dan weg is gegaan. Iets kun je dan zien – en daarom wordt in de bijbel ook heel vaak verteld dat geen mens God kan zien. God is zo ontzettend groot. Als mensen zeggen: er is waarschijnlijk geen God, dan is het te begrijpen als je met je hoofd daarbij wilt; als je het precies wilt beredeneren, als je het in een systeem wilt zetten. Maar dan maken we God te klein, dan moet God hier in ons hoofd passen. En dan is God geen God meer. Nee, God zegt van zichzelf: Ik ben die Ik ben. Ik ben er, Ik was er altijd en Ik zal er altijd zijn. Of jullie nu in mij geloven of niet; Ik ben er. Dat God er is hangt niet van ons af. Wie zegt: er is waarschijnlijk geen God, zegt daar heel vaak mee: ik merk daar niets van. En als ze op zo'n manier gaan redeneren, zeg ik: Er is wel een God, want ik merk daar wel degelijk wat van. Dat is het geheimenis, het mysterie waar Paulus het over heeft. We hebben daar over gelezen in 1 Korintiërs 2: toen ik bij u kwam om het geheim van God te verkondigen, letterlijk staat er 'mysterie'. Wie God is en wat Hij doet. En de belangrijkste reden is wel om te zeggen: er is een God en Hij is groot omdat God zichzelf bekend heeft gemaakt. En dat is evangelie, dat is 'blijde boodschap’, dat is de reden waarom je hier elke zondag weer naartoe moet komen om dat te horen. Er is niet alleen een God; God heeft zichzelf ook bekend gemaakt. En God heeft zich dus daarmee bekend gemaakt in wie Hij is. We kunnen daar dus iets van gaan merken. Die glorie, die grootheid van God kan dus zichtbaar worden, kunnen wij dus leren kennen. Daar kunnen we dus dichterbij komen. In 1 Korintiërs 2:9 maakt Paulus dat duidelijk: maar het is zoals geschreven staat, wat het oog niet heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor wie Hem liefheeft. God heeft zichzelf bekend gemaakt. En dat betekent dat wij die glorie van God kunnen leren kennen en dat wij in de aanwezigheid van God kunnen komen. Dat is wat Jezus gedaan heeft en daarom lazen we Johannes 17: Vader in de Hemel, nu is de tijd gekomen. Toon nu de grootheid – hier staat grootheid en dat is de vertaling van het Griekse woordje 'doksa' glorie, eer, enz.. weer datzelfde woord – toon nu de grootheid van Uw Zoon, dan zal de Zoon Uw grootheid tonen. Wat Jezus hier duidelijk maakt: Ik kan mensen laten zien wie God is. En dat is de reden waarom wij allemaal met die glorie, met die grootheid van God te maken hebben. Waar wij over spreken, zegt Paulus, is Gods verborgen en geheimen wijsheid. Een wijsheid waarvoor God voor alle tijden besloten heeft dat wij door haar zouden delen in Zijn luister. U, jij en ik zijn ertoe bestemd om te leven bij God. Om te leven in die heerlijkheid. Om te leven met het gevoel wat ik beschreef: 'wow, dit is groot'. Daar zijn we eigenlijk voor bedoeld. En zo vaak hebben wij in ons leven veel te weinig verlangen, willen wij veel te weinig. Vanmorgen werd dat al gezegd door ds. Bouwsma.
3
We mogen ontzettend veel verlangen. Zoveel meer verlangen. God wil ons graag zoveel geven. En als ik kijk naar mijn rol hier; u hebt mij beroepen en mij gevraagd: kom hier en help ons. Dan zeg ik: dan is mijn rol hier om u allemaal en hopelijk heel Houten bekend te maken wie God is en wat God allemaal wil doen. Gods glorie bekend maken. Vanmorgen stond er een heel mooi rijtje op de beamer, ik vond het een heel mooi rijtje. Er stond: Paulus, nog iemand, Epafras en Duurt Vonck. Een heel mooi rijtje en dat is ook het rijtje waar ik heel graag in zou willen staan. Mijn verlangen is hetzelfde als wat Paulus deed, of wat Epafras deed in de brief aan de Kolossenzen. Mijn verlangen is het verlangen van Calvijn. Niet iedereen kent hem denk ik: tenminste, je mag het absoluut niet meer veronderstellen dat hij bekend is. Calvijn was een reformator. Hij zei: het gaat in de kerk teveel over mensen. We moeten weer terug naar Christus. Solo Christus. Terug naar de bijbel, die heeft het laatste woord. En waarom moeten we daarnaar terug? Omdat we daardoor God leren kennen en vervolgens dus komen in de glorie van God. God de eer geven. Dat was het doel. Als het dus gaat over God leren kennen, ja, ga in die bijbel lezen. Ja, absoluut. Hier word je verteld hoe God zichzelf bekend maakt. Maar dat gaat verder dan alleen lezen. Je moet goed kijken wat dat commentaar erover zegt of wat dat commentaar erover zegt... Het is heel goed om te studeren, maar houdt wel je doel in de gaten: wat is het doel van deze bijbel: dat God zichzelf bekend maakt, zodat wij onder de indruk raken van wie Hij is. Daar gaat het om en daar ging het Calvijn ook om. Hij zegt dat in de Institutie, zijn grote werk. Daar gaat het om: dat wij onder de indruk komen van de grootheid van God. En ik kan u vertellen: wanneer dat gebeurt, dan gaan er dingen veranderen. Er is mij vanmorgen al verteld: er zijn hooggespannen verwachtingen. En vanmorgen is er ook op gewezen: ik kan het zelf niet doen. En daarom heb ik net als Paulus besloten om u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus, de gekruisigde. Dat is hetgeen jullie van mij mogen verwachten. Dat is ook waar jullie mij op aan zult moeten bespreken: Ho Duurt, dit gaat niet meer over Jezus Christus, dit gaat niet meer over het ware geloof, over degene tot wie wij tot God komen ….Ho Duurt, nu komt de mens teveel centraal te staan. Laat dat enorm belangrijk zijn. Want als Jezus Christus centraal staat, dan leren wij God kennen en komen wij met elkaar onder de indruk van wie God is. En dat is, als er veel over de jeugd gesproken wordt – en ik heb daar een hele mooie specifieke taak in gekregen‐ dat is het verlangen van jullie, jongeren. Als ik jongeren spreek en ze zeggen: ja maar ik ben er zo zat van, van catechisatie.... we doen gewoon ons boekje ‐dat zijn geen jongeren uit Houten, want daar heb ik de jongeren nog niet zozeer over gesproken‐ … ik ben er zo zat van, vanuit een boekje en dan moet ik maar weer wat opschrijven … we doen ons lesje... Daar heb je een goed punt. Dat klopt. Dat is ook niet van je van ons als gemeente mag verlangen. Wat jullie verlangen is en waar je ook naar door zult moeten vragen‐ is: maar wat doet dat dan. Als ouderen, als gemeente, veronderstellen wij veel te vaak dat jongeren wel volgen. Er is vandaag een hele lijst afgelezen van jongeren die belijdenis van hun geloof willen afleggen. Zij
4
zeggen daarmee: ik heb iets gezien van God, iets daarvan ervaren dat Hij er is. En bij die God wil ik horen, daar wil ik meer van krijgen. Met die God wil ik leven. En dat is onze taak ook als ouders en als ouderen in de gemeente: we kunnen heel veel vertellen en heel veel kennis overdragen en dat is goed. Maar de echte kennis, waar het uiteindelijk om gaat is kennis van God zelf, zoals Jezus zegt: dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen en degene die U gezonden hebt. Durf te denken, was de leus van de atheïsmecampagne, ja, absoluut, durf te denken. Maar laat het niet alleen hierbij blijven; durf te voelen zou ik willen zeggen, Durf onder de indruk te komen en durf je hart open te stellen voor God. Dat gaat veel verder dan alleen denken. En geniet van het leven. En niet alleen van dit leven, zoals in die atheïsmecampagne stond … nee, van het eeuwige leven. Geniet! Als je geniet gaat er iets aanstekelijks van uit. Als het stadion op z'n kop staat en mensen lopen daar langs, dan denken ze: 'hé, daar is wat te doen'. Waar mensen blij zijn, daar wil je bij horen. En we hebben alle reden om te genieten. God stelt ons in zoveel vrijheid. Hij zegt: je zonden zijn je vergeven. Ik geef je de Heilige Geest, zodra je erom vraagt geef ik je de Heilige Geest, zo'n Vader ben ik, zegt hij in Lukas 11. Iedere keer dat wij er om vragen, zal God zijn Heilige Geest geven. Gisteravond was er een jongerenmeeting georganiseerd en dat ging over geestelijke strijd. En wat de vijand van God wil doen is te zorgen dat wij niet genieten, dat wij bij God weggehouden worden. En de dominee die gisteren hier sprak, heeft het heel mooi samengevat. Hij zei 'zonder God geen genot’. Knoop dat maar in je oren: zonder God geen genot! Van alle dingen die God verboden heeft, kun je niet echt genieten. Het geeft je niet echte vrede, echt geluk. Nee, als je bij God komt, ontdek je pas wat geluk is, wat genieten is. Hoe fijn het is om op het moment dat je heb moeilijk hebt, om je bijbel te pakken en te lezen en te denken: God zegt dit tegen mij. John Piper, een theoloog waar ik persoonlijk heel veel aan heb, heeft dit heel kort samengevat. Hij zegt: hoe meer wij van God genieten, hoe meer eer God krijgt. Hoe meer wij van God genieten en van Hem verwachten en van Hem verlangen, hoe groter God wordt. U, jij en ik, zo zijn wij gemaakt. Ja, maar.... wel mooi om te zeggen, maar je komt er nog wel achter…als je straks in de gemeente een rondloopt en spreekt met mensen …. U weet dat hier in Houten de laatste tijd heel veel zorgen zijn. We hebben een overlijden gehad van een jonge zuster, ernstig zieken op dit moment in de gemeente. Genieten? In Johannes 17 had Jezus het niet makkelijk. Sterker nog, Jezus had het enorm zwaar. Jezus weet als geen ander wat lijden is. Wat deed Jezus op dat moment? 'Vader, nu is de tijd gekomen' – misschien kun je het wel met Hem mee zeggen ‐ 'Vader in de hemel, nu is de tijd gekomen waar elk mens bang voor is, waarvan iedereen hoopt dat je dat nooit mee hoeft mee te maken. Toon nu de glorie van Uw Zoon, dan zal de Zoon uw grootheid tonen. Hoe moeilijker je het hebt, hoe harder je het nodig hebt om in de aanwezigheid van God te komen. Laat niets je weerhouden!
5
Hij heeft van U macht over alle mensen ontvangen. De macht om iedereen die Hem gegeven hebt, het eeuwige leven te schenken. En wat is dat eeuwige leven? Dat zij U kennen. De enige ware God en Hem die U gezonden hebt, Jezus Christus. En dat geeft een onuitsprekelijke troost. Waarom? Omdat Jezus hier zegt: het eeuwige leven is al begonnen. Het is al begonnen. Je kunt nu God al leren kennen. Hoe jong of hoe oud je ook bent. En ja, je zult eenmaal sterven. Voor de een komt het vroeg en voor de ander komt het laat. En ja, wat is dat pijnlijk voor ons mensen hier op aarde. Maar in jouw leven verandert het niet heel veel. Waarom niet? Omdat je God nog steeds blijft leren kennen. Je kunt nu God al zien. Je kunt nu al heel veel van hem maken, maar het is beperkt. Maar als wij overgaan van dit leven naar het andere leven, zullen wij God zien. Zullen wij hem helemaal zien. En we hebben een eeuwigheid nodig om Hem te leren kennen. Dat zegt wat over hoe groot God is. Mijn verlangen is, voor de komende jaren, voor de jaren dat ik hier in Houten aan het werk hoop te zijn, dat we samen onderweg zullen gaan, jong en oud. Dat we samen onderweg gaan met ieder onze eigen weg, om van elkaar te leren hoe een grote God wij hebben. Om elkaar te bemoedigen, om elkaar ook steeds weer in die aanwezigheid van God te brengen. Mijn verlangen is dat hier in de kerk, elke zondag weer, wij in de aanwezigheid van God komen. En dat wij de woorden mogen horen en dat ze ons hart mogen raken. Dat verlangen heb ik en ik weet dat God ons dat zal willen geven. Laten wij allemaal daar samen God heel vaak om vragen. Vanochtend is het al gezegd: het is de verantwoordelijkheid van ons allemaal. Zodat we met open harten hier komen. Zodat we onder de indruk komen van God en elkaar kunnen bemoedigen. En dan wordt God groot, dan wordt God heel groot gemaakt. En dan wordt dit een gemeente dit aantrekkelijk is. Dan zullen mensen daar bij willen zijn. Zalig de brengers van goed nieuws, we hebben het vanmorgen gehoord. Amen
6