LITERATUUR OVER VLUCHTELINGEN EN BALLINGSCHAP Verhalen, romans en gedichten van en over asielzoekers en vluchtelingen brengen werelden van onderdrukking en wanhoop, verzet en hoop op veelal indringende wijze in kaart. Uit de talrijke literaire publicaties in Nederland of in Nederlandse vertaling volgt hieronder een zeer bescheiden selectie waarin een beeld wordt opgeroepen van wat aan vluchten vooraf gaat, hoe de vlucht en de asielprocedure verlopen en hoe het daarna verder gaat. 1. Over vluchten en ballingschap In de hieronder genoemde publicaties gaat het om een overzicht van verschillende dimensies van het leven van vluchtelingen. De Amerikaanse auteur Dave Eggers tekent scherp hoe vluchtelingen in Soedan en in de Verenigde Staten proberen te overleven. André Aciman schrijft – op grond van zijn eigen ervaringen- over de prijs van het overleven. Hij gaat grondig in op de betekenis van het verlies van herinneringen, thuis en liefde zoals veel ballingen dat ervaren. Niet iedere migrant is een vluchteling, maar iedere vluchteling is wel een migrant. Fatou Diome schrijft over het ruimere perspectief van migratie en de mogelijkheden om als Afrikaanse vrouw in Europa waardig te overleven. In de bloemlezing De vreemdeling worden zeer uiteenlopende facetten van het (moeten) leven in een andere cultuur kort weergegeven. DAVE EGGERS, WAT IS DE WAT. De autobiografie van Valentino Achak Deng. Vert. uit Engels. (2006) [Amsterdam:] Uitgeverij Rothschild & Bach. 2007. 463 blz. Indrukwekkende roman, ontroerend, macaber, meeslepend. Veel informatie over problemen waarmee vluchtelingen geconfronteerd worden: geweld, executies en andere oorlogservaringen, slavernij, honger, uitputting, dood, leven in vluchtelingenkampen en als vluchteling in de Verenigde Staten. Het centrale thema is overleven. De stijl is helder, toegankelijk en overtuigend. De beschrijvingen blijven realistisch hoe gruwelijk de realiteit ook is. Tegenover alle ontberingen staan ook voorbeelden van menselijkheid, liefde en opoffering. ’Zuid-Soedan behoort tot geen enkele wereld. Soedan is een verhaal apart, ik kan niets bedenken waarmee ik het kan vergelijken. (..) Je kunt honderden kilometers reizen zonder één vervoermiddel te zien, van welke aard dan ook. Het aantal verharde wegen is op de vingers van één hand te tellen. (..) Je kunt het hele land van oost naar west overvliegen zonder een woning te passeren die van iets anders is gemaakt dan stro en leem.’.De rest van de wereld bestaat niet, jaren evenmin (hoogstens seizoenen) en veelvuldig van naam wisselen is noodzakelijk om te overleven.‘ Gruwelijke situaties beheersen grote delen van de verhalen. Buitenlandse hulpverleners worden raak getypeerd. De culture shock als gevolg van het nieuwe leven in Amerika wordt door veel voorbeelden geïllustreerd. ‘Mijn hele eerste jaar in Amerika stond ik op voet van oorlog met mijn maag.’ De kennismaking met flats, tampons, de thermostaat en de eerste foto ontbreken niet.
ANDRE ACIMAN, VALSE PAPIEREN. Verhalen en beschouwingen over ballingschap en herinnering Vert. uit Engels. (2000) Amsterdam: Uitgeverij Anthos. 2003. 187 blz. In veertien uiteenlopende teksten analyseert de joods-Egyptisch-Amerikaanse schrijver Aciman ballingschap en het denken daarover. ‘Een balling is niet gewoon iemand die zijn vaderland verloren heeft, het is iemand die geen nieuw vaderland kan vinden, die zich er geen zou kunnen voorstellen.’ ‘Denken doe je achteraf, niet van tevoren en zeker niet tijdens.’ FATOU DIOME, DE GOLVEN VAN DE OCEAAN. Vert. uit Frans. (2003) Amsterdam: Uitgeverij Sirene. 2004. 216 blz. Aansprekende, beeldende roman over migratie, Afrika en Europa, voetbal en mogelijkheden om waardig te (over-)leven.’Iedere kruimel leven dient bij te dragen aan het verwerven van waardigheid.’ Over verschillen tussen Afrikaans en Europees leven: ‘Overal loopt men, maar nooit naar dezelfde horizon. In Afrika volgde ik het spoor van het lot, gebaseerd op toeval en eindeloze hoop. In Europa loop ik door de lange tunnel van prestaties, die naar een duidelijk omlijnd doel leidt. Hier geen toeval, iedere pas voert naar een verwacht resultaat; de mate van hoop is afhankelijk van de strijdbaarheid. ‘ Over het beeld van Europa: ‘de plek waar foetussen al een bankrekening hebben en baby’s carrièreplannen. ‘ Over migratie: ‘Onderweg sterf je alleen, maar wie aan een avontuur begint doet dat vaak voor anderen. (..)Ik zoek mijn land daar waar men de waarde die mijn wezen toevoegt, weet te schatten zonder mijn verschillende lagen los te weken van elkaar.’ JEF VAN GOOL en NIEK VAN DER WOLFF (red), DE VREEMDELING. Een bloemlezing uit de wereldliteratuur. Rotterdam: Uitgeverij Lemniscaat. 2003. 287 blz. ‘Een vreemdeling is een vriend die je nog niet kent.’ Met dit Ierse spreekwoord opent deze bloemlezing een breed overzicht van 47 korte (fragmenten van) teksten uit de wereldliteratuur en de Nederlandse letteren. Zowel poëzie als proza komen aan bod. Tot de gebloemleesden behoren Franz Kafka, Albert Camus en J.M.Coetzee. Ook Annie M.G.Schmidt, Thomas Acda en Maarten Toonder ontbreken niet.
2. Wat aan vluchten vooraf gaat Over de schendingen van mensenrechten en de aanleidingen om te vluchten zijn talrijke romans beschikbaar. Enkele voorbeelden van boeken waarin de levensomstandigheden in de landen van herkomst raak worden getypeerd zijn De vliegeraar over Afghanistan, dat ook verfilmd is. De positie van vrouwenten tijde van de oorlog in Bosnië staat centraal in Alsof ik er niet ben. Een goede dag om te sterven gaat over het leven in Iran en de oorlog tussen Irak en Iran. De Palestijnse vluchtelingproblematiek is het thema van Het litteken van David. KHALED HOSSEINI, DE VLIEGERAAR Vert. uit Engels. (2003) Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij. 2003. 351 blz. Meeslepende roman over verraad, hartstochtelijke vriendschap en repressie. Over traditie, terreur en (zelf-) respect. Op directe wijze wordt verteld over opgetild worden ‘uit de zekerheid van de chaos’ en vallen in ‘de chaos van de onzekerheid’. Verschillende reacties op de ballingschap worden helder beschreven: “Voor mij was Amerika een plaats om mijn herinneringen te begraven. Voor Baba een plaats om de zijne te bewenen.’ Vooral het laatste deel van de roman, die wereldwijd een bestseller was, vormt een harde typering van het gruwelijke leven in Afghanistan ten tijde van de Taliban. SLAVENKA DRAKULIC, ALSOF IK ER NIET BEN Vert. uit Kroatisch. (1999) Breda: Uitgeverij De Geus. 2000. 221 blz. Aangrijpende documentaire roman over de weerzinwekkende realiteit van verkrachte Bosnische vrouwen. Over vormen van vernedering tot na de dood. De jonge moslimvrouw die opgesloten in een Servisch vrouwenkamp opgesloten, waar de vrouwen systematisch mishandeld en verkracht worden, wordt ‘verkozen’ tot hoer van haar beul. Meer dan en halfjaar leeft ze met hem samen, dan raakt ze zwanger. De schrijfster gaf te willen ‘beginnen waar de slachtoffers niet anders konen dan zwijgen. Ik wilde hun woorden terugvinden, hun zwijgen een stem geven. DAVID DANISH, EEN GOEDE DAG OM TE STERVEN Breda: De Geus. 2006. 350 blz. Roman van in Nederland wonende balling over de onmogelijkheid te (over-)leven in Iran. Vele vormen van doodgaan beheersen het boek. Het eerste gedeelte gaat over beperkingen van het leven van jongeren in de religieuze dictatuur:‘Je bent schuldig tenzij je je onschuld kunt bewijzen. (..) De afwezigheid van liefde en emotioneel contact was een epidemie onder de jongeren van mijn generatie. Ik kende bijna niemand die verliefd was of wilde trouwen. Er was geen hoop voor de toekomst, dus hoe kon je liefde voelen.’ In het tweede deel wordt aan de hand van de ervaringen van de hoofdpersoon het troosteloze verhaal beschreven van de bloedige oorlog tussen Iran en Irak.
SUSAN ABULHAWA, HET LITTEKEN VAN DAVID Vert. uit Engels. (2006) Breda: Uitgeverij De Geus/ Oxfam Novib. 2007. 378 blz. Familiekroniek over Palerstiijnse vluchtelingen sinds 1948 waarin een moeder haar zoon Isma’iel verliest in de strijd; hij wordt ontvoerd door een Israëlische soldaat en opgevoed als joodse jongen.(Hij leeft als een vreemdeling in zijn eigen huid). In de oorlog stuit hij op zijn broer; een dramatische ontmoeting. Ook Amaal, zuster van Yoessoef en Isma’iel/David wordt met onvoorstelbaar veel leed geconfronteerd. De roman schetst het zware lot van verschillende generaties Palestijnse vluchtelingen in en buiten de kampen: ‘We bevonden ons ergens tussen leven en dood, maar geen van beide accepteerde ons volledig.’ ‘Bij de beschrijving van het zogenoemde Midden-Oostenconflict is de verbeelding ontegenzeglijk niet meer dan een zwakke rivaal van de werkelijkheid.’ ‘Waarom draaien waardigheid en respectabiliteit om steen en landbezit?’ 3. Vluchtervaringen en de asielprocedure ANNEMARIE BUSSER, GEVANGEN TUSSEN GRENZEN Verhalen van vluchtelingen. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Atlas in samenwerking met Amnesty International. 2005. 253 blz. Bundel met zorgvuldig genoteerde, schrijnende verhalen over de (veelal bureaucratische) problemen waar vluchtelingen op stuiten wanneer zij asiel aanvragen. De ervaringen van de Turkse advocate die weigert asiel in Frankrijk aan te vragen, het Syrische echtpaar dat alles probeerde om herenigd te worden, de seksslavin uit Siërra Leone die in het aanmeldcentrum een afwijzing op haar asielverzoek kreeg maken duidelijk hoe ver wet- en regelgeving verwijderd kunnen zijn van menselijkheid. De verhalen zijn ontleend aan de vluchtelingenpraktijk van Amnesty International. NICOLAAS MATSIER, HET ACHTENVEERTIGSTE UUR Amsterdam: Uitgeverij De Bezige Bij. 2005. 270 blz. In deze dossier- en estafetteroman wordt de Nederlandse asielprocedure op de voet gevolgd. Daarbij wordt inzicht geboden in de ambtelijke wereld waarin niet wordt beslist over mensen maar over dossiers. Over ama’s, twama’s, lama’s, bama’s, zwama’s en ligerianen. De 48-uursprocedure van een asielzoeker uit Soedan wordt grondig in kaart gebracht met alle daarbij horende formaliteiten. 4. Ervaringen van vijf vrouwen die naar Nederland vluchtten In de jaren 50 en 60 kwamen veel vluchtelingen uit Oost-Europa naar Nederland. De jonge Hongaarse Vera Illés was een van hen. In de jaren 70 ontvluchtten velen de dictaturen in Latijns Amerika. Gladys Mejijas (Chili) en Alejandra Slutzky (Argentinië) hoorden bij de vluchtelingen die in Nederland belandden. In de jaren 80 en 90 kwamen veel vluchtelingen uit het Midden-Oosten en Afrika naar West-Europa. Farah Karimi (Iran) en Ayaan Hirsi Ali (Somalië) zochten veiligheid in Nederland.
VERA ILLÉS, KIND VAN EEN ANDERE TIJD Het verhaal van een Hongaarse vluchteling. Amsterdam: Uitgeverij Prometheus. 1992 – 2006 (tweede, uitgebreide druk). 175 blz. Sympathieke autobiografie van in 1945 geboren Hongaarse vluchtelinge (met joodse achtergrond) die evenwichtig en met zelfreflectie beschrijft hoe zij zowel Nederlandse als zichzelf is geworden. Laatste deel biedt impressie van (tijdelijke) terugkeer naar Boedapest als correspondent voor een Nederlandse krant. Beschrijving van de vlucht naar Nederland, het Nederlandse eten als onuitputtelijke bron van hilariteit, het Nederlands, en het geleidelijk aarden in een andere samenleving. Complimenten met betrekking tot haar Nederlands heeft zij ‘altijd als dubbelzinnig ervaren; in de prijzende woorden voelde ik een neerbuigende houding doorklinken.’ ‘Wie uit moet leggen dat zij in het Nederlands denkt, blijft een vreemde.’ ‘Ik was zo bang voor een vreemde te worden aangezien, dat ik niet bijzonder durfde te zijn.’ GLADYS MEJIAS en Colet van der Ven, MORGEN VOOR MIJ Het openhartige verhaal van een Chileense vrouw die haar land moest ontvluchten. Amsterdam: Uitgeverij Arena. 2004. 176 blz. Hoeveel ellende kan zich in een leven voltrekken? Uitbuiting, armoede, verkrachting, mishandeling, een dood geboren kind, bedrog, vlucht, kanker. Hoeveel veerkracht kan een mens opbrengen? Dit Levensverhaal van een sterke vrouw die in Groningen lid werd van de gemeenteraad gaat vooral over verzet, liefde, betrokkenheid en vitaliteit. Rake observaties over Nederland, - waar ‘het geluid van spelende kinderen lawaai heet’ - ontbreken niet. ‘De keelklanken van de taal klonken in mijn oren als een soort bronchitis. Zou ik dat ooit leren? Ik verwonderde mij over veel maar werd blij van weinig.’ Over de door de week gesloten kerkdeur: ‘In Nederland had God een agenda.’ ALEJANDRA SLUTZKY, DE STILTE Een Argentijnse familiegeschiedenis. Amsterdam: Uitgeverij Arena. 2003. 316 blz. Een aangrijpend familierelaas over strijd en ballingschap van drie generaties. De familie met Joods-Russische, Scandinavische, Spaanse, Argentijnse en Nederlandse wortels wordt geteisterd door het politieke klimaat waarin geen ruimte voor hen bestond. De repressie in Argentinië in de tijd van dictator Videla wordt scherp getypeerd. De schrijfster vluchtte in 1978 als veertienjarige naar Nederland; haar moeder moest ze achterlaten, haar vader bleek later kort na zijn arrestatie te zijn vermoord. FARAH KARIMI, HET GEHEIM VAN HET VUUR Strijdend voor vrijheid van Teheran naar Den Haag. Amsterdam: Uitgeverij Arena. 2005. 207 blz. Samen met Chris Keulemans tekende de Iraanse Farah Karimi het bewogen verhaal op van haar detentie, vlucht en de breuk met de verzetsbeweging waar zij deel van uitmaakte.
Beschreven wordt hoe wantrouwen en verraad in Iran uitgroeiden tot een tweede natuur. Ook de vlucht eist uitzonderlijk veel van haar. Op persoonlijk vlak blijft Karimi weinig leed bespaard. Ondanks alle ellende zet zij door en ziet ze kans om lid te worden van het Nederlandse parlement. AYAAN HIRSI ALI, MIJN VRIJHEID. De autobiografie. Vert. uit Engels. (2006) Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Augustus. 2006. 448 blz. Pakkend en zeer persoonlijk verhaal over zesendertig zeer bewogen jaren en een cultureel tijdsdocument over werelden van verschil. “Tussen mijn grootmoeder en mij zitten maar twee generaties, maar in werkelijkheid is het een reis van duizend jaar. (..) De boodschap van dit boek is dat wij in het Westen niet de pijn van die overgang [naar de moderne wereld] onnodig moeten rekken door culturen die bol staan van onverdraagzaamheid en haat jegens vrouwen en kinderen te beschouwen als een respectabele manier van leven.” Verhaal van een Somalische vluchtelinge, die sinds haar achtste terecht kwam in Saoedi-Arabië (1977), Ethiopië (1979), Kenia (1980), Somalië (1990), Kenia (1990), Duitsland (1992), Nederland (1992), de Verenigde Staten (2006). Op tienjarige leeftijd heeft zij al drie verschillende falende politieke systemen ervaren: honger en geweld, vrouwen behandeld als rechteloze dieren, wantrouwen, verraad, wraakzucht. Hirsi Ali ontwikkelt zich van gelovige moslima via fundamentalisme tot liberale activiste. Ze legt in haar beschrijving sterke nadruk op de invloed van de clan; de breuk met de clan is dan ook een intense ervaring. Ook haar kijk op Nederland wordt gekleurd door clandenken. Het werken als tolk voor asielzoekers is een “leerschool in lijden, misbruik, pijn, ellende en onwetendheid”. Dan volgen haar studie politicologie in Leiden, de opkomst en ondergang van een uitzonderlijk kamerlid en de samenwerking met en dood van Theo van Gogh. 5. INTEGRATIE, ISOLEMENT OF TERUGKEER Voor veel vluchtelingen is het moeilijk om het verleden af te sluiten. Ballingschap vraagt als regel een hoge prijs. Daarover schrijven de in Nederland wonende uit de Balkan afkomstige schrijvers Dubravka Ugresic en Dragan Klaic in een zeer bijzondere, beeldende stijl. Hoe de gedachtewereld uit het land van herkomst op allerlei niveaus blijft doorwerken blijkt uit de in Engeland spelende roman Kaart voor verdoolde geliefden van Nadeem Aslam, waarin eerwraak een belangrijk thema is. Ook als terugkeer in theorie mogelijk is blijkt de praktijk vaak weerbarstig zoals duidelijk wordt uit de roman van Natasha Radojcic-Kane, Terug naar huis. DUBRAVKA UGRESIC, MINISTERIE VAN PIJN Vert. uit Kroatisch. (2004) Breda: Uitgeverij De Geus. 2005. 288 blz. Zeer indringende roman over ballingschap, de worsteling met een moeizaam verleden, pijn en liefde van de in Amsterdam wonende Kroatische schrijfster en literatuurwetenschapper, die om politieke redenen haar land in 1993 verliet.
In de roman komen zeer uiteenlopende reacties op ballingschap aan bod vanuit het perspectief van een jonge gastdocente in de Servo-Kroatische literatuur die aan de Universiteit van Amsterdam doceert.
DRAGAN KLAIC, THUIS IS WAAR JE VRIENDEN ZIJN. Ballingschap tussen internet en Ikea-tafel. Vert. uit Engels. (2004) Amsterdam: Uitgeverij Cossee. 2004. 176 blz. ‘Dit boek gaat over de persoonlijke ervaring met ontworteling en aanpassing aan een andere cultuur, over het hedendaagse leven in ballingschap.’ Theaterexpert Klaic, in 1991 uit Belgrado vertrokken -, is zeker niet blind voor de schaduwkanten van zijn nieuwe leven, maar benadrukt de positieve kanten van zijn ballingschap. ‘Door balling te worden heb ik de vrijheid om te kiezen behouden, het voorrecht van vele en verschillende identiteiten, het recht om permanent mijn eigen lot te bepalen, hoe kwetsbaar of riskant ook.’ ‘Mijn leven in ballingschap voortzetten betekent van versnelling veranderen, andere keuzes maken, andere mogelijkheden ontdekken, manieren vinden om mijzelf te herscheppen. (..) Een balling is per definitie een buitenstaander, meer een toeschouwer dan een speler, iemand met een surplus aan ervaring dat niet gemakkelijk gedeeld kan worden door mensen in zijn eigen omgeving, behalve als het ook ballingen zijn.’ NADEEM ASLAM, KAART VOOR VERDOOLDE GELIEFDEN Vert. uit Engels. (2004) Amsterdam: Uitgeverij Mouria. 2004. 447 blz. Beklemmende roman over de verstikkende doem van de islam en de traditie die de Pakistaanse gemeenschap in een Noord-Engelse stad beheerst. Over een dubbele moord ten gevolge van eerwraak. Over ontworteling, isolement, hypocrisie, vrouwvijandigheid en onmogelijke liefdes in Dasht-e-Tanhaii, de woestijn der eenzaamheid. Beschrijving van een wereld waaruit ontsnappen nauwelijks mogelijk lijkt. ‘Als er toch iets rampzaligs gebeurt, kan hij maar beter onder zijn medemensen zijn. Wie heb je tenslotte anders?’ Vlinderlichte typeringen van een tragische realiteit. ‘Probeer niet de vlinder te helpen uit zijn cocon te komen wanneer je eentje vindt die bezig is zich te ontpoppen. Hij zou er grijs uitkomen als je dat deed. Door de moeite die het hem kost om de cocon open te breken, wordt het bloed naar de vleugels gestuwd, waardoor zijn kleurpatroon ontstaat.’. Scherpe tekening van vrome vrouw die het weinige wat ze heeft steeds meer verliest (‘Haar kinderen waren alles wat ze had, maar zelf was ze niet meer dan een stukje van hun leven, een heel klein stukje...’) en haar geïntegreerde echtgenoot die het evenmin redt in een omgeving waar ‘de vogels ruziën als stellen uit een gemengd huwelijk’;‘Schaamte, schuld, eer en angst zijn de sloten die aan veler lippen hangen. ‘‘Het vergrootglas waardoor hij in de gaten werd gehouden had zijn leven verschroeid.’ NATASHA RADOJCIC-KANE, TERUG NAAR HUIS Vert. uit Engels. (2002) Amsterdam: Uitgeverij Wereldbibliotheek. 2004. 175 blz.
Roman over een sterk ontwrichte samenleving. Over haat en liefde, verraad en trouw, oorlogstrauma’s, interetnische spanningen, generatiekloven, geweld, drank en seks, mannelijke overheersing en religieuze invloeden. Over terugkeer als drama. De schrijfster werd in Belgrado geboren als dochter van en christelijke vader en een moslimmoeder. Sinds 1989 woont zij in New York.
6. POEZIE Voor Amnesty Internationaal vervaardigde Daan Bronkhorst een aantal bloemlezingen met poëzie over vele vormen van mensenrechtenschendingen in alle delen van de wereld DAAN BRONKHORST (red), ZO’N GELUKKIGE DAG. Dichters voor Amnesty International. Breda: Uitgeverij De Geus in samenwerking met Amnesty International. 2006. 319 blz. DAAN BRONKHORST (red), LIEFDE KON MAAR BETER NAAMLOOS ZIJN. Honderdvijftig dichteressen voor Amnesty International. Breda: Uitgeverij De Geus in samenwerking met Amnesty International. 2000. 320 blz. Meer informatie over literatuur uit en over landen van herkomst: www.literatuurplein.nl Utrecht, 3 april 2008 Erik van den Bergh - UAF