Lezersonderzoek 65 Magazine
Lezersonderzoek 65 Magazine Eindrapport
Martijn Epskamp, Annemarie Reijnen Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) juni 2010 In opdracht van SoZaWe, afdeling Communicatie
© Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) Auteurs: Martijn Epskamp, Annemarie Reijnen Project: 10-3253 Prijs: € 10
Adres:
Blaak 34, 3011 TA Rotterdam Postbus 21323, 3001 AH Rotterdam Telefoon: (010) 267 15 00 Telefax: (010) 267 15 01 E-mail:
[email protected] Website: www.cos.rotterdam.nl
2
INHOUD
1
Inleiding
5
2
Uitkomsten telefonische vragen
7
3
Uitkomsten interviews
9
4
Aanbevelingen
15
3
4
1 Inleiding De gemeente Rotterdam brengt sinds september 2009 het 65 magazine uit. Het wordt aan elke inwoner aangeboden die 65 jaar wordt. De boodschap van het magazine is dat het ook voor oudere Rotterdammers belangrijk is om actief te blijven. In het magazine staan interviews met bekende en minder bekende Rotterdammers rond de 65 jaar, een agenda met activiteiten in Rotterdam, informatie over zorg en welzijn in Rotterdam en informatie over allerlei (overheids)regelingen voor de doelgroep. Het magazine heeft een bewaarfunctie. De informatie in het magazine is een jaar geldig. Voor de nieuwe editie in 2010 is input nodig. Het COS is gevraagd een onderzoek uit te voeren dat concrete aanknopingspunten biedt voor verbetering van het magazine. Onderzoeksvragen Voor het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: • wekt het magazine de interesse van de doelgroep; • hoe komt het op 65-jarigen over; • herkennen zij zich in het magazine; • valt de boodschap van het magazine op; • komt de boodschap over; • vinden 65-jarigen het magazine nuttig/bruikbaar; • wat vindt men van de inhoud; • wat vindt men van de vormgeving; • wat vindt men van het taalgebruik; • wat vindt men verbeterpunten? Onderzoeksaanpak De onderzoeksvragen zijn primair beantwoord op basis van negentien individuele interviews met 65-jarige Rotterdammers. De gesprekken zijn gevoerd aan de hand van een checklist met vraagpunten. De respondenten hebben het 65 Magazine voor de interviews toegestuurd gekregen, zodat ze het alvast konden bekijken. De interviews duurden elk ongeveer een half uur en zijn afgenomen op het COS aan de Goudsesingel in april 2010. De respondenten hebben als dank voor hun medewerking elk cadeaubonnen ter waarde van € 15 ontvangen. De respondenten zijn geselecteerd uit een steekproef van 65-jarigen uit de gemeentelijke basisadministratie (GBA). Bij de namen en adressen van de personen in de steekproef zijn telefoonnummers gezocht. De personen van wie telefoonnummers konden worden achterhaald, hebben een brief toegezonden gekregen waarin het onderzoek is aangekondigd. Vervolgens zijn zij telefonisch gevraagd of zij mee wilden werken aan de interviews. Daarbij zijn meteen enkele vragen gesteld over het bereik, het gebruik en de waardering van het magazine. De aanvullende vragen zijn door 152 personen beantwoord. 45 personen waren bereid om mee te werken aan een interview. Van de 19 respondenten waren er 15 telefonisch uitgenodigd. De overige 4, alle niet westerse allochtonen die nauwelijks Nederlands spreken, zijn op eigen initiatief naar het COS gekomen, met de aankondigingsbrief in de hand. Het bleek dat zij de brief ‘van de gemeente’ niet goed hadden begrepen. De indruk bestaat dat zij zich uit angst voor een ‘gemeentelijke’ sanctie bij het COS gemeld. 5
Leeswijzer De resultaten van de aanvullende telefonische vragen zijn beschreven in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 doet verslag van de interviewresultaten. Hoofdstuk 4 bevat aanbevelingen voor verbetering van het 65 Magazine.
6
2 Uitkomsten telefonische vragen Aan de 65-jarigen die telefonisch zijn benaderd met de vraag of zij aan de interviews mee willen werken, zijn ook enkele vragen gesteld over het bereik, het gebruik en de waardering van het 65 Magazine. Op basis van de antwoorden op deze vragen kunnen enkele voorzichtige conclusies worden getrokken. Het gaat nadrukkelijk om voorzichtig conclusies, omdat ze gebaseerd zijn op een relatief kleine groep van 152 respondenten en omdat slechts 22 respondenten autochtonen zijn.1 Algemene resultaten 34 procent van de 65-jarigen zegt het magazine te hebben ontvangen. Van de mensen die het magazine niet hebben ontvangen heeft 14 procent er wel eens iets over gehoord of gelezen. 71 procent van de mensen die het 65 Magazine hebben ontvangen (24 procent van alle 152 respondenten) heeft het magazine gelezen of doorgebladerd. De helft van de 65-jarigen die het magazine hebben ontvangen (16 procent van alle 152 respondenten) heeft het magazine bewaard. Van de 65-jarigen die het 65 Magazine hebben gelezen of doorgebladerd, vindt 39 procent het magazine voldoende interessant of heel erg interessant. 35 procent vindt het een beetje interessant of oninteressant (‘een beetje’ mag in dit geval worden opgevat als onvoldoende). Een kwart heeft geen mening. Resultaten naar achtergrondkenmerken Het 65 Magazine wordt verspreid via de deelgemeenten. Of de verspreiding van het magazine in sommige deelgemeenten beter verloopt dan in andere is niet te zeggen. In vrijwel alle deelgemeenten zijn er respondenten die het magazine wel en respondenten die het magazine niet hebben ontvangen. Er is geen significant verschil tussen autochtonen, westerse allochtonen en niet-westerse allochtonen wat betreft het aandeel mensen dat het magazine heeft ontvangen. Vanwege het kleine aantal autochtonen in de steekproef is niets te zeggen over een eventueel verschil in gebruik en waardering tussen autochtonen en allochtonen. Het 65 Magazine lijkt vrouwen meer aan te spreken, of in ieder geval meer op te vallen, dan mannen. De meest duidelijke aanwijzing hiervoor is dat relatief gezien ruim twee keer zo veel vrouwen als mannen zeggen dat ze het 65 Magazine hebben ontvangen (44 procent versus 21 procent). Dit terwijl het onwaarschijnlijk is dat de verspreiding onder vrouwen daadwerkelijk beter verloopt dan onder mannen.
1
Het kleine aantal autochtone respondenten is het gevolg van de steekproef. Om personen van verschillende etnische
herkomst te kunnen interviewen, zijn in de steekproef veel meer allochtonen dan autochtonen opgenomen. Er is geen statistische weging toegepast om voor de oververtegenwoordiging van allochtonen te corrigeren, omdat de onderzoeksresultaten dan heel sterk bepaald zouden worden door de 22 autochtone respondenten.
7
Vrouwelijke ontvangers zeggen ook vaker dan mannelijke ontvangers dat ze het magazine hebben gelezen of doorgebladerd en dat ze het magazine voldoende of zeer interessant vinden. Het is mogelijk dat het magazine vrouwen meer aanspreekt vanwege de cover, waarop een vrouw is afgebeeld (in de interviews hebben mannen gezegd dit geen probleem te vinden, maar een man die met zijn vrouw naar een interview was meegekomen leek te denken dat het om een vrouwenblad ging).
8
3 Uitkomsten interviews Dit hoofdstuk behandelt de resultaten van de interviews. Er zijn verschillende ‘typen’ 65plussers geïnterviewd: zowel mannen (9) als vrouwen (10) van verschillende etnische groepen (autochtoon, Kaapverdiaans, Marokkaans, Surinaams, Turks, overig westers en overig nietwesters) uit acht verschillende deelgemeenten. Verder gaat het om hoog- en laagopgeleiden, alleenstaanden en mensen met partners, mensen die de Nederlandse taal goed beheersen en enkele die nauwelijks Nederlands kunnen lezen. Ondanks al deze verscheidenheid lijkt sprake van een tamelijk selectieve groep van respondenten, namelijk actieve personen die nog “midden in het leven staan”. Bijna alle respondenten werken nog, doen vrijwilligerswerk, gaan regelmatig uit, of zijn op andere wijzen betrokken bij de samenleving. De onderzoekers veronderstellen dat de selectiviteit op dit punt een iets te positief beeld geeft van de mate waarin 65-jarigen het 65 Magazine waarderen. De aanname is dat personen die zelf actief zijn, zoals de meeste interviewrespondenten, meer aangesproken worden door het magazine omdat de inhoud en de boodschap meer bij hen aansluiten. Dit kan ook verklaren waarom de interviewresultaten een wat positiever beeld geven dan de resultaten van de telefonische belronde, waarin een aanzienlijk deel van de respondenten heeft aangegeven het magazine niet (zo) interessant te vinden. “Doet u andere activiteiten sinds u bent gestopt met werken?” “Plezieractiviteiten. Reizen, uitgaan, theater. Ik pendel tussen Rotterdam en Assen. Hij [naar het interview meegekomen partner] komt uit Assen. Daar zitten ook de kleinkinderen en zo. Wij hebben afspraken in Assen en Rotterdam. Plezierige dingen.” Eerste indruk De meeste respondenten begrijpen dat zij het magazine hebben gekregen, omdat zij 65 jaar zijn geworden. Dit is mede te danken aan het grote getal ‘65’ op de cover. Enkele respondenten die de Nederlandse taal niet of nauwelijks beheersen, begrijpen niet waarom zij het magazine hebben gekregen (omdat zij niet begrijpen waar het over gaat). “Ziet er glimmend uit. Goed Nederlands. De moeite waard het open te slaan en in te kijken.” Het magazine komt positief op respondenten over. Het wekt de interesse, vooral door de luxe en kleurrijke vormgeving en de stralende dame op de voorkant. Het magazine wekt ook interesse omdat het onderwerp aanspreekt: men is geïnteresseerd in de gevolgen van 65 jaar worden, bijvoorbeeld in pensioen en gratis openbaar vervoer. “Leuk blad! En dan, speciaal voor 65 plussers. Leuke verhalen. Van Opstelten. Over die Rotterdampas. Ik denk dat nog niet iedereen dat weet. Ja, ik vind het leuk.” Afzenderschap De meeste respondenten begrijpen dat het een magazine van de gemeente is, dankzij het logo van de gemeente op de cover en/of het voorwoord. Een enkeling dacht terecht de gemeentelijke kleuren op de voorkant te herkennen. “Door het logo is het duidelijk. En ook die rubrieken. Ik dacht: dit is iets van de gemeente natuurlijk; om mensen daar op te wijzen.” 9
Mensen zijn blij verrast om dit “cadeau” van de gemeente te krijgen. Ze vinden het een goede zaak dat de gemeente op deze wijze aandacht besteedt aan 65-jarigen. Het magazine geeft hun het gevoel dat de gemeente bij 65-plussers betrokken is. Sommige zijn verbaast een magazine voor 65-jarigen van de gemeente te krijgen (“doen andere gemeente dit ook?”). “Dat is positief. Omdat er veel aandacht is voor jongeren en zeker na het laatste geflopte jongerenjaar, waarom het geld niet besteed aan ouderen, die hebben het meer nodig. Die ouderen zijn wat extra aandacht waard.” Boodschap De boodschap van het magazine (het is ook voor oudere Rotterdammers belangrijk om actief te blijven) komt bij veel respondenten over. In ieder geval halen de meesten er wel uit dat ze worden aangemoedigd om dingen te blijven doen. Dat de boodschap bij veel respondenten overkomt is vooral het gevolg van teksten op onder andere de cover (‘Zolang ik mijn gezondheid behoud, wil ik anderen helpen.’) en pagina 3 (‘Actief in Rotterdam’, ‘Hobby’s, vrijwilligerswerk, sport, allemaal zaken waar u nu tijd voor heeft’). De boodschap wordt ondersteund door de foto’s en kleurrijke uitstraling van het magazine; het blad ziet er levendig (actief) uit. Enkele respondenten hadden geen idee van de boodschap. Als verbeterpunt is gesuggereerd de boodschap expliciet op de cover te zetten. “Iets van vrijwilligerswerk wat ze zouden kunnen doen. Woonsituatie. Hoe ze zolang mogelijk zelfstandig kunnen wonen, ik denk dat dat de boodschap is. En wat ze allemaal kunnen doen in Rotterdam. Activiteiten, leuke dingen.“ De boodschap spreekt de respondenten aan; zij zijn zelf actief en willen dit blijven, bijvoorbeeld als lid van verenigingen, door uit te gaan met vrienden of door te werken. Respondenten identificeren zich met de mevrouw op de cover van het magazine of andere mensen op foto’s, die net als zij actief zijn. De boodschap past dus bij de actieve 65-plusser. “Ik denk de 65-ers en ouderen stimuleren om dingen te ondernemen en ergens aan te beginnen, ergens aan deel te nemen en ergens naar toe te gaan.” Het is de vraag hoe de boodschap overkomt op minder actieve 65-plussers. Respondenten hebben opgemerkt dat de gemeente met de boodschap moet uitkijken: het is gemakkelijk om tegen 65-jarigen te zeggen dat ze actief moeten blijven als ze gezond zijn, maar er moet ook rekening worden gehouden met mensen die weinig kunnen door ziekte, handicap of emotionele problemen. Een respondent met veel persoonlijke problemen gaf aan dat zij er om die reden niet aan toe was gekomen om het magazine voor het interview te bekijken. “Vind ik ook. Maar als je ziek bent en pijn hebt: hoe moet je dan actief zijn. Je moet je wel lekker voelen.”
10
Vormgeving en structuur De vormgeving is een sterk punt van het 65 Magazine. Respondenten vinden de cover aansprekend, de foto’s mooi, het formaat (A4) goed, de papierdikte prettig en de vele kleuren passend bij hoe ze zich voelen (niet oud en grijs). Dat – onder andere op de cover – ook mensen van niet-Nederlandse afkomst op foto’s zijn afgebeeld wordt als positief ervaren; het blad is niet uitsluitend bedoeld voor “Nederlanders” maar voor iedereen. “Het blad is aantrekkelijk door de kleuren. Ik vond het typisch dat in een Rotterdams blad een buitenlandse vrouw op de voorkant staat. Dat heeft mij direct aangetrokken. Het had ook een Hollandse vrouw kunnen zijn. Het is een Rotterdams en Nederlands blad. Dat is de integratie.” Over Theng Mooi Phang-Moong, de mevrouw op de cover: “Zij voelt heerlijk, en ze is actief, doet alles wat ze kan. Op kleinkinderen passen, vrijwilliger, volksdansen. Zo wil ik zijn. Zo vrolijk.” Het vinden van specifieke artikelen gaat niet altijd even gemakkelijk; dat ieder onderwerp een eigen kleur heeft lijkt hierbij niet veel te helpen en paginanummers zijn moeilijk te vinden of ontbreken (op de oneven pagina’s). De meeste respondenten vinden de letters groot genoeg, maar sommige wensen een iets groter lettertype. Zwarte letters op een witte achtergrond (het grootste deel van de hoofdtekst) is goed voor de leesbaarheid. “Ja, de letters. Kan ik niet zo lezen. Dat moet ik met bril. Toch is mooi. Is mooi. Echt mooi. Mooi boek.” Eén respondent vindt dat de foto’s te statisch zijn (“meer beweging”) en dat de mensen op de foto’s te oubollig gekleed zijn. Een ander vindt het zonde dat er diverse bladvullende foto’s in het magazine staan; de ruimte zou ook gebruikt kunnen worden voor meer informatie. Taalgebruik Het taalgebruik is goed: niet moeilijk, maar ook niet kinderachtig simpel. “Het blad is prettig leesbaar voor iedere groep. Niet met hooggesitueerde woorden. Het is makkelijk leesbaar en begrijpbaar. Het is toegankelijk voor een ieder.“ Bij bovenstaande moet wel een belangrijke kanttekening worden geplaatst: mensen die niet of slecht Nederlands kunnen lezen krijgen weinig mee van de inhoud van het magazine. Uit het onderzoek blijkt dat sommige allochtone 65-plussers niet begrijpen wat het voor magazine is, waarom ze het hebben gekregen en wat er in staat. Voorin het magazine staat in verschillende talen een oproep voor mensen die niet of slecht Nederlands spreken om het magazine zo nodig door iemand anders te laten vertalen. Respondenten vinden deze oproep goed, maar sommige zien hem over het hoofd, of kunnen hem niet lezen omdat hun taal er niet bij staat. Respondenten voor wie dit van toepassing is geven desgevraagd aan dat zij het magazine zullen laten vertalen. Dat ze dit laten doen met bijvoorbeeld een officiële brief van de gemeente is aannemelijk, maar of ze daadwerkelijk een magazine zullen laten vertalen valt te betwijfelen. In ieder geval lijkt de toezegging van sommige respondenten sterk een kwestie van beleefdheid tegenover de interviewer. 11
Inhoud De inhoud van het 65 Magazine beantwoordt (op verbeterpunten na) aan wat de respondenten er op basis van hun eerste indruk van verwachtten. Het magazine bevat voor iedere respondent interessante informatie. Sommige respondenten vinden alle artikelen interessant, andere vinden slechts sommige artikelen interessant, maar vinden dit meestal geen probleem (“niet iedereen heeft dezelfde interesses”). Vooral de agenda met activiteiten en informatie over wat de portemonnee raakt wordt interessant gevonden (‘gratis’, ‘raad&daad’, ‘gratis openbaar vervoer’). Op de vraag wat men het minst interessante artikel vindt, hebben meerdere respondenten geantwoord dat het artikel over het Euro+Songfestival hen niet aanspreekt. “Niet te lange verhalen. Korte impressies en duidelijk.” “Cursussen, opleidingen, vrijwilligerswerk. Jezelf ontwikkelen is ook wat. Nieuw interieur. Zelfstandig blijven wonen dat vind ik niet interessant. Ik houd van mooi interieur, zelfstandig wonen kan ik niet. Ik was 14 en mijn vrouw was 13 toen wij verkering kregen. Weggegaan wegens de oorlog. Toen was ik 17. Vijf jaar lang blijven varen, na vijf jaar teruggegaan en zat zij op mij te wachten. Niet gewend om zelfstandig te wonen.” Verschillende respondenten hebben expliciet gezegd de interviews interessant te vinden. Sommige allochtonen vinden vooral het interview met Theng Mooi Phang-Moong aansprekend, omdat zij ook van niet-Nederlandse afkomst is. Andere (mannen) vinden dat interview juist minder interessant (te zweverig). Over Theng Mooi Phang-Moong is ook opgemerkt dat zij volgens de cover 62 jaar oud is, wat vreemd is voor een magazine voor 65-jarigen. Het interview met Ivo Opstelten valt veel respondenten op, vaak omdat zij hem een goede burgemeester vonden. “Als je alles gaat lezen, kan je precies bijhouden wat er in Rotterdam gebeurt. De evenementen staan er in. Er zijn dingen waar ik wel naartoe wil. Tour de France ga ik wel kijken. En met de autoraces. Die komen nu ook weer. Dat vind ik mooi. Formule1.” “Ik wil ook van dingen gebruik maken als het kan. Ik ga ook naar alle museums waar ik altijd betaalt voor tien euro, twaalf euro. Tot nu toe, maar misschien betaal ik nu ik vijfenzestig ben met de Rotterdam Pas niet meer. Ik ga naar de museum.” Verschillende aspecten van het magazine wekken de indruk dat mensen na verloop van tijd een nieuwe versie krijgen toegezonden. Betreffende aspecten zijn onder meer: ‘bewaarnummer!’ op de voorkant, de agenda met activiteiten (sommige hebben reeds plaatsgevonden), het interview met Ivo Opstelten (inmiddels geen burgemeester meer, al is dat ook wel aangegeven in het artikel), het artikel over gratis openbaar vervoer in 2009 en de colofon (‘September 2009, nummer 1’). Enkele respondenten hebben gesuggereerd om in het magazine alleen ‘houdbare’ informatie op te nemen en zo nu en dan een nieuwe bijlage toe te sturen met bijvoorbeeld een agenda voor het aankomende jaar. Respondenten zouden graag vaker het magazine ontvangen (met steeds nieuwe artikelen). “Ik had gewild dat het om de zoveel tijd verstuurd zou worden. Dat je nog vaker geïnformeerd werd.”
12
Ontbrekende informatie/onderwerpen die men mist Enkele respondenten vinden de informatie hier en daar onvolledig. Deels heeft dit te maken met de houdbaarheid van de artikelen (“dit gaat over 2009, hoe zit het in 2010”). In andere gevallen wil men graag een adres van een instantie waarvan alleen een telefoonnummer en webadres is gegeven. Uitsluitend verwijzen naar internet wordt als irritant ervaren; lang niet alle 65-plussers beschikken over een computer en internet, of kunnen er mee overweg. Een respondent heeft ervoor gepleit belangrijke informatie in aparte kaders op te nemen. “Meer aandacht voor die Rotterdampas. Over wat er allemaal te doen is met die pas. En hoeveel het kost. Want mensen denken: Rotterdampas kost me dit en dat. Dan haken ze gelijk af. Als je dit magazine verstuurt in combinatie met de Rotterdampas: dat is wel een goede combinatie, denk ik. Samenwerking met Rotterdampas.” Voor een volgende versie van het magazine hebben de respondenten verschillende onderwerpen aangedragen die naar hun mening (uitgebreider) aan bod mogen komen: sport, kunst en cultuur, horeca/uitgaan, mode, de Rotterdampas, het nieuwe Centraal Station, (gratis) openbaar vervoer, reizen (met de trein), georganiseerde fietstochten, maatschappelijk werk, zelfstandig wonen, voeding, gezondheid, omgaan met ziektes/handicaps, dingen over Rotterdam van vroeger, juridisch advies, erfrecht, pensioen en belastingaangifte. Wat betreft activiteiten is men vooral geïnteresseerd in zaken die niet te veel geld kosten. Daarnaast hebben respondenten voorgesteld om specifieke doelgroepen te belichten (bijvoorbeeld Kaapverdianen of homo’s). Verder hebben twee respondenten gesuggereerd om 65plussers op te roepen om zelf onderwerpen aan te dragen. “Niet alleen schrijven over zelfstandig blijven wonen, maar ook over eenzaamheid. Eenzaamheid is voor veel ouderen een item. Daar zou ik meer aandacht aan besteden. Adressen, telefoonnummers, tips.” Effecten Het 65 Magazine geeft 65-plussers het gevoel dat de gemeente hen belangrijk vindt. Sommige hebben er met anderen over gesproken of het aan anderen laten lezen. Een aantal respondenten heeft opgemerkt dat het magazine ook voor mensen jonger of ouder dan 65 jaar interessant is. “Ik heb het gelijk aan mijn vrouw gezegd: kom even kijken wat dit is. Ze zegt, ik moet nog boodschappen en het eten doen. Ik zeg nee, dat kan wachten. Samen hebben we even gebladerd. Ik heb het ook aan mijn zoon laten zien. Hij is ook karateleraar, met mij samen. Hij heeft ook gekeken en het gelezen. Hij zegt ja, het is mooi.” Of het magazine 65-plussers daadwerkelijk activeert is niet te zeggen. Geen van de respondenten heeft vooralsnog iets concreets ondernomen naar aanleiding van het lezen van het magazine. Sommige zeggen dit wel te gaan doen. Zij willen bijvoorbeeld een Rotterdampas aanvragen, de Wereldhavendagen bezoeken of zich aanmelden voor een cursus.
13
Het 65 Magazine in trefwoorden Aan elf respondenten zijn trefwoorden voorgelegd. Nagegaan is of zij deze woorden wel of niet op het 65 Magazine van toepassing vinden. De respondenten vinden het magazine toegankelijk, uitnodigend, betrokken en bij de doelgroep passend. Daarnaast vinden de meeste het magazine aantrekkelijk, leuk, duidelijk, overzichtelijk, informatief en nuttig. Weinig respondenten vinden het magazine rommelig, oppervlakkig, onafhankelijk of kritisch. Vergelijkbaarheid met andere magazines Aan een aantal respondenten is gevraagd of het 65 Magazine hen aan een ander magazine of tijdschrift doet denken. Dit levert vergelijkingen op met andere uitgaven voor ouderen (bijvoorbeeld Plus Magazine), uitgaven van de Rotterdampas (Rotterdampas magazine) en vrouwenbladen (Libelle, Margriet). Dat het magazine voor sommigen iets weg heeft van een vrouwenblad, verklaart wellicht waarom het magazine relatief meer vrouwen dan mannen bereikt (zie het vorige hoofdstuk).
14
4 Aanbevelingen Dit hoofdstuk bevat aanbevelingen voor de verbetering van het 65 Magazine. De aanbevelingen zijn gebaseerd op de uitkomsten van de interviews en de telefonische vragen. De aanbevelingen staan in volgorde van meest tot minst belangrijk. Verbeter de distributie Het 65 Magazine heeft een enigszins beperkt bereik: een derde van de 65-jarigen in Rotterdam heeft het magazine ontvangen. Het onderzoek geeft geen uitsluitsel over wat er schort aan de distributie. In ieder geval lijkt het probleem zich niet toe te spitsen op specifieke deelgemeenten (de distributie verloopt via de deelgemeenten). Om te garanderen dat alle - of in ieder geval de meeste - 65-jarigen het magazine ontvangen, kan de opdrachtgever de distributie het beste zelf verzorgen, of met de deelgemeenten bespreken hoe de distributie kan worden verbeterd. Bepaal of het magazine (deels) vertaald kan worden Allochtonen die niet of slecht Nederlands kunnen lezen, krijgen nauwelijks iets mee van de inhoud van het magazine. Sommige begrijpen niet eens wat het magazine is en waarom zij het hebben gekregen. Als de gemeente meer allochtonen met het magazine wil bereiken, is aan te bevelen om tenminste een samenvatting van de inhoud in diverse talen te vertalen. Het is goed dat het magazine een oproep in diverse talen bevat om het magazine te laten vertalen, maar er moet niet te veel van verwacht worden. In ieder geval is aan te bevelen de oproep op een meer opvallende plaats te zetten (bijvoorbeeld voor- en/of achterkant cover), want nu wordt deze soms over het hoofd gezien. Maak het blad (nog) meer aansprekend voor mannen Het 65 magazine lijkt mannen minder aan te spreken dan vrouwen. Wellicht komt dit doordat het magazine voor sommige mannen de uitstraling van een vrouwenblad heeft. De kleuren (roze) en de foto op de voorkant van het magazine (foto van een vrouw) spelen hierbij mogelijk een rol. Door de vormgeving wat aan te passen (iets andere kleuren, foto van een man en een vrouw?) zal het magazine mannen misschien meer aanspreken. Maak duidelijk dat het om een eenmalige uitgave gaat Het magazine wekt de indruk dat het om een serie gaat, onder andere vanwege de tekst ‘bewaarnummer!’ op de cover en de agenda met activiteiten in een beperkte periode. Als het magazine voor iedere 65-jarige een eenmalige uitgave blijft, is het belangrijk dit duidelijker in het magazine te vermelden (bijvoorbeeld, in plaats van ‘bewaarnummer!’, ‘eenmalige uitgave!’). Neem alleen ‘houdbare’ informatie op Het 65 Magazine bevat deels gedateerde informatie, onder andere over activiteiten die al hebben plaatsgevonden. Dit kan verwarring wekken en versterkt de indruk dat mensen op termijn een nieuwe versie zullen krijgen. Daarnaast is het zonde van de ruimte voor wie het magazine nu nog ontvangt. Het is daarom beter om alleen lang houdbare informatie in het magazine op te nemen. Kort houdbare informatie kan in losse bijlagen periodiek worden toegestuurd. Vergroot het lettertype Een iets groter lettertype verdient de voorkeur voor 65-plussers met minder goede ogen.
15
Verbeter de paginanummering Paginanummers in het magazine vallen onvoldoende op en ontbreken vaak op de oneven pagina’s. Om het zoeken van informatie in het magazine te vergemakkelijken, is het belangrijk om iedere pagina van een duidelijk paginanummer te voorzien. Paginanummers kunnen het beste onderaan de pagina’s geprint worden. Verduidelijk de boodschap nog meer De boodschap van het 65 Magazine komt bij de meeste 65-plussers wel over, maar niet bij iedereen. Wellicht is het een idee om de boodschap in de vorm van een slogan op de cover te plaatsen. Vermeld volledige contactgegevens en openingstijden van instanties Het is aan te raden om van instanties altijd volledige contactgegevens (adres, postcode, telefoonnummer, e-mail en website) en openingstijden te vermelden. Vraag aan 65-jarigen welke onderwerpen zij interessant vinden Uit het onderzoek komen veel verschillende onderwerpen naar voren die het 65 Magazine ook of uitgebreider zou kunnen belichten (zie de paragraaf ‘Ontbrekende informatie/onderwerpen die men mist‘ in hoofdstuk 3). Door aanvullend onderzoek kan nog verder worden nagegaan welke onderwerpen voor 65-jarigen interessant zijn. In ieder geval is het verstandig de uitgezette route van veel diverse onderwerpen te blijven volgen. Zodoende zal het magazine 65-jarigen met verschillende voorkeuren blijven aanspreken. Overige verbetersuggesties De interviews hebben nog een aantal andere verbetersuggesties opgeleverd, die minder belangrijk zijn dan de hiervoor gedane aanbevelingen, of die meer een kwestie van smaak zijn van de respondent in kwestie: Maak nog duidelijker dat het een magazine van de gemeente is (groter logo?). Meer tekst in plaats van bladvullende foto’s. Meer spontane foto’s met mensen in modernere kleding. Vermeld belangrijke informatie apart in kaders. Tot slot Het 65 Magazine is een gewaardeerd blad, vooral vanwege de luxe uitstraling. Dat de gemeente een dergelijk blad aan 65-plussers stuurt, geeft veel respondenten het gevoel dat de gemeente bij de doelgroep betrokken is. De boodschap komt bij de meeste respondenten duidelijk over. Het merendeel ook voelt zich door de boodschap aangesproken. Juist, omdat ze zelf actief in het leven staan. Hobby’s, vrijwilligerswerk, sport: het zijn inderdaad zaken waar deze respondenten tijd voor hebben en mee bezig (willen) zijn. En daarmee zijn ze niet representatief voor de totale groep 65-jarigen in Rotterdam. Er is een groep 65-jarige Rotterdammers die er niet aan toekomt om maatschappelijke te participeren, omdat de randvoorwaarden niet op orde zijn: de woon- en leefomgeving, gezondheid, welzijn en beheersing van de Nederlandse taal. Veelal gaat het hier om allochtone ouderen. De vier personen die zich ‘spontaan’ bij het COS hebben gemeld, omdat ze de brief die het onderzoek aankondigt niet hadden begrepen, zijn hiervan een voorbeeld. Maar ook de enkeling onder de genodigden: zoals een mevrouw die tijdens het interview in gebrekkig Nederlands veel te vertellen had over de ellende en het verdriet in haar leven, maar niets over het toegestuurde 16
magazine; want die had ze niet ingekeken, ook al was dat gevraagd. De vraag is ook of deze groep van kwetsbare ouderen het blad laat vertalen, zoals daarvoor een oproep in het magazine wordt gedaan. Men zal ongetwijfeld de hulp van anderen inroepen voor officiële gemeentelijke brieven, maar niet voor een luxe uitgave die tot niets verplicht en opent met artikelen over en foto’s van de leukste uitjes, hobby’s, vrijwilligerswerk, en sport. Want dat zijn artikelen die voor deze groep geen nuttige informatie bevat. Wat dat betreft kan het magazine beter beginnen met onderwerpen als gratis openbaar vervoer en raad en daad. Overigens is de oververtegenwoordiging van betrokken, actieve personen niet uniek voor dit onderzoek. Mensen die betrokken en geïnteresseerd zijn in het onderwerp zijn meestal meer bereid om aan een onderzoek mee te werken.
17