Leven uit de bron 3: Leven met Jezus

Leven uit de bron

Jaarthema: Leven uit de bron

3: Leven met Jezus

Materiaal voor kringen of persoonlijk gebruik Jaarthema 2015-2016 van de Hervormde Gemeente van Enter Contact: Ds. W. Bevelander (0547) 38 12 22 Mail: [email protected] Internet: www.hervormdenter.nl

Pagina 1

Leven uit de Bron is leven met Jezus Ontmoeting met elkaar Vertel elkaar over je favoriete hobby of vrijetijdsbesteding.

Liedsuggesties: Gez. 446, Ev. Liedbundel nr. 218.

Gebed Jouw gedachte Omcirkel twee woorden, die er voor jou uitspringen. Redder, Vriend, Voorbeeld, de Ware Mens, Zoon van God, Profeet, Immanuël, Herder, Brood des Levens, Ware Wijnstok, Waarheid, Leven, Weg naar God, Liefde, ………… Voor mij is Jezus……….


Bezinning vanuit de bijbel Lees Mattheüs 16:13-18 Jezus heeft het over Petrus waarop Hij de gemeente zal bouwen. Petra betekent: rots.  Hoe dachten de mensen toen over wie Jezus is?  Wat herken jij daarvan in onze tijd?  Wat betekent Jezus voor jou?  ‘Vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard’. Wat betekent dat volgens jou voor hem toen en voor ons nu?  Welke troost kun je uit dit gedeelte halen over de opbouw van de gemeente? Lees Colossenzen 2:6-7  Paulus heeft het over het ‘aanvaarden van Jezus’ – wat zou hij daarmee bedoeld kunnen hebben?  Wat zou de gemeente van Colosse daarbij gedacht hebben, denk je?  Kun je iets vertellen hoe je tot aanvaarding van Jezus bent gekomen? Ging dat langzaam of ineens? Wie of wat heeft daarbij een rol gespeeld?  Wat betekent volgens jou ‘in Hem wandelen’?  Hoe geef je daar zelf vorm aan? Praktijkvragen  Waarin ben je gegroeid de afgelopen 2 jaar? Vergelijk je leven nu eens met 2 jaar geleden. Wat is er veranderd?  Wat zou je nog willen versterken in je wandel met Jezus en hoe?

Pagina 2

Dank en voorbede Achtergrond informatie bij Colossenzen 2: 6-7 Er worden in dit Bijbelgedeelte 4 werkwoorden genoemd die vertellen hoe je in de praktijk van het leven als gelovige kunt leven:

1. Wandelen Op vele plaatsen wordt in de bijbel het leven omschreven als een wandelen. Wandelen en leven horen blijkbaar bij elkaar. Van Henoch staat geschreven dat hij wandelde met God. En tot Abraham zei God: Wandel voor mijn Aangezicht. En in het N. T. komen we de vermaning tegen om te wandelen door de Geest. Ook komen we de vermaning tegen: wandelt in geloof en wandelt in nieuwheid van leven. In onze tekst staat: Wandelt in Hem, Christus Jezus de Here, Die gij aanvaard hebt.


Het valt op dat het er niet staat als een soort verzoek. Het is een opdracht: Wandelt in Christus Jezus de Heer, Die gij aanvaard hebt.

In het Griekse woord voor wandelen, peripateoo, zit ook de gedachte van "om iets heen gaan" zodat je op die manier het goed kunt zien. En daarom is wandelen net even iets meer dan lopen. Lopen doe om ergens te komen. Je loopt naar de bakker om een brood te halen. Maar wandelen heeft een doel in zichzelf. En bij wandelen hoort rust. En zo krijg je ook oog voor de dingen om je heen. Daarom, het wandelen van Henoch met God, betekende dat heel zijn leven was doortrokken van de Here. En bij alles wat Hij deed was de Here. Dat Abraham moest wandelen voor Gods aangezicht, betekent niets anders dan dat hij zicht moest hebben op Gods gezicht. God in de ogen zien bij alles wat hij deed. En onze tekst. Wandelt in Hem, Christus Jezus de Here, betekent dat voortaan ons leven moet cirkelen om Hem. Hij is het middelpunt, de spil van ons leven. Om Hem gaat het in ons leven. Hij is ons doel. Op Hem houden we ons gericht. Hem kijken we in de ogen. Het N.T. spreekt ook over wandelen in de zonde. En we kunnen ook wandelen naar het vlees. Dan lopen we alleen met een spiegeltje voor ons.

Pagina 3

2. Wortelen. Een boom. Dikke takken. Een volle kruin. En vruchten. Wist je dat ie onder de grond net zo groot is als boven de grond. Als het goed is ten minste. Dan heeft hij z'n wortels breed uitgeslagen, is diep in de grond geworteld. Vast en stevig. Om voedsel en water op te diepen. Laat je zo wortelen in Christus Jezus. Want Hij geeft je leven en kracht alles wat je nodig hebt in leven en in sterven. Dagelijks mag je alles uit Hem en door Hem ontvangen. En hoe meer je met Hem verbonden wordt, hoe vaster je staat en hoe beter je dat gaat zien. Hoe rijker je leven wordt voor God. Er breken zelfs vruchten door. Het is te zien, wanneer we geworteld zijn in Christus Jezus.


En goed om te weten. De grootste boom is als een klein plantje begonnen. En niet iedere boomsoort is het zelfde. Een populier groeit veel sneller dan een beukenboom. Maar een boom die helemaal niet wil groeien is ziek of dood. Daar mankeert iets aan. Waar leven is, daar is ook groei. Wanneer Jezus in je leven komt, blijft groei niet uit. Stilstand is ook hier achteruitgang. Sla je wortels uit. Zo mag het ook in jouw leven beginnen, hoe klein en nietig het nog mag zijn, het mag zich ontplooien, groeien en bloeien voor God. 3. Bouwen. Steen na steen wordt door de metselaar op elkaar gezet. Zo wordt het gebouw steeds groter. Er wordt gepast en gemeten. En alles gaat volgens de bouwtekening. Dit voorbeeld komen we wel meer tegen in het N.T. En iedereen weet dat het gedeelte onder de grond net zo belangrijk is als er boven. Een goed fundament. Laat je zo bouwen in Hem. Neem er de tijd voor. Steen voor steen, stap voor stap mag je groeien in Hem. Op dat ene onwankelbare fundament Jezus Christus. Hoe je dat doet: Komen op de plaatsen waar bouwstenen worden uitgedeeld. Komen op de plaats waar het Woord van God opengaat.

Pagina 4

4. Vastmaken/bevestigen Een boot komt aan in de haven. Trossen worden uitgegooid en vastgemaakt aan de kade. Laat je zo vastmaken in het geloof. Gooi de trossen van je levensboot uit, maak ze vast aan de vaste kade van het geloof. Hoe hou je vast? Paulus zegt tegen de Colossenzen: zoals het jullie is geleerd. Epafras mocht door Gods genade het Evangelie brengen. Vasthouden aan Gods Woord. Waar geen tittel of jota aan toe of aan zal worden afgedaan, zegt Jezus. Dat geeft houvast en richting in je leven. Er zijn christenen die heen en weer worden geslingerd op de golven. Hun leven lang vol onzekerheid. Altijd twijfelen. Zou dat Gods bedoeling zijn? Bevestigd in het geloof zegt Paulus. Vastheid, zekerheid in het geloof. Je trossen vastmaken aan het Woord. In tijden van storm en aanvechting.


5 Dankzeggen Houdt maar een beker onder de kraan. Op een geven moment is ‘t ie vol. Blijf je hem onder de kraan houden dan loopt ie over. Dat gebeurt wanneer we wandelen in Hem, geworteld en gebouwd worden. Onlosmakelijk verbonden door de touwen van het geloof. De dankbaarheid borrelt als het ware over de rand heen. Overvloeiende dankzegging noemt Paulus het in Col.2:7 Dankzeggen betekent: goed spreken van de genade.. Het wijst terug naar het lijden en sterven van Jezus. Als je daar voor open staat, word je hart blij, stroomt over van dankbaarheid en je mond gaat er van zingen, loven en prijzen.

Pagina 5

Vragen:  Paulus heeft het over het ‘aanvaarden van Jezus’ – wat zou hij daarmee bedoeld kunnen hebben?  Kun je vertellen hoe je tot aanvaarding van Jezus bent gekomen? Ging dat langzaam of ineens? Wie of wat heeft daarbij een rol gespeeld?  Wat betekent volgens jou ‘in Hem wandelen’?  Hoe geef je daar zelf vorm aan?

Praktijkvragen:


 Waarin ben je gegroeid de afgelopen 2 jaar? Vergelijk je leven nu eens met 2 jaar geleden. Wat is er veranderd? En wie of wat heeft daarin een rol gespeeld?  Wat zou je nog willen versterken in je wandel met Jezus en hoe?

Pagina 6

Leven uit de bron 3: Leven met Jezus

Recommend Documents