LESBRIEF TAFELEN
Choreografie Muziek
David Middendorp Slagwerk Den Haag
INHOUDSOPGAVE
Inleiding De voorstelling De choreograaf David Middendorp Hoe maakt de choreograaf zijn stuk Voorbereiding op de voorstelling Na de voorstelling: een nagesprek Opdrachten in de klas - Knutselopdracht: de fantasiehuiskamer - Twee kijkopdrachten: rond en vierkant - Associatie-opdracht met rond en vierkant - Spelen met verschillende ritmes in de klas - Muziekopdrachten in de klas: ritmes en bewegingen - Vijf dansopdrachten in de gymzaal
Inleiding Binnenkort gaat u met uw leerlingen naar een muziek- en dansvoorstelling van Tafelen van choreograaf David Middendorp en muzikanten van Slagwerk Den Haag. Deze lesbrief is ontwikkeld om de leerlingen voor te bereiden op hun voorstellingsbezoek. De kinderen kunnen op verschillende manieren betrokken worden bij de voorstelling Tafelen. Bijvoorbeeld door het maken van de opdrachten die uitgevoerd kunnen worden in de klas, of het uitvoeren van de dansopdrachten in een speellokaal of gymzaal. Het allerleukst is natuurlijk om juist alle verschillende opdrachten uit de lesbrief uit te voeren met de kinderen. Maar er kan ook gekozen worden voor alleen een duidelijke uitleg, de dansopdrachten of knutselopdrachten. De opdrachten kunnen zowel voor als na het bekijken van de voorstelling gegeven worden. Wat voorop staat is dat de lesbrief vooral bedoeld is om de kinderen op een creatieve en fantasievolle manier voor te bereiden op de voorstelling en ze een geweldige ervaring mee te geven! Alvast veel plezier gewenst bij de voorstelling Tafelen! Aline Mommers
De voorstelling “Tafelen” Tafelen is een muzikale en beeldende familievoorstelling van David Middendorp en Slagwerk Den Haag over twee verschillende werelden, in dit geval cirkels en blokken, jongens en meisjes! In deze voorstelling vertellen dans, slagwerk en animatie een verhaal over de strijd tussen rechthoek en cirkel, man en vrouw. Drie echte mannen zitten aan een tafel in een blokkenwereld, waar geen vrouw en melodie te vinden is. Hier wonen de mannen al tijden, hier is alles een blok en elke man een macho. Eigenlijk heel erg saai. Plotseling wordt deze wereld verstoord, er verschijnt een vrouw. Niets zal ooit meer hetzelfde zijn, maar er is wel een melodie... De voorstelling is begonnen met het idee van 1 tafel waar steeds meer dingen uit voortvloeien. Om te beginnen met de muziek uit de voorstelling: deze is communicatief, verrassend en experimenteel. Anders dan gewoon. De muziek binnen de voorstelling Tafelen heeft veel meer bij te dragen dan puur alleen de begeleiding van de dans. De muziek wordt ingezet om de dansers te onderbreken, te stimuleren en te dansers te laten beginnen met dansen. Het is een dialoog die de hele voorstelling wordt voorgezet. Slagwerk Den Haag voor Tafelen heeft bewust gekozen voor aantal componisten. Philip Glass, Hugo Morales, Peter Garland en Steve Reich maken gebruik van minimalistische elementen, in noten en instrumenten. Tijdens het bedenken van de voorstelling, waarbij uitgegaan werd van het simpele element van 1 tafel, vonden ze deze componisten passen. Uiteindelijk komt alles voort uit die ene tafel. De blokken verbergen tal van slagwerkinstrumenten, en worden omgevormd tot een tafel, die later in de voorstelling weer transformeert tot een huiskamer. Daarbij komt ook nog de video-animatie die de wereld nog meer anders doet lijken dan je denkt... De choreograaf David Middendorp is bij het maken van de voorstelling Tafelen letterlijk uitgegaan van de vorm van een tafel. Omdat het een vierkante tafel is heeft hij allerlei associaties met blokken en vierkanten gemaakt. Dat brengt hij tot uiting in de dansers, kostuums, decor en animatie. De animatie is gebruikt als verlenging van de werkelijkheid. Dit betekent dat alles wat de choreograaf bedacht heeft met zijn fantasie ook op het toneel kan plaatsvinden. Zo is het bijvoorbeeld heel lastig om iemand op het toneel te laten vliegen...; maar in de animatie een fuitje van een cent! Hoewel een fuitje van een cent...; het maken van animatie kost erg veel tijd. Zo zit er in elke seconde 25 plaatjes die als je die snel achter elkaar zet, beweging suggereren. Dus zevenenzestigduizendvijfhonderd (67.500) plaatjes in een voorstelling van drie kwartier!!! Om dit plaatje voor plaatje met de hand te tekenen zoals dat vroeger gebeurde, zou nu onmogelijk zijn. De computer kan hierbij helpen, bijvoorbeeld door tussenliggende plaatjes te berekenen. Dat wil zeggen; als een blokje van de linker naar de rechter kant van het scherm beweegt hoef je de computer alleen het begin en het
eindpunt te geven, en berekent de computer zelf alle tussenliggende plaatjes. Bij het maken van animaties heten deze begin en eindpunt plaatjes key-frames. Net als de dansers, decor en kostuums draagt de animatie bij aan de boodschap die de choreograaf wil overbrengen.
Medewerkers “Tafelen” Choreografe, animaties: David Middendorp, Beer Buisman Muzikaal leider: Fedor Teunisse Slagwerk: Frank Wienk, Pepe Garcia Dans: Glória Ros Abellana en Jeroen Klein Gunnewiek Coaching/Dramaturgie: Krisztina de Châtel Repetitor: Hope Miller Educatie: Aline Mommers Animatie & videotechniek: Beer Buisman Lichtontwerp & techniek: Andre Goos Kostuums: Dorine van IJsseldijk Decorbouw: Brinkman decor, Quirein Smits Publiciteit: Ilse van Dijk, Mirjam Nebbeling Fotografe: Jochem Jurgens Productie: León Tol, Stephie Büttrich Zakelijke leiding: Frontaal Theaterbureau Tafelen is een coproductie van Frontaal Theaterbureau en Slagwerk Den Haag Financieel ondersteund door Fonds Podiumkunsten en SNS Reaal Fonds Dank aan: NDT, Theater a/h Spui, Menno v.d. Meer
De choreograaf David Middendorp begon op zestienjarige leeftijd zijn dansopleiding aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hij studeerde daar voor klassieke dans. Maar zijn voorkeur ging steeds meer uit naar moderne dans. Daarom stapte hij na een paar jaar over naar de Rotterdamse Dansacademie. In het derde jaar won hij de beurs Dansersfonds '79, waardoor hij drie maanden kon studeren aan de Juilliard School in New York. Daarna danste hij bij verschillende dansgezelschappen zoals Introdans voor de jeugd, het Saarlandische Staatsballet en het Ballettheater München in Duitsland. Tijdens de laatste jaren in München merkte David dat hij liever zelf stukken wilde gaan maken in plaats van te dansen. Sinds zijn terugkeer naar Den Haag in 2003 maakte hij stukken voor Introdans, CaDance, Voorjaarsontwaken en dansgezelschap De Meekers. Zijn laatste voorstelling werd gedanst op de Wereldtentoonstelling Shanghai 2010 in Happy Street. David Middendorp werkt graag met jonge mensen en combineert vaak dans met videoanimatie. In zijn voorstellingen speelt hij graag met fctie en werkelijkheid. Daarbij zijn humor en poëzie ook terugkerende onderwerpen in zijn choreografe. Hoe maakt de choreograaf zijn stuk David krijgt zijn ideeën voor het maken van een voorstelling door allerlei dingen die hem opvallen of raken en die hij meemaakt in zijn leven. Dat kan zijn door een songtekst, muziekstuk, vakantie naar een ver land of een cabaretier. Op Youtube zag hij een flmpje van een cabaretier George Garlin. Zijn verhaal ging over het verschil tussen mannen en vrouwen. “Het hoofd van een man is een soort ladekast waarin alles netjes zit weggestopt in ieder laatje.” Dit was zijn uitgangspunt om te gaan fantaseren over de strijd tussen man en vrouw en de verschillen daartussen. Zo is zijn eerste idee voor de decorstukken ontstaan. Allemaal blokken die ook weer opgedeeld kunnen worden in kleinere blokken met laatjes. Voordat David met zijn dansers aan de slag gaat heeft hij een raamwerk waarbinnen het stuk gaat plaatsvinden. Daarbij maakt hij alvast wat schetsjes voor animatie-ideeën. Met zijn dansers start David vaak met improvisatieopdrachten. Enkele opdrachten die hij gebruikte voor dit stuk zijn bijvoorbeeld: · Pak “iets” van elkaar af en onthoud de bewegingen die je daarbij maakt. · Zoek hoekige en in elkaar passende vormen met je danspartner · Hoe zou je bewegen als je een bewegend balletje hebt ingeslikt Hieruit maakt David een selectie van bewegingen die later weer aangepast worden, of worden bewaard voor een ander moment in de voorstelling. Soms maakt David ook zonder hulp van de dansers stukjes choreografe, bijvoorbeeld als de muziek hem precies vertelt hoe de dansers gaan bewegen.
Voorbereiding op de voorstelling Het bezoeken van een dansvoorstelling Om de kinderen goed voor te bereiden op de voorstelling is het handig om kort iets te vertellen over Tafelen. Waar gaat de voorstelling over? Wie zijn de makers? Wat wordt er verwacht van de leerlingen in het theater? Vaak willen de kijkers de voorstelling (of soms zelfs elke beweging) helemaal begrijpen. Terwijl er vaak naar muziek geluisterd wordt waar soms helemaal geen tekst is, of Engels wat je niet helemaal kan verstaan. En toch luistert iedereen er graag naar. Op deze onbevangen manier zou je eigenlijk ook naar dans kunnen kijken. Om de kinderen meer te betrekken kun je vragen je vragen stellen als: · wie er wel eens naar een dansvoorstelling geweest is, en of hij/zij misschien nog weet wat voor dansstijl er gedanst werd? · zijn er ook leerlingen die zelf dansen? Welke dansvorm ze kennen? Schrijf dit evt. op het bord zoals: breakdance, hiphop, musicaldans, jazzdans, moderne dans, klassiek ballet, salsa, tango… · wat is je favoriete muziek? En begrijp je die? · vind je het nodig om alles in een dansvoorstelling te begrijpen? Kortom, het is een leuke voorbereiding op het bezoek aan het theater en de kinderen kennis te laten maken met de verschillende aspecten die horen bij het zien van een voorstelling! TIP! Bereid de kinderen erop voor dat het donker wordt voordat de voorstelling begint! De Theaterregels Laat de kinderen eerst zelf ontdekken wat de regels zijn. Meestal komen ze aardig in de buurt van wat er daadwerkelijk wel en niet mag. Zo realiseren ze zich spelenderwijs dat het bezoek aan een dansvoorstelling iets heel anders is dan een bezoek aan de bioscoop of thuis op de bank televisie kijken! Voor de televisie kun je praten, snoepen, weglopen. Hoogstens is dat vervelend voor je ouders, broertje of zusje, maar de mensen op de televisie hebben daar absoluut geen last van. Voor de dansers en de muzikanten in de voorstelling is dat anders. Het is uitermate storend voor ze als er in de zaal wordt gekletst of onnodig herrie wordt gemaakt. Ze hebben al hun aandacht en concentratie nodig om de voorstelling goed te kunnen uitvoeren. Ook andere kinderen in de zaal hebben last van lawaai van anderen: het is moeilijk om van een voorstelling te genieten als er naast je hardop gekletst wordt. Wijs de leerlingen erop dat ze hun reacties op de voorstelling ook na de voorstelling kunnen uitwisselen. Als de voorstelling afgelopen in het de gewoonte om de dansers en muzikanten te bedanken met een applaus. Een applaus omdat je de voorstelling mooi vond of omdat je de dansers en muzikanten wilt laten merken dat je het fjn vond dat ze erg hun best voor jou hebben gedaan..
Na de voorstelling Na het bekijken van de voorstelling krijgen de kinderen de gelegenheid hun eerste indrukken van de voorstelling met elkaar te bespreken. Het gaat snel over mooi en lelijk en of je het wel of niet goed vond. Maar daardoor wordt er niet echt over de voorstelling gesproken. Om de kinderen op een andere manier te laten terugkijken kun je met behulp van onderstaande vragen beginnen. ·
Wat was er allemaal te zien op het toneel?
·
Zijn de dansers en de muzikanten altijd op het toneel te zien?
·
Waardoor werd de rust verstoord?
·
Wat denken jullie dat de verschillen tussen jongens en meisjes zijn, en kon je dat ook terugzien in de voorstelling?
·
Wat voor muziekinstrumenten kon je ontdekken en hoe kwamen ze tevoorschijn?
·
Wat werd er gedaan met animatie in de voorstelling?
·
Heb je een muziekinstrument gehoord wat geen slagwerkinstrument was?
·
Waren er dingen in het stuk die je helemaal niet had verwacht?
·
Hoe kan je aan iemand zijn bewegingen zien dat hij boos is?
·
Wat zou het kunnen betekenen als een iemand hoekig beweegt?
Opdrachten voor in de klas Opdracht 1 Knutselopdracht: de fantasiehuiskamer Het is handig om eerst uit te leggen wat decor is. Dat kunnen allerlei dingen zijn die de choreograaf helpen bij het overbrengen van zijn boodschap. Vooral bij de voorstellingen van David Middendorp hebben decorstukken vaak een dubbele functie, zeker in de voorstelling Tafelen!! De tafel waar de muzikanten aan zitten zijn tevens de instrumenten van de muzikanten. Hij transformeert later zelfs ook nog tot een hele huiskamer! De docent kopieert onderstaand knipsel voor ieder kind in de klas. De kinderen knippen alle blokjes los en plakken ze op een A4 tje voor een eigen fantasiehuiskamer. Alles kan en alles mag je bedenken, dus misschien komen er wel heel andere dingen uit dan een televisie, bankstel of een cavia-hok? TIP! Alle zelfbedachte fantasiehuiskamers kunnen natuurlijk naast elkaar opgehangen worden in de klas, zodat je goed alle verschillen kan zien.
Opdracht 2 Kijkopdracht 1 Kan je ontdekken waar de choreograaf ronde en vierkante vormen heeft gebruikt? Zoek ze bij de dansers op foto 1 en 2!
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Opdracht 3 Kijkopdracht 2 Kopieer de foto 3 voor de leerlingen en geef bij de foto met stippellijntjes aan waar de ronde en vierkante vormen zitten! Opdracht 4 Associatie-opdracht met rond en vierkant De kinderen krijgen allemaal een leeg vel papier, waarop ze op de ene helft een cirkel en de andere helft een vierkant mogen tekenen. Om of in de cirkel schrijven ze alles wat ze maar kunnen bedenken wat rond is, of wat aan rond doet denken. Hetzelfde geldt voor het vierkant. De opdracht kan ook klassikaal worden gedaan waarbij de leraar het voorbeeld hieronder overneemt op het schoolbord. Wat kun je er allemaal bij verzinnen?? Voorbeeld:
Opdracht 5 Spelen met verschillende ritmes in de klas Bespreek met de leerlingen wat een ritme is: een herhalend patroon, wat je op alle verschillende manieren kan variëren. In muziek is het ritme vaak gekoppeld aan een maatsoort. Bijvoorbeeld een driekwartsmaat. Dan zitten er 3 tellen in een maat. Daarnaast kan je ook een bepaalde sfeer of emotie oproepen met ritmes. · ·
Welke ritmes zijn spannend en stoer, en welke zijn juist lief en mooi? Welke ritmes zijn om van te schrikken? Of heeft het te maken met hard en zacht?
-
Opdracht 6 Muziekopdrachten in de klas Leerdoelen voor de muziekopdrachten: De leerlingen kunnen zelf ritmes bedenken en uitvoeren op verschillende manieren. De leerlingen ervaren hun eigen creativiteit in te zetten, het zelf maken. De leerlingen kunnen bewust gebruik maken van contrasterende aspecten. De leerlingen ervaren hun eigen expressie en fantasie. De leerlingen kunnen werken in groepjes van 4. De leerlingen observeren elkaar.
-
Wat heb je nodig bij de muziekopdrachten: een open vierkant van tafels waar de kinderen aan passen. voor ieder kind een stoel! Ga met de leerlingen aan de tafels zitten en leg beide handpalmen plat op tafel. De docent probeert verschillende ritmes uit bijvoorbeeld: · 3x snel en 1x langzaam · 2x heel snel en kort achter elkaar · 4x de rechter en linker hand afwisselen Hetzelfde kun je herhalen met andere lichaamsvormen, begin eerst met gebalde vuisten. En daarna met 2 ellebogen? Klinkt dat heel anders? En kan je net zoveel geluid maken? Ziet het er gek uit? Indien aanwezig kan er ook gewerkt worden met muziekinstrumentjes. Daarna maken de leerlingen in groepjes van 4 een eigen stukje, door eerst de ritmes aan elkaar aan te leren. En daarna in een zelfgekozen volgorde aan elkaar te plakken. Als afsluiting kunnen de groepjes hun muziekstukjes aan elkaar laten zien en horen. Deze opdracht kun je ook uitvoeren met extra bewegingen erbij aan de tafel! De kinderen volgen de docent met het aanleren van 3 danshoudingen aan de tafel. · een ronde houding · een vierkante houding · een houding om de tafel Daarna kunnen de leerlingen zelf aan de slag met het bedenken van een eigen danshouding. 1 Als verwerking kunnen de zelfgemaakte ritmes en danshouding samen worden
uitgevoerd. TIP! De docent kan de leerlingen stimuleren door de ritmes en bewegingen op verschillende manieren te laten uitvoeren; bijvoorbeeld met kracht, langzaam, snel en plotseling.
-
-
Opdracht 7 Dansopdrachten in de gymzaal Leerdoelen voor de dansopdrachten: De leerlingen ervaren hun eigen creativiteit in te zetten, het zelf maken De leerlingen kunnen bewust gebruik maken van contrasterende aspecten. De leerlingen ervaren hun eigen expressie en fantasie. De leerlingen ervaren verschillende manieren van beweging op de muziek. De leerlingen kunnen werken in tweetallen. De leerlingen observeren elkaar. Wat heb je nodig bij de dansopdrachten: Muziek: gebruik muziek uit de eigen verzameling als achtergrond muziek. Aantal kinderen: de hele groep Waar: het liefst in een speellokaal of gymzaal Materialen: eigen muziek en cd-speler A3 vel papier Inleidend gesprekje Maak een kring en zorg ervoor dat iedereen zit. Bespreek het volgende met de leerlingen. We gaan vandaag aan de slag met “ronde” en “vierkante” vormen uit de voorstelling Tafelen. In het begin van de voorstelling zijn er alleen vierkante vormen, met een paar mannen aan een tafel waardoor het eigenlijk allemaal heel rustig en overzichtelijk is. Maar dan opeens komt er een danseres die alleen maar ronde bewegingen maakt. Daardoor raakt bij de mannen alles in de war! Wat is rond en wat is vierkant, en hoe kan je dat zien in dans? Let hierbij op verschillen tussen zelf een hoek maken in je lichaam of heel hoekig bewegen, denk hierbij aan een robot. Dat is een groot verschil! Voorbeeld:
TIP! Je kan hierbij ook de voorbeeldfoto's laten zien van de kijkopdracht, of de improvisatie-opdrachten van de choreograaf. Warming-up, meteen meedoen!
-
Begin staand in de kring. Maak bewegingen die het lichaam opwarmen en gebruik verschillende bewegingen zoals: Sprongetjes op en neer (op de plaats) Dribbelen (zo snel je kan!, op de plaats) Stampen (zo hard je kan!, op de plaats) Schudden (armen, benen, schouders, hoofd, billen) Met 2 vingers de grond aanraken (terwijl je benen gestrekt blijven!) Balanceren (op 1 been staan en zolang mogelijk blijven staan!) Sluit af met het maken van rechte strakke armen omhoog en opzij, en jezelf helemaal in een balletje vouwen (alvast een voorproefje op de komende opdrachten) Dansopdracht 7.1: stokstijf-stil-stop-freeze De kinderen staan verspreid door de zaal. Ze dansen kriskras door de ruimte, zet de muziek stop en de kinderen blijven stokstijf staan, zonder ook maar iets te bewegen. Ofwel een “freeze” (een bevroren houding waarbij ook een bepaalde spanning hoort, zodat ze niet om kunnen vallen). Stop een aantal keren na 1 minuut via de pauzeknop, waarbij ze de volgende “stop” in een hoekige vorm gaan staan. Bij een volgende stop maken ze een hoekige vorm alleen met de armen. Deze “stops” kan je gaan variëren met verschillende lichaamsdelen die de grond wel of niet aan mogen raken. Dansopdracht 7.2: stokstijf-stil-stop-freeze met 2 De kinderen dansen in tweetallen door de zaal, en ze voeren nu samen de “freeze” uit als de muziek stopt. Bij de volgende stop in de muziek mogen de tweetallen samen een “ronde freeze” maken. Of een variatie waarbij ze samen een houding bedenken waarbij de een rond en de ander vierkant is. Aanwijzing voor deze opdracht is om duidelijk aan te geven dat ze elkaar minstens met een lichaamsdeel moeten aanraken. En dan kun je een voorbeeld geven door met een elleboog in de knieholte van de ander te leunen. Een andere “stop” kan zijn doordat ze een houding bedenken met 1 voet op de grond, 1 knie tegen de knie van de ander en 2 handen! Dansopdracht 7.3: inkrimpen en uitvouwen Deze opdracht is gericht op de vierkante en hoekige vormen. Zorg dat de kinderen goed verdeeld in de ruimte staan en allen de docent goed kunnen zien. Houd een groot vel (A3) voor, prop dit niet te snel in elkaar en trek het daarna weer uit elkaar. Wijs erop dat je dat geluid goed moet kunnen horen. Beginhouding: de kinderen gaan liggen als een groot vierkant. Als je de krant langzaam in elkaar propt, vouwen de kinderen steeds meer hoeken in. Als je stopt met proppen, blijven de kinderen ook stil in een “freeze”-houding staan. Het is de bedoeling dat ze uiteindelijk komen te staan in een superhoekige vorm. Als dit goed gaat kunnen de kinderen ook in tweetallen aan de slag met een A4tje. Dansopdracht 7.4: stuiteren en kolken Begin de opdracht in een kring. We zitten met z'n allen in een hele grote pan en het water begint langzaam te koken... De luchtbelletjes komen langzaam onder je oksels en zorgen voor een golf door je hele lijf!
Begin langzaam met het borrelen van de handen, en armen, de romp en alle denkbare ledematen, met uiteindelijk de benen en voeten. Het zijn allemaal golvende kolkende bewegingen die constant opgevolgd worden door weer een nieuwe! Laat de kinderen langzaam uit de kring borrelen en kolken, totdat ze allemaal goed verspreid staan om de ruimte. (Bij deze opdracht kun je ook weer werken met “stops” door de muziek aan en uit te zetten.) Dansopdracht 7.5: Spiegelen Zet de kinderen 2 aan 2. Een van het tweetal heeft een (denkbeeldige) stuiterbal ingeslikt die door het hele lichaam heen blijft stuiteren! Deze leerling mag de bewegingen bedenken en de ander volgt. Na een paar minuten wisselen ze om. TIP! Zorg ervoor dat de diegene die de bewegingen bedenkt niet te snel gaat, anders kan je niet goed spiegelen! De opdracht kan uitgebreid worden met verplaatsen door de zaal. Waardoor het logisch overgaat in leiden en volgen. Als de muziek start, mogen ze op ontdekkingstocht door de zaal. Wanneer de muziek stopt, blijven samen in een “freeze” staan, Als echte afsluiting kunnen alle kinderen samen tot 1 supergrote FREEZE komen!