Lesbrief Aanpak huiselijk geweld en de meldcode
2013 © ZorgvoorKennis
1
Voorbereiding op de training Tijdens de training ga je met collega’s in gesprek over de verschillende vormen, gevolgen en oorzaken van huiselijk geweld onder ouderen en ouderenmishandeling. Je bespreekt wat het belang is van veiligheid en je eigen verantwoordelijkheid hierin. Je wordt je bewust van eigen waarden en normen ten aanzien van de verschillende situaties. Het signaleringsproces van ouderenmishandeling (observeren en signaleren) komt uitgebreid aan bod. Je neemt kennis van de dilemma's die een rol spelen bij het signaleren van ouderenmishandeling. Er wordt aandacht besteed aan gesprekstechnieken en het werken met het 5-stappenplan. In de training bespreek je casuïstiek en het beleid binnen de eigen organisatie. Je oefent met twee gesprekstechnieken. Na de training ben je in staat om met je eigen teamleden de belangrijkste onderdelen van de richtlijn door te nemen. De leerdoelen:
Je hebt inzicht in de verschillende vormen, gevolgen en oorzaken van pesten onder ouderen en ouderenmishandeling. Je weet hoe ouderen te observeren en bent in staat problematische ontwikkelingen vroegtijdig te signaleren Je bent je bewust van je eigen waarden en normen ten aanzien van verschillende situaties Je hebt je gespreksvaardigheden verder uitgebreid en werkt met het 5stappenplan.
Met deze lesbrief kun je een begin maken met het onderwerp. Misschien heb je zelf ook ervaringen en herken je situaties. Als je zelf een of meer casussen meeneemt naar de workshop is dat heel erg welkom. In de training is er veel ruimte voor eigen inbreng en discussie. Juist door zelf te presenteren leer je heel veel. Wat doe je met deze lesbrief? Het is fijn als je hem van te voren doorleest. En het is helemaal goed als je zelf een casus op papier zet en meeneemt naar de training. Het onderwerp huiselijk geweld en ouderenmishandeling Het onderwerp ouderenmishandeling is beladen. Je wilt niet geloven dat het bestaat. Deze eerste reactie is heel natuurlijk en tref je bij iedereen aan. Als je langer in de zorg werkt dan weet je dat het wel bestaat. Dan is het zaak om de ogen niet te sluiten en te handelen als je iets signaleert. De training heeft dan ook de bewustwording als voornaamste doel. Je ziet het pas als je het gelooft.
2013 © ZorgvoorKennis
2
Wat is huiselijk geweld? Huiselijk geweld en ouderenmishandeling is het handelen of nalaten van handelen waardoor de bewoner lijdt. Dit lijden kan lichamelijk of psychisch zijn, maar ook materieel. De pleger heeft een persoonlijke of professionele relatie met het slachtoffer, bijvoorbeeld als mantelzorger of zorgverlener. Bij één op de twintig bewoners boven 65 jaar is sprake van huiselijk geweld. In deze Richtlijn worden zes vormen van huiselijk geweld beschreven. De verschillende soorten huiselijk geweld komen vaak naast elkaar voor. 1.
Verwaarlozing
Lichamelijke verwaarlozing kan blijken uit ondervoeding, uitdroging, slechte hygiëne of wonden als gevolg van doorliggen. Wanneer de geestelijke behoeften van bewoners worden genegeerd - zoals de behoefte aan aandacht, liefde en ondersteuning – is er sprake van psychische verwaarlozing. 2.
Psychische mishandeling
Bij psychische mishandeling is er sprake van treiteren en sarren, dreigen, vals beschuldigen, beledigen of bevelen. Bij de bewoner leidt dit tot gevoelens van angst, woede, verdriet, schuchterheid, verwardheid of apathie. 3.
Financiële uitbuiting
Bij deze vorm van huiselijk geweld gaat het om het wegnemen of profiteren van bezittingen van de bewoner. Te denken valt aan diefstal van geld, juwelen en andere waardevolle spullen, aan verkoop of gebruik van eigendommen zonder toestemming van de bewoner en aan gedwongen testamentverandering. Ook iemand financieel kort houden is een vorm van uitbuiting. 4.
Schending van rechten
Hiervan is sprake wanneer de rechten van bewoners - zoals het recht op vrijheid, privacy en zelfbeschikking - worden ingeperkt. Bijvoorbeeld door post achter te houden, bezoekers weg te sturen en de bewoner te verhinderen het huis te verlaten.
2013 © ZorgvoorKennis
3
5.
Lichamelijke mishandeling
Blauwe plekken, schrammen, zwellingen, fracturen of brandplekken: deze symptomen kunnen het gevolg zijn van lichamelijk geweld. Soms worden bewoners vastgebonden aan een stoel of bed. Ze vertonen dan striemen aan polsen of enkels. Een minder zichtbare vorm van lichamelijk geweld is het geven van te weinig of juist te veel medicijnen (bijvoorbeeld slaapmiddelen). 6.
Seksueel misbruik
Bewoners kunnen het slachtoffer zijn van seksueel misbruik, zoals exhibitionisme, betasten van het lichaam en verkrachting.
Risicofactoren Risicofactoren bij de bewoner
Toenemende afhankelijkheid van zorg door lichamelijke en geestelijke achteruitgang. De afhankelijkheid kan ook van financiële of van emotionele aard zijn.
Familiegeschiedenis: gewelddadig met elkaar omgaan kan van generatie op generatie worden overgedragen.
Ingrijpende voorvallen: stress ontstaan door een verhuizing, de dood van een geliefd persoon, verlies van een baan of scheiding van een huisgenoot. Er kan sprake zijn van financiële nood.
Isolement: het slachtoffer heeft weinig contact met de buitenwereld.
Risicofactoren bij de pleger
Afhankelijkheid: de pleger kan afhankelijk zijn van het slachtoffer, bijvoorbeeld voor huisvesting, sociale contacten of inkomen.
Overbelasting: de zorg is teveel geworden of de zorgbehoefte is groter dan de mantelzorger of zorgverlener kan bieden. Ook kan de pleger te kampen hebben met langdurige werkloosheid, moeilijkheden op het werk, relatieproblemen of schulden.
Psychische gesteldheid: de pleger kan psychiatrische- of ontwikkelingsstoornissen hebben. Alcoholisme, drugs- en gokverslaving maakt het risico op huiselijk geweld groter.
2013 © ZorgvoorKennis
4
Signalen Er zijn meerdere signalen die kunnen wijzen op huiselijk geweld, maar één of enkele van die signalen hoeft zeker niet altijd op geweld te wijzen. Signalen bij de pleger: • onverschillig of juist een uiterst vriendelijke houding • lijkt overbelast, heeft onduidelijke (pijn)klachten, vaak ziek • schelden, schreeuwen • afschermen van de oudere voor hulpverleners • klagen over de oudere • onverschillige houding naar de oudere Signalen bij de oudere: • zichtbaar letsel • schrikreactie, angstig bij (onverwachte) aanraking • onsamenhangende verklaringen over verwondingen • depressieve, angstige indruk • onverzorgd, verwaarloosd uiterlijk • spullen die verdwijnen • weigeren van hulp of gesprekken • krijgt geen gelegenheid om te praten • onverklaarbaar geldtekort
2013 © ZorgvoorKennis
5
Hulp bieden HULP GEVEN ALS ER NIET MEEGEWERKT WORDT Praten en informeren Ga regelmatig in gesprek over de situatie en geef informatie over mogelijke oplossingen, dit kan mensen uiteindelijk over de drempel helpen om hulp te vragen. Overtuigen en adviseren Als de bewoner ontkent dat er wat gaande is, probeer dan toch betrokkenen te overtuigen van de noodzaak om iets te ondernemen. Draag praktische oplossingen aan. Soms ontstaat pas langzaam het besef dat er iets echt mis is en dat er wat aan gedaan kan worden. Ongevraagd bezoek Als er signalen zijn gekomen van derden dat er mogelijk iets mis is, zal er iemand op bezoek moeten gaan in de woonsituatie. Zich ongevraagd ergens mee bemoeien kan uiteindelijk gewenst blijken te zijn. Confrontatie Benoem het mogelijke probleem in bijzijn van de betrokkenen en stel oplossingen voor aan de bewoner/vertegenwoordiger. Dit vraagt om ervaring en stevigheid van de hulpverlener. Anoniem cliëntoverleg Als betrokkenen uit schaamte of schuldgevoel geen andere of onbekende hulpverleners toe willen laten, kan een anoniem bewonersoverleg de hulpverlener ruggensteun geven. De hulpverlener meldt dat er overleg is, maar dat er geen namen genoemd worden. Beschermingsplan In een beschermingsplan wordt een manier beschreven waarop hulpverleners gaan proberen om de bewoner voor (verder) geweld te beschermen. Het plan vermeldt heel duidelijk de doelen, wie de hulpverleners zijn en wie coördineert. De rol en taak van iedere hulpverlener wordt duidelijk beschreven, evenals afspraken over gebruik van speciale observatiemiddelen, zoals lichaamskaarten. 2013 © ZorgvoorKennis
6
Geweld gaat gepaard met trauma's voor alle partijen, dus het is goed om ook afspraken te maken over psychische begeleiding. Zware maatregelen * Beoordeling van wils(on)bekwaamheid, en ingrijpen zondertoestemming van het slachtoffer. * Onder bewindstelling, financiële belangenbehartiging. * Mentorschap, beslissen met en voor de bewoner met betrekking tot verzorging, behandeling, wonen, enzovoorts. * Onder curatele stellen: in geval van dementie. * Scheiding van bewoner en pleger/BOPZ (Wet Bijzondere Opneming in Psychiatrische Ziekenhuizen: onvrijwillige opneming van lijders aan een geestesstoornis). Dit brengt veel onmacht en verdriet met zich mee voor betrokkenen, maar kan noodzakelijk zijn. * Inhechtenisneming / inbewaringstelling: dit is alleen van toepassing in situaties waar er directe dreiging is van zwaar geweld en bij aangifte van het slachtoffer. HULP GEVEN ALS ER MEEGEWERKT WORDT Informatie en advies geven Luister zorgvuldig naar de beleving en de veranderingswensen van de betrokkenen en noem voorzichtig oplossingen. Veranderen is moeilijk, zeker in een gevoelige situatie. Kom niet met eigen ideeën, probeer de betrokkenen de regie te laten en zelf een keuze te laten maken. Doorverwijzen Bij verdergaande problematiek als verslaving, overbelasting of een geschiedenis van mishandeling of seksueel misbruik kan een andere instantie soms meer betekenen voor de pleger. De pleger kan doorverwezen worden naar bijvoorbeeld de (ambulante) geestelijke gezondheidszorg.
2013 © ZorgvoorKennis
7
Derden erbij betrekken Vraag of collega's mee willen denken of zoek contact met andere disciplines. Dit kan binnen de eigen organisatie, maar ook buiten de eigen instelling. Overleg organiseren Bij een complexe situatie, waar meerdere disciplines bij betrokken zijn, helpt het om met alle hulpverleners rond de tafel te gaan en een gezamenlijk hulpplan op te stellen. Eén persoon zal de coördinatie op zich nemen. Een plan van aanpak opstellen Bij een vermoeden dat er echt iets aan de hand is, moeten de verschillende hulpverleners goed afspreken wie wat wanneer doet. Een plan omvat een korte omschrijving van het vermoede geweld, de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende disciplines. Daarnaast wordt er een gedetailleerde registratie bijgehouden van de vermoedens en signalen. Betrek indien mogelijk de pleger in het gesprek De verzorger die geweld gebruikt heeft vaak gevoelens van tekortschieten en minderwaardigheid. Hij/zij kan bang zijn voor veroordeling. Dit roept extra stress op en maakt dat iemand zich terugtrekt. Men raakt meer geïsoleerd. Daardoor ontstaat grotere wederzijdse afhankelijkheid en groter risico op verdere ontsporing. Als zaken bespreekbaar blijken te zijn, kan dit voor alle partijen uiteindelijk een opluchting betekenen. Maar voordat geweld bespreekbaar is, moet er wederzijds vertrouwen zijn. Ingang vinden bij de pleger lukt alleen als je een positieve benadering gebruikt en laat blijken dat iemand niet "verkeerd" handelt, maar steun kan gebruiken. Signaleren is niet hetzelfde als beschuldigen, je kunt iemand wel aanspreken op verantwoordelijkheid. Omdat er vaak onmacht in het spel is, kun je niet altijd spreken van dader en slachtoffer, maar eerder van "twee slachtoffers". Maar als ontlasting van zorg niet helpt om het geweld te stoppen, kan er sprake zijn van opzet en is een andere vorm van ingrijpen nodig.
2013 © ZorgvoorKennis
8
Vijfstappenplan Stap 1. Vermoeden van huiselijk geweld - Sta open voor signalen - Zet aanwijzingen die het vermoeden onderbouwen op een rij - Maak een kleine inventarisatie over de huidige hulpverlening - Hoe is de situatie? Wat is er aan de hand? - Beoordeel de situatie, schat het acute risico in - Stel vragen, uit bezorgdheid bij de bewoner (gebruik het woord geweld niet) Stap 2. Overleg - Bespreek het vermoeden met een collega, leidinggevende, aandachtfunctionaris ). - Houd contact met de betrokkenen. Stap 3. Informatie verzamelen - Onderzoek de situatie: observeer en rapporteer, houd de frequentie bij - Luister goed naar slachtoffer als pleger, neutraal en feitelijk. - Let op lichaamstaal en wees geduldig. - Check of er andere hulpverleners komen en wat zij weten en/of vermoeden. - Leg waarnemingen voor aan de bewoner/ vertegenwoordiger en/of de pleger - Beoordeel de resultaten uit fase 1, 2 en 3 - Besluit welke acties moeten worden genomen - Besluit wie deze acties gaat nemen - Benoem een probleemeigenaar/casemanager 2013 © ZorgvoorKennis
9
Er zijn drie verschillende situaties mogelijk: Situatie A. Er is géén sprake van geweld of er is twijfel over geweld Situatie B. Er is sprake van geweld maar betrokkenen willen géén hulp Situatie C. Er is sprake van geweld en betrokkenen willen hulp Stap 4. Actie Situatie A. Er is géén sprake van geweld of er is twijfel over geweld - Schakel andere hulp in, indien noodzakelijk - Blijf alert Bij twijfel: - Ga door met verzamelen van informatie en observeren. - Overleg met de aandachtsfunctionaris - Vraag iemand om mee te observeren. - Herhaal (delen uit) het onderzoek. Situatie B. Er is sprake van geweld maar betrokkenen willen géén hulp - Bewoners die slachtoffer zijn van geweld, zijn vaak afhankelijk van de pleger. Dat maakt aanpak lastig. - Blijf, indien mogelijk, contact houden. - Geef een telefoonnummer dat (dag en nacht) bereikbaar is. - Zorg voor een vangnet. - Informeer de arts zodat deze ook alert is. - Meld (uw vermoeden van) huiselijk geweld bij de aandachtsfunctionaris, die houdt contact met de Inspectie 2013 © ZorgvoorKennis
10
Situatie C. Er is sprake van geweld en betrokkenen willen hulp De omstandigheden die kunnen leiden tot geweld bij een slachtoffer zijn zeer uiteenlopend. De hulp die nodig is om de omstandigheden te verbeteren dus ook. Afhankelijk van de situatie, de vorm van geweld en de ernst van de situatie wordt hulp ingeschakeld. Inventariseer de mogelijkheden. Het geweld wordt gemeld bij de aandachtsfunctionaris die de coördinatie van de verder te nemen stappen op zich neemt (casemanager). Goede verwijzing is het meest essentiële element bij ondersteuning van het slachtoffer. Met het slachtoffer (en pleger) wordt besproken welk soort hulp nodig is. Soms is de situatie zodanig verstoord dat een (veilige) omgeving in een speciaal daarvoor toegeruste voorziening voor een bewoner de enige (tijdelijke) oplossing is om ernstig geweld te voorkomen en om over een lange termijnoplossing na te denken. Voor het bieden van de juiste hulp is een goede infrastructuur, samenwerking en coördinatie van verschillende hulpverlenende organisaties noodzakelijk. Stap 5. Melden Voor een melding van of vragen over huiselijk geweld in de zorg kunnen instellingen contact opnemen via www.huiselijkgeweld.nl, melden gebeurt via de aandachtsfunctionaris die de contacten heeft het de IGZ, via het Steunpunt Huiselijk Geweld of rechtstreeks bij de Inspectie.
Evaluatie Belangrijke aandachtspunten in de evaluatie zijn:
Zijn de vermoedens met behulp van derden voldoende onderbouwd?
Is het stappenplan "op maat" uitgevoerd?
Hoe verliep de besluitvorming bij de uitvoering van de stappen?
Is de bewoner zorgvuldig en doortastend benaderd?
Waren betrokkenen gesprekstechnisch voldoende toegerust?
Wat waren (in het algemeen) de knelpunten?
2013 © ZorgvoorKennis
11
Sta ook stil bij de emoties van de medewerker.
Ook als er een redelijke oplossing lijkt te zijn, is het zaak de casus in de gaten te houden. Maak duidelijk dat de hulpverleners weer contact op moeten nemen als het opnieuw mis dreigt te gaan. Schakel (sociale) netwerkleden in om de casus in de gaten te houden. Hou een logboek bij, hou een lichaamskaart bij en maak foto's.
Geheimhouding Slachtoffers en plegers van huiselijk geweld vragen meestal niet zelf om hulp. Terwijl er wel degelijk hulp nodig is om het geweld te stoppen. Om toereikende hulp op gang te brengen, zullen beroepskrachten die betrokken zijn bij de aanpak van huiselijk geweld informatie moeten delen. Maar bewonersgegevens wissel je niet zomaar uit. De regelgeving op het gebied van geheimhouding is streng, maar biedt wel enige ruimte om het belang van de bewoner af te wegen tegen het belang van geheimhouding. Omdat iedere situatie anders is, bestaat er geen pasklaar antwoord op de vraag wanneer de geheimhouding doorbroken mag worden. Die beoordeling moet u zelf maken. Met toestemming van de bewoner of diens contactpersoon is gegevensuitwisseling bijna altijd rechtmatig. Maar om toestemming te verkrijgen, zal eerst het probleem op tafel moeten worden gelegd. Huiselijk geweld is een zwaar en beladen onderwerp om ter sprake te brengen. Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld kunnen u adviseren over hoe u dit kunt aanpakken. De manier waarop toestemming moet worden verkregen staat vrij. Mondelinge toestemming om gegevens te verstrekken is in principe voldoende. Maar met het oog op eventuele bewijsvoering verdient schriftelijke toestemming de voorkeur. Meer informatie op www.huiselijkgeweldenberoepsgeheim.nl
2013 © ZorgvoorKennis
12
Gesprekstechnieken, de LSD techniek: luisteren, samenvatten, doorvragen Luisteren Luisteren doe je niet alleen met je oren, maar met je hele lichaam. Door je lichaamshouding laat je de ander zien dat je geïnteresseerd bent in wat hij te zeggen heeft. Een goede luisteraar let aandachtig op wat de ander te zeggen heeft. Aandachtspunten zijn:
de woorden (wat zegt iemand letterlijk?) de manier waarop de ander de woorden uitspreekt (toon, volume, kracht) de lichaamstaal (houding, gebarentaal, gezichtsexpressie)
Samenvatten Heeft de ander zijn betoog afgerond, dan vat je het samen in je eigen woorden. Door samen te vatten, check je of je de boodschap goed hebt begrepen. Is dat niet het geval, dan geef je de ander de gelegenheid aan te vullen of te corrigeren. Samenvattingen geven een gesprek structuur. Voorbeeld samenvatting: "Als ik je goed heb begrepen, vind jij dat ....." " Je zegt dus dat ..." Een goed gesprek heeft een prettige sfeer. De gesprekspartners voelen zich zelfverzekerd en gelijkwaardig, weten waarom ze met elkaar aan het praten zijn en geven elkaar correcte en volledige informatie. Het geheim is een goede gespreksleider die open vragen stelt, doorvraagt en op het goede moment samenvat. V a s te s ta ppe n i n e e n ges pre k Een goed gesprek leid je globaal volgens deze stappen: -
Bedenk tevoren wat je met het gesprek wil bereiken en bedenk bij elk doel de juiste vraag. Begin het stellen van vragen altijd met een korte neutraal geformuleerde open vraag. Houd je mond als de ander aan het praten is. Vraag door op onduidelijkheden. Vat samen wat er is gezegd en Laat de ander daarop reflecteren en vraag nog een keer door als het nodig is.
Deze volgorde kun je onthouden met het ezelsbruggetje LSD (Luisteren, Samenvatten, Doorvragen).
2013 © ZorgvoorKennis
13
S a m e nva tte n of s pi e ge l e n Als je een tijdje vragen hebt gesteld en antwoorden hebt gekregen ligt er een heleboel informatie op tafel. Maar een deel daarvan is echt belangrijk voor het vervolg van het gesprek dat je aan het voeren bent of voor beslissingen die je op basis van het gesprek moet nemen. Jij hebt de leiding van het gesprek. Aan jou de taak om samen te vatten. Waarom is het nodig en hoe doe je dat? Li jn va s thoude n Je gesprekspartner dwaalt misschien af en jij dwaalt met hem mee als je niet oppast. Terwijl je wel een agenda hebt die je binnen de tijd wilt afwerken. Dus vat je samen waar je op door wilt gaan en de rest laat je liggen. Als je gaat samenvatten, kondig je dat aan. De ander weet dan dat hij even goed moet luisteren, omdat er anders verkeerde conclusies getrokken worden. “Dus als ik je mag samenvatten wil je deze functie graag hebben omdat je veel thuis kunt werken.” “Nou, dat is niet de enige reden, maar inderdaad wel een belangrijke.” Contr ol e re n of je he t goe d he bt begre pe n Bij ingewikkelde informatie waarbij motieven van de ander en emoties een beetje troebel zijn, moet je controleren of je kern van het verhaal van de ander nu scherp hebt. “Je hebt je collega dus drie keer om hulp gevraagd en toen hij dat voor de derde keer weigerde, durfde je zijn hulp niet meer te vragen. Heb ik dat goed begrepen?” Me t e e n goe de s ame nva tti ng s te l j e de a nde r ge rus t Je gesprekspartner heeft erg zijn best gedaan om een duidelijk antwoord op je vraag te geven. Als jij met een goede samenvatting laat merken dat je aandachtig hebt geluisterd en hem bovendien goed hebt begrepen, geeft dat de ander een prettig gevoel. In het vervolg zal hij bereid zijn je nog meer nuttige informatie te geven. “Je bent dus heel blij met je nieuwe taken?” “Ja absoluut, dat heb je goed gezien!” V a l k uil e n bi j s ame nva t te n Wat kun je allemaal fout doen bij samenvatten? -
Papegaaien: precies dezelfde woorden herhalen voegt geen enkele waarde toe. Te snel conclusies trekken, terwijl je nog niet alle info hebt. Verkeerd interpreteren. Bijvoorbeeld in bovenstaand voorbeeld. Misschien is je collega niet onzeker, maar gewoon kwaad. Je houdt het veilig door altijd te vragen of je samenvatting klopt. Zeggen wat al overduidelijk is. Dokter tegen patiënt die net heeft gehoord dat hij ongeneeslijk ziek is: “U voelt zich niet zo lekker. Klopt dat?” Samenvatting te lang maken.
2013 © ZorgvoorKennis
14
-
Geen ruimte geven voor correctie. Als je samenvatting te stellig is en je gaat meteen door op een volgend onderwerp, dreig je de boel te verdraaien. Vanuit je eigen perspectief samenvatten. “Ja ik vind het ook altijd irritant als je het bos in gestuurd wordt.” Dit zijn twee fouten ineen, want een uitdrukking als “het bos in gestuurd worden” maakt het gesprek alleen maar vaag.
W a t i s e e n goe de s a me nva tti ng? Wie voor het eerst met samenvatten begint, voelt zich vaak een papegaai of iemand die steeds naar de bekende weg vraagt. Dat is logisch, want in het begin doe je het vaak verkeerd. Probeer je aan deze regels te houden: -
-
Vat samen in je eigen woorden. Laat daarmee merken dat je de boodschap verwerkt hebt. Alleen letterlijk herhalen is zinloos. Ga aan het eind van je samenvatting met je stem omhoog. Daarmee maak je duidelijk dat je samenvatting best tegen gesproken mag worden als het niet klopt. Gebruik ‘u’ of ‘jij’ in je samenvatting. Daarmee maak je duidelijk dat het gaat om wat de ander heeft gezegd en niet om jouw mening: "U geeft aan dat het lastig voor u is om samen te werken deze collega omdat hij zo weinig tegen u zegt." Verwerk zowel de inhoud als het gevoel in je samenvatting. Het gevoel is immers ook belangrijke informatie. Bovendien laat je daarmee empathie zien. Ook is het nuttig omdat je daarmee de ander uitdaagt nog eens te reflecteren op wat hij zelf heeft gezegd.
Ui tnodi ge n om te re fl e c te re n Mensen leren pas iets tijdens het werk als ze gestimuleerd worden na te denken over wat ze gedaan of gezegd hebben. Misschien denk je hierbij meteen aan zware gesprekken, maar dat hoeft helemaal niet. Onbewust flappen mensen er van alles uit. Vaak zijn uitspraken die puur vanuit het gevoel komen heel erg waardevol. Als je die niet spiegelt, vervliegt belangrijke informatie weer. Vat samen in nieuwe woorden. Doordat de ander zijn eigen woorden iets anders terug hoort, denkt hij dieper na en ontdekt hij nieuwe inzichten over zichzelf. E e n voorbe e l d: l ere n va n i r ri ta ti e door e e n goe de s ame nva tti ng Stel dat een collega met een verbeten kop uit een vergadering komt, zijn schrijfblok op tafel gooit en verzucht: “Waarom vragen ze me eerst die offerte op te stellen op basis van honderd manuren, dan trekken ze het naar tachtig en nu denken ze dat de klant wel ruimte heeft voor honderdtwintig. En dan zeggen ze dat ik tevoren met Klaas had moeten overleggen omdat hij die klant beter kent. Waarom geven ze die klus dan aan mij?” Een goede samenvatting nodigt uit tot reflecteren: “Wat je onzeker maakt, is het gevoel dat je opzettelijk te weinig achtergrondinformatie over de klant krijgt. Klopt dat?” “Ja, dat is het precies. Je wordt met iets aan het werk gezet waar een ander kennelijk meer van weet. Waarom doen ze dat?” 2013 © ZorgvoorKennis
15
Je collega komt een beetje tot rust omdat hij een 'etiket' op zijn ervaring kan plakken. Daarna kun je samen gaan bespreken hoe je collega zijn positie kan versterken. Doorvragen Speur in het gesprek naar aanknopingspunten om door te vragen. Wees alert op:
vaagheden subjectieve uitlatingen aannames algemene waarheden zinnen met 'moeten' of 'kunnen'
Deze taalpatronen verhullen vaak waardevolle informatie. Let op wat de ander zegt en op wat hij níet zegt. Zo krijg je meer informatie los. Voorbeelden "Mijn medewerkers zijn blij." "De directie is tevreden." → Doorvragen: Hoe weet je dat? "Ik moet doorzetten. Ik moet sterk zijn. Ik moet dit beleidsplan op tijd afhebben." → Doorvragen: Wat gebeurt er als je dat niet doet? "Ik kan dit niet." "Ik kan afdeling X hier niet mee opzadelen" → Doorvragen: Wat weerhoudt je? "Niets gaat goed." "Overal vallen mensen mij lastig". → Doorvragen: Kun je geen enkele uitzondering noemen?
Gesprekstechiek, laat je eigen OMA thuis! (Oordeel, Mening en Advies) In welke fase je bij een vermoeden van ouderenmishandeling het best een gesprek kunt voeren met de oudere is afhankelijk van de situatie en de mate van vertrouwen. Het is belangrijk om niet te lang te wachten met het uitspreken van je bezorgdheid en de oudere de gelegenheid te geven zijn/haar verhaal te doen. Enkele tips voor het voeren van een gesprek Goed voorbereiden
Goed voorbereiden/informatie verzamelen. Ga na of er al hulp in het gezin is. Vraag andere betrokken instellingen om advies of ondersteuning voor het gesprek. Kijk of een collega met jou het gesprek wil oefenen.
2013 © ZorgvoorKennis
16
Een gesprek voeren
Maak het doel van het gesprek duidelijk. Deel je zorgen, zeg concreet wat je zorg is (niet het woord mishandeling gebruiken). Vraag hoe de betrokkenen de geuite zorgen beleven. Nodig uit om te praten door open vragen te stellen (wie, wat, waar, hoe, wanneer...). Praat vanuit jezelf (ik zie dat...). Bespreek niet alle problemen in één keer. Accepteer, toon empathie, wees oprecht geïnteresseerd nieuwsgierig en oordeel niet. Luister actief en reflecteer. Wanneer de ander helemaal opgaat in de eigen emoties, haal hem/haar dan terug naar het hier en nu, bijvoorbeeld door te vragen of er nog geld in de parkeermeter moet, of suiker of melk in de koffie. Discussie en weerstand zijn tekenen dat er iets moet veranderen in de communicatie en strategie. Wees eerlijk en open, pas op voor vrijblijvendheid. Als aanwezigen zich dreigend uitlaten (wat uitzonderlijk is), benoem dat de ander dreigt en stop het gesprek. Doe geen toezeggingen die je niet waar kunt maken. Beloof niet te snel geheimhouding! Leg afspraken en besluiten na afloop van het gesprek kort en zakelijk vast en geef de betrokkenen een kopie.
Soms kan het nodig zijn om te confronteren met de consequenties van het gedrag: de ontoelaatbaarheid van het geweld en de eigen verantwoordelijkheid.
Probeer te concretiseren: kunt u voorbeelden geven? Hoe vaak kwam dat voor? Hoe reageerde u daarop? Wat denkt u dat de reden daarvan is? Waarom deed hij dat? Sluit aan bij de belevingswereld en omgangsrituelen van de bewoner Vermijd de rol van de deskundige of de redder Kom tot een gemeenschappelijke probleemdefinitie, draag mogelijke oplossingen aan, maar laat de regie in handen van de betrokkenen.
2013 © ZorgvoorKennis
17
Inleidende zinnen
Ik wil met u praten over de verandering in het gedrag van uw... Ik maak me zorgen over u of over..., omdat... Er is een verandering ontstaan in uw situatie, sindsdien bent u of is uw...
De werkelijke boodschap Vanuit het benoemen van feiten, kan die als volgt luiden: Mij valt op.., het lijkt of.. Ik merk, ik hoor, ik zie, ik denk... U bent de laatste tijd wat stil (ongeconcentreerd, rumoerig, druk, afwezig, verdrietig, boos, geheimzinnig) en daar maak ik me zorgen over. Is er iets gaande in de omgeving (familie, gezondheid, woonsituatie)? Ik merk dat... Het vervolg “Ik wil graag nog eens met u praten om te kijken of er verandering heeft plaatsgevonden.
2013 © ZorgvoorKennis
18
Aantekeningen
2013 © ZorgvoorKennis
19
2013 © ZorgvoorKennis
20