opmaak omslag
30-12-2008
16:20
Pagina 1
Leerstoelen in de etalage Review Onderwijsnetwerk Belvedere
Leerstoelen in de etalage Review Onderwijsnetwerk Belvedere
leerstoelen in de etalage, review onderwijsnetwerk belvedere
Leerstoelen in de etalage Review Onderwijsnetwerk Belvedere
Onderwijsnetwerk Belvedere IVA beleidsonderzoek en advies in opdracht van Projectbureau Belvedere december 2008
Belvedere in ontwikkeling De koppen van de kranten bij het verschijnen van de nota Belvedere in 1999 gaven luid en duidelijk weer hoe de sentimenten toen lagen: “Weg met de identiteitsloze doorzonwoning”, kopte het Parool op 6 juli van dat jaar. “Meer oog voor het karakter van Nederland”, opende de Volkskrant haar voorpagina-artikel over Belvedere. De NRC gaf haar artikel over het nieuwe beleid de kop mee: ‘Ten strijde tegen ’s lands saaiheid”. Belvedere werd aldus geacht een innovatieve impuls te geven in het anders denken over de aanpak van de ruimtelijke ordening: een nieuwe balans zoekend tussen de eigenheid van een object of gebied enerzijds en het ruimtelijk programma anderzijds. Inmiddels, bijna 10 jaar later, lijkt die discussie over de kwaliteit van de ruimte alleen maar toe te nemen, getuige enquêtes van kranten, onderzoeken van planbureaus en acties van belangengroeperingen rondom thema’s als ‘verrommeling’. Het pleidooi van Belvedere vindt dan ook z’n weerklank in allerlei nieuwe rijksnota’s en beleidsprogramma’s. Maar hoewel het lijkt dat het nu dus slechter gaat dan 10 jaar geleden, laten de ervaringen met Belvedere zien dat er in verschillende werkvelden inmiddels ook verschuivingen ten goede plaatsvinden. Verschuivingen van het denken in termen van functionaliteit en kosten, naar het denken in kwaliteit, duurzaamheid en review onderwijsnetwerk
opbrengsten. Praktijkervaringen tonen inmiddels aan dat voortbouwen op bestaande kwaliteiten (hergebruik/multifunctioneel gebruik/reconstructie) minstens zoveel waarde oplevert als inzetten op ‘het nieuwe’. In operationele zin wordt er binnen verschillende werkterreinen gezocht naar instrumenten die deze manier van denken en werken ondersteunen. Daarbij wordt ernaar gestreefd meer ruimte te bieden voor ontwikkeling in plaats van het beperken van schade en het voorkomen van ongewenste initiatieven. Daarbij past ook dat top-down de verantwoordelijkheid voor de sturing van ruimtelijke processen wordt neergelegd op het bestuurlijke niveau waar dat past en in de praktijk van de uitvoering bottum-up gewerkt wordt. De rol van de burger en het burgerinitiatief kan in die processen zorgen voor toegevoegde waarde. Het lijkt er dus op dat, alhoewel er door critici nog steeds schande gesproken wordt over de kwaliteit van de ruimtelijke ordening van Nederland, partijen concreet aan de slag zijn vanuit een ander paradigma gebaseerd op begrippen als: “behoud ís ontwikkeling, identiteit als anker, ontwerp voorop, gebiedsontwikkeling, een cultuur van vertrouwen, duurzaamheid zit in burgers” etc. De resultaten van deze benadering zijn inmiddels aantoonbaar en liegen er niet om: er is oog voor het karakter van het gebied, de identi-
teit wordt benut in termen van waardecreatie en het is allesbehalve saai! In het meest recente jaarboek Architectuur in Nederland wordt dan ook vermeld dat er de nodige projecten zijn die vertrekken vanuit cultuurhistorie. Dit andere paradigma vraagt echter om vernieuwde en andersoortige kennis, vaardigheden, manieren van denken en werken. De kennisontwikkeling op dit nieuwe domein staat echter nog maar pas in de kinderschoenen, want het vraagt van de kennisontwikkelaars en aanbieders interdisciplinair denken en handelen. Als we terugkijken op ‘slechts’ drie jaar Belvedereleerstoelen dan zien we dat al het nodige bereikt is; maar er kan meer. Deze review getuigt daarvan. In het licht van bovenstaande is van cruciaal belang dat de leerstoelen bij uitstek het interdisciplinair denken en handelen belichamen. De meerwaarde van de leerstoelen ligt in het tot nu toe vrij unieke samenwerkingsverband tussen verschillende universiteiten, hogescholen, vakgebieden en professies. Het lijkt een onmisbare stepping stone voor een benadering waarvan de noodzaak al in 1999 werd onderkend en die nu aan actualiteit alleen maar gewonnen heeft.
Frank Strolenberg, Projectleider Belvedere 5
Inhoud Belvedere in ontwikkeling Inleiding 7 Onderwijsnetwerk Belvedere 8 1. De output, wat is er gerealiseerd? 11 - Ambities 13 - Onderwijsaanbod 14 - Onderzoeksactiviteiten 16 - Activiteiten onderwijsnetwerk 18 2. De externe blik, wat vinden de gebruikers? 21 - Impressie interviews 22 - Doelstellingen 23 - Behoefte 25 - Toekomst 27 3. De etalage; realisatie, reflectie en vooruitblik van het Onderwijsnetwerk 35 - Onderwijs 35 - Theoretisch fundament onder Belvedere 37 - Praktijkvernieuwing 37 - Het netwerk van het Onderwijsnetwerk 37 - Vooruitblik 38 - Afsluitend 39 Overzicht publicaties 42 Toekomstbeeld Onderwijsnetwerk 47
Inleiding In 1999 hebben vier ministeries (VROM, OCW, LNV en V&W) in de nota ‘Belvedere’ het beleidsinitiatief ‘behoud door ontwikkeling’ vastgelegd. De hoofddoelstelling van dit beleid luidt: De cultuurhistorische identiteit wordt sterker richtinggevend voor de inrichting van de ruimte, en het rijksbeleid zal daarvoor goede voorwaarden scheppen. Implementatie van deze benadering in de praktijk wordt ondersteund door het projectbureau Belvedere. In het kader van het Belvedereprogramma heeft het projectbureau in 2005 samen met drie universiteiten het Onderwijsnetwerk Belvedere gestart. Het Onderwijsnetwerk heeft zichzelf drie doelstellingen gesteld: 1. Duurzame verankering van de Belvederebenadering in het hoger onderwijs 2. Uitwerking en versterking van het theoretisch fundament onder het Belvederebeleid 3. Leveren van een vernieuwende bijdrage aan de praktijk via het onderwijs, het onderzoek en netwerkactiviteiten Om deze doelen binnen een termijn van vier jaar te bereiken zijn drie Belvederereview onderwijsnetwerk
leerstoelen ingesteld aan Wageningen Universiteit en Researchcentrum, de Technische Universiteit Delft en de Vrije Universiteit te Amsterdam. De leerstoelen, voor respectievelijk planning, ruimtelijk ontwerp en cultuurhistorie, zijn verder uitgebouwd tot een Kerngroep Onderwijsnetwerk Belvedere, bestaande uit de drie leerstoelhouders, een universitair docent, een secretaris en een onafhankelijke voorzitter. In totaal gaat het om anderhalve fte en een werkbudget. Met het einde van de projectperiode van Belvedere en de leerstoeltermijn in zicht heeft het projectbureau Belvedere opdracht gegeven aan IVA beleidsonderzoek en advies voor het uitvoeren van een review van het onderwijsnetwerk Belvedere. Centrale vraag is in hoeverre de ambities en doelstellingen zijn gehaald en wat er nog te doen staat. Welke resultaten zijn bereikt en hoe wordt daar vanuit verschillende kanten tegenaan gekeken?
Daarna komen de gebruikers van het onderwijsnetwerk aan het woord. IVA Beleidsonderzoek en advies heeft onderzocht wat studenten, docenten/onderzoekers en andere betrokkenen van het onderwijsnetwerk vinden. Zijn de doelstellingen gehaald, is er behoefte aan studenten met een Belvedereprofiel en hoe kan het Belvederenetwerk verder vormgegeven worden? In het laatste hoofdstuk reflecteren de Belvederehoogleraren op hun activiteiten. Vanuit hun ervaringen met onderwijs, onderzoek, praktijkvernieuwing, theorieontwikkeling en andere netwerkactiviteiten geven ze aanbevelingen voor de toekomst.
Het eerste hoofdstuk geeft de oogst van drie jaar Belvedere Onderwijsnetwerk weer. Wat zijn de ambities van het onderwijsnetwerk en welke activiteiten heeft het onderwijsnetwerk de afgelopen jaren gerealiseerd.
7
Onderwijsnetwerk Belvedere
cultuurhistorie
“Samengevat gaat het erom de toekomstige beroepsgroep bagage mee te geven die een door de geschiedenis geïnspireerde transformatie van het (stedelijke en rurale) landschap allereerst vanzelfsprekend maakt, maar bovendien van een kwaliteitsimpuls voorziet. Bindend hierbij is een benadering waarin tijd en ruimte op elkaar worden betrokken en die manifest wordt in het dynamische landschap.” (citaat uit een interview met het IVA)
ruimtelijk ontwerp planning
RUG Restauration of Building and Sites
College geschiedenis van landschap, stad en gebouw Monumentenzorg stedelijke vernieuwing en gebiedsontwikkeling
Atelier historische analyse en ruimtelijke bewerking
Landschaps Architectuur
Geschiedenis-Identiteit-Ontwerp
Erfgoedstudies
The Voice of the Past (Research Seminar) Historical Geography
Conservation Techniques
Werkatelier erfgoed, toerisme en ruimte
'Conservation by Development' in Town and Countryside
Historical Geography and Applied Cultural Historical Landscape Studies Stedelijke transformatie en industrieel erfgoed
Archeologische monumentenzorg van de stad
Landschap en groen in de stad
Cultureel erfgoed
Technical Studies I
AVBA
Landschaps Architectuur
UVA
VU
Vrije Universiteit Amsterdam
Capita Selecta ‘A Great Tradition: 600 years of Dutch Garden and Landscape Design’
Garden- and Landscape Architecture: a Design and Cultural History
Strategies and places
Architectonisch ontwerpen
Behoud en vernieuwing in een monumentenstad
Architectonic Design 1
Biografie van het landschap
Saxion Hogescholen History of Architecture
HKU
Urban Plan & City Analysis
Technology & Construction
Architectonische basisbegrippen
State of the Art Practices in Landscape Architecture
UU
TUD
Larenstein
Technische Universiteit Delft
AVB Arnhem
WUR
Historisch landschap en archeologisch erfgoed
Wageningen Universiteit en Researchcentrum
Romeins erfgoed in hedendaags Europa
AVBR Intervention of Building and Sites
Erfgoed van monument, tuin en landschap
Final project architecture
Landschapsgeschiedenis
AVANS Hogescholen
Belvedere,‘behoud door ontwikkeling’ in stad en land
TU/e
European Urbanisation, transformations 1750-2000
Archeologie & Cultuurlandschap
Landschapsgeschiedenis
Introduction to Dutch landscape and park architecture Cultuur en Samenleving Architectuurhistorisch en stedebouwkundig erfgoed Academic Consultancy Training
Historical Geography of the European Cultural Landscapes Regionale geschiedenis in Brabant I: een verkenning
SGPL-Cultuurhistorie en planning
Cultural Heritage and Spatial Planning Analyses of Architecture and Environment
Understanding the Metropolitan Landscape
Architectuur en Stedenbouw: Dossier Landschapsgeschiedenis
KU Leuven
UPC Barcelona
IUAV Venetië
Hogeschool Zuyd
1. De output, wat is er gerealiseerd? Het Onderwijsnetwerk heeft veel activiteiten ondernomen om zijn doelstellingen te bereiken. Er zijn middelen ontwikkeld en concrete acties ondernomen om de ambities op het gebied van onderwijs, onderzoek en het Onderwijsnetwerk te realiseren. Kernstuk is een interuniversitaire module waaraan inmiddels al 92 studenten hebben deelgenomen. In een groot aantal opleidingen her en der in Nederland wordt speciaal aandacht besteed aan Belvedere en er zijn relaties gelegd met buitenlandse onderwijsinstellingen. Verder zijn er nieuwsbrieven en vele publicaties verschenen, debatten georganiseerd, gastcolleges verzorgd en promotieplaatsen gerealiseerd.
van diverse soorten publicaties die mede dankzij het Onderwijsnetwerk tot stand kwamen. Zo mogelijk wordt telkens onderscheid gemaakt naar activiteiten en output van drie deelnemende universiteiten: de Vrije Universiteit Amsterdam, de Technische Universiteit Delft en Wageningen Universiteit en Researchcentrum. Daarnaast wordt inzichtelijk gemaakt in welk jaar de betreffende activiteiten zijn uitgevoerd en de output is gerealiseerd.
Voor de beschrijving van de output zijn de volgende bronnen gebruikt: Eerden, M., Luiten, E., Zande, A. van der, Kolen, J. & R. During (2008). Op historische gronden. Erfgoed in een context van ruimtelijk ontwerp, planning en democratie. LNV, OCW, VROM, V&W (2008). Evaluatie Belvedere. Op na(ar) 2009. Nijmegen: Royal Haskoning. OCW, LNV, VROM & V&W (1999). Nota Belvedere. Beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke ordening. Den Haag: VNG Uitgeverij. Onderwijsnetwerk Belvedere (2006). Inhoudelijk programma en agenda van het Onderwijsnetwerk Belvedere (2006-2009). Onderwijsnetwerk Belvedere (2008). Inhoudelijk
In dit hoofdstuk heeft het IVA, beleidsonderzoek en advies de output van het Onderwijsnetwerk in kaart gebracht. Eerst wordt een overzicht gegeven van de ambities met betrekking tot onderwijs, onderzoek en het netwerk en weergegeven in welke mate deze zijn gerealiseerd. Daarna wordt het onderwijsaanbod in beeld gebracht en een overzicht gegeven van onderzoeksactiviteiten. Overige activiteiten, zoals debatten, symposia en dergelijke, vormen het laatste bestanddeel. Achterin deze review staat een overzicht review onderwijsnetwerk
verslag Onderwijsnetwerk Belvedere. Technische Universiteit Delft, Wageningen Universiteit en Researchcentrum & Vrije Universiteit Amsterdam (2005). Visie op het Belvedere-Onderwijsnetwerk. Utrecht: Belvedere-Onderwijsnetwerk. Voorlopig materiaal voor het Spoorboekje Belvedere Onderwijs, samengesteld door M. van Muilwijk (2008). www.belvedere.nu
11
Ambities Het Onderwijsnetwerk heeft verschillende ambities geformuleerd om haar doelstellingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en het netwerk te bereiken.
ambities
middelen
verbreed opgeleide plan-
• ontwikkelen (interdisciplinaire) curricula
ning- ontwerp- en
• beschikbaar hebben van leermiddelen en blauw-
cultuurhistoriestudenten
drukken voor interdisciplinaire modules • internationale samenwerking • individuele PhD-trajecten • Belvedere in verplichte onderwijsonderdelen
onderwijs • verbreed opgeleide planning- ontwerp- en cultuurhistoriestudenten • docenten beschikken over kennis en competenties om Belvederebenadering in het onderwijs en onderzoek te implementeren • professionals beschikken over Belvederekennis en -attitude en kunnen dit toepassen in de praktijk
inbedden • eindtermen/leerdoelen van de betreffende opleidingen aanscherpen docenten beschikken over kennis en competenties om Belvederebenadering in het onderwijs en onderzoek te implementeren
onderzoek wetenschappelijke verdieping van Belvedere praktijk; focus op 9 inhoudelijke thema's: 1. het historisch weefsel 2. naar een geschiedenis van ruimtelijke transformatie 3. de vormgeving van 'de regio' in de 21e eeuw 4. beleving en historie 5. ontwerp en historie 6. Belvedere en ontwikkelingsplanologie 7. Reframe: ontwerpen en historisch waarderen 8. Redesign: bewerking van historische topografie 9. Restyle: ontwerpen met een historisch repertoire
• wetenschappelijke uitgave Ons Erfgoed en Ruimtelijke Planning • beschikken over blauwdrukken van interdisciplinaire modules en/of curricula • lesstof ontwikkelen • internationale samenwerking
professionals beschikken over Belvederekennis en
• cursussen/masterklassen voor (uitvoerende en bestuurlijke) professionals
-attitude en kunnen dit
• internationale samenwerking
toepassen in de praktijk
• reflectie op werkpraktijk vanuit de cultuurhistorische en ontwerpdiscussie
netwerk het verbinden van geïsoleerde Belvedere-activiteiten zowel op het gebied van onderwijs als onderzoek als wisselwerking met de werkpraktijk
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
13
Onderwijsaanbod
interuniversitaire module ‘behoud door ontwikkeling in stad en land’
ma
5-6
afstudeeraantekening Belvedere: Building Technology
rug masteropleiding erfgoedstudies van stad en land
afstudeeraantekening Belvedere: Architectuur
afstudeeraantekening Belvedere: richting Urbanism
20
---
---
minor geschiedenisidentiteit-ontwerp
20
ma
masteropleiding landschapsgeschiedenis
minor biografie van het landschap
30
ba
ma
10
ba/ma
20
ma
minor cultural heritage and spatial planning
afstudeeraantekening Belvedere: Real Estate and Housing
werkatelier erfgoed, toerisme en ruimte
20
ma
cultuurhistorie en planning
24
ma
7,5
ba
-----
Hospitality Business School en afdeling Toerisme en Cultuur
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
14
lectoraat regie stedelijke vernieuwing Minor stedelijke vernieuwing en gebiedsontwikkeling
academic master cluster
(module in) european master of urbanism
6
module ‘Reload’
2
ba
minoraantekening Belvedere
ba
UPC Barcelona, KU Leuven, Universitá IUAV di Venezia
Saxion Hogescholen, Hogeschool Utrecht, Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Zuyd, Avans Hogescholen
Legenda
larenstein Minor archeologie & cultuurhistorie en planvorming
30
ontwerpproject ‘huis en verankering’
landschapsarchitectuur
10
ba
ba
Vrije Universiteit Amsterdam
output buiten wetenschappelijk onderwijs
Technische Universiteit Delft
onderwijsmodel ‘plan je eigen ruimte’ voor aardrijkskundeonderwijs
Wageningen Universiteit en Researchcentrum Universiteit van Utrecht
introductie Belvederebenadering in kerndoelen aardrijkskundeonderwijs
MA (master) BA (bachelor) ECTS (studiebelasting punten) opbrengst
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
15
Onderzoeksactiviteiten
colleges over Belvedere opgenomen in de cursussen/lezingenreeksen
2006 •lezingenreeks Explore Lab (TU Delft) 2007 •Historisch landschap en archeologisch erfgoed •Urban Transformations •landschaparcheologie •theoretische oriëntaties in de oude geschiedenis en archeologie
gastcolleges
2006 •TU Eindhoven •Universiteit van Amsterdam •Hogeschool voor Kunsten Utrecht 2007 •Universiteit van Amsterdam •Academie van Bouwkunst Rotterdam •IAHLarenstein •UPC Barcelona •Universiteit Utrecht •Institut für Stadt-, Regional- und Umweltplanung •Universität BoKu (Wenen) onderzoeksconferentie Urban Planning (thesis critic) •Ecole Superieur d’ Architecture de la Villette (Parijs) •Erasmus Universiteit Rotterdam
Academies van Bouwkunst (2007)
financiële bijdrage academie van Bouwkunst Amsterdam semesterthema ‘in bewerking/revisioning’ - lezingenreeks - tentoonstelling expertise en visiting critic Eric Luiten financiële bijdrage academie van Bouwkunst Rotterdam onderwijsproject Tradition Today bijdrage Eric Luiten aan debat en publicatie
2008 •Universiteit Utrecht •Breda: Belvedere college in European Recreation Landscapes •Academie van Bouwkunst Tilburg review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
activiteiten onderzoek
•op gang brengen van dissertaties/postdoconderzoeken •oraties •symposia + bijdragen aan •symposia door anderen georganiseerd •onderwijsgestuurd onderzoek •zitting in beoordelingsen promotiecommissies van promovendi van eigen universiteit en andere universiteiten •jaarlijks publicatiereeks met 3 beste onderzoeken/ scripties •onderzoek in opdracht beïnvloeden programmering NWO, onderzoeksscholen, KNAW op Belvederethema’s •beïnvloeden Basic onderzoeksprogramma
Onderzoeksaanvragen/ programma’s
2005/2006
•voorstel ingediend bij programma ‘Culturele dynamiek’ bij NWO; afgewezen •participatie in onderzoeksvoorstel NWO (niet gehonoreerd) •onderzoeksvoorstel voorbereid samen met Universiteit van Gent •ontwikkeling nieuwe vormen van regionale analyse of ‘survey’ •gesprekken met Stimuleringsfonds voor Architectuur over financiering
•oriënterende gesprekken met promovendi •maken scan projectresultaten via Belvedere-subsidie •deelname aan TU-begeleidingsgroep bij meervoudige opdracht Purmer-Meer
•gesprek directie kennis onderzoeksprogramma DLO •bijdrage aan workshop voor Staasbosbeheer/ Alterraonderzoek •onderzoeksproject ingediend bij subsidieregeling Belvedere
2007/2008
•voorstel ingediend bij programma ‘Culturele dynamiek’; afgewezen •start van Amsterdam Institute for Heritage and Society, 30 onderzoekers van faculteiten letteren, sociale wetenschappen, economische wetenschap & bedrijfkunde, aard- & levenswetenschappen. Onderzoek naar (1) (zeer) lange termijngeschiedenis van het cultuurlandschap en de stedelijke ruimte, (2) historische achtergronden
16
promotie-onderzoek
van actuele ruimtelijke vraagstukken, (3) veranderende rol en betekenis van erfgoed in leefomgeving •afsluiting kennisproject ‘Biografie van de Zandstad’ door Vrije Universiteit uitgevoerd, met financiering van Stimuleringsfonds voor Architectuur. •Op 1 februari 2008 is het Interfacultaire Onderzoeksinstituut CLUE (Heritage and History of the Cultural Landscape an Urban Environment), van de VU geopend. Het is een interdisciplinair onder zoeksinstituut dat kwalitiatief hoogwaardige onderzoeksprojecten initieert, coördineert en uitvoert op het gebied van de geschiedenis en het erfgoed van de leefruimte.
•deelnemer aan onderzoeks presentaties (midtermreview onderzoeksprogramma faculteit Bouwkunde TU-Delft) •deelnemende leerstoel aan nieuwe facultaire onderzoeksprogramma’s - Urban Landscape Architecture - Randstad 1200-2000 - Design with History •voorzitter interne PhD-review bijeenkomst afdeling Urbanism •oriënterende gesprekken RACM over derdegeldstroom onderzoek
•onderzoek naar de wijze waarop sociaal geheugen van gemeenschappen inspiratie levert voor informele organisatievormen •onderzoek naar bindingsprocessen in maatschappelijke initiatieven rondom erfgoed •wetenschappelijke contacten met Tatarstan en een aanvraag ingediend in het
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
kader van het MATRA programma van het ministerie van Buitenlandse Zaken dat tot doel heeft om erfgoed en erfgoedexpertise in dat land te democratiseren. Met betrokkenheid van RACM, CLUE en Wageningen UR.
2005/2006 in voorbereiding 1x AiO, 1x postdoc gestart meebegeleid 2x (AiO) opponeren 3x 2007 in voorbereiding 2x AiO (start in 2008)
2007 in voorbereiding 2x (verkenning AiO) gestart 3x (AiO) meebegeleid 1x full time PhD-onderzoeker 2x full time PhD-gastonderzoekers
2005/2006 in voorbereiding 1x (verkenning AiO) gestart 4x AiO meebegeleid 1 x opponeren 1x 2007 in voorbereiding 2x AiO (start in 2008) 2008 opponeren 1x
17
Activiteiten Onderwijsnetwerk
startsymposium Onderwijsnetwerk Belverdere
2005/2006 •brochure + cd-rom (website en tijdschriften) 2007 •november: debat ‘in gesprek met ontwerper’ als onderdeel van het Belvedere-festival
seminar ‘revitaliseringonroerend militair ergfoed’
2007 •9-3-2007: deelnemers uit onderwijs- onderzoeksen/of werkpraktijk •digitaal verslag, artikel in Stedebouw
debattenreeks Belvedere op de snijtafel
2005/2006 •ontwikkeling debattenreeks ‘De Anatomische les; •Belvedere op de snijtafel’, in samenwerking met de Blauwe Kamer 2007 •2 debatten ‘Belvedere als ontwerpopgave’ en ‘Belvedere als wetenschap en de praktijk van het ruimtelijk ontwerp’
2008 •1 debat ‘Belvedere voor bestuurders en beleidsmakers’ •3 artikelen in de Blauwe Kamer
bijdrage aan symposia/workshops
2005/2006 •ARC-dag (billboard over Onderwijsnetwerk) lezing congres Netwerk Cultuurhistorisch Landschap •9x lezing •2x workshop •2x lezing •5x workshop •4x bijdrage aan tot standkoming initiatieven/ expertadvies •1x samenwerking Europese landschapsconventie •2x lezing •2x deelname debat/meeting •2x voorzitter (1x van jury, 1x van symposium)
contacten in kader netwerkbouw
2007 •5x lezing/bijdrage •2x voorzitten/leiden discussie symposium •start project Boerderij en Landschap op initiatief van hoogleraar
•gesprekken over samenwerking met Universiteit van Amsterdam, Universiteit Utrecht, Academie van Bouwkunst Arnhem, Hogeschool Zuyd Maastricht
•1x curatorschap •1 x verkenning PhD •4x inleider conferentie/congres/ symposium •1x afname interviews in het kader van het Belvederefestival •bijdrage aan symposium kwaliteit Groninger landschap
•gesprekken over Belvedere inbedding met decaan, afdelings hoofd, onderwijssecretaris, collega-hoogleraren, Polis, studentenvereniging •contacten gelegd met University of Kentucky, UPC Barcelona, ETH Zürich, Universiteit van Wenen, Universiteit Dresden •contacten gelegd met World Heritage Centre UNESCO
2008 •3x lezing •Idem 2007 •internationale driedaagse conferentie en 10 daagse internationale zomeruniversiteit A Wider View •vakgesprekken ikv A Wider View
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
2005/2006
•3x gesprek over (o.m.) samenwerking studenten vereniging, woningbouw vereniging, Stimulerings fonds voor Architectuur, Westhofleerstoel) •contacten gelegd met Aalborg Universiteit, Universiteit van Hannover,
18
representatieve werkzaamheden
Universiteit van Hamburg, Universiteit van Venetie, Universiteit van Warschau •toelating Mansholt Graduate School 2007 •inventarisatie samenwerking erfgoed opleiding Universiteit van Amsterdam •1x participant internationaal EUonderzoeksprogramma •contacten met werkplaats van Van Hall Larenstein 2008 •samenwerkingsafspraken gemaakt met School of Cultural Studies van de Tel Aviv Universiteit •toetreding van het netwerk tot fortenassociatie in Kaunas, Litouwen •contacten met burgerinitiatief behoud van het dorp Doel in Antwerpen
2005/2006 •lid beoordelingscommissie projectsubsidies Belvedere van Stimuleringsfonds voor Architectuur 2007 •lid beoordelingscommissie projectsubsidies Belvedere van Stimuleringsfonds voor Architectuur •jurylid van Edgar Donckerprijs •voorzitter jury •ideeënprijsvraag ‘poortwachtershuisjes langs de Vliet’ •bijdrage aan Strategische Ronde-tafelbijeenkomst Cultuur en Duurzame Ontwikkeling van UNESCO-Nederland
review onderwijsnetwerk / de output, wat is er gerealiseerd?
nieuwsbrief Onderwijsnetwerk
communicatie
2008 •lid selectiecommissie herinrichting Parade Den Bosch •lid selectiecommissie voor nieuwe stadsbrug Nijmegen •jurylid voor de besloten prijsvraag over de toekomst van Keijenborg (Gld.) •wetenschappelijke klankbordgroep voor minister Plasterk bij de herziening van het Nederlandse monumentenstelsel •brief met aanbevelingen
2005/2006 •uitgave inhoudelijk programma en agenda (zowel Nederlands-, als Engelstalig) •themanummer ‘Onderwijs en onderzoek in Belvedere’, in de Belvedere nieuwsbrief nr 27 •secretariaat van de kerngroep Belvedere Onderwijsnetwerk als aanspreekpunt voor het netwerk
2008
2005/2006
•ontwikkeling Belvedere studiewijzer met alle Belvederevakken en opleidingen aan de hogescholen en universiteiten
•ontwikkeling format digitale nieuwsbrief Onderwijsnetwerk Belvedere
•thema nummer Belvedere nieuwsbrief •Belvedere website onderwijsnetwerk •Belvedere studiewijzer
•4 digitale nieuwsbrieven
2007
2008 •3 digitale nieuwsbrieven •7 nieuwsbrieven
2007 •Belvedere website uitgebreid met het onderdeel onderwijsnetwerk met programma, verslagen, oraties, lesaanbod en nieuwsbrieven
19
2. De externe blik, wat vinden de gebruikers? De kern van het Onderwijsnetwerk Belvedere wordt gevormd door drie deeltijd hoogleraren, een universitair docent, een secretaris en een onafhankelijke voorzitter. Het Onderwijsnetwerk genereert kennis, maakt kennis toegankelijk, verspreidt kennis en stimuleert de ontwikkeling van kennis ten behoeve van diverse gebruikers en afnemers. Hiertoe behoren niet alleen studenten en afgestudeerden, docenten en onderzoekers in het hoger onderwijs, maar ook professionals, bureaus en bedrijven op het gebied van ruimtelijke planning, ruimtelijk ontwerp en cultuurhistorie die kennisrelaties onderhouden met het Onderwijsnetwerk. Al deze gebruikers vormen met elkaar een steeds rijker en gevarieerder kennisnetwerk. De toekomst van het Onderwijsnetwerk hangt mede af van hun behoeften en wensen en van de theoretische én praktijkkennis die zij op hun beurt inbrengen en delen met andere gebruikers. Daarom is het belangrijk hun stem te laten horen in deze review van het Onderwijsnetwerk. IVA, beleidsonderzoek en advies heeft interviews gehouden met diverse groepen gebruikers van het onderwijsnetwerk. In totaal is met twee studenten, vier oudstudenten, zeven docenten/onderzoekers en acht ‘afnemers’ gesproken. Aan hen is review onderwijsnetwerk
gevraagd hun visie te geven op (het behalen van) de doelstellingen van het Onderwijsnetwerk Belvedere, de behoefte aan onderwijs op het gebied van Belvedere en de toekomst van het Onderwijsnetwerk. Ook is met hen gesproken over de wijze waarop het Belvederenetwerk in de toekomst verder vormgegeven kan worden. In dit hoofdstuk worden de resultaten van de interviews per gespreksonderwerp weergegeven. De gesprekspartners worden aan het slot van het hoofdstuk met name genoemd. Het Onderwijsnetwerk Belvedere geeft in haar visiestuk weer wat het netwerk zou moeten zijn en wat het zou moeten bereiken. Enkele citaten: “Het Opleidingsnetwerk Belvedere heeft een duidelijke ambitie: het wil in het relevante veld van opleidingen en onderzoek een voortrekkersrol vervullen. Het opleidingsnetwerk bevordert de opleiding van historici met een scherp oog voor actuele ruimtelijke en maatschappelijke opgaven, en van ontwerpers, planners en geografen met gevoeligheid en interesse voor de geschiedenis van stad en land.”
veerd is op het onderwerp ‘Belvedere’ die werkzaam kunnen zijn in het onderwijs, onderzoek of in de praktijk. Samen vormen ze een lerend netwerk. Kenmerkend is dat er een onderlinge afhankelijkheid is, je hebt elkaar iets te bieden. Het netwerk wordt in de eerste plaats gedragen door de studenten, docenten en medewerkers van de participerende opleidingen en (onderzoeks)instellingen. De kern van het netwerk wordt gevormd door de drie Belvederehoogleraren, een medewerker en de secretaris. Naast onderwijsinstellingen (zowel HBO/WO) gaat het ook om andere kennisinstellingen.” “Samengevat gaat het erom de toekomstige beroepsgroep bagage mee te geven die een door de geschiedenis geïnspireerde transformatie van het (stedelijke en rurale) landschap allereerst vanzelfsprekend maakt, maar bovendien van een kwaliteitsimpuls voorziet. Bindend hierbij is een benadering waarin tijd en ruimte op elkaar worden betrokken en die manifest wordt in het dynamische landschap.”
“Onder een opleidingsnetwerk wordt verstaan: een groep mensen die al geacti21
Impressie interviews
doelstellingen van het onderwijsnetwerk 1. duurzame verankering 2. uitwerking/versterking van de Belvederebenadering theoretisch fundament in het hoger onderwijs Belvederebenadering
3. leveren vernieuwende bijdrage aan praktijk via onderwijs en onderzoek
behoefte
toekomst Onderwijsnetwerk
verspreiding van het Belvedere-gedachtegoed
doelstellingen
vormgeving en betrokkenen
niet behaald --------- behaald niet behaald --------- behaald niet behaald --------- behaald niet behaald --------- behaald handhaven -------- uitbreiden handhaven -------- uitbreiden
studenten
net-afgestudeerden
onderwijsgevers/ onderzoekers
praktijk/afnemers
Doelstellingen Algemeen: “Voor alle doelstellingen geldt dat deze al in enige mate bereikt zijn, maar nog niet genoeg.” “Ik denk dat ze nog niet klaar zijn op die universiteiten. Daar moet je nog wat aan trekken. Je hebt daar hoeders voor Belvedere voor nodig, anders zakt iedereen weer in zijn sector.”
Doelstelling 1: duurzame verankering van de Belvederebenadering in het hoger onderwijs Alle gesprekspartners vinden het belangrijk dat een duurzame verankering bereikt wordt. Volgens de meeste (oud-)studenten en docenten/onderzoekers is daadwerkelijke duurzame verankering nog niet mogelijk gezien de korte tijd dat het Onderwijsnetwerk bestaat. Wel geeft ongeveer de helft aan dat er een goed begin gemaakt is. Dit geldt overigens vooral voor de universiteiten: de gesprekspartners merken op dat de ontwikkelingen op universiteiten in een verder gevorderd stadium zijn dan de verankering in het HBO. Bij de gesprekspartners uit de praktijk bestaat de meeste twijfel over de mate
waarin deze doelstelling momenteel bereikt is. Zij geven hierbij aan dat dit vooral komt doordat er nog maar weinig studenten afgestudeerd zijn die nu al werkzaam zijn in praktijk. “Nog niet, het is nu nog te kort voor een duurzame verankering. Naast het onderwijs-geven moeten ook onderzoeksprojecten worden aangevraagd en opgezet. Dat kost tijd.” “Je zou gevoelsmatig denken, dat is toch redelijk voor elkaar. Maar in de praktijk zijn er studenten die niets weten van Belvedere. Kennis over Belvedere lijkt nog niet echt verankerd.” “Het is nog te vroeg om te spreken over duurzame verankering, maar het begin is gemaakt. Het enthousiasme en de belangstelling is er bij HBO’s en universiteiten, nu moeten we verder. Daarvoor moet een effect teweeg gebracht worden bij de universiteiten door via de theoretische kant en publicaties enzovoort het aanzien te vergroten en door enthousiaste studenten die zich bijvoorbeeld massaal inschrijven voor de vakken.”
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
Doelstelling 2: uitwerking en versterking van het theoretisch fundament onder de Belvederebenadering De meeste gesprekspartners vinden dat er momenteel sprake is van uitwerking en versterking van het theoretisch fundament. Deze mening wordt gedeeld door zowel de (oud-)studenten, de docenten/onderzoekers, als de externen. De meeste onderzoekers merken hierbij wel op dat er wat hen betreft meer onderzoek uitgevoerd zou mogen worden. Opmerkelijk is dat ongeveer de helft van de externe gesprekspartners aangeeft geen inzicht te hebben in de mate en de wijze waarop gewerkt wordt aan het uitwerken en versterken van het theoretisch fundament (de overige externe gesprekspartners geven aan dat de doelstelling volgens hen wel bereikt is). Bij de meeste van hen bestaat wel de behoefte om op de hoogte gehouden te worden van ontwikkelingen op dit gebied, bijvoorbeeld door scholing, via de nieuwsbrief of door bijeenkomsten als workshops en lezingen. “Het uitwerken en versterken van het theoretisch fundament vind ik behoorlijk sterk. Dat vind ik sterk omdat er wetenschappelijke disciplines aan verbonden zijn die streven naar integratie. Dat vind ik ook van verschillen tussen de drie hoogleraren die samenwerken en die geregeld gemeenschappelijk aan de slag zijn bij projecten 23
als snijtafels en andere initiatieven, waar anderen kennisnemen van nieuwe principes en dilemma’s die vragen om een innovatief antwoord. Dat is dus ontwerpend wetenschap bedrijven en toepassen. Dat vind ik zeer inspirerend. Zeker ook het venster om daarvan te kunnen genieten, de publicaties, op papier, via internet, of via congressen of workshops, vind ik erg sterk.” “Absoluut niet, mijn gedachte was eigenlijk, het is nu erg de boodschap; ‘het Belvederegedachtegoed is goed’. Het is een beetje af en toe toch preken voor eigen parochie heb ik het idee. Terwijl ik vind dat je meer mag verwachten. Er mogen ook kanttekeningen worden gezet bij de Belvederedoelstellingen op zich. Dus meer fundamenteel: is de Belvedere-toepassing goed en waarom in deze tijd. Er zijn ook alternatieven, en die alternatieve geluiden, ik neem aan dat er ook mensen zijn die anders over de aanpak denken, die komen wat slecht uit de verf. (…) Ik denk dat het wel goed is om een soort reflectie in te bouwen op het beleid, met name voor de ontwikkeling naar de toekomst. (…) Ik vind dat je studenten kritischer mag opleiden.” “Dat lijkt me wel ja. Ik merk en zie dat het toch wel een uitstraling heeft naar wat er gebeurt. Het geeft een fundament mee aan de vakwereld.”
Doelstelling 3: het leveren van een vernieuwende bijdrage aan de praktijk via het onderwijs en onderzoek
Staatsbosbeheer, Waterschappen enzovoort.”
Samenvattend De meningen over het leveren van een vernieuwende bijdrage aan de praktijk, zijn erg verdeeld. (Ruim) de helft van de (oud-)studenten en de externen geeft aan hier geen zicht op te hebben. Door twee studenten en vier docenten/onderzoekers wordt aangegeven dat het onderwijs wat hen betreft wel een bijdrage levert aan de praktijk. Een aantal van hen vraagt zich hierbij wel af of de bijdrage ook vernieuwend is. Daarnaast wordt opgemerkt dat het lastig is nu al aan te geven of de bijdrage vernieuwend is, doordat de huidige en net-afgestudeerde studenten pas over een aantal jaren op plaatsen zullen zitten waar zij beslissingen kunnen nemen. “Ik weet niet of de bijdrage vernieuwend is, hij is in ieder geval gefundamenteerd. Ik kan er in ieder geval goed over meepraten en er mee werken.” “Het is eerder andersom: de vernieuwingen komen uit de praktijk.” “Door middel van afstudeeropdrachten en onderwijsprojecten krijgen we het ook steeds meer bij externe partijen tussen de oren. We verrichten veel missiewerk bij bijvoorbeeld Natuurmonumenten,
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
‘duurzame verankering van de Belvederebenadering in het hoger onderwijs’ • Volgens 9 van de 18 gesprekspartners is er (op de drie deelnemende universiteiten) een goed begin gemaakt met het behalen van deze doelstelling (twee gesprekspartners geven aan hier geen zicht op te hebben). De meerderheid van de gesprekspartners geeft aan dat daadwerkelijk ‘duurzame’ verankering eigenlijk nog niet mogelijk is gezien de looptijd van het Onderwijsnetwerk. • De (oud-)studenten en docenten/onderzoekers zijn hierover positiever gestemd dan de gesprekspartners uit het werkveld. ‘uitwerking en versterking van het theoretisch fundament onder de Belvederebenadering’ • Volgens 12 van de 16 gesprekspartners wordt deze doelstelling momenteel bereikt (vier gesprekspartners geven aan hier geen zicht op te hebben), al wordt door veel gesprekspartners hierbij opgemerkt dat het onderzoek dat uitgevoerd wordt uitgebreid zou mogen worden. • De gesprekspartners uit het werkveld die aangeven geen zicht te hebben op het al dan niet behalen van deze doelstelling 24
geven aan dat zij wel graag op de hoogte gehouden willen worden van ontwikkelingen op het gebied van de uitwerking en versterking van het theoretisch fundament. ‘leveren van een vernieuwende bijdrage aan de praktijk via het onderwijs en onderzoek’ • Ongeveer de helft van de gesprekspartners vindt dat deze doelstelling bereikt is, (oud-)studenten en docenten/onderzoekers zijn hierover iets positiever dan de gesprekspartners uit het werkveld. • Een aantal gesprekspartners geeft aan dat er sprake is van een duidelijke bijdrage aan de praktijk, maar dat het de vraag is of deze bijdrage ‘vernieuwend’ genoemd kan worden.
Behoefte (Oud-)studenten Vanuit de praktijk is er een behoefte aan werknemers die een Belvedereprofiel hebben, maar de indruk bestaat dat de praktijk zelf over het algemeen geen behoefte heeft aan bijscholing op dit vlak. De studenten geven aan dat scholing van de zittende professionals volgens hen wel noodzakelijk is. (Oud-)studenten geven aan grote behoefte te hebben aan (meer) praktijk in het onderwijs, volgens hen is de praktijk ook bereid om een bijdrage te leveren aan het onderwijs. Studenten geven hierbij als voorbeelden
het creëren van werkplaatsen en het onder begeleiding van de praktijk werken aan concrete projecten die daadwerkelijk uitgevoerd worden. Het initiatief voor (het opzetten van) deze activiteiten ligt volgens de (oud-)studenten bij het onderwijs. “De noodzaak is er wel om het Belvederegedachtegoed te verspreiden in de praktijk, maar de behoefte is er niet genoeg. De praktijk zou meer betrokken moeten worden in het geven van onderwijs, maar ook bij het volgen ervan.” Docenten/onderzoekers Van de zeven gesprekspartners die werkzaam zijn in het onderwijs/onderzoek spreekt een aantal zich duidelijk uit over de behoefte aan Belvedere in de praktijk en over de rol van het Onderwijsnetwerk hierin. Volgens een deel van de docenten/ onderzoekers bestaat er in de praktijk behoefte aan werknemers die een opleiding gevolgd hebben waarin Belvedere aan bod is geweest. Bovendien is er volgens hen op de werkvloer ook een duidelijke behoefte aan bijscholing op het gebied van omgang met Belvedere in de praktijk. “Wat mij opvalt, is dat (…) veel HBO-docenten in de markt het imago hebben dat ze onderwijzers zijn, in plaats van experts in bouwkunde of architectuur of creatief ontwerp. Wat nu plaatsvindt, is dat de markt ziet dat er ook expertise is los van
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
onderwijskunde. Als die transitie verder groeit, en dat zie ik groeien, dan biedt dat een wenkend perspectief voor marktpartijen: die willen graag met studenten aan de slag.” “Er is een onderwijsbehoefte aan inspirerende projecten waarover je met deskundigen van gedachten kunt wisselen, bijvoorbeeld op veldwerkdagen. (…) Dit hoeft dus zeker niet in de vorm van dure cursusdagen.” “De praktijk zou bereikt kunnen worden door workshops en concrete projecten. Lezingen en cursussen sluiten niet aan bij de behoefte van het werkveld.” Externen Van de acht gesprekspartners geven de meesten aan dat er op de werkvloer een grote behoefte bestaat aan mensen die in hun opleiding onderwezen zijn in het Belvedere-gedachtegoed. Een enkeling geeft aan dat dit geen pre, maar ook zeker geen min is. De meerderheid geeft daarnaast aan in de praktijk de behoefte te signaleren aan verspreiding van kennis omtrent Belvedere via onderwijs en onderzoek. Een aantal gesprekspartners geeft aan dat er al veel beschikbaar is, maar dat dat nog meer zou mogen worden. Andere gesprekspartners merken op dat het voor mensen op de werkvloer vaak onbekend is waar zij informatie kunnen vinden. Dit geldt volgens 25
enkele gesprekspartners ook voor beleidsmakers en beleidsbepalers. Het toegankelijk maken en verspreiden van deze informatie wordt wel gezien als verantwoordelijkheid van het Onderwijsnetwerk. Over de behoefte aan scholing van zittende professionals op het gebied van Belvedere lopen de meningen uiteen. Een deel van de gesprekspartners geeft aan dat die behoefte wel bestaat, een enkele gesprekspartner geeft aan geen behoefte te hebben aan expliciete scholing doordat er veel geleerd wordt van het in de praktijk werken met Belvedere. Twee gesprekspartners geven aan dat zij vinden dat scholing van professionals noodzakelijk is, maar dat dit op de werkvloer niet als zodanig wordt ervaren. Vier gesprekspartners evenals (oud-)studenten geven aan dat zij het belangrijk vinden dat de praktijk betrokken wordt in het onderwijs. Volgens hen zijn professionals op de werkvloer hier ook toe bereid. Hierbij wordt als voorbeeld het begeleiden van studenten bij concrete projecten genoemd. “Bij ons wel: het is ondenkbaar om zonder Belvedere te werken. Binnen mijn vakgebied wordt het breed gedragen, het is ook een noodzaak dat de Belvedere gedachte breed gedragen wordt. De opleidingen voor de praktijk zijn misschien nog niet toegankelijk genoeg, dit is wel het geval op universiteiten.”
“Vanuit de praktijk wordt het als pre gezien als iemand een opleiding gevolgd heeft op het gebied van Belvedere. De praktijk is nu vooral sectoraal georganiseerd, er is vaak samenwerking, maar deze is niet structureel. In concrete projecten is er behoefte aan mensen die kunnen werken op het snijvlak, en deze behoefte gaat volgens mij toenemen.”
Samenvattend
en onderzoek, geven de gesprekspartners uit de praktijk juist aan dat de behoefte hieraan wél duidelijk aanwezig is. • Ongeveer de helft van de gesprekspartners die werkzaam zijn in de praktijk geeft aan dat er op de werkvloer behoefte bestaat aan scholing in het omgaan met Belvedere.
Toekomst Toekomst: doelstellingen
• Studenten hechten wel belang aan de relatie tussen onderwijs en praktijk. Ook door de docenten/onderzoekers wordt opgemerkt dat deze behoefte bestaat. De gesprekspartners die werkzaam zijn in de praktijk onderstrepen dit belang eveneens en geven aan dat volgens hen mensen in het werkveld ook bereid zijn een aandeel te leveren in het onderwijs. • Door ongeveer de helft van alle gesprekspartners, gelijk verdeeld over de (oud-)studenten, docenten/onderzoekers en externen, wordt opgemerkt dat er een (grote) behoefte is aan werknemers die een opleiding gevolgd hebben waarin het Belvedere-gedachtegoed expliciet aan de orde is geweest. • Hoewel (oud-)studenten en docenten/ onderzoekers aangeven dat er in de praktijk geen/weinig behoefte bestaat om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen van de Belvederebenadering via onderwijs
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
(Oud-)studenten Twee van de zes (oud-)studenten geven aan dat de doelstellingen van het Onderwijsnetwerk zoals die nu geformuleerd zijn, niet aangepast of uitgebreid dienen te worden, maar “de lading voldoende dekken”. De overige (oud-)studenten doen een aantal suggesties voor uitbreiding van de bestaande doelstellingen, twee (oud-)studenten noemen daarnaast ook aanvullende doelstelling. Aansluitend bij de behoefte van de studenten aan het in grotere mate betrekken van de praktijk in het onderwijs, geeft een aantal (oud-)studenten dit dan ook aan als uitbreiding van de bestaande doelstellingen. Daarnaast wordt door de studenten als nieuwe doelstelling genoemd dat beleidsmakers en beleidsbepalers (beter) bereikt zouden moeten worden: dit sluit aan bij de behoefte van de externe gesprekspartners. 27
bestaande doelstellingen uitbreiden: - theorie steviger aanzetten tijdens de opleiding - de praktijk meer betrekken tijdens de opleiding: studenten tijdens de opleiding meer kennis laten maken met praktijk - zorgdragen voor meer uitwisseling van kennis tussen studenten door het uitbreiden en versterken van samenwerking tussen studenten nieuwe doelstellingen: - kennis verspreiden over omgaan met Belvedere in de praktijk aan zittende professionals; bereiken van een goede kennisoverdracht van het onderwijs aan de praktijk - bereiken en betrekken van beleidsmakers en beleidsbepalers (zowel op gemeentelijk als provinciaal niveau) Docenten/onderzoekers Vier van de zeven gesprekspartners geven aan dat de huidige doelstelling wat hen betreft toereikend zijn. Door twee gesprekspartners wordt als aanvullende doestelling aangedragen dat meer aandacht besteed zou moeten worden aan internationalisering. Een van de gesprekspartners doelt hierbij op het tot stand brengen van (meer) uitwisseling over internationale benaderingen, de ander op het verspreiden van kennis over internationale ontwikkelingen bij geïnteresseerde betrokkenen en het onderwijs. Daarnaast worden ook twee suggesties
gedaan voor het uitbreiden van de bestaande doelstellingen. bestaande doelstellingen uitbreiden: - integraal en interdisciplinair werken verder uitbreiden in het onderwijs - uitbreiding van onderzoek en het versterken van de informatiestroom omtrent onderzoeksresultaten, met name in het hbo nieuwe doelstellingen: - meer uitwisseling bewerkstelligen over internationale benaderingen - verspreiden van kennis bewerkstelligen over internationale ontwikkelingen bij betrokkenen en het onderwijs Externen De huidige doelstellingen zijn volgens de helft van de externe gesprekspartners afdoende. De overige gesprekspartners geven enkele suggesties voor uitbreiding van het aantal doelstellingen en verdieping van een aantal bestaande doelstellingen. Deze sluiten sterk aan bij de behoefte die bestaat aan kennis omtrent Belvedere: bestaande kennis mag toegankelijker worden voor professionals en praktijkervaringen kunnen beter benut worden in het onderwijs.
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
bestaande doelstellingen uitbreiden: - uitbreiding van onderzoek - meer bekend maken van “kennispunten” (plaatsen waar informatie te vinden is over Belvedere) bij geïnteresseerden nieuwe doelstellingen: - emancipatie in het Belvedere-gedachtegoed bereiken - Belvedere bij een breder publiek inzichtelijker maken - praktijkervaringen in het onderwijs en onderzoek analyseren en benutten
Samenvattend • Ongeveer de helft van alle gesprekspartners (gelijk verdeeld over de (oud-) studenten, docenten/onderzoekers en externen) vindt dat de huidige doelstellingen van het Onderwijsnetwerk toereikend zijn. • Als verdieping van de huidige doelstellingen wordt genoemd dat de praktijk meer betrokken mag worden in het onderwijs, de mate waarin onderzoek gedaan wordt uitgebreid mag worden, theorie rondom Belvedere steviger aangezet mag worden in het onderwijs en de uitwisseling van kennis tussen studenten van verschillende disciplines en tussen het onderwijs en de praktijk versterkt mag worden. • Als nieuwe, aanvullende doelstellingen worden genoemd: - verspreiden van kennis over omgaan 28
met Belvedere in de praktijk aan zittende professionals; bereiken van een goede kennisoverdracht van het onderwijs aan de praktijk - beleidsmakers en beleidsbepalers (zowel op gemeentelijk als provinciaal niveau) bereiken en betrekken - meer uitwisseling over internationale benaderingen bewerkstelligen - verspreiden van kennis over internationale ontwikkelingen bij betrokkenen en het onderwijs bewerkstelligen - bereiken van emancipatie in het Belvedere-gedachtegoed: inzichtelijker maken van Belvedere bij een breder publiek - analyseren en benutten van praktijkervaringen in het onderwijs en onderzoek
Toekomst: vormgeving en betrokkenen (Oud-)studenten De (oud-)studenten onderschrijven allemaal het belang van het huidige Onderwijsnetwerk. Ook voor de toekomst ziet vrijwel iedereen een duidelijke rol weggelegd voor het netwerk. Eén oud-student vraagt zich af of het Onderwijsnetwerk in de huidige vorm moet blijven bestaan. Het fundament naar zijn mening zou nu gelegd moeten zijn en onderwijs op het gebied van Belvedere, en samenwerking hieromtrent, zou nu moeten doorsijpelen daar waar nodig en gewenst. De overige (oud-) studenten hebben duidelijke ideeën over de toe-
komst van het Onderwijsnetwerk. Het Onderwijsnetwerk zou wat de (oud-)studenten betreft uitgebreid mogen worden met de volgende instellingen/partijen: • de werkvloer/ praktijk • HBO-opleidingen • andere Nederlandse universiteiten • mensen met een kritische houding ten aanzien van Belvedere • Onderzoeksinstituten zoals RMIT Ten aanzien van de toekomst van het Onderwijsnetwerk komen twee aspecten meerdere malen terug. Dit zijn het uitbreiden van het netwerk met mensen uit de praktijk en het versterken en uitbreiden van de samenwerking tussen studenten van verschillende universiteiten en verschillende disciplines. Verder worden de volgende ideeën geopperd voor de toekomst van het Onderwijsnetwerk: • de interuniversitaire module handhaven • een verplichte stage in de opleiding invoeren • meer concrete projecten in de opleiding creëren • het Onderwijsnetwerk moet meer de functie krijgen van kenniscentrum, waarbij het netwerk ook verantwoordelijk is voor het verspreiden van informatie onder betrokkenen en geïnteresseerden Betrekken praktijk in Onderwijsnetwerk De (oud-)studenten willen graag dat de praktijk in de toekomst een groter deel uit
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
gaat maken van het Onderwijsnetwerk. Niet alleen zouden mensen van de werkvloer uitgenodigd moeten worden voor workshops, debatten en lezingen, ook zouden zij een deel van het onderwijs aan studenten voor hun rekening kunnen nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het geven van incidentele presentaties, structurele colleges en het begeleiden van door het onderwijs geïnitieerde concrete projecten. De (oud-)studenten geven aan dat het volgens hen een meerwaarde heeft om meer praktijkvoorbeelden te bespreken in het onderwijs en ook meer dan nu het geval is concreet bezig te gaan met projecten. Versterken en uitbreiden van samenwerking tussen studenten Alle (oud-)studenten waarderen de samenwerking tussen studenten van verschillende universiteiten en verschillende disciplines in grote mate. Zij merken wel op dat deze samenwerking in de praktijk niet altijd goed verloopt; zo sluiten bijvoorbeeld de collegeroosters van de verschillende universiteiten niet altijd goed op elkaar aan. Bovendien leidt de samenwerking bij opdrachten in de huidige vorm meestal niet tot het uitwisselen van kennis en vaardigheden in de verschillende disciplines, doordat de studenten onderling afspraken maken over wie welk deel van de opdracht voor zijn rekening neemt. Over het algemeen wordt er hierbij om praktische redenen voor gekozen dat de studenten dat deel van de 29
opdracht uitvoeren dat voor hen het dichtst bij hun studie ligt (en daardoor niet aan de slag gaan met een van de andere disciplines). De studenten geven hiervoor de volgende oplossingen: • intensieve werkcolleges organiseren van bijvoorbeeld 2 of 3 dagen, waarbij de studenten op één locatie gezamenlijk aan een opdracht werken • opdrachten laten uitvoeren door een beperkter aantal studenten, waardoor samenwerking noodzakelijk wordt • goed afstemmen van collegeroosters, waardoor het in de praktijk mogelijk is om met alle betrokken studenten op hetzelfde tijdstip op één locatie aanwezig te zijn Docenten/onderzoekers De gesprekspartners die werkzaam zijn op de deelnemende universiteiten en bij het Onderwijsnetwerk betrokken hogescholen hebben uitgesproken ideeën over de toekomst van het Onderwijsnetwerk. Twee gesprekspartners geven aan dat het Onderwijsnetwerk wat hen betreft “niet meer nodig” is. Een van hen merkt op dat het Onderwijsnetwerk “een mooie impuls heeft gegeven”, maar dat de netwerken vanaf nu vanzelf zullen ontstaan rondom specifieke projecten:“het sijpelt nu vanzelf door naar daar waar het nodig is.” Een andere gesprekspartner geeft aan dat samenwerking tussen verschillende universiteiten en hogescholen geen prioriteit
heeft: het organiseren van onderwijs op de eigen opleiding “is al lastig genoeg”. De overige docenten/onderzoekers zijn echter van mening dat het Onderwijsnetwerk van belang is voor de toekomst. Opgemerkt wordt dat het noodzakelijk is om een onafhankelijk centraal punt te hebben dat de verankering van Belvedere in het onderwijs kan waarborgen. Een aantal gesprekspartners noemen het belang van een coördinatiepunt na de beëindiging van het Projectbureau Belvedere. Door deze docenten/ onderzoekers wordt aangegeven dat zij in de toekomst graag meer HBO-instellingen willen betrekken bij het Onderwijsnetwerk. Verder mag het Onderwijsnetwerk wat hen betreft uitgebreid worden met overheden (gemeentelijke diensten, provincie), bedrijven, instellingen, HBO-Raad, uitgevers voor leermiddelen, beroepsopleidingen (inclusief de minder ‘harde’ opleidingen zoals hospitality-opleidingen) en terreinbeherende organisaties. Het betrekken van deze instellingen en organisaties kan volgens hen op verschillende manieren. Hierbij wordt ondermeer genoemd dat er bij bedrijven en instellingen afstudeerplaatsen beschikbaar moeten worden gemaakt, dat er concrete projecten georganiseerd moeten worden die bruikbaar zijn voor de praktijk en inpasbaar in het onderwijs en dat er veldwerkdagen en workshops georganiseerd worden voor mensen op de werkvloer en geïnteresseerden.
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
Betrekken HBO-instellingen Het merendeel van de docenten/onderzoekers geeft aan dat het aantal HBO’s dat betrokken is bij het Onderwijsnetwerk uitgebreid zou moeten worden en dat de samenwerking met de HBO’s die al betrokken zijn verder uitgebreid moet worden. Samenwerking wordt momenteel ervaren als incidenteel, terwijl structurele samenwerking wel gewenst is, zowel vanuit de universiteiten als vanuit de deelnemende hogescholen. Om beide doelstellingen te bewerkstelligen worden door de gesprekspartners verschillende suggesties aangedragen: • aanstellen van contactpersonen op alle HBO-instellingen • structureel centraal overleg tussen HBO’s en universiteiten (bijvoorbeeld 2x per jaar) • lesmateriaal ontwikkelen voor HBO’s; bijvoorbeeld een boek dat vanuit de theorie komt tot voorstellen voor bijvoorbeeld inrichting en beheer) • zorgdragen voor een constante, actuele stroom van (didactisch) materiaal • concrete projecten organiseren en gelegenheidsprojecten waarbij samenwerking plaatsvindt tussen studenten van verschillende opleidingen (zowel universitair als HBO) en van verschillende disciplines Externen Vrijwel alle gesprekspartners zijn van mening dat de activiteiten van het Onderwijsnetwerk in de toekomst gecontinueerd 31
moeten worden. De verantwoordelijkheden van het netwerk zouden volgens een aantal gesprekspartners uitgebreid mogen worden. Zo zou het Onderwijsnetwerk in de toekomst volgens hen ook zorg moeten dragen voor nascholing en bijscholing en de bredere verspreiding van kennis in het werkveld (ondermeer architecten, projectontwikkelaars etc.) en beleidsbepalers en -makers. Deze laatste groep wordt door een aantal gesprekspartners “een vergeten doelgroep” genoemd. Volgens hen is er bij deze groep grote behoefte aan kennis op het gebied van Belvedere. Een van de mogelijkheden die genoemd wordt om deze groep te bereiken en te informeren, is het organiseren van ‘uitwisselingsbijeenkomsten”, waar kennis, theorie, praktijkaspecten en beleidsaspecten worden uitgewisseld tussen studenten, docenten, onderzoekers, professionals, beleidsbepalers en beleidsmakers. Een van de gesprekspartners geeft aan dat Belvedere een integraal onderdeel zou moeten zijn van het onderwijs: in plaats van het creëren van specialisaties, zou het onderdeel uit moeten maken van alle relevante opleidingen. Daarnaast wordt opgemerkt dat studenten in staat zouden moeten zijn een eigen Belvedere-leerweg samen te stellen, waarbij zij vakken volgen aan verschillende universiteiten en/of hogescholen in verschillende disciplines: samenwerking tussen onderwijsinstellingen is hiervoor uiteraard noodzakelijk. Een van de gesprekspartners geeft daarnaast aan dat het Onderwijs-
netwerk opleidingen die zich bezig willen houden met Belvedere hierin zou moeten ondersteunen. Het Onderwijsnetwerk zou volgens de gesprekspartners breder opgezet mogen worden dan nu het geval is. Niet alleen universiteiten zouden moeten samenwerken, maar ook het werkveld, de provincies, waterschappen, coöperaties en projectontwikkelaars zouden betrokken moeten worden. Daarnaast zou wat hen betreft ook een uitbreiding plaats mogen vinden van het aantal onderwijsinstellingen dat betrokken is bij het netwerk. Hierbij worden ondermeer de Academies voor Bouwkunst, andere HBO-instellingen en andere Nederlandse universiteiten met relevante opleidingen genoemd. Ook wordt voorgesteld om aan te haken bij internationale netwerken en om de HBO-Raad en de WO-Raad te betrekken bij het Onderwijsnetwerk.
Samenvattend • Zowel de meeste (oud-)studenten, docenten/onderzoekers als externen zijn van mening dat de activiteiten van het Onderwijsnetwerk gecontinueerd moeten worden. Door een aantal gesprekspartners wordt opgemerkt dat zij zich afvragen hoe de organisatie van het netwerk eruit zal zien na de beëindiging van het Projectbureau Belvedere. Als voorwaarde voor (het handhaven van) samenwerking
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
merken zij op dat er een onafhankelijk coördinatiepunt moet (blijven) bestaan. • Een aantal gesprekspartners ((oud-)studenten en docenten/onderzoekers) geeft aan dat het Onderwijsnetwerk wat hen betreft niet in de huidige vorm gecontinueerd hoeft te worden, omdat de basis voor samenwerking en verspreiding van Belvedere in het onderwijs al gelegd is en nu doorwerkt daar waar nodig en gewenst. • Als belangrijke aandachtspunten voor de toekomst worden genoemd: - het netwerk uitbreidenmet mensen uit de praktijk - de samenwerking tussen studenten van verschillende universiteiten en verschillende disciplines versterken en uitbreiden - (meer) HBO-instellingen bij het Onderwijsnetwerk betrekken - beleidsmakers en beleidsbepalers bereiken • Volgens vrijwel alle gesprekspartners zouden meer partijen betrokken kunnen worden bij het Onderwijsnetwerk. Veel genoemde partijen zijn: - de praktijk - onderwijsinstellingen (HBO-opleidingen, Academies voor Bouwkunst, andere Nederlandse universiteiten met relevante opleidingen, HBO-Raad, WO-Raad) - overheden (zowel op gemeentelijk als provinciaal niveau)
32
Gesprekspartners: Teun van den Ende | student John de Jong | student Bart Gerrits | Tauw advies, afdeling ruimte (afgestudeerd planning - WUR) Gepke Heun | afgestudeerd stedebouw Yoran van Bohemen | Feddes-Olthof landschapsarchitecten, afgestudeerd landscapearchitecture and planning bij WUR Karin Stadhouders | Stadhouders advies, cultuurhistorie en ruimtelijke ontwikkeling, afgestudeerd Erfgoedstudies - VU Hanneke Toes | NVTL – voorzitter Joks Jansen | strategisch beleidsadviseur Provincie Noord Brabant Jhon van Veelen | Adviesbureau Taken Tjeerd de Boer | directie cultureel erfgoed – minsterie van OCW Fons Asselbergs | voormalig rijksadviseur voor cultureel erfgoed Berno Strootman | Strootman Landschapsarchitecten Enno Schimmel | Provincie Zuid Holland – bureau cultuur Marieke van Muilwijk | Muilwijk Landschap Advies, Onderzoeker Ruimtelijke planning en Cultuurhistorie Christian Becker | Docent Architectuur en Stedenbouw bij de bouwkundeopleiding InHolland, Haarlem. hogeschool Inholland, Bouwkunde, PhD bij Eric Luiten, architectenbureau Cees Gevers | docent Hogeschool Utrecht, Bouwnijverheid, PhD bij Eric Luiten Bernard Colenbrander | hoogleraar TU Eindhoven Mia Corbeek | docent Hogeschool Larenstein, Land en Watermanagement Ton Versteegen | directeur Academie van Bouwkunst Arnhem Rob Dettingmeijer | docent Universiteit Utrecht, kunstgeschiedenis Michiel Flooren | docent Saxion Hogeschool, toerisme en recreatie, PhD bij Jan Kolen
review onderwijsnetwerk / de externe blik, wat vinden de gebruikers?
33
3. De etalage; realisatie, reflectie en vooruitblik Prof. dr. Jan Kolen , Prof. ir. Eric Luiten Prof. dr. André van der Zande Drs. Roel During, Drs. Vera Cerutti
wordt de locale, regionale en nationale cultuur expliciet. De actieve omgang daarmee maakt dat niet het algemene maar het bijzondere wordt ondersteund. Maar de bewerking van het verleden is een gevoelige en niet onbetwiste kwestie; dat geldt zowel in algemene zin als op het niveau van het gebouwde of aangelegde verleden. Vandaar dat Belvedere ook wilde voorzien in het organiseren van wetenschappelijke reflectie op zijn bedoelingen en zijn resultaten, en in het voeden van de hogere opleidingen op het gebied van erfgoed, ontwerp en ruimtelijke planning.
Als het waar is dat de wereld uniformeert, dat onze samenleving zich in toenemende mate voegt naar de internationale trends, dat onze gebouwde en landschappelijke omgeving steeds meer gestalte krijgt op basis van communautaire criteria, dan ligt een speurtocht naar de andere kant van het spectrum van de menselijke belevingswereld voor de hand. Mensen zijn nieuwsgierig naar en gevoelig voor geschiedenis. Ze zijn op zoek naar specificiteit en naar identiteit, en de markt en de media spelen daarop in – zie de mode, de vormgeving, de vele boeken, de tv-programma’s, het nationale historisch museum in aanbouw. De grote vraag is of we in staat zijn onherroepelijke grote processen als economische schaalvergroting en maatschappelijke versnelling te verzoenen met belangrijke kleine processen als regionale vertraging, locale verankering en zelfactualisatie. Belvedere levert daar een bijdrage aan.
De kerngroep van het onderwijsnetwerk1 is de afgelopen drie jaar actief geweest op een groot aantal terreinen. Het gedetailleerde overzicht van de uitkomsten tot nu toe – er ligt immers nog bijna een vol jaar voor ons is te vinden in deze publicatie. Zonder op alle details te willen ingaan willen wij als leerstoelhouders in dit hoofdstuk van de review reflecteren op een aantal belangrijke wapenfeiten tot nu toe en op basis daarvan een aantal opgaven voor de toekomst definiëren.
Het beleidsprogramma Belvedere dat in 1999 werd gelanceerd zet in op differentiatie van de leefomgeving via het revitaliseren van erfgoed. In materieel en immaterieel erfgoed
Onderwijs Zo is er ten aanzien van het onderwijs een inmiddels vermaarde interuniversitaire cursus op Masterniveau opgesteld, die sinds
review onderwijsnetwerk
2006 de nodige studenten trekt. Deze onderwijsmodule was in eerste instantie bedoeld voor studenten van Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR), de Technische Universiteit Delft (TUD) en de Vrije Universiteit te Amsterdam (VU), maar is ook gevolgd door studenten van de universiteiten van Groningen (sociale geografie), Utrecht (idem), Amsterdam (erfgoed en planologie) en Leiden (archeologie). In de module worden hoorcolleges, werkcolleges, excursies en opdrachten op locatie volgens een vaste formule gecombineerd. De reeks sluit af met een minisymposium voor en door studenten en een schriftelijke opdracht (essay). Alle onderwijsvormen van de cursus zijn er op gericht de student bewust te maken van het feit dat de ruimtelijke planvorming vandaag de dag een zeer breed en complex werkterrein is, waarin uiteenlopende denkwerelden en werkpraktijken elkaar ontmoeten. Een disciplineoverschrijdende aanpak wordt in de cursus dan ook onontbeerlijk geacht: ontwerpers en planners doen historisch onderzoek, en cultuurhistorici leveren een actieve bijdrage aan ontwerpopdrachten en de oplossing van planningsvraagstukken. Meer dan 50 studenten hebben de cursus met goed gevolg afgelegd. Veel van de studenten kiezen in het vervolg van hun opleiding voor een Belvedere afstudeeronderwerp. 35
De Belvederestudenten die sinds 2005 hun werk in de praktijk van ruimtelijke planning en landschapsontwikkeling gevonden hebben, vallen ons inziens op door hun talent historie en toekomst met elkaar te verenigen. Toch moeten we constateren dat het om organisatorische redenen nog niet is gelukt om het Belvedere onderwijs een vaste plek te geven in de curricula van alle betrokken universiteiten. Liefdewerk oud papier, zou men kunnen zeggen. Pas als er meer Belvedere afstudeerders in de praktijk zijn terechtgekomen en hun succesverhalen weer terugkomen in de universitaire gemeenschap van studenten en docenten, ontstaat er voldoende massa om bureaucratische hobbels te nemen en het Belvedere onderwijs blijvend te verankeren. Theoretisch fundament onder Belvedere Met het verstevigen van het theoretisch fundament onder Belvedere is een begin gemaakt. Er zijn inmiddels verschillende promotieonderzoeken in uitvoering waarin vanuit diverse wetenschappelijke invalshoeken wordt gereflecteerd op de praktijk. Hierbij zorgen de invalshoeken van ontwerp, planning, beleving en historie voor de nodige breedte van het fundament. Daarnaast wordt er studieliteratuur vervaardigd, die een theoretisch fundament onder praktijkontwikkeling wil aanbrengen. De gezamenlijke publicatie ‘Op Historische Gronden: Erfgoed in een context van ruimtelijk ontwerp, planning en democratie’ (verschenen in februari 2008)
is verplichte literatuur bij de interuniversitaire cursus. Een aantal studiehandboeken is nog in de maak en zullen in het studiejaar 2008/2009 verschijnen. Ondanks deze ontwikkelingen zijn er veel redenen om nog niet volledig tevreden te zijn. Het meeste onderzoek is sterk toepassingsgericht, met als doel het verbeteren van bepaalde invalshoeken of disciplinaire routines in de praktijk. Een systematisch en fundamenteel onderzoek naar de oogst van alle Belvedere projecten heeft nog niet kunnen plaatsvinden, wegens gebrek aan middelen voor een dergelijke omvattende klus. Daarnaast valt op dat het onderzoek zich voornamelijk richt op de nationale kaders, waardoor internationaal vergelijkend onderzoek naar de wijze waarop met de spanning tussen behoud en vernieuwing wordt omgegaan, niet uit de verf is gekomen. Praktijkvernieuwing Met de debattenreeks Belvedere op de snijtafel beoogt het netwerk het denken over ‘ontwerpen met geschiedenis’ te analyseren, te concretiseren en verder te ontwikkelen. Middel daartoe zijn openbare debatten over ontwerpopgaven en r.o.-projecten, waarbij theoretische uitgangspunten en concrete resultaten op een kritische wijze onder de loep worden genomen. Hoewel projecten in de ‘echte wereld’ van planning, ontwerp, beleid en monumentenzorg het uitgangspunt vormen, worden de discussies goed bezocht door studenten, onderzoekers en docenten van de Nederlandse opleidingen (universiteit en
review onderwijsnetwerk / de etalage, realisatie, reflectie en vooruitblik
HBO). Studenten vinden er een netwerk om contacten te leggen met ervaren professionals, potentiële werkgevers en opdrachtgevers voor stages. De reeks wordt beëindigd in 2008. Ook is het grote aantal lezingen dat is gegeven voor praktijkmensen en diverse door de leerstoelhouders geschreven essays van belang voor de praktijkontwikkeling. Het netwerk is daarnaast ingegaan op uitnodigingen om de mogelijkheden van erfgoedbehoud in de context van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening te verkennen. De debatten hebben inzichten opgeleverd in de morele uitgangsposities en dilemma’s van de beroepsgroepen van historici, planners en ontwerpers over hoe men omgaat met vraagstukken van vernieuwing en behoud. De debatten vormen tevens een zoektocht naar praktijkvernieuwing, omdat verkend is hoe de dilemma’s kunnen worden overwonnen. De verkenning naar de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening heeft ons inziens goede en vruchtbare discussies opgeleverd waarin de expertise en morele steun van het netwerk heeft geleid tot verhoging van ambities en professionalisering van de aanpak. Het netwerk van het Onderwijsnetwerk De wellicht belangrijkste succesfactor van het netwerk is eigenlijk niet te meten in termen van output. Hierbij wordt gedoeld op de beïnvloeding (van netwerken) van professionals in ruimtelijke planning, docenten in onderwijs en onderzoekers en adviseurs. 37
De kerngroep is thans bezig met de uitgifte van een ‘spoorboekje’, dat Nederlandse studenten in staat stelt beredeneerde keuzes te maken uit het grote aanbod aan cursussen van de Nederlandse erfgoed-, ontwerp- en planningopleidingen. Bij de digitale ontsluiting ervan zal tevens worden gezorgd voor een praktijkinvalshoek. Vertegenwoordigers uit de praktijk zullen verwoorden welke kennis en vaardigheden er nodig zijn om effectief te kunnen zijn en effectief te blijven in het veld van ruimtelijke planning. Met grote stelligheid kan gesteld worden dat de bekendheid van het Onderwijsnetwerk bijzonder groot is, onder meer vanwege de frequente aanwezigheid in actuele discussies, de publicaties en de regelmatig verschijnende Nieuwsbrief. Er is daarnaast geprofiteerd van de grote bekendheid van het projectbureau Belvedere. Maar deze grote bekendheid houdt tevens in dat het netwerk ook diffuus is en ongeorganiseerd. Vooruitblik Met de hierboven genoemde activiteiten is ons inziens een fundament gelegd voor de integratie van de cultuurhistorische, ontwerpende en planologische disciplines in de masterfase van het hoger onderwijs. Nieuwe ontwikkelingen en de praktijk nopen echter tot bijstelling en aanscherping van de doelen van een mogelijk vervolg op het Onderwijsnetwerk. Het onderwijsnetwerk wil in dit verband de volgende aandachtspunten meegeven.
Inbedding van het Belvedere-gedachtengoed in de Bachelorfase. Om een mentaliteitsverandering, gericht op een ontwikkelingsgerichte omgang met te bewerkstelligen in de monumentenzorg, planning, landschapsarchitectuur, architectuur en stedenbouw moeten studenten zo vroeg mogelijk in het curriculum van elkaars kennis, inzichten en leerervaringen kunnen profiteren. Naast cursussen en afstudeertrajecten op masterniveau, dienen ook modules en minors te worden ontworpen op bachelorniveau, zowel aan de universiteiten als hogescholen. De Belvedere-universiteiten kunnen – op grond van hun ervaring – als trekkers fungeren en op dit punt nauw met HBO-instellingen samenwerken. Masteropleidingen met een Belvederecomponent dienen voorts goed aan te sluiten op bacheloropleidingen met zo’n component. Ook zal meer geïnvesteerd moeten worden in de koppeling van praktijkervaringen aan opleidingsbehoefte. Versterking van het theoretisch fundament onder het Belvederebeleid en de modernisering van de monumentenzorg. De interdisciplinaire aanpak van cultuurhistorie (erfgoedzorg), ontwerp en planning dient nog handen en voeten te krijgen in de sfeer van het onderwijsgerelateerde onderzoek, dat wil zeggen in research masters, PhD-trajecten en het postinitiële onderwijs. Deze zijn niet alleen een voorwaarde voor een verdere theoretische verdieping en
review onderwijsnetwerk / de etalage, realisatie, reflectie en vooruitblik
integratie van de genoemde disciplines, ook zijn ze belangrijke middelen om professionals in de gelegenheid te stellen hun ervaringen uit te wisselen en kennis te vernieuwen. Met deze vervolgstappen zal in het landelijke onderwijsnetwerk een nieuwe focus worden aangebracht. Aan de Belvedere-universiteiten zijn inmiddels verschillende PhD-trajecten gestart (met eerste en derde-geldstroom-middelen), maar de oogst hiervan kan pas over enkele jaren worden verwacht. Overigens zou het voor de dagelijkse begeleiding van deze onderzoeksprojecten nadelige consequenties hebben, indien de Belvedere-hoogleraren (ook promotores) zich in 2009 moeten terugtrekken. Internationalisering van de erfgoedinzichten De Europese dimensie van het cultuurhistorische landschapsbeleid moet verder worden uitgebouwd. Dit is een belangrijk thema, omdat het behoud van onze cultuurhistorische steden en landschappen gebaat is bij een actieve rol van Europa en een goede afstemming met het Europese beleid. Deze discussie vindt onder meer plaats in het kader van de Europese Landschapsconventie, en zal een groot beroep doen op bestaande en ook nieuwe kennis. Het internationaal netwerk hiervoor is in aanleg in het huidige netwerk beschikbaar, vanwege de betrokkenheid van de leerstoelen bij de internationale manifestatie A Wider View in het kader van de Landschapstriënnale Apeldoorn 2008.
38
Pluriformiteit in het erfgoeddebat Om vernieuwingen in de praktijk te kunnen bewerkstelligen is meer pluriformiteit in het erfgoeddebat noodzakelijk. Gebleken is dat er over de beleving van erfgoed bitter weinig goed onderzoek is verricht. Dit probleem is aan de orde gesteld in het KNAW Symposium De Toekomst van het Nederlandse Landschap. Zonder een forse toename van onze kennis op dit terrein kan en zal er straffeloos blijven worden gespeculeerd over de betekenis en waardering van erfgoed voor burgers, waarbij de wensen van een smalle vertegenwoordiging maatgevend zijn. De ondervertegenwoordiging van mensen van buitenlandse afkomst in het erfgoeddebat is hiervan een goed voorbeeld: hoe komen we voorbij het erfgoednationalisme? Daarnaast is het interessant om vernieuwingsimpulsen te geven aan de discussie over erfgoed van buitenlandse origine in Nederland en erfgoed van Nederlandse origine in het buitenland: hoe gaan we hiermee om? Welke kansen in het internationaal erfgoedverkeer doen zich hierbij voor? Er dient ons inziens dan ook speciale aandacht te worden besteed aan de multiculturele aspecten van erfgoed en erfgoedbeleving, maar ook aan nieuwe configuraties van bestuurlijke en burgerlijke verantwoordelijkheden voor erfgoedzorg en -ontwikkeling. Vergroting van de ‘massa’ van de samenwerking De ‘massa’ van samenwerking dient binnen het onderwijsnetwerk verder te worden
vergroot. Er moeten meer partners komen, niet alleen universiteiten, maar ook academies, hogescholen en bedrijven die stageplaatsen (en dus werkervaring) genereren. Gemikt moet worden op zinvolle verbindingen tussen praktijk, wetenschap, advies en onderwijs, gericht op vernieuwen en inspireren. Tevens moet er meer fundamenteel onderzoek worden geëntameerd. Dat is niet alleen van belang voor een kritische overdracht van de ervaringen met ‘Belvedere’, maar evengoed om op lange termijn uitvoering te kunnen geven aan de modernisering van de monumentenzorg en het nieuwe architectuurbeleid. Ook op dit punt kan gebruik worden gemaakt van de ervaringen van de Belvedere-universiteiten. De oogst van Belvedere Als laatste moet worden gewezen op de onzekerheden rondom het project Belvedere. Het lijkt er op dat het projectbureau Belvedere in z’n huidige vorm zal gaan stoppen waardoor een groot deel van de praktijkinzichten verloren dreigt te gaan. Bij een mogelijk vervolg van het Onderwijsnetwerk ligt er een belangrijke uitdaging om de oogst van het projectbureau te overzien en in te brengen in lopende planprocessen waar cultuurhistorische waarden in het geding zijn en tevens om een mogelijke nieuwe Belvedere faciliteit met raad en daad terzijde te staan. Afsluitend Sinds 1 september 2005 wordt met de inzet
review onderwijsnetwerk / de etalage, realisatie, reflectie en vooruitblik
van drie nieuwe parttime leerstoelen bij drie verschillende universiteiten in Nederland de Belvederebenadering door onderzoek verdiept en midden in het hoger onderwijs geplaatst. We zijn als verantwoordelijke leerstoelhouders bezig om binnen en buiten onze respectievelijke faculteiten een netwerk op te bouwen waarin de maatschappelijke, planologische, cultuurhistorische en ontwerpmatige dimensies en implicaties van Belvedere worden bestudeerd en uitgedragen. De resultaten daarvan beginnen zichtbaar te worden. Promovendi en gastonderzoekers zijn aan het werk met de materie. De eerste generatie Belvedere-minded masterstudenten heeft zijn diploma gekregen. Met inhoudelijke debatten en conferenties, een nieuwsbrief en adviseurschappen is een grote exposure bereikt. Maar het werk is ons inziens bepaald nog niet af. Voorliggend document moge u duidelijk maken dat in de afgelopen jaren bekendheid is ontstaan met onze ambitie en opdracht. We hebben een basisinfrastructuur opgebouwd die wij én vooral anderen nu pas echt kunnen gaan benutten. Bovendien ligt er nog een aantal opgaven voor de toekomst met maatschappelijke, wetenschappelijk en praktische relevantie. Het moge duidelijk zijn dat wij persoonlijk van mening zijn dat deze toekomstige doelen niet kunnen worden bereikt zonder continuering van het onderwijsnetwerk, inclusief de 39
leerstoelen. Mocht daartoe niet besloten worden dan zullen een aantal van de in het Onderwijsnetwerk Belvedere ontwikkelde middelen en activiteiten ongetwijfeld ook na afsluiting van het netwerk in 2009 hun weg vinden naar onderwijs en onderzoek. Het wegvallen echter van de infrastructuur, bemensing (leerstoelen en kerngroep) en faciliteiten (secretariaat en werkbudget) zal daarentegen een lacune veroorzaken, die het onderwijs terugzet in de tijd.
1 De drie (bijzondere) Belvedere-leerstoelen zijn voor een termijn van vier jaar ingesteld aan Wageningen Universiteit en Researchcentrum (wur), de Technische Universiteit Delft (tud) en de Vrije Universiteit te Amsterdam (vu). De drie leerstoelen, voor respectievelijk planning, ruimtelijk ontwerp en cultuurhistorie, zijn verder uitgebouwd tot een Kerngroep Onderwijsnetwerk Belvedere, bestaande de drie leerstoelhouders (prof. dr. A. van der Zande, prof. ir. E. Luiten, prof. dr. J. Kolen), een universitair docent (drs. R. During), een secretaris (mevr. drs. M. Eerden, later opgevolgd door mw. drs. V. Cerutti) en een onafhankelijke voorzitter (drs. N. Groen). 2 Ons Erfgoed en Ruimtelijke Planning (onder redactie van R. During en A. van der Zande, te verschijnen bij sdu), Transformatie van Stad en Land: Draden spannen tussen verleden en toekomst (redactie Koos Bosma en Jan Kolen, te verschijnen bij sun), De Biografie van het Landschap (Jan Kolen, eveneens bij sun), Ontwerpen en Geschiedenis (onder redactie van Eric Luiten en Beata Labuhn) en A Wider View on European Landscapes (onder redactie van Eric Luiten, uit te geven door NAi Publishers).
review onderwijsnetwerk / de etalage, realisatie, reflectie en vooruitblik
41
Overzicht publicaties Algemeen
Studiepublicaties
werpen met geschiedenis? Irene Velthuis, Ontwerpen met onzichtbaar erf-
Dit betreft sleutelpublicaties van het Onderwijsnetwerk Belvedere. Monique Eerden, Eric Luiten, André van der Zande, Jan Kolen en Roel During (2008). Op historische gronden.Erfgoed in een context van ruimtelijk ontwerp, planning en democratie. Utrecht: Projectbureau Belvedere.
Dit betreft afstudeerscripties en enkele andere studiepublicaties [tussen haakjes aangegeven] van die tot stand kwamen onder begeleiding van de drie hoogleraren van het Onderwijsnetwetwerk Belvedere: prof. dr. Jan Kolen (VU, prof. ir. Eric Luiten (TUD) en prof. dr. André van der Zande (WUR).
Technische Universiteit Delft, Wageningen
tair erfgoed: defensieterreinen.
TUD 2005/6 R.J. van der Veen, Interventie in historisch
VU
Belvedere-onderwijsnetwerk. Utrecht: Projectbureau Belvedere.
Cecilia Verschoor, Betekenis en potenties van mili-
Gloria Font, Decoding the Mayan Landscape.
Universiteit en Researchcentrum, Vrije Universiteit Amsterdam (2005). Visie op het
goed.
Rotterdam. Bart van der Westen en Peter Westerink,
2007
Articulatie in het landschap. Onderzoek naar de
Mathijs Hattink, Landschappen van het trauma.
mogelijkheden en toepasbaarheid van verhalen
Femke Hoogenboom, De lange-termijngeschiede-
binnen de landschapsarchitectuur.
nis en actuele transformatie van het Nederlandse woonstalhuis. Rutger van Krieken, Plekken van Herdenken. De transformatie van erfgoed uit de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Freek Mulder, De Transformatie van het Nederlandse Stadion. [Ter aanmoediging van vernieuwend en inspirerend studentenonderzoek heeft het Onderwijsnetwerk deze scriptie beloond met een full color uitgave van het onderzoek] Karin Stadhouders, De steenfabriek in de creatieve industrie. Steven van Veen, Is er plaats voor de ruïne in ontreview onderwijsnetwerk
2007 Tamara Ammerlaan, Opportunities in World Heritage, the case of Ohrid. Francesca Picon, The Penedes Cultural Landscape. Erwin Stoffer, Cultuurhistorie in Tussenland in de KAN-regio. Rachel Wang, Historic villages in Guangzhou University Town. Stephanie Wong, West Kowloon Cultural Education Park. Gepke Heun, Over boeren en nieuwe buren. Ruud Smeelen, Poliphili in de uiterwaard. [Winnaar Archiprix 2007-2008. Ter aanmoedi42
Marco van Eenennaam, ‘Zeg ken jij de IJsselvallei…?’ Thiemo Schuurman, Essay over de totstandko-
geschiedenis is een maatschappelijke opgave, Topos 16/4, 20-23. Peelland:The Rural and Urban Landscape of
ming van de Cultuurhistorische gebiedsvisie
Southeastern Noord-Brabant, in: L. Léveque, M.
landgoed Nieuw Herlaer. [stageverslag]
Ruiz del Arbol, L. Pop en Chr. Bartels (eds), Journeys through European Landscapes, s.l: Ponferrada.
2008 ging van vernieuwend en inspirerend studen-
Bart Gerrits, Cultuurhistorie in positie? Onderzoek
tenonderzoek heeft het onderwijsnetwerk deze
naar de betekenis van cultuurhistorie in gebieds-
scriptie beloond met een full color uitgave van
ontwikkeling en de ambivalentie met de Wro.
het onderzoek]
Marcel Rutten, De combinatie van cultuurhistorie en verkeersveiligheid: een samenspel tussen verkeer en landschap of een utopie?
2008 Teun van den Ende, Naoorlogse woonwijken: de
Meike Sauter, Lopende Banden: hoe oud-werknemers de herbestemming van hun fabriek ervaren.
casus Mariahoeve.
2005
benadering van het erfgoed van stad en platteland, in: J. Capenberghs, C.G. de Dijn en M. Laenen (red.), Een verleden landschap?
de historische ervaring in het tijdperk van mas-
Erfgoedzorg vandaag en morgen, nieuwe uitda-
saconsumptie. In: R. Brons, J. Rodermond en
gingen, Hasselt, 47-51.
Feike Miedema en Robert van Osdorp, De
Rotterdam: Stimuleringsfonds voor Architectuur.
impact van Belvedere. Onderzoek naar de door-
review onderwijsnetwerk
Trajecta 15, 325-341. De biografie van het landschap: naar een nieuwe
Trouw, 2005/6.
G.Wallagh (red.), Een cultuur van ruimte maken,
Academic Master Cluster]
De kerstening van het landschap. De middel-
ting’ in een serie over landschap in dagblad
Doekharan, Willy-Janne Hueting, Joren Jacobs,
werking van Belvedere projecten [verslag
Regions and its Value for Spatial Planning, in:
eeuwse landschapsgeschiedenis van Drenthe,
De ‘geheugenprothese’ en andere verhalen. Over Doerien de Boer, Bart Jan Davidse, Kavita
and Practice, OASE 69, 80-93. met M. Witte, A Biographical Approach to
2007
Prof. dr. J.C.A. Kolen, VU
Bijdrage over ‘geschiedenis en ruimtelijke inrich-
2007
Positions: Shared Territories in Historiography
Publicaties leerstoelen
Michael Lubbers, Masterplan voor vliegbasis
WUR
Between Jan Kolen and Dirk Sijmons, in:
Wageningen: WUR.
wijsnetwerk deze scriptie beloond met een full
Twente.
nism, 50-53. The Landscape as Historical Montage. A Dialogue
Multiple Landscape. Merging Past and Present,
Ter aanmoediging van vernieuwend en inspire-
color uitgave van het onderzoek]
magazine for landscape architecture and urba-
W. van der Knaap en A. van der Valk (eds),
Beata Labuhn, Nietzsche en Belvedere. [RU Leiden. rend studentenonderzoek heeft het Onder-
Rejuvenation of heritage, Scape.International
Een nieuwe toekomst voor de regionale survey: wisselwerking tussen hardware en software in het onderwijs, in: R. Brons en F. Oltheten (red.),
2006 De ‘verjonging’ van het erfgoed. Ontwerpen met
Podcasting cultuurgeschiedenis. Case: de toekomst van Zandstad, Rotterdam: 43
Stimuleringsfonds voor Architectuur. Een plan dat werkt. De nieuwe rol van ontwerpers bij de vormgeving van de regio, Geografie 16/1, 28-32.
2008 De rivier heeft de tijd. Tekst bij J. den Hollander, De Rijn van Lobith tot aan zee (DVD).
Wereldoorlog. Nederland in Veertig Herinneringsplaatsen. Amsterdam: Prometheus. met N. Roymans, F. Gerritsen, C. van der Heijden
Een functionele geschiedenis, in: M. Eerden e.a.,
en K. Bosma, The biography of a sandy lands-
Het historisch weefsel. Over de transformatie van
Op historische gronden. Erfgoed in een context
cape: cultural history, heritage management
de regio en de omgang met het verleden in de
van ruimtelijk ontwerp, planning en democratie,
and spatial planning in the Southern
21ste eeuw, in: E.A. de Jong, J. Kolen, J. Bazelmans
Utrecht: Projectbureau Belvedere.
Netherlands, Landscape Research.
en I. Baan, Perspectief: maakbare geschiedenis, Rotterdam: Stimuleringsfonds voor Architectuur. Het is tijd voor een culturele biografie van de
Het onwerkelijke landschap, Stedebouw en Ruimtelijke Ordening, 01/2008. Krimpend platteland, in: Leo Klinkers, Jan Prij en
Zuidvleugel/It is Time for a Cultural Biography
Harrie Verbon (red.), Krimpen zonder klein te
of the South Wing, in: Tussenruimte. Naar een
worden. Amsterdam: Boom. [Herfstuitgave
New Deal voor metropolitane landschappen in
Christen Democratische Verkenningen 2008,
de Zuidvleugel van de Randstad/In-Between Space. Towards a New Deal for metropolitan landscape in the South-Wing of the Randstad, Rotterdam.
40-49] Regional identity, Architecture Bulletin, 04/2008, 45-60.
Prof. ir. E.A.J. Luiten, TUD 2006 Ik sta op wacht: planvorming voor grootschalig militair erfgoed, in: Han Meyer en Leo van den Berg (red.) Het geheugen van de stad Delft: TUD.
met R. van Beek, J.H.F. Bloemers en J. Renes:The
Nederland als zes ontginningen. In: R. Pots (red.),
Naar een nieuwe benadering van het erfgoed
Netherlands, in: B. Fairclough & P. Grau Moller
Historische verenigingen en het gebouwde erf-
van stad en land: de biografie van het land-
(eds), Managing and Protecting Landscapes in
goed, Delft: Erfgoedhuis Zuid-Holland.
schap, Vitruvius 1/1, 14-18.
Europe. Madrid.
Nawoord, in: J. van Tienen, Nijmegen Ontwikkelt. Cultuurhistorie aan de Waal, Bussum: Toth.
2007 in druk De kerstening van het landschap, in: H. Elerie
The Dutch cultural landscape and cultural
(red.), Atlas van de leefomgeving: het landschap
dialogue about spatial identity, in A. Evelein
van de Drentse A.
(ed.), The Artificial Land, Utrecht: Centrum Beeldende Kunst.
Een landschap binnenstebuiten, in: R. Berkers & M. van Stiphout: De limes, een biografie. met M. Duineveld, Het sociaal-wetenschappelijke
met J. Renes, Entwicklung von Siedlung und
onderzoek van erfgoed, in R. During & A. van
Kulturlandschaft in den Sandgebieten der
der Zande (red.), Ons erfgoed en ruimtelijke
Südlichen Niederlande unter Berücksichtigung
planning, Den Haag: SDU.
von Siedlungsmodellen, Siedlungsforschung: Archäologie, Geschichte, Geographie 24, 251-273.
review onderwijsnetwerk / overzicht publicaties
met R. van Krieken, Arnhem: het herinneringslandschap van de Tweede Wereldoorlog in een
Een mooi én eigentijds landschap, in: Recht op schoonheid. Jaarverslag 2006 Gelders Genootschap. Oog in oog met de geschiedenis, Blauwe Kamer, 6/2007. Opdat wij niet vergeten, in: Jaarboek Landschapsarchitectuur en stedebouw in Nederland ’03-’07. Vormen van Water, in: De Wateropgave, Den Haag: ministerie van VROM. 2008 A Wider View, in: Bert van Meggelen en Olof
globaliserende wereld, in: M. de Keizer en M.
Koekebakker (red.), Herinnering en
Plomp (red.), De Herinnering aan de Tweede
Transformatie. Internationale Triënnale 44
Apeldoorn. Rotterdam: NAi Uitgevers/ Publishers. De kerk als spiegel van de seculariserende
met C.S.A. van Koppen en G.R. Snoo, Hoogste tijd
European Union: Confronting EU ideology with
18-11-2005, p. 15.
INTERREGIII practice concerning cultural diver-
samenleving, in: Rob Wetzer, ‘In Zijn Huis’. Fotografie van hergebruik kerkgebouwen. Tot hier en nu verder in: M. Eerden e.a., Op histori-
a missing link in the cultural evolution of the
voor Nederlands landschap, Agrarisch Dagblad,
sity, in: J. Knieling en Frank Othengrafen, 2007 Heritage interests as a context of landscape eco-
Planning Cultures in Europe between Diversity and Convergence? How to handle Cultural
sche gronden. Erfgoed in een context van ruim-
logy: is WLO really developing into a community
Differences in Planning Systems,Traditions and
telijk ontwerp, planning en democratie, Utrecht:
of Landscape Scientists? in:T.M. de Jong, J.N.M.
Practices. Ashgate.
Projectbureau Belvedere.
Dekker & R. Posthoorn (eds). Landscape Ecology
Stijlfiguren, Huig, najaar 2008.
in the Dutch Context: nature, town and infra-
met Nikki Brand, Randstad 2040 hinkt op twee
structure. Zeist: KNNV.
gedachten, Blauwe Kamer, 5/2008. met Han Meyer, Stedebouw en landschap, in:
met Roel During, Landschapsbeleving: gezamenlijke uitdaging voor wetenschap, beleid en plan-
in voorbereiding Erfgoed en de ruimtelijke ordening, in: A. van der Zande en R. During (red.), Ons erfgoed en ruimtelijke planning. Den Haag: SDU.
PURMER-MEER. Ontwerpen aan de Purmer als
praktijk, in: J. Bouma, J.B. Opschoor en L.A. Groen,
bundelingsgebied in het Nationaal Landschap
De toekomst van het Nederlandse Landschap.
Erfgoed, in: : A. van der Zande en R. During (red.),
Wetenschappelijke bijdragen aan de toekomstige
Ons erfgoed en ruimtelijke planning. Den Haag:
Laag-Holland. Edam: Stichting PURMER-MEER. met Frank Strolenberg, The Radio Kootwijk Frequency: a call for action to preserve and deve-
landschapskwaliteit. Amsterdam: KNAW. met Roel During, recensie van Onland en geest-
lop varied and vital European landscapes.
grond: het mentale landschap in de ruimtelijke
Utrecht: Projectbureau Belvedere.
orde van de Lage Landen (Steven van Schuppen), Stedebouw en Ruimtelijke Ordening, 6: 64-65.
in voorbereiding A Wider View. Transformation of European Landscapes. Rotterdam: NAi Publishers met Beata Labuhn, Ontwerpen met geschiedenis. Utrecht: Projectbureau Belvedere
met Reem Saouma, Sophia Molpheta, Simon
met J.P. Corten, Internationaal Perspectief en
SDU. met Roel During (red.), Ons erfgoed en ruimtelijke planning. Den Haag: SDU. met R. During, Toonaangevende praktijken, in: A. van der Zande en R. During (red.), Ons erfgoed en ruimtelijke planning. Den Haag: SDU.
Pille, Stephan de Klepper, Roel During en Marieke Muilwijk, Cultural Heritage and History in the European Metal Scene. Utrecht: Belvedere Educational Network. in druk
Prof. dr. A.N. van der Zande, WUR
met R. During en K. van Assche, Culture, innovation and governance in Europe. Systems theories
2005/6 Overzicht best practices in onderzoek binnen WUR. Stenen korset of levende rivier? Oude Rijnzone Nieuwsbrief, 2 (augustus 2006). review onderwijsnetwerk / overzicht publicaties
and the analysis of innovation in INTERREG programs, in K. Termeer en K. Poppe (eds.), Transitions towards sustainable agriculture, food chains and peri-urban areas. Wageningen: WUR. met Roel During en Rosalie van Dam, INTERREG, 45
RUG
Toekomstbeeld Onderwijsnetwerk
uva avbb
VU
Vrije Universiteit Amsterdam Saxion Hogescholen
Technische Universiteit Delft
HKU
Larenstein
UU
WUR
TUD
AVB Arnhem
Wageningen Universiteit en Researchcentrum
AVBR
AVANS Hogescholen
TUe
KU Leuven
UPC Barcelona
IUAV Venetië
Hogeschool Zuyd
2008 © Projectbureau Belvedere / IVA beleidsonderzoek en advies teksten Voorwoord Frank Strolenberg Inleiding en leeswijzer Vera Cerutti en Tamara van Schilt-Mol De output, wat is er gerealiseerd? Tamara van Schilt-Mol De externe blik, wat vinden de gebruikers? Tamara van Schilt-Mol en Dineke Kolen-van Loon Realisatie, Reflectie en Vooruitblik Jan Kolen, Eric Luiten, André van der Zande, Roel During, Vera Cerutti redactie Vera Cerutti fotografie p.2 Triënnale A Wider View, 2008 in Radio Kootwijk, foto Dennis Sies p.4 Startbijeenkomst onderwijsnetwerk, foto Juul Zilvold p.10 Maquette Waalfront Nijmegen, Lodewijk Baljon landschapsarchitecten Kraanspoor Amsterdam Noord, foto Vera Cerutti p.12 Interuniversitaire module 2008, project Waalsprong. p.20 Opening Triënnale A Wider View, foto Dennis Sies Radio Kootwijk, foto Vera Cerutti p.26 Interuniversitaire module 2007, project Peelland p.30 Project wijkpark Broekpolder p.34 Derde debat, ‘Belvedere op de snijtafel’ 2008, foto’s Hans Dijkstra p.36 Fort Honswijk, foto Vera Cerutti Informatiecentrum fort Vechten, foto Monique Eerden p.40 Huis te Wiers, Vreeswijk, foto’s Vera Cerutti p.41 Poster Interuniversitaire module 2008 concept ontwerp Leo Verhallen (Comma-S ontwerpers) en Teunis IJdens vormgeving Comma-S ontwerpers ’s-Hertogenbosch druk Drukkerij Lecturis Eindhoven isbn/ean 978 94 6034 001 7 nur 600