Leergang Fiscaal Pensioenrecht
Voorjaar 2013
Inleiding Het belang van Fiscaal Pensioenrecht Fiscaliteit en pensioen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. De opzet van pensioenregelingen wordt mede bepaald door de fiscale behandeling. De recente VPL-wijzigingen onderstrepen het belang van de fiscale samenhang tussen pensioen en andere uittredingsregelingen. Dit geldt eveneens voor de fiscale gevolgen van een eventueel uitstel van de AOW leeftijd. Daarnaast wordt de interactie tussen de fiscale behandeling van pensioen met de fiscaliteit van lijfrenten en de winstbepaling steeds belangrijker. Ook de kredietcrisis zal fiscaal haar sporen nalaten. Tot slot gaat het grensoverschrijdend verkeer van werkgevers en werknemers gepaard met eigen fiscale vraagstukken. Kortom: de fiscale wet- en regelgeving wordt steeds omvangrijker en complexer. Fiscaal Pensioenrecht is dan ook uitgegroeid tot een volwaardig en eigen vakgebied. Doel van de leergang De leergang Fiscaal Pensioenrecht stelt zich tot doel om de fiscale kennis van het pensioenrecht over te dragen. Het doel is het bieden van inzicht in systematiek, achtergronden en met name ook de toepassing van de “theorie” op praktijkcasussen. Na afronding van de leergang zijn de cursisten in staat om fiscale pensioenvraagstukken zelfstandig te behandelen, de fiscale problemen te onderkennen, alsmede relevante wet- en regelgeving en jurisprudentie te kunnen toepassen. De leergang Fiscaal Pensioenrecht vormt een aanvulling op de leergang Pensioenrecht. De in de leergang Pensioenrecht aangestipte fiscale onderwerpen worden in de leergang Fiscaal Pensioenrecht verder uitgediept en uitgewerkt. De leergang Fiscaal Pensioenrecht kan echter ook afzonderlijk worden gevolgd door cursisten die anderszins over voldoende basiskennis beschikken. Thema’s van de Leergang De leergang Fiscaal Pensioenrecht behandelt de fiscaliteit van pensioenregelingen vanuit de volgende invalshoeken: - Pensioen voor werknemers. Hierbij gaat het om toepassing van de normen voor de fiscale behandeling van pensioenen in de Wet op de loonbelasting 1964. Voor de werkgevers is daarnaast de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van belang. - Ontslaguitkeringen voor werknemers. Na invoering van de Wet VPL is de ontslaguitkering een riskant terrein geworden. Wanneer is wel sprake van een vutvervangende maatregel en wanneer niet? - Pensioen voor de directeur-grootaandeelhouder. Directeuren-grootaandeelhouder vormen in diverse opzichten een bijzondere groep. De fiscale wetgeving kent diverse aanvullende voorschriften voor de inhoud en de uitvoering van DGA-pensioenen. - Pensioen voor IB-ondernemers. Voor zelfstandigen en vrije beroepers zijn er in de Wet Inkomstenbelasting 2001 faciliteiten geschapen om fiscaal ondersteund oudedags- en nabestaandenvoorzieningen op te bouwen.
-
-
-
Internationale aspecten van pensioen. In toenemende mate zijn ook Europese en overige internationale regelingen van belang, mede door het toenemende grensoverschrijdende verkeer van ondernemingen, werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders. Ook wordt in de nationale wetgeving steeds meer aandacht besteed aan pensioen in internationaal verband. Individuele oudedags- en onderhoudsvoorzieningen. Opbouw van individuele (aanvullende) oudedags- of onderhoudsvoorzieningen is fiscaal ondersteund door het lijfrenteregime van de Wet IB 2001. Daarnaast kent de Wet LB 1964 sinds 1 januari 2006 de levensloopfaciliteit. De samenhang met de civiele pensioenwetgeving. De fiscaliteit staat niet op zich. Een pensioentoezegging krijgt tevens te maken met flankerende wetgeving zoals de Pensioenwet en de wetgeving inzake gelijke behandeling.
Uitgangspunt van het pensioenrecht is de pensioentoezegging of pensioenovereenkomst. Wat de fiscaliteit betreft, wordt deze voor de werknemers met name beheerst door de Wet op de loonbelasting 1964. Voor de werkgevers is daarnaast de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van belang. Voor zelfstandigen en vrije beroepers zijn er in de Wet Inkomstenbelasting 2001 faciliteiten geschapen om fiscaal ondersteund oudedags- en nabestaandenvoorzieningen op te bouwen. De actuele fiscale pensioenproblematiek De leergang Fiscaal Pensioenrecht gaat uitgebreid in op de fiscale kanten van actuele thema’s zoals: de verschillende pensioensoorten de verschillende opbouwsystemen het begrip dienstjaren en pensioengevend salaris de gevolgen van vervroegen of uitstellen van de pensioendatum de samenhang met de wijziging in de AOW leeftijd de toegelaten uitvoerders de fiscale gevolgen van extra dotaties aan pensioenfondsen i.v.m. onderdekking de gevolgen van oneigenlijke handelingen de rechtsbescherming het pensioen van de directeur-grootaandeelhouder de oudedagsvoorziening van de zelfstandige en de vrije beroeper de VPL-wetgeving (VUT, Prepensioen, Levensloop) en de bijbehorende overgangsregelingen de samenhang tussen ontslaguitkeringen en vutvervangende maatregelen lijfrentesparen bij een verzekeraar of een bank de internationale en Europeesrechtelijke aspecten van pensioen Daarnaast wordt aandacht besteed aan de relevante civieljuridische thema’s zoals: de Pensioen- en spaarfondsenwet en de Pensioenwet de toezichtswetgeving de diverse gelijke behandelingswet- en regelgeving Deelnemers De leergang Fiscaal Pensioenrecht richt zich op fiscalisten en juristen die zich het fiscale pensioenrecht eigen willen maken of hun inzicht in het fiscale pensioenrecht willen vergroten. Voor cursisten met geen of onvoldoende fiscale ervaring en basiskennis bestaat de mogelijkheid
om direct voorafgaand aan de start van de leergang facultatief het zogenoemde “instapcollege” te volgen. In dit instapcollege komt een aantal basisbeginselen uit de fiscale wetgeving aan de orde, waardoor de overige colleges uit de leergang ook voor niet-fiscalisten goed te volgen zijn. Hiermee is de leergang geschikt voor personen werkzaam bij fiscale advieskantoren, (fiscale) advocatuur, assurantiekantoren, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, administratiekantoren, vakbonden, werkgeversorganisaties, ministeries, advieslichamen en banken. Daarnaast is de opleiding geschikt voor personen die werkzaam zijn bij actuariële adviesbureaus en accountantskantoren. Voor niet-fiscalisten en niet-juristen is de leergang toegankelijk nadat in overleg met de cursuscoördinator – op basis van de verstrekte gegevens omtrent kennis en ervaring - is vastgesteld dat de leergang Fiscaal Pensioenrecht met goed resultaat kan worden gevolgd. Examen en Certificaat De leergang bestaat uit twaalf dagdelen en wordt afgesloten met een schriftelijk examen. Daarnaast kunnen gedurende de cursus tussentijdse opdrachten worden opgegeven. Cursisten die het schriftelijke examen met een voldoende hebben afgerond, ontvangen een certificaat van de Vrije Universiteit. Toezicht De leergang Fiscaal Pensioenrecht staat onder leiding van prof. mr. H.M. Kappelle, bijzonder hoogleraar fiscaal pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en prof. dr. E. Lutjens, hoogleraar pensioenrecht aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Cursuscoördinator is mr. J.J. Buijze, secretaris van het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de belastingdienst.
Opzet van de Leergang De leergang Fiscaal Pensioenrecht bestaat uit twaalf inhoudelijke colleges en wordt afgesloten met een schriftelijk examen. Dit examen is zo veel mogelijk gericht op het toepassen van opgedane kennis op in de pensioenpraktijk relevante casusposities. De leergang beoogt inhoudelijke kennis van het fiscale pensioenrecht over te brengen, de praktijk daarbij scherp in het oog houdend. Tijdens de colleges is er ruimte voor het bespreken van actuele onderwerpen en de fiscaal juridische betekenis daarvan. Hierbij kan men denken aan recente rechtspraak, een recent wetsvoorstel of een besluit van de staatssecretaris van Financiën. Actualiteiten worden ook bekend gemaakt via de elektronische leeromgeving (Blackboard) van de Vrije Universiteit. Deelnemers aan de leergang krijgen hier toegang toe. Interactie staat tijdens de colleges voorop; cursisten worden gestimuleerd om aan de hand van vragen, praktijkcases, rechtspraak en artikelen vragen te stellen, mee te denken en te discussiëren. Het cursusmateriaal bestaat uit boeken, tijdschriften, wetgeving, rechtspraak, beleidsregels en overige relevante literatuur. Het materiaal wordt tijdig aan de cursist uitgereikt. Per college is duidelijk aangegeven wat men dient te bestuderen en welke literatuur wordt aanbevolen. De leergang wordt zoals aangegeven ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard, waarop aanvullingen op literatuur, powerpointpresentaties, collegesheets en andere relevante stukken worden geplaatst. Ook dient Blackboard als middel om met elkaar te corresponderen en op de hoogte te blijven van de nieuwste ontwikkelingen. Alle cursisten en oud-cursisten van de leergang hebben toegang tot een discussieforum, waarop met regelmaat vragen en stellingen
worden geplaatst. Via Blackboard kan hierover onderling worden gediscussieerd. Ook relevant fiscaaljuridisch pensioen nieuws wordt via Blackboard bekend gemaakt. Docenten Mr. J.J.Buijze, secretaris Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst Mr. F. Cheung, Tax Manager PricewaterhouseCoopers Prof. mr. H.M.Kappelle, bijzonder hoogleraar Fiscaal Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam, directeur AEGON Adfis Prof. dr. E. Lutjens, hoogleraar Pensioenrecht Vrije Universiteit Amsterdam, Verbonden aan Expertisecentrum Pensioenrecht, Advocaat bij DLA Piper Nederland N.V. Mw. mr. J. Polman-Jager, Fiscaal adviseur AEGON Adfis Mr. B.G.J. Schuurman, voorzitter Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst
Inhoud en planning van de leergang Instapcollege (facultatief) Verschil in soorten belastingen; direct/indirect, aanslag/aangifte; begrip loonheffing, voorheffing, eindheffing, sociale verzekeringen, begrip (fictieve) dienstbetrekking, onderscheid loon uit tegenwoordige en loon uit vroegere dienstbetrekking, inhoudingsplichtige. Bijeenkomst 1 - Introductie Begrip aanspraak in het algemeen en pensioenaanspraak in het bijzonder. Hoofdregel belastbaarheid aanspraken, uitzondering omkeerregel voor pensioenaanspraken. Definities van de diverse pensioenvormen in fiscale zin. Opbouwsystemen, dienstjaren, pensioengevend salaris en franchises. Toegelaten uitvoerders, oneigenlijke handelingen en rechtsbescherming. Bijeenkomst 2 - Pensioen en de loonbelasting (1) Staffelbesluit voor beschikbare premieregelingen. Streefregelingen en affinancieringsverplichting. Verzekeringsvormen. Gelijke behandelingsvoorschriften en beschikbare premie. Bijeenkomst 3 - Pensioen en de loonbelasting (2) Aanpassing fiscale behandeling VUT/Prepensioen. Ontslaguitkeringen en vutvervangende maatregelen. Flexibele keuze modules, inhaal en inkoop, cafetariastelsel en de pensioengrondslag,. Vervroegen en uitstellen van pensioen. Bijeenkomst 4 - Directeur-grootaandeelhouder, loonbelasting Afwijkende behandeling ten opzichte van de niet-grootaandeelhouder, met name artikel 18h Wet LB 1964 en artikel 10c Uitvoeringsbesluit Loonbelasting. Vereisten voor het in eigen beheer houden van de pensioenen. Bijzondere mogelijkheden inkoop en inhaal. Oud recht, overgangsrecht. Bijeenkomst 5 - Pensioenen en vennootschapsbelasting Waardering en methoden van waardering, algemene beginselen goed koopmansgebruik, artikel 3.29 Wet IB 2001, stelselwijziging, foutenleer en stellig voornemen tot pensioen. Extra dotaties i.v.m. onderdekking
Bijeenkomst 6 - Internationaal en Europeesrechtelijke aspecten (1) Binnenlandse belastingplicht en buitenlandse belastingplicht. Emigratie, voortzetting pensioenopbouw in grensoverschrijdende situaties. Toepasselijk recht bij grensoverschrijdende pensioenregelingen Bijeenkomst 7 - Internationaal en Europeesrechtelijke aspecten (2) Waardeoverdracht naar het buitenland, waardeoverdracht naar Nederland, Europeesrechtelijke aspecten, fiscale autonomie van de Lidstaten versus vrijheid van dienstverlening, en verkeer van middelen en personen. Bijeenkomst 8 - Lijfrente banksparen en vitaliteits- en levensloopregeling Lijfrenten die als compensatie voor pensioentekort dienen. Jaarruimte, reserveringsruimte, premiegrondslag, terugwenteling. Toegelaten uitvoerders, oneigenlijke handelingen. Banksparen. Relatie tot pensioen, factor A, artikel 3.133, tweede lid, onderdeel k Wet IB 2001. Afwikkeling “oude” lijfrentepolissen. Levensloop, voorwaarden, toegelaten aanbieders, oneigenlijke handelingen. Levensloop als aanvullende oudedagsvoorziening, relatie met pensioen. Bijeenkomst 9 - Zelfstandige ondernemer en vrije beroeper FOR en oudedagsreserve. Lijfrente en stakingswinst. Lijfrente bij de overnemende ondernemer. Vrije beroepers en oudedagsvoorziening. Bijeenkomst 10 - Civieljuridische aspecten (1) Totstandkomen van een pensioenregeling, pensioenbegrip, premiebetaling, evenredige opbouw en financiering, uitkeringsovereenkomst, kapitaalovereenkomst, streefregeling, premieovereenkomst, CDC-regelingen en andere hybride regelingen, vermindering van pensioenen (korten), grensoverschrijdende uitvoering pensioenregeling Bijeenkomst 11 - Civieljuridische aspecten (2) Gelijke behandeling, met name man/vrouw en gelijke behandeling op grond van leeftijd, gevolgen voor premiestelling, uitruil en gelijke behandeling, pensioenverdeling bij scheiding Bijeenkomst 12 – Directeur-grootaandeelhouder + capita selecta Successiewet, Pensioen en echtscheiding, DGA en echtscheiding, Verhouding fiscaal/civiel, Recente jurisprudentie en overige besluiten en onderdelen die niet aan de orde zijn gekomen in de overige colleges. Data examen en diploma uitreiking worden nog bekend gemaakt. * data zijn onder voorbehoud
Aanvullende informatie Cursusleiding Cursuscoördinator Aanvang leergang Aantal dagdelen Studiebelasting
Prof .mr. H.M. Kappelle, voornoemd, prof. dr. E. Lutjens, voornoemd Mr. J.J. Buijze, voornoemd maart 2013, 09.30-12.30 uur (ontvangst vanaf 09.00 uur) 12 collegebijeenkomsten en één facultatief instap college. Naast de colleges dient men rekening te houden met voorbereidingstijd van 3-5 uur per week exclusief voorbereidingen voor het examen.
Doelgroep
De leergang richt zich op fiscalisten en juristen die zich het fiscale pensioenrecht eigen willen maken of hun inzicht in het fiscale pensioenrecht willen verdiepen. Hiermee is de leergang geschikt voor personen werkzaam bij fiscale advieskantoren, (fiscale) advocatuur, assurantiekantoren, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, administratiekantoren, vakbonden, werkgeversorganisaties, ministeries, advieslichamen en banken. Daarnaast is de opleiding geschikt voor personen die werkzaam zijn bij actuariële adviesbureaus en accountantskantoren. Voor niet-fiscalisten en niet-juristen is de leergang toegankelijk nadat in overleg met de cursuscoördinator – op basis van de verstrekte gegevens omtrent kennis en ervaring - is vastgesteld dat de leergang met goed resultaat kan worden gevolgd. Locatie De colleges vinden plaats in de Agorazalen, 3e etage hoofdgebouw Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, te Amsterdam-Buitenveldert. Er is voldoende parkeergelegenheid (betaald) en er zijn goede openbaar vervoersvoorzieningen. Aantal deelnemers Om de interactieve onderwijsvorm zo goed mogelijk tot zijn recht te laten komen is het aantal deelnemers maximaal 25. Prijs De prijs van deze leergang bedraagt € 3.490, -- (prijs 2013, geen btw). Dit is inclusief cursusmateriaal, consumpties en examengelden. Opleidingspunten De Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft 30 opleidingspunten, de Federatie Financieel Planners (FFP) heeft 27 opleidingspunten toegekend aan de leergang. Tevens is de leergang erkend door de Nederlandse Federatie van Belastingadviseurs (NFB), zij heeft 30 opleidingspunten toegekend aan de leergang. Overige informatie: Indien u nog vragen heeft, kunt u telefonisch contact opnemen: 020-598 62 55 Wijzigingen voorbehouden