LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA JUDOCLUB BALEN-MOL-OLMEN Vergunning 1068

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA JUDOCLUB BALEN-MOL-OLMEN Vergunning 1068 Remi Rodaer, Stef Leynen en Raoul Dorissen Gebaseerd op het programma van de Vlaamse Judo Federatie en het werk van Marnix Vangheluwe en Etienne Tembuyser

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA v1.5 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen – laatst aangepast op 01/06/2010

JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

2


Beste judoka, Deze syllabus heeft niet de pretentie allesomvattend te zijn maar is bedoeld als leidraad voor de judoka die zich wenst voor te bereiden voor zijn volgende graadverhoging. Om de Judoka’s optimaal naar hun zwarte gordel te begeleiden wordt het programma van de Vlaamse Judofederatie gevolgd. Daarnaast wordt de ‘Gokyo (Gokio) / vijf groepen/series’ van het Kodokan Judo (Judocentrum in Tokio) niet uit het oog verloren (zie inleiding). Examens voor gele gordel (5de kyu) tot en met bruine gordel (1ste kyu) worden afgenomen op clubniveau. De DAN graden (zwarte gordel) worden bekomen op regionaal niveau waar het examen wordt afgenomen door een college van hogere graden. De opbouw van de leerstof wordt tot en met 1ste dan, per graad overzichtelijk weergegeven. Het spreekt uiteraard voor zich dat voor elke graadverhoging niet alleen de specifieke leerstof voor de graad moet gekend zijn maar ook deze van alle lagere graden. Wij bieden u hier een mogelijkheid ter herkenning van de leeftijd en de geoefendheid. De gordels behouden dezelfde kleur, maar onder de tien jaar werken we met tussengordels (die de klassieke streepjes vervangen). Bijvoorbeeld een gordel tussen wit en geel zal bestaan uit een doorlangs lopende witte en gele streep. Tussengordels worden enkel gebruikt tot de leeftijd van 15 jaar. In het programma worden telkens vijftien punten aangeduid (onderlijnd), deze kunnen door de judoka gekozen worden tot het behalen van een streepje. De andere punten dienen gekend te zijn bij het examen voor de gordel.


3


Kyu

Kleur

6e 5e 4e 3e 2e

Wit Geel Oranje Groen Blauw

1e Dan

Bruin Shiai Kleur

1e

zwart

Minimum leeftijd 6 worden 8 worden 9 worden 11 worden 13 worden 15 worden 16 worden Minimum leeftijd 18 worden

Leerjaar

Groep

1e 2e 3e 5e 1e middelb

Groep 1 (1)

3e middelb 4e middelb Leerjaar 6e middelb

Groep 2

Groep 3 Groep Groep 3

Even herinneren we onze Judoka’s aan het huishoudelijk reglement, dat verbiedt het toepassen van klemmen en verwurgingen onder de vijftien jaar! Het zuiver aanleren van deze technieken kan gebeuren van af veertien jaar met de nodige voorzichtigheid en strenge controle van de trainer, om zo onze Judoka's voor te bereiden op hun overstap naar belofte. Veel succes met de trainingen en de examens, Judoclub Balen-Mol-Olmen vzw

1

Individueel te beoordelen door de trainer


4


INLEIDING : Gokyo Kodokan - Nage waza De Gokyo no waza (5 sets technieken) is de standaard syllabus van de (42) Judo werptechnieken die in 1895 samengesteld werd door de Kodokan in Tokyo, Japan. Van 1920 tot 1982 was de Kodokan Gokyo no waza samengesteld uit 40 worpen onderverdeeld in 5 groepen van 8 technieken. In 1982 (100e verjaardag van de Kodokan) werden 8 traditionele technieken (Dai-rokukyo), die in 1920 weggelaten werden, opnieuw toegevoegd samen met 17 nieuwere technieken (Shinmeisho no waza) om ze te erkennen als officiële Kodokan Judoworpen. In 1997 werden de laatste 2 technieken toegevoegd aan de Shinmeisho no Waza (nu 19). Hieronder volgen de 67 nage waza technieken die huidig door de Kodokan erkend worden.

Dai Ikkyo (1st groep) 1. De ashi barai 2. Hiza guruma 3. Sasae tsuri komi ashi 4. Uki goshi 5. O soto gari 6. O goshi 7. O uchi gari 8. Seoi nage (4): morote, eri, kata-eri, sode

Sankyo (3 de groep) 1. Ko soto gake 2. Tsuri goshi (O, Ko)

Dai Nikyo (2 de groep) 1. Ko soto gari 2. Ko uchi gari 3. Koshi guruma 4.Tsuri Komi goshi (sode-tsuri komi goshi) 5. Okuri ashi barai 6. Tai otoshi 7. Harai goshi 8. Uchi mata

Yonkyo (4 de groep) 1. Sumi gaeshi 2. Tani otoshi


5

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA v1.5 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen – laatst aangepast op 01/06/2010 3. Yoko otoshi

3. Hane maki komi

5. Hane goshi 6. Harai tsuri komi ashi 7. Tomoe nage (Yoko tomoe nage) 8. Kata guruma

5. Utsuri goshi 6. O guruma 7. Soto maki komi 8. Uki otoshi 9. Sukui nage

Gokyo (5de groep) 1. O soto guruma 2. Uki waza 3. Yoko wakare 4. Yoko guruma 5. Ushiro goshi 6. Ura nage 7. Sumi otoshi 8. Yoko gake 9. Ashi guruma

Rokukyo (6 de groep) 1. Obi otoshi 2. Seoi otoshi 3. Yama arashi 4. O soto otoshi 5. Daki wakare 6. Hikikomi gaeshi 7. Tawara gaeshi 8. Uchi maki komi

Shinmeisho No Waza 1. Morote gari 3. Kibisu gaeshi 5. Dakiage 7. Ko uchi gaeshi 9. O soto gaeshi 11. Uchi mata gaeshi 13. Kani basami 15. Kawazu gake 17. Uchi mata makikomi 19. Ippon seoi nage

(nieuwe aanvaarde technieken, buiten de Gokyo) 2. Kuchiki taoshi 4. Uchi mata sukashi 6. Tsubame gaeshi 8. O uchi gaeshi 10. Harai goshi gaeshi 12. Hane goshi gaeshi 14. O soto maki komi 16. Harai maki komi 18. Sode tsurikomi goshi


6


Kyu (vroegere) Gokyo no waza opgesteld in 1895 (42 technieken) Hiza-guruma, Sasae-turikomi-ashi, Uki-goshi,TaiDai-ikkyo otoshi, O soto-gari, De ashi-harai, Yoko-otoshi (7 (groep1) technieken) Dai-nikyo Sumi-gaeshi, O-goshi, Ko-soto-gari, Koshi-guruma, (groep 2) Seoi-nage, Tomoe-nage, Tani-otoshi (7 technieken) Okuri-ashi-harai, Harai-goshi, Ushiro-goshi, UraDai-sankyo nage, Uchi-mata, Obi-otoshi, Hane-goshi (7 (groep 3) technieken) Uki-otoshi, Uki-waza, Daki-wakare, Kata-guruma, Dai-yonkyo Hikikomi-gaeshi, Soto-makikomi, Tsuri-goshi, (groep 4) Utsuri-goshi, O-soto-otoshi, Tawara-gaeshi (10 technieken) Yoko-guruma, Yoko-wakare, Uchi-makikomi, Ko Dai-gokyo uchi-gari, Ashi-guruma, Seoi-otoshi, Yoko-gake, (groep 5) Harai-tsurikomi-ashi, Yama-arashi, O soto-guruma, Tsurikomi-goshi * (11 technieken) * "Tsurikomi-goshi" was aanvankelijk nog niet bijgevoegd in 1895. Zou rond 1911 bijgevoegd zijn aan het einde van het Meijiera tijdperk.. Go Kyo no waza herzien in 1920 (40 technieken) De-ashi-barai, Hiza-guruma, Sasae-tsurikomi-ashi, UkiDai-ikkyo goshi, Osoto-gari, O-goshi, O-uchi-gari, Seoi-nage (8 (groep1) technieken) Ko-soto-gari, Ko-uchi-gari, Koshi-guruma, Tsuri-komiDai-nikyo goshi, Okuri-ashi-barai, Tai-otoshi, Harai-goshi, Uchi(groep 2) mata (8 technieken) Kosoto-gake, Tsuri-goshi, Yoko-otoshi, Ashi-guruma, Dai-sankyo Hane-goshi, Harai-tsuri-komi-ashi, Tomoe-nage, Kata(groep 3) guruma (8 technieken) DaiSumi-gaeshi, Tani-otoshi, Hane-maki-komi, Sukuiyonkyo nage, Utsuri-goshi, O-guruma, Soto-maki-komi, Uki-


7


(groep 4)

otoshi (8 technieken) Osoto-guruma, Uki-waza, Yoko-wakare, Yoko-guruma, Dai-gokyo Ushiro-goshi, Ura-nage, Sumi-otoshi, Yoko-gake (8 (groep 5) technieken) Ter info: Naast de Kodokan technieken bestaan nog Kawaishi-technieken (zo spreekt men van de Kawashimethode), die in naam en uitvoering kunnen verschillen met die van de Kodokan. Kawashi (‘Judo begint bij de zwarte band’) die in Europa kwam doceren paste zijn instructie- en trainingsmethode aan. Hij deelde de technieken in groepen in en gaf ze nummers (‘5e armklem uit de 6e positie’). Zo viel hij de Europeanen niet lastig met Japanse benamingen. Ook voor de uiterlijke kenmerken week Kawashi af van het kodokan-judo. Het was hij die de kleurengordels invoerde.


8



9



10


5eKYU -GOKYUGELE GORDEL (witte gordel = ROKKYU)


11


Gele gordel (5e kyu / Gokyu) (van wit naar geel) - Jonger dan 10 jaar: 5 gele streepjes, per streepje 15 lessen en 3 punten tonen van het programma, - Jonger dan 14 jaar: 3 zwarte streepjes, per streepje 15 lessen en 5 punten tonen van het programma. - Ouder dan 14 jaar: gedurende 3 maanden oefenen aan 2 trainingen per week (24 lessen) 1. Algemeen a. Basis Judoregels en houding b. Persoonlijke hygiëne, respect en veiligheid voor zichzelf en anderen (geest van het KODOKAN Judo) c. De kledij – juist dragen van het Judopak (JUDOGI) en goed knopen van de gordel (OBI) d. TORI (hij die uitvoert) en UKE (hij die ondergaat) e. Groeten i. Zarei (zittende groet) ii. Ritsurei (rechtstaande groet) f. Kuzushi (evenwichtsverstoring) g. Kumi kata (het juist vastgrijpen van de partner, rechts en links) h. Afspraken: Hajime (begin), Matte (wacht), Rei (buiging, groet), Soremade (einde les) 2. Valbewegingen (ukemi’s) a. Zempo kaiten (voorwaartse rol uit stand, migi = rechts, hidari = links) b. Yoko ukemi (zijwaartse val uit stand, migi = rechts, hidari = links) c. Ushiro ukemi (achterwaartse val uit stand) 3. Rechtstaande technieken (Nage waza) a. Ashi waza (beentechnieken) JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

12


i. O soto gari (grote buitenwaartse maaibeweging) ii. O uchi gari (grote binnenwaartse maaibeweging) b. Koshi waza (heuptechnieken) i. Uki goshi (vlottende heupworp) ii. Koshi guruma (heuprad) c. Beveiliging partner tijdens de worp en door op te houden na de worp d. Eenvoudige schakels van worp naar worp en van worp naar houdgreep 4. Grondtechnieken (Katame waza) a. Osae komi waza (Houdgrepen) i. Kuzure kesa gatame (fundamenteel) ii. Tate shiho gatame (bovenop vierpuntencontrole) iii. Yoko shiho gatame (zijwaartse vierpuntencontrole) iv. Kami shiho gatame (bovenop vierpuntencontrole) b. Aanval op grond: UKE op de rug, TORI aan de knieën c. Aanval op grond: UKE op 4 punten, TORI naast met greep aan de ellebogen. d. Wedstrijd duur van houdgreep e. Verboden handelingen bij houdgreep f. Veiligheid voor UKE door opgeven en voor TORI door loslaten


13


Judoregels en houding Judo is zowel lichamelijk als geestelijk vormend. Daarom zal men onderstaande regels in acht nemen in de Dojo (Judo oefenzaal). • Nagels van handen en voeten kort en zuiver, zodat men de partner hiermee niet kan verwonden. • Judogi zuiver, d.w.z. na training verluchten en regelmatig wassen. • Lichaam goed verzorgen. • Niets eten op de mat. • Geen juwelen of scherpe voorwerpen dragen. • Kleding netjes en ordelijk weghangen in de kleedruimtes. • Judogordel behoorlijk geknoopt. • Bij het betreden van de mat staande buigen om de plaats, de leraar en de leerlingen te groeten (rits-rei). • Bij het verlaten van de mat of Dojo groet men eveneens. • De geknielde groet (za-rei) gebruikt men om de leraar te groeten aan het begin en het einde van de les. • Aan het begin en einde van een oefening groet men zijn partner. • De groet altijd correct uitvoeren. • Tijdig op de training zijn en bij afwezigheid of te laat komen zich verontschuldigen. • Wanneer men niet oefent, bijv. om uit te rusten of naar uitleg te luisteren van de leraar, zal men dit doen volgens de regels d.w.z. op de voorgeschreven wijze zittend, geknield of in kleermakerszit, of anders staande zonder ergens tegenaan te leunen. • Concentratie is noodzakelijk om vooruitgang te boeken, dus onnodig spreken en zeker over andere zaken dan Judo vermijden.


14


Knopen van de gordel (OBI)


15


Groeten (REI) Zarei (zittende groet), Ritsurei (rechtstaande groet)


16


Kuzushi (evenwichtsverstoring)


17


Zempo Kaiten (voorwaartse rol uit stand, migi = rechts, hidari = links)


18


Yoko ukemi (zijwaartse val uit stand, migi = rechts, hidari = links)


19


Ushiro ukemi (achterwaartse val uit stand)


20


O soto gari (grote buitenwaartse maaibeweging)


21


O uchi gari (grote binnenwaartse maaibeweging)


22


Uki goshi (vlottende heupworp)


23


Koshi guruma (heuprad)


24


Kuzure kesa gatame (fundamenteel)


25


Yoko shiho gatame (zijwaartse vierpuntencontrole)


26


Tate shiho gatame (bovenop vierpuntencontrole)


27


Kami shiho gatame (bovenop vierpuntencontrole)


28


Wedstrijd Duur van houdgreep : 30 seconden. Verboden handelingen bij houdgreep : • Een op de grond liggende tegenstander op te heffen om hem vervolgens terug te werpen. • Het aangezicht te raken, de vingers om te draaien. • Een onaangename houding aannemen om de nederlaag te vermijden. • De uiteinden van de mouwen of het onderste van de broek grijpen met één of meer vingers aan de binnenkant. • Alle andere zaken die voor de tegenstrever gevaarlijk kunnen zijn of nadeel opleveren voor de Judogeest.


29



30


4eKYU -YONKYUORANJE GORDEL


31


Oranje gordel (4e kyu) (van geel naar oranje) De trainer beslist zelf wanneer de leerling examen aflegt. De leerling wordt ondervraagd over de gehele leerstof. - Jonger dan 10 jaar: 5 oranje streepjes, per streepje 20 lessen en 3 punten tonen van het programma, - Jonger dan 14 jaar: 3 zwarte streepjes, per streepje 20 lessen en 5 punten tonen van het programma. - Ouder dan 14 jaar: gedurende 4 maanden oefenen aan 2 trainingen per week (32 lessen). 1. Algemeen a. Betekenis en filosofie van judo = zachte weg b. Houdingen i. Houdingen in Nage Waza (rechtstaand) 1. Shizentai (aanvalshouding) a. Shizenhontai (basis natuurlijke houding) b. Migi shizentai (rechts) c. Hidari shizentai (links) 2. Jigotai (verdedigingshouding) a. jigohontai (basis verdedigingshouding) b. Migi jigotai (rechts) c. Hidari jigotai (links) ii. Houdingen in Katame Waza (op de grond) c. Verplaatsingen i. Verplaatsingen in Nage Waza (rechtstaand) 1. Ayumi ashi (normale voor/achterwaartse beweging) 2. Tsugi ashi (bijtrek pas / al glijdend) 3. Tai Sabaki (draaien voeten) ii. Verplaatsingen in Katame Waza (op de grond) JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

32


1. In ruglig 2. In halve kniestand d. Wedstrijd ceremonie in begin en op het einde van een wedstrijd 2. Valbewegingen (ukemi’s) a. Zempo kaiten (voorwaartse rol) in verplaatsing b. Yoko ukemi (zijwaartse val, migi = rechts, hidari = links) c. Ushiro ukemi (achterwaartse val) in verplaatsing d. Mae ukemi (plankval) uit stand 3. Rechtstaande technieken (Nage waza) a. Worpen van geel zowel links als rechts kunnen uitvoeren b. Ashi waza (beentechnieken) i. Hiza guruma (knierad) c. Koshi waza (heuptechnieken) i. O goshi (grote heupworp) ii. Ko tsuri goshi (kleine liftende heupworp) iii. O tsuri goshi (grote liftende heupworp) d. Te waza i. Ippon seoi nage (schouderworp) 1. Seoi otoshi ii. (Morote) seio nage (schouderworp) 1. Eri seoi nage 2. Kata eri seoi nage 3. Sode seoi nage 4. Grondtechnieken (Katame waza) a. Osae komi waza (Houdgrepen) i. (Hon) kesa gatama (basis flankcontrole) ii. Kuzure kami shiho gatame iii. Ushiro kesa gatame (achterwaartse flankcontrole) b. Houdgrepen van geel zowel links als rechts kunnen uitvoeren JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

33


c. Bevrijdingen i. Bevrijding uit de houdgrepen van geel d. Verboden handelingen kennen bij houdgreep e. Schakelen van houdgreep naar houdgreep f. Aanval op grond: UKE op 4 punten, 2 vormen met TORI voor UKE g. Aanval op grond: UKE op de rug, 2 vormen met TORI tussen de benen


34


Betekenis en Filosofie van het KODOKAN Judo In doel en mentaliteit zijn Ju-jitsu en Judo twee geheel verschillende zaken. Het voornaamste en enig belangrijke doel van Ju-jitsu is : de tegenstander overwinnen. Judo daarentegen is een studie en methode van training voor geest en lichaam, met als voornaamste oefenstof de aanval en verdediging in het gevecht. De onderrichtingen die door de stichter Jigoro Kano zijn nagelaten en tot op heden in de Kodokan worden onderwezen, luiden als volgt : • Judo is het principe van het meest nuttige gebruik van geest en lichaam. • Judo beoefenen betekent: geest en lichaam ontwikkelen door het spel van aanval en verdediging en zodoende zichzelf vervolmaken tot een harmonisch mens om daarmee bij te dragen tot voorspoed van alle mensen. De twee grote formules van Jigoro Kano, de hoofdpijlers waarop Judo steunt, heten: • Maximum doeltreffendheid bij een minimum van inspanning (SEIRYOKU ZENYO) • Voorspoed en algemeen welzijn (JITA KYOEI) JU betekent soepel, mee- of toegeven (om te overwinnen) DO betekent weg of principe. JUDO betekent dus: door eigen vervolmaking de gemeenschap verrijken. Wederzijdse meegaandheid (soepelheid) is de weg naar voorspoed voor alle mensen. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

35


Shizentai/jigotai (aanvalshouding/verdedigingshouding)


36


Wedstrijd ceremonie (in begin en op het einde van een wedstrijd) De deelnemers moeten de nagels (handen en voeten) kort geknipt hebben en mogen geen enkel metalen voorwerp enz. dragen, dat de tegenstrever kan kwetsen. Nadat de tegenstanders (+- 4 meter uiteen) elkaar gegroet hebben (rechtstaand), wordt het begin van de wedstrijd aangekondigd door de scheidsrechter, die HAJIME roept. Op het einde van de competitie moeten deelnemers naar hun oorspronkelijke plaats teruggaan, met het aangezicht naar elkaar en na de aanwijzing of het bekend maken van de uitslag door de scheidsrechter, zullen zij gelijktijdig groeten. Wanneer de voor de wedstrijd voorziene tijdsduur afgelopen is, kondigt de scheidsrechter het einde van de wedstrijd aan met SOREMADE. (Na IPPON aangekondigd te hebben, zegt de scheidsrechter nog SOREMADE) Na MATTE moeten de deelnemers het bevel HAJIME afwachten alvorens de strijd te hernemen. In TACHI-WAZA en NE-WAZA wordt de term SONO MAMA (niet bewegen) gebruikt door de scheidsrechter telkens hij dit nodig acht. Om de kamp te hernemen kondigt hij YOSHI aan.


37


Hiza guruma (knierad)


38


O goshi (grote heupworp)


39


Ko tsuri goshi (kleine liftende heupworp) (O tsuri Goshi = arm insluiten // grote liftende heupworp)


40


Ippon seoi nage (schouderworp)


41


Morote seoi nage (schouderworp)


42


Kuzure kami shiho gatame


43


Hon kesa gatami (basis flankcontrole)


44


Kuzure kesa gatame (Ushiro kesa gatame // (achterwaartse flankcontrole))


45



46


3eKYU -SANKYUGROENE GORDEL


47


Groene gordel (3de kyu) (van oranje naar groen) Als de leerling gedaan heeft met de streepjes en NEGEN JAAR wordt , neemt de trainer examen af betreffende het volledige programma. - Jonger dan 10 jaar: 5 groene streepjes, per streepje 25 lessen en 3 punten tonen van het programma, - Jonger dan 14 jaar: 3 zwarte streepjes, per streepje 25 lessen en 5 punten tonen van het programma. - Ouder dan 14 jaar: gedurende 5 maanden oefenen aan 2 trainingen in de week (40 lessen) 1. Algemeen a. Wedstrijdregels (gebaren scheidsrechter, straffen) (op het examen is het voldoende dat de Judoka enkele (5 – naar vrije keuze) van de wedstrijdregels kan toelichten – let op! Vanaf blauw wordt men verondersteld wel de volledige set van wedstrijdregels te kennen!)

b. Trainingsvormen i. TANDOKU RENSHIU (alleen oefenen) ii. UCHI KOMI (herhaald inkomen) iii. RANDORI (vrij oefenen) 2. KATA a. Ceremonie KATA i. Openen en sluiten van NAGE NO KATA 3. Valbewegingen (ukemi’s) a. Zempo kaiten (voorwaartse rol) over hindernis b. Yoko ukemi (zijwaartse val) over hindernis c. Ushiro ukemi (achterwaartse val) over hindernis 4. Rechtstaande technieken (Nage waza)


48


a. Worpen van de vorige graden in beweging (linkse en rechtse uitvoering) b. Te waza (armtechnieken) i. Seoi otoshi (over de schouder neerwerpen) c. Ashi waza (beentechnieken) i. Ko soto gari (kleine buitenwaartse maaibeweging) ii. Sasae tsuri komi ashi (stutten van de vooruitkomende voet) d. Koshi waza (heuptechnieken) i. Tsuri komi goshi (liftende en trekkende heupworp) 1. Sode tsuri komi goshi ii. Harai goshi (vegende heupworp) 1. Yama arashi e. Schakels van worp naar worp en van worp naar houdgreep 5. Grondtechnieken (Katame waza) a. De houdgrepen van vorige graden in linkse en rechtse uitvoering b. Bevrijdingen i. Bevrijding uit de houdgrepen van lagere gordels c. Osae komi waza (Houdgrepen) i. Kata gatame ii. Kuzure kesa gatame 1. Makura kesa gatame (hoofdkussen flankcontrole) d. Schakelen van houdgreep naar houdgreep e. Verdediging op grond: TORI op de rug, UKE staat recht (2 vormen) f. Verdediging op grond: TORI op de rug, UKE tussen de benen (2 vormen)


49


Wedstrijdregels (gebaren scheidsrechter, straffen) Competietermen CHUI FUSEN GACHI HAJIME HANSOKUMAKE HANTEI HIKIWAKE HIKOMMI IPPON KEIKOKU KIKEN GACHI KOKA MAITTA MATTE OSAE-KOMI SHIDO SOGO-GACHI SONO MAMA SOREMADE TOKETA WAZA-ARI WAZA-ARIAWASETE-IPPON YOSHI YUKO YUSEI-GACHI

: Officiële vermaning : Winnaar door forfait : Begin, start : Verliezer door inbreuk op de regels : Oordeel : Match-nul, gelijk spel : Ongeoorloofd naar de grond brengen : Punt : Officiële verwittiging : Winnaar door terugtrekking : Bijna YUKO : Ik geef op : Wacht : Houdgreep : Bemerking : Winnaar door samenvoeging : Beweegt niet meer : Einde : Verbroken : Bijna punt : Tweemaal bijna punt : Herneemt, gaat : Bijna WAZA-ARI : Winnaar door superioriteit

Men verkrijgt een punt of IPPON : • Door de tegenstander zuiver te werpen (100%), op de rug of in tegenworp. • Door een houdgreep 30 seconden te houden. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

50


• Door de tegenstander tot opgave te dwingen dor wurging of armklem. Het verkrijgen van IPPON geeft de overwinning en beëindigt de kamp. Men behaalt eveneens een punt : • Door tweemaal WAZA-ARI te behalen – wordt aangekondigd als WAZA-ARI-AWASETA-IPPON. • Door wurging, wanneer de tegenstander niet opgeeft en het bewustzijn verliest. • Door de tegenstander, de rug naar de grond gekeerd, hoger te heffen dan de eigen schouders. • Wanneer een greep (bijv. Kansetsu waza) goed aangezet is en er gevaar bestaat voor de tegenstander. • Wanneer een werptechniek binnen de kampoppervlakte begonnen is en de tegenstander er buiten valt. • Ingeval van match-nul kan degene, die het beste gewerkt heeft, een overwinning behalen door scheidsrechterlijke beslissing – wordt aangekondigd als YUSEI-GACHI. • Wanneer de tegenstander opgeeft (MAITTA) of niet naar de competitie komt (FUSENSHO). • Indien de tegenstander het reglement overtreedt, kan de scheidsrechter punt toekennen aan de andere Judoka. • Door SOGO-GACHI, d.w.z. samenvoeging van WAZAARI en KEIKOKU (Officiële verwittiging). Men behaalt WAZA-ARI : • Voor een worp, die ongeveer 90 tot 99% juist uitgevoerd is. • Door een houdgreep, gedurende minstens 25 seconden te houden.


51


Men behaalt match-nul of HIKIWAKI : • Wanneer beide tegenstanders van gelijke waarde zijn of wanneer de wedstrijd wordt onderbroken (kwetsuur, enz.). Houdgreep of OSAE-KOMI : • Wordt aangekondigd door de scheidsrechter. Wanneer deze heeft vastgesteld, dat er een volledige controle is, kondigt hij OSAE-KOMI aan. Wanneer de timekeepers het eindsignaal geven, dan roept hij IPPON. Wanneer de houdgreep verbroken wordt kondigt de scheidsrechter TOKETA aan (verbroken). • Indien op het einde van de wedstrijd de houdgreep is aangezet, wordt de tijd verlengd tot de houdgreep beëindigd of verbroken is. • Een aangekondigde houdgreep aan de rand van de wedstrijdoppervlakte wordt als geldig aanzien zolang één der kampers met ten minste een gedeelte van het lichaam de competitie-oppervlakte (inbegrepen de gekleurde gevaarzone) raakt. • Indien géén van beide kampers de gevaarzone nog raakt wordt TOKETA aangekondigd en MATTE geroepen. Duur van de wedstrijd : • Van 3 tot 20 minuten : deze duurtijd mag echter nog verlengd worden. Verboden handelingen : Verboden handelingen worden onderverdeeld in lichte overtredingen (SHIDO) en zware vergrijpen (HANSOKUMAKE). Het ontvangen van een tweede of derde shido heeft


52


direct invloed op de score van de tegenstander. De score van voor het strafpunt wordt verwijderd en een hogere score wordt genoteerd. Het toekennen van een directe hansokumake leidt tot diskwalificatie van de deelnemer EN uitsluiting van het toernooi, waarna de wedstrijd wordt beëindigd. Op het scorebord worden de shido’s opgeteld en omgezet in de score van de tegenstander: • • • •

1 shido = een koka voor de tegenstander 2 shido’s = een yuko voor de tegenstander 3 shido’s = een waza-ari voor de tegenstander 4 shido’s = hansoku-make = ippon voor de tegenstander

Kleine overtredingen (SHIDO): • Beenscharen toepassen op de romp, de nek of het hoofd van de tegenstander. • De vingers van de tegenstander naar achter buigen om zijn greep te verbreken. • De uiteinden van de gordel of de onderhoeken van de jas te grijpen om een worp uit te voeren. • Het aangezicht te raken, de vingers om te draaien. • Zelf opzettelijk buiten de mat gaan of de tegenstander er buiten duwen. • Opzettelijk de tegenstander naar de mat trekken om grondwerk uit te voeren. • Opzettelijk contact of contactname met de tegenstander vermijden, teneinde het normaal verloop van de wedstrijd te beïnvloeden. • Een onaangename houding aannemen om de nederlaag te vermijden. • Met een doorlopende greep, revers en mouw aan dezelfde kant vasthouden of met een doorlopende greep de gordel van de tegenstander vasthouden.


53


• De uiteinden van de mouwen of het onderste van de broek grijpen met één of meer vingers aan de binnenkant. • Zonder toelating van de scheidsrechter de gordel in orde brengen of weer vastbinden. • Alle andere zaken die voor de tegenstrever gevaarlijk kunnen zijn of nadeel opleveren voor de Judogeest. Zware overtredingen (HANSOKU-MAKE) : • Klemmen aan te zetten buiten de elleboog (nekklem, schouderklem, enz.). • Een op de grond liggende tegenstander op te heffen om hem vervolgens terug te werpen. • Tijdens de wedstrijd onnodige, minachtende opmerkingen gebaren maken naar de tegenstander of scheidsrechter. • Expres achterovervallen als uw tegenstander aan uw rug hangt en wanneer een van beide deelnemers de controle over de andere heeft. • Een hard of metalen voorwerp dragen (bedekt of onbedekt). • Alle andere zaken die voor de tegenstrever gevaarlijk kunnen zijn of nadeel opleveren voor de Judogeest. Scheidsrechter en ringrechters : • De scheidsrechter is verantwoordelijk voor het beleid van de competitie. Zijn beslissingen zijn onherroepelijk! • De scheidsrechter kan bijgestaan worden door twee ringrechters, die elk twee tekens hebben, 1 rood en 1 wit. • De ringrechters moeten een hand vrij hebben om bij gebeurlijke actie in hun nabijheid direct de plaats te ruimen met hun stoel. • HANTEI (oordeel) wordt slechts gevraagd ingeval er geen KOKA behaald is.


54


• De ringrechters geven hun oordeel te kennen door het opsteken van één van de gekleurde tekens (beide tegenstanders dragen een rode of witte linnen gordel over hun gordel). • In geval van match-nul worden beide tekens gelijktijdig omhoog gestoken. Voor de wedstrijd tijdelijk te onderbreken roept de scheidsrechter MATTE (wacht). Dit kan gebeuren in de volgende gevallen : • Één of beide deelnemers verlaat de competitie oppervlakte. • Om het teken van onstrijdvaardigheid te geven (moleke). • Om CHUI of KEIKOKU of HANSOKUMAKE te geven (Verwittiging bij fout). • Wanneer een deelnemer een verboden handeling uitvoert. • Wanneer een deelnemer gekwetst of ongesteld wordt of wanneer zich een ongeval voordeed. • Wanneer een deelnemer verzocht wordt zijn judogi in orde te brengen. • Wanneer bij een grondtechniek, de kamp tot een stilstand komt, de deelnemers ineengestrengeld liggen in ASHI-GARAMI ( een been van een deelnemer rond een been van de tegenstrever geslagen) of andere gelijkaardige houding.


55



56



57


Ceremonie KATA Tori en Uke plaatsen zich, volgens de te uitvoeren Kata, op een vooraf bepaalde plaats, links of rechts, ten opzichte van de JOSEKI (KAMIZA).

Uke

Tori

Joseki = ereplaats in de Dojo

Deze opstelling is van toepassing voor NAGE-NO-KATA KATAME-NO-KATA KIME-NO-KATA GONOSEN-NO-KATA JU-NO-KATA


58


Ceremonie KATA


59


Seoi otoshi (over de schouder neerwerpen)


60


Ko soto gari (kleine buitenwaartse maaibeweging)


61


Sasae tsuri komi ashi (stutten van de vooruitkomende voet)


62


Tsuri komi goshi (liftende en trekkende heupworp)


63


Harai goshi (vegende heupworp)


64


Kata gatame


65


Kuzure gesa gatame


66


2eKYU -NIKYUBLAUWE GORDEL


67


Blauwe gordel (2e kyu) (van groen naar blauw) Na het behalen van de streepjes en wanneer de leerling ELF JAAR wordt, neemt de trainer examen af betreffende het volledige programma. - Jonger dan 14 jaar: 3 zwarte streepjes, per streepje 35 lessen en 5 punten tonen van het programma. - Ouder dan 14 jaar: gedurende 6 maanden oefenen aan 2 trainingen in de week (48 lessen). 1. Algemeen a. Geschiedenis van de Judosport (geen onderdeel van het examen)

b. Verschillende trainingsvormen i. SOTAI RENSHYU ii. YAKU SOKU GEIKO (studieoefening in beweging) iii. KAKARI GEIKO (trainingsmethode) iv. SHIAI (competitie) c. Tai sabaki (draaiende beweging van het lichaam) i. In Nage waza, 180° en 90° 2. Ukemi a. Het verbeteren van de verschillende valtechnieken 3. Kata (geen onderdeel van het examen) a. Nage no kata: Koshi waza (heuptechnieken) i. Uki goshi, links en rechts ii. Harai goshi, rechts en links iii. Tsuri komi goshi, rechts en links 4. Rechtstaande technieken (Nage waza) a. De worpen van vorige graden rechts en links uitvoeren in verplaatsing


68


b. Schakelen van worpen c. Het overnemen van de worpen wit en geel d. Overnametechnieken (op het examen is het voldoende dat de Judoka enkele van deze overname technieken naar vrije keuze demonstreert)

i. O uchi gaeshi ii. O tsuri goshi iii. Ko tsuri goshi iv. Sukui nage v. Obi otoshi vi. Utsuri goshi vii. Ushiro goshi viii. Sumi otoshi ix. O soto otoshi x. O soto guruma xi. O soto gaeshi e. Ashi waza (beentechnieken) i. Ko uchi gari (kleine binnenwaartse maaibeweging) ii. Okuri ashi barai (vegen van beide voeten) iii. Uchi mata (binnenwaartse dijworp) 1. Kawazu gake f. Te waza i. Tai otoshi (voorover kantelen lichaam) 5. Grondtechnieken (Katame waza) a. Osae komi waza (Houdgrepen) i. Bevrijdingen Kami shiho gatame, Kata gatame (houdgrepen van oranje) ii. Schakelen van houdgrepen b. Kansetsu waza (klemmen) i. Juji gatame (fundamenteel armklem in kruislig) ii. Ude gatame (fundamenteel armklem op gestrekte arm) iii. Ude garami (fundamenteel armklem met arm oprollen)


69


c.

d. e. f.

iv. Hiza gatame (fundamenteel armklem met knie) Shime waza (verwurgingen) i. Hadake jime (naakte verwurging) ii. Juji jime (gekruise verwurging) 1. Nami juji jime (pinkzijde) 2. Gyaku juji jime ( duimzijde) 3. Kata juji jime (duim en pinkzijde) iii. Okuri eri jime (glijdende reververwurging) iv. Kata ha jime (vleugellamverwurging) Aanval op grond: UKE op de rug, TORI staat recht (3 vormen) Aanval op grond: UKE op de rug, TORI tussen te benen (3 vormen) (DAKIAGE = omarmen) Aanval op grond: UKE op 4 punten (3 vormen)


70


Geschiedenis van de Judosport De Judosport is ontwikkeld uit Ju-jitsu (Ju-Jutsu). Alhoewel er weinig geweten is over het ontstaan van Jujitsu, is toch bekend dat er wel een dozijn verschillende namen en methoden waren, waaronder als voornaamste; Yawara, Kempo, Kumi-Uchi, Taijutsu, Torite, Kogusoke, Koshi Mawari en Hobaku. Ju-jitsu werd niet door een Chinees in Japan ingevoerd, zoals vaak wordt beweerd. De Japanse meesters Hitosubashi en Sekiguchi Jujin onderwezen deze kunst reeds lang voordien in Japan (Oude Densho’s – handschriften). Het is wel mogelijk dat het Chinese boksen (Kempo), dat in zekere mate het Ju-jitsu zou beïnvloed hebben, door een Chinees (Chenyuan-Ping) werd ingevoerd. Geschriften (Nihon-Soki) uit 720 na J.C. beschrijven reeds een wedstrijd ‘Chikara Kurabe’, voorloper van het Sumo, die zou plaats hebben gevonden in 230 voor J.C. Men kende een twintigtal scholen (Ryu) die van elkaar verschilden door hun gespecialiseerde technieken. Meester Jigoro-Kano heeft speciaal twee dezer scholen ‘Kito-Ryu’ en ‘Tenshin Shinyo Ryu’ bestudeerd. Ju-jitsu werd in Japan bijna uitsluitend beoefend door de klasse der krijgers. De ridderkaste der Samurai’s genoten het voorrecht twee zwaarden te mogen dragen, een lang en een kort. Het dragen van wapens door de gewone burgers was ten strengste verboden. Al s de Samurai tijdens het gevecht werd ontwapend, moest hij met de blote handen verder strijden. De techniek van het zwaardvechten en het gevecht-met-de-blote-handen. Leerden de Samurai’s op scholen. De specialiteiten van JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

71


deze scholen werden opgetekend in zeer geheime aantekenboeken ‘Densho’s’. Uit de kunst van het vechten-met-blote-handen, het zgn. Kumi-uchi, is later het Ju-jitsu ontstaan. 1868 bracht voor Japan het einde van het feodaal stelsel. De oude zeden, instellingen en gebruiken werden verworpen. De Samurai’s werd van overheidswege het dragen van zwaarden verboden. De toelagen aan de scholen, die de krijgskunst leerden, werden stopgezet. De Ju-jitsu meesters zagen zich gedwongen les te geven aan allen die betalen wilden. De gewone burgers namen de vechtkunst-met-de-blote-handen over en de geheimen er scholen werden openbaar. De leer- en stelregels van het Ju-jitsu in de verschillende scholen steunden alle op het oude en befaamde ‘over de krijgskunst’ bijbel der soldaten, met als zinspreuk ‘in soepelheid schuilt de kracht’. De Chinese wijsbegeerte, die o.a. geen-weerstand-bieden, soepelheid, enz. predikt, stemt overeen met de keest van het Kodokan Judo. Meester Jigoro-Kano werd op 28 oktober 1860 geboren in het dorp Mikage (Kobe) als derde zoon. In 1871 verhuisde hij met zijn familie naar Tokio en studeerde er aan de Keizerlijke Universiteit. Hij behaalde achtereenvolgens een graad in de economische en politieke wetenschappen en een doctoraat in de filosofie. Hij werd tenslotte professor in de school voor de adel (Gakushuin) en bekleedde later nog talloze hoge posten. Ofschoon tenger van lichaamsbouw en klein, nam hij het besluit even sterk te worden als zijn medestudenten en begon Ju-jitsu te leren. Met veel moeite vond hij nog een school. Meester Teinosuke Yagi zou hem onderwijzen. Later studeerde hij nog bij de meesters Hachinosuke Fukuda en Masatomo Iso van de Tenshin JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

72


Shinyo Ryu en Tsunetoshi Ikubo van Kito-Ryu. Jigaro Kano verkreeg een dusdanige kennis dat Meester Ikubo tenslotte moest bekennen – ‘Ik heb U niets meer te leren’. In 1882 opende Jigoro Kano zijn eigen school, de Kodokan (bijeenkomst voor verkondiging der waarheid – weg), en onderwijst zijn eigen methode, nl. JUDO. Hij was toen 22 jaar. Hij studeerde verder bij beroemde mesters en in de Densho’s. Begin 1882 werkte hij met 9 leerlingen in een dojo met 12 tatami’s gelegen in de Eishotempel. Aan het rijkgevulde en vruchtbare leven van Jigoro Kano kwam een einde op 4 mei 1938, tengevolge van een longontsteking opgedaan tijdens een bootreis van Cairo via Amerika naar zijn land (bijeenkomst van het Olympisch comité). Judo kende een moeilijk debuut daar het vereenzelvigd werd met het in verval geraakte Ju-jitsu. Langzamerhand komt er echter belangstelling bij de massa. Iedereen bewonderde de princiepen, zinspreuken en ideaal van Kodokan Judo, doch zijn nut voor het gevecht werd in twijfel getrokken en door de oude Ju-jitsu beoefenaars, o.a. de beroemde oude meester Hikosuke Totsuka, zelfs met minachting bekeken. De rivaliteit tussen de school van Totsuka en de Kodokan werd steeds sterker. In 1886, tijdens een toernooi ingericht door de stedelijke politie van Tokio, kwam de doorbraak. De Kodokan won het tornooi met 13 overwinningen en 2 onbesliste kampen. Dit resultaat bevestigde definitief de superioriteit van het Kodokan Judo over alle Ju-jitsu scholen. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

73


Kodokan Judo werd rond 1887 technisch aangevuld en zijn geestelijke inhoud omstreeks 1922 tot perfectie gebracht. Een culturele vereniging van de Kodokan werd gesticht alsook een sociale beweging met als kenspreuk, ‘Maximum doeltreffendheid en voorspoed en Algemeen Welzijn’.


74


Nage no kata – Koshi waza (Uki goshi)


75


Nage no kata – Koshi waza (Harai goshi)


76


Nage no kata – Koshi waza (Tsuri komi goshi)


77


Ko uchi gari (kleine binnenwaartse maaibeweging)


78


Okuri ashi barai (vegen van beide voeten)


79


Uchi mata (binnenwaartse dijworp)


80


Tai otoshi (voorover kantelen lichaam)


81


Juji gatame


82


Ude gatame


83


Ude garami


84


Hiza gatame


85


Hadaka jime


86


Nami juji jime


87


Gyaku juji jime


88


Kata juji jime


89


Okuri eri jime


90


Kata ha jime


91



92


1eKYU -IKKYUBRUINE GORDEL


93


Bruine gordel (1e kyu) (van blauw naar bruin) - Een judoka die 15 jaar wordt en bovendien de technieken van klemmen en verwurgingen onder de knie heeft, kan de bruine gordel behalen en zich officieel in de federatie laten erkennen als 1e kyu, waarna hij kan deelnemen aan de TSUKINAMI SHIAI voor 1e dan. - Ouder dan 15 jaar (16 jaar worden): deelname aan de maandelijkse SHIAI. 1. Algemeen a. Levensfilosofie van het JUDO uitstralen b. Kennis van het verloop van wedstrijden: poule, lijn en uitschakeling met herkansing. c. Het wedstrijdreglement kennen d. Voorbereiding op wedstrijd: documenten, weging, leeftijds- en gewichtscategorieën. 2. Kata (op het examen is het voldoende dat de Judoka de Nage no kata: Ashi waza kan demonstreren)

a. Nage no kata: Ashi waza (beentechnieken) i. Okuri ashi barai, rechts en links ii. Sasae tsuri komi ashi, rechts en links iii. Uchi mata, rechts en links b. Nage no kata: Te waza (armtechnieken) i. Uki otoshi, rechts en links ii. Ippon seoi nage, rechts en links iii. Kata guruma, rechts en links c. De drie reeksen van het NAGE NO KATA oefenen in de normale volgorde d. Voor de niet wedstrijd Judoka; 1e reeks van het JU NO KATA 3. Rechtstaande technieken (Nage waza)


94


a. Worpen van vorige graden rechts en links uitvoeren in verplaatsing b. Schakelen van worpen c. Overnemen van de worpen van oranje en groen d. Overnametechnieken (op het examen is het voldoende dat de Judoka enkele van deze overname technieken naar vrije keuze demonstreert)

i. Tani Otoshi ii. Kibushi gaeshi iii. Ko Uchi gaeshi iv. Uchi mata gaeshi v. Uchi lata sukashi vi. Harai goshi gaeshi vii. Kuchiki taoshi viii. Hane goshi gaeshi ix. Yoko otoshi x. Uki waza xi. Yoko wakare xii. Yoko guruma xiii. Ura nage xiv. Yoko gake e. Ashi waza (beentechnieken) i. Ko soto gake (kleine buitenwaartse haakbeweging) ii. O soto guruma iii. O soto otoshi iv. De ashi barai (vegen van de vooruitkomende voet) 1. Tsubami gaeshi v. Harai tsuri komi ashi vi. Ashi guruma 1. O guruma 2. Kani basami f. Te waza i. Uki otoshi (vlottende worp) ii. Kata guruma (schouderrad) iii. Hane goshi


95


g. Ma sutemi waza (voorwaartse opofferingstechniek) i. Tomoe nage (cirkelworp) 1. Sumi gaeshi 2. Morote gari 3. Tawara gaeshi ii. Yoko tomoe nage iii. Maki komi (op het examen is het voldoende dat de Judoka 1 Maki komi techniek naar vrije keuze demonstreert)

1. 2. 3. 4. 5. 6.

Soto maki komi O soto maki komi Uchi maki komi Uchi mata maki komi Harai maki komi Hane maki komi

4. Grondtechnieken (Katame waza) a. Schakelen van houdgrepen b. Variante vormen van de Kesa Gatame groep c. Variante vormen van de Shiho Gatame groep d. Bevrijding uit verschillende houdgrepen e. Aanval op grond: UKE op de rug, TORI recht (4 vormen) f. Aanval op grond: UKE op de rug, TORI tussen de benen (4 vormen) g. Aanval op grond: UKE op 4 punten (4 vormen) h. Verdediging: TORI op de rug, UKE recht (4 vormen) i. Verdediging: TORI op de rug, UKE tussen de benen (4 vormen) j. Verdediging: TORI op 4 punten (4 vormen) k. Kansetsu waza (klemmen) i. Juji gatame (fundamenteel + 2 varianten) ii. Ude gatame (fundamenteel + 2 varianten) iii. Ude garami (fundamenteel + 2 varianten) iv. Hiza gatame (fundamenteel + 2 varianten)


96


v. Waki gatame (fundamenteel armklem met okselcontrole + 2 varianten) vi. Hara gatame (fundamenteel armklem met buik + 2 varianten) vii. Sankaku gatame (fundamenteel + 2 varianten) viii. Hara gatame (fundamenteel + 2 varianten) ix. Ashi-gatame (fundamenteel + 2 varianten) x. Te gatame (fundamenteel + 2 varianten) l. Verdediging tegen armklemmen m. Shime waza (verwurgingen) i. Hadaka jime (fundamenteel + 2 varianten) ii. Juji jime (gekruiste verwurging) 1. Nami juji jime (fundamenteel + 2 varianten) 2. Gyaku juji jime (fundamenteel + 2 varianten) 3. Kata juji jime (fundamenteel + 2 varianten) iii. Okuri eri jime (fundamenteel + 2 varianten) iv. Kataha jime (fundamenteel + 2 varianten) v. Sankaku jime (fundamenteel + 2 varianten) vi. Ryote jime (fundamenteel + 2 varianten) vii. Tsukkomi jime (fundamenteel + 2 varianten) viii. Sode guruma jime (fundamenteel + 2 varianten) n. Verdediging tegen verwurgingen


97

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA v1.5 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen – laatst aangepast op 01/06/2010 Nage no kata – Ashi waza (Okuri ashi barai)


98


Nage no kata – Ashi waza (Sasae tsuri komi ashi)


99


Nage no kata – Ashi waza (Uchi mata)


100

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA v1.5 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen – laatst aangepast op 01/06/2010 Nage no kata – Koshi waza

(Uki otoshi)


101


(Ippon seoi nage)


102


(Kata guruma)


103


Ko soto gake (kleine buitenwaartse haakbeweging)


104


O soto guruma


105


O soto otoshi


106


Uki otoshi


107


De ashi barai (vegen van de vooruitkomende voet)


108


Kata guruma


109


Sumi gaeshi


110


Tomoe nage (cirkel worp)


111


Yoko tomoe nage


112


Waki gatame


113


Hara gatame


114


1eDAN -SHODANZWARTE GORDEL


115


1ste DAN (SHODAN) (van bruin naar zwart) KATA : • Graad met kompetitie: NAGE NO KATA: Reeks 1,2 en 3 (TE WAZA , KOSHI WAZA , ASHI WAZA) • Graad zonder kompetitie: judoka’s zonder punten. NAGE NO KATA: Reeks 1,2 en 3 JU NO KATA: Reeks 1 NAGE WAZA : • UKEMI’S: Het valbreken in alle mogelijke vormen. • YAKO SOKU GEIKO: vrij rechtstaand werk demonstreren (lichte randori vorm) • Uitvoeren van de worpen van de eerste, tweede KYO van het GO KYO in verschillende verplaatsingspatronen. DE ASHI BARAI, O UCHI GARI, KO SOTO GARI HIZA GURUMA, IPPON SEOI NAGE, KO UCHI GARI, SASAE TSURI KOMI ASHI, SEOI NAGE, (morote), KOSHI GURUMA , UKI GOSHI, TSURI KOMI GOSHI, HARAI GOSHI , O SOTO GARI, OKURI ASHI BARAI, UCHI MATA, O GOSHI, TAI OTOSHI KATAME WAZA : • YAKO SOKU GEIKO: vrij grondwerk demonstreren (lichte randori vorm)


116


• OSAE KOMI WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: KESA GATAME, TATE SHIHO GATAME, KATA GATAME, KAMI SHIHO GATAME, KUZURE GESA GATAME, YOKO SHIHO GATAME, MAKURA KESA GATAME, KUZURE KAMI SHIHO GATAME, USHIRO KESA GATAME • SHIME WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: NAMI JUJI JIME, KATAHA JIME , GYAKU JUJI JIME, OKURI ERI JIME, KATA JUJI JIME, HADAKA JIME • KANSETSU WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: UDE GARAMI, JUJI GATAME, UDE GATAME, HIZA GATAME


117


Nage No Kata reeks 1, 2 en 3 Onderstaande gedetailleerde beschrijving is gebaseerd op een oorspronkelijke handleiding van Eric Veulemans (Technisch Directeur VJF). 1. INLEIDING In deze stijloefening vinden we alle basisprincipes terug van het JUDO: houding, verplaatsing, KUMI KATA, KUZUSHI, TSUKURI en KAKE. Het NAGE NO KATA betekent voor het NAGE WAZA zoveel als de spraakkunst voor een taal. 2. BELANGRIJKE PUNTEN • De worpen worden rechts en links uitgevoerd rond het middelpunt van het KATA. • De verplaatsing, KUZUSHI en TSUKURI gebeuren traag en gecontroleerd terwijl de KAKE van de worp snel wordt uitgevoerd. • TORI neemt de vertrekplaats in en UKE regelt de afstand in functie van de techniek. • Grijpafstand: met gestrekte armen kan UKE de schouders grijpen van TORI. • Reikafstand: met gestrekte armen komt UKE met de vingertoppen tegen de borst van TORI. • Slagafstand: UKE staat ongeveer twee meter van TORI. • Het initiatief van KUMI KATA ligt bij UKE, de verplaatsing daarentegen is het initiatief van TORI. UKE verzorgt het valbreken en draait, na de val, rond de hand die afklopt. • TORI neemt na het ophouden van de worp onmiddellijk de vertrekplaats in voor de volgende techniek. • TORI en UKE mogen in de loop van de reeks hun


118


kledij in orde trekken onder de gordel voordat de grijpafstand bereikt is. 3. INDELING Het NAGE NO KATA is samengesteld uit vijf reeksen van telkens drie technieken. Deze indeling is uiteraard dezelfde als die van het NAGE WAZA. REEKS 1: TE WAZA (handtechnieken) UKI OTOSHI IPPON SEOI NAGE KATA GURUMA REEKS 2: KOSHI WAZA (heuptechnieken) UKI GOSHI HARAI GOSHI TSURIKOMI GOSHI REEKS 3: ASHI WAZA (beentechnieken) OKURI ASHI BARAI SASAE TSURIKOMI ASHI UCHI MATA REEKS 4: MA SUTEMI WAZA (voorwaartse offerworpen) TOMOE NAGE URA NAGE SUMI GAESHI REEKS 5: YOKO SUTEMI WAZA (zijwaartse offerworpen) YOKO GAKE YOKO GURUMA UKI WAZA Reeks 1, 2 en 3 moeten getoond worden voor het examen eerste Dan en worden hieronder verder uitgewerkt.


119


4. OPENINGSCEREMONIE TORI en UKE komen op de mat tot op zes meter van elkaar. TORI heeft SHOMEN aan de linkerzijde. Beiden staan op drie meter van het middelpunt met het aangezicht naar elkaar en de hielen aangesloten. TORI en UKE draaien naar SHOMEN, groeten rechtstaande, draaien terug met het aangezicht naar elkaar, komen links rechts in kniestand, strekken de wreven, gaan op de hielen zitten en groeten elkaar. De groettijd is ongeveer vier seconden. TORI en UKI komen in kniestand met de tenen in de mat, komen rechts links recht in sluitstand, gaan links rechts voorwaarts tot op vier meter van elkaar in SHIZENHONTAI. 5. TE WAZA (REEKS 1): A) UKI OTOSHI TORI gaat in AYUMI ASHI drie meter vooruit, vertrekkend met de linkervoet, UKE gaat links rechts links een halve meter vooruit. UKE staat op grijpafstand van TORI. UKE neemt rechtse KUMI KATA, TORI neemt eveneens en trekt terwijl hij in TSUGI ASHI achterwaarts gaat beginnende met de linkervoet, links rechts links rechts, UKE volgt rechts links rechts links. TORI maakt een grotere pas met de linkervoet en schuift deze naar binnen, trekt met beide handen UKE uit evenwicht, UKE volgt met een grotere pas met de rechtervoet. TORI komt in steun op de linkerknie en trekt met de handen schuin afwaarts en werpt UKE. De linkerhand van TORI houdt de worp op, de rechterhand van TORI steunt op de rechterknie, vingers naar binnen, de rechterknie is onder een hoek van 90°, TORI kijkt recht voor zich, de linkerknie in steun op de as van het KATA, het linkeronderbeen is in een hoek van 45° met de as van het KATA en de tenen van de linkervoet zijn in de mat. TORI gaat naar de vertrekplaats voor de linkse uitvoering, UKE draait rond de linkerhand en komt op grijpafstand voor TORI. De beweging wordt nu links uitgevoerd. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

120


B) IPPON SEOI NAGE TORI gaat een meter achter het middelpunt, UKE komt op slagafstand. UKE plaatst de linkervoet voorwaarts, heft de armen voor opwaarts, de linker tot op schouderhoogte, rechtervuist tot boven het hoofd met de duim naar het hoofd. UKE gaat voorwaarts met de rechtervoet en slaat met de pinkzijde van de rechtervuist naar het hoofd van TORI. UKE komt niet uit evenwicht bij het slaan. TORI duwt de slag naar buiten met de linkerarm, plaatst de rechtervoet voor de rechter van UKE, grijpt met de linkerhand de rechtermouw van UKE en trekt UKE voorwaarts uit evenwicht, UKE brengt de linkervoet ter hoogte van de rechter. TORI draait de linkervoet naast de rechter, tilt UKE en werpt. UKE valt op de as van het KATA. TORI gaat een meter achter het middelpunt, UKE komt recht, gaat op slagafstand staan en de beweging wordt links uitgevoerd. C) KATA GURUMA TORI komt op de vertrekplaats van UKI OTOSHI, UKE komt op grijpafstand, UKE neemt KUMI KATA, TORI eveneens, trekt en gaat links rechts achteruit in TSUGI ASHI, UKE volgt rechts links. In de tweede verplaatsing links rechts, grijpt TORI met de linkerhand de rechtermouw van UKE aan de binnenzijde ter hoogte van de opperarm, UKE grijpt met de rechterhand aan de buitenzijde van de linkerelleboog van TORI en volgt rechts links. TORI maakt een grote pas met de linkervoet achterwaarts en trekt UKE uit evenwicht. UKE volgt met de rechtervoet. TORI plaatst de nek tegen de gordel van UKE, grijpt met de rechterarm rond het rechterbeen van UKE, zonder greep aan de broek, TORI heft UKE en schuift de linkervoet naar de rechter tot in SHIZENHONTAI. UKE ligt gestrekt op de schouders van TORI, steunt met de linkerhand op de gordel van TORI en kijkt naar links, TORI heeft de linkerarm gebogen. TORI werpt UKE 45° schuin voorwaarts. UKE valt, draait rond de linkerhand en beiden gaan naar de vertrekplaats voor de linkse uitvoering. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

121


D) EINDE VAN DE REEKS Na de linkse worp gaan TORI en UKE naar hun vier-meterpunt met de rug naar elkaar en brengen hun kledij in orde. Als de kledij goed zit draaien beiden met het aangezicht naar elkaar, TORI plaatst eerst de rechtervoet achterwaarts, schuift de linker naar binnen en brengt de rechter ter hoogte van de linker. UKE draait links rechts links. De draai gebeurt dus met het aangezicht naar SHOMEN. Het terugdraaien met het aangezicht naar elkaar moet niet samen gebeuren. 6. KOSHI WAZA (REEKS 2): A) UKI GOSHI TORI en UKE komen links rechts voorwaarts, de afstand is dan ongeveer twee meter. UKE plaatst de linkervoet voorwaarts, heft de armen voor opwaarts, de linker tot op schouderhoogte, rechtervuist tot boven het hoofd met de duim naar het hoofd. UKE gaat voorwaarts met de rechtervoet en slaat met de pinkzijde van de rechtervuist naar het hoofd van TORI. TORI plaatst de linkervoet voor de linker van UKE, schuift de linkerarm rond de lenden van UKE en plaatst de rechtervoet bij zodat de voeten een hoek maken van 45° met de as van het KATA. TORI werpt UKE links. TORI gaat een meter achter het middelpunt, UKE eveneens na de val, TORI en UKE staan op ongeveer twee meter van elkaar. UKE valt aan met de linkervuist en TORI draait rechts links in en werpt UKE rechts. B) HARAI GOSHI TORI gaat een meter voorbij het middelpunt, UKE komt op grijpafstand voor TORI. UKE neemt KUMI KATA, TORI eveneens, trekt en gaat links rechts achteruit, UKE volgt rechts links. In de tweede verplaatsing links rechts, schuift TORI met de rechterhand onder de linkeroksel van UKE en plaatst de hand op het linkerschouderblad van UKE met de vingers opwaarts. TORI plaatst de linkervoet draaiend achterwaarts en trekt UKE voorwaarts rechts uit evenwicht. UKE maakt een grotere pas met JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

122


de rechtervoet en laat de linkervoet naar de rechter komen tijdens de evenwichtsverstoring. TORI maakt contact met de rechterheup in de buik van UKE, zwaait het rechterbeen naar binnen, veegt met het rechterbeen zij-opwaarts en werpt UKE schuin voorwaarts. UKE valt, TORI gaat naar de vertrekplaats voor de linkse uitvoering, UKE komt recht, regelt de afstand en laat de beweging links starten. C) TSURIKOMI GOSHI TORI gaat een meter voorbij het middelpunt, UKE komt op grijpafstand voor TORI. UKE neemt rechtse KUMI KATA, TORI neemt eveneens, de rechterhand grijpt van achter in de nek van UKE, TORI trekt terwijl hij in TSUGI ASHI achterwaarts gaat beginnende met de linkervoet, links rechts links rechts, UKE volgt rechts links rechts links. TORI maakt een grotere pas met de linkervoet, trekt en heft, UKE komt vooruit met de rechtervoet en brengt de linker ter hoogte van de rechter en komt voorwaarts uit evenwicht. TORI schuift de rechtervoet voor de rechter van UKE, draait in en brengt de linkervoet terug ter hoogte van de rechter. UKE duwt de buik voorwaarts, TORI tilt en werpt UKE door een strekking van de benen en dan een buigen en draaien van de romp. TORI plaatst zich voor de linkse uitvoering, UKE komt na de val op grijpafstand zodat de linkse uitvoering kan starten. Na de linkse uitvoering gaan TORI en UKE naar hun plaats op vier meter van elkaar, rug aan rug, brengen de kledij in orde en draaien met het aangezicht naar elkaar. 7. ASHI WAZA (REEKS 3) A) OKURI ASHI BARAI TORI en UKE gaan naar het middelpunt op grijpafstand, vertrekkende met de linkervoet in AYUMI ASHI. UKE neemt KUMI KATA, TORI volgt en verplaatst zich naar rechts, rechts links rechts links, UKE volgt links rechts links rechts. In deze verplaatsing worden de voeten niet aangesloten. TORI maakt een JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

123


snelle pas met de rechtervoet, heft met de rechterhand en drukt met de linkerhand naar binnen, UKE volgt met de linkervoet, TORI veegt met de linkervoet tegen de rechter van UKE en haalt de twee benen van UKE onderuit bij het werpen. UKE valt, draait rond de hand die afklopt en plaatst zich terug voor TORI op grijpafstand. De linkse uitvoering gaat van start in een verplaatsing naar SHOMEN. De derde verplaatsing van TORI kan een tiental centimeter meer naar voor gebeuren en het vegen gaat dan eveneens voor- binnenwaarts. B) SASAE TSURIKOMI ASHI TORI gaat een meter voorbij het middelpunt, UKE komt recht na de val en plaatst zich op grijpafstand voor TORI, neemt KUMI KATA, TORI volgt en trekt. TORI gaat links rechts links rechts achterwaarts, UKE volgt rechts links rechts links. Als de rechtervoet van TORI de tweede maal bij gekomen is, schuift TORI de rechtervoet achterwaarts naar buiten. UKE begint een verplaatsing met de rechtervoet, TORI blokkeert deze verplaatsing met de linkervoet, ter hoogte van de rechterwreef van UKE, trekt en heft met de handen. UKE valt op de as van het KATA, TORI draait 180° mee met de val van UKE en houdt UKE op. TORI stelt zich op voor de linkse uitvoering, UKE komt recht en gaat op grijpafstand voor TORI staan. Vervolgens wordt de beweging links uitgevoerd. C) UCHI MATA TORI gaat voor het middelpunt staan, UKE komt voor TORI op grijpafstand. UKE neemt KUMI KATA en plaatst de rechtervoet lichtjes vooruit. TORI volgt en plaatst de rechtervoet eveneens lichtjes vooruit. TORI maakt een draaiende verplaatsing vertrekkende met de linkervoet schuin voorwaarts, trekt met de rechterhand en schuift de rechtervoet bij. UKE volgt de draai en het trekken met een verplaatsing links rechts, TORI herhaalt deze verplaatsing en UKE volgt weer. De rechterheup van TORI is in deze JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

124


verplaatsingen meer naar de buik van UKE gedraaid. TORI plaatst de linkervoet zijwaarts en trekt krachtig met de rechterhand, UKE schuift de linkervoet achter TORI en brengt zijn lichaamsgewicht naar die voet. TORI maakt met de rechterdij contact tegen de binnenzijde van de linkerdij van UKE, trekt UKE naar zich en veegt met het rechterbeen naar binnen. Na de linkse uitvoering gaan TORI en UKE naar hun plaats op vier meter van elkaar, rug aan rug, brengen de kledij in orde en draaien met het aangezicht naar elkaar. 8. SLUITINGSCEREMONIE Na het uitvoeren van de laatste reeks gaan TORI en UKE naar hun respectievelijk vier-meterpunt, brengen, rug aan rug, hun kledij in orde, draaien met het aangezicht naar elkaar toe en gaan rechts links achterwaarts naar hun zes-meterpunt. Komen in knieën en hielen zit, groeten naar elkaar, komen terug recht, draaien naar SHOMEN, groeten rechtstaande, draaien terug met het aangezicht naar elkaar en verlaten het KATA-oppervlak achterwaarts vertrekkende met de rechtervoet.


125


Katame waza 1ste Dan programma 1. INLEIDING Uitgangspunt voor het Katame waza deel van het examen eerste Dan is dat voor de verschillende technieken eerst de basisvorm wordt gedemonstreerd en dan twee varianten wordt getoond. Bij voorkeur zijn dit situatieve vormen (= vertrekkende vanuit een bepaalde beginsituatie weg van de basisvorm en eindigend met de techniek in kwestie) 2. BELANGRIJKE PUNTEN • Aandacht besteden aan het demonstreren van de controle punten. • Alle verplaatsingen bij het tonen van situatieve vormen moeten gecontroleerd gebeuren. • Wreven van de voeten zijn bij het demonstreren van de houdgreep gestrekt. Van zodra er een verplaatsing is worden de tenen in de mat geplaatst 3. INDELING Het KATAME WAZA is samengesteld uit drie delen: • OSAE KOMI WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: KESA GATAME, TATE SHIHO GATAME, KATA GATAME, KAMI SHIHO GATAME, KUZURE KESA GATAME, YOKO SHIHO GATAME, MAKURA KESA GATAME, KUZURE KAMI SHIHO GATAME, USHIRO KESA GATAME • SHIME WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: NAMI JUJI JIME, KATAHA JIME,


126


GYAKU JUJI JIME, OKURI ERI JIME, KATA JUJI JIME, HADAKA JIME • KANSETSU WAZA: de basis en twee variante vormen tonen van: UDE GARAMI, JUJI GATAME UDE GATAME, HIZA GATAME . Als leidraad worden hieronder voor de verschillende technieken de basis en twee situatieve vormen beschreven. Er mag echter afgeweken worden van de aangegeven situatieve vormen. Immers elke judoka heeft een verschillende morfologie en andere vormen kunnen dan meer aangewezen zijn.

4. OSAE KOMI WAZA (houdgrepen) 4.1 Kesa gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel) TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI plaatst de rechterarm van UKE onder zijn linkeroksel en geeft met zijn rechterhand de judostof van UKE’s bovenarm aan de linkerhand en gaat vervolgens in KESA gaan zitten (dus rechterbeen van Tori schuift door onder linkerbeen van TORI en contact met rechterheup aan rechterheup UKE). De rechterarm van TORI sluit hierbij het hoofd van UKE in en de JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

127


rechterhand heeft de kraag vast (duim binnen, vingers buiten). Eigen borst naar beneden brengen door het zijdelings uit elkaar trekken van de eigen armen. Linkerknie van TORI is tegen de mat. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 graden en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE neemt linkerkraag TORI vast; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI rolt met linkerarm de rechterarm van UKE in (van binnen naar buiten) zodat rechterarm van UKE onder TORI’s linkeroksel komt en grijpt met de linkerhand de linkerkraag van UKE vast (vingers binnen, duim buiten). TORI komt meer recht met zijn lichaam en duwt met beide benen UKE in buiklig. Rechterarm van TORI gaat rond het hoofd van UKE en UKE wordt gedraaid naar ruglig. TORI’s eindpositie is KESA zit met ingerolde arm (hand wordt tijdens het draaien niet losgelaten). Situatieve vorm 2 TORI en UKE staan recht. Normale kumi kata. TORI doet een halfgeslaagde O SOTO GARI waardoor UKE op zijn zitvlak terecht komt. TORI volgt op naar KESA GATAME maar de rechter onderarm steunt op de borst van UKE en rechterhand heeft de linkerkraag van UKE vast ter hoogte van het sleutelbeen waardoor het hoofd via de kraag wordt gecontroleerd. Linkerarm TORI controleert rechterarm van UKE (arm zit nu niet onder de oksel). 4.2 Kata gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

128


naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel) TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI grijpt de rechterarm van UKE met beide handen, linkerhand (duim wijst naar voeten UKE, handpalm naar TORI) net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar voeten UKE, handpalm weg van het TORI)) ter hoogte van de onderarm. TORI duwt de rechterarm van UKE tegen zijn aangezicht (op het rechteroog van UKE) en plaatst de rechterknie tegen de gordel van UKE (of daar boven afhankelijk van de lengte van TORI en UKE). Tenen in de mat en rechtervoet maakt geen contact met de zijde van UKE Tori lost de rechterhand en grijpt met de rechterarm rond het hoofd van UKE en zet KATA GATAME aan door de rechterhand (met de handpalm naar beneden) de linkerhand met de handpalm naar boven vast te grijpen. TORI strekt zijn linkerbeen met plaatsing van de linkervoet voorbij de schouderlijn. Tori controleert de rechterarm van UKE door met schouder en hoofd te duwen. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 graden) en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE en UKE wilt linkerkraag TORI vastnemen; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI leidt met beide armen de aanval van de rechterarm van UKE af tot over de rechterschouder van TORI en gaat met de rechterarm rond het hoofd van UKE, neemt met de rechterhand de eigen rechterkraag aangegeven door de eigen linkerhand onder de rechteroksel van UKE. TORI duwt UKE in buiklig, draait naar links en komt in steun op JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

129


de twee knieën rechts van UKE en plaatst de linkerhand zijwaarts. Tori controleert de rechterarm van UKE door met schouder en hoofd te duwen. Situatieve vorm 2 TORI zit in viervoetsteun en UKE zit op beide knieën ter hoogte van het hoofd van TORI. UKE neemt met de rechterhand de gordel van TORI en gaat met de linkerarm onder de rechterarm van TORI en lift de arm met de bedoeling om UKE zijwaarts te kantelen. TORI reageert door recht te komen en de rechterarm rond het hoofd van UKE te schuiven. Met de linkerhand wordt de rechterknie van UKE aan de buitenzijde gecontroleerd. TORI kantelt UKE schuin achterwaarts en komt met zijn benen in KESA zit (rechterbeen van Tori schuift door onder linkerbeen van TORI en maakt contact met rechterheup aan rechterheup UKE). Tori controleert de rechterarm van UKE door met schouder en hoofd te duwen. 4.3 Kuzure kesa gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel) TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI plaatst de rechterarm van UKE onder zijn linkeroksel en geeft met zijn rechterhand de judostof van UKE’s bovenarm aan de linkerhand. TORI plaatst de rechterhand onder de linkeroksel van UKE en gaat vervolgens in KESA gaan zitten (dus rechterbeen van Tori schuift door onder linkerbeen van TORI en contact met rechterheup aan rechterheup UKE). JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

130


TORI controleert de linkerschouder van UKE (vingers rechterhand op schouder UKE handpalm naar boven, elleboog sluit aan tegen lichaam UKE) en spant KUZURE GESA GATAME aan, linkerknie tegen de mat. Voor de situatieve vormen zijn theoretisch gezien MAKURA GESA GATAME en USHIRO GESA GATAME twee situatieve vormen van KUZURE GESA GATAME. De beschrijving van deze houdgrepen vind je onder de secties 4.4 en 4.5. Hieronder worden nog twee andere vormen gegeven. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 graden en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE neemt linkerkraag TORI vast; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI rolt met linkerarm de rechterarm van UKE in (van binnen naar buiten) zodat rechterarm van UKE onder TORI’s linkeroksel komt en grijpt met de linkerhand de linkerkraag van UKE vast (vingers binnen, duim buiten). TORI komt meer recht met zijn lichaam en duwt met beide benen UKE in buiklig. Rechterarm van TORI gaat onder de linker oksel van UKE en UKE wordt gedraaid naar ruglig. TORI’s eindpositie is KESA zit met ingerolde arm (hand wordt tijdens het draaien niet losgelaten). TORI controleert de linkerschouder van UKE (vingers rechterhand op schouder UKE handpalm naar boven, elleboog sluit aan tegen lichaam UKE) en spant KUZURE GESA GATAME aan, linkerknie tegen de mat. Situatieve vorm 2 UKE zit in lage viervoetsteun (ellebogen tegen de mat). TORI zit aan linkerzijde van UKE. TORI sluit de armen van UKE in en grijpt met beide handen de rechterelleboog van UKE vast. UKE’s evenwicht wordt verbroken richting hoofd en de armen van UKE worden in een JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

131


voorwaarts cirkelvormige beweging onder de linkeroksel van UKE getrokken. TORI verplaatst tijden de kanteling de rechterhand naar de linkerschouder van UKE. TORI controleert de linkerzijde van UKE (rechterhand op schouder UKE handpalm naar boven, elleboog sluit aan tegen lichaam UKE), beide armen van UKE onder de linkeroksel en spant KUZURE GESA GATAME aan, linkerknie tegen de mat. 4.4 Makura gesa gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel) TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI grijpt met de linkerhand de kraag van UKE en plaatst zijn rechterhand tussen UKE’s linkerarm en linkerzijde. TORI heft het hoofd op van UKE met de linkerhand en schuift zijn rechterdij onder het hoofd van UKE. De linkerhand van TORI schuift door onder de linkeroksel van UKE en plaatst de hand achter de knie van TORI (handpalm naar beneden, geen greep aan de broek). TORI plaatst de tenen van de linkervoet in de mat, duwt met zijn bekken en brengt het hoofd naar de mat. Situatieve vorm 1 UKE zit in viervoetsteun en TORI zit KYOSHI ( = steun op linkerknie en rechtervoet) ter hoogte van het hoofd van TORI. TORI neemt met de linkerhand de gordel van UKE (linker onderarm controleert de ruggengraat van UKE en gaat met de rechterarm onder de linkerarm van TORI. TORI heft de linkerarm van UKE, verplaatst zich licht rechtszijwaarts en doet UKE kantelen over diens rechterzijde (dus links t.o.v. van TORI.). Met de linkerarm wordt indien nodig de rechterarm van UKE naar binnen geduwd en TORI JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

132


schuift zijn rechterdij onder het hoofd van UKE. De linkerhand van TORI schuift door onder de linkeroksel van UKE en plaatst de hand achter de knie van TORI (handpalm naar beneden, geen greep aan de broek). De rechterhand van TORI grijpt de gordel van UKE. TORI plaatst de tenen van de linkervoet in de mat, duwt met zijn bekken en brengt het hoofd naar de mat. Situatieve vorm 2 TORI zit in viervoetsteun en UKE zit op beide knieën ter hoogte van het hoofd van TORI. UKE tracht met beide armen boven lichaam van TORI vast te nemen. TORI reageert door beide armen van UKE vast te zetten, draait over linkerzijde waardoor UKE op de rug komt en schuift zijn rechterdij onder het hoofd van UKE door. De rechterarm van TORI neemt greep aan de eigen rechterkraag en de linkerarm van TORI, laat de rechterarm van UKE los en neemt UKE’s gordel. 4.5 Ushiro gesa gatame Basis UKE ligt op de rug in linkse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterkuit).

TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op rechterknie en linkervoet) naast UKE’s linkerzijde ter hoogte van het hoofd. TORI grijpt met de linkerhand onder de linkeroksel van UKE en neemt UKE’s kraag vast (vingers in de kraag, handpalm naar boven). TORI plaatst de rechterelleboog in de rechteroksel van UKE en neemt met de rechterhand de gordel vast terwijl de benen van TORI in rechtse KESA zit (rechterbeen schuift door onder linkerbeen) worden gebracht. UKE opspannen en linker knie tegen de mat brengen. Situatieve vorm 1 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

133


TORI zit in viervoetsteun en UKE zit op beide knieën links van TORI. UKE grijpt met de rechterhand onder de rechteroksel van TORI. TORI sluit de rechterpols van UKE in, en rolt naar rechts. Na de rol grijpt TORI met zijn rechterhand zijn eigen rechterkraag. De linkerhand neemt UKE’s broek vast aan de linkerknie. Controle over UKE is momenteel hoofdzakelijk via de rug. TORI plooit het rechterbeen naar achter met de rechtervoet in steun en maakt een achterwaartse EBI beweging waardoor TORI zijdelingse controle krijgt over de rechterzijde van UKE. Situatieve vorm 2 UKE zit in lage viervoetsteun (ellebogen op de mat, tussen beide knieën en zitvlak op de hielen) en TORI zit in KYOSHI ( = steun op linkerknie en rechtervoet) ter hoogte van het hoofd van UKE. TORI neemt met rechterhand de gordel van UKE vast (handpalm naar beneden) en de linkerhand neemt een greep in de kraag met de vingers in (handpalm naar boven), trekt UKE voorwaarts uit evenwicht (UKE komt met het zitvlak van de hielen af) en haakt zijn rechterbeen achter de linkerelleboog van UKE. TORI schuift zijn linkerknie in contact met de rechterschouder van UKE. TORI verplaatst zijn linkerhand naar de rechterarm van UKE, heft de arm en doet UKE kantelen naar de rechterzijde. TORI controleert hoofd en linker arm van UKE in SANGAKU (driehoekscontrole = linkervoet TORI haakt in rechterknie holte van TORI). TORI bindt nu de arm vast van UKE door met zijn linkerhand UKE’s rechterpols te nemen en zijn rechterarm onder UKE’s linkerarm te brengen en bovenop UKE’s onderarm te leggen. TORI laat de linkerhand los en neemt de gordel van UKE of diens kledij en geeft deze aan zijn rechterhand die hiermee UKE’s linkerarm volledig controleert. Nadat de controle over UKE’s rechterarm is verzekerd lost TORI de SANGAKU greep en komt in linkse KESA zit (linkerbeen schuift door onder rechterbeen). Linkerarm neemt greep aan JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

134


UKE’s gordel of wordt geplaatst aan de rechterzijde van UKE met greep in de eigen linkerknieholte. 4.6 Tate shiho gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI maakt contact met het lichaam van UKE door de linkerknie naar voor te schuiven in de rechteroksel van UKE. TORI verplaatst met de rechterhand de linkerarm van UKE zijwaarts en komt in zit over de partner op de knieën (of in halve kniestand) en schuift beide armen onder de armen van UKE door. De linkerhand van Tori neemt de eigen rechterkraag vast. De rechterhand van TORI neemt greep in de kraag van UKE. TORI sluit goed aan met de benen tegen het lichaam van UKE en strekt de wreven bij het aanspannen van de houdgreep. Situatieve vorm 1 TORI en UKE staan recht. TORI grijpt met de linkerarm de rechter kraag van UKE en trekt UKE naar beneden. De rechterhand van TORI grijpt over de rug van UKE diens gordel. TORI stapt in met de linkervoet tussen de benen van UKE en plaatst zijn rechtervoet achter het linkerdijbeen van UKE TORI werpt UKE in HIKKOMI gaeshi en rolt achterwaarts mee in TATE SHIHO GATAME. TORI controleert de rechterarm van UKE tussen hoofd en rechterschouder. Situatieve vorm 2 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

135


UKE zit in lage viervoetsteun (ellebogen op de mat, tussen beide knieën en zitvlak op de hielen) en TORI zit op de onderrug van UKE (dus beneden de gordel).. TORI grijpt met de linkerhand onder de linkeroksel van UKE de linkerkraag van UKE, rechterhand van TORI grijpt de kraag van UKE (vingers in, handpalm naar beneden). TORI opent UKE naar boven en haakt op hetzelfde moment met het linkerbeen in over het linkerbeen van UKE. Het rechterbeen van TORI wordt tegen de rechterknie van UKE geschoven. TORI kantelt naar de rechterzijde en brengt tijdens de kanteling zijn rechterarm onder de rechteroksel van UKE, werkt de arm verder door tot rond het hoofd van UKE en zwaait het rechterbeen over de romp van UKE en zit in controle op UKE. TORI controleert het hoofd van UKE door met zijn rechterhand zijn eigen gordel vast te nemen. 4.7 Kami shiho gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) ter hoogte van UKE’s hoofd. TORI gaat op beide knieën zitten en schuift beide armen (handpalmen naar boven) onder de armen van UKE en grijpt de gordel van UKE vast. UKE wordt bijgetrokken, knieën iets breder geplaatst en zitvlak verlaagd. Wreven van de voeten worden gestrekt en UKE wordt gecontroleerd met de borst. Situatieve vorm 1 UKE zit in halve viervoetsteun (ellebogen op de mat) en TORI zit op beide knieën links van UKE. TORI grijpt met beide handen onder de oksels van UKE beide kragen. TORI plaatst de linker elleboog op de mat en verschuift UKE’s linkersteunpunt (elleboog) naar binnen. TORI trekt met de rechterarm, verplaatst zich naar het hoofd van JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

136


UKE en doet UKE kantelen naar de rechterzijde. TORI komt finaal in buiklig te liggen met de rechterschouder onder de schouder van UKE en met gestrekte benen, tenen buitenwaarts gericht. Situatieve vorm 2 UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). UKE neemt TORI vast in YOKO SHIHO GATAME. TORI duwt UKE’s hoofd richting benen door het plaatsen van beide handen op de linkerschouder van UKE en neemt UKE’s hoofd vast in SANGAKU (linkervoet vastgehaakt in knieholte rechterbeen). TORI gaat met de rechterarm onder het lichaam van UKE en maait met der rechterarm (handpalm naar boven) de benen van UKE weg waardoor TORI naar rechts kantelt en op UKE komt te liggen. TORI houdt de benen in SANGAKU (tenen van de voet van het gestrekte been in de mat) en grijpt met beide handen rond de lende of de benen van UKE (symmetrische greep). 4.8 Yoko shiho gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI maakt contact met het lichaam van UKE door de linkerknie naar voor te schuiven in de rechteroksel van UKE en steekt de linkerduim in de gordel van UKE, gaat met de JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

137


rechterarm tussen de benen van UKE en komt op de rechterknie, grijpt met de rechterhand de gordel, gaat met de linkerarm onder het hoofd en grijpt in de linkerkraag van UKE, schuift de linkerknie goed onder de rechterschouder van UKE, strekt de wreven en kijkt naar het aangezicht van UKE terwijl hij de houdgreep aanspant. Situatieve vorm 1 TORI neemt UKE in de basisvorm. UKE duwt met linkerhand op de rechterschouder van TORI. TORI pareert de aanval met de linkerarm, laat de arm afglijden tot voorbij het ellebooggewricht en breng dan zijn linkerarm onder het hoofd van UKE door. TORI controleert UKE’s beide armen nu onder zijn linkeroksel. Linkerbeen is uitgesterkt, rechterbeen is opgetrokken en controleert UKE’s rechterzijde. Situatieve vorm 2 UKE ligt in ruglig. TORI zit op beide knieën tussen de benen. TORI gaat met zijn linkerarm onder het rechterbeen van UKE en neemt de linkerkraag vast van UKE. Hierbij heft TORI licht UKE met behulp van arm, schouder en hoofd en duwt met zijn lichaamsgewicht UKE’s rechterbeen naar diens borst. TORI verschuift naar links en grijpt terwijl met de rechterhand de binnenkant van de linkerknie van UKE. TORI laat UKE’s been afglijden, verplaatst de linkerarm naar de linkerarm van UKE en houdt UKE met controle van arm en been vast in YOKO SHIHO GATAME 4.9 Kuzure kami shiho gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) ter hoogte van de rechterzijde van UKE’s hoofd. TORI zet nog een klein pasje vooruit, schuift de rechtervoet naar JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

138


de rechterarm van UKE en de linkerknie naar de rechterschouder van UKE. TORI grijpt met de rechterhand (handpalm naar beneden), de rechterpols van UKE, neemt met de linkerhand, in supinatie, de rechterelleboog van UKE, langs de buitenzijde, schuift de rechterarm onder de rechteroksel van UKE en grijpt in de kraag van UKE (handpalm naar boven), de linkerhand gaat onder de linkerschouder naar de gordel van UKE, TORI gaat in steun op beide knieën, strekt de wreven en spant de houdgreep aan, de blik is recht vooruit gericht. Situatieve vorm 1 UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). UKE neemt TORI vast in YOKO SHIHO GATAME. TORI duwt UKE’s hoofd richting benen door het plaatsen van beide handen op de linkerschouder van UKE en neemt UKE’s hoofd vast in SANGAKU (linkervoet vastgehaakt in knieholte rechterbeen). TORI gaat met de rechterarm tussen de benen van UKE en omarmt het linkerbeen van UKE en trekt dit been over het hoofd zodat TORI en UKE naar links kantelen en TORI op UKE komt te liggen. TORI houdt het linkerbeen van UKE omstrengeld en grijpt met de rechterhand nog de linkermouw van UKE en brengt zijn linkerarm in steun (asymmetrische greep). De benen blijven in SANGAKU (tenen van de voet van het gestrekte been in de mat). Situatieve vorm 2 UKE zit in lage viervoetsteun (ellebogen op de mat, tussen beide knieën en zitvlak op de hielen) en TORI zit op de onderrug van UKE (dus beneden de gordel).. TORI grijpt met de linkerhand onder de linkeroksel van UKE de linkerkraag van UKE, rechterhand van TORI grijpt de kraag van UKE (vingers in, handpalm naar beneden). JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

139


TORI opent UKE naar boven en haakt op hetzelfde moment met het linkerbeen in over het linkerbeen van UKE. Het rechterbeen van TORI wordt tegen de rechterknie van UKE geschoven. TORI kantelt naar de rechterzijde en brengt tijdens de kanteling zijn rechterarm over de rechterarm van UKE. TORI helpt met zijn rechterbeen (rechtervoet in rechterknieholte UKE) UKE te verplaatsen, komt in steun op rechtervoet en zwaait zijn linkerbeen van onder het rechterbeen uit en komt in buiklig te liggen met controle van de rechterarm van UKE onder de rechteroksel (met rechterhand greep aan de kraag).


140


5. SHIME WAZA (verwurgingen) 5.1 Nami juji jime Opmerking: verwurging met pinkzijde Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI schuift de linkerhand met de duim in de linkerkraag van UKE, verplaatst met de rechterhand de linkerarm van UKE zijwaarts en komt in zit over de partner op de knieën (of in halve kniestand), tenen in de mat. TORI steekt de duim van de rechterhand in kraag (rechtsachter) van UKE en draait met de rechterhand rond het hoofd van UKE, heft UKE licht op en verwurgt UKE door beide ellebogen naar de mat te brengen, wreven te strekken en het hoofd naar beneden te brengen. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 graden) en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE en UKE wilt linkerkraag TORI vastnemen; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI schuift de linkerhand met de duim in de linkerkraag van JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

141


UKE (zo hoog mogelijk, handpalm weg van TORI). De rechterhand van TORI neemt de kledij ter hoogte van de rechterschouder van UKE (handpalm weg van TORI, eventueel als er opening is mag de rechterduim in de rechterkraag van UKE gestoken worden). TORI strekt de benen, duwt UKE in buiklig en komt zelf iets meer recht waardoor UKE in de verwurging valt (ellebogen spreiden). Indien de verwurging niet onmiddellijk zit doorrollen naar TATE SHIHO GATAME. Situatieve vorm 2 UKE in zit. TORI in KYOSHI (halve kniestand op de linkerknie) achter UKE. TORI schuift bij en zet de rechterknie tegen het rechterschouderblad van UKE. Tenen in de mat. TORI grijpt over der rechterschouder van UKE de linkerkraag van UKE met zijn rechterhand (duim in de kledij, handpalm naar beneden) en geeft deze aan zijn linkerhand (duim in de kledij, handpalm naar beneden). TORI verplaatst de rechterhand naar de linkerschouder van UKE en grijpt de kledij zodat de pinkzijde in contact komt met de keel van UKE. TORI drukt de polsen in de keel, spreidt de ellebogen en laat UKE langs links in de verwurging hangen. 5.2 Gyaku juji jime Opmerking: verwurging met duimzijde Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

142


onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI schuift de linkerhand met de vingers in de linkerkraag van UKE, verplaatst met de rechterhand de linkerarm van UKE zijwaarts en komt in zit over de partner op de knieën (of in halve kniestand), tenen in de mat. TORI schuift rechtstreeks de rechtervingers in de rechterkraag van UKE, heft UKE licht op en verwurgt UKE door beide ellebogen naar de gordel te trekken, wreven te strekken en het hoofd naar beneden te brengen. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 %) en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE en UKE wilt linkerkraag TORI vastnemen; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI schuift de linkerhand met de vingers in de linkerkraag van UKE (zo hoog mogelijk, handpalm naar TORI). De rechterhand van TORI schuift met de vingers in de rechterkraag van UKE (zo hoog mogelijk, handpalm naar TORI TORI strekt de benen, duwt UKE in buiklig en komt zelf iets meer recht waardoor UKE in de verwurging valt. Indien de verwurging niet onmiddellijk zit doorrollen naar TATE SHIHO GATAME. Situatieve vorm 2 TORI op de rug. UKE valt KAMI SHIHO GATAME aan. TORI schuift de linkerduim in de rechterkraag van UKE, vervolgens de rechter in de linkerkraag van UKE. TORI heft de romp en spreidt de ellebogen. TORI kan de beweging kracht bij zetten door met de rechterdij te drukken tegen de linkerwang van UKE.


143


5.3 Kata juji jime Opmerking: verwurging met pink- en duim zijde Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI schuift de linkerhand met de duim in de linkerkraag van UKE, verplaatst met de rechterhand de linkerarm van UKE zijwaarts en komt in zit over de partner op de knieën (of in halve kniestand), tenen in de mat. TORI steekt de duim van de rechterhand in kraag (rechtsachter) van UKE en draait met de rechterhand rond het hoofd van UKE, heft UKE licht op en verwurgt UKE door de elleboog van de rechterarm (handpalm naar beneden) naar de mat te brengen en de elleboog van de linkerarm (handpalm naar boven) naar de gordel te brengen, wreven te strekken en het hoofd naar beneden te brengen. Situatieve vorm 1 TORI in schuine zit rugwaarts (45 %) en controleert UKE die tussen de benen zit op beide knieën door zijn voeten binnenwaarts te plaatsen ter hoogte van de knieën van UKE (tenen controleren knieholte) en de benen licht naar buiten te spreiden. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE wilt linkerkraag TORI vastnemen; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI rolt de rechterarm van UKE op door zijn linkerarm onder JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

144


de rechterarm van UKE te schuiven en opnieuw over de rechterarm van UKE te brengen (van binnen naar buiten) zodat TORI UKE’s rechterarm controleert onder de linkeroksel. Gelijktijdig schuift de linkerhand met de vingers in de linkerkraag van UKE (zo hoog mogelijk, handpalm naar TORI).De rechterhand van TORI neemt de kledij ter hoogte van de rechterschouder van UKE (handpalm weg van TORI, eventueel als er opening is mag de rechterduim in de rechterkraag van UKE gestoken worden). TORI strekt de benen, duwt UKE in buiklig en komt zelf iets meer recht waardoor UKE in de verwurging valt. Indien de verwurging niet onmiddellijk zit doorrollen naar TATE SHIHO GATAME. Situatieve vorm 2 TORI op de rug. UKE valt KUZURE GESA GATAME aan. TORI schuift de vingers van de linkerhand onder de kin van UKE in de linkerkraag van UKE en grijpt met de rechterhand de achterkant van UKE’s kraag (vingers in, handpalm naar TORI gericht). TORI brengt de voeten naar het zitvlak, verplaatst zich naar links buiten de as van UKE en doet UKE schuin achterwaarts kantelen. TORI komt in buiklig te liggen en zet de verwurging aan. 5.4 Kata ha jime Basis UKE in zit. TORI in KYOSHI (halve kniestand op de linkerknie) achter UKE. TORI schuift bij en zet de rechterknie tegen het rechterschouderblad van UKE. Tenen in de mat. TORI gaat met de linkerhand onder de linkeroksel van UKE en grijpt de linkerkraag onder het sleutelbeen en brengt de linkerkraag licht naar boven. TORI gaat met de rechterhand over de rechterschouder van UKE en grijpt onder de kin met de rechterduim in de linkerkraag van UKE zo hoog mogelijk. TORI gaat met de linkerarm in de linker elleboogplooi van UKE JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

145


en heft de linkerarm van UKE, steekt de 1inkerhand onder de rechterarm. TORI plaatst de rechtervoet zijwaarts en verwurgt (duwen met buik) Situatieve vorm 1 UKE in viervoetsteun. TORI voor UKE in KYOSHI. TORI grijpt met de rechterhand onder de kin de rechterkraag van UKE en brengt de linkerarm over de rechterarm van UKE en rolt links in terwijl de linkerhand achter het hoofd van UKE wordt geschoven en trekt de verwurging aan. De greep van de rechterhand mag iets losser zitten bij het begin van de uitvoering. Situatieve vorm 2 UKE in viervoetsteun. TORI staat recht aan de linkerzijde van UKE. TORI neemt met de linkerhand (duim binnen handpalm naar beneden) de kraag van UKE vast en grijpt met de rechterhand de judostof op de linkerschouder van UKE. TORI beweegt naar links, schuift met de linkerhand onder de kin van UKE, met zijn linkerbeen haakt hij in de linkerarm van UKE en zwaait het rechterbeen over de rug van TORI. TORI rolt over UKE en schuift terwijl met de rechterhand langs de rechteroksel van UKE achter het hoofd van UKE en zet de verwurging aan (rechterhand mag onder of boven linkerarm zitten). TORI ligt op de linkerzijde en controleert met de benen. 5.5 Okuri eri jime Basis UKE in zit. TORI in KYOSHI (halve kniestand op de linkerknie) achter UKE. TORI schuift bij en zet de rechterknie tegen het rechterschouderblad van UKE. Tenen in de mat. TORI gaat met de linkerhand onder de linkeroksel van UKE en grijpt de linkerkraag onder het sleutelbeen en brengt de linkerkraag licht naar boven. TORI gaat met de rechterhand over de rechterschouder van UKE en grijpt onder de kin met de JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

146


rechterduim in de linkerkraag van UKE zo hoog mogelijk. TORI verplaatst de linkerhand naar de rechterkraag van UKE (duim in de kraag) TORI zorgt voor KUZUSHI (evenwichtsverstoring) door eerst met de linkerknie en dan rechtervoet achterwaarts te schuiven. De verwurging wordt aangezet door met de linkerhand de rechterkraag verticaal naar beneden te trekken en met de rechterhand een glijdende trekbeweging te maken naar de rechterschouder. TORI controleert met zijn borst en hoofd UKE’s rug en hoofd. Situatieve vorm 1 UKE in lage vierpuntensteun (ellebogen op de mat, tussen beide knieën en zitvlak op de hielen). TORI staat recht aan de linkerzijde van UKE. TORI controleert met de rechterhand de gordel van UKE en met de linkerhand de kraag van UKE. TORI plaats de rechterknie in de plooi gevormd tussen UKE’s linkerbeen en zijn elleboog en drukt met de linkerknie de rechterelleboog van UKE naar voor. TORI schuift de linkerhand onder de kin van UKE en neemt de rechterkraag vast. TORI’s rechterhand gaat over UKE langs UKE’s rechteroksel en neemt de linkerkraag vast. TORI zet de verwurging aan door UKE in buiklig te brengen en zijn benen in rechtse KESA zit te schuiven (rechterbeen schuift onder linkerbeen). Situatieve vorm 2 UKE in viervoetsteun. TORI staat recht aan de linkerzijde van UKE. TORI neemt met de linkerhand (duim binnen handpalm naar beneden) de kraag van UKE vast en grijpt met de rechterhand de judostof op de linkerschouder van UKE. TORI beweegt naar links, schuift met de linkerhand onder de kin van UKE, plaats eerst zijn linkerbeen voorbij UKE’s linkerarm en zwaait het rechterbeen over de rug van TORI. JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

147


Met de rechterhand neemt TORI het rechterbeen van UKE en maakt een voorwaartse koprol onder het lichaam van UKE door. Van belang is dat TORI met zijn rechterbeen UKE van zich wegduwt en dat TORI zijn linkerbeen naar links opent zodat UKE niet op zijn linkerbeen komt te liggen als TORI als zittend rechtkomt. Zonder het been van UKE los te laten plaatst UKE zijn linkervoet over de linkerschouder van UKE, en wordt de rechtervoet over de linkervoet geplaatst. De verwurging wordt aangezet doordat TORI opnieuw gaat neerliggen terwijl zijn rechterhand naar boven glijdt op UKE’s rechterbeen. 5.6 Hadaka jime Basis UKE in zit. TORI in KYOSHI (halve kniestand op de linkerknie) achter UKE. TORI schuift bij en zet de rechterknie tegen het rechterschouderblad van UKE. Tenen in de mat. TORI gaat met de rechterhand over de rechterschouder van UKE en onder de kin, grijpt met de linkerhand, handpalm naar boven, over de linkerschouder van UKE de rechterhand vast (de bewegingen van de linkerhand en de rechterhand moeten gelijktijdig gebeuren.. TORI zorgt voor KUZUSHI (evenwichtsverstoring) door eerst met de linkerknie en dan rechtervoet achterwaarts te schuiven. De verwurging wordt aangezet door met de linkerhand borst en hoofd UKE’s rug en hoofd. Situatieve vorm 1 UKE in vierpuntensteun. TORI zit voor UKE in KYOSHI. TORI sluit de hals in van UKE met de rechterarm en grijpt de rechterhand of pols met de linkerhand. TORI controleert UKE met de borst, knieën van de mat en licht geplooid. De verwurging wordt aangezet met de borst als TORI zijn benen strekt en zijn bekken naar beneden brengt. Situatieve vorm 2 JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

148


UKE in buiklig. TORI in zit op UKE. TORI duwt met behulp van de rechterhand in de kraag van UKE, UKE zijn hoofd naar de mat. Met de linkerhand heft TORI het linkerbeen van UKE en schuift TORI zijn linkerbeen onder. Vervolgens controleert TORI met zijn linkerhand en wordt op dezelfde manier het rechterbeen ondergeschoven. TORI plaatst zijn gewicht naar voor en duwt met de rechterelleboog tegen de linkerslaap van UKE. Vervolgens schuift UKE zijn linkerhand onder de kin van UKE, grijpt hij met zijn rechterhand over de schouder en plaatst hij zijn hoofd tijdens de verwurging op de mat rechts van UKE. 6. KANSETSU WAZA (klemmen) 6.1 Ude garami Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI buigt zich over UKE, UKE duwt met de linkerhand naar de buik van TORI. TORI grijpt met de linkerhand (handpalm weg van TORI), de linkerpols van UKE, trekt deze eerst naar zich toe terwijl UKE wordt gecontroleerd door de rechterknie op UKE’s buik te plaatsen. UKE trekt zijn linkerarm terug en TORI brengt deze naar de mat (in hoek van 90 graden, pols is boven de schouderlijn van UKE), draait de linkerhand van UKE met de pinkzijde naar beneden en JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

149


grijpt met de rechterhand onder de arm van UKE naar de linkerpols. De controlerende knie wordt naast UKE geplaatst. De klem wordt aangezet door UKE’s linkerarm eerst naar de gordel te schuiven van UKE en door vervolgens de rechterarm van TORI te tillen. Situatieve vorm 1 TORI controleert UKE met KESA GATAME. UKE trekt zijn rechterarm los en brengt deze geplooid naar het eigen hoofd. TORI grijpt de rechterpols, draait de rechterpink van UKE naar de mat, schuift de linkerhand onder de rechterarm van UKE en neemt zijn eigen rechterpols. De klem wordt aangezet door de arm dicht bij UKE’s lichaam te houden en de linkerarm van TORI te heffen. Situatieve vorm 2 TORI zit op UKE en buigt naar UKE om TATE SHIHO GATAME uit te voeren. UKE duwt naar de borst van TORI met zijn linkerhand. TORI vangt de hand op met zijn linkerhand (handpalm weg van TORI) en plaatst de arm van UKE gestrekt op de mat met de pinkzijde naar de mat. TORI rolt de linkerarm van UKE op met zijn rechterarm, neemt met zijn rechterhand de eigen linkerpols en zet de klem aan door de arm te tillen. 6.2 Ude gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. TORI neemt met linkerhand (duim wijst naar hoofd UKE, JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

150


handpalm weg van TORI) de rechterarm van UKE vast net boven het ellebooggewricht en met rechterhand (duim wijst naar hoofd UKE, handpalm naar het TORI) ter hoogte van de onderarm. TORI legt de rechterarm van UKE naast de linkerknie. TORI buigt over UKE. UKE duwt met de linkerhand naar de rechterschouder van TORI. TORI controleert met de rechterschouder en het hoofd de linkerpols van UKE, plaatst de rechterknie goed tegen de buik van UKE, legt de rechterhand op de linkerelleboog van UKE en vervolgens de linkerhand op de rechter. Al draaiend naar links zet TORI de klem aan. Situatieve vorm 1 TORI controleert UKE in KUZURE GESA GATAME. UKE grijpt met de linkerhand in de kraag van TORI en duwt TORI naar achter. TORI controleert met de rechterschouder en het hoofd de linkerpols van UKE, brengt zijn linkerbeen over UKE’s hoofd en plaatst de linkervoet met de hiel tegen de keel van UKE. Tijdens deze beweging komt TORI iets van de mat af en op UKE te liggen. TORI legt de rechterhand op de linkerelleboog van UKE en vervolgens de linkerhand op de rechter. Al draaiend naar links zet TORI de klem aan, het zitvlak wordt weer op de mat geplaatst. Situatieve vorm 2 TORI en UKE staan allebei recht. UKE grijpt met de rechterhand hoog in de linkerkraag van TORI. TORI controleert de rechterpols van UKE tussen hoofd en linkerschouder, plaatst de linkerhand tegen de elleboog van UKE, gaat met de rechterarm over de rechterarm van UKE, plaatst de rechterhand op de linkerhand en drukt aan. TORI draait niet weg van UKE bij het klemmen maar komt maximaal in een hoek van 90 graden.


151


6.3 Juji gatame Basis UKE ligt op de rug in rechtse basisverdedigingshouding (armen naast lichaam, rechterbeen uitgestrekt en linkerbeen opgetrokken met linkervoet in steun naast rechterenkel). TORI zit in halve kniestand (KYOSHI = steun op linkerknie en rechtervoet) naast UKE’s rechterzijde ter hoogte van de borst. Van zodra TORI naar de rechterarm van UKE wil grijpen, grijpt UKE met de rechterhand naar de linkerkraag van TORI. TORI grijpt met beide handen de rechterpols van UKE, met de rechterhand van boven, schuift de rechtervoet onder het rechterschouderblad van UKE (tenen richting hoofd UKE), zwaait het linkerbeen over het hoofd van UKE (tenen richting gordel UKE). Door de juiste plaatsing van de voeten komen de knieën samen. De klem wordt aangezet door bij het neerzitten het zitvlak zo dicht mogelijk bij UKE te plaatsen en het bekken van de mat te lichten. Pink van UKE’s rechterhand is naar de mat gericht. Situatieve vorm 1 TORI zit op UKE en buigt naar UKE om TATE SHIHO GATAME uit te voeren. UKE duwt naar de borst van TORI met beide handen. TORI omklemt beide armen, plaatst zijn rechtervoet in steun op de mat en draait het linkerbeen over het hoofd van UKE en plaatst zich in zit met het zitvlak zo dicht mogelijk tegen de rechterzijde van UKE.. TORI trekt aan beide armen en plaats de rechtervoet op de linkervoet, sluit de knieën en zet de klem aan door naar ruglig te gaan terwijl zijn handen afglijden naar de rechterpols van UKE. Situatieve vorm 2 UKE in viervoetsteun. TORI staat recht aan de linkerzijde van UKE. TORI neemt met de linkerhand (vingers binnen handpalm naar JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

152


beneden) de kraag van UKE vast en grijpt met de rechterhand de gordel van UKE. TORI beweegt naar links en met zijn linkerbeen haakt hij in de linkerarm van UKE en zwaait het rechterbeen over de rug van TORI. TORI maakt een voorwaartse koprol onder het lichaam van UKE door. TORI plaatst het linkerbeen over het hoofd van UKE, plaatst de rechtervoet over de linkervoet en zet de klem aan. 6.4 Hiza gatame Basis TORI in ruglig en UKE zit op beide knieën tussen de benen van TORI. UKE valt TORI frontaal aan (rechterhand UKE wilt linkerkraag TORI vastnemen; linkerarm UKE grijpt naar rechterarm TORI). TORI rolt de rechterarm van UKE op door zijn linkerarm onder de rechterarm van UKE te schuiven en opnieuw over de rechterarm van UKE te brengen (van binnen naar buiten) zodat TORI UKE’s rechterarm controleert onder de linkeroksel en maakt gelijktijdig een rechter EBI beweging door steun te nemen op de rechtervoet en de linkerheup naar buiten te draaien. TORI ligt nu licht op de rechterzijde met de linker handpalm is in steun op het rechter ellebooggewricht van UKE. De rechterhand van TORI heeft de linkerkraag van UKE vast. TORI zet de rechtervoet in de 1inkerlies van UKE, UKE steunt op de gestrekte linkerarm. TORI plaatst de linkervoet op de rechterheupkam van UKE en drukt UKE met het zitvlak tegen de hielen. UKE komt in steun op de linkervoorarm. TORI zet de klem aan door druk uit te oefenen met de linkerknie. Situatieve vorm 1 TORI controleert UKE in KESA GATAME. UKE bevrijdt zijn rechterarm maar houdt deze gestrekt. TORI neemt met de linkerhand de rechterpols en draait de pinkzijde JUDOCLUB Balen-Mol-Olmen vzw - MZ: Broekstraat 135 – 2491 Olmen

153


van UKE naar de mat. TORI schuift zijn rechterknie onder het ellebooggewricht van UKE brengt zijn eigen rechterschouder in contact met de rechterschouder van UKE en plaatst zijn linkerknie op de pols van UKE tussen zijn linkerhand en UKE’s elleboog. Tori zet de klem aan door zijn rechterknie opwaarts te tillen met een draaiende beweging over de rechtervoet. Situatieve vorm 2 TORI controleert UKE in USHIRO GESA GATAME. UKE bevrijdt zijn linkerarm maar houdt deze gestrekt. TORI neemt met de linkerhand de linkerpols en draait de pinkzijde van UKE naar de mat. TORI schuift zijn rechterknie onder het ellebooggewricht van UKE brengt zijn eigen rechterschouder in contact met de linkerschouder van UKE en plaatst zijn linkerknie op de pols van UKE tussen zijn linkerhand en UKE’s elleboog. Tori zet de klem aan door zijn rechterknie opwaarts te tillen met een draaiende beweging over de rechtervoet.


154



155



156

LEER- EN EXAMEN PROGRAMMA JUDOCLUB BALEN-MOL-OLMEN Vergunning 1068

Recommend Documents