lastenboek DAKWERKEN administratieve en technische bepalingen
LUCIEN
MINGELS architect
BLOEMENSTRAAT 9
3770 RIEMST TELEFOON & FAX
012 / 45 24 02
[email protected]
Dhr. en Mevr. FRANKEN-CURVERS
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
1
BELANGRIJKE OPMERKING Voor deze aanneming is van toepassing: Het Algemeen Bestek voor de Uitvoering van Privé-Bouwwerken, 2de deel, Technische Voorschriften, Aflevering 1 tot en met 22, uitgegeven door het W.T.C.B., F.A.B., en N.C.B., Lombaardstraat 41, 1000 Brussel, en Het Algemeen Bestek N.M./T. 80, van de Nationale Maatschappij voor de Huisvesting, Breydelstraat 12, 1040 Brussel.
COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, vertaald in een andere taal of computertaal, of openbaar gemaakt, in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de auteur, Architect Lucien MINGELS, Bloemenstraat 9, 3770 Vlijtingen - Riemst. ©2012
2
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
INHOUD ARTIKEL 0 ALGEMENE BEPALINGEN EN CLAUSULES..............................................................................4 0.1 Préambule. ............................................................................................................................................4 0.3 Voorschriften betreffende materialen. ...................................................................................................6 0.4 Gemeenschappelijke prestaties voor alle bouwvakken.........................................................................6 0.5 Uitvoering van werken gedurende het winterseizoen............................................................................6 0.7 Coördinatie ontwerp en verwezenlijking. ............................................................................................... 6 ARTIKEL 1 VOORBEREIDENDE WERKEN ...................................................................................................7 1.1 Voorafgaande werkzaamheden. ...........................................................................................................7 1.2 Inrichting van de bouwplaats. ................................................................................................................7 1.3 Bouwrijp maken van het bouwterrein. ...................................................................................................7 ARTIKEL 9 TIMMERWERKEN ........................................................................................................................9 9.1. Algemeen. ............................................................................................................................................9 9.2 Daktimmer. ..........................................................................................................................................10 9.3 Dakvensters en kapellen: ....................................................................................................................11 9.4 Roosteringen of balklagen............................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 9.5 Diverse. ...............................................................................................................................................11 9.6 Plaatsing en verankeringen. ................................................................................................................12 ARTIKEL 10 DAKBEDEKKINGEN ................................................................................................................13 10.1 Préambule. ........................................................................................................................................13 10.2 Onderdakmaterialen. .........................................................................................................................13 10.3 Dakbedekkingsmaterialen: ................................................................................................................14 10.4 Lichtkoepels. ..............................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 10.5 Dakrandafwerkingen. ........................................................................................................................15 ARTIKEL 11 LOODWERKEN ........................................................................................................................16 11.1 Algemeen. .........................................................................................................................................16 11.2 Toepassing. .......................................................................................................................................16 ARTIKEL 12 ZINK- EN KOPERWERKEN .....................................................................................................18 12.1 Algemeen. .........................................................................................................................................18 12.2 Uit te voeren werken in zink. .............................................................................................................18 12.3 Uit te voeren werken in koper.....................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. ARTIKEL 14 THERMISCHE ISOLATIE .........................................................................................................22 14.1 Algemeen. .........................................................................................................................................22 14.2 Materialen. ........................................................................................................................................22 ARTIKEL 17 VERLUCHTINGEN ...................................................................................................................25 17.1 Algemeen. .........................................................................................................................................25 17.2 Verluchtingen van kelders en kruipkelders.................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 17.3 Verluchting keuken. ....................................................................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 17.4 Verluchting rechtstreeks via het plat dak. .........................................................................................25 17.5. Rechtstreekse verluchting door buitenmuren. ...........................Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 17.6 Verluchting via zolders. .....................................................................................................................25
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
3
ARTIKEL 0 ALGEMENE BEPALINGEN EN CLAUSULES 0.1 Préambule 0.1.01 Voorwerp van de aanneming: Opdrachtgever: Dhr. en Mevr. FRANKEN-CURVERS, Steenweg 83, 3621 Rekem – Lanaken. Ligging van het bouwterrein: Heiligestrraat 13b, 3770 Herderen – Riemst. 0.1.02 Omvang van de aanneming: Deze aanneming omvat alle in de meetstaat gespecificeerde artikels, horende bij dit bijzonder bestek. 0.1.03 Aard van de aanneming - overeenkomsten: Deze aanneming geschiedt volgens een overeenkomst met relatieve aannemingssom. Bestaande uit: a. een gedeelte tegen prijslijst voor de posten waarvan de hoeveelheid is opgegeven b. een gedeelte tegen totale prijs voor alle andere posten. 0.1.04 Prijsherzieningen: Er zal geen herzieningsformule worden toegepast. 0.1.05 Toepassing van de btw: De voor de aanneming op te geven prijzen moeten worden berekend exclusief btw. Voor de btw is een afzonderlijke post in de opmeting opgenomen. 0.1.06 Wijze van aanbesteding: Beperkte aanbesteding zonder openbare opening. De prijsaanbiedingen dienen toe te komen in de burelen van: Architect Lucien Mingels, Bloemenstraat 9 te 3770 Riemst-Vlijtingen. Uiterste datum: De omslagen vermelden het volledige adres van de ontwerper, alsmede de bijkomende vermelding: Inschrijving: 0.1.07 Bij de inschrijving te voegen documenten: Slechts de door de ontwerper ter beschikking gestelde documenten van de samenvattende opmeting zullen aanvaard worden. De samenvattende opmeting vermeldt naast de vermoedelijke hoeveelheden (onveranderd over te nemen) tevens de vaste hoeveelheden (te controleren door de aannemer) en de kostprijs van de stabiliteitsstudies (eveneens onveranderd over te nemen). Inschrijvingen zijn slechts aanvaardbaar onder voorwaarde dat ALLE gevraagde eenheidsprijzen zijn ingevuld, alsmede de totalen per artikel, het algemeen totaal en de btw. Prijsaanbiedingen niet als dusdanig opgemaakt worden geweigerd. 0.1.08 Vermoedelijke hoeveelheden: Elke wijziging van de vermoedelijke hoeveelheden, vermeld in de samenvattende opmeting, is verboden. 0.1.09 Vaste hoeveelheden: De vaste hoeveelheden opgegeven in de meetstaat horende bij dit bijzonder lastenboek zullen slechts gelden als indicatie. Zij dienen door de inschrijver gecontroleerd en desnoods verbeterd te worden. Door het onveranderd over te nemen van de vaste hoeveelheden vermeld in de meetstaat, verklaart de aannemer zich akkoord met de opgegeven hoeveelheden, en kan hij onder geen enkel beding deze hoeveelheden later aanpassen. 0.1.10 Aannemingsdocumenten: De aanneming wordt geregeld door: 1. Onderhavig bijzonder lastenboek. 2. De samenvattende opmeting. 3. De uitvoeringsplannen.
4
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
De van toepassing zijnde technische voorschriften waarnaar in onderhavig bestek wordt verwezen, zijn die welke gelden één maand voor de uitschrijving van de aanbesteding. 0.1.11 Uitvoeringsdocumenten: De aannemer ontvangt van de ontwerper binnen de met het werk en programma verenigbare termijnen, alle plannen en detailtekeningen, welke door de opdrachtgever zijn goedgekeurd, en die nodig zijn voor de goede uitvoering. Deze, na de aanbesteding bijgebrachte documenten, zullen beschouwd worden als contractuele documenten, tenzij bij formele weigering, bij aangetekend schrijven binnen de termijn van 8 dagen na ontvangst, door de aannemer. 0.1.12 Wijziging tijdens de uitvoering van de werken: Zo de ontwerper in overleg met de opdrachtgever de in de aanbestedingsdocumenten vervatte bepalingen wijzigt tijdens de uitvoering van de werken, dan moeten deze wijzigingen vermeld worden in het dagboek van de werken, ofwel schriftelijk ter kennis gebracht worden van de aannemer. Deze laatste wijst de ontwerper en de opdrachtgever, binnen een termijn van 8 dagen, op de weerslag van deze wijzigingen op de uitvoeringstermijn, en de prijsimplicaties. 0.1.13 Wijziging van de omvang van de aanneming: Er wordt uitdrukkelijk gesteld dat de bouwheer zich het recht voorbehoudt om, zelfs na de aanbesteding, bepaalde posten geheel of gedeeltelijk, uit de aanneming te trekken, zonder dat de aannemer hiervoor enige schadeloosstelling kan eisen. 0.1.14 Voorziene sommen: Materialen die door een forfaitair bedrag of een opgegeven prijs per hoeveelheid worden bepaald, kunnen door de opdrachtgever vrij gekozen en bepaald worden. Deze bedragen zijn steeds netto berekend, zonder winstmarge voor de aannemer, op basis van de kleinhandelsprijzen, exclusief btw, waarbij de vervoerkosten naar de werf steeds in de prijs berekend zijn. De aannemer zal deze posten slechts mogen uitvoeren nadat hij van de bouwheer een lijst met hoeveelheden en prijzen van de gekozen materialen in drievoud ter ondertekening heeft voorgelegd. Een verrekening zal bij de voorlopige oplevering aan de hand van deze bescheiden geschieden. 0.1.15 Aanvang der werken: De aanvangsdatum wordt in gemeenschappelijk overleg tussen de opdrachtgever en architect enerzijds, en de aannemer anderzijds, bepaald. 0.1.16 Voltooiingtermijn: Zie ‘overeenkomst bouwheer - aannemer’. 0.1.17 Planning der werken: Tenminste 14 dagen voor de geplande aanvangsdatum dient de aannemer een gedetailleerde planning voor te leggen aan de ontwerper. Deze planning zal dienen als controle voor de uitvoeringstermijn, en als leidraad voor coördinatie met andere aannemingen. 0.1.18 Dagboek der werken: Het dagboek, van het type zoals gebruikt wordt voor openbare werken dient dagelijks door de aannemer te worden bijgehouden, en ten allen tijd ter beschikking te zijn van zowel opdrachtgever als de ontwerper. 0.1.20 Voorlopige en definitieve oplevering: De bepalingen van het Algemeen Bestek F.A.B., eerste deel, zijn van toepassing. 0.1.21 Betalingen: De betalingen zullen geschieden in schijven die minstens een bedrag van 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) vertegenwoordigen. Elke betalingsaanvraag dient vergezeld van een vorderingsstaat welke vooraf ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de ontwerper. 0.1.22 Boetes wegens vertraging: Voor iedere kalenderdag vertraging van de goedgekeurde voorlopige oplevering, zijnde de uiterste voltooiingtermijn, zoals bepaald onder art. 0.1.16, zal een boete van 75,- euro (vijfenzeventig euro) toegepast worden. Deze boete kan zonder verdere pleegvorm van de nog uit te voeren betalingen worden afgehouden.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
5
0.3 Voorschriften betreffende materialen De bepalingen van art. 1.3 van het Algemeen Bestek F.A.B. voor de uitvoering van privé-bouwwerken, 2de deel, Technische Voorschriften, is van toepassing. De aannemer staat in voor de levering van de bouwmaterialen, het afladen ervan, en het opslaan op de werf. De materialen worden visueel gekeurd door de ontwerper op de werf. Tot controle van, en proeven op de bouwmaterialen zal slechts worden overgegaan in geval van ernstige twijfel. De kosten van deze proeven komen ten laste van de opdrachtgever indien de resultaten van de proeven voldoen aan de voorschriften van het refertereglement. Indien de resultaten niet voldoen aan deze voorschriften zijn de kosten ten laste van de aannemer.
0.4 Gemeenschappelijke prestaties voor alle bouwvakken De bepalingen van art.1.4 van het Algemeen Bestek F.A.B. voor de uitvoering van Privé-bouwwerken, 2de deel, Technische Voorschriften, zijn van toepassing. 1. Schoonmaken van de werf en omgeving. 2. Instandhouding van de bouwwerken. 3. Voorschriften betreffende organisatie en coördinatie der werken en overeenkomst met afzonderlijke bouwvakken is van toepassing.
0.5 Uitvoering van werken gedurende het winterseizoen De bepaling van art 1.5 van het Algemeen Bestek F.A.B. voor de uitvoering van Privé-bouwwerken, 2de deel, Technische Voorschriften zijn van toepassing. 1. Algemene Bepalingen: de voorschriften van aflevering 5 + 6 van het Algemeen Bestek F.A.B. moeten worden nageleefd. 2. Uitvoeringstermijn: geen andersluidende bepalingen. 3. Algemene beschermingsmaatregelen: geen andere bepalingen.
0.7 Coördinatie ontwerp en verwezenlijking De aannemer zal zich schikken naar de wettelijke en reglementaire voorschriften betreffende het welzijn van de werknemers (wet 04.08.1996; KB 25.01.2001) en zal deze tevens doen naleven door zijn onderaannemers. Bij inbreuken op deze voorschriften en in het bijzonder bij een werkongeval zullen de aannemer en zijn rechtverkrijgenden zich onthouden van iedere vervolging tegenover de opdrachtgever, de architect, de ingenieur en de veiligheidscoördinator, behalve indien één van hen opzettelijk een inbreuk of het ongeval heeft veroorzaakt. Daar deze clausule opgelegd wordt aan iemand anders, zal de aannemer dezelfde clausule inlassen in zijn overeenkomsten met zijn onderaannemers evenals in zijn wettelijk verzekeringscontract voor werkongevallen. Alle voorzieningen met betrekking tot de hoger genoemde veiligheid zijn inbegrepen in de prijsofferte.
6
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
ARTIKEL 1 VOORBEREIDENDE WERKEN Alle hierna beschreven werken dienen inbegrepen te zijn in de totaalprijs.
1.1 Voorafgaande werkzaamheden 1.1.4 Bouwlijn, hoogtepeilen, oriëntatiepunten: Hoogtepeilen: de aannemer zal zich strikt houden aan de peilen zoals aangegeven op de plannen, en zoals medegedeeld door de ontwerper. 1.1.5 Uitzetten en afbakenen van de werken: De aannemer van de ruwbouwwerken moet het gebouw afbakenen volgens de maten van het plan. De aannemer wordt verondersteld de maten van de plannen te hebben gecontroleerd tot de afbakeningswerken voltooid zijn, alvorens de werken aan te vangen.
1.2 Inrichting van de bouwplaats 1.2.1 Voorlopige bouwplaatsschutting: De aannemer zal op eigen kosten een degelijke en doeltreffende afsluiting plaatsen om te beletten dat derden de werf betreden Ingeval de aannemer dient gebruik te maken van het openbaar domein voor het opslaan van materialen, dient hij de desbetreffende overheid in kennis te stellen hiervan, en de door deze overheid opgelegde voorschriften wat betreft afsluitingen, verkeersborden, signalisatie, enz. strikt na te leven. Hij dient er zorg voor te dragen dat eventuele voorbijgangers zo weinig mogelijk hinder ondervinden van de werken, en de bouwwerf zodanig af te schermen dat geen schade kan toegebracht worden aan derden door eventueel vallende brokstukken of materialen. 1.2.4 Diverse aansluitingen: Indien er geen bijzondere melding gedaan wordt in de meetstaat is er gelegenheid tot aansluiting op: de openbare waterleiding en het elektriciteitsnet. De voorlopige aansluitingen gebeuren met de zorgen van en op kosten van de aannemer, en dit tevens voor het verbruik gedurende de volledige bouwperiode. 1.2.5 Verlichting van de bouwplaats: De bouwplaats moet voorzien worden van een kunstverlichting wanneer gewerkt moet worden na zonsondergang, of in lokalen met ontoereikende natuurlijke verlichting. De verlichting en de lichtsterkte moeten overeenstemmen met de voorschriften van het algemeen reglement op de arbeidsbescherming. Zie ook aflevering 2.26 van het Algemeen Bestek F.A.B., 2de deel.
1.3 Bouwrijp maken van het bouwterrein 1.3.3 Afvoer van oppervlaktewater: De aannemer dient ervoor te zorgen dat dit zoveel mogelijk afgevoerd wordt opdat de werf zo droog mogelijk zou blijven. 1.3.5 Schoringswerken en voorzorgen: In geen geval zal de aannemer zich kunnen beroepen op onwetendheid voor het niet uitvoeren van schoringswerken en eventueel daaruit voortvloeiende ongevallen of schade. Tijdens afbraakwerken, gronden delfwerken, funderings- en bouwwerken, dienen de nodige voorzorgen genomen te worden opdat er geen enkel gevaar bestaat voor enige schade aan personen, aanpalende constructies of eigen werk. Hiervoor dienen de nodige stut- en schoringswerken te worden uitgevoerd. Zie ook aflevering 2.31 van het Algemeen Bestek F.A.B., 2de deel. 1.3.7 Opruimen van de werf:
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
7
Iedere aannemer staat in voor de verwijdering van het puin en de afval die overgebleven is van zijn werk. hij moet het door hem uitgevoerde werk in een zodanige toestand achterlaten dat de andere aannemers hun werk zonder hinder kunnen uitvoeren. Bij de voorlopige oplevering moet alle afval van de werf verwijderd zijn.
8
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
ARTIKEL 9 TIMMERWERKEN 9.1. Algemeen 9.1.1 Houtsoort: Het hout zal geen ongezonde knopen of wankanten vertonen. Dwarsvezelig, gespleten of blauw hout zal geweigerd worden. Inlandse den "Epicea" Fijnspar meestal afkomstig uit de Ardennen, botanische naam Picea Abies. Gewicht: 460 kg/m3 bij 12 % vochtgehalte, duurzaamheidsklasse IV. In principe kan Epicea verzaagd worden in elke gewenste afmeting. De grotere zagerijen beperken zich echter tot de standaardafmetingen (zie Inleiding). Epicea wordt ongedroogd of versgezaagd aangeleverd. Lengtematen: 3.00 / 3.30 / 3.60 / 3.90 / 4.20 / 4.50 / 4.80 / 5.10 / 5.40 / 5.70 / 6.00m Mits prijstoeslag: 6.30 / 6.60 / 6.90 / 7.20 / 7.50 / 7.80 / 8.10m Uitzondering: buitenlandse zagerijen die telkens met 0.50m opgaan Stockvoorraad: 75 x 225 ◊ 63 x 175 / 63 x 150 ◊ 58 x 73 / 58 x 63 ◊ 50 x 150 ◊ 24 x 100 Panlat 24 x 32 / Tengellat 15 x 32 Bekistingskwaliteit (2de keus) 75 x 225 ◊ 63 x 150
Rood Noords Grenen Grove den, meestal afkomstig uit Scandinavië en de voormalige USSR, botanische naam Pinus Sylvestris. Gewicht 510 kg bij 12 % vochtgehalte, klasse III/IV. Ïn België enkel verkrijgbaar in de standaardafmetingen (zie Inleiding). Lengtematen: 1.20 / 1.50 / 1.80 / 2.10 / 2.40 / 2.70 / 3.00 / 3.30 / 3.60 / 3.90 / 4.20 / 4.50 / 4.80 / 5.10 // langere lengten 5.40/5.70 en 6.00 zijn zeldzaam. Stockvoorraad: 75 x 225 ◊ 63 x 175 / 63 x 150 ◊ 50 x 175 / 50 x 150 / 50 x 125 / 50 x 100 ◊ 38 x 100 ◊ 25 x 200 / 25 x 150 / 25 x 100 ◊ 19 x 150 / 19 x 100
Oregon en/of Douglas Pine Alhoewel in NBN 199 deze spar onder twee verschillende nummers voorkomt, nl. nr 416 voor Oregon/Douglas afkomstig uit Amerika en nr 108 voor hout afkomstig uit Europese voornamelijk Franse bossen, betreft het hier één en dezelfde botanische soort: Pseudotsuga menziesii (MIRB) Franco ofwel de Pseudotsuga taxifolia BRITT. of nog de Pseudotsuga douglasii. Gewicht: 530 kg bij 12 % vochtgehalte, duurzaamheid klasse III. Bemerking: Het Amerikaans Oregon wordt ingevoerd in de kwaliteit Select & Merchantable welke grotere fouten tolereert dan gebruikelijk voor sorteringen in België. Er heerst dan ook soms enige verwarring wanneer 1ste keus Oregon wordt voorgeschreven aangezien het voor timmerhout duidelijk niet gaat over de schrijnwerkerijkwaliteit Clear & Better, het zogenaamde Oregon-Kroon (zie verder), en de timmerkwaliteit volgens Amerikaans norm niet beantwoordt aan de verwachtingen. Een vakkundige nasortering door Uw houthandelaar kan de oplossing brengen. Lengtematen Amerikaans Oregon: 3.05 / 3.65 / 4.25 / 4.90 / 5.50 / 6.10 / 6.70 / 7.30 (met twee voet opgaand) / 7.90 / 8.50 / 9.10 / 9.70 / 10.30m Uitzonderlijk zijn langere lengten beschikbaar. De prijs wordt echter bepaald door de lengte: hoe langer hoe duurder. Stockvoorraad: 80 x 230 ◊ 65 x 180 ◊ 65 x 155 Vierkante balken: 55 x 155 ◊ 205 x 205 ◊ 255 x 255 ◊ 305 x 305 ◊ 105 x 305 Indien andere secties vereist zijn, dienen deze uit de 3 hoofdmaten of uit vierkante balken te worden verzaagd, wat een extra kost en een rendementsverlies meebrengt terwijl in RNG deze secties meestal beschikbaar zijn. Afmetingen in Douglas: naargelang de zagerij worden de Amerikaanse of de Europese maten gevolgd.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
9
Sommige zagerijen verhogen de lengte met 0,50 m In principe kunnen bestekken in Europees Douglas in eender welke maat gezaagd worden op bestelling mits een voldoende grote order.
9.1.2 Courante afmetingen voor Inlands en/of Europees naaldhout : · Gordingbalken : 63x150 / 63x175 / 75x200 / 75x225 · Keperbalkjes : 58x63 / 58x73 / 63x73 · Keperspanten : 25x150 / 32x175 / 38x150 / 38x175 / 38x225 · Planken : 19x100 / 19x150 / 24x100 / 24x150 · Lengtematen : 180 / 240 / 300 / 330 / 360 / 390 / 420 / 450 / 480 / 510 / 540 / 570 / 600 mm · Tengellatten : 15x32 / 15x38 / 18x32 / 26x32 · Panlatten : 24x32 / 26x32 / 26x38 / 32x32 9.1.3 Bescherming van het hout: Alle houtdelen die in aanraking komen met metselwerk of beton, worden vooraf geïmpregneerd of geschilderd met een niet vervliegend en rotwerend product ofwel met een zuivere loodmenie die in 2 lagen wordt aangebracht. Alle timmerhout zal een behandeling ondergaan: het zal gedrenkt worden in een bad en dit bij een gespecialiseerde firma die hiervoor een attest aflevert. Dit product moet aan volgende eisen voldoen: - Het oefent een zwam-, insecten- en bacteriën-dodende werking uit. - Het vervliegt niet en is ongevoelig voor vocht, regen en grondwater. - Het is niet giftig voor mensen en dieren. - De ontvlambaarheid van hout wordt niet verhoogd. - Het product is kleurloos, sneldrogend en reukloos. - Het behandeld hout moet later eventueel kunnen geverfd, gevernist of geboend worden. Zie ook aflevering 9.1 en 9.2 van het Algemeen bestek F.A.B.
9.2 Daktimmer 9.2.1 Algemeen: De vorm van het dak en de wijze van constructie, hetzij gordingen in draagmuren, gordingen op een spantconstructie, keperspanten, enz., de hout doorsneden en de wijze van verbindingen zijn vermeld op de plannen. In deze aanneming zijn tevens buiten de hout constructiedelen zoals gordingen, kepers, muurplaten, nokken en ruiters volgens maten aangegeven op de plannen en in dit bestek, de kosten van de nagels, bouten, winkelhaken, ankers, bandijzers, enz. begrepen. De opleg van de nokken en de gordingen bedraagt minimum 9 cm. Alle stukken worden stevig in of aan de muren verankerd. De houtverbindingen van de dakgebinten worden uitgevoerd volgens aanduidingen op de detailplannen met pen en gatverbindingen of inkepingen. Vooraleer de delen samen te voegen worden ze geschilderd met zuivere lijnolie. De verbindingen worden daarna aan elkaar bevestigd door middel van bouten 0,15 mm , voorzien van metalen moerschijfjes, ijzeren winkelhaken, bandijzers, kramplaten of met nagels. De ontwerper zal de nodige inlichtingen verstrekken indien zij niet vermeld zijn op de detailplannen. Alle metalen delen die gebruikt worden voor bevestigingen zijn van een beschermde laag te voorzien, ttz. gegalvaniseerd of voorzien van 2 lagen loodmenie. De muurplaten dienen aan de muur bevestigd door middel van gegalvaniseerd bandijzer, verankering om de 60 cm. Keperwanden worden opgebouwd uit een muurplaat 50/150, wandkepers 38/150, klossen en een keerplank onderaan de vloer als stootbord voor de chape. Op aanwijzing van de architect aannemer verwarming, sanitair en elektriciteit zullen bijkomende verstevigingen voorzien worden voor de bevestiging van stopcontacten, .... 9.2.2 Uit te voeren werken: 1- Muurplaten, alsook de vloerplaten voor de constructie van de keperwanden in (5) 50 x 140 mm: m1 2- Gordingen 75 x 225 mm: 22,50 m1 3- Kepers en klossen 38 x 150 mm: 404,10 m1 4- Kepers als opvullingplanken bij de aansluiting van de holle welfsels met de kepers van het dak 38 x 150 mm: 42,00 m1 5- Keperwanden en klossen 38 x 150 mm (badkamer): 38,70 m 6- Kepers bij de dakoversteken 38 x 150 mm: 18,75 m1
10
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
9.2.3 Plank achter de goot: Aan de onderzijde van het dak zal tegen de kepers een plank worden aangebracht, 100 x 25 mm, voor bevestiging van de dakgoot. De voorzijde van de plank zal gelijk liggen met de voorzijde van het gevelmetselwerk, zodat de plank met de onderzijde op de muur rust, en de goten kunnen worden aangebracht zonder dat de plank zichtbaar is van beneden. De plank is in R.N.D., gedrenkt, zoals het overige timmerhout. Meting: m1
9.3 Dakvensters en kapellen 9.3.2 Dakvensters in het dakvlak gelegen: Geprefabriceerde ramen, gereed voor montage op de werf, voorzien van alle nodige hulpstukken aangepast aan het type van dakbedekking en voorzien van dubbele beglazing. Merk Velux of evenwaardige. Type: met zonnescherm (elektr. bediening), met isol. kader & onderkraag en – afvoergootje. Meting:
9.5 Diverse 9.5.1 Zoldertrap: In het plafond van de verdieping zal een uitschuifbare aluminium zoldertrap worden aangebracht. De onderzijde van het plafond zal worden afgewerkt met een houten kader met bijhorend afdekluik. Het geheel is te monteren volgens de voorschriften van de fabrikant. De opening in het plafond zal 1,30 x 0,60 m bedragen, zodat de trap zonder bijkomende werken kan worden geplaatst. Plaats van de trap is aangegeven op het verdiepingsplan. Meting: 1 stuk 9.5.4 Beplanking: Het plafond van het portaal zal worden afgewerkt d.m.v. een beplanking met tand en groef (klikplanken) en voorzien van een vingerlasverbinding. Houtsoort: Western Red Cedar, afm. 19 mm x 100 mm. De planken zullen zorgvuldig worden geplaatst met een kleine speling, zodat zij kunnen werken onder invloed van temperatuurverschillen en wisselende vochtigheidsgraad. De bevestiging is onzichtbaar en wordt altijd met rvs-elementen bevestigd. De aannemer zal er goed op letten dat er geen vlekken zullen achterblijven op de zichtzijde. Behandeling is niet inbegrepen in de aannemingsprijs. Meting: m2. Het plafond van het terras zal worden afgewerkt met een beplanking met tand en groef (klikplanken). Houtsoort : . De planken zullen zorgvuldig worden geplaatst met een kleine speling, zodat zij kunnen werken onder invloed van temperatuurverschillen en wisselende vochtigheidsgraad. De beplanking zal worden behandeld met een houtbeschermingsproduct dat niet giftig is voor mensen. Kleur te bepalen door de architect, aan de hand van een kleurstaal. Behandeling is niet inbegrepen in de aannemingsprijs. Meting: m2. 9.5.5 Bekleding met gladde, harde houtvezelplaten: Uitvoering in gladde, watervaste platen, vervaardigd uit houtvezels en lijm, onder middelzware druk geperst. De platen zijn geschikt om achteraf te worden geschilderd of gelakt. Merk: Bruynzeel Multipaint, of evenwaardig. Dikte: 18 mm. De platen worden d.m.v. nagels of schroeven bevestigd op een dragende onderconstructie van kepers of bruggen. Na bevestiging van de platen worden de nagel- of schroefgaten gedicht d.m.v. een aangepaste vulpasta, die volledig glad afgewerkt wordt (eventueel opschuren), zodat zij zonder bijkomende behandelingen kunnen worden afgewerkt (vb. lakken). Voegen tussen 2 platen worden afgewerkt volgens aanwijzingen van de architect. Meting:
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
11
9.5.6 Bekleding met p.v.c.: Uitvoering in p.v.c. , type P144 van Deceuninck. Kleur: ral 9006 (wit aluminium). Achter de goot wordt een p.v.c.-hardschuimplaat (ral 9006) voorzien. Zij dient als bekleding van de plank genoemd in 9.2.3 en als afwerking van de hoekovergang van het verticale met het horizontale vlak. Alle aansluitingsprofielen worden in dezelfde kleur uitgevoerd. Toepassing: dakoversteek hellend dak Meting: p.v.c. beplanking: m2 afwerking gootplank: m1. 9.5.8 Isolatie: Tussen de onderkant van het onderdak en de bovenrand van alle binnenmuren wordt een isolatie (op basis van minerale wol met een minimumdikte van 6 cm) geplaatst. Deze isolatie wordt op een zodanige breedte gesneden dat er een volledige vulling van isolatie tussen de kepers wordt gerealiseerd. Daarna kan het onderdak geplaatst worden. Meting: S.O.G.
9.6 Plaatsing en verankeringen Bij de plaatsing moeten alle stukken van de constructies precies de plaats innemen die daarvoor werd klaargemaakt en hun vlakken moeten zich precies op de voorziene plaats bevinden. Het daktimmerwerk wordt zo aan de ruwbouw verankerd dat zich geen enkele verplaatsing kan voordoen onder invloed van de statische belasting of de windbelasting. Wanneer het daktimmerwerk geplaatst wordt in de nabijheid van rookkanalen dan moet het hout in de nabijheid van rookkanalen tenminste 16 cm van het binnenvlak van de rook- en ventilatiekanalen geplaatst worden, en op tenminste 3 cm van het buitenvlak van die kanalen. Muurplaten: worden stevig verankerd, hetzij aan de onmiddellijk lager liggende vloer, hetzij aan een ringbalk, hetzij in het zich daaronder bevindende metselwerk. Verankering met gegalvaniseerd bandijzer van tenminste 40 x 1 mm of een ander door gerechtvaardigd systeem. Nokken: bevestigd op de spanten of in de voorziene dakspitsen. Ingeval van bevestiging in metselwerk, dienen zij goed ingemetseld. Gordingen: idem als nokken. Om een behoorlijke stijfheid van de dakvlakken te verzekeren, doet men er goed aan lange gordingen te gebruiken die verscheidene overspanningen beslaan. Kepers: door middel van kepernagels van voldoende lengte en diameter aan de gordingen te bevestigen. Onderlinge afstand: 34 cm vrije ruimte tussen de kepers. Bovenvlakken van de kepers moeten in hetzelfde vlak liggen. Windverband: het is noodzakelijk voorlopige en/of definitieve windverbanden te plaatsen. De aannemer kan geen enkele vorm van verhaal inbrengen als er schade ontstaat door het niet aanwezig zijn van windverbanden, zelfs indien deze niet zouden aangegeven zijn op de plannen.
12
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
ARTIKEL 10 DAKBEDEKKINGEN 10.1 Préambule Dit artikel is niet van toepassing op dakbedekkingen in glas. Zie ook aflevering 12.1 van het Algemeen Bestek F.A.B. Minimum afmetingen van de te gebruiken tengellat: dikte 15 mm, breedte 30 mm
10.2 Onderdakmaterialen 10.2.1 Soepele materialen op rollen: a. Kraftpapier, geïmpregneerd met koolwaterstofproducten of andere waterwerende producten, bekleed met aluminiumfolie (sisalkraft of evenwaardige). Tengellatten inbegrepen in de prijs. Meting: c. Stabiel spinvezelvlies uit polipropyleen: Deze folie mag geplaatst worden zonder onderliggende verluchting. Plaatsing volgens de voorschriften van de fabrikant. Tengellatten inbegrepen in de prijs. Merknaam: DELTA-MAXX PLUS van Dörken. Meting: d. HDPE (High density polyethyleen) 2 Soepel onderdakscherm met een gewicht van 165 g/m bestaande uit niet-geweven polyethyleenvezels met een hoge dichtheid, met een bekleding van niet-geweven thermisch gebonden polypropyleenvezels. Door zijn samenstelling is het scherm zeer dampdoorlatend met een Sd-waarde van 0,025 m. Het draadnet in HDPE met een totale dikte van de functionele laag van 175 μm zorgt voor een zeer hoge UVbestendigheid en een perfecte waterdichtheid. Dankzij zijn thermisch gebonden niet-geweven polypropyleenvezels. Door de hoge mechanische weerstand is het scherm geschikt voor zowel een doorlopende als een onderbroken ondergrond. In horizontale stroken te plaatsen vertrekkend van de onderkant. Overlapping min. 150 mm. Loshangende uiteinden moeten steeds worden vermeden, aangezien ze storend geritsel kunnen veroorzaken. Tengellatten inbegrepen in de prijs. Merknaam: Tyvek Typrotec (grijze vezel a.d. bovenkant, wit a.d. onderkant). Toepassing: onderdak Meting: m2. 10.2.2 Stijve materialen: a. Asbestvrije cementgebonden mineraalvezelplaten. Tengellatten inbegrepen in de prijs. Toe te passen product: Menuiserite 100 NT dubbel geperst - enkel geperst. Meting: c. Beplanking: zie art. 9.2.2. Zie ook aflevering 12.2.1 van het Algemeen Bestek F.A.B. 10.2.3 Materialen voor thermische isolatie: Zie art. 14 thermische isolatie. 10.2.4 Ventilerende onderlat: De luchtinlaat wordt het best gecreëerd door de tengellat met minimale dikte van 15 mm die doorloopt tot aan de goot. Deze luchtinlaat wordt afgewerkt met een aluminium vogelscherm om indringen van vogels en ongedierte tegen te gaan. Indien het door omstandigheden niet mogelijk is om de tengellatten te laten doorlopen tot aan de goot, bijvoorbeeld doordat de gootplank bovenop de spanten wordt geplaatst in plaats van ertussen, dient men Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
13
gebruik te maken van de ventilerende onderlat. Twee types: . zonder vogelscherm . met vogelscherm (voor sterk gegolfde pannen) Kleur: zwart. Materiaal: polypropyleen. Hoogte geperforeerde lat: 24 mm, totale hoogte: 32 mm. Hoogte afneembare voetjes: 8 mm. Hoogte vogelscherm: 60 mm. Meting: m1. 10.2.5 Aluminium vogelschroot: Toepasbaar voor dakvoet- en gevelafwerking. Nuttige breedte: 60 mm, nuttige lengte: 1,00 m. Kleuren: rood-bruin en bruin-zwart aan te passen aan de kleur van de pannen. Toepassing: puntgevels. Meting: m1.
10.3 Dakbedekkingsmaterialen 10.3.1 Pannen: "Pottelbergse pannen" 1° keus, met driedubbele kopsluiting en dubbele zijsluiting. De pannen zullen hard zijn, helder van klank, zonder scheuren of barsten, vorstbestendig, porositeit minder dan 10%. Deze aanneming omvat tevens van de panlatten, nagels, mortel en bijzondere stukken zoals vorstpannen,kantpannen, ondervorsten, haakvorsten, eindvorsten, verluchtingspannen, enz.. De plaatsing dient te geschieden met de grootste zorg en volgens de regels van de kunst. De latafstand wordt bepaald door het type pan. Vorstpannen moeten met speciale lakmortel ingelegd worden, met dezelfde kleur als de pan zelf. Achter de schouwen is een houten bebording aan te brengen waarop een keel moet rusten. Voor het plaatsen van de latten vergewist de dakdekker zich ervan dat de bovenzijde van de kepers geen holten of bulten vertoont. In geval de vlakheid van de dakbedekking in het gedrang zou komen, zal de aannemer daktimmerwerken deze gebreken herstellen alvorens men begint met het plaatsen van de dakbedekking. De aansluiting aan dakramen, schouwen, ontluchtingen, enz. zijn door de aannemer te voorzien. De pannen worden gelegd op panlatten van Rood Noors Grenen: afmetingen panlatten 26 x 40 mm. De latten zijn recht, goed beslagen en vertonen geen kwasten op hun ondervlak. Ze worden behandeld zoals beschreven in art. 9.1.2. Ze worden met geschrankte voegen gelegd op kepers, genageld door middel van draadnagels met platte kop en een lengte van 60 mm. Het onderste deel van de pannen van de onderste rij van het dakvlak wordt ondersteund door een lat die een zodanige dikte heeft dat de helling van de pannen behouden blijft en de pan niet "duikt". Tenminste 5 pannen/m2 worden aan het latwerk vastgemaakt door middel van draadnagels, die niet volledig door de sluiting worden gedreven. Wanneer de dakhelling groter is dan 45° worden 8 pannen/m2 vastgenageld. De onderste rij pannen wordt over de volledige lengte van het dakvlak vastgemaakt. De afgedekte pannen en de speciale stukken worden met de slijpsteen bijgewerkt. Geen enkel panstuk, kleiner dan een halve pan, mag gebruikt worden. Het mofeinde van de nokpannen wordt tegenover de richting van de heersende winden gelegd. Zie ook aflevering 12.6 van het Algemeen Bestek F.A.B. Panlatten, alle slijpwerk voor aansluitingen met kelen en noorden inbegrepen in de prijs. Meting: m2. 10.3.3 Leien op basis van vezelcement: De leien en hulpstukken zijn vervaardigd uit vezelcementmateriaal en bevatten in hoofdzaak volgende bestanddelen: Portland cement, asbestvrije wapeningsvezels, cellulosevezels. Gevel: Dubbele dekking of Maasdekking met ALTERNA-, BORONDA- en NEW STONIT-leien De Dubbele dekking of Maasdekking Deze dekkingsmethode kan algemeen beschouwd worden als het leidekkingssysteem dat internationaal de meeste bekendheid geniet. Het kan binnen zijn toepassingsgebied alle mogelijke moeilijkheidsgraden van een dakconstructie aan en biedt de meest wijde waaier van afwerkingsmogelijkheden. Uiteraard kan dit systeem zowel voor dakbedekking als voor gevelbekleding gebruikt worden en dit zowel in nieuwbouw als in renovatie.
14
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
10.5 Dakrandafwerkingen 10.5.1 Gevelpannen (links en rechts): Op de draagconstructie is een lat bevestigd die gelijk komt met het parementwerk. De gevelpannen worden op de latten bevestigd met een koperen nagel of gelijkaardig bevestigingsmateriaal. Meting: m1 10.5.3 Nokken bij pannendaken: De noklijn wordt bedekt met speciale nokpannen. Droge verwerking: Onder de nokpannen wordt een ventilerende ondernok aangebracht. Beide zijden van de aluminium kap hebben een aluminium schort (75 mm) voorzien van acrylaatcoating. De fijnegeplooide aluminium slab wordt gelijkmatig in de welving van de bovenste pannenrij gedrukt. Krachtige butylkleefstrips garanderen een duurzame bevestiging. Steeds wordt eerst een ruiter geplaatst, waartegen de pannen aansluitende worden geplaatst. De kleur is aan te passen aan de kleur van de pannen. Volgende elementen zijn in de prijs inbegrepen: . bevestigingsmateriaal, nagels, haken, ... . ruiter . ventileren ondernok . nokpan Meting: m1. 10.5.4 Dubbele welpannen: Verplicht te gebruiken daar waar nodig doch opgemeten in de totale oppervlakte der dakpannen. Inbegrepen in de prijs van de dakbedekking. 10.5.5 Detailafwerkingen aan bekledingen in leien. Zijranden: uit te voeren in zinken dakrand. Zie art. 12 van onderhavig bestek.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
15
ARTIKEL 11 LOODWERKEN/VOCHTDICHTINGSBAND 11.1 Algemeen Het lood moet zacht en hamerbaar zijn, gelijkmatig van dikte, zonder barsten noch scheuren. Zie ook aflevering 11.21.7 van het Algemeen Bestek F.A.B. 2de deel. De aannemer zal het lood inwrijven met een patineerolie ter voorkoming van grijze strepen en vlekken op het oppervlakte onder het bladlood. De aannemer mag ook een loodvervangend alternatief ter goedkeuring voorleggen.
11.2 Toepassing 11.2.3 Dichting aan schouwen: Stroken lood worden tot onder de zinken loketten omhoog geplooid en vastgenageld en op het dakbedekkingsmateriaal (leien, pannen) geplooid en neergedrukt. Bij leien verdient het aanbeveling het lood zoveel mogelijk in te werken tussen de leien, zodat het praktisch niet meer zichtbaar wordt in het dakvlak. Meting: De door de aannemer ruwbouwwerken ingemetste loodslabben worden op een vakkundige manier neer geplooid, aangedrukt en gesneden. De aannemer zink- en koperwerken zal, direct na het plaatsen, het lood inwrijven met een patineerolie ter voorkoming van grijze strepen en vlekken op het oppervlakte onder het bladlood. Bij leien verdient het aanbeveling het lood zoveel mogelijk in te werken tussen de leien, zodat het praktisch niet meer zichtbaar wordt in het dakvlak. Meting: 11.2.4 Dichting tussen plat dak en opgaande muren: In de opgaande muren boven platte daken zal een strook lood worden aangebracht die min. 10 cm uit de buitenmuur steekt, zodat de dakbedekking achteraf onder deze strook kan worden aangebracht, waarna de loodslab op de dakbedekking wordt neer geplooid en aangedrukt. De loodslab zal in de spouwmuur omhoog geplooid worden, zodat eventueel indringend regenwater niet naar binnen kan dringen, maar naar buiten wordt afgeleid via de open stootvoegen. Meting: 11.2.5 Dichting zijkant schuine ramen (dak) en opgaande muren: In de muren zal een loodslab worden aangebracht die minimum 10 cm uit het buitengevelvlak steekt, zodat de slab achteraf onder de glaslat van de schuine beglazing kan worden ingewerkt. In de spouw zal de slab worden omhoog geplooid over en hoogte van min. 8 cm. zodat eventueel indringend regenwater niet naar binnen kan vloeien. Aan de onderzijde van de schuine beglazing zal de loodslab voorbij de hoek van de muur tot gelijk met het buitengevelvlak worden aangebracht. Boven het lood zal hier minstens één stootvoeg worden opengelaten voor de evacuatie van eventueel indringend water. In de opgaande muren boven platte daken zal een strook PVC of EPDM worden aangebracht die min. 10 cm uit de buitenmuur steekt, zodat de dakbedekking achteraf onder deze strook kan worden aangebracht, waarna de slab op de dakbedekking wordt neer geplooid, aangedrukt en vastgelijmd. De slab zal in de spouwmuur omhoog geplooid worden, zodat eventueel regenwater niet naar binnen kan dringen, maar naar buiten wordt afgeleid via de open stootvoegen. De PVC- of EPDM-strook zal worden geplaatst door de aannemer dakwerken. De aannemer ruwbouwwerken zal tijdig contact opnemen met de aannemer dakwerken ten einde de werken door laatstgenoemde te laten uitvoeren. Toepassing:. Meting: m1. De door de aannemer ruwbouwwerken ingemetste loodslabben worden op een vakkundige manier neer geplooid, aangedrukt en gesneden. 16
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
De aannemer zink- en koperwerken zal, direct na het plaatsen, het lood inwrijven met een patineerolie ter voorkoming van grijze strepen en vlekken op het oppervlakte onder het bladlood. Meting:
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
17
ARTIKEL 12 ZINKWERKEN 12.1 Algemeen Het zink of koper is gelijkmatig van kleur, vrij van schilfers en scheuren of gelijk welke gebreken, die de sterkte van het materiaal kunnen verminderen. Elk blad moet het nummer en het merkteken van de fabrikant dragen. De kosten van lassen, verankeringen, klangen enz. moeten in de prijs inbegrepen zijn. Bijkomende voorschriften voor koper: Aflevering 11.21.5 van het Algemeen Bestek F.A.B. 2de deel. Bijkomende voorschriften voor zink: Aflevering 11.21.6 van hetzelfde Bestek.
VERMIJDEN VAN AANTASTING ZINK DOOR ANDERE PRODUCTEN Indicatieve lijst lijmen & siliconen (telkens het advies van de fabricant inwinnen) Toegelaten producten (compatibel) Niet toegelaten producten (niet compatibel) De polyurethanen De acetische siliconen Niet acetische siliconen De zuurhoudende epoxies De MS Polymeren Ureum/melanine/phenol-formaldehyde (lijmen voor hout of panelen) De acrylaten (volgens het gebruikte reagens) Gebruik van hout, hoger gelegen dan het VM ZINC® Het gebruik van niet-compatibele houtsoorten boven VM ZINC® (bvb. niet-compatibele houten gevelbeplanking of beplating boven een VM ZINC® oppervlak) is verboden. Afspoeling van het hout en de eventuele looizuren/behandelingsproducten kunnen leiden tot een snellere aantasting van het zink of vlekvorming en verkleuring van de zinkpatina veroorzaken. Te vermijden contacten: - Rechtstreeks contact met vers beton, kalk, bitumen, mortel en alle draagvlakken die voor VM ZINC® schadelijke stoffen bevatten. - Contact met metalen zoals koper, niet beschermd of niet gegalvaniseerd staal, natuurlijk lood. Enkel contact tussen het VM ZINC® en: • verzinkt staal • lood beschermd door patineerolie • gelakt lood FLEXUM® • aluminium • austenitisch inox is toegestaan.
12.2 Uit te voeren werken in zink 12.2.1 Hanggoten: Geprefabriceerde mastgoten, model te bepalen door de architect, na voorlegging van diverse stalen door de aannemer. De elementen worden aan elkaar gesoldeerd met een overlapping van 3 cm. De ophanging gebeurt door middel van aangepaste gegalvaniseerde stalen haken, die geschroefd worden aan een voorplank (zie art. 9.2.2). Dikte zink: 0,7 mm. Indien de max. lengte van de hanggoot 13,00 m overschrijdt zal een uitzettingsvoeg voorzien worden. Dit kan op drie manieren: - met tussenruimte: De uitzettingsvoeg is gevormd door 2 verticale wanden die de vorm hebben van de hanggoot en die over de volledige omtrek ervan gesoldeerd zijn. Die verticale wanden hebben bovenaan een plooi van 40 mm waarover een platte schuif gehaakt wordt. De ruimte tussen de verticale wanden hangt af van de temperatuur bij plaatsing. Bij temp. <15°C: 50 mm tussen de goten ; bij temp. >25°C: 20 mm tussen de goten ; tusen 15°C en 25°C: 35 mm. Op de schuif wordt een afleidingsdam voorzien zodat het water naar de goot geleid wordt. De ruimte tussen de goten wordt afgesloten d.m.v. een element in zink dat vooraan gehaakt wordt in de kraal van de goot en achteraan in de plooien van de schuif. 18
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
- zonder tussenruimte: Deze uitvoering is identiek aan de bovenvermelde maar in dit geval is er een niet-gesoldeerde overlapping van de hanggoten van ± 50 mm. - neopreen: Wanneer het aantal afvoerbuizen onvoldoende is om mechanisch uitzettingsvoegen te plaatsen kan met een uitzettingsvoeg in kunststof gewerkt worden. Inbegrepen in de prijs leveren en plaatsen van een druipband met plank: Druipband te plaatsen enerzijds onder het dakbedekkingsmateriaal, anderzijds in overlapping met de achterrand van de hanggoot. De druipband omvat bovenaan een aanhakingsplooi van 20 mm die de bevestiging ervan toelaat d.m.v. aanhakingsklangen in zink van min. 0,8 mm dikte en 60 mm breedte. De aanhakingsklangen worden vastgespijkerd met 3 gegalvaniseerde spijkers. Er worden minstens 2 klangen per meter geplaatst. De druipbanden worden vervaardigd in elementen van max. 2,00 m lengte; 1,00 m indien de totale ontwikkeling groter is dan 400 mm. De druipband overlapt de achterrand van de hanggoot met min. 50 mm. Inbegrepen in de prijs leveren en plaatsen van vogelschroten. De goten worden telkens onderbroken op de perceelsgrens (zie aanduiding op de plannen). Meting: 12.2.2 Kilgootbekledingen: Te plaatsen daar waar aangeduid op de plannen. De afstand van de kilgoot tussen de buitenste plooien haaks op de killijn bedraagt min. 500 mm. Ze worden geplooid en tot kilelementen onderling gesoldeerd met een overlapping van 3 cm. De max. lengte per element bedraagt 3 meter. Ieder element wordt aan de bovenzijde aan de bebording van de kilgoot vastgehecht door 2 schuifklangen per meter (dikte 0,8 mm, breedte 80 mm), vastgehecht met 3 verzinkte spijkers, zigzag geplaatst. Wanneer de lengte van de kil 3 meter overtreft, worden de opeenvolgende elementen met eenvoudige overdekking boven elkaar geplaatst of gehaakt. Dikte zink: 0,7 mm. Kielgootplank (dikte 25 mm) inbegrepen in de prijs. Meting: 12.2.3 Zijranden van daken in leien: De uitvoering zal gebeuren zoals aangeduid op de detailtekeningen. De bevestiging gebeurt met behulp van schuifklangen, genageld in klossen te voorzien door de aannemer in het beton of metselwerk. De kraal met druiprand wordt bevestigd met klangen geplaatst op een tussenafstand van 25 cm. De bevestiging aan het dakschild gebeurt door middel van klangen op een afstand van 50 cm. Dikte zink:0,7 mm. Meting: 12.2.4 Afvoerbuizen: De buizen vatten in elkaar over een afstand van 4 cm. De lasnaden hebben een breedte van 1 cm en zijn ononderbroken over de volledige lengte van de buis.Alle afvoerbuizen worden aan het metselwerk bevestigd door middel van scharnierflenzen in gegalvaniseerd metaal waarop de aan de buis gelaste kralen rusten. De bevestiging gebeurt om de meter. De lasnaad wordt naar de muur toe geplaatst. Gelaste bochtstukken worden niet toegelaten. Het onderste stuk van de afvoerbuizen is samengesteld uit grijs gietijzer van tweede smelting of uit gegoten lichte legering. Het is recht en heeft een hoogte van 1 meter. Bevestiging zoals hoger beschreven. De binnendiameter stemt overeen met de buitendiameter van de afvoerbuis. Het onderste uiteinde past in de rioleringsbuis. De voeg die daar ontstaat wordt zorgvuldig gedicht met een plastisch blijvende voegdichting. De binnenzijde van de buis is warm geasfalteerd, de buitenzijde wordt geverfd met 2 lagen loodmenieverf. De kosten voor de haken om de vasthechting te verzekeren alsook eventuele bochtstukken en kralen moeten in de prijs inbegrepen zijn. Alsook inbegrepen in de prijs: gegalvaniseerde bolrooster voor elke afvoer. Dikte zink: 0,65 mm. Meting: 12.2.5 Loketten: De opkant van de kilgoot tegen het metselwerk wordt afgedekt met aansluitingsloketten, in trapvorm geplaatst, met zodanige afmetingen dat de verticale projectie van hun overlapping tenminste 5 cm bedraagt. De loketten worden op hun beurt geplaatst met een onderlinge overdekking van tenminste 5 cm
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
19
horizontaal gemeten. De vasthechting in het metselwerk gebeurt als volgt: de loketten worden op een diepte van tenminste 3 cm in een voeg van het opgaand metselwerk ingewerkt en vastgezet door middel van gegalvaniseerde krammen, waarna de voegholte met een bitumineuze mortel wordt opgevoegd. De loketten dienen steeds ingewerkt te worden juist onder de waterwerende dichtingslab (lood, roofing) die zich in de muur bevindt. Er dient erop gelet te worden dat deze dichtingslab niet beschadigd wordt. Dikte zink: 0,8 mm. Meting: 12.2.6 Daken van dakkapellen: Uit te voeren in zink nr. 16. Vorm en afmetingen zoals aangeduid op de plannen. Het geheel dient met de nodige klangen en gegalvaniseerde nagels bevestigd te worden zodat een waterdichte uitvoering en voldoende stevigheid gegarandeerd blijft. De nodige onderdelen voor aansluiting met de dakbedekking zijn inbegrepen in de prijs van het geheel. Dikte zink: 0,9 mm. Meting: 12.2.7 Solins: Overal waar nodig om een dichting tussen opgaande muren en een andere dakbedekking te verwezenlijken of om een dakbedekking (roofing) te beschermen tegen beschadigingen van buitenaf. Bovenzijde voldoende diep (3 cm) in de muur in te werken en te bevestigen, zonder de waterdichte laag die zich in de muur zou bevinden te beschadigen. Dikte zink: 0,8 mm. Meting: 12.2.8 Dakgootbekledingen: De bedekking moet zonder langse naden worden uitgevoerd. De lengte tussen de dwarsnaden wordt bepaald door de lengte van de bladen. De bladen worden onderling gesoldeerd met een overlapping van min.3 cm. Vasthechtingsklangen in zink met een dikte van 1 mm. De bodem moet een helling van 5 mm./m hebben naar de afvoerbuis toe. De kraal moet echter steeds horizontaal blijven. Dikte 0,8 mm: ontwikkelingsbreedte max. 80 cm Dikte 1 mm: ontwikkelingsbreedte meer dan 80 cm Meting: 12.2.9 Aansluiting tussen pannen - muurafdekstenen. Op de afdekstenen van de uitspringende muurdeeltjes wordt een zinken plaat gelegd, die omhoog geplooid wordt tot onder de pannen en de onderdakfolie. Aan de zijkanten wordt de plaat over een hoogte van ca. 2 cm omhoog geplooid, zodat het water niet over de muurafdeksteen loopt. Aan de gootzijde wordt er geen opkant voorzien, maar wordt de plaat naar beneden geplooid, zodat zij aansluit op de pan die langs het muurtje doorloopt naar de goot. Het geheel zal worden afgespoten met een plastisch blijvende voegkit, zodat geen water tussen de plaat en de afdeksteen kan binnendringen. Het geheel is zorgvuldig af te werken zodat het praktisch niet zichtbaar is van op de begane grond. Dikte zink: 0,8 mm. Meting: 12.2.10 Verholen gootjes: Op de plaatsen waar opgaande wanden (metselwerk, zijkanten van dakkapellen, enz.) boven hellende daken uitsteken, wordt de aansluiting tussen de twee verschillende vlakken als volgt gerealiseerd: onder de dakbedekking (pannen, leien) die tot op enkele centimeter van het opgaand vlak wordt geplaatst, zal een verholen goot worden aangebracht die tegen het opgaand vlak aansluit. De opstaande kant van de goot zal tot juist onder de waterwerende laag (lood) van de opgaande wand worden aangebracht, waarna het lood over deze kant wordt geplooid. Aan de andere zijde, onder de dakbedekking, zal aan de goot een kleine krul of opstand worden voorzien, om te voorkomen dat eventuele slagregen zou binnendringen. Het geheel dient op een vakkundige wijze, zorgvuldig en volgens de regels van de kunst te worden uitgevoerd om een volledige waterdichting en een afgewerkt uitzicht te garanderen. Dikte zink: 0,7 mm. Meting: 12.2.11. Aansluiting tussen twee dakvlakken: Om een correcte aansluiting te verzorgen met het dak van de buur zal een ‘universeel renovatieprofiel’
20
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
geplaatst worden. Het geheel bestaande uit twee elementen, met een breedte en hoogte van ongeveer 80 mm, vormt aan weerszijden van de perceelsgrens een gootje. Het tweede profiel is geplooid over het eerste en aan de overzijden is een omgeplooide opstand van 20 mm voorzien. Ze worden geplaatst op de panlat. Meting: 16,10 m1. 12.2.10 Kraal onder dorpel, afdeksteen, ...: Onder de dorpel of de afdeksteen wordt een zinken plaat gelegd. Deze plaat zal minstens 10 cm onder de steen geplaatst wordt. Aan het uiteinde wordt een kraal (ø 25 mm) voorzien. Het gedeelte dat in contact komt met de mortel wordt beschermd. Achteraf wordt de voeg afgespoten met een zuurvrije plastische kit. Toepassing: Meting: m1.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
21
ARTIKEL 14 THERMISCHE ISOLATIE 14.1 Algemeen Isolatiematerialen moeten tegen vocht beschermd worden: - bij het opslaan - bij het verwerken, door plasticfolie of andere waterdichte afdekkingen - tijdens werkonderbrekingen. Alle isolatiematerialen worden vakkundig geplaatst. De plaatsing gebeurt volgens de voorschriften van de fabrikant en aanwijzingen van de ontwerper. Geen enkele kier wordt getolereerd. Zie ook aflevering 18.1 en 18.2 van het Algemeen Bestek F.A.B..
14.2 Materialen 14.2.2 Hellende daken en platte daken in houtconstructie: Rotswolspijkerflensdekens van lange, elastische rotswolvezels, waterafstotend noch hygroscopisch noch onderhevig aan krimp. Chemisch neutraal geven zij geen aanleiding tot schimmelvorming en vormen geen voedingsbodem voor bacteriën. Eén zijde is voorzien van dampremmend polyethyleenkraft, de andere zijde van dampdoorlatend papier. Het geheel is aan beide lengteranden voorzien van een spijkerflens van 3,5 cm breedte. Deze dekens worden steeds zoveel mogelijk aan de binnenzijde van de constructie gelegd, juist boven de plafondafwerking en steeds met de polyethyleenkraftzijde aan de binnenkant van het gebouw. Merk : Rockwool Lapinus nr 121 of Isover Rollisol. Op deze platen kan een rotswoldeken gelegd worden zonder spijkerflenzen. Rockwool Lapinus nr. 121 of Isover I.B.R.. De twee dekens samen zullen de totale isolatiedikte vormen zoals hieronder aangegeven Meting: LAAG 1 OF De isolatie van het hellend dak wordt uitgevoerd door de plaatsing tussen de kepers,van spijkerflensdekens Isover rollisol plus. Deze isolatie bestaat uit glaswol gebonden door middel van gepolymeriseerde harsen. Het product is langs één zijde bekleed met een alukraft die voorzien is van versterkte flenzen voor de bevestiging. De Isover rollisol plus is voorzien van compressiezones aan de zijkanten. Deze zones zijn ontstaan door het niet verlijmen van de aluminium over een breedte van 3 cm ter hoogte van de zijkanten. De grenzen van de compressiezones zijn langs de niet-beklede zijde aangeduid door middel van een continue markering. De rollen beantwoorden aan de volgende eigenschappen: Breedte: 450 mm. Dikte: 150 mm. Warmtegeleidingscoëfficiënt: λ declared 0,04 W/m.K R declared: 1,50/2,00/2,50/3,00/3,75 m2.K/W (ISO/DIS 10456) Waterdampdiffusie: µ = 1 Brandreactie: A1 volgens oude NBN S21-203 A1 volgens NBN EN 13501-1 (100 en 150 mm) A2 - d1, d0 volgens NBN EN 13501-1 (60 en 80 mm) Dampschermklasse : E1 volgens TV 195 Waterdamp: 0,15 g/m2 / 24 h à 23° C Doorlatendheid van dampscherm Het product is niet capillair, niet hygroscopisch en het heeft met succes de proef volgens de DIN –norm 4150 doorstaan , die bewijst dat het product niet verzakt. Het product is rotvrij, niet corrosief en vormt geen voedingsbodem voor ongedierte. De Isover rollisol plus wordt gewaarborgd door een technische goedkeuring. De architect ontvangt een staal en een technische goedkeuring afgeleverd door het BUtgb. 22
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
Uitvoering: De plaatsing gebeurt volgens de regels der kunst en overeenkomstig de richtlijnen van de fabrikant. Tochtspleten of lekkages, vastgesteld tijdens de uitvoering van de dakrenovatie, worden in ieder geval verholpen alvorens de isolatiewerkzaamheden aan te vatten. Op de bestaande kepers wordt een regel bijgeschroefd of –geniet, teneinde een keperdikte te bekomen die overeenkomt met de dikte van de isolatie. Het bestaande onderdak dient van dampopen materiaal te zijn. De kepers worden bij de uitvoering van het daktimmerwerk zodanig geplaatst dat de netto tussenafstand overeenkomt met de breedte van de isolatie min minimum 1 cm.. Dit met als eventuele uitzondering de laatste sectie aan een aangrenzende muur. Vooraleer de dekens worden geplaatst, worden openingen tussen de kepers waar deze opgelegd zijn op een muur, opgevuld met stroken isolatiemateriaal. De dekens worden tussen de kepers aangebracht en zonder restruimte tegen het onderdak aangedrukt. Het alulaminaat komt aan de interieurzijde. De flenzen worden om de 150 mm op de kepers vastgeniet. Voor een kepersectie met een kleinere netto tussenafstand, bijvoorbeeld bij een aangrenzende muur, wordt de dekenbreedte op maat gesneden. Snijden gebeurt met behulp van een gepast mes en een rechte lat, ook voor inkorten van secties in de lengterichting, bijvoorbeeld aansluitend tegen de daknok. Het dampscherm mag geenszins geperforeerd worden voor het plaatsen van electra of het doorvoeren van leidingen. Bij noodzaak van deze voorzieningen, wordt door middel van een lattenwerk een spouw voorzien tussen dampscherm en binnenafwerking. Voor continuiteit van het dampscherm over het gehele dakvlak, wordt boven de gordingen een strook PEfolie geniet, met een overbreedte van circa 100 mm aan beide zijden. Deze flap aan beide zijden wordt daarna met aangepaste tape aan het aluminaat-dampscherm van de dekens vastgezet. Toepassing: Meting : dikte 150 mm, opp.: m2 LAAG 2 OF De isolatie van de dakhelling wordt uitgevoerd door het plaatsen van opgerolde platen Isover uniroll, bestaande uit glaswol en gebonden door middel van gepolymeriseerde harsen. Deze opgerolde platen worden voorzien van merkstrepen om de 10 cm, om het op maat snijden te vereenvoudigen. De platen beantwoorden aan de volgende eigenschappen: Breedte: 1200 mm Dikte: 60 mm Warmtegeleidingscoëfficiënt: λ declared 0,036 W/m.K (60 -> 140 mm) 0,037 W/m.K (160 -> 200 mm) R declared: 1,65/2,20/2,75/3,30/3,85/4,30/5,35 m2.K/W (volgens ISO/DIS 10456) Waterdampdiffusie: µ = 1 Brandreactie: A0 volgens oude NBN S 21-203 A1 volgens NBN EN 13501-1 Het product is niet-capillair, noch hygroscopisch en het heeft met succes de inzakkingstest ondergaan volgens de norm DIN 4150. Het product is rotvrij, niet corrosief en vormt geen voedingsbodem voor ongedierte. De Isover uniroll wordt gewaarborgd door een doorlopende technische goedkeuring BUtgb ( ATG/H557) en een technische goedkeuring van de BUtgb ( ATG97/1947) voor het isoleren van hellende daken. LUCHT/DAMPSCHERM Het lucht/dampscherm onder de isolatie wordt uitgevoerd door middel van een lucht/dampscherm in witte halfdoorzichtige PE, Isover duplex. Het product beantwoordt aan de volgende eigenschappen : Dikte: 0,185 mm Lengte: 25 m Breedte: 2 m Oppervlaktemassa: 194 gr/m2 Brandklasse: A1 volgens oude NBN S 21-203 Dampschermklasse: E2 (TV 195) Waterdampdoorlatendheid: 1,1 gr/m2/24h à 23°C en 85% RV (volgens DIN 53122 ) De voegen tussen 2 rollen Flammex onderling worden afgedicht door middel van een dubbelzijdige kleefstrip, Isover vario KB2. De verantwoordelijke architect ontvangt een staal en een technische goedkeuring van het BUtgb.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
23
Inbegrepen: de tweede keperlaag voor de bevestiging van de tweede isolatielaag Meting : dikte 60 mm, opp.: m2 TAPES Technische eigenschappen: . Drager: PET-vlies met wapening in glasvezel aan de zijde van het pleisterwerk . Afdekpapier: gesiliconiseerd papier . Temperatuurbestendigheid: op lange termijn van -40° C tot +90° C . Verwerkingstemperatuur: vanaf –10° C . Kleur: groen / blauw Bijzonderheden: Betrouwbare en veilige verbinding van de damprem/luchtdichting met het metselwerk/de bepleistering. Luchtdichte overgang tussen pleisterwerk en damprem en tussen pleisterwerk en schrijnwerk. Een andere pleisterwapening is niet vereist. De ondergrond moet voor verkleving glad, droog, stof-, vet- en siliconenvrij zijn. Bijkomende informatie: Een bezetting in gipspleister doet dienst als damprem en luchtdichting bij een massieve muur. Samen met de damprem die tegen het dak geplaatst wordt zorgt deze pleister dus voor een luchtdichte isolatie. De tape (bvb. Pro clima CONTEGA PV) zorgt voor de luchtdichte verbinding tussen de damprem van het dak en het pleisterwerk. Ook schrijnwerk en andere luchtdichte bouwdelen dienen luchtdicht verbonden worden met het pleisterwerk. Inbegrepen in de prijs van het dampscherm 14.2.6 Onderkant plafond: De bevestiging kan gebeuren: . D.m.v. boorankers met geïntegreerde klemplaat. Men boort eerst gaten in de betonvloer. De boorankers worden door de isolatieplaat geprikt en vervolgens met een hamer in de vloer geslagen, tot de isolatie lichtje onder de rozet knelt; . Met lijmankers. Met dit systeem is risico op schade aan de betonwapening bij boren uitgesloten. De ankers worden vooraf op het droge en stofvrije oppervlak geplaatst, met speciale door de fabrikant van de ankers meegeleverde lijm. De isolatieplaten worden nadien door de ankers heen geprikt. Vervolgens worden klemplaatjes over de ankers geschoven, tot de isolatie lichtjes knelt. Het aantal bevestigingen: de . 5 stuks per isolatieplaat, bij isolatiedikte kleiner dan 75 mm (1 op elk van de 4 hoeken, de 5 bevestiger in het midden van de plaat; . 3 stuks per isolatieplaat, bij isolatiedikte > 75 mm (meer eigen stijfheid van de isolatie, 2 op de uiteinden van een lange zijde, 1 in het midden van de tegenoverliggende zijde); . 1 of 2 stuks voor elk passtuk, naargelang de grootte. Te gebruiken type: Rockwool Bouwplaat 211 of 221 zijn optioneel te verkrijgen met een mineraal vlies in naturel of zwarte kleur. Om bouwfysische redenen mag niet voor een dampremmende afwerking worden gekozen. Dikte: 4, 5, 6, 7,5 en 10 cm. Toepassing: plafond . Meting: m2.
24
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
ARTIKEL 17 VERLUCHTINGEN & SCHOUWELEMENTEN 17.1 Algemeen In principe worden alle ruimten, waar geen rechtstreekse ventilatie mogelijk is, op een andere wijze verlucht. Alle verluchtingen lopen door tot in de buitenmuur of tot boven het dak. Verluchtingsschouwen die rechtstreeks door het dak gaan worden steeds afgedekt met een bijbehorend afdekkapje. Verluchtingsschouwen in metselwerk worden al dan niet afgedekt, dit volgens de plannen.
17.4 Verluchting rechtstreeks via het plat dak Zelfde systeem als bij dakverluchtingsschouwtjes. Uit te voeren in pvc ø 100, dubbelwandig, doorlopend tot aan de afgewerkte zoldering. Hier zal een roostertje voorzien worden in pvc, regelbaar in open of gesloten stand. Meting:
17.6 Verluchting via hellende daken De Klöber Venduct® ventilatiebuis is zowel geschikt voor de mechanische ventilatie als voor rioolontspanning. De specifieke Rovia® ventilatiebuis is bovendien condenswaterafvoerend. De geïntegreerde afvoergoot in de binnenbuis leidt het water veilig naar het dakoppervlak en verhindert daardoor vochtschade aan de aangesloten installaties en toestellen zoals ventilatoren. Het geheel bestaat uit een Venduct® universele doorvoerpan, Venduct® flexibele aansluitslang en een Venduct® universele buismanchet. Meting: stuk, ø 100 of 125 mm. Zelfregelend ventilatierooster met superieure geluidsdemping voor plaatsing onder hellend dak. Deze onzichtbare opstelling geeft een volledige waterdichtheid in gesloten positie tot 650 Pa en in open positie tot boven 100 Pa. Renson Sonovent D, dakpannen: Small (dakdikte 155 mm) – Medium (dakdikte 195 mm) – Large (dakdikte 225 mm) Renson Sonovent D, leien: Small (dakdikte 155 mm) – Medium (dakdikte 195 mm) – Large (dakdikte 225 mm) Meting: 1 stuk.
17.7 Schouwelementen De schouwelementen worden geleverd door derden. De aannemer daken plaatst de elementen op een vakkundige manier en volgens de voorschriften van de fabrikant. Toepassing: rvs-schouw open haard en schouw cv. Meting: 2 stuks.
Dhr. en Mevr. Franken-Curvers
25