Landschappelijk inpassingsplan Wolfersveenweg 14, Halle
Colofon Landschappelijk inpassingsplan Wolfersveenweg 14, Halle
Uitgevoerd door: Centrum Plattelandsontwikkeling Oost
Opdrachtgever: Rombou
Projectnummer en versie: 113, versie 1.0 Projectleider: Ing. P.Leemreise Ligging projectgebied: Wolfersveenweg, Halle Gemeente Bronckhorst
Correspondentieadres Aladnaweg 18 7122 RR Aalten (0543) 451142 / 06-51083927
[email protected] Internet: www.cpoweb.nl
Status: definitief Veldmedewerker(s): Rapportdatum: Ing. P.Leemreise 17-04-12 Amersfoortcoördinaten: X 225.020 Y 447.103
1. Inleiding De eigenaar van het erf aan de Wolfersveenweg 14 in Halle heeft de gemeente Brockhorst gevraagd het bestemmingsplan te wijzigen ter plaatse van de Wolfersveenweg 14 in Halle. De eigenaar wil de op het perceel aanwezige agrarische opstallen slopen en de bestemming wijzigen van ‘agrarisch’ naar ‘wonen’. De gemeente Bronckhorst heeft aangeven mee te willen werken aan deze functieverandering onder voorwaarde dat er een erfbeplantingsplan opgesteld zou worden om de nieuwe situatie landschappelijk in te passen. Voorliggend plan presenteert de landschappelijke inpassing van het nieuwe erf.
Situering van het plangebied Het plangebied is gesitueerd aan de Wolfersveenweg 14 in Halle, gemeente Bronckhorst. Op onderstaande afbeelding wordt het plangebied in de omgeving weergegeven. Het plangebied grenst aan de noord-, oost- en zuidzijde aan agrarisch cultuurland, meest in gebruik als (intensief) grasland. Aan de westzijde grenst het aan bos (vrij jong, gemengd bos). Een deel van dit bos is ingericht als motorcrosscircuit.
Situering van het plangebied en de omgeving. Het plangebied wordt met de cirkel aangeduid.
3. Beschrijving van het plangebied Het plangebied bestaat bijna volledig uit bebouwing. In het plangebied staan drie agrarische bijgebouwen. De stallen zijn grotendeels gedekt met golfplaat en gedeeltelijk met pannen. Van een deel van het pannendak ontbreken de dakpannen. De daken hebben geen dakbeschot. Opgaande beplanting ontbreekt op het erf. De stallen zijn sinds 2006 niet meer in gebruik. In het plangebied kunnen de volgende ecotopen onderscheiden worden: • Bebouwing; • erfverharding.
Detailopname van het plangebied. Het plangebied wordt met de gele contour aangeduid.
Voorgenomen activiteit De eigenaar is voornemens om de grote stal geheel- en een deel van de kleine stal achter de woning te slopen.
Voorgenomen sloop van agrarische bijgebouwen. Deze bebouwing wordt met de rode contour aangeduid.
Analyse Op basis van de huidige situatie, de wenselijke ontwikkeling, de (a)biotische omstandigheden en de potenties komen we tot de volgende analyse; • erfbeplanting ontbreekt volledig op het huidige erf;
• •
plangebied ligt in jong ontginningslandschap, specifiek heideontginningslandschap; plangebied grenst aan we westzijde aan bos, aan de overige zijden aan agrarische gronden die met enige regelmaat gebruikt worden t.b.v. evenementen.
Historische referentie van het plangebied. het plangebied wordt met de cirkel aangeduid.
6. Het inrichtingsplan 6.1 algemeen Op basis van de analyse waarbij gekeken is naar de (a)biotische kenmerken en potenties, het huidige landschapsbeeld en de toekomstige functies is de volgende visie tot stand gekomen.
Weergave van de toe te voegen erfbeplanting.
De nieuw toe te voegen beplanting bestaat uit de volgende onderdelen: • Beukenhaag; • Solitaire walnoot (1); • Solitaire zomereik (4); • Linden laanbomen (5); • Hoogstam fruitbomen (4) • Meidoornhaag
6.2 Inrichting Aanleg beukenhaag • Bosplantsoen in de maat 60-80 • Plantverband 3 stuks/m1
Solitaire zomereiken • Minimale diameter 10-12 cm op 1,5 m1 hoogte; • 2 boompalen per boom met boomband; • Ruim plantgat. Solitaire walnoot • Minimale diameter 10-12 cm op 1,5 m1 hoogte; • 2 boompalen per boom met boomband; • Ruim plantgat Enkele rij laanbeplanting (linden) • Er wordt plantmateriaal gebruikt dat als laanboom gekweekt is; • Minimale diameter 10-12 cm op 1,5 m1 hoogte; • 2 boompalen per boom met boomband; • Ruim plantgat Hoogstam appelbomen • Bij voorkeur een oud ras; deze zijn beter bestand tegen ziekten en plagen; • Minimale diameter 10-12 cm op 1,5 m1 hoogte; • 2 boompalen per boom met boomband; • Ruim plantgat. Meidoornhaag • 4 stuks per m1 haag • Plantsoen minimaal 60-80cm
6.3 Beheer Beukenhaag De beukenhaag wordt als knip-/scheerhaag beheerd. De haag wordt jaarlijks 1 á 2 maal geknipt/geschoren om de gewenste hoogte en breedte te handhaven. Laanbeplanting Om de toegankelijkheid van de oprit te waarborgen dienen de laanbomen opgekroond te worden indien de takken een goede doorgang verhinderen. Solitaire bomen Geen vervolgbeheer. Hoogstam fruitbomen Deze bomen vergen in principe geen vervolgbeheer. Voor een optimale vruchtdracht is het zinvol om de bomen af en toe te snoeien. Meidoornhaag De meidoornhaag wordt als knip-/scheerhaag beheerd. De haag wordt jaarlijks 1 á 2 maal geknipt/geschoren om de gewenste hoogte en breedte te handhaven. Het is een mogelijkheid om de meidoornhaag als vlechtheg te ontwikkelen.
Een vlechtheg is een dichte haag van horizontaal en verticaal groeiende takken.Voor het maken van een nieuwe vlechtheg worden de dikkere takken van jonge struiken tot op twee derde doorgesneden en horizontaal gebogen. Op de omgebogen tak groeien nieuwe scheuten. Na vier tot vijf jaar is er een voldoende stevige en dichte heg.
Verbeelding van een vlechtheg. Links net na de aanleg, rechts een vlechtheg vol in blad.
Bijlage: Handleiding vlechtheg maken Leggen: stappenplan Het doel van het leggen is een heg weer veekerend te maken en een heg te stimuleren zich te verjongen. Soms ook zijn heggen zo hoog en breed geworden dat het wenselijk is hun ruimtebeslag en schaduwwerking te beperken. Leggen is niet slechts een snoeitechniek, maar is onderdeel van een proces dat hierna beschreven en met foto's geïllustreerd wordt. Stap 1 Het leggen van een heg vraagt tijdige voorbereiding. Het is daarbij belangrijk te weten wat de eigenaar met de heg wil, hoe de heg is samengesteld en hoe hij er bij staat. Niet elke heg kan bijvoorbeeld direct gelegd worden. Een heg moet voldoende hoog zijn. Voor een gelegde heg van 1 meter hoogte moet het uitgangspunt een heg van minimaal 2-2.5 meter zijn. Regelmatig gesnoeide of pas afgezette heggen moeten soms eerst nog een of twee seizoenen groeien. Het snoeien van de zijkanten kan dan overigens geen kwaad. Indien heggen in een slechte staat verkeren is het beter eerst een plan te maken en de nodige herstelwerkzaamheden uit te voeren. Nadat de heg bekeken en gemeten is, kunnen we bepalen hoeveel staken en tenen, en eventueel plantmateriaal, nodig zijn. Het leggen gebeurt tussen eind oktober en begin april. De planten zijn dan in rust en hebben veelal hun blad verloren waardoor we goed kunnen zien wat we doen. Stap 2 Als het veldwerk begint inspecteren we de heg nog eens om te zien welke soorten er in voorkomen, waar het midden van de heg loopt, of er moeilijke trajecten in zitten (grote gaten bijvoorbeeld), welke bomen we laten staan ('overstaanders') en naar welke kant de heg gelegd gaat worden. Wat dit laatste betreft geldt de regel dat in heuvelachtig terrein de heg heuvel op gelegd wordt (de sapstroom van planten gaat namelijk van beneden naar boven!). Stap 3 De heg moet schoongemaakt worden. Vooral in grote heggen zit vaak veel dood hout en rommel. Resten gaas en prikkeldraad moeten verwijderd worden. Bramen en rozentakken worden eruit getrokken en struiken die te ver uit het midden van de heg staan worden weggehaald. Omdat vlier en gewone esdoorn ongeschikt zijn in veekerende heggen, worden ook deze verwijderd. Snoeiafval moet op ruime afstand worden neergegooid zodat voldoende werkruimte beschikbaar blijft. Een grote heg levert een enorm volume snoeiafval.
Stap 4 Het eigenlijke leggen kan beginnen. De struik wordt losgetrokken van de andere struiken en uitstekende zijwaartse takken worden afgekapt. Met een scherp snoeimes of bijl (en bij dikke stammen met een motorzaag) wordt de stam van een struik schuin voor 80-90% ingezaagd. De zaagsnede moet een paar cm boven de grond eindigen. De struik of jonge boom geeft nu mee en wordt in een hoek van 30-450 neergelegd. Nadat de struik gelegd is, wordt de opstaande hak afgekapt. Zo wordt de een na de andere struik gelegd. De wijze waarop struiken over elkaar gelegd worden, is afhankelijk van de stijl van leggen. Stap 5 Als de struiken gelegd zijn, wordt de heg afgewerkt met een streng van gevlochten wilgentenen. Dit geeft stevigheid, voorkomt dat struiken in het voorjaar zich enigszins oprichten en is een prachtig gezicht. Daarvoor wordt om de ongeveer 60 cm. een staak in de heg geslagen. Geschikt zijn staken van es, hazelaar of kastanje. Wilgenstaken zijn niet wenselijk want deze lopen gemakkelijk uit en wilgen zijn geen succes in een veekerende heg. Als de streng gevlochten is, worden de staken
voldoende diep in de grond geslagen en de streng wordt met een zware hamer overal op de juiste hoogte gebracht. Stap 6 Het wordt tijd om te zien of de heg goed (= veekerend) gelegd is. Ziet alles er goed uit dan kan de afwerking plaatsvinden door de staken een paar centimeter boven de streng schuin af te zagen en uitstekende takken in te vlechten of af te kappen. Stap 7 Tot slot moet het snoeiafval nog opgeruimd worden. In Engeland is dit de taak van de eigenaar van de heg. Als er geschikt brandhout in zit wordt dit er uitgezaagd om vervolgens de rest op een grote hoop te duwen en in brand te steken. In Nederland is hiervoor een stookvergunning nodig. Eventueel kan het snoeiafval versnipperd en, bij grote hoeveelheden, afgevoerd worden. Eenmaal gelegd kan de heg er weer 10-15 jaar tegen. Wel is vormsnoei eens in de 1 à 2 jaar wenselijk. Dit kan machinaal gebeuren.
Het gereedschap Voor het leggen van heggen is niet veel gereedschap nodig. Traditioneel zijn dat hark, snoeimes, hakmes, bijl en palenhamer. Tegenwoordig horen daar de draadtang, beugelzaag en motorzaag bij. De instrumenten worden als volgt gebruikt: - Hark en snoeimes ('slasher'): Schoonmaken van de heg. Door de lange stok en het sikkelvormige mes is het snoeimes gemakkelijk bij het verwijderen van bramen, rozen en dood hout. - Hakmes ('bilhook'): Het gereedschap van de heggenlegger. Gebruikt voor het leggen van niet al te dikke stammen. Verder voor het invlechten van takken en het bijwerken van de gelegde heg. - Bijl: Lichte en zware velbijl voor het leggen en verwijderen van struiken en bomen. Deze functie is nu veelal overgenomen door beugel- en motorzaag. De draadtang is onontbeerlijk voor het verwijderen van restanten gaas en prikkeldraad. - Palenhamer: plaatsen van staken en op hoogte brengen van de gevlochten streng. Vroeger veelal een geschikt stuk fruitbomenhout, maar thans veelal een zware metalen hamer. Naast het gereedschap is goede kleding belangrijk. Men moet beschermd worden tegen doorns. Dikke leren handschoenen en arm- en beenbeschermers zijn dan ook kenmerkend. Tegenwoordig kunnen we daaraan de speciale veiligheidskleding voor het werken met motorzagen aan worden toegevoegd. Wellicht de belangrijkste voorwaarde voor veilig werk is goed, scherp gereedschap en een goede werkhouding. Botte zagen en bijlen dwingen tot meer krachtsinspanning en verhoogt de kans op afketsen van sommige gereedschappen. Vooral aan het eind van een vermoeiende dag eist dat dan zijn tol.