Landschap Jaargang 4 - nummer 4 - oktober - november - december 2014 Driemaandelijks tijdschrift van Landschap vzw. Verschijnt in februari, mei, augustus en november. Erkenning P 913043
Hoog Buurlose Heide Tauros is oerrund 2.0
Herfstig Bulskampveld Lowland Photo Festival
COLOFON Landschap is het driemaandelijkse tijdschrift voor leden van Landschap vzw.
VORMGEVING www.ramdesign.be
REDACTie Aagje De Doncker & Jan Loos
Oplage 6 000 ex.
Coverfoto Edelherten - foto: Bob Luijks www.natuurportret.nl De lidmaatschapsbijdrage van Landschap vzw bedraagt 22 euro per jaar voor het hele gezin. Het abonnement op Landschap is inbegrepen. Lid worden kan door overschrijving van 22 euro op rekening BE70 0688 9316 6125 (BIC = GKCC BEBB) met vermelding ‘nieuw lid via Landschap’.
Verantwoordelijke uitgever Jan Loos p/a Landschap vzw Doornstraat 29 BE-3370 Boutersem +32(0)495-32 53 30
[email protected] www.landschapvzw.be www.facebook.com/landschapvzw
ondernemingsnummer 0837.482.657
Welkom op het Lowland Photo Festival! Een heel jaar hebben we er aan gewerkt, en nu is het zo ver. Rond de tijd dat dit tijdschrift in jouw brievenbus valt, verzamelen in Bornem honderden natuurfotografen voor het eerste Lowland Photo Festival. Het zou ons verbazen mocht dit evenement aan je aandacht ontsnapt zijn. Als lezer van LANDSCHAP kwam je er nog van af met een advertentie op de backcover en een aankondiging in de activiteitenkalender, maar als natuurfotograaf moest je het voorbije jaar al een langlopend project buiten de Benelux kiezen om aan de propagandamachine van het Lowland Photo Festival te ontsnappen. Of onderwaterfotograaf worden, dat was ook nog een optie. Duizendmaal excuses aan de fotografen die én in het Hallerbos én op alle fotografiefestivals in Nederland werden aangesproken. Een speciaal eresaluut ook aan de honderden wildfotografen langs de Wildbaanweg in Nationaal Park De Hoge Veluwe; een berm vol telelenzen heeft op ons nu éénmaal hetzelfde effect als een verse taurosdrol op een mestkever, om maar even in de sfeer van dit en vorig nummer van LANDSCHAP te blijven… Prijs jullie gelukkig dat de toptijd voor de Hoëgne-fotografie samenviel met onze aanwezigheid op de Boekenbeurs in Antwerpen; van 1 tot 11 november respecteerden we noodgedwongen een bestand, maar daags na Wapenstilstand hebben we dit bestand al geschonden voor een laatste promotie-offensief richting 22 en 23 november.
door binnen- en buitenlandse topfotografen, en een veelvoud daarvan voor een bezoek aan de tentoonstellingen en de grote Lowland-fotografiebeurs. Onze partners BVNF en Argus hebben zichzelf weer eens overtroffen – hun reputatie gaat hen vooraf – en puike tentoonstellingen van zéér hoge kwaliteit neergezet; in totaal worden in de gangen en zalen van het Lowland Photo Festival bijna 300 natuurbeelden geëxposeerd, stuk voor stuk pareltjes waar het fotografisch talent van afdruipt. Nog eens 300 beelden, ingezonden door festivalbezoekers, worden geprojecteerd in rustige ruimtes temidden van de Lowland-drukte. Lowland heeft alvast ook het vertrouwen gekregen van ‘de sector’: ruim 40 standhouders, waaronder alle grote merken van fotomateriaal en zowat alle aanbieders van natuurreisbestemmingen en fotoworkshops presenteren zich aan de bezoekers. Maar er zijn ook natuurboeken, reisgidsen en laarzen te koop. Of heb je dringend weer eens een nieuwe drijvende schuilhut nodig? Zelfs daarvoor kan je op Lowland terecht! De toegang tot de beurs en de tentoonstellingen is volkomen GRATIS! Aan de vooravond van het eerste Lowland Photo Festival past het om collega Aagje te feliciteren, die een jaar lang aan de kar trok om van dit festival een daverend succes te maken. Yes, she can! We hopen jou te ontmoeten op 22 en 23 november in CC Ter Dilft in Bornem! www.landschapvzw.be/lowland
COPYRIGHT Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaandelijke toestemming.
Of het geholpen heeft, zullen we snel ontdekken. We verwachten alleszins honderden gegadigden voor een weekendvullend programma van lezingen
Jan Loos, afgevaardigd bestuurder
IN DIT NUMMER | november 2014 Foto’s: Tom Linster (‘Birds’), Geurt Besselink (sprookjesbos, jeneverbesstruiken in bevroren Veluwe)
4
Herfst in Lippensgoed-Bulskampveld Ten zuiden van Brugge strekt zich het Houtland uit. Verspreid in deze zandstreek liggen de relicten van het vroegere Bulskampveld, een bos-, heide- en veengebied dat een paar honderd jaar geleden nog 10 000 hectare groot moet zijn geweest. In het domein Lippensgoed-Bulskampveld zijn 320 hectare van dit nostalgische landschap bewaard gebleven, inclusief kasteel.
18 Het alziend oog van Nico van Kappel Als we Nico van Kappel moeten typeren, dan komt de titel ‘fotograaf-ecoloog’ aardig in de buurt. Geleid door een uitzonderlijke ecologische kennis en een uniek fotografisch inzicht maakt hij net die beelden waar anderen zomaar aan voorbij dreigen te gaan. Het resultaat is een portfolio dat op jouw netvlies blijft kleven!
26 Tauros is het nieuwe oerrund In Nederlandse natuurgebieden is een spannend experiment aan de gang. ARK Natuurontwikkeling en Stichting Taurus willen het uitgestorven oerrund terugfokken. Met een uitgekiend kweekprogramma willen ze de Tauros op de wereld zetten, een herrezen oerrund dat de uitgestorven versie zo goed mogelijk benadert.
36 De zalige stilte van Radio Kootwijk Een mastodont van gewapend beton, temidden van heide en zandverstuivingen in het hart van de Veluwe… Ooit een druk communicatiecentrum dat de verbinding verzorgde met Nederlands Indië, vandaag de stille bewaker van een weids glooiend landschap vol erfgoedschatten…
46 De natuur in! Het is twee jaar geleden dat het nog eens écht winter was… En dus plannen we lekker veel winteractiviteiten, want we hebben wat in te halen: winterwandelingen op de heide, vogels kijken in Zeeland, met het hele gezin op beversafari…
4
VLAANDEREN tekst Jan Loos foto’s Yves Adams Frensis Bol Hans Capiau Pascal De Munck Marc de Wolf Andrea Gulickx Tom Linster Bob Luijks Sam Mannaerts David Pattyn Elles Rijsdijk Gonnie van de Schans Nico van Kappel Anneke van Prooijen Edwig Vanhassel Ingrid Vekemans Hugo Willocx Judith Borremans kaart Bob Luijks
Een stukje Kempen in West-Vlaanderen
LippensgoedBulskampveld Ten zuidoosten van Brugge strekt zich het grootste aaneengesloten bosgebied van West-Vlaanderen uit. Het Lippensgoed-Bulskampveld, combinatie van een provinciedomein en een domeinbos van de Vlaamse overheid, is met zijn 320 hectare een ferme brok groen in een voor het overige bosarme provincie. Met een vegetatie die doet denken aan de Kempen of de Veluwe, is de zandrug rond Beernem beslist een buitenbeentje in de Belgische kustprovincie.
De zandgronden van Vlaanderen waren oorspronkelijk met een zomereiken-berkenbos bedekt. De natte, laaggelegen delen, die in het Bulskampveld talrijk voorkwamen, waren met veen begroeid. Door steeds intensievere exploitatie van bos en veen ontstonden uiteindelijk uitgestrekte heidevelden met droge en natte delen en heischrale graslanden op de betere gronden.
De heide van de stier
Kruin van beuk Foto: Bob Luijks
De naam Bulskampveld wordt voor het eerst vermeld in 1149 en zou afstammen van het Germaanse ‘bulnas campa’. Letterlijk betekent dit het ‘veld van het stierenkamp’ met ‘veld’ in de betekenis van onvruchtbare, woeste grond. Op de oudste kaart van Vlaanderen (1452) vinden we ‘bulschamp’ als toponiem tussen Brugge en Gent. Latere kaarten zijn gedetailleerder; ze tonen hoe het Bulskampveld zich uitstrekte van Bellem
en Lotenhulle over Aalter, Beernem, Wingene en Ruddervoorde tot op het grondgebied van Aartrijke, Lichtervelde, Zwevezele en Torhout. In die tijd was het Bulskampveld ongeveer 10 000 hectare groot, waarvan meer dan 7 000 hectare ‘veld’ of heide.
Middeleeuwse gebruiken De heerlijkheden die rechten op het Bulskampveld bezaten, hieven ‘trecht van veltscatte’. Dit is het recht dat ieder moest betalen voor het gebruik van het houtgewas of de turf van ‘het veld’, of om er runderen, paarden of schapen te laten grazen. Rond en in het Bulskampveld vestigden zich gemeenschappen van bezembinders en turfhouwers. De bezembinders verzamelden de taaie twijgen van de struikheide – lokaal ‘krakke’ genoemd – om er korte bezems van te maken. Berk en brem leverden materiaal voor andere bezemtypes.
LANDSCHAP
5
6
LANDSCHAP
De lange bloeistengel van het pijpenstrootje, een krachtig gras dat tot grote pollen uitgroeit, werd gebruikt om bijenkorven te vlechten of stenen pijpen met lange hals te bakken. Witte klei werd rond een droog pijpenstrootje gekneed; bij het bakken werd de stengel dan verast. Binnen de grenzen van het Bulskampveld lagen honderden grote en kleine veldvijvers, de meeste ontstaan door het afdammen van vennen en beekjes. Sommige waren speciaal als viskweekvijver ingericht. Op de nattere delen van het veld werden gagelstruiken geoogst. Hun aromatische twijgen vormden het hoofdbestanddeel van het ‘gruit’ of ‘gruut’, dat in de bierbrouwerij gebruikt werd. Op geringe diepte in ‘het veld’ kwamen platte, stabiele zandstenen voor. Die ‘veldstenen’ werden gebruikt in de bouw.
De grote ontginning Pas op het einde van de 18de en tijdens de 19de eeuw slaagde men er in de uitgestrekte heide van het Bulskampveld te ontginnen. De beste delen werden als landbouwgrond in productie genomen, de slechtere bebost; op de droogste gronden kwam naaldhout, op de nattere loofhout.
De heren van het Bulskampveld Lambert Malfait kocht in Beernem een flinke lap heidegrond en bouwde er een hoeve, die hij later - rond 1800 - tot een kasteel zou verbouwen. Hij werd de eerste ‘heer van het Bulskampveld’ en eigenaar van ‘het Lambertsgoed’. Hij ontgon eerst het noordelijk deel van het domein. De ontginning van het zuidelijke stuk, die na zijn overlijden in 1803 door zijn schoonzoon Eulisée Bulteau werd verdergezet, werd systematischer aangepakt. We herkennen er een duidelijk dambordpatroon van rechte, elkaar snijdende dreven, die vierkanten van ongeveer 4 hectare omsluiten. Na de dood van Bulteau werd het domein in 1838 verkocht aan graaf Ferdinand de Meeus, bestuurder van de Nationale Bank van België. Die had zijn vaste residentie in Brussel en gebruikte het kasteel slechts als zomerverblijf. Zijn zoon, graaf Henri
de Meeus, toonde meer belangstelling voor het domein en nam de landbouwuitbating ter harte. In 1880 startte hij ook een project om in het Bulskampveld naar steenkool te boren, maar toen de boor op een diepte van 337 meter op hard rotsgesteente stootte, werd het project opgegeven. De boorput werd tenslotte als waterput in gebruik genomen.
Nieuw kasteel Tussen 1887 en 1892 werd er in het Bulskampveld een nieuw kasteel gebouwd, gefinancierd door Henri de Meeus. Het nieuwe kasteel was een omvangrijk landhuis in een sobere, neogotische stijl. Gelijktijdig werden een nieuw koetsenhuis en paarden- en koeienstallen opgetrokken. Aan de kant van de moestuin, thans kruidentuin, merken we dat daarbij gebruik gemaakt werd van delen uit oudere gebouwen; onder meer een stuk veldsteenmuur bleef bewaard. Op de hoek van het koetsenhuis werd een watertoren geconstrueerd. Bovenop deze toren stond een molen die het water uit de artesische put oppompte.
Lippensgoed In 1904 verkocht graaf Henri de Meeus het hele goed aan de heer Auguste Philippe Lippens ’t Serstevens, die kort daarna overleed. Zijn weduwe en haar zoon Raymond herschiepen het domein tot een buitenplaats met allure. Zij lieten de ruimte voor en naast het kasteel volledig heraanleggen en zorgden voor een nieuwe toegangsdreef, ‘de nieuwe gravee’, vanaf ‘het Aanwijs’ tot aan het kasteel. De open ruimtes rond het kasteel werden herschikt: de grote vijver werd uitgegraven in de vorm van een zwaan en er werden niveauverschillen aangebracht in het terrein. Een park in Engelse landschapsstijl, gekenmerkt door asymmetrische vormen, doorbrak het stramien van de rechtlijnige dreven. Het beplantingsplan voorzag een rijk gamma aan boomsoorten en cultuurvariëteiten. De familie Lippens had nog meer ambitieuze plannen met het ‘Lippengsgoed’. Binnen het domein werden meerdere grote hoeves gebouwd. De uitbating ervan werd
Acrobatische muis Foto: Gonnie van de Schans
7
8
LANDSCHAP
De Eendeputten Foto: Yves Adams
9
10
aan pachters toevertrouwd. Ook de kasteelhoeve dateert uit die periode. Raymond Lippens trouwde met barones de Béthune. De nieuwe kasteelbewoonster was een plantenliefhebster; zij zorgde voor de beplantingen van bolgewassen en vaste planten rondom het kasteel. Hun zoon Philippe Lippens was de laatste bewoner. In 1970 verkocht hij het Lippensgoed aan de provincie West-Vlaanderen.
Venster op het verleden Het huidige provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld omvat behalve het kasteelpark de restanten van het vroegere Bulskampveld: heiderelicten, graslanden en vooral veel loof- en naaldbossen. Ongeveer 17 hectare jong loofbos, heide en natte wei- en hooilanden langs de Bornebeek wordt als natuurreservaat beheerd door Natuurpunt. In het domein van de Vlaamse overheid liggen de Eendeputten, een complex van vijvers dat ooit ontstaan is door de winning van veldsteen. Dit deel
van het gebied heeft een zeer hoge natuurwaarde en wordt daarom ook als bosen natuurreservaat beheerd.
Bezoekers welkom! De paden in het provinciaal domein maken deel uit van een groot wandelnetwerk. Het afwisselende landschap biedt tal van recreatiemogelijkheden. In de nabijheid van het gerenoveerd kasteel vind je een speelbos, lig- en speelweiden, een cafetaria en een speeltuin. De ommuurde moestuin bij het kasteel is omgevormd tot een unieke kruidentuin met 400 gebruiksplanten. In de gaanderijen errond is een wagenmakerij met een collectie oude landbouwvoertuigen en -werktuigen ondergebracht. Eén van de bijgebouwen huisvest het VOC Beernem, een opvangcentrum voor vogels en wilde dieren. De benedenverdieping van het kasteel functioneert als bezoekerscentrum. Je maakt er kennis met de geschiedenis van het domein en je komt er meer te weten
LANDSCHAP
over fauna en flora. Wil je de natuur in trekken, dan kan je hier een gezinsrugzakje lenen, een fiets huren of wandel- en fietsroutes kopen.
Een beboste heide Grove den, Corsicaanse den, lork, douglasspar en fijnspar domineren sommige delen van het Lippensgoed-Bulskampveld, maar inheemse loofbomen winnen stilaan terrein. Op open plekken kiemen zomereik, ruwe berk, beuk, vuilboom, lijsterbes, els en boswilg. Dat we met een beboste heide te maken hebben, wordt duidelijk na het rooien van de naaldhoutbossen. Spontaan verschijnt dan de struikheide op de drogere plaatsen en het pijpenstrootje, de gewone dopheide en het veenmos op de nattere percelen. Rond de Eendeputten groeien zeldzamere heideplanten als gagel, kleine zonnedauw en moeraswolfsklauw. In het gebied kan je nesthopen van rode bosmieren aantreffen. Rode bosmieren zijn sociale insecten die met meerdere
duizenden tot tienduizenden individuen in kolonies samenleven. Met dennennaalden of fijne takjes bouwen de diertjes een hoge nesthoop, die ook ondergronds wordt ingericht. Binnen de kolonie is er een duidelijke taakverdeling.
Stinzenflora Voornamelijk achter het kasteel, maar ook op andere plaatsen in het kasteelpark, bloeien in het voorjaar zogenaamde stinzenplanten. Hier werden ooit boshyacint, sneeuwklokje, lenteklokje, maarts viooltje, bosanemoon, maagdenpalm en andere aangeplant. In de vroege lente zorgen ze voor een gevarieerd kleurenpallet onder de nog winterkale bomen. Het najaarsbos verrast de bezoeker met een heel gamma kleurrijke paddenstoelen. Langs de beukendreven vinden we soorten als parelamaniet, vliegenzwam, eekhoorntjesbrood, heksenboleet, kastanjeboleet, melkzwam en diverse russulasoorten. Waar veel strooisel blijft liggen, groeien de stinkzwam en de nevelzwam.
Rode bosmieren Foto: Nico van Kappel
Watervleermuis Foto: Hugo Willocx
11
12
1. Foto: Frensis Bol
1
2. Foto: Sam Mannaerts 3. Foto: Hans Capiau 4. Foto: Anneke van Prooijen 5. Foto: Andrea Gulickx 6. Foto: Ingrid Vekemans 7. Foto: Judith Borremans 2
3
4
5
6
7
LANDSCHAP
8
9
10
11
12
13
8. Foto: Marc de Wolf 9. Foto: Elles Rijsdijk 10. Foto: Andrea Gulickx 11. Foto: Elles Rijsdijk 12. Foto: Tom Linster 13. Foto: Edwig Vanhassel
13
14
LANDSCHAP
Later in het najaar is het de beurt aan de honingzwam, een parasiet van verzwakte bomen die ook op dood hout te vinden is.
Vogels van bos en hei Vier spechtensoorten leven in het domein: kleine bonte, grote bonte, groene en zwarte specht. Behalve spechten voelen ook boomklever en boomkruiper zich hier goed thuis. Allemaal zijn ze gediend met oude bomen met veel dode takken. Roofvogels zoals buizerd, sperwer, bosuil en havik vinden in deze oudere bossen een ideale broedplaats. Boven de open plaatsen kan je in de zomer de boomvalk zien jagen. In snelle glijvlucht poogt hij vogels en grote insecten te verschalken.
In 2005 werd in het Lippensgoed-Bulskampveld een nieuwe ‘vleermuizenkelder’ gebouwd, naar het model van een vroegere ijskelder. Net honderd jaar eerder, in 1905, werd een ijskelder van het kasteel afgebroken om plaats te maken voor de parkaanleg errond. Het Bulskampveld is rijk aan vleermuizen, maar in de ruime omgeving zijn ijskelders – doorgaans zeer geschikt als overwinteringsplaats – erg schaars. Daarom nam het provinciebestuur het initiatief om een nieuwe kelder te bouwen. De vleermuizen lieten niet lang op zich wachten. Als eerste diende de baardvleermuis zich aan, al vlug gevolgd door andere soorten.
Vagevuurbossen Terug van weggeweest Al geruime tijd zijn vos en ree terug in het Bulskampveld. De veralgemeende teelt van maïs heeft hen geholpen om bosarme gebieden te overbruggen en zo het Bulskampveld te herkoloniseren vanuit het Ieperse Heuvelland of vanuit de Vlaamse Ardennen.
De 220 hectare Vagevuurbossen, aan de overkant van de weg Beernem-Wingene, bewaren we voor een volgende editie van LANDSCHAP, want met 320 hectare en een heel netwerk aan wandelpaden is het Lippensgoed-Bulskampveld op zich al groot genoeg voor een onvergetelijke daguitstap. Veel ontdekkingsplezier! L
Grote bonte specht Foto: David Pattyn
Prima wandelgebied! Foto: Yves Adams
15
16
Op stap!
LANDSCHAP
Lippensgoed-Bulskampveld Start Provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld heeft 2 toegangen, elk met een ruime parking: • Parking Driekoningen, Bulscampveld z/n, BE-8730 Beernem. Neem afrit 10 (Beernem) op de E40 Gent-Oostende en volg de N370 (Wingenesteenweg) richting Beernem. Na 600 m linksaf de N368 inslaan en volgen richting Hertsberge. Vanaf de brug over de E40 nog 1,2 km tot zijstraat Bulscampveld aan linkerkant (wegwijzer provinciedomein ter hoogte van de afslag). Deze parking ligt veel dichter bij het kasteel en de horeca dan de parking Aanwijs. • Parking Aanwijs, langs de Reigerlostraat in BE-8730 Beernem, ter hoogte van de kruising met de Heirweg en de Torenweg. Neem afrit 10 (Beernem) op de E40 Gent-Oostende en volg de N370 (Reigerlostraat) richting Wingene. Na 1,4 km vanaf de afrit ligt de parking Aanwijs aan je rechterkant (wegwijzer provinciedomein ter hoogte van de afslag). Opgelet: deze parking ligt relatief ver van het kasteel en de horeca.
Afstanden Achter het kasteel vertrekken drie bewegwijzerde wandelingen: • 2,7 km – groen – Parkwandeling • 4,5 km – geel – ’t Veldwandeling • 7,9 km – oranje – Eendeputtenwandeling Verder zijn er voor elke startplaats twee mogelijke wandelingen via de genummerde knooppunten van het
wandelnetwerk Bulskampveld. • Start parking Driekoningen: 4,9 km: 7 – 13 – 12 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 7,4 km: 7 – 13 – 12 – 19 – 18 – 20 – 21 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 • Start parking Aanwijs: 3,3 km: 18 – 20 – 21 – 11 – 12 – 19 – 18 (deze komt niet langs het kasteel) 7,4 km: 18 – 20 – 21 – 11 – 10 – 9 – 8 – 7 – 13 – 12 – 19 – 18
Toegankelijkheid Stevige stapschoenen of laarzen aanbevolen. Alle wandelingen zijn geschikt voor kinderwagens met grote wielen. Honden welkom, aan de leiband.
Personen met een handicap Het bezoekerscentrum is uitgerust om bezoekers in een rolstoel te ontvangen. De verharde wegen tussen de beide startplaatsen (parkings) en het kasteel zijn geschikt voor rolstoelen.
• Belbus: vanaf station Beernem neem belbus 26 (regio Beernem/ Wingene) tot halte Bezoekerscentrum op parking Driekoningen of tot halte Bulskampveld bij parking Aanwijs. Minstens 2 uur op voorhand reserveren op +32(0)59-56 52 56! Zie www.delijn.be
WANDELkaarten • Topografische kaart NGI 13/6, bestellen via de webshop van www.ngi.be • Wandelnetwerk Bulskampveld, te koop in het bezoekerscentrum en de toeristische diensten in de regio of via de webshops van Westtoer, www.westtoer.be of Toerisme OostVlaanderen, www.tov.be
Onthaal Bezoekerscentrum, Bulskampveld 9, BE-8730 Beernem, +32(0)50-55 91 00,
[email protected], www.west-vlaanderen.be/kwaliteit/ leefomgeving/bezoekerscentra/ bulskampveld. Voor openingsuren zie website.
Openbaar vervoer • Trein: NMBS-station Beernem, zie www.belgianrail.be • Bus: vanaf station Beernem neem – enkel op weekdagen – lijn 28 (Beernem-Wingene-Zwevezele) tot halte Bulskampveld langs de Reigerlostraat t.h.v. parking Aanwijs. Zie www.delijn.be
Boomkruiper Foto: Pascal De Munck
17
18
MENS VOOR DE LENS tekst foto’s
Aagje De Doncker Nico van Kappel
De pure parels van Nico van Kappel
Eenvoud als ultieme verfijning Een zonovergoten nazomerse zondag in de Oostvaardersplassen, het veelbesproken visitekaartje van de wildernisnatuur in Nederland. Vanaf het terras achter het bezoekerscentrum van Staatsbosbeheer kijken we uit over de immense watervlakte, een vlucht lepelaars doortrekt de staalblauwe hemel. Nico van Kappel geniet zichtbaar; de Oostvaardersplassen liggen hem dan ook na aan het hart. ‘Er is veel commotie rond het gebied omdat het gegrondvest is op een sterke en soms omstreden visie, de natuur zo veel mogelijk zijn eigen gang laten gaan, zonder veel ingrijpen. Hier kun je veel van vinden maar uiteindelijk resulteert het wel in een prachtig en interessant gebied’. De toon is meteen gezet. Dit gesprek zal beslist niet alleen over natuurfotografie gaan…
Natuur aan zet
Zeeaster
Eigenlijk moet je het met natuurfotograaf Nico van Kappel helemaal niet over natuurfotografie hebben. Want altijd weer dwalen zijn gedachten af naar het belang van natuurbeheer en natuurontwikkeling. Hij heeft dan ook een bijzon-
der sterke visie op wat natuur moet zijn: haar eigen spelverdeler. ‘Onlangs brak hier in de buurt nog lichte paniek uit nadat er een everzwijn gesignaleerd was. Goed zo, denk ik dan. Hoe dat zwijn hier gekomen is, maakt niet veel uit want het hoort hier helemaal thuis. Everzwijnen
LANDSCHAP
19
20
LANDSCHAP
in de Oostvaardersplassen stonden dan wel niet in de plannen, ze dragen door hun woelen en wroeten wel bij tot een dynamisch moerassysteem. Idem voor de vossen, die hier prima dienst doen als opruimers door de hinkende ganzen uit hun lijden te verlossen’. ‘De natuur trekt zichzelf altijd weer prima uit de slag; ik snap dan ook de vele verzuchtingen van de mens niet om toch steeds weer die natuur wat te moeten bijsturen en ze in het gareel te laten lopen. Zoals de hele polemiek over de komst van de wolf; die heeft zich inmiddels zo goed aangepast aan het cultuurlandschap, die houden we heus niet meer tegen hoor… Of de discussie rond het bejagen van vossen in vogelrijke gebieden; de lepelaars op Tiengemeten zijn beslist slim genoeg om verder te trekken als het gevaar te groot wordt. Idem voor de vogelstand in de Oostvaardersplassen die achteruit gaat door wat vogelaars de ‘begrazingsmaffia’ noemen. Natuurlijk blijven de grauwe kiekendieven hier weg als het wild het gras letterlijk vanonder
hun voeten maait, maar de grauwe kiekendieven waren dan ook pioniers. Die zijn verhuisd naar elders, terwijl de zeearend hier een vaste stek vond. Dat is helemaal niet erg, dat hoort zo. ‘Erg’ is het alleen maar als je de denkfout maakt dat je je als beheerder van een gebied bepaalde soorten kan toe-eigenen…’.
‘Niet wéér een impala…’ En dan hebben we het nog niet gehad over hoe het fout liep in Nederland toen de bevoegdheden landbouw en natuur toegevoegd werden aan de ministerportefeuille van economische zaken, waardoor er ineens prijskaartjes aan de natuur moesten gehangen worden. En over hoe de wildschade in de landbouw de noodzaak aan jacht kunstmatig in stand houdt… Kortom, Nico van Kappel heeft een bevlogen visie als het gaat over natuur; zijn opleiding bos- en natuurbeheer zit daar ongetwijfeld voor iets tussen. Van kinds af aan kwam hij wel al in contact met natuurfotografie, maar dat liep niet altijd van een leien dakje. ‘Ik herinner me
Detail van roerdomp Julikever in de duinen Kruiend ijs
21
22
LANDSCHAP
dat mijn vader voortdurend fotografeerde. Als we dan tijdens de vakantie richting Krugerpark in Zuid-Afrika trokken, ergerde ik me rot aan dat fotograferen. “Hè nee”, dacht ik dan, “stopt-ie nu wéér voor de zoveelste impala!”’. De passie voor natuurfotografie kwam er pas later tijdens zijn studies, toen fotograferen om soorten op naam te brengen gaandeweg evolueerde naar het plezier van mooie beelden maken.
Helemaal bio Alsof de combinatie van ecoloog en natuurfotograaf nog niet boeiend genoeg was, ging Nico ook deeltijds aan de slag als bioboer in het akkerbouwbedrijf van zijn schoonvader. Dat zou hem de vrijheid kunnen geven om ook overdag te fotograferen, ware het niet dat Nico vooral ’s ochtends en en ’s avonds fotografeert. ‘Ik heb drie jonge kinderen en dan vind ik het in de zomermaanden fijner om pas te gaan fotograferen als ze al naar bed zijn. Geluk-
kig duiken ze graag vroeg in bed, zodat ik er nog de hele avond op uit kan trekken richting vlakbij gelegen gebieden als de Kwade Hoek, Goeree-Overflakkee, de duinen van Oostvoorne of de Maasvlakte’. ‘Ik probeer niet te verschrikkelijk te zijn’, antwoordt Nico glimlachend op de vraag of het fotograferen bij zijn kinderen een soortgelijke ergernis opwekt als destijds tijdens zijn kindertijd. ‘Mijn vrouw is bioloog, wat uiteraard ook niet helpt, want soms moet ik op vakantie ook voor haar foto’s maken van bijzondere soorten. Ik heb wel altijd alle fotomateriaal bij, maar ik probeer het onderweg stoppen om te kunnen fotograferen te beperken. Gelukkig ervaren de kinderen de tijd die ik nodig heb om te fotograferen niet als ‘wachten’; ze maken van de gelegenheid gebruik om wat rond te rennen en de natuur te verkennen. Toen ik laatst op vakantie steenbokken wou fotograferen, ben ik om vier uur ‘s nachts vertrokken en was
Zandoorworm Zeekraal en zeeaster
23
24
Muurpeper
ik netjes terug toen de kinderen aan de ontbijttafel zaten. Voorlopig hebben ze er dus nog niet zo erg veel last van…’.
Klokjesgentiaan
Doe mij maar een landschapje Paddo Zeewolfsmelk Engels gras
Macro, vogels, zoogdieren, landschappen… Als je het portfolio van Nico bekijkt, lijkt hij wel de gedroomde allround natuurfotograaf te zijn. ‘En toch ga ik altijd in de eerste plaats voor de landschappen’, geeft Nico toe. ‘Landschappen fotograferen vormt voor mij echt de grootste uitdaging; je moet keer op keer teruggaan want zelden lukt een foto meteen. Landschappen zijn ook voortdurend in verandering, vooral bij ons aan de kust waar een beetje storm de embryonale duinen in een paar uur tijd volledig van uitzicht kan doen veranderen. Maar aangezien een interessant landschap ook garant staat voor een heleboel bijzondere planten en dieren, heb ik altijd wel een extra camera met lens klaarliggen als ik met statief aan het fotograferen ben. Fauna en flora fotograferen mag dan al bij toeval gebeuren, ik kom zelden alleen met landschapsfoto’s thuis. Anderzijds betrap ik mezelf er soms op dat ik, wellicht onder invloed van mijn opleiding als ecoloog, de Natura 2000-gebieden al
eens durf induiken op zoek naar wat extra bijzonders, zoals de moerasgamander die maar aan twee plasjes bloeit. Als ik die dan, bijvoorbeeld met een groothoeklens, op een aparte manier in beeld kan brengen, ben ik een gelukkig mens’.
De raad van Frans Lanting ‘Hoe eenvoudiger een foto, hoe beter’ is de stelregel van de wereldberoemde Nederlandse natuurfotograaf Frans Lanting. Een devies dat Nico van Kappel hoog in het vaandel draagt. ‘Ingewikkelde macrofoto’s ogen vaak erg rommelig, net omdat ze niet eenvoudig zijn. Zo heb ik het zelf niet zo begrepen op het modeverschijnsel in de macrofotografie waarbij – overigens erg dure – antieke lenzen gebruikt worden die totaal geen scherp beeld opleveren. Uiteraard speel ik zelf ook wel eens met speciale effecten, maar als ik dan pakweg twintig van dergelijke foto’s gemaakt heb, vind ik het voor mezelf toch wel tijd om dringend wat anders te gaan verzinnen. Als ik zelf aan macrofotografie doe, vind ik het leuker om de originaliteit uit een bijzonder standpunt te halen omdat dat een eenvoudiger beeld oplevert. Zoals de foto die ik vorige winter nam van een
LANDSCHAP
roerdomp, waarbij ik alleen het oog en de oogveren fotografeerde. Langs het kanaal zaten twee roerdompen bij een wak in het ijs. Ik keerde elke dag terug tot ze doorhadden dat ik het maar weer was en ik hen behalve het ‘klik-klik’ van mijn camera niets deed. Na een paar dagen kwamen ze tot op drie meter van mijn wagen, zodat ik probleemloos deze foto kon maken’. ‘Ook details van meeuwen en aalscholvers vind ik geweldig om te fotograferen. Alleen ben ik niet echt geduldig genoeg om vogels te fotograferen. Gelukkig zijn er in Rotterdam genoeg tamme meeuwen en aalscholvers die je, zonder ze te verstoren, makkelijk van dichtbij kan fotograferen; je kan het geluk dus ook een handje helpen. Planten fotograferen doe ik ook wel af en toe, maar dan toch nog altijd liever een foto van het plantje in het landschap dan een louter portretje van de plant. Als ik zo de plaats van de plant in het ecosysteem kan belichten, vind ik het minder kunstmatig overkomen dan een foto van een geïsoleerd plantje. Ook in het bewerken van beelden houdt Nico het graag eenvoudig. ‘Bij het fotogra-
feren vergroot ik af en toe het contrast om de beelden wat meer te verzadigen, trek ik de kleurbalans al eens wat meer naar links of rechts, maar dat moet het zowat zijn. Voor het overige bewerk ik de foto achteraf nog wat met Photoshop, maar als dat langer dan een paar seconden duurt, bewijst dat doorgaans dat de foto niet goed genoeg is en verwijs ik hem naar de prullenmand. Ik hou me steeds voor ogen dat een beeld nog altijd moet overeenkomen met wat je zag toen je de foto nam’.
Geen wedstrijdbeest Zo streng Nico is voor zijn eigen werk, zo bescheiden doet hij er ook over. De beelden van Nico zijn ondergebracht bij het fotostockbureau Buiten-Beeld en worden wereldwijd gepubliceerd. Alleen ligt hij daar zelf niet zo echt wakker van. Ook aan fotowedstrijden doet hij nooit mee. ‘Eerlijk gezegd maakt het me allemaal niet zoveel uit. Een prijs winnen is leuk als je bekend wil worden, alleen wil ik dat niet. Zet mij maar in het veld met mijn fototoestel!’. En… of hij eigenlijk ooit al een interview gaf? ‘Euh, nee… Dan betekent dit vast mijn grote doorbraak!’, grapt Nico. L
Méér van Nico: www.nicovankappel.com
25
26
DOSSIER
Tauros is oerrund van de 21ste eeuw
tekst Ronald Goderie Wouter Helmer Henri Kerkdijk-Otten Staffan Widstrand Jan Loos foto’s Bob Luijks Nico van Kappel Staffan Widstrand
Weldra beschikbaar: Oerrund 2.0 In het vorige nummer van LANDSCHAP brachten we een portret van het oerrund: volstrekt uniek en onmisbaar in de Europese natuur, maar helaas uitgestorven in 1627. Uitgeroeid door de mens… Nochtans heeft het oerrund een sleutelrol gespeeld in de geschiedenis van de moderne mensheid. Het temmen van het oerrund leidde tot welvaart; het getemde rund betekende niet alleen melk voor de kinderen en trekkracht voor de ploeg, het stond haast synoniem voor overleven, voor nederzettingen, bevolkingsgroei, rijkdom en kapitaal. Het voormalige oerrund kreeg ook een hoofdrol toebedeeld in menige religie. Maar
Schotse hooglandrunderen Foto: Bob Luijks
In tal van natuurgebieden vervangen Schotse hooglanders of andere gedomesticeerde runderen de grote grazers die er van nature thuishoren. Héél binnenkort zal een herkauwer beschikbaar zijn die beter dan eender welk gekweekt ras de ecologische niche van het uitgestorven oerrund opnieuw invult.
het dier dat als geen ander een invloed had op onze economische en culturele ontwikkeling, is niet meer…
Uitgestorven, maar springlevend! Het oerrund mag dan wel uitgestorven zijn, tegelijk stellen we vast dat het dier zijn genen heeft nagelaten in de ruim 1,2 miljard dieren van 800 verschillende koeienrassen - Bos taurus - die op dit moment op de wereld voorkomen. De eerste domesticaties zijn ruim 10 000 jaar oud, maar reken maar dat zelfs na de domesticatie wilde oerstieren af en toe een hindernis overwonnen om verse oergenen achter te laten in een groepje niet al te goed afgeschermde tamme koeien… Het oerrund is dus dood, maar zijn genen zijn springlevend! Zoals onze voorouders, vertrekkende van oerrunderen, nieuwe runderrassen fokten door te selecteren op gewenste eigenschappen zoals melkafgifte, karakter, vleesproductie, kleur of grootte, zo kan een terugkweek-
programma ook selecteren, maar dan in de andere richting, terug naar de bron.
Heckrund Reeds in 1835 pleitte de Poolse zoöloog Jarocki er voor om een poging te ondernemen om de oeros weer in zijn oorspronkelijke vorm terug te krijgen, maar het zou nog een flinke tijd duren voor er effectief werk werd gemaakt van een echt terugfokprogramma. Driehonderd jaar na het uitsterven namen de Duitse broers Lutz en Heinz Heck een echt initiatief. Het was in de jaren ’20 en ’30 van de 20ste eeuw, de periode voor de Tweede Wereldoorlog. De twee broers werkten elk apart; ze kruisten verscheidene runderrassen die volgens hen oerkenmerken bezaten, en selecteerden de nakomelingen daarvan voor verdere kweek. Heinz begon zijn experiment in een dieren-
LANDSCHAP
27
28
Het nieuwe oerrund zal uit verschillende rassen teruggefokt worden. Alleen rassen waarvan het DNA nauw aansluit bij dat van het uitgestorven oerrund, komen in aanmerking.
LANDSCHAP
tuin in München. Lutz startte korte tijd later zijn experiment in de zoo van Berlijn. Het eindresultaat van het terugfokproject was zeer snel bereikt: de teruggefokte oeros – het ‘Heckrund’ – was volgens hen zeer gelijkend met de echte oeros. De Heckrunderen van Lutz werden in grote natuurgebieden in het wild in Duitsland en Polen uitgezet, maar Heinz heeft zijn Heckrunderen uitsluitend in dierentuinen en kleine wildparken gehouden. Zeer waarschijnlijk hebben de Heckrunderen van Lutz de Tweede Wereldoorlog niet overleefd en zijn nu alleen de Heckrunderen van Heinz overgebleven. Na de oorlog hebben individuele fokkers zich met de verdere fok van Heckrunderen beziggehouden, naar eigen – vaak verkeerde – inzichten. Vandaag lopen Heckrunderen in diverse natuurgebieden en worden ze in dierentuinen gehouden.
wijze waarop gefokt en geselecteerd was en op de snelheid waarmee het eindresultaat werd bereikt; in amper 12 jaar waren de broers er mee klaar. De selectiecriteria waren vaag en ruim gesteld en er was geen goede administratie van de kruisingen bijgehouden. Als we vandaag het Heckrund met de oeros vergelijken, zien we weinig overeenkomsten tussen de twee. Alleen in de kleur van de vacht is bij sommige Heckrunderen overeenkomst te zien, maar er komen soms ook Heckrunderen voor met recessieve kenmerken afkomstig van tijdens de fok gebruikte gedomesticeerde runderrassen, zoals vlekpatronen, die bij een nieuwe generatie plotseling zichtbaar kunnen worden. Andere kenmerken, zoals hoornvorm en lichaamsgrootte, komen al helemaal niet overeen.
Oerrund 1.0 mist Gründlichkeit
Een runderpopulatie die als geheel meer kenmerken van de oeros bezit dan de huidige Heckrunderen is die van de Spaanse vechtrunderen. Binnen de heterogene populatie van de Spaanse vechtrunderen komen niet alleen meer kenmerken voor, maar vaak ook gecombineerde kenmerken in één enkel individu. Zo kan men er bijvoorbeeld roodbruine koeien met een kleine uier en de oeros-hoornvorm aantreffen en zwartbruine stieren met een lichte aalstreep,
Toro Bravo: gebuisd op karakter Al vrij snel na het ontstaan van de Heckrunderen kwam er kritiek op zowel de uitvoering van het terugfokexperiment als het resultaat ervan. De kritiek richtte zich vooral op het beeld dat de broers Heck zich van de oeros hadden gevormd en dat ontstaan was uit een mengeling van waarheid en vooral fantasie. Er was zelfs een verschil van mening tussen de broers over hoe de oeros er uitzag. Daarnaast was er kritiek op de
Maremmana Primitiva voor fokprogramma Foto: Bob Luijks
Sterven als een oerrund... Foto: Nico van Kappel
Limia-koe voor fokprogramma Foto: Staffan Widstrand
29
30
Snoet van Heckrund Foto: Nico van Kappel
Hoorn van Heckrund Foto: Nico van Kappel
een lichte snuit en de oeros-hoornvorm. Probleem met deze populatie is dat de fok eeuwenlang dieren met agressieve kenmerken heeft bevoordeeld, waardoor een ras is ontstaan dat absoluut niet geschikt is voor begrazing in natuurgebieden waar mensen vrij doorheen kunnen struinen. Hoewel uiterlijk zeer gelijkend met het oerrund, is de Spaanse vechtstier – de Toro Bravo – dus toch niet geschikt voor een terugfokprogramma dat de betere reconstructie van het oerrund voor ogen heeft. Hetzelfde geldt voor het Heckrund, dat te agressief is juist omdat er dergelijke Spaanse vechtstieren in het fokprogramma betrokken werden.
Vriendelijke reus Er zijn immers geen redenen om aan te nemen dat de oorspronkelijke oeros een agressief dier was. Uit documenten waarin het gedrag van de laatste oerrunderen werd opgetekend, blijkt juist dat het oerrund eerder apathisch was tegenover mensen, en zelfs bij agressie of opdringerigheid van de kant van de mens, eerst nog waar-
schuwingen uitstuurde alvorens echt tot de aanval over te gaan, zoals ook wisenten dat doen. Dat een volwassen oerrundstier niet vriendelijk was voor de Romeinen die hem probeerden te vangen en wild tekeer ging, zal niemand verbazen. Evenmin dat de stier ronduit agressief werd wanneer hij in de arena de dood in de ogen keek. Maar van nature was de oeros een relatief vriendelijke herkauwer. Een ooggetuige schreef: ‘Een oerrund is niet bang voor een man en zal niet vluchten als er iemand in de buurt komt. Als je hem langzaam benadert, trekt hij zich nauwelijks terug. Als een dier op de weg staat, moet je er omheen lopen. Ook voor een kar gaat hij niet uit de weg. Als ze uitgedaagd worden, reageren ze eerst gematigd, pas als je blijft uitdagen vallen ze aan met de hoorns en werpen je in de lucht’. Maakte je een oerrund kwaad, dan zou het volstaan hebben om languit op de grond te gaan liggen om zijn opgewondenheid te milderen en zijn boosheid te doen omslaan in de gebruikelijke desinteresse. Met wat geluk werd je dan enkel
LANDSCHAP
besnuffeld en kwam je er alsnog met de schrik vanaf…
Oerrund 2.0 is nodig! Bezoekers van natuurgebieden zijn inmiddels vertrouwd met het beeld van Schotse Hooglanders, Gallowayrunderen of AngusAberdeens die grazend een structuurrijk landschap vol biodiversiteit creëren. Waarom vormt de herintroductie van de imitatie-oeros een meerwaarde op deze grazers, die al voortreffelijk hun werk doen? Vooreerst is er natuurlijk een vaststelling waar je niet omheen kan: de Schotse of Franse vlees- en melkveerassen zijn maar een flauwe afgeleide van het originele oerrund, en uiteindelijk geselecteerd om andere eigenschappen dan hun zelfredzaamheid of graasgedrag. Het oerrund was het resultaat van minstens 700 000 jaar natuurlijke evolutie en selectie. In al die tijd was een rund tot stand gekomen dat optimaal was aangepast aan onze vegetatie, het terrein en het klimaat. Daar kan geen gedomesticeerd ras tegenop! Robuuste landbouwrassen mogen dan zeer dienstig zijn als stand-in en op vele vlakken voldoen, de ecologische niche van het oerrund zullen ze nooit helemaal kunnen invullen. Het oerrund was als het ware ontworpen om natuur te beheren en erin te overleven, vlees- en melkveerassen niet; die dienen in de eerste plaats een ander doel. Met het Heckrund kunnen we ook niet verder, want dat dier staat bekend als licht ontvlambaar en dus agressiever dan een oerrund, en dat is géén meerwaarde als je dieren wil inzetten in gebieden die ook zijn opengesteld voor recreanten.
Maar er is nog een ander aspect. Net op dit ogenblik blijven in heel Europa miljoenen hectare marginale landbouwgrond spontaan braak liggen. Elke drie jaar wordt een gebied ter grootte van België uit landbouwproductie gehaald. Voor het eerst in de geschiedenis zijn er op die gronden geen grote grazers meer aanwezig: geen wilde runderen, maar ook geen landbouwdieren. In afwezigheid van grote herbivoren dreigen die enorme oppervlakken in sneltempo te verbossen. Goed nieuws voor wie alleen in simpele termen van groen en zuurstof denkt, maar een ecologische catastrofe als je verder kijkt en bedenkt wat een enorme biodiversiteit hier dreigt verloren te gaan. Talloze soorten vogels, zoogdieren, insecten, planten… zijn voor hun voortbestaan aangewezen op begraasde landschappen. Overigens zijn die halfopen terreinen met bospartijen maar ook veel open grasland – en alle overgangsvormen daartussenin – de échte authentieke landschappen in grote delen van Europa, en niet de gesloten boscomplexen die in de publieke opinie nog al te vaak als het summum van natuur ervaren worden; die zijn slechts het resultaat van de uitroeiing van de grote grazers en dus een zwaar verarmde versie van een natuurlijk begraasd mozaïeklandschap. Als op heel korte termijn grote hoeveelheden robuuste runderen nodig zijn om het graasbeheer over te nemen waar landbouwvee aan hoog tempo verdwijnt, kunnen we maar beter klaarstaan met een rund dat optimaal is aangepast voor het overleven in de echt wilde natuur: dat rund kreeg als werktitel ‘Tauros’, wat Grieks is voor stier.
TaurOs krijgt gestalte Alles pleit dus voor een nieuw oerrund, een verbeterde versie 2.0. Het allerbelangrijkste
31
‘De Tauros zal eruit zien als een oerrund, grazen als een oerrund, zelfs poepen als een oerrund en sterven als een oerrund.’ Ronald Goderie, Stichting Taurus
32
CSI Aurochs
eeuw uitstierf. Er werd een samenwerking aangegaan met een veelheid aan wetenschappelijke instellingen uit Europa en de rest van de wereld, waaronder de Nederlandse Wageningen Universiteit en collega’s in Dublin en Californië. Wageningen Universiteit doet genetisch onderzoek naar materiaal van runderrassen uit heel Europa, allemaal afstammelingen van het oorspronkelijke oerrund. Dit genetisch materiaal is vergeleken met dat van oerosbotten uit archeologische opgravingen. De schat aan gegevens die zo ontstaat, dient als basis voor een kruisingsprogramma waarin het oerrund teruggekruist wordt uit runderen waarvan het DNA zoveel mogelijk op dat van het oerrund lijkt. Je waant je in een CSI-scène als je ziet hoe mensen in witte laboratoriumjassen in de weer zijn met stukken bot, huid, tanden en merg om het overgebleven DNA uit fossiele resten te doorgronden.
Uitgangspunt is dat het nieuwe oerrund een zo natuurgetrouw mogelijke replica moet zijn van het Europese oerrund dat in de 17de
De uiteindelijke ‘oplevering’ van de Tauros zal nog ongeveer vijftien jaar op zich laten
voordeel van de nieuwe Tauros is misschien wel dat het een rund wordt dat in niets nog verbonden is met het vee dat wij in de weiden of op stal zien staan. Niet in wetgeving, niet in regelgeving. Want ook de Galloways en Hooglanders die vrij in onze natuur rondlopen, zijn gehouden aan Brusselse regels: genummerde flappers in de oren, veterinaire controles, een zorgplicht. Tijdens het terugfokprogramma zijn de dieren uiteraard nog wel gebonden aan veterinaire regelgeving. Op langere termijn is de Tauros die straks Europa gaat bevolken, een wild dier. De Tauros wordt geen ‘gehouden vee’, maar een dier dat net als edelherten, wilde zwijnen, wolven en andere grote zoogdieren vrij rondzwerft door natuurgebieden, zonder menselijke tussenkomsten en zonder bemoeienis van landbouwministeries.
LANDSCHAP
wachten. Zoveel tijd is volgens het Tauros Programma nodig om een nieuw ras te maken dat aan de historische profielschets voldoet, 100% zelfredzaam is én de oversteek van gedomesticeerd naar wild dier (zonder oorlabels) heeft gemaakt. Vijftien jaar oogt bijzonder krap, vergeleken bij de tienduizend jaar ontwikkeling van origineel oerrund naar de huidige huisveerassen. Maar het kán, door een combinatie van moderne foktechnieken, wetenschappelijke begeleiding en de juiste keuze van uitgangsrassen. Het eindproduct van het Tauros Programma zal er uitzien als een oerrund, leven als een oerrund, zich gedragen, eten en voortplanten als een oerrund, zelfs sterven als een oerrund.
Lekker verwilderen Tot dusver zijn zes uitgangsrassen gebruikt voor het terugfokken: de Pajuna uit ZuidSpanje, de Sayaguesa en de Limia uit NoordSpanje, de Maronesa uit Noord-Portugal, de
Podolica uit Zuid-Italië en de Maremmana Primitiva uit Midden-Italië. Deze rassen zijn gekruist en van elke nakomeling zijn de kenmerken in kaart gebracht. Vanaf hier is het een kwestie van doorfokken met dieren die de gewenste eigenschappen vertonen, en proberen ontbrekende eigenschappen in te kruisen. Precies zoals boeren het al eeuwen doen, maar dan met een ander doel. De dieren die uit de boot vallen voor verdere fok, leiden eerst een gelukkig leven als grote grazer in natuurgebieden en eindigen uiteindelijk als ‘wildrundvlees’ in de koeltoog. Het Tauros Programma bestaat nu vijf jaar, is de opstartfase voorbij en groeit gestaag. Er lopen inmiddels tweehonderd Taurossen rond die binnen een jaar voor 150 nieuwe dieren zorgen. Stilaan kan gestopt met embryotransplantatie. Die dure methode met draagkoeien is in de beginfase wel op kleine schaal toegepast om het project een kickstart te geven. Over enkele jaren gaat ook kunstmatige
Tauroskalf Foto: Bob Luijks
Tauroskoe met kalf Foto: Bob Luijks
Heckrundstier Foto: Nico van Kappel
33
34
De Tauros moet zelfredzaam zijn in echte wildernisnatuur en dus wolven het hoofd bieden. Zoals de meeste wilde dieren, zal hij interactie met mensen vermijden.
LANDSCHAP
inseminatie overboord, en vervolgens de begeleide dekking. De Tauros moet vanaf dan op eigen poten staan, zich handhaven door natuurlijke paring en selectie, en lekker verwilderen. In vijf Nederlandse natuurgebieden lopen nu al Taurossen, allemaal in NoordBrabant en Limburg. De grootste groep graast in natuurgebied Keent bij Ravenstein. Andere dieren grazen in het Kempen-Broek bij Weert, de Kraaijenbergse Plassen bij Cuijk, de Maurik bij Mill en Herperduin bij Oss. Via samenwerking met het ambitieuze natuurproject Rewilding Europe zijn ook Taurossen uitgezet aan beide zijden van de Spaans-Portugese grens, in het Kroatische Velebitgebergte en in de Roemeense Donaudelta.
Bakermat Kempen~Broek De natuur van het Kempen~Broek, op de grens tussen Nederlands en Belgisch Limburg, leent zich bij uitstek voor de uitvoering van een belangrijk onderdeel van dit kruisingsprogramma. Sinds 2010 werkt ARK hier, gesteund door de Nederlandse Provincie Limburg, aan een groot nieuw natuurgebied, waarin ook de terugkeer van wilde runderen is voorzien. Het is een gebied dat ook in het verleden in trek was
bij oerossen, getuige de recente vondst van botten van het oerrund in de Tungelroysche beek. Vanuit het Kempen~Broek willen Stichting Taurus en ARK vervolgens kuddes Taurssen gaan leveren aan grote Europese natuurprojecten, waar veel vraag is naar deze dieren.
Selectief zachtaardig De Taurossen komen in gebieden te lopen die vrij toegankelijk zijn voor het publiek. De verwachting is dat de dieren confrontaties met mensen zullen mijden, net als andere wilde dieren. Anderzijds keren in steeds meer Europese natuurgebieden grote predatoren zoals wolf en lynx terug. De Taurossen zullen zich dus ook moeten kunnen verdedigen, anders stelen wolven de kalveren onder ze vandaan. De Tauros zal dus vriendelijk moeten zijn voor mensen, maar fel en alert tegenover predatoren, wil hij zich handhaven in echte wildernisnatuur. Maar ook het publiek moet goed geïnformeerd worden over hoe om te gaan met deze nieuwe bewoners. Die inspanning zal niet voor niets zijn: een rijkere natuur wordt ons deel, met spectaculaire beelden van grootse kuddes rondtrekkende, wilde runderen! L
Het oerrund Een levende legende
Ronald Goderie, Wouter Helmer, Henri Kerkdijk-Otten en Staffan Widstrand - Uitgeverij Roodbont - 160p. €29,95 Dit prachtige boek vertelt het hele verhaal van het oerrund. Het staat niet alleen bol van informatie over het oerrund zelf, maar breekt ook een lans voor natuurlijke begrazing en de ontwikkeling van onvervalste wildernisnatuur, beheerd door grote herbivoren en spectaculaire roofdieren. Bovenop glasheldere nieuwe inzichten krijg je talloze prachtige foto’s van Staffan Widstrand en unieke tekeningen van Jeroen Helmer. Te koop op de activiteiten van Landschap vzw.
File van Heckrunderen Foto: Nico van Kappel
Tauros Foto: Bob Luijks
35
36
NEDERLAND
Gewapend beton zorgt voor ijzersterke natuur
tekst foto’s kaart
Radio Kootwijk & Hoog Buurlo
Aagje De Doncker Mirjam Langelaar Geurt Besselink Bob Luijks
Met dik 91 000 hectare bos, heide, zandvlakte en grasland is de Veluwe een dijk van een natuurgebied. Hét uithangbord van de provincie Gelderland wordt dan ook omsloten door water; in het noorden door de Randmeren, in het oosten door de IJssel en in het zuiden door de Rijn. Aangezien Nederlands grootste natuurgebied – op de Waddenzee na – zich niet in één artikel laat vatten, geven we de Veluwe beetje bij beetje prijs. Van wal steken doen we met een even authentiek als eigenzinnig stukje Veluwe: Radio Kootwijk en de aangrenzende Hoog Buurlose heide.
Art deco met zand
Schapen op de heide Zendergebouwen Radio Kootwijk
Onvergetelijke vergezichten vergezellen je tijdens een tocht over de Hoog Buurlose heide. Het gebied is dan ook in meer dan één opzicht een absoluut hoogtepunt in het Veluwse landschap. De wandeling voert je over een stuwwal van meer dan 80 meter hoog, vanwaar je uitkijkt over het Gerritsflesch-ven en de majestueuze zendtoren van Radio Kootwijk. Richting zuidwest blinkt het Kootwijkerzand, dat wedijvert met de Loonse en Drunense duinen voor de titel van grootste actieve zandverstuiving van West-Europa. In de bossen aan de oostkant ligt ietwat verscholen de pittoreske enclave van Hoog Buurlo met zijn historische schaapskooien en statige beukenlanen. De woeste, open en dunbevolkte vlakte van zand en heide maakte deze 450 hec-
tare Veluwe – wegens vrijwel storingsvrij voor radiosignalen – in de eerste helft van de 20ste eeuw uitermate geschikt voor de bouw van het zendstation Radio Kootwijk. Dat vormde een cruciale communicatieverbinding tussen Nederland en zijn toenmalige koloniën, met name Nederlands-Indië. Toen het radioverkeer via zeekabels tijdens de Eerste Wereldoorlog bedreigd werd doordat Japan letterlijk voor een ‘kink in de kabel’ zorgde door de verbinding over zijn grondgebied op te heffen, werd de roep groot naar een zendstation dat door middel van een lange golf-machinezender een verbinding zou leggen met het 12 000 kilometer verderop gelegen radiostation in Malabar bij Bandoeng op Java. In 1920 kreeg de Amsterdamse rijksarchitect Julius Luthmann de opdracht om een hal te ontwerpen voor de radiozendapparatuur, met die beperking
LANDSCHAP
37
38
Jeneverbes op de heide
dat stalen balken niet gebruikt mochten worden wegens nefast voor het radiosignaal. Het resultaat is een imposante kathedraal, het allereerste volledig uit gewapend beton opgetrokken gebouw van Nederland. Deze prachtige art deco-tempel, vandaag beschermd als Rijksmonument, overschouwt als een sfinx het desolate landschap van zand en heide.
Satelliet is doodsteek Aangezien de medewerkers van het zendstation en de storingsdienst de klok rond beschikbaar moesten zijn, verrees in de schaduw van het zendstation het dorpje Radio Kootwijk. Tot op vandaag wordt het handjevol huizen nog altijd bewoond én is het een beschermd dorpszicht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog maakte de Duitse bezetter handig gebruik van zoveel technisch en architecturaal vernuft. Zo werd de lange golf-machinezender aangewend voor communicatie met de onderzeeboten van de Kriegsmarine in de Atlantische Oceaan en plaatste de Wehrmacht luchtafweergeschut op de radiogebouwen. Toen de Canadese be-
vrijdingstroepen naderden, werden de zendmasten opgeblazen en werd alle zendapparatuur vernield. Pogingen om de mastodont van gewapend beton te vernielen, mislukten. De naoorlogse heropleving van Radio Kootwijk zou evenwel van korte duur zijn. De razendsnelle ontwikkeling van nieuwe telecommunicatietechnieken zoals de satellietverbinding, deed Radio Kootwijk al gauw achterop hinken. Op 14 oktober 1966 werd de noordelijke van de twee overgebleven zendmasten met explosieven neergehaald. In 2005 werd het vier kilometer lange hekwerk rond het voormalige zenderpark verwijderd zodat wandelaars, fietsers én wild weer vrij in en uit dit stukje Veluwe konden gaan. Vier jaar later kwam het natuurgebied met zendcomplex in handen van Staatsbosbeheer, dat nu zowel de cultuurhistorische als landschappelijke waarde van het gebied wil bewaken.
Verzachtende omstandigheden Voor wie het toch niet zo begrepen heeft op een toren van gewapend beton in een landschap van zandverstuivingen en heidevelden, geven we als verzachtende
LANDSCHAP
omstandigheid graag nog even mee dat het voormalige beheer van het gebied, met het oog op een brandveilige en efficiënte exploitatie van het zendstation, er net voor zorgde dat het natuurgebied zich optimaal kon ontwikkelen. Zo gonst het tijdens het voorjaar in de vijver, die de zender van koelwater moest voorzien, van de parende padden. Verder werd bij de bouw van het zendstation het terrein volledig geëgaliseerd om zo een storingsvrije ‘zendcirkel’ te bekomen. Ruim 150 Amsterdamse werklozen verplaatsten met de schop maar eventjes 500 000 m³ dekzand uit de laatste ijstijd. Doordat alles in het werk werd gesteld om het terrein te allen tijde open te houden, zorgde het beheer voor het ontstaan van een schrale, zandige heidegrond. Zo werd Radio Kootwijk niet alleen een paradijs voor uitzonderlijke fauna en flora, maar ineens ook een cruciale open verbinding tussen het stuifzandgebied van het Kootwijkerzand en de Hoog Buurlose heide.
Zand doet leven De glooiende, helwitte zandpartijen rond Radio Kootwijk mogen dan al doods ogen, het gonst er niettemin van de be-
drijvigheid. Zo verraden de sporen in het zand de aanwezigheid van everzwijnen, edelherten, dassen en zelfs boommarters. Het voorkomen van boomleeuwerik, veldleeuwerik, roodborsttapuit en tapuit typeert het gebied, net zoals de ratelende zang van de nachtzwaluw. Op de grond hebben zandhagedis, levendbarende hagedis, hazelworm, adder en gladde slang het dan weer danig naar hun zin. Behalve bijzondere korstmossen, boeren ook talloze grassoorten goed om en rond Radio Kootwijk. Verspreid over het gebied vind je her en der spontaan uit het zand opgeschoten, forse vliegdennen waarvan de stammen en takken zich in de meest onwaarschijnlijke bochten gekromd hebben. Vergeet ook niet om een blik te werpen op de groepjes indrukwekkende eiken waarvan sommige honderden jaren oud zijn – een zeldzaamheid in dit gebied waar vliegdennen het uitzicht bepalen! Aan de buitenkant van de voormalige zendcirkels stelen enkele jeneverbesstruiken de show. Deze prachtige, zeldzaam geworden struiken ogen bijna als sculpturen en voelen zich in hun sas op het kruispunt van arme zandverstuivingsgronden en heide.
In augustus bloeit de struikheide
39
40
Volop heide Panorama Edelhert-hinde
Het unieke natuurgebied Radio Kootwijk vloeit naadloos over in de uitgestrekte Hoog Buurlose heide, waar glooiende heidevelden de plak zwaaien en zorgen voor enkele pittige kuitenbijters. In de voorlaatste ijstijd, toen ijsmassa’s de bodem tot een stuwwal omhoog duwden, trok het smeltwater diepe geulen door de heuvels. Het resultaat is een heide met flinke reliëfverschillen. Tussen de heide kan je ook het strogele pijpenstrootje ontwaren en de rode bessen van de vossebes die er na nachtvorst bijzonder feeëriek uitzien onder een laagje rijp. De winter is trouwens het uitgelezen seizoen voor wie de bloei van mossen en korstmossen – pioniers die het stuifzand in de tang nemen en fixeren – wil bewonderen. Stugge polletjes buntgras maken het kleurenspel in het mostapijt nog wat uitbundiger. In de winter kan je hier ook enkele opmerkelijke gasten spotten zoals de blauwe kiekendief en de klapekster. Als je het landschap afspeurt, vind je die laatste steevast in de top van vrijstaande struiken of bomen, als een zeerover in het arendsnest.
De charme van Hoog Buurlo Verderop, richting het gehucht Hoog Buurlo, maakt de heide geleidelijk aan plaats voor bos. In de loop van de vorige eeuw werd de Veluwe volop bebost voor houtproductie. Het bos van Hoog Buurlo is één van de oudste van de hele Veluwe.
De talrijke eikenhouthakbosjes herinneren aan vroegere tijden toen het zuur uit de eikenschors nog aangewend werd in de leerlooierij. In het pittoreske Hoog Buurlo, een cirkelvormige bos- en bewoningskern in het hart van de Veluwe, lijkt de tijd wel helemaal stil te staan. Twee schaapskooien – het nachtverblijf van de schapen – en twee woonhuizen, statige beukenlanen, eikenen beukenbossen en eeuwenoude akkers omgeven door wildwallen zorgen er al sinds de 9de eeuw voor een sprookjesachtig decor. Als je geluk hebt, kruist een herder met zijn kudde Veluwse heideschapen jouw pad. Staatsbosbeheer staat in voor het beheer van Hoog Buurlo en legt daarbij de nadruk op het versterken van cultuurhistorische elementen zoals wildwallen, schaapsdriften en schaapskooien. Een andere blikvanger van Hoog Buurlo is ongetwijfeld de ‘traa’, een cirkelvormige beukenlaan die omstreeks 1850 werd aangelegd rond het gehucht en zo maar eventjes 4 300 beuken telde. Vermoedelijk moest de beukenlaan dienst doen als een soort brandgang: de kale ondergrond onder de beuken zou heidebranden verhinderen om over te slaan op het gehucht. In het voorjaar kleurt de grond roodbruin van de vliesjes die van de opengaande knoppen van de beukenbladeren vallen, terwijl de bomen frisgroen stralen met hun nieuwe bladeren. Een plaatje!
LANDSCHAP
41
42
Beukendreef in Hoog Buurlo Everzwijn
LANDSCHAP
Schaapsdrift Het mag geen toeval heten dat in Hoog Buurlo precies zoveel huizen als schaapskooien te vinden zijn. De eeuwenlange relatie tussen mens en schaap gaat terug tot het moment dat de jagende mens overschakelt op veeteelt en landbouw. Schapen leverden niet alleen wol, leer, vlees en melk maar vooral ook… mest. Vanaf de 16de eeuw hielden de boeren hun schapen in potstallen, waarvan de bodem bedekt was met zandhoudende heideplaggen. Wanneer deze zich vermengden met schapenmest ontstond een vruchtbaar, vochtvasthoudend pakket waarmee de boeren hun akkers bemestten waarop ze ‘hark’ – ofwel haver, aardappelen, rogge en knollen – verbouwden. Voor de bemesting van één hectare akkerland waren elf schapen nodig. Door al die heideplaggen op de akkers werden de gronden in de loop der jaren tot wel 70 centimeter opgehoogd. Om de mest optimaal op te vangen, verlieten de schapen pas laat in de ochtend de schaapskooi. Dan werden ze over de schaapsdrift, het pad tussen schaapskooi en heide, naar de heidevelden geleid om vervolgens opnieuw de nacht door te brengen in de potstal.
ge tijd op de traditionele potstalwijze aan bemesting gedaan.
Wollige grasmaaiers In 1526 liepen er maar liefst 111 000 schapen op de Veluwe. Voor de mest, maar ook voor de wol. Wanneer de vraag naar Veluwse wol daalde, zakte ook het aantal schapen, tot 75 000 in 1825. In 1919, toen schapenmest almaar vaker vervangen werd door kunstmest, was het aantal schapen al spectaculair gedaald tot nog maar 10 000. In 1977 stond de teller op amper 400 Veluwse heideschapen. Vandaag is het Veluwse heideschaap mestproducent af en ‘omgeschoold’ tot begrazer van natuurterreinen. De wollige grasmaaiers op hoge poten helpen immers de heide in stand te houden door jonge struikjes of loten weg te vreten. Resultaat: het Veluwse landschap blijft open en zowel heide als zand kunnen zich verder uitbreiden. En net zo belangrijk: de schaapskudde voegt een pak authentieke charme toe aan het landschap! L
De potstalcultuur bereikte een absoluut hoogtepunt tussen 1850 en 1880, vanaf 1900 kwam kunstmest in gebruik. Wegens onbetaalbaar voor de arme keuterboeren, werd er in Hoog Buurlo evenwel nog lan-
Veluwe, ontmoetingen met het verleden Geurt Besselink (fotografie) & Mirjam Langelaar (tekst) - 24x30cm – 320p. Voorintekenprijs: €39,95 (excl. verzendingskosten) Aarde, water en wind hebben ooit de Veluwe gecreëerd. De natuur mag haar gang gaan, maar de mens dirigeert, stelt kaders en geeft ieder stukje grond een eigen bestemming.
Dat is de Veluwe van nu. Het boek ‘Veluwe, ontmoetingen met het verleden’ (2014), het logische vervolg op ‘Veluwe, onvergetelijke ontmoetingen’ (2008), neemt je mee op deze tijdreis. Het toont de plekken op de Veluwe waar mens en natuur hun sporen achterlieten en nog steeds achterlaten. Van gletsjerdalen en stuwwallen uit de ijstijden tot overblijfselen van grafheuvels, rituele plekken en
ijzerindustrie. Van malebossen over eikenhakhoutbossen en sprengenbeken tot de ecoducten van nu. Ontdek ruim 100 verrassende plekken met een boeiend verhaal en geniet van de meer dan 450 ronduit geweldige beelden van Geurt Besselink! Meer info en voorintekenen: www.gemi.nu
43
44
Op stap! Radio Kootwijk & Hoog Buurlose Heide Start
Personen met een handicap
Parkeerplaats vlakbij Radioweg 9 in NL-7348 BG Radio Kootwijk (provincie Gelderland, Nederland). Opgelet: Radio Kootwijk en Kootwijk zijn twee verschillende dorpen, kies dus voor Radio Kootwijk.
Rolstoelgebruikers kunnen uitwijken naar de ruime fietspaden die het gebied doorkruisen, zie ook de rubriek ‘fietsen’.
Bereikbaar via afrit 19 (Hoenderlo/ Apeldoorn) op de A1/E30 AmersfoortApeldoorn. Rij richting Apeldoorn (Europaweg) en sla na 200m linksaf de Hoog Buurloseweg in. Volg ongeveer 6 km de weg door het bos, waarbij de Hoog Buurloseweg overgaat in de Turfbergweg (aan kruispunt rechtdoor). In het dorp Radio Kootwijk ga je rechtsaf aan de enige splitsing; dit is de Radioweg. De parkeerplaats ligt een paar honderd meter voor het voormalige zendgebouw aan de rechterkant. Radio Kootwijk is niet bereikbaar met het openbaar vervoer.
Fietsen De Veluwe beschikt over een bijzonder uitgebreid fietsknooppuntennetwerk. Stippel zelf jouw route uit op www. welkomopdeveluwe.nl/zien-doen/fietsen.
Onthaal
12,5 km - rood op kaart: wandelroute Radio Kootwijk – Hoog Buurlo
Er is geen onthaalpunt of een toeristisch infopunt. Wie na het wandelen trek heeft in een opwarmertje of een verfrissend drankje, kan terecht in het trendy café De Garage, Radioweg 3 in NL-7348 BG Radio Kootwijk (vlakbij de startplaats), +31(0)88-000 15 85.
Toegankelijkheid
Meer info
Stevige stapschoenen aanbevolen. Geschikt voor kinderwagens met grote wielen, maar zandig en reliëfrijk terrein! Honden welkom, aan de leiband.
www.staatsbosbeheer.nl/radiokootwijk
Afstanden
Panorama
Wandelkaart Radio Kootwijk, de Hoog Buurlose Heide en omgeving kan je terugvinden op Wandelkaart nummer 24, Midden-Veluwe. Bestellen kan via www.altiplanobooks.be.
LANDSCHAP
45
46
De natuur in! Lowland Photo Festival
weekend 22 & 23 november CC Ter Dilft Bornem
• Exposities natuurbeelden BVNF en Argus, ruim 200 topfoto’s (gratis toegang) • Grote natuurfotografiebeurs: uitrusting, reisbestemmingen (gratis toegang) • Lezingen en seminars van meer dan 20 topfotografen (betalende toegang) • Ontmoetingsplaats voor natuurfotografen uit Vlaanderen en Nederland
www.landschapvzw.be/lowland
Zondag 7 december Meer info:
[email protected] of +32(0)495-32 53 30. Inschrijven voor activiteiten – waar dat is aangegeven – doe je bij voorkeur per e-mail. Wie niet over internet beschikt, mag bellen op het nummer hierboven. Kijk regelmatig op: www.landschapvzw.be/activiteiten en www.facebook.com/landschapvzw; vaak worden er nog nieuwe, bijkomende activiteiten gepland. Gewone geleide wandelingen: Gratis voor leden. Niet-leden betalen 2,50 euro per persoon of 5 euro per gezin. Inschrijven niet nodig. Speciale activiteiten: Korting voor leden. Inschrijven is een must.
Beversafari in de Dijlevallei We gaan op zoek naar loop- en knaagsporen van bevers langs de Dijle. Onderweg kom je alles te weten over de levenswijze van ons grootste knaagdier. Alle kinderen krijgen een heerlijke beverkoek en een beverbrevet. Afspraak: om 14u aan het kasteel van Neerijse, Lindenhoflaan 3 in BE-3040 Neerijse-Huldenberg. Einde om 16u30.
Zondag 14 december Winter op de Cartierheide De Cartierheide is ruim 170 ha groot en ligt op het grondgebied van de Nederlandse gemeente Bladel, amper 3 km van de Belgische grens. Het gebied sluit naadloos aan op het enorme bosgebied tussen Mol-Postel (B) en Eersel (NL). Het centrale ven luistert naar de naam ‘Pannegoor’. Op een dijkje, geflankeerd door berken, loopt de ‘Pannegoor Passage’, een kronkelend pad tussen de heide en het water van het ven. In de winter is het hier uitkijken naar klapeksters en blauwe kiekendieven!
Afspraak: om 13u45 op de parking van Gasthof De Kaasboerin, Eerselseweg 99 in BE-2400 Mol-Postel of om 14u op de parking bij de Cartierheide (moeilijker te omschrijven). Einde om 16u30.
Zondag 21 december Kerst op de Kalmthoutse Heide De Kalmthoutse heide is een bijzonder gevarieerd en uitgestrekt natuurgebied. In de winter ziet het gebied er desolaat uit, maar ook hier kan je klapeksters en blauwe kiekendieven verwachten! Vandaag verkennen we onder meer de omgeving van het Stappersven. Afspraak: om 9u30 aan bezoekerscentrum De Vroente, Putsesteenweg 131 in BE-2920 Kalmthout. Einde om 12u30u.
Zondag 28 december Winter in Bulskampveld Dankzij het artikel in dit tijdschrift hoeft het provinciedomein Lippensgoed-Bulskampveld geen verdere voorstelling. We gaan het gebied samen verkennen en bezoeken de mooiste plekjes! Afspraak: om 14u op de parking ‘Driekonin-
LANDSCHAP
gen’ van provinciaal domein Bulskampveld, Bulscampveld z/n, in BE-8730 Beernem (zie kaart op pagina 16). Einde om 16u30.
Zaterdag 3 januari Beversafari in Pécrot Net over de taalgrens in Waals-Brabant heeft een stel bevers de visvijver van Pécrot gekoloniseerd. In geen tijd bouwden de bevers hier indrukwekkende dammen en burchten. Deze ‘beversite’ is met stip de meest verrassende van de Dijlevallei en uitermate geschikt voor een safari met jonge kinderen (beperkte wandelafstand). Alle kinderen krijgen een lekkere beverkoek en een beverdiploma. Afspraak: om 14u op de parking van Etang de Pécrot, op het einde van de Rue Georges Pensis in BE-1390 Pécrot, deelgemeente van Grez-Doiceau. De vijver ligt op 5 min. wandelen van het NMBSstation van Pécrot (lijn Leuven - Ottignies - Louvain-la-Neuve). Einde om 16u30.
Zondag 11 januari Winter in Scheps Het Vlaams natuurreservaat Scheps in Balen is het grootste aaneengesloten natuurgebied langs de bovenloop van de Grote Nete. De vallei is hier op haar breedst en de natuur op haar mooist! Een unieke landschapswandeling door kletsnatte wildernisnatuur… Afspraak: om 14u op de parking, Halflochtdijk z/n in BE-2490 Balen. Vanuit het centrum van Balen richting Leopoldsburg; na 1,5 km sla je aan een kapel rechts de weg Schoor in. Vervolgens na 1 km schuin links de Sint-Odradastraat in. De tweede weg links is de Halflochtdijk. Einde om 16u30.
Zaterdag 17 januari Wisenten fotograferen Met boswachter Ruud Maaskant op fotosafari in het Kraansvlak, onderdeel van Nationaal Park Zuid-Kennemerland! Twee uur
lang kan je beelden maken in het begrazingsraster van de wisenten. Ruud is zelf fotograaf en kent de dieren als geen ander. Hij leidt je naar de kudde, geeft je een spoedcursus wisent-etikette en handige fototips. Afspraak: om 8u (ochtendlicht) of om 14u30 (avondlicht) aan de kassa van parkeerplaats Koevlak ter hoogte van de Zeeweg 12 in NL-2051 EC Overveen. Deelname: leden van Landschap vzw betalen 30 euro p.p. (dit is 5 euro korting op de normale prijs). Er zijn slechts 2 x 5 plaatsen; vooraf inschrijven is een must! Graag via
[email protected]
Zondag 18 januari Rondje Schulensmeer In het westen van Limburg ligt een bijzonder ongerept stukje Demervallei. In het Schulensbroek waan je je haast in de polders, zo vlak en uitgestrekt is deze moerassige laagte waarin maar liefst vijf waterlopen samenvloeien. In het hart van het gebied ligt een enorme zandwinningsput, omgeven door hoge dijken; die fungeert als bufferbekken voor piekdebieten op de Demer. Het gebied is een paradijs voor watervogels! Afspraak: om 14u aan bezoekerscentrum ’t Vloot, Demerstraat 60 in BE-3560 Linkhout-Lummen. Einde om 16u30.
Zondag 25 januari Vogels kijken in het Molsbroek Op een steenworp van hartje Lokeren ligt één van de grotere natuurgebieden van OostVlaanderen. Het Molsbroek vormt samen met De Buylaers een groene oase van bijna 100 hectare langs de rand van de agglomeratie. Een uitgestrekte moerasvlakte vol watervogels, prachtige rietvelden, natte graslanden en kletsnatte broekbossen die overgaan in kurkdroge rivierduinen, dat zijn de voornaamste ingrediënten van ons rondje Molsbroek. Afspraak: om 14u aan Bezoekerscentrum Molsbroek, Molsbergenstraat 1 in BE-9160 Lokeren. Einde om 16u30.
Zeearend met prooi Foto: Staffan Widstrand
Ree Foto: Jef Pauwels
47
Word gratis ee n n o b a
Limburg�in�Beeld Limburg in Beeld is het gratis digitale kwartaalmagazine over de veelzijdige natuur van Nederlands en Belgisch Limburg. www.limburg-in-beeld.nl