LANDENSTUDIE
Hooggebergte laagvlakte
1. Situering a. Welke land gaan we bestuderen OEFENING 1 De hoofdstad van dit land heeft als coördinaten 36° N, 139° O.
Wat is de hoofdstad van dit land?___________________________________________________
In welk land ligt die stad? _________________________________________________________
In welk werelddeel ligt dit land? ____________________________________________________
Kleur Japan rood en België blauw op onderstaande kaart. Duid de evenaar, Kreeftskeerkring en Steenbokskeerkring aan op onderstaande kaart.
b. Steden en regio’s OPDRACHT 1 Zoek in je atlas een kaartje van Japan. Het land bestaat uit 4 grote eilanden: Hokkaido (A), Honshu (B), Shikoku (C) en Kyushu (D). Schrijf bij de kaart op pagina 1, de letters van de eilanden op de juiste plaats. Gebruik hiervoor je atlas.
OPDRACHT 2 De bolletjes op de kaart op pagina 1 stellen grote steden voor. Schrijf de naam van de stad bij het juiste bolletje. Je kan kiezen tussen Tokio, Sapporo, Sendai, Nagasaki, Hiroshima, Nagoya en Osaka. Gebruik hiervoor je atlas.
Welke steden ken je?
Wat valt je op aan de situering van de steden? ______________________________________________________________________________
2. Reliëf Japan heeft een zeer uitgesproken reliëf. Ongeveer 75% van het landoppervlak van Japan wordt ingenomen door middel- of hooggebergte.
Figuur 4: Uitzicht Japanse Alpen
Figuur 5: Reliëf Japan
Figuur 3: landschap Japan
Figuur 1: vulkaan Fuji
Figuur 2: satellietfoto Japan
OPDRACHT 3 Japan bestaat voornamelijk uit hooggebergte. Duidt op de kaart op pagina 1 de Fuji vulkaan aan (rode driehoek) , en kleur het deel dat ingenomen wordt door hooggebergte rood.
OPDRACHT 4 Japan kent buiten berglandschap ook twee grote vlaktes, de Kantovlakte (17 000 km²) en de Nobivlakte (1800 km²). Zie je ze op de satellietfoto?
Duid de vlaktes aan met een groene kleur. Schrijf de letter K bij de Kantovlakte, en de letter N bij de Nobivlakte.
3. Bevolking Japan Oppervlakte (km²) Bevolking
België
E.U.
364 485
30 278
4 425 200
126 818 000
11 183 000
743 122 000
347,9
369,3
167,9
Dichtheid (inw/km²)
Figuur 8: dichtbevolkte gebieden
Figuur 6: bevolkingsdichtheid en grote steden
Figuur 7: dunbevolkte gebieden
OEFENING 2
De bevolking is gelijkmatig/ongelijkmatig verspreid.
Waar wonen de meeste mensen? ___________________________________________
Waarom wonen de mensen daar? __________________________________________
In de regio’s rond Tokio, Nagoya en Osaka wonen 45 miljoen mensen. Dit is 35 % van de totale bevolking. Wat kunnen we besluiten over de bevolkingsdichtheid van die regio’s? ______________________________________________________________________________ ______________________________________________________________________________
4. Landbouw OEFENING 3 In Japan is er een groot tekort aan landbouwgronden. Slechts 13,2% is geschikt voor de landbouw. Waarom zijn er zo weinig gebieden beschikbaar als landbouwgrond? _________________________________ _________________________________ _________________________________ _________________________________
Waar tref je rijstteelt aan?
_________________________________ _________________________________ Figuur 9: bodemgebruik Japan en Korea
Waar tref je akkerbouw aan?
___________________________________________ ___________________________________________
Welk soort landbouwsysteem gebruiken ze?
___________________________________________
Figuur 10: terraslandbouw bovenaanzicht
Verklaar.
___________________________________________ ___________________________________________ ___________________________________________ ___________________________________________ Figuur 11: terraslandbouw zijaanzicht
5. Thema’s presentatie OPDRACHT Tegen volgende les maken jullie een kleine presentatie (ongeveer 5 minuten) over onderstaande thema’s. Ieder groepje komt die les aan bod. Als je je groep gevormd heb, kom je naar de leerkracht en zeg je over welk thema je een presentatie gaat doen. Je zorgt voor een goede presentatie en mag de TV gebruiken, het bord of kaarten die je hebt gevonden. Je zoekt per thema extra informatie en beelden op. Zorg dat je medeleerlingen weten waarover je onderwerp gaat.
a. Fukushima Op 11 maart 2011 is er een nucleaire ramp gebeurt in Japan. Zoek informatie op over deze ramp. Waar in Japan kwam die voor en kunnen we daar nu nog altijd de gevolgen van zien? je moet niet uitleggen hoe een tsunami veroorzaakt wordt. Dit komt aan bod in een ander groepje.
b. Tsunami Japan is heel gevoelig voor Tsunami’s. Wat is een tsunami eigenlijk en hoe wordt het veroorzaakt?
c. Japanse Alpen In Japan liggen heel wat bergketens. De Japanse alpen zijn daar één van. Waar komen die voor. Vanwaar komt de naam en welke bezienswaardigheden zijn daar te zien?
d. Tyfoon In de regio rond Japan komen er heel veel Tyfoons voor. Waar wat is nu een tyfoon, hoe wordt het veroorzaakt en waarom komen er juist veel tyfoons voor in Japan.
e. Smogproblematiek Ook Japan heeft last van smog. Wat is smog en waarom komt het in die regio voor? Welke maatregelen worden er getroffen?
f. Walvissenjacht Japan staat bekend voor zijn jacht op de walvissen. Waarom blijven ze verder doen, en welke gevolgen heeft deze jacht op de walvissen?
g. Nagasaki en/of Hiroshima Deze steden hebben veel geleden tijdens WO II. Wat is hier gebeurt, en zijn de gevolgen daarvan nu nog altijd zichtbaar?