• l
(
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Project document Fast Forward Talentontwikkeling Wielrennen
2012-2016
(_
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Inhoudsopgave
INLEIDING .............................................................................................................................. . PROJECTOMSCRHIJVING .................................................................................................... .
1. 1
1.2
(
1.3 1.4 1.5 2
Visie KNWU ....................................................................................................................... PROJECTDOELSTELLINGEN VERWACHTE GEVOLGEN VAN BELEID
Uitwerking visie KNWU KNWU Sportmedisch
UITWERKINGEN PER DISCIPLINE ............................................................................................ .
2.1 2.2 2.3
2.4
MTB .. " ............ " ............................. " ............................ FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. Veldrijden ................................................................. FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. Weg mannen ..... " ....... "." ............ "" .......... " ........... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. Weg vrouwen .... " ............... " ...... " .... " ............ " ....... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
2.5
BMX .......... ..... ................ .......................... ... ................ ... ...... ........ .... . FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
3
PROJECT PLANNING .............................................................................................................. 3.1
( 4
3.2
FASERING ............................................................................................................................ EXTERNE AFHANKELIJKHEDEN ................. ............................................................... ................. .
3.3
RANDVOORWAARDEN ........... .... ........................................................................ " ................ .
3.4
KOSTEN ........... " ............... ................ .............. .......... ...... " .................................................. .
PROJECTRISICO'S .................................................................................................................. .
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Inleiding Succesvol sturen: Opvangen, opleiden en medailles
c
Doelstelling van de KNWU is de beste opleidende w ielerbond te worden. Dit document is opgesteld om alle relevante basisinformatie en uitgangspunten vast te leggen d ie hiervoor nodig zijn. Het heeft tot doel het project te definiëren. als basis te dienen voor het management ervan en de beoordeling van het succes van het project mogelijk te maken. Dit Project Document (PD) behandelt de volgende fundamentele aspecten van het project: • Wat beoogt men met het project te bereiken? • Waarom is het belangrijk om deze doelstellingen te bereiken? • Wie zijn er betrokken bij het managen van het project en wat zijn hun rollen en verantwoordelijkheden? Het document wordt gebruikt: • Om er zeker van te zijn dat het project een gezonde basis heeft, voordat het bestuur wordt gevraagd zich aan het project te committere n; • om te dienen als basisdocument op grond waarvan de technisch directeur e n de projectmanagers de voortgang en w ijzigingen kunnen toetsen en bewaken.
(
In de volgende hoofdstukken komt achtereenvolgens aan de orde: • De projectdefinitie (o.a. doelstellingen, resul taten en aanpak) ; • de organisatiestructuur; • de projectplanning; de projectrisico's, inclusief tegenmaatregelen; Dit PD is een dynamisch document en zal dus in de loop van het project worden bijgewerkt a ls de situatie daar om vraagt.
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
1 Projectomschrijving 1.1
(
Visie KNWU
Algemene visie op de toekomst van het wielrennen Ook in het w ielrennen zal in de toekomst de rol van de wetenschap sterk toene men. Ploegen en bonden met de meeste kennis van fysiek, mentaal. voeding, training, materiaal en opleiding zullen het meest succesvol zijn. Ta le nt b lijft belangrijk, de manier waarop het talent ontwikkeld wordt zal meer en meer het versch il gaan maken. Visie KNWU Talentontwikkeling: VEEL, GEVARIEERD EN VROEG BEGINNEN ! Sporters worden in verschillende leeftijdsklassen opgeleid tot volwaardige topsporters. Het uitgangspunt is leren fietsen, leren trainen, leren presteren en oogsten. Het toegepaste beleid van de KNWU is opleiden van talent en opvangen van extopsporters met gebruik van hun kennis met als uiteindelijke resu ltaat medailles.
Visie KNWU Topsport Een structuur (organisatie, processen, mensen) bouwen die gericht is op het verzamelen, analyseren en praktisch vertalen van state-of-the art (wielergerelateerde) kennis; Meten is de basis om (zeker) te Weten; Meer Weten b iedt d e voorsprong d ie uiteindelijk moet leiden tot Meer Winnen. De KNWU wil samen met de professionele wielerploegen het leidend kenniscentrum van Top-wielrennen en Talentontwikkeling in de wereld zijn. Daarnaast een kritische reflectie op maatschappelijk/sportief rendement bij prioritering investeringen. De wil om alles te ondersteunen maar vooral proportioneel.
( 1. 2
Project doelstellingen
Doelstellingen Talentontwikkeling Complete opleiding vanaf ta lent spotten tot talen t verzilveren Complete basisopleiding bij de verenigingen met ondersteuning van de RTC's. Via de RTC door naar talentselecties van de bondscoaches. M.b.v. nationale talentcoaches verder opgele id tot topsporter in topsportselecties van de bond. Doelstelling Topsport Het behalen van gouden medailles op de kampioensc happen. (OS , WK , EK) in a lle disciplines Streven organisatieniveau ("
6 RTC's weg, fietscross, offroad, aangepast w ie lrennen en MTB verdeeld over NL om grip te krijgen over verenigingen en alle ta lenten . 4 RTC's baan
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Multi disciplinair programma aanbieden in talentontwi kkeling. Sporters worden vanaf gemiddeld 12 jarige leeftijd opgeleid voor explosief of duur georiënteerde disciplines. Binnen explosief of duur georiënteerde d isc iplines kunnen sporters nog overstappen. Zilve
Algemeen KNWU trainingslocatie buiten Nederland.
(
l.3
Verwachte resultaten algemeen T a1entontw1"kke 1·l'!,î
2012
j2016
jralent spotten (voorportaal)
Start project talentherkenning Continue instroom talenten Ontwikkelen talentprofielen jdmv profielen en KNWU ID
Ledenwerving Verenigingen
Individuele resultaten van project sportieve fietser
~alent spotten RTC's
Start met jaarlijkse talentherkenningsdagen bij 3 RTC's
!Talent ontwikkelen
Ontwikkelen structuur RTC's
jRealisatie structuur RTC 's
~alent ontwikkelen
Gat tussen verenigingen en nationale werkgroepen te i1_rOOt Slechts op drie plekken in Nederla nd. Overige p lekken een tekort.
Basisopleiding w ielrenne n ligt bij veren igingen
~eststraat
î
( l
Verenigingen ~alent ontwikkelen RTC's
~alent ontwikkelen NTC 's
(bevestigingstraject)
Talentcoach baan, fietscross, weg mannen
!Talent verzilveren
Verbeteren basisopleiding
Ondersteuning vanuit RTC's he bben bijgedragen aan professionelere verenigi~en alentherkenningsdagen per kwartaal, verdeeld over 6 RTC' s
rr
Op 6 RTC's waaronder 4 RTC baan. De piramide is compleet. Tussen laag Qerealiseerd . Uitbreiding naar weg vrouw en, offroad en aangepast ~elrennen
Uiteindelijke toprenners zijn al juniorencategorie op l'!!_ereldniveau !Stijging aantal medailles EK, WK (zie hieronder) ~n
Junioren/Beloften (specialisatie e n vervolgopleidingj Elite l1a fleveren topsportl_
Nulmeting 2012
Nulmeting 2012
~tijging aantal meda illes EK,
WK en OS. Te vens stli_g_in_g_
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie l#elite renners (zie hieronder)
#Podium Plaatsen
# Top-10 plaatsen
..... -..
# Toprenners Elite weg mannen (Prof A&B licentie)
(
2010 2011 2012 2013
776
859
2392 2700
124 151 158
Topsport: Resultaat absoluut aantal medailles in alle elitedisciplines
1.4
Uitwerking Visie KNWU
Belangrijkste uitgangspunt in de visie van de KNWU is dat ontwikkeling van tale nt het meest effectief plaatsvindt door voltijds coaching. Dat w il zeggen dat er bij zo veel mogelijk trainingen een coach aanwezig is. De coach heeft een overzicht van en is mede bepalend bij de samenstelling van het trainingsprogramma en wedstrijdprogramma van het talent. Talentontwikkeling: is een proces. Daarvoor zijn talentcoaches nodig die het proces sturen. Bondscoaches zijn eveneens inzetbaar om in te springen bij talentontwikkeling, maar hun voornaamste functie is optreden als selectieheer b ij wedstrijden. Voor dat laatste is enig e afstand en objectiviteit nodig.
(
Talentherkenning: vindt vooral plaats op basis van fysieke capaciteiten, aangezien die het gemakkelijkst te meten zijn en we daarin het meeste inzicht h ebben. Technische capaciteiten en mentale vaardigheden worden bepaa ld op basis van het inzicht van talentcoaches en bondscoaches. Het streven is om dit in de toekomst ook te kwan tificeren met eenvoudige testen. Door het talentvolgsysteem zullen we de komende jaren meer inzicht krijgen in de bepalende factoren bij de ontwikkeling van een talent. Tevens wordt ook het project Talent to Star bij de KNWU opgezet. Zie bijlagen: Talentprofiel KNWU, Draaiboek TID KNWU & Bevestigingstraject talenten. Trainingsdoelen: het trainingsprogramma is gebaseerd op de 3 V's van talentontwikkeling. Veel, gevarieerd en vroeg beginnen. De vaststelling is dat Nederlandse talenten meer kunnen trainen en vroeger belastbaar gemaakt moeten worden. Voor de duuronderdelen (weg-veldrijden-baan) geldt dat met name voor het aantal trainingsuren dat besteed wordt aan duurtraining, voor explosieve onderdelen (BMX-sprint) geldt dat voor krachttraining. Talenten beginnen er te laat, of helemaal niet mee. Streven is om jonge talenten op verantwoorde wijze meer te laten tra inen, a fhankelijk van de discipline besteed aan duurtraining of krachttrain ing. Trainingsprogramma's: variëren vanaf de junioren tot aan topsport van eenvoudig naar complex, en van algemeen naar individueel. Periodisering is voor de duurd isciplines
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
ingedeeld in a-specifiek-duur-int ensief-wedstrijdvoorbereiding-piek-rust. Voor explosieve disciplines in duur-kracht-vermogen-capaciteit-snelheid-pie k-rust. Trainingen zijn bij voorkeur eenvoudig, dat wil zeggen er is een streven naar het trainen van maximaa l twee systemen, in het kader van het doel van die periode. Per week is er 1 rustdag.
(
Multidisciplinair: talenten in de duurdisciplines worden gestimuleerd om 2 disciplines te combineren bijvoorbeeld weg en baan, of weg en veldrijden. Baan e n veldrijden zijn een uitstekende trainingstool om de stuurvaardigheid van renners te ontwikkelen. Het is aan te bevelen om renners die maar 1 discipline beheersen , in contact te brengen met een tweede (zie trainingskampen talent herkenning) Einddoel Via bovenstaande uitgangspunten bereiken we uiteindelijk ons einddoel. Het talent ontwikkelt zich tot een belastbare, zelfstandige, technisch vaardige winnaar. Belastbaar: in staat tot het volgen van een trainingsprogra mma dat concurrerend is met dat van de beste atleten ter wereld. Zelfstandig: intrinsiek gemotiveerd om het voorgaande trainingsprogramma uit te voeren. Planmatig. Technisch vaardig: opgeleid in technisch veeleisende disciplines, baanwielrennen , veldrijden of MTB. Winnaar: alleen renners die uitslagen rijden halen de top.
Visie op programma's In de visie van de KNWU werken we, voor wat betreft talentontwikkeling, met 3 fases: Talentherkenning Talentontwikkeling Topsport
(
Uitgaande van de visie dat talent zich het snelst ontwikkelt door voltijds coaching, is het streven om in de fase van ta lentontwikkeling talenten centraal te hu isvesten en voltijds te coachen. Dat geldt voor a lle d isciplines. Wanneer dat nog niet mogelijk is, valt het talent in de fase talentherkenning. In die fase vindt basale aansturing p laats, door middel van vijf trainingskampen per jaar. In die kampen kan ook fulltime gecoacht worden, effectiever dan bijvoorbeeld 1 centrale training per week. In de fase topsport wordt fulltime gecoacht, sporters wonen centraal of in de buurt van d e uitvalsbasis voor centrale training. Sporters die deel uit maken van een commercieel team en in het kader daarvan aan een wedstrijdprogramma deelnemen, volgen alleen het voltijds trainingsprogramma van de KNWU, en incidenteel wedstrijden met het bondsprogramma als voorbereiding op piekmomenten. Intensieve communicatie met de leiding van het commercieel team in kwestie is noodzakelijk. Uitzonderingen op deze regel zijn de vrouwen die onderdeel zijn van een commercieel tea m . De begeleiding van deze sporters vindt vooral via trainingskampen en wedstrijden plaats. Fase Talentherkenning: Voor explosieve sporten SEN-3, voor duursporten SEN-2. Basale coaching, via trainingskampen fulltime coaching. Vijf trainingskam pen per jaa r.
Fast Forward
• l
(
(
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Duur-disciplines Een horizontale organisatie SEN-2: alle talenten worden in 1 werkg roep MTB-baan-wegveld opgenomen. Junioren zijn inzetbaar op ALLE disciplines. Baanrenner kan opgesteld worden in wegwedstrijd, veldrijder in baanwedstrijd op voorwaarde dat de renner in kwestie aan selectievoorwaarden voldoet. Trainingskampen zijn multidisciplinair: er wordt op de baan, in het veld, op de weg en op de MTB getraind. Voordeel van 1 werkgroep: renners die bijvoorbeeld via veldrijden of baan in de selectie zijn gekomen, hoeven geen moeite te doen om gedurende een lange periode op de weg steeds maar uitslagen te rijden (en daarbij hun hoofddiscipline uit het oog verliezen ), om in de wegselectie te komen. Selectie is selectie . Op een goed moment zullen ze in aanmerking komen voor een wegkoers (voor de baanrenners bijvoorbeeld in aanloop naar een internationaal toernooi op de baan).
Om het programm a voor de fase talentherkenning duidelijker te maken dan het nu is, streven we naar een vast jaarlijks schema. Alle renners van de werkgroep zijn verplicht alle trainingskampen te volgen. Per jaar 5 trainingskampen (4 a-specifiek en 1 specifiek). -Kamp vakantie oktober: Baan en veldritkamp . Renners doen baantrainingen en veldrittrainingen. Tevens doen a lle renners in dit kamp een inspanningstest (med isch). -Kamp vakantie februari: duurkamp in buitenland, of baan en duurkamp in Nederland. Alle renners doen baantrainingen en duurtrainingen. -Kamp mei: duurkamp in de Ardennen. Alle renners volgen een trainingskamp waarin het uitvoeren van een groot trainingsvolume (met name op duur) hoofddoel is. Dit om renners belastbaarder te maken. MTB-ers volgen een specifiek MTB kamp omdat zij vla k voor hun seizoenspiek zitten. In d it kamp doen alle renners een veldtest om een power profile te bepa le n. -Kamp juni: Baankamp. ALLE renners volgen in dit kamp een baanprogramma. Tevens het moment om selectiewedstrijden op de baan te doen voor deeln ame aan internationale toernooie n. ALLE renners doen mee aan deze selectiewedstrijden . -Kampen juli-augustus: specifieke kampen. Renners volgen een stage die specifiek voorbereidt op internationaal evenement in de zomer, eventueel in combinatie met een etappekoers op de weg. Actiepunt kalender Samenstelle n van 1 kalender voor a lle talenten in de fase talentherkenning. Hierin komen wedstrijden MTB, veldrijden, baan en weg te staan, zodat talentcoaches overzicht hebben van alle w edstrijden die de werkgroep op kalender heeft staan. Het is dan eenvoudiger om a lle renners een gebalanceerd p rogramma aan te bieden en bijvoorbeeld de baanwedstrijden en wegwedstrijden vloeiend op elkaar aan te laten staan. In het jaar 2009 hebben we dit ook zo toegepast. Selectie Renners die in de werkgroep worden opgenomen zijn geselecteerd op: Uitslagen Powe rprofiles (zie bijlagen voor een voorbeeld Prestatiepaspoort) RAP (duursport)
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Baantestdagen
(
Elk jaar begint met een kleine groep. In de loop van het jaar kunnen renners worden toegevoegd die de selectie-eisen voor de bijbehorende le eftijd heb ben gehaald. De selec tie-eisen voor 2013-2016 zijn vastgelegd en zo veel mogelijk g eb aseerd o p de doelstelling om HARDFIETSERS op te leiden. De huidige opleidingsstructuur in het wielrennen is er vooral op gericht om etapperenners op te leiden, hetgeen de laatste jaren door de Rabobank w ielerploegen succesvol is uitgevoerd. Met de focus op het ontwikkelen van etappecoureurs, wat meestal wielrenners zijn me t een hoog vermogen per kg lichaamsgewicht, is de zwaarder gebouwde wielrenner, met talent voor ee n korte, hevige inspanning, enigszins buiten beeld geraakt. Dit type renner is bij uitstek geschikt voor alle baanevenementen, kan opgeleid worden to t wegsprinter, tot tijdrijder, tot specialist in het onderdeel ploegtijdrit (wat sinds dit jaar weer een onderdeel van het WK weg is) of specialist voor de recentelijk in zwang geraakte 'treintjes'. Een multi-inzetbare atleet dus, die de kans op meda illes op individuele nummers of als onderdeel van een team, vergroot. Immers, etappecoureurs kunn en geen medailles halen op hun specialisme. Niet op wereld kampioe nsc ha ppen en niet op de Olympische Spelen. Om het talent van dit type renner, de hardfietser, te ontwikkelen, wordt vanaf de nieuwelingen geselecteerd op evenementen en op testen waarin hard fietsen (maw, vermogen leveren) de belangrijkste rol speelt. Dat zijn dus tijd ritten, achtervolging e n omnium op de baan en inspanningstesten waarbij naar het vermogen op middellange inspanningen wordt gekeken ( 1 min en 5 min). Deze manier van selecteren w ordt voortgezet tot en met de SEN-1.
(
BMX en Baan Sprint Explosieve disciplines als BMX en sprint hebben een apa rt e status omdat de selectie vroeger kan plaatsvinden en multidisciplinaire aanpak minder noodza kelijk is. Fase talentherkenning is nu SEN-3 en evt SEN-2(nieuwelingen e n juniore n). Ook deze groep volgt 5 kampen, te denken aan:
Oktober: specifiek kamp (voorbereiding NK baan) Februari: krachtkamp (introductie krachttraining) Mei: duurkamp (met duurgroepen). lnspanningstest voor expl sporten (spec iaal sprintprotocol) (met duurgroepen). Juni: Baankamp en testdagen als selectie voor grote toernooien. Juli-augustus: specifieke kampen. Selectie: Renners voor deze disciplines worden opgenomen in de aandachtsg roep op basis van : Uitslag en Baantestdagen (inclusief een test ter bepaling van power profile (5 sec en 20 sec ) Fase Talentontwikkeling
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Alle sporters die in een selectie talentontwikkeling zitten, worden in een fu lltime programma gecoacht. Voor de duursporten zijn dit vooral sporters SEN-1, eventueel (wanneer thuissituatie daarom vraagt) SEN-2. Voor explosieve talenten SEN-2 of SEN-1. Sporters die niet fu lltime gecoacht worden maar wel de potentie hebben om aan internationale wedstrijden deel te nemen met de selectie , kunnen zich daarvoor alsnog plaatsen. Ze maken echter geen gebruik van de trainingsfaciliteiten en zitten in principe in de fase talentherkenning.
(
Programma's Verticale, en deels horizontale organisatie van selecties talentontwikkeling. Sprint en BMX zijn volledig apart. Weg en baan is een gecombineerd programma. Coaches baan en weg maken een gezamenlijk programma, zodat voor elke sporter een vloeiende overgang in baanperiodes en wegperiodes kan worden gemaakt. Dit kan evt ook gelden voor MTB, zodat renners incidenteel op de weg inzetbaar zijn! Selectie Renners die in een selectie talentontwikkeling worden opgeno men zijn geselecteerd op basis van:
•
(
•
Uitslagen. Voor de combinatie baan en weg zie pagina 9. De selectie -eisen zijn zo opgesteld dat met name hardfietsers (met een hoog absoluut vermogen over middellang interva l; 1 en 5 min) worden opgenomen. Selectie-eisen betreffen baanevenementen op tijd , jaarlijkse tijdritten (ook korte tijd ritten) en het NK op de weg. Technische vaardigheden opgemerkt tijdens 1 van d e 5 trainingskampen van de aandachstgroep . Intrinsieke motivatie/planmatigheid opgemerkt tijdens 1 van de 5 trainingskampen Fysieke capaciteiten vastgesteld met inspann ingstest (power profile, zie b ijlagen Prestatieprofiel) In de loop van de komende jaren kunnen we de selectiecriteria aanpassen op basis van de resultaten van het TVS.
De selectie-eisen worden opgesteld per leeftijdcategorie van 2 jaar. 18-19 Jaar en 2021 jaar en hoger. Een atleet die op 20 jarige leeftijd instroo mt moet dus aan hogere eisen voldoen. Een atleet die op 18-jarig e leeftijd instroomt moet binnen 2 jaar aan de hogere eisen van de leeftijdscategorie erboven voldoen.
RTC's Fulltime training- en wedstrijdbegeleiding vanuit centrale locaties zijn absoluut noodzakelijk. Indien deze begeleiding niet door verenigingen en c ommerciële ploegen geleverd kan worden, is he t de taak van d e bond om zelf een fulltime train ing en wedstrijdbegeleiding aan te bieden.
Stimuleren van zelfregulatie is het noodzakelijk om de sporters dagelijks te zien Clusteren medische kennis en expertise
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Clusteren capaciteiten tra iners. Uitwisselbaarheid en mogelijkheden voor vervanging Opleiding toekomstige coaches
(
Locaties RTC Limburg (met ondersteuning Topsport Limburg) RTC Brabant (Z-0 Eindhoven CTO en woensdrecht) RTC Noord Assen tevens RTC baan RTC N-W Alkmaar met RTC baan en RTC baan Amsterdam RTC Oost Apeldoorn tevens RTC baan (met ondersteuning van Topport Gelderland) RTC Den Haag 1.5
KNWU Sportmedisch
De sportmedische begeleiding van de diverse disciplines binnen de wielersport vallen allen onder CTO-Papendal. De sportmedische begeleiding bestaat uit 24uur/7 dage n per w eek acute telefonische consultatie, een (top-)sportmedisch onderzoek inclusief onderzoek van het bewegingsapparaat, inspanningstesten uitgebreid bloedonderzoek. Een sportdiëtist is betrokken voor groepsadvies en individueel advies op maat. Zo nodig verwijzen we door naar de sportpsycholoog o f maatschappelijk w erk. Fysiotherapeuten hebben wekelijks een aantal vaste uren voor paramedische zorg (preventie, revalidatie). Tevens is er begeleiding en advisering met betrekking to t preventieve en prestatieverbeterende krachttraining. Op indicatie vinden Cybextesten plaats en testen we de rompstabiliteit volgens een vast p rotocol. Tevens op indicatie wordt er een dynamische fietspositie meting verricht. Voor acute problemen kan men dagelijks terecht op het CTO-inloopspreekuur. Er is wekelijks tot maandelijks een multidisciplinair CTO overleg tussen oa . (para-) medische en technische sta f. Op indicatie is er direct overleg mogelijk.
(_
Voor sporters die niet in een talentgroep of werkgroep vallen bestaat natuurlijk de mogelijkheid om voor de eerder genoemde sportmedische diensten een afspraak te maken op SMC-Papendal of bij een sportmedische instelling in de buurt. Op www.knwu .nl worden de verschillende keuringen toegelicht . Tevens wordt er verwezen naar www.sportzorg.nl waar men een lijst kan vinden van sportartsen, sportdiëtisten, sportpodotherapeuten en sportpsychologen in de buurt. Afhankelijk van de structuur van een wielerploeg/team/club wordt dit via een SMC o f wielerarts in Nederland of België verricht (White Label, Argos, Vacansoleil, Koga, Metec, Jo Piels, etc etc). Ten aanzien van lagere wielerploegen en of mountainbike teams bestaat wel de kennis en wens tot het regelmatig verrichten van een sportmedisch onderzoek, maar hier is de sporter zelf verantwoordelijk voor. Deze kan zich zo nodig via de site van de KNWU (of NTFU) of sportzorg tot een sportmedisch specialist in de buurt wenden. Tjeerd de Vries is als arts het aanspreekpunt voor de BMX. Arjan Kokshoorn voor de talentengroepen van het CTO en het veldrijden (junioren t/m elite). Robert Ke mpers voor de junioren en beloften wegwie lrenne n, baanwielrennen (topsportgroep) ,
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
vrouwen junioren/u23/elite en mountainbike (junioren t/ m elite). In 2007 is er een start gemaakt met de KNWU op het CTO en de sportmed ische voorzieningen zijn goed. Er volg t jaarlijks een evaluatie binnen het CTO om een en ander verder te verbeteren en te optimaliseren.
(
(
Fast Forward
• l
Uitwerkingen per discipline
2.1
(
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Mountainbike Inleiding: Tijdens de Olympische spelen van Londen is Nederland tijdens het mountainbiken vertegenwoordigd door 1 Nederlandse sporter. Op basis van de UCI- landenranking heeft Nederland voor de Olympische spelen van Londen een quotum verdiend van in totaa l 3 deelnemers; 2 heren en l dame. In de categorie senioren mannen is op dit moment alleen Rudi van Houts in staat om een top 10 te rijden in een wereldbeker wedstrijd. In de ca tegorie senioren vrouwen is op dit moment niemand in staat om een top 15 te rijden in een wereldbeker wedstrijd. Dat we op dit moment internat ionaal gezien bij d e senioren een rol in de kantlijn spelen moge duidelijk zijn en het is daarom noodzakelijk om door middel van een eigen opleidingstraject binnen de bond talenten op te leiden tot topsporters van internationaal niveau. Het opleiden van bevestigde talenten zal gebeuren op basis van leren trainen, leren presteren en oogsten !
2.1.1 Hui d ige stat us/ d e ficiënties in de structuur
(_
De opleiding van onder af is onvoldoende. Op het niveau van topsport moet nog te veel aandacht gegeven worden aan aspecten die in de fase ta lentontwikkeling thu ishoren.
2 .1. 2 A m b iti e en do el ste lling e n :
Ambitie: Voor de Olympische spelen van Rio in 20 16 en de Olympische spelen in 2020 bestaan de volgende ambities: 2016: deelname aan de Olympische spelen van Rio met 2 heren en 1 dame en strijden om een medaille. 2020: deelname aan de Olympische spelen in 2020 met 3 heren en 2 dames en strijden om goud. Naast bovenstaande ambities is het de ambitie om leidend kenn iscentrum in de wereld te worden op het gebied van zowel ta lentontwikkeling als topsport (talent hotbed) zodat het Nederlandse mountainbiken door andere landen beschouwd gaat worden als "benchmark voor succes".
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Doelen: Om bovenstaande ambities te kunnen verwezenlijken is het behalen van de volgende doelstellingen van belang: - Landenranking: Heren: tot de beste 12 landen behoren bij de heren op de landenranking in de periode van mei 2014 tot en met mei 2016. tot de beste 5 landen behoren op de landenranking bij de heren in de periode van mei 2018 tot en met mei 2020. Dames: tot de beste 18 landen behoren bij de dames op de landenranking in de periode van mei 2014 tot en met mei 2016. Tot de beste 11 landen behoren bij de dames op de landenranking in de periode van mei 2018 tot en met mei 2020.
(
- Medailles OS: 2016 Rio de Janeiro: strijden om een medaille! 2020: zowel bij de heren als bij de dames strijden om goud! Aantallen:
2013 4 sporters in de nationale topsportwerkgroep 4 sporters in de nationale talentwerkgroep 2014 5 sporters in de nationale topsportwerkgroep 5 sporters in de nationale talentwerkgroep
( 2015 5 sporters in de nationale topsportwerkgroep 5 sporters in de nationale talentwerkgroep 2016 6 sporters in de nationale topsportwerkgroep 6 sporters in de nationale talentwerkgroep
2.1.3
Traject
Op 15-16 jarige leeftijd (nieuwelingen) stromen talentvolle sporters van de verenigingen in op de aandachtsgroepen van de RTC's (fase learn to train en train to train) maar trainen vooral bij de vereniging. Op 17-18 jarige leeftijd (junioren) behoren ze tot de werkgroepen van de RTC's en daarmee tevens tot de aandachtsgroep van de nationale KNWUta lentenselectie (fase van train to train en train to compete) .
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Op 18 jarige leeftijd stromen ze eventueel door naar de nationale talentwerkgroep op het NTC (train to compete en train to w in). Daar worden ze tot 22 jaar opgeleid tot de fase topsport (train to compete). De bond voorziet deze sporters van materiaal en een voltijds training- en wedstrijdprogramma. Uiteindelijk stromen deze opgeleide sporters door naar de topsportgroep op het NTC (van train to compete naar train to win). Talenten kunnen tot en met de fase learn to tra in de keuze maken om in te stromen in een andere discipline, zoals de weg. In de talentenwerkgroep ligt de nadruk op dagelijkse training om de belastbaarheid te vergroten, periodieke trainingskampen voor techniek (skills) en klimvermogen in de bergen en topsport lifestyle coaching. Nieuwe instroom van talenten komt uit bestaande licentiehouders via de vereniging en de RTC's. Nieuwe talentvolle niet licentiehouders worden opgespoord via het RABO-KNWU Talent ID, het talentherkenningsprog ram ma van de KNWU.
(
Ontwikkelingsstadia: De ontwikkeling van talent naar topsporter bestaat uit een aantal ontwikkelingsstadia:
1. Ten eerste wordt het talent herkend en bevestigd (fase van stimuleren o f learn to train). Dit gebeurt b ij de verenigingen. 2. Vervolgens is het talent bereid meer tijd en energie te stoppen in training en groeit het besef wat er nodig is om de top te halen. Het ta lent bevindt zich in de fase van opleiden/ talentontwikkeling (train to train). 3. Hierna komt een fase met een zogenaamd " b reekpunt" waarin het talent zichzelf echt als topper gaat zien en ontwikkelt een leefstijl dat past bij het bestaan van een topsporter. Het talent bevindt zich in een fase van leren presteren (train to compete). 4. De laatste fase is de fase van het oogsten. De topsporter w int medailles en doet er alles voor om de beste te blijven (train to win). In de fase topsport staat de sporter centraal. In de fase ta lentontwikkeling staat het programma centraal.
(_
2 .1.4
Enstrada par Rio en verder ...
Ervan uitgaande dat: er ongeveer 8- 10 jaar ontwikkeling nodig is om uiteindelijk het grote piekmoment te bereiken, de medailleleeftijd bij de senioren mannen op gemiddeld 25- jarige leeftijd begint en bij de senioren vrouwen op gemiddeld 28- jarige leeftijd , stromen de "beste talenten" rond hun 17e_ 18e jaar eventueel door naar het NTC waar gewerkt wordt binnen een voltijds team. Deze talentenselectie werkt op het NTC met een talentcoach offroad, binnen een voltijds training- en wedstrijdprogramma (alle wereldbekers, de nationa le topcompetitie , Swiss Cups) en de renners worden voorzien van materiaal.
Fast Forward
• l
Hiernaast is een buitenlandse trainingslocatie noodzakelij k om te werken aan de technische vaardigheden, het klimvermogen en om de buitenlandse competitie op te zoeken. Ideaal is het om te kunnen "overwinteren" op Mallorca tijdens de wintermaanden (januari, februari en maart) en o m een locatie in Zwitserland te kunnen betrekken tijdens de maanden van het wedstrijdseizoen (van mei tot en met augustus), waar naast techniek, ook op hoogte getra ind kan worden. De talentenwerkgroep combineert het mountainbiken met veldrijden (november en december) en een wegprogramma en worden opgenomen in het KNWU beloftenteam. Talenten uit de talentenwerkgroep stromen pas door naar de commerciële topsport (professionals) nadat ze de fase talentontwikkeling op het NTC hebben volbracht. De topsporters zitten dan in de fase oogsten (train to win). Het is de bedoeling om vanaf eind 2013 het NTC MTB naar Limburg te verplaatsen. Geografisch gezien is dit de beste trainingslocatie in Nederland voor mountainbike. Door het NTC naar Limburg te verhuizen wordt de combinatie gezocht met het NTC veldrijde n in Eindhoven e n het RTC Z-0. Tevens is er samenwerking met ons NTC weg, RTC Wielrennen Limburg, NTC triatlon, NTC Atletiek, Topsport Lim burg en de Provi nc ie Limburg. Samenwerking met de comm erciële teams is belangrijk, ook als het gaat o m elkaar te stimuleren naar nog betere prestaties door bijvoorbeeld kennisdeling. Ideaal zou zijn als de commerciële teams parallel zouden gaan lopen aan activiteiten van de talentenselectie en een en ander naadloos op e lkaar aansluit. Het eventueel leveren van "maatwerk" en ondersteunen van potentiële medaille- kandidaten op het moment dat ze deel uitmaken van een commercieel team kan het verschil betekenen tussen goud en zilver.
(
(
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
2.2 2.2.1
Veldrijden Onderdeel van topsportprogramma's
De talentenwerkgroep weg en mountainbiken combineren het mountainbiken en een wegprogramma met een veldritprogramma. In de fase talentontwikkeling leert een sporter stuurvaardigh eid, techniek en onderhoudt zijn of haar conditie voor de overige disciplines. Veldrijden kan het voorportaal zijn voor de disciplines weg en mountainbiken. Het is een van de disciplines die door talenten gebruikt kan worden om uit te groeien tot een volwaardige topsporter in de disciplines weg en mountainbike. Er bestaat ook de mogelijkheid om de focus als topsporter uiteindelijk enkel bij de d iscipline veldrijden te leggen en uit te groeien tot een professional in de discipline veldrijden. Veldrijden wordt ook gebruikt in de fase talentontwikkeling en topsport als voorbereiding op de disciplines weg en mountainbike, door mannen en vrouwen. Talenten uit de talentenwerkgroep stro men wel door naar de commerciële topsport (professionals) ook in de fase talentontwikkeling op het NTC. Het is gepland om het NTC veldrijden te vestigen rond Eindhoven in combinatie met het RTC Z-0 en CTO. Zowel bij de mannen als de vrouwen wordt nauw samengewerkt met de huidige c ontinentale veldritploeg en. Jonge
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
sporters blijven lid van de talentenwerkgroep. Tot en met 22 jaar krijgen deze sporters de mogelijkheid om veldrijden, MTB en weg te com b ineren. In de talentenwerkgroep ligt de nadruk op dagelijkse training, periodie ke trainingskampen voor techniek (skills) en topsport lifestyle coaching. 2.2.2
In de fase topsport staat de sporter centraal. In de fase talentontwikkeling staat het programma centraal. De medailleleeftijd voor mannen en vrouwen begint gemiddeld op 23 jarige leeftijd. Op 15-16 jarige leeftijd stromen talentvolle sporters in op de aandac htsgroepen van de RTC's (fase learn to tra in) maar trainen vooral bij de vereniging. Op 17-18jarige leeftijd behoren ze tot de werkgroepen van de RTC's en daarmee tevens tot de aandachtsgroep van de nationale talentenselectie (fase train to compete). Talenten worden in deze fase geregistreerd in het talentvolgsysteem. Op 18 jarige leeftijd stromen ze eventueel door naar de nationale talentwerkgroep op het NTC (train to w in). Daar worden ze tot 22 jaar opgeleid tot de fase topsport. De bond voorziet voor deze sporters van een training- en wedstrijdprogramma. Het wedstrijdprogramma is in nauwe samenwerking met de commerciële ploegen. Uiteindelijk stromen ze door naar de topsportselecties. Talenten kunnen tot en met de fase learn to train de keuze maken om in te stromen in de d iscipline weg en mountainbike. Nieuwe instroom van talenten komt uit bestaande licentiehouders via de vereniging en RTC' s. Nieuwe talentvolle niet licentiehouders worden opgespoord via het RABO-KNWU Talent ID, het talentherkenningsprogramma van de KN WU.
(
2.3
(
Traject
2 .3.1
Weg mannen Huidige status / deficiënties in de structuur
Veel van de huidige talenten kiezen, of worden gedwongen, om voortijdig voor een volledig wegprogramma te kiezen. Op d eze manier word t de opleiding tot een compleet wegrenner voor eendaagse wedstrijden e n tijdritten voortijdig afgebroken. De huidige opleidingsstructuur in het wielrennen is er vooral op gericht om etapperenners op te leiden, hetgeen de laatste jaren door de Rabobank wielerploegen succesvol is uitgevoerd. Met de focus op het ontwikkelen van etappecoureurs, wa t meestal w ielrenners zijn m et een hoog vermogen per kg lichaamsgewicht, is de zwaarder gebouwde wielrenner, met talent voor een korte, hevige inspanning, e nigszins buiten beeld geraakt. Dit type renner, de hardfietser, is bij uitstek geschikt voor alle baanevenementen, kan opgeleid worden tot wegsprinter, tot tijdrijder, tot specialist in het onderdeel ploegtijdrit (wat sinds dit jaar weer een onderdeel van het WK weg is) of specia list voor de recentelijk in zwang geraakte 'treintjes'. Een mu lti-inzetbare atleet dus, die d e kans op medailles op individuele nummers of als onderdeel van een team, vergroot. Immers, e tappecoureurs kunnen geen meda illes halen op hun
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
specialisme. Nie t op were ldkampioenschappen en niet op de Olympische Spelen.
2.3.2
Ambitie en doelstellingen: Ambitie: De Ambitie van de KNWU selectie wegwielrennen is de leden van de topsportselectie en talentengroepen zodanig ondersteunen, faciliteren en opleiden om topprestaties te leveren op de Eu ropese Kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen. De KNWU richt zich met name op HARDFI ETSERS, gedefinieerd onder 2.4.1.
(
Doelstellingen Topsport Op basis van de inschatting van de kwaliteit van de huidige Topsportselectie tegenover de internationale concurrentie streven we de volgende topsportprestaties na voor de komende 4 jaar. • Medailles op de Wegwedstrijden van de WK's en Olympische Spelen • Top 8 Tijdritten op de WK's en Olympische Spelen • Behoud van een top 10 plaats in de UCI land enranking. Talentontwikkeling De sportprestatie in Talentontwikkeling is moeilijker te defin ië ren en de concurrentie is vaak onmogelijk in te schatten . Uitgangspunt is en b lijft: een topprestatie op een kampioenschap. Voor de talentengroepen streven we de komende 4 jaar naar de volgende resu ltaatdoelen. Top 8 EK Tijdritten (Junioren, U23) Top 8 EK Wegwedstrijden (Junioren, U23) Top 8 WK Tijdritten (Junioren) Top 8 WK Wegwedstrijden (Junioren)
(
2.3.3
Traject
In de fase topsport staat de sporter centraal. In de fase talentontwikkeling staat het programma centraal. De medailleleeftijd voor de weg mannen begint gemiddeld op 24 jarige leeftijd. Op 12-13 jarige leeftijd stromen tale ntvolle sporters in op de aandachtsgroepen van de RTC's (fase learn to train) maar trainen vooral bij de vereniging. Op 15- 16 jarige leeftij d behoren ze tot de werkgroepen van de RTC's en daarmee tevens tot de aandachtsgroep van de nationale ta lentenselectie (fase train to compe te). Op 17- 18 jarige leeftijd stromen ze eventueel door naar de nationale talentwerkgroep op het NTC
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
(train to win). Daar worden ze tot 22 jaar opgeleid tot de fase topsport. Ta lenten kunnen tot en met de fase train to win de keuze maken om in te stromen in de discipline weg. In de talentenwerkgroep ligt de nadruk op dagelijkse training, periodieke trainingskampen voor techniek (skills) en klimvermogen in de bergen, en topsport lifestyle coaching. Nieuwe instroom van ta lenten komt uit bestaande licentiehouders via de vereniging en RTC's. Nieuwe talentvolle niet licentiehouders worden opgespoord via het RABO-KNWU Talent ID, het talentherkenningsprogramma van de KNWU
(
2.3.4
Enstrada par Rio en verder .. .
Op het NTC wordt gewerkt met een multidisciplina ir fulltime programma. Een talentenwerkgroep die eventueel de weg met andere disciplines combineren. Het doel is niet alleen om medailles te halen op eendaagse wedstrijden als wereldkampioenschappen en Olympische Spelen , maar tevens het podium van grote klassiekers en etappes in de Tour de France. Er wordt nauw samengewerkt met de huidige continentale, pro-continentale en Worldtour wegploegen. Deze samenwerking is essentieel. Jonge sporters blijven lid van de talenten- en topsportwerkgroep. Het is de bedoeling om vanaf eind 2013 het NTC weg naar Limburg te verplaatsen. Geografisch gezien is dit de beste trainingslocatie in Nederland voor het wegwielrennen. Door het NTC naar Limburg te verhuizen wordt de combinatie gezocht met ons NTC MTB, RTC Wielrennen Limburg, NTC triatlon, NTC Atletiek, Topsport Limburg en de Provincie Limburg.
(
Aan de wedstrijden die deel uitmaken van het programma van de werkgroep weg wordt ook deelgenomen door de talentwerkgroep baa n. Feitelijk betreft het hier 1 talentwerkgroep (zie hieronder), waarbij de renners die pieken op de baan, de wegkoersen vooral gebruiken a ls a -specifieke voorbereiding op de baanwedstrijden.
Aantallen
2013 16 sporters in de nationale talentwerkgroep junioren(in cl. opleiding baan) 8 sporters in de nationale talentwerkgroep U-23 (inclusief renners voor baan) 2014 16 sporters in de nationale talentwe rkgro e p ju nioren(incl. opleiding baan ) 9 sporters in de nationale talentwerkgroep U-23 (inclusief renners voor baan) 2015 16 sporters in de nationale ta lentwerkgroep junioren (incl. opleid ing baan) 9 sporters in de nationale talentwerkgroep U-23 (inclusief renners voor baan) 2016 16 sporters in de nationale talentwerkgroep junioren (incl. opleiding baan) 9 sporters in de nationale talentwerkgroep U-23 (inclusief renners voor baan)
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Risico's
Verschil van inzichten over de te volgen programma's van talenten met de wegploegen.
2.4
Weg vrouwen Inleiding
(
2.4.1
Huidige status/ deficiënties in de structuur
De opleiding van onder af is onvoldoende. Op het niveau van topsport moet nog te veel aandacht gegeven worden aan aspecten die in de fase talentontwikkeling thuishoren
2.4.2
Ambitie en doelstellingen: Ambitie: De Ambitie van de KNWU selectie wegwielrennen vrouwen is de leden van de topsportselectie en talentengroepen zodanig ondersteunen, faciliteren e n opleiden om topprestaties te leveren op de Europese Kampioenscha pp en, Wereldkampioenschappen en Olympische Spele n.
(_
Doelstellingen Topsport Op basis van de inschatting van de kwaliteit van de huidige Topsportselectie tegenover de internationale concurrentie streven we de volgende topsportprestaties na voor de komende 4 jaar. • Goud op de Wegwedstrijden van de WK's en Olympische Spelen • Top 8 Tijdritten op de WK's en Olympische Spelen • Behoudt van de 1e plaats in de UCI landenranking. Talentontwikkeling De sportprestatie in Talentontwikkeling is moeilijker te definiëren en de concurrentie is vaak onmogelijk in te schatten. Uitgangspunt is en blijft : een topprestatie op een kampioenschap. Voor de talentengroepen streven we de komende 4 jaar naa r de volgende resultaatdoelen. • Top 8 EK Tijdritten (Junioren, U23) Top 8 EK Wegwedstrijden (Junioren, U23) Top 8 WK Tijdritten (Junioren) Top 8 WK Wegwedstrijden (Junioren)
2.4.3 Traject
In de fase topsport staat de sporter cen traal. In de fase ta lentontwikkeling staat het programma centraal. De m edailleleeftijd voor d e weg vrouwen begint
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
gemiddeld op 23 jarige leeftijd. Op 14-15 jarige leeftijd stromen talentvolle sporters in op de aandachtsgroepen van de RTC's (fase leorn to train ) moor trainen vooral bij de vereniging. Op 15- 16 jarige leeftijd behore n ze tot de werkgroepen van de RTC's en daarmee tevens tot de aandachtsgroep van de nationale tolentenselectie (fase train to compete). Op 17-18 jarige leeftijd stromen ze eventueel door naar de nationale ta le ntwerkgroep (train to win). Door worden ze tot 22 jaar opgeleid tot de fase topsport en stromen ze door naar de topsport werkgroep. Talenten kunnen tot en met de fase train to w in de keuze maken om in te stromen in de discipline weg . In de tolentenwerkgroep ligt de nadruk op dagelijkse training, periodieke trainingskampen voor techniek (skills) en klimvermogen in de bergen, en topsport lifestyle coaching. Nieuwe instroom van talenten komt uit bestaande lice ntiehouders via de vereniging en RTC's. Nieuwe talentvolle niet licentiehouders worden opgespoord via het RABO-KNWU Talent ID, het talentherkenningsprogramma van de KNWU.
(
2.4.4
Enstrada par Rio en verder ...
De tolentengroepen en de topsportgroep hebben een open structuur. Op ieder moment kan de Bondscoach rensters toevoegen aan de werkgroepen. Primair worden de jaarplannen uitgevoerd door de Bondscoach , Talentcoach(s), Mecanic ien (s) en Soigneur(s). Bij de elite vrouwen stromen ta lenten door naar commerciële ploegen als ze gereed zijn voor de fase topsport. In de praktijk zal dit no het 3e o f 4e beloftejaar zijn. De bond voorziet de sporters van het beloften team en de werkgroep U23 van materiaal en faciliteiten behorende bij een programma dat aansluit bij de internationale competities en training- en wedstrijdprogramma's. Aantallen
(_
2013 16 rensters in de werkgroep elite U23 12 rensters in de werkgroep junioren 2014 14 rensters in de werkgroep elite U23 10 rensters in de werkgroep junioren 2015 12 rensters in de werkgroep elite U23 8 rensters in de werkgroep junioren 2016 10 rensters in de werkgroep elite U23 8 rensters in de werkgroep junioren
2.5 2 .5.1
Fietscross Huidige status/ deficiënties in de structuur
Er stromen te weinig vrouwen in aan de onderkant van de structuur. Het ontbreekt bij de Afdelingen Zuid en West nog aan een heldere structuur voor
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
talentherkenning en talentontwikkeling. Hetzelfde geldt voor de meeste verenigingen. 2 .5 .2
c
Ambitie en doelstellingen : Ambitie: De Ambitie van de KNWU selectie fietscross is de leden van de topsportselectie en talentengroepen zodanig ondersteunen, faciliteren en opleiden om topprestaties te leveren op de Europese Kampioenschappen, Wereldkampioenschappen en Olympische Spelen. Doelstellingen Topsport Op basis van de inschatting van de kwaliteit van de huidige Topsportselectie tegenover de internationale concurrentie streven we de volgende topsportprestaties na voor de komende 4 jaar. Medailles op de WK's en Olympische Spelen Behoud van een top 5 plaats in de UCI landenranking. 2013 t/m 2015 1 medaille op WK of top 3 WB 2016 2 medailles op WK en OS. De doelstelling voor de langere termijn (4+ jaar) 2 meda illes op WK en Olympische Spelen
(
Talentontwikkeling De sportprestatie in Talentontwikkeling is moeilijker te definiëren en de concurrentie is vaak onmogelijk in te schatten. Uitgangspunt is en b lijft : een topprestatie op een kampioenschap. Voor de talentengroepen streven we de komend e 4 jaar naar de volgende resultaatdoelen. Top 5 WK's (Junioren) 2013 tot 2015 1 talent top 20 EK Elite 2016 2 talenten top 20 EK Elite De doelstelling voor de langere termijn (4+ jaar) Doelstelling is om ieder jaar een talent door te laten stromen vanu it RTC naar TO selectie en naar d e TS selectie va nuit TO. Tweede doelstelling is om regionaal meer vrouwen onder regie van de bond te krijgen en door te laten stromen. Minimale instroom p er twee jaar is 1 voor TO en 1 voor TS. RTC De doelstelling voor de komende 4 jaar Als eerste het inventariseren en opzetten van mogelijke RTC's en TOPverenigingen. Het doel is in 4 jaar een 6-tal RTC's en rond de 10 TOP-
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
verenigingen verspreid over het land op te zetten, zodat olie talenten voldoende mogelijkheden (geografisch, begeleiding, etc.) hebben om hun potentieel volledig te kunnen ontwikkelen. Daarnaast onderzoeken welke RTC's gecombineerd kunnen worden voor meerdere disciplines binnen de KNWU. Hierdoor kunnen faciliteiten gezamenlijk benut worden . Ook het opstellen van competentie profielen en classificaties voor RTC's en TOP-verenigingen is noodzakelijk. Tijdspad l e jaar: Afgeronde beschrijving TOP-verenigingen en RTC's, 2 RTC's opgestart en 2 Topclubs operationeel. Inventarisatie welke verenigingen de stap naar TOP willen maken en welke verenigingen kunnen al de status TOP krijgen. Invulling geven aan wat wordt er verstaan onder TOP-verenigingen en RTC en hoe de ontwikkelingen er uit dienen te zien. Competentieprofielen opstellen voor RTC's en TOP-verenigingen. Hoe implementeren we het pion en hoe creëren we draagvlak? 2e jaar: 4 RTC's, 6 Topclubs operationeel. Eva luatie en aanpassingen en waar nodig verder uitrollen opzet. 3e jaar: 5 RTC's en 8 Topclubs. Evaluatie van de eerste zichtbare resultaten op talentniveau. 4e jaar: Evaluatie. Maximum aantallen TOP-verenigingen en RTC's zijn bereikt en hun toekomst heeft perspectief. Ze kunnen op eigen benen staan (m.b.v. sponsoring en bijdragen olie betrokkenen: Provincie, gemeenten, NOC/NSF, KNWU, leden en externe bedrijven!). Het gewenste niveau van talenten en opleiding is behaald of op 903 benaderd.
(
Doelstelling langere termijn (4+ jaar) Doorstroming van minimaal 5 talenten van TOP-verenigingen naar de nationale selectie. Doorstroming is belangrijk om bestaansrecht te geven aan RTC's en TOP-verenigingen en uiteinde lijk aan talentselectie en nationale selectie. Doelstelling is om ieder jaar een talent door te loten stromen vanuit RTC naar TO selectie en naar de TS selectie vanuit TO. Daarnaast uitbouwen niveau TOPverenigingen en RTC's.
(
Doelgroep 13 t/m 18 jaar voor een RTC. TOP verenigingen de leeftijd verder willen en moeten laten doorlopen.
2.5.3
Traject
De medailleleeftijd voor fietscross mannen begint gemiddeld op 20 jarige leeftijd en voor vrouwen gemiddeld op 19 jarige leeftijd. Op 12-1 3 jarige leeftijd stromen talentvolle sporters in op de aandachtsgroepen van de RTC's (fase learn to train) en trainen bij een topsportvereniging in combinatie met het RTC . Op 14-15 jarige leeftijd behoren ze tot de werkgroepen van de RTC 's en daarmee tevens tot de aandachtsgroep van de nationale ta lentenselectie
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
(fase train to compete). De ontwikkeling van de sporters wordt bijgehouden in het talentvolgsysteem. Op 16-17 jarige leeftijd stromen ze eventueel door naar de nationale talentwerkgroep op het NTC (train to w in ). Daar worden ze tot 19 jaar opgeleid tot de fase topsport en stromen ze door naar de topsport werkgroep fietscross op het NTC. Ta lenten kunnen tot en met de fase learn to train de keuze maken om in te stromen in de discipline fietsc ross. Nieuwe instroom van talenten komt uit bestaande licentie houders via de vereniging en RTC 's. Nieuwe talentvolle niet licentiehouders worden opgespoord via het RABO-KNWU Talent ID, het talentherkenningsprogramma van de KNWU.
( 2 .5 .4
Enstrada par Rio en verder ... Nationale topsport selectie (Papendal) Op het Nationaal Trainingscentrum KNWU (NTC Papendal) trainen de leden van de topsportgroep onder leiding van de bondscoach. De train ing en b e geleiding zijn voltijds:
• • • •
tra in to win. opleiden van renners in d e leeftijdscategorie 19+. afnemen Testprotocol *. dagelijkse groepstrainingen op Papendal onder leiding van de bondscoach.
*Testprotoco/ bestaat uit: wattbike, wingate, sprongtest, en 60m vlakke sprints.
(
Nationale talenten opleiding (Papendal) Op het Nationaal Trainingscentrum KNWU (NTC Papendal) trainen de talenten onder leiding van de talentcoach. De training en begeleiding zijn voltijds. De doelgroep is nieuwelingen e n junioren.
•
•
train to train /train to compete. opleiden van renners in de leeftijdscategorie 15-19 jaar met betrekking tot FYSIEK. afnemen Testprotocol voor Nieuwelingen. afnemen Testprotocol voor Junioren. dagelijkse groepstrainingen op Papendal onder leiding van de talentcoach. intern op Papendal.
Regionaal Training Centrum (RTC): stimuleren (learn to train). opleiden van renners in de leeftijdscategorie 13-16 jaar met betrekking tot TECHNIEK. afnemen van Testprotocol 1*.
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
minimaal 2 gezamenlijke trainingen per week onder leiding van de RTC trainer. 1 training per week op Papendal. Voor BMX sluiten we aan bij de volgende RTC verdeeld over Nederland:
c
(
RTC Noord: Afdeling Noord-Oost (Friesland, Groningen en Drent he). Trainingslocaties Klazienaveen, Assen en Emmen. RTC Oost: Afdeling Noord-Oost (Gelderland en Overijssel) Trainingslocaties Wijchen, Kampen en Haaksbergen. RTC Noord-Holland: afdeling West (Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht). Trainingslocaties Heiloo en Baarn RTC Brabant: afdeling Zuid (Zeeland en Noord-Brabant). Trainingslocaties Luijksgestel en Valkenswaard. RTC Limburg: afdeling Zuid (Limburg). Trainingslocatie Landgraaf.
De Afdelingen hebben een Regiotrainer (niveau WT 4 gewenst) die aangesloten is bij een RTC of meerdere RTC's. Het is mogelijk dat binnen een Afdeling meerdere RTC's gevestigd zijn. De trainingen op het RTC zijn minimaa l 3 x per week en vooral bedoeld voor talenten d ie niet de benodigde voltijdse begeleiding kunnen krijgen binnen hun eigen vereniging. Daar waar de vereniging een voltijdse begeleiding op maat kan bieden voor talen ten (TOP), is een overstap naar een RTC niet noodzakelijk. De talenten van iedere Afd eling trainen gemiddeld 1 keer per kwartaal gezame nlijk op het NTC onder leiding van de nationale talentcoach met de regiotrainer. De regiotrainer bepaalt in overleg met de talentcoach en met behulp van een competentieprofiel welke rijders er talent zijn. Een keer per kwartaal zal een informatieavond per a fdeling georganiseerd worden op het NTC met als mogelijke onderwerpen fysieke- en mentale training, voeding, dopingvoorlichting, etc. Tijdens deze gezamenlijke trainingen en informatiedelingen is er ruimte om te overleggen tussen trainers van het NTC, RTC en TOP-verenigingen. Daarnaast kunnen de regiotrainers in overleg met de talentcoach besluiten om vaker op de SX baan van Papendal te trainen onder begeleiding van de regiotrainer. Per RTC vindt 1 keer per jaar een open RTC training voor verenigingen plaats , waar tevens talenten en topsporters van het NTC aan deelnemen. Ook de tra iners van de verenigingen worden hiervoor uitgenodigd. De NTC sporters wonen alleen de open RTC training van hun eigen Afdeling bij, dus maximaa l 2 per NTC sporter. De open RTC training met NTC sporters wordt georganiseerd door de regiotrainers in overleg met de bondscoach en de nationale talentcoach. He t streven is een breder kader met meer kennis te ontwikkelen in de regio's en daarbij dan specifieke zaken regionaa l (blijven) doen omdat d it efficiënter is, c.q . hier kennis nog ontbreekt bij de clubs/sporters. Naast deze structuur blijven de open trainingen op de SX baan op Papendal onder leiding van een deskundige trainer (WT 3/ 4), voor nieuwelingen, junioren en elite (m/v) .
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
In huidig beleid lijken de dames een beetje bu iten de boot te valle n. Wellicht kan er voor hen l maal per 2 maanden een landelijke trainingsdag georganiseerd worden. Dit kan op een klassieke normale fietscross baan maar ook op het NTC. De elite rijders die niet in de topsportgroep trainen maar wel op top niveau presteren (en punten voor NL binnen halen) kunnen bij de verschillende RTC's terecht voor hun noodzakelijke begeleiding.
(
De TOP-verenigingen en RTC's kunnen tevens dienen als opvang voor uitvallers uit de nationale- en regionale selecties. Hier kan een passende follow up samengesteld worden . Tevens zal de volgende opties besproken worden: Doorgaan in de fietscross, doorgaan in een andere tak van sport binnen de eigen bond of misschien zelfs doorgaan bij een andere bond .
Wat moet er gebeuren om dit te bereiken? Er is een structuur nodig die vanaf de basis tot de top op elkaar aansluit en die afgestemd is op de doelstellingen. Deze structuur moet onafhankelijk zijn zodat de lange termijn doelstelling is gewaarborgd. Er zal goed gekeken moeten worden naar de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden onderling. Dit is niet alleen de taak voor de regiotrainers, maar oo k van de verenigingen. Er zijn bijvoorbeeld aanpassingen in het beleid bij de clubs nodig: Afstemmen trainingen om goede programma's te kunnen maken, kiezen en opleiden van clubs/trainers die bij TOP-vereniging werken, samenwerkingen zoeken en gebruik maken van regionale mensen en bedrijven. Communicatie naar buiten is essentieel voor:
l
•
2.5.5
Om te bepalen welke verenigingen interesse hebben. Draagvlak creëren voor opzet en openheid van doelstelling.
Risico's
De basisopleiding bij de verenigingen blijft onvoldoende. Verschil van mening tussen verenigingen en tussen de verschillende afdelingen onderling over de te volgen structuur.
3 Project planning Het is noodzaak om op zeer korte termijn zaken pragmatisch aan te pakken zonder de lange termijn visie van het KNWU Wielerplan uit het oog te verliezen. De projectplanning geeft aan welke acties wanneer door wie worden ondernomen en wat de bijbehorende kosten zijn. Deze planning kan gedurende de loop van het project aangepast worden op basis van ervaringen in het project en / of nieuwe gegevens.
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Fasering
Onderstaand is een inschatting gegeven van de planning van het project op hoofdlijnen.
(
Fasen
Resultaten
Verantwoordelijk
Start
Eind
Initiatie
Project Initiatie Document
Technisch directeur
FEB 2012
Sept 2012
Onderzoek
Villa ins
Peter Zijerveld
April 2012
September 2012
Ontwerpen
Trainingen en trainingsprogramma 's
Coaches
Vanaf
Doorlopend
aanstelling Coach Onderzoek
NTC Limburg
Topsport Limburg
April 2012
oktober 2012
Mobilisatie
Extra FTE
KNWU
Januari2013
maart2013
Realisatie
Aanzet Certificering RTC's
Gestart
Doorlopend
Realisatie
Subsidieverlening
NOC-NSF
Dec 2012
Dec 20 16
Realisatie
Subsidieverlening
Provincie Limburg
Dec 2012
Dec 2016
3.2
(_
Externe afhankelijkheden
Voor het realiseren van het eindproduct is primair medewerking vereist van de volgende belanghebbenden: • KNWU • NOC-NS F • Partners KNWU • Topsport Limburg • Provincie Limburg Provincie Brabant • Topsport Gelderland • CTO Eindhoven Secundair zijn de volgende belanghebbenden geïdentificeerd. Deze belanghebbenden worden actief betrokken wanneer het projectplan is goedgekeurd en het van start kan gaan. • Verenigingen • Provincies • Olympische steunpunten • Wielergemeenten • Onderwijsinstellinge n • Leveranc iers van accommodaties en faciliteiten;
Fast Forward
• l
Koninklijke Nederlandsche Wielren Unie
Partners (sponsoren).
(
3 .3 Randvoorwaarden Aan de volgende randvoorwaarden dient te zijn voldaan om bovenstaande plann ing te halen: Accorderen directeur en bestuur • Accorderen NOC-NSF • Tijdige beslissingen van de technisch directeur bij kritische mijlpalen , maar ook in het geval van uitzonderingen. • Kritische mijlpalen worden concreet benoemd. • De technisch directeur stelt voldoende capaciteit en deskundigheid beschikbaar voor de implementatie. • Informatie t.b.v. het project wordt juist, tijdig en volledig aangeleverd. Aanstellen van extra FTE als belangrijkste voorwaarde voor start van het project.
4 Projectrisico's De volgende tabel geeft een overzicht van de tot nu toe onderkende bedreigingen ten aanzien van het project met voorgestelde tegenmaatregelen, de kans van optreden en de mate van negatief effect op het project (aangegeven op een schaal van 1to t 5) 1• De laatste kolom geeft het risico aan (kans*effect). Op deze wijze wordt gefundeerd afgewogen welke bedreigingen de meeste aandacht of hulpbronnen verdienen. Nr.
(_
Omschrijving
Maatregel
Toekenning van subsidies
Gedegen Project Initiatie
Kans
Effect
Risico
5
5
Document 2
Beschikbaarheid coaches
Eigen opleiding
2
2
3
Geen draagvlak
communicatie
3
3
4
5 6
Tijdens het project wordt deze lijst voortdurend bijgehouden in een Logboek risico's, met een uitgebreidere beschrijving van de risico's. Toevoeging van bedreigingen of andere wijzigingen worden vermeld in het eerstvolgende Highlight Report.
1
1 =kleine kans of gering effect, 5 = grote kans of groot effect
Fast Forward