WbbK^UAU
alleen cd Daarmee verbindt gij de uiting van goeden smaak aan de ware luxe, wat ten slotte ook het meest economische is.
■ „Vroiuimem o
■ ■
.
Redactie en Administratie: Oalgewater 22, Leiden. Tel. 780
VerachUnt wekeiy
•artaal flJ»:m
^^LVOSSEi^ÖP^^Sffif- ^
EEH BABBELTJE METWiLl/ HAAK
Waarom zoudt U Langer Lijden? Krabben en wrijven maakt't jeuken erger Ge beschadigt de huid en kunt 's nachts niet slapen. Koop een flacon D.D.D- De eerste druppels doen dé jeuk reeds bedaren en bezorgen U een rüstigen slaap. D.D.D. brengt altijd verlichting, omdat het diep in de poriën dringt en daar de ziektekiemen doodt. Het Is geen vettige zalf, maar een heldere vloeistof. Ekzeem, uitslag en andere huidaandoeningen wijken spoedig voor D.D.D Koop nog heden een flacon van f 0.75 of f2.50 bij Uw Apotheker of Drogist. D.D.D. ondersteunt (Ie heilzame _ BBä werking der D.D.D.-Vloei• B 1P itof en houdt de huid gezond. (1.— per stuk. BI
Joen mean? Idee ..
oor U naar bed gaal
:■>
W'RIGLEY'S P.K. Kauwgom is een nieuw middel ter verbetering van Uw gezondheid en verhooging van Uw werkkracht. WRIGLEY'S kalmeert de zenuwen - geeft U direct een gevoel van rust en neemt de spanning weg.
Cre^im
Dit is een- erkend feit. Uw dokter zal U vertellen, dat het kauwen de zenuwen gunstig beïnvloed. En komen de zenuwen tot rust. dan worden lichaam en geest verkwikt. Doktoren en tandartsen bevelen WRIGLEY'S P.K. ook aan, omdat het de tanden schoon en gezond houdt. Na den maaltijd helpt het de spijsvertering het verwijdert eiken nasmaak van eten, drinken en rooken - en het verfrischt den adem.
in potten van 1 K.O. è f 3— T. LEVISSON Zeepfabriek 's-Qravenhase Post Giro No. 63197
Gebruikt Pond's Cold Cream voor het slapen gaan • en overdag als Uw teint behoefte heeft aan een verfrisschinjf. Pond's Cold Cream reinigt de huid tot in de poriën • het groote geheim onf de huid lang jong, glad en frisch te houden. Neemt overdag, voor bescherming der huid tegen de nadeelige invloeden van ons grillig klimaat, en als basis voor poeder dé riz Pond's Vanishing Cream.
Vtrzorgl Uw Teinl
WRIGLEYS
Monsters VOORSCHOTTEN
P.K. KAUWGOM Hk-ia
l Pond'» Extract Co. A'dam ; tendt U 2 monsters e» Pond's : órociur* ma imttmäimg v. 10 c/.
aan Ambtenaren en Beambten. Geen rente, noch kosten vooruit.
mmm—Ê—Êmm—immmammÊ—m**^
COULANTE VOORWAARDEN
ADVERTEERT IN DIT BLAD
CENTR. CREDIET- EN SPAARBANK TE AMSTERDAM
VRAAGT OFFERTES
KEIZERSGRACHT 302-304
EEN ABONNE AAN ONS GEZONDEN Jfajfatßdtäui DAARAAN IS EEN BOEK VERBONDEN O^nematffUcOè*' UW KOSTBARE SJAALS, HOE TEER OOK VAN WEEFSEL EN KLEUR BLIJVEN h Ae, vemg ONGEREPT, DOOR WASSCHEN IN « m*
'tis veilig in Lux
BS»*. LMI-rl
LUX MAAKT OOK EEN UITSTEKEND SHAMPOO.
- 2
Een interview UI „Een interview," vroeg mijn hoofdredacteur. Terwijl mij deze woorden nog in de ooren klinken, zijn mijn gedachten bij Willy Haak, die ik reeds zoo vaak gevraagd heb, doch die door allerlei uitvluchten aan een blijkbaar gevreesd interview wist te ontkomen. Weer zie ik haar voor mij 'in „De terugkeer van Peter Grimm", in „Lord Lister Legende" en in haar laatste creatie „De trouwe nimf". Dit is wellicht de laatste belangrijke rol van Willy Haak bij „Het Vereenigd Tooneel", want zooals zooveel jongeren verlaat ook zij dit gezelschap om zich te scharen bij de groep artisten, die deel uitmaken van „Het Oost-Nederlandsch Tooneel" onder leiding van Albert van Dalsum en Dr. W. Frans. Het mag ons niet verwonderen, dat van Dalsum in stilte verschillende der jongere krachten bij de diverse gezelschappen heeft gadegeslagen en, toen zijn plannen tot oprichting van een eigen gezelschap definitief waren, hij Willy Haak direct engageerde. Van Dalsum wist haar voor zijn gezelschap te winnen en wij zijn er van overtuigd, dat hij haar talent op de juiste wijze weet te schatten! Ik wilde niet gaarne het ongeduld van de lezers, die op een interview wachtten, nog langer op de proef stellen en ik was vast besloten door te dringen tot de kleedkamer van deze actrice en haar ditmaal de kans om te ontkomen aan een interview niet te laten. Bij den portier van den Stadsschouwburg stuit ik op een moeilijkheid. Mevrouw Haak is „op" en het zal vermoedelijk wel lang duren eer ze afkomt. Jawel, het uitvluchtje Neen, ik zal wachten... Ik zal en moet met de gegevens voor een interview de groene deur uitkomen.
„Wilt u zoo vriendelijk zijn en Mevrouw Haak vragen, mij een oogenblikje te ontvangen, als ze afkomt ?'% De portier mompelt iets van „Lastige lui, die krantenmenschen", maar hij telefoneert toch naar boven. Na een goed kwartier word ik verzocht boven te komen en ik vind Willy Haak in haar kleedkamer op mij wachtende. „Ik heb u niet weer willen teleurstellen, daarom vroeg ik den portier maar, u naar boven te zenden" ... En lachend voegt ze er aan toe: „Maar hét duurt toch niet erg lang, want ziet u. het is pauze en ik moet me nog verkleeden." Ik beloof, het kort te zullen maken en het interview begint. „Het „eerste" levenslicht aanschouw, de ik in Batavia. Over mijn jeugd valt niet veel te vertellen. Ik hield dol veel van alles, wat tooneel was of er mede te maken had en ook van dansen. Toch ging mijn verlangen meer uit naar tooneelspelen en ik was dan ook erg blij, toen ik naar de tooneelschooL j; mocht. Dit was een heerlijke tijd ei^" met veel pleizier denk ik eraan terug Vooral de lessen van Mevrouw Mam waren heel prettig." „Heeft u uw einddiploma gehaald?" „Ja zeker. Direct daarop werd mtt door Louis de Vries een engagemenr aangeboden.' Dankbaar accepteerde ik dit aanbod en speelde bij dit gezelschap verschillende mooie rollen. '•**..4 Aan ons gezelschap waren na de^,^ tooneelspelersstaking ook verbonden: Betsy Ranucci Beekman, Dirk Verbeek, de Van Kerckhovens en Louis Chrispijn Jr. Dirk Verbeek en Betsy Ranucci hadden het plan om na afloop van hun verbintenis bij Louis de Vries een eigen gezelschap te vormen. De van Kerckhovens sloten zich bij hen aan en zoo ontstond de kern van het latere gezelschap „Comoedia". Niet weinig was ik verrast, toen mtf ook een engagement aangeboden werd. Begrijpelijkerwijs nam ik deze aanbiér ding aan en had over de mij toebedeel' rollen en het succes niet te klagen De directie van „Comoedia" sollicfc teerde voor de vaste bespeling van den; Stadsschouwburg, doch daar ons gezeUj schap te klein was, was het noodig zich met een ander gezelschap te associeereifc: Tusschen „Die Haghespelers", ondffl leiding van Eduard Verkade, en onzf directie kwam die overeenkomst Foto Godfried de Groot stand en de twee gezelschappen combineerden zich en vormden samen „Het en ik moet me gauw verkleeden. Ik Vereenigd Tooneel". Sinds de oprich- begin het volgende bedrijf." ting van dit gezelschap ben ik nu hieraan verbonden." Natuurlijk ben ik onmiddellijk bereid „Het volgende seizoen bent u ver- mij terug te trekken en dank deze charbonden aan het gezelschap van Dalsum ?" mante en eenvoudige actrice voor het „Ja, en ik hoop er veel te spelen te korte interview, dat zij mij tenslotte krijgen. Het gezelschap is niet al te toch toestond! groot, zoodat er al direct meer kans beWilly Haak voelt au fond niets voor staat op goede rollen." dergelijke officieele " gesprekken. Ze „Heeft u nog een voorliefde voor bespeelt tooneel, omdat tooneelspelen haar paalde rollen ? leven is en ik geloof, dat men de per„Neen, alle rollen zijn mij goed, als soonlijkheid van deze jonge vrouw het er maar diepte in zit... Maar nu moet beste leert kennen door haar werk. u mij het niet kwalijk nemen, dat ik INTERVIEWER. u wegjaag. De pauze/is reeds afgebeld \
- 3 -
YVONNE'3 ÜEHEIM vonnel Yvonne I" riep de oude Muchepain, „ben je nu 2$ -^ nóg niet klaar?" Boven aan de trap, die als een spiraal van den winkel naar de slaapkamers boven liep, antwoordde een zachte stem: „Nog niet, vader." „Waarom nog niet ? Weet je wel, hoe lang je er nu al over zit ? Denk je soms, dat ik van plan ben een goeien slag te missen, alleen door jouw luiheid? Denk je soms, dat ik een klant als mijnheer de Chantoye iederen dag in mijn winkel krijg?" „Ik doe het zoo vlug mogelijk, vader 1" „Nou, doe het dan nog een beetje vlugger 1" Na deze waarschuwende opmerkingen, die door een gat in zijn tanden een ongewoon alarmeerenden en sissenden klank kregen, te hebben geventileerd, begaf de oude Muchepain, handelaar in tweedehandsch meubelen en antiquiteiten, zich weer naar zijn halfdonkeren winkel, waar hij als een spin op vliegen, dagenlang op toeristen zat te wachten. Dit keer was het echter geen eenvoudige reiziger, op, wiens komst hij zich spitste; nu ging het om een rijken jongen man, die op een kasteel in de buurt was komen wonen. Het kasteel was geruimen tijd onbewoond geweest als een gevolg van een erfeniskwestie, maar nu was het den jongen man toegewezen en deze had er zich eenige maanden geleden op gevestigd. Wat had een jonge man, die zich verveelde, in een dergelijke afgelegen streek anders te doen dan de omgeving af te zoeken naar oudheden? Mijnheer de Chantoye was een buitengewoon goede klant van mijnheer Muchepain geworden en op dezen dag hoopte de oude Muchepain hem een antiek bureau te verkoopen, dat uit bijna niets dan gerepareerde brokken en stukjes bestond. Mijnheer de Chantoye aarzelde nog: hij vermoedde, dat het bureau niet zoo oud en niet zoo waardevol was als de eigenaar het liet voorkomen. En terwijl haar vader dacht over het waarschijnlijke succes van het plan, dat hij gesmeed had en dat hij in practijk wüde brengen, haastte Yvonne zich met van opwinding rood gekleurde wangen en kloppend hart om haar geheimzinnige taak te beëindigen. Voor haar uitgespreid op de tafel in haar kleine, bescheiden slaapkamertje lag een aantal vergeelde blaadjes papier, waarvan sommige bedekt waren met een duidelijk, net handschrift. Een inktpot met verkleurden inkt en een rolletje lint, dat men opzettelijk had doen verschieten, vormden op één uitzondering na het materiaal, waarmee zij werkte. Die uitzondering was een klein achttien-
DIT
lis het Merk der goede Films I
VRIJ NAAR HET FRANSCH
HENRI COCHET, de bekende Internationale tennisser, die den laatsten tijd veel van zich spreken doet
de-eeuwsch boekje, dat „Handboek tot het schrijven van liefdesbrieven" heette. Het lag dichtgeslagen naast haar op de tafel; en Yvonne was zoo verdiept in het schrijven van hetgeen heur hart haar ingaf, dat zij verschrikt opsprong, toen zij de voetstappen van haar vader achter zich hoorde. „Noem je dat het zoo vlug mogelijk doen?" vroeg hij kwaad, terwijl zijn blikken op het dichtgeslagen boek rustten. * „Ik ben klaar, vader," zei het meisje zenuwachtig. „Werkelijk, vader, ik ben klaarj" Zij nam de beschreven velletjes bij elkaar, droogde ze door er wat goudachtig poeder op te strooien, vouwde ze samen en bond ze toen tot een bundeltje met een stukje van het verkleurde lint. Daarna overhandigde zij het pakje aan haar vader. Met haar blank gezichtje, waaruit de groote oogen steeds onschtddig-vragend opkeken, leek zij wel een engel, die door een weerwolf werd gevangen gehouden.. „Heb je al de liefdesbrieven overgeschreven, die ik ' heb, aangeteekend ?" vroeg de oude Muchepain knorrig. „Ja, vader." „En er water op gesprenkeld, zoodat het lijkt, alsof zij door tranen bevochtigd zijn geweest?" „Ja, vader." Hij keek haar een oogenblik met zijn stekende oogen wantrouwend aan, en -4 -
zij beefde van angst bij de gedachte, dat hij het bundeltje kon openen en de brieven zelf doorlezen. Maar hij had er te veel haast voor. Hij keerde zich met een knorrend geluid om en ging naar beneden, met het pakje in zijn hand, om het in een geheime lade van het bureau te leggen. Toen zij weer alleen was, glimlachte Yvonne treurig. De brieven overschrijven? Waarom zou zij ze behoeven over te schrijven? Waren haar eigen gevoelens niet diep genoeg om al de brie-1 ven te leveren, die er noodig waren? Had zij een „Handboek tot het schrijven van liefdesbrieven" noodig om haar te helpen uitdrukking te geven aan de groote, verborgen liefde, die mijnheer de Chantoye in haar gewekt had? Ze voelde nu iets als een stil geluk. „Hij zal mijn brieven lezen," dacht ze. „Hij zal denken, dat ze door een ander zijn geschreven, door een ander, die lang geleden is gestorven. Maar al dien tijd, zelfs al weet hij het niet, zal hij lezen wat ik hem geschreven heb... en wat ik nooit zal uiten dan voor hem alleen I" Een uur later riep de oude Muchepain haar. Ze ging naar beneden, naar den winkel. „Dat is gebeurd," zei de oude man, die er zelfs in een goed humeur nog afstootender uitzag dan wanneer hij kwaad was. „Hij is gauwer gekomen dan ik dacht en direct toen ik begon te praten over een geheime lade, voelde hij er iets voor. Ik vertelde hem, dat wij in het bureau gesnuffeld hadden om iets dergelijks te vinden en ik heb hem zoo lekker gemaakt, dat hij het bureau direct in zijn auto heeft meegenomen. Nou, wat zeg je ervan? Een goed zaakje, wat ?" En Yvonne antwoordde: „Ik ben erg blij!" De algemeene verwachting in het dorpje was geweest, dat mijnheer de Chantoye niet langer op hét kasteel zou blijven dan zes maanden; maar hij woonde er nu al veel langer. Met uitzondering van eenige korte bezoeken aan Parijs, die intusschen ook al weer hoe langer hoe. zeldzamer begonnen te worden, scheen hij zich voorgoed op het kasteel te hebben gevestigd. En tot groote verbazing van allen bleef hij vrijgezel. Voor een man, wiens rijkdom en positie hem een schitterend bestaan konden verschaffen, was zijn manier van leven buitengewoon eenvoudig en teruggetrokken. ^
._
„Mijnheer: „Waarom heb je mijn nicht binnengelaten? Ik heb je toch gezegd, dat ik voor niemand thuis was?" De huisknecht; „Ja mijnheer, maar ik dacht, bij uw nicht staan we toch niet In het krijt."
roro
GODPRIBD DB GROOT
De band« waar Amsterdam op danst
„Kentucky - Kardinal«" uSi »LaGatóé De jaren gingen voorbij; de oude Muchepain stierf en Yvonne zette de zaak alleen voort. Haar blonde haren begonnen te grijzen en heur oogen hadden langzamerhand iets van hun schittering verloren. Ze leefde eveneens Jieel kalm en óók alleen en ondanks haar charme en het van haar vader geërfde fortuin bleef zij ongetrouwd. Af en toe kwam mijnheer de Chantoye in haar winkel; dan bleef hij een uurtje rondkijken en snuffelen in de oude boeken en tusschen de voorwerpen van waarde en een. eigenaardig gevoel van wederzijdsche sympathie, dat misschien wel was ontstaan, omdat zij beiden hetzelfde eenzame leven leidden, bracht hen vaak tot praten. Op zekeren dag ontdekte mijnheer de Chantoye, die nu bijna vijftig jaar was, achter een stapel boeken van allerlei aard een boekje. Op den rug stond met dansende, vergulde letters: „Handboek tot het schrijven van liefdesbrieven". Hij nam het in de hand en bladerde het door. Yvonne sloeg hem met een zonderlinge uitdrukking op haar gezicht gade. Na een paar minuten legde hij het boek weer op de tafel en begon te spreken.
■HffiBBRnMBBB
„Is het waar, dat ie gaat trouwen met een meisje met een ongeloofelijken hoop geld ?" „Neen, met een hoop geld met een ongeloofelijk meisje!"
tdut 4ijiJU*/'P*rr tbr qt&L .'
£pWx**»&> cU^Uy
„In die dagen wisten ze hoe ze schrijven moesten," zei hij. „Herinnert u zich nog, dat ik een jaar of twintig geleden van uw vader een bureau heb gekocht? Nou, daar vond ik ook een bundeltje liefdesbrieven in. Ja," vervolgde hij, als antwoord op haar eigenaardigen blik, „een pakje met oude liefdesbrieven. Ze waren zoo mooi geschreven, en ze drukten zóó'n buitengewoon diep gevoel uit, dat zij mijn gansche leven hebben veranderd. Terwijl ik ze las en herlas, besefte ik, dat ik er nooit meer toe zou kunnen komen werkelijk van eenvrouw te houden, want gèèn vrouw van nu zou met zooveel diep gevoel kunnen liefhebben als er uit die brieven sprak I Mijn verliefdheden van vroeger leken mij opeens dwaas en ordinair en de toekomst had mij niets te geven. Ik bleef hier alleen wonen, en twintig jaar lang heb ik met een schim geleefd, trachtend te gelooven, dat deze brieven lang geleden voor mij geschreven waren 1 En dat is de reden, dat ik al dien tijd üw klant ben gebleven, waarde vriendin." Een lichte blos verfde even de wangen van Yvonne om ze direct erop weer wit te laten als gewoonlijk. En ze antwoordde beleefd: „Daar ben ik erg blij om, mijnheer 1"
m^^^^w—
IS HET HUWELIJK GECOMPLICEERD? WEET. WAT GE WEN5CHT
MAS COTTCnEN
KRIJGT. WAT GE WËNSCHT WEEST DANKBAAR!
Er is reeds zooveel over het huwelijk geschreven, dat het noodig lijkt een excuus te laten vooropgaan, omdat dit nu wéér gebeurt: Het excuus behoeft echter niet te worden „gezocht"j het ligt vlak voor de hand: het huwelijk is nog steeds „de grootste stap" in ons leven en blijkt tevens vaak onze grootste misslag te zijn. Hoe komt het, dat zoovele huwelijken op .een mislukking uitloopen ? Waarschijnlijk hebben hiervan zij de schuld, die er over geschreven hebben. Ga eens na, hoeveel „doorwrochte" boeken en „diepzinnige" artikelen in den loop der tijden aan het huwelijk zijn gewijd. Ze zijn niet te tellen, laat staan te lezen I En in al die verhandelingen is het huwelijk als z«er gecompliceerd voorgesteld; volgens sommigen was het een „moeilijk aanpassingsprooes"; volgens anderen „een voortdurende strijd tegen de gewoonte". Deze en dergelijke uitspraken zijn echter onjuist en hebben de menschheid ad absurdum beïnvloed! Het huwelijk is geen strijd en evenmin een aanpassingsproces; ook is het niet gecompliceerd, doch men mädkt het gecompliceerd door a priori vast te stellen, dat bet zoo isf In wezen is het huwelijk iets zeer eenvoudigs en verschilt het niet van het koopen van een boek bijvoorbeeld. Indien we een boek wijden koopen, hebben we ons ook • eerst af te vragen «of we een „roman" of een „degelijk" boek willen. Welnu, zoo is het met het huwelijk eveneens. Ook hierbij hebben we ons af te vragen of we een „romantisch" of een „degelijk" huwelijk willen sluiten. Waaruit volgt, dat we alvorens tot den grooten stap over te gaan, moeten weten wat we wenschen! Dit klinkt heel eenvoudig, maar hierin schuilt ook juist het gevaar. Want er is misschien maar één percent van de gansche menschheid, dat werkelijk wéét, wat het wil. Niet alleen ten opzichte van het huwelijk, maar van alles, ledere man, die trouwen gaat, denkt dat hij.weet wat hij wil. En hij gelooft eveneens, dat hij het krijgt óók. Hetzelfde is van toepassing op de vrouw; óf zij trouwt omdat zij bezorgd wil zijn, óf omdat zij niet haar gansche leven in een betrekking wil blijven óf omdat zij werkelijk liefheeft. Alvorens een man in het huwelijksbootje stapt, dient hij eerst te beslissen of hij een „geliefde" zoekt, een huishoudster of een levensgezellin. Het is
EAU DE COLOGNE
ANCELO MAOIE FAPINA
^ cfa oucbée eft Ufiée meden taM. uerfrüiJtend, (mtrxaam OVBOAU VBRKRUCBAAB
. . DOROTHY eiSH, die spoedig In Londen als actrice zal optreden
dwaasheid van hem te zeggen, dat hij „een vrouw" zoekt. Een groot aantal meisjes en vrouwen vallen onder de drie hier genoemde categorieën. Zij, die het niet doen — en dit wéten — trachten den schijn aan te nemen alsof. Waarom beseffen nu zoo weinig mannen, dat zij niet allen drie tegelijk kunnen hebben ? Indien ze dat begrepen, zouden er heel wat minder „misstappen" rr
zijn!
.De „gehefde" kan haar man een hemel op aarde bezorgen — niet lang echter. Aan den anderen kant is er echter veel te zeggen voor een „huishoudster" ot een „levensgezellin". Indien een meisje trouwt, d»ent zij eveneens te weten, wat zij wil. ' Een „romantische jongeling", die van mets anders droomt dan van wandelenmet-haar-in-den-maneschijn, zal waarschijnlijk nooit een handig zakenman zijn en zün vrouw wel nimmer verrassen met de tijding, dat hij op de beurs een goeden slag geslagen heeft. Met h m « moet zii dus niet trouwen als ze zekerfieid en luxe van het leven verlangt. Wij zijn het aan elkaar verschuldigd vooraf predes te weten, wat we wenschen. En nimmer mogen we er op rekenen, dat ons iets anders wordt geleverd, dan we besteld hebben. Want - 6 —
in dit geval zal de levering steeds een vraagstuk blijven. Daarom geldt als tweede advies: neem, wat gij wenschtl Indien er nog iets moeilijkere is dan te weten, wat men wil, dan is het waarechijnlijk ^el te kriigen, wat men wil. Want wij hebben hierbij rekening te houden met onze aangeboren neiging met alleen anderen, maar ook onszelf te bednegen. De jonge man, die een mmgen bbk opvangt van zijn verloofde, denkt maar al te vaak, dat deze voortkomt uit een innig hart. Dat kan natuurlijk zoo zijn en het is zelfs te hopen voor hem. Maar woorden en blikken onthullen niet altijd de waarheid omtrent iemands karakter. Niet alleen op het tooneel wordt comedie gespeeld I Daarom is het zoo moeilijk, te krijgen wat ge wenscht, omdat het zoo moeilijk is, te weten wat ge krijgt I Te meer, daar liefde bünd isl Laat u dus niet door den schijn beïnvloeden, maar onderzoek! En houd er uw verstand bij! Heeft men ten slotte den stap gedaan, dan is ert nog maar één regel om in parctijk te brengen: weest dankbaar! Er is in het huwelijk altijd iets om dankbaar voor te zijn. Zelfs al heeft het bezitten den wensch óm het te bezitten tot op de helft gereduceerd, hetgeen in het leven helaas maar al te vaak voorkomt. Het is en blijft nu eenmaal waar, dat we hetgeen we niet-bezitten het meest begeeren. Maar dat neemt met weg, dat we toch dankbaar kunnen en moeten zijn voor hetgeen we erdoor verkregen hebben. Een dergelyke houding voorkomt disharmonie. Er zijn duizenden redenen, waarom iemand trouwt en ieder van deze redenen op zichzelf is al voldoende om het huwelijk gelukkig te maken. Wees «eerlijk in dit opzicht en het huwelijk zal het ook tegenover u zijn! Indien een man een vrouw trouwde om een huishouden te stichten, mag hij zich achteraf niet beklagen, omdat zij zoo weinig geest en conversatie heeft. En een vrouw, die een zakenman huwde om „geborgen" te zijn, heeft geen recht van haar echtgenoot te verlangen, dat mj' een „roraanticus-in-den maneschijn" zal zijn. Wees dankbaar voor hetgeen ge kreeg en... wat ge zélf gewenscht hebt! Verlang niet, dat men u thuis brengt, wat ge niet besteld hebt. Want welk recht hebt ge daartoe?
Hl)-. .Toen ik Pop vroeg, of ze mij wilde trouwen, iiet ze hair hoofd op mijt» schouders vallen en snikte als een kind. Maar ten slotte sloeg ze haar armen om mijn hals en..." Ztj: .0 ja, ik weet heelemaal hoe het gegaan is. Ik heb het met haar gerepeteerd."
OP DE ZOLDERKAMER
MARGOT
Be Ufa te Amsterdam brengt een nieuwe rolprent in ons land, waarin de jonge Duitsche actrice Käthe von Nagy de hoofdrol vervult. De regie is in handen van Felix Basch. Op een zolderkamertje wonen vier vrijgezellen onder één dak. Paul (1. Kowal-Samborski), een jong acteur, verveelt zijn kamergenooten met zijn eeuwigdurende declamaties. Hij gaat daarom zijn studie in een stil museum voortzetten en leert in een. der zalen een beeldig jong meisje, Margot (Käthe van Nagy), kennen. Zij bezoekt de vier vrienden op him kamer en met haar schijnt het geluk binnengetreden te zijn. Zij wint een groote mand met de fijnste delicatessen in een loterij, en in een auto, waarmede zij deze mand naar haar vriendin Annie (Muriel Angelus) transporteert, vindt zij een portefeuille met heel veel geld. Zij bezoekt met Paul en zijn vriend Bruno (Kurt Vespermann) een bal en wint daar voor het mooiste costuum den eersten prijs. Maar het costuum is eigenlijk niet van haar, doch van de danseres Elvira (Jane Helbling) en Margot heeft het stiekem weggenomen uit de etalage van den winkel, waar zij als loopmeisje in betrekking is. Margot en Paul worden door den directeur van het Alhambra-Theater (Max Gülstorff) voor een nieuwe revue geëngageerd. Na heftige jaloezie-scènes met de mooie danseres Elvira, die zich steeds op Margot probeert te wreken, worden Paul en Margot een gelukkig paar.
MARGOT HEEFT ELVIRA'S COSTUUM GESTOLEN
v BRUNO
PAUL
ELVIRA EN PAUL
Zenuwachtig, Overspannen en Slapeloos MUnhapdt's Zenuwtabletten zullen Uw zenuwen kalmeeren en sterken en Uw slapeloosheid verdrijven. Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.
-7 -
MAR60T
TOONEEL-ANECDOTEN ALEX DÈ HAAS VERVOLGT HIER ZIJN SERIE ANECDOTISCHE TOONEEXHERINNERINGEN Wat moet je een dronken jongen op zoo'n malle vraag ten antwoord geven? Iets, wat al even mal is, dacht Paulus, en hij sprak: „Pardon, dat ben ikzelf!" „Hé, dat treft dan. Meneer Paulus, dan kan ik u eindelijk eens een vraag stellen, die me allang op de lippen brandt. Ik wou graag dit van u weten, meneer Paulus: Hebt u van die lui nog antwoord gehad?" DUMONT
Een staaltje van Pisuisse's vermakelijke slagvaardigheid maakte ik mee in het jaar 1921 bij de viering van een 1-Mei-betooging. In dat jaar hadden de Amsterdamsche vrouwen voor het eerst van het päs-verleende stemrecht gebruik gemaakt, een gebeurtenis, welke natuurlijk in alle politieke redevoeringen van den lande weerklank vond. Wij traden dien avond op in Haarlem, waar A. B. K., het talentvolleen volijverige sociaal-democratische Kamerlid Kleerekooper als spreker fungeerde. A. B. K., die een stijlvol redenaar is, sprak dien avond nagenoeg aldus: „Wij vertrouwensmannen, na een practijk van vele jaren, wisten wat we aan onze mannelijke kiezers hadden. Wij kenden hèn en zij kenden óns. Waar wij wèl bang voor waren, dat waren äl die onbekende vrouwen.... I" Toen A. B. K. zijn redevoering beëindigd had, trad Swiep tusschen de coulissen op hem toe en zei met een spottend lachje: „Hoor eens A. B. K., ik geloof een heeleboel Van wat je gezegd hebt, maar dat jij zocrbang van onbekende vrouwen zoudt zijn , nou, dat heb ik nooit gemerkt! En we hebben samen toch nog al ereis wat meegemaakt!" Een beroemde tooneel-anecdote is het verhaal, dat handelt over het vóór den oorlog een internationale vermaardheid genietende Duo Paulus. De mare gaat dan, dat dit duettistenpaar eens, nadat het ergens opgetreden was, zich per vigilante huiswaarts zou laten rijden, toen het voor den theateruitgang een jeugdig student ontdekte, die, naar uit gang en houding bleek, akelig weinig gegeten en akelig veel daarbij gedronken had. Paulus, in een vaderlijke bevlieging, angst koesterende dat deze jongeman weleens in verkeerde handen zou kunnen belanden, bood hem een plaats in het rijtuig aan, met de bedoeling hem thuis af te leveren! Het aanbod werd in dank geaccepteerd. „Ik vind het reuze-gentlemanlike van je, waarde heer," zei de jonge student, „maar mag ik misschien weten met wien ik het genoegen heb?" / „Paulus is mijn naam; Paulus van het Duo Paulus." „Ah juist! Meneer Paulus, aangenaam. Vertelt u me eens, is u nou nog familie van Paulus, die de brieven aan de Korinthen schreef?"
Toen deze zelfde Paulus in zijn latere dagen een klein cabaretje exploiteerde in Rotterdam, en eens ter gelegenheid van een kwestie met een aangeschoten cliënt met gezag op moest treden, vroeg hem de betrokken bezoeker — deze vraag schijnt aan Paulus vääk gesteld te zijn — óók al wie hij was. „ïk ben Paulus," zei de gevraagde. „Hé," zeide de ander, „dan zijn we nog zoowat collega's. Ik ben Laza ...!" Otto Reuter, al reeds sinds vele jaren de meest populaire en dikst-betaalde couplet-zanger van Duitschiand, heeft óók den tijd van vechten om een boterham gekend. In die jaren is het hem gebeurd, dat een der zeer weinige directeuren, die den pasbeginnenden humorist durfden te engageeren, toevallig de om. zijn droge, bijtende satyre beruchte Bayreuther was, van de Mosella-zaal te Chemnitz. Na het eerste optreden liet Bayreuther Otto Reutter bij zich komen en sprak op den van Saksers bekenden vriendelijken toon: „Dat was geweldig, mijnheer Reutter, vanavond! U bent werkelijk een kunstenaar van beteekenis! Wat ik zeggen wil, mijnheer Reutter, zingt u morgenavond dezelfde liedjes ?" En toen Otto Reutter met een gevleid lachje verzekerde, dat de „lieber Herr Direktor" er väst op rekenen kon, dat hij den volgenden dag dezelfde liedjes te hooren zou krijgen, antwoordde deze: „Als u er dan maar vast op rekent, dat ik je dan de straat op trap!"
Dumont behoort tot de belijders (een der eersten zelfs),van het z.g. „levenslied", hij bezingt in raak gegrepen instantané-tjes het leed van armen en verdrukten. Later tot groote vlotheid gekomen, was hij in dien tijd nog wat jong, dat wil zeggen: wrang, bijtend en striemend, voor den doorsneeluisteraar zelfs wat „rood". Met zijn chanson-répertoire, zijn sobere .fluweelen jas en zijn gitaar stond hij voor de Friesche toehoorders. Met een glimlach vol verwachting werd hij ontvangen. Dra echter bestierf deze lach. Een uitdrukking van niet-begrijpen kwam op de gelaten. Onrust volgde en toen protesten. Het publiek voelde zich bekocht. Maar het was ook bekocht. Want ze zaten hier om te lachen. Om tränet^ te lachen nog wel. Zóó stond het op de biljetten: „Dumont, om tränen te lachen". Wie had zulks ook er opgezet? Het protest van het publiek bracht de oplossing van het raadsel. De Leeuwarder Bioscoop, van waaruit hij geëngageerd was, had hem geafficheerd als „Dumont, een lach en een traan". De provincie-kastelein echter vond deze betiteling wat onduidelijk en verbeterde haar in genoemd: „om tranen te lachen". Zijn publiek was «dan ook gekomen in de veronderstelling een „kemiekeling" of een muzikalen clown te zullen zien.... en daar stond een emstigen, moraliseerenden levensliederen-meneer! Aan het beschermende woord van een aanwezigen onderwijzer heeft de man die „tranen te voorschijn zou laten lachen" het te danken gehad, dat-ie het er levend afgebracht heeft. Zélf heeft-ie tranen gelachen, later, véél later, toen-ie weer veilig en wel thuis was! ALEX DE HAAS.
De weliswaar niet zóó beroemde, maar toch geenszins van bekendheid ontbloote Nederlander Dumont herinnert zich een geval uit zijn debutantentijd, dat aan dit Reutter-incident doet denken. Hij werd destijds namelijk eens ontboden naar een nest in Friesland, waar hij in een zaaltje voor de fine fleur van het gehucht zou optreden.
kékn
Het Doorzitten bij Wielrijden en een door de Zon Verbrande Huid, verzacht en geneest men met
PUROL
Doo» 30. Tub« 80 ct. BH Apoth. 6 Droglitca -8 -
WÊÊmmBSBSfm
OTTO REUTTER
^mmmi
DE AANKLEEDING VAN HET TOONEEL DOOR ED VETERMAN In het vorige artikel poogde ik het actieve element in het tooneeldecor duidelijk te maken, maar het onderwerp is zóó belangrijk, dat ik er nog wel eens op durf terug te komen. Want de wijzen waarop het decor psychologisch-actief kan werken, zijn zoo vele, dat men, met er een paar van te noemen, eigenlijk niet verantwoord is. Er zijn bijvoorbeeld een paar „populaire" boekjes verschenen over de Relativiteitstheorie .... maar als men die boekjes gelezen heeft, is men even wijs als er vóór. Een werkelijk wetenschappelijke zaak kan men niet in een vloek en een zucht uiteenzetten, zt>odat iedere luisteraar na afloop volmaakt op de hoogte is; men kan alleen maar vluchtig schetsen, en dat is voor een belangstellende voorloopig voldoende. Een merkwaardig staal van actieve tooneelarchitectuur is het ontwerp van B. Taut voor de kathedraalscène uit „Die Jungfrau von Orleans". U hebt wel eens opgemerkt, dat men, een hooge kerk fotografeerend, altijd een sterk afwijkende reproductie krijgt, 't Heeft dan net den schijn, of de torens boven naar mekaar toe loopen en de heele kerk achterover helt. Alleen op vrij grooten afstand en met bijzondere lenzen kan men foto's maken, waarbij zich alles normaal voordoet. Van dichtbij gezien ontloopt men dit verschijnsel, dat perspectivische conversie heet, nooit. 't Is duidelijk, welke moeilijkheden zich nu voordoen, als men een heele kathedraal op het tooneel wil brengen. Bouwt men haar op ware grootte, dan komt men niet verder dan den onderbouw; bouwt men haar heelemaal, dan moet dit héél in de verte geschieden, anders wordt het'n dorpskerkje, inplaats van een kathedraal — en dan nog wel waar het hier Reims moet wezen! Tóch volstond men vroeger met deze middelen, waardoor volstrekt niet de indruk-
wekkende werking van het hóóge werd bereikt. Taut heeft echter de perspectivische conversie toegepast; niet als truc, maar als aanduiding. Men vóélt nu niet alleen dat de gevel doorloopt, maar men voelt óók waar hij eindigt en heeft dus een indruk van de massa der kathedraal. Het spreekt vanzelf, dat het publiek deze gewaarwordingen niet beredeneert: ik heb gezegd, dat deze werkingen van het tooneeldecor tot zijn psychologische activiteit behooren; het publiek ondergaat deze werking, en dat is de bedoeling. Bij het sombere, paleis van Oedipos zegt men ook niet: „O, wat ben ik nou somber I" maar men vóélt zich somber.
Een volgende scène — aan den anderen kant van het tooneel gespeeld — stelde echter een kamertje voor van een burgerjuffie, dat vredig van haar renten leeft: de zoetsappige, kleinburgerlijke rust en tevredenheid prepareerden we door een zoet behangseltje met rose bloemetjes, door geraniumpjes in de vensterbank en ouderwetsche meubeltjes, waarvan we ons eigenlijk niet kunnen voorstellen, dat ze ééns mooi werden gevonden. Deze tegengestelde decors suggereerden den toeschouwer sterk de tegengestelde milieus. Toch be. hooren beide kamers tot de naturalistische decors, omdat ze niet alleen aanduidden, maar ook kamers vóórstelden.
De scheiding, die ik in het eerste men echter ging inzien, artikel maakte tusschen naturalistisch en datNaarmate de activiteit van het tooneeldecor gestyleerd decor, blijft hier natuurlijk ge- een belangrijk element was in de handhaafd, blijft het uiterlijk van 't tooneelvertooning, zocht men naar groodecor bepalen. tere werking, en dit leidde tot de Men zou zich kunnen indenken, dat z.g. expressionistische beweging. Een der men-„Op Hoop van Zegen" speeUle in eerste verschijnselen daarvan optooneeleen naturalistisch decor, dat echter door gebied was de aankleeding van de film zijn engen bouw, door zijn sombere kleu- „Het Cabinet Ik ren, door zijn gedruktheid en 'ongezel- reken deze filmvannogDr.totCaligari". de periode ligheid den toeschouwer reeds dadelijk „gefotografeerd-tooneel", omdat er desm een gedrukte stemming brengt. Maar tijds nog geen sprake was van werkeook een vroolijk stuk kan op deze wijze lijke cmeastiek. Deze film maakte echter door een decor worden geprepareerd. geweldige sensatie, en dit kwam, beIn „Een Heer van Goeden Huize ..."" halve door het uitnemende werk van — waarvan het decor in het voor- Conrad Veidi, door de niet minder uitgaande nummer werd gereproduceerd — „aankleeding" I De decors van speelt het eerste tooneel in een kamer nemende „Dr. Caligari" stelden verwrongen werbij den fabrieksmagnaat Kompasz, een kelijkheden voor, zooals men ze bijvoorStinnes-figuur, die zichzelf en zijn familie beeld in bewegend water weerspiegeld door een uiterste van zakelijkheid vrij- kan zien, en men was tot die monwel krankzinnig heeft gemaakt. Er teering gekomen, omdat het verhaal heerscht in dat huis een wilde, verwarde eigenlijk het verhaal van een krankstemming, een gejaagdheid en een dol- zinnige is. De architekt trachtte dus zinmgheid die wij in het decor sug- van de omgeving iets van deze waangereerden. Het dolle-futuristische be- zinnige atmosfeer te doen uitgaan, en hangsel wekte reeds hilariteit voor er gelukte hem volkomen. Het publiek, een woord werd gezegd, het publiek was dit dat toch gauw iets „gek" of „mal" er op voorbereid de meest dwaze din- vmdt. onderging de werking dier vergen bij te wotien. wrongen en verbogen landschappen en stadsgezichten, en aanvaardde het heele verhaal voor zoetekoek, terwijl het, A**vJ AV«ii', 'ifv wanneer de geschiedenis in 'n normale omgeving was gespeeld, er waarschijnlijk heel koel tegenover zou hebben gestaan. De resultaten van Dr. Caligari lokten de tooneelarchitekten tot meef van die experimenten, en zoo kwam men tot een actieve toorieelbouwkunst, die zéér actief aan de handeling deel nam, die iets uitdrukte; vandaar: expressionisme. Nu moet men niet denken dat Caligari het eerste expressionistische decor is, dat ooit in de wereld werd bedacht, maar het was wèl een der eersten, /en zijn succes heeft op de ontwikkeling van het expressionisme grooten invloed gehad. Toen wij b.v. in het Theater Odeon „Gomorrha" ensceneerden, gebruikten wij daarvoor een decor met overdreven scheef-gezakte wanden, uit hun beugels hangende deuren, scheeve ramen, een verzakt plafpnd. Ik vroeg een doodgewonen bezoeker, wat voor indruk hij van het tooneel kreeg, en hij antwoordde: „Alsof het zaakje ieder' Voorbeeld van een gestyleerd actief decor voor „Die Jungfrau von Orleans", ontw. B. Taut. oogenblik in elkaar kon storten." Dit - 10
Een enscèneering van Meyerhold, den meest revolutionnalren Russischen regisseur, voor een blijspel van Crommelynck.
was ook otize bedoeling geweest: we wilden het spel van verdorven, verziekte hartstochten en vervallen menschen laten spelen in een omgeving, die dat vervallene en verziekte sterk suggereeren zou. Dat we daarbij traden in scheefheden, zooals er in de werkelijkheid nooit mogelijk zouden zijn, was een goed expressionistisch recht, dat niet op de mogelijkheid, maar op de werking doelt.
gevraagd: stel je voor dat een middeleeuwer nu eens plotseling weer levend w.erd, wat zou hij dan van ons wereldje zeggen ? Welnu — wij hebben die sensatie in de „ontwaking" van het Russische volk beleefd. Zij kwamen, als middeleeuwers, plotseling voor ons wereldje te staan ... en werden er bijna krankzinnig van. Ze werden overbluft door de machines, door de techniek.
In Rusland gebeurde er intusschen heel iets anders. In doorsnee stond — tot aan de revolutie — het Russische volk op een middeleöuwsche trap van cultuur. Natuurlijk had men er ook beschaafde menschen onder, minstens even beschaafd als de westerlingen, maar wat maakten die paar honderdduizend, waarmee het Westen in aanraking kwam, uit op de 100.000.000 inwoners, die Rusland in het begin dezer eeuw telde? Ze vormden er nog geen half percent van! Het overgroote deel der Russen was — en is — analphabeet. Het bestaat uit boeren en hoorigen, die hun leven verdeelden tusschen dommen arbeid en halfbegrepen religie. Ze kenden niets van de wonderen der moderne techniek. En, toen dpor de deelname aan den Europeeschen oorlog, het Russische isolement was opgeheven en heele troepen Russen met de wonderen van het Westen in aanraking kwamen, stonden die arme middeleeuwers plotseling voor de mirakelen van electrotechniek en aëronautiek, van radiotechniek en moderne chirurgie, enzoovoorts, enzoovoorts. Wij hebben ons wel eens af-
In de tooneeldécors, welke de Russische tooneelarchitecten van de laatste jaVen produceerden, dringt zich deze eigenaardige toestand van het Russische volkskarakter sterk naar voren. Terwijl wij de constructie graag wegstoppen.
of ten minste van eenige versiering voorzien, laat de Russische architect het stuk op den houten vloer spelen, in een bouwwerk van vreemde stellages en hekwerken. De volkomen onder Russischen invloed staande Erwin Piscator liet in „Hoppla, wir leben!" alle constructies zichtbaar, tot die van de lichtinstallatie toe. Men zag de acteurs, die klaar waren, gewoon wegwandelen. Het spreekt voor elk logisch denkend mensch vanzelf, dat we hier met een afwijking te doen hebben, die slechts levenskracht heeft, zoolang de mode zich er van meester maakt, maar die voor ónze cultuur onaanvaardbaar is. Ik heb in deze artikelen — héél vluchtig, en zonder eenige pretentie van volledigheid — de theoretische grondslagen van het tooneeldecor besproken, omdat ér bij ons zoo'n diepe misvatting heerscht. Laatst nog schreef een bekend criticus in zijn blad, dat decors toch maar bijzaak waren, en zich 't beste zoo stil mogelijk konden houden. Iemand, die zoo schrijft, begrijpt niets van het moderne tooneel, dat niet meer alleen den tooneelspeler, maar allen kunstena/irs toebehoort. Vroeger concentreerde zich alles op den tooneelspeler alleen en kwam de rest er nauwelijks opaan. Tegenwoordig is de opvoering het kunstwerk, niet de persoonlijke creatie van den acteur, die slechts een onderdeel van de opvoering is, zoo goed als het decor, de muziek, en ... de tekst. De moderne tooneelopvoering moet in zijn geheel worden gezien. Het stuk is maar de aanleiding; acteur, componist, tooneelarchitect zijn medewerkers, en men moet niet de fout begaan, dat wat het meest actieve aandeel in de opvoering schijnt, ook het belangrijkste te noemen. Nu blijft nog over de behandeling van den tooneelbouw uit technisch oogpunt, waaraan ik een volgend en laatste artikel hoop te wijden.
ZOMER
proeten I
verdwijnen spoedig door een pot
SPRUTOL Bi) alle Drogisten
Een tooneel-décor, onder Russischen invloed ontworpen, door een architectenbureau uit Dessau. De bedoeling is, dat hier de acteurs wegblijven en de handeling wordt uitgebeeld door bewegingen der diverse figuren.
/
- 11 -
\
WINTER TE BIAMCUM
KOOPT HEDEN
BLUE BAND
Bovenstaand schilderij van den schilder David Schulman werd door Ü.M. de Koningin op de tentoonstelling in Arti et Amicitiae te Amsterdam aangekocht.
YERSCH GEKARND 30 GENT PER/z POND
- 13 -
^^^^■■—
HOORT DE DANS Bil DE FILMKUNST Sommige bezoekers van bioscopen wijzen er wel eens op, welk een groot percentage Amerikaansche films er gedraaid wordt, waarin de quintessens een dansscène blijkt te zijn. Ligt het nu inderdaad uitsluitend aan den smaak van de Amerikanen, dat de dans zoo'n overwegende plaats inneemt in de filmkunst? Of is er een andere reden ? Ik kreeg toevallig onlangs een artikel onder oogen van John K. Newnham, dat handelt over den dans, als „de koninklijke weg naar het succes aan de film". En hoewel het mijn gewoonte niet is voetstoots te gelooven of verder te vertellen, wat ik uit andermans pen verneem (in dit opzicht ben ik dus géén goed journalist!) acht ik het onderwerp toch belangrijk genoeg voor onze lezeressen en lezers om het gelezene onder hun aandacht te brengen. Bedoeld artikel in de Dancing Times stelt voorop, dat zooveel filmstars in hun creaties dansen," omdat ze feitelijk vóór alles... danskunstenaars zijn 1 Tenminste, er zijn velen onder hen, die er vroeger nooit aan gedacht hebben ooit aan de film te gaan, maar die hun weg zochten op den dansvloer. Hier werden ze dan ontdekt door de leiders van de filmmaatschappijen. Daar hebt ge vooreerst Dorothy Mackaill — een meisje van Huil, dat op vijftienjarigen leeftijd haar carrière begon als dansleerares in een klein, plaatselijk instituut. De kleinheid ervan deed haar denken, dat ze meer waard was en weldra vertrok ze als leerares naar Londen; daarna als balletdanseres naar Parijs. Hier werd ze opgemerkt door de beroemde dans-autoriteit Flo Ziegfield, die haar mee naar New York nam. Van de Ziegfield's naar de film ... dit is maar één stapje! Inderdaad, de Ziegfield Follies schijnen wel een kweekschool voor filmstars te zijn: Niet alleen Dorothy Mackaill maakte den sprong van New York naar Hollywood, ook Blanche Mehaffy, Billie Dove, Virginia Valli, Justine Johnstone, Juliette Compton, Louise Brooks en Marion Davies gingen precies denzelfden weg. En er zijn er veel meer, die deel uitgemaakt hebben van de Follies, maar ik deed slechts een greep. Gilda Gray, die onlangs in Piccadilly de aandacht trok, was een onaanzienlijk Poolsch emigrantenmeisje. Ook zij kwam door h?ar natuurlijken aanleg voor den dans bij de Ziegfield's terecht en natuurlijk werd ze opgemerkt door de Metro Goldwyn. Mae Murray — of als men 't liever heeft: prinses Mdivani — begon haar loopbaan als danseres i|i een café-cbantant, doorliep verschllleiide danstrappen tot eindelijk Robert Z. Leonard haar te pakken kreeg voor het witte doek. En dan de kleine Renée Adorée! Als kind hoorde ze thuis bij dansacrobaten, ging een stapje hooger door een engagement in de Folies Bergère, danste in een cabaret te Londen toen Cecil B. de Mille haar bij... neen, niet bij de haren, maar in figuurlijken zin om wille
van haar voetjes naar Hollywood trok! Lach niet, want inderdaad kreeg Cecil ,B. de Mille, toen hij besloot haar voor de film te engageeren, niets anders dan haar voetjes te zien. Ze was met een vriendin achter een scherm in gesprek, 't Doet er niet toe, welke gevoelens zij in een danspasje wilde weergeven (ik wèèt het overigens waarlijk niet!) maar dit was voldoende: onder den rand van het scherm door zag de füm-man die voetjes en wist meteen, dat wie zóó expressief kon dansen, ook geen moeite zou hebben zich gauw in de andere expressiemiddelen van het witte doek in te.werken! De ervaring heeft ons geleerd, dat hij zich niet bedroog! Estelle Brody was eveneens danseres, alvorens ze aan de film begon met deel te nemen in het tafereel van de „Middemachts Follies". Nita Naldi, een van Hollywoods gevierdste sterren, werd eveneens opgemerkt tijdens een dansdemonstratie. Ook Betty Bronson deed haar eersten stap naar de beroemdheid, toen ze danslessen nam bij den beroemden dansmeestjer Fokine En zoo kunnen we een onafzienbare reeks dansfilmstars opsommen. Juist om hun groot aantal moeten we ons echter beperken tot eenige meer bekende namen. Te beginnen b.v. met Pola Negri, daar men anders zou denken, dat de beroemdsten niet onder invloed van mijn theorie vallen! Het is minder algemeen bekend, dat Pola Negri haar eerste schreden naar den roem deed als lid van het Keizerlijk Russisch Balletgezelschap te SintPetersburg. Vandaar kwam zij naar Ber. lijn met het bekende gevolg! Thans is zij misschien de kunstenares, die nog steeds onovertroffen is. Ziedaar overigens ook reeds een voorbeeld, waaruit blijkt, dat het heusch geen Amerikaansche specialiteit is, de danskunst in verband te brengen met de Jupiterlampen! Ook Duitschland biedt voorbeelden, die de juistheid van mijn theorie bewijzen en Lya de Putti mag in dit opzicht niet onvermeld blijven. Deze ontving inderdaad aanvankelijk een opleiding als danseres en had ten tijde van haar komst aan de film een engagement als danseres in den Wintertuin te Berlijn. Een derde voorbeeld uit Duitsche kringen, van wie men 't werkelijk niet zou verwacht hebben: wie het Gretchentype uit de Faustfilm bewonderd heeft, zou nooit op de gedachte komen, dat de vertolkster van die rol, Camilla Hom, door F. W. Murnau ontdekt werd in een Berlijnsch cabaret. Ik geef toe, dat het publiek in dit geval overigens flink voor
HARDT'S ableiten iegen
verstopping Doos GO cent. Bij Apoth. en Drogisten.
- 14
DOOK COK KLINKER het lapje werd gehouden: om de Gretchenfiguur nog aantrekkelijker te maken, heeft men immers met alle mogelijke lawaai verkondigd, dat dit „naïeve dorpskind" ergens in een verloren dorpje door dien filmregisseur „ontdekt" werd ? Nu... 't is mogelijk, dat zulke ontdekkingen onafscheidelijk zijn voor 't filmprestige. Maar in dit artikel mag de waarheid wel gezegd worden. De mooie medespeelster van John Barrymore moet er wél eens flink om gelachen hebben, toen zij soortgelijke biografische bijzonderheden omtrent zichzelf las! We keeren echter terug naar Amerika: Haast zouden we Dolores del Rio over het hoofd zien. Men kent haar geschiedenis: Als rijke Mexicaansche ontving zij op zekeren dag 't bezoek van Claire Windsor en haar echtgenoot, samen met Edwin Carewe, hun directeur. Het gezelschap had het verlangen uitgedrukt een „écht" Mexicaansch intérieur te zien en Dolores, volgens de plaatselijke gewoonten, gaf gaarne een tango te zien om haar gasten bezig te houden. Die tango opende haar de deur naar het Hollywoodsche paradijs en weldra debuteerde ze in de film „Joanna" — waarna zij bijna geen enkele film meer gedraaid heeft, waarin ze niet danste. Liljian Gish was op zevenjarigen leeftijd reeds als danseresje verbonden aan het gezelschap van Sarah Bernhardt in Amerika. Lilian Rich was danseres in een pantomime op veertienjarigen leeftijd; Andree Sayre, de mooie Londensche, die thans haar ster ziet rijzen, was geëngageerd bij de Terry's Juveniles; Greta Nissen was op het Scandinavische schiereiland als danseres beroemd voor ze naar Hollywood ging en eveneens als danseres maakte Vera Reynolds haar filmdebuut. Idem Joan Crawford, die in een revue te New York danste, toen Harry Rapf van de Metro Goldwyn haar voor het eerst zag. Idem.... .... Neen, het zou ons te ver brengen om allen op te noemen. Maar toch mag ik het lijstje niet eindigen zonder tevens te bewijzen, dat ook mannelijke filmstars denzelfden breeden weg naar de filmglorie kunnen gaan als hun vrouwelijke collega's. Als voorbeeld vermeld ik eerst den bekends ten — of: die het bij zijn leven was: Rudolph Valentino. Rudolph was een beroepsdanser te New York toen Rex Ingram hem ontdekte. En ongetwijfeld heeft hij grootendeels zijn succes bij vrouwen te danken aan het feit, dat zijn figuur precies zoo is, als vrouwen zich een ideaal-danspartner droomenl Zijn tango-dansen waren altijd de groote redenen van zijn succes! Om te eindigen: zijn opvolger Ramon Novarro, die eenzelfde geschiedenis heeft gehad. Ook deze was een beroeps danser en 't was in de uitoefening van dit beroep, dat een bekend filmdirec teur hem opmerkte.
DE LOKVOGEL ROL VERDEELING: Dolores . . . . . . Norms Tólmadge Don Jose Maria Y Sandoval Noah Beery Johnnie Powell... . . Gilbert Roland Billy . ..... . Eddie Borden Mike . . ; .• ■. . . Harry Myers
DOLORES EN JOHNNIE
NORMA TALMAOGE ALS DOLORES
Johnnie Powell, een croupier van het speelhuis in Costa-Roja, komt eiken avond tegen etenstijd in het café aan den overkant van de straat. De magneet, die hem daar aantrekt, is Dolores, bekend onder den naam „De Duif", een zeer aantrekkelijk meisje, dat de gitaar bespeelt en zingt op een manier, die alle harten verovert. Senor Don José Maria Y Sändoval heeft op een avond het geheele café afgehuurd. Hij geeft een feest aan alle barmeisjes en drinkt op de gezondheid van de dames en van den besten caballero van heel Costa-Roja, zooals hij zichzelf noemt. Daar ontmoet hij Dolores en bij den eersten aanblik is hij tot over zijn ooren verliefd. Hij tracht haar zijn üefde te verklaren, maar zij wijst zijn opdringerigheid af. Mike Downey, de eigenaar van het café, beveelt haar vriendelijker te zijn tegen zijn besten klant, maar zij volgt zijn bevel niet op. Johnnie Powell, die haar van een nabijstaand tafeltje gadeslaat, is woedend, maar machteloos. Als de eigenaar zich even verwijdert, profiteert Johnnie van de gelegenheid en biedt Dolores zijn hulp aan. Ze- bemerken, dat ze elkaar liefhebben en zijn gelukkig in hun nieuwontdekte wereld. Gomez, een moordenaar en neef van Don José, bezoekt den volgenden avond met instructies van Sandoval het speelhuis. Hij gaat naar de dobbeltafel, waar Johnnie croupier is en met behulp van Mike Downey ruilt hij de echte dobbelsteenen voor valsche. Johnnie, die ervan overtuigd is, dat Gomez' geluk door bedrog verkregen wordt, ruilt de dobbelsteenen. Gomez grijpt naar zijn revolver én wil schieten, maar Johnnie is hem voor. Sandoval, die verwacht had Johnnie's levenlooze lichaam te vinden, ziet daar zijn neef dood op den vloer liggen. Hij weet echter, dat hij Johnnie
toch wel in zijn macht kan krijgen. Op het argument, dat Johnnie handelde uit zelfverdediging en Dolores' smeekbeden, wordt geen acht geslagen en Johnnie wordt meegenomen naar de gevangenis. In het nu verlaten speelhuis maken Billy, Johnnie's collega, en Dolores een plan om den directeur der gevangenis om te koopen en zoodoende Johnnie te laten ontvluchten. De gevangenisdirecteur neemt het geld aan, maar Sandoval bemerkt het en geeft instructies om, zoodra hij oyer den muur klimt, op hem te laten schieten. Dolores zal Johnnie ontmoeten bij de oude muren van de stad. Tot haar verwondering vindt ze er Sandoval en Downey en verneemt daar, wat er zal gebeuren met haar verloofde. Om Johnnie te redden, be-
DOLORES EN DON JOSÉ MARIA Y SANDOVAL
- 15 -
NORMA TALMAOGE EN GILBERT ROLAND
looft ze, dat ze de verloving zal verbreken en met Sandoval naar zijn hacienda zal gaan. Johnnie ziet het gezicht van Downey achter den muur en begrijpt Dolores' houding. Hij doet alsof hij er mee accoord gaat en trekt naar de kust. In de hacienda van Sandoval staat de feesttafel gedekt en terwijl Sandoval de champagne proeft,, doet Dolores een doodelijk vergif in haar glas. Sandoval bemerkt het en rukt haar het glas uit de hand. Juist wanneer hij haar in zijn armen neemt, springt Powell over den muur en bedreigt hem met zijn revolver. Terwijl Billy Sandoval in bedwang houdt, vluchten Dolores en Johnnie, maar ze worden tegengehouden door Sandoval's wacht en Johnnie zal doodgeschoten worden. Dolores smeekt bm zijn leven en ^ls de geweren opgeheven worden om op hem te vuren, werpt zij zich voor hem en zegt, dat zij wU. sterven mèt haar geliefde. Sandoval is nu niet zoo heldhaftig meer en stelt de executie een oogenblik uit. Van die gelegenheid maakt Dolores gebruik om op Sandoval's zwakke punt, n.l. zijn verwaandheid, te werken en zegt, dat niemand hem meer de beste caballero zal vinden, als hij haar Johnnie laat dooden. En zij zegt hem: „Kom, laat schieten, maar iedereen zal zeggen, dat de beste caballero van heel Costa-Roja mijn Johnnie Powell is." Haar toespraak mist haar effect niet en Don José laat, om aan een ieder te toonen hoe goed hij is, beiden vrij. Als hij haar dan weer vraagt, wie de beste caballero van heel Costa-Roja is, zegt ze met volle overtuiging: „Senor Don José Maria Y Sandoval, daar verwed ik mijn leven om." Deze film wordt door de United Artists in ons land uitgebracht. :
, V
■"■■"
HISTORISCHE MISDADEN DE MOORD OP PRINSES TARRAKANOFF, DOCHTER VAN KEIZERIN ELISABETH VAN RUSLAND eizerin Elisabeth, die van 1741 —1762 over Rusland regeerde, had drie kinderen, die haar geboren waren uit heur geheime huwelijk met Alexis Gregorcewitsch Razoumowski. Het jongste van deze kinderen was een meisje en werd in Rusland grootgebracht onder den naam prinses Tarrakanoff. Ten tijde, dat keizerin Catharina (1762— 1796) begon haar invloedssfeer ook naar Polen uit te breiden en Rusland als een gevolg hiervan in een onfortuinlijken oorlog met Turkije werd gewikkeld, werd de prinses opgelicht door een zekeren Karel Radziwil, die de lieden, aan wier zorgen zij was toevertrouwd, wist om te koopen en te bedriegen. Hij nam de wijk met haar naar Italië, vanwaar hij in onderhandeling trad met keizerin Catharina, wier positie, naar hij wist, niet van dien aard was, dat zij het aangenaam kon vinden indien prinses Tarrakanoff als een mogelijke mededingster naar den troon ten tooheele zou verschijnen. Waarschijnlijk was het zijn bedoeling niet, de prinses, wier verblijfplaats alleen aan hem bekend was, aan de keizerin uit te leveren, doch alleen om, gebruik makend van de verwarring, waarin zij zou komen te verkeeren, indien zij hoorde, waar de prinses verbleef, haar geld af te persen. Catharina ging echter niet op zijn brieven in, waarna Radziwil dreigde de prinses aan haar verre van aangenaam lot te zullen overlaten. Nu droeg Catharina aan Alexis Orlof op, uit te vinden, waar het meisje zich bevond. Orlof begaf zich naar Italië en kwam daar in kennis met een individu, dat zich Ribas noemde en voorgaf marine-officier te zijn, maar wiens werkelijke beroep dat van spion was. Ribas beloofde bij zijn hoofd, dat hij de prinses zou vinden maar stelde één voorwaarde. „Rusland heeft een goede marine noodig," zei hij. „Indien men mij admiraal maakt, zal ik de prinses voor den dag brengen !" Orlof beloofde, dat zijn wensch vervuld zou worden, indien hij zijn belofte hield. Een paar maanden later vervoegde Ribas zich bij hem. „Ik weet, waar de prinses is," zei hij, „maar ge zult 't niet eer te weten komen, of ik moet mijn aanstelling als admiraal van de Russische vloot hebben." Ribas, die van Catharina volmacht had gekregen om iedere belooning voor het vinden van de prinses te geven, aarzelde geen oogenblik, zond een bode aan Catharina en eenige weken later had Ribas zijn brevet als admiraal in den zak ! Ribas deelde Orlof mede, waar de prim ses zich bevond: zij vertoefde in Rome en leed letterlijk aan alles gebrek, sinds Radziwil haar had verlaten. Orlof zocht haar op en richtte zich tot haar als een slaaf, die zich tot zijn wettige souvereine wendt: hij zei haar, dat zij de eenige keizerin van Rusland was, dat heel het volk sinds haar verdwijnen in voortdurende droefheid en rouw had geleefd en dat Catharina zich slechts als keizerin had kunnen handhaven, omdat niemand er zeker van was, dat de prinses nog leefde.
Hoewel Tarrakanoff nog jong was, sloeg zij toch geen geloof aan de woorden van den sluwen Orlof; integendeel, zij werd er bevreesd door en besloot ten zeerste op haar hoede te zijn. Nu sloeg het lafhartige individu een anderen weg in. Aan zijn gevoelens van aanhankelijkheid voor haar als zijn souvereine verbond hij oogenschijnlijk die van liefde voor de persoon van de prinses, en zwoer, dat hij niet kon blijven leven, indien zij hem niet haar hart en hand schonk. Het arme meisje stond alleen op de wereld en haar hart doofde haar voorzichtigheid : het was de wees, die zooveel leed had ondervonden, zoo zoet te worden bemind; een sterken arm om haar heen te weten, die haar kon beschermen tegen alle wederwaardigheden van het leven, waarvan ■ zij zoo ruimschoots heur deel had gehad. Gedreven door haar gevoelens liet zi] zich meesleepen in de laagste comedie, die ooit ten opzichte van een onschuldig meisje is vertoond. Zij stemde erin toe met Or lef te trouwen en deze zette nu met behulp van eenige handlangers, die zich als priesters van de Grieksche Kerk verkleedden, een huwelijksplechtigheid in elkaar. Het ritueel verliep geheel en al volgens de voorgeschreven vormen en na afloop der „ceremonie" meende de prinses in waarheid getrouwd te zijn met Orlof, die haar naar Livorno bracht, waar bij hun aankomst de schitterendste feesten werden gegeven. Het Russische eskader, dat op de reede van Livorno lag, werd gecommandeerd door admiraal Greig, die, hetzij als dupe, hetzij als medeplichtige van Orlof, de prinses uitnoodigde aan boord van de vloot, die, zooals hij zei, weldra in haar naam zou worden gecommandeerd ! De ongelukkige stemde erin toe, zich aan boord van het admiraalsschip te begeven. Terwijl het kanon donderde en de matrozen hoera riepen, betrad zij het dek. Met al den eerbied, verschuldigd aan een keizerin van het Rusland uit die dagen, werd zij ontvangen. Tot op dit oogenblik had Orlof nog geen oogenblik haar zijde verlaten. Nu verwijderde hij zich evenwel om niet meer^ terug te keeren. Toen de prinses naar hem:' vroeg, kreeg zij van een der officieren te hooren, dat zij hem nooit weer terug zou zien en dat zij zich als gevangene van keizerin Catharina had te beschouwen ! De prinses meende te droomen ; ze riep om haar echtgenoot, maar de mannen, die om haar heen stonden, lachten haar in heur gezicht uit en vertelden haar, dat de gansche huwelijksceremonie niets dan een farce was geweest en dat zij niet getrouwd was! Het is bijna ondoenlijk zich de wanhoop in te denken van het arme meisje, dat zich op zoo'n afschuwelijke manier bedrogen zag, door den man, van wien zij hield ! Ze brak in een hartroerend snikken uit, deed zichzelf de hevigste verwijten om ten slotte te bezwijmen. Van deze omstandigheid maakte men gebruik om haar in de boeien te slaan en haar in een donker hok aan boord op te sluiten. Eenige uren later lichtte de vloot de ankers en zette koeis naar Rusland. Intusschen hield prinses Tarrakanoff - 16-
niet op haar onschuld te betuigen aan het haar ten laste gelegde. „Ik heb er nooit aan gedacht, de kroon aan Keizerin Catharina te betwisten,"zei ze. „Misschien heeft Orlof die gedachte wel gehad en dan is het aan hem, om zich hiervoor te verantwoorden. Maar waarom moet ik geboeid en in dit verschrikkelijke hok blijven ? Welke vrees kan een arme vrouw als ik, die door allen verlaten is, toch inboezemen aan een admiraal van de Russische vloot ?" Maar de admiraal had zijn orders: de prinses geboeid naar Petersburg té brengen en tranen noch smeekingen konden hem ook maar in iets van die bevelen doen afwijken. In Petersburg aangekomen, werd zij voor Catharina gebracht, die haar persoonlijk wilde ondervragen. Catharina was reeds oud ; prinses Tarrakanoff telde pas zestien jaar en was buitengewoon knap, en dit laatste was reeds voldoende om iedere hoop op behoud voor haar in rook te doen opgaan. Na een langdurig en geheim gebleven onderhoud, gaf keizerin Catharina bevel, dat de prinses gevangen zou worden gezet in een cel vlak bij de Newa en dat zij zeer streng moest worden behandeld. Vijf jaar later. — Prinses Tarrakanoff heeft in dien tiid dikwijls gebeden, dat zij uit dit leven, dat voor haar geen leven was, mocht scheiden, maar haar jeugd en lichamelijke sterkte hebben gemaakt, dat zij alle lijden en ontberingen verdragen kon. Op een nacht hoort zij geraas ; het lijkt wel, alsof het op grooten afstand onweert. Met iedere seconde zwelt het geluid aan, én de ongelukkige,, die zoo vaak om den dood heeft gebeden, wordt nu bang. Zij schreeuwt en gilt tot er een bewaker verschijnt, die haar verklaart, waaraan het •geraas zijn oorsprong dankt! „De Newa stijgt !" zegt hij, „Maar zou het water tot hier komen ?" „Het w er al!" „Dan verdrinken we !" „U ; maar ik niet! U moogt hier niet' uit ; ik wel, als het tè erg wordt!" Intusschen is het water de cel binnen gedrongen en reeds zoo hoog gestegen, dat de prinses zich niet meer staande kan houden. „Ik val.... ik verdrink!" roept de ongelukkige in den grootsten doodsangst uit, maar de bewaker haalt zijn schouders op. Zelf komt het water hem tot aan de borst ; maar hij is sterk en flink en hij kan den drang ervan langer weerstaan dan de prinses. Wel heeft hij medelijden met haar; doch zijn orders zijn duidelijk: de prinses moet verdrinken! Welnu, daar is niets aan te doen ! Eenige seconden nadat de prinses heeft uitgeroepen: „Ik verdrink!" valt zij door den drang van het water om. De bewaker loopt op haar toe, trekt haar overeind en ziet, dat zij dood is. Nu mag hij haar pas uit heur cel laten; de opzet van zijn supérieure is vervuld. Hij neemt haar in zijn armen en brengt haar naar boven, waar de soldaten van de wacht reeds lang een wijkplaats hebben gevonden .....
hBertram Tully, pas veertien dagen
<
getrouwd, wordt wreed gescheiden van zijn lief vrouwtje Violet. En wel door zijn meer dan ongemakkelijke schoonmama, die te Londen bij hem logeert van den dag van zijn huwelijk af en die geenerlei aanstalten maakt, om het jpnge paar te laten genieten van hun jong geluk. Schoonmama's zuster is namelijk ziek en zij eischt, dat haar pasgetrouwde dochter haar vergezelt naar Edinburgh, waar tante haar domicilie heeft. Naast de flat, waar Bertam en Violet wonen, bevindt zich die van Mamie Scott, een cabaret-danseres uit de beroemde. Londensche nachtclub „De Vijfhonderd". Zij viert op den avond van Violet's vertrek haar, laat ons beleefdheidshalve zeggen, één en twintigsten verjaardag en er wordt op zeer luidruchtige wijze gefuifd. Haar vriend, de bokskampioen Henry Hudson, koestert eigenlijk, grootere belangstelling voor Mamie's juweelen dan voor haar persoon. Daar Mamie's telefoon stuk is, klopt zij bij haar buurman Bertram aan, die op bevel van schoonmama fluit studeert voor de jubileumsuitvoering van de Zondagsschool, waar hij dien avond zal medewerken. Terwijl Mamie aan het toestel staat, dat zich in de slaapkamer bevindt, komt John Ayers, Bertram's buurman en vnend, binnenvallen. Ook John's vrouw is uit en hij stelt Bertram voor dien avond samen gezelligjes te fuiven. Aanvankelijk heeft Bertram hier geen ooren naar, doch als John büjkt Mamie te kennen en deze de beide heeren uitnoodigt dien avond haar nieuwe dansnummer te komen bewonderen, kan Bertram niet langer weigeren en laat hij de jubileumsuitvoering schieten. Tijdens hun verblijf in de nachtclub beleven John en Bertram eenige minder aangename avonturen, vooral met Henry Hudson, Mamie's boksenden
Dol-Komische Mctro-Goldwyn-MayerFilmkluché in Zes Acten. In de hoofdrollen Syd Chaplin en Betty Balfour. Regie van Je*» Robin* en Wheeler Dryden.
SYD CHAPLIN ALS INBREKER
vriend. Bij een vechtpanij geeft Mamie aan Bertram het parelsnoer te bewaren, dat ten zeerste de begeerigheid van den athleet opwekt en hij stopt het in zijn zak. Ten slotte belanden zij op een politiebureau, vanwaar zij eerst den volgenden dag naar huis mogen terugkeeren. John wordt door zijn vrouw allesbehalve vriendelijk ontvangen en Bertram vlucht door het balkonraam, kruipend langs vensterbanken en muren. Hij wordt door twee politieagenten gezien en hij opent brutaal het raam van de eerste de beste woning. Het blijkt, dat hij in het huis terecht is gekomen van Mamie Scott, die juist haar toilet maakt, terwijl Henry Hudson, belust op het parel-
\Mo^M3_ snoer, in den salon op haar wacht. In zijn angst voor den bokser vlucht Bertram in de badkamer! Om zich aan Mamie niet te verraden, trekt Bertram een peignoir over zijn kleeren aan en ternauwernood ontkomt hij op die wijze aan de woede van den bokser, die hem herkent en den avond te voren in de nachtclub zoo hevig met hem heeft gevochten. Toch weet Bertram zijn eigen woning weer te bereiken, doch stel u zijn schrik voor, als hij daar zijn vrouw en zijn schoonmama aantreft 1 De beide dames hebben den avond-express naar Edinburgh gemist én schoonmama vordert uitleg van Bertram's ongetwijfeld eenigszins vreemde kleedij. Hij doet 't voorkomen, of de peignoir een geschenk voor schoonmama is en als bij toeval het parelsnoer uit zijn zak glijdt is hij wel verplicht voor te geven, dat hij 't als een cadeau voor zijn vrouw meebracht I Thans ontstaat de strijd om het parel- . collier. Mamie wendt zich tot John Ayers om het terug te krijgen en deze stelt Bertram voor, dat hij het, als inbreker vermomd, zal stelen, terwijl Violet in John's woning is gelokt. „Pour la forme" zal Bertram zich dan tegen den „inbreker" verdedigen. Ongelukkig bezigt de bokser dezelfde list om zich van het parelsnoer meester te maken en nu krijgen wij een verwikkeling van vermomde „inbrekers", politieagenten en gillende dames, die geen pen in staat is tf beschrijven. Daar kan men alleen door eigen aanschouwing achter komen Ten slotte zij er hier de aandacht op gevestigd, dat deze te Londen opgenomen, hoogst amusante klucht opgeluisterd wordt door het dansen der wereldberoemde echte Tiller Girls in de groote cabaretscène, waarin Betty Balfour eenige keeren met dit ensemble optreedt.
EIND GOED, AL GOED
BETTY BALFOUR ÈN SYD CHAPLIN
- 17
\
IW
Te veel ijs. De schoonheidsspecialisten hebben bij hun gelaatsbehandeling blijkbaar te veel ijs gebruikt. Zij komen althans op het oogenblik ervan terug en er zijn er verscheidenen, die het ijs voorgoed uit hun salons hebben verbannen, daar het de huid te zeer aantast en haar een verweerd uiterlijk geeft. In plaats van ijs wordt thans een lotion gebruikt met een weinig poeder en komkommer erin.
AAFAFILMS
Een nieuwe hond. Een nieuwe hond heeft zijn intree gedaan in Engeland. Hij is bijna zoo groot als een fox-terrier met witachtig, wollig haar, ongeveer zooals de Bedlington. Zijn groote, melancholieke oogen hebben iets opmerkelijk menschclijlts. Imitatie-ju weel en. Het wordt, niet langer als een teeken van slechten smaak beschouwd, indien ge valsche juweelen draagt. Vroeger gold het dragen van imitatiesteenen als een bewijs van ijdele pronkzucht. Op het oogenblik dragen slechts weinig vrouwen echte parelen. In plaats daarvan laten zij een keurige imitatie van haar sieraad maken, en bewaren het laatste veilig in de safe van haar bank. Zooals het met parelen gesteld is, is het ook met andere waardesteenen. Niemand draagt meer de echte. Die blijven veilig opgeborgen en dus kunt óók gij doen,alsof de echte steenen in uw brandkast liggen I Kousenloos tennis. Het tennissokje schijnt een overgang geweest te zijn ! In verscheidene Londensche clubs wordt op het oogenblik door de meisjes tennis gespeeld zonder kousen! „Het is gemakkelijker èn goedkooper !" zeggen zij en ze hebben goede hoop, dat haar voorbeeld weldra nagevolgd zal worden op de officieele wedstrijden I Des nachts gehuwd. Koning Alphons van Spanje heeft een gouden sleutel gezonden als huwelijkscadeau aan Markies Del Merito, Maarschalk van de Koninklijke Slaapkamer ! Het geschenk arriveerde bij den markies om tien uur van een Zaterdagavond. Met deze formaliteit hield de koning een oude Spaansche hofgewoonte in eere. Het huwelijk werd in Parijs gesloten en hoogstwaarschijnlijk was het de eerste kerkelijke trouwplechtigheid, die de Parijzenaars ooit des nachts hebben bijgewoond!
»GEVANGENEN DER ZEE" (SUBMARINE) PILMA'COLUMBIA'-SUPÊR
veroveren dewereldl Wijsheid van de week. Huw geen vrouw, met wie ge juist in vrede leven kunt, maar trouw haar, zonder wie ge het leven niet zoudt kunnen dragen. John Oliver Bobbes
Nauwe hoeden en de haargroei. Figaro maakt zich ernstig bezorgd over het haar van zijn dames-cliënten, sinds dezen de bekende kleine Grieksche „helmen" dragen, die zoo nauw om het hoofd sluiten. Het haar verliest er zijn glans en zijn sprong door, beweren zij, en wat hun grootste zorg is : als de gevolgen zich eenmaal hebben geopenbaard, zullen zij weer redding moeten brengen. En ze weten niét, hoe ze het euvel moeten bestrijden !
Zeg het met bloemen. De mannen keeren weer terug tot de goede oude gewoonte, hun gevoelens door bloemen te vertolken. Na den oorlog hadden zij blijkbaar geen idee meer voor de poëzie, die er in een ruiker bloemen school, maar de jongere generatie herstelt het goede oude gebruik weer in eere. Naar ik van verscheidene bloemenhandelaars hoorde, koopen talrijke jonge mannen weer bloemen voor hun moeder, vrouw of verloofde ....
Een eenvoudig Koning. Senor Beltran-Masses schilderde in drie zittingen een portret van koning Alphons van Spanje. De koning droeg de eenvoudige khakiuniform van zijn leger in plaats van een der pompeuze gala's, die hij had kunnen kiezen.
Een kussen-partij. Een dame uit de Londensche upper ten heeft onlangs een nieuwe noot in haar avondpartijen gelascht. In de groote kamer, waar de gasten zich verzamelden, zag men niet één stoel. In plaats daarvan lagen er ongeveer een vijfhonderd kussens in sprekende kleuren en met grillige patronen op den grond verspreid. Aan de bleekgele muren hingen slechts enkele moderne schilderstukken. De rest van het meubilair bestond uit kleine ronde tafeltjes, waarvan de genoodigden, op en in de kussens liggend, hun dranken en wat er bij behoort afnamen.
BANDEN JAARGANG IP2Q EEN GEBONDEN JAARGANG VAN
..HET WEEKBLAD
In de balzaal op het tennisveld kan een vrouw bijzonder bekoorlijk zijn
CINEMA & THEATER
Nieuw briefpapier. Ik ontving een dezer dagen een brief van een dame mijner kennissen, die op een nieuw soort papier was geschreven, dat een zeer realistische imitatie van hagedissenhuid was. Het model van het papier is heel gewoon, maar van het papier zelf kan men dit allerminst zeggen. Men moet zelfs een speciaal soort inkt gebruiken om er op te schrijven, wil het leesbaar zijn. De inkt, die erbij behoort, is verkrijgbaar in drie kleuren : beige, groen en grijs. Een zaadhuls van f 360.000. Onlangs is op een bloemententoonstelling te Chelsea een bloem verkocht van nauwelijks vijf centimeter hoogte voor.... meer dan vierduizend gulden. Achter dezen verkoop schuilt wat men zon kunnen noemen een handelsromance. De zaadlob, waarvan de bloem afkomstig is, vertegenwoordigt namelijk een waarde van ongeveer / 360.000.—. Reeds vier of vijf zaden van de lob hebben bloemen voortgebracht, die verkocht zijn tegen gemiddeld / 2.500. — per stuk. Er zijn nu echter nog meer dan duizend zaden over, die, naar men rekent, voor de helft bloemen zullen voortbrengen. De bloem heet Miltonia Armstrongii en haar donkercerise kleur met de kleine witte en gele vlekjes is voor orchideeexperts volkomen nieuw. Oorspronkelijk komt zij ujt Mexico, doch zij is in Engeland gekweekt. Drie en een half jaar moeizame zorg heeft men eraan besteed I
UWE gelukkigste uren kunnen bedorven worden door de wetenschap, dat U merkbare, sporen van transpireeren toont. Deze groote last kan worden vermeden met Odorono, zonder dat nog in geen enkel opzicht de uitwaseming van andere deelen der huid belemmerd wordt. U behoeft slechts twee maal per week de okselhuid met een paar druppels Odorono te bevochtigen ; deze zal dan droog en reukloos blijven. Odorono is verkrijgbaar bij alle apothekers, drogisten en parfumeriehandelaren.
QEEM QmmE U&UEM MEm*
kan verschaffen. Het brengt u in herinnering
7Q IA AD inNGFD ^U JMMK JWnVJUK
al hetgeen „Het Weekblad" u bood,
hunne vroegere kleur terussekregen hebben.—PfRFECTUM is een onschadelijk haarwater, is soed voor de hoofdhuid en voorkomt het uitvallen der haren.
zoowel
overigen lezenswaardigen inhoud.
Zij zullen
u in rustige uurtjes nog dikwijls bezighouden.
ziet
SÜ er uit sinds uw QRI3ZE
HARENdoormidae|vanpERFECTUM
SUCCES VERZEKERD
GEEN HAARVERF
Per flar. f2.23 en f4.—. Verz. geschiedt franco huis na ontv. bedrag of onder remb.
AUIE
Het is de moeite waard om een Jaargang van HET WEEKBLAD, keurig gebonden, een j^laat^Je
in
uw
woning te
geven.
FREDERIK HENDRIKLAAN 63(A) Hu d- en Haarverzorging Manicure
Bestel daarom nog heden een exemplaar van dezen
—
-
Prdicure
DEN HAAG.
Geiaals- ea Lichaamsmassage •—
Coiffeur
pour Dames
Speciale installatie (met badinrichting) voor massages.
band bij uwen leverancier, of rechtstreeks bij de Indien U meent HET BESTE gezien te hebben, dat er op fllmgebled bestaat, dan heeft de
EXCELSIOR-FILMS ZIJN
WILTOM METRO GOLDWYN altUd NCO BETERE FILMS
PUBLIEK-FILMS
Administratie,
GALGEWATER
22,
LEIDEN
ABONNEERT U OP
onder bijvoeging van het bedrag ad f 1.50 in postzegels, door toezending van postwissel of
HET WEEKBLAD
storting op postrekening 41880.
CINEMA & THEATER
15 CENT PER WEEK
r - 18 -
Fa. A. Maas, O. Z. Voorburgwal 239, Amsterdam Ik sluit hierbij 20 cent aan postzegels in voor het procfflesch je Odorono (Ai) Naam , . . . Adres Woonplaats
is een bezit, dat u nog vele aangename uurtjes
interessante films en tooneelstukken als den in plaats van ijs. In plaats van ijs eet men in Amerika thans veelvuldig bevroren salade. Ze bestaat uit gekookte tomaten, doperwten en banaan, gezeefd en gemengd met mayonnaise en daarna bevroren. De salade wordt met slagroom opgediend en moet werkelijk een verntkfsclijke afwisseling bij het gewore zomcrschc menu zijn.
QDO-RO-DO
Water en zeep zijn niet voldoende, Odorono is beslist noodzakelijk
- 19 -
JT
HET LOKKENDE LICHT
DE AUTEUR.. AANTREDEN Bescheidenheit ist eine Zier, Doch .weiter kommt man ohne ihr.
Er is echter — dat weten we allemaal wel zoo'n beetje — een bescheidenheid, die afschuwelijk onbescheiden is. Bijvoorbeeld: U vraagt iemand, die bekend staat als een uitstekend declamator, of hij de voordrachtskunst beoefent, en hij antwoordt u met een bescheiden glimlach: „Ach... voordragen is wel een beetje sterk uitgedrukt; ik lees zoo af en toe eens een gedichtje voor, maar... dat mag geen naam hebben." Kijk, dat is een bescheidenheid, die naar complimentjesvisscherij riekt. En deze „Bescheidenheit" heeft de Duitsche volksmond zeker niet bedoeld. Er zijn werkelijk bescheiden individuen, die lijden aan de chronische kwaal van zelf-onderschatting. Er zijn dichters, die hun ziel op ettelijke blanke folio's hebben uitgestort en deze (ik meen de folio's) laten vergelen in een oude, stoffige lade van een of ander meubelstuk. Zij bezitten niet den moed er anderen mee lastig te vallen maar in eenzame uren worden de vergeelde blaadjes vaak doorgelezen en dan trilt er iets na in de ziel van de emotie, die in een jeugdroes, in de „Sturm und Drang"-periode tot schrijven dwong. Ik ben ervan overtuigd, dat velen van deze nimmer gepubliceerde blaadjes vaak een eerste plaats in onze wereld-literatuur zouden innemen, als hier de „Bescheidenheit" niet als spelbreekster tusschenbeide was gekomen. Maar gelukkig behoort deze categorie tot de uitzonderingen. i Over het algemeen lijden auteurs niet aan zelf-onderschatting. Het tegendeel is eerder waar. Van de tien, die u tegenkomt, voelen zich negen miskende genieën. En daarom is het wél eens interessant een paar voorbeelden aan te halen van eenige bescheiden- en onbescheidenlii gen, en de wijze, waarop zij op publieken bijval reageeren. \ Het voorbeeld van bescheidenh — om dicht bij huis te beginne: onze groote Herman Heyerman is bekend, dat hij, nadat zijn eerste neelstuk door de pers was afgeka: den moed bezat om zijn „Ahasveru onder een gefingeerden en Russisch klinkenden naam ten tooneele te laten brengen. Eerst nadat dit tooneelstuk een prachtige pers ten deel was gevallen, kwam Herman Heyermans heel bescheiden om het hoekje als de ware auteur. Ik heb mij tevens laten vertellen, dat hij met geen stok naar een première van zijn stukken was te krijgen. ^len zou het nauwelijks kunnen gelooven, dat er zulke bescheiden menschen bestonden — en inderdaad nóg bestaan. Daar is in Duitschland b.v. Georg Kaiser, ean van de meest gespeelde moderne auteurs, die principieel nooit de première van zijn stukken met zijn
aanwezigheid opluistert. Maar, dat zijn dan ook Wel de uitzonderingen, die den regel bevestigen. In Berlijn gebeurt het herhaaldelijk, dat bij de première van een of ander stuk, dat zeer koel door het publiek wordt ontvangen, de auteur buigend voor het scherm verschijnt om zijn deel van het applaus, dikwijls ook van een formeel huissleutel-concert, in ontvangst te nemen. En je hebt onder die auteurs brutale rekels, die alle bescheidenheid tartend — u kunt me gelooven, het is gebeurd — zélf een sleutel uit hun zak halen en een lustig deuntje mee gaan fluiten. Het 'spreekt vanzelf, dat een dergelijk experiment, voor een jong auteur tenminste, zeer gevaarlijk is. Zulk een gebrek aan respect voor den „Rechter Publiek" blijft niet zónder fatale gevolgen. Het toppunt van cynisme, — in sporttermen zou ik van een „record" kunnen spreken — heeft wel de beroemde Engelsche auteur Oscar Wilde op zijn naam. Toen zijn stuk „Lady Windermere's waaier" bij de Londensche première een stormachtigen bijval oogstte, haalde men Wilde met moeite uit zijn club. Hij verscheen in smetteloos avondtoilet voor het doek maar dacht er eenvoudig niet
Foto Gedfr. de Groot CHARLOTTE KÖHLER, die In verschillende plaatsen van Nederland „De Zachtmoedige" van Dostojewski voordraagt
- 20 -
\
. . . Als muggen om een Icaarsvlam Zorgende filmdiva's en hongerende „helden"
Chef v. Dijk over de besdhei* denheid van sommige schrijvers aan, den voorgeschreven beleefdheidsvorm in acht te nemen en 't publiek met enkele woorden voor het applaus te bedanken. De ovatie negeerend, liep hij ironisch lachend, een brandende sigaret tusschen zijn vingers, langs het voordoek en verdween tusschen de coulissen. Sympathieker weet de groote Bernard Shaw de publieke hulde te incasseeren. Deze meest eerlijk-onbescheidene onder de auteurs is ook een origineele grapjas. Toen, eveneens in Londen, de première van een zijner stukken ging, kwam hij na afloop den bijval van het publiek in ontvangst nemen. Temidden van het werkelijk enthousiaste publiek bevond zich iemand, die het stuk blijkbaar erg leelijk vond en zijn misnoegen daarover trachtte te uiten door eenige schrille fluittonen op zijn huissleutel te blazen, toen Shaw ten tooneele verscheen. Deze wendde zich daarop vriendelijklachend tot den fluiter en zei op gemoedelijken toon: „Mijnheer, ik ben het volkomen met u eens! Het stuk deugt inderdaad niet, maar wat kunnen wij met ons beidjes tegen die massa hier uitrichten ?" Hiermede had Shaw natuurlijk de lachers op zijn hand. Eigenlijk zijn de tegenwoordige auteurs nog geweldige boffers, want ze hebben, hoe men ook reageert, tenminste nog het directe contact met het publiek. De groote auteurs in het verleden misten dit ten eenenmale. Grootmeesters als Shakespeare, Racine en Corneille b.v., hebben nimmer het geluk mogen smaken zulk een spontane huldiging van hun vereerders in ontvangst te nemen. Voltaire was eigenlijk de eerste, die een dergelijke satisfactie beleefde en wel in het jaar 1743, toen zijn drama „Mérope" in het theatre-Francais te Parijs voor het eerst werd opgevoerd. Men riep aan het slot om den dichter; dat was voordien nog nimmer voorgekomen. In Duitschland was het Schiller, die een storm van begeestering ontketende bij "de eerste opvoering van zijn „Räuber" in Mannheim. Dat was in het jaar 1781. Het publiek was gek van opwinding — zoo schreef een ooggetuige — rollende oogeh, gebalde vuisten, een oorverdoovend schreeuwen; hooren en zien vergingen. Vreemde menschen vielen elkander snikkend in de armen. Dat was geen gewoon succes, dat was een openbaring. En toen men daarna op het plein voor den schouwburg den dichter opwachtte en allen als op bevel de hoofden ontblootten om den grooten meester te huldigen, toen moet er toch wel iets in Schiller zijn omgegaan, en misschien heeft hij in deze oogenblikken heel onbescheiden gedacht aan de woorden, die eens zijn Rector sprak na het geslaagde toelatingsexamen voor de universiteit: „Er sei ein hoffnungsvoller Schüler." CHEF VAN DIJK.
/
0
Zooals de muggen om het licht, zwermen heden ten dage de jongelui om de lokkende Jupiterlampen van de fümateliers. Voor den oorlog was het theater het groote verlangen van alle jonge, romantisch aangelegde idealisten, thans is het de film. Waarom eigenlijk? Hoe komt het toch, dat een ieder meent, dat hij een filmtalent is? Ten 'eerste verblindt, evenals bij het tooneel, het klatergoud van de andere (voor hen: betere) wereld de jonge gemoederen. Vóór alles doet dit de valsche luxe van de elegante film-kasteelen en dito voorname villa's. Hoe verrukkelijk leven toch die filmsterren (op het witte doek) bij groote diners, in glinsterende balzalen, en wat 'n, prachtige parforcejachten maken zij mede. Zijn niet alle landen der wereld hun thuis? De films bewijzen het immers. Vandaag wandelt het elegante filmpaar in Nice, morgen rijden ze door het Indische oerwoud en overmorgen heerscht het DEZE FOTO SPREEKT VAN HET UITERLIJKE DOCH ZWIJGT VAN HET INNERLIJKE boulevardgewoel van Parijs om hen heen. Zalig! En wat hebben ze daarbij te doen? Absoluut niets. Of in ieder geval niet veel meer dan andere stervehngen; ze dragen elegante kleeren, bewegen zich als regeerende vorsten, lachen en genieten, zonder zich daarbij oogenschijnlijk in te spannen. Is dat kunst? Kan dat niet iedereen? Van de vele toeschouwers in een bioscooptheater zullen er wel dagelijks duizenden zoo denken en als gevolg hiervan komt dan natuurlijk bij velen de wensch op, óók filmactrice of -acteur te worden. Ja, wanneer dit eigenaardige beroep werkelijk zoo gemakkelijk was als het er op het witte doek uitziet, zou deze wensch voor velen spoedig in vervulling jjaan. Maar dan zouden er spoedig meer filmspelers dan toeschouwers zijn I Waar zou dan het einde zijn, want reeds thans weet men bij dei filmmaatschappijen met de vele gegaKLATERGOUDI „FIGURANTEN MET AVONDTOfLET GEVRAAGD!" digden geen raad. Neen, het is heel goed, dat de weig naar de film en den roem met doornen bezaaid is. Het is goed, dat het prachtige filmdecor bestaat uit planken en bordpapier, dat de filmreizen in het buitenland slechts arbeid en vermoeienissen meebrengen en dat een filmglimlach vaak meer inspanning kost dan een stenogram aan een typiste. De toeschouwer in de bioscoop ziet op het doek slechts de lichizijde van het filmleven, zoodat de wensch, dit leven ook te leiden, zeer begrijpelijk is. De argelooze toeschouwer ziet niet, dat de jeugdige held, die zoo elegant gekleed is en die zich zoo gemakkelijk beweegt, drie jaar op deze fümrol heeft fewacht en die dne lange jaren geongerd heeft! Men ziet niet, dat de elegante generaal met den keurigen spitsbaard werkelijk eens generaal in* het voormalige keizerlijke Rusland was en thans als statist in zijn onderhoud moet voorzien. Men ziet ook niet, dat COLLEEN MOORE IN HET LOKKENDE LICHT de lief-lachende filmdiva zich zorgen - 21 -
maakt, hoe zij weer aan een nieuw engagement moet komen en dat de rijke filmgraaf niet weet, hoe hij zijn huishuur moet betalen. In ■het kort: ëén blik achter de filmcoulissen toont meer schaduw- dan lichtzijden. Dat zelfs de zoo beroemde kunstenaressen Asta Nielsen en Lüde Höflich jarenlang geen engagement wisten te krijgen, toont voldoende aan, wat de(n) beginneling(e) wacht! Toch lokt Moloch Film nog steeds nieuwe offers; men laat goede betrekkingen in den steek om na jaren jammerlijk tenonder te gaan. Want groot is de schare, die als filmfigurant probeert aan den kost te komen. Eén blik
BEZOEKT HET
LUXOR PALAST TE ROTTERDAM op de filmbeurzen te Hollywood en Berlijn openbaart ons de jammerlijke ellende. Hoevelen voelen zich geroepen
en hoè weinig slechts zijn uitverkoren I De dames, die een elegant avondtoilet, de [ beeren, die een rok of smoking bezitten, voelen zich gelukkig, want zij hebben een kansje meer om een engagement te krijgen en een rol in. avondtoilet betaalt zelfs vijf Mark per dag meer I Maar dan moet het costuum ook volgens de laatste mode zijn! Dat een figurant het tot ster brengt, is nog nooit gebeurd! Wel is het tegenovergestelde helaas maar al te vaak het geval geweest. In een volgend artikel hoop ik: Uj eveneens uit eigen ervaring, iets over filmscholen mede te deelen! INSIDER.
DEBESTE Mijn neef Jansen heeft een kennis, die in het ,gelukkige bezit is van een oude, leelijke dochter, die hij ondanks alle in het werk gestelde pogingen maar niet aan den man kan brengen. Op zekeren dag loopt mijn neef met dien vriend te wandelen, als ze een jongmensch passeeren, dat heel beleefd zijn hoed afneemt. Mijn neef Jansen kende hem niet en ook zijn vriend scheen niet te weten, wie het was, want hij groette niet terug. „Wie is dat?" vroeg mijn neef. „Hij groet, maar ik ken hem nietl" „Ik ken hem wel," antwoordde de vriend, „maar ik doe alsof ik hem niet ken. Het is een vervelend jongmensch. Het is iemand, die alles hebben wil, wat hij ziet; je begrijpt wel, wat ik bedoel ..." „Ja," antwoordde mijn neef Jansen, „ik begrijp het heel goed, maar wat ik niet begrijp is, dat je hem, als hij alles hebben wil wat hij ziet, je dochter niet eens Iaat zien..." Prettig! . Hij: „Waarom houd je eigenlijk van mij, lieveling?" Zij: „Omdat je zoo sprekend op den chauffeur van mijn tante lijkt!"
VET? U HEBT ZUURSTOF NOÖDIOI zeggen thans de Parysche Geleerden. Een geheim, dat tot nu toe slechts aan enkele der meest bevoorrechte schoonheidsexperts bekend was, is onlangs uitgelekt. Ze hebben een opzienbarend succes bereikt in het verminderen van vet door middel van een samengesteld apparaat, dat Zuurstof in de vetweefsels brengt. Zoodoende wordt het vet „geoxydeerd" of „verbrand". Jarenlang weet men reeds, dat deze oxydatie een natuurlijk lichamelijk proces is, dat voortdurend plaats vindt. De Zuurstof van het lichaam, die het vet op normaal peil houdt, wordt verkregen door de longen en de poriën der huid. Wanneer door een of andere reden, zooals b.v. gebrek aan beweging, te overvloedig en te luxueus voedsel enz., U niet voldoende Zuurstof krijgt om het overtollige vet te „verbranden", gaat het zich ophoopen en U begint corpulent te worden. Daarom, wat noodig is om de vetvorming tegen te gaan en te verminderen, is meer Zuurstof. Dit nu kan verkregen worden op een veilige en aangename wijze met Radoxbaden. Koop een pakje Radox (dat Zuurstof afgeeft) bij Uw drogist en doe zes eetlepels in Uw heet bad. Dit overlaadt het water met zuivere Zuurstof, die het lichaam binnendringt door de poriën en direct het vet gaat aantasten. U zult verrast staan over de gewichtsafname na ieder Radoxbad.
Wat op da rolprent aan prachtige talon Is.
HOE EEN VROUW 28 POND VET KWIJTRAAKTE Deze kopregel is volkomen waar en de beteekenis laat niets te wenschen over. Leest haar eigen brief: ' r. 0 „Ik neem de dagelijksche dosis Kruschen en ben vijf centimeter slanker geworden om mijn middel en mijn heupen en gedurende den afgeloopen zomer ben ik 28 pond afgevallen. Ik voel me er zeer wel bij en de menschen zeggen me, dat ik er goed uitzie. Ik ben M. 1.60 lang, 40 jaar oud en stam uit een corpulente familie." MeJ. E. L: Wanneer U corpulent bent, verwijder dan eerst de oorzaak! Wanneer Uw lever, nieren en ingewanden de giftige stoffen, die zich steeds in Uw lichaam ophoopen, niet verwijderen kunnen — wordt U voor U het inziet afschuwelijk dik. Neem iederen morgen Kruschen Salts in een glas warm water. Ga na drie weken op de weegschaal staan en kijk dan eens hoeveel pond vet er verdwenen is. Let ook eens op hoeveel U aan energie en gezondheid gewonnen hebt. Uw huid is zuiverder en uit Uw oogen straalt de heerlijke gezondheid. U voelt zich lichamelijk jonger, geestelijk krachtiger. Kruschen bereidt velen corpulenter menschen een aangename verrassing.
De jager „U hebt mij. den eersten haas beloofd, dien U dit jaar zoudt schieten, en nu eet U hem zelf op!" „Dit was de tweede, mevrouw; den eersten heb ik gemist." Voorzichtig „Luus is de vierde, die mijn huwelijksaanzoek heeft afgeslagen!" „Toch raad ik je aan, voorzichtig te zijn in het vervolg. Je kunt niet altijd op zooveel peluk rekenen!"
lUn^lrMMrlffH EEN EN TWINTIGSTE VRAAO
Augustus! Ontzettend haat, an dan nog al dia Jupiterlampen I Commentaar overbodig I
Wie onzer lezeressen en lezers kunnen ons medédeeien, wat men verstaat onder een lustrum en waar dit woord zijn oorsprong aan heeft te danken? (Om voor een prijs in aanmerking te komen, is het niet noodig, dat men ook het tweede lid der vraag beantwoordt I) Men gelieve het antwoord (op een briefkaart) vóór 10 Juli (Indische lezers vóór 7 November) in te zenden aan ons adres: Redactie »Het Weekblad", Eenentwintigste vraag. Galgewater 22, Leiden. Wij hebben weer een geldprijs van f2.50 benevens een vijftal troostprijzen ter beschikking om onder de goede inzendsters(ers) te verloten!
Het toppunt „Was de professor verstrooid, toen zijn dochter trouwde?" „Verschrikkelijk gewoonweg! Hij bedankte den bruigom, omdat die zich de moeite had getroost om van zoover te komen teneinde bij de plechtigheid te kunnen zijn." De pantoffelheid „En mijnheer De Wit, hoe hebt U sinds uw trouwen uw dag ingedeeld?" „Van zes uur 's avonds ben ik thuis bij mijn vrouw en mijn vrijen tijd breng ik op kantoor door." Ben lieve herinnering „De overledene laat een leegte in mijn leven na." „Was hij een jeugdvriend van u?" „Neen; hij heeft mij bij het voetballen drie tanden uitgeslagen.'
Geen bezwaar Twee jongelui, die een vroolijken avond hebben * doorgebracht, missen den laatsten trein naar huis en besluiten daarom in een hotel te overnachten. „Neen mijnheer," zegt de eigenaar van het hotel, dat zij hebben uitverkoren, terwijl hij wijst op den een, die het minst vast pp zijn beenen staat, „u kunt dien heer niet hier brengen... hij is niet heelemaal nuchter en het is hier een geheelonthoudershotel." „O, dat geeft niet," antwoordt de ander, „hij is veel te vef weg om dèt te merken.."
De gelukkige „Tien jaar lang naar werk gezocht en niet gevonden? Hoe verklaar je dat?" „Stom geluk, mijnheer I" Mary Aster en Gilbert Roland zijn in het leven onverzoenlijke vijanden, doch op de film...
Duidelijk Zij: „Waarom ben je zoo laat?" Hij: „Even onderweg in een garage gereden." Zij: „Moet de auto dan gerepareerd worden ?" Hij: „Neen, maar de garage nu wel."
De secure Drenkeling: „Een zwemgordel!" Matroos: „Welke maat?"
De verwaande ZU: „Er zijn maar twee mannen, die ik werkelijk bewonder!" Hij: „Hoe heet die ander?"
Deze foto, In het hartje van December in een onverwarmd atelier gemaakt, zal onze lezeressen en lezers doen begrijpen, hoeveel er voor de Jupiterlamp vaak geleden wordt.
IITVMLFII
EEN COCKTAIL SHAKER
BEZOEKT HET 7
E ÄST1-
TE DEN HAAG
ZEVENTIENDE VRAAO Het antwoord op onze zeve/if/e/jrfevraag: welke bijzondere omstandigheden hebben zich, wat betreft den tijd, voorgedaan bij den dood van George Washington, die tweemaal president Was van de Vereenigde Staten van Amerika? behoorde te luiden: George Washington stierf gedurende het laatste uur van den laatsten dag van de week van de laatste maand van het laatste jaar der eeuw! Tot onze spijt ontvingen wij op deze vraag niet één goed antwoord, en evenmin een antwoord, dat de juiste oplossing nabij kwam. Wij kunnen dus de beschikbaar gestelde prijzen niet toekennen. Daar wij op de achttiende vraag echter een buitengewoon groot aantal antwoorden hebben ontvangen, zullen wij de prijzen der zeventiende vraag bij die der achttiende voegen, zoodat wij onder de goede inzendsters(ers) van deze laatste in totaal twee geldprijzen van f 2.50 en tien fraaie troostprijzen zullen verloten!
— 22 -
23 :
—ij
ART EN HAN EEN FIRST NATIONAL FILM DER UFA
MET ZIJN DRIEËN AAN TAFEL VRIJ NAAR HET ENGELSCH VAN W. W. JACOBS
DOOR D'ÄLVÄREZ
m
MARY ASTOR EN LOUISE FAZENDA
DE GELUKKIGE ELLEN EN PHILIP
IN HET ITALIAANSCHE KASTEEL
Be Italiaansche prinses Delatorre, een schoone jonge weduwe, is afkomstig uit een Amerikaansch stadje, waar zij voor haar huwelijk bekend heeft gestaan als-Ellen Boyd. Na den dood van haar spilzieken gemaal ontvangt zij in haar paleis Amerikaansche toeristen, die voor het genoegen om met een echte prinses te dineeren en gefotografeerd te worden, zwaar moeten betalen. De exploitatie van de ijdelheid der Amerikanen brengt veel geld in het laatje en stelt de prinses in staat naar Millertown terug te keeren. Zij telegrafeert haa-r komst aan haar pleegouders, haar oom en tante, die een grootsche ontvangst voorbereiden. Tante Katie bestelt een nieuwe japon, waarvoor mejuffrouw Arden, een naaister uit een naburige plaats, moet overkomen, zeer tot ongenoegen van tante Meta, volgens wie zij een slechte reputatie moet genieten. Mejuffrouw Arden krijgt evenwel de boodschap niet en prinses Delatorre, die onkundig is van de feestelijke ontvangst te harer eere, komt toevalligerwijze met een vroegeren trein aan. Zij wandelt zonder door iemand herkend te worden door het stadje. Wanneer zij bij haar pleegouders komt, merkt zij, dat tante Katie en de overige huisgenooten haar voor juffrouw Arden houden. Zij vindt deze verwisseling grappig en besluit zich voorloopig niet bekend te maken. Wanneer zij bezig is de japon van tante Katie af te maken, komt Phil Lennox, een jeugdvriend, de ruiten was.
HET MUZIKALE DUO
LLOYD HUGHES ALS PHILIP LENNOX
PERSONEN: Prinses Delatorre (Ellen Mary Astor Boyd) . , . Lloyd Hughes Philip Lennox . Louise Fazenda Katie Boyd . . Luden Littlefield Joe Boyd ... Tante Meta . • Eileen Manning
sehen. Zij herinnert zich, hoe hij vroeger allerlei uitvindingen deed en verbaast zich erover, dat de jongen het niet verder heeft gebracht. Plotseling herkent Phil haar en beiden raken in een vertrouwelijk gesprek. Ook oom Joe geeft haar verstolen te kennen, dat hij weet, wie zij is. Zij laat hen evenwel beloven, dat zij haar geheim niet zullen verklappen. Ellen gaat met Phil naar zijn werkplaats waar hij haar de wer.king van zijn nieuwste uitvinding, den automatisch functionneerenden kurketrekker, demonstreert. Ongelukkigerwijze heeft hij door de invoering van het drankverbod daarmede geen succes kunnen boeken. Tante Meta, die Phil en Ellen tezamen heeft gezien, tracht tante Katie te overreden „juffrouw Arden" weg te sturen, wat haar gelukt. Ellen neemt bedroefd afscheid, maar wanneer zij hoort, hoeveel moeite men zich getroost heeft om haar op waardige wijze te ontvangen, keert zij, ui een vorstelijk gewaad gestoken, terug. De groote receptie vindt plaats en zij deelt den gasten mee, dat zij tot haar groote spijt onmiddellijk naar Italië moet terugkeeren. Na Ellens vertrek verlaat Phü de receptiezaal en begeeft zich naai- zijn werkplaats, waar hij tot zijn groote verwondering Ellen aantreft, die hem overhaalt met haar naar Europa te vertrekken, waar hij zijn uitvinding zeker te gelde zal kunnen maken. Het spreekt vanzelf, dat Ellen met Phil in het huwelijksbootje stapt en aan zijn zijde een gelukkiger leven tegemoet gaat.
et gesprek liep over geesten en geestverschijningen. Natuurlijk waren er onder de stamgasten van de herberg „De hangende Krtiik", die aan spoken geloofden eji die er niét aan geloofden. Ze staken hun meening niet onder stoelen of banken; daar was het aantal biertjes niet naar, dat zij hadden ingenomen, zoodat de stemming vrij rumoerig was. Ieder verdedigde met klem van voorbeelden zijn overtuiging en soms zaten ze elkaar op een geduchte manier in de haren. EeA der gasten had zich echter vergenoegd met de rol van toehoorder. Hij had aan het gesprek niet daadwerkelijk deelgenomen, doch alleen af en toe door een beweging van zijn hoofd zijn af- of goedkeuring met hetgeen er gezegd werd te kennen gegeven. Opeens vroeg iemand, die tot de partij der niet-geloovers behoorde, hem vrij bruusk gedurende een korte gaping in het gesprek: „Heb jij nooit eens iets meegemaakt van dien aard?" „Jawel," kwam het antwoord vrij langzaam. „Doch één keer maar. En het gebeurde in een rustig dorpje ergens in Sussex." „En wat was dat dan ?" vroeg nu een ander. „Vertel eens!" „Mij goed," antwoordde de ander. Hij nam even zijn pijp uit zijn mond, keek het gezelschap met een glunderen blik aan en begon toen: „Ik was nog jong, toen het gebeurde. Ik was juist van een reis naar China thuisgekomen en daar mijn moeder inmiddels was over leden — mijn vader was al gestorven vóór ik vertrok — inviteerde ik mijzelf maar bij een oom om.bij hem dei paar weken, die ik aan land zou vertoeven, door te brengen. Toen ik evenwel in het dorpje waar hij woonde, kwam, vond ik zijn huis gesloten. Hij ■was met zijn familie naar kennissen'in België gegaan. Daar de buren echter zeiden, dat ze binnen een paar dagen zouden terugkeeren, besloot ik mijn intrek te nemen in het dorpshotelletje en daar hun terugkomst af te wachten. De eerste dag was om voor ik het goed en wel besefte, maar des avonds begon de verlatenheid van het gehucht, waar ik de eenige vreemdeling was, zóó op mijn gestel te werken, dat ik den volgenden morgen na een vroeg ontbijt t. de beenen opnam en er op uittrok om een fiksche wandeling te maken. In de beste stemming vertrok ik, want het weer was schitterend: het had den vorigen dag gesneeuwd en het witte landschap had voor mij alle bekoring van het nieuwe. Er was wel niet veel afwisseling, maar er waren genoeg pleisterplaatsen en de dorpjes, waar ik door kwam, waren allen even schilderachtig. Tegen een uur of één gebruikte ik een. eenvoudigen maaltijd in een dorpslogementje en na afloop hiervan besloot ik nog iets verder door te wandelen alvorens terug te keeren. Toen ik ten
De nieuwste vorm van bei jacquet. Men lette op he£ witte veai en de p}a»£ronda«.
slotte vond, dat ik ver genoeg was gegaan, sloeg ik aan mijn linkerhand een zijweg in en besloot mijn weg langs een andere route terug te vinden. Het was een lange weg met talrijke zijpaden, die allen, zooals ik constateerde, in het open veld uitkwamen. Daar ik het ten slotte moede was geworden telkens een ander pad te probeeren, besloot ik maar door de weilanden naar huis te wandelen en hierbij te vertrouwen op het kleine compas, dat ik aan mijn horlogeketting had hangen. Nog geen half uur had ik door ds velden geloopen, toen een grijs-witte damp, fiie al geruimen tijd achter de dijken op de loer had gelegen, begon op te trekken en mij weldra geheel en al omgaf. Spoedig kon ik geen vijftig meter me^r voor mij uitzien, maar door mijn compas was ik gelukkig ervoor beveiligd, dat ik in een cirkel rondliep; inplaats daarvan viel ik echter telkens in diepe kuilen of struikelde over een greppel. Ik hield evenwel de goede richting, tot ongeveer een uur of vier, toen de avond snel over het land begon te vallen en ik weldra zelfs niet meer op mijn compas zien kon. Ik was verdwaald I Af en toe riep ik met mijn hand aan mijn mond, in de hoop, dat een of andere herder mij zou hooren, maar de wereld om mij heel leek wel .
volkomen uitgestorven. Na lang tobben vond ik eindelijk per geluk een pad, dat dwars door een weiland liep en door voetje voor voetje te loopen en telkens met mijn stok voor mij uit den weg té verkennen, slaagde ik erin het te houden. Ik zal zoo ongeveer een tien minuten hebben doorgescharreld, toen ik voetstappen hoorde, die in mijn richting kwamen. Wij bleven staan, toen we elkaar ontmoetten en de ander, een flinke boerenkerel, aan wien ik mijn wedervaren vertelde, liep een eind met mdj terug tot aan een weg, waar hij mij wijdloopige inlichtingen gaf om een dorp te bereiken, dat ongeveer een half uur verder lag. Ik was zoo moe, dat een half uur loopen mij een eeuwigheid toescheen en bovendien zag ik, een eindje van den weg af, een verlicht venster. Ik wees er naar, maar mijn metgezel schudde zijn hoofd en keek schuw om zich heen. „Het zou u daar niet bevallen," zei hij snel. „Waarom niet?" „Er is daar iets, mijnheer!" antwoordde hij. „Wat het is, weet ik niet, maar je hoort er nooit veel goeds van. Je krijgt het ook nooit te zien. Sommigen zeggen, dat 't een soort beest ist anderen zeggen, dat het een krankzinnige is, maar wat het ook is, het is niet prettig of verkieslijk om het te zien." „Nou, dan zal ik er maar niet heengaan," zei ik. „Dank je wel en goeden avond." Hij keerde zich om en zijn voetstappen stierven weg in de verte. Ik volgde den weg, dien hij had aangegeven tot deze zich in drieën splitste en ik dus niet meer wist hoe verder te gaan, daar de man, die mij had ingelicht,. in het geheel niet van een splitsing had gesproken! Ik was nu koud en vermoeid en na eenige aarzeling besloot ik maar terug te loopen naar het huis, waarvan ik het verlichte venster had gezien. Alles wat ik er in het eerst van gewaar werd was het verlichte raam. Ik liep in die richting, toen het plotseling verdween en ik mijzelf wandelen vond in een laan, die aan weerszijden dicht met hooge boomen was begroeid. Halverwege da laan ontdekte ik opeens een pad, dat naar het bewuste huis liep. Ik bedacht mij niet lang maar ging er recht op aan, hoewel ik'bekennen wil niet geheel vrij van een zenuwachtig gevoel te zijn geweest. Aan den voorkant van het huis brandde geen enkel licht en ik hoorde ook geen geluid, toen ik voor de deur stond. Foeterend op mezelf, omdat ik eerst aarzelde, nam ik mijn stok en tikte er zacbtjss mee op de deur. Ik wachtte een paar minuten en tikte toen weer en mijn stok klopte nog steeds loen de deur plotseling werd geopend door een groote, magere, oude vrouw, die een kaars in haar hand hield en mij onderzoekend opnam.
-25 __
ë3—_—
H
■
i
■
ii
„Wat is er?" vroeg ze kort. „Ik ben verdwaald," zei ik beleefd. „Ik moet naar Rollend." „Weet ik niet," zei de oude vrouw. Ze was juist op het punt de deur voor mijn neus dicht te doen, toen ik uit een kamer achter in de gang een man zag komen, die naar ons bleef staan kijken. Het was een oude man, lang en breed in zijn schouders. „Rollend is nog een anderhalf uur loopen," zei hij langzaam. „Als u mij den weg naar het dichtstbijzijnde dorp wilt wijzen, zal ik u erg dankbaar zijn," merkte ik op. Hij gaf geen antwoord, maar wisselde een snellen, heimelijken blik met de vrouw. Zij maakte een beweging van onwil. „Het dichtstbijzijnde dorp is nog wel een half uur loopen," zei hij, naar mij toekomend en blijkbaar moeite doende om een van nature hard en scherp klinkende stem wat te verzachten. „Indien u hier wilt blijven tot morgenochtend, zal ik alles doen om het u zoo aangenaam mogelijk te maken." Ik aarzelde. Het was een zonderling stel en de sombere gang met de schaduwen, die door de flikkerende kaarsvlam op de muren geteekend werden, leek nauwelijks aantrekkelijker dan de duisternis buiten. „U is zeer vriendelijk," mompelde ik besluiteloos, „maar..." FHM-ENTHOUSIASTEN E. G. £e ROTTERDAM. De ware naam van Bessie Love, die de hoo£drol In „Broadway Melody" vervuU, i» JuanUa Horton. Haar eer»ée filmrol speelde lij onder regie van David Ward Griffith. Haar adres is Metro-Goldwyn-Mayer Studio, CulverCity. Callfornië. R. N. te AMSTERDAM. In de rolprent „Het huwelijksschandaal" worden de hoAfd» rollen gespeeld door Lucie Doraine, Karina Bell, Nora Gregor, Iwan Hedquist en Fred Louis Lerch. De regisseur is A. W. Sandberg. E. K. te GOUDA. Doris Kenyon is met den filmacteur Milton Sills getrouwd. Zij is den 5en September geboren. Haar adres is First National Studio, Burbank, Californië. F. H. te VENLO. Het adres van Monte Blue is Warner Bros Studios, 5842, Sunset Boulevard, Hollywood, Californië. Niet vergeten antwoordcoupon in te sluiten! B. R. te AMSTERDAM. W« zullen binnenkort weer eens een artikel over de sprekende film plaatsen. De rolprent „Broadway Melody" vonden wij zeer goed. Aan een foto van Else Grassau kunnen wij U niet helpen. D. P. C. te SCHEVENINGEN. Ramon Novarro vertoeft op het oogenblik te Berlijn. Zijn adres wordt echter op zijn wensch geheim gehouden. Alle correspondentie voor R. N. te zenden aaA Metro-Goldwyn-Mayer Studio, Culver-City, Californië. H. L. te HAARLEM. Het adres van Lien Deijers is Deutschen Universal, Lauerstrasse 82, Berlijn W. 9. De andere vragen kunnen wij in ons blad niet beantwoorden, 'daar „Het Weekblad" . geen vakblad is. Wendt U zich tot de redactie van het „Nieuw Weekblad voor de Cinematografie", Nieuwe Molstraat 24, Den Haag. F. B. M. de M. te'ROTTERDAM. Verjaardagen noch geboortejaar van Nederlandsche kunstenaars worden in deze rubriek vermeld. Het adres van Mevrouw Else Maubs is Stadsschouwburg, A'dam.
Foto Godfried de Groot ROB GERAERDS een veelbelovend acteur, verbonden aan het Vereenigd tooneel
„Kom binnen," zei hij snel. „Doe de deur dicht, Anna." Voor ik het goed en wel wist stond ik in de gang en had de vrouw, die steeds in zichzelf mompelde, de deur achter mij gesloten. Met een zonderling en allesbehalve prettig gevoel van in een val te zijn gelokt, volgde ik mijn gastheer de kamer in en den aangeboden stoel nemend, warmde ik mijn verkleumde vingers aan het open haardvuur. „We gaan zóó eten," zei de oude man, me aandachtig gadeslaand. „Als u mij een oogenblikje wilt excuseeren ..." Ik maakte een buiging en hij verliet de kamer. Een minuut later hoofde ik stemmen; die van hem en van de oude vrouw en naar ik dacht, ook nog van een derde. Voordat ik het vluchtige onderzoek, dat ik met mijn oogen van mijn stoel af in de kamer instelde, had beëindigd, was hij al weer terug en keek mij met dezelfde zonderlinge uitdrukking aan, die ik tevoren had opgemerkt. „We zullen met z'n drieën eten," zei hdj na eenig stilzwijgen. „Wij tweeën en mijn zoon." Ik maakte weer een lichte buiging en hoopte in stilte, dat die blik niet erfelijk was in de familie. „Ik veronderstel, dat het u niet zal kunnen schelen, in het donker te eten," zei hij opeens. „Heelemaal niet," antwoordde ik, mijn verbazing zoo goed mogelijk verbergend. „Maar ik maak me werkelijk bezorgd, dat ik stoor. Indien u mij wilt toestaan..." Hij wuifde met zijn kolossale, magere handen. „We laten u niet meer gaan, nu we u eenmaal binnen hebben," zei hij droog lachend. „We krijgen maar zelden bezoek en nu we u eenmaal hebben, houden we u ook. De oogen van mijn zoon zijn slecht, en hij kan geen licht verdragen. — Ah, daar is Anna 1" Terwijl hij sprak, was de oude vrouw binnengekomen en mij onderwijl telkens 'n steelschen blik toewerpend, begon zij de tafel te dekken, terwijl mijn gastheer, die een stoel bij den anderen kant van den haard had genomen, zwijgend in het vuur zat te staren. Toen -26 -
ze de tafel had gedekt, bracht de oude vrouw een schaal met groenten, aardappelen en vleesch binnen en zette de stoelen klaar, waarna zij de kamer weer verliet. De oude man aarzelde een oogenblik, stond toen van zijn stoel op, zette een groot, groen scherm voor het vuur en doofde langzaam de kaarsen uit. „Nu kunnen we verstoppertje gaan spelen," zei hij met somberen spot, en zijn weg op den tast naar de deur zoekend, deed hij deze open. Er kwam iemand met hem terug in de kamer, die langzaam en onzeker aan de tafel plaats nam. De zonderlingste stem, die ik ooit gehoord heb, verbrak de stilte, die bijna drukkend werd. „Het is koud vanavond," klonk het langzaam. Ik antwoordde bevestigend en licht of geen licht, ik viel aan met een eetlust, die slechts was toegenomen door den eenvoudigen maaltijd midden op den dag. Het was tamelijk moeilijk om in het donker te eten en ik merkte aan de bewegingen der beide anderen, dat zij bet evenmin gewoon waren als ik. We aten zwijgend tot de oude vrouw de kamer binnenstrompelde en met een' smak een schaal met pudding op tafel zette. „Is u vreemd hier in de buurt?" vroeg dezelfde zonderlinge stem weer. Ik antwoordde van ja en mompelde FIIM-ENTHOUSIASTETV D. G. te AMSTERDAM. De rol van Marie in „De onbekende passagier" speelt de Franscbe filmactrice Michele Verly. Regisseur van deze rolprent is Jacques de Baroncelli. \ V. H. te ASSEN. Hierbij de gevraagde verjaardagen. Don Alvarado 4 November; Gwen Lee 12 November; Conrad Nagel 16 Maart: Pola Negri 30 December en Charles Ray 13 Maart. A. S. te DEN HAAG. Allene Ray is getrouwd met Larry Wheeler. Zij is den 2en Januari te San Antonio (Texas) geboren. Haar adres is 6912 Hollywood Bid., Hollywood, Californië.' WIM te TIEL. Marie Prevost is van Kenneth Harlan gescheiden. Zij is den 8en November te Sarnia (Canada) geboren. P. K. te LEIDEN. Een antwoordcoupon is san ieder postkantoor & twintig cent te verkrijgen. F. K. K. te UTRECHT. Betty Amann is verhuisd en woont thans Kurfürstendämm. 42, Berlijn. Wij zullen U een foto zenden. C. VAN A. te DEN HAAG. We zullen U een foto van Marion Davies zenden. Lya Mara is met den regisseur' Friedrich Zelnick getrouwd. Zij is te Riga geboren. B. H. te AMERSFOORT. De ware naam van Bessie Love is Juanita Horton. Edmund Lowe is met de filmactrice Lilyan Tashman getrouwd. Dit is zijn tweede echtgenoote; zijn eerste was Esther Miller. A. C. M. te AMSTERDAM. Irene Rich is getrouwd. Zij heeft twee dochters, Frances en Jane. Haar ware naam is Irene Luther. Zij is den 13en October te Buffalo geboren. D. D. te ZAANDAM. U zult zeker antwoord ontvangen. Het kan echter eenlge maanden duren. Dus niet ongeduldig worden. Het adres was goed.
\
iets over mijn geluk, dat ik tegen zoo'n goeden maaltijd was aangeloopen. „Er tegen kanloopen is een goed woord ervoor," zei de stem wat grimmig. — ,,U heeft den wijn vergeten, vader." „Je hebt gelijk," zei de oude man, opstaand. „Het is een flesch van de bijzondere soort vandaag; ik zal ze zelf halen." Hij voelde zijn weg naar de deur en ze achter zich dicht doend, liet hij mij'alleen met mijn onzichtbaren tafelgenoot. Er was zooiets zonderlings aan de gansche geschiedenis, dat ik eerlijk bekennen moet, dat ik mij heelemaal niet op mijn gemak gevoelde. De gastheer leek een heelen tijd weg te blijven. Ik hoorde hoe de man tegenover mij zijn mes en vork neerlegde en, wellicht geholpen door mijn verbeelding, zag ik opeens een paar woeste oogen, die als van een kat door de duisternis boorden. •Met een steeds groeiend gevoel van onbehagen schoof Oc mijn stoel achteruit. Ik schoof hierbij het kleedje van den haard op en in mijn pogingen om weer naar voren te gaan, moet ik tegen 't scherm gekomen zijn, dat vóór 't vuur stond, zoodat dit met een slag omviel en ik in het flikkerende licht van de vlammen 't gelaat zag van 't schepsel tegenover mij. Met ingehouden adem sprong ik op van mijn stoel en ging €r naast staan met gebalde vuisten. Wat was het: een mensch of een dier? De vlammen schoten een oogenblik hooger op en door den rooderen gloed van net vuur leek het gezicht mij duivelachtiger dan tevoren. Een paar seconden keken we elkaar zwijgend aan; toen ging de deur open en keerde de oude man terug. Hij bleef verbaasd staan toen hij het open vuur ontdekte en, op de tafel toegaand, zette hij er mechartisch een paar flesschen op neer. „Neemt u mij' niet kwalijk," zei ik, wat geruster nu hij er ook weer was, „maar ik heb bij ongeluk het scherm omgeworpen. Als u het goedvindt, zal ik het weer overeind zetten." „Laat u maar," zei de oude man vriendelijk. „We hebben genoeg van de duisternis gehad. Ik zal licht maken." Hij stak een lucifer aan en even later brandden de kaarsen weer; Ik zag dat de man tegenover mij slechts het overblijfsel van een gezicht had, een mager wolfachtig gezicht, waarin één onuitgebluscht oog, het eenige, wat aan een mensch herinnerde, nog schitterde. Ik was ten zeerste aangedaan en een vaag vermoeden van de waarheid kwam over mij. „Mijn zoon werd een paar jaar geleden gewond in een brandend huis," zei de oude man. „Sinds dien tijd hebben wij een teruggetrokken leven geleid. Toen u zooeven kwam, meenden wij ..." zijn stem beefde,... „dat.., mijn zoon." „Ik dacht," antwoordde de zoon eenvoudig, „dat het beter was geweest, als ik niet aan tafel was gekomen. Maar vandaag is het juist mijn verjaardag en mijn vader wilde er niet van hooren, dat ik alleen zou eten, daarom kwamen wij op de onzalige gedachte om het- in het donker te doen. Het spijt mij erg, dat Uc u heb doen schrikken."
Nur een Uekenlng Mn P. P. Kotter
WALTER TRIEBEL VAN HET FRITZ HIRSCH-GEZEL3CHAP
„Het spijt mij," zei ik, over de tafel heen hem mijn hand reikend, „dat ik zoo'n dwaas ben geweest; maar het was slechts in het donker, dat ik wat van u schrok." Door een zachten blos op de wangen van den ouden man en een dankbaren blik uit het eenzame, arme oog vóór mij, wenschte ik mezelf in stilte geluk met deze laatste opmerking. „Wij zien hier nooit kennissen," zei de oude man verontschuldigend, „en de verleiding bezoek te hebben, was te groot voor ons. Bovendien zou ik niet weten, wat u anders hadt moeten doen." „In geen geval had ik iets beters kunnen doen, daar ben ik zeker van," antwoordde üc. „Kom," zei mijn gastheer, en zijn stem klonk bijna verheugd. ,,Nu we
»««•*
- 27 -
elkaar kennen, laten we nu bij het vuur gaan zitten en je verjaardag op behoorlijke wijze vieren, jongenI" Hij droeg een klein tafeltje naar den haard voor de glazen, kreeg een kist sigaren, en een stoel voor de oude huishoudster neerzettend, verzocht hij haar ernstig te gaan zitten en mee te drinken. Al tintelde het gesprek ook niet van geest, het was toch zeer levendig en spoedig heerschte er een gezellige stemming. De avond ging zóó snel voorbij, dat we nauwelijks onze ooren gelooven konden, toen we gedurende een korte pauze in het gesprek een klok in de gang half twaalf hoorden slaan. „Een laatste toast voor we naar bed gaan," zei mijn gastheer, de rest van zijn sigaar m het vuur werpend en zijn glas van het kleine tafeltje nemend. • We hadden al verscheidene keeren gedronken, maar er was nu iets plechtigs aan den ouden man, toen hij opstond met het glas in zijn hand. Hij scheen nog grooter geworden dan hij al was en zijn stem klonk helder en bijna feestelijk, toen hij trotsch naar zijn mismaakten zoon keek. „Op de gezondheid van de kinderen, die mijn zoon redde," zei hij en ledigde zijn glas in één teug.
DE RUBRIEK DER DERDE MUZE DE SPRAAK
De spraak, is ongetwijfeld een onwaardeerbaar geschenk, door de natuur den mensch toebedeeld, een koninklijke gave voor den koning der aarde. Zij is voor het stoffelijk redelijk wezen het middel om met zijn natuurgenooten in de meest innige vereeniging te treden,, daar zij het duidelijkste teeken der gedachte is, zoodat met behulp der stem het edelste deel des menschen, de geest, zich met andere menschen in verkeer vermag te stellen. Dit is de spraak in haar hoogste beteekenis. Er is echter nog een andere beschouwing mogelijk, nl. de spraak in de stoffelijke orde en deze moet aan eiken dilettant bekend zijn en vooral goed door hem beoefend worden. Alles wat wij door middel van het gehoororgaan waarnemen, wordt door een enkelen naam saamgevat en heet geluid. Hieronder valt natuurlijk ook de spraak. Het eerste wat wij derhalve moeten nagaan is de natuur van het geluid in zijn voortplanting. Telkens als een voorwerp in de lucht snel genoeg trilt, ontstaat geluid, terwijl bij afwezigheid óf van die trillingen 6f van de lucht, het geluid mede verdwijnt. Zoo is de spraak in haar voorlplanting als geluid niets anders dan triUing, heen- en weergang der vele luchtdeeltjes. Uit welke verschillende deelen nu is de spraak samengesteld? Het eerste, wat onze opmerkzaamheid trekt, is de groote omvang der toonhoogten, waarin de spraak ?ich kan bewegen. Toonhoogte is meerdere of mindere snelheid der luchttrillingen bij een geluid. Zoo heeft men met werktuigen gemeten, dat de snelheid van een zwaar bas-geluid overeenstemt met de snelheid van 80 trillingen in de seconde en dat een hooge sopraanstem meer dan 1000 trillingen in de seconde kan voortbrengen. Onze dagelijksche spraak is geheel hiervan doordrongen. Indien iemand dit misschien nooit met aandacht mocht hebben opgemerkt, wil ik dit hier met een voorbeeld verduidelijken, waarbij zelfs een minder geoefend oor het verschil zal moeten voelen. Richt men op het tooneel eens een vraag tot zijn medespelers, welke hij volmondig kan bevestigen, bijv. „Hebt gij in de vliegmachine gezeten?". Wanneer zijn antwoord luidt „Zeer zeker!", geeft dan eens acht op de verschillende toonhoogten: terwijl het woordje „zeer" /op gewone hoogte klinkt, zal de eerste lettergreep van „zeker" veel hoogex worden uitgesproken en zelfs naar gelang de bevestiging sterker bedoeld wordt, zal die toon klimmen: zéker. Dit aanhoudend rijzen en dalen der spraak bewerkt, dat iemand, die het gepast en op juiste wijze aanwendt, een veel aangenamere voordracht heeft dan een ander, wien dat gebruik niet zoozeer eigen is: van den eersten zeggen wij, dat zijn stem buigzaam is en vol uitdrukkingi terwijl de andere zijn stem niet in zijn macht heef^ en eentonig spreekt.
onder Icidinö van
C. J. PIETERS Die onophoudelijke verandering van toonhoogte heeft hare oorzaak in de telkens wisselende spanning der stembanden. Evenals bij een snaar klimt de toon wanneer hij strakker wordt aangetrokken en daalt bij verslapping. Teneinde deze beschouwing van de deelen der spraak, 200 nuttig voor dilettanten, voort te kunnen zetten, moeten wij de vei^gelijking tusschen de snaar en onze stembanden een weinig verder doorzetten. Doch hierover in een volgend nummer. VICTOR. WEDSTRIJDEN EX PERSOONEIJKE PRIJZEN
Nog steeds is het de gewoonte bij vele wedstrijden voor de beste speelsters en spelers extra „persoonlijke" prijzen uit te reiken. Wanneer zal men toch eindelijk eens met deze dwaze gewoonte breken? Dit systeem geeft alleen maar een bron van ergernis — in de eerste plaats is de beoordeeling al zéér moeilijk (men vergete immers niet, dat alle mededingende vereenigingeh verschillende stukken spelen, waardoor een werkelijke vergelijking onmogelijk wordt) en ten tweede geeft het dikwijls nieuw voedsel aan de toch reeds aan geeuwhonger lijdende ijdelheid van vele dilettanten. Bovendien, wat voor doel heeft het? Wat heeft een vereeniging aan één of twee uitstekende krachten, indien de overige spelers beneden het gemiddelde, dikwijls zelfs vèr daaronder, blijven ? Een uitvoering van spelers, die allen een gemiddeld spelniveau bereiken, is meestal veel beter dan een vertolking, waar zeer goede tegenover zwakkere krachten komen te staan. Men oordeele daarom in het vervolg alléén maar naar de resultaten van het geheel! Dat zal een stap in de goede richting zjn — óók voor verschillende dilettanten, die dan niet - meer prat kunnen gaan op „persoonlijke" prijzen, welker waarde toch steeds als dubieus beschouwd moet worden! C. J. PIETERS.
N.V. KLKF.DFRMAKF.k'l)
"Old Bond Street" DAMr.S KN HF.ERENKLFF.DING NAAR MAAT LEIDSCHHSTRA.AT ^ THI.PRMIN
3 1
6
3
.
STUKKEN VOOR DIEETTANTEN
Peggy m'n Kind. Comedie in 3 bedrijven van Hartley Manners. Een fijn tooneelspel, dat vele triomfen verwierf in den Stadsschouwburg te Amsterdam en verder door het geheele land. Een stuk, waarin het gemeenschapsgevoel leeft in de kinderlijke woorden van het natuurkind Peg. Haar ziel is een belangwekkend boek, dat iedereen verstaat. Haar ideeën-wereld is zuiver, wäkr-menschelijk, gegrepen uit het innigst van ons wezen: het hart. »Peggy m'n Kind" behoort tot de oude school, niet in een schoolschen zin, maar wat richting en geest betreft. In het moderne tooneel mist men dikwijls het gemeenschapsgevoel — het is niet de kunst, die het hart van de massa raakt. Peggy is €en uitzondering — brengt vreugde en harmonie en zal steeds een der stukken blijven, die altijd jeugdleven in een menschenziel wekken. Slechts één decor, dat met een beetje goeden wil in elke zaal aangebracht kan worden. De hoofd- is tegelijkertijd titelrol en uit het bovenstaande zal men reeds afgeleid hebben, dat deze niet gemakkelijk is. Peg is het 18 jarige natuurkind, dat bij de stijve, aristocratische familie Chichester (bestaande uif moeder, zoon en dochter) komt om opgevoed te worden. Verder de ^ notaris Hawkes, een zeer fijne creatie, de vriend van de dochter en de jeune premier — de vriend van den zoon — met wien Peg later huwt. Tenslotte nog de bediende en het meisje. Als stille krachten spelen bovendien nog twee honden mee. Kan slechts aangeraden worden voor goedingespeelde vereenigingen, voor wie het dan evenwel een gegarandeerd succes zal zijn. BERICHTEN VAN HET AMAFEURTOONEEL
Uit den Haag. De aangekondigde opvoering van Ovèrschotje door D. V. S. in den Haag ten bate van het door den Paleisbrand te Amsterdam zoo zwaar getroffen Nieuw Nederlandsch Tooneel, zal niet kunnen plaats vinden, omdat de Haagsche autoriteiten vergunning nk 12 uur 's nachts geweigerd hebben. Een wat milder standpunt, gezien vooral het doel van dezen avond, had' zeker waardeering gevonden I Wedstrijden. De tooneelvereeniging „Ormenio" te Anna-Paulowna zal, ter gelegenheid van haar 1 o-jarig bestaan, in het seizoen 1929—30 een nationalen tooneelwedstrijd uitschrijven, waaraan vier vereenigingen kunnen deelnemen. Volledige inlichtingen zijn verkrijgbaar bij den Secretaris van „Ormenio", den heer C. Liefhebber te AnnaPaulowna.
vAh KATMADINA bUSlH Nu dacht ze weer hieraan. Op gelijke wijze verschilde de hertog van al de overigen, al was het nu juist niet als drager van het echte Grieksche type, doch veeleer van het Romeinsche. Ook hij bezat die wonderbare evenredigheid van been, lengte en ledematen. De niet te omschrijven kenmerken van een volbloed. Weer viel haar oog op rijn handen, op den grooten smaragd in zijn ring, maar zij antwoordde niet op de aankondiging van zijn plannen voor den volgenden morgen. Ze boog zich en raapte een blad muziek op, dat gevallen was. Julia Scarrisbrook was intusschen genaderd en voerde haar prooi veilig mede naar een groote sofa. Maar toen Katharina op den avond van Goeden Vrijdag naar den donkerblauwen, met sterren bezaaiden hemel opzag, doortrilde haar een gevoel van diepen eerbied — voor den grootschen aanblik, dien het lot voor haar oogen opende. HOOFDSTUK XXVI. De hertog had groote moeite om zijn plan voor Zaterdag uit te voeren. Het is geen gemakkelijke taak voor een hertog, om aan een troep dames te ontsnappen, die jacht op hem maken I Hij had reden te gelooven, dat rijn gastvrouw hem hierbij ook niet behulpzaam wezen zou en zag geen kans zich van haar sympathie te verzekeren. Hij was zich klaar bewust, dat hij, wanneer het een ander gold, zelf ook geheel onverschillig tegenover deze zaak zou staan. Het was een onzinnige poging. Aan alle zijden voelde hij zich gebonden. Maar toen hij tot deze overtuiging kwam, werd het verlangen om Katharina te ontmoeten nog stericer. Ze was toevallig aan de lunch tegenwoordig. Wanneer er zooveel gasten waren, werd deze opgediend aan kleine tafeltjes voor zes personen. Natuurlijk werd de secretaresse niet geplaatst aan het tafeltje van den hertog. Zij zat aan één vlak achter hem, zoodat hij haar niet zien kon. Even, gedurende de pauze, hoorde hij haar diepe, betooverende stem. Later in de hall, waar de koffie gebruikt en gerookt werd, passeerde Katharina hem om een kop neer te zetten. Hij greep dit oogenblik aan om het woord tot haar te richten. „Binnen twintig minuten kom ik uit .de rookkamcr naar het schoolvertrek. Wees zoo goed daar te wezen." Miss Bush gaf geen teeken, dat zij de mededeeling, die fluisterend en op verzoekenden toon gedaan werd, vernomen had. Wanneer het zijn plan mocht zijn, zou ze hem duidelijk maken, dat ze geen geheime ontmoeting met hem verlangde, maar tegelijkertijd overviel haar een gevoel van zalige verrukking. Ze zat voor haar schrijfmachine, druk
bezig een aantal brieven te typen, toen zij de voetstappen buiten vernam en daarna een bescheiden tikje op de deur, ae „Binnen!" riep ze, en- hij trad de kamer binnen. Zijn gelaat stond ernstig. Hij scheen in geen bijzonder goed humeur. „Mag ik een oogenblik in deze kalme haven vertoeven, Miss Bush ?" vroeg hij en sloot de deur. „Wanneer er zooveel
No. 80934 Keurige meisjesjurk met kiokrok, te maken met of zonder mouwen van mousseline, kunstzijde, c.'tpe of andere zomeratof. Verkrijgbaar voor den leeftijd van 10 tot 16 jaar. Benoodigd van 90 cM. breedestof voor de jurk zonder mouwen M. 2.1S, met mouwen M.2.65.Carneerstof om mee af te biezen M. 1.75. Van deze afbeelding, die met toestemming der firma Weldon Ltd. te Lonclen is gereproduceerd, zijn franco o. o. geknipte patronen verkrijgbaar tegen toezending van f 0.7S er. vermelding van het no., aan mevrouw Milly Simons, 2e Schuytstraat 261, Den Haag.
gasten zijn, is iedere zitkamer overvol en blijft er geen hoekje over om rustig' te praten." Katharina was opgestaan en nam weer die al te eerbiedige houding aan, waarbij in haar oogen een licht spottende glans verscheen, wanneer zij ze opsloeg. Nu echter hield ze ze op haar werk gevestigd. „Wanneer uwe Genade een poosje in dien leuningstoel plaats wil nemen ? Maar ik heb het zeer druk. Lady Garribardine wenscht, dat deze brieven met de avondpost verzonden zullen worden." „Ik wensch, dat u mij niet „uwe Genade" noemt," zei hij, een weinig ongeduldig. „Ik kan jtiiet begrijpen, dat u dezelfde persoon rijt, die ik bij Gerard Strobridge ontmoette." „Die ben ik niet." Zij keek naar hem op. • ••■"'.
„Hoe zoo?" „Dat is duidelijk —i ik was — ik — dat wil zeggen — mijzelve — dien avond — ook eenjjast." „En nu?" „Het schijnt, dat uwe Genade weinig opmerkingsgave bezit. Ik ben de secretaresse der gravin." „Ja wel, maar wat doet het er toe?" Hij naderde haar. „Indien ik dezelfde persoon was als degene, die u bij mijnheer Strobridge ontmoette, dan zou u niet genoodzaakt wezen naar het schoolvertrek te komen om met mij te praten." Een donkere blos overdekte zijn gelaat. Zij had een fijngevoelige snaar aangeraakt. Haar woorden waren zoo waar en zoo eenvoudig. De toon, waarop zij ze uitte, volkomen rustig, alsof ze gewoonweg een feit aankondigde, waar ze zelf geheel buiten stond. „Dat 'is de waarheid tot mijn spijt, maar het zijn slechts belachelijke conventies; laat ons die in vredesnaam, ter zijde stellen. Mag ik werkelijk een paar minuten plaats nemen?" Katharina keek naar de klok. Het was half vier. „Tot kwart voor vier, wanneer u het wenscht. Het spijt mij, dat ik zoo weinig tijd heb." Ze wees naar den leuningstoel. Hij nam plaats en zij ging weer bij de tafel zitten en vouwde de handen. Er was een oogenblik van stilte. De hertog voelde zich niet geheel op zijn gemak. Er had uit haar laatste woorden een stil verwijt geklonken en hij verdiende het. Hij bezat niet het recht hier te komen. „Is u in het geheel niet van plan om met mij te praten ?" viel hij eens;klaps uit. „Ik zal natuurlijk antwoorden op hetgeen uwe Genade zegt. Het staat niet aan mij te beginnen." „Heel goed. Ik zeg niet alleen — ik smeek — ik beveel zelfs, dat u een eind maakt aan die belachelijke nederigheid, dat dwaze volhouden met „uwe Genade". Neem weer 't karakter van gast aan en laat ons genieten van deze ongelukkige vijftien minuten. Maar eerst verlang ik te weten wat hier eigenlijk die totale verandering van gedragslijn beduidt? Gerard en Gwendoline wisten dien avond, dat u de secretaresse van Lady Garribardine waart, maar rij vonden het niet noodig daarom een merkwaardig verschil in hun gedrag tegenover u te doen blijken, zooals u, jm van mij schijnt te verwachten." Katharina sloeg de oogen neer. om ze een oogenblik daama recht op de zijnen te richten. Er speelde een bijna onmerkbaar glimlachje op haar mond. „Dat is een groot verschil. Zij kennen mij heel goed, en die beste Miss Gwendoline is niet bijzonder verstandig. Ik was daar reeds meer geweest om saaie gasten bezig te houden voor mijnheer Strobridge en Lady Beatrice, maar dien avond was ik er omdat ik — uwe Genade — wenschte te ontmoeten." Plotseling sloeg zij de oogen neer. De hertog boog zich belangstellend naar haar toe. Het was een vreemde bekentenis! „Ik wenschte een enkele maal als gelijke met een gentleman te praten, mij een lady te gevoelen en niet gedwongen
I
-29 -
\
28 ,V
;
. j Vu
te zijn een eerbiedige houding aan te nemen. Ik verzocht mijnheer Strobridge om het zoo te regelen — nadat ik u had hooren spreken." De hertog was zeer verbaasd — en bevredigd. „Hoe ontzaglijk oprecht van u om mij dit te vertellen 1 Het was een verrukkelijke avond, maar waarom zegt u zooiets dwaas als: ik wenschte mij een lady te gevoelen ? U kunt u nimmer iets anders gevoelen." „Toch wel. Van geboorte ben ik volstrekt geen ladyl Maar ik heb getracht mijzelve er to^ op te voeden en het was zoo heerlijk een gelegenheid te vinden, waardoor ik kon weten of ik er al dan niet in geslaagd was." „En wat was uw uitspraak ?" Hij trede glimlachend de wenkbrauwen op. Zij keek ernstig. „Door hetgeen u zooeven zei, kom ik tot de slotsom, dat ik er in geslaagd ben." „Alleen door mijn laatste woorden? Ik meende, dat wij als gasten een zeer aangenaam en onderhoudend uurtje hadden doorgebracht." „Ja. Het hindert u dus niet, wanneer ik u zeg, dat ik geen geboren lady ben ?" ' „Neen.. Dé namaak is zoo volkomen, dat men verlangt de bijzonderheden, die er toe geleid hebben, te vernemen." Daarna vertelde zij hem zoo beknopt en zoo eenvoudig mogelijk — de geheele waarheid. Van haar familie. Van haar tehuis te Bindon's Green, van „Liv. en Dev.", van haar idealen en haar zelf-opvoeding en haar komst bij Lady Garribardine. Mordryn luisterde met groote oplettendheid, zijn oogen op haar gelaat gevestigd — soms liet hij een korten uitroep hooren, maar onderbrak haar geen oogenblik. „Nu kunt u begrijpen, hoe verheugd ik was over hetgeen u dien avond tot mij zeide, nietwaar?" Met deze woorden besloot zij haar verhaal. De hertog stond op en ging op den rand der tafel zitten vlak bij haar. Hij was zichtbaar ontroerd. •»„Buitengewoon meisje. Je hebt al mijn theorieën omver geworpen. Ik ga nu heen om alles te overdenken, wat je mij verteld hebt. Intusschen begrijp ik, dat dit de eenige wijze is, waarop ik u mijn hulde kan bewijzen." Met grooten eerbied nam hij haar hand en bracht die aan zijn lippen.
Elegante zomerhoed van fijn Bangkok-stroo, met rozen van zwart-wlt zijden lint gegarneerd
Daarna stond hij van de tafel op en verliet stil de kamer. Toen zij zich alleen bevond, raakte Katharina zacht het plekje aan door zijn lippen beroerd. Een ongewone ontroering maakte zich van haar meester. Ze had moeite om hierna met haar werk voort te gaan en maakte, tot haar groote ontevredenheid, eenige fouten. Bijna een uur verjiep. Zij stond op van haar schrijfmachine en begaf zich, na een andere japon aangetrokken te hebben, naar beneden. Haar gedachten waren lang zoo kalm niet als gewoonlijk. Was haar vriendschap met dezen man geëindigd ? Was zij met haar openhartigheid te ver gegaan? Wat beduidde die handkus? Hier was een karakter, dat niet zoo gemakkelijk te ontcijferen viel als dat van Gerard Strobriage. Hier was een wil, sterker waarschijnlijk dan die van haar. Haar gelaat was zeer bleek en in de peinzende grijsgroene oogen lag een spijtige uitdrukking. De hertog bereikte de rookkamer en had aan de schrijftafel plaats genomen.
een oogenblik voor Lady Garribardine binnentrad. „Arme Mordryn! Moest je hier je toevlucht zoeken I Ik vrees, dat die bekoorlijke wezentjes, die ik ter eere van jou heb uitgenoodigd, je een weinig beginnen te vervelen." „Ronduit gezegd. Seraphim, ze vervelen mij doodelijk." „Er komen twee anderen van een geheel verschillend type. Maar in dit hoek. je ben je veilig. De meesten weten niet, dat ik de rookkamer naar dezen vleugel verplaatst heb." „Ik vind het een groote verbetering." De gravin keek hem tersluiks aan, maar zei doodonschuldig: „Ja, dat vindt Gerard ook." Toen liet ze hem aan zijn brieven over, na hem uitgenoodigd te hebben tot een gezellig praatje in haar boudoir na de thee. , Zoo, Gerard vond deze kamer ook prettig! Hij had Miss Bush naar het Hoogerhuis vergezeld. Zij dineerde in Brook Street. Mordryn fronste de wenkbrauwen. Zoo geleek hij sprekend op den ijzeren hertog. Hij begon zelfs niet aan den brief, dien hij schrijven wilde. Zijn geest was verstrooid. Ieder woord, door Katharina gesproken, had een diepen indruk op hem gemaakt. De vader vendumeester, de grootvader slager! En dit meisje een weergaloos wezen, geschikt voor een troon! Maar al was zij geschikt voor den hemel, dan nog bleven er onoverkomelijke hinderpalen bestaan, zelfs voor een gewonen omgang met haar. Hij dacht er over om Zondagavond te vertrekken. Weer fronste hij de wenkbrauwen. Gerard Strobridge was een 'knappe kerel. Seraphim aanbad hem — hij was hier vaak — hij vond de rookkamer gezellig I Wanneer hij heden met zijn vriendin alleen was, moest hij het gesprek op de een of andere wijze op Gerard trachten te brengen. Toen begon hij weer alles wat Katharina gezegd had, tot in de kleinste bijzonderheden toe, te overdenken. Wat een wonderbaar meisje! Hoe belachelijk waren toch die standsvooroordeelen! Hoe totaal verkeerd de beschouwingen dor menschen. Onder het theeuurtje sprak hij niet met Miss Bush, maar hij bleef zich steeds bewust van haar tegenwoordigheid, zoodat zijn humeur, toen hij zich in Lady Garribardine's zitkamsr bevond, nog gemelijker was.
■w
HIER HEEFT U EEN AFBEELDING VAN DE BEROEMDE
99
Godfried de Groot
BINIINI©M"'-M1imËILË
^an Êuykenstraat 2a, Tel, 28474 Amsterdam
=— HET MELKDIEET VOOR DE HUID —a
's Morgens en 's avonds gebruikt voor het wasschen van het gezicht, zult U spoedig bemerken.
dat Uw teint gezond, Uwe huid zacht, gaaf en stevig wórdt en kleine huidaandoeningen verdwijnen.
Specialiteit in moderne en artistieke foto's y\en ile de vele reproducties van on» werhin„?telWeefeblad,'Clnemaa
ADVERTEERT IN „HET WEEKBLAD" CINEMA & THEATER HET BLAD voor geïllustreerde reklame Knip deze advertentie uit, zend ze met 50 cent In postzegels aan France-Import, Rijnstraat 5, Den Kaar; en U ontvangt een keurig doosje monsters.
VRAAGT OFFERTES
ikaaiytanspeedzh Opdat Uw haar na het wasschen mooi glanzend wordt, bevat „Shampoon met den zwarten Kop" een pakje „Haarglanspoeder met den zwarten Kop" gratis.
Het poeder verhoogt de uit-
werking van een hoofdwassching ten zeerste.
Neemt U eens
een proef! Het groene, echte pakje „Shampoon met den zwarten Kop" in cellophaan verpakt, met het nieuwe haarglanspoeder, kost 20 cent.
Haarglanspoeder met den zwarten Kop -•
»
is ook afzonderlijk verkrijgbaar, per doosje inhoud 4 pakjes 35 cent.
seuumw&ss FOTO SCHNEIDER
Shampoon met den zwarten Kop
. ^^m
met fiaarg&vnspo'ecLer
-»»*•*■» ta*"«»-
VOOR NEDERLAND EN KOLONIEN C. F. VAN DUL h. ZOON. DORDRECHT
VIIJN PIEPA
- 30
Eggagssga - 31 -
OB KERMÏ
MUZEK: DAAN NIEUWENHUUSBN
TBKST: FREDDY VAN NEREVALK %
'tVVii^ ter.wiophet iel óorfo <*)rfcu ^^
i
3^1 gü K
o /s
^^
f!3 ./^-t-
5
-.
» r y ^ f 7
i
jon.aenèeH óe metejes,äieä&ni.tener[\xtui
tVb$ fer.wtó^het UMöI
te *
AAM
.*m
i
Je öpeél.lul^ jseelden lu^... tig,
hAHd
^P
preiwxßrt.Qe..meen,
KeriC mhcpt Und Muit iverklijkker. mtó vie...»«11,1(6
Zij bloosde als een roosje. Die aardige Clasien, Want wat deed onze rakker Toen niemand hem kon zien? Hij stal van haar een kusje. Nog een... en nog eens weer. Het scheen hem te bevallen: Hij deed het telkenkeer I
Clasien, de mooie dochter Van Pronk, den molenaar, Bn Gerrit van den bakker. Die zochten steeds mekaar! Zij waren aldoor samen En onder 't dansen door. Fluisterde lieve woordjes Hij teeder in haar oor!
Al
J?e
.leen.'
't Was kermis op het dorp, 't Was kermis op het tend. Clasien en bakker Gertit, Die dansten hand aan hand Maar nu als jonggehuwden. Als zeer gelukkig paart Dat speelde èn de liefde, Èn oök de kermis klaar I
OEEN INDISCHE VERLOFOANOER KAN BUITEN EEN ,,
..HIS MASTER'S VOICE MET EEN
.
imMasfenMiicerl NBUWSIE PUWEN
■tncTamanmn! RUMsansuauu ,
S«EN6ÉB
P«&5ftae+6 BOMOBlBMarr «*« W.
GRAMOPHONE.
HET WARE TROPEN^INSTRUMENTr ENORME KEUZE VAN DE NIEUWSTE MODELLEN, BIJ:
N.V. WILLEM SPRENGERN
GRAMOPHONE-HANDEL
PASSAGE 46, L, v. MEERDERVOORT 60a en 453, DEN HAAG STEEDS HET NIEUWSTE [ STEEDS HET BESTE f GEGARANDEERD ZEEWAARDIG EMBALLEEREN
Redactie en Administratie: Oalgewater 22, Lelden. Tel. 700
Verschijnt wekeHJks