•••
w
Smt-Oedenrode gemeente VERSLAG
~~~~~_~~~_~
-4I_M_o_n_u_m_en_t_en_c_o_m_m_is_s_ie
[Datum
_
102-12-2014
[~~~~gle~~~i~-_~o_r
+_~-v-a-n-G-e-r-ve-n--------------------__________________________
I Aanwezig
~
Voorzitter H. Maas Secretaris C. Kerstholt I De heerT. van Gerven I De heer H. Buijks De heer H. van Kuijk De heer S.van Griensven De heer C. van Laarhoven
i t
I
I I
I I
I Afwezig
i Kopie
Aan- en afwezigen, college, DT
aan
I Volgende
6 januari 2015
vergadering
--------=l---------,I
r1_-.~e-n-d~-p-u-n-t--,-O-n-d-e-r-w-e-r-p-e-n-v-e-r-sl-a-g---------------------
11
Opening
!
De voorzitter opent om 19.40 uur de vergadering. Er is een agendapunt toegevoegd, te weten:'3d Cultuurhistorisch bescherming Knoptoren e.o: In verband met de bezoekers inzake agendapunt worden
2.
6 'Verbouw
advies aanpak gebiedsgerichte
Schijndelseweg
13' zal dit eerst
behandeld.
Vaststellen
verslag
Naar aanleiding
7 oktober
2014
van agendapunt
2 (vaststellen
van verslag 8 april 2014) merkt de heer Van
Griensven op dat de zin 'De commissie is van mening dat de kwaliteit van het proces onvoldoende recht doet aan het belang van het object' (blz. 2) niet juist geformuleerd is. De commissie heeft het proces als zodanig namelijk niet kunnen beoordelen. Na 'proces' wordt de zinsnede toegevoegd 'en de inhoud van het rapport: Er worden twee tekstuele aanpassingen gedaan: op blz. 4 wordt de naam van de heer Van 'Grienven' gecorrigeerd in 'Griensven. en op blz. 5 wordt het woord 'Allen' gecorrigeerd in 'Alleen: Het verslag van 1 oktober
2013 wordt met de genoemde
correcties vastgesteld.
I Ingekomen
! 3a_
stukken
en mededelingen
Stand van zaken aanwijzing
!
kerk De Goede Herder
I
I
I Het college van B&W heeft nog geen definitieve keuze gemaakt over de aanwijzing van de kerk De Goede Herder tot gemeentelijk monument. Dit in verband met de (on)mogelijkheden voor een geschikte herbestemming en in relatie hiermee het in te nemen standpunt over het herbestemmingsonderzoek van BRO en het hierover door de commissie uitgebrachte advies.
I Op 3 november
2014 heeft een bestuurlijk-ambtelijk
1/7
overleg
plaatsgevonden.
Vervolgens
_______________
heeft
I
J
op 17 november 2014 een bestuurlijk/ambtelijk overleg met het parochiebestuur en BRO plaatsgevonden. Hierin is afgesproken dat BROeen plan van aanpak zal opstellen om te komen tot een verdiepingsslag met betrekking tot de herbestemmings- en ontwikkelingsmogelijkheden van het object. De heer Van Griensven vraagt zich af hoe de parochie staat tegenover het voorstel om via een studieproject aan de Academie voor de Bouwkunst Amsterdam een verdiepingsslag te maken. De heer Kerstholt licht toe dat BROtijdens het overleg heeft aangegeven dat het rapport niet als een definitief stuk moet worden aangemerkt en dat het de bedoeling was om nog een verdiepingsslag te maken. Afgesproken is dat BROgaat nadenken hoe deze verdiepingsslag te maken. De suggestie van de heer Van Griensven wordt daarin meegenomen. Op 15 december 2014 heeft de heer Van Wetten van BROeen overleg met de wethouder waarbij duidelijk zal worden hoe de parochie verder wil gaan. Daarnaast deelt de heer Kerstholt mee dat een initiatiefnemer met de wethouder een gesprek heeft gehad over het mogelijke gebruik van de kerk als speel-/klimpaleis. Onder voorbehoud van voldoende parkeerplaatsen lijkt het initiatief te passen binnen de bestemming. De heer Kerstholt heeft de heer Van Der Heijden van het parochiebestuur geïnformeerd over het initiatief. De heer Van der Heijden heeft aangeven open te staan voor een gesprek, maar daarbij wel opgemerkt dat het bisdom kritisch is op met name horeca-activiteiten. De heer Maas merkt op dat het bisdom in het algemeen weliswaar open staat voor mogelijkheden, maar wel wil blijven sturen. Het blijft lastige problematiek en het bisdom voert haar eigen beleid. De heer Van Griensven vraagt wat het standpunt van B&W is. De heer Kerstholt geeft aan dat B&W open staan voor suggesties, maar daarbij wel de voortgang van het proces willen bewaken. Het initiatief ligt primair bij de parochie als eigenaar. De heer Van Griensven geeft aan dat het studieproject in juni 2015 (eind 1 semester) afgerond zou zijn. De heer Maas sluit af met de conclusie dat de procedure zijn vervolg krijgt. Voor kennisgeving aangenomen. Voortgang actualisatie gemeentelijke
monumentenlijst
In de vergadering van 8 april 2014 is een groslijst geselecteerd van potentieel (nieuwe) gemeentelijke monumenten voor onderzoek en opstellen van redengevende omschrijvingen. Het college van B&W heeft deze groslijst vastgesteld. Er zijn vervolgens een viertal bureaus uitgenodigd voor het uitbrengen van een offerte voor het opstellen van de redengevende I omschrijvingen voor zowel de monumentwaardige objecten als voor de bestaande I monumenten. De offertes zijn inmiddels beoordeeld. Ervindt nog afstemming plaats met het beoogde bureau dat de economisch meest voordelige aanbieding heeft gedaan. De heer Kerstholt deelt mee dat de opdracht deze week zal worden verstrekt. I
I Als 1e stap in het proces zal een startoverleg met de Monumentencommissie worden ingepland. I Hierin wordt met de commissie o.a. de lijst van objecten doorgesproken, kan kennis worden ! gedeeld en zal worden besproken welke objecten volgens de commissie in aanmerking komen I voor interieurbeschrijvingen. Aan de commissie wordt gevraagd hierover alvast na te denken. lOok zal vervolgens een informatiebijeenkomst voor de eigenaren/gebruik~rs wor?en ingepla~
2/7
I I :
I
De heer Van Griensven vraagt zich af of bij de keuze van het bureau niet alleen de prijs maar ook andere criteria bepalend zijn geweest. De heer Kerstholt licht aan de hand van de offerteaanvragen toe wat de voorwaarden zijn geweest (zoals de eis voor ervaren waardenstellers), en welke rol en bijdragen van het bureau wordt verwacht (zoals het beleggen van een infobijeenkomst en de behandeling van eventuele zienswijzen). Er is een voorselectie gemaakt van bureaus waarvan je mag verwachten dat de benodigde kennis aanwezig is. De offertes zijn beoordeeld en kortgesloten met de wethouder. Er is één bureau dat eruit springt, maar waarbij nog wel enkele puntjes op de i moeten worden gezet. De heer Van Griensven vindt dat kwaliteit een beslissende waarde moet hebben en dat een visie moeilijk in geld is uit te drukken. In reactie daarop geeft de heer Maas aan dat de beschrijvingen moeten voldoen aan de criteria van de Rijksdienst. De heer Kerstholt licht toe dat de 2 bureaus met de laagste kwaliteitsscore ook de hoogste prijs offreren. Bij een 3" bureau ontbreken zaken. Twee bureaus scoren qua kennis en ervaring goed. Hiervan is er één die - onder voorbehoud van enkele aanpassingen - prijstechnisch het meest gunstig is. De heer Kerstholt geeft aan pas namen te willen vrijgeven nadat hij de bureaus persoonlijk in kennis heeft gesteld. Voor kennisgeving aangenomen. 3c.
Subsidieverzoek Markt 11 In de vergadering van 7 oktober 2014 heeft de commissie het eerder per e-mail uitgebrachte advies formeel bekrachtigd door in te stemmen met de geplande onderhoudswerkzaamheden aan het pand Markt 11 (gemeentelijk monument), en met het vaststellen van de subsidiabele kosten op € 8.367,60. Het betreft herstelwerkzaamheden aan het houtwerk van kozijnen, aanpassingen aan vensterluiken en het uitvoeren van schilderwerk. Per mail d.d. 27 oktober 2014 is de commissie in kennis gesteld dat de werkzaamheden naar behoren zijn uitgevoerd en dat het subsidiebedrag a € 4.183,80 (50% van € 8.367,60) zal worden uitgekeerd. Het subsidiebedrag is inmiddels uitgekeerd. Voor kennisgeving aangenomen.
3d.
Cultuurhistorisch
advies aanpak gebiedsgerichte
bescherming Knoptoren e.o.
In de vergadering van 5 maart 2013 heeft de commissie, met inachtname van een aantal opmerkingen m.b.t. door de commissie geconstateerde omissies, ingestemd met de conceptnota "Cultuurhistorisch advies aanpak gebiedsgerichte bescherming Knoptoren e.o," Voorts is de bouwhistorische rapportage van de Knoptoren en -kerk in het rapport verwerkt. Ook is ambtelijk overlegd met de opsteller van het rapport op welke wijze de gebiedsgerichte , bescherming moet worden verwerkt in de bestemmingsplannen 'Sint-Oedenrode Oost' en 'Bultenqebled' Daarbij is uitgangspunt om de bestemmings-benamingen en -bepalingen af te stemmen op die in het bestemmingsplan 'Centrum: I Momenteel wordt een bestemmingsplanherziening voor het Buitengebied voorbereid, waarin de nieuwe regels binnen het dorpsgezicht opgenomen zullen worden. Gestreefd wordt naar vaststelling in mei 2015. Op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening is het mogelijk dat I
_~~~~~----l
3/7
het beschermende bestemmingsplan (in dit geval dus het bestemmingsplan "Buitengebied Sintwordt vastgesteld vóór de aanwijzing als beschermd stads en of dorpsgezicht.
Oedenrode")
Voor het plan Sint-Oedenrode Oost wordt een aparte herziening in verband met het dorpsgezicht voorbereid. Deze zal in 2015 tegelijk met de aanwijzing gebiedsbescherming door de gemeenteraad worden vastgesteld. Dit is dus na de vaststellingsprocedure voor de herziening van het bestemmingsplan "Buitengebied Slnt-Oedenrode" Het eindconcept is niet inhoudelijk gewijzigd in vergelijk met de versie waar de commissie in maart 2013 mee heeft ingestemd. In verband met ontwikkelingen bij de boerderij van Bekkers licht de heer Kerstholt toe dat hier op basis van het huidige bestemmingsplan al geen bebouwing is toegestaan, en dus nu al bescherming geniet. Aan een ontwikkeling wordt alleen meegewerkt als dit aan het gebied ten goede komt. De heer Kerstholt geeft aan dat de commissie eerder al inhoudelijk met de concept-nota heeft ingestemd. Voordat het aan het college wordt voorgelegd, is het van belang dat de commissie kennis neemt van het eindconcept. De heer Van Kuijk merkt op dat de benaming van Kerkdijk 4 als landarbeidershuis niet correct is. De heer Van Laarhoven vraagt wat het verschil is tussen 'Waarde - Cultuurhistorie 1 en 2: Geconcludeerd wordt dat dit lastig te beantwoorden is, maar dat het bestemmingsplan een juridische vertaling is van de te behouden waarden zoals opgenomen in het beschermd dorpsgezicht. Er wordt afgesproken dat deze en overige opmerkingen per e-mail kunnen worden doorgegeven aan de heer Kerstholt. De heer Van Laarhoven vraagt of de schriftelijke opmerkingen die de heer De Visser destijds heeft gemaakt, in het rapport zijn verwerkt. Aangezien de concept-nota in de vergadering van 5 maart 2013 is besproken, en dit op 13 maart 2013 is aangepast, wordt er van uitgegaan dat de opmerkingen inderdaad zijn verwerkt. Voor kennisgeving aangenomen. Vergaderdata 2015
4.
Voorgesteld wordt om de vergaderdata voor het jaar 2015 op elke 1e dinsdag van de maand in te plannen (zoals gebruikelijk). Dit betreft de volgende data: 6 januari, 3 februari, 3 maart, 7 april, 5 mei*, 2 juni, 7 juli, 1 september, 6 oktober, 3 november, en 1 december. Indien er geen/onvoldoende onderwerpen zijn komt de vergadering te vervallen. Dringende zaken zullen per e-mail aan de commissie worden voorgelegd. De commissie stemt in met de voorgestelde data. Er wordt afgesproken dat op 6 januari 2015 het startoverleg met het bureau plaatsvindt dat de redengevende omschrijvingen gaat opstellen van de (potentiële) gemeentelijke monumenten.
*
I I
I
Per mail d.d. 3-12-2014 is aan de commissieleden meegedeeld dat de datum van 5 mei bij I nader inzien komt te vervallen. Het is dan namelijk Bevrijdingsdag en het gemeentehuis is daJn gesloten. In de maand mei zal vooralsnog geen vergadering worden ingepland.
I
L_
4/7
15.
Gebiedsgerichte
onderzoeken wooncomplexen
! Het college
I
van B&W heeft het advies van de commissie overgenomen om voor een aantal wooncomplexen gebiedsgerichte onderzoeken te laten uitvoeren. Hiervoor is opdracht verstrekt aan Cuijpers Advies Projectbureau Ruimtelijke Ontwikkeling b.v. In de vergadering van 7 oktober 2014 heeft de commissie in het bijzijn van de heer Cuijpers het plan van aanpak besproken. In vervolg hierop heeft de commissie op 31 oktober 2014 de wooncomplexen bezocht. Daarbij is afgesproken dat de heer Cuijpers een rapportage zal aanleveren betreffende de te behouden of te beschermen historische waarden van de bezochte gebieden. Deze rapportage is inmiddels ontvangen en ligt nu ter advisering voor. De heer Maas stelt voor om elk gebied afzonderlijk te bespreken.
Wijk Dommelrode De heer Van Griensven merkt op dat het groen aan de zuidzijde onderdeel uitmaakt van de karakteristiek van de wijk, en stelt voor om de begrenzing van het gebied te verleggen tot aan de zuidelijke Randweg. De commissie stemt hiermee in. Ook stemt de commissie in met het opgenomen advies (beschermen van de stedenbouwkundige opzet/kwaliteit in het bestemmingsplan, en het invoeren van een beperkt welstandstoezicht voor de voorgevels van de woningen Dommelrodelaan 16 t/m/ 34 en Jonker Marcus van Gerwenlaan 14 t/m/ 32). Volledigheidshalve geeft de heer Van Gerven aan dat de gemeenteraad heeft besloten het welstandstoezicht o.a. in deze wijk los te laten. De heer Van Griensven informeert of het (openbaar) groen en de bomen straks beschermd zijn. De heer Kerstholt noemt daarbij de optie om een beeldkwaliteitsplan op te stellen, op basis waarvan de beeldkwaliteit kan worden beschermd. Mater Lemmenstraat Er wordt opgemerkt dat het historische verhaal eigenlijk niet thuis hoort in dit document. De commissie stemt in met het opgenomen advies (een los blokje op zich bezit onvoldoende cultuurhistorische waarde om voor bescherming in aanmerking te komen). De commissie beveelt aan om de bestaande situatie/sfeer (ook binnenkanten) fotografisch te documenteren. Hierbij wordt een beroep gedaan op de Heemkundige Kring. Kofferen De commissie stemt in met het opgenomen advies (het beschermen van de karakteristiek van het gebied bij de eerstvolgende herziening van het bestemmingsplan). Christinaweg De heer Van Laarhoven merkt op dat slechts enkele woningen door twee gezinnen in gebruik waren. De commissie stemt in met het opgenomen advies (het geheel heeft te weinig cultuurhistorische waarde om voor bescherming in aanmerking te komen). . II Ph'l' lippusstraat en omgeving I De heer Van Griensven constateert dat de begrenzing van het gebied nabij de oevers/parkachtig gebied te eng is. De commissie stemt in om de begrenzing enigszins te verleggen. I Ook stemt de commissie in met het opgenomen advies (het beschermen van de I (stedenbouwkundige) karakteristiek van de buurt bij de eerstvolgende herziening van het I bestemmingsplan, en geen aanvullende maatregelen voor de architectonische invulling).
5/7
I
I
1
I
I I I
I De heer Kerstholt zal de opmerkingen van de commissie met de heer Cuijpers doorspreken.
6.
Verbouw Schijndelseweg
13
In de vergadering van 5 maart 2013 is in het bijzijn van de toenmalige eigenaar zijn verzoek voor de sloop/bouwmogelijkheden van het pand aan de Schijndelseweg 13 besproken. Vervolgens hebben de heer Van Kuijk en de heer Van Gerven op 21 maart 2013 de situatie ter plaatse met de eigenaar opgenomen en doorgesproken. In de vergadering van 4 juni 2013 heeft de commissie vervolgens advies uitgebracht over de sloop-/bouwmogelijkheden van het pand. Het pand is inmiddels in eigendom van de heer en mevrouw Van Rooij. Op 24 november 2014 is een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor een verbouwing/aanpassing van het pand. De heer en mevrouw van Rooij zijn aanwezig en lichten het plan toe. De heer Van Rooij geeft aan het pand te willen laten voldoen aan de huidige woonwensen, en daarbij de authenticiteit van het pand te willen behouden. De stal wordt bij de woning getrokken, ter plaatse van de staldeur wordt een kozijn (terugliggend) geplaatst. De voorgevel blijft intact met openslaande deuren. Ook de rechtergevel blijft intact. De achterkant is echter slecht en ze willen dat met gepotdekselde delen verdoezelen. Ook willen ze uitzicht creëren door het aanbrengen van een dubbele tuindeur. Het gestucte rechtergedeelte van de achtergevel blijft intact. De heer Van Laarhoven merkt op dat het raampje in de rechtergevel niet in de plattegrond terugkomt. De heer Van Rooij licht toe dat dit te maken heeft met het feit dat het raampje hoger dan l,S meter boven de vloer wordt aangebracht. De heer Van Kuijk vraagt of de raamkozijnen worden gehandhaafd en of er sprake zal zijn van één ruit achter de staldeuren. De heer Van Rooij geeft aan dat dit inderdaad het geval is. De heer Van Kuijk vindt het een prima plan. De heer Van Laarhoven vraagt of de staldeuren in een bepaalde hoek open blijven staan. De heer Rooij geeft aan dat dit nog niet bekend is en nader wordt bezien. Aan de bestaande gehengconstructie wijzigt echter niets.
1
1
I
I
'
I 1
~
De heer Van Griensven doet een aantal aanbevelingen: de tuindeuren op dezelfde manier te benaderen/uit te voeren als bij de voorkant, de dakramen verfijnder, met stijltje en niet vierkant maar (staand) rechthoekig uit te voeren, en om de deur meer een schuur-uitstraling te geven. De heer Buijks vindt het een sympathiek plan en vindt dat op een goede manier is omgegaan met het voorgaande advies. De heer Kerstholt deelt mee dat het pand is opgenomen op de groslijst van potentieel nieuwe gemeentelijke monumenten. Tegen het aanwijzen van een pand als gemeentelijk monument bestaan bezwaarmogelijkheden, maar er bestaan ook voordelen in de vorm van een gratis ~ abonnement op de Monumentenwacht, en subsidiemogelijkheden (€5.000,- per 5 jaar of voorj i I nieuwe monumenten het dubbele voor de le 3 jaar). Kanttekening is dat het pand op dit moment I nog niet is aangewezen en dat subsidie moet zijn toegekend voordat met de werkzaamheden I I kan worden begonnen. I De heer Van Kuijk heeft tekeningen en informatie van het pand ter beschikking, waaruit de I ~lg_e_S_Ch_i_e_de_n_i_s_va_n __he_t_p_a_n_d_b_l_ijk_t_.
6/7
~I
De heer Maas concludeert dat de commissie positief is over het plan dat voorligt. De eigenaar gaat met respect om met het pand, waarvoor de commissie haar waardering uitspreekt. De door de commissie gemaakte opmerking zijn tips, waarmee de eigenaar zijn voordeel kan doen. Voorts zijn de leden van de commissie altijd bereid om de eigenaar bij te staan met gratis advies.
7.
Overige in te brengen agendapunten
I
I
Er is een agendapunt aan de agenda toegevoegd, te weten:'3d Cultuurhistorisch advies aanpak gebiedsgerichte bescherming Knoptoren eo;
8.
Rondvraag De heer Van Kuijk wijst op de vele veranderingen bij/rondom de locatie Waterhoef 2. De gracht is verlegd en er zijn diverse eiken bomen gekapt. Hij vraagt zich af hoe dat allemaal heeft kunnen gebeuren. De heer Kerstholt geeft aan dat primair het team Handhaving daarin actie heeft. Destijds is e.e.a.ingebracht met betrekking tot archeologie. Onduidelijk is of de bomen beschermd waren en/of sprake is van illegale kap. Erwordt kennis genomen van de signalen en het team Handhaving zal hiervan in kennis worden gesteld. De heer Van Kuijk merkt voorts op dat enkele bomen nabij de Knoptoren zijn gekapt. Hij vindt dit I prima omdat daarmee het zicht op de Knoptoren is verbeterd. De heer Van Laarhoven informeert naar de stand van zaken met betrekking tot de restauratie van het Sint Paulusgasthuis. De heer Kerstholt deelt mee dat de restauratie eerder is besproken in de commissie, maar dat de planning is opgeschoven in verband met mogelijke participatie van externen. De gebruikers van het pand komen bijeen om te komen tot een opdracht aan de architect. Een uitbreiding is een eventuele plus-variant. In het belang van de voortgang van de restauratie en om de subsidie niet in gevaar te brengen is afgesproken dat de oplevering medio november 2015 plaats dient te vinden. De heer van Kuijk vraagt of het klimatologische aspect daarbij de nodige aandacht krijgt. Vanwege het museaal gebruik van het pand dient de kwaliteit voor de langere termijn te worden bekeken. De heer Kerstholt bevestigt dat hiermee rekening wordt gehouden en dat er een verbetering van de huidige situatie zal ontstaan. I Op het moment dat er meer duidelijkheid is zal dit aan de commissie worden voorgelegd.
I Sluiting I Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om 21.45 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 6 januari 2015 de voorzitter,
CAM. Kerstholt
7/7