Kwaliteitsmonitor fietsregio’s 2015 mei 2015
Kwaliteitsmonitor fietsregio’s 2015
Stichting Landelijk Fietsplatform – mei 2015
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
1 2
2
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Inhoudsopgave Samenvatting 1.
2.
3.
4
Inleiding
6
1.1.
Nederland Fietsland
6
1.2.
Aanleiding kwaliteitsmonitor fietsregio’s
9
1.3.
Indeling publicatie
9
Opzet vernieuwde kwaliteitsmonitor
10
2.1.
Voorbereiding door werkgroep met regiopartners
10
2.2.
Opzet
11
2.3.
Kwaliteitscertificering
11
2.4.
Fietsregio’s – de provincies
13
Kwaliteitsmeting
15
3.1.
Beoordelingskader
15
3.2.
Resultaten onderdeel 1: kwaliteit routenetwerken
16
3.3.
Hoofdindicator 1.1: uitvoering routenetwerken Hoofdindicator 1.2: beheer en onderhoud routenetwerken
Resultaten onderdeel 2: kwaliteit randvoorwaarden -
4.
blz.
Hoofdindicator Hoofdindicator Hoofdindicator Hoofdindicator Hoofdindicator
2.1: 2.2: 2.3: 2.4: 2.5:
aantrekkelijkheid omgeving voorzieningen langs de route provinciale betrokkenheid toegankelijkheid route-informatie algemeen oordeel
Totaalbeeld en conclusies
16 20 32 32 32 34 36 37 39
Bijlagen A.
Rapportage per provincie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55
B.
Vragenlijst provinciaal beleid
56
C.
Lijst met personen die hebben gereageerd
66
D.
Uitleg CVO en CVTO
67
E.
Bronnen/ verantwoording
69
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
3 2
Samenvatting Dat Nederland bij uitstek een land is om er met de fiets op uit te trekken behoeft geen betoog. Jaarlijks stappen miljoenen mensen op de fiets voor een korte of langere recreatieve fietstocht. Om deze grote belangstelling vast te houden is het zaak te blijven investeren in het recreatieve fietsen. Een belangrijke en grote stap is gezet met de ontwikkeling van de recreatieve fietsroutestructuur: een netwerk van maar liefst 31.000 km Landelijke Fietsroute (LF-route) en aansluitende regionale knooppuntroutes. Sprake is van een nagenoeg landsdekkend netwerk. Het komt nu aan op het borgen en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de recreatieve fietsmogelijkheden. Verder op aanvullende productontwikkeling en promotie. Dit zijn de basisvoorwaarden om meer bewoners en bezoekers te verleiden op de fiets te stappen, om actief te genieten van ons mooie fietsland en de mooie fietsregio’s. De concurrentie, ook in het buitenland, kan daarmee een stapje voor worden gebleven. De afgelopen jaren zijn er diverse vergelijkende onderzoeken gedaan naar het fietsproduct van verschillende regio’s. Veel van deze onderzoeken zijn uitgevoerd op initiatief van één of enkele provincies en toeristische regio’s; deze maken een landelijke vergelijking niet mogelijk. Ook zijn er diverse websites die een eigen onderzoek doen naar de mooiste of de populairste fietsregio. Verschillende provincies en/of regio’s claimen op basis van deze onderzoeken dat zij fietsregio nr. 1 van Nederland zijn. Doordat vaak slechts een beperkt aantal indicatoren wordt meegenomen, zijn deze onderzoeken niet 100% representatief voor heel Nederland. De kwaliteitsmonitor is een benchmark die regio’s moet prikkelen om het recreatieve fietsen in Nederland op een hoog niveau te houden en/of naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Het Fietsplatform heeft, vanuit haar onafhankelijke positie, initiatief genomen voor het ontwikkelen en uitvoeren van dit landelijk vergelijkend onderzoek naar de kwaliteit van fietsregio’s. Dit is een effectief instrument gebleken voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en -verbetering. De kwaliteitsmonitor 2012 en 2013 kreeg veel aandacht en hebben kwaliteitsimpulsen gestimuleerd. In 2014 is geen kwaliteitsmonitor uitgebracht, dat jaar is gebruikt om samen met regionale partners te werken aan een herziening van de monitor. De kwaliteitsmonitor 2015 richt zich nu alleen op de Nederlandse provincies en kent een verbeterde opzet. De gemeten gegevens hebben betrekking op 2014. Gebleven is het sterrensysteem, waarbij regio’s 1 tot 5 sterren kunnen krijgen. Het gaat hier dus niet zozeer om wat de beste regio is maar wat hun “sterrenstatus” is. Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio’s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio’s ook mogen gebruiken in hun uitingen. De kwaliteitsmonitor 2015 bestaat nu uit twee onderdelen: 1. de kwaliteit van het routenetwerk (knooppunt- en LF-routes) en 2. de kwaliteit van de randvoorwaarden. Per onderdeel zijn hoofdindicatoren uitgewerkt. Voor de kwaliteit van het routenetwerk zijn dat: a) uitvoering en b) beheer en onderhoud. Voor de kwaliteit van de randvoorwaarden zijn dat: a) aantrekkelijkheid van de omgeving, b) voorzieningen langs de routes, c) provinciale betrokkenheid, d) toegankelijkheid van de routeinformatie en e) het algemene oordeel van de consument. Elke hoofdindicator heeft verschillende meetbare subindicatoren. De kwaliteit van het routenetwerk is rechtstreeks beïnvloedbaar door de beheerders van de regionale netwerken en het LF-net. De provincies hebben, meer dan de beheerders, direct of indirect invloed op de randvoorwaarden. Voor beide onderdelen
4
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
geldt dat het oordeel is opgebouwd uit een combinatie van objectief meetbare zaken, antwoorden van provincies op vragen en een consumentenoordeel. De scores op de onderdelen zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor iedere provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige en realistische beoordeling te komen. Uitvoering, beheer en onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%). Bij de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Flevoland wilde als enige provincie niet meewerken aan de kwaliteitsmonitor. Men was niet bereid de vragenlijst in te vullen. Omdat hierdoor te weinig gegevens beschikbaar zouden zijn is besloten Flevoland geheel buiten de meting te houden. Onderstaande tabel toont een totaaloverzicht van de scores en de toegekende sterren. Geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van het aanbod voor de recreatieve fietser over het algemeen voldoende op peil is. Niet één provincie scoort minder dan drie sterren. Dit spoort met het beeld dat ons fietsland geen slechte fietsregio’s kent.
-
Limburg
(Flevoland)
242
Noord-Brabant
Gelderland
296
Zeeland
Overijssel
312
Zuid-Holland
Drenthe
315
Noord-Holland
Friesland
273
Utrecht
Groningen
score provincies
wegingspercentage
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
Tabel 1: samenvattend overzicht totaalscore
308
166
169
307
269
267
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore kwaliteit LF-en knooppuntnetwerken
344
65,2%
percentage van de maximale score
79,4% 91,6% 90,7% 86,0% 70,3%
omgerekend: subresultaat routenetwerk (0-5 sterren)
-
3,97
4,58
4,53
4,30
3,52
-
122
167
169
154
122
-
89,5% 48,3% 49,1% 89,2% 78,2% 77,6% 4,48
2,41
2,46
4,46
3,91
3,88
160
121
97
133
133
105
2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore kwaliteit randvoorwaarden
184
34,8%
percentage van de maximale score
66,3% 90,8% 91,8% 83,7% 66,3%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
528
100,0%
-
87,0% 65,8% 52,7% 72,3% 72,3% 57,1%
3,32
4,54
4,59
4,18
3,32
-
4,35
3,29
2,64
3,61
3,61
2,85
395
482
481
450
364
-
468
287
266
440
402
372
74,8% 91,3% 91,1% 85,2% 68,9%
-
88,6% 54,4% 50,4% 83,3% 76,1% 70,5%
3,74
4,56
4,55
4,26
3,45
-
4,43
2,72
2,52
4,17
3,81
3,52
4
5
5
4
3
-
4
3
3
4
4
4
Hoewel door wijzigingen van de opzet van de monitor een één op één vergelijking niet helemaal opgaat, vallen een aantal ontwikkelingen ten opzichte van 2013 op: −
Friesland en Drenthe komen nu beide aan het maximaal aantal van vijf sterren. Dat waren er in 2013 nog vier. Friesland scoort daarbij zeer hoog wat betreft de uitvoering van het routenetwerk. Drenthe onderscheidt zich met zijn uitstekende organisatie en uitvoering van het beheer en onderhoud.
−
Utrecht, Noord-Brabant en Limburg hebben er ook een ster bij gekregen en komen nu net als Groningen, Overijssel en Zeeland uit op vier sterren.
−
Gelderland is een ster kwijtgeraakt en is binnen de kwaliteitsmonitor nu op drie sterren uitgekomen. Dit heeft vooral te maken met de situatie op de Veluwe waar tot eind 2014 door het wegvallen van de regionale netwerkbeheerder (faillissement) geen afspraken waren over het beheer en onderhoud.
−
Noord-Holland en Zuid-Holland zijn op drie sterren blijven staan maar zitten daarbij wel dicht bij de ondergrens.
Voor alle provincies geldt dat nog winst te behalen is, met name wat betreft beheer en onderhoud en de organisatie daar rond omheen, inclusief digitalisering. Verder ook wat betreft het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming).
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
5 2
1.
Inleiding
1.1.
NEDERLAND FIETSLAND
Nederland mag met recht een fietsland worden genoemd. Niet alleen is fietsen in ons land een heel handige en efficiënte manier om van A naar B te komen, het is ook bij uitstek een activiteit om te genieten van natuur en landschap, om erop uit te trekken voor een korte of langere recreatieve tocht. De basisomstandigheden voor het maken van recreatieve fietstochten in ons land zijn in principe ideaal: veel afwisseling op korte afstanden, weinig hoogteverschillen en veel paden en wegen. Routes, maar ook aanvullende voorzieningen zoals afstappunten (o.a. horeca) maken de fietsmogelijkheden compleet. Wat betreft recreatieve routes is de afgelopen jaren in Nederland in een hoog tempo een groot aantal regionale netwerken op basis van knooppuntroutes ontwikkeld. In 2014 kwam daar het netwerk van Flevoland bij. Inmiddels is sprake van een landsdekkend aanbod van deze knooppuntnetwerken. De regionale fietsnetwerken sluiten aan op het landelijke netwerk van LF-routes (landelijke fietsroutes).
2006
2014
De routenetwerken – het LF-net en de regionale fietsnetwerken op basis van knooppunten – bieden de fietser een uitgebreide, aantrekkelijke selectie uit het aanbod van paden en wegen in ons land; ruim 30.000 kilometer route, waarvan 4.500 km LF-net. Op basis van deze recreatieve fietsroutestructuur kan de fietser eenvoudig zelf een route naar keuze samenstellen maar worden ook vele thematische routes
6
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
aangeboden. De twee soorten netwerken zijn daarbij complementair; ze vullen elkaar aan, ook qua doelgroep. Het LF-net is met name bedoeld voor lange-afstand tochten, zoals fietsvakanties. De knooppuntnetwerken zijn vooral populair voor kortere (dag)tochten. De routenetwerken blijken een groot succes; zowel de LF-routes als de knooppuntroutes worden goed gebruikt, investeringen worden snel terugverdiend. In 2014 resulteerden de LF-routes volgens recent onderzoek in 2 miljoen overnachtingen en ruim € 100 miljoen aan bestedingen onderweg. Zie ook het kader hieronder. Om dit succes vast te houden en zo mogelijk verder uit te bouwen is het zaak om samen met alle betrokkenen de komende jaren de kwaliteit te bewaken en waar nodig te verbeteren. De recreatieve fietsroutestructuur vormt een prachtige basis voor de verdere promotie van Nederland Fietsland.
Investeren in routenetwerken loont! 8 miljoen Nederlanders maken jaarlijks 200 miljoen recreatieve fietstochten, waarvan ongeveer 15% via de routenetwerken *); Routenetwerken vormen stimulans voor regionale economie. Recreatieve fietstochten resulteren in € 450 miljoen/jaar aan bestedingen onderweg, in de vorm van consumpties en overnachtingen *); Routenetwerken ontsluiten en verbinden natuur/landschap/platteland en gastronomie/verblijf; Routenetwerken dragen bij aan prettig woon- en vestigingsklimaat. Ze stimuleren bovendien het verblijf in de regio (eigen bewoners/toeristen); Routenetwerken stimuleren fietsgebruik en dus bewegen; goed voor gezondheid! *) Fietsrecreatiemonitor 2014 – Fietsplatform i.s.m. NBTC/NIPO (CVO/CVTO)
Niet investeren (in nazorg, de puntjes op de i) kost geld! Slechte kwaliteit leidt tot imagoschade, negatieve publiciteit; Ontevreden gebruikers zullen afhaken – succes zal niet aanhouden; Vermindering binnen- en buitenlandse concurrentiepositie; Kapitaalvernietiging! Meer cijfers? http://www.fietsplatform.nl/fietsrecreatiemonitor/cijfers
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
7 2
Recreatieve fietsroutestructuur: LF-net en regionale (knooppunt)netwerken – status jan. 2015 (bron: Stichting Landelijk Fietsplatform, landelijke routedatabank)
Fietsroutestructuur
Landelijke fietsroutes (4.500 km)
8
25 LF-routes vormen landelijk netwerk Aansluiting op knooppuntroutes (gekoppeld) Aansluiting op Europese routes Fietsplatform: (door)ontw, beheer/borging Regio’s: onderhoud (75 contractpartners) Hoofdgebruik: lange afstand fietstochten
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
Knooppuntroutes (31.000 km)
8.000 knooppunten, 50 regionale netwerken ± 40 beherende instanties ± 3.500 km organisatorische grenzen Regio’s: (door)ontw, beheer, onderhoud Fietsplatform: bewaken samenhang, advies Hoofdgebruik: dagtochten
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
1.2.
AANLEIDING KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO'S
Het stadium van eerste aanleg van de routestructuur is achter de rug. Nu komt het aan op het bewaken en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van de mogelijkheden voor het recreatieve fietsen. Verder op aanvullende productontwikkeling en promotie. Voor het stimuleren van kwaliteitsbehoud en -verbetering is een landelijk vergelijkend kwaliteitsonderzoek een effectief instrument. De afgelopen jaren zijn er verschillende initiatieven ontplooid op het gebied van vergelijkend onderzoek naar het fietsproduct van verschillende regio’s. Veel van deze onderzoeken zijn uitgevoerd op initiatief van één of enkele provincies en toeristische regio’s en zijn niet landsdekkend. Ook zijn er diverse websites die een eigen onderzoek doen naar de beste, mooiste of de populairste fietsregio. Verschillende provincies en/of regio’s claimen op basis van deze onderzoeken dat zij fietsregio nr. 1 van Nederland zijn. Het Fietsplatform ziet vanuit zijn onafhankelijke positie een rol bij het uitvoeren van een landelijke benchmark voor het monitoren van de kwaliteit van de Nederlandse fietsregio’s. In de in 2011 verschenen publicatie “Recreatieve fietsroutenetwerken – welke kant op” analyseert het Fietsplatform het recreatieve fietsaanbod en geeft het adviezen voor het beheer, de productontwikkeling en de promotie van de netwerken. De kwaliteitsmonitor die het Fietsplatform in 2012 voor het eerst presenteerde kan worden gezien als een logisch vervolg op deze publicatie. De hierin opgenomen aandachtspunten en checklist vormden een goed bruikbaar toetsingskader. De kwaliteitsmonitor van zowel 2012 als 2013 heeft veel aandacht gekregen en heeft regio’s gestimuleerd om de kwaliteit van het fietsroutenetwerk te verhogen. Tijdens het uitvoeren van de kwaliteitsmonitor 2015 hebben we gemerkt dat het stellen van vragen over de wijze waarop zaken zijn georganiseerd ertoe leidt dat provincies en regio’s erover na gaan denken. Diverse provincies kwamen er bij het invullen van de vragenlijst achter dat het niet duidelijk is hoe zaken binnen hun provincie geregeld zijn. Dit heeft al bij het invullen van de vragenlijst de prikkel gegeven die we van deze monitor uit willen laten gaan. De landelijke benchmark moet provincies en regio’s prikkelen om het fietsproduct naar een hoger kwaliteitsniveau te tillen. Dat lukt alleen als de verantwoordelijken zich committeren aan de kwaliteitsmonitor en de onafhankelijke positie daarbij van het Fietsplatform erkennen. In 2014 is de opzet van de monitor samen met enkele netwerkpartners kritisch tegen het licht gehouden. Gekeken is waar verbetering mogelijk en wenselijk zijn. Dit heeft geleid tot een herziening van de monitor waarmee het draagvlak voor het resultaat verder wordt vergroot.
http://www.fietsplatform.nl/nieuwsen-publicaties/publicaties
1.3.
INDELING PUBLICATIE
In hoofdstuk 2 wordt de (vernieuwde) opzet van de kwaliteitsmonitor toegelicht. In hoofdstuk 3 worden de kwaliteitsmeting verder uitgewerkt. In hoofdstuk 4 wordt een totaalbeeld gegeven en worden conclusies op een rijtje gezet. In de bijlagen wordt per provincie een beknopte rapportage en conclusie gegeven.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
9 2
2.
Opzet vernieuwde kwaliteitsmonitor
2.1.
VOORBEREIDING DOOR WERKGROEP MET REGIOPARTNERS
Het Fietsplatform heeft voor het maken van een nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor de kennis en ervaring ingeroepen van enkele regionale netwerkpartners. In een oproep aan alle netwerkbeheerders en provincies is gevraagd input te geven voor een herziening van de kwaliteitsmonitor. Tevens werd gevraagd of partijen zitting wilden nemen in de werkgroep. Daarop is enthousiast gereageerd en is een werkgroep gevormd (zie kader: deelnemers). In de werkgroep is de monitor in een aantal stappen verder uitgewerkt. In de eerste fase zijn alle opmerkingen en vragen Werkgroep Kwaliteitsmonitor over de monitor die het Fietsplatform in voorgaande jaren had - Recreatieschap de Marrekrite ontvangen, samen met alle reacties vanuit de regio’s en provin- Provincie en Recreatieschap Drenthe cies per onderwerp op een rij gezet. Dit vormde het uitgangs- Recreatie Midden Nederland punt voor de eerste bijeenkomst van de werkgroep. Duidelijk - Routebureau Zeeland werd dat een groot deel van de kritiek kon worden samengevat - Routebureau Brabant - Routepunt VVV Zuid-Limburg in:’ regio’s/netwerkbeheerders worden afgerekend op zaken waar zij geen invloed op hebben’. Dit heeft een negatief effect op de beeldvorming over zowel het werk van de netwerkbeheerders als over de kwaliteitsmonitor. Dit zou ondervangen kunnen worden door in de monitor een splitsing aan te brengen tussen die zaken waar regio’s/netwerkbeheerders invloed op hebben en die zaken die buiten hun beïnvloedingssfeer liggen. Dit is als vertrekpunt genomen voor een nieuwe indeling van de kwaliteitsmonitor: een deel waarin de kwaliteit van het netwerk beoordeeld wordt en een deel waarin de kwaliteit van de randvoorwaarden wordt bekeken. Vervolgens zijn zoveel mogelijk indicatoren verzameld die iets zouden kunnen zeggen over de kwaliteit van het netwerk. Per indicator is daarna gezocht naar een goede meetmethode. Om tot een zo objectief en gelijkwaardig mogelijk beeld te komen van de kwaliteit van het fietsproduct in de provincies is rekening gehouden met de volgende zaken:
10
−
De mate van beschikbaarheid van de benodigde gegevens De benodigde gegevens dienen ook daadwerkelijk voorhanden te zijn.
−
De mate van interpreteerbaarheid van de aangeleverde gegevens De gegevens dienden zo helder en zuiver mogelijk te worden verzameld. Daarom is er met vragenlijsten voor provincies gewerkt. In de vragenlijst is met de vraagstelling zo min mogelijk ruimte voor interpretatie opengelaten. Daarnaast zijn er aan de antwoorden eisen gesteld zoals de vermelding van bronnen of de verwijzing naar beleidstukken.
−
De zorgvuldigheid en compleetheid van de gegevens De zorgvuldigheid van de aangeleverde gegevens is afhankelijk van de deskundigheid van de persoon die daarvoor is benaderd. Om de zorgvuldigheid van de gegevens zoveel mogelijk te garanderen is bij de schriftelijke vragenlijst aan de provincies specifiek geadviseerd deze met hulp van de netwerkbeheerders in te vullen. De netwerkbeheerders werden daarbij met naam en emailadres aangegeven. De netwerkbeheerders zelf zijn op de hoogte gesteld van het feit dat Fietsplatform aan de provincie heeft gevraagd om een vragenlijst in te vullen.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
2.2.
OPZET
Bij de opzet van de herziene kwaliteitsmonitor is niet alleen gekeken naar de kwaliteit van de netwerken op dit moment, maar ook naar enkele basisvoorwaarden om de kwaliteit voor de toekomst te behouden. De herziene kwaliteitsmonitor bestaat uit twee onderdelen: 1) kwaliteit van de routenetwerken (knooppunt- en LF-routes) en 2) de kwaliteit van de randvoorwaarden. Onderdeel 1: Kwaliteit routenetwerken (knooppunt en LF-routes) De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn grotendeels direct en voor een kleiner deel indirect beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. Om de kwaliteit van de netwerken goed in beeld te brengen heeft het Fietsplatform gebruik gemaakt van diverse bronnen. De administratie van het Fietsplatform en het landelijk meldsysteem leverden samen met de antwoorden die provincies hebben gegeven op specifieke vragen, een groot deel van de input voor de onderdelen ‘uitvoering’ en ‘beheer en onderhoud’ van de netwerken. Het consumentenoordeel over de netwerken is ingebracht vanuit het CVO (Continu Vrijetijds onderzoek)en CVTO (Continu Vakantie Onderzoek). Het CVO en het CVTO zijn bestaande landelijke onderzoeken van het NBTC-NIPO Research die door de provincies veelal ook als standaard worden gebruikt. Het Fietsplatform werkt aan deze onderzoeken mee en laat hier specifieke extra vragen in meelopen over het gebruik van de routenetwerken. In deze onderzoeken heeft het publiek aangegeven welke waardering zij hebben voor verschillende aspecten van een fietstocht in de diverse gebieden in Nederland. Het verzamelen van de informatie uit de diverse bronnen is door het Fietsplatform uitgevoerd. De uitwerking van dit onderdeel is terug te vinden in hoofdstuk 3. Onderdeel 2: Kwaliteit randvoorwaarden De aspecten uit dit deel van de kwaliteitsmonitor zijn niet direct beïnvloedbaar door de netwerkbeheerders. De provincie heeft hier, door middel van het beleid, wel invloed op. Om de kwaliteit van de randvoorwaarden in beeld te brengen is gebruik gemaakt van de administratie van het Fietsplatform, consumentenoordeel (zie uitleg hierboven) en de antwoorden van de provincies op diverse vragen. Het verzamelen van de informatie uit de diverse bronnen is door het Fietsplatform uitgevoerd. De uitwerking van dit onderdeel is terug te vinden in hoofdstuk 4. Afspraken gemaakt en vastgelegd Voor (het behoud van) de kwaliteit van de routenetwerken is het belangrijk dat afspraken niet alleen mondeling zijn gemaakt, maar ook zijn vastgelegd. De praktijk wijst helaas uit dat afspraken vaak mondeling worden gemaakt tussen twee personen. Personeel wisselt en opvolging van afspraken is dan niet geregeld. Als afspraken (hoe eenvoudig ook) schriftelijk worden vastgelegd, wordt in principe gewaarborgd dat deze door een opvolger worden overgenomen. Dit verbetert de continuïteit van de afspraken over de netwerken en daarmee de kwaliteit ervan. Om deze reden is bij diverse indicatoren een vraag gesteld over het vastleggen van de afspraken.
2.3.
KWALITEITSCERTIFICERING
Voor beide onderdelen geldt dat het onderzoek niet gericht is op het aanwijzen van specifiek één provincie die wordt uitverkoren als de beste fietsprovincie. Het Fietsplatform gaat uit van een kwaliteitsbeoordeling waarbij provincies die het beter doen dan anderen, ook beter scoren. Gekozen is voor een sterrensysteem waarbij maximaal 5 sterren kunnen worden behaald. Het aantal behaalde sterren moet de regio’s prikkelen om dit aantal bij een volgende meting te behouden of te vergroten.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
11 2
Het Fietsplatform communiceert de objectieve kwaliteitscertificering, uitgedrukt in het aantal sterren van de regio’s, ook richting het publiek. Daartoe is een logo ontworpen dat regio’s ook mogen gebruiken in hun uitingen. Provincies met 4 of 5 sterren mogen met recht zeggen dat zij het op recreatief fietsgebied goed of uitstekend doen. Verbeterpunten zijn er altijd, dat geldt met name voor regio’s met drie sterren. Toekenning punten Voor ieder aspect dat gemeten is, zijn antwoordcategorieën gemaakt waaraan een bepaald aantal punten is toegekend. Bij het toekennen van punten aan de diverse antwoordcategorieën is zoveel mogelijk getracht de maximale score alleen toe te kennen aan de gewenste situatie. Daarmee kan het dus voorkomen dat geen enkele regio het maximum aantal punten scoort. Het kan echter ook zijn dat alle regio’s de maximale score behalen. Bij enkele indicatoren wordt uitgegaan van een gemiddelde waarde over heel Nederland. De provincies die ruim boven deze gemiddelde waarde scoren ontvangen het maximum aantal punten, provincies die er ruim onder scoren ontvangen geen punten. Het hanteren van deze werkwijze heeft tot gevolg dat er altijd regio’s zijn die boven en onder het gemiddelde scoren. Het zal dus nooit zo zijn dat alle regio’s op deze aspecten de maximale of minimale score behalen. In een groot deel van de provincies worden de regionale (knooppunt)netwerken beheerd door regio’s, routebureaus of andere samenwerkingsverbanden. Dit heeft tot gevolg dat niet voor alle vragen een eenduidig antwoord voor de gehele provincie gegeven kan worden. Dit is opgelost door in de vragenlijst voor de provincies een antwoordcategorie op te nemen met: ja, in een deel van de provincie, namelijk: … . Daarbij werden alle knooppuntnetwerken in de provincie specifiek benoemd. De provincie kon aankruisen voor welke netwerken het antwoord van toepassing was. Voor de puntentoekenning is per netwerk een percentage van de provincie berekend. De percentages van de netwerken die van toepassing waren zijn vervolgens opgeteld en op basis daarvan is een score berekend. Als een klein netwerk de zaken niet op orde heeft, heeft dit minder gevolgen voor de score dan wanneer de zaken in een relatief groot netwerk niet geregeld zijn. De scores op de onderdelen zijn samengebracht om te komen tot een totaalscore voor iedere provincie. Daarbij is een weging toegepast om tot een evenwichtige en realistische beoordeling te komen. Het ene aspect wordt belangrijker geacht dan het andere. Uitvoering, beheer en onderhoud en randvoorwaarden wegen alle drie ongeveer even zwaar (plm. 33%; resp. 176, 162 en 184 punten). Bij de randvoorwaarden wegen de vijf hoofdindicatoren alle ook ongeveer even zwaar (plm. 20%). Het consumentenoordeel weegt bij de meting van de kwaliteit van het routenetwerk (uitvoering en beheer/onderhoud) ongeveer 25% mee, bij de randvoorwaarden iets meer dan de helft. Binnen de totaalscore weegt het consumentenoordeel na de weging netto ongeveer éénderde mee (plm. 33%). Berekening aantal sterren Om het aantal sterren te berekenen wordt het totaal aantal behaalde punten gedeeld door het maximaal aantal punten dat behaald kan worden. Vervolgens wordt dit door 5 gedeeld. De score wordt daarna afgerond naar een heel getal. Daarbij is gekeken naar de score met twee cijfers achter de komma. 4,49 wordt daarbij 4 sterren en 4,50 levert 5 sterren op. Voor ieder van de twee onderdelen: ‘kwaliteit routenetwerk’ en ‘kwaliteit randvoorwaarden’ wordt apart een score in sterren gegeven. Het totaal aantal sterren dat aan de provincie wordt toegekend is geen gemiddelde van de sterrentoekenning van beide onderdelen, maar wordt bepaald op basis van het totaal aantal behaalde punten en het maximaal aantal te behalen punten.
12
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Tabel 2: omrekening scores naar sterren Totaalscore
Aantal sterren
> 90% van de totale score
70%-90% van de totale score
50%-70% van de totale score
30%-50% van de totale score
10%-30% van de totale score
2.4.
FIETSREGIO’S - DE PROVINCIES
De kwaliteitsmonitor richt zich op de 12 Nederlandse provincies. Deze indeling sluit aan op de wijze waarop het beheer, onderhoud en de aanleg van het fietsproduct in Nederland is georganiseerd. In de kwaliteitsmonitor van 2012 en 2013 werden ook enkele specifieke regio’s meegenomen: de Waddeneilanden, Texel, drie Overijsselse regio's, de vier Gelderse streken, Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg. Doordat er minder financiële middelen beschikbaar waren was het Fietsplatform genoodzaakt tot een soberder aanpak. Specifieke regio’s en hun onderscheidende kwaliteiten konden hierdoor helaas niet meer in de meting opgenomen worden. De provincie Flevoland was niet bereid om de vragenlijst voor de kwaliteitsmonitor in te vullen. Daardoor zou een zodanig groot deel van de gegevens ontbreken dat goede vergelijking niet meer mogelijk is. Er is dan ook besloten deze provincie niet mee te nemen in de kwaliteitsmeting. Om deze reden ontbreekt in de tabel de kolom met de provincie Flevoland. Wanneer in de tekst gesproken wordt over alle provincies, is Flevoland hier niet in meegenomen. Wel wordt bij beheer en onderhoud de situatie in Flevoland beschreven, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
13 2
14
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
3.
Kwaliteitsmeting
3.1.
BEOORDELINGSKADER
Het doel van de kwaliteitsmonitor is om regio’s te stimuleren de kwaliteit van het fietsrouteaanbod te behouden of naar een hoger niveau te tillen. Dit gaat het best als regio’s invloed uit kunnen oefenen op de score die zij behalen. Dit onderdeel van de kwaliteitsmonitor richt zich daarom voornamelijk op door netwerkbeheerders/regio’s beïnvloedbare indicatoren. De kwaliteit van de knooppunt- en LF-routes is gemeten op twee hoofdindicatoren: uitvoering en beheer/onderhoud. De kwaliteit is bepaald op basis van aantal subindicatoren die gemeten kunnen worden op diverse aspecten. Tabel 3 geeft een overzicht van de hoofdindicatoren, de subindicatoren en de gemeten aspecten. Verder welke definitie is gehanteerd en welke bronnen zijn gebruikt. Tabel 3: Beoordelingskader Kwaliteitsmonitor 2015, beoordelingskader 1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Bron (+ meeteenheid)
Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering knooppuntroutes is bewegwijzering conform landelijke standaard?
Fietsplatform/administratie
waardering consument kwaliteit bewegwijzering
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument)
b Dichtheid knooppuntnetwerk is dichtheid conform landelijke norm?
Fietsplatform/routedatabank (lengte netwerk/ km2)
c Afstemming knooppuntroutes met andere fietsroutes zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd?
Fietsplatform
zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie?
vragenlijst provincies
zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie?
vragenlijst provincies
zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio’s, sluiten ze goed aan?
vragenlijst provincies
is behoud aansluiting gewaarborgd?
vragenlijst provincies
is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes?
vragenlijst provincies
zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes?
vragenlijst provincies
zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming?
vragenlijst provincies
d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument)
waardering consument; drukte op fietspaden
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument)
e Aantrekkelijkheid tracé
1.2
waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach
waardering consument; kwaliteit routeverloop
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach
Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand?
administratie Fietsplatform
b Onderhoud bewegwijzering is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert?
vragenlijst provincies
is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand?
administratie Fietsplatform
zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud?
vragenlijst provincies
oplossingspercentage
landelijk meldsysteem (aantal opgeloste meldingen/aantal meldingen)
oplossingstermijn
landelijk meldsysteem (gem. aantal weken tussen melding en afmelding)
waardering consument; kwaliteit bewegwijzering
CVO/CVTO NBTC-NIPO reseach (rapportcijfer consument)
c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt?
vragenlijst provincies
zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd?
vragenlijst provincies
worden panelen vervangen na beschadiging?
vragenlijst provincies
worden panelen vervangen na routewijziging?
vragenlijst provincies
d Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routenetwerken?
vragenlijst provincies
is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen?
vragenlijst provincies
is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd?
vragenlijst provincies
is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd?
vragenlijst provincies
actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk bij gemeenten/wegbeheerders?
vragenlijst provincies
e Omgang met grote infrastructurele projecten
f
is verantwoordelijkheid tijdige signalering problemen fietsroutenetwerken vastgelegd?
vragenlijst provincies
stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerken bij grote infrastructurele projecten?
vragenlijst provincies
Digitale bestanden fietsknooppuntnetwerk zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar?
Fietsplatform
is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)?
vragenlijst provincies
is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd?
vragenlijst provincies
stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk?
vragenlijst provincies
g Digitale bestekken bordlocaties zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig?
vragenlijst provincies
is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden?
vragenlijst provincies
worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd?
vragenlijst provincies
stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken?
vragenlijst provincies
h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerk is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk?
vragenlijst provincies
is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk?
vragenlijst provincies
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
15 2
3.2.
RESULTATEN ONDERDEEL 1: KWALITEIT ROUTENETWERKEN
Hieronder wordt per hoofd- en subindicator een toelichting gegeven op de meting en de puntentoekenning.
Hoofdindicator 1.1: Uitvoering routenetwerken (knooppunt/LF) In de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (Fietsplatform, 2011) zijn adviezen gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk, de uitvoering van de bewegwijzering en de synchronisatie met de LF-routes. Gekeken is hoe de verschillende provincies en de eventuele regio's daarbinnen de adviezen uit deze notitie op het routenetwerk hebben toegepast. a. Uitvoering bewegwijzering Netwerk conform landelijke standaard Uniformiteit in de uitvoering van de routenetwerken draagt bij aan herkenbaarheid voor het publiek. Fietsers weten daarmee wat ze kunnen verwachten. Gekeken is of de bewegwijzering van de fietsroutenetwerken zijn uitgevoerd conform de landelijke standaard (systematiek, materiaalgebruik). Dit is in de meeste regio’s het geval. Enkele regio’s wijken hiervan af. Zo wordt in Noord-Brabant (nog) gebruik gemaakt van centrumverbindingen die niet tot de landelijke standaard behoren en is er in Zuid-Holland een regio die afwijkende borden gebruikt. In Amsterdam is een deel van de rechthoekige borden vervangen door aanduidingen op handwijzers en in Drenthe wordt een bewegwijzeringsystematiek gebruikt waarbij de borden van de rondritten onderdeel uitmaken van de knooppuntbewegwijzering. Deze afwijkingen verminderen de uniformiteit van het fietsknooppuntensysteem in Nederland. Dit geeft verwarring voor de fietser en maakt extra uitleg nodig. Waardering consument; kwaliteit bewegwijzering De waardering van de consument van de bewegwijzering van het routenetwerk is een goede indicator voor zowel de uitvoering als het onderhoud. Dit aspect wordt daarom bij beide onderdelen meegenomen.
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 4: Resultaten kwaliteitsmonitor; uitvoering bewegwijzering
2
2
0
2
2
-
2
1
1
2
1
2
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Uitvoering a Uitvoering bewegwijzering is bewegwijzering conform landelijke standaard? niet conform standaard
0
grotendeels conform standaard
1
volledig conform standaard
2
0 2
2
2
3
3
2
3
7,7
8,1
8,2
7,8
7,9
waardering consument: kwaliteit bewegwijzering gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 7,7)
2
2
gemiddeld (7,7 t/m 7,8)
2 3
2 3
3
b. Dichtheid knooppuntnetwerken Het Fietsplatform heeft in de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (2011) advies gegeven over onder meer de dichtheid van het knooppuntnetwerk. Een netwerk moet een bepaalde dichtheid hebben om de fietser keuzes te bieden. Met de gegevens van het netwerk in de landelijke routedatabank kon een-
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
1
1 2
2
3
1
1
2
2
2
7,9
7,6
7,5
7,8
7,8
7,7
1
1 2
2
2
2 3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
16
-
1
boven gemiddeld (> 7,8)
1 2
3
voudig de dichtheid berekend worden. Gemeten is of deze dichtheid binnen de marges van het advies valt. Alle provincies blijken aan de indicatieve norm te voldoen.
2
2
2
2
Limburg
2
Noord-Brabant
2
Zeeland
2
Zuid-Holland
Gelderland
2
Noord-Holland
Overijssel
2
Utrecht
Drenthe
2
(Flevoland)
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 5: Resultaten kwaliteitsmonitor; dichtheid knooppuntnetwerk(en)
-
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Uitvoering b Dichtheid knooppuntnetwerk(en) is dichtheid conform landelijke norm? niet conform landelijke norm
0
conform landelijke norm
2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
c. Afstemming routes en regio’s Een knooppuntnetwerk staat niet op zichzelf. Het is onderdeel van het geheel aan fietsroutenetwerken in Nederland. Het sluit aan op andere knooppuntnetwerken, op LF-routes en op themaroutes. Het is belangrijk dat afstemming met deze netwerken en routes plaatsvindt. Synchronisatie LF-routes en knooppuntroutes Landelijk wordt gestreefd naar een situatie waarbij LF-routes altijd eenzelfde tracé volgen als de knooppuntroutes en de bewegwijzering van beide soorten routes gezamenlijk aan één drager is bevestigd. Deze combinatie is prettig voor de recreatieve fietser, die kan daardoor eenvoudig overstappen. Daarnaast is bewegwijzering door synchronisatie duidelijker en minder ontsierend in het landschap. Bovendien kan hiermee efficiencyvoordeel in het onderhoud worden behaald. Het al dan niet gesynchroniseerd zijn is als kwaliteitsindicator meegenomen. In veel regio’s is sprake van volledige synchronisatie van de LFen de knooppuntroutes. In enkele regio’s is dat nog niet gelukt. Redenen hiervoor waren bijvoorbeeld: gemeenten die niet instemden met verplaatsing van het tracé of regio’s die toezeggingen hebben gedaan de knooppuntroute te verplaatsen naar het LF-tracé maar dit nog niet hebben uitgevoerd. Het behoud van de tot stand gebrachte synchronisatie is van belang. Daarom is aan de provincies gevraagd of er afspraken zijn gemaakt over het behoud van de synchronisatie én of deze afspraken zijn vastgelegd. Afstemming met aangrenzende regio’s Aan iedere regio zitten grenzen. Het komt de kwaliteit van Nederland als fietsland ten goede als de fietser zo min mogelijk van deze bestuurlijke grenzen merkt. Hij moet via de knooppunt- en LF-routes ongestoord van de ene naar de andere regio kunnen fietsen. Om dit mogelijk te maken dienen bewegwijzering en tracering tussen twee aangrenzende regio’s naadloos op elkaar aan te sluiten. Niet alleen op papier, maar ook in het veld. Aangezien het ondoenlijk is om alle grenzen in het veld te controleren, is aan de provincies gevraagd of de netwerken zijn afgestemd met de aangrenzende regio’s.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
17 2
Omdat het belangrijk is dat die aansluitingen behouden blijven als routes wijzigen, is tevens gevraagd of het behoud van de aansluiting is gewaarborgd. Ter controle is gevraagd op welke wijze dat gebeurt. In veel provincies is dit goed geregeld, in Gelderland, Noord-Holland en Zuid-Holland nog niet bij alle netwerken volledig. Afstemming met themaroutes Knooppuntnetwerken vormen de basis voor ontelbare fietstochten. Landelijk beleid is dat tracés van de oorspronkelijke bewegwijzerde themaroutes worden opgenomen in de knooppuntnetwerken en dat deze routes vervolgens zo veel mogelijk worden gesaneerd. Alleen voor sterke thema's is een eigen bewegwijzering naast knooppuntbewegwijzering relevant, vooral uit oogpunt van herkenbaarheid en marketing van deze route-iconen. Het saneren van themaroutes komt verderop aan de orde. Bij dit onderdeel gaat het erom of bestaande/resterende themaroutes gebruik maken van dezelfde paden en wegen als de knooppuntroutes. Voor de kwaliteitsmonitor is gevraagd a) of de tracering van de themaroutes over de knooppuntroutes loopt, b) of afspraken over de afstemming zijn gemaakt en c) of deze zijn vastgelegd.
-
3
3
3
3
3
3
3
3
Limburg
2
Noord-Brabant
(Flevoland)
3
Zeeland
Gelderland
3
Zuid-Holland
Overijssel
3
Noord-Holland
Drenthe
3
Utrecht
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 6: Resultaten kwaliteitsmonitor; afstemming routes en regio’s
3
2
2
3
2
3
2
2
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Uitvoering c Afstemming routes en regio's zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd? nee
0
ja, grotendeels
2
ja, volledig
3
zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie? nee
0
ja, voor deel van provincie
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie? nee, niet vastgelegd
0
ja, voor deel van provincie
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor gehele provincie
3
zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio’s, sluiten ze goed aan? nee
0
ja, voor een deel
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is behoud aansluiting gewaarborgd? nee
0
ja, voor deel van provincie
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes? nee
0
ja, voor een deel van de provincie
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor gehele provincie
3
zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes?
2
0
ja, voor een deel
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
-
3
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0
3
3
3
2 3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
-
3
2
0 1 2 3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
-
3
2
3
3
3
3
3
3
3
1 2 3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
-
3
1 3
3
3
3
2
1
3
3
1
3
3
3
3
1
1
3
3
3
1
1 3
3
3
2
1
1
2
2
1
1 2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
-
3
1
2
2 3
3
3
3
3
3 1
-
3
1 3
3
3
3
3
0
3
3
1
1
1
1
1
1
3 1
-
3
0
3
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
0 0
1
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
18
1
2 3
1
3 nee
3
3
3
1 3
1 3
3
In enkele provincies zijn themaroutes volledig geïntegreerd en gesaneerd. Als er geen themaroutes meer bewegwijzerd zijn, zijn er ook geen afspraken nodig over de afstemming en hoeven deze ook niet vastgelegd te worden. Deze provincies krijgen dan het maximaal aantal punten op het onderdeel afstemming.
d. Kwaliteit paden en wegen Waardering consument kwaliteit paden en wegen Het is onmogelijk om de kwaliteit van de paden en wegen in het veld te meten. Daarom is voor dit onderdeel gebruik gemaakt van het oordeel van de consument. Zowel in het CVO als in het CVTO is gevraagd naar de waardering van de consument op het onderdeel kwaliteit van de paden en wegen. Consumenten hebben een rapportcijfer gegeven. Hieruit is door het NBTC-NIPO research een gemiddeld cijfer per provincie berekend. De waardering ligt dicht bij elkaar (tussen 7,8 en 8,3; gemiddeld 7,95). In deze kwaliteitsmonitor is per provincie gekeken of de waardering van de consument boven of onder het gemiddelde is. De provincies Friesland, Drenthe, Utrecht en Zeeland scoorden bovengemiddeld en kregen 3 punten. Waardering consument drukte op paden en wegen Een weg of pad kan goed asfalt hebben en goed onderhouden worden. Maar als de breedte van het pad of het aantal beschikbare paden en wegen niet is afgestemd op de drukte in het gebied, voldoet het pad toch niet aan de kwaliteit die de fietser wenst. Daarom is ook de beleving van de drukte op paden en wegen in het onderdeel kwaliteit meegewogen. Zowel in CVO als in het CVTO is aan de fietsers gevraagd een rapportcijfer te geven aan de drukte op de fietspaden. Het cijfer varieert tussen de 7,3 en 8,6 met een gemiddelde van 7,74. De provincies Friesland en Zeeland scoren op dit onderdeel bovengemiddeld en kregen daarvoor 3 punten. Omdat de waardering van de consument van de kwaliteit van de paden en wegen belangrijker wordt geacht dan de drukte op de fietspaden wordt deze score zwaarder meegewogen in het totaal.
Limburg
2
Noord-Brabant
2
Zeeland
-
Zuid-Holland
2 8,0
Noord-Holland
2 7,9
Utrecht
(Flevoland)
3 8,1
Overijssel
3 8,3
Drenthe
2 7,9
Friesland
Gelderland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 7: Resultaten kwaliteitsmonitor; kwaliteit paden en wegen
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Uitvoering d Kwaliteit paden en wegen waardering consument; kwaliteit paden en wegen gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 7,9)
1
gemiddeld (7,9-8,0)
2
boven gemiddeld (> 8,0)
3
waardering consument; drukte op fietspaden gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 7,7)
1
gemiddeld (7,7 en 7,8)
2
boven gemiddeld (> 7,8)
3
3
1
2
3
2
1
8,1
7,8
7,9
8,1
8,0
7,8
1 2 3
3
1
3
2
2
2
7,6
8,1
7,8
7,8
7,8
2
2
2
1 2
3
1 3
-
2 3
1
1
2
3
1
2
7,5
7,3
7,7
8,0
7,3
7,7
1
1
1 2
2 3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
e. Aantrekkelijkheid tracé Aantrekkelijkheid van een tracé is zeer subjectief. Door veel mensen hierover te bevragen kan echter toch een objectieve vergelijking gemaakt worden. De aantrekkelijkheid van het tracé kan worden bepaald door de waardering van de consument op het onderdeel aantrekkelijkheid van de omgeving én de kwaliteit van het route-
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
19 2
verloop. Achterliggende gedachte is dat door de tracékeuze een beeld van de omgeving aan de fietser wordt gegeven. Met slimme keuzes kunnen aantrekkelijke delen van de omgeving getoond worden. Daarmee heeft de regio, die de routekeuzes maakt, invloed op de beeldvorming van de consument over de omgeving. Ook voor dit onderdeel is gebruik gemaakt van de waardering die de consument heeft aangegeven in het CVO en CVTO. De gemiddelde rapportcijfers per provincie voor de aantrekkelijkheid van het tracé variëren tussen de 8 en de 8,6 waarbij een gemiddelde over alle provincies ligt op 8,29. De provincies Friesland, Drenthe, Gelderland en Utrecht scoren bovengemiddeld en krijgen 3 punten. De rapportcijfers voor de kwaliteit van het routeverloop liggen lager; tussen de 7,6 en de 8,2 met een gemiddelde van 7,80. De provincies Friesland, Drenthe en Gelderland scoren ook hierbij bovengemiddeld en krijgen 3 punten. De beide scores worden even zwaar meegewogen in het totaaloverzicht.
Limburg
Noord-Brabant
Zeeland
-
Zuid-Holland
3 8,4
Noord-Holland
2 8,3
Utrecht
(Flevoland)
3 8,6
Overijssel
3 8,6
Drenthe
1 8,0
Friesland
Gelderland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 8: Resultaten kwaliteitsmonitor; aantrekkelijkheid tracering
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.1
Uitvoering e Aantrekkelijkheid tracé waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving gemiddeld rapportcijfer uit CVO2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 8,2)
1
gemiddeld (8,2 en 8,3)
2
boven gemiddeld (> 8,3)
3
waardering consument; kwaliteit routeverloop gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 7,7)
1
gemiddeld (7,7 en 7,8)
2
boven gemiddeld (> 7,8)
3
1
2
1
2
8,1
8,3
8,1
8,2
1 2 3
3
2 3
1
3
3
2
3
7,6
8,1
8,2
7,7
7,9
1 2
2
3 -
2
2
1
2
2
2
7,8
7,7
7,6
7,8
7,8
7,8
2
2
2
2
2
1
1 2 3
3
3
Hoofdindicator 1.2: beheer en onderhoud routenetwerken
a. Verantwoordelijkheid beheer Ligt netwerkbeheer van één netwerk in één hand? Om goed beheer van het routenetwerk te kunnen waarborgen is het belangrijk dat één partij aanspreekbaar is voor het volledige netwerk. Wenselijk is dat er per netwerk één partij is die beslissingen kan nemen en dat er één aanspreekpunt is. Dit is bijv. belangrijk bij routewijzigingen, publicaties of belangenbehartiging. Het afstemmen met aangrenzende regio’s, met LF-netwerken en met thematische routes werkt efficiënter en is minder foutgevoelig als er één partij is die beslissing kan nemen. Het Fietsplatform heeft overzicht van alle netwerkbeheerders. Bekend is wie voor welk (deel van) het netwerk verantwoordelijk is. Dat overzicht is de basis voor de score op het onderdeel: ligt het netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? In vrijwel alle provincies is dit goed geregeld, met uitzondering van Flevoland1 en Noord-Holland.
1
Hoewel Flevoland niet heeft meegewerkt aan de kwaliteitsmonitor beschrijven we hier wel de actuele situatie in deze provincie wat betreft het beheer en onderhoud, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
2 8,2
1
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
20
3 8,5
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Utrecht
3
-
3
3
3
3
3
3
Limburg
(Flevoland)
3
Noord-Brabant
Gelderland
3
Zeeland
Overijssel
3
Zuid-Holland
Drenthe
3
Noord-Holland
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 9: Resultaten kwaliteitsmonitor; beheer netwerk
2
3
3
3
3
3
3
3
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud a Verantwoordelijkheid beheer is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand? niet één beheerder per netwerk
0
deel provincie één beheerder per netwerk (< 75%)
1
overgrote deel van de provincie één beheerder per netwerk (> 75%)
2
gehele provincie één beheerder per netwerk
3
2 3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
b. Onderhoud bewegwijzering Is vastgelegd wie het onderhoud uitvoert en wie het betaalt? Dat onderhoud van de bewegwijzering van groot belang is behoeft geen uitleg. Om onderhoud goed uit te kunnen voeren, is het allereerst van belang dat goede afspraken zijn gemaakt. Om het onderhoud te kunnen waarborgen, dient vastgelegd te zijn wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. Dit is een belangrijke graadmeter voor de daadwerkelijk kwaliteit van het onderhoud nu en in de toekomst. Voor de LF-routes is dit geregeld door het Fietsplatform. Aan de provincies is gevraagd of is vastgelegd wie het onderhoud van het fietsknooppuntnetwerk betaalt en wie het uitvoert. In vrijwel heel Nederland is dit goed vastgelegd. In Flevoland, NoordHolland en Zuid-Holland zijn nog enkele regio’s waar dit niet geregeld is. Ligt het onderhoud van fietsknooppuntnetwerken en LF-routes in één hand? Landelijk beleid is dat de tracés van LF-routes en knooppuntroutes gecombineerd zijn en de bewegwijzering op dezelfde palen is aangebracht. Om deze synchronisatie in stand te houden is het belangrijk dat beide soorten borden door dezelfde organisatie worden onderhouden. Als het onderhoud van beide routes in één hand ligt, is dit enerzijds efficiënt en anderzijds een goede basis voor het behoud van de synchronisatie van beide routes. Bij het Fietsplatform is bekend in welke regio’s het onderhoud van beide soorten routes bij dezelfde organisatie ligt. Het Fietsplatform heeft de afgelopen jaren veel tijd gestoken in het onderbrengen van het LF-onderhoud bij de organisatie die ook het knooppuntonderhoud in beheer heeft. Dit is voor vrijwel heel Nederland gelukt. Alleen in Flevoland, Zuid-Holland en klein deel van Noord-Holland is dat nog niet het geval. In Zuid-Holland wordt op dit moment gewerkt aan een verandering van deze situatie. Verwacht wordt dat dit in de loop van 2015 geregeld zal zijn. In Flevoland ligt het onderhoud van LF-en fietsknooppuntnetwerken slechts bij één van de 5 netwerken in één hand. Zijn afspraken gemaakt over de exacte grens van het onderhoud? Voor ieder bord dient duidelijk te zijn wie het onderhoud uitvoert en wie de kosten daarvoor draagt. In theorie lijkt dit eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk te zijn waar de exacte grens van de regio of onderhoudsverplichting ligt. Daardoor ontstaan stukken ‘niemandsland’ waar geen onderhoud wordt uitgevoerd. De situaties waarin afspraken niet duidelijk zijn komen naar voren wanneer op die locaties meldingen in het landelijk meldsysteem worden gedaan. De melding wordt automatisch doorgestuurd naar de regio waarbinnen de melding valt. De netwerkbeheerder geeft aan dat het niet zijn verantwoordelijkheid is. Vervolgens gaat
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
21 2
dezelfde melding naar de aangrenzende regio. Als die aangeeft dat het ook niet zijn verantwoordelijkheid is, is duidelijk dat de grenzen niet goed op elkaar aansluiten. Aan de provincies is gevraagd of afspraken zijn gemaakt over de exacte grens van het onderhoud. In vrijwel heel Nederland is dat inmiddels geregeld. In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn nog enkele regio’s waar dit niet exact bekend is.
Oplossingspercentage en oplossingstermijn De kwaliteit van het daadwerkelijke onderhoud kan gemeten worden aan het oplossingspercentage en de oplossingtermijn van meldingen. Dit geeft een goede indicatie van de wijze waarop het onderhoud wordt geregeld. Voor een goede meting van het oplossingspercentage van meldingen kan alleen gebruik gemaakt worden van objectieve bronnen waarbij een landelijke vergelijking mogelijk is. Het landelijk meldsysteem bordjeweg.nl voorziet hierin, het levert een landsdekkend overzicht waarbij iedere regio op dezelfde wijze wordt gemeten. Jaarlijks worden ongeveer 1400 meldingen in het meldsysteem gedaan. In veel regio’s komen ook op andere manieren, bijvoorbeeld via eigen websites, meldingen binnen. Het aantal meldingen dat via het landelijk meldsysteem binnenkomt, zegt dan ook niets over de kwaliteit van het onderhoud. Het percentage van de meldingen dat wordt opgelost en de snelheid waarmee dat gebeurt daarentegen wel. Daarom wordt gekeken naar het oplossingspercentage en de gemiddelde oplossingstermijn van de meldingen. Daarbij is alleen gekeken naar de meldingen die over routeborden gaan. De meldingen over informatiepanelen zijn hier buiten beschouwing gelaten. Alle netwerkbeheerders hebben hun medewerking verleend aan het landelijk meldsysteem. Daarmee mag je van de netwerkbeheerders verwachten dat zij de meldingen die binnenkomen ook afmelden. Enkele netwerkbeheerders hebben aangegeven de meldingen in het veld wel opgelost te hebben, maar deze niet afgemeld te hebben in het meldsysteem. Dat is niet objectief te meten, daarom zijn alle meldingen die niet zijn afgemeld, als onopgeloste meldingen meegenomen. Het afmelden is geen onnodige administratieve handeling. Het is tevens de communicatie met de indiener van de melding. Deze krijgt nadat de onderhoudsinstantie de melding op afgerond zet, automatisch een e-mail waarin is aangegeven dat de melding is opgelost. Dit stimuleert het doen van nieuwe meldingen. Dit is belangrijk. De fietsers zijn de ogen in het veld en met hulp van deze fietsers, kunnen we gezamenlijk de kwaliteit van de bewegwijzering hoog houden.
22
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
Koppeling meld- en beheerssystemen Om het proces van behandeling van meldingen te stroomlijnen heeft het Fietsplatform recentelijk een applicatie (“api”) laten ontwikkelen voor het meldsysteem waarmee de meldingen automatisch in het digitale beheerssysteem van de onderhoudsinstantie kunnen worden geplaatst. Een afmelding in het eigen systeem van de onderhoudsinstanties is dan direct ook een afmelding in bordjeweg.nl. Alle onderhoudsinstanties kunnen hier gratis op aanhaken.
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Om het oplossingspercentage te berekenen is begin februari 2015 een “bevriezing” gemaakt van het meldsysteem. Er is gekeken naar het aantal meldingen uit 2014 dat is opgelost. Door uit te gaan van de situatie van eind januari 2014, hebben de regio’s ook nog een maand de tijd gehad om de meldingen die in december zijn gedaan op te lossen. Tabel 10: Resultaten onderhoud bewegwijzering in 2014 Meldingen landelijk meldsysteem bordjeweg.nl (2014) aantal meldingen
provincie
oplossings oplossings percentage termijn (weken)
Groningen
31
97%
6,1
Friesland
33
58%
4,6
Drenthe
20
100%
0,5
Overijssel
183
98%
8,1
Gelderland
156
79%
3,7
37
49%
8,1
Utrecht
114
70%
9,7
Noord-Holland
171
58%
8,9
Zuid-Holland
250
56%
10,9
39
92%
4,2
126
81%
4,3
34
91%
2,0
1.194
74%
7,2
Flevoland
Zeeland Noord-Brabant Limburg Totaal (gem.)
Gestreefd wordt naar een oplossingpercentage van meer dan 85%. Groningen, Drenthe, Overijssel, Zeeland en Limburg scoren boven de 90%. Te zien is dat de provincies die het onderhoud niet goed hebben vastgelegd ook slecht scoren op het oplossingspercentage: Flevoland, Zuid-Holland en Noord-Holland. Het lage percentage van Friesland wordt veroorzaakt doordat de netwerkbeheerder de meldingen niet op afgerond heeft gezet. Zoals hiervoor aangegeven, kan dat niet objectief gemeten worden en moet voor de monitor uitgegaan worden van de behaalde resultaten. Friesland doet zichzelf hiermee tekort; tijdens de tussentijdse monitoring in 2014 op dit onderwerp scoorde Friesland juist heel hoog. De oplossingstermijn is logischerwijs alleen berekend over de opgeloste meldingen. Hierbij is gekeken hoe snel na de melding een probleem wordt opgelost. De gemiddelde oplossingtermijn is berekend in weken. Om te voorkomen dat uitschieters het gemiddelde teveel bepalen, zijn de langste en de kortste oplossingstermijn niet meegenomen. Gestreefd wordt naar een gemiddelde oplossingstermijn van minder dan 4 weken. Drenthe en Limburg scoren ook hier goed. Opvallend is dat Gelderland, met een relatief laag oplossingspercentage, wel een oplossingstermijn van minder dan 4 weken weet te realiseren. De reden hiervoor is dat het onderhoud in één regio (Veluwe) in 2014 niet goed was geregeld. De overige Gelderse regio’s deden dit wel goed en ook snel. Waardering consument; kwaliteit bewegwijzering De kwaliteit van de bewegwijzering kan ook door de consument beoordeeld worden. In het CVO en CVTO is gevraagd wat de consument van de bewegwijzering vond. Het meest recente CVTO stamt uit 2012/2013, het CVO uit 2014. De rapportcijfers over de bewegwijzering uit deze beide onderzoeken zijn gemiddeld om de waardering van de consument te bepalen. De waardering van de bewegwijzering door de consument varieert van het rapportcijfer 6,9 voor Flevoland tot 8,2 voor Drenthe.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
23 2
Tabel 11: Consumentenwaardering kwaliteit bewegwijzering
Groningen
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Flevoland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
kwaliteit bewegwijzering
gemiddeld totaal
provincies
gemiddelde score
7,7
8,1
8,2
7,8
7,9
6,9
7,9
7,6
7,5
7,8
7,8
7,7
7,8
CVTO 2012/2013
7,6
8,1
7,9
7,3
7,4
7,4
7,8
7,0
7,2
7,5
7,5
7,4
7,4
CVO 2014
7,8
8,1
8,5
8,3
8,4
6,4
8,0
8,2
7,7
8,1
8,1
8,0
8,2
De verschillen tussen het CVO en CVTO leveren interessante inzichten. We zien dat in de meeste provincies de waardering van de bewegwijzering in het CVO uit 2014 hoger is dan in het CVTO van 2012/2013. Het kan zijn dat de vakantieganger de bewegwijzering anders waardeert, maar het kan ook zijn dat de bewegwijzering in de loop der jaren verbeterd is. Opvallend is daarbij de sterke daling van de waardering voor de bewegwijzering in Flevoland. In 2012/2013 kreeg deze nog een 7,4, in 2014 is dat gedaald naar een 6,4. Als we dit afzetten tegen een oplossingspercentage van slechts 49% in 2014 kan het zijn dat de consument minder tevreden was in 2014 dan in de jaren daarvoor.
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 12: Resultaten kwaliteitsmonitor; onderhoud bewegwijzering
3
3
3
3
1
-
3
2
2
3
3
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud b Onderhoud bewegwijzering is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
oplossingspercentage oplossingspercentage meldingen uit meldsysteem 2014 (%) lager dan 50%
0
tussen 50-75%
1
tussen 75-85%
2
hoger dan 85%
3
oplossingstermijn gem. oplossingstermijn meldingen uit landelijk meldsysteem in 2014 (weken) gemiddelde oplossingstermijn langer dan 10 weken
0
gemiddelde oplossingstermijn tussen 6 en 10 weken
1
gemiddelde oplossingstermijn tussen 4 en 6 weken
2
gemiddelde oplossingstermijn korter dan 4 weken
3
waardering consument; kwaliteit bewegwijzering gemiddeld rapportcijfer uit CVO en CVTO 2012-2013 7,74 onder gemiddeld (< 7,7)
1
gemiddeld (7,7 en 7,8)
2
boven gemiddeld (> 7,8)
3
1 3
3
3
3
3
3
3
3
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
2
3
-
3
2
0
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0 2 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
1
3
3
2
97
58
100
98
79
3 -
3
2
2
2
2 3
3
1
1
1
3
2
3
70
58
56
92
81
91
1
1
1
3 -
1 2 3
3
3
2 3
1
2
3
1
3
6,1
4,6
0,5
8,1
3,7
-
3
1
1
0
2
2
3
9,7
8,9
10,9
4,2
4,3
2,0
1
1 2
2
0 1
1 2 3
3
2
3
3
2
3
7,7
8,1
8,2
7,8
7,9
2
3 -
3
1
1
2
2
2
7,9
7,6
7,5
7,8
7,8
7,7
1
1 2
2
2
2 3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
24
2 3
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
3
3
3
c. Onderhoud en actualisatie informatiepanelen Het onderhoud en de actualisatie van de informatiepanelen hoort ook bij het adequaat onderhouden van de knooppuntnetwerken. In het landelijk meldsysteem bordjeweg.nl worden sinds 2014 meldingen over informatiepanelen apart bijgehouden. Uit deze meldingen en de reacties van diverse regio’s hierop, blijkt dat het onderhoud van de informatiepanelen niet standaard is meegenomen bij de afspraken over het onderhoud van het netwerk. Daardoor stuiten fietsers op onleesbare, ontbrekende of verouderde panelen. Goede afspraken over het onderhoud van de panelen vormen de basis voor goed onderhoud.
Goed onderhoud van informatiepanelen houdt het volgende in: - Schoonmaken van panelen (incl. het verwijderen van stickers, verf en graffiti); - Bij schade aan panelen: nieuwe panelen plaatsen met de op dat moment actuele kaart (dus niet het oude paneel terugplaatsen); - Plaatsen nieuwe kaart/nieuw paneel op het moment dat essentiële wijzigingen in het netwerk zijn uitgevoerd. Onder essentiële wijzigingen wordt verstaan: Het toevoegen of verwijderen van knooppunten en/of tracé of het verplaatsen van tracé of knooppunt zodanig dat het verschil zichtbaar is op de op het paneel getoonde kaart. Vanuit het veld zijn relatief weinig gegevens beschikbaar; 160 meldingen over informatiepanelen in heel Nederland. Hieruit kunnen geen oplossingspercentages berekend worden. Om die reden meten we het beleid ten aanzien van de panelen. Achterliggende gedachte daarbij is: hoe beter de afspraken en budget zijn ingebed en vastgelegd, hoe beter het onderhoud van de panelen (nu en in de toekomst) zal worden uitgevoerd. Indicatief zijn de meldingen wel gebruikt om het beleid en praktijk met elkaar te vergelijken. Zo weten we uit het opmerkingenveld in bordjeweg.nl dat er regio’s zijn die het onderhoud van de panelen niet op kunnen pakken omdat er geen financiering voor geregeld is. Het antwoord van de provincie op de vraag: ‘is geregeld wie het onderhoud betaalt’, zal in die regio’s ‘nee’ moeten zijn. Het onderhoud van de informatiepanelen is gemeten aan de hand van vier vragen: a) is geregeld wie het onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt?, b) zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd?, c) worden panelen vervangen na beschadiging?, d) worden panelen vervangen na routewijziging?
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
25 2
Uit de antwoorden op deze vragen wordt duidelijk dat het onderhoud van de informatiepanelen in de meeste provincies is geregeld. In de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Noord-Brabant is dat nog niet volledig het geval. In enkele regio’s is nog niet vastgelegd wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. In die regio’s worden de panelen dan ook niet vervangen als deze beschadigd zijn of als routewijzigingen hebben plaatsgevonden. Dit beeld komt ook naar voren uit de meldingen over informatiepanelen in het meldsysteem. Panelen die in deze regio’s echt kapot zijn, worden niet vervangen omdat er geen geld voor beschikbaar is.
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 13: Resultaten kwaliteitsmonitor; onderhoud informatiepanelen
3
3
3
3
3
-
3
1
2
3
1
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
worden panelen vervangen na beschadiging? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
worden panelen vervangen na routewijziging? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
1 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
2
3
3
3
3
3
3
3
3
1
3
2 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3 -
3
1
2
1
1 2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3 -
3
3 1
2
3
3
3
3
3
3
3
1 2 3
3
3
3
3
Het al dan niet hebben van een afspraken over onderhoud van de informatiepanelen wordt zwaarder meegewogen in het totaal dan de wijze van uitvoering daarvan.
d. Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen Beslissingsbevoegdheid routewijzigingen De praktijk wijst uit dat de routenetwerken niet statisch zijn; er zijn voortdurend wijzigingen – soms tijdelijk, soms permanent. Het is belangrijk dat hier zorgvuldig mee om wordt gegaan en dat verantwoordelijkheid wordt genomen om te zorgen voor continuïteit van de tracering en de bewegwijzering. Een belangrijk aspect daarbij is de beslissingsbevoegdheid. Als duidelijk is wie een besluit kan nemen over (tijdelijke) wijzigingen van de routes, kan adequaat worden gehandeld. Verantwoordelijkheid financiering routewijzigingen Een tweede aspect in de omgang met routewijzigingen is de financiering ervan. Als zich problemen of mogelijkheden voordoen, wie gaat dat dan betalen? Als duidelijk is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor de financiering van de wijzigingen, kunnen beslissingen sneller genomen worden en kan beter worden ingesprongen op situaties die zich voordoen.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
3 -
1
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
26
1 2
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
3
LF-routes en fietsknooppuntroutes gelijktijdig wijzigen Landelijk beleid is dat de tracés van LF-routes en knooppuntroutes gecombineerd zijn en de bewegwijzering op dezelfde palen is aangebracht. Wijzigingen in een knooppuntnetwerk kunnen daarom tot gevolg hebben dat ook de LF-route gewijzigd moet worden. De praktijk wijst uit dat, in de haast van het wijzigingen van de knooppuntroutes, soms vergeten wordt om daarbij ook de LF-routes mee te nemen. Dit kan worden voorkomen door goed vast te leggen dat LF-routes gelijktijdig met knooppuntroutes gewijzigd moeten worden. Wijzigingen in beide routes kunnen daarmee efficiënt plaatsvinden en voordeliger gefinancierd worden. Tijdelijke omleidingen Veel problemen met de bewegwijzering van fietsroutes ontstaan doordat er werkzaamheden aan wegen plaatsvinden waardoor routes niet meer te volgen zijn. Goede tijdelijke bewegwijzering kan de fietser een hoop ongemak besparen. Communicatie met gemeenten/wegbeheerders Door de wegbeheerders duidelijk te maken wat het belang is van de bewegwijzering en goede relaties met de wegbeheerders te onderhouden, wordt gestimuleerd dat informatie over geplande wegopbrekingen sneller en beter aan netwerkbeheerders wordt doorgegeven.
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 14: Resultaten kwaliteitsmonitor; omgang met wijzigingen
3
3
3
3
2
-
3
2
1
3
3
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud d Omgang met wijzigingen is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routenetwerk(en)? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd?
1 2 3
3
3
3
3
3
3
3
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk(en) bij gemeenten/wegbeheerders? 0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
-
3
1
1
3
3
3
3
0
3
1
1
1
0
2 3
3
3
3
0
3
3
3
3 1
-
3
3
0
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0 1 3
3
3
3
3
3
1 3
1
-
3
1
1
0
3
3
3
3
3
3
3
3
3
1
1
1
1
1
1
3 1
-
3
1 3
0 0
1
3
nee
3 2
0
0 nee
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
Het vastleggen van de verantwoordelijkheid voor het routenetwerk en de beslissingsbevoegdheid bij routewijzigingen wordt zwaarder meegewogen. Dit geldt ook voor de afspraken over het gelijktijdig wijzigen van LF-routes en knooppuntroutes. In Zuid-Holland en Noord-Holland zijn de verantwoordelijkheden en de financiering nog niet overal goed geregeld waardoor niet snel kan worden ingesprongen op problemen of mogelijkheden die ontstaan.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
27 2
e. Borging kwaliteit en continuïteit fietsroutenetwerk Infrastructurele werken leveren soms kansen, maar vaak problemen op voor recreatieve routes. Veelal worden de consequenties voor het fietsroutenetwerk pas gezien/onderkend op het moment dat werkzaamheden aan de gang zijn. Door beter te anticiperen op komende werkzaamheden, kan voorkomen worden dat problemen ontstaan. Belangrijke paden/wegen en routes kunnen dan worden beschermd. Zo nodig moet een alternatieve of nieuwe route worden gerealiseerd en bewegwijzerd. Onder infrastructurele werken wordt verstaan: - Aanleg,verbreding of veranderingen in provinciale wegen,rijkswegen, waterwegen of spoorwegen; - Aanleg of verwijdering/afsluiting van bruggen, tunnels en spoorwegovergangen; - (Her)inrichting (natuur)gebieden, bijvoorbeeld wateroverloopgebieden/ woonwijken enz. Aan de provincies is gevraagd of is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het signaleren van problemen voor het fietsroutenetwerk bij infrastructurele werken, oftewel voor het borgen van de kwaliteit en continuïteit van het routenetwerk. Ook is gevraagd of de provincie actief stuurt op behoud van de kwaliteit van het routenetwerk bij infrastructurele werken.
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
3
3
1
-
3
1
1
0
3
Limburg
Overijssel
3
Noord-Brabant
Drenthe
3
Zeeland
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 15: Resultaten kwaliteitsmonitor; borging kwaliteit routenetwerk(en)
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud e Borging kwaliteit en continuïteit routenetwerk(en) is verantwoordelijkheid borging kwaliteit/continuïteit routenetwerk(en) vastgelegd? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerk(en) bij grote infrastructurele werken? nee
0
ja, voor gehele provincie
2
0 1 3
3
3
3
2
2
2
2
-
2
2
2
3 2
2
0 0
2
2
2
2
2
Bij de meeste provincies zijn deze zaken goed geregeld. In Noord-Holland en ZuidHolland niet in alle regio’s. In de provincie Limburg is niet vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het behoud van de kwaliteit en daar vindt ook geen sturing plaats.
f. Uitwisselbaarheid digitale bestanden routes Om informatie over het verloop van de routes goed uit te kunnen wisselen, zijn digitale bestanden onmisbaar. In deze digitale bestanden dienen de routelijnen en de knooppuntlocaties opgenomen te zijn. Uitwisseling is van belang voor het afstemmen van de netwerken, voor belangenbehartiging, voor het inspelen op infrastructurele werken enz. Daarnaast kan het ook gebruikt worden voor consumententoepassingen. Regio’s kunnen wijzigingen in de netwerken aan het Fietsplatform doorgeven zodat deze in de landelijke routedatabank verwerkt kunnen worden. Op basis van de informatie die wordt aangereikt is bij het Fietsplatform bekend of actuele bestanden van de netwerken digitaal beschikbaar zijn. Niet alle regio’s beschikken over actuele digitale gegevens. In vier provincies zijn regio’s die dit niet digitaal bijhouden.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
1
3 2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
28
1
0 0
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
2
2
2
2
2
Aan de provincies zijn drie vragen gesteld over de uitwisselbaarheid van de digitale gegevens: a) is budget beschikbaar voor de actualisatie (minimaal eens per jaar)?, b) is vastgelegd dat de data minimaal eens per jaar worden geactualiseerd?, c) wordt door de provincie gestuurd op actualiteit/uitwisselbaarheid van de bestanden? In Noord-Holland en Zuid-Holland zijn nog regio’s waar geen budget is en waar ook niet is vastgelegd dat digitale gegevens geactualiseerd moeten worden. In deze provincies en in Limburg vindt ook geen sturing door de provincie plaats.
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 16: Resultaten kwaliteitsmonitor; digitale bestanden knooppuntnetwerk(en)
3
3
3
1
1
-
3
1
1
3
3
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud f
Digitale bestanden knooppuntnetwerk(en) zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk? nee
0
ja
2
3
3
3
3
3
3
1
1
3
1
1
1
1
2
3 -
3
1
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
1 2
3
3
3
3
3
3
3
3
3 1
-
3
1 3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
2
1
1
1
0
0
0
0
3 0
-
2
0 2
1
2
0 0
2
2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
g. Digitale bestekken bordlocaties Een digitaal bestek is een bestand waarin exact is aangegeven op welke locatie welk bord hoort te staan. Digitale bestekken bevorderen de kwaliteit van (het onderhoud) van de bewegwijzering. Ze vergemakkelijken de communicatie over de exacte locatie van het bord, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Daarom is het belangrijk dat er digitale bestekken zijn en dat deze actueel worden gehouden. Het is belangrijk dat er beleid en budget is om deze gegevens actueel te houden. Er wordt naar vier onderdelen gekeken: a) zijn digitale bestekken van het knooppuntnetwerk aanwezig?, b) is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden?, c) is vastgelegd dat de bestekken minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd?, d) wordt door de provincie gestuurd op de actualiteit van de bestekken? Ook voor deze bestanden is te zien dat vanuit de provincie Noord-Holland en ZuidHolland, geen sturing plaatsvindt. In deze provincies is ook niet in alle regio’s een bestand beschikbaar. Door de provincie Limburg vindt geen sturing plaats, maar de regio’s hebben daar wel een digitaal bestand en houden dit ook actueel.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
29 2
Friesland
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
Limburg
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 17: Resultaten kwaliteitsmonitor; digitale bestekken bordlocaties
3
3
3
3
1
-
3
1
1
3
3
3
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud g Digitale bestekken bordlocaties zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
1
is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden? nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3 0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3 0
ja
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
2
2
-
3
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
0
0
0
0
3 1
-
3
3 0
-
2
0 2
1
3 1
1
stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken? nee
3 3
1
worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd? nee
3 3
1
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
2
0 0
2
2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
h. Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken Fietsroutenetwerken zijn niet statisch. De omgeving verandert waardoor problemen of juist nieuwe mogelijkheden voor de routenetwerken ontstaan. Ook kunnen nieuwe inzichten of reacties van fietsers leiden tot wensen om de routenetwerken aan te passen. Het is goed om de netwerken regelmatig tegen het licht te houden en verbeteringen aan te brengen (innovatie). Aan de provincies is gevraagd of er provinciaal beleid is ten aanzien van doorontwikkeling van het netwerk en of hiervoor budget beschikbaar is. De provincie Limburg geeft als enige provincie aan geen beleid en ook geen budget te hebben voor het doorontwikkelen van het fietsknooppuntnetwerk.
Drenthe
Overijssel
Gelderland
(Flevoland)
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Noord-Brabant
2
1
1
2
2
-
2
2
2
2
2
Limburg
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 18: Resultaten kwaliteitsmonitor; doorontwikkeling en kwaliteitsbehoud
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes) 1.2
Beheer en onderhoud h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? nee
0
per project/ per wijziging
1
ja, structureel/ voor langere termijn
2
is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)? 0
per project/ per wijziging
1
ja, structureel/ voor langere termijn/ voor hele netwerken
2
1
1
1
1
2 2
nee
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
2
2
2
2
-
2
2
2
2
2
2
1
2
2
2
0 0
1 2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 24 (blz. 40)
30
0 0
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
1
1 2
2
2
2
2
2
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
31 2
3.3.
RESULTATEN KWALITEIT VAN DE RANDVOORWAARDEN
De kwaliteit van een fietsregio wordt niet alleen bepaald door de kwaliteit van het netwerk zelf, vele andere aspecten spelen een rol. Netwerkbeheerders hebben veelal weinig invloed op deze factoren. Ervoor gekozen is om deze randvoorwaarden als aparte categorie mee te nemen in de weging. Bekende randvoorwaarden zijn bijvoorbeeld de aantrekkelijkheid van de omgeving en de voorzieningen langs de route. Maar het gaat verder dan dat. Het provinciaal beleid op het gebied van toerisme en op het gebied van het fietsen biedt kaders waarbinnen de beheerders van de fietsroutenetwerken moeten opereren. Hier kan wel op worden gestuurd.
Provinciaal beleid kan kwaliteitskaders bieden; praktijkvoorbeeld Een netwerkbeheerder wil alle routes via de bewegwijzering van het fietsroutenetwerk laten lopen en laat daarom de bewegwijzerde rondritten verwijderen. Een sanering zoals die landelijk wordt gedragen. Zonder dat de netwerkbeheerder hiervan op de hoogte is, wordt door een gemeente een nieuwe bewegwijzerde rondrit in het veld geplaatst. Goede provinciale kaders kunnen dit soort situaties voorkomen.
Hoofdindicator 2.1: Aantrekkelijkheid van de omgeving De aantrekkelijkheid van de omgeving is niet objectief te meten. Door veel mensen hierover te bevragen, kan echter toch een objectieve vergelijking gemaakt worden. In het CVO en het CVTO is door fietsers een rapportcijfer gegeven voor de aantrekkelijkheid van de omgeving. Dit aspect is ook meegenomen bij onderdeel 1.1.e; de aantrekkelijkheid van het tracé. Het feit dat de fietsers aangeven dat zij groot belang hechten aan de aantrekkelijkheid van de omgeving, rechtvaardigt het om dit aspect twee keer mee te laten wegen. De consumenten zijn tevreden over de aantrekkelijkheid van de omgeving. Gemiddeld geven zij hiervoor een 8,3.
Limburg
Noord-Brabant
Zeeland
-
Zuid-Holland
3 8,4
Noord-Holland
2 8,3
Utrecht
(Flevoland)
3 8,6
Overijssel
3 8,6
Drenthe
1 8,0
Friesland
Gelderland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 19: Resultaten kwaliteitsmonitor; aantrekkelijkheid omgeving (waardering)
2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.1
Aantrekkelijkheid van de omgeving a Waardering omgeving consumentenoordeel aantrekkelijkheid omgeving gemiddeld rapportcijfer uit CVO2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 8,2)
1
gemiddeld (8,2 en 8,3)
2
boven gemiddeld (> 8,3)
3
1
2
1
2
8,1
8,3
8,1
8,2
1 2 3
3
2 3
Hoofdindicator 2.2: Voorzieningen langs de route Een veel gehoord geluid is dat mensen niet alleen willen fietsen, maar ook willen afstappen. Dan moeten daar wel mogelijkheden voor zijn. Twee subindicatoren worden hieronder gecombineerd toegelicht.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
2 8,2
1
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 25 (blz. 41)
32
3 8,5
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
3
1 2
2
a/b. Consumentenwaardering horeca en bezienswaardigheden Via het CVO en het CVTO zijn hierover rapportcijfers bekend van het publiek. Het gaat hierbij niet om de waardering van de horeca of bezienswaardigheid zelf, maar om de aanwezigheid van horecagelegenheden en bezienswaardigheden. Of preciezer: om de interpretatie van de aanwezigheid van horecagelegenheden en de bezienswaardigheden door de fietser. Het kan zijn dat er veel horeca is, maar dat de fietser dit niet als zodanig ervaart. Bijvoorbeeld omdat de fietser de adressen niet tegenkomt langs de route, of niet op het moment dat hij of zij eraan toe is. Het is een subjectief oordeel van de consument, maar omdat dit oordeel door veel mensen is gegeven, kan het zeker gebruikt worden voor een objectieve vergelijking.
De consumenten kennen relatief lage rapportcijfers toe aan de aanwezigheid van horeca en bezienswaardigheden. Gemiddeld respectievelijk een 7 en een 7,2. Op beide onderdelen scoort de provincie Zuid-Holland het laagst. Noord-Brabant en Noord-Holland behalen de hoogste score bij de aanwezigheid van horeca en Drenthe en Zeeland bij bezienswaardigheden.
2
2
2
Limburg
2
Noord-Brabant
2
Zeeland
-
Zuid-Holland
2 7,0
Noord-Holland
2 6,9
Utrecht
(Flevoland)
2 7,0
Overijssel
2 6,9
Drenthe
2 6,9
Friesland
Gelderland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 20: Resultaten kwaliteitsmonitor; voorzieningen langs de routes
2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.2
Voorzieningen langs de routes a Horeca consumentenwaardering horeca gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 6,9)
1
gemiddeld (6,9 en 7,0)
2
boven gemiddeld (> 7,0)
3
1
3
1
2
3
2
6,8
7,1
6,7
6,9
7,1
6,9
1
1 2 3
2 3
b Bezienswaardigheden consumentenwaardering bezienswaardigheden gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 7,0)
1
gemiddeld (7,0 en 7,1)
2
boven gemiddeld (> 7,1)
3
3
3
3
2
3
7,2
7,4
7,5
7,0
7,2
-
3
3
1
3
1
3
7,3
7,2
6,8
7,5
6,9
7,2
1
1
2 3
3
3
3
3
3
3
3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 25 (blz. 41)
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
33 2
Hoofdindicator 2.3: Provinciale betrokkenheid Veel zaken ten aanzien van de routenetwerken worden door regio’s/ netwerkbeheerders geregeld. Toch is enige sturing van bovenaf nodig om continuïteit en uniformiteit te waarborgen. Bovendien opereren de regio’s binnen de kaders die door de provincies geschetst worden. Daarom is het goed om ook de provinciale betrokkenheid bij de routenetwerken in de kwaliteitsmonitor mee te wegen.
a. Recreatie en fietsbeleid Recreatie en fietsbeleid biedt de basis voor het borgen van een kwalitatief hoogwaardig fietsroutenetwerk. Aan de provincies is gevraagd of er sprake is van een algemeen recreatiebeleid en of er sprake is van een provinciaal fietsbeleid. In alle provincies is sprake van een algemeen recreatiebeleid en ook hebben vrijwel alle provincies een specifiek fietsbeleid. Noord-Holland is hierop een uitzondering. Daarnaast is gevraagd of recreatie en fietsbeleid worden gecombineerd en zo ja, op welk wijze. In alle provincies is sprake van een combinatie van beide soorten beleid. De antwoorden op de vraag hoe dit gebeurt variëren zodanig sterk, dat het onmogelijk is dit objectief te vergelijken en hier een objectief waardeoordeel aan te hangen. Deze vraag hebben we daarom in de uiteindelijke puntentoekenning niet meegenomen. Enkele reacties: In Groningen vindt iedere drie maanden een overleg plaats tussen de provinciaal coördinator fietsbeleid en de beleidsmakers recreatie en toerisme en in de provincie Noord-Brabant is er een provinciaal actieprogramma 'fiets in de versnelling' waarbinnen alles omtrent fietsen samenkomt.
b. Provinciale coördinatie routezaken Om te zorgen voor goede afstemming van routezaken binnen een provincie is het belangrijk dat betrokkenen elkaar weten te vinden. Een structureel overleg tussen de provincie en de betrokken regiovertegenwoordigers helpt daarbij. Het zal dan ook geen toeval zijn dat juist de provincies waarbij geen sprake is van een structureel overleg, veel moeite hadden om de antwoorden op de vragen voor deze kwaliteitsmonitor bij voor alle regio’s bij elkaar te krijgen.
c. Beleid en sturing op themaroutes Daar waar netwerkbeheerders streven naar uniformiteit en continuïteit worden zij, binnen hun werkgebied, met zaken geconfronteerd die dat tegenwerken: onduidelijkheid over eigenaren van bestaande bewegwijzerde thematische rondritten, nieuwe bewegwijzering die verschijnt. Provinciale sturing hierop zou wildgroei kunnen voorkomen en zou sanering van bestaande routes kunnen vereenvoudigen. Dat komt de uniformiteit en daarmee de duidelijkheid naar de fietser ten goede. Bekendheid met themaroutes Aan de provincies is gevraagd of bekend is welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn. In de meeste provincies zijn de bewegwijzerde themaroutes bekend. Bij enkele provincies is dit nog niet volledig. Saneren bewegwijzerde themaroutes Het Fietsplatform heeft in de publicatie Recreatieve fietsroutenetwerken - welke kant op? (2011) en in de daarop aansluitende notitie over themaroutes (2014) adviezen gegeven over bewegwijzerde rondritten2. Saneren kan in de meeste gevallen omdat knooppuntnetwerken en bewegwijzerde rondritten dezelfde doelgroep bedienen: de dagtochtenfietser. Fietsers kunnen thematische routes worden aangeboden op basis van de knooppuntroutes. Alleen voor sterke thema’s heeft een eigen bewegwijzering
2
34
Zie http://www.fietsplatform.nl/uploads/2013-adviesnotitie-thematische-fietsroutes.pdf
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
naast knooppuntbewegwijzering in sommige gevallen een toegevoegde waarde, vooral uit oogpunt van herkenbaarheid en marketing van deze route-iconen (bijvoorbeeld Elfstedenroute en Van Goghroute). Het Fietsplatform heeft een indicatie gegeven voor een maximum aan themaroutes per provincie. Door het saneren van de rondritten kan het woud aan borden worden verminderd en kan bovendien worden bespaard op de onderhoudskosten. Aan de provincies is gevraagd of er plannen zijn om het aantal en verloop kritisch tegen het licht te houden/ saneren en of hier budget voor is. Vrijwel alle provincies hebben plannen om de routes te saneren, of hebben dat reeds gedaan. In NoordHolland wordt dit provinciaal niet gestuurd en moet deze sanering per netwerk geregeld worden. Een deel van de netwerkbeheerders heeft hiervoor plannen, een deel nog niet. Hetzelfde geldt voor budget dat hiervoor beschikbaar gesteld moet worden. Provinciale sturing Specifiek is gevraagd naar de provinciale sturing om bewegwijzerde themaroutes te saneren en om wildgroei te voorkomen. Vanuit de provincies Gelderland en Limburg vindt op geen van deze onderwerpen sturing plaats. Hiernaast zijn er provincies die weliswaar niet sturen op het saneren van bestaande routes, maar die wel willen voorkomen dat nieuwe wildgroei ontstaat. Daar vindt wel sturing plaats. Dit wordt bijvoorbeeld gedaan door dit in de subsidievoorwaarden op te nemen.
2
Limburg
2
Noord-Brabant
2 2
Zeeland
2 2
Zuid-Holland
2
Noord-Holland
2
2
Utrecht
2
2
(Flevoland)
2 2
Gelderland
2
Overijssel
2
Drenthe
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 21: Resultaten kwaliteitsmonitor; provinciale betrokkenheid
-
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
0
2
2
2
2
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0
3
2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.3
provinciale betrokkenheid a Recreatie- en fietsbeleid is er algemeen recreatiebeleid/ beleid vrijetijdseconomie? nee
0
ja
2
is er specifiek fietsbeleid? nee
0
ja
2
geen overleg
0
wel overleg, maar niet structureel
2
structureel overleg tussen provincies en regio's
3
-
0 2
2
2
2
3
3
3
3
2
2
b Provinciale coördinatie routezaken is er structureel overleg tussen provincies en regio's?
0
-
3
0 3
3
3
3
1
3
3
3
3
3
3
3
3
3
0 0
3
c Beleid en sturing op themaroutes is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn? nee deels
1
ja
3
zijn er plannen om aantal routes en verloop tegen licht te houden en evt te saneren?
1 3
nee
0
deels
1
n.v.t, dit heeft al plaatsgevonden
3
ja
3
is er budget beschikbaar voor sanering bewegwijzerde themaroutes? nee
0
deels
1
n.v.t, niet nodig
3
ja
3
is sprake van provinciale sturing om om bewegwijzerde themaroutes te saneren?
-
3
1
2
ja
2
stuurt provincie op voorkomen wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes? 0
ja
2
3
3
3
3
3
3
3
0
3
3
1
-
3
1
-
3
1
0
0 1
0 0
1 3
3 0
3
3
2
2
0
3 0
-
2
0
0
2
3 2
2
2
0
-
2
2
2
2
2
2
2
2
0 2
2
2
0 0
2 2
2
2
0
2 2 2
nee
1 3
1
0
n.v.t.
1
3
2 nee
1
0
2
0 0
2
2
2
2
2
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 25 (blz. 41)
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
35 2
Hoofdindicator 2.4: Toegankelijkheid van route-informatie
a. Toegankelijkheid route-informatie voor beleidsmakers Het Fietsplatform stuurt 2 keer per jaar een update van de fietsroutenetwerken naar de GIS afdelingen van de provincies. De data van de netwerken zijn daarmee beschikbaar voor alle provincieambtenaren. Of ambtenaren gebruik maken van die data bij het ontwikkelen van of reageren op beleid, hangt mede af van de vraag of deze data voor hen ontsloten zijn. Als afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop provincieambtenaren bij de routedata kunnen komen, is de kans groter dat zij daar ook daadwerkelijk gebruik van maken. Uit de antwoorden van de provincies hierop is duidelijk dat hier bij de meeste provincies wel afspraken over zijn gemaakt. In de werkgroep kwam naar voren dat de bekendheid van de netwerken onder de gemeenteambtenaren en bij de wegbeheerders vaak te gering is. Daardoor worden de beheerders van de knooppuntnetwerken vaak pas achteraf bij problemen betrokken in plaats van vooraf aan tafel uitgenodigd om plannen te bespreken. Vanuit de wens om een grotere bekendheid bij gemeenten en wegbeheerders is de vraag gesteld of er sprake is van provinciale sturing om de routedata bekend te maken bij ambtenaren van gemeenten/wegbeheerders/regio. Een deel van de provincies stuurt hierop. Fietsroutenetwerken zijn aan verandering onderhevig. Gevraagd is of er afspraken zijn gemaakt over de wijze waarop regio’s de routewijzigingen doorgeven aan de provincies. In zijn totaliteit kan gezegd worden dat de provincies Gelderland en Limburg het minst sturen op beschikbaarheid en de ontsluiting van de routedata. Daar is de toegankelijkheid van de route-informatie voor ambtenaren dan ook het laagst.
b. Toegankelijkheid route-informatie voor productontwikkelaars Als routes verkeerd staan ingetekend op kaarten of in planners, heeft de fietser daar last van. Dit heeft zijn weerslag op de beleving van de fietstocht en daarmee op beleving van Nederland Fietsland. Het zou dan ook goed zijn om de routedata vrij beschikbaar te stellen. Daarmee wordt voorkomen dat gemakkelijk wordt teruggegrepen naar oude bestanden of dat verkeerde routes worden ingetekend. Dit past ook goed in het overheidsbeleid dat steeds verder gaat met open data. Van de meeste netwerken is een digitaal bestand vrij te verkrijgen voor consumententoepassingen. Zeeland en Limburg en delen van Gelderland stellen hun data niet vrij ter beschikking. Ontwikkelaars vragen daarbij om een landelijk bestand omdat dat sneller werkt dan 12 provinciale bestanden of 50 losse bestanden van knooppuntnetwerken. Om innovatie en productontwikkeling te stimuleren is het belangrijk dat er vanuit één landelijk bestand geleverd kan worden. In de landelijke routedatabank zijn de routes en knooppunten van alle fietsknooppuntnetwerken in Nederland opgenomen. Het Fietsplatform levert deze data alleen uit voor consumententoepassingen als de netwerkbeheerder daar toestemming voor geeft. De afgelopen jaren zijn steeds meer regio’s overgegaan op vrije uitlevering van data. In april 2015 is inmiddels 64% van de 32.000 km aan fietsroutenetwerk in Nederland vrij uit te leveren via de landelijke routedatabank. De zuidelijke provincies blijken hierin behoudender te zijn dan hun noordelijke collega’s. Aan die provincies waarbij niet via de landelijke routedatabank uitgeleverd kan worden, is gevraagd of de routedata via een ander landelijk bestand beschikbaar zijn. Dat is niet het geval.
36
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Zeeland
Noord-Brabant
0
-
2
2
2
2
2
Limburg
Zuid-Holland
2
Noord-Holland
2
Utrecht
Overijssel
2
(Flevoland)
Drenthe
2
Gelderland
Friesland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 22: Resultaten kwaliteitsmonitor; toegankelijkheid route-informatie
2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.4
Toegankelijkheid van de routeinformatie a Toegankelijkheid voor beleidsmakers afspraken over wijze waarop prov.ambtenaar bij dig. bestanden routenetwerken kan? nee
0
ja
2
stuurt provincie op bekendmaking routedata bij gemeenten/waterschap/regio? nee
0
ja
2
zijn er afspraken gemaakt over wijze van doorgeven routewijzigingen aan provincie?
0 2
2
2
2
0
2
2
2
0 3
nee
0
ja, voor deel van de provincie (< 75%)
1
ja, voor overgrote deel van de provincie (> 75%)
2
ja, voor de gehele provincie
3
0
-
2
2
2
2
2
2
2
0
2
2
0 2
2
2
3
0
3
1
0 0
0 -
2
2
3
0
0
0
0
0
0 0
2
2
3
3
0 0
1 3
3
3
3
3
3
3
3
0
3
b Toegankelijkheid voor productontwikkelaars is actueel bestand fietsroutenetwerk vrij beschikbaar voor consumententoepassingen? nee
3
3
1
-
3
3
3
0
ja, deels
1
ja
3
is netwerk als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar? nee
0
ja, deels
1
ja, voor de gehele provincie
3
0
0 0
1 3
3
3
3
3
3
3
3
1
-
3
3
3
3
3
3
3 0
0
0
0
0
0
1 3
3
3
3
3
3
3
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 25 (blz. 41)
Hoofdindicator 2.5: Algemeen oordeel
a. Oordeel consument fietsen in de provincie In het CVO en CVTO is aan fietsers gevraagd een rapportcijfer te geven voor hun fietstocht. Dit geeft een algemeen oordeel over het fietsen in de provincie. Het is een subjectief oordeel van de fietser die door de grote aantallen waarin een oordeel is gegeven, als een objectieve vergelijking kan fungeren. Het is een aparte vraag geweest en dus niet een gemiddelde van het oordeel van de consument op de diverse onderdelen die in eerdere paragrafen zijn genoemd. Het kan worden gezien als een afweging van de fietser tussen belang en waardering van de diverse aspecten. In iedere provincie ligt de waardering voor de fietsvakantie hoger dan de waardering voor een dagtocht. Het gemiddelde van beide waarderingen is genomen om een totaalwaardering per provincie te creëren. De waarderingen zijn in alle provincies goed te noemen en variëren tussen de 8,0 en 8,3. Groningen, Noord-Holland en Zuid-Holland scoren daarbij lager dan het gemiddelde en Friesland, Drenthe en Utrecht juist hoger.
b. Oordeel consument ‘fietsprovincie van het jaar, Fietsen123’ Jaarlijks wordt door Fietsen123 een verkiezing van de fietsprovincie van het jaar gehouden, een verkiezing van de populairste provincie voor fietsers. In de verkiezing van Fietsen123 wordt een ranking van de 1ste t/m 12e plaats aangegeven. In afgelopen jaren hebben de verkiezing van Fietsen123 en de Kwaliteitsmonitor van het Fietsplatform soms tot verwarrende berichtgeving geleid. De provincie die nr. 1 stond in de verkiezing van Fietsen123 stelde dat zij de beste fietsprovincie waren en provincies die goed scoorden in de kwaliteitsmonitor brachten dat aspect juist duidelijk naar voren. Het Fietsplatform heeft samenwerking gezocht met Fietsen123. De resultaten van hun onderzoek zijn nu meegewogen in de kwaliteitsmonitor. Dit gaat uit van de stelling dat kwaliteit een belangrijke basis vormt voor populariteit.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
37 2
Een veel gehoorde reactie op de verkiezing van Fietsen123 is dat mensen geneigd zouden zijn op hun eigen provincie te stemmen waardoor provincies met meer inwoners meer stemmen krijgen zouden krijgen. Dit wordt echter niet bevestigd door de resultaten. Zo wonen de meeste mensen die de enquête op de website hadden ingevuld in de provincie Noord-Brabant, maar kreeg deze provincie niet de meeste stemmen. Ook kwamen veel mensen uit Zuid-Holland terwijl deze provincie maar een klein deel van de stemmen kreeg. In de kwaliteitsmonitor is de verkiezing van Fietsen123 zodanig verwerkt dat de eerste 4 provincies 3 punten hebben gescoord (bovengemiddeld), de tweede vier provincies 2 punten (gemiddeld) en de provincies die bij de laatste vier eindigden 1 punt (onder gemiddeld).
Limburg
2
Noord-Brabant
2
Zeeland
-
Zuid-Holland
2 8,2
Noord-Holland
2 8,2
Utrecht
(Flevoland)
3 8,3
Overijssel
3 8,3
Drenthe
1 8,0
Friesland
Gelderland
score provincies
Groningen
aantal punten per onderdeel
Tabel 23: Resultaten kwaliteitsmonitor; algemeen oordeel consument
2. Kwaliteit randvoorwaarden 2.5
Algemeen oordeel consument a Oordeel consument fietsen in de provincie waardering consument; fietsen algemeen (CVO/CVTO) gemiddeld rapportcijfer uit CVO 2014 en CVTO 2012-2013 onder gemiddeld (< 8,1)
1
gemiddeld (8,1 en 8,2)
2
boven gemiddeld (> 8,2)
3
score fietsprovincie van het jaar (fietsen123) score fietsprovincie van het jaar (fietsen123), ranking ranking 9-12
1
ranking 5-8
2
ranking 1-4
3
3
3
1
2
2
2
8,0
8,1
8,1
8,1
1
1 2
2
2
3
1
2
3
3
3
11
8
2
4
1
1
-
1
2
1
2
3
2
9
7
10
6
3
5
1 2
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
1 2
3
3
Over beide onderzoeken gemeten, krijgt de provincie Drenthe de beste waardering van de fietsers. Gelderland komt bij Fietsen123 als populairste fietsprovincie uit de bus.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
1 8,0
1
Voor de doorwerking van dit onderdeel in de totale monitor, inclusief weging, zie tabel 25 (blz. 41)
38
3 8,3
3
2
2 3
4.
Totaalbeeld en conclusies
Kwaliteit routenetwerken De resultaten laten zien dat er meerdere provincies zijn die heel hoog scoren op de kwaliteit van de netwerken. Friesland en Drenthe scoren boven de 90%, kort daarop gevolgd door Overijssel, Utrecht en Zeeland. Helaas zijn er ook provincies die minder dan 50% van de score behalen: NoordHolland en Zuid-Holland. De provincies die het laagst scoren zijn ook de provincies waar relatief veel kleine fietsroutenetwerken en veel netwerkbeheerders zijn. Zichtbaar is dat deze provincies veel punten mislopen op het onderdeel afstemming, terwijl dat juist in provincies met veel verschillende netwerken belangrijk is. Dat Gelderland middelmatig scoort heeft vooral te maken met de situatie op de Veluwe waar tot eind 2014 door het wegvallen van de regionale netwerkbeheerder (faillissement) geen afspraken waren over het beheer en onderhoud. Voor alle provincies geldt dat nog winst te behalen is, met name wat betreft beheer en onderhoud en de organisatie daar rond omheen, inclusief digitalisering. Verder ook wat betreft het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming).
Wat betreft de kwaliteit van de LF-routes; het Fietsplatform treft als landelijk beheerder van het landelijke LF-net voorbereidingen voor een doorontwikkelingsplan waarbij dit netwerk met z’n onderscheidende hoofddoelgroep (lange-afstand fietsers) kritisch tegen het licht zal worden gehouden. Insteek is om door middel van specifieke productontwikkeling toe te werken naar landelijke iconen, paradepaardjes van Nederland Fietsland. Naast versterking van een aantal routes zal mogelijk ook een aantal routes worden gesaneerd. Het recente LF-onderzoek, met cijfers over gebruik en waardering, zal als belangrijke bron van informatie worden gebruikt. Regiopartners zullen nauw bij dit (door)ontwikkelingsproces worden betrokken.
Kwaliteit randvoorwaarden Ook op dit onderdeel scoren Friesland en Drenthe hoog, boven de 90%. Overijssel en Utrecht volgen opnieuw weer kort daarop. Verschillende provincies laten veel punten liggen op de toegankelijkheid en de ontsluiting van digitale route-informatie. Dit geldt met name voor Gelderland, Zeeland en Limburg. Binnen dit onderdeel weegt het consumentenoordeel aanzienlijk mee. Daar is bewust voor gekozen. Met name Zuid-Holland en in mindere mate Groningen scoren hierbij lager.
Op de volgende bladzijden: Tabel 24 en 25: Totaalresultaten kwaliteitsmonitor
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
39 2
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
1.2
1.1
wegingsfactor
6
3 3 3 3 3 3
zijn afspraken vastgelegd over behoud synchronisatie?
zijn netwerken afgestemd met aangrenzende regio’s, sluiten ze goed aan?
is behoud aansluiting gewaarborgd?
is tracering bewegwijzerde themaroutes gelijk aan knooppuntroutes?
zijn er afspraken gemaakt over behoud afstemming thema- en knooppuntroutes?
zijn afspraken vastgelegd over behoud afstemming?
3
waardering consument; drukte op fietspaden
3 3 3 3 3
is onderhoud LF-en knooppuntbewegwijzering in één hand?
zijn er afspraken gemaakt over exacte grens van het onderhoud?
oplossingspercentage
oplossingstermijn
waardering consument; kwaliteit bewegwijzering
3 3 3
zijn afspraken over onderhoud infopanelen contractueel vastgelegd?
worden panelen vervangen na beschadiging?
worden panelen vervangen na routewijziging?
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM 3 3 3 3
is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor financiering van routewijzigingen?
is gelijktijdige wijziging LF-routes met fietsknooppuntroutes vastgelegd?
is verantwoordelijkheid bewegwijzeren omleidingen bij wegopbrekingen vastgelegd?
actief beleid om bekendheid te geven aan netwerk(en) bij gemeenten/wegbeheerders?
2
stuurt provincie op actualiteit en uitwisselbaarheid bestanden fietsroutenetwerk?
3 3 2
is er budget beschikbaar om de bestekken actueel te houden?
worden bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd?
stuurt provincie op actualiteit van digitale bestekken?
2
is er budget voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)?
omgerekend: subresultaat kwaliteit routenetwerken (0-5 sterren)
percentage van de maximale score
totaalscore kwaliteit routenetwerken
2
is er provinciaal beleid voor doorontwikkeling/ kwaliteitsimpuls fietsroutenetwerk(en)?
h Doorontwikkeling/kwaliteitsbehoud netwerken
3
zijn digitale bestekken van knooppuntnetwerk(en) aanwezig?
1
1
1
1
1
1
1
1
2
2
4
2
3
3
3
11
2
3
3
3
3
is vastgelegd dat routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd?
1
3
is er budget beschikbaar voor de actualisatie (min eens per jaar)?
1
3
zijn digitale bestanden beschikbaar/uitwisselbaar?
2
3
5
3
3
6
3
6
21
3
3
3
6
15
12
15
15
3
3
6
11
1
1
1
1
2
1
2
1
1
1
2
4
5
5
1
1
2
54
3
3
Digitale bestanden knooppuntnetwerk(en)
2
stuurt provincie op behoud kwaliteit netwerk(en) bij grote infrastructurele werken?
g Digitale bestekken bordlocaties
f
3
is verantwoordelijkheid borging kwaliteit/continuïteit routenetwerk(en) vastgelegd?
e Borging kwaliteit en continuïteit routenetwerk(en)
3
is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routenetwerk(en)?
d Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen
3
is geregeld wie onderhoud van infopanelen uitvoert en betaalt?
c Onderhoud en actualisatie informatiepanelen
3
is vastgelegd wie onderhoud betaalt en wie het uitvoert?
b Onderhoud bewegwijzering
1
6
3
4
36
36
2
1
2
2
1
2
1
8
11
22
10
21
30
54
12
is netwerkbeheer van één knooppuntnetwerk in één hand?
3
2
1
4
4
54
a Verantwoordelijkheid beheer
3
9
3
6
9
3
3
3
3
6
3
3
2
8
168
3
waardering consument; kwaliteit routeverloop
1
2
1
1
1
1
2
1
1
3
27
4
Beheer en onderhoud
waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving
e Aantrekkelijkheid tracé
3
waardering consument; kwaliteit paden en wegen
d Kwaliteit paden en wegen
3
zijn er afspraken gemaakt over behoud synchronisatie?
1
1
2
3
zijn knooppunt- en LF-routes gesynchroniseerd?
c Afstemming routes en regio's
2
3
is dichtheid conform landelijke norm?
1 2
3
waardering consument: kwaliteit bewegwijzering
4
b Dichtheid knooppuntnetwerk(en)
2
is bewegwijzering conform landelijke standaard?
42
max aantal punten per onderdeel
176 2
max aantal punten per onderdeel, gewogen 7
wegingsfactor
Uitvoering
max aantal punten per deelindicator, gewogen
a Uitvoering bewegwijzering
1. Kwaliteit routenetwerken (knooppunt-en LF-routes)
wegingsfactor 1
1
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen 344
168
176
wegingspercentage 100,0%
1,2%
1,2%
2,3%
0,6%
0,9%
0,9%
0,9%
3,2%
1,2%
1,7%
1,7%
1,7%
6,4%
1,2%
1,7%
2,9%
0,9%
0,9%
1,7%
0,9%
1,7%
6,1%
1,7%
1,7%
1,7%
3,5%
8,7%
3,5%
4,4%
4,4%
0,9%
0,9%
1,7%
15,7%
3,5%
3,5%
48,8%
7,0%
3,5%
10,5%
3,5%
7,0%
10,5%
1,7%
1,7%
1,7%
1,7%
3,5%
1,7%
1,7%
1,7%
15,7%
2,3%
2,3%
5,2%
7,0%
12,2%
51,2%
score provincies
4,58
91,6%
79,4% 3,97
315
1
1
4
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
3
10
3
3
3
3
3
21
3
3
3
3
30
3
2
1
3
3
3
39
3
12
149
3
3
36
3
3
36
0
3
1
3
3
3
3
3
44
2
8
3
2
42
166
273
2
2
8
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
3
10
3
0
0
3
3
12
3
3
3
3
30
2
1
3
3
3
3
40
3
12
145
1
1
12
1
2
20
3
3
2
3
3
3
3
3
52
2
8
2
2
36
128
Groningen
Kwaliteitsmonitor 2015
(op basis van gegevens 2014)
Friesland
40 Drenthe 4,53
90,7%
312
1
1
4
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
3
10
3
3
3
3
3
21
3
3
3
3
30
3
3
3
3
3
3
54
3
12
164
3
3
36
2
3
32
3
3
3
3
3
3
3
3
54
2
8
3
0
18
148
Overijssel 4,30
86,0%
296
2
2
8
2
3
3
3
11
2
3
3
1
18
2
3
10
3
3
3
3
3
21
3
3
3
3
30
2
1
3
3
3
3
40
3
12
150
2
2
24
2
2
24
3
3
3
3
3
3
3
3
54
2
8
2
2
36
146
Gelderland 3,52
70,3%
242
2
2
8
0
1
1
1
3
0
1
1
1
6
2
1
6
1
1
1
2
2
10
3
3
3
1
22
3
3
2
3
3
1
45
3
12
112
3
3
36
2
2
24
1
1
1
1
1
1
1
2
20
2
8
3
2
42
130
(Flevoland) -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Utrecht 4,48
89,5%
308
2
2
8
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
3
10
3
3
3
3
3
21
3
3
3
3
30
3
1
1
3
3
3
34
3
12
148
2
3
28
1
3
28
3
3
3
3
3
3
3
3
54
2
8
3
2
42
160
92
Noord-Holland 2,41
48,3%
166
1
2
6
0
1
1
1
3
0
1
1
1
6
2
1
6
1
1
1
1
2
9
1
1
1
2
14
1
1
1
2
2
2
22
2
8
74
2
2
24
1
1
12
1
1
2
1
2
2
2
2
30
2
8
1
1
18
Zuid-Holland 2,46
49,1%
169
2
2
8
0
1
1
1
3
0
1
2
1
8
2
1
6
1
1
0
1
1
5
2
2
2
2
20
1
0
1
2
0
2
15
3
12
77
1
1
12
2
2
24
1
1
1
1
3
0
3
2
30
2
8
1
1
18
92
Zeeland 4,46
89,2%
307
2
2
8
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
0
4
3
3
3
3
3
21
3
3
3
3
30
2
2
3
3
3
3
45
3
12
153
2
2
24
3
3
36
3
3
1
3
3
3
3
3
50
2
8
2
2
36
154
Noord-Brabant 3,91
78,2%
269
2
2
8
2
3
3
3
11
2
3
3
3
22
2
3
10
3
3
3
0
3
18
3
1
3
3
26
2
2
2
3
3
3
40
3
12
147
2
1
20
1
2
20
3
3
2
3
3
3
3
2
50
2
8
2
1
24
122
3,88
77,6%
267
0
0
0
0
3
3
3
9
0
3
3
3
18
0
0
0
3
0
3
3
3
18
3
3
3
3
30
2
3
3
3
3
3
50
3
12
137
2
2
24
2
1
16
0
3
2
3
3
3
3
3
46
2
8
2
2
36
130
Limburg
Kwaliteitsmonitor 2015
2.5
2.4
2.3
2.2
2.1
max aantal punten per onderdeel
3
2
6
2
stuurt provincie op voorkomen wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes?
2 3
stuurt provincie op bekendmaking routedata bij gemeenten/waterschap/regio?
zijn er afspraken gemaakt over wijze van doorgeven routewijzigingen aan provincie?
3
totaalscore kwaliteit randvoorwaarden
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
2. Kwaliteit randvoorwaarden
2
totaalscore routenetwerken
3
3
percentage van de maximale score
1
3
1
1
3
4
wegingsfactor
omgerekend naar sterren (schaal 0-5)
percentage van de maximale score
totaalscore, punten
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren)
percentage van de maximale score
totaalscore randvoorwaarden
omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren)
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes)
(op basis van gegevens 2014)
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore
omgerekend: subresultaat kwaliteit randvoorwaarden (0-5 sterren)
percentage van de maximale score
3
score fietsprovincie van het jaar (fietsen123)
6
18
12
3
waardering consument; fietsen algemeen
1
3
3
a Oordeel consument fietsen in de provincie
1
3
6
3
2
12
3
is netwerk als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar?
1
1
1
2
7
2
2
3
Algemeen oordeel consument
3
is actueel bestand fietsroutenetwerk vrij beschikbaar voor consumententoepassingen?
b Toegankelijkheid voor productontwikkelaars
2
afspraken over wijze waarop prov.ambtenaar bij dig. bestanden routenetwerken kan?
1
1
1
1
13
12
21
2
is sprake van provinciale sturing om om bewegwijzerde themaroutes te saneren?
3
3
1
4
a Toegankelijkheid voor beleidsmakers
3
is er budget beschikbaar voor sanering bewegwijzerde themaroutes?
1
1
13
3
3
2
4
39
3
1
1
Toegankelijkheid van route-informatie
3
zijn er plannen om aantal routes en verloop tegen licht te houden en evt te saneren?
3
is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn?
c Beleid en sturing op themaroutes
is er structureel overleg tussen provincies en regio's?
b Provinciale coördinatie routezaken
2
is er specifiek fietsbeleid?
6
2
12
2
is er algemeen recreatiebeleid/ beleid vrijetijdseconomie?
2
3
3
3
a Recreatie- en fietsbeleid
1
1
37
3
3
Provinciale betrokkenheid
waardering consument; bezienswaardigheden
b Bezienswaardigheden
waardering consument; horeca
6
2
12 3
Voorzieningen langs de routes
3
a Horeca
waardering consument; aantrekkelijkheid omgeving
9 1
wegingsfactor
9
3
max aantal punten per onderdeel, gewogen 3
wegingsfactor
Aantrekkelijkheid van de omgeving
max aantal punten per deelindicator, gewogen
a Aantrekkelijkheid omgeving
2. Kwaliteit randvoorwaarden
(op basis van gegevens 2014)
184
36
39
37
36
36
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
528
184
344
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
100,0%
9,8%
9,8%
19,6%
19,6%
4,9%
4,9%
9,8%
4,9%
3,3%
3,3%
11,4%
21,2%
1,1%
1,1%
1,6%
1,6%
1,6%
7,1%
6,5%
6,5%
2,2%
4,3%
6,5%
20,1%
9,8%
9,8%
9,8%
9,8%
19,6%
19,6%
19,6%
19,6%
100,0%
34,8%
65,2%
score provincies
4,54
90,8%
167
2
3
10
30
3
3
18
3
2
2
21
39
2
0
0
3
3
8
3
12
2
2
12
32
3
6
2
4
30
3
9
36
score provincies
3,32
66,3%
122
1
1
4
12
3
3
18
3
0
2
15
33
2
2
3
3
1
11
3
12
2
2
12
35
3
6
2
4
30
1
3
12
Groningen
4,59
91,8%
169
3
3
12
36
3
3
18
0
2
2
12
30
2
2
3
3
3
13
3
12
2
2
12
37
3
6
2
4
30
3
9
36
4,18
83,7%
154
3
2
10
30
3
3
18
3
2
2
21
39
2
2
3
3
3
13
3
12
2
2
12
37
2
4
2
4
24
2
6
24
3,32
66,3%
122
3
2
10
30
1
1
6
1
0
0
3
9
0
0
1
3
1
5
0
0
2
2
12
17
3
6
2
4
30
3
9
36
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4,35
87,0%
160
1
3
8
24
3
3
18
3
2
2
21
39
2
2
3
3
3
13
3
12
2
2
12
37
3
6
1
2
24
3
9
36
3,29
65,8%
121
2
1
6
18
3
3
18
0
2
2
12
30
2
0
1
1
1
5
0
0
0
2
8
13
3
6
3
6
36
2
6
24
2,64
52,7%
97
1
1
4
12
3
3
18
0
0
2
6
24
2
2
3
3
3
13
3
12
2
2
12
37
1
2
1
2
12
1
3
12
3,61
72,3%
133
2
2
8
24
0
0
0
3
2
2
21
21
2
2
0
3
3
10
3
12
2
2
12
34
3
6
2
4
30
2
6
24
3,61
72,3%
133
3
2
10
30
0
3
9
3
2
2
21
30
2
2
3
3
3
13
3
12
2
2
12
37
1
2
3
6
24
1
3
12
2,85
57,1%
105
2
2
8
24
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3
0
3
3
12
2
2
12
27
3
6
2
4
30
2
6
24
372 70,5% 3,52 4
402 76,1% 3,81 4
440 83,3% 4,17 4
266 50,4% 2,52 3
287 54,4% 2,72 3
468 88,6% 4,43 4
-
364 68,9% 3,45 3
450 85,2% 4,26 4
481 91,1% 4,55 5
482 91,3% 4,56 5
3,74 4
395
2,85 3,61 3,61 2,64 3,29 4,35
3,32 4,18 4,59 4,54 74,8%
105 57,1%
133 72,3%
133 72,3%
97 52,7%
121 65,8%
160 87,0%
122 66,3%
154 83,7%
169 91,8%
167 90,8%
122
3,52 4,30 4,53 4,58 3,97
3,32
3,88 3,91 4,46 2,46 2,41 4,48
-
66,3%
267 77,6%
269 78,2%
307 89,2%
169 49,1%
166 48,3%
308 89,5%
242 70,3%
296 86,0%
312 90,7%
315 91,6%
273 79,4%
Groningen
wegingspercentage
wegingspercentage
Friesland
Friesland
Drenthe
Drenthe
Overijssel
Overijssel
Gelderland
Gelderland
(Flevoland)
(Flevoland)
Utrecht
Utrecht
Noord-Holland
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Zeeland
Noord-Brabant
Noord-Brabant
Limburg
Limburg
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
41
2
Conclusies Geconcludeerd mag worden dat de kwaliteit van het aanbod voor de recreatieve fietser over het algemeen voldoende op peil is. Niet één provincie scoort minder dan drie sterren. Dit spoort met het beeld dat ons fietsland geen slechte fietsregio’s kent. Met name Zuid-Holland zit wel dicht tegen de gevarenzone. Hoewel door wijzigingen van de opzet van de monitor een één op één vergelijking niet helemaal opgaat, vallen een aantal ontwikkelingen ten opzichte van 2013 op: −
Friesland en Drenthe komen nu beide aan het maximaal aantal van vijf sterren. Dat waren er in 2013 nog vier. Friesland scoort daarbij zeer hoog wat betreft de uitvoering van het routenetwerk. Drenthe onderscheidt zich met zijn uitstekende organisatie en uitvoering van het beheer en onderhoud.
−
Utrecht, Noord-Brabant en Limburg hebben er ook een ster bij gekregen en komen nu net als Groningen, Overijssel en Zeeland uit op vier sterren.
−
Gelderland is een ster kwijtgeraakt en is binnen de kwaliteitsmonitor nu op drie sterren uitgekomen. Dit heeft vooral te maken met de situatie op de Veluwe.
−
Noord-Holland en Zuid-Holland zijn op drie sterren blijven staan maar zitten daarbij wel dicht bij de ondergrens.
Hieronder een overzicht van de provincies en de regio’s en het aantal sterren dat ze dit jaar en vorig jaar hebben behaald.
Aantal sterren
Provincie/Regio Provincie
2013
2015
Groningen
Friesland Drenthe Overijssel Gelderland (Flevoland) Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
42
(+1) (+1) (-1)
-
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
(+1)
(+1) (+1)
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Bijlage A: Rapportage per provincie Op de volgende pagina’s per provincie een rapportage en conclusie.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
43 2
GRONINGEN
score
Groningen
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
1.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
3,97 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
122 66,3%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
273 79,4%
3,32 528
395 74,8% 3,74 4
Resultaat kwaliteitsmonitor Groningen: De provincie Groningen scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 3,74; 74,8% van de punten, gemeten over de situatie in 2014). Een mooi resultaat. In 2013 kwam de provincie ook uit op 4 sterren, in 2012 op 2. Kwaliteit routenetwerk Op dit gebied valt nog winst te behalen ten aanzien van de volgende aspecten: - Beheer en onderhoud en de organisatie daar rond omheen: oplossingstermijn (2014: gem. 6,1 weken); - Vastleggen van afspraken voor gelijktijdige wijziging LF-routes en knooppuntroutes; - Vastleggen van verantwoordelijkheid voor bewegwijzeren van omleidingen bij wegopbrekingen. Kwaliteit randvoorwaarden In het advies bij de monitor van 2013 werd aangegeven dat de score op de kwaliteit van de routes verbeterd kon worden door de bestaande bewegwijzerde fietsrondritten te saneren. De provincie Groningen heeft dit opgepakt en scoort op dit onderdeel in de kwaliteitsmonitor van 2015 veel beter dan vorige keer. Groningen laat wat betreft de randvoorwaarden nog wat punten liggen ten aanzien van: - Beleid en sturing op themaroutes; - Sturing op bekendmaking routedata bij gemeenten/wegbeheerders. In de nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor weegt het consumentenoordeel aanzienlijk mee. Groningen scoort hierbij onder het gemiddelde en verliest daardoor punten. Mogelijk speelt beeldvorming hierbij parten en kan met promotieactiviteiten winst worden geboekt.
44
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
FRIESLAND
score
Friesland
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
2.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
4,58 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
167 90,8%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
315 91,6%
4,54 528
482 91,3% 4,56 5
Resultaat kwaliteitsmonitor Friesland: De provincie Friesland scoort in 2015 in totaal 5 sterren (exact: 4,56; 91,3% van de punten, gemeten over de situatie in 2014). Een prachtig resultaat, de hoogste score van alle provincies! Er zijn grote sprongen gemaakt: in 2013 kwam de provincie uit op 4 sterren, in 2012 op 3. Hopelijk lukt het om de 5 sterren te behouden. Kwaliteit routenetwerk Op veel aspecten scoort Friesland het hoogste aantal punten. Punten blijven nog liggen wat betreft: - Beheer en onderhoud: het afmelden van meldingen (gewerkt wordt al aan verbetering – Friesland gaat hun beheerssysteem, via de api, koppelen aan het landelijk meldsysteem, zie blz. 22); - Afstemming tracering knooppuntroutes en themaroutes. Er zijn goede afspraken gemaakt over de wijze waarop omgegaan moet worden met infrastructurele projecten en eventuele tijdelijke omleidingen in routes. Kwaliteit randvoorwaarden Ook op dit onderdeel scoort Friesland hoog, ruim 90%. Winst kan nog worden behaald wat betreft: - Beleid en sturing op sanering bestaande rondritten; Genoemde aandachtspunten zijn ‘quick wins’, die helpen de 5 sterren te behouden.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
45 2
DRENTHE
score
Drenthe
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
3.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
4,53 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
169 91,8%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
312 90,7%
4,59 528
481 91,1% 4,55 5
Resultaat kwaliteitsmonitor Drenthe: De provincie Drenthe scoort in 2015 in totaal 5 sterren (exact: 4,55; 91,1% van de punten, gemeten over de situatie in 2014). Winst is geboekt ten opzichte van de voorgaande jaren, zowel in 2013 als in 2012 kwam de provincie uit op 4 sterren. Een prachtig resultaat. Hopelijk lukt het om de 5 sterren vast te houden. Aan de consument zal het niet liggen; die weet het Drentse landschap en de Drentse fietspaden hoog te waarderen. Kwaliteit routenetwerk Drenthe scoort hier op veel aspecten het hoogste aantal punten. Met dank aan het Recreatieschap blinkt het uit in de organisatie en uitvoering van het onderhoud. De enige punten die Drenthe in 2014 liet liggen waren: - de uitvoering van de bewegwijzering van knooppuntroutes; deze wijkt af van de landelijke standaard; - het ontbreken van provinciaal beleid en budget voor doorontwikkeling van de routenetwerk(en). Kwaliteit randvoorwaarden Op dit onderdeel scoort Drenthe het hoogst van alle provincies. Daarbij valt op dat de toegankelijkheid van de informatie voor consumententoepassingen sterk is verbeterd de afgelopen jaren. Daar waar de routedata van het fietsroutenetwerk eerst nog voor zichzelf werden gehouden, geeft Drenthe nu toestemming voor vrije uitlevering. Dit maakt het externe partijen weer mogelijk om goede producten te ontwikkelen. Om de (nipte!) 5 sterren te behouden is het zaak de goede vorm te consolideren. Dit speelt extra omdat de afwijkende uitvoering van het knooppuntennetwerk Drenthe geen mogelijkheden geeft voor een quick win.
46
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
OVERIJSSEL
score
Overijssel
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
4.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
4,30 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
154 83,7%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
296 86,0%
4,18 528
450 85,2% 4,26 4
Resultaat kwaliteitsmonitor Overijssel: De provincie Overijssel scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 4,26; 85,2% van de punten, gemeten over de situatie in 2014). Een mooi resultaat; consolidatie van het aantal sterren in 2013 en 2012. De provincie komt steeds dichter bij de 5 sterren. Kwaliteit routenetwerk Zowel de uitvoering als beheer en onderhoud zijn goed geregeld. Winst valt nog te behalen door verkorting van de oplossingstermijn, die valt gemiddeld net buiten de gewenste maximale 4 weken. Kwaliteit randvoorwaarden Ook hierbij is te zien dat het organisatorisch allemaal goed geregeld is in Overijssel. In de nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor weegt het consumentenoordeel aanzienlijk mee. Overijssel scoort hierbij gemiddeld; andere provincies krijgen hogere consumentenwaarderingen. De provincie verliest hierdoor punten. Mogelijk kan met productontwikkeling en promotie verder winst worden geboekt, uiteraard gecombineerd met blijvende goede zorg voor beheer en onderhoud van het bestaande netwerk.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
47 2
GELDERLAND
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
score
Gelderland
Resultaat kwaliteitsmonitor Gelderland: Gelderland scoort in 2015 in totaal 3 sterren (exact: 3,45; 68,9% van de punten, gemeten over 2014). De provincie levert hiermee een ster in ten opzichte van 2013 en 2012, de provincie scoorde toen net iets hoger. De belangrijkste reden is dat één regio – de Veluwe – de score sterk negatief heeft beïnvloed. Doordat netwerkbeheerder Veluws Bureau voor Toerisme failliet ging was er geen verantwoordelijke meer en werden meldingen niet meer opgelost. De andere Gelderse streken/regio’s, Achterhoek, Rivierenland en Arnhem Nijmegen, deden het prima.
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
5.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
3,52 184
percentage van de maximale score
122 66,3%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
242 70,3%
3,32 528
percentage van de maximale score
364 68,9%
omgerekend naar sterren (schaal 0-5) 3,45 Kwaliteit routenetwerk Totaalscore, sterren (schaal 0-5) 3 Winst valt te behalen ten aanzien van de volgende aspecten: - Oplossingspercentage meldingen bewegwijzering – dit geldt hoofdzakelijk voor de Veluwe; - Vastleggen van afspraken rond synchronisatie, wijzigingen en afstemming; ook dit geldt met name voor de Veluwe. In de loop van 2014 zijn twee gemeenten opgestaan om de zaken weer op orde te krijgen; - Digitaliseren van routenetwerken en van bestekken voor bordlocaties, dit is nu slechts ten dele geregeld; - Regelen van de verantwoordelijkheid voor het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming).
Kwaliteit randvoorwaarden Gelderland laat wat betreft de randvoorwaarden nog punten liggen ten aanzien van: - Provinciale coördinatie, o.a. wat betreft beleid en sturing op themaroutes. - Toegankelijkheid van de routedata; door deze te verbeteren kan makkelijk winst worden behaald. In de nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor weegt het consumentenoordeel aanzienlijk mee. Gelderland scoort hierbij in de steekproef via CVO/CVTO op veel punten gemiddeld. Binnen de jaarlijkse verkiezing van de Fietsprovincie van Fietsen123 komt Gelderland nog altijd als populairste uit de bus. Met het imago zit het goed!
48
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
FLEVOLAND
score
(Flevoland)
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
6.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
-
percentage van de maximale score
-
omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden
-
totaalscore randvoorwaarden
184
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
-
528
-
percentage van de maximale score
-
omgerekend naar sterren (schaal 0-5)
-
Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
-
Resultaat kwaliteitsmonitor Flevoland: Flevoland wilde als enige provincie niet meewerken aan de kwaliteitsmonitor. Men was niet bereid de vragenlijst in te vullen. Omdat hierdoor te weinig gegevens beschikbaar zouden zijn is besloten Flevoland geheel buiten de meting te houden. In de rapportage wordt bij beheer en onderhoud de situatie in Flevoland wel beschreven, vanwege het grote belang van de continuïteit van de routenetwerken. Binnen Flevoland blijken op dit terrein veel aandachtspunten. Zo lag het oplossingspercentage van meldingen over de bewegwijzering in 2014 onder de 50%, het laagste percentage van alle provincies. Er is geen sprake van provinciale coördinatie en afstemming op het gebied van beheer en onderhoud.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
49 2
UTRECHT
score
Utrecht
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
7.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
4,48 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
160 87,0%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
308 89,5%
4,35 528
468 88,6% 4,43 4
Resultaat kwaliteitsmonitor Utrecht: De provincie Utrecht scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 4,43; 88,6% van de punten, gemeten over de situatie in 2014). Grote winst is geboekt ten opzichte van de voorgaande jaren, zowel in 2013 als in 2012 kwam de provincie uit op 3 sterren. Een prachtig resultaat waar hard voor is gewerkt. De provincie zit zelfs dicht bij de 5 sterren. Kwaliteit routenetwerk - Beheer en onderhoud en de organisatie daar rond omheen vormt het belangrijkste aandachtspunt voor het verbeteren van de score; oplossingspercentage en -termijn kunnen nog worden verbeterd (2014: 70% en gem. 9,7 weken – resp. 8e en 11e plaats t.o.v. andere provincies); Kwaliteit randvoorwaarden - Op het onderdeel kwaliteit van de randvoorwaarden scoort de provincie Utrecht goed. Beleidsmatig worden alle punten gehaald, alleen de consumentenwaardering blijft op sommige aspecten nog onder het landelijk gemiddelde. Als het beleid wordt doorgezet, zou dit zijn weerslag kunnen hebben op het consumentenoordeel.
50
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
NOORD-HOLLAND
score
Noord-Holland
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
8.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
2,41 184
percentage van de maximale score
121 65,8%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
166 48,3%
3,29 528
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
287 54,4% 2,72 3
Resultaat kwaliteitsmonitor Noord-Holland: De provincie Noord-Holland scoort in 2015 in totaal 3 sterren (exact: 2,72; 54,4% van de punten, gemeten over 2014). In 2013 kwam de provincie ook uit op 3 sterren, in 2012 op 2. In het algemeen kan gezegd worden dat de onderdelen waarbij het gaat om afspraken of afstemming van zaken, de provincie Noord-Holland niet hoog scoort. Juist vanwege het grote aantal regionale netwerken binnen de provincie (9!) is provinciale coördinatie wenselijk. Dat geeft een consistenter product en een hogere consumentenwaardering. Kwaliteit routenetwerk Hierop wordt matig gescoord, 48,3% van de totaal te halen punten. Sommige regio’s doen het uitstekend (Texel!), andere regio’s hebben de zaken minder goed op orde. Op veel aspecten valt winst te behalen: - Afstemming routes en regio’s. Niet overal zijn goede afspraken gemaakt en/of vastgelegd over synchronisatie en aansluiting of wijzigingen en tijdelijke omleidingen; - Beheer en onderhoud; zowel oplossingspercentage als -termijn kunnen worden verbeterd. - Onderhoud informatiepanelen; niet overal zijn goede afspraken gemaakt en vastgelegd. - Digitaliseren van routenetwerken en van bestekken voor bordlocaties, dit is nu slechts ten dele geregeld; - Regelen van de verantwoordelijkheid voor het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming). Kwaliteit randvoorwaarden Ook binnen de randvoorwaarden kunnen verbeteringen aangebracht worden. In de antwoorden viel op dat diverse netwerkbeheerders niet goed weten welke verantwoordelijkheden bij henzelf en welke bij de provincie liggen. Zo werd door twee netwerkbeheerders aangegeven dat zij niet wisten of er een digitaal bestek van het netwerk aanwezig is en was er één netwerkbeheerder die aangaf dat de vraag of het bestek wordt geactualiseerd en of hier budget voor is, een vraag is die de provincie moet beantwoorden.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
51 2
ZUID-HOLLAND
score Zuid-Holland
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
9.
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
2,46 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
97 52,7%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
169 49,1%
2,64 528
266 50,4% 2,52 3
Resultaat kwaliteitsmonitor Zuid-Holland: De provincie Zuid-Holland scoort in 2015 in totaal 3 sterren (exact: 2,52; 50,4% van de punten, gemeten over 2014). In 2013 kwam de provincie ook uit op 3 sterren, in 2012 op 2. In het algemeen kan gezegd worden dat de onderdelen waarbij het gaat om afspraken of afstemming van zaken, de provincie Zuid-Holland niet hoog scoort. Juist vanwege het grote aantal regionale netwerken binnen de provincie (12!) is provinciale coördinatie wenselijk. Dat geeft een consistenter product en draagt bij aan een hogere consumentenwaardering. Kwaliteit routenetwerk Veel winst kan worden behaald met het clusteren van het onderhoud. De voorbereidingen hiervoor lopen al geruime tijd. Met een oplossingspercentage van 56% en een oplossingstermijn van ruim 10 weken voldoet de Zuid-Holland niet aan de gewenste norm. In de provincie is de afgelopen jaren gewerkt aan één gezamenlijke aanbesteding van het onderhoud. In 2015 zal één partij het onderhoud van veel van de netwerken gaan uitvoeren. Het onderhoud van de LF- en knooppuntbewegwijzering wordt daarbij geclusterd. Dit zal zeker verbetering geven. Ook informatiepanelen behoeven daarbij aandacht. Andere punten waar winst op valt te halen zijn het digitaliseren van routenetwerken en van bestekken voor bordlocaties en het regelen van de verantwoordelijkheid voor het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming). Kwaliteit randvoorwaarden Ook binnen de randvoorwaarden kan winst worden geboekt. Met name wat betreft de voorzieningen langs de route scoort de provincie laag. Verder ook wat betreft het actueel houden en delen van routedata.
52
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
score
Zeeland
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
10. ZEELAND
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
4,46 184
percentage van de maximale score
133 72,3%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
307 89,2%
3,61 528
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5)
440 83,3% 4,17
Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
4
Resultaat kwaliteitsmonitor Zeeland: De provincie Zeeland scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 4,17; 83,3% van de punten, gemeten over 2014). Een mooi resultaat; consolidatie van het aantal sterren in 2013 en 2012. Kwaliteit routenetwerk Op de kwaliteit van het netwerk scoort de provincie Zeeland zeer goed. Er zijn nog slechts een paar kleine puntjes waar verbeteringen behaald kunnen worden, waaronder het vastleggen van de verantwoordelijkheid voor het borgen van de kwaliteit/continuïteit van het routenetwerk. Kwaliteit randvoorwaarden Op de kwaliteit van de randvoorwaarden scoort de provincie Zeeland in verhouding lager. Dit wordt deels veroorzaakt door de beperkte toegankelijkheid van de routedata voor productontwikkelaars. Dit in tegenstelling tot de toegankelijkheid voor beleidsmakers. Dat is in de provincie Zeeland goed geregeld. De provincie Zeeland heeft zijn routedata goed op orde en zet ook in op het bekend maken van de routes bij ambtenaren. Zo is het Routebureau Zeeland partner in een regionaal orgaan over verkeersveiligheid. Digitale gegevens worden uitgeleverd en uitgangspunten voor bewegwijzering zijn vastgelegd in een kwaliteitshandboek recreatieve bewegwijzering die aan alle wegbeheerders beschikbaar is gesteld. De provincie heeft in 2014 veel geïnvesteerd in de verbetering van het netwerk. Dit zal mogelijk bijdragen aan een hogere consumentenwaardering en daarmee aan een nog hogere score van de provincie Zeeland.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
53 2
score
Noord-Brabant
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
11. NOORD-BRABANT
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
3,91 184
percentage van de maximale score
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
133 72,3%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
269 78,2%
3,61 528
402 76,1% 3,81 4
Resultaat kwaliteitsmonitor Noord-Brabant: De provincie Noord-Brabant scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 3,81; 76,1% van de punten, gemeten over 2014). Winst is geboekt ten opzichte van de voorgaande jaren, zowel in 2013 als in 2012 kwam de provincie uit op 3 sterren. Een mooi resultaat. Kwaliteit routenetwerk Wat betreft het onderhoud zijn oplossingspercentage en –termijn sterk verbeterd, van 71% naar 81% en van 7,2 weken naar 4,3 weken; bijna binnen de norm. Hierbij is het verschil tussen de Brabantse regio’s groot. Het Brabantse routenet is zo sterk als zijn zwakste schakel en als één regio het onderhoud niet adequaat uitvoert, heeft dat zijn weerslag op de score van de provincie. Andere punten waar winst valt te boeken: - Uniformiteit: centrumverbindingen. Deze zijn nog niet volledig verwijderd (werk nog in uitvoering). - Synchroniseren van de LF-routes en de knooppuntroutes. Hierover zijn binnen Noord-Brabant afspraken gemaakt. Omdat de gemaakte afspraken nog niet zijn uitgevoerd, is de synchronisatie nog niet volledig. Kwaliteit randvoorwaarden Het is goed om te zien dat de provincie betrokken is bij het fietsroutenetwerk en alles wat daarbij komt kijken. Op dit onderdeel wordt de maximale score behaald. De toegankelijkheid van de routedata voor productontwikkelaars is niet optimaal. Hoewel de provincie Noord-Brabant de data van het netwerk vrij beschikbaar stelt is het voor productontwikkelaars niet verkrijgbaar als onderdeel van een landelijk bestand. Noord-Brabant scoort wat betreft consumentenwaardering onder het gemiddelde en verliest hierdoor punten. Mogelijk kan met productontwikkeling en promotie winst worden geboekt, uiteraard gecombineerd met blijvende goede zorg voor beheer en onderhoud van het bestaande netwerk. De provincie Noord-Brabant heeft zeker potentie om uit te groeien naar een vijfsterren fietsprovincie.
54
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
score
Limburg
Kwaliteitsmonitor 2015; totaalscore (op basis van gegevens 2014)
max aanal punten per hoofdindicator, gewogen
12. LIMBURG
1. Kwaliteit routenetwerk (knooppunt-en LF-routes) totaalscore routenetwerk
344
percentage van de maximale score omgerekend: subresultaat routenetwerken (0-5 sterren) 2. Kwaliteit randvoorwaarden totaalscore randvoorwaarden
3,88 184
percentage van de maximale score
105 57,1%
omgerekend: subresultaat randvoorwaarden (0-5 sterren) totaalscore, punten
267 77,6%
2,85 528
percentage van de maximale score omgerekend naar sterren (schaal 0-5) Totaalscore, sterren (schaal 0-5)
372 70,5% 3,52 4
Resultaat kwaliteitsmonitor Limburg: De provincie Limburg scoort in 2015 in totaal 4 sterren (exact: 3,52; 70,5% van de punten, gemeten over 2014). Winst is geboekt ten opzichte van voorgaande jaren, zowel in 2013 als in 2012 kwam de provincie uit op 3 sterren. Een mooi resultaat, maar wel op het nippertje. Dit vraagt om vormbehoud en verdere verbetering. Kwaliteit routenetwerk Het onderhoud in de regio Noord-en Midden Limburg is sterk verbeterd. Voor de gehele provincie wordt nu de maximale score behaald. In de regio Zuid-Limburg is een digitaliseringslag gemaakt, maar dit heeft nog niet geleid tot een goed uitwisselbaar actueel routebestand. Aandachtspunt is verder het borgen van de kwaliteit (planologische bescherming) – dat is provinciaal niet geregeld. Dat geldt ook voor het omgaan met tijdelijke wijzigingen in routes – de verantwoordelijkheid daarvoor is niet vastgelegd. Kwaliteit randvoorwaarden De lage score op de randvoorwaarden is mede een gevolg van het feit dat er weinig provinciale sturing op zaken is, bijvoorbeeld op het beperken van wildgroei van bewegwijzerde rondritten en het saneren van oude themaroutes. Daarnaast is de toegankelijkheid van de informatie over het Limburgse routenetwerk beperkt, zowel voor beleidsmakers als voor productontwikkelaars. Dit wordt gezien als een gemiste kans. Het voordeel van digitale route-informatie is juist dat deze gemakkelijk uitwisselbaar is en daardoor goed toegankelijk gemaakt kan worden voor diverse partijen.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
55 2
Bijlage B: Vragenlijst provinciaal beleid
Voorstel voor vra
Kwaliteitsmonitor Fietsregio 2015
Vragenlijst voor provincies
Inleiding: De kwaliteitsmonitor fietsregio’s krijgt een nieuwe opzet. In een werkgroep hebben diverse netwerkbeheerders meegedacht over de wijze waarop we de kwaliteit van het fietsroutenetwerk van de diverse provincies met elkaar kunnen vergelijken. Daarbij is niet alleen gekeken naar de kwaliteit op dit moment, maar ook naar enkele basisvoorwaarden om de kwaliteit te behouden. De nieuwe kwaliteitsmonitor bestaat uit twee onderdelen: 1. Kwaliteit van knooppunt- en LF-netwerken; 2. Kwaliteit van de randvoorwaarden. De aspecten uit het eerste deel zijn door de netwerkbeheerder beïnvloedbaar. Op de aspecten uit het tweede deel heeft netwerkbeheerder zelf weinig invloed. De provincie kan wel invloed uitoefenen op deze score. In de bijlage treft u een overzicht aan van de aspecten die gemeten worden om de kwaliteit te bepalen. Voor een deel van deze aspecten hebben wij informatie van de provincie nodig, voor andere aspecten maken we gebruik van andere bronnen, zoals het CVO/CVTO en de administratie van het Fietsplatform. Om uw provincie op een goede manier mee te nemen in de kwaliteitsmonitor, vragen wij u onderstaande vragenlijst in te vullen. Invullen vragenlijst in overleg met regio’s Wij realiseren ons dat het een flinke klus is om de vragenlijst in te vullen. Het invullen zal sneller gaan als u gebruik maakt van de kennis die aanwezig is bij de netwerkbeheerders in uw provincie. Wij vragen u uitdrukkelijk om de vragenlijst in overleg met de netwerkbeheerders en eventuele collega’s van andere betrokken afdelingen in te vullen! Om deze reden hebben wij ervoor gekozen geen digitale vragenlijst op te stellen, maar een pdf en wordversie. U kunt deze eenvoudig doorsturen naar de betrokkenen in uw regio en zodoende de informatie verzamelen. In de provincie …… zijn de onderstaande partijen betrokken bij de fietsroutenetwerken. Betrokken organisaties
Contactpersoon
e-mailadres
Provincie …… Regio ….
56
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Vragenlijst provincies: In dit onderzoek worden vragen gesteld over het vastleggen van afspraken. Voor (het behoud van) de kwaliteit van de routenetwerken is het belangrijk dat afspraken niet alleen mondeling zijn gemaakt, maar ook zijn vastgelegd. De praktijk wijst helaas uit dat afspraken vaak mondeling worden gemaakt tussen twee personen. Personeel wisselt en opvolging van de afspraken is dan niet geregeld. Als afspraken (hoe eenvoudig ook) schriftelijk worden vastgelegd, wordt in principe gewaarborgd dat deze door een opvolger worden overgenomen. Dit verbetert de continuïteit van de afspraken over de netwerken en daarmee de kwaliteit ervan. Enkele praktische zaken: Veel vragen worden voorafgegaan door een korte inleiding op het onderwerp. Daarin wordt aangegeven waarom een bepaald aspect belangrijk wordt gevonden. Op enkele plaatsen is het mogelijk om het antwoord ‘weet niet’ aan te vinken. Let wel: van provincies en netwerkbeheerders wordt verwacht dat zij weten hoe de zaken geregeld zijn. Aan het antwoord “weet niet”, wordt daarom 0 punten toegekend.
1. Kwaliteit van knooppunt- en LF-netwerken
Afstemming fietsknooppuntnetwerk met andere fietsroutes (LF-routes, rondritten themaroutes) De LF-routes en knooppuntroutes zijn gesynchroniseerd. Dat wil zeggen dat de routes over dezelfde paden en wegen voeren en dat de bewegwijzering van beide soorten routes aan dezelfde paal is bevestigd. 1.
2.
3.
Zijn afspraken gemaakt over het behoud van de synchronisatie?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Zo ja, zijn deze afspraken vastgelegd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Zo ja, op welke wijze is dit vastgelegd?
Aansluiting netwerken Een veel voorkomend probleem bij fietsroutenetwerken is dat de routes van de netwerken niet goed aansluiten op het aangrenzende netwerk. 4.
Zijn de netwerken afgestemd met aangrenzende regio’s? Sluiten ze goed aan?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
57 2
5.
6.
Is het behoud van die aansluiting gewaarborgd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Zo ja, op welke wijze?
Themaroutes In veel regio’s zijn specifieke themaroutes voor fietsers bewegwijzerd. Dit varieert van langere routes zoals de Elfstedenroute in Friesland tot kleinere regionale ‘Molenroutes en Bekenroutes’. Landelijke insteek is om deze bewegwijzerde themaroutes over dezelfde paden en wegen te laten lopen als de fietsknooppuntroutes. Onderstaande vragen gaan hierover. 7.
8.
9.
58
Lopen de tracés van de themaroutes gelijk met die van het fietsroutenetwerk?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Zijn afspraken gemaakt over het behoud van die afstemming tussen beide soorten routes?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Is het behoud van die afstemming vastgelegd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Onderhoud bewegwijzering Dat onderhoud van de bewegwijzering van groot belang is behoeft geen uitleg. Om het onderhoud te kunnen waarborgen, dient vastgelegd te zijn wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert. Voor de LFroutes is dat geregeld door het Fietsplatform. De vraag gaat hier over het onderhoud van het fietsknooppuntnetwerk. 10. Is vastgelegd wie het onderhoud betaalt en wie het uitvoert?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Begrenzing onderhoudsgebieden De praktijk wijst uit dat afspraken over het onderhoud in veel gevallen voor een werkgebied van een regio of gemeente worden gemaakt, maar dat de exacte grens (tot aan welk bord) niet duidelijk is. Daardoor worden delen van routes tussen twee werkgebieden soms niet onderhouden of worden stukjes juist dubbel onderhouden. Dit geldt zowel voor netwerken binnen als buiten de provincie. 11. Zijn afspraken vastgelegd over de exacte grens tussen fietsroutenetwerken?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
12. Zo ja, op welke wijze zijn de afspraken vastgelegd?
Onderhoud en actualisatie informatiepanelen Het onderhoud en de actualisatie van de informatiepanelen hoort ook bij het adequaat onderhouden van fietsknooppuntnetwerken. In het landelijk meldsysteem (www.bordjeweg.nl) worden sinds 2014 meldingen over informatiepanelen apart bijgehouden. Uit deze meldingen en de reacties van diverse regio’s hierop, blijkt dat het onderhoud van de informatiepanelen niet standaard is meegenomen bij de afspraken over het onderhoud van het netwerk. Daardoor stuiten fietsers op onleesbare, ontbrekende of verouderde panelen. Goede afspraken over het onderhoud van de panelen vormen de basis voor goed onderhoud. 13. Is geregeld wie het onderhoud van de informatiepanelen betaalt en wie het uitvoert?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
59 2
14. Zijn afspraken over het onderhoud van de informatiepanelen contractueel vastgelegd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Onderhoud informatiepanelen Onderhoud van informatiepanelen kan op diverse manier worden uitgevoerd. De volgende vragen gaan over concrete afspraken die zijn gemaakt. 15. Is er sprake van een vaste vervangingstermijn van de informatiepanelen (Een periode waarna alle panelen standaard vervangen worden)?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
16. Worden panelen vervangen op het moment dat een paneel beschadigd is?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
17. Worden panelen/kaarten op de panelen vervangen op het moment dat routewijzigingen plaats hebben gevonden. D.w.z. wijzigingen in knooppuntnummers of zodanige tracéwijzigingen dat dit op het kaartbeeld zichtbaar is.
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Omgang met wijzigingen in routes en tijdelijke omleidingen routes De praktijk wijst uit dat de routenetwerken niet statisch zijn; er zijn voortdurend wijzigingen. Het is belangrijk dat hier zorgvuldig mee om wordt gegaan. Veel problemen met de bewegwijzering van fietsroutes ontstaan doordat er werkzaamheden aan wegen plaatsvinden waardoor routes niet meer te volgen zijn. Goede tijdelijke bewegwijzering kan de fietser een hoop leed besparen. Door de wegbeheerders duidelijk te maken wat het belang is van de bewegwijzering en goede relaties met de wegbeheerders te onderhouden, wordt gestimuleerd dat informatie over toekomstige wegopbrekingen sneller en beter aan netwerkbeheerders wordt doorgegeven.
18. Is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor beslissingen over routewijzigingen?
o o o o
60
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
19. Is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het regelen van de financiering van routewijzigingen?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
20. Is vastgelegd dat LF-routes gelijktijdig met de fietsknooppuntroutes worden gewijzigd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
21. Is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor het bewegwijzeren van tijdelijke omleidingen bij wegopbrekingen?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
22. Wordt er actief beleid gevoerd richting wegbeheerders/gemeenten om bekendheid te geven aan de fietsroutenetwerken?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
23. Zo ja op welke wijze?
Omgang met grote infrastructurele projecten Grote infrastructurele projecten (aanleg of afsluiting van wegen, spoor, bruggen en tunnels, maar ook de herinrichting van gebieden) leveren vaak problemen op voor de fietsroutenetwerken. Veelal wordt het probleem voor de fietsroutenetwerken pas gezien/onderkend op het moment dat werkzaamheden aan de gang zijn. Door beter te anticiperen op komende werkzaamheden, kan voorkomen worden dat problemen ontstaan. Er kan dan tijdig een alternatieve of nieuwe route worden bewegwijzerd.
24. Is vastgelegd wie verantwoordelijk is voor tijdige signalering van problemen voor de fietsroutenetwerken?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
61 2
25. Wordt door de provincie gestuurd op behoud kwaliteit routenetwerken bij grote infrastructurele projecten?
o o
ja, op de volgende wijze: ……… nee
Digitale bestanden beschikbaar /uitwisselbaar (tracé fietsroutenetwerk & knooppunten) Om informatie over het verloop van de routes goed uit te kunnen wisselen zijn digitale bestanden onmisbaar. 26. Is budget beschikbaar om de routedata minimaal eens per jaar actualiseren?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
27. Is vastgelegd dat de routedata minimaal eens per jaar moeten worden geactualiseerd?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
28. Wordt door de provincie gestuurd op actualiteit en uitwisselbaar van digitale bestanden van fietsroutenetwerken?
o o
ja, op de volgende wijze: …………… nee
Zijn er digitale bestekken van de bordlocaties? Digitale bestekken bevorderen de kwaliteit van (het onderhoud) van de bewegwijzering. Ze vergemakkelijken de communicatie over de exacte locatie van het bord, bijvoorbeeld bij wegwerkzaamheden. Daarom is het belangrijk dat er digitale bestekken zijn en dat deze actueel worden gehouden. 29. Zijn digitale bestekken aanwezig?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
30. Is budget beschikbaar om deze bestekken actueel te houden?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
31. Worden de bestekken minimaal eens per jaar geactualiseerd?
o o o o
62
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
32. Wordt door de provincie gestuurd op actualiteit digitale bestanden van fietsroutenetwerken?
o o
ja, op de volgende wijze …………………………………………………………………. nee
Doorontwikkeling/ kwaliteitsbehoud netwerk Fietsroutenetwerken zijn niet statisch. De omgeving verandert waardoor problemen of juist nieuwe mogelijkheden voor de fietsroutenetwerken ontstaan. Ook kunnen nieuwe inzichten of reacties van fietsers leiden tot de wens om fietsroutenetwerken aan te passen. 33. Is er provinciaal beleid ten aanzien van doorontwikkeling/herziening/kwaliteitsimpuls van de fietsroutenetwerken?
o o
nee ja, namelijk …………………………………………………………………………………………………………….
34. Is er provinciaal budget voor de doorontwikkeling/herziening/kwaliteitsimpuls van de fietsroutenetwerken?
o o
nee ja, op de volgende wijze ………………………………………………………………………………………….
2. Kwaliteit randvoorwaarden
Recreatie- en fietsbeleid Recreatie- en fietsbeleid biedt een basis voor het borgen van een kwalitatief hoogwaardig fietsroutenetwerk. 35. Is er sprake van algemeen provinciaal recreatiebeleid/beleid rondom vrijetijdseconomie
o o
nee ja, namelijk: ……………………………………………………………………………………………………………………………
36. Is er sprake van specifiek provinciaal fietsbeleid
o o
nee ja, namelijk: …………………………………………………………………………………………………………………………
37. Worden algemeen recreatiebeleid en specifiek fietsbeleid binnen de provincie gecombineerd?
o o
Nee, ja, op de volgende wijze: …………………………………………………………………………………………………………
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
63 2
Provinciale coördinatie routezaken Veel zaken ten aanzien van de routenetwerken worden door regio’s/netwerkbeheerders geregeld. Toch is enige sturing van bovenaf nodig om continuïteit en uniformiteit te waarborgen. 38. Is er structureel overleg tussen provincies en alle regio’s/vertegenwoordigers van alle regio’s ?
o o
ja nee
Themaroutes conform standaard en sanering rondritten Daar waar netwerkbeheerders streven naar uniformiteit en continuïteit worden zij, binnen hun werkgebied met zaken geconfronteerd die dat tegenwerken; Onduidelijkheid over eigenaren van bestaande bewegwijzerde thematische rondritten, nieuwe bewegwijzering die verschijnt. Provinciale sturing hierop zou wildgroei kunnen voorkomen en zou sanering van bestaande routes kunnen vereenvoudigen. Dat komt de uniformiteit en daarmee de duidelijkheid naar de fietser ten goede. 39. Is bekend welke thematische routes in de provincie bewegwijzerd zijn en waar deze precies lopen? ?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
40. Zijn er plannen om het aantal en verloop van deze thematische routes kritisch tegen het licht te houden en indien gewenst enkele routes te saneren?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
41. Zo ja, is er budget voor beschikbaar? ?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
42. Is er sprake van provinciale sturing om bewegwijzerde thematische routes te saneren?
o o
nee ja, namelijk:
43. Is er sprake van provinciale sturing om wildgroei in bewegwijzering van fietsroutes in de toekomst te voorkomen?
o o
64
nee ja, namelijk:
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Toegankelijkheid voor beleidsmakers Het Fietsplatform stuurt 2 keer per jaar een update van de fietsroutenetwerken naar de GIS afdelingen van de provincies. De data van de netwerken zijn daarmee beschikbaar voor alle provincieambtenaren. 44. Zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop de provinciale beleidsambtenaar bij de digitale bestanden van de routenetwerken kan komen?
o o
nee ja, namelijk ……………
45. Is er sprake van provinciale sturing om de routedata bekend te maken bij de ambtenaren van gemeenten/waterschap en/of regio-medewerker?
o o
nee ja, namelijk …………….
46. Zijn er afspraken gemaakt over de wijze waarop informatie over routewijzigingen wordt doorgegeven aan de provincie?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
Toegankelijkheid voor productontwikkelaars/routemakers Als routes verkeerd staan ingetekend op kaarten of in planners, heeft de fietser daar last van. Dit heeft zijn weerslag op de beleving van Nederland Fietsland. Het zou dan ook goed zijn om de routedata vrij beschikbaar te stellen. Daarmee wordt voorkomen dat gemakkelijk wordt teruggegrepen naar oude bestanden of dat verkeerde routes worden ingetekend. Dit past ook goed in het overheidsbeleid dat steeds verder gaat met open data. Om innovatie en productontwikkeling te stimuleren is het belangrijk dat er vanuit een landelijk bestand geleverd kan worden. 47. Is een actueel databestand van fietsroutenetwerken (routes en knooppunten) vrij beschikbaar voor consumententoepassingen? ?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
48. Is een actueel databestand als onderdeel van een landelijk bestand vrij beschikbaar? Dit kan de landelijke routedatabank van het Fietsplatform, maar kan ook een ander landelijk bestand zijn? ?
o o o o
ja, voor de gehele provincie ja, voor een deel van de provincie, namelijk: nee weet niet
49. Zo ja, welk landelijk bestand?
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
65 2
Bijlage C: Lijst met personen die de vragenlijst hebben aangeleverd
Provincie/regio
Contactpersoon
Groningen
Arjan Westerink (provincie Groningen)
Friesland
Femke van Akker (provincie Friesland
Drenthe
Henk Valstar (recreatieschap Drenthe)
Overijssel
Jan van Oene (provincie Overijssel)
Gelderland
Michaël ten Holder (provincie Gelderland)
Flevoland
Jacqueline Lijs (provincie Flevoland) *
Utrecht
Gwen Boon (provincie Utrecht)
Noord-Holland
Anne Slettum (provincie Noord-Holland)
Zuid-Holland
Hans Heupink (provincie Zuid-Holland)
Zeeland
Reinder de Jong (routebureau Zeeland)
Noord-Brabant
Fabio Tat (routebureau Brabant)
Limburg
Anke Overeem (provincie Limburg)
* Bij de provincie Flevoland was geen sprake van het invullen van de vragenlijst, slechts van een reactie dat de provincie geen vragen beantwoordt.
66
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Bijlage D: Uitleg CVO en CVTO ContinuVakantieOnderzoek (CVO) Het ContinuVakantieOnderzoek is een grootschalig consumentonderzoek naar het vakantiegedrag van de Nederlandse bevolking. Basis voor het onderzoek vormt een consumentenpanel van ca. 7.500 personen (representatief voor de Nederlandse bevolking). Deze vaste groep respondenten wordt vier keer per jaar ondervraagd over hun vakantiegedrag (januari-april-juli-oktober). Daarbij wordt gebruik gemaakt van een standaardvragenlijst waarin op een groot aantal aspecten rond ondernomen vakanties wordt ingegaan. Op basis van het CVO kan een goed beeld worden verkregen van de omvang en structuur van het gebruik van de fiets tijdens vakanties. In het onderzoek wordt (sinds 2002) standaard gevraagd of er tijdens de vakantie een fietstocht is ondernomen (ja/nee)*. Aan personen die één of meer fietstochten hebben ondernomen wordt aanvullend gevraagd of sprake was van een fietsvakantie, waarbij dit gedefinieerd is als een vakantie waarbij meer dan de helft van de dagen aan fietsen is besteed. De resultaten m.b.t. fietsvakanties kunnen gekoppeld worden aan andere kenmerken uit de CVO-vragenlijst, zodat een uitgebreide beschrijving van ondernomen fietsvakanties mogelijk is (vakantieduur, vakantiemaand, bestemming, bestedingen, boekingsgedrag e.d.). Daarnaast kan een uitgebreid profiel geschetst worden van de fietsvakantieganger in termen van leeftijd, opleiding, sociale klasse, woonprovincie, mediaconsumptie e.d. Extra vragen recreatief fietsen CVO (2014) Aanvullend bestaat de mogelijkheid om in de standaard vragenlijst extra vragen toe te voegen. In de juli- en oktobermeting van het CVO (informatie over de periode april-september) hebben voor het Landelijk Fietsplatform extra vragen meegelopen, de vragen die voor deze kwaliteitsmonitor zijn gebruikt zijn: 1.
Hoe beoordeelt u deze aspecten bij de door u gemaakte fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening'. a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten 2.
Wat is uw totaaloordeel over de fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend), inclusief weet niet.
3.
Deze vraag heeft in eerdere jaren meegelopen. Het wordt niet nodig geacht dit ieder jaar te herhalen. Hoe belangrijk vindt u de volgende aspecten bij een fietsvakantie? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=volstrekt onbelangrijk, 10=zeer belangrijk). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening'. a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten
ContinuVrijeTijdsOnderzoek (CVTO) Het ContinuVrijeTijdsOnderzoek brengt de vrijetijdsmarkt van Nederlanders in kaart. Hierbij wordt de volgende definitie van vrijetijdsactiviteiten gehanteerd: alle (dag)recreatieve activiteiten die worden ondernomen buiten de eigen woning en waarbij men minimaal een uur van huis is (inclusief reistijd). Bezoek aan familie / vrienden / kennissen en activiteiten ondernomen tijdens vakanties blijven buiten beschouwing. Dit onderzoek wordt eens in de twee jaar uitgevoerd. Het meest recente onderzoek vond plaats in 2012/2013. In 52 wekelijkse metingen worden in totaal zo’n 18.000 respondenten ondervraagd naar dag en dagdeel waarop de activiteit is ondernomen, de duur van de activiteit, de locatie, afstand tot het woonadres, vervoermiddel, bestedingen, samenstelling van het reisgezelschap, etcetera.
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
67 2
Extra vragen recreatief fietsen CVTO 2012/2013 Het Fietsplatform heeft van mei 2012 tot en met mei 2013 extra vragen mee laten lopen voor de ondernomen fietstochten voor plezier. De onderstaande vragen zijn gesteld aan Nederlanders die een fietstocht van 1 of 2 uur of langer hebben ondernomen en zijn meegewogen in de kwaliteitsmonitor. 1.
Hoe beoordeelt u deze aspecten bij de door u gemaakte fietstocht? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening' a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. c. d. e. f. g.
68
kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes kwaliteit van het routeverloop fietsroutes drukte op de fietsroutes aanwezigheid bezienswaardigheden aanwezigheid horecapunten
2.
Wat is uw totaaloordeel over de door u gemaakte fietstocht? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=zeer slecht, 10=uitstekend), inclusief weet niet.
3.
Hoe belangrijk vindt u de volgende aspecten bij een fietstocht? (uitgedrukt in een rapportcijfer, waarbij 1=volstrekt onbelangrijk, 10=zeer belangrijk). Daarnaast per aspect de mogelijkheid van invullen 'geen mening'. a. aantrekkelijkheid van de omgeving (stilte/rust, natuur(gebieden), uitzicht, diversiteit e.d.) b. kwaliteit van de fietspaden en wegen (comfort, veiligheid) c. kwaliteit van de bewegwijzering fietsroutes d. kwaliteit van het routeverloop fietsroutes e. drukte op de fietsroutes f. aanwezigheid bezienswaardigheden g. aanwezigheid horecapunten
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
Bijlage E: Bronnen/ verantwoording Het onderzoek is uitgevoerd door het Fietsplatform op basis van intern en extern onderzoek. Bij het Fietsplatform is al veel informatie in huis: - Landelijke routedatabank recreatief fietsen; - TOP10NL; - Meldsysteem bewegwijzering fietsroutenetwerken (www.bordjeweg.nl); - Onderhoudscontracten; - Informatie over netwerkbeheer en bewegwijzering. Op basis van deze informatie konden vele antwoorden worden verstrekt, maar aanvullende informatie was nog nodig. Deze is verkregen via: - CVO (continu vakantie onderzoek; NBTC-NIPO research, informatie over belang en waardering); - CVTO (continu vrijetijdsonderzoek; NBTC-NIPO research, informatie over belang en waardering); - Fietsen 123, Fietsprovincie van het jaar 2014; - Daarnaast is veel informatie verkregen via de contactpersonen bij provincies en fietsregio’s. Het opvragen van gegevens bij de provincies is schriftelijk gebeurd via de contactpersonen van het Fietsplatform. Aan de provincies is gevraagd om de regio’s te betrekken bij het invullen van de vragenlijst. De vragenlijst en het overzicht van degenen die hebben gereageerd is opgenomen in de bijlagen. Het Fietsplatform is dank verschuldigd aan een aantal regionale netwerkorganisaties en hun vertegenwoordigers. Zij brachten hun kennis en ervaring hebben in bij het maken van een nieuwe opzet van de kwaliteitsmonitor en vormden daarvoor een tijdelijke werkgroep. Deze bestond uit: - Recreatieschap de Marrekrite (Corrie de Groot) - Recreatieschap Drenthe (Henk Valstar) - Recreatie Midden Nederland (Walter Overbeek) - Routebureau Zeeland (Reinder de Jong) - Routebureau Brabant (Fabio Tat) - Routepunt VVV Zuid-Limburg (Kees Verplancke) Provincie Drenthe (Karin Tap) heeft schriftelijk gereageerd/geadviseerd. De projectcoördinatie was bij het Fietsplatform in handen van Myron ter Haar.
Amersfoort, mei 2015 Stichting Landelijk Fietsplatform Myron ter Haar/ Eric Nijland
KWALITEITSMONITOR FIETSREGIO’S 2015 | MEI 2015 |
STICHTING LANDELIJK FIETSPLATFORM
69 2
De Stichting Landelijk Fietsplatform is het onafhankelijke coördinatiepunt voor het recreatieve fietsen in Nederland. Het fungeert als landelijk kenniscentrum en geeft impulsen aan belangenbehartiging, verdere productontwikkeling en voorlichting/promotie (zie nederlandfietsland.nl). Het Fietsplatform is verantwoordelijk voor de landelijke fietsroutestructuur (LF-net). Overheid en organisaties zijn in de stichting vertegenwoordigd.
Vertegenwoordigers in bestuur:
Provincies
Aangesloten provincies:
Strategische samenwerkingspartners en Europese samenwerking:
Stichting Landelijk Fietsplatform is initiator van:
© Stichting Landelijk Fietsplatform Amersfoort, mei 2015 Postbus 846, 3800 AV Amersfoort tel.: 033-4653656 e-mail:
[email protected] internet: www.fietsplatform.nl www.nederlandfietsland.nl (consumentenportal)