HAVEN
8
CARLOOP HAALT TWEEDEHANDSAUTO’S TERUG UIT AFRIKA
16
krant
7 WERKEN VOOR EEN VLOTTERE MOBILITEIT
20
AAN BOORD VAN DE VOGELTELBOOT OP DE SCHELDE
NUMMER 5 APRIL 2016
24
CEO MARC BEERLANDT OVER DE VERHUIZING VAN MSC
SIRA-opleiding geeft jongeren tweede kans in chemiesector
VAN SCHOOLMOE TOT WERKZEKER
HAVEN
2
krant
8
Voorwoord
Op weg naar Havenland Welkom in het lentenummer van de Havenkrant, het magazine over alles wat reilt en zeilt in het havengebied Antwerpen. Het havengebied promoten als economische, toeristische én recreatieve trekpleister: dat is het doel van het project Havenland. Het havengebied is veel meer dan bedrijven en containerschepen: je kunt er wandelen, fietsen, natuurgebieden en erfgoed ontdekken … Dit voorjaar gaat het actieplan voor onthaal en recreatie in het havengebied officieel van start onder de naam Havenland. Een eerste stap wordt het afwerken van de fietslussen Waasland. Wie zijn kuiten nu al wil lostrappen, kan op p. 32 de kaart uitknippen van de nieuwe fietsroute ‘Den Elfde van den Elfde’. Maar er staat nog veel meer op stapel, zoals onthaalpunten voor wandelaars en vervoer over het water. Een aantrekkelijk havengebied kan zijn potentieel pas optimaal benutten als het vlot bereikbaar is. Meer goederentransport via binnenvaart en spoor, meer woon-werkverkeer met de fiets en het openbaar vervoer … Een weloverwogen mix van maatregelen moet mensen en goederen vlot op hun bestemming krijgen. Ook infrastructuurwerken zijn een deel van de puzzel. Zeven grote projecten, zoals de Oosterweelverbinding en extra bruggen over de Kieldrechtsluis, staan in de steigers om de mobiliteitsknoop te helpen ontwarren (p. 16). Vanaf deze zomer kun je trouwens niet enkel meer over de Kieldrechtsluis, maar ook erdoor. De nieuwe sluis is de grootste ter wereld en verbetert de bereikbaarheid van de haven voor de nieuwste zeeschepen (p. 29).
Veel leesplezier, Jan Hemelaer Procesmanager Ontwikkeling Havengebied Antwerpen, Vlaamse overheid
inhoud
We zijn benieuwd naar wat jij vindt van deze Havenkrant! Je bedenkingen en suggesties zijn altijd welkom op
[email protected].
16
NUMMER 5 • APRIL 2016
3
8 Carloop haalt tweedehandsauto’s terug uit Afrika
De haven van Antwerpen is de grootste exporteur van tweedehandsauto’s in Europa. In die auto’s zitten vaak nog heel wat waardevolle materialen. Hoe kunnen die terug in de kringloop gebracht worden? Het project Carloop zoekt het uit.
16 7 werken voor een vlottere mobiliteit
Goed geplande wegenwerken zijn een deel van de oplossing van het mobiliteitsvraagstuk in het havengebied Antwerpen. Zeven grootscheepse projecten staan in de steigers.
20 Aan boord van de vogeltelboot op de Schelde
Al 25 jaar tellen wetenschappers de watervogels op en naast de Schelde. Een zilveren jubileum, maar ook reden om te feesten? “In 2000 telden we tot bijna 80.000 watervogels, vorig jaar kwamen we nog amper aan 15.000 exemplaren.” Toch is er hoop.
24 CEO Marc Beerlandt over de verhuizing van MSC
De verhuizing van rederij MSC draait op volle toeren. De impact van die grootscheepse operatie op de mobiliteit is belangrijk: 3.500 vrachtwagens per dag verschuiven van de Rechter- naar de Linkerscheldeoever.
VERDER IN DIT NUMMER
24
20
4 6 12 29 30
Gerevalideerde roofvogels herwinnen hun vrijheid Hoe doen we straks aan landbouw in Prosperpolder? SIRA-opleiding geeft jongeren tweede kans in chemiesector Kieldrechtsluis lokt grotere schepen en bedrijven naar Waaslandhaven Uit in de haven
We zijn zeer benieuwd wat je van de Havenkrant vindt. Je opmerkingen en suggesties zijn welkom op
[email protected]
Colofon De Havenkrant is een magazine over de ontwikkeling van het havengebied Antwerpen. Het wordt uitgegeven door het Departement Mobiliteit en Openbare Werken van de Vlaamse overheid. Verantwoordelijke uitgever: Jan Hemelaer Hoofdredactie: Jan Hemelaer, procesmanager Redactie, concept en lay-out: Pantarein Publishing Druk: Artoos Redactieadres: Koning Albert II-laan 20 bus 2, 1000 Brussel, tel. 02 553 71 32,
[email protected] De meningen die derden in dit magazine vertolken, vallen buiten de verantwoordelijkheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken. Copyright beelden: p. 4-15, p. 20-23: Michiel Mels; p. 24-27: MSC; p. 28: Wim Kempenaers; p. 29: Elisabeth Verwaest; p. 30: collectie Hertogelijke Heemkundige Kring Het Land van Beveren; p. 31: Vilda - Yves Adams
HAVEN
krant
Havenzicht
4
Zo vrij als ...
Na de vogelvrijlating trokken bezoekers eropuit in Doelpolder.
NUMMER 5 • APRIL 2016
5
Een van de gerevalideerde roofvogels werd binnengebracht met een gebroken vleugel en verbleef tweeënhalve maand in het opvangcentrum in Kieldrecht.
D
e zesde editie van Ganzondag was een geluksdag voor twee buizerds, een ransuil en een torenvalk. Zij kregen op het jaarlijkse natuurevenement van Natuurpunt WAL hun vrijheid terug. Eddy De Koning en Denise De Nijs vangen in het Vogelopvangcentrum in Kieldrecht (VOC) al jaren dieren op. “Het gaat om wilde vogels zoals eenden en roofvogels, maar ook tamme konijnen, cavia’s en hamsters worden binnengebracht”, legt Denise uit. “Vorig jaar verzorgden we 4.443 dieren.” Op de zesde Ganzondag op 10 januari herwonnen vier van die dieren hun vrijheid. Voor ze de wijde wereld in trokken, kregen de vogels nog een ring om. Zo kan het VOC ze blijven volgen. “De ransuil was er het ergst aan toe”, vertelt Denise. “Het jonge uil-
tje was uit zijn nest gevallen. We hebben het drie maanden lang verzorgd. De buizerd werd binnengebracht met een gebroken vleugel en verbleef tweeënhalve maand in ons opvangcentrum. De andere buizerd werd vergiftigd en had drie weken nodig om te herstellen. De torenvalk heeft dan weer een onzachte aanvaring met een vrachtwagen overleefd. Ook hij logeerde drie weken bij ons.” Na de vogelvrijlating mochten natuurliefhebbers een ‘ganse’ dag wandelen over de werf van het projectgebied Hedwige- Prosperpolder. Een unieke kans, want binnen enkele jaren wordt
de Hedwige-Prosperpolder getijdengebied. Elk uur vertrokken er geleide wandelingen door Doelpolder. Met verrekijkers en telescopen in de aanslag keken de gidsen van Natuurpunt de ogen uit naar de talrijke wintergasten in het gebied: brandganzen, kolganzen, smienten en andere watervogels.
www.vockieldrecht.be
Havenzicht
6
HAVEN
krant
NUMMER 5 • APRIL 2016
7
Hoe doen we straks aan landbouw in Prosperpolder? H
oevetoerisme? Natuurbeheer? Zeekraal kweken? In het gehucht Prosper dienen zich voor landbouwers wellicht nieuwe kansen aan. Welke, dat zoekt de gemeente Beveren de komende maanden uit samen met de inwoners en de boeren uit het dorp.
In het noorden van Beveren, tegen de Nederlandse grens, ligt het gehucht Prosperpolder, kortweg Prosper. Vlak bij het havengebied, te midden van de polders en in de achtertuin van het toekomstige grenspark Saeftinghe, waar Nederland en Vlaanderen werk maken van uitgestrekte getijdennatuur. Vandaag telt Prosperpolder circa 100 inwoners. Samen met hen bekijkt de gemeente Beveren momenteel hoe de verschillende functies van het poldergehucht op elkaar afgestemd kunnen worden: wonen, fietsen, aan landbouw doen, genieten van het polderlandschap en de natuur, iets drinken op een terrasje, de Prosperhoeve of de Sint-Engelbertuskerk bezoeken ... Tegen eind 2017 vertaalt Beveren dat in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
van de vragen die de gemeente in overleg wil uitklaren. Om te beginnen vroeg ze aan een werkgroep van landbouwexperts onder leiding van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) om een situatieschets en een visie uit te werken over de toekomst van de landbouw in het dorp. Die dienen als kapstok om gesprekken aan te knopen met de landbouwers en andere inwoners uit Prosperpolder, individueel bij hen thuis. Hans De Bock van gemeente Beveren: “Daarnaast organiseren we het komende jaar vier dorpscafés om de plannen voor Prosperpolder af te toetsen bij de bevolking. Mensen kunnen daar hun wensen en bezorgdheden kwijt. Met de resultaten van dat overleg gaat de gemeente het ruimtelijk uitvoeringsplan uittekenen.”
Het initiatief van de gemeente kadert in een groter proces om de ontwikkeling van het havengebied te verzoenen met de leefbaarheid van de omliggende woonkernen. Daarom zorgen de Vlaamse overheid (het Departement Mobiliteit en Openbare Werken), Maatschappij Linkerscheldeoever en het Havenbedrijf Antwerpen mee voor financiering.
Jan Verboven van de VLM komt al jaren over de vloer bij de landbouwers in Prosperpolder. Als geen ander kent hij hun verzuchtingen. “Door de havenontwikkeling hebben veel boeren landbouwgronden verloren. De vraag is in hoeverre hun bedrijf leefbaar blijft. Velen hebben al aangekondigd dat ze de streek willen verlaten om elders hun geluk te zoeken. Anderzijds dienen zich wellicht nieuwe kansen of bedrijfsvormen aan: zodra het grenspark Saeftinghe klaar is om bezoekers te ontvangen, zal het veel dagjesmensen en
DORPSCAFÉ Hoeveel ruimte blijft er om ook in de toekomst aan landbouw te doen? Het is een
toeristen aantrekken. Ik noem Prosperpolder weleens de Mont Saint Michel van Vlaanderen, gelegen te midden van spectaculaire getijdennatuur. Landbouwers kunnen op de kar van het boerderijtoerisme springen en een B&B of een hoevewinkel openen. De VLM kan landbouwers begeleiden bij die omvorming van hun bedrijf.”
DELICATESSE De nieuwe natuur biedt nog meer mogelijkheden, verwacht Jan Verboven: “Landbouwers kunnen ingeschakeld worden om het getijdengebied te beheren. Ze kunnen er hun vee laten grazen. Dat geeft het rundsvlees een licht gezouten smaak, een zeldzame delicatesse, waar veel vraag naar is. Ook de teelt van zilte gewassen is een mogelijk denkspoor: in Zeeuws-Vlaanderen hebben landbouwers zich toegelegd op de teelt van zeekraal. Die vindt gretig aftrek bij restaurants. Er zijn dus mogelijkheden, het is nu aan de gemeente om samen met haar inwoners te bekijken welke richting Prosper zal inslaan.”
8
HAVEN
krant
Carloop haalt materialen van tweedehandsauto’s uit Afrika terug voor recyclage en hergebruik
NUMMER 5 • APRIL 2016
D
e haven van Antwerpen is de grootste exporteur van tweedehandsauto’s in Europa. Vanuit de haven vertrekken jaarlijks ongeveer 500.000 voertuigen naar Noord- en West-Afrika. Die auto’s bevatten op het einde van hun leven nog heel wat waardevolle materialen die perfect geschikt zijn voor hergebruik of recyclage. Hoe kunnen ze terug in de kringloop gebracht worden? Het project Carloop zoekt het uit.
9
10
HAVEN
krant
“UITVOER MOET EUROPEES GEREGELD WORDEN”
Jaarlijks verlaat 500.000 ton aan herbruikbare grondstoffen uit tweedehandsauto’s Vlaanderen via de haven.
“Jaarlijks worden in Benin 20.000 auto’s ingevoerd die daar nooit verkocht raken.” Patrick Van den Bossche Head Environment/Materials Technology bij Agoria
Beleidsmakers stellen de uitvoer van tweedehandsauto’s al lang in vraag. Maar die export afschaffen is geen optie. Er werden in Antwerpen al strengere havenregels ingevoerd met betrekking tot de uitvoer van tweedehandsauto’s. Alleen voertuigen die aan die strenge criteria voldoen, mogen nog uitgevoerd worden. De echte wrakken, waarmee niet meer gereden kan worden, blijven in Europa en worden er op een duurzame manier gerecycleerd. Samen met de OVAM wordt onderzocht hoe dat ook op Europees niveau geregeld kan worden. Patrick Van den Bossche (Agoria): “De strengere uitvoerregels voor auto’s moeten in elke Europese haven gelden. Anders verplaatst het probleem van de export van autowrakken zich naar Rotterdam of Hamburg. En dat is nefast voor de tewerkstelling in de haven. Agoria onderhandelt daarom met de havens in het buitenland en probeert ze op één lijn te krijgen. Dat is niet evident, maar we blijven pleiten voor een Europese oplossing. Het speelveld moet voor iedereen gelijk zijn. Ook daar werken we binnen Carloop aan.”
NUMMER 5 • APRIL 2016
Tweedehandsauto’s mogen er dan wel oud en versleten uitzien, de voertuigen bevatten vaak op het einde van hun leven nog recycleerbare onderdelen zoals katalysatoren, batterijen, elektronica, staal en plastic. Jaarlijks verlaat 500.000 ton aan herbruikbare grondstoffen Vlaanderen via de haven. Na hun tweede leven in Afrika belandt het merendeel van die onderdelen op plaatsen waar ze een bedreiging vormen voor het milieu en de gezondheid van de lokale bevolking, bij gebrek aan lokale recyclagecapaciteit.
MATERIALEN TERUGHALEN Het project Carloop, een samenwerking van de recyclagebedrijven Campine en Galloo, Port of Antwerp International, Toyota Motor Europe, Agoria, Febelauto en de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), wil dat probleem aanpakken door materialen en onderdelen van in Afrika afgedankte tweedehandsauto’s terug naar België te halen voor recyclage of hergebruik. De Vlaamse overheid ondersteunt het project via het Milieu- en energietechnologie Innovatie Platform (MIP). “Hier kunnen recyclage bedrijven als Galloo Recycling en Campine auto-onderdelen op een efficiënte manier recycleren zodat er zo weinig mogelijk grondstoffen verloren gaan. Die recyclaten kunnen we dan opnieuw gebruiken. Zo maken we de cirkel rond”, aldus Kris De Craene, manager
ruimtelijke ordening en milieu van het Havenbedrijf Antwerpen. Carloop ging begin dit jaar officieel van start. Een jaar lang onderzoeken de initiatiefnemers op welke wijze het project haalbaar is. In een eerste fase traceren ze wat er met de auto’s gebeurt wanneer die op Afrikaanse bodem aankomen. De drie partners reisden daarvoor naar Benin. Kris De Craene: “De keuze voor dat land was snel gemaakt: het merendeel van de auto’s die de haven van Antwerpen verlaten, wordt gelost in Cotonou, de grootste stad van het land. Bovendien voeren verschillende havenbedrijven handel met het land. Benin is ook een politiek stabiele republiek, wat de uitbouw van het project zal vergemakkelijken. Binnen een jaar willen we de eerste materialen en onderdelen van autowrakken terug naar België verschepen.”
FABRIEKEN IN AFRIKA Hoe kan Carloop de Afrikaanse autoriteiten overtuigen om mee te werken? Patrick Van den Bossche, Head Environment/Materials Technology bij Agoria: “Jaarlijks worden er ongeveer 20.000 auto’s in Benin ingevoerd die daar nooit verkocht raken. De lokale autoriteiten erkennen dat probleem. Met dit project kunnen we samen een oplossing zoeken.” Een van de sporen die Carloop verkent, is de mogelijkheid om recyclage-installaties voor au-
towrakken in Afrika op te zetten. WorldLoop, een internationale non-profitorganisatie (zie kaderstuk), ondersteunt en begeleidt nu al de lokale ontmanteling van elektronicaproducten op Afrikaanse bodem. “Maar die ondernemingen nemen enkel de minder complexe ontmanteling voor hun rekening, zoals het handmatig verwijderen van kunststoffen en elektronica. Dat kan in Vlaanderen nooit op een kostenefficiënte manier. Niet-toxische auto-onderdelen zoals staalschroot blijven in Afrika en kunnen ter plekke opnieuw verkocht worden. Andere onderdelen zoals katalysatoren, batterijen, kunststoffen en elektronica vergen een complexe recyclage. Vlaanderen heeft daarvoor de nodige kennis en capaciteit. Op die manier kan het project uitgroeien tot een win-winsituatie voor Vlaanderen en Afrika”, meent Patrick Van den Bossche.
DRAAISCHIJF VOOR RECYCLAGE Het Carloop-project moet de economische activiteit in het havengebied Antwerpen een boost geven. Kris De Craene: “Terwijl de schepen nu vaak halfleeg terugkeren uit Afrika, willen we die capaciteit gebruiken om bruikbare of recycleerbare auto-onderdelen terug naar België te importeren. Op termijn wordt de haven van Antwerpen zo een draaischijf van de in- en uitvoer van gerecycleerde auto-onderdelen in Europa.”
11
Patrick Van den Bossche deelt die overtuiging: “Zodra het project op volle toeren draait, kunnen we de positie van de haven van Antwerpen versterken als draaischijf van de circulaire economie.”
KRINGLOOPECONOMIE IN DE PRAKTIJK Carloop past in de omslag naar de kringloopeconomie die zowel Europa als Vlaanderen maakt. Het principe is eenvoudig: grondstoffen, producten en afval moeten we zo veel mogelijk recycleren en hergebruiken. Dat is nodig want veel van die natuurlijke hulpbronnen zijn schaars en raken stilaan uitgeput omdat we er zoveel van gebruiken. Bovendien vind je in de Europese ondergrond nauwelijks grondstoffen. Dat maakt onze regio sterk afhankelijk van het buitenland. De kringloopeconomie vertrekt van de grondstoffen die al in de kringloop aanwezig zijn en bekijkt hoe we die zo efficiënt mogelijk kunnen hergebruiken. Die aanpak levert Europa een betere concurrentiepositie op, zorgt voor tienduizenden jobs en is een opsteker voor milieu en klimaat. “Daarom zet ook Febelauto zijn schouders onder dit project”, zegt Fredericq Peigneux, directeur van Febelauto. “We hebben in België immers een fantastische knowhow ontwikkeld op het vlak van autorecyclage.”
ONTMANTELING VAN COMPUTERS ALS VOORBEELD Carloop haalde de mosterd bij een soortgelijk initiatief van de internationale non-profitorganisatie WorldLoop. Zij pakken de onveilige omstandigheden aan waarin elektronica in derdewereldlanden verwerkt wordt. Daarvoor werken ze samen met lokale partners in Kenia, Tanzania, Togo, Burundi, Senegal, Zambia, Congo en Chili. De plaatselijke inzamelcentra ontmantelden in 2015 meer dan 350 ton elektronica. www.worldloop.org
12
HAVEN
krant
SIRA-OPLEIDING GEEFT JONGEREN TWEEDE KANS IN CHEMIESECTOR
NUMMER 5 • APRIL 2016
13
Van schoolmoe tot werkzeker L
aaggeschoolde jongeren worden al bijna 30 jaar klaargestoomd voor de veeleisende job van procesoperator dankzij de SIRA-opleiding. Met succes. Liefst 83% van diegenen die starten, kan erna meteen aan de slag in een chemiebedrijf in het havengebied Antwerpen.
In de jaren tachtig zat de chemische industrie in het havengebied Antwerpen met de handen in het haar. Er was nood aan goed opgeleide procesoperatoren die de chemische processen dag en nacht bewaken. Maar een degelijke opleiding ontbrak. Daarom lanceerde de vzw Scheikundige Industrie Regio Antwerpen (SIRA) in 1987 de SIRA-opleiding. Die richt zich uitsluitend op laaggeschoolde jongeren en kneedt hen tot procesoperator (zie kader). Margo Carvers, coördinator van de SIRA-opleiding: “Hoewel de opleiding
eëvolueerd is, blijft het recept al dertig jaar g hetzelfde: de jongeren volgen twee dagen per week les in het volwassenenonderwijs, de rest van de week doen ze aan werkplek leren bij een chemiebedrijf. Na een jaar zijn ze afgestudeerd en klaar voor de arbeidsmarkt.”
STARTEN VAN NUL Niet iedereen mag aan de opleiding tot procesoperator beginnen. “Enkel jongeren zonder een diploma hoger onderwijs of chemie of elektromechanica op tso-niveau kunnen zich inschrijven”, zegt Margo Carvers.
14
HAVEN
krant
“We willen vooral laagopgeleiden tussen de 18 en 25 jaar de kans geven om in deze sector te werken. Vooraleer ze worden toegelaten, moeten ze enkele kennisproeven afleggen. We testen bijvoorbeeld hun wiskundeniveau. Voor de vakken chemie, fysica en veiligheid starten we wel van nul. Het tempo ligt hoog, maar het voordeel is dat de jongeren alles wat ze leren meteen in de praktijk omzetten.”
nen meteen aan de slag bij hun stagebedrijf. “Wordt de leerling niet aangenomen, dan begeleidt SIRA hem of haar verder naar een baan. We kunnen een hoge tewerkstellingsgraad voorleggen.”
MAAR WEINIG VROUWEN VINDEN DE WEG
De opleiding lokt beduidend minder meisjes. “Dit jaar telt onze klas maar één meisje. Dat heeft zijn historische redenen: pas vanaf 1998 mogen vrouwen werken in een continu shiftsysteem. Mogelijk zijn er daarom nog zo weinig vrouwelijke rolmodellen”, aldus Margo Carvers.
Dit schooljaar volgen 45 leerlingen de opleiding. De slaagpercentages liggen bijzonder hoog. Liefst 83% heeft na een jaar een diploma of deelcertificaat op zak. De meesten kun-
Achter het SIRA-project gaan heel wat partners schuil. Margo Carvers: “Vierentwintig chemie-
bedrijven in het havengebied Antwerpen stellen stageplaatsen ter beschikking. Ook de sociale partners zijn bij het project betrokken. Ze maken deel uit van de raad van bestuur van SIRA. Op de werkvloer gaan de afgevaardigden van de sociale partners na of de jongeren op hun stageplek goed begeleid worden. Die aanpak werkt en verklaart waarom zovelen effectief aan de slag kunnen in het bedrijf waar ze stage lopen.”
STEUN VAN DE VAKBONDEN
LEERLING KWAN SUIN LAM
JAN REYNAERT VAN ESSENSCIA, DE BELGISCHE FEDERATIE VAN DE CHEMISCHE INDUSTRIE EN LIFE SCIENCES
“Ik neem mijn toekomst in handen”
“De hele sector draagt het SIRA-project”
Een jaar geleden gooide de 24-jarige Kwan Suin Lam zijn leven helemaal om. “Ik was schoolmoe en gaf de brui aan mijn middelbareschoolstudie in de sociaal-technische wetenschappen. Ik ben toen gaan werken, maar besefte dat ik mijn toekomst in eigen handen moest nemen. Veel van mijn vrienden zijn procesoperatoren. Zij hebben mij overtuigd om er ook aan te beginnen.” Momenteel loopt Kwan stage bij Covestro, het vroegere Bayer. Hij is enthousiast over de opleiding: “De combinatie van leren en stage is mij op het lijf geschreven. Het is een hele uitdaging, maar ik ben geboeid door wetenschappen en techniek. Op mijn stageplaats word ik goed begeleid. Het is een afwisselende job en het biedt werkzekerheid. Aan het werken in shifts moest ik wel even wennen, maar ook dat gaat me nu al goed af!”
Het havengebied Antwerpen is de jongste decennia uitgegroeid tot de grootste petrochemische cluster van Europa. Er is voortdurend nood aan nieuwe werkkrachten. “De SIRA-opleiding is een van de oplossingen om het nijpend tekort aan procesoperatoren terug te schroeven”, zegt Jan Reynaert, senior advisor arbeidsmarkt, onderwijs en vorming van essenscia. “SIRA bestaat niet voor niets al dertig jaar. De opleiding wordt gedragen door de hele sector: zowel onze ledenbedrijven als de vakbonden staan achter het project. Jongeren zonder diploma krijgen de kans om te werken in een sector waar 46% van de werknemers een diploma hoger onderwijs heeft. Bovendien merken we dat ze vaak een mooie carrière uitbouwen binnen het bedrijf. Elk jaar melden zich ook meer kandidaten aan. We zien de opleiding dan ook als een good practice van tweedekansonderwijs.”
NUMMER 5 • APRIL 2016
15
“Enkel jongeren zonder een diploma hoger onderwijs of chemie of elektromechanica op tso-niveau kunnen zich inschrijven.” Margo Carvers
CARLO DE WAELE VAN CHEMIEBEDRIJF INEOS
“We zijn steeds op zoek naar goed opgeleide procesoperatoren” Het internationale chemieconcern INEOS was van bij het begin betrokken bij SIRA. Elk jaar biedt de vestiging in Zwijndrecht twee stageplaatsen aan. Carlo De Waele, training officer bij INEOS: “De opleiding is erg intensief en vergt een constante begeleiding. Daarom nemen we slechts twee leerlingen per jaar aan.” Het bedrijf neemt die inspanning er maar al te graag bij. “We zijn altijd op zoek naar goed opgeleide procesoperatoren. Heel wat van onze personeelsleden gaan binnenkort immers met pensioen. Goede werkkrachten vinden is moeilijk omdat de job niet genoeg bekend is bij jongeren. Daarom juichen we dit initiatief toe. Als de stagiairs slagen in de opleiding en ook voor ons bedrijf voldoen, kunnen ze meteen bij ons aan de slag. De wisselwerking tussen theorie en praktijk is de sterkte van dit project. Ook wij spelen daarop in: als de leerlingen les krijgen over pakweg pompen of warmtewisselaars, dan zorgen wij ervoor dat ze die kennis tijdens hun stage kunnen testen.”
WAT DOET EEN PROCESOPERATOR? De installaties in chemiebedrijven werken dag en nacht. Procesoperatoren moeten die installaties controleren en de processen opvolgen en bijsturen. Er zijn twee belangrijke functies: in het jargon heten ze ‘binnen- en buitenoperatoren’. De ‘buitenoperatoren’ lopen rond om stalen te nemen in het proces, de apparaten te onderhouden en eenvoudige reparaties uit te voeren. De ‘binnen operatoren’ zitten in de controlekamer en houden onder andere de temperatuur en de druk nauwgezet in het oog. Zij controleren of de productie niet stilvalt of afneemt. Via de controlepanelen kunnen ze het proces bijsturen.
16
HAVEN
krant
7 werken voor een vlottere mobiliteit G
oed geplande wegenwerken zijn een deel van de oplossing van het mobiliteitsvraagstuk in en rond het havengebied Antwerpen. Zeven grootscheepse projecten staan in de steigers.
Meer woon-werkverkeer met de fiets, het openbaar vervoer of ander collectief transport, veiliger en duurzamer verkeer, meer goederentransport via binnenvaart en spoor, meer pijpleidingen om gas, olie en chemische producten te vervoeren … Mobiliteit is in het actieprogramma voor de ontwikkeling van het
havengebied Antwerpen een belangrijke prioriteit. Een weloverwogen mix van maatregelen moet verzekeren dat goederen hun bestemming op het vasteland vlot bereiken en dat werknemers snel op hun werk en weer thuis geraken. Infrastructuurwerken zijn een noodzakelijk puzzelstuk.
Kieldrecht
2 1. OOSTERWEELVERBINDING Werken op de Linkerscheldeoever
Meerdonk
Sint-Gillis-Waas
2. WAASLANDHAVEN BETER BEREIKBAAR MAKEN Nieuwe toegangsweg in het westen Derde rijstrook voor de E34 3. BETERE BEREIKBAARHEID VAN DE NOORDERKEMPEN 4. VLOEIEND VERKEER DANKZIJ BETERE INRICHTING TIJSMANSTUNNEL
5
e - Zeebrugg E34 Zelzate
5. ‘KAM MET TANDEN’ MOET MOBILITEIT IN HET WAASLAND AANPAKKEN 6. WEGENWERKEN IN DE HAVEN Twee extra bruggen over de Kieldrechtsluis Brug over containerterminal Antwerp Gateway Herinrichting op- en afritten Sint-Antoniusweg 7. VLOTTERE DOORSTROMING (het hele havengebied) Dynamische verkeersinfo Containerterminals gaan vroeger open
MARITIEME EN ECONOMISCHE ONTWIKKELING WONEN, LEVEN EN LANDBOUW ROBUUSTE NATUUR MOBILITEIT MILIEU RECREATIE, ERFGOED EN LANDSCHAP
E17 G
Verrebroek
ent
NUMMER 5 • APRIL 2016 A12 Breda
N
Nederland Zandvliet Berendrecht
België
Stabroek
4
6
6
3
Hoevenen
6
A12 Antwerpen - Ekeren
Kallo
2 1 Melsele
Zwijndrecht
Antwe rpen
Beveren
5
Antwerpen
Stadskern
17
18
HAVEN
krant
OOSTERWEELVERBINDING: EERSTE SPADESTEEK BEGIN 2017 De ring rond Antwerpen sluiten, dat is het doel van de Oosterweelverbinding. De uitvoering van dit omvangrijke mobiliteitsproject is een hele opgave. Daarom heeft de Vlaamse Regering de operatie opgedeeld in vijf projecten. De knooppunten Linkeroever, Oosterweel, Groenendaallaan en Schijnpoort worden via tunnels en sleuven met elkaar verbonden. Werken op Linkerscheldeoever krijgen voorrang De infrastructuurwerken op de Linkerscheldeoever gaan het eerst van start. Een nieuw compact knooppunt laat het Oosterweeltracé aansluiten op de E34 naar Knokke, de E17 naar Gent en de Kennedytunnel. De Charles de Costerlaan wordt een fiets- en wandelboulevard. Zo krijgt de Waaslandtunnel weer een lokale functie. Lees meer op www.oosterweelverbinding.be
HAVENGEBIED LINKERSCHELDEOEVER BETER BEREIKBAAR MAKEN Om de haven op de Linkerscheldeoever beter bereikbaar te maken, heeft de Vlaamse overheid twee grote projecten op stapel staan: de westelijke ontsluiting van de Waaslandhaven en de uitbreiding van de E34. Volgens de huidige planning kunnen die werken starten in 2019. Nieuwe toegangsweg in het westen In het westen van de Waaslandhaven komt een nieuwe primaire weg met 2x2 rijstroken. Die sluit in het zuiden aan op de E34 naar Antwerpen en maakt de haven ook vanuit het westen beter bereikbaar via de E34. Derde rijstrook voor de E34 De E34 wordt uitgebreid, van voor het afrittencomplex in Vrasene tot voorbij de op- en afrit van Melsele. De Vlaamse overheid wil daarvoor tegen het najaar van 2016 een nieuw gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) klaar hebben.
BETERE BEREIKBAARHEID VANUIT DE NOORDERKEMPEN De dorpskernen van Stabroek en Kapellen kampen met sluipverkeer, ook van vrachtvervoer. Daarom plant de Vlaamse overheid een nieuwe verbindingsweg tussen de A12 en de N11. Die Nx moet de Noorderkempen en de haven beter met elkaar verbinden. Het ontwerp en het milieueffectenrapport voor dat nieuwe tracé zijn klaar. De Vlaamse Regering is die plannen aan het bekijken.
VLOEIEND VERKEER DANKZIJ BETERE INRICHTING TIJSMANSTUNNEL De huidige Tijsmanstunnel heeft twee rijstroken in beide richtingen. Hij verbindt de Scheldelaan ten westen van het Kanaaldok met de Noorderlaan ten oosten ervan. De tunnel verwerkt het doorgaand verkeer op weg naar de Liefkenshoektunnel, maar ook het plaatselijke havenverkeer moet erdoor. De vermenging van die twee verkeersstromen veroorzaakt veiligheids- en fileproblemen. De herinrichting van de aansluiting van de Tijsmanstunnel op de Scheldelaan en de Noorderlaan moet het verkeer vlotter laten doorstromen.
NUMMER 5 • APRIL 2016
R2
‘KAM MET TANDEN’ MOET MOBILITEIT IN HET WAASLAND AANPAKKEN
19
R1
E34
Antwerpen
E17
WEGENWERKEN IN DE HAVEN Ook in de haven zelf voeren de Vlaamse overheid en het Havenbedrijf Antwerpen de komende jaren infrastructuurwerken uit. Want goed onderhouden wegen en een vlotte bereikbaarheid zijn cruciaal voor een internationale haven. Twee extra bruggen over de Kieldrechtsluis In 2017 bouwt de Vlaamse overheid twee bijkomende bruggen over de Kieldrechtsluis. Dat verdubbelt de wegcapaciteit. Brug over Antwerp Gateway Dit voorjaar gaat de brug over de rotonde ter hoogte van de containerterminal Antwerp Gateway open. Het doorgaand verkeer rijdt over de brug; het lokale verkeer neemt de rotonde. Die ingreep voorkomt conflicten tussen beide verkeersstromen. Herinrichting op- en afritten Sint-Antoniusweg Tegen eind 2017 bouwt de Vlaamse overheid een nieuw op- en afrittencomplex ter hoogte van Waaslandhaven Noord (Sint-Antoniusweg). De bestaande rotonde wordt vervangen door een brug en twee- en driebaanswegen met verkeerslichten. Daardoor kan het nieuwe knooppunt meer en drukker verkeer aan.
Schelde
Het Waasland beter bereikbaar maken en de gemeentekernen opnieuw leefbaar maken, dat is wat de Wase burgemeesters willen. Ze goten hun mobiliteitsvisie in een wetenschappelijk onderbouwd plan. Dat plan gaat uit van een ‘dubbele kamstructuur’: de ‘benen’ van de kam, de E17 en de E34, worden versterkt met de aanleg van parallelwegen, en de ‘tanden’ van de kam moeten de ontsluiting van het Waasland verbeteren. Het plan werd in maart 2010 door de Vlaamse Regering aanvaard en opgenomen in het Masterplan 2020 voor de WAK-regio (Waasland - Antwerpen - Kempen). De versterking van de E34 gebeurt aanvullend aan het Masterplan 2020 (zie punt 2).
VLOTTERE DOORSTROMING Naast infrastructuurwerken kunnen nog andere maatregelen de mobiliteit in de regio stroomlijnen en veiliger maken. Dynamische verkeersinfo Tussen 2012 en 2015 werden in het havengebied dynamische verkeersborden geplaatst. Bestuurders krijgen realtime verkeersinformatie over ongevallen, files, wegenwerken, reistijden en routekeuze. Containerterminals gaan vroeger open Er lopen onderhandelingen met containerbehandelaars om hun terminals een uur vroeger te openen, om 5 uur in plaats van 6 uur ’s ochtends. Dat moet het containertransport over de weg beter spreiden en de pieken uitvlakken, zowel op de verkeersassen als aan de terminals.
20
HAVEN
krant
AAN BOORD VAN DE VOGELTELBOOT
Nico De Regge (links) en Jan Soors.
“Ik tel al 25 jaar watervogels op de Schelde” A
l 25 jaar tellen wetenschappers van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) de watervogels op en naast de Schelde. Een zilveren jubileum, maar ook reden om te feesten? “In 2000 telden we tussen Nederland en Melle tot bijna 80.000 watervogels. Vorig jaar kwamen we nog amper aan 15.000 exemplaren.” Toch is er hoop: “In het havengebied op de Linkerscheldeoever stijgt het aantal watervogels sinds 2003 weer.”
NUMMER 5 • APRIL 2016
“Watervogels staan bovenaan de voedselketen: ze vertellen ons hoe het met de rivier gesteld is.”
Het is een koude, grijze winterochtend. Aan het ponton van Sint-Anneke wacht de Veremans. Op dat schip zijn schipper Frankie Van Ceulen en matrozen Steven Leysen, Uchuseyn Ozpak en Redgy Ost druk in de weer om alles in gereedheid te brengen voor de afvaart van de Schelde. Hun passagiers vandaag: Nico De Regge en Jan Soors van het INBO. Zij zullen de komende uren onderweg alle watervogels tellen.
Jan Soors “Kopje koffie?”, vraagt matroos Steven wanneer Jan de kajuit binnenkomt. Frankie schakelt de motor in. Dat is voor Uchuseyn en Redgy het teken om de kabels te lossen waarmee de Veremans is vastgemaakt. “Het zicht is goed vandaag”, zegt Frankie tevreden en met enkele stevige halen aan het roer keert hij Antwerpen de rug toe. “Vroeger dronken we voor elke afvaart een jenevertje op een behouden vaart, maar die traditie volgen we al een tijd niet meer.”
TELLEN Op het dek haalt de wind genadeloos uit. Deskundigen Nico De Regge en Jan Soors zitten diep weggedoken in hun jassen, die water- en windafstotend zijn. Alleen hun neus en ogen zijn zichtbaar. En die ogen geven ze de kost. Met een verrekijker scannen ze de oever van de Schelde naar watervogels die schuilen in
Schipper Frankie Van Ceulen.
21
het riet, op zoek zijn naar eten in de slikken en schorren of even rusten op de Scheldedijk die het hinterland beschermt tegen het wassende water. Elke maand varen Jan en Nico de Schelde af om watervogels te tellen. Die monitoring gebeurt in het kader van het MONEOS-programma, het meetprogramma van de Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie. Verschillende gebieden langs de rivier zijn opgenomen in het Europese natuurnetwerk Natura 2000. De lidstaten van de Europese Unie hebben dat netwerk samen opgericht om het voortbestaan van typische planten en dieren te verzekeren. Delen van het Schelde-estuarium, dat zich uitstrekt van de Nederlandse grens tot Gent, zijn aangeduid als Vogel -en Habitatrichtlijngebied. Vlaanderen moet de dieren en planten die in en rond de Schelde leven, alle kansen geven en hun instandhouding continu opvolgen. Watervogels zijn belangrijke gebruikers van het Schelde- ecosysteem. Bovendien staan ze bovenaan de voedselketen: ze vertellen ons hoe het met de rivier gesteld is.
TWEE CANADEZEN Nico is vandaag de teller van dienst: hij telt alle vogels die zijn blikveld kruisen. Die aantallen somt hij op voor zijn collega Jan, die ze per soort noteert in zijn notitieboekje. De twee
22
HAVEN
krant
mannen hebben aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen, zo goed zijn ze op elkaar ingespeeld. “Twee canadezen, een wulp, een schol, twee bontjes.” Het lijkt op codetaal, maar Jan helpt graag ontcijferen: “Bontjes zijn bonte strandlopers, met ‘canadezen’ bedoelt Nico de Canadese gans, een schol is een scholekster.” Nico is een doorgewinterde vogelteller. “Ik doe dit werk al sinds 1991. Jan is ondertussen ook al een ouwe rot: hij gaat al meer dan vijftien jaar met mij mee.”
honden duiken geregeld op. Vroeger telden we de meest bijzondere soorten en de grootste aantallen tussen Antwerpen en Dendermonde, maar het tij is gekeerd. De laatste jaren zien we steeds minder watervogels en die tendens geldt voor de drie deeltrajecten. In 2000 ging het nog om bijna 80.000 vogels tussen Nederland en Melle, in 2015 komen we nog met moeite aan 15.000 exemplaren.”
De boot vaart langs een olieraffinaderij. Een indringende geur vult onze neusgaten. Jan wijst naar een sierlijk zwart-wit vogeltje dat op hoge poten door het slik waadt: “Een kluut, een van de mooiste vogels die je hier te zien krijgt.” Na elke boottelling voeren ze de getelde soorten in een databank in. Die gegevens worden onder meer gebruikt door de waterwegenbeheerders van Waterwegen en Zeekanaal en Maritieme Toegang. Jan legt uit waarom: “Als ze bijvoorbeeld baggerwerken moeten uitvoeren op de Schelde, dan moeten ze kunnen inschatten welke gevolgen die werken zullen hebben op de watervogelpopulatie. Op basis van onze permanente monitoring kan het INBO hen daarin adviseren.”
Hoe die spectaculaire daling te verklaren valt? Jan: “Verder onderzoek moet dit nog bevestigen, maar we vermoeden dat er een verband bestaat met de zuivering van de Schelde en de Zenne. Die laatste was tot 2007 zelfs een open riool. Het organische materiaal – vooral huishoudelijk afval – kwam via de Rupel in de Schelde en trok grote hoeveelheden wormen aan. Watervogels zijn daar tuk op. Voor hen was de vervuilde Schelde een rijkelijk gedekte tafel. Maar sinds de waterzuiveringsstations op volle toeren draaien, is de toevloed van organisch materiaal en de bijbehorende bacteriën drastisch afgenomen. Daardoor nam het aantal wormen en watervogels die daar afhankelijk van zijn, spectaculair af. Ik ben toen heel hard geschrokken van die abrupte daling. Voor 2008 zagen we bijvoorbeeld elke winter 5.000 tot 6.000 tafeleenden. Sindsdien zien we ze hier maar sporadisch meer.”
De monitoring gebeurt in drie delen van de Schelde: van Antwerpen tot Dendermonde, van Dendermonde tot Merelbeke en van Antwerpen tot de Nederlandse grens. Vandaag is dat laatste traject aan de beurt. “Dit is de laatste jaren veruit het vogelrijkste en meest interessante stuk”, vertelt Jan terwijl hij zijn verrekijker scherpstelt op een dobberende bergeend. “Na stormweer heb ik hier al zeevogels als de drieteenmeeuw en de alk gespot. En ook zee-
Matrozen Steven Leysen (links), Redgy Ost en Uchuseyn Ozpak (rechts) en schipper Frankie Van Ceulen (tweede van rechts) op de Veremans.
DRASTISCHE DALING OP DE SCHELDE
Een betere waterkwaliteit is nefast voor de wormen, maar voor andere waterorganismen is die dan weer een opsteker van formaat. “Er zijn nu bijvoorbeeld veel meer vissen en garnalen te vinden in het estuarium”, verduidelijkt Jan. “Maar jammer genoeg zijn de meeste water-
vogels daar niet mee gediend, want die zijn moeilijker te verschalken of hebben een lagere voedingswaarde. Gelukkig tellen we in de natuurgebieden op de Linkerscheldeoever de laatste jaren wel steeds meer watervogels, op zoek naar voedsel (zie kaderstuk).” De boot kruist de Grande Togo, een gigantisch cargoschip. Even later bereikt de golfslag van die mastodont onze Veremans, die vrolijk op en neer begint te dansen. Een zwerm smienten vliegt op, opgeschrikt door het ronken van de aankomende boot. Honderden vogels maken zich klapwiekend uit de voeten. “650 smienten”, geeft Nico even later door. Hoe hij erin slaagt om zulke grote aantallen in een mum van tijd te tellen? “Tja, soms moet je een schatting maken, maar ik doe dit ondertussen al meer dan twintig jaar, dus mijn ogen zijn erop getraind. De eenden die we hier nu het meeste tellen zijn de smient en de krakeend.”
OVERSTROMINGEN Jan wijst naar de oever, naar de dijk die de Schelde omzoomt: “Die dijken beschermen het hinterland tegen overstromingen. Die bescherming is natuurlijk belangrijk, maar tegelijk dwingt de dijk de rivier in een strak keurslijf. De Schelde heeft daardoor weinig ruimte om slikken te vormen. Net die delen van de oever zijn voor watervogels zo belangrijk, omdat het er krioelt van de wormen, vlokreeften, slakjes, krabben en ander lekkers. Gelukkig krijgt de rivier de laatste jaren wat meer ruimte dankzij de aanleg van natuurlijke overstromingsgebieden in het kader van het Sigmaplan. In de Polders van Kruibeke werd bijvoorbeeld een groot gereduceerd getijgebied aangelegd, waar de Schelde twee keer per dag in en uit kan
NUMMER 5 • APRIL 2016
23
“Voor watervogels was de vervuilde Schelde tot 2007 een rijkelijk gedekte tafel.” Jan Soors
stromen. Ik verwacht dat die nieuwe natuur de biodiversiteit in de Schelde zal stimuleren.” Matroos Steven Leysen steekt zijn hoofd uit de kajuit: “Er is soep als jullie willen.” Even opwarmen en de innerlijke mens verwennen, het is bij deze temperaturen meer dan welkom. Schipper Frankie staat aan het roer en tuurt de horizon af. “Ik werk al 27 jaar voor Vloot, de rederij van de Vlaamse overheid. Voor de vogeltellingen varen we met een snelheid van vier knopen (ongeveer 7,5 kilometer per uur) in plaats van de gebruikelijke elf, zodat de tellers de tijd hebben om alle vogels te registreren.” Wanneer de Veremans de Nederlandse grens bereikt, maakt hij rechtsomkeert. Maar het werk zit er nog niet op: op de terugweg worden de vogels aan de andere kant van de Schelde geteld. De boot vaart voorbij de potpolder van Lillo. “De Scheldedijk is hier verlaagd zodat de getijden het gebied opnieuw kunnen binnenstromen”, vertelt Jan. “Hierdoor ontstonden slikken en schorren, waar talloze bodemdiertjes in rondkruipen. Die trekken meer vogels aan, al kunnen we die van hieruit bij laagwater niet allemaal zien.” Aan de Kallosluis heeft een visser een lijntje uitgegooid. We naderen Antwerpen; de contouren van het nieuwe havenhuis en het MAS doemen op. Een zwerm kokmeeuwen verwelkomt ons. Schipper Frankie voert het tempo op: “Het is goed voor de motor om hem af en toe op kruissnelheid te laten komen.” Terug aan de aanlegsteiger slingert matroos Redgy een touw om een kadepaal. Een stormmeeuw vliegt op en zet krijsend koers richting Scheldestad.
“MINDER VOGELS OP DE SCHELDE, MEER IN NATUURGEBIEDEN OP LINKERSCHELDEOEVER” Op delen van de kustpolders en de IJzervallei na, tellen in Vlaanderen geen andere gebieden meer vogelsoorten dan de natuurgebieden op de Linkerscheldeoever. Geert Spanoghe van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO): “Het lijkt erop dat de watervogels die de Schelde na 2000 links lieten liggen, onder meer naar de natuurgebieden op de Linkerscheldeoever zijn getrokken.” De voorbije tien jaar telden wetenschappers minder overwinterende watervogels op de Zeeschelde. Landinwaarts, in de havennatuur zelf, streken wel gevoelig meer smienten, slobeenden, kieviten en wulpen neer. Ook wintertaling, wilde eend, meerkoet, krakeend en bergeend zien we weer vaker, weet Geert Spanoghe van het INBO. “Het lijkt er dus op dat de natuurgebieden in de Waaslandhaven heel wat watervogels aantrokken die op de Schelde niet langer hun gading vonden. In het kader van het Sigmaplan werden de laatste jaren in het Zeescheldebekken ook enkele wetlands aangelegd. Denk bijvoorbeeld aan het overstromingsgebied in Kruibeke-Bazel-Rupelmonde, Bergenmeersen in Wichelen en Paardenweide in Uitbergen. Ook daar zien we sinds kort honderden overwinterende wintertalingen, smienten, wulpen, ganzen, … Vogels die op de rivier niet genoeg voedsel vinden, komen in de vallei wel aan hun trekken.” Sinds 2003 tellen vrijwilligers en medewerkers van Natuurpunt en het INBO vogelsoorten in en rond de dokken van het havengebied op Linkerscheldeoever. Ze houden er 45 broedvogelsoorten nauwlettend in het oog. Geert Spanoghe: “Voor overwinterende watervogels behoort de natuur op de Linkerscheldeoever tot de absolute top in Vlaanderen. Maar ook weidevogels zoals de grutto, de kievit en in mindere mate de scholekster, de kluut en rietvogels zoals het woudaapje, de snor, het baardmannetje en de roerdomp bouwden in de nattere delen van het havengebied een constante populatie op en hun aantallen gaan in stijgende lijn.” Hoewel dit hoop geeft, zijn de gebieden nog te klein om leefbaar te zijn voor die vogelpopulaties. De komende jaren wordt op de Linkerscheldeoever daarom een aaneengesloten natuurkern gecreëerd met afwisselend waterpartijen, rieteilanden en graslanden. “Dat uitgestrekte gebied zal veel meer verschillende planten en dieren kunnen bekoren”, aldus Geert Spanoghe.
24
HAVEN
krant
CEO MARC BEERLANDT OVER DE GROOTSCHEEPSE VERHUIZING VAN MSC BELGIUM
“Deze verhuizing betekent een verdubbeling van ons volume in Antwerpen”
NUMMER 5 • APRIL 2016
D
25
e verhuizing van rederij MSC draait op volle toeren. De containerbehandelaar verlaat het Delwaidedok en trekt naar het Deurganckdok op de Linkerscheldeoever. De impact van die grootscheepse operatie op de mobiliteit is belangrijk: 3.500 vrachtwagens per dag die van de Rechter- naar de Linkerschelde oever verschuiven.
26
HAVEN
krant
“Uit China werden negen nieuwe Super Post Panamax-kranen ingevoerd, de grootste portaalkranen ter wereld.” Marc Beerlandt
Waarom verhuist MSC van de Rechter- naar de Linkerscheldeoever? “MSC opereert al veertig jaar vanuit de haven van Antwerpen. Onze rederij is daar al die jaren organisch gegroeid. Tot in 2010. Toen botste onze locatie op de grenzen van de Rechterscheldeoever. Omwille van de efficiëntie willen we al onze activiteiten op één plek concentreren. Daarom zijn we op zoek gegaan naar andere locaties, maar uiteindelijk hebben we toch weer voor Antwerpen gekozen. Het Havenbedrijf Antwerpen heeft ons (MPET, de joint venture tussen MSC en PSA) daarop aan het Deurganckdok een terrein in concessie gegeven. Dat moet ons toelaten om opnieuw te groeien.” “Het nieuwste type containerschip is intussen al 400 meter lang en geraakt maar moeilijk of helemaal niet meer door de Berendrechtsluis. Door uit te wijken naar het Deurganckdok kan ons
bedrijf ook die mastodonten in Antwerpen verwerken. Bovendien verliezen we niet langer tijd aan de sluizen. Per schip winnen we zes uur. Als je weet dat MSC jaarlijks 2.500 schepen behandelt, winnen we met de verhuizing al snel meer dan 15.000 uur.” Welke troeven heeft het havengebied Antwerpen voor MSC? “Dat MSC al zo lang haar uitvalsbasis in Antwerpen heeft, is geen toeval. Veel heeft te maken met de mentaliteit van de mensen, in het bijzonder van de havenarbeiders: zij zijn zeer betrokken en gedreven. Dat het Havenbedrijf Antwerpen de nodige flexibiliteit toonde en MPET een groot terrein ter beschikking heeft gesteld, gaf voor ons hoofdhuis in Zwitserland de doorslag om opnieuw in Antwerpen te investeren.” Hoe verloopt de verhuizing? “De bouw en inrichting van onze nieuwe containerterminal zijn vlot
NUMMER 5 • APRIL 2016
verlopen en de verhuizing is begin april gestart. Een gigantische operatie: liefst 32 Super Post Panamax-kranen verhuizen van het Delwaidedok naar het Deurganck dok en negen nieuwe kranen werden ingevoerd uit China. Dat zijn de grootste portaalkranen ter wereld, op maat van de nieuwste containerschepen. Ook alle schepen verhuizen naar de nieuwe locatie, net als de 3.500 vrachtwagens die dagelijks voor MSC in de weer zijn.” Wat zal de impact zijn op de mobiliteit in de haven? “Veel mensen verwachten dat door onze verhuizing het verkeer in het Waasland zal toenemen, maar die vrees is ongegrond. Volgens onze inschattingen behandelen we 9 miljoen containers tegen 2020. De helft daarvan gaat over transshipment: de containers komen de haven binnen over het water en verlaten de haven op een ander zeeschip. Van de andere helft geraakt 40% via de binnenvaart op bestemming, 15% wordt vervoerd via het spoor en de rest wordt op vrachtwagens geladen waarvan 40% binnen het havengebied blijft. Onze activiteiten zullen dus meer verkeer teweegbrengen in het Waasland, maar het overgrote deel ervan blijft binnen de haven. De impact op het wegverkeer errond zal volgens ons minimaal zijn.” Is meer vervoer via spoor en binnenvaart haalbaar? “Dat is niet alleen haalbaar, voor veel bedrijven is het ook een must als alternatief voor het wegverkeer. Sinds april moeten alle vrachtwagens immers een kilometerheffing betalen. Ik verwacht dat die maatregel veel bedrijven zal motiveren om de overstap naar het spoor of de binnenvaart te maken.” Hoe werkt MSC mee aan die modal split in de haven? “In overleg met onze klanten proberen we ertoe te komen dat ze hun goederen via het spoor of de binnenvaart van en naar onze terminal vervoeren. Zo
27
“Veel mensen verwachten dat door onze verhuizing het verkeer in het Waasland zal toenemen, maar die vrees is ongegrond.” Marc Beerlandt
hebben we de ‘extended gate’ ontwikkeld, een systeem waarmee containers van het zeeschip op het binnenschip of het spoor worden overgeladen en naar het bedrijf van bestemming worden gebracht zonder dat de douane daarin moet tussenkomen. Op die manier winnen ze enorm veel tijd. Bovendien wordt het transport gebundeld: een binnenschip haalt zo twintig trucks van de weg. Door die dialoog met onze klanten werken we samen aan een leefbaar havengebied.” Welke infrastructuurwerken zijn nodig om het verkeer rond de haven vlot te trekken? “De Oosterweelverbinding is absoluut noodzakelijk. Hoe sneller die er komt, hoe beter. Dat zeg ik niet alleen als bedrijfsleider, maar ook als inwoner van de regio. Ik sta net als vele automobilisten
dagelijks in de file om op mijn werk te geraken.” Kunnen langere openingstijden van uw terminal de mobiliteit vlot krijgen? “Enige tijd geleden was onze terminal langer open, maar daar was bij onze klanten weinig animo voor. Onze economie is nu eenmaal geen 24 uurseconomie. Eerst moet ons economische model fundamenteel veranderen voor die maatregel echt zoden aan de dijk kan brengen. Wij staan er in elk geval voor open; ons bedrijf werkt achter de schermen immers dag en nacht door.” Welke toekomstige ontwikkelingen ziet u voor de internationale containertrafiek? “Alle rederijen die vandaag we-
reldwijd actief zijn, stappen over op de grootste containerschepen. Dat heeft vanzelfsprekend een grote invloed op de havens en hun infrastructuur. De nadruk verschuift steeds meer naar het natransport via binnenvaart of goederentreinen.” “Een andere ontwikkeling is dat rederijen zich groeperen in consortia. Voor de havens wordt het een uitdaging om tegemoet te komen aan de vragen en verwachtingen van die groeperingen: betere en scherpere voorwaarden voor de concessies, een vlotte en multimodale mobiliteit, de beste infrastructuur …”
HAVEN
krant
Kort
28
Geef je mening over het inrichtingsplan voor Grote Geule
Op het grondgebied van de gemeenten Sint-Gillis-Waas en Beveren wordt het natuurgebied Grote Geule een maatje groter. Het gebied zal ongeveer 112 hectare beslaan. Het project past in de ontwikkeling van het havengebied Antwerpen. Met de nieuwe inrichting wil Vlaanderen de instandhoudingsdoelstellingen halen. Dat zijn de doelen vastgelegd in het kader van Natura 2000, het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden.
Kom op 5 juni de recreatieve troeven van het havengebied ontdekken!
Met de goedkeuring van het strategisch project ‘Havenland’ door Vlaams minister Schauvliege in het kader van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen ging dit voorjaar het nieuwe actieplan voor onthaal en recreatie in het havengebied van start. Op 5 juni kun je de nieuwe recreatiemogelijkheden komen ontdekken in het sluisgebouw van Kallo, een van de onthaalpoorten van Havenland. Op de eerste verdieping van het gebouw leer je meer over de ontwikkelingsplannen voor het havengebied en kun je de nieuwe sluismaquette komen bewonderen die leerlingen van het GTI Beveren maakten. Maar je kunt ook nieuwe fietsroutes ontdekken of een tocht in en rond Kallo maken. De gemeente Beveren organiseert dit evenement, samen met Toerisme Oost-Vlaanderen, het Departement van Mobiliteit en Openbare Werken, het Havenbedrijf Antwerpen, Maatschappij Linkerscheldeoever en het Agentschap voor Natuur en Bos. Adres: Sluisgebouw Kallo, Steenlandlaan 2, 9130 Kallo Meer info volgt nog via de website www.havenvandetoekomst-antwerpen.be of via de website van de gemeente Beveren.
Lever zelf een bijdrage aan het onderzoek naar milieueffecten! Het uitgebreide natuurgebied wordt de thuishaven van beschermde planten- en diersoorten, in een landschap met open water, waterriet, rietland en natte weilanden. In een inrichtingsplan hebben we vastgelegd hoe de inrichting er concreet zal uitzien. De volgende stap is het milieueffectenrapport (MER). Dat onderzoekt welke gevolgen de inrichtingswerken kunnen hebben voor mens en milieu. Maar vooraleer het MER opgemaakt wordt, raadplegen we jou en alle andere omwonenden. Dat gebeurt via een kennisgeving, die ter inzage zal liggen op de betrokken gemeentebesturen. Die kennisgeving beschrijft het inrichtingsplan en hoe de milieueffecten worden onderzocht. Tijdens het openbaar onderzoek van 9 mei tot en met 8 juni 2016 kun je de kennisgeving inkijken in je gemeente en opmerkingen en aanvullingen insturen. Wil je uitgebreider kennismaken met het inrichtingsplan? Kom dan op dinsdag 26 april naar de infomarkt. Je kunt er de plannen inkijken en al je vragen stellen aan de projectmedewerkers. Plaats van afspraak is het Ontmoetingscentrum Ermenrike, Tuinwijkstraat 66 in Kieldrecht. Je ontdekt er ook hoe je kunt reageren op de kennisgeving.
NUMMER 5 • APRIL 2016
29
Kieldrechtsluis lokt grotere schepen en bedrijven naar de Waaslandhaven
Het ingenieursteam van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van de Vlaamse overheid overzag de voorbije vijf jaar de bouw van de Kieldrechtsluis.
V
anaf deze zomer varen schepen het havengebied op de Linkerscheldeoever binnen via de nieuwe Kieldrechtsluis. De bouw van die grootste sluis ter wereld was een huzarenstuk, waar zelfs de ingenieurs van het Panamakanaal nog iets van opstaken.
Een vijftienkoppig ingenieursteam van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van de Vlaamse overheid overzag gedurende vijf jaar de werken op het terrein. Freddy Aerts, afdelingshoofd Maritieme Toegang (MOW): “Wij moesten de werken coördineren. Op het terrein werkten verschillende partijen tegelijk op meerdere fronten. Zo bouwden aannemers de sluis, voerden arbeiders baggerwerken uit, werden wegen, spoorwegen en telefoonlijnen aangelegd, enzovoort. Noem het gerust een krachttoer van formaat dat we dit immense project binnen de vooropgestelde termijn hebben afgerond.”
PANAMA VROEG ADVIES Freddy Aerts is trots op het eindresultaat en de opgedane kennis. “We krijgen geregeld buitenlandse experts over de vloer die van ons willen leren hoe je de bouw van zo’n grote sluis moet aanpakken. Zo hebben we onze Panamese collega’s geadviseerd bij het ontwerp van de sluizen voor het Panamakanaal.” De nieuwe sluis kwam er omdat de Kallosluis op de Linkerscheldeoever de toevloed aan schepen niet meer kon slikken. De wachttijden liepen vaak op tot drie uur. Daarnaast drongen rederijen en bedrijven uit het havengebied Antwerpen met klem aan op een sluis op maat van de nieuwste en grootste schepen ter wereld. “Om die zeereuzen veilig door de haven te loodsen, hebben we de sluis 18 meter diep
gebouwd. Dat is nog vier meter dieper dan de Berendrechtsluis, die tot vandaag de grootste sluis ter wereld was”, zegt Freddy Aerts.
ECONOMISCHE BOOST De nieuwe sluis moet de economische activiteit in de haven een nieuwe impuls geven. Zo kondigde de logistieke groep Grimaldi Lines al aan dat ze hun activiteiten fors zullen uitbreiden. De Kieldrechtsluis heette tot voor kort Deurganckdoksluis. Maar omdat de naam niet goed bekt, werd een wedstrijd uitgeschreven die iedereen opriep om voorstellen in te zenden. De Kieldrechtsluis, vernoemd naar een deelgemeente van Beveren, kwam als grote winnaar uit de bus.
DE SLUIS BEZOEKEN? Vanaf mei kunnen geïnteresseerden, in groepsverband en op afspraak, de sluis bezoeken. Op de tweede verdieping van het sluisgebouw komt een bezoekerscentrum. Van daaruit zie je de spectaculaire werking van de sluis met eigen ogen: het schip komt binnen langs het Deurganckdok en wordt vastgemaakt aan de kaaimuren. De sluisdeuren gaan dicht achter het schip en openen daarna aan de kant van de Waaslandhaven. Soms zijn er sleepboten nodig om het schip uit de sluis te trekken. Indrukwekkend is het zeker. Bezoekers moeten wel geduld oefenen, want het doorsluizen van zo’n kolos duurt ongeveer een uur.
HAVEN
krant
UIT in de haven
30
Leer smokkelen in Kasteel Cortewalle
Het leven van een smokkelaar tijdens de Eerste Wereldoorlog was gevaarlijk en spannend. Voedingsmiddelen, brieven én personen werden op een creatieve wijze de zwaarbewaakte grenzen overgebracht. Wie waren deze smokkelaars en waarom riskeerden zij hun leven? Op de tentoonstelling ‘Smokkel(w)aar’ in Kasteel Cortewalle kom je alles te weten over de Beverse smokkelaars. De smokkeltentoonstelling wordt georganiseerd in het kader van Erfgoeddag 2016 en is gratis. ‘Smokkel(w)aar’ loopt van zondag 24 april tot zondag 29 mei 2016. Kasteel Cortewalle stamt uit de 15de eeuw. Er vinden geregeld kasteelconcerten en aperitiefgesprekken plaats. Elke eerste en derde zondag van de maand kun je het kasteel met een gids bezoeken. Helemaal gratis! www.tervesten.beveren.be/activiteitendetail.aspx?id=10323
NUMMER 5 • APRIL 2016
31
Ontdek het havengebied met de bus
Een containermastodont door de Kieldrechtsluis zien manoeuvreren? Een virtuele blik werpen achter de schermen van de bedrijven in de haven? Dat kan met de allernieuwste bustour door de Waaslandhaven. De gemeente Beveren nam daarvoor Antwerp Port Tours onder de arm. De bus van Antwerp Port Tours, dat op de Rechterscheldeoever al multimediatours organiseert, is uitgerust met hypermoderne snufjes: een tablet geeft je een blik achter de schermen van de Waaslandhaven. Op de tablet krijg je ook interviews met werknemers te zien die je helemaal onderdompelen in de havenwereld. Ben je niet zo handig met een tablet? Geen nood, want de filmpjes worden ingeleid door een ervaren gids. Hij of zij kan op al je vragen antwoorden. De bus houdt halt aan het sluisgebouw van Kallo en het Deurganckdok. De imposante Kieldrechtsluis, de grootste sluis ter wereld, staat ook op het programma. www.antwerpporttours.com
Wie vindt de Reynaertschat?
Voor de speurneuzen heeft Reynaert in het Waasland een schat verborgen. Download het gratis spel voor iPhone en kraak de code. Los de raadsels op die je naar de precieze locatie van de schat leiden. Wat heb je nodig? Een volledig opgeladen batterij en een gezonde dosis sluwheid om de vos te slim af te zijn. De queeste begint aan het Bureau voor Toerisme in Kruibeke en duurt twee uur. Het parcours is 17 km lang.
www.toerismewaasland.be/nl/pagina/reynaert-de-vos
Fiets door de wereld van ‘Den Elfde van den Elfde’ Heb je heimwee naar de sterke VRT-televisieserie ‘Den Elfde van den Elfde’, die voor een groot deel werd opgenomen in Prosperpolder? En heb je zin om net als Frank Geunings (Peter Van Den Begin) en Chantal Van Hassel (Alice Reijs) door de Wase polders te waren? Doe dan zeker de nieuwe fietsroute die volledig gewijd is aan de serie. De tocht van 32 km door het Waasland brengt je langs het havengebied Antwerpen, het dorp Doel en de polders en kreken van Kieldrecht. Je fietst ook de grens over naar het Verdronken Land van Saeftinghe. Fervente kijkers zullen natuurlijk meteen locaties uit de serie – zoals de boomhut en het erf – herkennen. In totaal zijn er elf tussenstops, een knipoog naar de serie. Download de folder via de website van Toerisme Waasland: www.toerismewaasland.be/nl/tussenstop
LEGENDE Route Autovrij 01
Bezienswaardigheid
02
Uitzichtpunt Waardevol landschap
08
Café Info Museum
11
07
Aanlegsteiger
10
03
09
04
05
06
11 TUSSENSTOPS 1.
hoeve Het PolderMAS - De Reinaert
2. 3.
De Paardenschor Kerncentrale Doel
4. 5.
Doel - het dorp Putten West
6. 7.
De grens Emmadorp
8. 9.
Het Verdronken Land De Prospersite
10. Prosperdorp 11. De boomhut