Kraanspoor te Amsterdam Projectgegevens Opdrachtgever : Architect : website :
ING Vastgoedontwikkeling Ontwerpgroep Trude Hooykaas BV/OTH http://www.oth.nl
Oorspronkelijk ontwerp: Projectadviseur :
1952, J.D. Postma Inbo Adviseurs Bouw, Woudenberg
Adviseur bouwfysica Constructief ontwerp
: LBP, Utrecht : Aronsohn Raadgevende Ingenieurs, Rotterdam
Adviseur installaties Gevel advies Aannemer Installateur W Installateur E Huurders Planning Omvang
: : : : : : : :
Huygen Installatie adviseurs, Rotterdam Façade, Eindhoven Bouwcombinatie M.J. de Nijs/Bot Bouw, Warmenhuizen Wolter & Dros, Amsterdam Burgers Ergon, Amsterdam IdtV (48%), OTH (onder andere) augustus 1997 - medio 2007 12.500 m2 BVO
Het gebied Kraanspoor ligt aan de noordelijke IJ-oever in het stadsdeel Amsterdam Noord. Sinds 1995 wordt het westelijke deel van deze oever geherstructureerd tot een modern bedrijventerrein en woongebied, NDSM -stad geheten, naar de voormalige werf van de NDSM (Nederlandse Droogdok en Scheepsbouw
Pagina 1 van 1
Maatschappij). Het terrein van meer dan 100 hectare, waarvan het grootste deel bestaat uit het voormalige werfterrein van de NDSM, krijgt nu een nieuwe invulling. Een halve eeuw geleden stond dit havengebied nog volledig in het teken van de scheepsbouw. Na de jaren '70 kromp de scheepsbouw in en verdween langzamerhand een groot aantal werven. Ook rondom het Kraanspoor werd het stil. De NDSM werf werd enkel gebruikt voor culturele projecten, evenementen en filmopnames. Op het terrein bevindt zich een aantal karakteristieke elementen uit het scheepsbouwverleden: enorme hallen, bedrijfsgebouwen, scheepshellingen, kranen en verschillende afbouwpieren. Eén van deze industriële artefacten is een kraanspoor: een 270 meter lange, 10 meter brede en 14 meter hoge betonnen constructie, die haaks op het IJ in het water van één van de insteekhavens staat. Inmiddels stond het bouwwerk op de nominatie om gesloopt te worden. Ontwerpgroep Trude Hooykaas (OTH) klopte aan bij het stadsdeel met het verzoek een laatste poging tot behoud te mogen wagen. OTH maakte een alternatief stedenbouwkundig plan waarmee het kraanspoor behouden zou blijven. Het plan voor Kraanspoor droeg uiteindelijk ook nog bij aan een belangrijke omslag in het denken over dit gebied, waardoor de herinrichtingsplannen meer uitstraling kregen in plaats van een plan met de gebruikelijke architectuur. Momenteel vindt de bouw voor de huisvesting van bedrijvigheid als beeldende kunst, culturele activiteiten, evenementen, media en kantoren plaats. Na 2010 moet de woningbouw gaan plaatsvinden. Het gebied moet op termijn huisvesting bieden aan 5.200 woningen - waarvan 1.500 sociale huursector en 3.700 in de koopsector - en 280.000 m2 aan kantoren, winkels en andere voorzieningen.
De locatie Het kraanspoor in de originele staatKraanspoor ligt in een 12 meter diepe haven. In 1952 werd dit kraanspoor van J.D. Postma in gebruik genomen. Uitgerust met de grootste hijskranen van het havengebied hevelden de kranen scheepsmaterialen van het vaste land op de aangemeerde schepen. Door de teloorgang van de scheepsbouw in de jaren '70 verloor het kraanspoor zijn functie.Het stedenbouwkundig plan van 1997 voor het betreffende deelgebied voorzag in sloop. In 1999 werden beide kranen die op deze constructie stonden verwijderd. Het besluit om de gebouwen en constructies her te gebruiken leidt in dit geval tot optimalisering van het ruimtegebruik. Als het kraanspoor zou zijn gesloopt, zou er op deze plek in 12 meter diep water waarschijnlijk nooit meer iets gebouwd zijn. Nu wordt niet alleen op sloopkosten bespaard, maar worden
Pagina 2 van 2
ook bedrijfs- en kantoorruimten gebouwd met een karakteristieke en afwijkende verschijningsvorm. Het gaat in dit geval dus niet alleen om optimaal ruimtegebruik in kwantitatieve zin. Met het hergebruik van het kraanspoor wordt tevens een kwalitatieve impuls gegeven aan de gebiedsontwikkeling. Het kraanspoor zal als typerend beeldmerk een belangrijke rol en betekenis hebben in de acquisitie en marketing van het herstructureringsgebied. Het ontwerp Het uitgangspunt voor behoud van het kraanspoor is vertaald in een drielaagse opbouw van 270 m lang en 12,6 m breed, corresponderend met het ritme en de stramienmaten van de onderbouw. De opbouw rust op kolommen waardoor het kraanspoor nagenoeg geheel vrij blijft van bebouwing. LoopbrugIn het ontwerp heeft Ontwerpgroep Trude Hooykaas gestreefd architectuur te maken door zo min mogelijk architectuur te maken. Het werkgebouw is dusdanig ontworpen dat het karakter van het historische kraanspoor is gehandhaafd. De opbouw is uiterst eenvoudig en puur van vorm door een minimale ingreep met een industrieel karakter. Het glazen volume zweeft boven de bestaande constructie. De relatie tussen oud en nieuw is behouden door de breedte van de opbouw te laten relateren aan de breedte van het kraanspoor. Tevens zijn de vier oude trappenhuizen in ere hersteld door ze te gebruiken als stijgpunten. Tot slot is er van binnenuit zicht op de stalen constructie en biedt de glazen gevel de mogelijkheid tot een maximaal uitzicht over de omgeving.
Materialisatie Impressie uitkragingHet gebouw is - uit oogpunt van gewichtsreductie en functionele flexibiliteit - gemaakt met een staalskelet en Infra+-vloeren. Deze geprefabriceerde vloeren bestaan uit dunne betonnen onderplaten met deels ingestorte stalen liggers. In de holle ruimten van de vloer lopen de kabels en leidingen, zowel tussen de liggers als door de sparingen in de liggerlijven. De vrije indeelbaarheid van de kantoorplattegronden - in totaal zo'n 10.000 m2 vrij verhuurbaar oppervlakte - is verder verruimd door de gemeenschappelijke voorzieningen bij de vier stijgpunten te situeren. De Infra+-vloer speelt ook een rol in de klimaathuishouding. Passend bij de lichte draagconstructie en de dubbele glazen klimaatgevel zorgt het installatietechnisch systeem voor het kunstmatig creëren van accumulerende massa. Betonkernactivering is gecombineerd met vier
Pagina 3 van 3
pijpsconvectoren ín de vloerconstructie. Het opwekken van warmte en koude gebeurt met een warmtepomp, die het IJ-water als bron gebruikt. Voor aanvullende opwarming in de winter is een gasketel voorzien. In het voor- en najaar is vrije koeling mogelijk. Doordat de belasting van het oorspronkelijke kraanspoor aan de waterzijde hoger was dan aan de landzijde is het gebouw asymmetrisch en kraagt het over het water uit. Het proces In 1997 stuitte Trude Hooykaas van OTH op het kraanspoor toen ze per fiets het herstructureringsgebied verkende, op zoek naar een locatie voor haar eigen, groeiende architectenbureau. "De noordoever van het IJ ligt prachtig op de zon en ik was direct overtuigd van de toekomstwaarde van deze plek", aldus Trude Hooykaas.
Klaar voor sloop Impressie vanaf havenzijdeBij navraag bij het stadsdeel Amsterdam Noord bleek de sloopvergunning voor het Kraanspoor al te zijn afgegeven. OTH wist het stedenbouwkundig plan zo te wijzigen dat het kraanspoor behouden bleef en herinrichtingsplannen voor het terrein ernaast meer glans kregen. Na gesprekken met het stadsdeel en met een schetsontwerp, waarvoor OTH een week de tijd kreeg, verdwenen de oude plannen voor de bekende, maar verfoeide 'vierkante kantoordozen' met spiegelgevels, met een imagoverandering als gevolg. Het uitgangspunt voor Kraanspoor was dat de oorspronkelijke constructie geheel intact zou blijven om de historische oudbouw onaangetast en herkenbaar te laten door uitsluitend de bestaande constructieve, dragende capaciteit te gebruiken. Dit uitgangspunt mondde uit in een ontwerp voor een gebouw dat op kolommen rust en als het ware zweeft boven het kraanspoor. Oude constructie limitatief Opiniemakers zeiden eerst: "stel geen kwaliteitseisen aan deze uithoek van Amsterdam Noord, je mag blij zijn, wanneer er al enige belangstelling is. Die hoek van de stad komt pas over 10 jaar in trek". Maar het project Kraanspoor kwam toch in zijn huidige verschijningsvorm. Op Hooykaas' initiatief werd een technisch haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en werkten zij en haar collega's het concept uit. Het concept omvatte een plan voor een bouwwerk van drie verdiepingen hoog bovenop het kraanspoor zonder extra ondersteuning in het water of op het land. De haven is namelijk ter plaatse 12 meter diep en ondersteuning vanuit het water zou lastig zijn. De draagkracht van het kraanspoor was dus limitatief voor het daarop te bouwen volume. Het volume op het kraanspoor blijft beperkt tot een doos van drie bouwlagen die steunt op
Pagina 4 van 4
kolommen. Daardoor blijft het spoor zelf vrij van bebouwing en blijft het volledig herkenbaar. Vervolgens is ontwerpend onderzoek gedaan naar de mogelijke opbouw, plattegrond en ontsluiting. Dit was een lastige opgave vanwege de beperkingen door de exceptionele maatvoering (270 lang en 10 meter breed) in relatie tot de gewenste functionaliteit. Ook onderzocht OTH of de bebouwing, onder handhaving van hoge architectonische eisen en binnen redelijke financiële grenzen, kon worden voorzien van noodzakelijke klimatologische en installatietechnische voorzieningen. Tot slot deed OTH onderzoek naar een passende oplossing voor het parkeren op het aangrenzende land, bij voorkeur in de vorm een parkeergarage. Uit financieel oogpunt bleek het hier niet mogelijk een volledig gebouwde oplossing te vinden voor het parkeren. Uiteindelijk is het verschil in hoogte vanaf het maaiveld benut, waardoor de parkeerplekken verdekt en verdiept zijn aangelegd. Kraanspoor als boegbeeld Het Grondbedrijf maakt het financiële plaatje sneller rond door toe te staan dat de bespaarde sloopkosten konden worden aangewend. Daarnaast is een fors aantal subsidiepotten met succes aangesproken. In 2000 ontving het plan van VROM de voorbeeldstatus 'Stimulering intensief ruimtegebruik' (STIR), waaraan een subsidie was gekoppeld voor in eerste instantie het haalbaarheidsonderzoek en later ook voor de uitvoering. Op 1 maart 2002 maakten ING Real Estate, Ontwerpgroep Trude Hooykaas en Stadsdeel Amsterdam Noord officieel bekend hier gezamenlijk een project te ontwikkelen. Het Kraanspoor-project verbeeldt de samensmelting van industrieel erfgoed en hedendaagse architectuur en is mede daarom het boegbeeld geworden vande herstructurering van de Noordelijke IJ-oever.
Het resultaat Uiteindelijk bleek het toelaatbare volume op het kraanspoor te moeten worden beperkt. Dit resulteerde in een langwerpige 'doos' van 270 x 12 x 12 meter, die uit drie bouwlagen bestaat en steunt op consoles. Om te voldoen aan de brandweereisen en de gewenste flexibiliteit in de verhuurbaarheid werden vier stijgpunten gemaakt voor onder andere transparante liften en trappen. Hiervoor werden de vier oorspronkelijke trappenhuizen weer in ere hersteld. Bij deze stijgpunten kunnen gemeenschappelijke functies worden gerealiseerd. Om het binnenklimaat - vooral 's zomers - te kunnen beheersen en vanwege de randvoorwaarden dat er een duurzaam terrein en een duurzaam gebouw ontwikkeld moest worden, is gekozen voor een klimaatgevel. Ook andere oplossingen dragen hieraan bij. Zo wordt oppervlaktewater uit het IJ gebruikt
Pagina 5 van 5
voor koeling, verwarming en als 'grijs water' (spoelwater voor toiletten en dergelijke). Kraanspoor is een volledig transparant gebouw met een glazen klimaatgevel, waarbij elk deel van de buitengevel beweegbaar is zodat het gebouw in bedrijf heel spannend oogt. Later kunnen in de 'doos' woningen worden gemaakt. Duurzaamheid De ontwikkeling van Kraanspoor is gebaseerd op de trias ecologica of driestappen-strategie om zo min mogelijk in het gebouw te brengen en als het gebouw eenmaal is gerealiseerd zo min uitstroom te voorkomen. Herstructurering van een industrieel bedrijventerrein Oorspronkelijke constructieHet westelijke deel van de noordelijke IJ-oever ondergaat sinds 1995 de transformatie van voormalig scheepsbouwterrein tot modern woon- en werkgebied. Binnen deze herstructureringsoperatie staat project Kraanspoor model voor optimaal ruimtegebruik: duurzame nieuwbouw met respectvol hergebruik van een kraanspoor, een karakteristiek artefact uit het Amsterdamse scheepsbouwverleden. Nabij het Kraanspoor vindt op termijn de realisatie van een plan voor bedrijfsgebouwen plaats. Het stedenbouwkundig ontwerp toont een krachtige eenheid in stedenbouw, architectuur en openbare ruimte, terwijl het op zeer flexibele wijze een breed scala aan bestemmingen kan huisvesten. Ruimtegebruik Het gebruik van bestaande - industriële -gebouwen en constructies leidt tot optimalisering van ruimtegebruik in dit het geval. Indien het kraanspoor zou zijn gesloopt, zou er op deze plek in 12 meter diep water waarschijnlijk nooit meer iets gebouwd zijn. Het is hiermee een voorbeeld van meervoudig ruimtegebruik, waarbij het in dit geval gaat om optimaal ruimtegebruik in kwalitatieve en kwantitatieve zin. Materialen en afval Doordat het gebouw op het oude kraanspoor is gerealiseerd heeft geen aantasting van de bestaande constructie plaatsgevonden. Het hergebruik van het oude kraanspoor betekent het voorkomen van uitstroom; sloop van de oude constructie en het vrijkomen van een stroom afval bleef zo uit. Het gebouw is uitgevoerd in staalskeletbouw en Infra+-vloeren en toont op materiaalgebied de volgende aspecten: * Licht van gewicht * Minimaal materiaalgebruik (lichtgewicht vloeren) en herbruikbare materialen (met name onbehandeld staal) * Flexibiliteit door kabelgoten in de vloer voor databekabeling * Betonkernactivering * FSC-hout (vernieuwbaar en duurzaam geproduceerde grondstof) voor onder de houten binnenpuien van het gevelconcept Energie en binnenmilieu Oorspronkelijke constructie vanaf landzijdeOm het gezond binnenklimaat te realiseren in een gebouw dat voor een groot deel uit glazen gevels bestaat, zijn diverse klimaatbeheersende technieken toegepast, die naast de bijdrage aan het binnenmilieu het energiegebruik duurzaam maken. * Natuurlijke ventilatie met verdeling via openingen in de vloer en mechanische afzuiging (minimaal ruimtebeslag en energiearm). * Een glasgevel met een hoog daglichtgebruik.
Pagina 6 van 6
* Temperatuuroverschrijding van 0 GTO. * Dubbele glazen klimaatgevel met te openen ramen, HR++ glas. De lamellen gevel in combinatie met zonwerend glas zorgt voor minimum zonnewarmtelast (ZTA-waarde 0,12). De warmtelast komt overeen met een gesloten gevel met 15% van de geveloppervlakte aan raamopeningen met normaal dubbel glas. * Hoge isolatiewaarden: Rc dak minimaal 4,0 m2 K/W, vloeren 3,5 m2 K/W. * Glasgevels met houten puien en HR++ glas: Uglas < 1,2 W/m2K, Ugevel < 1,6 W/m2K. * Plafondkoeling en vloerconvectoren om koudeval en -straling van de glasgevel te voorkomen. De combinatie van een snel convectiesysteem en traag lage-temperatuursysteem leidt tot een zelfregulerend, individueel beïnvloedbaar geheel. * IJ-water benutten met warmtepompen (zomers voor koellast en 's winters voor basisopwarming) als beperking van instroom door duurzame energie te gebruiken. * Optimale plaatsing van lichtarmaturen (15 per unit 300 m2) met tweetrapsschakeling (50 en 100%) met een gemiddeld verlichtingsniveau van 250 lux. Flexibiliteit en toekomstwaarde Door het principe van IFD bouwen is een grote mate van flexibiliteit verkregen. Het gebouw is opgebouwd uit units van 300m2 rond vier stijgpunten met gemeenschappelijke voorzieningen. De ruimtes zijn vrij indeelbaar. De Infra+vloer is een hybride constructie van breedplaatvloeren en stalen I-profielen. Kabelgoten, die via de deels uitneembare topvloer bereikbaar zijn, zorgen mede voor de flexibiliteit van het gebouw. Op termijn kan Kraanspoor worden gebruikt voor woningen door het gebouw met installaties door te ontwikkelen.
Pagina 7 van 7