NIEUWSBRIEF
43
april 2009
S T O WA b r e n g t ‘ K o e r s 2 0 0 9 -2 013 ’ u i t :
Volop aandacht voor implementeren en toepasbaar maken waterkennis
STOWA gaat zich verder toeleggen op het toepasbaar maken van kennis voor het regionale waterbeheer en het implementeren van die kennis bij de waterschappen. De stichting gaat ook meer aandacht besteden aan kennisontwikkeling op bestuurlijk en maatschappelijk gebied. Dit staat te lezen in ‘Koers 2009-2013’, de nieuwe strategienota.
De focus van STOWA’s werk is de afgelopen jaren verscho-
Samenwerk ing
ven ‘van onderzoek halen naar kennis brengen’, zoals het
Naast een verbreding in kennisexpertise gaat STOWA ook
motto van de nieuwe nota luidt. STOWA wil op die manier
de samenwerking verbreden. Waar dat past binnen de
zo goed mogelijk aansluiten bij de kennisbehoeften van
eigen doelstellingen wordt nog meer aansluiting gezocht
regionale waterbeheerders, aldus directeur Jacques Lee-
bij andere partijen en kennisprogramma’s, zoals ‘Kennis
nen. STOWA gaat deze koerswijziging in de nieuwe nota
voor Klimaat’. Leenen: ‘Dat doen we omdat het leidt tot
duidelijk markeren: ‘Dat doen we onder meer door bij
integrale kennisontwikkeling, meer wetenschappelijke
belangrijke kennisprojecten een implementatieparagraaf
slagkracht en kosteneffectiviteit. Om die reden zoeken
op te nemen. Daarin beantwoorden we vragen als: wie
we ook internationaal de samenwerking meer op. Bij onze
zijn de belangrijkste kennisafnemers? In welke vorm stel-
programma’s en projecten bekijken we of een internatio-
len we de kennis met het oog op toepasbaarheid het best
nale component te benoemen is en of grensoverschrij-
beschikbaar en hoe gaan we de afnemers ondersteunen
dende samenwerking meerwaarde heeft. We geven deze
bij de implementatie ervan?’
werkwijze vorm via internationale netwerken, zoals de Global Water Research Coalition.’
K e n n i sv e r b r e d i n g
Goed regionaal waterbeheer vereist tegenwoordig niet alleen een flinke dosis technische en technologische kennis, maar ook voldoende kennis op politiek-bestuurlijk en maatschappelijk gebied. Dat is hard nodig om doelmatig en effectief te opereren in de huidige samenleving, aldus Leenen. ‘Het draait daarbij om zaken als het creëren van draagvlak voor waterplannen, goede communicatie met
KOERS 2009 2013 2009
belanghebbenden, het vermogen bestuurlijk te ‘schakelen’ en samenwerking met andere overheden. We gaan extra aandacht besteden aan de kennisontwikkeling op deze terreinen.’
01
De missie van sTOWa
Het samen met regionale waterbeheerders definiëren van hun ken
gebied van het waterbeheer en het voor en met deze beheerders o maken, delen en verankeren van de benodigde kennis.
In deze uitgave onder meer: Nieuwe strategienota STOWA / Verslag van de zesde Kennisdag Inspectie Waterkeringen / STOWA, SenterNovem en waterschappen maken werk van energie-efficiency / Nieuw, maar diffuser licht op effecten van waterketenmaatregelen / Algen: de perfecte afvalwaterzuiveraar? / STOWA ter Infootjes / Vers van de STOWA-pers / activiteiten
G e ï so l e e r d
goed en gewaarborgd beheer en onderhoud van primaire
Volgens STOWA-voorzitter Hans Oosters sluit de nieuwe
waterkeringen, het op orde brengen van regionale water-
koers van STOWA goed aan bij de ontwikkelingen die er
keringen, betere waterkeringinspectie, calamiteitenbe-
gaande zijn. ‘Waterschappen kunnen niet meer zoals in
strijding, risicomanagement en risicobeleving.
het verleden geïsoleerd hun werk doen. Ze moeten nadrukkelijk rekening houden
2 . Maats c h a p p e l i j k v e r a n twoo r d o n d e r n e m e n
met de omgeving waarin ze opere-
De tweede opgave is ‘Maatschappelijk Verantwoord Onder-
ren. Een dijkverbetering of geplan-
nemen’. Daarbij draait het om het transparant, duurzaam,
de waterberging kan technisch
doelmatig en effectief uitvoeren van waterschapstaken.
goed mogelijk zijn, maar het moet
STOWA werkt in dit verband onder meer aan het optima-
ook maar net passen in de leefom-
liseren van stedelijke watersystemen. De focus ligt daar-
geving en bewoners, belanghebben-
bij niet alleen op technische verbeteringen, maar ook op
den en bestuurders moeten het ook
betere samenwerking tussen gemeenten en waterschap-
zien zitten. Dat is een ander verhaal. Het
pen bij inrichting, beheer en onderhoud. Verder is er aan-
ontwikkelen en toepasbaar maken van kennis
dacht voor energiebesparing, duurzame afvalwaterzuive-
op deze terreinen is voor STOWA dan ook een logische
ring en het ontwikkelen en toepasbaar maken van kennis
stap. We hebben daar in de afgelopen jaren al onderzoek
over de effecten van ecologische herstelmaatregelen.
naar laten doen, maar in de nieuwe koers zetten we dit nog duidelijker neer. Verder is het goed dat we nog meer
3. I n n ovat i e
aandacht gaan besteden aan het implementeren en toe-
De derde en laatste opgave is ‘Innovatie’, vanuit de gedachte
pasbaar maken van kennis voor de praktijk. We zijn ten-
dat de grote opgaven waarvoor waterschappen staan, vra-
slotte een organisatie van, voor en door waterbeheerders.
gen om innovatieve oplossingen. STOWA gaat zich in dit
Hoe beter de door ons ontwikkelde en verzamelde kennis
verband onder meer bezighouden met het (verder) ont-
aansluit bij hun praktijk, hoe succesvoller ze kunnen ope-
wikkelen en praktijkgereed maken van nieuwe zuive-
reren.’
ringstechnologieën en -technieken (o.a. Nereda), decentrale sanitatie en innovatieve waterkeringsconcepten, zoals
1 . V e r a n d e r e n d e o m sta n d i g h e d e n
het gebruik van sensortechnologie voor monitoring en
STOWA heeft voor de komende periode drie grote opgaven
inspectie. Goed voorbeeld daarvan is de IJkdijk en het ver-
geformuleerd waarbinnen de kennisontwikkeling gaat
volg daarop, de Livedijk.
plaatsvinden. De eerste is ‘Veranderende omstandigheden’. Daarbij gaat het vooral om het vinden van oplossin-
STOWA heeft de ‘Koers 2009-2013’ inmiddels verzonden naar ver-
gen voor de gevolgen van klimaatverandering en toene-
tegenwoordigers van waterschappen, provincies, RWS-diensten,
mende verstedelijking. STOWA gaat zich onder meer bezig
kennisinstellingen en adviesbureaus. De volledige nota is ook als
houden met het realiseren van WB21-doelen, optimalisa-
pdf te downloaden vanaf www.stowa.nl. Voor meer informatie
tie van water in de ruimtelijke ordening en het ‘klimaat-
kunt u contact opnemen met Jacques Leenen, 030 232 11 99.
proof’ maken van watersystemen. Ook wordt gewerkt aan
1
STOWA TER INFo / 43
2
3
pagina
2
Z e s d e K e n n i s d ag I n s p e c t i e Wat e r k e r i n g e n :
Van nieuwe kennis naar nieuwe praktijk De afgelopen jaren is er binnen het programma Verbeteren Inspecties Waterkeringen (VIW) een schat aan nieuwe kennis opgedaan over de wijze waarop de inspectie van dijken en kaden kan worden verbeterd. Er zijn nieuwe (digitale) hulpmiddelen ontwikkeld, de bruikbaarheid van nieuwe inspectietechnieken is onderzocht en er ligt inmiddels een handreiking voor een gedegen inrichting en uitvoering van het inspectieproces. Kortom: hoog tijd om de nieuwe kennis en inzichten te laten landen in de dagelijkse praktijk. Dat gaat gebeuren in de tweede fase van VIW, zo bleek tijdens de zesde Kennisdag Inspectie Waterkeringen.
De kennisdag heeft inmiddels een vaste plek verworven
inspectie waterkeringen te implementeren en aan de slag
in de agenda van waterkerend Nederland. Er waren maar
gaan met nieuwe technieken, staan anderen nog maar
liefst 260 bezoekers naar Burgers’ Zoo in Arnhem geko-
aan het begin. Vooral bij die laatste groep bespeuren ze
men. Daaronder dit maal ook opvallend veel mensen uit
aarzeling bij het zetten van nieuwe stappen, omdat ze
het bedrijfsleven, merkte dagvoorzitter Henk van ’t Land
bang zijn dat daarmee de veiligheid van keringen in het
verheugd op. Daaruit bleek eens te meer dat innovatie en
geding komt. De tweede fase van VIW (VIW-2) staat dan
vernieuwing gebaat is bij goed samenspel tussen kennis-
ook in het teken van het ‘keurmerken’ van nieuwe werk-
instellingen, bedrijfsleven en waterschappers.
wijzen, methoden en technieken voor grootschalige toepassing in de praktijk. Dat gaat gebeuren in vijf pilots die
Keurmerken
tijdens de kennisdag officieel van start gingen.
Wout de Vries (Infram) en Wouter Zomer (BZ Innovatiema-
De Vries en Wouters constateerden dat er onder water-
nagement) maken in het kader van VIW momen-
beheerders veel behoefte is met anderen van gedachten
teel een rondje langs waterkeringbeheerders.
te wisselen over de opgedane inspectie-ervaringen en te
Ze praten met hen over de huidige stand van
leren van elkaar. In VIW-2 wordt daar extra aandacht aan
zaken rond inspecties en vragen naar hun
geschonken, onder het motto ‘Gluren bij de buren’.
inspectiewensen voor de komende periode. Zij maakten tijdens de kennisdag de aanwezigen
P i l ots
deelgenoot van hun eerste bevindingen. Het goede
De kennisdag markeerde zoals gezegd de officiële start
nieuws is dat inspectie duidelijk in beweging is, aldus De
van vijf pilots. De eerste is ‘Van inspectieproces naar
Vries en Zomer. De meeste waterschappen lijken inmid-
inspectieplan’. In deze pilot draait het om het organi-
dels overtuigd van het belang van goede inspectie, zeker
satorisch inbedden van de ‘inspectie nieuwe stijl’ in de
op de werkvloer. Maar de belangstelling op management-
eigen organisatie en het inspectieproces handen en voe-
en bestuurlijk niveau wisselt. Dat bepaalt toch vaak de
ten geven in een goed inspectieplan. De tweede pilot richt
snelheid waarmee vernieuwingen worden doorgevoerd.
zich op het harmoniseren van inspectieplannen en rap-
De huidige kwaliteit van het inspectieproces kwalificeer-
portages om te zorgen dat toezichthouders goed inzicht
den zij als ‘uiteenlopend’. Terwijl sommige waterbeheer-
krijgen in de kwaliteit van de inspecties. Deze pilot wordt
ders druk bezig zijn de aanbevelingen uit de Handreiking
uitgevoerd in Noord Nederland, met drie waterschappen
STOWA TER INFo / 43
pagina
3
en twee provincies. De derde pilot ‘Praktisch informe-
ren van de meetsystemen voor andere faalmechanismen,
ren en rapporteren’ moet zorgen voor een doelmatige en
zoals piping. De volgende stap is het valideren van sensor-
effectieve verwerking van veldinformatie tot rapportages
technologie in ‘echte’ dijken, onder ‘echte’ omstandighe-
voor verschillende doelgroepen. Het moet helder maken
den. Dit gaat plaatsvinden in de Livedijk, een 600 meter
wie (afdeling B&O, management, bestuur, provincie) van
lang dijkvak van de schermdijk bij de Eemshaven in Gro-
welke informatie moet worden voorzien. In de pilot ‘Digi-
ningen. Mochten de IJkdijkexperimenten en de Livedijk
spectie/Digigids’ wordt meer ervaring opgedaan met het
voldoende resultaat opleveren, dan kunnen de systemen
digitaal opnemen en vastleggen van schades en het clas-
op grotere schaal worden uitgerold, aldus Pals. In een aan-
sificeren van schades aan de hand van schadecatalogi. De
tal businesscases moet dan blijken of dergelijke systemen
laatste pilot is de Livedijk, een vervolg op de IJkdijk. Daar-
ook financieel uitkunnen. Als laatste zouden de nieuwe
over later meer.
generatie monitoringsystemen kunnen worden gekoppeld aan beslissingsondersteunende systemen, maar
IJk d i j k
zover is het nog lang niet.
Cor Zwanenburg van Deltares en TNO’er Nico Pals vertel-
Joop Weijers van RWS Waterdienst overhandigde dag-
den de aanwezigen meer over de resultaten van het eer-
voorzitter Henk van’t Land het onderzoeksrapport met
ste IJkdijk-experiment waar beiden bij betrokken zijn. Het
de resultaten van het eerste IJkdijkexperiment. Binnen
doel van het experiment was het bepalen van de waarde
de dienst bestond aanvankelijk enige scepsis over de IJk-
van diverse nieuwe typen sensoren voor de tijdige detec-
dijk. Maar dat heeft gaandeweg het macrostabiliteitsex-
tie van macrostabiliteitsfalen en het vergroten van de
periment plaatsgemaakt voor voorzichtig enthousiasme.
kennis over dergelijk falen. Bij het experiment werden maar liefst tien systemen ingezet (twee remote sen-
De Waterdienst doet naar verwachting ook mee met het volgende grote experiment, waarin piping nader
sing- en acht in-situ systemen) voor het meten
wordt onderzocht. Tevens gaf Weijers aan dat de
van geluid, temperatuur, beweging, gronddruk
Waterdienst wil bekijken hoe de opgedane ken-
en waterspanning. Het betrof onder meer ther-
nis in het buitenland kan worden uitgevent.
mografische camera’s, lasercans, sensormodules (zgn. Geobeads) en diverse typen glasvezel. Uiteindelijk werden zo’n 32 miljoen data verzameld, aldus
P r akt i j ko m sta n d i g h e d e n
De Livedijk is een gezamenlijk project van Water-
Nico Pals. Vrijwel alle systemen detecteerden tot 48 uur
schap Noorderzijlvest, STOWA en de stichting IJkdijk. In
voor de daadwerkelijke doorbraak al afwijkingen, dus
de Livedijk wordt het functioneren van sensortechnologie
lang voordat er visueel iets kon worden waargenomen. De
onderzocht onder praktijkomstandigheden, gedurende
metingen van de diverse systemen ondersteunden elkaar.
een langere periode. Het systeem moet ten minste 10 jaar
Beweging en waterspanning lijken de belangrijkste para-
functioneren, aldus Henk van ’t Land die er in zijn hoeda-
meters bij macrostabiliteitsfalen, aldus Pals.
nigheid als dijkgraaf van Waterschap Noorderzijlvest in een workshop meer over vertelde. In de pilot wordt onder
Va n IJk d i j k n aa r L i v e d i j k
meer aandacht geschonken aan de beste manier waar-
Enthousiasme alom, maar er moet volgens Pals nog wel
op je de gigantische hoeveelheden data kunt verwerken,
wat gebeuren voordat waterkeringbeheerders de monito-
die sensortechnologie oplevert. Een workshopdeelnemer
ringsystemen grootschalig toe kunnen passen. Allereerst
vroeg of het mogelijk was in de Livedijk ook de mogelij-
wordt in het IJkdijkproject verder gegaan met het valide-
ke invloed van diverse typen beheer op de toestand van
STOWA TER INFo / 43
pagina
4
Wouter Zomer (l.) en Henk van ‘t Land
de dijk te monitoren met sensoren. Een andere deelnemer wilde met remote-sensingtechnieken onderzoeken in hoeverre het plaatsen van in-situ sensortechnologie zelf invloed heeft op de stabiliteit van een dijk. Ze wees er fijntjes op dat waterkeringbeheerders weinig ophebben met graverij van anderen in hun waterkeringen, bijvoorbeeld voor het leggen van kabels en leidingen. Go e d h o u vast
Projectleider Henk van Hemert vertelde de aanwezigen meer over de ervaringen die zijn opgedaan met de Leidraad Toetsen op Veiligheid Regionale Keringen. De leidraad maakt onderdeel uit van het instrumentarium dat STOWA laat ontwikkelen voor het aanwijzen, normeren, toetsen, ontwerpen, beheren en onderhouden van regionale keringen. Dit gebeurt op initiatief van de Unie van Waterschappen en het IPO. De leidraad blijkt voor veel waterkeringbeheerders een goed houvast bij de toetsing op veiligheid, aldus Van Hemert. Maar het uitvoeren van de toets zelf vereist wel de nodige inspanning. Boven-
seren van het toetspeil door het verwaarlozen van kort-
dien wijkt het technische oordeel nogal eens af van het
durende toeslagen op het waterpeil zoals opwaaiing. De
oordeel dat de beheerders zelf hebben, op basis van hun
tweede mogelijkheid is om het beheerdersoordeel onder
eigen ervaringen. Hun oordeel wordt bij de toetsing uit-
bepaalde voorwaarden wel mee te nemen in de toetsing,
eindelijk bijna altijd terzijde geschoven. Maar
bijvoorbeeld als het toetspeil maar weinig hoger ligt dan
dat is niet terecht, vindt Van Hemert. Van-
het streefpeil. Dagvoorzitter Henk van ‘t Land zag wel wat
wege nog bestaande kennisleemten (bij-
in ‘het gebruiken van je boerenverstand’. Maar dat boe-
voorbeeld op het gebied van droogte en
renverstand moet je volgens hem wel valideren. Overigens
verkeersbelasting op een kering) worden in
wordt ook gewerkt aan het vullen van kennisleemten,
een aantal gevallen namelijk vrij conserva-
zoals de eerder genoemde verkeersbelasting. ‘Zo kan het
tieve uitgangspunten gehanteerd bij de toetsing.
sommetje scherper worden gemaakt’, aldus Van Hemert.
Dat heeft soms grote invloed op het uiteindelijke toetsre-
Dit leidt naar verwachting tot minder discrepantie tussen
sultaat, aldus Van Hemert. Bovendien is het peil waaraan
technisch oordeel en beheerdersoordeel.
getoetst wordt bij veel regionale keringen niet veel hoger dan het normale streefpeil.
Las e r a lt i m e t r i e
Thijs Trompetter van de Werkgroep Grootschalige LaserT wee denkr icht ingen
altimetrie (WGL) ging dieper in op de potentie van laser-
Van Hemert gaf twee denkrichtingen aan voor het verbe-
altimetrie voor waterkeringsdoeleinden. Hij deed dit aan
teren van het toetsinstrument. De eerste is het optimali-
de hand van een voorbeeld. Begin 2007 werden de water-
STOWA TER INFo / 43
pagina
5
Cor Zwanenburg, Deltares
Joop Weijers, RWS Waterdienst
keringen in de Alblasserwaard vlakdekkend inge-
beheerders. Na de tweede toetsronde primaire waterkerin-
vlogen voor peilbesluiten, leggers en beheerre-
gen in 2006 werd een evaluatie gehouden, dit met het oog
gisters regionale keringen (incl. kartering). De
op de derde toetsronde die voor 2011 op de rol staat. De
gegevens hebben inmiddels voor talloze waterke-
evaluatie resulteerde in een Draaiboek toetsen. Hierin zijn
ringsdoeleinden hun nut bewezen, zoals een (glo-
de verantwoordelijkheden van de diverse partijen bij de
bale) hoogtetoets en stabiliteitstoets voor primaire
toetsing explicieter gemaakt en duidelijker weergegeven,
en regionale keringen. De specificaties (puntdichtheid en
aldus Baaten. De provincie is verantwoordelijk voor de
nauwkeurigheid) waaraan de metingen moesten voldoen,
inhoudelijke kwaliteit van de toetsresultaten, de Inspec-
kwamen overeen met de specificaties van de tweede ver-
tie bewaakt vooral de consistentie, ‘zodat wat in Limburg
sie van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN-2). Het
wordt afgekeurd ook in Groningen wordt afgekleurd en
ligt volgens Trompetter dan ook voor de hand als water-
vice versa’. In het nieuwe draaiboek zijn ook de rollen van
schappen binnen AHN-2 hun krachten bundelen en geza-
de provincie in het toetsproces duidelijk omschreven: een
menlijk verder werken aan verbreding van de toepassing
toezichthoudende rol, een rapporterende rol en een coör-
van AHN voor waterkeringsdoeleinden.
dinerende rol (met name bij dijkringen waar meerdere waterkeringbeheerders actief zijn). In 2009 gaat de inspec-
Op t imum
tie bij alle provincies langs om te kijken of ze deze rollen
René van der Velden van het Waterschapshuis, dat het
goed invullen. Ook zijn naar aanleiding van de toetsron-
AHN-project trekt, was blij dat AHN-2 het ‘keurmerk’ van
de in 2006 een aantal aanvullingen gemaakt op het VTV,
WGL heeft gekregen. Hij schatte in dat AHN-2 momenteel
met name om het grote aantal keringen dat in 2006 ‘geen
volledig voldoet voor waterbeheersdoeleinden en voor
oordeel’ meekreeg, te verminderen.
waterkeringsdoeleinden voor ongeveer tachtig procent. Hij gaf aan dat het nu zaak is te zoeken naar een optimum
Vertrouwen
tussen prijs en kwaliteit, want alle waar is tenslotte naar
Jan Willem Vrolijk blikte terug op de tweede toetsron-
zijn geld. Hij zei verheugd te zijn over het feit dat steeds
de, vanuit het gezichtspunt van de provincies. De al eer-
meer waterschappen AHN gaan gebruiken. Het Water-
der genoemde evaluatie bracht aan het licht dat provin-
schapshuis gaat hen bij het gebruik begeleiden, zodat ze
cies hun toezichthoudende heel divers invulden, van zeer
optimaal gebruik leren maken van de mogelijkheden.
inhoudelijk tot zeer terughoudend. Ook de wijze van rap-
Verder kondigde hij de oprichting aan van een gebruikers-
porteren aan de inspectie wisselde sterk. Naar aanleiding
raad. Deze raad moet waarborgen dat bij de verdere ont-
hiervan zijn de rollen en de invulling ervan, zoals gezegd,
wikkeling zo goed mogelijk wordt aangesloten bij de wen-
duidelijker omschreven. Vrolijk was van mening dat het
sen van gebruikers.
provinciale toezicht gebaseerd moet zijn op vertrouwen. Maar waterkeringbeheerders moeten wel de kwaliteit en
T o e z i c h t o p to e ts i n g
de tijdigheid van de toetsresultaten waarborgen in hun
Rutger Baaten van de Inspectie V&W en Jan Willem Vro-
organisatie. Provincies besteden daar dan ook specifiek
lijk van de provincie Utrecht gingen in een gezamenlijke
aandacht aan. Het gaat ze volgens hem vooral ‘om de kwa-
presentatie dieper in op het toezicht bij het toetsen van
liteit van het toetsproces, niet om het controleren van de
waterkeringen. Het Rijk, i.c. de Inspectie V&W, ziet toe op
gemaakte sommetjes’. Zijn de schema’s uit toetsinstru-
de provincies, die op hun beurt toezien op de waterkering-
mentaria bijvoorbeeld juist gevolgd?
STOWA TER INFo / 43
pagina
6
René van der Velden van het Waterschapshuis (l.) Rutger Baaten Inspectie V&W (r.)
meer veiligheid bieden. Verder gaf ze aan dat de dataverwerking nog verder ontwikkeld moet worden, met name vanwege het grote aantal data dat het systeem genereert. Pr ior i ter ing
In het tweede deel van de workshop poneerden Erik Peters (leverancier Geobeads) en Pauline Ruijgers-Kaufman een aantal stellingen over nut en noodzaak van innovatie en het gebruik van innovatieve technieken. Het merendeel van de aanwezigen was het eens met de stelling dat innovatie onontbeerlijk is te zorgen dat in 2015 alle regionale keringen op orde zijn. Directeur IJkdijk Wouter Zomer stelde dat innovatie alleen niet voldoende is. Er is vooral heel veel geld nodig. Innovatie kan daarbij een mogelijke geldbespaarder zijn. Bovendien kunnen innovaGeobeads
tieve technieken volgens hem bijdragen aan
Na de lunch waren er diverse workshops over specifieke
een goed onderbouwde prioritering: welke
onderwerpen, zoals de Livedijk (zie boven), het onderzoek
kaden moeten we het eerst aanpakken?
naar asfaltdijkbekledingen en praktijkervaringen met
Het is in zijn ogen niet waarschijnlijk dat
innovatieve inspectietechnieken, waaronder Geobeads, een
vóór 2015 alle kaden op orde zijn, omdat
meetsysteem voor gedetailleerde en gebiedsdekkende in-
het beschikbare geld daarvoor momenteel
situ monitoring van waterkeringen. Het systeem bestaat
niet toereikend is.
uit een groot aantal geschakelde sensormodules die tem-
Volgens de deelnemers is de inzet van in-situ monitoring
peratuur, waterspanning en beweging meten en samen
vooral zinvol bij kritische dijkvakken. Maar het gebruik
een meetnetwerk vormen. Het Hoogheemraadschap van
ervan voor reguliere toetsing vonden de meesten te ver
Delfland deed de afgelopen maanden ervaring op met
gaan. Tijdens de workshop bleek in ieder geval dat de
dit systeem bij dijkversterkingswerkzaamheden aan de
meeste deelnemers in-situ monitoring een welkome aan-
Vlaardingerkade. Tijdens deze werkzaamheden werd de
vulling vinden op visuele inspectie. Maar waar je het toe-
stabiliteit van de kade gemonitord. Als proef werd daar-
past, hoe, hoe vaak en hoe frequent is nog volop onder-
bij ook zeventig meter kade gemonitord met Geobeads,
werp van discussie.
in diverse grondlagen. Doel was inzicht te krijgen in de werking en bruikbaarheid van het systeem. Pauline Ruij-
Tot slot: ook Waternet gaat mogelijk een proef doen met
gers-Kaufman van Delfland was tevreden over de uitkom-
Geobeads. Het betreft het monitoren van enkele regionale
sten. De Geobeads hebben zich volgens haar bewezen als
keringen die technisch onder de norm scoren, maar die er
goed, betrouwbaar en kosteneffectief monitoringsysteem
op het beheerdersoog prima bijliggen. Wellicht kunnen
bij dijkversterkingen. Uitbreiding van het monitoringsys-
Geobeads meer licht werpen op deze discrepantie.
teem met een alarmeringssysteem kan volgens haar nog
STOWA TER INFo / 43
pagina
7
Wat e r b e h e e r d e r s , S e n t e r Nov e m e n S T O WA s l aa n h a n d e n i n e e n :
Zuiveringsbranche gaat uitdaging energie-efficiency aan De Vereniging van Zuiveringbeheerders, SenterNovem en STOWA werken sinds juli 2008 samen om te zorgen dat de
waterschappen in 2020 dertig procent efficiënter met energie omgaan dan in 2005. ‘Het is een uitdagende opgave die een goed samenspel tussen de partijen vergt. We overleggen regelmatig om alle benodigde inspanningen op elkaar af te stemmen en te kijken aan welk flankerend onderzoek behoefte is,’ aldus Cora Uijterlinde. Cora is projectcoördinator Afvalwatersystemen bij STOWA.
‘Onze eerste stap was het inventariseren van al het onder-
alleen met de verplichtingen van de MJA geconfronteerd,
zoek van de afgelopen jaren waarin energieverbruik een
maar ook met de voordelen ervan, zoals kennisuitwisse-
rol speelde. Wij gaan daarna dát onderzoek laten uitvoe-
ling.’
ren dat nodig is om de waterschappen hun doelstelling te laten halen. Goed contact met de waterschappen hierover
Vast o n d e r d e e l
is natuurlijk onontbeerlijk. SenterNovem faciliteert het
Om de MJA goed tussen de oren te krijgen bij de water-
hele proces,’ zegt Cora Uijterlinde.
schappen heeft elk schap nu een MJA-coördinator. ‘Die moet ervoor zorgen dat binnen een waterschap de doel-
SenterNovem - het agentschap voor duurzaamheid en
stelling wordt gehaald. Daarvoor is samenwerken met
innovatie van het ministerie van EZ - ondersteunt al vijf-
onder anderen de subsidiecoördinator noodzakelijk. Elk
tien jaar industrieën en bedrijven bij het halen van meer-
waterschap stelt een eigen energie-efficiencyplan op, met
jarenafspraken over energie-efficiency met de overheid.
daarin de maatregelen die het waterschap de komende
‘Wij fungeren als aanjager en proberen partijen bij de les
vier jaar gaat uitvoeren om de twee procent efficiency-
te houden. We willen elke vier jaar een energie-efficien-
verbetering per jaar te kunnen halen. Energie-efficiency
cyplan zien van de waterschappen en vragen jaarlijks de
moet een vast onderdeel worden van elk nieuw water-
monitoringresultaten op,’ zegt Marcel Hutjens, relatie-
schapsplan.’ Het implementeren van nieuwe technieken
beheerder bij SenterNovem. De zuiveringsbranche wordt
die efficiënter met energie omgaan, gaat niet vanzelf,
daarnaast geacht zelf drie keer per jaar een bedrijvendag
voorspelt Hutjens. ‘Nieuwe kennis en technieken berei-
te houden om ideeën bij elkaar op te doen en resultaten
ken niet vanzelf de doelgroep. Zelfs goedbezochte bedrij-
uit te wisselen. Hutjens: ‘De eerste twee bedrijvendagen
vendagen zijn geen garantie dat noviteiten daadwerkelijk
zijn geweest. De opkomst was goed. Op de tweede bijeen-
hun weg vinden naar gebruikers, weet ik uit ervaring.
komst is de hele middag gewijd aan biogas. De ervaring
Daar ligt een flinke uitdaging. Samen met WaterNetwerk
leert dat je op dergelijke dagen leuke en interessante
en STOWA ontwikkelen we bijvoorbeeld een kenniskalen-
zaken moet toevoegen. Dan worden waterschappen niet
der om al onze symposia en dergelijke goed te plannen.
STOWA TER INFo / 43
pagina
8
Meerjarenafspraken over energie-efficiencyverbetering H e t ka b i n e t h e e ft i n h e t ka d e r
wat e r s c h a p p e n wo r d e n g e r e k e n d
va n t e b e h a l e n k l i m aat d o e l -
- g e l d t e e n j aa r l i j ks e e n e r g i e -
st e l l i n g e n d e n ota ‘ S c h oo n e n
e ff i c i e n c y v e r b e t e r i n g va n tw e e
Z u i n i g ’ o p g e st e l d . A l s u i tv l o e i -
p r o c e n t t u ss e n 2 0 0 5 e n 2 02 0 .
s e l h i e r va n z i j n m e t v e r s c h i l -
H e t g aat h i e r b i j n i e t p e r d e f i n i -
l e n d e b r a n c h e s i n d e m aat-
t i e o m e n e r g i e b e s pa r i n g . H e t i s
s c h a p p i j akkoo r d e n g e s l ot e n .
voo r a l b e d o e l d o m d e g e b r u i kt e
D e i n v u l l i n g h i e r va n m e t d e
e n e r g i e e ff i c i ë n t e r i n t e z e t-
i n d u st r i e vo n d p l aats d oo r m e t
t e n . Waa r m o g e l i j k wo r d t i n d e
e e n aa n ta l s e c to r e n m e e r j a r e n -
z u i v e r i n g sk e t e n w e l g e p r o b e e r d
afs p r ak e n ( MJ A ) t e m ak e n . I n
dert ig procent z i jn verminderd
e n e r g i e t e b e s pa r e n . Maa r h e t
a p r i l 2 0 0 8 z i j n ook afs p r ak e n
t e n o p z i c h t e va n 19 9 0 . Va n h e t
tota l e e n e r g i e v e r b r u i k z a l tot
g e m aakt m e t d e wat e r z u i v e -
tota l e e n e r g i e v e r b r u i k m o e t
2 02 0 w e l l i c h t st i j g e n , b i j voo r -
r i n g s b r a n c h e . D e d o e l st e l l i n -
tw i n t i g p r o c e n t i n 2 02 0 d u u r -
b e e l d o m d at e r m e e r e n e r g i e
g e n va n ‘ S c h oo n e n Z u i n i g ’ z i j n :
z aa m z i j n o p g e w e kt. E n voo r
nodig is om (nog) be t er t e zui-
i n 2 02 0 m o e t d e C O 2 - u i tstoot m e t
d e i n d u st r i e - waa r to e ook d e
veren.
Zo weten we in elk geval zeker dat we elkaar niet voor de
van zuiveringsinstallaties met een laag specifiek energie-
voeten lopen en elkaar aanvullen.’
verbruik. Het gaat om veertien rwzi’s die zijn geselecteerd op basis van de bedrijfsvergelijking zuiveringsbeheer
R e s u ltaatsv e r p l i c h t i n g
2006. Ook wordt een handreiking opgesteld voor het uit-
Peter Knaapen, afdelingshoofd Bedrijfsvoering Zuiveren
voeren van zuurstofinbrengmetingen van beluchtingssys-
bij het Hoogheemraadschap van Rijnland en vertegen-
temen. Hierbij wordt de mate bepaald waarin een beluch-
woordiger van de Vereniging van Zuiveringbeheerders,
tingssysteem in staat is zuurstof over te dragen naar de
stelt dat de meerjarenafspraken niet ‘zomaar’ een vanzelf-
waterfase. Dergelijke metingen zijn van belang om de
sprekende factor in de waterschapsorganisaties vormen:
beluchting te optimaliseren en het energiegebruik te ver-
‘We staan nu op het punt om binnen de waterschappen
minderen.
het verhaal van energie-efficiency breed neer te zetten.
In het project ‘GWRC Energy Compendium’ stellen leden
Ik zie de meerjarenafspraken niet als een vrijblijvende
van de Global Water Research Coalition, waaronder
inspanningsverplichting, maar als een resultaatsverplich-
STOWA, een overzicht samen van best practices voor een
ting. Er zijn veel mogelijkheden, zeker als een toets op
energie-efficiënte waterketen. Het kan gaan om energie-
energie-efficiency een normaal onderdeel wordt bij alles
zuinige technieken en technologieën, maar ook om het
wat we doen.’
terugwinnen en opwekken van energie.
De uitdaging om energie-efficiënter te gaan werken begon in de zuiveringsbranche in 2007. Uit de bedrijfs-
Energie vre ter s
vergelijking zuiveringsbeheer 2006 bleek dat er tussen
Peter Knaapen van het Hoogheemraadschap van Rijnland
zuiveringsinstallaties grote verschillen waren in ener-
ziet voor het halen van de energiedoelstellingen voor-
gieverbruik en -efficiency. Bovendien bleek het gemid-
al kansen bij herinvesteringen in bestaande zuiverings-
delde energieverbruik van jaar tot jaar te blijven stijgen.
installaties. ‘Bij een renovatie of capaciteitsuitbreiding
‘Toen kwam het besef dat we binnen onze branche veel
moet toch al flink worden geïnvesteerd. We bekijken de
beter met energie moeten omgaan. Dat leidde in juli vorig
hele keten van de waterzuivering en daarin zitten een
jaar tot het tekenen van de meerjarenafspraken,’ vertelt
paar bekende ‘energievreters’. Daarbij kun je denken aan
Knaapen.
de beluchting van afvalwater en het ontwateren, transporteren en verbranden van slib. In de oude situatie zou-
Energiezuinige belucht ing
den we gewoon vernieuwen of uitbreiden. Nu leggen we
STOWA ontwikkelt en verzamelt kennis om waterbeheer-
er een doelstelling van dertig procent energiewinst bij.
ders te helpen bij het behalen van de energie-doelstel-
Dan móet je wel gaan nadenken hoe je dat anders en beter
lingen. In het project ‘Regeling energiezuinige beluch-
kunt aanpakken.’
ting’ laat STOWA bijvoorbeeld een portofolio maken met beschrijvingen van beluchtingssystemen en -regelingen
STOWA TER INFo / 43
V e r vo l g o p pa g i n a 10
pagina
9
V e r vo l g va n pa g i n a 9
Het is zeker niet zo dat de zuiveringsbranche de afgelopen jaren helemaal geen oog had voor nieuwe ontwikkelingen en innovaties die leiden tot efficiënter energieverbruik. ‘Binnen Rijnland zijn bijvoorbeeld al verschillende projecten gerealiseerd,’ legt Knaapen uit. ‘Ons nieuwe laboratorium in Leiden wordt verwarmd met restwarmte van de nabijgelegen zuiveringsinstallatie. Met het biogas van die zuivering verwarmen we bovendien een nabijgelegen zwembad. We doen een proef met het opwerken van biogas uit de slibvergister tot autobrandstof. We laten daarmee enkele dienstauto’s rijden. We overleggen met de beheerder van een stortplaats bij de zuiveringsinstallatie in Rijsenhout om het vrijkomende gas van een composteringsinstallatie te gebruiken om slib te drogen. Kortom: we doen al van alles, maar er kan nog veel meer.’ Tot slot: Knaapen verwacht dat door de meerjarenafspraken ook toeleveranciers van zuiveringsinstallatie geprikkeld worden nieuwe technieken te bedenken. ‘Je kunt slib bijvoorbeeld ontwateren door een zeefbandpers of met een centrifuge. Een centrifuge verbruikt meer energie. Als zuiveringsbeheerders om die reden geneigd zijn vaker persen in te zetten, zal de fabrikant van centrifuges zich uitgedaagd zien om die energiezuiniger te maken. Zo kunnen de meerjarenafspraken ook innovaties stimuleren.’
Exotische rivierkreeften bedreigen behalen KRW-doelstellingen In het verleden zijn, al dan niet opzet-
In het project ‘Amerikaanse rivier-
telijk, uitheemse rivierkreeften in het
kreeft in het veenweidegebied’ wordt
oppervlaktewater terechtgekomen.
kennis verzameld over de gevolgen
Sommige van deze kreeften hebben
van de al dan niet opzettelijke intro-
een nadelige invloed op het water-
ductie van uitheemse rivierkreef-
systeem en de planten en dieren die
ten. Ook brengen de onderzoekers
erin voorkomen. Zo wordt de Geknob-
mogelijke maatregelen in beeld om
belde Amerikaanse rivierkreeft sinds
de gevolgen op te heffen, of te mini-
2004 in Nederland aangetroffen. Deze
maliseren. Het Hoogheemraadschap
soort breidt zich snel uit, eet water-
Stichtse Rijnlanden is opdrachtgever
planten en visseneitjes, ondergraaft
van dit onderzoek, dat een bijdrage
oevers en kaden én zorgt voor vertroe-
krijgt uit het KRW-Innovatieprogram-
beling van het water. Het is daarom
ma. STOWA draagt ook financieel bij
zeer waarschijnlijk dat hij het berei-
en levert mensuren. Andere betrok-
ken van de KRW-doelen in gevaar
ken partijen zijn het Hoogheem-
brengt.
raadschap Amstel, Gooi en Vecht, de gemeente Woerden, Sportvisserij Nederland en Waterschap Rivierenland.
STOWA TER INFo / 43
pagina
10
STOWA-onderzoek werpt nieuw, maar diffuser licht op waterketenmaatregelen Langzamerhand komt er meer duidelijkheid over belangrijke waterketenvragen: welk type rioolstelsel levert vanuit
emissieoogpunt het beste resultaat? Heeft het zin om af te koppelen, en zo ja: onder welke omstandigheden? Welke invloed hebben afgekoppelde stromen op de kwaliteit van (stedelijke) watersystemen en hoe effectief zijn zuiverende hemelwatervoorzieningen eigenlijk? Volgens STOWA onderzoekscoördinator Waterketen Bert Palsma moeten we voor de antwoorden anders aankijken tegen concentraties, vrachten, andere emissiebronnen en volumes.
De afvalwaterketen zit volgens Bert Palsma veel inge-
G e e n e ff e c t
wikkelder in elkaar dan menigeen denkt. Om te begin-
In de studie werd ook gekeken naar het effect van de
nen zijn er vier typen rioolstelsels: gemengd, verbeterd
maatregelen op de emissies uit de totale waterketen. Dan
gemengd (extra berging), gescheiden en verbeterd geschei-
blijken de beide ingrepen ineens totaal anders uit te wer-
den (first flush in het riool). Daarnaast kent het systeem
ken, aldus Palsma: ‘Afkoppelen heeft gemiddeld genomen
verschillende emissiepoorten: de rioolwaterzuivering,
geen effect op de totale emissie uit de keten. Maar dat is
regenwateruitlaten en overstorten. Palsma: ‘Je kunt aan
anders voor de reductie van relatief schoon rioolvreemd
een heleboel knoppen draaien en dat gedraai pakt, afhan-
water, zoals drainage- en bronneringswater dat onbedoeld
kelijk van de lokale situatie, steeds anders uit. Voor het
in het riool terechtkomt. In dat geval nemen ook de totale
terugdringen van emissies uit de waterketen gelden geen
emissievrachten wel degelijk af. Het kan dus erg effectief
algemene regels. Zoveel is duidelijk geworden uit de ver-
zijn werk te maken van dit rioolvreemde water.’
schillende modelstudies die we hebben uitgevoerd. Het is vooral een kwestie van maatwerk.’
Ho n d e n p o e p
Bij dergelijke uitkomsten dringt de vraag zich op afkopG r ot e i n v l o e d
pelen überhaupt zin heeft. Levert dat wat op, of verplaats
STOWA startte vorig jaar met een modelonderzoek naar
je het probleem gewoon van de ene (rwzi) naar de ande-
de emissies vanuit diverse stelseltypen, al dan niet voor-
re emissiepoort (hemelwateruitlaat)? Palsma nuanceert
zien van aanvullende hemelwatervoorzieningen. Daaruit
dit beeld: ‘We hebben recent modelonderzoek afgesloten
kwam naar voren dat het systeem dat je vanuit emissie-
naar het effect van hemelwaterlozingen met een gemid-
oogpunt het best kunt kiezen, in hoge mate stofafhanke-
delde kwaliteit op het ontvangende oppervlaktewater. Nu
lijk is. Uit het onderzoek bleek ook dat foutaansluitingen
is het zo dat rioleurs vooral naar geloosde vrachten kij-
(afvalwater op hemelwaterriool) bij gescheiden stelsels
ken. Die nemen toe bij afkoppelen. Dat is slecht voor de
grote invloed kunnen hebben op de totale emissie. Pals-
kwaliteit van het ontvangende oppervlaktewater, zou je
ma: ‘Het is dus van groot belang die zo veel mogelijk te
zeggen. Maar hier is het goed om naar concentraties te kij-
voorkomen.’
ken. Als je de vuilconcentraties in het hemelwater afzet tegen de concentraties in het ontvangende water, ontstaat
Gefixeerd
vaak een heel ander beeld. In stedelijk water liggen die vaak
Kort daarop volgde een modelstudie naar de effecten van
hoger door andere emissiebronnen als eendenpoep, inval-
afkoppelen en de reductie van rioolvreemd water op de
lende bladeren en in het water uitspoelende stikstof en fos-
prestaties van een gemiddelde rioolwaterzuiveringsin-
faat van hondenpoep. In dit geval hebben grote volumes
stallatie (100.000 v.e.). Daarbij werd vooral gekeken naar
geloosd hemelwater vaak een verdunnende en belangrijke
de emissie van stikstof en zware metalen. Bert Palsma:
V e r vo l g o p pa g i n a 12
‘De ingrepen leiden normaal gesproken tot lagere influentvolumes met hogere influentconcentraties bij de rwzi. Dit leidt niet tot verlaging van de effluentconcentraties op rwzi’s, zo blijkt uit onze berekeningen. Die kunnen in bepaalde gevallen zelfs licht stijgen. Het probleem is een beetje dat we in het zuiveringsbeheer juist gefixeerd zijn op die concentraties. Maar als je kijkt naar de geloosde vrachten, dan nemen die wel significant af. Juist vanwege de veel lagere aanvoervolumes.’
STOWA TER INFo / 43
pagina
11
V e r vo l g va n pa g i n a 11
OWA ter infootjes STOWA ter infoot
V e r s p r e i d e n b ag g e r o p h e t l a n d : b e l e m m e r i n g voo r d u u r z aa m bodembeheer?
Het baggeren van watergangen is belangrijk met het oog op de waterbeheersing en wordt ook steeds belangrijker om waterkwaliteitsdoelen te halen. Het is toegestaan om licht verontreinigde specie te verspreiden op doorspoelende functie. Dat kan wel degelijk een gunstig
aanliggende percelen. Maar het is de
effect hebben. Ook hier geldt dus dat je vooral moet kijken
vraag of dit een belemmering vormt
naar de lokale situatie en de waterkwaliteitsdoelen die je
voor duurzaam bodembeheer. De
er nastreeft.’
meeste inzichten over kwaliteitsontwikkeling van de bodem bij frequente
Nieuw l icht
verspreiding van bagger op het land
De STOWA-studies werpen tot dusver een heel nieuw, zij het
zijn gebaseerd op modelberekeningen
diffuser licht op waterketenmaatregelen. Palsma: ‘Ongezui-
en maar schaars op praktijkmetingen.
verde lozingen van hemelwater op een singel of stadsvijver zijn misschien niet ‘schoon’, maar kunnen desondanks
In het project ‘Verspreiden van bagger
wel een positief effect hebben.’ Daarmee wil hij overigens
op het land’, dat wordt uitgevoerd in
niet zeggen dat het geen zin heeft aanvullende hemelwa-
opdracht van LNV, VROM, VenW, STO-
tervoorzieningen aan te leggen, zoals bodempassages of
WA en UvW, wordt via praktijkonder-
lamellenfilters: ‘In een aantal gevallen wel, maar soms
zoek inzicht verkregen in de gevolgen
ook niet. Daar heb je een analyse van doelen, problemen
van het verspreiden van licht tot matig
en oplossingen voor nodig.’ Vooral lamellenfilters zijn
verontreinigde baggerspecie op de
populair, vanwege het beperkte ruimtebeslag en de ver-
bodemkwaliteit van het ontvangende
meende effectiviteit. Uit praktijkonderzoek dat STOWA
land. Belangrijke vragen hierbij zijn:
begin 2008 heeft laten uitvoeren, bleken de rendementen
leidt het frequent verspreiden ervan
echter veel lager uit te vallen dan verwacht. Bovendien
op de lange termijn tot accumulatie
is inmiddels ook duidelijk geworden dat het beheer en
van verontreinigingen in de landbo-
onderhoud door gemeenten vaak zeer te wensen overlaat.
dem in klei- en veengebieden? Wat is
Palsma: ‘En dan doen ze op zeker moment niks meer. In
de invloed op de lange termijn van fre-
dat geval is de aanleg van lamellenfilters dus gewoon zonde van je geld.’ Om meer inzicht te krijgen in de effectiviteit is nader onderzoek gestart (met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard als trekker) waaraan ook STOWA bijdraagt. Palsma: ‘Er worden drie lamellenfilters geplaatst en in de praktijk getest. Daarbij gaan we eerst bekijken wat de behandelbaarheid is van het regenwater. Dat is bijvoorbeeld afhankelijk van de mate van bezinkbaarheid van de verschillende vuildeeltjes onder diverse omstandigheden. Op basis daarvan kunnen we de praktisch haalbare rendementen beter voorspellen. Verder richt het onderzoek zich op de vraag hoe je lamellenfilters het best kunt beheren en onderhouden, om ervoor te zorgen dat ze het rendement ook blijven realiseren.’
STOWA TER INFo / 43
pagina
12
footjes STOWA ter infootjes STOwa ter infootjes STOWA ter info
quente verspreiding op het bodem-
dels met de fabrikanten afspraken
nis over de manier waarop dergelijke
ecosysteem? Deze uit het onderzoek
gemaakt om de problemen rond voch-
oevers het meest efficiënt en effectief
verkregen inzichten zijn belangrijk
tig toiletpapier op te lossen. Zij gaan
bijdragen aan de doelen van de KRW,
om te beoordelen of de gemaakte
de samenstelling van vochtig toilet-
ontbreekt.
beleidskeuzes passen binnen duur-
papier veranderen, om problemen in
zaam bodembeheer, of dat aanpassin-
de afvalwaterketen te voorkomen.
gen nodig zijn.
Het project ‘Scoren met natuurvriendelijke oevers’ richt zich op het
VROM, RIONED, STOWA, enkele
kwantificeren van de belangrijkste
In het onderzoek worden metingen
gemeenten en waterschappen doen
sturingsfactoren voor natuurvriende-
verricht in klei- en veengebieden.
een flankerend project ‘Vochtige
lijke oevers en geeft waterbeheerders
De meetlocaties worden beschreven
Toiletdoekjes’ om meer te weten te
handvatten voor aanleg en beheer.
(gebruik, hydrologie en waterkwali-
komen over het huidige gedrag van
Bijvoorbeeld over de relatie tussen
teit), bemonsterd (door bagger beïn-
vochtig toiletpapier en andere doek-
aangelegde lengte en het ecologische
vloede strook, referentie en water-
jes in het afvalwatersysteem. Na de
effect dat ze hebben. Het Hoogheem-
bodem) en chemisch geanalyseerd
introductie van de nieuwe genera-
raadschap Stichtse Rijnlanden is
(2009). De lotgevallen van de veront-
tie vochtig toiletpapier medio 2009
opdrachtgever van dit onderzoek, dat
reinigingen worden gemodelleerd.
wordt gekeken of de problemen in
een bijdrage ontvangt uit het KRW-
Hierna vindt een biologische moni-
het afvalwatersysteem hiermee daad-
Innovatieprogramma. STOWA draagt
toring plaats. Het onderzoek wordt
werkelijk zijn verholpen.
bij in tijd en geld.
afgerond in 2011. S co r e n m e t n at u u r v r i e n d e l i j k e
Diverse waterschappen hebben ove-
E i n d e aa n e l l e n d e m e t vo c h t i g e
oevers!
rigens al de nodige kennis opgedaan
to i l e t d o e k j e s ?
Veel waterschappen zijn bezig met de
over aanleg, beheer en onderhoud.
Het doorspoelen van vochtig toilet-
aanleg van natuurvriendelijke oevers.
STOWA laat in het project ‘Handrei-
papier veroorzaakt grote problemen
Deze oevers zouden meer kans bieden
king natuurvriendelijke oevers’ alle
in het riool, in gemalen en op zuive-
aan de ontwikkeling van water- en
beschikbare informatie daarom bun-
ringsinstallaties. Vooral door vastlo-
oeverplanten en de hiermee geas-
delen in een handreiking.
pende (pomp)installaties en verstopte
socieerde levensgemeenschappen.
zeven en roosters. De schade die hier-
In de uitwerking van de Europese
door wordt veroorzaakt, bedraagt
Kaderrichtlijn water is de aanleg van
miljoenen euro’s per jaar. Minister
natuurvriendelijke oevers dan ook
Cramer van Milieu heeft inmid-
op grote schaal ingepland. Maar ken-
STOWA TER INFo / 43
pagina
13
Algen: biodiesel, voedsel en … waterzuiveraar!
Steeds vaker staan er opgewonden verhalen in kranten en tijdschriften over de mogelijkheden die algen bieden. Ze zouden kunnen dienen als basis voor biodiesel, als grondstof voor voedingsmiddelen en als grondslag voor vitaminen. Maar algen kunnen mogelijk ook worden ingezet voor het verwijderen van stikstof en fosfaat uit effluent. STOWA is nauw betrokken bij twee projecten waaruit moet blijken of en zo ja: hoe algen succesvol kunnen worden ingezet bij het nabehandelen van effluent.
‘We zijn zeer geïnteresseerd in het gebruik van algen in
linde. ‘We willen weten wat de haalbaarheid is van efflu-
de waterzuivering’, zegt Cora Uijterlinde, projectcoördi-
entpolishing met algen onder Nederlandse omstandighe-
nator afvalwatersystemen bij STOWA. ‘De nabehande-
den. We doen literatuuronderzoek, maar beginnen in de
ling van effluent kost - vooral als het gaat om het verwij-
zomer ook een praktijkproef met een eenvoudige reac-
deren van stikstof en fosfaat - nu vaak veel energie en / of
tor, bij Hollands Noorderkwartier. We hopen hiermee een
er worden chemicaliën voor gebruikt. Algen voeden zich
betere kwaliteit effluent te krijgen, zodat we beter kun-
met stikstof en fosfaten. Ze leveren een positieve bijdrage
nen voldoen aan de eisen van de Kaderrichtlijn water.’ Dit
aan de CO2 -balans doordat ze CO2 opnemen voor de groei.
project wordt medegefinancierd door het Innovatiepro-
Dat zijn grote voordelen. We weten echter nog heel veel
gramma Kaderrichtlijn water van het ministerie van Ver-
niet over algen: welke soorten zijn het meest geschikt voor
keer en Waterstaat. Eind volgend jaar moeten de resulta-
zuivering? Welke stromen kunnen ze behandelen? Moet
ten bekend zijn.
je een open of gesloten reactor gebruiken? Hoe werken ze onder zomer- en wintercondities? Wat is de invloed van de temperatuur? Hoeveel oppervlakte heb je nodig met het oog op de benodigde lichtinval? Hoe kun je algen en effluent het best scheiden? Wat kunnen we met de algenresten? Om op al dit soort vragen antwoord te krijgen zijn twee projecten gestart.’ R u i m t e b e s l ag
Het project ‘Duurzame nazuivering van effluent met behulp van algen’ is een meer fundamenteel onderzoek van TTI-Wetsus (het Technologisch Topinstituut Watertechnologie). Daarbij werken wetenschappers vanuit verschillende disciplines samen. Uijterlinde: ‘Zij werken aan de ontwikkeling van een zo compact mogelijke en duurzame biofilm-algenreactor. De reactor richt zich primair op vergaande verwijdering van stikstof en fosfaat. De bottleneck bij algenkweek is vooral het benodigde ruimtebe-
Wat z i jn algen e igenl i jk?
slag en het efficiënt scheiden van algen en effluent. Als
A l g e n k u n n e n z ow e l é é n c e l l i g e a l s m e e r c e l l i g e
je algen aan een drager (bio-film) hecht, zijn ze gemakke-
organi smen z i jn (pl ant en én bac t er iën). Ze kun-
lijker te verwijderen. Maar hoe je dat het best kunt doen,
n e n r e l at i e f g e co m p l i c e e r d e vo r m e n aa n n e m e n
moet nog blijken.’ STOWA levert een financiële bijdrage
a l s z e e w i e r . A l g e n h e b b e n g e e n b l a d e r e n , wo r -
aan het project, waarvan over vier jaar de resultaten wor-
t e l s , b l o e m e n of a n d e r e o r g a n i s c h e st r u c t u r e n
den verwacht.
z oa l s h o g e r e p l a n t e n soo r t e n . H u n fotos y n t h e t i s c h e st r u c t u r e n z i j n af g e l e i d va n d e b l au w -
U n i e k e sa m e n w e r k i n g
a l g ( d e c ya n o b ac t e r i e ) . A l g e n l e g g e n C O 2 vast e n
In het tweede project, ‘Effluentpolishing met algentech-
p r o d u c e r e n z u u r stof a l s b i j p r o d u c t va n fotos y n -
nologie’, werken STOWA, de Waterschappen Dommel, Aa
t h e s e . V o l g e n s s c h att i n g e n p r o d u c e r e n z e 73 tot
en Maas en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier
87 p r o c e n t va n d e z u u r stof d i e m e n s e n e n a n d e r e
samen met vijf adviesbureaus: TAUW, Witteveen+Bos, Royal
l a n d d i e r e n t e r b e s c h i kk i n g staat. A l g e n b l i j k e n
Haskoning, Grontmij en DHV. ‘Een unieke samenwerking
h e e l g e s c h i kt a l s b r o n voo r vo e d i n g , v i ta m i n e s
vanwege de samenstelling van dit consortium,’ stelt Uijter-
e n e n e r g i e ( b i o b r a n d stof u i t a l g e n o l i e ) .
STOWA TER INFo / 43
pagina
14
Vers van de STOWA-pers
Hieronder treft u een overzicht aan van recent verschenen STOWA-publicaties. De publicaties zijn te bestellen via onze website www.stowa.nl, onder de knop Services | Publicaties. U kunt de meeste publicaties tevens als pdf downloaden. T i t e l N u m m e r I S BN
3
Eureka! Waterschappen leren innoveren (brochure)
2009-09
geen
0
Watermozaïek. Bouwstenen van kennis (brochure)
2009-08
geen
0
Nieuwe stoffen in ons water (brochure)
2009-07
geen
0
Materiaalfactoren boezemkaden
2009-05 ORK
90.5773.420.5
n.n.b.
Biobeschikbaarheid van stikstof en fosfaat in rwzi-effluent
2009-03
90.5773.424.3
19
2009-02
90.5773.418.2
pdf*
Voorstel hydrologische bibliotheek ten behoeve van het Nationaal Hydrologisch Instrumentarium Regenwater in de tuin? Mooi wel!
2009-02 Rioned
90.73645.24.0 Via Rioned
Strategienota ‘Koers 2009-2013’
2009-01
90.5773.412.0
Oppervlaktewaterkwaliteit: wat zijn de relevante emissies?
2009-01 Rioned
90.73645.257 Via Rioned
0
* A LLEEN A L S PD F
p ubl ic at i e s Ui t g el ic h t : E u r e ka ! wat e r s c h a p p e n l e r e n i n n ov e r e n ! ( 2 0 0 9 - 0 9 )
STOWA en de Unie van Waterschappen hebben onlangs de brochure ‘Eureka! Waterschappen leren innoveren’ uitgebracht. De brochure geeft een indruk van innovaties en vernieuwende initiatieven in het regionale waterbeheer. Ook staan er enkele prikkelende interviews in over het innovatieve gehalte van waterschappen, onder meer met Bert Satijn (LMW), Gerard Doornbos (Rijnland) en Peter Glas (De Dommel). N i e u w e stoff e n i n o n s wat e r ( 2 0 0 9 - 0 8 )
In de media verschijnen steeds vaker verontrustende berichten over geneesmiddelen, hormonen en andere ‘nieuwe’ stoffen in ons afvalwater, oppervlaktewater en drinkwater. In de folder ‘Nieuwe stoffen in ons water’ krijgt de lezer antwoorden op vragen als: wat weten we van deze stoffen, hoe gevaarlijk zijn ze, wat moeten we ermee en wat doen we ermee? B i o b e s c h i k b aa r h e i d va n st i kstof e n fosfaat i n r w z i - e ff l u e n t ( 2 0 0 9 - 03 )
Rwzi-effluent levert vaak een belangrijke bijdrage aan de stikstof- en fosfaatbelasting van het oppervlaktewater, en is daarmee mede oorzaak van algenbloei en troebel water. Er zijn aanwijzingen dat niet alle stikstof en fosfaat in het effluent voor algen opneembaar is (de zgn. biobeschikbaarheid). In dat geval worden de negatieve effecten op de waterkwaliteit mogelijk overschat. Het rapport ‘Biobeschikbaarheid van stikstof en fosfaat in rwzi-effluent’ beschrijft een methode voor het bepalen van de biobeschikbaarheid. Met deze methode werden tien effluenten getest, van zes verschillende rwzi’s. Daaruit kwam naar voren dat een significant deel van het fosfaat en stikstof niet-biobeschikbaar was. R e g e n wat e r i n d e t u i n ? Moo i w e l ! ( 2 0 0 9 - 02 R i o n e d )
De gezamenlijke uitgave van Rioned en STOWA ‘Regenwater in de tuin? Mooi wel!’ gaat in op de rol die particulieren kunnen spelen bij hemelwaterafvoer. Inspirerende voorbeelden laten zien dat regenwater tuinen mooier en veelzijdiger maakt en dat tuinen tegelijk een betrouwbaar onderdeel van het stedelijk watersysteem kunnen worden. Zo kunnen ze bijdragen aan het oplossen van wateroverlast. U kunt een hardcopy van dit rapport bestellen bij Stichting Rioned. S t r at e g i e n ota ‘ ko e r s 2 0 0 9 -2 013 ’ ( 2 0 0 9 - 01)
STOWA gaat zich verder toeleggen op het toepasbaar maken van kennis voor het regionale waterbeheer en het implementeren van die kennis bij de waterschappen. De stichting gaat ook meer aandacht besteden aan kennisontwikkeling op bestuurlijk en maatschappelijk gebied. Dit staat te lezen in ‘Koers 2009-2013’, de nieuwe strategienota. Meer hierover leest u elders in deze uitgave.
STOWA TER INFo / 43
pagina
15
[email protected] www.stowa.nl
TEL 030 232 11 99 FAX 030 231 79 80
Arthur van Schendelstraat 816
POSTBUS 8090 3503 RB UTRECHT
COLOFON Activiteiten voorjaar/zomer 2009
Deze nieuwsbrief informeert u over het beleid van de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) en de onder-
2 3 a p r i l , s y m p os i u m ‘ Zw e m -
functioneren. Ook wordt u geïnfor-
zoeken die STOWA laat uitvoeren. Deze
wat e r e n : voo r b e r e i d i n g o p e e n
meerd over de aard en omvang van
nieuwsbrief verschijnt viermaal per jaar.
nieuw seizoen’
het kroosprobleem en de huidige
Voor algemene informatie kunt u contact
De implementatie van de nieuwe
wetenschappelijke inzichten erover.
opnemen met het STOWA-secretariaat.
Europese Kaderrichtlijn Zwemwater
In de middag wordt ingezoomd op de
brengt de nodige vragen met zich
waterbeheerder: wanneer en waarom
Adreswijzigingen, aan- en afmeldingen
mee: hoe gaan we om met nieuwe
wil hij iets aan kroos doen, hoe kan
kunt u emailen naar
[email protected].
zwemwaterlocaties, hoe raken we
hij dat doen en wat kan er met het
probleemlocaties kwijt? Hoe ziet
kroos worden gedaan wanneer het
T e kst e n
de nieuwe regelgeving eruit en wat
eenmaal is weggehaald?
Eric Boekel, Bert-Jan van Weeren,
gaat die ons brengen? Wat zijn goede
Na de presentaties wordt met de deel-
zwemwaterprofielen? Wie doet er
nemers een aanzet gegeven voor een
Eindredac t ie
wat aan handhaving? Deze en nog
kroosprotocol dat in opdracht van
Jacques Leenen
vele andere vragen komen aan bod
STOWA zal worden opgesteld. Voor
tijdens het symposium ‘Zwemwate-
meer informatie en aanmelding kunt
ren: voorbereiding op een nieuw sei-
u terecht op onze website, onder de
STOWA, Istockphoto, Casper Cammeraat,
zoen’. Het symposium wordt georga-
kop Agenda.
Bram Koese/Eis-Nederland, Hans Dijkstra
F oto g r af i e
BvB/Stichting RIONED, Hoogheemraadschap
niseerd door Waternetwerk, STOWA, VROM en RWS Waterdienst. Het vindt
18 j u n i , v i j f d e p l atfo r m b i j -
van Schieland en de Krimpenerwaard,
plaats in Amersfoort. Voor meer
e e n ko m st ‘ n i e u w e sa n i tat i e ’ /
Eric de Vries.
informatie en aanmelding kunt u
e e r st e p l atfo r m b i j e e n ko m st
terecht op de website van Waternet-
‘ n i e u w e sa n i tat i e i n o n tw i kk e -
Bas i s O N T W ERP
werk.
lingslanden’
MADE OF MAN,
De STOWA Koepelgroep Ontwik-
visual identity under construction,
keling Nieuwe Sanitatie Systemen
Rotterdam
(ONSS) houdt op donderdagmiddag 18 juni in het Arnhemse Watermu-
V O RMGE V ING
seum haar vijfde bijeenkomst. Daarin
Studio B, Nieuwkoop
wordt met de bekende futuroloog Adjiedj Bakas gekeken naar toekom-
Druk
stige maatschappelijke ontwikkelin-
Drukkerij Uleman-De Residentie,
gen en de invloed die deze kunnen
Zoetermeer
hebben op het sanitatiesysteem en de waterketen. De bijeenkomst, die
ISSN-nummer
12 m e i , Wat e r m o z a ï e k T h e m a d ag
start om 12.00 uur, wordt voorafge-
0929-6220
K r oos
gaan door de eerste platformbijeen-
De Watermozaïek Themadag Kroos
komst ‘nieuwe sanitatie in ontwik-
geeft waterbeheerders antwoorden
kelingslanden’ van de stichting Aqua
op vragen rond kroos en kroosbestrij-
for All. Aanvang 9.30 uur. Voor meer
ding. De ochtend wordt gevuld met
informatie en aanmelding kunt u
basisinformatie over kroos, kroos-
terecht op onze website, onder de kop
achtige planten en hun ecologisch
Agenda.
STOWA TER INFo / 43 42
pagina pagina
16 18