KLUSWIJZER
7
zelf een wand verfraaien Wie wil het interieur van zijn woning niet verfraaien? Een ander verfje, een nieuw behangetje, daar is iedereen op z'n tijd aan toe. Voor veel mensen zijn schilderen en behangen de enige klussen die ze zelf doen. Anderen willen meer en voorzien bijvoorbeeld een wand in de woonkamer van steenstrips, sierpleister of structuurverf. Belangrijk bij al deze werkzaamheden is een gladde ondergrond. Deze Kluswijzer vertelt meer over verfraaiingen in huis, van het aanbrengen van een stuclaag tot het schilderen van binnenmuren en houtwerk. Stukadoren Stukadoorsmortel is in twee soorten verkrijgbaar. Roodband geeft de ideale gladde ondergrond voor behang, sierpleister en structuurverf. Geelband is grover en meer geschikt voor gekorreld schuurwerk en pleisterwerk. Beide zijn bruikbaar op elke steenachtige ondergrond. Ze worden verkocht in zakken van 25 kilo, genoeg voor een oppervlakte van 5 m2, in een laag van 5 millimeter dikte. Om te stukadoren, zijn de volgende gereedschappen voldoende: een kuip en een mixer voor op de boormachine (beide te huur), spaarbord van 50 x 50 centimeter, plakspaan, troffel, rei (liniaal zonder cijfers), schuurbord, hoekschopje, spons, blokkwast, waterpas. De voorbereidingen Zorg voor een schone, droge, stofvrije ondergrond. Breng op sterk zuigende muren (gasbeton, prositsteen, kalksteen) met een blokkwast een gronderingsmiddel aan.Voorzie muren die juist weinig vocht opnemen (beton, gipsblokken, betonemail) van een hechtingsmiddel. Controleer bij geverfde muren of de ondergrond niet loslaat; verwijder anders eerst de verflaag. Schilder een donkere ondergrond, die naderhand kan doorschijnen, eerst over met lichte, schrobvaste latex. Maak de mortel aan volgens de aanwijzingen op de verpakking. Gaat u een hele wand stukadoren, plak dan met een beetje specie een paar latten van 5 millimeter dikte op de muur, zodat u straks goed kunt afreien. Kijk met een waterpas of deze stucgeleiders horizontaal hangen en plak ze zover uit elkaar, dat de rei er drie kan overbruggen. De mortel aanbrengen Schep wat mortel op het spaarbord. Plaats de plakspaan met de lange kant onder een hoek van 45 graden tegen de muur en smeer de mortel met een opgaande beweging uit. Heeft u een stuk gedaan, beweeg dan de rei erlangs, zigzag van boven naar beneden. Voeg waar nodig met de troffel specie toe en rei grote vlakken nogmaals af, maar dan diagonaal. Werk opgebolde mortel bij met de kwast. Hoeken zijn extra te verstevigen. Op een buitenhoek bevestigt u met wat mortel een metalen hoekbeschermer, die u wegwerkt onder het stucwerk. Bij een binnenhoek brengt u de mortel aan tot helemaal in de hoek en maakt die vervolgens strak met het hoekschopje. Snijd de hoek vervolgens met de punt van de plakspaan of de troffel door. Hiermee voorkomt u barsten als gevolg van trillingen in de muur. Na anderhalf uur is het pleisterwerk stijf genoeg om bijgewerkt te worden. Schuur met een vochtige, harde spons alle oneffenheden vlak. Verwijder de eventuele stucgeleiders en vul de groeven op met mortel. Schuur nogmaals als de pleister goed hard is. De wand is nu klaar om af te werken met sierpleister, steenstrips, behang of muurverf.
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 2
Scheuren dichten Kleine scheurtjes in het stucwerk repareert u met een elastisch vulmiddel. Grotere scheuren kunt u herstellen door ze wat verder open te werken, goed schoon te maken, te bevochtigen en dicht te stoppen met mortel of een vulmiddel. Vaak scheurt een reparatie na verloop van tijd opnieuw, maar dat kan voorkomen worden. Steek aan beide zijden van de scheur zo'n 15 centimeter stucwerk weg, maak het gat schoon en vul het eerst met acrylaatkit. Bevochtig de gleuf en breng een dunne laag gipspleister aan. Duw direct hierna een stuk stucband of glasvlies met de plakspaan in de pleisterlaag. Eindig met een tweede laag gipspleister, dik genoeg om de muur weer geheel vlak te maken. Sierpleister Sierpleister zorgt voor een decoratieve wand in iedere gewenste structuur. Het hecht op vrijwel elke vetvrije ondergrond, is sterk, blijft lang schoon en geeft het vertrek een ruime indruk. U kunt onder meer kiezen uit sierpleister met boomschorsstructuur, granol met korrels van 1 of 2 millimeter en structuurverf voor fijnkorrelige structuren. Voor het aanbrengen van sierpleister zijn de volgende gereedschappen voldoende: spaarbord, roestvrijstalen plakspaan, kunststof schuurspaan, blokkwast. Voor structuurverf zijn een blokwitter en een vachtroller voldoende. De voorbereidingen Zorg voor een vlakke, schone en droge ondergrond. Verwijder oude verflagen, behang- en lijmresten, repareer scheuren en gaten met een vulmiddel. Breng voor een optimale hechting eerst een voorstrijkmiddel op. Gaat u een mengkleur gebruiken, breng dan alle sierpleister of structuurverf in één keer op kleur. Meng de kleur eventueel ook al door het voorstrijkmiddel. Voordat u het pleister op de muur gaat aanbrengen, is het verstandig om even op een stuk hout te oefenen. Het sierpleister aanbrengen Breng het sierpleister met de plakspaan van beneden naar boven gelijkmatig op de wand aan, in een laag van circa 2 millimeter dikte. Strijk het overtollige pleister weg met de spaan onder een hoek van 45 graden. Doe niet meer dan stroken van twee meter breedte tegelijk. De structuur moet binnen twintig minuten worden aangebracht met een schuurspaan. Plaats deze plat op de wand en beweeg hem verticaal, draaiend of op een andere fantasievolle, maar wel zo regelmatig mogelijke manier. Reinig voor het mooiste resultaat het gereedschap regelmatig met water. Schilder bij structuurverf eerst in de hoeken, langs plinten en kozijnen, en verf hierna de grote oppervlakken. Maak de structuur na zo'n tien minuten droogtijd met een vachtroller. Steenstrips Steenstrips suggereren een traditioneel gemetselde wand binnenshuis. Ze kunnen in diverse patronen aangebracht worden. Verkrijgbaar zijn verschillende soorten echte baksteenstrips die, afhankelijk van hun dikte, wel of niet afgevoegd moeten worden. Voor het maken van een steenstripwand zijn de volgende gereedschappen voldoende: waterpas, rolmaat, zaagje, stellatten, metselkoord, lijmspatel. Om te voegen: emmer, voegplankje, voegspijker. De voorbereidingen Zorg voor een vlakke, schone, droge wand zonder beschadigingen. Monteer aan beide uitein-
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 3
den van de wand, van de vloer tot het plafond, twee latten waarop u een laagverdeling heeft afgetekend. Hiertussen spant u het metselkoord. Een laag bestaat uit een steenstrip met voeg; pas zonodig de voegdikte (ongeveer 1 millimeter) aan zodat u op een aantal hele steenstrips uitkomt. De steenstrips Bij steenstrips smeert u een 3 millimeter dikke laag lijm op de steenstrip. Druk de steenstrip met schuivende bewegingen muurvast, precies langs het metselkoord. Breng het koord na elke laag een maatstreep omhoog. Aan het eind van de muur moeten vaak strips verkleind worden. Bakstenen strips zijn eenvoudig met een beitel aan de achterzijde in te krassen en vervolgens te breken. Nadat de lijm ten minste twaalf uur heeft gedroogd, kunt u beginnen met afvoegen. Meng hiervoor in de emmer een kant-en-klaarvoegsel voor steenstrips of een specie van cement en rivierzand. Neem wat voegsel op het voegplankje en strijk het met de voegspijker stevig tussen de strips. Kies voor een volle, een terugliggende of een uitgeholde voeg. In het laatste geval drukt u een stuk elektriciteitspijp in de natte mortel. Een rustiek uiterlijk ontstaat door over een volle voeg met een stevige borstel te strijken. Behang Behang is nog altijd de meest gangbare wandbekleding. De keuzemogelijkheden van kleur, dessin, patroon en prijsklasse zijn dan ook zo uitgebreid, dat iedereen altijd wel iets van zijn of haar persoonlijke smaak kan vinden. Er is normaal behang, duplex behang, rauhfaser, vinylbehang, structuurbehang, textielbehang en metaalfoliebehang. Ook binnen deze categorieën bestaan weer soorten met verschillende eigenschappen, die in pictogrammen op de verpakking staan aangegeven. Bestudeer bij de aanschaf dus nauwkeurig de etiketten en let meteen op dat rollen van hetzelfde behang ook hetzelfde verfbadnummer hebben. Bij de berekening van het aantal benodigde rollen gaat u ervan uit dat een rol behang 10 meter lang en 53 centimeter breed is. (Uitgezonderd rauhfaser en textielbehang.) Bij een gemiddelde kamerhoogte van 245 centimeter haalt u dus vier hele banen uit een rol. Van behang waarvan het patroon verspringt, heeft u doorgaans meer rollen nodig. Voor een behangklus zijn de volgende gereedschappen voldoende: trap, plaktafel, emmer, insmeerborstel, behangborstel, rolmaat, potlood, behangschaar, schietlood en nadenroller. Om oud behang te verwijderen: afweekmiddel, witkwast, plamuurmes, schuurpapier, vulpasta, eventueel een stoomapparaat. De voorbereidingen Behangen gaat het beste op kale muren. Oude behanglagen verwijdert u met water waarin een afweekmiddel is opgelost. (Een scheut afwasmiddel werkt bijna even goed.) Smeer dit met een kwast op het behang en laat het inweken. Steek dan het behang met een breed plamuurmes af, voorzichtig, om zo min mogelijk de stuclaag te beschadigen. U kunt ook een gehuurd stoomapparaat gebruiken. Was de achtergebleven lijmresten af met zeepsop, laat de muur goed drogen en schuur hem licht met schuurpapier. Reinig de muur na met schoon water. Werk oneffenheden bij met een vulmiddel. Knip de banen 10 centimeter langer dan kamerhoogte. Merk ze achterop met een potloodstreepje, zodat ze straks allemaal in dezelfde richting op de muur komen of, wanneer ze stortend' geplakt moeten worden, de ene normaal en de volgende ondersteboven. Houd er bij patroonbehang tijdens het knippen rekening mee hoe de banen op elkaar aansluiten. Maak het plaksel aan volgens voorschrift. Verwijder van contactdozen en lichtknoppen de afdekplaten. Het behang aanbrengen Teken voor het aanbrengen van de eerste baan een loodlijn op de muur, ongeveer een halve meter uit de hoek, zodat u de baan ernaast een paar centimeter door de hoek heen kunt
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 4
plakken. Leg een stapel banen op de plaktafel en smeer de eerste baan gelijkmatig in vanuit het midden naar de zijkanten, waarbij het onderliggende behang ervoor zorgt dat de tafel schoon blijft. Sla de baan gedeeltelijk dubbel, trek hem een eind op en smeer het restant in. Daarna slaat u ook dit deel naar binnen, zodat de lijm vijf tot tien minuten kan intrekken. Plaats de eerste baan precies tegen de loodlijn en laat bij het plafond een paar centimeter over. Dit randje knipt u later af. Wrijf met een borstel het behang tegen de muur, ook hier vanuit het midden naar de zijden, zodat luchtbellen verdwijnen. Trek het onderste gedeelte van de baan voorzichtig los en borstel het vast. Druk vervolgens met de stompe kant van de schaar de boven- en onderkant van het behang strak in de hoek en knip de randen langs de vouwlijn af. De volgende banen doet u op dezelfde manier. Plak stotend, dat wil zeggen de randen niet over, maar tegen elkaar. Ga met de nadenroller over de naden. Plak gewoon over contactdozen heen en snijd daarna het behang langs het metalen montageplaatje in. Knip bij zowel inwendige als uitwendige hoeken de banen zo breed af, dat ze niet meer dan enkele centimeters door of over de hoek heen komen. Bij nissen, kozijnen en vensterbanken komen de reststukken goed van pas. Schilderen Het schilderen van deuren, kozijnen en dergelijke, geeft elk interieur al gauw een nieuw, fris aanzien. Daarbij is een laklaag goed voor bescherming van de ondergrond. Mooi, sterk schilderwerk wordt opgebouwd uit een aantal lagen, die tussendoor voldoende moeten drogen. Voor grondverven, voorlakken en aflakken zijn vele soorten verf verkrijgbaar. Het minimaal benodigde gereedschap omvat kwasten of verfrollers, een plamuurmes, schuurpapier en eventueel een verfkrabber. Schilderen van nieuw hout Zorg dat nieuw hout goed droog is. Herstel gaten en scheurtjes met een vulmiddel (geen plamuur), dat u voldoende laat uitharden. Schuur het hout met middelfijn en daarna met fijn schuurpapier en maak het, zoals na elke schuurbeurt, stofvrij. Breng een laag grondverf op, wit als u uiteindelijk met een lichte kleur afwerkt, grijs bij een donkere kleur. Schuur na het drogen weer met fijn schuurpapier. Delen van het hout die nog ruw aanvoelen, voorziet u vervolgens van een zo dun mogelijke laag plamuur, die na droging weer fijn geschuurd dient te worden. Soms is tweede grondverflaag wenselijk. Overigens kunt u grote oppervlakken board of spaanplaat ook in één bewerking gronden en plamuren met kwastplamuur. Voorlakken doet u bij voorkeur met hoogglansverf, verdund met terpentine (verhouding 1:10). Deze laag moet minstens twaalf uur drogen en dan fijn geschuurd worden. Dit geldt niet voor High-Solid-verf; deze mag niet verdund worden. Lak het hout zo snel mogelijk na de voorbehandeling af met een dunne laag hoogglans of zijdeglansverf. Grote oppervlakken doet u naar keuze met een kwast of verfroller. Voorkom zakkers door de verf dik op te brengen, daarna horizontaal uit te strijken en tenslotte af te werken in regelmatige, verticale streken die goed in elkaar overvloeien. Houd de banen circa 50 centimeter breed en schilder het hele vlak zonder pauzes af. Breng zonodig, na licht schuren, een tweede laag aan. Schilderen van geverfd hout Controleer de staat van de oude laag. Zijn slechts hier en daar enige bladders te zien, krab die losse delen dan weg en vul de kale plekken op met plamuur. Schuur hierna het hele te verven oppervlak dof en verwijder vet en stof met water en ammonia. Voor- en aflakken gaat hetzelfde als bij nieuw hout. Oude verflagen in slechte staat kunt u het beste helemaal verwijderen. Hiervoor bestaan drie manieren. Met een afbrander, waarbij u de brede vlam voortdurend over kleine stukjes beweegt en de opgeweekte verf afkrabt. Met een chemisch afbijtmiddel, dat u met een kwast opbrengt en een kwartier tot een halfuur laat inwerken alvorens af te krabben. Of, de veiligste en milieuvriendelijkste manier, met een heteluchtafbrander.
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 5
Speciale verftechnieken Wie wanden schildert met een blokkwast of een verfroller, brengt doorgaans witte latex aan of hooguit muurverf waaraan een mengkleurtje is toegevoegd. Met sponstechnieken zijn echter verrassender resultaten te bereiken, zoals een gevlekt of een verweerd uiterlijk. Ook op hout zijn met speciale, maar eenvoudige verftechnieken bijzondere effecten te bereiken. Vraag informatie bij de bouwmarkt. Wandtegels De meest voor de hand liggende plaatsen voor wandtegels zijn badkamer, keuken en toilet. Voor elke toepassing verkopen bouwmarkten en speciaalzaken tegels in talloze kleuren en decoraties, variërend in dikte en afmetingen. U kunt ze recht onder elkaar aanbrengen, in een verspringend patroon, met een bijpassende sierstrook of met hier en daar een afwijkende tegel als speelse onderbreking. Tip: tegel eerst de wand waartegen u aankijkt bij binnenkomst. Dit voorkomt lelijke naden in het zicht. Meet om te beginnen nauwkeurig de oppervlakte die u wilt betegelen en bereken het aantal benodigde tegels. Van de gangbare maat 15 x 15 centimeter gaan er 44 in een vierkante meter. Neem de hoeveelheid ruim in verband met breuk- en snijverliezen en let op dat elke verpakking een gelijk tintnummer heeft. Voor de voegdikte kunt u kiezen uit voegkruisjes van 2, 3 of 4 millimeter. Voor uitwendige hoeken bestaan er tegels met meegeglazuurde zijkanten. Bij het betegelen van een wand zijn de volgende gereedschappen nodig: rolmaat, waterpas, stellatten, tegelsnijder, boormachine, draadzaag, punthamertje, tegeltang, lijmkam, harde spons. De voorbereidingen Zorg voor een vlakke, schone, droge ondergrond. Repareer scheuren en gaten met een vulmiddel. Op hout, spaanplaat, een te zachte of een erg beschadigde pleisterlaag kunt u beter eerst gipsplaten aanbrengen, die u behandelt met een voorstrijkmiddel. Verf en betonemail maakt u vlak door er met een ruwe baksteen over te wrijven. Dient een oude tegellaag als ondergrond, gebruik dan een speciale pastalijm en laat de nieuwe voegen op een andere plaats komen dan de oude. De positie van de eerste tegels bepaalt u met startlatten. Leg voor de wand een rij tegels neer, inclusief voegkruisjes, zodanig dat aan beide zijden dezelfde pasmaat van ten minste een halve tegel overblijft. Smokkel zonodig iets met de voegdikte. Zet de meest linker en de meest rechter tegel overeind en bevestig hierlangs aan de buitenzijde twee verticale latten waarop u een laagverdeling (tegel + voeg) heeft afgetekend. Meet de hoogte van de opstaande tegels plus voeg en bevestig op dat niveau een zuiver horizontale lat. De tegels aanbrengen Maak de tegellijm aan volgens de gebruiksaanwijzing. U strijkt met een lijmkam de lijm op de muur, een vierkante meter per keer in een 4 tot 6 millimeter dikke laag. Vanuit de hoek links- of rechtsonder brengt u rij voor rij de tegels met tussenliggende voegkruisjes aan. Neem tegels afwisselend uit verschillende verpakkingen voor een mooie kleurstructuur. Controleer na elke laag of u exact recht blijft. Als de lijm hard is, verwijdert u de latten. Snijd de tegels voor de ontbrekende rijen op maat. Kras ze hiervoor in met een tegelsnijder of kraspen, leg ze over een dun latje en breek ze voorzichtig door. Smalle randjes breekt u na het insnijden af met een tegeltang. Betegel vervolgens de muur af en verwijder lijmresten. Overigens maakt u uitsparingen voor leidingen en kranen met een boor en een hamer of zaag. Teken het gat af en boor rondom kleine gaatjes. Tik het rondje eruit met een punthamer en werk het gat bij met een tegeltang. Of boor binnen de lijn een groter gat en steek hierdoor een draadzaag en zaag het rondje uit. Een
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 6
decoupeerzaag met een keramiekzaagje is ook geschikt. Afvoegen kunt u na 24 uur. Wrijf de speciale specie met een harde spons diagonaal in de voegen. Verwijder na een korte droogtijd de overtollige specie met veel schoon water. Werk voegen in hoeken, vooral in natte ruimten, af met siliconenkit, nadat de hoeken zeer goed droog, stof- en vetvrij zijn gemaakt! Houten betimmering Een houten wand- of plafondbetimmering geeft de kamer een rustieke uitstraling. De betimmering kunt u horizontaal of verticaal aanbrengen tegen een aan wand of plafond bevestigd houten raamwerk. Schroten en profielen zijn er in verschillende uitvoeringen en lengtematen, allemaal voorzien van messing en groef. Voor zo'n klus heeft u de volgende gereedschappen nodig: boormachine, fijngetande zaag, schroevendraaier, hamer, vijl, stanleymes. Haal het hout minstens twee weken voor de verwerking in huis. Verwijder de verpakking, zodat het werkende materiaal zich kan aanpassen aan de omgeving. Het raamwerk aanbrengen Het raamwerk maakt dat kleine oneffenheden van de muur geen rol spelen. Verwijder wel de plinten. Voor het raamwerk bevestigt u latten van bijvoorbeeld 18 x 28 millimeter met pluggen en schroeven aan de wand. Begin met een kader rond het te bekleden oppervlak en langs deur- en raamkozijnen. Hiertussen schroeft u latten met een maximale hart-op-hartafstand van 60 centimeter, horizontaal als u een verticale bekleding gaat aanbrengen, verticaal voor een horizontale bekleding. Maak zonodig dwarsverbindingen. Inbouwstopcontacten en -schakelaars verplaatst u naar voren op het raamwerk. Om opbouwdozen kunt u wellicht heenwerken. De betimmering aanbrengen Verticaal Zaag de planken (of profielen) op zodanige lengte, dat onderaan een kier overblijft die straks volledig achter de plint wegvalt. Plaats de eerste plank in de hoek, met de groef tegen de aangrenzende wand. Om de plank exact waterpas te krijgen, moet u hem misschien hier en daar iets afvijlen. Kunststof snijdt u in de lengterichting met een stanleymes. Spijker de groefzijde vast aan het raamwerk. Sla schuin door de messingkant ook wat spijkers, die door de aansluitende plank aan het zicht ontnomen worden. Tik die plank van boven naar beneden aan met een blokje en bevestig hem, net als alle volgende, alleen aan de messingkant. Horizontaal Bij deze betimmering begint u bovenaan. Gaat het om een lange muur, dan komen de aansluitende plank- of profieleinden gewoon tegen elkaar. Zorg wel, bij het maken van het raamwerk, dat zich precies onder de voeg een plank bevindt. Ten slotte werkt u hoeken, uiteinden en voegen weg achter houten of kunststof profielen. Camoufleer zichtbare spijkerkoppen met een tipje verf of beits. Houten bekleding werkt u af met drie lagen vernis of houtbeschermingsmiddel. Plafond verlagen Bij plafonds kunt u een dun raamwerk tegen de ondergrond aanbrengen en betimmeren zoals reeds beschreven. Het is ook mogelijk om het plafond te verlagen. Gebruik hiervoor dikkere balken, bijvoorbeeld van 44 x 44 millimeter of 47 x 50 millimeter. Bouw het raamwerk dan als een rooster met dwarsbalken. Bevestig het kader met pluggen en schroeven bovenaan op de muur. Waar de dwarsbalken elkaar kruisen of aan het kader bevestigd worden, maakt u halfhoutse verbindingen met lijm en schroeven. Om te voorkomen dat het zware rooster in het midden doorzakt, draait u in de originele plafondbalken en recht daaronder in het rooster oogschroeven van minstens 38 millimeter lengte. Tussen elk koppel oogschroeven spant u een stuk staalkabel. Zorg dat het raamwerk exact vlak en zuiver horizontaal komt te hangen. Het aanbrengen van de bekleding gebeurt op dezelfde manier als in het voorgaande is aangegeven.
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 7
Kwaliteitseisen U mag uw huurwoning aanpassen aan uw woonwensen, maar hieraan zijn wel spelregels verbonden. Die spelregels staan vermeld in de brochure 'EigenWijs Verbouwen' van SallandWonen. Voor de meeste veranderingen moet u vooraf goedkeuring vragen. SallandWonen stelt kwaliteitseisen aan het materiaal, de veiligheid en het onderhoud. Bouwkundige eisen Algemeen - De ondergrond moet glad, strak, vetvrij en droog zijn, voordat het materiaal wordt aangebracht; alle lijmresten zijn verwijderd en scheuren gerepareerd. - De ondergrond zo nodig voorbehandelen met een voorstrijkmiddel. Sierpleister, granol, structuurverf - Sierpleister, granol of structuurverf moeten gelijkmatig zijn aangebracht. - De structuur van sierpleister, granol en structuurverf mag maximaal 2 millimeter bedragen. Steenstrips - Steenstrips moeten waterpas en recht worden aangebracht. - Voegen dienen netjes te zijn afgewerkt, zonder uitsteeksels. Tegelwerk - Tegels moeten strak, vlak en waterpas zijn aangebracht. - De tegels in uitwendige hoeken moeten geglazuurde randen hebben. - Voegen mogen niet groter zijn dan 3 millimeter en moeten vol ingewassen zijn met speciale voegspecie. - Het tegelwerk moet zo verdeeld worden dat de tegels niet smaller worden dan 5 centimeter. - De hoogte van het tegelwerk in de badkamer is minimaal 2,1 meter; in het toilet 1,2 meter. - Inwendige hoeken afwerken met schimmelwerende kit. - De aansluiting van de wand aan de vloer moet eerst worden voorzien van kimband. - Tegels mogen niet geverfd worden. - De tegels hebben een KOMO-certificaat. Houten betimmering - Voordat u de houten bekleding op de wand of het plafond bevestigt, dient een houten raamwerk te worden aangebracht. Dit om oneffenheden van de ondergrond weg te werken. - Inbouwstopcontacten en -schakelaars worden naar het raamwerk verplaatst. Dit dient door een erkend installateur te worden gedaan. - Houten wand- en plafondbekleding dient waterpasrecht te worden aangebracht. - Het bestaande stucplafond mag niet worden verwijderd. Onderhoudstechnische eisen - Pleisterwerk is kwetsbaar en kan gaan scheuren; u bent zelf verantwoordelijk voor het herstellen en repareren van zelf aangebrachte wandafwerking. - Zorg voor een voorraad van minimaal 1 m2 tegels, in verband met vervanging bij beschadiging; u bent zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van de tegels. Verhuurtechnische eisen - Wij raden u aan lichte, neutrale kleuren te gebruiken. - Wanneer de nieuwe huurder niet akkoord is met de aangebrachte wandafwerking, moet de wand glad afgewerkt worden voor de datum van huurbeëindiging. Aanbevolen materialen - Voor sierpleister of granol raden wij u spachtelpoets of branderpoets aan.
Kluswijzer 7: Zelf een wand verfraaien
pagina 8
Materialen die niet zijn toegestaan - Bij plafondbekleding mogen geen brandbare materialen worden gebruikt, zoals kunststof schroten, tempexplaten, en dergelijke.
SallandWonen biedt de mogelijkheid tegen huurverhoging het leveren en plaatsen van wandtegels voor badkamer, keuken en toilet voor u uit te voeren. Als u hierover meer wilt weten, neemt u dan gerust contact op met een opzichter van SallandWonen. SallandWonen kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud van deze Kluswijzer.