TECHNIEK- EN BÈTAONDERWIJS Thema: Revolutie
Klas van de toekomst Deze scenario’s staan voor de deur
De nieuwe mens
Hoe we veranderen door de revolutie
Ongestoord ontdekken Alles over de conferentie
periodiek van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen najaar 2015 jaargang 24 nummer 3
Evolutie van de revolutie 4
INHOUD
6
De nieuwe mens
Wat een industriële revolutie voor maatschappelijke veranderingen teweeg kan brengen
Door een moderne bril 10
14
Klaslokaal van de toekomst
Hoe een futuristische school eruit kan zien zonder docenten of geschreven tekst
24 32
20
Conferentiepreview Creatie educatie
Creativiteit aanleren door het te verweven in de les
26
Zaklaboratorium
28
TOA-CONGRES
30
Kracht van de massa De hermaakbare wereld
Maken en recyclen gaan hand in hand
Deze editie van de Terugkoppeling heeft als thema revolutie. Los van het thema vind je in elk nummer een noot van de redactie en de rubriek “mooi meegenomen” met wetenswaardigheden.
34
Biohack report
36
Mooi meegenomen
D
COLOFON
van onze gastredacteur
De Terugkoppeling is een uitgave van NVON, de Nederlandse vereniging voor het onderwijs in de natuurwetenschappen.
VOORTDURENDE VERANDERING
REDACTIEADRES Schieweg 15 2627 AN Delft t: 015-2127029 e:
[email protected] Redactie: Amber Leeman, Lian Moerenhout, Hein Bruijnesteijn met als gastredacteur Marco Diesman met medewerking van het bestuur van de NVON. Met dank aan Laura Klauss, Auke van der Woud en Chantal van Hooff. Realisatie: De Kabelfabriek Opmaak: FIZZ marketing en communicatie Drukwerk: Ten Brink Offset Foto omslag: XXXXXXX KOPIJ Artikelen, persberichten en overige informatie graag twee maanden voor verschijnings datum insturen naar de redactie. Richtlijnen voor auteurs zijn op te vragen bij de redactie via
[email protected]. Abonnement Lid worden? Als lid van de NVON ben je automatisch abonnee van het blad Terugkoppeling en word je daarnaast geïnformeerd per digitale nieuwsbrief. Ook ontvangen leden tal van kortingen op musea en (vak-)bladen. Meld je aan via de website: www.nvon.nl LEDENADMINISTRATIE NVON
[email protected] Wilt u tekst- of beeldmateriaal gebruiken uit deze uitgave? Neem s.v.p. contact op met de redactie voor onze toestemming, doorverwijzing of medewerking.
We zien verandering pas als we erbij stilstaan. Daarom besteden we dit jaar in de conferentie en de Terugkoppeling aandacht aan de wonderlijke ontwikkelingen die nu rond en met ons gaande zijn. Revolutie is geen makkelijk onderwerp om in tekst te vangen. Toch zien we de gevolgen ervan elke dag om ons heen. Het klimaat in je huis wordt geregeld door de slimme thermostaat Toon. En heb je zelf een idee voor een elektronisch apparaat om je huis te verbeteren dan zet je gewoon een Arduino in. Ook op school zetten de veranderingen gestaag door. De smartphone is niet meer uit de handen van de leerling weg te denken. Leerlingen begeleiden gaat al bijna niet meer zonder internet. Overal in ons leven vind je zulke ‘nieuwe’ producten, diensten en apps die ons al niet eens meer opvallen. Maar als we erbij stilstaan dan zien we dat de komende decennia nog veel voor ons in petto hebben. Dan kunnen we fantaseren én plannen voor de toekomst. Marco Diesman Meer over Marco en zijn werkzaamheden lees je op pagina 10. Ook een keer gastredacteur zijn? Schrijf en denk met ons mee over het thema. Meld je aan via
[email protected].
NVON | 2015 | 3
evolutie van de revolutie De
Er zijn verschillende visies op wat exact de Vierde revolutie is of gaat worden. De een ziet het als een verlenging van de derde, de ander ziet alweer een vijfde revolutie aankomen. Waar komen de ideeën over een nieuwe revolutie vandaan? Hoe zou de Vierde revolutie eruit kunnen gaan zien? En welke revoluties gingen er ook alweer aan vooraf? Een tijdlijn en drie theorieën over de aanstaande veranderingen.
2 1
Eerste industriële revolutie Industrie 1e helft 19e eeuw Nieuwe technologie: Gietijzer en stoommachines Gevolg: Ontstaan van fabrieken Sociaalcultureel effect: Toename van urbanisatie, maatschappelijke ongelijkheid en kinderarbeid
4
Tweede industriële revolutie Industrie 2e helft 19e eeuw Nieuwe technologie: Staal, elektriciteit, turbines, verbrandingsmotor, chemische industrie Gevolg: Ontstaan van massaproductie en de productielijn, toename transportmogelijkheden, toename toepassing wetenschap Sociaalcultureel effect: Meer werkloosheid, afname van levensverwachting, meer producten betaalbaar voor een groot publiek, meer individualisme
4 De makersrevolutie Met de komst van 3d-printers en -scanners is een eerste stap gezet in het democratiseren van productievermogen. Consumenten worden prosument: ze kunnen zelf hun producten ontwerpen, fabriceren en aanbieden.
In tegenstelling tot bij massaproductie kunnen producten weer op maat gemaakt worden. De productie kan met weinig financiële middelen op kleine schaal bij de gebruiker in de buurt of zelfs thuis plaatsvinden. Omdat iedereen ontwerper is en wijzigingen aan kan brengen zullen producten sneller evolueren. Er zullen nieuwe verdienmodellen ontwikkeld moeten worden en ook de distributie van goederen zal sterk veranderen.
De intelligente automatiseringsrevolutie De term internet of things stamt al uit 1999 en beschreef toen al dat allerlei voorwerpen en systemen op een geavanceerde manier met elkaar zouden communiceren en samenwerken via het internet. Die visie begint nu langzaamaan werkelijkheid te worden. In fabrieken worden intelligente machines al volop toegepast. Productierobots, transportbanden en productonderdelen communiceren met elkaar. Ze verdelen zelf het werk en lossen storingen zelf op. Zo ontstaat een zelforganiserende fabriek waar nog weinig handen aan te pas komen. Deze ontwikkeling biedt nog oneindig veel toepassingsmogelijkheden. Bijvoorbeeld in transport, de gezondheidszorg, maar ook in huis zijn er veel processen die efficiënter kunnen worden door slimme automatisering.
4 3
Derde industriële revolutie Informatie 2e helft 20e eeuw Nieuwe technologie: Computers en internet Gevolg: Toename communicatie, globalisatie en digitalisering Sociaalcultureel effect: Meer informatie beschikbaar voor individuen, meer (digitale) intermenselijke communicatie, meer openheid en democratisering
De circulaire revolutie Steeds meer energiebronnen en grondstoffen raken uitgeput. Daarom worden er kringlopen gesloten waarbij producten, onderdelen of materialen worden hergebruikt. Al bij het ontwikkelen van een product moet hiermee rekening gehouden worden, bijvoorbeeld door materiaalkeuze of scheidbaarheid van onderdelen. Uiteindelijk zouden er helemaal geen afvalstoffen moeten overblijven. De kringlopen worden gevoed met hernieuwbare energie. Om het terugkomen van materialen te faciliteren kan het eigenaarschap van materialen verlegd worden. Zo betaal je bijvoorbeeld voor het gebruik van of de toegang tot een product, in plaats van voor het bezit. Het delen van producten past ook in dit straatje: door met meerdere personen een product te gebruiken hoeven er minder geproduceerd te worden.
Vierde industriële revolutie Integratie 1e helft 21e eeuw Nieuwe technologie: Intelligente computers, hernieuwbare energie, productiemogelijkheden voor de consument, biotechnologie Gevolg: Meer verwevenheid tussen de digitale en de fysieke wereld, meer slimme en geïntegreerde (productie)systemen Sociaalcultureel effect: Mogelijk: hyperproductiviteit, meer werkloosheid, meer vrije tijd, hogere levensverwachting en/of meer lokaal producerende gemeenschappen. NVON | 2015 | 5
mens De nieuwe
Met dank aan Auke van der Woud
Hoe gaan we om met het kunnen communiceren op afstand of met de toegang tot nieuwe producten en materialen? Hoe stil je de eeuwige zucht van de mens naar vernieuwing? Allemaal vragen die gesteld zouden kunnen worden in de 21e eeuw. Maar in het boek “de Nieuwe Mens” worden ze gesteld in de 19e eeuw. Auke van der Woud geeft een beeld van de ontwikkelingen in Nederland in een onstuimige tijd waarin Nederland te maken kreeg met onvoorstelbare technologische ontwikkelingen. Op onze ideeën en op onze waarden heeft deze revolutie een enorme invloed gehad. Cultureel gezien misschien wel groter dan de invloed die informatietechnologie of die de vierde revolutie op ons heeft.
Wie is de Nieuwe Mens? De Nieuwe Mens werd rond 1850, 1860 geboren. De Nieuwe Mens was een grotestadbewoner, een massamens en tegelijk een individualist, verzot op de stroom nouveautés die in de steeds grotere en vollere winkels lagen, gek op mode, op de nieuwe spektakels (de bioscoop), op reisjes maken. De negentiende-eeuwse bronnen die ik gebruikte hadden een duidelijke verklaring voor dit nieuwe type mens: de komst van de moderne natuurwetenschappen zorgde voor een omwenteling niet alleen in de 6
s
techniek (die massaproductie en massaconsumptie mogelijk maakte), maar ook in de cultuur. Die culturele omwenteling bracht een ander besef van goed en kwaad, meer belangstelling voor het materiële, zichtbare, tastbare, voelbare, en minder belangstelling voor ‘het hogere’, zoals de godsdienst. Die culturele revolutie schiep onze materialistische massacultuur. De Nieuwe Mens is onze voorvader. Zonder welke uitvinding was de Nieuwe Mens niet ontstaan? Ik ben ervan overtuigd dat de nieuwe technieken voor massamobiliteit en massacommunicatie essentieel waren. In de tweede helft van de negentiende eeuw ontstonden de nieuwe mondiale sterk geïntegreerde netwerken van spoorwegen, trans-Atlantische stoombootdiensten, telegraaf, persdiensten, congressen, tijdschriften met een internationaal bereik. Deze nieuwe netwerken schiepen de ‘nieuwe wereld’ die ik in een vorig boek beschreef. In De Nieuwe Mens laat ik zien wat die nieuwe wereld in de grote steden inhield, en hoe de mensen – en de beschaving – innerlijk veranderden. Wat in de late negentiende eeuw in het geïndustrialiseerde Europa en Amerika gebeurde, gebeurt in onze tijd door de huidige massamobiliteit en massacommunicatie op mondiale schaal. Overal ter wereld vindt de culturele revolutie plaats die oude beschavingen door moderne materialistische cultuur vervangt. De Nieuwe Mens lijkt sprekend op ons. Zijn er ook in het oog springende verschillen? Er zijn inderdaad grote overeenkomsten. De nieuwe cultuur van de Nieuwe Mens was een beeldcultuur: de massamode, de filmindustrie, film-
sterren, schitterende café-restaurants, massa-entertainment, de massareclame, overvolle winkels – dat alles ontstond in de decennia rond 1900. In die tijd zie je dat ook dat het verzet tegen die nieuwe cultuur (tegen de teloorgang van de oude beschaving) zich organiseert. De katholieke en protestantse kerken, hun politieke partijen en hun talloze maatschappelijke organisaties (‘verzuiling’) voerden de strijd aan. Het grote culturele verschil tussen toen en nu is dat dit verzet in de late twintigste eeuw marginaal is geworden. De materialistische massacultuur heeft geen tegenstand van betekenis meer. Het onderwijs is eind negentiende eeuw drastisch veranderd. Hoe kwam dat? De natuurwetenschap van de negentiende eeuw veranderde de cultuur, dat wil zeggen de waarden en normen, de manier van denken en voelen, opvattingen over de werkelijkheid, over wat ‘echt’ is. Wat meet- en weegbaar is, is echt: wat niet meetbaar is, bestaat in principe niet, het is ‘onbewijsbaar’, onecht. Deze verschuiving, die een breuk met eeuwenoude tradities betekende, is alleen te verklaren met de onvoorstelbare successen van de toegepaste wetenschappen en de techniek. De bètawetenschappen zorgden voor meer gezondheid, meer en beter voedsel, NVON | 2015 | 7
een handjevol studenten, uitsluitend mannen uit gegoede kringen. Techniek werd op het hoogste niveau aan de KMA in Breda gedoceerd, daar werden de (militaire) ingenieurs opgeleid. In 1864 werd de Polytechnische Hogeschool in Delft gesticht, voor de civiel en de bouwkundig ingenieurs, ook mannen uit welgestelde milieus. Het ‘middelbare’ technisch onderwijs gebeurde toen op avondscholen en het lagere in de werkplaats, in de praktijk.
meer kennis van de wereld, meer comfort, meer welvaart. Ze zorgden met die triomfen voor een groot optimisme, voor de overtuiging dat de mens zelf de toekomst kan maken. Het onderwijs had daarbij een cruciale rol. Het was niet zoals nu gericht op zelfontplooiing, maar op de toekomst van het land. Wat als er in 1860 een onderwijsconferentie onder de naam “Revolutie” zou plaatsvinden. Wat zou daar allemaal te zien en te doen zijn? Het hangt er erg van af waar die conferentie gehouden werd, en met wie, en voor welk type onderwijs. In Londen en Parijs vond de ene na de andere technische revolutie plaats, terwijl in dezelfde tijd aan Duitse universiteiten de basis werd gelegd voor de enorme wetenschappelijke productie die Duitsland rond 1900 wereldleider op terreinen als elektrotechniek, farmacie en vernietigingswapens maakte. In Nederland was anno 1860 het onderwijsbeleid nog stevig in handen van degenen die niet zo van omwentelingen hielden. Hoe vond de overdracht plaats van bètawetenschap en techniek voor 1860? Wetenschap was exclusief iets voor de universiteiten, en dan moeten we voor die tijd in Nederland denken aan 8
Hoe komt het dat in de geschiedschrijving techniek en cultuur vaak gescheiden worden belicht? Historici die veel van cultuur weten, weten vaak niets van techniek, en specialisten op het gebied van techniekgeschiedenis concentreren zich op uitvinders, uitvindingen en fabrieken. Er is een eeuwenoude traditie dat cultuur ‘hoger’ is dan techniek, techniek is dienend, dus lager. Kranten, tijdschriften, de tv bevestigen het oude patroon vaak. Cultuur dat is boeken, film, sterrenrestaurants. Hybride auto’s, Marslanders en the internet of things heet geen cultuur maar techniek. Voor mij is die tweedeling een vergissing. Techniek is niet iets totaal anders dan cultuur. Ik definieer cultuur liever sociologisch Cultuur gaat over waarden en normen, en techniek kan die twee grondiger
veranderen dan gedichten, schilderijen en concerten dat kunnen doen. Wat zijn de belangrijkste overeenkomsten tussen de 1e en 2e industriële revolutie en de revolutie die nu gaande is? De belangrijkste overeenkomsten: massaproductie, massaconsumptie, massacommunicatie, massamobiliteit en groeiende individuele vrijheid (individualisme). De belangrijkste verschillen zijn de schaal van het proces (is nu mondiaal) en de intensiteit ervan. De nieuwe technieken van de late negentiende eeuw creëerden omstandigheden die het dagelijks leven voor steeds meer mensen aangenamer maakten. De nieuwe technieken van de huidige tijd zijn zo diep met ons bestaan verweven, niet alleen fysiek maar ook psychisch, dat we totaal afhankelijk van ze zijn geworden. Als het internet door een zeer besmettelijk en dodelijk virus zou desintegreren, dan leefden we vier weken later in een stenen tijdperk. Men zegt dat we nu aan de vierde revolutie toe zijn. Zie je ook nu een culturele revolutie ontstaan? Er zijn inderdaad aanwijzingen dat de hooggeïndustrialiseerde samenlevingen zich anders gaan organiseren. De traditionele machten die de koers bepaalden, zoals de politieke partijen, raken de greep kwijt. Je leest bijna elke dag in de krant dat de huidige samenleving zelfs voor de ministeries en de talloze experts die ze inhuren te complex wordt. Dat er geen totale chaos is, komt doordat de samenleving ook over sterke zelfregulerende mechanismen beschikt. Dat is een groot verschil met de situatie die tot ver in de twintigste eeuw bestond: toen was men gewend om hoog naar het bestuur op te zien en wachtte men op de aanwijzingen van bovenaf. Het wordt steeds duidelijker dat die aanwijzingen niet of te laat komen, of
dat ze structurele problemen veroorzaken. We zitten middenin een veeleisend leerproces om zelf, met gelijkgezinden, initiatieven en verantwoordelijkheid te nemen. Het internet heeft hierbij een essentiële functie. Het transformeert de verhoudingen tussen het individu en de samenleving ingrijpend. Wat kunnen onze lezers leren van de geschiedenis? Deze vraag roert iets aan wat me erg bezighoudt, juist in verband met het onderwijs. Daarmee doel ik niet alleen op scholen en opleidingen, ook op de boeken en de artikelen die we schrijven, en op de stukjes in de krant over het werk van historici, archeologen of monumentenzorgers die ‘met respect voor de geschiedenis’ een mooie klus hebben geklaard. ‘De’ geschiedenis bestaat volgens mij niet, net zomin als ‘de’ actualiteit en ‘de’ toekomst. We hebben hier altijd te maken met keuzes, percepties, opvattingen, bewuste of onbewuste voorkeuren, zaken die we wel of niet (willen) zien. De opgave voor historisch onderzoek is dat we op zoek moeten naar de onderwerpen uit het verleden die relevant voor nu zijn. Er komt steeds meer geschiedenis, we moeten daar noodgedwongen wel selectief mee omgaan. Geschiedenis moet meer zijn dan een verzameling historische feiten. We moeten op zoek zijn naar processen die dieper inzicht geven in het heden, en in onszelf. nvon.tk/nieuwmens
Auke van der Woud is emeritus hoogleraar architectuuren stedenbouwgeschiedenis. In zijn geschiedkundige boeken legt hij de nadruk op de parallellen met het heden. In zijn boek Een Nieuwe Wereld (2006) beschrijft hij hoe het moderne Nederland vanaf 1850 ontstond in een dynamische tijd, waarin intensieve communicatie, mobiliteit en massaconsumptie plots een rol begonnen te spelen. In De Nieuwe Mens (2015) wijdt hij verder uit over de culturele omslag die dat teweeg bracht.
NVON | 2015 | 9
Door een
moderne b Een bijdrage van Marco Diesman, gastredacteur en docent
De mogelijkheden de wereld om je heen aan te kleden met extra informatie of sensatie nemen toe. Al in de jaren ’50 was er een enorme fascinatie voor virtuele werelden en werden de eerste helmen met displays ontwikkeld. Nu komen de eerste virtual-reality-brillen voor particulieren op de markt. Niet alleen geschikt voor entertainment, maar ook als ondersteuning voor de dagelijkse routine. En natuurlijk om nieuwe dingen te leren en ontdekken. Het houdt vrijwel alle grote technologiebedrijven bezig: de mogelijkheid om de digitale en echte wereld te verweven. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen volledig virtuele realiteit en toegevoegde realiteit. Bij virtual reality (VR) wordt de gebruiker volledig ondergedompeld in een door een computer gegenereerde wereld. Bij augmented reality (AR) zie je informatie of beeldelementen als extra laag over de echte wereld. Hier een aantal voorbeelden van ontwikkelingen op beide vlakken en de mogelijkheden die we verwachten om ze in te zetten in het onderwijs. Augmented reality Er zijn al meerdere smartphone-apps beschikbaar die elementen uit de omgeving
herkennen en hierbij realtime informatie kunnen weergeven. Maar er is meer mogelijk. Het bekendste op zichzelf staande product op het gebied van AR is op dit moment de Google Glass. De Google Glass is een zogeheten optical head-mounted display, een bril waardoor je zowel gereflecteerde projecties ziet als de echte wereld die erachter zit. De projecties lijken veel op de interface van een smartphone en de bril wordt bediend met gesproken commando’s. In 2013 begon Google een prototype aan geselecteerde gebruikers te verkopen. Hiermee kon je video’s opnemen, realtime navigatie volgen en Googlen. In 2015 is het bedrijf gestopt met de verkoop, hoewel het product nog wel verder zal worden ontwikkeld. Er is veel weerstand geweest tegen het gebruik van de Google Glass, met name vanwege de camerafunctie. Hierdoor vreesden bedrijven voor het lekken van gevoelige informatie en overheden voor de privacy van burgers. Daarom werd het dragen bij sommige bedrijven en openbare gelegenheden al verboden voordat hij te koop was. Daarnaast zijn er zorgen over de veiligheid van het gebruik van de Glass tijdens het besturen van een voertuig. Toch zijn er ook positieve ontwikkelingen. In 2014 werd de eerste operatie uitgevoerd met ondersteuning van de bril. Waar Google Glass zich vooral nog richt op het weergeven van 2d-informatie in een 3d-wereld denkt Microsoft HoloLens al verder vooruit. Met de HoloLens kun je virtuele 3d-objecten aan de echte wereld koppelen, bestuurd door handbewegingen. Zo kan elke wand een in formaat verstelbare tv worden en kun je virtuele objecten met je meenemen. Je kunt ook ontwerpen door virtuele onderdelen van
10
bril aan het krijgen van realtime uitslagen van een slinger die je ook nog virtueel van formaat kunt veranderen. Of denk aan het virtueel bij elkaar gieten van stoffen in de scheikundeles, met alle virtuele gevolgen van dien.
formaat te laten veranderen, of van iemand op afstand instructies krijgen in de vorm van pijlen. Deze head-mounted device is voorlopig nog niet op de markt, maar al wel op kleine schaal beschikbaar voor ontwikkelaars. Voor het onderwijs zijn er natuurlijk legio toepassingen voor AR, juist omdat er zo’n sterke relatie is met de echte wereld. Denk
Virtual reality De eerste VR-toepassingen voor de consument zijn ook gebaseerd op de smartphone. Met speciale brillen, zoals de Google Cardboard of de Samsung Gear VR, kun je je smartphone omtoveren tot een head mounted device, waarmee je om je heen kunt kijken in een digitale 3d-wereld. Interactieve VR-systemen zijn momenteel nog in ontwikkeling, sommigen zijn beschikbaar voor softwareontwikkelaars. De Oculus Rift is hiervan de bekendste. Met de Rift op waan je je echt in de gesimuleerde wereld, die reageert op de beweging van je hoofd en handen. Je kunt 360° om je heen kijken, en ook omhoog en omlaag. Omdat de reactie op rotatie en verplaatsing van je hoofd NVON | 2015 | 11
Aan de slag met LOB en techniek? Kom naar de workshop LOB Loont! Kiezen wat bij je past begint met weten wat er te kiezen valt en te ontdekken wat je leuk vindt. Krijgen uw leerlingen tijdens loopbaanoriëntatie en – begeleiding (LOB) de kans om te ontdekken of techniek misschien iets voor ze is? Door deel te nemen aan de workshop LOB Loont van 11.00 - 12.00 uur op het NVON congres kunt u met een beperkte tijdsinvestering een vliegende start maken. U krijgt een eerste indruk van effectieve LOB en techniek en hoe u dit kunt vormgeven. Een workshop vol tips en tricks. De workshop sluit aan op de principes van het loopbaanleren van Marinka Kuijpers. Bent u erbij?
Alvast meer lezen? Kijk op de website van www.techniektalent.nu/lob 12
Marco Diesman is docent natuurkunde, techniek en werktuigbouw. Na eerst bij defensie (als beroepsmilitair), Fokker (constructeur) en een ingenieursbureau gewerkt te hebben is hij in 2002 gestart op een vmbo. In 2008 heeft hij samen met zijn collega Rachel Baan (genomineerd voor ‘leraar van het jaar 2015’) een bedrijf opgericht: Ooi en Ram educatief ingenieursbureau. Dit bedrijf geeft een lesmethode uit voor techniek, natuurkunde en informatiekunde in de onderbouw van het vmbo. nvon.tk/marcodiesman
zo precies is reageert je lichaam ook alsof je daadwerkelijk in die race-auto zit. Alleen de geur van verbrand rubber en lucht langs je gezicht missen nog. De marktintroductie van de Rift is gepland in januari 2016. De Rift is oorspronkelijk ontwikkeld als gaming device, maar bredere toepassingen zijn natuurlijk niet uitgesloten. Deze versie van de Rift is te bedienen met een gamepad of controllers. De Fove is ook een VR-bril in ontwikkeling. Dit systeem volgt de beweging van de pupillen, waardoor de gebruiker kan scherpstellen en het systeem kan bedienen met de ogen. Hier zijn al werkende prototypes voor. Uiteindelijk is het de bedoeling dat je met de Fove op een natuurlijke manier interactie en communicatie kunt aangaan met digitale personen en wezens. Op dit moment zijn de voornaamste hordes
voor VR-systemen de enorme rekenkracht die het vereist en misselijkheid ten gevolge van desoriëntatie. Het is momenteel nog een lang en prijzig traject om zo’n virtuele wereld te bouwen. En er moet veel aandacht geschonken worden aan het navigeren in de niet-virtuele wereld, om ongelukken te voorkomen. Ook voor VR zijn er voldoende toepassingen te bedenken voor het onderwijs. Ik stel me voor dat je net als in de serie “Er was eens... de mens” een reis maakt door het menselijk lichaam, maar dan dat je er zelf rondwandelt. Of dat je er kennismaakt met machines die je op school nooit tegen zou komen. Voorlopig draag je virtuele realiteit dus nog op je hoofd. Maar we kunnen nu alvast nadenken over de gevolgen die deze revolutie in hoe we de wereld beleven en waarnemen invloed gaat hebben op het onderwijs. De producten en diensten die beschikbaar worden gaan ontzettend veel invloed hebben op de belevingswereld van mijn leerlingen. De mogelijkheden zijn eindeloos, vooral als leerlingen straks mee kunnen programmeren en ontwikkelen. nvon.tk/ar-hololens nvon.tk/vr-fove NVON | 2015 | 13
Het
klaslokaal van de
toekomst Door: Lian Moerenhout, redactie
Het afgelopen decennium hebben we een beeld gekregen van hoeveel er kan veranderen in tien jaar. Toch ziet een klas van nu er bijna net zo uit als een klas 300 jaar geleden. Kunnen de oude leermethodes overboord? Hoe bepalen we welke koers we moeten varen? En waar brengen nieuwe mogelijkheden zoals leerlingvolgsystemen voor tablets en online leerplatforms ons heen? Sugata Mitra plaatste een computer in een sloppenwijk in India en ontdekte dat kinderen, hoewel ze geen Engels spraken en nog nooit een computer gezien hadden, zichzelf en anderen leerden surfen, gamen, en informatie opzoeken. Hij zag dat deze nieuwsgierigheid weinig wordt benut op scholen, omdat ons schoolsysteem nog veel lijkt op het 18e-eeuwse model. Hierin was het de bedoeling leerlingen allemaal even goed te laten schrijven, lezen en rekenen, zodat ze allemaal dezelfde taken konden uitvoeren op kantoren in kolonies. Inmiddels is hij een van de voorvechters van een schoolsysteem waarin kinderen niet allemaal hetzelfde leren, maar hun nieuwsgierigheid inzetten om dingen te ontdekken.
Nieuwe technologieën zijn momenteel de grootste drijfveren om het klassikaal lesgeven te veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van tablets die tot het gebruik van digitale boeken en apps heeft geleid. Of het gebruik van smartboards, die een interactieve brug slaan tussen het traditionele krijtbord en computers. Op die manier lopen we achter de revolutie aan, en doorbreken we niet de verouderde systemen, zoals die die door Sugata Mitra worden aangekaart. Om echt te begrijpen in welke richtingen het onderwijs kan ontwikkelen zul je verder moeten kijken dan de technologieën die nu beschikbaar zijn. Je hebt een beeld nodig van de context waarin de leerling en de docent van de toekomst zich bevinden. Aan de hand van een concrete schets van het ‘klaslokaal’ van de toekomst kun je bespreken welke ontwikkelingen wel en niet wenselijk zijn. En mogelijk de techniek inspireren om het onderwijsmateriaal in diezelfde richting te ontwikkelen. nvon.tk/sugatamit
Strategieën zoals flipping the classroom gaan ook in tegen het ouderwetse model van de docent die kennis overdraagt in de klas. Met nieuwe technologieën kunnen de leerlingen via video’s en internet kennis tot zich nemen, en is er in de klas meer ruimte voor dialoog en hands-on activiteiten. In de VS is blended learning al normaal aan het worden; in sommige staten behoort het volgen van een aantal virtuele vakken tot de verplichte onderdelen. 14
Toekomstscenario’s Hoe het klaslokaal van de toekomst er exact uit gaat zien is afhankelijk van ontzettend veel factoren. Aan de hand van trends die we nu zien kunnen we wel de meest radicale toekomstbeelden in kaart brengen. Hoe zou het bijvoorbeeld zijn als er helemaal geen echte docenten meer zijn? Of als al het onderwijs volledig in de virtuele wereld
zou plaatsvinden? Vier scenario’s over hoe de leeromgeving van leerlingen er in 2035 uitziet. Op de volgende pagina’s wordt verder ingegaan op wat de gevolgen zouden zijn van de scenario’s en hoe bijvoorbeeld toetsing zou gaan. Ook worden leermiddelen toegelicht die nu al beschikbaar zijn en die in de richting van deze scenario’s wijzen.
geen docenten
Virtuele leerwereld
Alles is een school Leerlingen zijn altijd op een andere locatie om nieuwe ervaringen op te doen, geassisteerd door hun digitale persoonlijke slimme assistent.
Leerlingen vinden hun eigen weg in een virtuele wereld waar ze spelenderwijs uitgedaagd worden hun talenten te ontwikkelen.
leren in de virtuele wereld
leren in de fysieke wereld
Flexibileren
Bonte verzameling
Leerlingen nemen waar en wanneer ze willen digitaal contact op met hun lievelingsdocenten van over de hele wereld.
Leerlingen kiezen hun eigen projecten in een groot faciliteitencomplex waar leerjaren en docenten door elkaar lopen.
wel docenten
Deze toekomstscenario’s zijn opgebouwd volgende de methodiek van Futureconsult. Op de twee assen staan twee impactrijke trends waarvan nog onzeker is welke kant het opgaat: de mate waarin onderwijs virtueel gaat plaatsvinden, en de mate waarin docenten hier een rol in spelen. Meer informatie over toekomstverkenning op deze wijze vind je in het boek Wijzer in de Toekomst. nvon.tk/toekomstverk NVON | 2015 | 15
het klaslokaal van de toekomst
Scenario 1
Virtuele leerwereld Sem start ’s ochtends thuis met plezier zijn virtuele school op en kiest ervoor vandaag in het bos te zijn. Hij bespreekt de opdrachten met de vertelstem en het lesprogramma past zich automatisch aan. Sem voert verschillende opdrachten uit en leert zo over bomen. In de pauze komen de virtuele leerlingen samen op het virtuele dorpsplein. ’s Middags volgt Sem een virtuele workshop Afrikaanse dans die hij in de fysieke wereld uitvoert. Aan het einde van de dag bespreekt hij met de vertelstem hoe hij vindt dat het gaat en wat hij nog meer zou willen weten over hout. Hierna speelt hij nog wat spelletjes met virtuele vrienden en zet hij school uit. De virtuele leerwereld is een heel uitgebreide omgeving waar leerlingen in rond kunnen lopen met een virtual reality device. Het lesmateriaal en de opdrachten die erin zitten worden ontwikkeld door docenten die op een centrale plek zitten. Zij monitoren ook de voortgang van de leerlingen, maar staan niet direct in contact met individuele leerlingen. Leerlingen en ouders bepalen zelf waar de leerlingen hun lessen volgen. De inhoud van het lesprogramma wordt gaandeweg afgestemd op de behoefte van de individuele leerling. Emotionele ondersteuning zit ingeprogrammeerd in de vertelstem. De leerling krijgt ook oefeningen om aan fysieke lichaamsbeweging te doen. De initiële kosten van de softwareontwikkeling zijn enorm, maar hierna is het lesprogramma relatief goedkoop te updaten en aan te passen.
+ Kinderen van reizende ouders en zieke leerlingen kunnen hun eigen lesprogramma blijven volgen + Toetsen is geen momentopname, alles is na te kijken + Omdat alles kan worden gemonitord is het mogelijk leerlingen met een gelijksoortige leerervaring eenzelfde diploma te geven - Minder contact met leeftijdsgenoten - Geen emotionele begeleiding van een persoon - Weinig privacy omdat alles kan worden gemonitord - Hoge initiële kosten voor softwareontwikkeling Op dit moment is het al mogelijk volledige studies online te doen. Instructies, kennisdeling, opdrachten, contact met de docent en toetsing vinden dan online plaats. Khan Academy is een voorbeeld van een non-profit organisatie die gratis online studies en studiemateriaal aanbiedt voor alle leeftijden. Ze verzamelen hoge kwaliteit materiaal in samenwerking met toonaangevende onderwijsinstanties en bedrijven. Je kunt er online je eigen voortgang volgen en je krijgt directe feedback op je opdrachten. nvon.tk/khanacadem
16
het klaslokaal van de toekomst
Scenario 2
Alles is een school + Leerlingen kunnen projecten relateren aan de echte wereld + Projecten worden spelenderwijs doorlopen - Er is een ingewikkelde samenwerking nodig tussen software-ontwikkelaars, ouders en bedrijven - De leerervaring is afhankelijk van niet centraal gecoördineerde monitoring Lynn wordt ’s ochtends gewekt door haar slimme digitale assistent die vertelt dat ze deze week aan een project werkt bij een waterbouwbedrijf. Het bedrijf, waar de moeder van een klasgenoot werkt, bouwt momenteel een keersluis. Lynn krijgt instructies van de digitale assistent en geeft ook antwoorden aan de assistent. Haar voortgang kan ze direct zien in het aantal sterren, en bij een set goede antwoorden kan ze leuke tips of minigames unlocken. Later deze week moet de groep zelf een maquette maken van een keersluis die op een andere locatie komt. Eerst laat de digitale assistent ze een bouwplan schrijven. De digitale assistent geeft ze enkele punten voor verbetering en keurt het goed. Aan het einde van de dag vertelt de digitale assistent Lynn dat ze goed op schema zit. In dit scenario worden bedrijven en ouders nauw verbonden met leren. Leren gebeurt niet op een vaste plek, maar op plekken die te maken hebben met de projecten. De algemene begeleiding gebeurt door een slimme device waarop leerlingen achievements kunnen unlocken. Op deze manier doorlopen de leerlingen spelenderwijs projecten op locatie. Toetsing is door het project verweven door het maken van quizzen en halen van doelen.
Leerlingen hebben nu al een breder aanbod aan bronnen van kennis. Video’s werden al langer gebruikt om lesstof over te brengen, maar krijgen nu ook een steeds grotere rol in het geven van instructies om zelf een project uit te voeren. Het visuele aspect is een belangrijke toevoeging aan de uitleg, en leerlingen kunnen de video’s op hun eigen tempo terugkijken. Daarnaast is er ook steeds meer kwalitatief instructiemateriaal beschikbaar. Howcast heeft bijvoorbeeld een enorme verzameling instructievideo’s over zeer uiteenlopende onderwerpen, van presenteren tot het gebruiken van apparaten, en van bewegen tot het leren van een taal. In tegenstelling tot de meeste instructiesites worden de video’s allemaal centraal gemaakt in samenwerking met experts, waardoor de kwaliteit van de instructies bewaakt wordt. nvon.tk/howcastvid NVON | 2015 | 17
het klaslokaal van de toekomst
Scenario 3
Flexibileren regelmatig online contact mee hebben. Leerlingen en ouders bepalen samen waar ze het lesprogramma volgen. + Vrije keuze in wie je docent is + Delen van kwalitatief lesmateriaal +R elatief goedkoop door efficiënt gebruik van middelen +K inderen van reizende ouders en zieke leerlingen kunnen hun eigen lesprogramma blijven volgen - Weinig contact met leeftijdsgenoten ’s Ochtends gaat Max met zijn moeder mee naar het werk. Ernaast is een centrum voor de kinderen van de werknemers, waar ze hun online lesprogramma doorlopen. Er zijn enkele tienduizenden docenten van over de hele wereld aangesloten op zijn digitale leerplatform. Eerst heeft hij een videoconferentie met zijn coach over zijn project. Dan vindt hij een Duitse docent die interessante videocolleges heeft gemaakt waarin hij vertelt over het ontwikkelen van robotarmen. Max kan via het platform ook contact opnemen met alle docenten en met bedrijven. Daarnaast vindt hij er input voor 3d-tekeningen die hij maakt voor zijn project. Aan het einde van de dag verstuurt Max een automatisch aangemaakt voortgangsrapport naar zijn coach. Hierna gaat Max met zijn moeder mee naar huis. Door de mogelijkheden om over de hele wereld te communiceren kan iedereen je docent zijn. Daar is dit scenario op gebouwd. Grote netwerken van docenten en leerlingen zorgen voor een spreiding van werkdruk en optimaal gebruik van expertise. Docenten Frans komen ook echt uit Frankrijk, en leerlingen kunnen Frans oefenen door met Franse leerlingen te praten. Alle leerlingen hebben een eigen coach waar ze resultaten naar opsturen en waar ze 18
Er zijn steeds meer softwarepakketten die een totaaloplossing proberen te leveren om de docent te ondersteunen: niet alleen de lesmaterialen zijn gedigitaliseerd, maar ook het volgen van de voortgang van leerlingen en een deel van de communicatie. iTunes U is bijvoorbeeld onderwijssoftware voor de iPad waarmee docenten leerlingen opdrachten, bronnen en cijfers kunnen geven. Leerlingen kunnen digitaal opdrachten inleveren en vragen stellen aan de docent. Docenten kunnen gebruik maken van de video’s, apps en podcasts die beschikbaar gesteld worden door diverse partijen en onderwijsinstellingen. nvon.tk/itunesu-ipad
het klaslokaal van de toekomst
Scenario 4
Bonte verzameling
Zoë fietst iedere ochtend op haar spaakvrije carbonfiber fiets naar het schoolcentrum. Hier zijn enorme, lichte lokalen, met hoeken met tafels, zithoeken, en praktijkhoeken met machines zoals een 3d-metaalprinter en een cnc-frees. Met de groep die om 10 uur begint heeft ze een meeting met een docent en ze doen gezamenlijke oefeningen om de creativiteit op gang te krijgen. Twee leerlingen helpen Zoë vanochtend met haar project over projectoren, zodat ze extra hulp en input krijgt. ’s Middags werkt Zoë zelf aan haar project. Haar onderzoek verwerkt ze in een interactieve diashow, die ze aan het einde op haar eigen projector kan presenteren. In dit scenario is de school een grote ruimte waar leerlingen hun eigen ideeën en projecten ontwikkelen, met behulp van medeleerlingen en docenten, en met de mogelijkheid ook fysieke eindproducten te maken. Toetsing gebeurt in fasen, in lijn met de projectduur en afgestemd op de leerling. Heel uiteenlopende onderdelen worden (informeel) getoetst, zowel in de fysieke wereld als digitaal.
+ Leren gebeurt in een sociale omgeving + Fysiek aanwezige emotionele begeleiding en procesbegeleiding - Lesmateriaal moet constant vernieuwd worden om aan te sluiten bij de belevingswereld - Doorlopend hoge kosten voor hardware - Door de grote diversiteit is het moeilijk leerlingen een uniform diploma te geven Op steeds meer scholen wordt gebruik gemaakt van domeinen om vakken te laten samenwerken of te integreren. Op het Niekée College in Roermond is vorig jaar het nieuwe onderwijsconcept Agora gestart. Vakken, leerjaren en leerniveaus zijn volledig geschrapt ten behoeve van het leveren van maatwerkonderwijs. De docenten functioneren als coach en geven de kaders aan waarbinnen leerlingen zelf de wereld ontdekken. Naast de wettelijk verplichte kennisbasis volgen leerlingen een persoonlijke leerroute die ze zelf uitstippelen. Ook lesroosters, leermiddelen en toetsen zijn flexibeler en worden afgestemd op de behoefte van de leerling. nvon.tk/agoraroer NVON | 2015 | 19
conferentie
Ontwikkelen en ontdekken
NVON-conferentie 25 november 2015 Dit jaar staat de NVON-conferentie in het teken van revolutie. Materialen met geheugen. Robots die autonoom hun ding doen. Urban mining. Niets meer recyclen, upcyclen! Op 25 november staan de deuren van de Rijtuigenloods in Amersfoort wagenwijd open voor de toekomst. Op 25 november 2015 organiseert de NVON een derde O&O-conferentie voor tweedegraads docenten van alle secties. De O’s, Ontwikkeling en Ontdekking, zijn uitgebreid vertegenwoordigd in het programma. Dit jaar ontwikkelen en ontdekken we voor de revolutionaire toekomst die voor de deur staat. Industry 4.0 is één van de vier verschijningsvormen van de vierde industriële revolutie. Hier smelten techniek, informatica en big data samen tot de meest krachtige processen die onze wereld gaan besturen. In het programma wordt daarom aandacht besteed aan programmeren. Onze leerlingen moeten hier op voorbereid worden. We spreken van een revolutie omdat de komende tien jaar nog meer zal veranderen dan in de afgelopen dertig jaar. We kunnen ons geen voorstelling maken van wat ons morgen te wachten staat. Hele vakgebieden zijn al verdwe20
nen, nieuwe vakken zullen ontstaan. Naar schatting zal 47 procent van de beroepsbevolking zich moeten heroriënteren. In het programma is daarom ook stevig ingezet op LOB. Mondialisering heeft een steeds grotere invloed op ons werk en dus ook op ons onderwijs. Bètavakken zijn daar geen uitzondering van. Verschillende workshops en lezingen gaan dan ook over het belang van taalvaardigheid in het bètaonderwijs. We moeten ons curriculum updaten om onze leerlingen klaar te stomen voor de nieuwe wereld. Met de workshops over Arduino, Coach 7 voor de iPad, robotica en scrummen bereid je je daarop voor als docent. Ook de didactiek verandert mee. Elementen uit de lezingen over spel, webtools en onderzoeksgericht leren kunnen nu al ingezet worden. De toekomst van onze leerlingen is niet de wereld die we nu kennen. Kom naar de conferentie en wees voorbereid! Locatie: de Rijtuigenloods in Amersfoort NVON-leden betalen €165,niet-NVON-leden betalen €275,nvon.tk/conferentie2015
Highlights voor de conferentie Supermagnetenshow Supermagneten veroorzaken op zichzelf een revolutie in bepaalde technische domeinen: In de harde schijf van elke PC, steeds meer in dunne, kwaliteitsvolle luidsprekers, zeker ook in bijna elke windmolen op zee. Minder gekend en absoluut revolutionair is de magnetische rem (de “retarder”) bij reisbussen en steeds meer bij vrachtwagens. Ook in pretparken wordt de magnetische rem primair gebruikt bij de rollercoaster en de valtoren. De vereiste kracht op de meeste fitnesstoestellen wordt eveneens geregeld met een dergelijke magnetische rem. Dit alles op basis van Neodymium magneten. Al deze toepassingen komen aan bod tijdens de supermagnetenshow. waarvoor unieke schaalmodellen en didactische constructies gebouwd zijn.
Elektronica Elektronica gaat ons leven steeds meer beïnvloeden. Logisch, want de toepassingen met elektronica zijn geweldig groot. Willen we onze leerlingen interesseren en willen we bereiken, dat zij er zelf in de praktijk toepassingen mee kunnen maken, dan moeten we vooral gebruik maken van eenvoudig, goedkoop en makkelijk zelf te maken lesmateriaal . In het verleden heeft Jan Leisink dit lesmateriaal ontworpen en veel collega’s werken er nu mee. In de werkgroep kun je zelf met het materiaal aan de slag. Ook digitale elektronica is mogelijk. Jan Leisink vond de lessen elektronica uiteindelijk de leukste lessen die hij in het verleden gaf. Zijn enthousiasme zie je terug in zijn stukjes voor o.a. De Terugkoppeling en dus ook op de conferentie.
NVON | 2015 | 21
Onderzoek in het VMBO Deze cursus heeft tot doel de deelnemers kennis en vaardigheden aan te reiken die nodig zijn om in het VMBO aan de slag te gaan met natuurkundig onderzoek. In de workshop gaan we een aantal basis vaardigheden trainen die in de cursus uitgebreider aan bod komen. Aan het eind van de workshop hebben de deelnemers basiskennis van enkele vaardigheden die benodigd zijn voor het begeleiden van natuurkundig onderzoek in het VMBO.
Wetenschap en technologie in het nieuws! Op welke manier kun je taal, nieuwsmedia en wetenschap en technologie op een leuke, interessante manier integreren in de lespraktijk? In deze workshop gaan we daarmee aan de slag! Wetenschap en technologie zijn pijlers van onze huidige wereld. Ze beïnvloeden en bepalen ons leven zonder
22
dat we ons daar voortdurend bewust van zijn. Aan de hand van het lesproject Technonieuws in de klasbieden worden handvatten geboden om jongeren bewust te maken van aspecten van W&T in de actualiteit en W&T op integrale wijze aan te bieden.
WATT?: zélf zien wat je allemaal kunt worden We kunnen u en uw leerlingen vertéllen waarom de energiesector zulke interessante loopbaankeuzes biedt. Maar het liefst laten we dat gewoon zíen. Ter plekke, bij een energiebedrijf in de centrale of op een opleidingscentrum. Of door mensen die het werk zelf doen, en je er tijdens gastlessen of voorlichtings bijeenkomsten alles over kunnen vertellen. Die heldere, ondernemende manier van voorlichting wordt gewaardeerd, merken we. Logisch: alleen als je weet wát je kunt kiezen, kun je een goede keuze maken voor je vervolgopleiding. Benieuwd wat de energiesector voor u of uw leerlingen kan betekenen? Kijk op www.watt.nl.
Zelf ervaren tijdens excursies
Breed inzetbaar voorlichtingsmateriaal
Voorlichting op studiebeurzen
Een elektriciteitsnetwerk aanleggen
Gastlessen over energie
Lesmaterialen techniek
NVON | 2015 | 23
Creatie
educatie Een bijdrage van Jelle de Jong
De laatste jaren horen we het steeds vaker: “We moeten met creatieve, out-of-the-box oplossingen komen.” Wat wordt met deze opmerking bedoeld? Hebben we het echt over creativiteit? Of over de hoop dat iemand met de goede oplossing zal komen? Aan het onderwijs wordt gevraagd leerlingen te leren creatief te zijn, zodat ze met de grote uitdagingen in de wereld aan de slag kunnen. Hoe pakken we dat aan? Van Dale geeft ons als betekenis van creativiteit: ‘scheppend vermogen’. Een mooie vertaling, maar deze opgave, ‘iets creëren uit niets’, lijkt onmogelijk en creativiteit een toevalligheid. In de wetenschappelijke literatuur vinden we een wat uitgebreidere omschrijving bij onder andere Margaret Boden. Zij omschrijft creativiteit als ‘het vermogen om ideeën en objecten te verzinnen die nieuw, verrassend en waardevol zijn’. Met objecten worden onder andere gedichten, muziek, recepten en echte objecten bedoeld. Dat geeft ons al meer houvast. Niet alle nieuwe ideeën zijn dus creatief. De waarde ervan in de context waarin het idee of object tot stand komt of ingebed wordt, is minstens zo belangrijk. Een idee of inzicht kan in sommige contexten ‘waardeloos’ zijn (en daarmee weinig creatief ), terwijl dat op een ander moment, met een andere toepassing hoog gewaardeerd wordt en de bedenker als zeer creatief gelauwerd. Een andere misconceptie over creativiteit is dat het is voorbehouden aan enkelen, bijvoorbeeld kunstenaars. 24
Dat zou betekenen dat creativiteit een aangeboren talent of goddelijke gave is. Beide zijn niet waar. Iedereen kan creatief zijn, en je hoeft er ook geen ‘losgeslagen type’ voor te zijn. Kennis van, oftewel expertise op, een eigen onderwerp is een voorwaarde om daarin creatief te kunnen zijn. Zonder nu te veel in te gaan op het begrip creativiteit en de verschillende vormen en achtergrond daarvan, even terug naar het onderwijs. Kun je creativiteit aanleren? Simpel antwoord: ja. Deels krijgt creativiteit vorm als bewuste en onbewuste gedachten elkaar versterken. Dat is moeilijk bewust te sturen. Wel kunnen we onszelf en onze leerlingen een proces aanleren dat creativiteit faciliteert. Belangrijke voorwaarde daarbij is het voelen van de veiligheid, dat ieder idee of gedachte waardevol kan zijn en mag worden geuit en besproken.
conferentie
vakken, maar juist ook voor de sociale vakgebieden en de ontwikkeling van taal, onderlinge communicatie. En hoe daarvoor gebruik te maken van middelen zoals LEGO en ICT. Tijdens de NVON-conferentie zal ik hier meer over vertellen en waarom het belangrijk is dit in het onderwijs vorm te geven. Ook ervaart u zelf met behulp van LEGO-Educatiemateriaal en ICT-middelen hoe het aanleren van creativiteit een plek in uw les kan vinden. Ik kijk er naar uit u dan ook te ontmoeten.
Het creatieve proces kent een aantal fasen. De eerste is die van voorbereiding. Wat weten we van het onderwerp of de vraag? Vaak stimuleert dat de nieuwsgierigheid en dus de motivatie. De tweede is het laten inwerken van al die kennis in ons onderbewuste om in de volgende fase tot een daadwerkelijk inzicht te leiden. In de evaluatiefase gaan we na of het inzicht ook echt waardevol is en zo ja, dan werken we dat in de laatste fase verder uit. Het onderwijs kan deze fases zeker aanleren met de daarbij behorende vaardigheden. Hoe definieer ik een vraag of probleem? Het aanleren van divergent en convergent denken om zo ook echt tot een breed beeld te komen en vervolgens geschikt geachte oplossingen uit te proberen zijn eigenlijk al bekende onderdelen van ons onderwijs. Ook is het belangrijk om leerlingen ook de juiste uitdrukkingsvaardigheid en –middelen te geven om een idee of inzicht ook met zichzelf en anderen goed te communiceren. Het vraagt de nodige creativiteit om deze vaardigheden niet alleen in te zetten bij de natuurwetenschappelijke
Jelle de Jong heeft jarenlang leiding gegeven aan Stichting Techniekpromotie om samen met universiteiten, hogescholen en MBO-opleidingen wetenschap en techniek naar kinderen te brengen. Na 12 jaar startte hij Play Learn Change om ‘Leren en Werken met Hart, Hoofd en Handen’ enthousiast uit te dragen. Play Learn Change werkt samen met LEGO Educatie en traint onder andere leraren over hoe zij gemotiveerde, zelfsturende, creatieve leerlingen kunnen afleveren, die al hun talenten inzetten tijdens het leren en ontwikkelen. Om leerlingen te laten uitgroeien tot samenwerkers en leiders vol vertrouwen en plezier. NVON | 2015 | 25
conferentie
Zaklaboratorium Een bijdrage van Dr. Jan Jaap Wietsma, Universiteit Twente
Metingen voor het stellen van een medische diagnose, onderzoek aan water of voedsel: nog steeds worden buisjes met vloeistof naar het laboratorium gestuurd voor analyse. De Universiteit Twente ontwikkelde een laboratorium op zakformaat: Lab on a Chip. Tijdens de O&O-conferentie kun je er zelf een maken.
Lab on a chip waarmee de afbraak van medicijnen door de lever nagebootst wordt
26
In het laboratorium worden apparaten met pipetten, buizen, flessen en slangen gebruikt om metingen uit te voeren. Op een Lab on a chip zijn slangen en buizen verkleind tot kanaaltjes met de diameter van een haar (ongeveer 0,1 mm), waardoor er veel op een klein oppervlak passen. Zo’n minilab werkt met zeer kleine hoeveelheden vloeistof. Elektronen vs microdruppeltjes Het maken van steeds kleinere apparaten is mogelijk door de ontwikkeling
van nanotechnologie. Er wordt gewerkt met structuren in de orde van nanometers, 1 miljardste van een meter. In het dagelijks leven wordt dit veel gebruikt, bijvoorbeeld in de elektronica van onze mobiele telefoon. De chips die er in zitten zijn bedoeld om elektronen nuttige dingen te laten doen. Wanneer lichtdeeltjes of fotonen gebruikt worden krijg je fotonische chips, toegepast in bijvoorbeeld glasvezelnetwerken. Werkt zo’n chip met vloeistoffen, dan praten we over fluïdische chips. Die wereld van het laboratorium op microformaat gaan we leren kennen. Nauwkeurig en eenvoudig Een werkende Lab on a Chip is een ingewikkeld apparaatje. Niet alleen de chip, maar ook de meetapparaten, pompen en vloeistoffen moeten op een goede
Losse chips waarmee ionen in bloed gemeten kunnen worden
manier samenwerken. De bediening, het toedienen van vloeistoffen en het aflezen van het meetresultaat gebeurt automatisch, waardoor het resultaat zeer nauwkeurig is. Er zijn nu chips om het gehalte lithium, natrium of calcium in bloed te meten, of de concentratie witte bloedcellen, zaadcellen, eiwitten, bacteriën of virussen (zoals Ebola en HIV). Waar anders een laboratorium voor nodig was, kan nu met één chip van enkele euro’s gemeten worden. Metingen kunnen nauwkeuriger, sneller en gemakkelijker worden uitgevoerd. Patiënten kunnen nu zelf thuis een meting uitvoeren. We zijn dat al gewend bij het meten van bloedsuiker, maar dat zal voor veel meer toepassingen mogelijk worden. Onderzoek en lesmateriaal De ontwikkeling van microfluïdica is nu zo’n 25 jaar bezig. Talloze onderzoekers en bedrijven werken wereldwijd aan Lab on a Chip, waarvan toepassingen nu op de markt beginnen te komen. De regio Twente is met het MESA+ Nanolab het grootste van Nederland. Om hier bekendheid aan te geven is lesmateriaal gemaakt waarmee Lab on a Chip toegankelijk wordt voor iedereen.
Leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen aan de slag met een koffer waarmee experimenten gedaan kunnen worden. Het lesmateriaal is ontwikkeld voor het vak Natuur, Leven en Technologie. Leerlingen kunnen echte Lab on a Chips uitproberen, zelf eenvoudige chips maken en een eigen toepassing ontwerpen. Recent zijn enkele nieuwe practica ontwikkeld die werken met gemakkelijk verkrijgbare materialen, zoals lamineerfolie, en geschikt te maken zijn voor onderbouw of basisschool. Twente Academy van de Universiteit Twente heeft daarnaast een masterclass Lab on a Chip ontwikkeld voor onderbouw vwo.
In de Lab on a chip stromen vloeistoffen door één kanaal zonder te mengen
Probeer het zelf Met het practicummateriaal zijn de basisbeginselen van Lab on a chip, zoals capillaire werking en laminaire stroming, te demonstreren. Tijdens de NVON-conferentie kun je dit zelf ook proberen. Met een zelfgemaakte foliechip wordt duidelijk hoe een echte Lab on a chip is opgebouwd, hoe kanalen gemaakt worden en hoe vloeistof door capillaire werking getransporteerd wordt. nvon.tk/labonachip
[email protected] NVON | 2015 | 27
TOA-congres
26 november 2015 Zelf colorimeters bouwen, eetbare wilde planten herkennen en DNA-profielen vergelijken. CREA TOA, het jaarlijkse congres van de NVON-sectie voor TOA’s viert haar lustrum en pakt daarom uit met meer dan 20 hands-on workshops voor en door TOA’s.
Op donderdag 26 november kun je bij Saxion in Deventer terecht om bij te leren en inspiratie op te doen als TOA. In drie sessies kun je meer te weten komen over nieuwe lesmethoden en experimenten voor in de klas. Tevens is er ruimte ideeën uit te wisselen over aanpak en ervaringen. Er is ook de mogelijkheid op mini-excursie te gaan naar het laboratorium
van de Gezondheidsdienst voor Dieren of het drijvend informatiecentrum Ruimte voor de Rivier. Kosten voor NVON-leden: €115 Kosten voor niet-leden: €140 De inschrijving is reeds geopend, meer informatie vind je op nvon.tk/toacongres
Highlights uit het programma
Eetbare wilde planten Onkruid is overal, maar van veel soorten weten we niet eens meer dat ze ook nuttig kunnen zijn. In deze workshop werk je met bruikbare onkruiden en wilde planten die je overal kunt tegenkomen. Er wordt besproken wat je ermee kunt doen, welke delen eetbaar zijn, waar je op moet letten, of er giftige look-alikes zijn, en hoe je er lekkere gerechten mee kunt maken. Natuurlijk wordt er ook geproefd! Aan het einde van de workshop weet je op welke planten je in het vervolg moet letten en hoe je ermee aan de slag kan.
28
Coach 7 Er zijn steeds meer tools en software om experimenten en hun uitkomsten inzichtelijk te maken en te verwerken. Met het programma Coach 7 kun je meten, modelleren, videometen en meer. Diverse sensoren kunnen draadloos verbonden worden met de nieuwe interface. Na een korte instructie kun je zelf de mogelijkheden ontdekken aan de hand van lesideeën en meetexperimenten.
TOA-tijd DNA fingerprinting De genetische vingerafdruk van een dader vergelijken met die van verdachten is een veel gebruikte forensische techniek. In deze workshop leer je hoe je leerlingen zelf stukken DNA kunt laten isoleren met restrictie-enzymen om ze vervolgens te analyseren. Met een speciale kit met micropipetten, epjes en gels ga je zelf op zoek naar de dader.
Experimentencarrousel Bij de experimentencarrousel krijg je de gelegenheid om in tweetallen elk kwartier met een ander experiment aan de slag te gaan. Sommige experimenten nog onbekend, andere zijn klassiekers met een vernieuwd gezicht. Zo is er een golfbak met geïntegreerde leds, een vandegraaffgenerator, een gasvoltameter, een polarimeter, een spirometersensor en simulatiesoftware. In korte tijd kun je veel verschillende apparaten uitproberen en bepalen hoe je ze kunt inzetten in de les. De constante van Planck De constante van Planck komt voor in alle vergelijkingen van de kwantummechanica, maar hoe bereken je die eigenlijk? In dit practicum wordt in twee stappen de constante van Planck bepaald met behulp van diverse kleuren leds. Allereerst wordt de drempelspanning (U0) van de leds bepaald met een regelbare weerstandschakeling. Hieruit wordt de uitzendenergie (eV) berekend. Hierna volgt een gecompliceerdere stap. De constante wordt bepaald met behulp van een tralierooster. De golflengte van elke led wordt bepaald en met deze gegevens wordt de constante berekend.
NVON | 2015 | 29
De kracht van de
massa Een bijdrage van Marco Diesman, gastredacteur en docent
Als je het even niet weet. Je wilt ideeën opdoen. Je wilt iets doen met nieuwe technologie. Op de hoogte blijven van wat de laatste ontwikkelingen zijn. Of je hebt zelf een geweldig uniek idee maar je hebt geen geld om je idee waar te maken of je mist kennis om alles alleen te doen. Dan kan je terecht bij bij crowdfundingplatforms zoals Kickstarter.
Welk project zou jij kiezen en waarom? Dan zijn er belangrijke onderdelen waarbij je bij de keuze van een project rekening moet houden: technologie, budget, de verwachte levertijd, de waarschijnlijkheid dat het project ook doorgaat en eigen inbreng (bijvoorbeeld de mogelijkheid een bètatester te zijn).
Kickstarter geeft iedereen de kans projecten te starten of te ondersteunen. Het starten van een project is eigenlijk redelijk simpel. • Je start met een goed idee wat je wilt uitwerken of produceren • Je werkt je idee verder uit • Je maakt een goede planning • Je kijkt wat je nodig heb • Je maakt een leuke nuttige en belangrijke korte presentatie • Je vraagt een bijdrage voor je project • Je maakt een beslissing wat je terug wil doen aan je ‘backers’
Om een goede indruk te krijgen wat er te doen is zoek je bij kickstarter.com eens naar Mycroft: Open Source Artificial Intelligence For Everyone. Met menselijke taal kun je the internet of things bedienen. De techniek is op basis van de Raspberry Pi 2 en meerdere alternatieven die net op een ander platform gebaseerd zijn. Zoals het Nederlandse Homey, waarmee je spraakgestuurd van alles in je huis kunt bedienen.
Leerlingen laten zoeken en kijken naar dit soort projecten als basis van het sector werkstuk (vmbo GL) is dan ook een belangrijk onderdeel van mijn sectorbegeleiding. 30
Er zijn veel meer bijzondere projecten, zoals Hobie, waarmee je met je smartphone timelapses kunt maken. Er zijn in Nederland ook steeds meer projecten die de moeite waard zijn om te ondersteunen. Wil je een Nederlands project steunen, zoek dan gewoon op “Netherlands”.
Uitgelicht door de gastredacteur SCiO: Your Sixth Sense A Pocket Molecular Sensor For All Scan materialen of fysieke objecten. Krijg direct relevante informatie op je smartphone. Voedsel, medicijnen, planten, en nog veel meer. De verwachte leveringsdatum is december 2015, een jaar later dan gepland. Dit seizoen ga ik deze sensor inzetten als sectorwerkstuk voor vmbo-GL-leerlingen.
Hex - A copter that anyone can fly Hex is werelds eerste te personaliseren smartphone bestuurbare nanocopter. Deze is in april 2014 geleverd en is al gebruikt als sectorwerkstuk. De leerlingen die dit hebben onderzocht hebben ook gekeken naar de parrot 2.0 drone. De werking is onderzocht en wat je ermee zou kunnen doen.
The Peachy Printer – The First $100 3D Printer & Scanner Een flexibele printer die print in vloeistof met resin met verschillende kleuren. Deze printer heb ik in bètaversie en zeer binnenkort wordt de printer opgeleverd. Deze printer wil ik inzetten als sector werkstuk voor vmbo-GL-leerlingen die PIE hebben gekozen. De bètaversie heb ik al met leerlingen gebruikt. Het printen zelf ging direct fout. De afstellingen moesten nauwkeuriger en daar had ik door de late levering geen tijd voor. Uiteindelijk hebben de leerlingen daarom verschillende printtechnieken onderzocht. Het uitgangspunt was het printmateriaal: vast of vloeibaar.
NVON | 2015 | 31
De hermaakbare
wereld
Drie jaar geleden raakten de oprichters van Better Future Factory geïnspireerd toen ze op een festival over een tapijt van eenmalig gebruikte bierbekers liepen. Nu recyclen ze kunststof tot grondstof voor de 3d-printer en creëren ze bewustzijn door het mensen zelf te laten doen. Afval heeft waarde. Zeker nu grondstoffen opraken zijn we genoodzaakt anders te kijken naar wat we eerder weggooiden. Er zijn steeds meer mogelijkheden om nogmaals mooie en hoogwaardige producten te maken van materialen. Dat de makersrevolutie en de circulaire revolutie prima te combineren zijn bewijst het ontwerpbureau Better Future Factory. Laura Klauss is een van de oprichters en ontwerpers van het bedrijf. Drie jaar geleden raakten ze geïnspireerd door de enorme hoeveelheden wegwerpbekers op festivals. Ze besloten dat ze mensen ervan bewust wilden maken dat dergelijke grondstoffen waarde hebben. “Vanuit onze ontwerpachtergrond wilden we dat afvalprobleem aanpakken met een nieuwe technologie. En zo zijn we de 3d-printwereld in gerold.” Het bureau bouwde een installatie waarmee je direct van je gebruikte plastic bekers voor-
werpen kunt printen. Onder de titel Perpetual Plastic Project gaat die installatie vele festivals, bedrijven en onderwijsinstellingen langs. Bezoekers kunnen hun eigen beker spoelen, vermalen, extruderen en vervolgens printen tot bijvoorbeeld een ring. “Mensen weten dat je glas en papier kunt recyclen, van plastic is dat nog niet zo bekend. Met plastic dat gescheiden aangeboden wordt worden nu al nieuwe dingen gemaakt. Nu er steeds minder grondstoffen zijn worden we gedwongen tot circulaire modellen. Maar wij zien afval vooral ook als inspiratiebron voor iets nieuws.” Op het gebied van 3d-printen was er nog maar weinig gerecycled materiaal beschikbaar. Afgelopen zomer lanceerde Better Future Factory daarom hun nieuwe product Refil: filament voor de 3d-printer van hergebruikt kunststof. “We wilden juist de nieuwe makers laten zien dat iedereen kringlopen kan sluiten en gerecycled materiaal kan gebruiken.” Laura geeft aan dat het onderwijs in maken en recyclen hand in hand zou moeten gaan. “Door leerlingen een volledige productiecyclus voor hun neus te zetten zet je ze aan het denken over de waarde van het materiaal. Zowel 3d-printers
32
kun je materialen leren identificeren en bepalen of ze recyclebaar zijn. Bij techniek en natuurkunde kun je kijken hoe je het materiaal zou kunnen scheiden of versnipperen.” Laura denkt niet dat in de toekomst iedereen een 3d-printer in huis zal hebben. “Het blijft een technisch product. En ook niet iedereen zal leren 3d-modelleren. Maar de techniek zal wel beschikbaarder worden. Bijvoorbeeld in centrale hubs, waar ze je ook support kunnen geven. En op online platforms, waar open source modellen en machines beschikbaar gesteld worden.”
als gerecycled filament zijn tastbare elementen die je daarvoor in kunt zetten.” Refil wordt gemaakt van autodashboards of van pet-flessen, zogeheten monostromen. “Door één afvalstroom te isoleren krijg je een hoogwaardiger gerecycled materiaal. Op school kun je hier bewustzijn voor creëren bij de leerlingen. Als je samen de afvalstromen in kaart brengt kom je vanzelf monostromen tegen, zoals koffiebekers of verpakkingen die altijd hetzelfde zijn. Dit kun je uitbreiden naar alle vakken: bij scheikunde
Dat de vierde revolutie nog maar in de kinderschoenen staat is voor Laura wel duidelijk. “3d-printen is pas het begin. Ik verwacht dat er lokale kringlopen gaan ontstaan waar vraag en aanbod op elkaar afgestemd raken. Mensen gaan meer zelfvoorzienend worden en gerichter consumeren. En dat begint met de inzichten van de leerlingen van nu.” Het recycle- en maakproces van Better Future Factory is ook te zien op de conferentie. nvon.tk/better-future NVON | 2015 | 33
BIOHACK REPORT Een bijdrage van M. Havranek
De vorige Biohack report beschreef de bouw en werking van een relatief simpele zelfbouwincubator. Dit is een onderdeel van een workshopreeks van de Waag Society in Amsterdam, waarbij deelnemers zelf apparatuur leren maken voor biotechnologische proeven. Nu wordt de incubator ook daadwerkelijk gebruikt. Voor het eerste experiment is gekozen om de schimmel Penicillium Roqueforti te isoleren en op te kweken. Deze schimmel is vooral bekend van blauwschimmelkazen als Roquefort en Stilton. Het opkweken van schimmels en bacteriën gebeurt in petrischaaltjes die voorzien zijn van een voedingsbodem of in flessen met een vloeistof. Voordat je begint is het verstandig eerst de literatuur in te duiken om te kijken onder welke omstandigheden de gekozen schimmel of bacterie goed gedijt. Mogelijk beïnvloedende factoren zijn licht, zuurstof, temperatuur, pH-waarde, wel/niet roeren, straling, tijd en beschikbare voedingsstoffen. Dit lijken ingewikkelde variabelen om rekening mee te houden, maar gelukkig zijn er op internet genoeg papers te vinden die de beste omgevingsfactoren voor 34
verschillende schimmels beschrijven. Daarnaast is het ook nog eens zo dat veel van de gangbare schimmels niet heel kieskeurig zijn en dat ze bij suboptimale omstandigheden nog steeds prima groeien, alleen dan wat minder hard. Om de goede schimmel te isoleren moet je eerst de juiste voedingsbodem maken. Voor Penicillium Roqueforti is dit MRS, dat bestaat uit gistextract, suiker, peptonen, ei-extract en een aantal sporenelementen. Je maakt hiervan een oplossing met agar. Deze wordt gesteriliseerd in een snelkookpan en vervolgens uitgeschonken in een aantal petrischaaltjes. Nadat de bodem uitgehard is kun je de schimmel aanbrengen. Belangrijk is hierbij dat je zo schoon mogelijk werkt, want je wilt natuurlijk alleen jouw schimmel opkweken en niet een die door de lucht zweeft en toevallig in je schaaltje landt. Met een naaldje haal je een klein beetje schimmel uit een stuk kaas en deze kras je vervolgens over je petrischaaltje. De deksel gaat erop en het geheel gaat in de incubator. Na een aantal dagen heb je als het goed is een flink gegroeide kolonie. Daar kun je vervolgens de gewenste schimmel uit isoleren om mee verder te werken.
16 tot 19 oktober 2015
Teacher Maker Camp Maakskills en inspiratie opdoen bij Fablab Waag Society 30 oktober 2015
Physics Ladiesí Day Meisjes maken kennis met vrouwelijke natuurkundigen 2 november 2015
Jet-Net webcast Online sessie voor leerlingen uit 3 havo/vwo met een gastspreker van Philips 4 november 2015
Congres onderzoek en onderwijs Congres van de NRO waar wordt verkend hoe onderwijs en onderzoek elkaar kunnen versterken 5 november 2015
Workshop BËtaMentality Techniektalent.nu informeert over het interesseren van verschillende typen jongeren voor techniek 10 en 11 november 2015
Jet-Net Career day oost Leerlingen ontmoeten techniekbedrijven. Kijk online voor data van andere regio’s 25 november 2015
NVON Ontwikkel- en Ontdekconferentie De jaarlijkse NVON-conferentie met als thema Revolutie in Amersfoort 26 november 2015
AGENDA
UITGELICHT:
Teacher Ma k er C a m p Bij Fablab Waag Society kunnen docenten aan het begin van de herfstvakantie vier dagen hands-on aan de slag met het maakonderwijs. In de workshop leer je hoe je kinderen op een creatieve manier kunt leren maken met de nieuwe mogelijkheden die we hebben. Hierdoor kun je leerlingen inspireren om uitvinder te worden van hun eigen leefomgeving. Deelnemers gaan zelf hun maakskills verder ontwikkelen en maken kennis met nieuwe technieken, zoals 3d-printen, robotica en lasersnijden. Hierbij krijgen ze begeleiding van professionele makers. Ook krijgen ze een kijkje in de keuken van mensen die voorop lopen met het leren maken.
TOA-congres
Kosten: €475 per persoon
Lustrumcongres van de toa-sectie in Deventer
nvon.tk/teacher-maker
27 november 2015
TEDx Amsterdam Evenement met inspirerende lezingen over innovatie, onderzoek en maatschappij
NVON | 2015 | 35
B O E K
V I D E O
De vijfde revolutie
School in the cloud
Nieuwe ontwikkelingen zijn niet altijd een succes. Hierdoor heeft Lex Veldhoen al een serie van drie boeken kunnen maken over innovatieprojecten die uitliepen op een mislukking. In het derde boek beschrijft hij recente missers, zoals oprolbaar asfalt en de E-waves chip die schadelijke straling van mobiele telefoons zou tegengaan. Getuigenverklaringen maken de 27 beschreven projecten extra sprekend.
Neurobiologe en wetenschapsjournaliste Lone Frank beschrijft dat we aan de vooravond staan van een “neurorevolutie”. Aan de hand van interviews met de grootste hersenwetenschappers legt ze uit wat de gevolgen zijn van de invloeden die we op ons brein uit kunnen oefenen en de informatie die we eruit kunnen halen. Het zal immers een ingrijpend effect hebben op onze levens en samenleving als we invloed hebben op onze moraal, geluk en wil.
Sugata Mitra liet een computer zonder instructies achter in een sloppenwijk in India en toen hij terugkwam konden kinderen ineens surfen, gamen, en informatie opzoeken. Hij pleit voor een schoolsysteem waarin kinderen niet allemaal hetzelfde leren, maar hun natuurlijke nieuwsgierigheid inzetten om dingen te ontdekken.
Bestel hier het boek: nvon.tk/techmis
Bestel hier het boek: nvon.tk/vijfrev
Technische mislukkingen
36
B O E K
nvon.tk/sugatamit
M E T H O D E
G A D G E T
G A M E
Cyborg
VGo robot
Spore
Cyborg is een Belgische lesmethode met hands-on projecten voor techniek. De projecten worden verhalend gebracht en bevatten doe-opdrachten. Hierbij is veel aandacht voor de processen en context van het onderwerp, maar ook voor het talent van de leerling zelf. Daarnaast eindigt elk project met een ontwerp- of maakopdracht. Doordat leerlingen direct kunnen toepassen wat ze geleerd hebben zien ze het nut er beter van in.
Met de VGo kun je op afstand toch aanwezig zijn: telepresentie met een robot. De bediener zet het apparaat op afstand aan en kan het laten bewegen. Via een tablet met webcam krijgt hij zelf ook het beeld en geluid van de locatie op afstand door. Momenteel wordt de VGo vooral ingezet in de gezondheidszorg en op scholen voor kinderen die om medische redenen niet fysiek aanwezig kunnen zijn.
Even helemaal klaar met revolutie? Speel dan Spore, het levenssimulatiespel waarin je evolueert van een microbe tot een samenleving. nvon.tk/sporegame
nvon.tk/vgo-robot nvon.tk/cyborgles
G A D G E T zSpace 300 De zSpace is een interactief scherm waarmee je allerhande 3d-objecten kunt bekijken, onderzoeken en bewerken. Door middel van een 3d-bril en detectie waar je hoofd zich bevindt kun je van alles tot leven wekken. Er is al onderwijssoftware bij beschikbaar voor alle bètavakken. Je kunt experimenten opstellen om bijvoorbeeld magnetische velden of het gedrag van projectielen te onderzoeken, of je kunt elektrische apparaten virtueel uit en in elkaar schroeven. Met een pennetje kun je de objecten bewegen en de software bedienen. Met meerdere brillen is het ook mogelijk met meerdere personen tegelijk te kijken. nvon.tk/z-space NVON | 2015 | 37
U geeft les in Tekenen in de techniek of Tekeninglezen. CAD College is daarbij uw gereedschap en verzorgt lessen via internet. Met de nieuwe CAD College Cloud versie (m.u.v. CARD) krijgt uw leerling interactief les, op school of thuis. De serie biedt verschillende programma’s, die elk de leerling middels theorie, heel veel oefeningen en toetsen op een gegarandeerd eindniveau brengt. U als docent bepaalt welke onderwerpen ze leren, welke toetsen ze maken en leest eenvoudig de vorderingen uit.
Tekenen in de Techniek CARD tekeninglezen
CARD Het educatieve programma CARD geeft de leerling individueel les in RUIMTELIJK
Motiverend De uitdagende oefeningen en de directe feedback geven plezier, motivatie en een gedegen eindresultaat. Individueel Door de reacties van de leerling te analyseren bepaalt het CAD Collegeprogramma het juiste tempo, het niveau en de lesstofopbouw. Gemakkelijk U als docent hoeft niets voor te bereiden. Ook oefeningen en toetsen nakijken hoeft niet meer. De resultaten vraagt u eenvoudig op.
O n li n en a g e r ngma li r e e L
INZICHT EN PROJECTIELEER.
Leren met CARD is leuk om te doen waardoor de leerling enthousiast aan het werk is en snel leert.
TRAINER CAD tekenen met CAD
Trainer CAD omvat alle
Het zeer gebruiksvriendelijke en Nederlandstalige CAD-systeem BCAD is helemaal nieuw opgebouwd en uitgegeven voor gebruik via de cloud. Het hoeft dus niet meer geïnstalleerd te worden, maar gebruikt u via internet. Met directe aanwijzingen tijdens het gebruik is het nog makkelijker om te tekenen met CAD. BCAD maakt deel uit van Trainer CAD.
BASIS
TEKEN-
Tekeninglezen Bouwtechniek
Kerkenbos 1018 B, 6546 BA NIJMEGEN Tel: 024 356 56 77 Email:
[email protected]
S
BCAD
TECHNIEKEN. Trainer CAD geeft een degelijke basis voor uitbreidingen naar tekeninglees-, teken- en ontwerpprogramma’s. De eerste stap naar AutoCAD is ook gemaakt.
er info op: Kijk voor meoll .nl www.cadc ege n’ Zie: ‘leermiddelen schole
NIEUW
Trainer CAD
Elektrotechniek
Installatietechniek
Metaaltechniek
Autotechniek
Lessen én leerlingvolgsysteem geheel via internet!
www.cadcollege.nl
gezocht Beeld en redacteur Een magazine zonder plaatjes is niks en ook onze gastredacteur is niet meer weg te denken. Voor de komende Terugkoppelingen zijn we op zoek naar beeldmateriaal, zoals plaatjes en illustraties voor ons themanummer over licht. Ook zoeken we gastredacteuren die met ons willen meedenken en –schrijven over de thema’s. Vraag ons via
[email protected] vrijblijvend om meer informatie.
Volgende keer in Terugkoppeling De dagen worden korter en de feestlichtjes komen uit de kast. 2015 was het jaar van het licht en daar wijden we graag een nummer aan. Ben jij naar een activiteit over licht geweest? Heb je een bijzondere manier om optica te behandelen in je klas of geef je het liefst les in het donker? Zijn jouw leerlingen zich bewust van de rol van licht in hun smartphone? Verlicht ons via
[email protected].
NVON | 2015 | 39
Science Night centen
Inspiratieavond voor do
Foto’s © DigiDaan
Voor onderbouw: VMBO, HAVO en VWO
n 16.30 – 21.30 uur Dinsdag 17 november va Gratis toegang Science Center NEMO cenight
en: www.e-nemo.nl/scien
eld Meer informatie en aanm