Kindermishandeling en huiselijk geweld
Stappenplannen
2
Stappenplan: minder machteloos bij kindermishandeling en huiselijk geweld Kindermishandeling en huiselijk geweld tegen volwassenen – het zijn situaties die iedereen wil voorkomen maar waar omstanders zich vaak machteloos bij voelen. Ook artsen. U ziet signalen, maar zou het echt zo ernstig zijn? En rechtvaardigt dit ingrijpen van buitenaf? Hoe kunt u de band met het gezin zoveel mogelijk in stand houden, hulp organiseren en als dat nodig is toch ook tijdig melden? Dit stappenplan vormt de kern van de KNMG-meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Het helpt u bij het maken van deze afwegingen. Zodat u weet wat u met uw vermoedens aanmoet, met wie u deze kunt bespreken en op welk moment. De code helpt u ook om af te wegen wanneer een melding bij het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling is aangewezen. We staan dus naast u bij het beantwoorden van de centrale vraag: wanneer, bij wie en hoe trek ik aan de bel? Uit onderzoek blijkt dat professionals veel steun hebben aan een dergelijk instrument en drie keer vaker ingrijpen dan professionals die nog geen meldcode hanteren. Een meldcode kan handelingsverlegenheid dus helpen verminderen. Zo kunnen kindermishandeling en huiselijk geweld beter worden tegengegaan en slachtoffers beter worden geholpen en beschermd. Met de meldcode en het stappenplan wil de KNMG u dus de nodige houvast bieden, maar ook bescherming. Als u een klacht zou krijgen over uw optreden, kunt
u verwijzen naar uw verplichtingen op grond van de meldcode en hoeft u, als u de zorgvuldigheidseisen in acht heeft genomen, niet te vrezen voor gegrond verklaring van de klacht.
kindermishandeling Het stappenplan beschrijft welke stappen een arts kan of moet zetten als hij signalen van kindermishandeling krijgt. ‘Spreken tenzij’ is het uitgangspunt. De volgorde van het stappenplan is niet dwingend. Een arts moet wel alle stappen overwegen voordat hij besluit tot een melding. Soms ligt eerst een gesprek voor de hand, soms eerst het advies aan het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Bij specifieke vormen van kindermishandeling moet het stappenplan soms worden ingekleurd, zoals bij eergerelateerd geweld of vrouwelijke genitale verminking. Het (anoniem) vragen van advies aan het AMK is altijd een must. Bij voorkeur wordt ook advies gevraagd aan een deskundig collega. Zo mogelijk spreekt de arts met ouders en/of kind en zo nodig overlegt hij met andere professionals. Vervolgens
3
www.knmg.nl/meldcode Stappenplan online. Met doorklik naar de relevante passages in de meldcode. Zo heeft u direct de toelichting bij de hand.
bepaalt de arts, eventueel in samenspraak met het AMK, of melding moet volgen of (nog) niet. Het stappenpan geeft daarvoor criteria. Ook wordt omschreven wanneer u de Raad voor de Kinderbescherming of de politie moet inschakelen. Het stappenplan bevat geen termijnen. Het behoort tot de professionaliteit van de arts om in te schatten hoe snel hij moet handelen. ‘Zo spoedig mogelijk’ wil dan ook zeggen: zo snel als in de gegeven situatie verantwoord en noodzakelijk is. In de afwegingen dient uitdrukkelijk rekening te worden gehouden met de leeftijd van en de verwachte gevolgen voor het kind. Een arts kan ook te maken krijgen met een verzoek om informatie van anderen, zoals het AMK, de gezinsvoogd, de RvdK of de politie. In de meldcode leest u wanneer de arts – eventueel zonder toestemming– gegevens aan deze derden kan verstrekken.
volwassenengeweld De KNMG-meldcode gaat ook over huiselijk geweld jegens volwassenen. De aanpak is vergelijkbaar met die van kindermishandeling, maar verschilt op het punt van informatieverstrekking aan derden zonder toestemming. Weigert een volwassen slachtoffer van huiselijk geweld weloverwogen toestemming voor gegevensverstrekking en zijn bij dat geweld géén kinderen betrokken, dan is vanuit de optiek van het beroepsgeheim van
de arts en het zelfbeschikkingsrecht van de volwassene, meer terughoudendheid geboden dan wanneer het om kindermishandeling gaat. De zorgplicht van de arts brengt met zich mee dat de arts ook dreigende schade voor volwassenen uit de huiselijke kring van zijn patiënt helpt te voorkomen. Oók als zijn patiënt mogelijk pleger is van volwassenengeweld wordt de arts dus geacht stappen te ondernemen. Zijn bij huiselijk geweld (ook) minderjarigen (als getuige of als slachtoffer) betrokken, dan dient gehandeld te worden volgens het stappenplan Kindermishandeling. Ook bij dit stappenplan is de volgorde niet dwingend. Waar het om gaat, is dat de arts alle stappen zo veel mogelijk doorloopt voordat hij tot een melding overgaat. Soms ligt een gesprek met de betrokkenen voor de hand, soms is de eerste stap advies aan het SHG. Ook zullen stappen soms twee of drie keer worden gezet. Niet alle stappen hoeven of kunnen worden gezet. In het stroomschema zijn alleen de oranje stappen verplicht.
4
Stappenplan kindermishandeling Afgeleid van de tekst van de KNMG-meldcodekindermishandeling en huiselijk geweld 2012, te vinden op www.knmg.nl/meldcode.
sstap tap 1 1 onderzoek Als u kindermishandeling vermoedt of vaststelt, verzamel dan alle aanwijzingen die uw vermoeden of constatering kunnen onderbouwen of ontkrachten en leg deze vast in het patiëntendossier. Beschuldigt de ene ouder de ander van kindermishandeling, betrek dan zo mogelijk ook de andere ouder. Onderzoek zo mogelijk en nodig het kind. De KNMG-Wegwijzer dubbele toestemming minderjarige kan van nut zijn. Kijk op www.knmg.nl/publicaties. Beschrijf in het dossier ook: π alle uitkomsten van onderzoek; π de inhoud van overleg met anderen; π of voor gegevensverstrekking toestemming is gevraagd of verkregen en π de ondernomen stappen. Vermoeden onterecht? Vermeld dat dan ook. Wees feitelijk en onderscheid eigen bevindingen van meningen van anderen.
dvies aan amk en bij sStap tap 22 avoorkeur ook collega Vraag advies aan het AMK en bij voorkeur ook aan andere terzake deskundige(n) over uw vermoedens en bevindingen. Presenteer de casus anoniem.
Een advies van een Team Kindermishandeling waar het AMK aan deelneemt, geldt ook als advies van het AMK. Mits anoniem is advies geen doorbreking van het beroepsgeheim. Vraag aan het AMK: π of sprake kan zijn van kindermishandeling; π hoe u meer duidelijkheid kunt krijgen; π hoe u het vermoeden met kind en/of ouders kan bespreken; π welke hulp het risico kan afwenden; π hoe taken en verantwoordelijkheden zijn te verdelen; π of een melding nodig is.
Stap mogelijk gesprek stap33> zo betrokkenen Bespreek met ouders en/of kind signalen van kindermishandeling en mogelijke oplossingen. Laat een gesprek alleen achterwege als dat onmogelijk is: π voor de veiligheid of gezondheid van het kind of andere kinderen uit het gezin; π omdat u kind en/of ouder(s) dan uit het oog zult verliezen; π voor uw eigen veiligheid. Besluit u het vermoeden niet te bespreken, zoek dan waar mogelijk naar een ander moment om ouders en/of kind alsnog in te lichten over uw vermoedens en over een eventueel gedane melding.
5
o nodig overleg betrokken sstap tap 4 4 zprofessionals
het AMK en neem daarbij de voorwaarden van stap 5b in acht.
U kunt – zo nodig zonder toestemming van kind en/of ouders – overleggen met andere bij het gezin betrokken professionals. Ook kunt u een melding aan de Verwijsindex Risico jongeren (VIR) doen, als dat nodig is om een vermoeden van kindermishandeling te verifië ren of om hulp onderling af te stemmen.
Weeg de risico’s. Soms kan hulp die nog afwenden. Verwijs in dat geval ouders en/ of kind en check of de hulp voldoende effect heeft. Blijf alert op hernieuwde signalen.
Overleg met ‘niet-rechtstreeks betrokkenen’ mag in principe alleen met toestemming van kind en/of ouders. U kunt echter besluiten om zonder toestemming met hen te overleggen als dat nodig is om uw vermoeden te verifiëren of hulp af te stemmen. Bedoeld zijn professionals als de jeugdarts, huisarts, behandelend specialist, gezinsvoogd, leerkracht of leidster. Hier niet bedoeld zijn de woningbouwvereniging, leerplichtambtenaar, gemeentelijke kredietbank en politie. Bedenk dat na een VIR-melding ook ‘matches’ kunnen ontstaan met dit soort derden.
Stap onitoren van hulp; zo stap5a 5a m nodig alsnog melden bij amk Blijft uw vermoeden bestaan na het overleg (stap 3 en 4), maar bent u overtuigd dat het risico voor het kind voldoende kan worden afgewend door vrijwillige hulp? Dan kunt u besluiten (nog) niet te melden en spant u zich in om noodzakelijke hulp te verlenen of elders in gang te zetten. U monitort zelf de voort gang en effectiviteit van deze hulp of zorgt dat een ander dit doet. Blijkt of lijkt het risico niet langer af te wenden, meld dan alsnog bij
Stap eële kans op schade? zo stap5b 5b rsnel mogelijk melden bij amk Blijft uw vermoeden bestaan of bevestigd en is er een reële kans op schade voor het kind die niet (meer) met hulpverlening is af te wenden, doe dan zo spoedig mogelijk een melding bij het AMK. Informeer kind en/of ouders tevoren, tenzij dit niet mogelijk is: π vanwege de veiligheid van het kind of andere kinderen uit het gezin; π omdat u kind en/of ouder(s) dan uit het oog zult verliezen; π voor uw eigen veiligheid. Zet uw melding ook door als kind en/of ouders na het informeren bezwaar maken. Onderbouw uw melding zo feitelijk mogelijk. Vermeld het als informatie van anderen afkomstig is. Als u mondeling informatie heeft verstrekt, is aan te raden het AMK een schriftelijke weergave ter goedkeuring te vragen. Vraag ook welke stappen u zelf nog kunt zetten.
Dreigt er acuut gevaar voor de veiligheid of het leven van een kind? Schakel dan eerst de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) of de politie in.
6
Stappenplan Kindermishandeling = verplichte stappen!
1 2 3 4
Onderzoek
Verzamel aanwijzingen en leg vast in dossier
Advies AMK en bij voorkeur ook collega AMK: 0900 - 123 1230 (24 uur p/d)
Zo mogelijk gesprek betrokkenen
Zonodig overleg betrokken professionals Taxeren risico op kindermishandeling Risico af te wenden
Reële kans op schade
5
A Monitoring
Mishandeling (mogelijk) niet gestopt
5
B Melding bij AMK
0900 - 123 1230 (24 uur p/d)
Acuut gevaar? Schakel eerst Raad voor de Kinderbescherming en/of politie in! (Regionaal kantoor: www.rvdk.nl / Politie: 112 (nood))
7
Stappenplan volwassenengeweld Afgeleid van de tekst van de KNMG-meldcodekindermishandeling en huiselijk geweld 2012, te vinden op www.knmg.nl/meldcode.
stap1 1 Stap
onderzoek
Als u volwassenengeweld vermoedt of vaststelt, verzamel dan alle aanwijzingen die dit onderbouwen of ontkrachten. Leg deze vast in het patiëntendossier. Onderzoek zo mogelijk en nodig de patiënt lichamelijk. Beschrijf in het dossier ook: π alle uitkomsten van onderzoek; π de inhoud van overleg met anderen; π of voor gegevensverstrekking toestemming is gevraagd of verkregen en π de ondernomen stappen. Vermoeden onterecht? Vermeld dat dan ook. Wees feitelijk en onderscheid eigen bevindingen van meningen van anderen.
Stap stap2 2
a dvies aan shg en bij voorkeur ook collega
Vraag advies aan het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) en bij voorkeur ook aan een deskundig collega over uw vermoedens en bevindingen. Presenteer de casus anoniem. Advies vragen is – mits anoniem – geen doorbreking van het beroepsgeheim. Probeer te achterhalen: π of sprake kan zijn van volwassenengeweld; π hoe u meer duidelijkheid kunt krijgen;
π hoe u het vermoeden met betrokkenen kan bespreken; π welke hulp het risico kan afwenden; π hoe taken en verantwoordelijkheden zijn te verdelen; π of een melding nodig is.
Stap stap3 3
z o mogelijk gesprek betrokkenen
Bespreek aanwijzingen en signalen van volwassenengeweld en mogelijke oplos singen met betrokkenen, tenzij dit niet mogelijk is; π uit vrees voor de veiligheid of gezond heid van de patiënt; π omdat u de patiënt daardoor uit het oog zal verliezen; π voor uw eigen veiligheid. Besluit u uw vermoeden niet te bespre ken, zoek dan waar mogelijk naar een ander moment om betrokkenen alsnog in te lichten over uw vermoedens en over een eventueel gedane melding. Als u het slachtoffer (ook) onder behandeling heeft, spreek dan zo mogelijk ook met de vermoedelijke dader. Heeft u de vermoedelijke dader (ook) onder behandeling, spreek dan in ieder geval (ook) met het vermoedelijke slachtoffer om te bezien hoe die staat tegenover hulpverlening en een eventuele melding bij het SHG.
8
Stap stap4 4
z o nodig overleg betrokken professionals
Overleg met andere betrokken professionals als dat nodig is om uw vermoeden te verifi ëren maar alleen als betrokkene of, als deze wilsonbekwaam is, een vertegenwoordiger daarvoor toestemming heeft gegeven. Toestemming is niet nodig voor overleg met de waarnemer of rechtstreeks bij de behandelingsovereenkomst betrokkenen, zoals een verpleegkundige, tenzij de betrokkene daar uitdrukkelijk bezwaar tegen heeft gemaakt. Richt het vermoeden zich op de vertegenwoordiger, zoek dan zo mogelijk een andere vertegenwoordiger.
Stap stap5a 5a monitoren van hulp Wordt uw vermoeden bevestigd of niet weg genomen door het overleg (stap 3 en 4) maar bent u ervan overtuigd dat hulpverlening op vrijwillige basis het risico voldoende kan afwenden, dan kunt u besluiten (nog) niet te melden. In dat geval spant u zich in om nood zakelijke hulp te verlenen of deze elders in gang te zetten. U monitort zelf de voortgang en effectiviteit van deze hulp of zorgt ervoor dat een ander dit doet. Blijkt of lijkt het risico niet langer af te wenden, doe dan alsnog een melding bij het SHG en neem daarbij de voorwaarden bij stap 5b in acht. Weeg de risico’s. Soms kan hulp de risico´s nog afwenden. Biedt betrokkenen die hulp dan aan of verwijs hen door. Check of de hulp voldoende effect heeft. Blijf alert op hernieuwde signalen.
Stap stap5b 5b melden bij shg Blijft uw vermoeden bestaan of wordt dit bevestigd en is er een reële kans op schade die niet (meer) met hulpverlening is af te wenden? Doe dan zo spoedig mogelijk melding bij het SHG. Vraag zo mogelijk toestemming aan betrokke nen maar zeker aan het (mogelijk) slachtoffer. Weigert die laatste weloverwogen toestem ming, meld dan alleen als dat noodzakelijk is om ernstig gevaar voor zwaar lichamelijk of psychisch letsel of de dood af te wenden. Is betrokkene wilsonbekwaam, vraag dan de vertegenwoordiger om toestemming, tenzij deze mogelijk zelf de dader is. Zoek dan naar een andere vertegenwoordiger. Is die er niet of behartigt die de belangen niet voldoende, dan kan zonder toestemming worden gemeld als sprake is van een reële kans op schade die niet (meer) met hulpverlening is af te wenden. Informeer betrokkenen zo mogelijk tevoren over uw melding. Sluit zoveel mogelijk aan bij feiten en gebeurtenissen en geef duidelijk aan als informatie van anderen afkomstig is. Overleg met het SHG wat u zelf nog kunt doen om het slachtoffer te beschermen. Als u mondeling informatie verstrekt, is aan te raden een schriftelijke weergave ter goedkeuring te vragen.
Dreigt acuut gevaar voor zwaar lichamelijk letsel of het leven van een volwassene? Neem eerst contact op met de politie.
9
Stappenplan Volwassenengeweld = verplichte stappen!
1 2 3 4
Onderzoek
Verzamel aanwijzingen en leg vast in dossier
Advies SHG en bij voorkeur ook collega SHG: 0900 126 26 26 (24 uur p/d)
Zo mogelijk gesprek betrokkenen
Zonodig overleg betrokken professionals Risico af te wenden
Reële kans op schade
Risico niet meer af te wenden
Toestemming slachtoffer? Nee
Ja
Dreigt zwaar letsel of dood? Nee
5
A Monitoring
Ja
5
B Melding bij SHG
0900 126 26 26 (24 uur p/d)
Acuut gevaar? Schakel eerst politie in! (Bel 112 (nood))
Vragen? advies- en meldpunt kindermishandeling 0900 123 1230, 5 eurocent per minuut, automatische doorschakeling naar eigen regio, 24 uur per dag bereikbaar.
steunpunt huiselijk geweld 0900 126 26 26, 5 eurocent per minuut, automatische doorschakeling naar eigen regio, 24 uur per dag bereikbaar.
raad voor de kinderbescherming Telefoonnummer van de dichtstbijzijnde vestiging vindt u op www.kinderbescherming.nl. De politie is voor spoedgevallen bereikbaar via alarmnummer 112 (gratis).
knmg artseninfolijn Voor vragen over de KNMG-meldcode. 030 – 28 23 322 of
[email protected]. Voor KNMG-leden is dit een gratis service.
www.knmg.nl/meldcode Stappenplannen online. Met doorklik naar de relevante passages in de meldcode. Zo heeft u direct de toelichting bij de hand. Als u deze qr-code met uw mobiele telefoon scant, komt u terecht op de KNMG-website waar de publicatie en het stappenplan staan.
Deze stappenplannen maken onderdeel uit van de KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld, een uitgave van artsen federatie KNMG © maart 2012, Utrecht De artsenfederatie KNMG vertegenwoordigt ruim 53.000 artsen en studenten geneeskunde. Van de KNMG maken deel uit de Koepel Artsen Maatschappij en Gezondheid (KAMG), Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD), de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB), de Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde (NVVG), de Orde van Medisch Specialisten (OMS) en de Vereniging van Specialisten in ouderengeneeskunde (Verenso).