Kies 4 kinderen uit en zing ‘de zeppelin’. Rijd als een auto door de klas en geef iedereen een autodropje Rijd als een auto achteruit door de klas en geef iedereen een autodropje Zing het liedje ‘gaan we met de bus…’ Maak de zinnen af: Rirarrein…..we rijden met de…. Rirarotor…..we rijden met de…. Riaritiets…..we rijden met de…. Riraruig….we gaan met het… Een auto kan heel veel verschillende kleuren hebben. Noem 7 kleuren.
Maak met de klas een trein en zing het liedje ‘de trein, de trein, de trein…’ Hoeveel wielen heeft een auto? Als je fietst, waar zit je dan op? Hoe heet de man die in de trein langskomt om de kaartjes te knippen? Wat heb je nodig als je met de bus gaat? Noem vier dingen die kunnen vliegen of zweven in de lucht. Doe een vervoermiddel na, de rest van de klas moet raden
Doe een vervoermiddel na, de rest van de klas moet raden Steek je linkerhand op. Steek je rechterhand op. Vroeger had je nog geen auto. Wat was er toen voor een vervoer? Noem drie dingen die de brandweer doet. Hoe weten brandweermannen dat er brand is? Welke twee kinderen hebben een papa die brandweerman is? Kies drie brandweermannen uit en zing het liedje ‘als de toeter van de brandweer niet heel hard gaat’.
Waar rijdt de trein over? Maak af: Je staat op het (perron) De trein stopt bij elk (station) Welke drie hulpmiddelen hebben we bij het oversteken? Als we een weg oversteken…..wat moet je dan doen? En waarom? Noem vijf dingen die aan je fiets kunnen zitten. Teken op het bord een …….(voertuig noemen). De klas moet raden wat het is. Teken op het bord een …….(voertuig noemen). De klas moet raden wat het is.
Teken op het bord een …….(voertuig noemen). De klas moet raden wat het is. Luister naar het geluid op de cd. Wat hoor je? Luister naar het geluid op de cd. Wat hoor je? Luister naar het geluid op de cd. Wat hoor je? Luister naar het geluid op de cd. Wat hoor je? Hoe komt een boot vooruit? Ken je een liedje over de boot? Roei met de hele klas en zing het liedje.
Onder de deken liggen een aantal dingen die met het verkeer te maken hebben. Kijk goed, want de juf haalt zo iets weg. Wat haalt de juf weg? Ga in het midden van de kring zitten. Doe je ogen maar dicht. De juf laat een aantal kinderen achter je zitten. Kun je horen hoeveel kinderen er in je trein zitten? Noem drie woorden die rijmen op auto Noem drie woorden die rijmen op boot Noem drie woorden die rijmen op fiets
Luister goed wat de juf zegt….plak alles weer aan elkaar! - b-oo-t - vlieg-tuig - f-ie-t-s Luister goed wat de juf zegt….plak alles weer aan elkaar! - l-a-m-p - au-t-o - bri-ga-dier Luister goed wat de juf zegt….plak alles weer aan elkaar! - b-r-a-n-d - vracht-wa-gen - ver-voer-mi-ddel Bij welk voertuig horen deze onderdelen? - vleugel - motor - wielen
Bij welk voertuig horen deze onderdelen? - spaken - bagagedrager - snelbinders Bij welk voertuig horen deze onderdelen? - roer - zeil - mast Bij welk voertuig horen deze onderdelen? - machinist - conducteur - kaartje Bij welk voertuig horen deze onderdelen? - halte - rood lampje - strippenkaart
Is dit goed of fout? - Jasmijn steekt over, ze kijkt rechts-links-rechts. - Thijs ziet zijn vriendje aan de overkant, hij rent er naartoe. - Puck steekt over, ze loopt naar het zebrapad. Is dit goed of fout? - Papa heeft haast, hij rijdt door rood licht. - De brandweer heeft zijn lichten en sirene aan, hij mag door rood licht. - De brandweer heeft zijn lichten en sirene uit, hij mag door rood licht. Is dit goed of fout? - Ik zie dat het stoplicht op oranje staat, ik rijd door. - Ik kan veilig overrennen want de brigadiers staan er toch. - Op het zebrapad staat een zebra.
Leg de plaatjes op volgorde van langzaam naar snel verkeer. Leg de plaatjes van dingen die op de stoep horen op het rode vel. Die op de straat horen moeten op het blauwe vel. Waar kun je veel mensen vervoeren. Leg die plaatjes bij elkaar. Leg ook de plaatjes bij elkaar van dingen waarmee je weinig mensen kunt vervoeren. Wat betekent een blauw rond bord? Wat betekent een wit rond bord met een rode rand? Wat betekent een wit driehoekig bord met een rode rand? Wat moet je doen bij het stopbord?
Maak de verkeerspuzzel Hoe heet deze meneer? (plaatje conducteur bij een trein) Waar ga je naartoe als je auto kapot is? Welke voertuigen rijden op rails?