Fotografie als artistiek onderzoek
Paper voor de Triennale van Marmara University, Istanbul, juni 2013 Dr. Anke Coumans Lectoraat Image in Context, Kenniscentrum Kunst & Samenleving Academie Minerva, Hanzehogeschool Groningen, 31031013
Keywords: fotografie, representatie, handeling, artistiek onderzoek, kunst, journalistiek, werkelijkheid.
Fotografie en de werkelijkheid van onze wereld In 1983 verscheen het door de Tsjechisch-Braziliaanse mediatheoreticus Vilem Flusser geschreven boek Für eine Philosophie der Photographie. In dit boek beschrijft Flusser het wezen van de fotografie. Foto’s zijn magisch. Zij vangen onze blik en houden hem vast. Terwijl een tekst een begin en een eind heeft, val je een foto binnen zoals Alice Wonderland binnenviel. Foto’s vangen de blik en laten deze niet meer los. Foto’s zijn bovendien ‘apparatische’ beelden (door apparaten geproduceerde beelden) waardoor ze een schijn van objectiviteit hebben. Een deel van de fysieke werkelijkheid valt via licht het apparaat binnen en de foto is er de indexicale afdruk van. Foto’s lijken daarbij zo op de wereld zoals we hem kennen dat we geloven oog in oog met de werkelijkheid te staan in plaats van tegenover een mechanische reproductie. Daardoor plaatsen foto’s zich tussen de mens en de werkelijkheid in en laten ze ons vergeten dat het beeld niet de werkelijkheid is maar een afdruk ervan. Een foto is een door middel van een fotocamera geproduceerd beeld dat een interpretatie van de werkelijkheid is, maar wordt begrepen als een afdruk van de werkelijkheid zelf. Beelden nestelen zich in ons bewustzijn, programmeren de manier waarop we naar de wereld om ons heen kijken zonder dat we ons daar bewust van zijn. En om de cirkel rond te maken bepalen die beelden vervolgens wat voor een foto’s mensen gaan maken. De mechanische ‘apparatische’ productie van foto’s is in het digitale tijdperk opgevolgd door het eindeloos kunnen produceren en reproduceren van door digitale camera’ s geproduceerde beelden. Het resultaat is een
1
immense hoeveelheid foto’s die deels nog in papieren fotoalbums en archieven te vinden zijn, maar die tegenwoordig toch grotendeels over het internet zweven. In 2011 werden op de fotosite Flickr 6 miljard foto’s gehost, en de schatting van het aantal foto’s op Facebook bedraagt 100 miljard. Waarom zou je als fotograaf dan nog foto’s willen maken? Deze grote hoeveelheid foto’s online en de kopieerdrang van mensen, was dan ook uitgangspunt voor een van de door Joachim Schmidt samengestelde zo genoemde Black Books. “But is it Art?” is a new addition to my series of black books exploring the realm of online photo hosting sites. The book contains images that are screenshots, specifically from the website Flickr. Each image shows people’s attempts at creating photography “after”, “based on”, “in the style of” or “inspired by” well-known artists, to varying degrees of success. As individual attempts these samples may be charming, hilarious or bold (and sometimes embarrassing), as a group they raise more interesting questions of originality and authorship”.i In de bijgevoegde spread staat op de linkerpagina het originele beeld van Anselm Kiefer, en op de rechterpagina de door de amateurfotograaf gemaakte foto. Het bijschrift luidt: Ansel Adams took one of his most famous images near this spot, it’s amazing how much the trees in the foreground seem to have grown since.ii
Pagina uit Joachim Schmid. (2008) But is it Art? Printing on demand book.
iii
Maar ook op minder letterlijke wijze reproduceren wij de beelden die als een blauwdruk in ons geheugen zitten. We zien in de wereld om ons heen wat de beelden ons hebben geleerd te zien. Als mensen door reclamefoto’s verleid op reis gaan, zoeken ze de beelden die het reisbureau hen heeft beloofd. Daar maken ze een foto van en die foto plaatsen ze op Facebook. Foto’s zijn volgens Flusser –en hij vond dat al voor het internettijdperkgeen representaties maar programma’s die de werkelijkheid vragen zich naar het beeld te
2
bewegen. Het meest schrijnend is dit fenomeen aanwezig in de plastische chirurgie, waar vrouwen proberen te lijken op gefotoshopte vrouwbeelden. En in de oorlogsjournalistiek zien de fotojournalisten zich vaak geplaatst tegenover een voor hun fotocamera al dan niet door henzelf geënsceneerde werkelijkheid. Maar al te goed weten zij en de persvoorlichters in de oorlogsgebieden op welk soort plaatjes de krantenlezers in het Westen zitten te wachten.
We zitten gevangen in een web van beelden waar de werkelijkheid haar vinger bijna niet meer achter krijgt. Dit is het basisprobleem van de professionele fotografie en van ieder zichzelf serieus nemende fotograaf. De Nederlandse fotograaf Hans Aarsman is wellicht daarom maar helemaal gestopt met fotograferen. Hij zet zijn professionaliteit nu in om via een zorgvuldige fotoanalyse de werkelijkheid (de toestand die ten grondslag lag aan de foto) te reconstrueren. Niet het programma van het beeld maar de visuele niet door iedereen opgemerkte sporen trekken zijn aandacht. Als een fotodetective stelt hij zich vragen. Wat gebeurde hier nou echt? Wat verbergt die vrouw achter haar rug. Naar wie lacht dat kind daar in de hoek van die foto? Waarom staat er dat symbool op die wagen? Waarom is er een staande en geen liggende foto genomen? Iedere week staat er in de Volkskrant (een van de grotere Nederlandse dagbladen) een fotorecensie waarin hij ieder element van de foto ontleedtiv. Zijn benadering symboliseert het grote zoeken van de hedendaagse fotografie: hoe kunnen we de wijze waarop beelden de werkelijkheid buiten spel zetten doorbreken? Dit bewustzijn, aanwezig in de praktijk van de hedendaagse fotografie, maakt dat fotograferen geen onproblematische representerende activiteit meer is. Documentary photography is changing from an activity in which images about the outside world can be presented as being true, into an activity, which asks the photographer to find a new sincere and authentic relationship with the social world.
Expertisecentrum PRICCA Practice: photography as research practice Deze opgave van de hedendaagse fotografie is op Academie Minerva binnen het lectoraat Image in Context aanleiding geweest voor het oprichten van een expertisecentrum waarin de inzichten van fotografen en kunstenaars met betrekking tot deze problematische status van de fotografie bijeen gebracht en bestudeerd kunnen worden. Het Expertisecentrum
3
PRICCA Practice (Photographic Research in Cross-disciplinary and Cross-cultural Artistic Practices) doet onderzoek naar de wijze waarop de professionele fotografie zichzelf aan het herformuleren is. Het richt zich op de artistieke onderzoekpraktijken van kunstenaars, ontwerpers en fotografen naar de status van de fotografie in onze samenleving. De focus ligt op nieuw ontwikkelde methodes rondom fotografie als onderdeel van een interdisciplinaire artistieke (en kritische) onderzoekspraktijk. Fotografie als onderzoeksmiddel om de werkelijkheid opnieuw zichtbaar te maken. Daarvoor is het voor de hand liggend dat fotografie zich laat voeden en inspireren door andere de werkelijkheid zoekende disciplines als de sociologie en de antropologie. Vanuit haar interesse in maatschappelijke betekenisgevingsprocessen verbindt de fotografie zich bovendien met vakgebieden als semiotiek, cultural studies, kunsttheorie en filosofie. En in haar uitingsvormen trekt ze lering uit de literatuur, het theater, de journalistiek als representatievormen. In het centrum wordt dus onderzocht hoe de waarheidsdimensie van de fotografie wordt geproblematiseerd in beelden die niet enkel representaties zijn, maar ook commentaar op de fotografie zelf en die tegelijkertijd de narratieve en communicatieve mogelijkheden en beperkingen van het fotografische beeld verkennen. We zoeken naar artistieke onderzoekspraktijken waarin een nieuwe authentieke relatie tussen fotografisch beeld en werkelijkheid wordt gezocht.
In deze paper presenteer ik enkele van deze praktijken:
Papaplatform: de open blik Het Participating Artists Press Agency project van de Nederlandse kunstenaar Lino Hellings is een journalistiek platform in de vorm van een op basis van te maken keuzes zelf samen te stellen digitale krant.v Ten behoeve van de foto’s op het platform heeft zij een fotografische methode ontwikkeld die de ‘open blik’ methode genoemd kan worden. Via deze methode slagen fotografen erin om de geprogrammeerde blik op de buitenwereld, de door bestaande foto’s bepaalde blik, los te kunnen laten waardoor niet de voor de hand liggende foto’s worden gemaakt, maar andere foto’s, foto’s waarin de werkelijkheid zich op andere wijze in beeld kan tonen. Op deze wijze slagen mensen met een fotocamera (kunstenaars, fotografen, gewone burgers) er niet alleen in om een andere
4
dan de voorspelbare werkelijkheid te verbeelden, maar krijgen zij via deze foto’s opeens een ander beeld van de bijvoorbeeld de stad waarin zij wonen. Belangrijk onderdeel van haar methode is het starten met een vraag als ‘Hoe leven oudere mensen op straat? Hoe nemen mensen de straat in bezit? Waar wordt geslapen?’ Met die vraag stap je als fotograaf de sociale werkelijkheid in. Op de tweede plaats is het belangrijk dat je niet teveel nadenkt en alles fotografeert dat op je pad komt. Je fotografeert dat waar je blik op valt. Uit deze foto’s waar je vervolgens mee thuiskomt worden twee foto’s geselecteerd. Deze worden op een site geplaatst. Echter niet zonder tekstuele toevoegingen. De fotograaf noteert zijn gedachtes bij de foto en geeft de foto een titel. Bovendien vermeldt hij zijn naam bij het beeld. Zie bijvoorbeeld
Screenshot van de PAPA website.vi
Bij het beeld wordt vermeld waar het gemaakt is, in dit geval Bishek, door wie de foto is gemaakt, in dit geval door Tatyana Mihnevich. Daarbij krijgt het beeld een titel, in dit geval Adding colors to a humdrum life en een persoonlijk bijschrift Sunny color gloves were washed after work and hanged in order to dry in anticipation of the next time! Door die open blik slaagt de werkelijkheid erin om zich op onverwachte wijze te presenteren, waardoor er nieuwe beelden van de wereld om ons heen ontstaan. Bovendien worden die beelden vervolgens verankerd in de maker. Het is zijn beeld. En op de derde plaats krijgen de beelden een heldere context. De maker geeft aan waarom hij dit beeld op een site (en dus in de publiek ruimte) plaatst. Want het onverankerde is een van de gevaarlijke karakteristieken van de fotografie zoals Flusser hem beschrijft. Foto’s zijn magisch omdat ze onverankerd zijn. Door ze te verbinden aan de fotograaf en er zijn
5
beeld van te maken, wordt het beeld verankerd in de fotograaf. Doordat hij er bovendien een titel bij plaatst en er een commentaar op levert, worden de beelden niet alleen verankerd doordat duidelijk waar we naar kijken, maar ook duidelijk dat het beeld een intentie heeft. Het is niet de werkelijkheid. Het zegt iets over de werkelijkheid.
De foto als centrum van een praktijk van storytelling De tweede artistieke praktijk waarin via een andere omgang met het medium fotografie een authentiekere relatie met de werkelijkheid wordt gezocht is het PhD onderzoek van de Nederlandse fotografe Andrea Stultiens. Andrea onderzoekt hoe via foto’s een ander beeld dan het koloniale beeld kan ontstaan van het Afrikaanse land Oeganda. Haar onderzoeksvraag is ‘Photographs are made from a specific vantage point. How can this specificity color and nuance the collective memory and be (part of) a (visual) narrative? Het hegemonistische beeld van Oeganda is ontstaan in een koloniaal verleden. The representation of the past of countries that were colonised for a big part of the 20th century makes us aware that history is only a version of what happened. The first half of that century the past was primarily documented by outsiders and shared through colonialist's eyes. After that it was not rarely reinvented with every regime change and extremely ideologically coloured. In haar onderzoek zijn bestaande foto’s het uitgangspunt. Andrea heeft in private collecties en publieke archieven vele foto’s gevonden die tot op dat moment geen plaats hadden in het collectieve geheugen van zowel de Oegandees als de buitenstaander, de Westerling. Deze foto’s plaatst ze op Facebook onder het kopje History in progress Uganda.
Screenshot van de facebookpagina History in Progress Uganda van Andrea Stultiens. vii
6
Facebook is niet alleen de plaats waar iedereen met een computer en internet toegang toe heeft, het is ook een publieke ruimte waarbinnen mensen kunnen reageren op de beelden. Facebook maakt het mogelijk ‘to create alternatives for the prevailing version(s) of the representation of (Ugandan) history by digitizing and sharing historic photographs. By doing this these photographs can be put in context by those who lived in the time the photographs were taken, or know stories about it. That way they can become valuable in understanding the past and relating it to the present.’ (https://www.facebook.com/HIPUganda/info)
Andrea probeert niet alleen een correctie op het koloniale beeld aan te brengen, doordat ze een meer oprechter maar verdrongen collectief geheugen van de Oegandezen zelf naar voren wil halen, ze wil ook laten zien dat er zich rondom beelden verhalen kunnen ontwikkelen die het beeld inbedden en verbinden aan de verteller van het verhaal. We zien dus een vergelijkbare verankering plaatsvinden, weliswaar niet altijd aan de directe fotograaf van het beeld, maar wel in de context en in het verhaal dat erbij hoort. Net als Aarsman is ze op zoek naar de werkelijkheid achter het beeld. Haar onderzoeksplatform is Facebook waardoor ze de hulp in kan roepen van een grote community. Foto’s zijn bovendien onderdeel van ‘storytelling’, van de wijze waarop mensen via het vertellen van verhalen zich verhouden ten opzichte van de wereld om ons heen. Net als in het werk van Lino Hellings fungeert het internet als de plaats waar beelden een nieuwe context en functie kunnen krijgen. Foto’s zijn geen eindpunt maar een beginpunt. Foto’s behoeven een inbedding en een heldere functionaliteit. De magie van de foto wordt in beide praktijken bestreden door van een foto een handeling te maken.
Metafotografie Terwijl Lino Hellings en Andrea Stultiens de foto zelf tot onderzoeksterrein verheffen, zie je hoe andere kunstenaars en fotografen op basis van het onderzoek naar de problematische status van de fotografie tot een nieuwe representatie komen die de oude becommentarieert, het metabeeld. Hier zijn vele voorbeelden van te geven. De Nederlandse kunstenaar Anno Dijkstra heeft een fascinatie voor heftige nieuwsfoto’s
7
die op ons netvlies gebrand staan. Hij nam bijvoorbeeld de foto van een dode politicus tot uitgangspunt van zijn artistieke onderzoek. In mei 2003 werd in Nederland een populaire rechtse politicus op straat doodgeschoten. Dit beeld van het dode lichaam heeft dagenlang de media beheerst. Anno Dijkstra made real statuettes based on the image of a dead Pim Fortuyn. Viewers were even allowed to take these statuettes and put them on the mantelpiece at home, something which made visible how intractable an image really is. Because who wants to have a statuette of a dead politician on the mantelpiece?
Anno Dijkstra, Proposition, 2012
In 2007 he did something comparable to the world famous Vietnam photograph by Nick Ut of the naked girl trying to flee the napalm cloud. He made a statue of this which he placed in a remote field. People hung coats on the statue and eventually it was destroyed.
Anno Dijkstra, proposal nr 17, 2007
These projects make us think about the impossibility for us to relate to the photographic image. The representations they create are meta-images, in the sense that as an image
8
they speak out about the image. Moreover they bring back the interaction by doing something else with the images, by making them physical, touchable, changeable, transportable. Net als Hellings en Stultiens probeert Dijkstra om het beeld onderdeel van een handeling te maken.
Vanuit het perspectief van de foto als handeling is het project The Day Nobody Died van de fotografen Adam Broomberg en Oliver Chanarin het meest vergaand. Het is bovendien een ultiem commentaar op het feit dat iedere gebeurtenis gefotografeerd moet worden. http://www.choppedliver.info/the-day-nobody-died/ In juni 2008 reisden Broomberg en Chanarin naar Afghanistan. Ze zouden als embedded kunstenaars meereizen met het Britse leger naar de frontlinie in de provincie Helmand. In plaats van hun camera’s brachten ze in een kartonnen doos een 50 meter lang en 76,2 cm brede rol fotografisch papier met zich mee. In de eerste dagen nadat ze gearriveerd waren, bleken er gelijk vele doden te betreuren. Die dagen deden de kunstenaars niets met het meegebrachte fotopapier. Pas op de dag dat er niets gebeurde, ontrolde de fotografen hun lichtgevoelige papier en stelden het bloot aan de zon. Het resultaat van deze blootstelling exposeerden ze bij terugkomst in Paradise Row, London onder de titel The Day Nobody Died.
The Day Nobody Died, 2008, Installation View
viii
De vraag is wat de werkelijke handeling is geweest, het aan het licht blootstellen van het fotografische papier of de tocht die het fotopapier maakte naar het oorlogsgebied. In ieder geval hechten de kunstenaars veel waarde aan deze tocht. In de film die zij van dit vervoer hebben gemaakt, zie je hoe de ingepakte onhandig grote rol fotopapier van
9
voertuig naar voertuig wordt verplaatst, door de woestijn wordt vervoerd, gedragen door de soldaten om na al die moeite op de dag er niets gebeurde belicht te worden. Net als bij Dijkstra wordt het fotografische beeld omgezet in een handeling, en wordt de handeling een commentaar op het functioneren van de fotografie. Waar Dijkstra fysieke beelden maakt die de onhandelbaarheid van het beeld onderstreept, daar creëren Broomberg en Chanarin niet alleen een beeld dat het eindproduct van de fotografie ‘de foto’ becommentarieert, maar een beeld dat als weigering beschouwd kan worden van de handeling van het (journalistieke) fotograferen. Zij weigeren een oorlogsgebeurtenis tot beeld te maken, maar ontkomen er uiteindelijk niet aan om het proces in een film vast te leggen.
Voetnoten i
http://schmid.wordpress.com/publications/books-on-demand/black-books/ http://immediation.image-imatge.org/post/10164203989/one-year-of-books-joachim-schmid-but-is-it-art iii Dit beeld is te vinden op http://immediation.image-imatge.org/post/10164203989/one-year-of-booksjoachim-schmid-but-is-it-art iv Deze recensies zijn gebundeld in het boek Ik zie, ik zie, De Aarsman Collectie (2008). Podium b.v. Uitgeverij ii
v
http://www.papaplatform.com.
vi
http://www.papaplatform.com/index.php?VS=l&VT=m&SO=o&PC=1&SB=t&ID=&SE=gloves https://www.facebook.com/HIPUganda?ref=stream viii http://www.choppedliver.info/the-day-nobody-died vii
Bibliografie Flusser, V. (2000). Towards a philosophy of photography. London: Reaktion Books Ltd. Oorspronkelijk verschenen in 1983 in het Duits als Für eine Philosophie der Fotografie Göttingen. European Photography Andreas Müller-Pohle. In 2007 is het boek in het Nederlands vertaald als Filosofie van de fotografie. Uitgeverij IJzer. Schmidt, J. (2010). But is it Art? Blurb (printing on demand). Helling, L. (2013). The making of Papa. Post Editions.
10