Keuzelijst met gedichtenbundels De hieronder genoemde bundels zijn alle geschikt voor je leesverslag. Mocht je niettemin een andere bundel willen lezen, overleg dan eerst met de docent. Deze moet je daarvoor toestemming geven. Gerrit Achterberg, Voorbij de laatste stad, Den Haag 1962 Bloemlezing uit het werk van de dichter. Ook kan er gekozen worden voor een bundel uit het verzamelde werk van Achterberg Hans Andreus, De sonnetten van de kleine waanzin, Haarlem 1966 Sonnetten over de liefde in haar diverse verschijningsvormen . De mond van het licht, Haarlem, z.j. Gedichten die het verlangen van de dichter naar het licht en de zintuiglijke ervaring ervan ervaring weergeven. Robert Anker Nieuwe veters, 1987, Vijfendertig kleine portretten van gewone stadsmensen, vaak een beetje aan de rand van de maatschappij. Het is even wennen aan de ongebruikelijke vaak ook ongrammaticale zinnen, en de verrassende gedachtensprongen, maar uiteindelijk kun je je juist daardoor inleven, en is er ook nog wat humor. Ook andere bundels van Anker zijn de moeite waard, zoals In het vertrek met een aantal langere gedichten over telefoongesprekken.
Benno Barnard Klein Rozendaal, tweede bundel van Benno Barnard, zoon van ds. W. Barnard (zie: Van der Graft). Korte vormvaste gedichten over, onder andere, B’s jeugd in Rozendaal. Barnards latere werk (bijvoorbeeld Tijdgenoten) is bijzonderder, maar niet bepaald eenvoudig. En ook niet Rozendaals.
J. Bernlef,
Vreemde wil, Amsterdam 1994 Hierin kijkt hij terug op zijn jeugd, beschrijft mensen uit de geschiedenis met wie hij zich gebonden voelt en voert een denkbeeldige dialoog met een franse dichter. Bagatellen voor een landschap, Amsterdam 2001 bundel, bestaande uit 4 delen waarin Bernlef het duinlandschap beschrijft en de mensen daarin. Kiezel en traan, Amsterdam 2004 bundel bestaande uit 3 delen waarin Bernlef de thema’s relaties eenzaamheid en vergankelijkheid verwoordt.
J.C. Bloem,
Media Vita, Haarlem 1931 Opgedragen aan Clara Eggink. De bundel bevat 23 gedichten die als onderwerp hebben de vergankelijkheid van leven en gebeurtenissen in dit leven.
1
Mark Boog,
Luid overigens de noodklok, Amsterdam 2003 Bundel, bestaande uit 3 delen waarin vanuit verschillende perspectieven gekeken wordt naar de verhouding man – vrouw.
Geert Boogaard, Alle dingen nieuw, Nijkerk 1981 Gedichten die reflectie zijn van de dichter op zijn geloof in relatie tot zijn omgeving. Fleur Bourgonje, Vrije val, Amsterdam 2003 Gedichten waarin het vertrouwen in een relatie en het verbreken ervan thema zijn, Hugo Claus Ik schrijf je neer, mooie bloemlezing uit het werk van de veelzijdigste dichter ooit uit het Nederlandse taalgebied (tevens de veelzijdigste schrijver). Soms moeilijk, soms makkelijk, soms plat, soms rauw, soms humoristisch, vaak hartstochtelijk – en over de meest uiteenlopende thema’s. Hugo Claus
Sonnetten, Amsterdam 1988 Verzameling sonnetten die eerder verschenen in Knak (Vlaams blad) die verschillende onderwerpen behandelen, maar bijna altijd gaan over de dichter tegenover e buitenwereld.
Herman de Coninck, Enkelvoud, Amsterdam 1991 Bundel die drie delen kent met alle verschillende thema’s hebben. 1: De meervoud van het geluk behandelt de verhouding vader kind; de 2e zonder, geeft de kijk van de dichter op diverse onderwerpen; de 3e geeft de relatie mens landschap weer. Maria van Daalen, Onder het hart, Amsterdam 1992 Bundel met 43 gedichten die als gemeenschappelijk onderwerp hebben dat zei verwoorden wat de dichter ‘onder het hart’ heeft, die haar beroeren en emotioneren. Arjen Duinker Rode oever, - debuut van een dichter/filosoof die probeert op te houden overal betekenis te zien achter de dingen (tamelijk lastig voor een mens) en de wereld werkelijk te zien zoals hij is. Zijn poëzie is dus altijd beeldend, vaak vrolijk en heel intens. Verwant aan K. Michel met wie hij het dichtersduo Aap, Noot, Mies vormde. Schreef hierna nog veel meer bundels. J. Eijkelboom Wat blijft komt nooit terug, 1979 – Een debuut dat indertijd insloeg als een bom. Zeer menselijke poëzie over alcohol, vroeger, en liefde J. Eijkelboom, Het lied van de krekel, Amsterdam, 1996 Bundel met 4 delen, verbonden aan een plaats, waarin de relatie tussen die plaatsen en de ik onder woorden wordt gebracht. Willem Elsschot, Verzen, Amsterdam 1969
2
Het is een bundel die opnieuw is uitgegeven en van een cd is voorzien waarop de dochter van de dichter de gedichten voordraagt. De gedichten vertellen iets over de relatie tussen de dichter en zijn familie. Anna Enquist, De tussentijd, Amsterdam 2004 Bundel waarin de dichter de gevoelens verwoordt die verband houden met het plotselinge verlies van haar dochter. Ida Gerhardt, De zomen van het licht, Amsterdam 1983 De bundel behandelt de grensgebieden in ruimte en tijd voor zowel ouderen als jongeren. Veel van de gedichten bevatten verwijzingen naar klassieken. Een verklaring voor die verwijzingen geeft zij achterin de bundel. Eva Gerlach, Domicilie, Amsterdam 1987 De gedichten hebben als onderwerp de verhouding leven – dood. Ze bestaat uit 3 delen waarin verschillende facetten van deze verhouding worden behandeld. Herman Gorter, Ik vind je zo lief en zo licht, Amsterdam 1999 Veertig liefdesgedichten die summier worden toegelicht door Pieter Boskma die verantwoordelijk is voor de samenstelling van deze verzameling. Guillaume van der Graft Praten tegen langzaam water, de dichter Guillaume van der Graft (pseudoniem van Willem Barnard, ooit dominee in Rozendaal) koos zijn beste werk. Aanvakelijk experimenteel, later traditioneler, vaak geëngageerd, altijd betrokken. Krijn Peter Hesselink Stil alarm, 2009, tweede bundel van oud Slamkampioen Krijn Peter Hesselink. Hesselink kijkt met een frisse blik naar alledaagse dingen, zoals: een eerste eetafspraak, een muis in een potje honing, de verjaardag van iemand die er niet meer is, of wakker worden in het bed van je buurman waar je per ongeluk naar binnen bent gelopen met je dronken kop. Judith Herzberg, 27 liefdesliedjes, Amsterdam 1971 Een bewerking van het Hooglied ooit in opdracht geschreven voor een radioprogramma van de VPRO, bedoeld voor jongeren. Ingmar Heytze, Nietsche schrijft een laatste vers, Amsterdam 2004 Hij ironiseert een aantal filosofen. Soms neigt de ironisering naar een karikatuur. Ed Hoornik, Een liefde, Rijswijk 1941 Een cyclus gedichten die de liefde tussen de ik en zijn geliefde beschrijven tot aan haar dood. Sylvia Hubers, Men zegt liefde, Amsterdam 2003 De bundel bestaat uit 7 delen die elk een facet van de verhouding man vrouw weergeven de dichter verbaast zich over het grote verschil tussen man en vrouw en de complicatie die daarvan het gevolg zijn.
3
Willem Hussem Warmte vergt jaren groei – Bloemlezing met japans aandoende tekeningen. Zeer korte gedichten. Een beeld of gedachte, scherp en beeldend neergezet, klaar. Esther Jansma, Stem onder mijn bed, Amsterdam 1988 Een bundel waarin de dichter de relatie van haar met haar omgeving in woorden probeert te vatten. De gedichten handelen dus over zowel mensen als over gebeurtenissen in de tijd. Hester Knibbe, Verstoorde grond, Amsterdam 2002 De bundel behandelt alle verzetten van verlies waarmee de mens te maken krijgt. Vaak ligt haar aandacht meer bij de omgeving dan bij de mens in die omgeving. Gerrit Komrij, 52 sonnetten, Amsterdam 2000 In deze sonnetten staat de tijd in al haar verschijningsvormen centraal: de tijd van het jaar, de eeuw waarin we wonen, de momenten van de dag. Gerrit Komrij, Luchtspiegelingen, Amsterdam 2001 In 4 delen geeft Komrij zijn visie op uiteenlopende zaken. De verbindende factor is de melancholische kijk op de wereld . Rutger Kopland, Geduldig gereedschap, Amsterdam 1994 Over het verlangen naar een sigaret, Amsterdam 2001 Een man in de tuin, Amsterdam 2004 Deze bundels hebben als onderwerp de wijze waarop de dichter naar zijn omgeving kijkt, de reactie van hem op de omgeving en de gevoelens die daarbij een rol spelen. Rutger Kopland Geluk is gevaarlijk, mooie bloemlezing uit het werk van deze belangrijke en toegankelijke dichter. Je kunt natuurlijk ook een losse bundel lezen. Zoals: Geduldig gereedschap, Dankzij de dingen, Het orgeltje van Yesterday, Alles op de fiets en Al die mooie beloften. Er is, vooral in de laatste bundels, altijd een mix tussen gedichten over dood, liefde, ziekte, familie en de relatie tussen mensen en (huis)dieren, en gedichten waarin Kopland nadenkt over het landschap en de tijd. Anton Korteweg, Al fluitend, Amsterdam 2001 De mens kan alles bezitten en volmaakt gelukkig zijn, maar hij ontkomt er niet aan dat hij ouder wordt en dat hij zijn krach en vitaliteit verliest. Hij zal stil vallen. Gerrit Kouwenaar Een eter in het najaar, 1989 – Een keuze uit eigen werk. Zeer gevarieerde bundel van de dichter die onterecht de naam heeft de moeilijkste dichter van ons land te zijn. Toegegeven, ook in deze bundel staat een aantal zeer lastige
4
gedichten, maar daarnaast is er ook veel dat (wanneer je er even je best voor doet) echt raakt. Gerrit Krol Over het uittrekken van een broek, De kleur van Groningen, Geen man, want geen vrouw, ’t Komt allemaal goed – poëzie die vaak geen poëzie lijkt te willen zijn, droog-humoristisch, verhalend soms zelfs betogend, provocerend vaak – de poëzie zit in de grillige gedachtesprongen, en de verrassende invallen; het gevoel in de ontkenning daarvan.
Johanna Kruit, Omtrent het getij, Amsterdam 1985 Gedichten waarin een kind kijkt naar haar omgeving en zich verwondert over zaken en gebruiken die zij niet kan plaatsen. Ze betreffen menselijke verhoudingen en geloof Dat daarin een belangrijke rol speelt. Joke van Leeuwen, Vier manieren om op iemand te wachten, Amsterdam 2001 In de bundel geeft zij aan hoe mensen op iets kunnen wachten. Bij een aantal gedichten zal het verband niet direct opvallen. Dit komt omdat ze wachten wel heel ruim interpreteert. Thomas Lieske, Grondheer, Amsterdam 1993 Gedichten met onderwerpen van uiteenlopende aard. Lieske heeft ze wel in delen ondergebracht., maar het verband is soms gezocht. Alleen de bladspiegel geeft aan dat hier sprake is van gedichten. (episch) Hanny Michaelis, Tegen de wind in, Amsterdam 1962 De bundel beschrijft het verdriet van een verlies waar de ik niet over heen komt. Ook de herinnering aan de ander is narukklik aanwezif in deze bundel. K. Michel Ja & Boem – combinatie van twee frisse dichtbundels: Ja, naakt als de stenen en Boem, de nacht. Eenvoudige zinnen in bijzondere combinaties, soms bijna proza, soms tamelijk onsamenhangend op het eerste gezicht. Michel verrassende manier van kijken maakt je vaak aan het lachten of zet je aan het denken. De vervolgbundel Waterstudies is nu al een klassieker. Evenals een nog later gedicht waarin hij zich afvraagt wat er gebeurt als je de hofvijver op zijn kant zet. Neeltje Maria Min, Voor wie ik liefheb wil ik heten, Den Haag 1969 De aftasten welke betekenis de ander voor de ik kan hebben en tegelijkertijd een nagaan welke betekenis zij voor de ander heeft . Erwin Mortier, Vergeten licht, Amsterdam 2001 Gedichten met een verscheidenheid aan onderwerpen. Rode draad is de koppeling van plaats en herinnering. Hij kreeg voor deze bundel een prijs. Martinus Nijhoff, De wandelaar, 1e gedeelte van het verzameld werk. Elke andere bundel van deze dichter is toegestaan.
5
Willem Jan Otten, Op de hoge, Amsterdam 2003 Gedichten die verscheidene onderwerpen als uitgangspunt hebben. Zij zijn helder en gemakkelijk te begrijpen. Paul van Ostaijen. De feesten van angst en pijn, Nijmegen 2006 Gedichten die hij maakte direct na WOI in de periode dat hij in Berlijn verbleef. Indertijd even belangrijk als zijn nu veel bekendere Bezette Stad. Esther Naomi Perquin Servetten halfstok, 2007 – Esther Naomi Perquin is een nieuwe dichteres die krachtige, beeldende gedichten schrijft over ‘alledaagse’ onderwerpen: kleren kopen, een huis vrij maken van alle herinneringen aan een bepaald persoon, hoe het is om een nachtsuppoost te zijn, roddelen, een man die zich scheert, etcetera.
Jean Pierre Rawie, Onmogelijk geluk, Amsterdam 1992 Traditionele gedichten waarin de romantische idee van het ‘genieten’ van het verdriet sterk aanwezig is. Renée van Riessen, De vrouw en de trommel, Amsterdam 1987 Gedichten vanuit het perspectief van de vrouw waarin de angst voor de buitenwereld en de mensen daarin worden beschreven. A. Roland Holst, Een winter aan zee, Dan Haag 1961 (9e druk) Centraal staan de vrouw van nu, Helena van Troje en de hedendaagse wereld die niet voldoet aan het verlangen van de ik. Patty Scholten Het dagjesdier, 1995 of Ongekuste kikkers, 1997 – sonnetten over de dieren in Burgers’ Bush. Mooie observaties (waar heel veel uren kijken in zit), luchtig en creatief geformuleerd. Ook de latere (sonnetten)bundels van Scholten zijn overigens de moeite waard. Zoals Een tuil zeeanemonen een bundel sonnetten rond de veldbioloog Rumphius en de vele zeedieren die hij ontdekte in wat nu Indonesië heet. J.S. Slauerhof, Archipel, Verzameld werk blz. 45 t/m 70 gedichten waarin zijn zoeken naar andere werelden en vreemde gebieden dienen als een ‘vervanging’ van zijn romantische rusteloosheid. Overigens kan uit hetzelfde werk ook Eldorado gelezen worden. Toon Tellegen Daar zijn woorden voor, mooie bloemlezing uit het dichtwerk van de man die beroemd werd met zijn Eekhoornverhalen. Zijn gedichten zijn minstens zo sprookjesachtig, verrassend, luchtig en filosofisch als die verhalen. Eenvoudig en veelzeggend tegelijk. Losse bundels zijn bijvoorbeeld: Over liefde en over niets anders, Gewone gedichten, Wie A zegt en Minuscule oorlogen. Willem van Toorn
6
Het landleven, Herhaalde wandeling, Een kraai bij Siena, Gulliver, De aardse republiek – vijf mooie bundels van een dichter die houdt van halfrijm en een tamelijke nuchtere praattoon. Zo weet hij de lezer soms schijnbaar achteloos te raken. Hij probeert vaak het leven te zien in of achter foto’s en schilderijen (soms afgebeeld in het boek), maar dicht ook over de liefde, de dood, of het landschap (waarin hij dan vaak de geschiedenis ziet). M. Vasalis,
De vogel Phoenix, Amsterdam 1947 De oude kustlijn, Amsterdam 2002 (nagelaten gedichten) Parken en Woestijnen Marjoleine de Vos, Zeehond graag Kat van sneeuw. "Jongeren poëzie onthouden is misdadig', schreef Marjoleine de Vos in een artikel ('Liefde voor de poëzie'). Niet alleen in haar debuutbundel (Zeehond graag), ook in haar tweede bundel (Kat van sneeuw) treedt de eigenaardige Mevrouw Despina op: een vrouw die eigenlijk een zeehond wil zijn met lekker spek. Zij is soms triest omdat ze geen kinderen heeft, maar verder olijk in haar uitlatingen en levenslustig. Ze wil het liefst dat alles vanzelf gaat. Leo Vroman Neembaar, 1991 – bloemlezing uit Vromans poëzie tot de bundel Psalmen. Vroman is een rijmende, levenslustige dichter, die speels formulerend, alle mogelijke thema’s aansnijdt. En alles wat hij aansnijdt, behandelt hij met aandacht, liefde en gevoel.
Leo Vroman, Psalmen en andere gedichten, Amsterdam 1995 Bewerkingen van psalmen waarbij God vervangen is door het begrip systeem. Elly de Waard, Afstand, Amsterdam 1978 Qua onderwerp uiteenlopende gedichten, ook wat betreft omvang en bouw Rode draad: de afstand letterlijk of figuurlijk tussen de dichter en de wereld. Ellen Warmond, De huid als raakvlak, Amsterdam 1964 Gedichten waarin de dichter de (on)mogelijkheid van werkelijk geestelijk contact aan de orde stelt. Rogie Wieg, 1van de volgende bundels: De zee heeft geen manieren,Sneeuwvlok, Roze brieven.. Jan Wolkers, Jaargetijden, Amsterdam 2000 Beschrijvingen van de natuur, de mens daarin in een bepaald jaargetijde.
7