LABELS - INSTALLATIES 1
LABELS BIJ COLLECTIE VE KETELS
Het productierendement van sommige ketels is onder meer afhankelijk van het fabricagejaar van de ketel. Bij individuele gas- en stookolieketels kan aangeduid worden welke labels zich op de ketel bevinden. Als het fabricagejaar van de ketel niet gekend is, wordt op basis van de aanwezige labels met een waarde bij ontstentenis voor het fabricagejaar van de ketel gerekend, volgens onderstaande tabel.
Tabel 1:
Keuzelijst ketellabels
label
Waarde bij ontstentenis fabricagejaar ketel
BGV/AGB
1975
HR BGV/AGB
1988
HR+
1997
HR-Top
1998
Optimaz oud
1990
Optimaz 2005
2005
Optimaz Elite 2005
2005
CE-keurmerk
1997
Het is niet mogelijk om labels aan te duiden bij collectieve ketels. Als geen verdere informatie over het fabricagejaar bekend is, mag dat van het aanwezige label uit bovenstaande tabel ingevoerd worden. Als er meerdere labels aanwezig zijn op de ketel, wordt het meest recente corresponderende jaartal gekozen.
April 2015
1
2
BLAUE ENGEL
-
Gasketels Zowel collectieve als individuele gasketels met het Blaue Engel-label, moeten ingevoerd worden als condenserende gasketel.
-
Individuele pelletketels Bij individuele, niet-condenserende pelletketels die het Blaue Engel-label dragen, moet aangeduid worden dat het rendement bekend is en moet bij dit rendement 90% ingevuld worden, tenzij een beter rendement bekend is uit aanvaarde bewijsstukken.
-
Collectieve pelletketels Bij collectieve, niet-condenserende pelletketels die het Blaue Engel-label dragen, moet 2006 als fabricagejaar ingevuld worden, tenzij uit aanvaarde bewijsstukken blijkt dat het fabricagejaar recenter is. Er moet aangeduid worden dat er een glijdende temperatuurregeling is.
-
Pelletkachels Voor pelletkachels met een Blaue Engel-label, moet als fabricagejaar 2006 ingevuld worden, tenzij uit aanvaarde bewijsstukken blijkt dat het fabricagejaar recenter is.
-
Voorraadvaten Bij voorraadvaten met het Blaue Engel-label, moet aangeduid worden dat het voorraadvat geïsoleerd is.
April 2015
2
3
ENERGY STAR
-
Individuele stookolieketels Bij individuele stookolieketels die het Energy Star-label dragen, mag aangeduid worden dat het rendement bekend is en moet bij dit rendement 85% ingevuld worden, tenzij een beter rendement bekend is uit aanvaarde bewijsstukken. Uitzondering: o Stookolieketels, kamerthermostaat, fabricagejaar>1985, binnen het beschermd volume o Stookolieketels, kamerthermostaat, fabricagejaar>1989, buiten het beschermd volume o Stookolieketels, buitenvoeler, fabricagejaar>1985, zowel voor ketels binnen als buiten het beschermd volume Voor bovenstaande situaties wordt geen rekening gehouden met een energy star-label. De eigenschappen van deze ketels moeten ingevoerd worden volgens de bepalingen van het inspectieprotocol.
-
Individuele gasketels Bij individuele gasketels die het Energy Star-label dragen, mag aangeduid worden dat het rendement bekend is en moet bij dit rendement 90% ingevuld worden, tenzij een beter rendement bekend is uit aanvaarde bewijsstukken. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen atmosferische gasketels zonder ventilator en gasketels met ventilator. Uitzondering: o Gasketel met ventilator, kamerthermostaat, fabricagejaar>2005, zowel voor ketels binnen als buiten het beschermd volume o Gasketel met ventilator, buitenvoeler, fabricagejaar>1989, binnen het beschermd volume o Gasketel met ventilator, buitenvoeler, fabricagejaar>1995, buiten het beschermd volume o Atmosferische gasketel, buitenvoeler, fabricagejaar>2005, binnen het beschermd volume Voor bovenstaande situaties wordt geen rekening gehouden met een energy star-label. De eigenschappen van deze ketels moeten ingevoerd worden volgens de bepalingen van het inspectieprotocol.
-
Sanitair warm water, voorraadsystemen Als een installatie voor sanitair warm water een Energy Star-label draagt, mag aangevinkt worden dat het voorraadvat geïsoleerd is.
April 2015
3
4
NORDICSWANN
-
Individuele houtketels Bij individuele niet-condenserende houtketels, waarvan het rendement niet gekend is en niet kan aangetoond worden dat het fabricagejaar van de ketel ≥ 2006, mag een rendement van 81% ingevoerd worden als het NordicEcolabel aanwezig is.
-
Individuele pelletketels Bij individuele niet-condenserende pelletketels, waarvan het rendement niet gekend is en niet kan aangetoond worden dat het fabricagejaar van de ketel ≥ 2006, mag een rendement van 86% ingevoerd worden als het NordicEcolabel aanwezig is.
-
Collectieve houtketels Collectieve houtketels met een NordicSwann label mogen ingevoerd worden als een ketel met fabricagejaar 2005 met glijdende temperatuurregeling. Als met aanvaarde bewijsstukken kan aangetoond worden dat het fabricagejaar ≥ 2006, moet dit als dusdanig ingegeven worden en moet ook het temperatuursregime van de ketel volgens de werkelijkheid ingegeven worden.
-
Collectieve pelletketels Collectieve pelletketels met een NordicSwann label mogen ingevoerd worden als een ketel met fabricagejaar 2006 met constante temperatuurregeling. Enkel als met aanvaarde bewijsstukken kan aangetoond worden dat het fabricagejaar ≥ 2006 en dat de keteltemperatuur een glijdende regeling heeft, mag deze regeling als glijdend worden ingegeven.
-
Houtkachels Als een houtkachel een NordicSwann label draagt, mag als fabricagejaar 2005 ingegeven worden. Als uit door het inspectieprotocol aanvaarde bewijsstukken blijkt dat het fabricagejaar ≥ 2006, dan moet dit fabricagejaarworden ingevoerd.
-
Pelletkachels Als een houtkachel een NordicSwann label draagt, mag als fabricagejaar 2006 ingegeven worden. Als uit door het inspectieprotocol aanvaarde bewijsstukken blijkt dat het fabricagejaar recenter is dan 2006, dan moet dit fabricagejaarworden ingevoerd.
April 2015
4
-
Speksteen- /Tegelkachels Als een houtkachel een NordicSwann label draagt, mag als fabricagejaar 2005 ingegeven worden. Als uit door het inspectieprotocol aanvaarde bewijsstukken blijkt dat het fabricagejaar ≥ 2006, dan moet dit fabricagejaarworden ingevoerd.
April 2015
5