Keuze monitor
veiligheidsopleidingen Eindscriptie opleiding Hogere Veiligheidskunde Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde
Intervisie groep U42
: René Boogerd, Mark Grinwis, Marius Kap
Scriptie begeleider
: Peter Klein
Auteur
: Marius Jan Kap
Plaats
: Nieuwendijk-N.Br.
Datum
: Juni 2015
Organisatie
: Adviesbureau KAP b.v.
Handtekening
:
Deze scriptie is openbaar. Delen uit deze scriptie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: 'Adviesbureau KAP – M.J. Kap, de titel van de publicatie en het jaar van uitgave'. Bron foto’s voorblad: Adviesbureau KAP.
Voorwoord Deze scriptie is geschreven naar aanleiding van de behoefte binnen onze organisatie om inzicht te verkrijgen in de factoren die binnen organisaties bepalend zijn bij het invulling geven aan opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Daarnaast is er de behoefte inzicht te krijgen in de effectiviteit van opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden en hoe hier mee wordt omgegaan binnen organisaties. Met het onderzoek wordt getracht antwoorden te vinden op de volgende vragen: - welke factoren spelen een rol bij de besluitvorming om een bepaalde veiligheidsopleidingen te doen; - hoe kunnen veiligheidsopleidingen aangepast worden zodat deze optimaal aansluiten bij de leerdoelen en cursisten; - welke overwegingen hanteren besluitvormers in relatie tot de keuze voor een bepaalde opleiding en de daaraan gekoppelde leerdoelen; - hoe kan het niveau van veiligheidsbewustzijn en veiligheidsgedrag tijdens het uitvoeren van het werk vergroot worden door middel van opleidingen. Op deze plaats wil ik graag een aantal mensen bedanken voor hun bijdrage bij het tot stand komen van deze scriptie. Wim van Alphen wil ik bedanken voor zijn rol als cursus begeleider. Met zijn positief kritische houding weet hij mensen te stimuleren. Gecombineerd met een gezonde dosis humor en het vermogen om mensen relativerend naar zichzelf te laten kijken zijn van onschatbare waarde geweest tijdens de studie. Dianne en Karin van het cursusbureau van PHOV wil ik heel hartelijk bedanken voor hun onbegrensde inzet en enthousiasme om het mij en mijn medecursisten mogelijk te maken een vlekkeloos georganiseerde HVK opleiding te volgen bij PHOV. Medewerking aan deze scriptie werd, door middel van intervisiebijeenkomsten, die gehouden zijn tijdens het scriptietraject, verleend door mijn medecursisten Mark Grinwis en René Boogerd en mijn scriptie begeleider Peter Klein. Hen bedank ik voor hun opbouwende kritiek tijdens de intervisie bijeenkomsten, via e-mail en de telefoon. Een speciaal woord van dank voor Marja, mijn vrouw en onze kinderen Michelle, Daan en Fabian die eindeloos geduld hebben opgebracht omdat ik weer eens geen of te weinig tijd voor ze had. Ik draag deze scriptie op aan mijn beiden schoonouders Greet en Niek Romijn, van hen hebben wij, na een langdurig ziekbed, tijdens mijn HVK studie afscheid moeten nemen. Rest mij nog u veel genoegen toe te wensen bij het lezen van deze scriptie.
Marius-J. Kap Juni 2015.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 2 van 97
Samenvatting Aanleiding In 2010 is door het Nederlandse bedrijfsleven 1,7 miljard euro geïnvesteerd in bedrijfsopleidingen. Een deel van deze opleidingen heeft betrekking op opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. In mijn dagelijkse praktijk bestaat er nog geen helder inzicht in de keuzes die organisaties maken bij het kiezen van een opleiding. Er bestaat nog geen duidelijk inzicht in met name de langere termijn effecten van veiligheidsopleidingen. Daarnaast zijn er ook een veelvoud aan ontwikkelingen, zoals e-learning, toenemende druk op betrouwbaar examineren, economische ontwikkelingen etc., die van invloed zullen zijn op de eerder genoemde keuzes en effectiviteit van opleidingen.
Doel Het onderzoek kent twee onderzoeksvragen. De eerste onderzoeksvraag is het bepalen van de factoren die binnen organisaties bepalend zijn voor het kiezen van een veiligheidsopleiding. Onderzoeksvraag twee spitst zich toe op het vaststellen van de wijze waarop organisaties de effectiviteit van veiligheids- opleidingen bepalen.
Werkwijze De werkwijze is op te delen in vijf verschillende fasen. In fase 1 is een literatuurstudie uitgevoerd naar beschikbare studies en artikelen in het kader van bedrijfsopleidingen, modellen in relatie tot opleidingen, effecten van opleidingen binnen organisaties en ontwikkelingen op het gebied van opleidingen. In fase 2 is de onderzoeksmethode ontwikkeld. De onderzoeksmethode heeft als doelstelling om zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende resultaten te genereren om een goede data-analyse mogelijk te maken. In fase 3 is het feitelijk onderzoek uitgevoerd via de instrumenten die in fase 2 zijn ontwikkeld. Hierbij is gekozen voor de onderzoeksinstrumenten interviews en een enquête. Tijdens fase 4 wordt de data die bij het onderzoek is verkregen geanalyseerd. De data-analyse vormt de basis voor het trekken van conclusies, het doen van aanbevelingen en het ontwikkelen van een implementatie- en evaluatieplan (fase 5)
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Marius-J. Kap
•Literatuurstudie •Ontwikkelen onderzoeksmethode •Uitvoeren onderzoek •Data-analyse •Conclusies •Aanbeveling •Implementatie- en evaluatieplan
PHOV U42
Pagina 3 van 97
Conclusies De meest in het oog springende conclusies van het onderzoek zijn, kort samengevat:
Er is geen verband tussen de omvang van een organisatie en de effectiviteit van veiligheidsopleidingen. De veiligheidscultuur binnen de organisatie is veel meer bepalend voor de effectiviteit van veiligheidsopleidingen. De relatie tussen de RIE en veiligheidsopleidingen binnen bedrijven is voor verbetering vatbaar. Flexibilisering van de arbeidsmarkt leidt, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt, tot minder aandacht voor veiligheidsopleidingen. Opleidingen en examinering op het gebied van veiligheid richten zich te veel op techniek en in beperkte mate organisatorische aspecten; gedragsfactoren komen nauwelijks aan bod. Leerdoelen zijn bij aanvang van opleidingen vaak niet bekend bij deelnemers. 40% van de organisaties weet niet of wordt voldaan aan wet- en regelgeving in relatie tot veiligheidsopleidingen. In opleidingen wordt verhoudingsgewijs nagenoeg geen aandacht besteed aan arbeidshygiëne. Externe druk leidt binnen organisaties tot een hoger niveau van veiligheid. De opleidingen zijn vaak te generiek en te weinig bedrijfsspecifiek. Kwaliteitsborging binnen de opleidingsbranche is nog niet voldoende ontwikkeld. Expectation management is in dat kader van opleidingen nog weinig ontwikkeld. Evaluatie van opleidingen op langere termijn en daarmee de effectiviteitsmeting van veiligheidsopleidingen vind bij de meeste organisaties niet plaats. De ROI van veiligheidsopleidingen is daarmee een grote onbekende. Traditionele opleidingen zijn over 10 jaar waarschijnlijk volledig verdwenen. Als bij toepassing van het B7 model de opleider niet het juiste niveau van de groep deelnemers kent zal het effect van de opleiding minimaal zijn.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 4 van 97
Aanbevelingen
Bij het kiezen van een veiligheidsopleiding is het van belang dat de opleiding aansluit bij de veiligheidscultuur van de organisatie. Het ontwikkelen van een uniforme methodiek die dit mogelijk maakt, die branche breed gebruikt zou kunnen worden, verdiend hierbij de voorkeur. Verbeter de relatie tussen de RIE en het opleidingsprogramma in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden. Opleiders en exameninstellingen moeten de inhoud van opleidingen meer richten op gedrag en het ontwikkelen van gedragscompetenties. Ontwikkel voor bedrijven een overtuigend en eenvoudig model om een kosten / baten analyse te kunnen doen in relatie tot veiligheidsopleidingen. Leerdoelen moeten concreter worden bepaald. Communicatie van leerdoelen naar alle betrokkenen binnen een opleidingstraject is essentieel. Een systeem van expectation management zou hier een mogelijke oplossingsrichting zijn. Objectief vaststellen van de effectiviteit van veiligheidsopleidingen is niet de meest gemakkelijk opgave. Het ontwikkelen van parameters en een methodiek om dit wel te kunnen doen is nodig. Als deze parameters en methodiek algemeen toepasbaar zijn is het ook mogelijk onderling tussen bedrijven en opleiders te vergelijken. Benchmarking behoort dan ook tot de mogelijkheden. Het zoeken naar mogelijkheden om branche overstijgend afstemming te krijgen ten aanzien van erkenning van opleidingen zal door de diverse partijen opgepakt moeten worden. Kwaliteitsborging binnen de opleidingsbranche moet verder worden ontwikkeld. Ontwikkelen rond e-learning, blended learning, serious gaming, augmented reality zijn onomkeerbaar. Opleiders zullen actief samen met bedrijven deze ontwikkeling moeten omarmen om de aansluiting met de praktijk niet te verliezen. Het ontwikkelde B7 model dient nader in de praktijk onderzocht te worden.
Implementatie- en evaluatieplan Vanuit het implementatie- en –evaluatieplan zijn onderstaand de belangrijkste punten vermeld. Per actie zijn in het implementatie- en evaluatieplan de betrokkenen, de termijn van uitvoering en het tijdstip van evaluatie aangegeven. Ontwikkeling methodiek voor afstemming van veiligheidscultuur ten opzichte van de opleiding. Koppeling tussen RIE en opleidingen optimaliseren. Aanpassingen van opleidingen in relatie tot gedragsaspecten. ROI opleidingen bepalen voorstellen als mogelijk HVK scriptie. Uitwerken systeem expectation management. Onderzoek initiëren voor vaststellen parameters en methodiek objectieve bepaling effectiviteit opleidingen. Via werkgroep NRTO meewerken aan ontwikkeling kwaliteitsborging van opleiders. Ontwikkeling e-learning en augmented reality. Uitrol B7 model.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 5 van 97
Inhoud Voorwoord ...............................................................................................................................................2 Samenvatting ...........................................................................................................................................3 Aanleiding.............................................................................................................................................3 Doel ......................................................................................................................................................3 Werkwijze .............................................................................................................................................3 Conclusies.............................................................................................................................................4 Aanbevelingen......................................................................................................................................5 Implementatie- en evaluatieplan .........................................................................................................5 1 Inleiding .................................................................................................................................................7 1.1 Introductie Adviesbureau KAP .......................................................................................................7 1.2 Aanleiding.......................................................................................................................................8 1.3 Doelstelling .....................................................................................................................................8 1.4 Afbakening .....................................................................................................................................9 1.5 Werkwijze .................................................................................................................................... 10 1.6 Beschrijving eigen positie bij Adviesbureau KAP en de rol bij het onderzoek ............................ 11 1.7 Leeswijzer .................................................................................................................................... 12 2 Wet- en regelgeving ........................................................................................................................... 13 2.1 Inleiding ....................................................................................................................................... 13 2.2 Arbowet artikel 8 ........................................................................................................................ 13 3 Onderzoeksmethodiek ....................................................................................................................... 15 3.1 Voorbereiding.............................................................................................................................. 15 3.2 Literatuur onderzoek................................................................................................................... 16 3.3 Verzameling van gegevens .......................................................................................................... 20 3.4 Planning en realisatie .................................................................................................................. 22 4 De resultaten van het onderzoek ....................................................................................................... 23 5 Ontwikkelingen .................................................................................................................................. 35 6 B7 Model ............................................................................................................................................ 37 7 Conclusies ........................................................................................................................................... 40 8. Aanbevelingen ................................................................................................................................... 42 9 Implementatie- en evaluatieplan ....................................................................................................... 44 Bronnen en Literatuur ........................................................................................................................... 46 Verklarende woordenlijst ...................................................................................................................... 48 Afkortingen............................................................................................................................................ 50 Bijlage A: Scriptievoorstel ..................................................................................................................... 51 Bijlage B: Goedkeuring scriptievoorstel ................................................................................................ 56 Bijlage C: Vragenlijst onderzoek ............................................................................................................ 57 Bijlage D: Overzicht onderzoeksresultaten enquête............................................................................. 70 Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 6 van 97
1 Inleiding In dit hoofdstuk maakt u kennis met Adviesbureau KAP en mijn rol en positie binnen deze organisatie. Achtereenvolgens worden de aanleiding en doelstellingen van het onderzoek weergegeven. De afbakening van deze scriptie van de opleiding tot hoger veiligheidskundige van de stichting PHOV wordt tevens beschreven in dit hoofdstuk. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk een globale beschrijving van de werkwijze bij het onderzoek. Het hoofdstuk wordt afgesloten met een leeswijzer.
1.1 Introductie Adviesbureau KAP Adviesbureau KAP b.v. is opgericht op 1 juli 1993 en houdt zich onder andere bezig met het begeleiden van bedrijven bij het opzetten van kwaliteits-, veiligheids- en milieuzorgsystemen. Een andere activiteit is het verzorgen van opleidingen op het gebied van veiligheid, milieu en arbeidsomstandigheden. Dit kunnen wij zowel vanuit onze eigen opleidingslocatie in Werkendam alsook op de locaties van opdrachtgevers. Ook voor het uitvoeren van risico-inventarisaties & evaluaties kunt u bij Adviesbureau KAP terecht. Adviesbureau KAP is tevens gespecialiseerd in het uitvoeren van diverse metingen op arbo- en milieugebied zoals geluidsmetingen en metingen van gassen en dampen. Daarnaast worden medewerkers van Adviesbureau KAP met regelmaat ingezet voor veiligheidskundige ondersteuning van projecten in binnen- en buitenland. Het adviesbureau beschikt over ruime ervaring bij het opzetten en optimaliseren van managementsystemen. Tot de klantenkring behoren bedrijven welke werkzaam zijn in de (chemische) industrie, bouw, scheepvaart, reparatiebedrijven, installatiebedrijven, dienstverlenende bedrijven, uitzendorganisaties, op- en overslagbedrijven, grond-, weg- en waterbouwbedrijven, bedrijven in de groenvoorziening, de energiesector en handel. Adviesbureau KAP is: VCA* 2008/5.1 alsook NEN-EN-ISO 9001:2008 gecertificeerd Lid van de Nederlandse Raad voor Training en Opleiding (NRTO) Geautoriseerd examinator voor VCA / SOG opleidingen CBR opleider in het kader van de code 95 voor het beroepsgoederenvervoer
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 7 van 97
1.2 Aanleiding Door heel veel organisaties in Nederland wordt veel geld en tijd geïnvesteerd in een breed scala aan opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid. In 2010 is door het Nederlandse bedrijfsleven 1,7 miljard euro geïnvesteerd in bedrijfsopleidingen.1) Een deel van deze opleidingen heeft betrekking op opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. In mijn dagelijkse praktijk als organisator en uitvoerder van opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden bestaat er nog geen helder inzicht in de keuzes die organisaties maken bij het kiezen van een opleiding. Er bestaat nog geen duidelijk inzicht in met name de langere termijn effecten van veiligheidsopleidingen. Daarnaast zijn er ook een veelvoud aan ontwikkelingen, zoals e-learning, toenemende druk op betrouwbaar examineren, economische ontwikkelingen etc., die van invloed zullen zijn op de eerder genoemde keuzes en effectiviteit van opleidingen. 1)
Bron: CBS, Onderzoek Bedrijfsopleidingen 2010.
1.3 Doelstelling Het onderzoek kent twee onderzoeksvragen. De eerste onderzoeksvraag is het bepalen van de factoren die binnen organisaties bepalend zijn voor het kiezen van een veiligheidsopleiding. Onderzoeksvraag twee spitst zich toe op het vaststellen van de wijze waarop organisaties de effectiviteit van veiligheids- opleidingen bepalen. Doelstelling van het onderzoek is het vinden van mogelijkheden tot verbetering bij: - Het besluitvormingsproces bij het kiezen voor een bepaalde veiligheidsopleidingen; - De effectiviteitsborging van veiligheidsopleidingen. De subdoelstellingen van deze scriptie zijn: - Inzicht verkrijgen in de ontwikkelingen op dit moment in relatie tot veiligheidsopleidingen - Is er een eenvoudig model vast te stellen om de relatie te leggen tussen opleiding en competenties op het gebied van veiligheid. De volgende onderzoeksvragen zijn geformuleerd: - Welke factoren in relatie tot arbobeleid zijn bepalend voor veiligheidsopleidingen? - Welke externe factoren spelen een rol bij het organiseren van veiligheidsopleidingen? - Welke relatie ligt er met arbo-management en certificering? - Welke relatie ligt er tussen de RIE en het organiseren van veiligheidsopleidingen? - In hoeverre is er verband tussen competenties en ontwikkeling en veiligheidsopleidingen? - Hoe wordt vorm gegeven aan korte en lange termijn evaluatie en effectiviteit van veiligheidsopleidingen?
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 8 van 97
1.4 Afbakening Het spectrum aan veiligheidsopleidingen is zeer breed. Binnen dit onderzoek worden veiligheidsopleidingen afgebakend binnen de volgende grenzen: -
Bedrijven binnen de technische sectoren van het MKB; Opleidingen hebben betrekking op gebruik van materieel en machines zoals bijvoorbeeld heftrucks, hijswerktuigen, hoogwerkers etc.; Opleidingen vinden plaats als bedrijfsopleidingen (zowel door interne als externe opleiders).
Om er voor te zorgen dat dit onderzoek in de breedte niet alleen beperkt wordt tot opleidingen welke door Adviesbureau Kap worden verzorgd zijn bij het onderzoek ook andere opleidingsinstituten betrokken.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 9 van 97
1.5 Werkwijze De werkwijze is op te delen in vijf verschillende fasen.
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
•Literatuurstudie
•Ontwikkelen onderzoeksmethode •Uitvoeren onderzoek •Data-analyse
•Conclusies •Aanbeveling Fase 5 •Implementatie- en evaluatieplan
Fase 1: Literatuurstudie In fase 1 is een literatuurstudie uitgevoerd naar beschikbare studies en artikelen in het kader van bedrijfsopleidingen, modellen in relatie tot opleidingen, effecten van opleidingen binnen organisaties en ontwikkelingen op het gebied van opleidingen. Waar mogelijk is hierbij expliciet gezocht naar publicaties in relatie tot opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Daarnaast is ook literatuurstudie gedaan in meer algemene zin in relatie tot opleidingen. Hierbij zijn diverse publicaties bestudeerd welke zich meer in algemene zin richten op bedrijfsopleidingen, modellen en effectiviteit van opleidingen. De literatuurstudie is gedaan om inzicht te krijgen in de factoren die van belang zijn om opleidingen in het kader van veiligheid zo effectief mogelijk te laten zijn. Daarbij is ook het verkrijgen van inzicht in ontwikkelingen nadrukkelijk aan de orde geweest. De literatuurstudie is mede bepalend geweest voor het ontwikkelen van de onderzoeksmethodiek in fase 2. De geraadpleegde literatuur en bronnen zijn: [1] t/m [19] opgenomen in het hoofdstuk “Bronnen en Literatuur”. Fase 2: Ontwikkeling onderzoeksmethode Naar aanleiding van de doelstellingen van dit onderzoek en de resultaten van de literatuurstudie is een onderzoeksmethode ontwikkeld. De onderzoeksmethode heeft als doelstelling om, zowel kwalitatief als kwantitatief, voldoende resultaten te genereren om een goede data-analyse mogelijk te maken. Om dit mogelijk te maken zal de onderzoeksmethode zo moeten worden ingericht dat via een aantal verschillende instrumenten informatie wordt verzameld.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 10 van 97
Fase 3: Uitvoeren onderzoek (enquêtes en interviews) In fase 3 wordt het feitelijk onderzoek uitgevoerd via de instrumenten die in fase 2 zijn ontwikkeld. Hierbij is gekozen voor de onderzoeksinstrumenten interviews en een enquête. De interviews zijn gehouden met bedrijven welke hun medewerkers op het gebied van veiligheid opleiden maar ook met opleidingsinstituten welke veiligheidsopleidingen verzorgen en andere partijen die direct of indirect betrokken zijn bij bedrijfsopleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. De enquête is onder een brede groep van mensen in het vakgebied uitgezet welke, direct of indirect, te maken hebben met veiligheidsopleidingen. Hiervoor is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van diverse linkedin groepen. Fase 4: Data-analyse Het verzamelen van gegevens met behulp van de onderzoeksmethode is de basis voor fase 4 van het onderzoek. In fase 4 wordt de data die bij het onderzoek is verkregen geanalyseerd. Fase 5: Conclusies, aanbevelingen en implementatie- en evaluatieplan De data-analyse vormt de basis voor het trekken van conclusies, het doen van aanbevelingen en het ontwikkelen van een implementatie- en evaluatieplan.
1.6 Beschrijving eigen positie bij Adviesbureau KAP en de rol bij het onderzoek Ik ben als oprichter van Adviesbureau KAP op 1 juli 1993 actief als opleider, instructeur en examinator voor een groot aantal opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de interne organisatie, de ontwikkeling van cursussen en opleidingen. Ook ben ik actief met het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten in relatie tot opleidingen en cursussen op het gebied van veiligheid. Vanaf de start van de onderneming ben ik actief als veiligheidskundige (MVK). Een deel van mijn rol binnen Adviesbureau KAP wordt ingevuld met het onderhouden van contacten met afnemers van opleidingen (bedrijven en cursisten), andere opleiders, exameninstituten en bijvoorbeeld het bijwonen van bijeenkomsten van de Nederlandse Raad voor Training en Opleidingen (NRTO) en het SSVV. Tevens onderhoud ik voor een aantal van onze grotere relaties de contacten met hun opdrachtgevers in relatie tot kwaliteit, veiligheid en milieu. Het volledige onderzoek is door mij zelfstandig uitgevoerd.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 11 van 97
1.7 Leeswijzer In de hoofdstukken 2, 3 en 4 worden achtereenvolgens de relatie met wet- en regelgeving, de methode van onderzoek en de resultaten van het onderzoek uitgewerkt. In hoofdstuk 5 worden ontwikkelingen uitgewerkt. Het B7 model wordt geïntroduceerd in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 worden de conclusies beschreven en in hoofdstuk 8 en 9 worden de conclusies verwoord tot aanbevelingen en het implementatie- en evaluatieplan. Voor aanvang van de bijlagen staan uitgeschreven de: Gebruikte bronnen en literatuur, in de tekst van de scriptie aangeduid met [ ].
Verklarende woorden;
Gebruikte afkortingen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 12 van 97
2 Wet- en regelgeving 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de verbinding tussen wet- en regelgeving en het onderzoek gelegd. Hierbij beperkt dit hoofdstuk zich alleen tot artikel 8 van de Arbowet inzake voorlichting en onderricht. Het spectrum aan wet- en regelgeving zowel internationaal als nationaal in relatie tot voorlichting en onderricht met betrekking tot risico’s op de werkplek is zonder twijfel veel breder dan alleen de Arbowet. In het kader van de doelstellingen van dit onderzoek wordt het gerechtvaardigd geacht in relatie tot wet- en regelgeving deze beperking aan te brengen. Een aantal voorbeelden van andere wet- en regelgeving (zowel publiekrechtelijk als privaatrechtelijk) in relatie tot voorlichting en onderricht in relaties tot risico’s op de werkplek zijn bijvoorbeeld: - Certificeringsschema’s in relatie tot machinisten opleidingen voor horizontaal- en verticaal transport; - Opleiding en bijscholing in relatie tot het beroepsgoederenvervoer (Code 95); - Opleidings- en certificeringsschema’s in relatie tot bijvoorbeeld VCA certificeringen; - Diverse branche richtlijnen. Voor het merendeel kunnen de bovengenoemde voorbeelden worden gezien als een geheel of gedeeltelijke invulling van artikel 8 van de Arbowet waarbij de nuance vaak ligt opgesloten in de specifieke afspraken en verdeling van verantwoordelijkheden en bevoegdheden tussen de diverse betrokken partijen.
2.2 Arbowet artikel 8 Onderstaand is de wetstekst, geldende per 1 juni 2015 opgenomen. Artikel 8 Voorlichting en onderricht 1. De werkgever zorgt ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden en de daaraan verbonden risico's, alsmede over de maatregelen die erop gericht zijn deze risico's te voorkomen of te beperken. Tevens zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers doeltreffend worden ingelicht over de wijze waarop de deskundige bijstand, bedoeld in de artikelen 13, 14, 14a en 15, in zijn bedrijf of inrichting is georganiseerd. 2. De werkgever zorgt ervoor dat aan de werknemers doeltreffend en aan hun onderscheiden taken aangepast onderricht wordt verstrekt met betrekking tot de arbeidsomstandigheden. 3. Indien persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking van de werknemers worden gesteld en indien op arbeidsmiddelen of anderszins beveiligingen zijn aangebracht, zorgt de werkgever ervoor dat de werknemers op de hoogte zijn van hun doel en werking en de wijze waarop zij deze dienen te gebruiken. 4. De werkgever ziet toe op de naleving van de instructies en voorschriften gericht op het voorkomen of beperken van de in het eerste lid genoemde risico's alsmede op het juiste gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. 5. Indien binnen de onderneming werknemers jonger dan 18 jaar werkzaam zijn, houdt de werkgever bij de uitvoering van de in de voorgaande leden genoemde verplichtingen in het bijzonder rekening met de aan de jeugdige leeftijd inherente beperkte werkervaring en onvoltooide lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van deze werknemers.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 13 van 97
In het kader van dit onderzoek kunnen de volgende vragen worden afgeleid uit artikel 8 van de Arbowet. Wat is de definitie van “doeltreffend” genoemd in artikel 8 eerste lid? Volgens Van Dale moet “doeltreffend” worden gedefinieerd als: “het gewenste effect hebbend”. Een direct antwoord is daarmee niet gevonden op de vraag wat in het kader van artikel 8 eerste lid moet worden gezien als doeltreffend. Het deel van de definitie “gewenste effect” kan wel worden gezien als richtinggevend. Het gewenste effect is te relateren aan de doelstelling van de Arbowet. Via deze redenatie wordt de ingang gevonden naar artikel 3 van de Arbowet aangaande Arbobeleid. De stelling mag dus worden ingenomen dat voorlichting en onderricht doeltreffend is als de doelstelling van artikel 3 eerste lid van de Arbowet is gerealiseerd en op peil wordt gehouden. Wat moet worden verstaan onder de term “ingelicht” vanuit artikel 8 eerste lid? Door Van Dale wordt de volgende definitie gegeven voor “inlichten”: “de nodige kennis verschaffen, opheldering geven”. Hierbij wordt “kennis” volgens van Dale gedefinieerd als: “wat men door studie of oefening geleerd heeft”. Gebruik makend van de definitie voor “kennis” is de term “inlichten” vanuit artikel 8 eerste lid helder omschreven. Dieper kijkend kan men zich afvragen of gelet op de definitie van “inlichten” het mogelijk is om bijvoorbeeld iemand een heftruck opleiding te geven via thuisstudie, een e-learning module of door middel van het overleggen van een werkinstructie. Anders gezegd: inlichten alleen door middel van kennis overdracht zonder oefening. Afgaand op de eerder genoemde definitie van doeltreffend is aannemelijk dat dit niet doeltreffend is te noemen. Hoe moeten we de term “onderricht” van artikel 8 tweede lid interpreteren? “Onderricht” wordt in Van Dale gedefinieerd als: “het overbrengen van kennis, lesstof, vaardigheden, etc.” Via lid 2 van artikel 8 en de definitie van onderricht wordt de ingang gevonden naar het hebben van vaardigheden in relatie tot arbeidsomstandigheden door de werknemer en de taak die de werknemer toegedeeld heeft gekregen. Opvallend woord in lid 2 van artikel 8 is het woord: “aangepast”. Dit kan betrekking hebben op de lichamelijke en geestelijk capaciteiten van de medewerker die het onderricht ontvangt. Maar hieronder kunnen ook medewerkers worden geschaard vanuit bijzonder groepen zoals allochtonen, anderstalige, uitzendkrachten etc. Voor de groep jeugdigen is specifiek lid 5 in artikel 8 opgenomen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 14 van 97
3 Onderzoeksmethodiek Het realiseren van de doelstellingen van een onderzoek kan niet zonder het verzamelen van onderzoeksgegevens. In dit hoofdstuk wordt beschreven welke stappen zijn gezet en welke onderzoeksmethodiek en onderzoeksinstrumenten zijn toegepast.
3.1 Voorbereiding In de voorbereidingsfase van deze scriptie is geïnventariseerd welke mogelijkheden er zijn om onderzoeksgegevens te verzamelen. Van de mogelijke manieren voor het verzamelen van onderzoeksgegevens zijn de voor- en nadelen in beeld gebracht. Voor het verzamelen van de gegevens zijn een aantal randvoorwaarden vooraf vastgesteld met het doel voldoende gegevens te verzamelen waarbij de gegevens voldoende valide zullen zijn. De volgende randvoorwaarden zijn in de voorbereiding vastgelegd: er dienen kwalitatieve gegevens te worden verzameld; er dienen kwantitatieve gegevens te worden verzameld; er dienen gegevens verzameld te worden niet alleen van relaties van Adviesbureau Kap maar ook daarbuiten; voor het verzamelen van gegevens zal niet alleen gebruik gemaakt worden van opdrachtgevers (afnemers van opleidingen) maar ook van andere opleidingsinstituten en andere betrokken partijen binnen de bedrijfsopleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden; er moet gewaakt worden voor ongewenste reflectie van de eigen ervaringen in relatie tot de verkregen onderzoeksresultaten.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 15 van 97
3.2 Literatuur onderzoek Via de beschikbare literatuur is studie gedaan binnen een aantal publicaties en artikelen in het kader van bedrijfsopleidingen, modellen in relatie tot opleidingen, effectonderzoek van opleidingen binnen organisaties en ontwikkelingen op het gebied van opleidingen. Waar mogelijk is hierbij expliciet gezocht naar publicaties in relatie tot opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Daarnaast is ook literatuurstudie gedaan in meer algemene zin in relatie tot opleidingen. Hierbij zijn diverse publicaties bestudeerd welke zich meer in algemene zin richten op bedrijfsopleidingen, modellen en effectiviteit van opleidingen. Onderstaand een weergave van een aantal in de literatuurstudie aangetroffen zaken die voor deze scriptie van belang zijn. In 2010 organiseerde meer dan drie kwart van de bedrijven bedrijfsopleidingen voor hun werknemers. De belangrijkste vorm van bedrijfsopleidingen zijn cursussen. Bij bijna zeven op de tien bedrijven volgden werknemers cursussen. In totaal werd hieraan door bedrijven ruim 1,7 miljard euro uitgegeven. [1] Dat komt neer op bijna 1.200 euro per deelnemer of 460 euro per werknemer. Een gemiddelde deelnemer besteedde bijna een volledige werkweek aan cursussen. Bij bijna de helft van de bedrijven werden de meeste cursusuren besteed aan het verwerven of verbeteren van technische, praktische en beroepsgerichte vaardigheden. Het merendeel van de externe cursussen werd gegeven door particuliere opleidingsinstituten. [1] Bijna twee derde van de bedrijven inventariseert de behoefte aan nieuwe vaardigheden bij de werknemers en van het eigen bedrijf. Een op de drie bedrijven had een jaarlijks opleidingsbudget. De bedrijfsomvang blijkt zeer bepalend in de mate waarin het opleidingsbeleid formeel geregeld is. Hoe groter het bedrijf des te hoger de mate van formalisering. [1] Van de bedrijven gaf 62 procent aan de gegeven opleidingen te evalueren: 29 procent evalueert ze allemaal, terwijl 32 procent dit bij sommige opleidingen doet. Grote bedrijven zeiden vaker de opleidingen te evalueren dan kleinere. Van de bedrijven die de opleidingen evalueren, gebeurde dat bij 86 procent door een schriftelijke- of praktijktoets bij deelnemers af te (laten) nemen. [1] Arbobeleid op bedrijfsniveau behoort te voldoen aan de belangrijkste wettelijke kernbepalingen. Dit zijn aanwezigheid van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E), een contract met een arbodienst of arbodienstverlener, de aanwezigheid van een preventiemedewerker en bedrijfshulpverlening (bhv), een ziekteverzuimbeleid, jaarlijks overleg met de werknemers en voorlichting en onderricht. De aanwezigheid van een preventiemedewerker en de RI&E zijn het minst vaak geregeld. [5] Naleving van de kernbepaling in 2007 en 2014 op bedrijfsniveau [5].
RI&E Contract met arbodienst of- dienstverlener Ziekteverzuimbeleid Bedrijfshulpverlening Preventie medeweker Jaarlijks overleg met werknemers over arbobeleid Voorlichting en onderricht 1 ) 2008-cijfers 2 ) 2009-cijfers Marius-J. Kap
PHOV U42
2007 48% 85% 80% 63% 48% 66% 1 69% 2
2014 47% 72% 71% 62% 43% 53% 73%
Pagina 16 van 97
Geïdentificeerde aspecten van de inzet van het management op preventie bij ernstige, door in de Inspectie SZW onderzochte, arbeidsongevallen in de periode 1998 tot en met 2009. [5] Motivatie en alertheid (alertheid op de mogelijke gevaren, veiligheidsbewustzijn) Materieel en arbeidsmiddelen (arbeidsmiddelen van geschikte kwaliteit) Plannen en procedures (plannen, procedures, werkinstructie, RI&E’s) Competentie (kennis, ervaring, vaardigheden) Tegenstrijdige belangen (productie en economie versus veiligheid en werkdruk) Communicatie en samenwerking (overleg, overdracht van relevante informatie) Ergonomie (ontwerp en interface van arbeidsmiddelen, lay-out werkplek) Beschikbaarheid (voldoende personeel)
27 % 14% 12% 11% 6% 6% 5% 1%
De risicogroepen zijn laagopgeleiden, ouderen, werknemers met een arbeidshandicap en werknemers met een flexibel contract. Laagopgeleiden hebben meer te maken met fysiek belastend werk terwijl de psychosociale arbeidsbelasting lager is. Ook hebben zij recent minder vaak scholing gehad, mogelijk doordat zij leermogelijkheden minder belangrijk vinden. Werkgevers van bedrijven waar veel laagopgeleiden werken zijn minder tevreden over de leerbereidheid van hun personeel dan in andere bedrijven het geval is. [5]
Economische motieven mogen niet leiden tot bezuiniging op vangnetconstructies. In preventieve zin vragen risicovolle situaties om extra corrigerende systemen (vangnetten) voor de eigen veiligheid (van medewerkers) en die van derden. Deze vangnetten dienen preventief om de kans op fouten (verkeerd gedrag) te verkleinen en repressief om de gevolgen van die handelingen te beperken. Dit geldt met name in zogenoemde ‘niet vergevingsgezinde omgevingen’ waarin de gevolgen van verkeerd gedrag erg groot kunnen zijn. Het veilig uitvoeren van hoog risicovolle activiteiten mag daarom niet slechts afhangen van de oplettendheid van één enkele persoon. [6] Het is bekend dat organisaties die structureel hun prestaties en processen evalueren, beter presteren dan bedrijven die dit niet doen. Op het gebied van opleidingen gebeurt dit nog veel te weinig. Door vooraf vastomlijnde leerdoelen te formuleren en na afloop te toetsen op leeren trainingstransfer, wordt duidelijker wat de opbrengst is van opleidingen. [7]
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 17 van 97
We moeten concluderen dat voor niet meer dan 1% van de bedrijfsopleidingen is vastgesteld of deze bijdragen aan de organisatiedoelstellingen. [7] Effectiviteit van bedrijfsopleidingen is mede afhankelijk van degene die de effectiviteitsvraag stelt, diens functie en positie in de arbeidsorganisatie en het soort effecten welke men van bedrijfsopleidingen verwacht, maar ook van de beslissingen die deze functionaris op basis van de geconstateerde resultaten wil nemen. [8] Opleidingsfunctionarissen willen inzicht in de tevredenheid van de cursisten over het geleverde programma en willen weten of zij de leerdoelen ook hebben bereikt. Op basis van deze evaluatiegegevens kunnen de opleidingen worden verbeterd. Deelnemers willen eveneens informatie over hun leerresultaten. Zij verwachten daardoor beter te kunnen functioneren en wellicht kans te maken op een betere positie in de arbeidsorganisatie. [8] Het middenmanagement en de uitvoerend leidinggevenden willen weten of functioneringstekorten van de werknemers zijn opgeheven, of willen inzicht in de bijdrage van opleidingen aan het realiseren van de doelstellingen van de afdeling. Het topmanagement wil vooral weten of de organisatieproblemen als gevolg van de opleiding zijn opgelost en de organisatieresultaten zijn verbeterd. Bij tegenvallende opleidingseffecten zal het topmanagement kunnen besluiten de opleiding te laten aanpassen of een ander middel ter oplossing van de organisatieproblemen in te zetten. Dit betekent dat opleidingseffectiviteit op meerdere niveaus kan worden gemeten. [8] Het effect van een training inzichtelijk maken, het liefst in harde cijfers. Die wens leeft absoluut binnen het bedrijfsleven. Met alleen een evaluatieformulier na afloop van een training kom je niet ver. Om echt inzicht te krijgen in de ontwikkeling van de deelnemers moet je ze langere tijd volgen. [9]. Met E-learning kunnen leerresultaten worden bereikt die vergelijkbaar zijn met die van traditionele methoden. Dit geldt voor instructievormen die betrekking hebben op kennis, vaardigheden en gedrag. E-learning is dus een volwaardig alternatief voor contactonderwijs. Voor het leren van (procedurele) kennis leidt een ‘blended’ ontwerp tot een beter resultaat dan alleen klassikale instructie. Studenten/cursisten zijn even tevreden met E-learning als met klassikale instructie; daarbij maakt het niet uit of ze zelf de methode kiezen of deze toegewezen krijgen. [10]
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 18 van 97
Leren op de werkplek is hoogst actueel. Voerden twintig jaar geleden schoolse opleidingsvormen nog de boventoon, tegenwoordig wordt in het beroepsonderwijs en in arbeidsorganisaties volop geëxperimenteerd met de integratie van leren en werken. De wens van werkgevers om de aansluiting tussen theorie en beroepspraktijk te verbeteren, en ook de vaak gehoorde teleurstelling over de praktische toepassing van veelal kostbare cursussen en opleidingen voor de werksituatie speelt een belangrijke rol bij deze tendens naar meer praktijkgerichte vormen van opleiden. Werkplekleren wordt in toenemende mate gezien als een kosteneffectieve manier om snel en flexibel te kunnen inspelen op voortdurend wisselende omstandigheden, die vereisen dat werknemers steeds weer nieuwe technologieën en werkwijzen kunnen toepassen. Daarbij verschuift de focus van eenmalige leerinterventies naar het creëren van een leercultuur waarin permanente kennisontwikkeling kan gedijen. [11] Gewoontegedrag biedt andere aanknopingspunten voor interventies om gedrag te veranderen dan beredeneerd gedrag. [12] De geschiedenis van de arbeidsveiligheid laat zien dat er achtereenvolgens grote verbeteringen zijn gerealiseerd op het gebied van techniek en organisatie, en dat er eigenlijk pas sinds kort structureel aandacht bestaat voor menselijk handelen. De voornaamste reden voor de aandacht voor menselijk handelen is dat verdere verbetering van techniek en organisatie nauwelijks nog vergroting van de veiligheid met zich mee brengt. Reden voor organisaties als Shell om programma’s op te zetten die gericht zijn op safety culture. Natuurlijk is het goed om te onderzoeken in hoeverre menselijk handelen zodanig bijgestuurd kan worden dat de veiligheid kan worden vergroot, maar het is nog de vraag of menselijk handelen echt het probleem is. Productie en veiligheid kunnen op gespannen voet met elkaar staan, hetgeen in de praktijk betekent dat de organisatie een probleem veroorzaakt die de mensen op de vloer mogen oplossen. Dat dit dilemma’s veroorzaakt waarin mensen feitelijk nooit de juiste keuze kunnen maken (en het probleem in de kiem dus veroorzaakt wordt door de organisatie, niet door menselijk handelen), wordt niet altijd (h)erkend. [14]
Rasmussen ontwikkelde een framewerk van menselijk gedrag, gebaseerd op hardop-denk protocollen van elektrotechnici tijdens het oplossen van problemen. Hij onderscheidt skill-based (routinesturing), rulebased (regelsturing) en knowledge-based (kennissturing) gedrag. [14]
2011 In Nederland hadden in 2011 naar schatting 207.000 werknemers te maken met een arbeidsongeval met lichamelijk en/of geestelijk letsel en verzuim. Gemiddeld verzuimde bijna 3% van de Nederlandse werknemers minimaal één dag als gevolg van een arbeidsongeval. In 2011 leidden ongeveer 5.100 arbeidsongevallen van werkenden (dus inclusief zelfstandigen) tot een ziekenhuisopname na een bezoek aan de spoedeisende hulp. Tachtig werkenden kwamen in 2011 om het leven als gevolg van een arbeidsongeval. [15]
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 19 van 97
Intrinsieke motivatie wordt gedefinieerd als de motivatie om een bepaalde taak te verrichten die uitgaat van de handeling zelf, waarbij plezier, interesse, nieuwsgierigheid, zelfexpressie of uitdaging centraal staat. Ter verduidelijking wordt het begrip ook vaak omschreven als liefde voor het werk zelf. Extrinsieke motivatie wordt gedefinieerd als de motivatie om een bepaalde taak te verrichten gebaseerd op de verwachting van het verkrijgen van een beloning of op het verhogen van status. [16] Op bedrijfsniveau worden de competenties steeds vaker als een belangrijke bron voor het competitief voordeel naar voor geschoven. Verder zijn de meeste deskundigen het er over eens dat bedrijfsopleidingen zin hebben. Opleiding kan de bedrijfsresultaten positief beïnvloeden door een verhoging van de arbeidsproductiviteit per werknemer, een vermindering van het ziekteverzuim, een verbetering van de productie of dienstverlening. …Toch kan men vaststellen dat het investeringsniveau van bedrijven ondermaats is. [17] De huidige evaluatiemethode van bedrijfsopleidingen bestaat meestal uit het laten invullen van een schriftelijke vragenlijst, die veelal opgevolgd wordt met een evaluatierapportage. Deze evaluatiemethode laat echter te wensen over. Er zijn twee belangrijke tekortkomingen te onderscheiden. Ten eerste is de inhoud van gebruikte vragenlijsten vaak summier. Ze gaan vaak alleen in op het tevredenheidgevoel bij de deelnemers. De mate van het effect van de opleiding wordt hierdoor niet inzichtelijk gemaakt. [18]
3.3 Verzameling van gegevens Naar aanleiding van de doelstellingen van dit onderzoek en de resultaten van de literatuurstudie is een onderzoeksmethode ontwikkeld. De onderzoeksmethode dient zowel kwalitatief als kwantitatief voldoende resultaten te genereren om een goede data-analyse mogelijk te maken. In de eerste aanzet tot het ontwikkelen van de onderzoeksmethode is vastgesteld welke gewenste informatie verzameld dient te gaan worden. Daarvoor moet worden bepaald over thema’s in relatie tot het onderzoek informatie gewenst is. Hierbij zijn de volgende thema’s gekozen in het kader van het onderzoek: - Organisatorische kenmerken; - Gehanteerde managementsystematiek in relatie tot veiligheid; - De risico-inventarisatie en –evaluatie; - Veiligheidscultuur; - Organisatie van opleidingen; - Opleidingsbehoefte; - Opleidingsdoelen; - Keuzes in opleidingen; - Evaluatie van opleidingen. Op basis van deel thema’s zijn de onderzoeksvragen verder in detail uitgewerkt. Bij het onderzoek van de verschillende thema’s zal ook gekeken worden naar de relatie tussen de verschillende thema’s. Kwalitatief onderzoek In het kwalitatieve onderzoek wordt door middel van interviews de informatie verzameld. Bij het afnemen van de interviews wordt zoveel mogelijk een vast stramien in de vraagstelling vastgehouden. De interviews zijn gehouden bij bedrijven welke hun medewerkers op het gebied van veiligheid opleiden. De meeste van deze interviews hebben daarbij plaats gevonden met verantwoordelijk leidinggevende binnen de bedrijven voor de organisatie van opleidingen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 20 van 97
Afhankelijk van de bedrijfsomvang kunnen dit medewerkers zijn van een afdeling personeel & organisatie, maar er zijn ook organisaties waarbij dit in de lijn gebeurd bijvoorbeeld door een bedrijfsleider. Bij relatief kleine bedrijven komt het voor dat dit zelfs op directie niveau operationeel vorm wordt gegeven. Het overgrote deel van deze bedrijven heeft in de afgelopen periode één of meerdere opleidingen afgenomen via ons opleidingsbedrijf. Ook zijn er een aantal interviews gehouden met bedrijven die in de afgelopen periode geen opleidingen hebben afgenomen via ons opleidingsbedrijf. De bedrijven waar de interviews zijn afgenomen zijn over het algemeen bedrijven afkomstig uit de sector MKB – maakindustrie.
Het hebben van ervaring kan veel voordelen hebben. Er kleeft aan het hebben van ervaring echter ook een nadeel. Zeker als die ervaring gekoppeld is aan het werken binnen slechts één organisatie. Daarom is er voor gekozen een aantal interviews te doen bij andere opleidingsinstituten welke veiligheidsopleidingen verzorgen. Daarnaast zijn er ook gesprekken geweest met mensen van andere partijen die, direct of indirect, betrokken zijn bij bedrijfsopleidingen. Kwantitatief onderzoek Bij het kwantitatieve onderzoek is gebruik gemaakt van een enquête die online beschikbaar is gemaakt voor mogelijke respondenten. De enquête heeft met name ten doel om de kwalitatief verkregen resultaten te spiegelen aan een bredere groep van respondenten met een grotere diversiteit aan organisaties. Voor de enquête is gebruik gemaakt van de vragenlijst zoals deze is opgenomen in bijlage C. De enquête is uitgezet onder een groep van relaties van Adviesbureau KAP. Dit betekent niet vanzelfsprekend dat deze relaties ook opleidingen laten verzorgen door Adviesbureau KAP. Het kunnen ook relaties betreffen die andere diensten betrekken van Adviesbureau KAP dan opleidingen. Voor een verdere verbreding in het aantal respondenten voor de enquête is gekozen voor de inzet van sociale media zoals LinkedIn, Facebook en Twitter. Via een groot aantal (24 in totaal) discussiegroepen op LinkedIn is verzocht deel te nemen aan de enquête. Voorbeelden van een aantal discussiegroepen zijn: Arbo Professionals, KAM coördinatoren in de bouw, Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskundige, Netwerk arbeidsveiligheid, Discussiegroep VCA, Veiligheid, Veiligheidscultuur in de industrie, Veiligheidskundige en Dutch HR-HRM-P&O Professionals.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 21 van 97
3.4 Planning en realisatie
Q3 2015
Q2 2015
Q1 2015
Q4 2014
Q3 2014
Q2 2014
Q1 2014
Q4 2013
Q3 2013
Q2 2013
In eerste aanleg was in de planning opgenomen de scriptie aanzienlijk eerder in te leveren dan de in onderstaande gerealiseerde planning aangegeven periode. Helaas is dit om familiaire omstandigheden niet gelukt en is uitstel aangevraagd ten aanzien van het inleveren van de scriptie. Dit uitstel is ook door de examencommissie verleend.
Structuur scriptie traject uitwerken Literatuur studie Uitwerken onderzoekmethodiek Uitvoeren interviews Uitvoeren enquête Data analyse interviews Data analyse enquête Onderzoek naar ontwikkelingen Opzet implementatie plan Uitwerken scriptie Inleveren scriptie Voorbereiden scriptie verdediging Scriptie verdediging
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 22 van 97
4 De resultaten van het onderzoek In dit hoofdstuk wordt de analyse uitgewerkt van de resultaten zoals die zijn verkregen uit zowel het kwalitatief als kwantitatief onderzoek. Voor het feitelijke overzicht wordt verwezen naar bijlage D ‘Overzicht onderzoeksresultaten enquête’. Daar waar er significante verschillen zijn tussen de resultaten van het kwalitatief en kwantitatief onderzoek zullen deze in dit hoofdstuk worden aangegeven. Achter de sub-paragraaf titels in dit hoofdstuk worden de corresponderende nummers van de vragen en resultaten in bijlage C en D tussen haakjes aangegeven. Kerncijfers onderzoek Kwalitatief onderzoek
Kwantitatief onderzoek
Interview
Afnemers van opleidingen
Opleiders Derden Deelnemers aan online enquête
Bestaande relatie KAP Geen relatie KAP
15 5 3 3 169
Branche-verdeling (Vraag 1) De branche-verdeling binnen de enquête en de branche-verdeling binnen de interviews zijn dusdanig overeenkomstig dat de resultaten van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek met elkaar kunnen worden vergeleken. Bedrijfsomvang (Vraag 2) In de kwantitatieve meting is de vertegenwoordiging van bedrijven met 100 of meer medewerkers 48,6 %; in de kwalitatieve meting zijn de kleinere bedrijven (minder dan 100 medewerkers) veel sterker vertegenwoordigd (> 90%). Uit de literatuur is bekend dat grotere bedrijven de organisatie en evaluatie van opleidingen beter voor elkaar hebben dan de kleinere bedrijven. Een betere score op een aantal vragen vanuit de kwantitatieve meting ten opzichte van de interviews is echter niet gevonden. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door het feit dat de geïnterviewde bedrijven, gedreven door welke motivatie ook, in meer of mindere mate actief zijn met veiligheidsopleidingen of via een certificering die richting worden opgedreven.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 23 van 97
Opleidingsniveau (Vraag 3) Ruim 54% van de medewerkers (cursisten) heeft als opleiding middelbaar beroepsonderwijs. Arbo-coördinator (Vraag 4) Vanuit de enquête blijkt bij 90% van de bedrijven de functie van arbo- of VGM-coördinator ingevuld te zijn. Bij de geïnterviewde bedrijven blijkt dit percentage nog hoger te liggen (95%). Dit komt omdat de meeste van de geïnterviewde bedrijven VCA gecertificeerd zijn en via die weg formeel de beschikking moeten hebben over een VGM-functionaris. Dit is in bijna alle gevallen een deeltijdfunctie waarbij de kennis en kunde op VGM gebied van de persoon in kwestie redelijk beperkt is. Specialistische kennis, van het juiste opleidingsniveau, wordt dan van buitenaf ingehuurd. Arbo-managementsysteem (Vraag 5) Bij 77% van de bedrijven is er sprake van een vastgelegd en geïmplementeerd arbomanagementsysteem. Op basis van dit gegeven mag er iets van deze organisatie verwacht worden ten aanzien van opleidingen op het gebied van veiligheid. Managementsystemen vereisen een beleid en operationeel sturingsmechanisme ten aanzien van opleidingen en competenties. Gecertificeerd systeem (Vraag 6) Van de respondenten op de enquête blijkt slechts 16% van de organisaties niet gecertificeerd te zijn voor één of andere vorm van arbo-management of veiligheid. In bijna 50% van de gevallen blijkt het hier om een certificering conform de VGM Checklist Aannemers (VCA) te gaan. Actuele RI&E inclusief plan van aanpak (Vraag 7) Een heel groot deel van de bedrijven beschikt over een actuele RI&E en plan van aanpak (89,5%). Dit is bijna het dubbele ten opzichte van de gegevens van de arbo-balans waar een percentage van 47% is weergegeven. [5] De oorzaak ligt waarschijnlijk in de geselecteerde groepen die betrokken zijn in het onderzoek. Risico’s per functie (Vraag 8) Risico’s per functie blijken voor het merendeel van de organisaties (86%) te zijn vastgelegd.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 24 van 97
RI&E bepalend voor opleidingen (Vraag 9) In net iets meer dan de helft van de gevallen (56%) blijkt de RI&E bepalend te zijn om medewerkers een opleiding op het gebied van veiligheid te laten volgen. Dit lijkt een laag percentage. Hiervoor zijn de volgende oorzaken gevonden vanuit de interviews en het bestuderen van diverse RI&E rapporten: - Het traject opleidingen is effectief vorm gegeven binnen de organisatie; - Bij de uitvoering van de RI&E worden risico’s in onvoldoende mate (h)erkend; - In de RI&E en het plan van aanpak wordt geen relatie gelegd tussen risico-reductie en competenties van medewerkers. In het TOG model blijft men teveel hangen in techniek en zeer beperkte inspanningen op organisatorisch niveau. - (bedrijfs-)economische motieven: sommige bedrijven investeren liever in de hardware van veiligheid (beveiligingen en voorzieningen) dan in de medewerkers. Dit fenomeen doet zich met name voor bij de minder geschoolde medewerkers met een flexibele arbeidsovereenkomst. Deze medewerkers behoren vaak ook nog om andere redenen tot risicogroepen bijvoorbeeld in het kader van geografische, culturele of godsdienstige afkomst. Meer dan eens is er dan ook sprake van een taal achterstand. Arbo-beleid (Vraag 10) Het overgrote deel van de bedrijven (82%) uit het onderzoek geven aan een arbobeleid te hebben en dit beleid ook kenbaar gemaakt te hebben binnen de organisatie. Veiligheidscultuur (Vraag 11) Topprestatie Proactief Actief Reactief
Vanuit het onderzoek komt naar voren dat in relatie tot veiligheidscultuur bedrijven zichzelf erg positief beoordelen. 11% van de ondervraagden beoordeeld het als een top-prestatie terwijl 44% zichzelf kenmerkt als proactief. Slecht 14% geeft aan reactief te handelen in relatie tot de veiligheidscultuur. Verondersteld mag worden dat de meeste organisaties in dit opzicht de eigen organisatie in relatie tot veiligheidscultuur overwaarderen. Dit is deels ook af te leiden uit de analyse van andere vragen die in het interview en de enquête zijn meegenomen. Programma gedragsbeïnvloeding (Vraag 12) In 46% van de gevallen wordt binnen de bedrijven geen aandacht besteed aan gedragsbeïnvloeding op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Het beleid en de beheersmaatregelen is voornamelijk gericht op technische aspecten. In opleidingen op het gebied veiligheid en arbeidsomstandigheden concentreert de aandacht zich voornamelijk op kennis van regels- en voorschriften, kennis van feitelijkheden en veel minder op vaardigheden en gedrag in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 25 van 97
Beleving topmanagement (Vraag 13) Een beperkt percentage van het topmanagement (9%) vindt opleidingen in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden niet belangrijk. De prioriteiten binnen deze organisaties blijken nadrukkelijk niet de liggen bij veiligheid en arbeidsomstandigheden. Het topmanagement heeft de focus bijna volledig korte termijn gericht en een sterk kosten gedreven instelling. De risico perceptie in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden is vaak minimaal ontwikkeld. Een veel groter deel (45%) van het topmanagement vindt opleidingen dringend en belangrijk. Het belangrijk vinden word vaak ingegeven door factoren van buitenaf zoals certificeringsdruk door opdrachtgevers, een vorm van angst voor de consequenties als men niet voldoet aan wet- en regelgeving en mogelijke aansprakelijkheid. Het dringende in de beleving wordt ingegeven door het besef dat het allemaal nog niet op orde is. Het resterende deel (46%) van het topmanagement vindt opleidingen belangrijk maar niet dringend. Binnen deze bedrijven is bij het topmanagement de overtuiging en/of beleving dat het allemaal in voldoende mate geregeld is. Een duidelijk beeld of deze overtuiging en/of beleving daadwerkelijk kan worden aangetoond is lang niet in alle gevallen beschikbaar. Beleving medewerkers (Vraag 14) Bij de medewerkers ligt het percentage dicht in de buurt van de cijfers bij het topmanagement. 14% van de medewerkers vindt opleidingen niet belangrijk in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden. Als medewerkers denken dat een opleiding wordt georganiseerd vanuit verschuiving van aansprakelijkheid en verantwoordelijkheid van werkgever naar werknemer is het effect vaak uiterst beperkt.
Voldoen aan wet- en regelgeving (Vraag 15) Iets meer van 60% van de bedrijven vindt dat ze zeker voldoen aan wet- en regelgeving in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden door de manier waarop opleidingen en trainingen worden georganiseerd. Een kleine 40% denkt slechts gedeeltelijk te voldoen aan wet- en regelgeving of heeft daar geen inzicht in. Voor beide groepen kan worden aangegeven dat feitelijk onderbouwing ontbreekt of men werkelijk wel of niet aan de wet- of regelgeving voldoet.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 26 van 97
Waarom worden opleidingen georganiseerd (Vraag 16) De reden om een opleiding te organiseren komt voor 55% voort uit acute behoefte vanuit de eigen organisatie of van buiten de organisatie (wetgever, opdrachtgever). Het overige gedeelte (bijna 42%) geeft aan opleidingen te organiseren vanuit een competentie profiel. Wordt er gewerkt met een persoonlijk ontwikkelingsplan (Vraag 17) Meer dan de helft (55%) van de organisatie geeft aan te werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen van medewerkers. Over het algemeen zijn dit de grotere organisaties of organisaties met een gemiddeld hoger opleidingsniveau of een grotere complexiteit in de werkzaamheden. Is er een periodiek opleidingsplan (Vraag 18) Bijna twee derde van de bedrijven werkt met een periodiek opleidingsplan. Veiligheid ook onderdeel van persoonlijk ontwikkelingsplan (Vraag 19) Van de organisaties die gebruik maken van persoonlijke ontwikkelingsplannen (55% van de organisaties) blijkt in de helft van de gevallen dat opleidingen in het kader van veiligheid en arbeidsomstandigheden onderdeel zijn van het van het persoonlijk ontwikkelingsplan. Uit de interviews blijkt dat persoonlijke ontwikkelingsplannen en periodieke opleidingsplannen vaak ook worden gemaakt vanwege subsidieregelingen gekoppeld aan de cao’s en eisen vanuit certificeringsschema’s. Individuele opleidingsverzoeken door medewerkers (Vraag 20 en 21) De mogelijkheid om een individueel opleidingsverzoek te doen als medewerker kan bij (97%) van de bedrijven. Bij bijna 80% van de bedrijven worden door medewerkers ook individuele opleidingsverzoeken gedaan. Uit de interviews blijkt dat individuele opleidingsverzoeken merendeels worden aangevraagd ten aanzien van uitbreiding van technische en managementcompetenties en maar zelden gericht op veiligheid. Met uitzondering van bijvoorbeeld een individueel verzoek tot een MVK of HVK opleiding. De gemiddelde resultaten van opleidingen vanuit een individueel opleidingsverzoek zijn als gevolg van de initiële motivatie van de deelnemer bijna in alle gevallen goed. Relatie ziekteverzuim en veiligheidsopleidingen ( Vraag 22) Ziekteverzuim is voor de meeste bedrijven een enorme kostenpost in relatie tot loonkosten en omzetderving. Bij ongeveer 1 op de 8 bedrijven is het ziekteverzuim aanleiding geweest voor het organiseren van opleidingen in het kader van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Uit de interviews blijkt dat de meeste bedrijven nauwelijks een relatie leggen tussen ziekteverzuim en de mogelijkheid om door middel van opleidingen hier verbetering in aan te brengen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 27 van 97
Relatie ongevallen en veiligheidsopleidingen ( Vraag 23) Als het kalf……..! Voor redelijk veel bedrijven blijkt dit ook op te gaan voor het verzorgen van opleidingen. Een kleine 40% van de bedrijven geeft aan een opleiding te hebben georganiseerd naar aanleiding van een ongeval. Bij het optreden van ongevallen zijn gebrek aan kennis, vaardigheden en gedragsfactoren veel voorkomende ongevalsoorzaken. Via opleiding en training wil men dit bijsturen. Opvallend is dat de relatief lage kosten van een ongeval 3 maal zoveel aanleiding geven tot het organiseren van opleidingen dan een relatief hoog ziekteverzuim en de daaraan vaak enorme kosten. Veiligheid ligt dus veel meer in de belevingswereld dan arbeidshygiëne. Terwijl de maatschappelijke kosten en het aantal slachtoffers door slechte arbeidshygiëne een veelvoud zijn van de kosten en het aantal slachtoffers als gevolg van falende arbeidsveiligheid.
Relatie met risico-inventarisatie ( Vraag 24) Bij minder dan de helft van het aantal uitgevoerde risico-inventarisaties en –evaluaties en het daarbij behorende plan van aanpak wordt aangegeven dat er opleidingen georganiseerd dienen te worden. Mogelijke oorzaken hiervan zijn: Het traject opleidingen is effectief vorm gegeven binnen de organisatie; - Bij de uitvoering van de RI&E worden risico’s in onvoldoende mate (h)erkend; - In de RI&E en het plan van aanpak wordt geen relatie gelegd tussen risico-reductie en competenties van medewerkers. In het TOG model blijft men teveel hangen in techniek en zeer beperkte inspanningen op organisatorisch niveau.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 28 van 97
Doel verbeteren van veiligheidsgedrag (Vraag 25) Een ruime meerderheid van de bedrijven (62%) wil met de opleiding het veiligheidsgedrag van de medewerkers beïnvloeden. Uit de interviews blijkt dat de definitie van gedrag een rekbaar begrip is. Anders gezegd het hele spectrum aan gedragsbeïnvloeding komt voorbij. Variërend van het creëren van angst tot aan het gemotiveerd uitdragen van een boodschap. Interne of externe redenen op opleiding te organiseren (Vraag 26 & 27) In eerste instantie geeft ruim 40% van de bedrijven aan dat door redenen van buiten de eigen organisatie opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden worden georganiseerd. Bij nader onderzoek blijkt dat het percentage waarbij de redenen van buiten de eigen organisatie komen veel groter is ( opdrachtgever en wetgever beiden voor ruim 22%, certificeringsschema zoals VCA ruim 20%, verzekeraars nemen nog maar een bescheiden rol in van 1,2%). In de praktijk blijkt dus in ruim 70% van de gevallen de opleidingsdrang van buiten de eigen organisatie te komen. Wat gaan bedrijven doen als de drang van buiten de organisatie weg is om opleidingen te organiseren (Vraag 28) Ondanks dat veel bedrijven van buiten de eigen organisatie min of meer worden gedwongen om opleidingen te organiseren geeft bijna 70% van de organisaties aan het investeringsniveau in tijd en geld niet te verlagen als de druk van buiten de organisatie zou wegvallen. Ruim 30% zou drastisch gaan snijden in tijd en geld als er geen drang van buiten de organisatie zou zijn op opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden te organiseren. De belangrijkste reden van de laatst gevolgde veiligheidsopleiding (Vraag 29) In volgorde van belangrijkheid zijn de belangrijkste redenen van de laatste georganiseerde veiligheidsopleiding 1. Gedragsbeïnvloeding 2. Bewustwording 3. Kennis overdracht 4. Veilig kunnen gebruiken van materieel Opleiding bedrijfsspecifiek (Vraag 30) Een toegesneden opleiding op de eigen bedrijfssituatie wordt door 85% van de bedrijven erg belangrijk gevonden. Uit de interviews blijkt ook dat daar een grote behoefte aan is. De beperkingen die door bedrijven worden ervaren worden met name veroorzaakt door de aanbieders van opleidingen en de diverse certificeringsschema’s in relatie tot opleidingen zoals het VCA SOG stelsel of de code 95 voor het beroepsgoederenvervoer. Zijn de kosten of de opleidingsduur van belang (Vraag 31) De kosten van een opleiding blijken veel minder van belang te zijn dan de tijdsduur van een opleiding. Voor ruim 70% van de bedrijven die gebruik maken van externe opleiders geld dat de opleiding best iets duurder mag zijn als de opleidingsduur korter is. Omzetderving en loonkosten als gevolg van een opleiding blijken een bedrijf veel meer te raken dan de kosten van de externe opleider. Opvallend is dat bedrijven de mogelijkheden van loonkosten subsidie in dit kader vrijwel niet kennen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 29 van 97
Snelheid of opleidingslocatie (Vraag 32) Bedrijven die gebruik maken van externe opleiders blijken de factoren snelheid (op welke termijn een opleiding mogelijk is in de planning) en de plaats waar de opleiding verzorgd kan worden nagenoeg even belangrijk te vinden. Uit de interviews blijkt dat veel bedrijven die te maken hebben met standaard opleidingen met name voor medewerkers met flex-overeenkomsten redelijk actief de markt afzoeken naar opleidingsmogelijkheden met name via internet. Wanneer stapt men over op basis van prijs (Vraag 33) Bij relatief kleine prijsverschillen tussen externe opleiders blijken bedrijven al over te stappen naar een goedkopere opleider. Vanuit de interviews blijken bedrijven weinig energie in de pre-kwalificatie van een opleider te steken. Het blijkt relatief vaak gebaseerd te zijn op “Laten we het eens proberen met die opleider”. Hierbij komt uit de interviews ook naar voren dat veel opleiders niet consistent genoeg zijn in kwaliteit. De opleidingsmarkt is erg seizoens afhankelijk waardoor er ook een brede inzet van flexkrachten in de opleidingsbranche is. Ook dit geeft veel uitdagingen binnen de opleiders in relatie tot het borgen van planning, communicatie en kwaliteit. Leerdoel vooraf bekend (Vraag 34) Zonder doelen is geen enkele voetbalwedstrijd leuk. Vooraf de doelen helder in beeld hebben is van groot belang om de scoringskans te verhogen. Bijna 80% van de bedrijven geeft aan vooraf de leerdoelen van een opleiding vast te stellen. Dat lijkt een erg positieve uitslag. Nader onderzoek, tijdens de interviews, leert dat men als leerdoel ook beschouwd het behalen van een certificaat, het geslaagd zijn voor een toets of iets anders van dezelfde strekking. Bedrijven die leerdoelen echt koppelen aan bijvoorbeeld vastgelegd arbobeleid zijn niet in grote aantallen voor handen. Intern of extern opleiden (Vraag 35) Ruim twee derde van de opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden wordt verzorgd door externe opleidingsinstituten. Dit zijn, op een enkeling na, allemaal commerciële opleiders. Één derde van bedrijven organiseert de opleiding intern. Uit de interviews blijkt dat veel meer bedrijven opleidingen wel intern zouden willen doen maar dat met name de beperkte bedrijfsomvang, financiële middelen en aanwezige didactische kennis onneembare barrières zijn. Daarnaast gaat het dan over het algemeen over vaktechnische opleidingen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 30 van 97
Vooraf overleg met de opleider (Vraag 36) Veel bedrijven (87,2%) geven aan vooraf overleg te hebben over vorm en inhoud van de opleiding die door de externe opleider verzorgd wordt. Uit de interviews komt naar voren dat vorm en inhoud vaak niet te maken heeft met onderwerpen die in de opleiding worden behandeld maar veel meer met de organisatorische aspecten van een opleiding. Vooraf overleg met cursisten (Vraag 37) Cursisten worden redelijk actief betrokken bij de voorbereiding van een opleiding. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dit echter in een beperkt aantal gevallen op de echte inhoud en vorm van de opleiding betrekking te hebben. Het betrekken van de cursisten aan de voorkant van de opleiding heeft betrekking op het “wanneer” en “waar” van de opleiding in plaats van het “hoe en waarom”. Aanpassing naar opleidingsniveau (Vraag 38) Het overgrote deel van de bedrijven laten opleidingen verzorgen die aangepast zijn aan het gemiddelde opleidingsniveau van de deelnemers. Aanpassingen voor specifieke doelgroepen (Vraag 39) Ruim de helft van de bedrijven (55%) past de opleidingen aan voor specifieke doelgroepen. Hierbij kan gedacht worden aan anderstalige, deelnemers met dyslexie of mensen met een lichamelijke beperking. Wat in de interviews wel opvalt is dat de aanpassing zich vaak beperkt tot bijvoorbeeld een lesboek en examen in een andere taal. Bedrijven geven ook aan dat voor sommige opleidingen gekoppeld aan een examen, bijvoorbeeld binnen het VCA SOG examenstelsel, er relatief weinig oplossingen zijn voor het opleiden van anderstalige.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 31 van 97
Opleidingen voor vaste, tijdelijke of flex-krachten (Vraag 40) De meeste bedrijven (51%) maakt bij het verzorgen van opleidingen geen onderscheid in het soort dienstverband van de medewerker. Zowel voor mensen met een vast en tijdelijk dienstverband maar ook flexkrachten (uitzendkrachten en ZZP’ers) worden opleidingen georganiseerd. Ten aanzien van de flexkrachten worden dan wel vaak afspraken gemaakt in relatie tot kosten verrekening. Een redelijk deel van de bedrijven (31%) verzorgd alleen opleidingen voor eigen medewerkers (met een vast of tijdelijk dienstverband). Een kleine deel (18%) verzorgd alleen opleidingen voor eigen medewerkers met een vast dienstverband. Over het algemeen wil men de investering vaak nog even uitstellen tot men een goed beeld heeft van de prestaties van de medewerker. Evaluatie direct na de opleiding door deelnemers (Vraag 41) Het evalueren van een opleiding direct na afloop van de opleiding vind vrij algemeen plaats. Bijna 40% van de bedrijven doet dit altijd, ruim 55% soms. Een klein percentage doet geen evaluatie direct na de opleiding. De inhoudelijkheid van de evaluatie is vaak beperkt tot vragen die merendeels betrekking hebben op het verloop van de cursus zelf. Evaluatie op meer inhoudelijk vlak bijvoorbeeld in het kader van toepasbaarheid in de praktijk van het geleerde of het bereiken van de leerdoelen komt veel minder of in het geheel niet aan de orde. In de meeste gevallen wordt de evaluatie ook uitgevoerd door de externe opleider. Wat is belangrijk bij de evaluatie direct na afloop door de deelnemers (Vraag 42) Deelnemers aan opleidingen vinden het meest belangrijk van een opleiding dat ze er iets van leren. Een relatief groot percentage geeft aan de werkwijze aan te gaan passen en zijn zich bewust geworden van risico’s. Een beperkt percentage hecht het meeste waarde aan het behalen van een certificaat. Uit de interviews die zijn gehouden blijkt in de praktijk toch dat een relatief groot deel het behalen van het certificaat als hoofddoel ziet van de opleiding. Dit is ook logisch aangezien een groot aantal van dergelijke certificaten van belang zijn voor de medewerkers om ingezet te kunnen worden in een bepaalde functie of in een bepaalde risico volle omgeving. Evaluatie direct na de opleiding door de organisatie (Vraag 43) Evaluatie van opleidingen direct of kort na afloop van de opleiding door de organisatie zelf is bij de meeste bedrijven minimaal aanwezig. Bij ruim 77% van de organisaties vind direct of kort na de opleiding soms of zelfs nooit een evaluatie plaats. Wat is belangrijk bij de evaluatie direct na afloop door de organisatie zelf (Vraag 44) De organisaties zelf vinden het bij de evaluatie het meest belangrijk dat medewerkers hun werkwijze en hun gedrag aanpassen. In de interviews blijkt dat het behalen van een certificaat toch wel erg belangrijk wordt gevonden. Een opvallende uitspraak die tijdens een interview werd gedaan: “Als ze het certificaat maar halen, als ze dan nog wat leren is het mooi meegenomen”.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 32 van 97
Vind er korte termijn evaluatie plaats met de opleider (Vraag 45) Een vrij groot percentage van de bedrijven geeft aan kort na afloop een evaluatie te doen met de opleider. In de praktijk blijkt dit inhoudelijk redelijk beperkt te zijn. In slechts een beperkt aantal gevallen vindt inhoudelijk evaluatie met de opleider plaats en leidt dit ook tot bijvoorbeeld een andere opleidingsvorm of andere opleidingsinhoud bij een nieuwe opleiding. Evaluatie op langere termijn met de deelnemer (Vraag 46) De effecten op langere termijn van opleidingen op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden worden binnen bedrijven nauwelijks onderzocht. Het overgrote gedeelte van de bedrijven (77%) geeft aan hier niets mee te doen. Wat is het belangrijkst bij evaluatie op langere termijn (Vraag 47) Bij de bedrijven waar men wel evaluatie op langere termijn uitvoert vindt men het verreweg het belangrijkst dat medewerkers hun gedrag en werkwijze hebben aangepast naar aanleiding van de opleiding. Evaluatie op langere termijn met de leidinggevende (Vraag 48) Vanuit de enquête alsook uit de interviews komt naar voren dat leidinggevende van deelnemers aan opleidingen nauwelijks een rol spelen bij de evaluatie van een opleiding op langere termijn. Bij een kleine 88% van de bedrijven wordt hier niets of weinig mee gedaan. Wat is belangrijk bij de evaluatie door leidinggevende op langere termijn (Vraag 49) Bij de bedrijven waar men wel evaluatie op langere termijn uitvoert vinden leidinggevenden het verreweg het belangrijkst dat medewerkers hun gedrag en werkwijze hebben aangepast naar aanleiding van de opleiding. Evaluatie van de opleiding met de opleider op langere termijn (Vraag 50) Evaluatie van de opleiding met de opleider komt volgens de enquête maar 1 op de 5 keer voor. Vanuit de interviews komt naar voren dat dit percentage in de praktijk nog wel lager blijkt te liggen. Bepalen of opleiding effectief is geweest (Vraag 51) Als bij bedrijven tijdens interviews wordt gevraagd of van opleidingen de effectiviteit wordt bepaald geven veel bedrijven aan dit wel te doen. Als gevraagd wordt welk instrumentarium daarvoor gebruikt wordt blijkt dat veel bedrijven niet aantoonbaar de effectiviteit van een opleiding objectief bepalen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 33 van 97
Return on investment (Vraag 52, 53 en 54) Een groot deel van de bedrijven (80%) is van mening dat per saldo opleidingen in het kader van veiligheid en arbeidsomstandigheden meer opleveren dan kosten. De opbrengsten worden dan voornamelijk gezien in het kader van minder incidenten en ongevallen. Tevens wordt geconstateerd dat het bewustzijn in het kader van risico’s positief wordt beïnvloed en er ook verbetering in veiligheidsgedrag optreedt. De veiligheidsopleidingen leiden tot meer begrip van regels en voorschriften, de acceptatie van regels en voorschriften neemt ook toe. Bij een significante groep (30%) wordt de naleving van regels en voorschriften ook beter. Bij ongeveer één vijfde van de deelnemers aan opleidingen en trainingen wordt ook waargenomen dat aspecten in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden ook worden uitgedragen richting collega’s in de organisatie.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 34 van 97
5 Ontwikkelingen In het kader van de opleidingen op het gebied van veiligheid- en arbeidsomstandigheden zijn er op dit moment een aantal ontwikkelingen die in het kader van dit onderzoek van belang zijn.
Economische perspectief In de afgelopen jaren, als gevolg van de economische crisis, is met name bij de kleinere bedrijven behoorlijk bezuinigd op opleidingen en bij veel bedrijven is zelfs behoorlijk zwaar gesneden in de organisatie. De afgelopen periode is enige herstel waarneembaar. Nu de markt in sommige sectoren begint aan te trekken blijken in sommige gevallen de opgelopen achterstanden in het opleidingsprogramma stagnerend te werken voor de bedrijven. De diversiteit aan nationaliteiten op de werkvloer is enorm. Met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt wordt dit vaak ingegeven door economische motieven (salarisniveau). De meeste van deze medewerkers werken via flexcontracten. Er wordt voor deze groep medewerkers over het algemeen weinig tot niets georganiseerd op het gebied van opleidingen. Bedrijven blijken in relatie tot mogelijke overtreding van wet- en regelgeving zich meer bewust te zijn van eisen in het kader van identiteit en fiscaliteit dan in relatie tot arbeidsomstandigheden. De politiek heeft hieraan de laatste jaren ook actief bijgedragen door de nadruk voornamelijk op deze aspecten te richten. Voorbeelden hiervan zijn de Wet Werk en Zekerheid en Wet Aanpak Schijnconstructies. Ook de controles vanuit de overheidsinstanties richten zich voornamelijk op deze aspecten. De focus op veiligheid en arbeidsomstandigheden is hiermee behoorlijk onder druk komen te staan.
Maatschappelijk perspectief Daar waar de overheid aandacht verschuift ontstaat ruimte voor invulling door andere partijen. In dat kader zijn er in de afgelopen jaren veel ontwikkelingen zichtbaar waarbij marktpartijen invulling geven aan (gedeeltelijke) praktische invulling van de arbo-wet. Voorbeelden hiervan zijn het VCA stelsel, veiligheidsprestatieladder van ProRail. De afgelopen jaren neemt de juridisering steeds verder toe. Bij beslissingen die binnen organisaties genomen moeten worden speelt de juridische component steeds vaker een rol waarbij afwegingen in relatie tot aansprakelijkheid de meest voorkomende zijn. Ook binnen het kader van opleidingen speelt dit een belangrijke rol binnen de gehele keten van betrokken partijen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 35 van 97
Opleiders perspectief De opleiders binnen het kader van dit onderzoek zijn over het algemeen volop bezig met allerlei ontwikkelingen. Er wordt gewerkt en geëxperimenteerd met systemen voor e-learning en blended learning. Ook wordt hoe langer hoe meer de aandacht verlegt binnen opleidingen van feiten leren naar vaardigheden toepassen. Ontwikkelen op dit gebied zullen in de komende jaren zeker zich verder door zetten. Het borgen van kennis en vaardigheden binnen een organisatie gekoppeld aan een bepaald niveau van veiligheidscultuur is voor de meeste opleiders en bedrijven nu nog een brug te ver, maar ontwikkelingen in die richting zullen zeker onomkeerbaar zijn. Dit geldt niet alleen in het kader van veiligheid en arbeidsomstandigheden maar voor de complete bedrijfsvoering. Nieuwe technologieën zullen daarin een grote rol gaan spelen hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld augmented reality. De Smart helmet is daarvan een mooi voorbeeld.
Bron: hardware.daqri.com
Op dit moment hebben veel opleiders, binnen het kader van dit onderzoek, enige last van de vaak extreem zware examen eisen die gesteld worden aan veiligheidsopleidingen. Die extreem zware eisen hebben geen betrekking op de inhoud van de opleiding maar wel op het afnemen van examens. Hierdoor zijn de mogelijkheden om deelnemers voldoende goed te trainen op de gebieden die deelnemers en bedrijven belangrijk vinden vaak beperkt. Er is vaak in de exameneisen nog te weinig aandacht voor de relatie tot veiligheidscompetenties en gedrag.
Bedrijven perspectief Bedrijven geven aan dat ze behoefte hebben aan ontwikkelingen waarbij flexibiliteit feitelijk het kernwoord is. Flexibiliteit op het gebied van inzet van mensen, aantal contactmomenten, opleidingsduur, borgen van kennis en kunde, centrale informatie voorziening etc.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 36 van 97
6 B7 Model Vanuit het onderzoek is de vraag ontstaan naar de mogelijkheid een model te ontwikkelen waarmee de effectiviteit van veiligheidsopleidingen op langere termijn te voorspellen is in relatie tot de vorm van opleiden van medewerkers in het kader van veiligheid en arbeidsomstandigheden. Op basis van de onderzoeksresultaten vanuit zowel het kwalitatief onderzoek alsook het kwantitatief onderzoek en de literatuurstudie heeft dit geresulteerd in het hier verder te noemen B7 model. Het model is onderstaand schematisch aangegeven.
B7 Opleidingsmodel Het model is gebaseerd op de vorm van de opleiding in relatie tot het uiteindelijke effect van de opleiding. Naar mate de reactie van de deelnemer ten opzichte van de opleiding op een hoger niveau komt blijkt het effect van de opleiding toe te nemen. Tevens laat het model zien dat naar mate het effect van de opleiding toeneemt de omvang van de groep af kan nemen om hetzelfde effect binnen de organisatie te bereiken. De organisatie wordt in een bepaalde mate zelflerend en zelfsturend. Feitelijk is er ook een rechtstreekse verhouding aan te geven tussen het niveau van veiligheidscultuur binnen een organisatie en het effect wat bereikt word met een veiligheidsopleiding.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 37 van 97
Op het onderste niveau van de piramide is er sprake van deelnemers aan een opleiding die zich verplicht voelen aanwezig te zijn. Er is over het algemeen geen sprake van behoefte om aan een opleiding deel te nemen. Vaak is er ook sprake van weerstand om deel te nemen. Voor de opleider is de grootste opgave vaak de deelnemers in enige mate te boeien en de weerstanden te breken. Deelnemers zijn over het algemeen afkomstig vanuit organisaties met een zeer reactieve houding vanuit de veiligheidscultuur bezien. Van enige vorm van een positief effect van veiligheidsopleidingen is over het algemeen gezien geen sprake. Één niveau hoger is er sprake van deelnemers waarvan de weerstanden richting veiligheidsopleidingen minder zijn. Men is er niet alleen maar men hoort het ook. De opleider krijgt dan vaak nog wel te maken met argumenten die nut en noodzaak van veiligheidsopleidingen trachten te ontkrachten. Het binden van de deelnemers in relatie tot nut en noodzaak van veiligheidsopleidingen is dan vaak het maximaal haalbare voor de opleider. Het vanuit de opleiding aansluiten bij de praktische beleving van veiligheid van de deelnemers kan daarbij zorgen voor een wat groter effect van de veiligheidsopleiding. Van de effecten op langere termijn moeten nog geen grote verwachtingen worden gekoesterd. De organisaties waar deze deelnemers werkzaam zijn komen merendeels voor aan de bovenkant van het reactieve deel in de veiligheidscultuur. Op het moment dat deelnemers beleving hebben bij een veiligheidsopleiding is er bij de opleider de mogelijkheid om de opleiding meer interactief te laten verlopen. Vanuit ervaringen vanuit de groep kunnen onderwerpen worden behandeld en met elkaar oplossingen worden gevonden. In de veiligheidscultuur is indeling in de actieve fase voor de hand liggend. In geringe mate gaan deelnemers hun ervaringen vanuit de opleiding in positieve zin meenemen in de eigen organisatie. Op langere termijn kunnen wat effecten van veiligheidsopleidingen binnen de organisatie worden verwacht. Men is over het algemeen meer bereid om de veilige weg te kiezen als men in de praktijk voor keuzes wordt geplaatst.
In de volgende fase ontstaat er bij de deelnemers besef in relatie tot de noodzaak om veiligheid serieus te nemen. Men begrijpt vaak niet alleen de regels, procedures en voorschriften maar er ontstaat ook begrip voor de oorzaken en gevolgenreeks in relatie tot veiligheidsaspecten. Voor de opleider ontstaat hier de mogelijkheid om het interactieve deel meer te richten op de problemen waar deelnemers in de praktijk mee te maken krijgen en hier vanuit de deelnemers tot een juiste oplossing te laten komen. In relatie tot de veiligheidscultuur is er een positionering aan de bovenkant van het actieve segment. De effecten op langere termijn van de veiligheidsopleidingen worden objectief aantoonbaar in bijvoorbeeld het teruglopen van ongevallen. Het volgen van veiligheidsopleidingen wordt als een vanzelfsprekendheid gezien en veiligheid is in het dagelijks proces een terugkerend onderwerp.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 38 van 97
Daar waar besef wordt omgezet in het veranderen van de manier van handelen wordt het volgende niveau bereikt in de B7 piramide. Er is dan sprake van gedragsverandering. Voor de opleider wordt het belangrijk om over voldoende capaciteiten te beschikken om de gedragsverandering op een juiste manier te initiëren. Inbedding van de opleiding in een gedragsbeïnvloedingsprogramma zorgt vaak voor betere effecten van de opleiding op langere termijn. Voor de opleider is het vaak ook nodig, als het gaat om het beïnvloeden van gedrag, te kijken naar mogelijkheden vanuit andere vakgebieden zoals psychologie, marketing- en reclame-strategieën en bijvoorbeeld communicatie wetenschappen. Bij het bereiken van dit niveau kan richting veiligheidscultuur gesproken worden over een proactieve cultuur. Effectiviteit van de veiligheidsopleidingen op langere termijn begint serieus vorm te krijgen. Normen en waarden in combinatie met culturele en maatschappelijke factoren zijn het meest bepalend voor gedragsuitingen. Dit betekend dat gedrag voornamelijk in de basis door externe factoren wordt gestuurd. Hierbij is nog van belang dat gedrag ook sterk wordt beïnvloed door bijvoorbeeld invloeden vanuit een groep. Een individu reageert op dezelfde situatie in zijn gedrag vaak heel anders dan een groep zou reageren in dezelfde situatie. Op het moment dat vanuit innerlijke overtuiging bepaalde keuzes worden gemaakt in relatie tot veiligheid is het één na hoogste niveau binnen het B7 model bereikt. Men is overtuigd en handelt daar ook naar. In relatie tot veiligheid is er sprake van heldere structuren en samenhang in beleid en uitvoering. Opleiders moeten in deze fase nadrukkelijk aandacht besteden aan het inhoudelijke van een opleiding en mogen zich ook afvragen of ze op dit niveau nog van toegevoegde waarde zijn. Anders gezegd opleider en deelnemers moeten minimaal op hetzelfde niveau acteren binnen het B7 model. In relatie tot de veiligheidscultuur verkeerd men aan de bovenkant van het proactieve segment en begint men het niveau van topprestaties te benaderen. Effecten, mits gekoppeld aan de juiste opleiding, zijn feitelijk gegarandeerd. Op het hoogste niveau van het B7 model is men in de fase aangekomen waarin men actief bezig is met het uitdragen van kennis en vaardigheden binnen een organisatie op het gebied van veiligheid. Feitelijk is de organisatie zelflerend en zelfsturend geworden in relatie tot veiligheid. In deze fase kan de traditionele opleider vaak weinig toegevoegde waarde meer bieden. De organisatie is vaak zo ingericht dat opleidingen en verhoging van een breed scala aan competenties volledig is ingebed in de dagelijkse processen. In dit soort organisaties zijn er ruime borgings- en sturingsmechanismen die zorgen dat opleidingen effectief zijn. De veiligheidscultuur kan als topprestatie worden gekenmerkt.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 39 van 97
7 Conclusies Naar aanleiding van de analyse van de resultaten kunnen de volgende conclusies worden getrokken:
Er is geen direct verband te leggen tussen de omvang van de organisatie en de effectiviteit van veiligheidsopleidingen. De veiligheidscultuur binnen de organisatie is veel meer bepalend voor de effectiviteit van veiligheidsopleidingen.
De relatie tussen de RIE en veiligheidsopleidingen binnen bedrijven is voor verbetering vatbaar. In de RIE wordt lang niet altijd voldoende aandacht besteed aan opleidingen en competenties. Andersom worden opleidingen benoemd als actie in een plan van aanpak van de RIE lang niet altijd uitgevoerd.
Flexibilisering van de arbeidsmarkt leidt, met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt, tot minder aandacht voor veiligheidsopleidingen. Zeker in relatie tot bepaalde risicogroepen zoals anderstalige.
Ondanks het algemeen bewustzijn dat gedragsbeïnvloeding, vanuit het TOG-model bezien, een scala aan mogelijkheden biedt om het veiligheidsniveau te verhogen blijven opleidingen en examinering op het gebied van veiligheid zich nog te veel richten op techniek en in beperkte mate organisatorische aspecten.
Veel bedrijven hebben behoefte aan een overtuigend en eenvoudig model om een kosten / baten analyse te kunnen doen in relatie tot veiligheidsopleidingen.
Deelnemers aan opleidingen hebben bij aanvang van de opleiding vaak geen beeld van de leerdoelen. Als leerdoelen voor aanvang niet bekend zijn blijkt de perceptie van de leerdoelen vaak negatief te zijn.
40% van de organisaties weet niet of wordt voldaan aan wet- en regelgeving in relatie tot veiligheidsopleidingen.
Er wordt te veel waarde gehecht aan een diploma of certificaat en te weinig beoordeeld wat het korte en langere termijn effect is van een veiligheidsopleiding.
Gestructureerd opleiden is effectiever dan ad hoc opleiden. Bij relatief veel organisaties ontbreken nog gestructureerde systemen om veiligheidsopleidingen te borgen binnen de organisatie. De PDCA cyclus voor beleidsvoering ten aanzien van veiligheidsopleidingen komt nog relatief weinig voor.
Met name kleine organisaties hebben vaak moeite met de investeringen in veiligheidsopleidingen. Er is weinig kennis omtrent mogelijke subsidie regelingen en voor kleine organisaties zijn deze vaak te complex.
Behoefte creëren geeft meer bevrediging dan emotieloos consumeren.
Analyseresultaten van ziekteverzuim cijfers zijn over het algemeen geen input voor het bepalen van opleidingsbeleid in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 40 van 97
In opleidingen wordt verhoudingsgewijs nagenoeg geen aandacht besteed aan arbeidshygiëne.
Externe druk leidt binnen organisaties tot een hoger niveau van veiligheid. Deze druk kan zijn vanuit wet- en regelgeving maar met name druk vanuit marktpartijen zorgt voor een hoger niveau van veiligheid. Voorbeelden hiervan zijn VCA en de veiligheidsprestatieladder.
Verzekeraars ontwikkelen in hun benadering van risicobeheersing steeds meer aandacht voor organisatorische aspecten bij de verzekerde partij. Hier wordt ook steeds vaker aandacht besteed aan opleidingen en competenties van medewerkers op alle niveaus binnen de organisatie.
De opleidingen die door opleiders worden aangeboden zijn vaak te generiek en te weinig bedrijfsspecifiek. Bij de opleiders blijkt vaak het proces meer aanbod gestuurd te zijn dan vraag specifiek. In dit kader werken certificeringsschema’s voor opleidingen soms belemmerend zowel voor de opleider als het bedrijf die de opleidingen wil afnemen.
Zolang opleiden wordt gezien als een product is er sprake van het creëren van afval.
Kwaliteitsborging binnen de opleidingsbranche is nog niet voldoende ontwikkeld. Marktpartijen zowel aan de aanbod- alsook aan de vraagzijde van de markt kunnen daar een actievere rol in spelen.
De koppeling tussen leerdoelen van opleidingen en het geformuleerde arbobeleid binnen een organisatie sluit lang niet altijd aan of ontbreekt volledig.
Een betere afstemming van leerdoelen tussen alle bij de opleiding betrokken partijen (bedrijf, deelnemers en opleider) zorgt, bij realisatie van de leerdoelen, altijd voor meer effectiviteit van de opleiding. Expectation management is in dat kader nog weinig ontwikkeld.
Evaluatie van opleidingen op langere termijn en daarmee de effectiviteitsmeting van veiligheidsopleidingen vindt bij de meeste organisaties niet plaats. De ROI van veiligheidsopleidingen is daarmee een grote onbekende. Meestal wordt door de opleider direct na de opleiding een inhoudelijk beperkte evaluatie gedaan. Evaluatie op langere termijn krijgt bij de meeste bedrijven en opleiders geen aandacht. Opleiders zijn ten aanzien van lange termijn evaluatie van opleidingen erg terughoudend.
Voor bedrijven en opleiders zijn op dit moment volop mogelijkheden beschikbaar om de effectiviteit van opleidingen te verhogen. Voorbeelden hiervan zijn e-learning, blended learning, serious gaming, augmented reality. Voor zowel bedrijven als opleiders gaan deze technieken een groot deel van de traditionele opleidingen waarschijnlijk overbodig maken.
Het B7 model kan gebruikt worden om het effect van veiligheidsopleidingen op langere termijn te voorspellen. Tevens kan het B7 model een rol spelen bij het laten aansluiten van de opleiding en de opleidingsvorm bij het gemiddelde veiligheidscultuur niveau van de deelnemers aan de opleiding.
Als bij toepassing van het B7 model de opleider niet het juiste niveau van de groep deelnemers kent zal het effect van de opleiding minimaal zijn.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 41 van 97
8. Aanbevelingen Naar aanleiding van de analyse van de resultaten en de getrokken conclusies kunnen de volgende aanbevelingen worden gedaan:
Bij het kiezen van een veiligheidsopleiding is het voor de uiteindelijke effectiviteit van de opleiding van belang dat de opleiding aansluit bij de veiligheidscultuur van de organisatie waar de opleiding wordt verzorgd. Zowel bedrijven als opleiders doen er goed aan hiervoor tijd en energie te reserveren om dit goed in beeld te krijgen alvorens een opleiding uit te gaan voeren. Het ontwikkelen van een uniforme methodiek die dit mogelijk maakt, die branche breed gebruikt zou kunnen worden, verdiend hierbij de voorkeur.
In de risico-inventarisatie en –evaluatie wordt gekeken naar de aanwezigheid van een bepaald risico en de daarvoor genomen beheersmaatregelen. In het vaststellen van de beheersmaatregelen verdiend het aanbeveling om opleidingen, en het aanwezig zijn van voldoende competenties om het risico te beheersen, als standaard onderdeel van de RIE op te nemen. Verder zouden veel organisaties de relatie tussen de RIE en het opleidingsprogramma in relatie tot veiligheid en arbeidsomstandigheden beter op elkaar af kunnen stemmen. Veel RIE’s zijn op dit moment nog ingestoken via technische en organisatorische aspecten. Gedragsfactoren van medewerkers in relaties tot risico’s komen in de meeste RIE’s nog beperkt of niet aan de orde en daarmee wordt de relatie met opleidingen en competenties deels of geheel gemist.
Flexibilisering van de arbeidsmarkt is een feit met name aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Alle betrokken partijen moeten zich bewust zijn van hun taken en verantwoordelijkheden in relatie tot veiligheidsopleidingen. Op dit vlak is gerichte voorlichting door overheid en branche organisaties van groot belang. Ook de veiligheidskundige moet hier de verantwoordelijkheid pakken.
Opleiders en exameninstellingen moeten de inhoud van opleidingen meer gaan richten op gedrag en het ontwikkelen van gedragscompetenties in relatie tot veiligheid. Er zijn op dit moment al wel enige ontwikkelingen maar toetsing van gedragscomponenten in examens blijkt nog lastig. Verdere stimulering van dit soort ontwikkelingen is noodzakelijke om de effectiviteit van opleidingen naar de toekomst toe verder te verhogen.
Ontwikkel voor bedrijven een overtuigend en eenvoudig model om een kosten / baten analyse te kunnen doen in relatie tot veiligheidsopleidingen. Er bestaat voor de meeste bedrijven op dit moment geen inzicht in de ROI van veiligheidsopleidingen zowel bedrijfseconomisch, sociaal en veiligheidstechnisch. Mogelijkerwijs is deze vraagstelling geschikt als een mogelijke afstudeeropdracht binnen de opleiding HVK.
Alle betrokken partijen, maar zeker de opleiders, moeten nadrukkelijker de leerdoelen vastleggen samen met bedrijven alvorens een opleiding wordt georganiseerd. Communicatie van leerdoelen naar alle betrokkenen binnen een opleidingstraject is essentieel. Op dit moment ontbreekt binnen de meeste opleiders een methodiek om de leerdoelen aan de voorkant eenduidig vast te stellen en tijdens de opleiding te realiseren. Het binnen de branche ontwikkelen van een dergelijke methodiek zou dit probleem mogelijk kunnen oplossen. Een systeem van expectation management zou hier een mogelijke oplossingsrichting zijn.
Objectief vaststellen van de effectiviteit van veiligheidsopleidingen is niet de meest gemakkelijk opgave. Het ontwikkelen van parameters en een methodiek om dit wel te kunnen doen is nodig. Als deze parameters en methodiek algemeen toepasbaar zijn is het ook mogelijk onderling tussen bedrijven en opleiders te vergelijken. Benchmarking behoort dan ook tot de mogelijkheden.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 42 van 97
Zorg dat bedrijven beschikken over informatie omtrent mogelijke subsidies voor veiligheidsopleidingen. Er is weinig kennis over mogelijke subsidie regelingen en voor kleine organisaties zijn deze vaak te complex. Ook opleiders zouden hier een actieve rol in kunnen spelen. In het woud van subsidie mogelijkheden bestaat bijna voor niemand een volledig overzicht.
Bedrijven en opleiders zouden er goed aan doen meer aandacht te besteden aan input gegevens vanuit ziekteverzuim en arbeidshygiënische aspecten. Bedrijfseconomisch en maatschappelijk zijn de kosten van ziekteverzuim en arbeidshygiënische problemen velen malen groter dan fysieke veiligheidsaspecten terwijl de aandacht voor deze onderwerpen zeer beperkt is.
Het aantal branche gerelateerde opleidingseisen en betrokken externe partijen neemt hoe langer hoe meer toe de afgelopen tijd. Bedrijven krijgen hoe langer hoe meer last van het ontbreken van afstemming binnen branches en bijvoorbeeld het erkennen van elkaars opleidingen. Het zoeken naar mogelijkheden om branche overstijgend afstemming te krijgen ten aanzien van erkenning van opleidingen zal door de diverse partijen opgepakt moeten worden.
Verzekeraars en veiligheidskundigen kunnen er op allerlei manieren samen voor zorgen dat risico’s effectiever worden beheerst. Het in contact brengen van deze twee disciplines zal in de komende periode meer aandacht gaan vragen.
Kwaliteitsborging binnen de opleidingsbranche moet verder worden ontwikkeld. Marktpartijen zowel aan de aanbod- alsook aan de vraagzijde van de markt kunnen daar een actievere rol in spelen. Het ontwikkelen van een certificeringsrichtlijn voor opleiders die algemeen toepasbaar is voor de opleidingsbranche zou daar een oplossing voor kunnen zijn.
De meeste opleiders zouden hun systeem van evaluatie direct na de opleiding meer inhoud kunnen geven en zich ook nadrukkelijker kunnen richten op het verkrijgen van terugkoppeling. Nu beperken de meeste evaluaties zich tot de “pret-factoren”. Het ontwikkelen van een lange termijn evaluatie methodiek is noodzakelijk om de effectiviteit van veiligheidsopleidingen vast te kunnen stellen.
Ontwikkelingen rond e-learning, blended learning, serious gaming, augmented reality zijn onomkeerbaar. Opleiders zullen actief samen met bedrijven deze ontwikkeling moeten omarmen om de aansluiting met de praktijk niet te verliezen. Opleiders moet bereid zijn in te zien dat het traditionele opleidingsmodel over 10 jaar waarschijnlijk niet meer bestaat.
Het ontwikkelde B7 model om het effect van veiligheidsopleidingen op langere termijn te voorspellen moet zijn kracht in de praktijk nog gaan bewijzen. Nader onderzoek om dit te bewerkstelligen kan een bijdrage leveren tot verfijning van het model en de praktische toepasbaarheid verhogen.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 43 van 97
9 Implementatie- en evaluatieplan Naar aanleiding van de aanbevelingen is onderstaand het implementatie- en evaluatieplan weergegeven. In het plan zijn de diverse acties beschreven. De bij de actie betrokken organisaties of gebruikte medium zijn in het plan aangegeven. Door middel van kleuren in de planning wordt de periode van uitvoering en de periode van evaluatie aangegeven. Indien bij een actie geen periode voor evaluatie is aangegeven is evaluatie voor dit actiepunt niet noodzakelijk. De volgende kleuren worden in het implementatie- en evaluatieplan gebruikt:
M. Kap NRTO M. Kap Rabobank Risigo
Resultaten onderzoek inbrengen in LinkedIn discussie groepen Uitwerken systeem expectation management
M. Kap
Marius-J. Kap
Kap Advies
Linkedin Social media Kap Advies M. Kap PHOV
Kap Advies
PHOV U42
Pagina 44 van 97
Q1-Q2 2018
Resultaten onderzoek inbrengen bij NRTO Resultaten onderzoek inbrengen in werkgroep Rabobank Risigo
Q3-Q4 2017
M. Kap SSVV
Q1-Q2 2017
Resultaten onderzoek inbrengen in de waarborgcommissie SSVV VCA
Q3-Q4 2016
Kap Advies
Q1-Q2 2016
Koppeling tussen RIE en opleidingen optimaliseren Publicatie problematiek opleidingen flexkrachten Aanpassingen opleidingen in relatie tot gedragsaspecten ROI opleidingen bepalen voorstellen als mogelijk HVK scriptie
Q3-Q4 2015
Kap Advies
Q1-Q2 2015
Beschikbaar stellen resultaten scriptie aan respondenten Ontwikkeling methodiek voor afstemming veiligheidscultuur ten opzichte van opleiding.
Q3-Q4 2014
Betrokken organisatie of medium
Q1-Q2 2014
Actie
Q3-Q4 2013
Uitvoering Evaluatie
Uitrol B7 model
Marius-J. Kap
Kap Advies
Kap Advies I3 Next Augumensys Hexion GmbH Kap Advies Externe opleiders
PHOV U42
Pagina 45 van 97
Q1-Q2 2018
Q3-Q4 2017
Q1-Q2 2017
Kap Advies NRTO
Q3-Q4 2016
Via werkgroep NRTO meewerken aan ontwikkeling kwaliteitsborging van opleiders Ontwikkeling e-learning en augmented reality
Q1-Q2 2016
M. Kap
Q3-Q4 2015
Publicatie relatie ziekteverzuim en arbeidshygiënische aspecten in relatie tot opleidingen.
Q1-Q2 2015
Kap Advies NRTO
Q3-Q4 2014
Onderzoek initiëren vaststellen parameters en methodiek objectieve bepaling effectiviteit opleidingen Onderzoek subsidie mogelijkheden
Q1-Q2 2014
Betrokken organisatie of medium
Q3-Q4 2013
Actie
Bronnen en Literatuur
Nr. 1
Auteur Claessen, J.
Jaar 2010
Titel Onderzoek bedrijfsopleidingen 2010
Plaats Den Haag
Organisatie CBS
Nieuweboer, J. 2
-
-
Arbeidsomstandighedenwet
Den Haag
www.overheid.nl
3
-
-
Arbeidsomstandighedenbesluit
Den Haag
www.overheid.nl
4
-
-
Arbeidsomstandighedenregeling
Den Haag
www.overheid.nl
5
Douwes, M.
-
Arbobalans 2014. Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland
Den Haag
TNO
6
Alphen, W. van
2013
Vangnet voor fouten
Arbo Magazine nr. 12 / 2013
2014
Doe ons maar een training
NVVK Info
Oosthuizen, D. 7
Slik, C.C. van der
mei 2014 8
Wognum, A.A.M.
1999
Strategische afstemming en de effectiviteit van bedrijfsopleidingen
Enschede
Universiteit Twente
9
Boer, M. de
2014
Trainen is een werkwoord
Unique People business
10
Dankbaar MEW
2009
De effectiviteit van elearning en de implementatie in het medisch onderwijs.
Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 28(5):212-222
11
Klink, Marcel R. van der
1999
Effectiviteit van werkplekopleidingen.
Enschede
Universiteit Twente
12
Hulst, dr. R.C. v.d.
2006
Psychologische Operaties:
Soesterberg
TNO
de theorie van gedragsbeïnvloeding 13
WAT IS ENQUÊTEREN?
Noordhoff Uitgevers
14
-
-
Arbeidsveiligheidsysteem geschreven in het kader van de 2e opleiding tot Master of Crisis and Disastermanagement.
-
www.rizoomes.nl
15
Venema A.
Juni 2013
Arbeidsongevallen in Nederland 2011
Hoofddorp
TNO
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 46 van 97
Nr. 16
Auteur Bruin, B. de
17
Delmotte, J.
Jaar April 2011
Titel De effectiviteit van het motiveren van werknemers
Plaats
Organisatie Open Universiteit Nederland
Opleiding in kleine en middelgrote bedrijven: een onderzoek naar de relatie tussen opleiding en het presteren van het bedrijf.
Leuven
Sector Arbeid en Organisatie Vakgroep Arbeiden Organisatiesociolo gie Katholieke Universiteit Leuven
18
Quekel, M.
Marius-J. Kap
2010
Persoonlijke evaluatie voor bedrijfsopleidingen: Effecten op tevredenheid, gepercipieerde leerprestaties, gedragsveranderingen en resultaten voor de organisatie
PHOV U42
Open Universiteit Nederland
Pagina 47 van 97
Verklarende woordenlijst
Woord
Betekenis
Computer based training
Andere benaming voor het woord e-learning
Veiligheidsprestatieladder Beoordelingssysteem voor het veiligheidsbeheerssysteem van bedrijven werkzaam voor Prorail waarin verschillende niveaus kunnen E-learning
Onder e-learning verstaan we leersituaties, waarbij gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden van internettechnologie. De content wordt geleverd via een webbrowser over het Internet, een intranet of een extranet.
Persoonlijk ontwikkelingsplan
Een persoonlijk ontwikkelingsplan is een instrument uit het humanresourcesmanagement. In een persoonlijk ontwikkelingsplan geven werknemer en werkgever aan welke stappen in de komende periode zullen worden gezet om bekwaamheden voor de functie of een andere functie te vergroten.
Individueel opleidingsverzoek
Een persoonlijk verzoek van een medewerker om een training of opleiding te mogen volgen om bekwaamheden voor de functie of een andere functie te vergroten.
Leerdoelen
Doelstelling waarin duidelijk en concreet is gespecificeerd wat men beoogt zichzelf of anderen eigen te maken op het gebied van kennis, inzichten en vaardigheden
Evaluatie
vaststelling van de tussentijdse en/of uiteindelijke leerresultaten die bereikt zijn door een educatieve activiteit
Code 95
Via Europese richtlijn verplicht periodiek nascholingstraject voor het beroepsgoederen vervoer.
Expectation management
Het richting geven aan de bepaling, realisatie en evaluatie van leerdoelen
Effectiviteit
De mate waarin doelstellingen zijn gerealiseerd
Benchmark
vergelijking van kwaliteit en prestaties van een organisatie met die van vergelijkbare andere organisaties
Blended learning
Leervorm waarbij twee of meer leer- of trainingsmethodes onmerkbaar in elkaar overgaan. Het kan gaan over combinaties van afstandsonderwijs (individueel en collectief) en onderwijs in klasverband, van online leren met de hulp van een coach of leraar of door middel van simulaties en leren door instructies.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 48 van 97
Woord
Betekenis
Serious gaming
Een serious game is een spel met een ander primair doel dan puur vermaak. Het voornaamste doel is dan bijvoorbeeld communiceren, werven of selecteren, onderwijzen of het verwerven van inzicht. Een serious game kan gebruikmaken van meerdere media maar verloopt meestal via het internet.
Augmented reality
Een methode om met digitale middelen informatie toe te voegen aan de werkelijkheid. Bekende voorbeelden zijn toepassing op mobiele telefoons die op het scherm informatie projecteren van objecten of omgevingen die worden gefilmd.
Competenties
Competenties zijn ontwikkelbare vermogens van mensen om in voorkomende situaties op adequate, doelbewuste en gemotiveerde wijze proces- en resultaatgericht te handelen, dat wil zeggen passende procedures te kiezen en toe te passen om de juiste resultaten te bereiken.
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 49 van 97
Afkortingen Afkorting
Betekenis
CBR
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen
CBT
Computer based training
EN
Europese Norm
ISO
International Standardisation Institute
MKB
Midden en klein bedrijf
NEN
Nederlandse Norm
NRTO
Nederlandse Raad voor Training en Opleiding
PDCA
Plan Do Check Act
POP
Persoonlijk ontwikkelingsplan
ROI
Return on investment
SOG
SSVV Opleidingsgids
SSVV
Stichting Samenwerking Voor Veiligheid
TOG
Techniek – Organisatie - Gedrag
VCA
Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers
VGM
Veiligheid, Gezondheid en Milieu
WAS
Wet Aanpak Schijnconstructies
WWZ
Wet Werk en Zekerheid
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 50 van 97
Bijlage A: Scriptievoorstel Marius-J. Kap HVK U42 Utrecht Tel.: 06-53392107 E-mail:
[email protected]
Keuze monitor
veiligheidsopleidingen
Scriptievoorstel van Marius J. Kap Cursusgroep Utrecht U42 Hulsenboschstraat 5D 4251 LR Werkendam
Revisie:
2
Datum:
27-01-2013
Opgesteld door:
Status:
Definitief
Voor akkoord PHOV: Zie bijlage B
Naam:
M. J. Kap
Naam:
d.d.
27-01-2013
d.d.
Scriptievoorstel van Marius J. Kap
Marius-J. Kap
Cursusgroep Utrecht U42
PHOV U42
(Revisie 2 van januari 2013)
Pagina 51 van 97
Marius-J. Kap HVK U42 Utrecht Tel.: 06-53392107 E-mail:
[email protected] 1. Titel (of werktitel). Keuze monitor veiligheidsopleidingen (een onderzoek naar de factoren bij het kiezen van veiligheidsopleidingen) 2. Een korte beschrijving van het bedrijf, organisatie of branche Binnen mijn dagelijkse werkzaamheden geef ik regelmatig trainingen op het gebied van veiligheid. Daarnaast geef ik ook adviezen op het gebied van veiligheid, milieu en gezondheid. Dit doe ik binnen een groot aantal verschillende branches. Hierbij kan gedacht worden aan de bouwsector, metaalbewerking, chemische en petrochemische industrie, scheepsbouw etc. De veiligheidsopleidingen die ik geef zijn zeer diverse bijvoorbeeld heftruck, hoogwerker etc. Tevens verzorg ik ook opleidingen in het kader van veiligheidsbewustwording en veiligheidsgedrag. 3. Een beschrijving van uw eigen positie in het bedrijf of bij de klant. Mijn positie binnen het geheel is optreden als trainer / instructeur / examinator. Daarnaast ben ik samen met mijn compagnon directeur / eigenaar van Adviesbureau KAP. 4. Beschrijving van het onderwerp of probleem. Door mij worden al 20 jaar veiligheidsopleidingen verzorgd. Gedurende de afgelopen 10 jaar worden er, direct na afronding van de opleiding, evaluaties uitgevoerd. De cursisten wordt dan gevraagd wat ze van de opleiding vonden. Deze evaluaties zijn over het algemeen positief, maar gaan voornamelijk over de vraag hoe de cursist de cursus heeft ervaren. Ik krijg daarbij geen inzicht in hoeverre de opleiding, in de praktijk, bijdraagt aan het vergroten van vaardigheden, veiligheidsbewustzijn en veiligheidsgedrag. Met mijn onderzoek wil ik hier antwoord op vinden en tevens vaststellen hoe veiligheidsopleidingen kunnen worden verbeterd. Tot op heden zijn hieromtrent nog geen resultaten bekend binnen ons bedrijf. 5. Wie is probleemeigenaar? Als uitvoerder van dit onderzoek ben ik tevens probleemeigenaar. Partijen welke positief belang kunnen hebben bij de uitkomst van het onderzoek: - deelnemers aan veiligheidsopleidingen - beslissers in relatie tot veiligheidsopleidingen - Opleidingsinstituten - Instanties welke zich bezig houden met het examineren en beheren van certificatieschema’s met betrekking tot veiligheidsopleidingen. Aangezien ik het onderzoek uitvoer binnen mijn eigen onderneming, waarvan ik tevens lid ben van het management, bestaan er geen drempels gerelateerd aan commitment van het management om dit onderzoek te kunnen uitvoeren. Scriptievoorstel van Marius J. Kap
Marius-J. Kap
Cursusgroep Utrecht U42
PHOV U42
(Revisie 2 van januari 2013)
Pag.2
Pagina 52 van 97
Marius-J. Kap HVK U42 Utrecht Tel.: 06-53392107 E-mail:
[email protected]
6. Een bondige beschrijving van het beoogde product (resultaat) van het onderzoek Het beoogde resultaat van het onderzoek kan worden onderverdeeld in de volgende deelresultaten: - Inzicht krijgen in de factoren die een rol spelen bij de besluitvorming om een bepaalde veiligheidsopleidingen te doen; - Advies hoe veiligheidsopleidingen aangepast kunnen worden zodat deze optimaal aansluiten bij de leerdoelen en cursisten; - Advies richting besluitvormers in relatie tot de overwegingen die zij maken bij de keuze voor een bepaalde opleiding en de daaraan gekoppelde leerdoelen; - Advies met betrekking tot de wijze waarop het niveau van veiligheidsbewustzijn en veiligheidsgedrag tijdens het uitvoeren van het werk vergroot kan worden door middel van opleidingen. Het onderzoek zal zich beperken tot bedrijven actief in de maak-industrie binnen het MKB. De opleidingen welke zullen worden onderzocht hebben allemaal betrekking op het gebruik van materieel en machines op de werkvloer. Hierbij kan gedacht worden aan heftruck, hijswerktuigen, hoogwerker, verreiker, etc. Om er voor te zorgen dat dit onderzoek in de breedte niet alleen beperkt wordt tot opleidingen welke door Adviesbureau Kap worden verzorgd zullen bij het onderzoek ook andere opleidingsinstituten worden betrokken. 7. Wanneer dat in deze fase al mogelijk is geef dan kort aan hoe het beoogde resultaat kan worden bereikt (implementatievoorstel). Het beoogde resultaat kan worden bereikt door het uitvoeren van het onderzoek en de resultaten van het onderzoek kenbaar te maken onder de brede groep van betrokkenen binnen het werkveld van veiligheidsopleidingen (opleidingsinstituten, management, instructeurs) en besluitvormers (opdrachtgevers, management, HR, etc.) in relatie tot veiligheidsopleidingen. Dit zou in de praktijk ook mogelijke kunnen leiden tot aanpassen van opleidingen in bijvoorbeeld leerdoelen, leermethodiek etc. Om inzicht te krijgen zullen onder andere de volgende vragen in het onderzoek beantwoordt moeten worden: Waarom besluiten organisaties opleidingen te organiseren? o Wettelijke eis o Bedrijfscultuur o Eis opdrachtgever o Vraag van medewerkers o Etc. Zijn de leerdoelen van een opleiding vooraf voldoende duidelijk? o Aanleren van vaardigheden o Behalen certificaat o Ontwikkeling van medewerkers o Verhogen van veiligheidsbewustzijn o Beinvloeden van gedrag
Scriptievoorstel van Marius J. Kap
Marius-J. Kap
Cursusgroep Utrecht U42
PHOV U42
(Revisie 2 van januari 2013)
Pag.3
Pagina 53 van 97
Marius-J. Kap HVK U42 Utrecht Tel.: 06-53392107 E-mail:
[email protected] 7. Wanneer dat in deze fase al mogelijk is geef dan kort aan hoe het beoogde resultaat kan worden bereikt (implementatievoorstel). (vervolg) Om op deze vragen antwoorden te krijgen zullen enquêtes worden uitgezet onder beslissers binnen organisaties. In relatie tot de evaluatie, of het gewenste resultaat van het onderzoek is bereikt, kan gekeken worden naar de wijze waarop belanghebbende (zie voorgaande alinea) waarde hechten aan de uitkomsten van het onderzoek en in hoeverre de uitkomsten van het onderzoek door belanghebbende worden geraadpleegd en praktische worden geïmplementeerd. Een andere manier om de resultaten van het onderzoek te evalueren is het opnieuw uitvoeren van het onderzoek na een bepaalde periode van bijvoorbeeld een paar jaar. 8. Geef aan op welke wijze in het onderzoek een bredere oriëntatie wordt nagestreefd (oriëntatie bij een of meer andere bedrijven of in de literatuur). De bredere oriëntatie kan op de volgende wijze worden nagestreefd: - De uitkomsten van het onderzoek gebruiken bij het mogelijk aanpassen van bestaande en ontwikkelen van nieuwe opleidingen en opleidingsmethodieken - De uitkomsten van het onderzoek kenbaar maken aan besluitvormers met betrekking tot veiligheidsopleidingen zodat zij meer bewuste keuze kunnen maken bij veiligheidsopleidingen. - Opleiders de mogelijkheid bieden gebruik te maken van de uitkomsten van het onderzoek in hun praktijk. Mogelijk zijn de uitkomsten ook bredere toepasbaar dan alleen voor veiligheidsopleidingen Aangezien de groep belanghebbenden erg breed is ben ik voornemens, als de resultaten van het onderzoek daar aanleiding toe geven, de uitkomsten van het onderzoek breed onder de aandacht te brengen van alle belanghebbende. Hierbij kan gedacht worden aan publicatie via het internet, het inbrengen van de resultaten binnen diverse branche organisaties en vakgroepen, publicatie via discussie groepen op bijvoorbeeld linkedin etc. 9. Een helder plan van aanpak waarin de verschillende te zetten stappen in uw onderzoeksaanpak worden beschreven. Om dit onderzoek uit te voeren dienen er diverse stappen te worden doorlopen. - Uitvoeren literatuur studie - Ontwikkeling van een onderzoeksmethode - Vaststellen van beoogde doelstellingen van opleidingen. - Opstellen en uitvoeren onderzoek (enquêtes en interviews) - Uitwerken gegevens - Trekken van conclusies naar aanleiding van gegevens - Opstellen van adviezen - Uitwerken scriptie Scriptievoorstel van Marius J. Kap
Marius-J. Kap
Cursusgroep Utrecht U42
PHOV U42
(Revisie 2 van januari 2013)
Pag.4
Pagina 54 van 97
Marius-J. Kap HVK U42 Utrecht Tel.: 06-53392107 E-mail:
[email protected]
10. Een beschrijving van uw eigen rol bij het onderzoek. Ik zal het volledige onderzoek geheel zelfstandig uitvoeren. Natuurlijk zal ik daarbij wel gebruik maken van diverse bronnen en personen die mij kunnen helpen bij het uitvoeren van het onderzoek.
1 december 2009 PHOV/Format scriptievoorstel Scriptievoorstel van Marius J. Kap
Marius-J. Kap
Cursusgroep Utrecht U42
PHOV U42
(Revisie 2 van januari 2013)
Pag.5
Pagina 55 van 97
Bijlage B: Goedkeuring scriptievoorstel
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 56 van 97
Bijlage C: Vragenlijst onderzoek
Opleidingen monitor 1. Inleiding onderzoek opleidingen monitor HVK scriptie Mijn naam is Marius Kap, 48 jaar en woonachtig in Noord-Brabant. Al een groot aantal jaren hou ik mij in de dagelijkse praktijk, als veiligheidskundige, bezig met het beleidsmatig en op de werkvloer beheersen van veiligheids- en gezondheidsrisico's. Voor mijn afstudeerscriptie Hogere Veiligheidskunde (HVK) aan de PHOV in Utrecht doe ik onderzoek naar de wijze waarop binnen organisaties beslissingen worden genomen in relatie tot het opleiden van medewerkers in het kader van veiligheid en gezondheid. Met het onderzoek wil ik inzicht krijgen in: factoren die een rol spelen bij het kiezen van een opleiding; sluiten de opleidingen optimaal aan bij de leerdoelen en organisatie; de effectiviteit van veiligheids- en gezondheidsopleidingen. Om dit onderzoek mogelijk te maken wil ik u vragen om enkele minuten van uw kostbare tijd te investeren in deze enquête. Als u geïnteresseerd bent in de uitkomsten van het onderzoek kunt u, na mij scriptie verdediging, de resultaten van het onderzoek, vanzelfsprekend kosteloos, ontvangen. Natuurlijk garandeer ik u volledige anonimiteit en vertrouwelijkheid binnen het kader van dit onderzoek. Mocht u, naar aanleiding van de enquête, vragen hebben dan kunt u mij altijd bereiken via onderstaande contactgegevens. Bij voorbaat grote dank voor u medewerking. Marius-J. Kap PHOV HVK U42 Utrecht Tel. : 06 - 533 92 107 E-Mail :
[email protected]
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 57 van 97
Opleidingen monitor 2. Organisatiekenmerken Met de volgende vragen kunt u de belangrijkste kenmerken van uw organisatie aangeven.
Vraag 1 In welke branche is uw bedrijf / organisatie werkzaam? (Branche indeling conform monitor arbeidsongevallen 2011 TNO Science for life)
Landbouw en visserij Industrie en delfstoffenwinning Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overige
Vraag 2 Hoeveel medewerkers zijn werkzaam binnen uw bedrijf / organisatie?
1 - 5 medewerkers 6 - 10 medewerkers 11 - 20 medewerkers 21 - 50 medewerkers 51 - 100 medewerkers 101 - 200 medewerkers 201 - 500 medewerkers 501 of meer medewerkers
Vraag 3 Wat is het gemiddelde opleidingsniveau van de medewerkers die opleidingen volgen in het kader van veiligheid en gezondheid?
Lager onderwijs Lager beroepsonderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Hoger beroepsonderwijs Universitair onderwijs
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 58 van 97
Opleidingen monitor 3. Arbo-coördinator / Veiligheids- en gezondheidscoördinator De nu volgende vraag gaat over de arbo-coördinator of veiligheids- en gezondheidscoördinator binnen uw bedrijf / organisatie.
Vraag 4 Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbo-coördinator of veiligheids- en gezondheidscoördinator aangesteld? Ja Nee
Opleidingen monitor 4. Arbo-management en -certificering
Vraag 5 Heeft uw bedrijf / organisatie een vastgelegd en geïmplementeerd arbo-managementsysteem? Ja Nee
Vraag 6 Is uw bedrijf / organisatie gecertificeerd volgens één van de onderstaande normen?
VCA* VCA** VCA - Petrochemie VCU OHSAS 18001 Veiligheidsprestatieladder Anders Bedrijf / organisatie is niet gecertificeerd
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 59 van 97
Opleidingen monitor 5. Risico-inventarisatie en -evaluatie / Plan van Aanpak Onderstaand volgen een aantal vragen betreffende de risico-inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak.
Vraag 7 Heeft uw bedrijf / organisatie een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) inclusief Plan van aanpak? Ja Nee
Vraag 8 Ligt binnen uw bedrijf / organisatie vast welke risico's aanwezig zijn binnen een bepaalde functie? Ja Nee
Vraag 9 De risico-inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak zijn binnen uw bedrijf / organisatie bepalend voor het vaststellen van te volgen opleidingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Eens Oneens
Opleidingen monitor 6. Arbowet en arbobeleid Onderstaand volgen een aantal vragen in relatie tot de arbowet en het arbo beleid binnen uw bedrijf / organisatie.
Vraag 10 Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbeidsomstandighedenbeleid vastgelegd en is dit ook bekend binnen de organisatie? Ja Nee
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 60 van 97
Vraag 11 Hoe zou u het arbeidsomstandighedenbeleid van uw bedrijf / organisatie kunnen kenmerken? Re-actief Actief Pro-actief Topprestatie
Vraag 12 Heeft uw bedrijf / organisatie een actief beleid / programma in het kader van gedragsbeïnvloeding van medewerkers in het kader van arbeidsomstandigheden? Ja Nee
Vraag 13 Binnen uw bedrijf / organisatie vind het topmanagement het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
Vraag 14 Binnen uw bedrijf / organisatie vinden de medewerkers het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
Vraag 15 Met de manier waarop binnen uw bedrijf / organisatie opleidingen en trainingen zijn georganiseerd: Voldoet u zeker aan alle wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid Voldoet u voor een deel aan alle wet- en regelgeving Heeft u geen inzicht of er wordt voldaan aan alle wet- en regelgeving
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 61 van 97
Opleidingen monitor 7. Competenties en ontwikkeling Onderstaand worden een aantal vragen gesteld in relatie tot competenties en ontwikkeling van medewerkers.
Vraag 16 Binnen uw bedrijf / organisatie worden opleidingen georganiseerd op basis van:
acute behoefte vanuit de eigen organisatie acute behoefte als gevolg van een vraag van een klant of gewijzigde wet- en regelgeving op basis van een competentie profiel op basis van (analyse) van incidenten
Vraag 17 Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) voor medewerkers? Ja Nee
Vraag 18 Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met een periodiek opleidingsplan in relatie tot veiligheid en gezondheid? Ja Nee
Vraag 19 Gebruikt u in uw bedrijf / organisatie persoonlijke ontwikkelingsplannen waarin ook aandacht besteed wordt aan arbo- en veiligheidsaspecten? Ja Nee
Vraag 20 Bestaat er binnen uw bedrijf / organisatie de mogelijkheid voor medewerkers een individueel verzoek te doen om een bepaalde opleiding / training te volgen in relatie tot veiligheid en gezondheid? Ja Nee
Vraag 21 Wordt van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt? Ja Nee Niet van toepassing; medewerkers kunnen geen individueel opleidingsverzoek doen
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 62 van 97
Opleidingen monitor 8. Welke keuzes maakt u Onderstaand volgen een aantal vragen naar de redenen waarom opleidingen en trainingen wordengevolgd in relatie tot veiligheid en gezondheid.
Vraag 22 Is de aard en omvang van de ziekteverzuimcijfers over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Ja Nee
Vraag 23 Is of zijn ongevallen over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Ja Nee
Vraag 24 Is de risico-inventarisatie en -evaluatie en/of het plan van aanpak van uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Ja Nee
Vraag 25 Heeft uw bedrijf / organisatie in de afgelopen periode een opleiding georganiseerd specifiek met het doel veiligheidsgedrag van medewerkers te verbeteren? Ja Nee
Vraag 26 Waar komen voor uw bedrijf / organisatie de belangrijkste reden vandaan om veiligheidsopleidingen en trainingen te verzorgen? Belangrijkste redenen komen vanuit de interne eigen organisatie Belangrijkste redenen komen van buiten de organisatie (extern)
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 63 van 97
Vraag 27 De belangrijkste reden waarom binnen uw bedrijf / organisatie veiligheidsopleidingen en trainingen worden verzorgd zijn:
De opdrachtgever / klant stelt het verplicht De wetgever stelt het verplicht Komt voort uit onze risico-inventarisatie Verzekeraars stellen het verplicht De opleidingen zijn noodzakelijk voor een bepaalde certificering bijvoorbeeld VCA
Vraag 28 Als uw bedrijf / organisatie niet van buiten de organisatie zou worden verplicht om opleidingen te volgen, zouden wij:
veel minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen net zo veel tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen veel meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen
Vraag 29 Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is: Cursisten kennis laten nemen van regels, voorschriften en procedures ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden Cursisten op veilige manier kunnen omgaan met een machine, installatie, bepaalde apparatuur of bepaalde (gevaarlijke) stof Cursisten zich bewust worden van specifieke risico’s en de wijze waarop ze daar mee om moeten gaan Gedragsbeïnvloeding in relatie tot veiligheid en gezondheid bij de cursisten
Vraag 30 Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is: Dat de opleiding aansluit bij de specifieke situatie binnen onze organisatie De opleiding wordt afgesloten met een erkend diploma / certificaat
Vraag 31 Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend? De kosten van de opleiding in Euro’s De duur van de opleiding in tijd
Vraag 32 Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend? De snelheid waarmee de opleiding ingepland kan worden De locatie waar de opleiding gegeven kan worden
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 64 van 97
Vraag 33 Bij welke percentage prijsverschil stapt u over van uw bekende opleider waar uw positieve ervaringen mee heeft naar een onbekende opleider waar u nog geen ervaringen mee heeft?
< 25 % 25- 50% 50-75% 75-100% In principe stappen we niet over
Opleidingen monitor 9. Voorbereiding van opleidingen Onderstaand volgen een aantal vragen in relatie tot de voorbereiding van opleidingen binnen uw bedrijf /organisatie.
Vraag 34 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd worden de leerdoelen vooraf vastgelegd? Ja Nee
Vraag 35 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt gebruik gemaakt van: standaard opleidingen via een externe opleider een specifiek voor uw situatie aangepaste opleiding door een externe opleider een interne opleiding
Vraag 36 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de opleider over de inhoud en vorm waarin de training wordt gegeven? Ja Nee
Vraag 37 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de medewerkers over de inhoud, duur en vorm waarin de training wordt gegeven? Ja Nee
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 65 van 97
Vraag 38 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding afgestemd op het gemiddelde opleidingsniveau van de deelnemers? Ja Nee
Vraag 39 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding aangepast voor specifieke doelgroepen zoals anderstalige, mensen met dyslexie of mensen met een lichamelijke beperking? Ja Nee
Vraag 40 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt deze georganiseerd voor: eigen medewerkers met vast dienstverband eigen medewerkers met vast of tijdelijk dienstverband eigen medewerkers (vast of tijdelijk) maar ook uitzendkrachten, ZZP'ers etc.
Opleidingen monitor 10. Evaluatie van opleidingen Onderstaand volgen een aantal vragen in relatie tot de evaluatie van opleidingen.
Vraag 41 Wordt met de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd? Altijd Soms Nooit
Vraag 42 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de deelnemers? De deelnemers
vonden de opleiding leuk vinden dat ze iets hebben geleerd krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen zijn zich bewust geworden van de risico's
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 66 van 97
Vraag 43 Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd? Altijd Soms Nooit
Vraag 44 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers? De deelnemers vonden de opleiding leuk vinden dat ze iets hebben geleerd krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen zijn zich bewust geworden van de risico's
Vraag 45 Vindt er korte termijn evaluatie van de opleiding plaats met de opleider? Altijd Nooit
Vraag 46 Wordt op langere termijn (na bijvoorbeeld een half jaar) de opleiding geevalueerd door de deelnemers? Altijd Nooit
Vraag 47 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)?
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats het ziekteverzuim is aantoonbaar lager medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
Vraag 48 Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding op langere termijn (bijvoorbeeld na een half jaar) een evaluatie van de opleiding uitgevoerd? Altijd Soms Nooit
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 67 van 97
Vraag 49 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)?
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats het ziekteverzuim is aantoonbaar lager medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
Vraag 50 Vindt er op langere termijn (bijvoorbeeld een half jaar) evaluatie van de opleiding plaats met de opleider? Altijd Nooit
Opleidingen monitor 11. Effectiviteit van opleidingen Onderstaand volgen een aantal stellingen in relatie tot de effectiviteit van opleidingen op het gebied van veiligheid en gezondheid.
Vraag 51 Van elke opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid wordt vastgesteld of de opleiding effectief is geweest Altijd Nooit
Vraag 52 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: kosten veel tijd en geld maar het wordt er niet echt veiliger van, er blijven nog steeds incidenten gebeuren hebben er toe geleid dat we structureel minder ongevallen en incidenten hebben waardoor per saldo opleiden meer opbrengt dan kost
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 68 van 97
Vraag 53 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: leiden niet tot verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie in relatie tot veiligheid en gezondheid leiden tot aanzienlijke verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie tot veiligheid en gezondheid
Vraag 54 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid hebben er bij de deelnemers toe bijgedragen dat ze regels en voorschriften in relatie tot veiligheid en gezondheid:
begrijpen accepteren naleven uitdragen naar collega's
Opleidingen monitor 12. Hartelijk dank voor uw medewerking!
Een veilige en gezonde werkplek kunnen we alleen maar bereiken als we samenwerken en met elkaar kennis en ervaringen willen delen. Kennis en ervaringen delen is volgens mij niets anders dan het vermenigvuldigen van mogelijkheden om ons gezamenlijke doel te realiseren. U heeft met mij u kennis en ervaringen willen delen door het invullen van de enquête waar ik u zeer dankbaar voor ben. Mocht u er prijs op stellen om de resultaten van het onderzoek te ontvangen kunt u onderstaand uw e-mail adres invullen. Na volledige afronding van het onderzoek en verdediging van de scriptie zullen de resultaten van het onderzoek naar het desbetreffende mailadres worden verzonden. Met nadruk wil ik nogmaals benadrukken dat al uw gegevens volledig vertrouwelijk zullen worden behandeld en met niemand zullen worden gedeeld of kenbaar zullen worden gemaakt in welke vorm danook. Nogmaals bedankt voor de genomen moeite. Met vriendelijke groet, Marius-J. Kap 55. Wilt u de resultaten van het onderzoek te ontvangen vul hier dan uw e-mail adres in. E-mail adres
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 69 van 97
Bijlage D: Overzicht onderzoeksresultaten enquête
Vraag 1 In welke branche is uw bedrijf / organisatie werkzaam? (Branche indeling conform monitor arbeidsongevallen 2011 TNO Science for life) Mogelijke antwoorden
Percentage 0,0% 30,8% 12,1% 4,7% 0,0% 7,5% 1,9% 0,9% 4,7% 2,8% 34,6%
Landbouw en visserij Industrie en delfstoffenwinning Bouwnijverheid Handel Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen Openbaar bestuur Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Overige In welke branche is uw bedrijf / organisatie werkzaam? (Branche indeling conform monitor arbeidsongevallen 2011 TNO Science for life) Landbouw en visserij
Industrie en delfstoffenwinning
0,0%
Bouwnijverheid Handel 30,8%
34,6%
Horeca Vervoer, opslag en communicatie Financiële instellingen
12,1% 2,8% 4,7% 0,9%
Openbaar bestuur Onderwijs
7,5% 1,9% 0,0% 4,7%
Gezondheids- en welzijnszorg Overige
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 70 van 97
Vraag 2 Hoeveel medewerkers zijn werkzaam binnen uw bedrijf / organisatie? Mogelijke antwoorden
Percentage 15,9% 6,5% 9,3% 7,5% 12,1% 14,0% 14,0% 20,6%
1 - 5 medewerkers 6 - 10 medewerkers 11 - 20 medewerkers 21 - 50 medewerkers 51 - 100 medewerkers 101 - 200 medewerkers 201 - 500 medewerkers 501 of meer medewerkers
Hoeveel medewerkers zijn werkzaam binnen uw bedrijf / organisatie?
20,6%
15,9% 6,5%
14,0% 14,0%
9,3% 12,1%
7,5%
1 - 5 medewerkers 6 - 10 medewerkers 11 - 20 medewerkers 21 - 50 medewerkers 51 - 100 medewerkers 101 - 200 medewerkers 201 - 500 medewerkers
Vraag 3 Wat is het gemiddelde opleidingsniveau van de medewerkers die opleidingen volgen in het kader van veiligheid en gezondheid? Mogelijke antwoorden
Percentage 0,0% 14,0% 54,2% 27,1% 4,7%
Lager onderwijs Lager beroepsonderwijs Middelbaar beroepsonderwijs Hoger beroepsonderwijs Universitair onderwijs
Wat is het gemiddelde opleidingsniveau van de medewerkers die opleidingen volgen in het kader van veiligheid en gezondheid? 4,7%
0,0% Lager onderwijs
14,0%
Lager beroepsonderwijs
27,1%
Middelbaar beroepsonderwijs
Hoger beroepsonderwijs
54,2%
Universitair onderwijs
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 71 van 97
Vraag 4 Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbo-coördinator of veiligheids- en gezondheidscoördinator aangesteld? Mogelijke antwoorden
Percentage 87,7% 12,3%
Ja Nee
Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbo-coördinator of veiligheids- en gezondheidscoördinator aangesteld? 12,3% Ja Nee
87,7%
Vraag 5 Heeft uw bedrijf / organisatie een vastgelegd en geïmplementeerd arbo-managementsysteem? Mogelijke antwoorden
Precentage 77,1% 22,9%
Ja Nee
Heeft uw bedrijf / organisatie een vastgelegd en geïmplementeerd arbomanagementsysteem?
22,9% Ja Nee 77,1%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 72 van 97
Vraag 6 Is uw bedrijf / organisatie gecertificeerd volgens één van de onderstaande normen? Mogelijke antwoorden
Percentage 14,8% 24,7% 8,6% 1,2% 16,0% 1,2% 17,3% 16,0%
VCA* VCA** VCA - Petrochemie VCU OHSAS 18001 Veiligheidsprestatieladder Anders Bedrijf / organisatie is niet gecertificeerd Is uw bedrijf / organisatie gecertificeerd volgens één van de onderstaande normen? VCA* VCA** 16,0%
VCA - Petrochemie
14,8%
VCU
17,3%
OHSAS 18001
24,7%
Veiligheidsprestatieladder 1,2%
16,0% 1,2%
Anders 8,6%
Bedrijf / organisatie is niet gecertificeerd
Vraag 7 Heeft uw bedrijf / organisatie een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) inclusief Plan van aanpak? Mogelijke antwoorden
Percentage 89,5% 10,5%
Ja Nee
Heeft uw bedrijf / organisatie een actuele risico-inventarisatie en -evaluatie (RIE) inclusief Plan van aanpak? 10,5%
Ja Nee 89,5%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 73 van 97
Vraag 8 Ligt binnen uw bedrijf / organisatie vast welke risico's aanwezig zijn binnen een bepaalde functie? Antwoord mogelijkheden
Percentage 86,0% 14,0%
Ja Nee
Ligt binnen uw bedrijf / organisatie vast welke risico's aanwezig zijn binnen een bepaalde functie? 14,0% Ja Nee
86,0%
Vraag 9 De risico-inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak zijn binnen uw bedrijf / organisatie bepalend voor het vaststellen van te volgen opleidingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 56,5% 43,5%
Eens Oneens
De risico-inventarisatie en -evaluatie en het plan van aanpak zijn binnen uw bedrijf / organisatie bepalend voor het vaststellen van te volgen opleidingen op het gebied van veiligheid en gezondheid?
43,5%
56,5%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Eens Oneens
Pagina 74 van 97
Vraag 10 Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbeidsomstandighedenbeleid vastgelegd en is dit ook bekend binnen de organisatie? Antwoord mogelijkheden
Percentage 82,0% 18,0%
Ja Nee
Is er binnen uw bedrijf / organisatie een arbeidsomstandighedenbeleid vastgelegd en is dit ook bekend binnen de organisatie?
Ja Nee
Vraag 11 Hoe zou u het arbeidsomstandighedenbeleid van uw bedrijf / organisatie kunnen kenmerken? Antwoord mogelijkheden
Percentage
Re-actief
14,0%
Actief
31,0%
Pro-actief
44,0%
Topprestatie
11,0%
Hoe zou u het arbeidsomstandighedenbeleid van uw bedrijf / organisatie kunnen kenmerken?
11,0%
Re-actief
14,0%
Actief
31,0% 44,0%
Pro-actief
Topprestatie
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 75 van 97
Vraag 12 Heeft uw bedrijf / organisatie een actief beleid / programma in het kader van gedragsbeïnvloeding van medewerkers in het kader van arbeidsomstandigheden? Antwoord mogelijkheden
Percentage 54,0% 46,0%
Ja Nee
Heeft uw bedrijf / organisatie een actief beleid / programma in het kader van gedragsbeïnvloeding van medewerkers in het kader van arbeidsomstandigheden?
46,0%
Ja Nee
54,0%
Vraag 13 Binnen uw bedrijf / organisatie vind het topmanagement het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? Antwoord mogelijkheden
Percentage 45,0% 46,0% 4,0% 5,0%
Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
Binnen uw bedrijf / organisatie vind het topmanagement het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? 4,0%
5,0%
Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
45,0% 46,0%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 76 van 97
Vraag 14 Binnen uw bedrijf / organisatie vinden de medewerkers het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? Antwoord mogelijkheden
Percentage 33,0% 53,0% 6,0% 8,0%
Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
Binnen uw bedrijf / organisatie vinden de medewerkers het volgen van opleidingen in relatie tot veiligheid / arbeidsomstandigheden? 6,0%
8,0%
33,0%
Dringend en belangrijk Niet dringend wel belangrijk Wel dringend niet belangrijk Niet dringend niet belangrijk
53,0%
Vraag 15 Met de manier waarop binnen uw bedrijf / organisatie opleidingen en trainingen zijn georganiseerd: Antwoord mogelijkheden
Percentage
Voldoet u zeker aan alle wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid Voldoet u voor een deel aan alle wet- en regelgeving Heeft u geen inzicht of er wordt voldaan aan alle wet- en regelgeving
62,0% 34,0% 4,0%
Met de manier waarop binnen uw bedrijf / organisatie opleidingen en trainingen zijn georganiseerd: 4,0% Voldoet u zeker aan alle wet- en regelgeving op het gebied van veiligheid en gezondheid Voldoet u voor een deel aan alle wet- en regelgeving
34,0% 62,0%
Heeft u geen inzicht of er wordt voldaan aan alle wet- en regelgeving
Vraag 16 Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 77 van 97
Binnen uw bedrijf / organisatie worden opleidingen georganiseerd op basis van: Antwoord mogelijkheden
Percentage
acute behoefte vanuit de eigen organisatie acute behoefte als gevolg van een vraag van een klant of gewijzigde wet- en regelgeving op basis van een competentie profiel op basis van (analyse) van incidenten
32,3% 25,0% 41,7% 1,0%
Binnen uw bedrijf / organisatie worden opleidingen georganiseerd op basis van: 1,0%
41,7%
acute behoefte vanuit de eigen organisatie
acute behoefte als gevolg van een vraag van een klant of gewijzigde wet- en regelgeving op basis van een competentie profiel
32,3%
25,0%
op basis van (analyse) van incidenten
Vraag 17 Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) voor medewerkers? Antwoord mogelijkheden
Percentage 55,2% 44,8%
Ja Nee
Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP) voor medewerkers?
44,8% 55,2%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 78 van 97
Vraag 18 Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met een periodiek opleidingsplan in relatie tot veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 62,5% 37,5%
Ja Nee
Wordt er binnen uw bedrijf / organisatie gewerkt met een periodiek opleidingsplan in relatie tot veiligheid en gezondheid?
37,5%
Ja Nee
62,5%
Vraag 19 Gebruikt u in uw bedrijf / organisatie persoonlijke ontwikkelingsplannen waarin ook aandacht besteed wordt aan arbo- en veiligheidsaspecten? Antwoord mogelijkheden
Percentage 50,0% 50,0%
Ja Nee
Gebruikt u in uw bedrijf / organisatie persoonlijke ontwikkelingsplannen waarin ook aandacht besteed wordt aan arbo- en veiligheidsaspecten?
50,0%
Marius-J. Kap
50,0%
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 79 van 97
Vraag 20 Bestaat er binnen uw bedrijf / organisatie de mogelijkheid voor medewerkers een individueel verzoek te doen om een bepaalde opleiding / training te volgen in relatie tot veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 96,9% 3,1%
Ja Nee
Bestaat er binnen uw bedrijf / organisatie de mogelijkheid voor medewerkers een individueel verzoek te doen om een bepaalde opleiding / training te volgen in relatie tot veiligheid en gezondheid? 3,1%
Ja Nee
96,9%
Vraag 21 Wordt van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt? Antwoord mogelijkheden
Percentage
Ja Nee
78,1% 19,8%
Niet van toepassing; medewerkers kunnen geen individueel opleidingsverzoek doen
2,1%
Wordt van deze mogelijkheid ook gebruik gemaakt? 2,1% Ja
19,8%
Nee
78,1%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 80 van 97
Vraag 22 Is de aard en omvang van de ziekteverzuimcijfers over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 11,9% 88,1%
Ja Nee
Is de aard en omvang van de ziekteverzuimcijfers over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? 11,9%
Ja Nee
88,1%
Vraag 23 Is of zijn ongevallen over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 36,9% 63,1%
Ja Nee
Is of zijn ongevallen over de afgelopen 5 jaar binnen uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid?
36,9% 63,1%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 81 van 97
Vraag 24 Is de risico-inventarisatie en -evaluatie en/of het plan van aanpak van uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid? Antwoord mogelijkheden
Percentage 45,2% 54,8%
Ja Nee
Is de risico-inventarisatie en -evaluatie en/of het plan van aanpak van uw bedrijf / organisatie bepalend geweest voor het organiseren van opleidingen en trainingen op het gebied van veiligheid en gezondheid?
45,2%
Ja Nee
54,8%
Vraag 25 Heeft uw bedrijf / organisatie in de afgelopen periode een opleiding georganiseerd specifiek met het doel veiligheidsgedrag van medewerkers te verbeteren? Antwoord mogelijkheden
Percentage 61,9% 38,1%
Ja Nee
Heeft uw bedrijf / organisatie in de afgelopen periode een opleiding georganiseerd specifiek met het doel veiligheidsgedrag van medewerkers te verbeteren?
38,1%
61,9%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 82 van 97
Vraag 26 Waar komen voor uw bedrijf / organisatie de belangrijkste reden vandaan om veiligheidsopleidingen en trainingen te verzorgen? Antwoord mogelijkheden
Percentage 59,5% 40,5%
Belangrijkste redenen komen vanuit de interne eigen organisatie Belangrijkste redenen komen van buiten de organisatie (extern)
Waar komen voor uw bedrijf / organisatie de belangrijkste reden vandaan om veiligheidsopleidingen en trainingen te verzorgen?
Belangrijkste redenen komen vanuit de interne eigen organisatie
40,5%
Belangrijkste redenen komen van buiten de organisatie (extern)
59,5%
Vraag 27 De belangrijkste reden waarom binnen uw bedrijf / organisatie veiligheidsopleidingen en trainingen worden verzorgd zijn: Antwoord mogelijkheden
Percentage 22,6% 22,6% 33,3% 1,2% 20,2%
De opdrachtgever / klant stelt het verplicht De wetgever stelt het verplicht Komt voort uit onze risico-inventarisatie Verzekeraars stellen het verplicht De opleidingen zijn noodzakelijk voor een bepaalde certificering bijvoorbeeld VCA
De belangrijkste reden waarom binnen uw bedrijf / organisatie veiligheidsopleidingen en trainingen worden verzorgd zijn: De opdrachtgever / klant stelt het verplicht
20,2% 1,2%
22,6%
De wetgever stelt het verplicht Komt voort uit onze risico-inventarisatie
33,3%
22,6% Verzekeraars stellen het verplicht De opleidingen zijn noodzakelijk voor een bepaalde certificering bijvoorbeeld VCA
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 83 van 97
Vraag 28 Als uw bedrijf / organisatie niet van buiten de organisatie zou worden verplicht om opleidingen te volgen, zouden wij: Antwoord mogelijkheden
Percentage 7,1% 23,8% 69,0% 0,0% 0,0%
veel minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen net zo veel tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen veel meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen
Als uw bedrijf / organisatie niet van buiten de organisatie zou worden verplicht om opleidingen te volgen, zouden wij: 0,0% 0,0%
7,1%
23,8% 69,0%
veel minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen minder tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen net zo veel tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen veel meer tijd en geld investeren in opleidingen en trainingen
Vraag 29 Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is: Antwoord mogelijkheden
Percentage
Cursisten kennis laten nemen van regels, voorschriften en procedures ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden
28,6%
Cursisten op veilige manier kunnen omgaan met een machine, installatie, bepaalde apparatuur of bepaalde (gevaarlijke) stof Cursisten zich bewust worden van specifieke risico’s en de wijze waarop ze daar mee om moeten gaan Gedragsbeïnvloeding in relatie tot veiligheid en gezondheid bij de cursisten
10,7% 29,8% 31,0%
Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is:
31,0%
28,6%
10,7% 29,8%
Marius-J. Kap
Cursisten kennis laten nemen van regels, voorschriften en procedures ten aanzien van veiligheid en arbeidsomstandigheden Cursisten op veilige manier kunnen omgaan met een machine, installatie, bepaalde apparatuur of bepaalde (gevaarlijke) stof Cursisten zich bewust worden van specifieke risico’s en de wijze waarop ze daar mee om moeten gaan Gedragsbeïnvloeding in relatie tot veiligheid en gezondheid bij de cursisten PHOV U42
Pagina 84 van 97
Vraag 30 Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is: Antwoord mogelijkheden
Percentage
Dat de opleiding aansluit bij de specifieke situatie binnen onze organisatie De opleiding wordt afgesloten met een erkend diploma / certificaat
85,7% 14,3%
Het belangrijkste van de laatst verzorgde veiligheidsopleiding binnen uw bedrijf / organisatie is: Dat de opleiding aansluit bij de specifieke situatie binnen onze organisatie
14,3%
De opleiding wordt afgesloten met een erkend diploma / certificaat
85,7%
Vraag 31 Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend? Antwoord mogelijkheden
Percentage 28,6% 71,4%
De kosten van de opleiding in Euro’s De duur van de opleiding in tijd
Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend?
28,6%
De kosten van de opleiding in Euro’s
71,4%
Marius-J. Kap
De duur van de opleiding in tijd
PHOV U42
Pagina 85 van 97
Vraag 32 Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend? Antwoord mogelijkheden
Percentage 51,2% 48,8%
De snelheid waarmee de opleiding ingepland kan worden De locatie waar de opleiding gegeven kan worden
Als u moet kiezen voor een bepaalde opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid, wat is dan voor u het meest bepalend?
De snelheid waarmee de opleiding ingepland kan worden
48,8% 51,2%
De locatie waar de opleiding gegeven kan worden
Vraag 33 Bij welke percentage prijsverschil stapt u over van uw bekende opleider waar uw positieve ervaringen mee heeft naar een onbekende opleider waar u nog geen ervaringen mee heeft? Antwoord mogelijkheden
Percentage 21,4% 23,8% 0,0% 2,4% 52,4%
< 25 % 25- 50% 50-75% 75-100% In principe stappen we niet over
Bij welke percentage prijsverschil stapt u over van uw bekende opleider waar uw positieve ervaringen mee heeft naar een onbekende opleider waar u nog geen ervaringen mee heeft? < 25 %
21,4% 52,4%
25- 50% 50-75%
23,8%
75-100%
0,0%
In principe stappen we niet over
2,4%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 86 van 97
Vraag 34 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd worden de leerdoelen vooraf vastgelegd? Antwoord mogelijkheden
Percentage 79,5% 20,5%
Ja Nee
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd worden de leerdoelen vooraf vastgelegd?
20,5% Ja Nee
79,5%
Vraag 35 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt gebruik gemaakt van: Antwoord mogelijkheden
Percentage
standaard opleidingen via een externe opleider een specifiek voor uw situatie aangepaste opleiding door een externe opleider een interne opleiding
23,1% 44,9% 32,1%
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt gebruik gemaakt van:
32,1%
standaard opleidingen via een externe opleider
23,1%
een specifiek voor uw situatie aangepaste opleiding door een externe opleider een interne opleiding
44,9%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 87 van 97
Vraag 36 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de opleider over de inhoud en vorm waarin de training wordt gegeven? Antwoord mogelijkheden
Percentage 87,2% 12,8%
Ja Nee
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de opleider over de inhoud en vorm waarin de training wordt gegeven? 12,8% Ja Nee
87,2%
Vraag 37 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de medewerkers over de inhoud, duur en vorm waarin de training wordt gegeven? Antwoord mogelijkheden
Percentage 53,8% 46,2%
Ja Nee
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt voorafgaand overlegd met de medewerkers over de inhoud, duur en vorm waarin de training wordt gegeven?
46,2% 53,8%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 88 van 97
Vraag 38 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding afgestemd op het gemiddelde opleidingsniveau van de deelnemers? Antwoord mogelijkheden
Percentage 83,3% 16,7%
Ja Nee
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding afgestemd op het gemiddelde opleidingsniveau van de deelnemers? 16,7% Ja Nee
83,3%
Vraag 39 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding aangepast voor specifieke doelgroepen zoals anderstalige, mensen met dyslexie of mensen met een lichamelijke beperking? Antwoord mogelijkheden
Percentage 55,1% 44.9%
Ja Nee
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt de inhoud van de opleiding aangepast voor specifieke doelgroepen zoals anderstalige, mensen met dyslexie of mensen met een lichamelijke beperking?
44,9% 55,1%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Ja Nee
Pagina 89 van 97
Vraag 40 Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt deze georganiseerd voor: Antwoord mogelijkheden
Percentage 17,9% 30,8% 51,3%
eigen medewerkers met vast dienstverband eigen medewerkers met vast of tijdelijk dienstverband eigen medewerkers (vast of tijdelijk) maar ook uitzendkrachten, ZZP'ers etc.
Als binnen uw bedrijf / organisatie een opleiding wordt georganiseerd wordt deze georganiseerd voor:
17,9%
51,3%
eigen medewerkers met vast dienstverband eigen medewerkers met vast of tijdelijk dienstverband
30,8%
eigen medewerkers (vast of tijdelijk) maar ook uitzendkrachten, ZZP'ers etc.
Vraag 41 Wordt met de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd? Response Percent
Antwoord mogelijkheden
39,7% 53,4% 6,8%
Altijd Soms Nooit
Wordt met de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd? 6,8%
39,7%
Altijd Soms
53,4%
Marius-J. Kap
Nooit
PHOV U42
Pagina 90 van 97
Vraag 42 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de deelnemers? De deelnemers Antwoord mogelijkheden
Percentage 0,0% 34,2% 9,6% 28,8% 27,4%
vonden de opleiding leuk vinden dat ze iets hebben geleerd krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen zijn zich bewust geworden van de risico's
Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de deelnemers?De deelnemers 0,0% vonden de opleiding leuk
27,4%
vinden dat ze iets hebben geleerd
34,2%
28,8% 9,6%
krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen zijn zich bewust geworden van de risico's
Vraag 43 Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd? Antwoord mogelijkheden
Percentage 21,9% 64,4% 13,7%
Altijd Soms Nooit
Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding direct na afloop van de opleiding een evaluatie uitgevoerd?
13,7%
21,9% Altijd Soms
64,4%
Marius-J. Kap
Nooit
PHOV U42
Pagina 91 van 97
Vraag 44 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers? De deelnemers Antwoord mogelijkheden
Percentage 0,0% 21,9% 5,5% 38,4% 34,2%
vonden de opleiding leuk vinden dat ze iets hebben geleerd krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen zijn zich bewust geworden van de risico's
Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers?De deelnemers 0,0%
34,2%
vonden de opleiding leuk
vinden dat ze iets hebben geleerd
21,9% 5,5%
krijgen een certificaat voor de gevolgde opleiding geven aan dat ze hun werkwijze en gedrag na de opleiding gaan aanpassen
38,4%
zijn zich bewust geworden van de risico's
Vraag 45 Vindt er korte termijn evaluatie van de opleiding plaats met de opleider? Antwoord mogelijkheden
Percentage 61,6% 38,4%
Altijd Nooit
Vindt er korte termijn evaluatie van de opleiding plaats met de opleider?
38,4% Altijd
61,6%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Nooit
Pagina 92 van 97
Vraag 46 Wordt op langere termijn (na bijvoorbeeld een half jaar) de opleiding geevalueerd door de deelnemers? Response Percent
Antwoord mogelijkheden
23,3% 76,7%
Altijd Nooit
Wordt op langere termijn (na bijvoorbeeld een half jaar) de opleiding geevalueerd door de deelnemers?
23,3% Altijd Nooit
76,7%
Vraag 47 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)? Antwoord mogelijkheden
Percentage
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats het ziekteverzuim is aantoonbaar lager medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
11,0% 1,4% 17,8% 57,5% 12,3%
Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)? 12,3%
11,0% 1,4%
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats het ziekteverzuim is aantoonbaar lager
17,8%
medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding
57,5%
werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 93 van 97
Vraag 48 Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding op langere termijn (bijvoorbeeld na een half jaar) een evaluatie van de opleiding uitgevoerd? Antwoord mogelijkheden
Percentage 12,3% 42,5% 45,2%
Altijd Soms Nooit
Wordt met de leidinggevende van de deelnemers aan een opleiding op langere termijn (bijvoorbeeld na een half jaar) een evaluatie van de opleiding uitgevoerd? 12,3%
45,2%
Altijd Soms
42,5%
Nooit
Vraag 49 Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)? Antwoord mogelijkheden
Percentage 9,6% 0,0% 16,4% 60,3% 13,7%
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats het ziekteverzuim is aantoonbaar lager medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
Welke van de onderstaande punten vind u het meest belangrijk bij de evaluatie van de opleiding door de leidinggevende van de deelnemers na een langere periode (bijvoorbeeld een half jaar)? 0,0% 13,7% 9,6% 16,4% 60,3%
Marius-J. Kap
er vinden minder ongevallen en incidenten plaats
het ziekteverzuim is aantoonbaar lager medewerkers zijn beter en breder inzetbaar door het volgen van de opleiding werkwijze en gedrag van de medewerkers zijn merkbaar en structureel verbeterd deelnemers zijn zich bewust van de risico's
PHOV U42
Pagina 94 van 97
Vraag 50 Vindt er op langere termijn (bijvoorbeeld een half jaar) evaluatie van de opleiding plaats met de opleider? Antwoord mogelijkheden
Percentage 21,9% 78,1%
Altijd Nooit
Vindt er op langere termijn (bijvoorbeeld een half jaar) evaluatie van de opleiding plaats met de opleider?
21,9% Altijd Nooit
78,1%
Vraag 51 Van elke opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid wordt vastgesteld of de opleiding effectief is geweest Antwoord mogelijkheden
Percentage 52,9% 47,1%
Altijd Nooit
Van elke opleiding op het gebied van veiligheid en gezondheid wordt vastgesteld of de opleiding effectief is geweest
47,1%
Altijd
52,9%
Marius-J. Kap
PHOV U42
Nooit
Pagina 95 van 97
Vraag 52 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: Antwoord mogelijkheden
Percentage
kosten veel tijd en geld maar het wordt er niet echt veiliger van, er blijven nog steeds incidenten gebeuren
20,0%
hebben er toe geleid dat we structureel minder ongevallen en incidenten hebben waardoor per saldo opleiden meer opbrengt dan kost
80,0%
Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: kosten veel tijd en geld maar het wordt er niet echt veiliger van, er blijven nog steeds incidenten gebeueren
20,0%
hebben er toe geleid dat we structureel minder ongevallen en incidenten hebben waardoor per saldo opleiden meer opbrengt dan kost
80,0%
Vraag 53 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: Antwoord mogelijkheden
Percentage
leiden niet tot verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie in relatie tot veiligheid en gezondheid leiden tot aanzienlijke verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie tot veiligheid en gezondheid
12,9% 87,1%
Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid: 12,9%
87,1%
Marius-J. Kap
leiden niet tot verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie in relatie tot veiligheid en gezondheid leiden tot aanzienlijke verhoging van bewustzijn en verbetering van gedrag in relatie tot veiligheid en gezondheid
PHOV U42
Pagina 96 van 97
Vraag 54 Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid hebben er bij de deelnemers toe bijgedragen dat ze regels en voorschriften in relatie tot veiligheid en gezondheid: Antwoord mogelijkheden
Percentage 27,1% 21,4% 30,0% 21,4%
begrijpen accepteren naleven uitdragen naar collega's
Alle opleidingen en trainingen die georganiseerd worden op het gebied van veiligheid en gezondheid hebben er bij de deelnemers toe bijgedragen dat ze regels en voorschriften in relatie tot veiligheid en gezondheid:
21,4%
27,1%
begrijpen accepteren
30,0%
21,4%
naleven uitdragen naar collega's
Marius-J. Kap
PHOV U42
Pagina 97 van 97