KETENTRANSPARANTIE IN DE SIERTEELT

KETENTRANSPARANTIE IN DE SIERTEELT

Gebruikershandleiding RFID Scanner en Software (operationeel en technisch)

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software

Inhoudsopgave Inhoudsopgave........................................................................................................................................2 0

Begrippenlijst ..................................................................................................................................4

1

De RFID scanner...............................................................................................................................5 1.1 De handscanner voor koppelen van lading en ladingdrager...................................................... 5 1.2 De Beenscanner als uitbreiding op de handscanner .................................................................. 6

2

De ScanGreen software ...................................................................................................................7 2.1 Het opstarten van de software .................................................................................................. 7 2.2 Het applicatiemenu .................................................................................................................... 8 2.3 Het invoeren van bedrijfs- en gebruikersgegevens.................................................................... 9 2.3.1 Juiste invoer van gegevens, van groot belang voor de data registratie in portal .................9 2.3.2 Het toevoegen van een account..........................................................................................10 2.3.3 Invoeren van gegevens ........................................................................................................11 2.4 Het startscherm ........................................................................................................................ 12

3

‘Picking’ – het koppelen van lading aan ladingdrager (BAAS GO!) .................................................13

4

Container Management – Registratie en saldobeheer ..................................................................17 2 4.1 CC Check Only – echtheidscontrole van CC’s ........................................................................... 18 4.2 Container Management – Inname en uitgifte van fust ............................................................ 18 4.2.1 Uitgifte van fust in aantallen ...............................................................................................21

5

Meldingen en waarschuwingen .....................................................................................................23 Bij het opstarten van de applicatie ................................................................................................... 23 Bij ongeldige scangegevens ............................................................................................................... 23

6

Algemeen gebruik en instellingen van de scanner .........................................................................24 6.1 Herstarten, in- en uitschakelen van de scanner ....................................................................... 24 6.2 Persoonlijke instellingen vastleggen ........................................................................................ 25 6.3 Communicatie mogelijk maken met (draadloos) netwerk of GPRS ......................................... 26 6.3.1 Opzetten communicatie via draadloos netwerk .................................................................26 6.3.2 Opzetten communicatie via vast netwerk...........................................................................28 6.3.3 Gebruik van GPRS ................................................................................................................28 6.4 Stand-by timing , geluid en overige instellingen ...................................................................... 30 6.4.1 stand-by instellingen ...........................................................................................................30 6.4.2 Geluidsniveau instelling.......................................................................................................31 [email protected]

T: +31 (0)23 5656 000

“De Zuidtoren” , Taurusavenue 13, 2132 LS Hoofddorp, The Netherlands

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 6.4.3 Datum en tijd instellingen ...................................................................................................31

3

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



0

Begrippenlijst RTI = Returnable Transport Items; In principe is dit de ladingdrager. Deze term verschijnt in het scherm van de handheld scanner, nadat een CC RFID tag is gescand.

SVC = Standaard Verkoop Code; Dit zijn de labels die door BAAS worden aangeleverd en worden gebruikt om een CC RFID tag (ladingdrager) te kunnen koppelen aan de lading

GLN = Global Location Number; Iedere kweker heeft een nummer gekregen via de veiling, Baas gebruikt dit nummer op te registreren welke kweker wat aanlevert Shelf = plaat op een container en wordt in de software applicatie gebruikt bij het invoeren van het fust Extenders = dit zijn de zogenaamde opzetstukken en worden gebruikt in de software applicatie bij het invoeren van het fust Blacklist = de blacklist wordt gebruikt om de echtheidscontrole uit te kunnen voeren en zal regelmatig worden bijgewerkt (update)

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


4


1 De RFID scanner 1.1

De handscanner voor koppelen van lading en ladingdrager

Bij de kwekers wordt gebruik gemaakt van een NordicID Morphic handscanner.  

Deze scanner kan zowel 1-D barcodes scannen alsook RFID tags (RFID = Radio Frequentie Identificatie). De handscanner communiceert via: o draadloos internet (WLAN); o GPRS; o Of het vaste netwerk (LAN) door de (optionele) cradle van deze handheld rechtstreeks te verbinden met het netwerk door een LAN kabel aan te sluiten aan de achterzijde van de cradle. De scanner dient hierna in de cradle te worden geplaatst voor het verzenden van gegevens.

(Hoe de scanner in te stellen voor gebruik van een van de bovenstaande communicatie methoden, is te vinden in paragraaf 6.3). 

RFID en Barcode scans met 1 apparaat;



Koppelen van lading aan ladingdrager (CC’s en/of BC’s); 5



Echtheidscontrole van CC’s inbegrepen tijdens iedere RFID scan;



Beheren van fust (CC’s, DC’s, opzetstukken, platen, etc.);



Real-time informatie overdracht.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



1.2

De Beenscanner als uitbreiding op de handscanner

Als uitbreiding op de NordicID Morphic handscanner, kan (optioneel) gebruik gemaakt worden van de been scanner. De beenscanner wordt om de enkel in de draagtas gestoken. De beenscanner leest de RFID CC labels uit en toont resultaat in het scherm van de handscanner. De beenscanner is op twee manieren te koppelen aan de handscanner voor het overdragen van de uitgelezen data: 1. WiFi: beide apparaten (handscanner en beenscanner) worden via het aanwezige draadloos netwerk aan elkaar verbonden. Hierbij kunnen wij de beenscanner een vast IP adres geven, zodat de handscanner snel en direct met de juiste beenscanner verbinding maakt. 2. Peer-to-Peer: de beenscanner en handscanner worden onderling aan elkaar toegewezen. Dit kan alleen wanneer de handscanner niet ook al met draadloosnetwerk is verbonden, dus wanneer u met GPRS of vast netwerkkabel de gegevens verstuurd naar centrale platform. De keuze tussen Wifi en Peer-to-Peer verbinding is gemaakt bij het afleveren van de beenscanner. Hierbij is ook het vaste IP adres bepaald, welke de koppeling tussen de twee apparaten tot stand brengt (TIP: zorg dat het IP adres op label wordt afgedrukt (eventueel ook in barcode) en op de beenscanner wordt geplakt). Vanuit het basis scherm is gemakkelijk te koppelen (of ontkoppelen) van handscanner en beenscanner: 1. Schakel beenscanner in (groene toets “power”) zolang geen verbinding met handscanner knippert naast het groene lampje (indicatie dat beenscanner aan staat), ook het blauwe lampje. 2. Druk op de groene toets (LegRdr) om verbinding met beenscanner te maken; 3. Controleer/ voer juiste IP adres in en druk op “Ok”; 4. De handscanner en beenscanner maken verbinding (“searching”)  Wanneer verbinding niet tot stand kan komen, wordt dit op scherm getoond: “Cannot connect to Leg Reader”. 5. Wanneer verbinding is gemaakt, wordt IP adres in rood in rechterhoek (onderin) het scherm getoond en stopt het blauwe lampje op de beenscanner met knipperen.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


6


2 De ScanGreen software 2.1

Het opstarten van de software

Na inschakelen van scanner wordt de ScanGreen software automatisch opgestart. Mocht u de software hebben verlaten, kunt u op het getoonde bureaublad de software handmatig opstarten door ‘ScanGreen’ te selecteren via de touch screen: dubbel klik zoals bij gebruik van computer. (Het is als het ware een mini computer met Windows CE als besturingssysteem, dus werkt gelijkwaardig aan PC of laptop met bijvoorbeeld Windows XP of 7).

7

Na het dubbelklikken op de applicatie zal de handheld eerst de netwerkverbinding checken en de blacklist automatisch bijwerken. Vervolgens wordt de software opgestart en opent zich het applicatie menu:

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



2.2

Het applicatiemenu

De ScanGreen software bestaat uit verschillende modules: 1. Container Management (CM) – saldobeheer van fust; a. CC Check Only (enkel echtheidscontrole van CC’s). b. Inname van fust (scannen van Containers bij binnenkomst). c. Uitgifte van fust (scannen van Containers bij uitlevering naar andere klanten dan BAAS). 2. Picking – koppelen van lading aan ladingdrager (kwekers BAAS GO! – project); 3. Loading – koppelen van ladingdragers aan truck/trailer (transporteurs BAAS GO! – project). Op het applicatiescherm wordt een keuze menu getoond. Door selectie van een icoon, wordt de betreffende applicatie geopend.

2. Picking (kweker applicatie)

1. Container management;

3. Loading (transporteur applicatie)

8

Vanuit de diverse modules kunt u altijd terug keren naar dit applicatiescherm door het indrukken van de 9-toets. Bijvoorbeeld: bij het openen van de picking applicatie doorloopt u de volgende schermen, vanaf het startscherm kunt u terugkeren door indrukken van de toets “9”.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



2.3

Het invoeren van bedrijfs- en gebruikersgegevens

2.3.1 Juiste invoer van gegevens, van groot belang voor de data registratie in portal Bij gebruik van de verschillende modules van de ScanGreen software wordt gevraagd om gegevens, zodat de scangegevens gerelateerd kunnen worden aan de juiste relatie (account: klant of toeleverancier) en op juiste manier terug te vinden zijn op de ScanGreen Webportal. Dit geldt voor gebruik van: 

 

Container Management - Inname en uitgifte registratie van fust (Receiving/ Shipping); o Echtheidscontrole scans (“ CC Check only” ) worden niet aan gegevens gekoppeld of geregistreerd op de webportal. Picking – koppelen van lading aan ladingdrager (Kweker = Picking); Loading – koppelen van ladingdrager en evt. Fust aan vervoer (Transport = Loading).

Op het moment dat de applicatie is opgestart volgen een aantal schermen waarbij gevraagd wordt naar bedrijfs- en gebruikers details, deze velden zijn verplichte invoervelden:   

User Company Location



Account



TruckID

= Naam/ identificatie van de gebruiker van de scanner; = Bedrijfsnaam/ -identificatie waar de scanner wordt gebruikt; = aanduiding van locatie waar de scan en/of registratie plaatsvindt. Dit door invoer van GLN –code, GLN staat voor Global Location Number en is uniek voor elke locatie (dit kan handmatig worden ingevoerd of via scan van barcode, bestaat altijd uit 13 cijfers en beginnend met 87…); = Bedrijfsnaam/ - identificatie van de relatie. Bij inname fust is dit de herkomst, bij uitgifte fust of koppelen van lading aan ladingdrager is dit de bestemming van de container (en fust). LET OP: dit is een balangerijk onderdeel voor saldobeheer, zorg voor correcte invoer! Via een ‘drop down’ menu kunt u het betreffende account selecteren. Het is mogelijk om éénmalig een lijst van accounts aan te leveren die via de portal kunnen worden geüpload (in de volgorde van aanlevering, dus belangrijkste/grootste account bovenaan de lijst). In paragraaf 2.3.2 wordt uitgelegd hoe u zelf nieuwe (in de handheld niet bestaande) accounts kunt toevoegen. = Identificatie van truck/trailer bij overdracht van containers (en overig fust). Deze invoer wordt gevraagd bij container management en loading module.

Wanneer de gegevens zijn ingevuld, drukt u op de groene knop (=Next) en verschijnt het startscherm van de geselecteerde applicatie.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


9


2.3.2 Het toevoegen van een account Indien u besluit de applicatie voor meerdere accounts te gebruiken, kunt u eenvoudig een account toevoegen via de handscanner. Hier dient u het volgende te doen: 

Na het invoeren/controleren van uw GLN code, drukt op de tab toets om het invoerveld van “Account” te selecteren. Indien hier een vaste (bestaande account) standaard geselecteerd staat, kunt met de pijltjestoetsen naar beneden worden gedrukt om het ‘drop down’ menu te openen. Selecteer vervolgens (via de pijltjes toets naar beneden) de lege regel en selecteer deze door de gele knop in te drukken (“Select”). De cursor zal automatisch in het invoerveld (Account) verschijnen en u kunt direct een nieuw account toevoegen.

 



Het nieuw toegevoegde account zal opgeslagen worden in handheld zolang de handheld aanstaat en kan een volgende keer in het ‘drop down’ menu geselecteerd worden.

LE T WEL: bij verwijderen van batterij of uitvoeren van een “cold boot” (zie handhleiding hoofdstuk 6), worden deze zelf ingevoerde namen verwijderd uit de lijst.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


10

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 2.3.3

Invoeren van gegevens FUNCTIE TOETS: Door op de toets “F mode” te drukken, selecteert u de functie van de toetsen van de scanner, zodat u de juiste gegevens kunt invoeren (bijv. account of user):  abc - kleine letters  ABC - hoofd letters  123 - nummeriek Ook kunnen barcodes worden gebruikt om gegevens in te voeren, deze kunnen worden gescand door op de gele scanknop te drukken (wanneer scannen mogelijk is wordt het woord ‘scan’ midden onderin het scherm getoond).

11 TOETSENBORD IN HET SCHERM: Selecteer het icoontje in het scherm om toetsenbord in scherm van scanner te laten verschijnen en vervolgens te sluiten. Sluiten kan ook door naar het volgende scherm te gaan door “next” te drukken.

TAB TOETS: Gebruik de “tab” toets voor gemakkelijk doorspringen naar het volgende invoerveld (bijvoorbeeld van ‘locatie’ naar ‘account’), zonder gebruik van touchscreen. DELETE TOETS: Voor het verwijderen van ingegeven cijfers/letters uit de invoervelden.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



2.4

Het startscherm

Wanneer de bedrijfs- en gebruikers gegevens zijn ingevoerd, verschijnt het startscherm. Dit is het scherm waar u telkens naar terugkeert binnen de applicatie, bijvoorbeeld wanneer u de lading aan de ladingdrager hebt gekoppeld of wanneer u een lading CC’s heeft ingenomen (Container Management). Hier kunt u de gegevens controleren en/of wijzigen voordat u de goederen aan de CC’s en/of BC’s koppelt of een volgende lading CC’s van een andere relatie wilt binnenscannen. Door het betreffende nummer ( 1. User /Company, 2. Location of 3. Account) in te toetsten, opent zich opnieuw het betreffende invoerscherm. Tevens wordt bovenin het scherm altijd een aantal icoontjes getoond. Controleer de status van de scanner via deze icoontjes rechts bovenin het scherm. 1. Netwerk status

2. Batterij status 3. EXIT-toets om applicatie te verlaten (wachtwoord beveiligd)

12

4. Aantal items die niet zijn verzonden worden getoond

1. Als de scanner netwerk verbinding heeft met lokaal netwerk wordt de groene netwerk indicator getoond. Is er op het moment geen verbinding met het lokale netwerk, zal de groene netwerk indicator niet worden getoond. 2. De batterij indicatie is blauw indien voldoende batterij beschikbaar is voor gebruik van de scanner, waarneer deze indicatie rood kleurt is de batterij status kritisch en is het belangrijk dat de scanner wordt opgeladen. 3. Om de applicatie te verlaten toets u de rode “exit”- knop in, vervolgens zal worden gevraagd om een wachtwoord (147852, zorg hierbij dat de invoerfunctie op nummeriek staat ingesteld “123” – zie paragraaf 2.2.2). U verlaat de applicatie en keert terug naar het bureaublad. 4. “Buffer: “ laat zien of alle informatie van de koppeling tussen lading en ladingdrager verzonden is. Wanneer even geen netwerk verbinding zal het aantal items in de buffer oplopen, totdat u weer verbinding heeft met netwerk, dan zal de scanner zelf zorgen dat de buffer weer op nul (0) komt te staan.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



3 ‘Picking’ – het koppelen van lading aan ladingdrager (BAAS GO!) Met de ‘Picking’- applicatie wordt de opbouw van een kar geregistreerd. Het gebruik van de software wordt hieronder beschreven. De ‘Picking’ – applicatie wordt opgestart door te klikken op het middelste icoontje:

Bij gebruik van de ‘picking’ applicatie, wordt gebruik gemaakt van een aantal toetsen en scan momenten, welke hieronder worden uitgelegd. 1. Controleer gegevens

2. Scan RFID tag

3. Scan Barcode(s)

4. Controleer fustvoorstel

5. Bevestig en verstuur data

1. Controleer gegevens Controleren van gegevens op startscherm (bedrijfs- en gegevens details), wijzigingen hierin zijn mogelijk door het betreffende nummer (1,2 of 3) in te toetsen. Het juiste invoerscherm wordt geopend voor eventuele veranderingen. 2. Scan RFID tag (CC/BC) De RFID tag van de ladingdrager kan worden gescand door de scanknop een keer in te drukken. Houdt de scanner dichtbij de CC RFID tag. Wanneer de CC RFID tag is gelezen, wordt het unieke identificatie nummer weergegeven in het scherm. 1

2

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


13

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 3. Scan barcode(s) De lading worden gekoppeld door scannen van de barcode van 1 of meer barcode labels. (Iedere CC of BC moet met minimaal 1 barcode gekoppeld worden). a. Het scannen van de barccode is mogelijk door het indrukken van de gele scanknop (onderin het scherm wordt weer de functie van de gele scanknop aangegeven: ‘Scan SVC’) b. De gescande barcodes worden in een lijst weergegeven. c. Het totaal aantal ingegeven SVC’s wordt met een teller bijgehouden. d. Indien een barcode is gescand die u niet wilt koppelen aan de betreffende CC of BC, is deze nog uit de lijst te verwijderen:  Selecteer de barcode welke u wilt verwijderen, druk vervolgens op het min (-) teken rechtsboven de SVC lijst.  Nu blijven enkel de SVC’s op de lijst staan welke u wilt koppelen aan de CC/BC. e. Na controle op juistheid/volledigheid drukt u op de groene knop (opslaan van de gegevens), of de rode knop (annuleren van deze koppeling en terug naar startschem).

14

4. Controleer fustvoorstel Door het scannen van de barcode(s) wordt een fustvoorstel gegenereerd, hierin ziet u het verwachtte type en aantal. Dit is een voorstel, het kan zijn dat het voorstel moet worden aangepast naar de werkelijkheid. Tevens kunt u het totaal aantal gescande CC RFID tags nogmaals controleren. a. Indien het type fust wel wordt genoemd (getoond in het scherm), selecteert u deze. U kunt deze selecteren door met de pijltjestoetsen op het juiste fust te staan. De cursor komt automatisch in het invoerveld te staan. b. Vervolgens hoeft u enkel het juiste aantal in te toetsen, het ingegeven getal wordt in het overzicht direct zichtbaar.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



c. Indien het type fust niet in overzicht wordt getoond, kunt u uit een lijst met standaard fustomschrijvingen kiezen welk fust u wilt toevoegen aan het overzicht. Hiervoor drukt u eenmaal op de “tab toets” om direct het ‘drop down’ menu te selecteren (blauw balkje). Vervolgens drukt u op de pijl naar beneden om het fust te kunnen selecteren en drukt vervolgens op de gele toets; d. Het gekozen fust in onderaan de lijst toegevoegd en kan bewerkt worden. De cursor komt automatisch in het invoerveld te staan. Vervolgens vult u het aantal in het invoerveld in en het ingevoerde getal zal direct zichtbaar worden in het overzicht; e. U kunt het aantal fust nog een keer aanpassen indien nodig volgens de beschreven stappen 4.a en 4.b of 4.c en 4.d. Bij akkoord bevestigt u de fustdata door op “ ok” te drukken.

15

5. Bevestig fust en goederen gekoppeld aan de RFID tag Wanneer u het fustvoorstel akkordeert (indrukken groene knop:“ok”), heeft u alle stappen doorlopen om de lading aan de ladingdrager te koppelen. U keert automatisch terug naar het startscherm. U kunt nu de volgende lading en ladingdrager koppelen door opnieuw de stappen 1 tot en met 5 te doorlopen.

Controleer de overdracht van gegevens Bovenin het scherm kunt u controleren of de data wordt gecommuniceerd, telt de buffer weer terug tot 0 (nul) dan is de data verzonden.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



Controleer het totaal aantal unieke gescande containers De ‘Picking’ applicatie houdt het totale aantal gescande CC RFID tags bij! Hiermee kan worden bijgehouden hoeveel containers per order reeds gekoppeld zijn. Door na het verwerken van de totale order, of ieder ander willekeurig moment, op “reset” te drukken, wordt de teller weer teruggebracht naar 0. LET WEL: alleen de unieke CC tags worden opgeteld. Indien een CC RFID tag voor een 2e keer gescand wordt, zal de 2e scan niet bij het totaal worden opgeteld.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


16


4 Container Management – Registratie en saldobeheer Binnen Container Management kan de keuze gemaakt worden tussen een aantal activiteiten: a. CC Check Only (enkel echtheidscontrole van CC’s, geen registratie van scangegevens op de ScanGreen Webportal); b. Inname van fust (scannen van Containers bij binnenkomst: Receiving). c. Uitgifte van fust (scannen van Containers bij uitlevering naar andere klanten dan BAAS: Shipping). Vanuit het startmenu kiest u eerst voor module “Container Management”, vervolgens selecteert u de juiste applicatie:

2. Picking (kweker applicatie)

1. Container management;

Bij orders voor BAAS

3. Loading (transporteur applicatie)

17 b. Inbound = Inname fust (Receiving)

a. CC Check Only;

c. Outbound =Uitgifte fust

(Shipping) Bij andere klanten dan BAAS

Wanneer de applicatie geopend is, ziet u links bovenin het scherm welke activiteit u heeft gekozen.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



4.1

CC Check Only – echtheidscontrole van CC’s

Na het openen ziet u twee tellers (goed : groen en fout : rood). Wanneer de gele scanknop wordt ingedrukt, zal de scanner ingeschakeld worden om 1 of meerdere CC RFID tags uit te lezen en te controleren op echtheid. LET OP: Na het indrukken van de scanknop zal deze blijven scannen en moet nogmaals worden ingedrukt om het scannen uit te schakelen. Tijdens het scannen (met het doel het uitlezen van een tag) zijn een aantal verschillende terugkoppelingen mogelijk:    

Het niet kunnen uitlezen van een tag: “No tag found in reading distance”; Het uitlezen en goedkeuren van een tag: deze wordt dan in groen opgeteld*; Het uitlezen en afkeuren van een tag: de volgende melding verschijnt in scherm “Tag invalid” en het wordt in het rood opgeteld*; Het totaal van goede en foute tags wordt bovenin getoond. Een tag kan niet meerdere keren worden uitgelezen, dus de aantallen zijn het aantal unieke tags welke zijn gecontroleerd op echtheid.

*) Indien dezelfde tag al eerder is uitgelezen, wordt dit vermeld “Tag was already read”.

18

4.2

Container Management – Inname en uitgifte van fust

Met de Container Management wordt inname en uitgifte van CC’s en overig fust geregistreerd. Het gebruik van de software wordt hieronder beschreven. Na selectie van juiste applicatie (Inname= Receiving of Uitgifte = Shipping) zijn de scan en registratie handelingen met de scanner voor inname en uitgifte proces gelijk. De scangegevens zijn te bekijken en te bewerken via de ScanGreen Webportal. 1. Controleer gegevens

2. Scan RFID tag(s)

3. Controleer aantal CC's

4. Vul fustvoorstel aan

5. Bevestig en verstuur data

1. Controleer gegevens Controleren van gegevens op startscherm (bedrijfs- en gegevens details), wijzigingen hierin zijn mogelijk door het betreffende nummer (1,2,3 of 4) in te toetsen. Het juiste invoerscherm wordt geopend voor eventuele veranderingen.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 2. Scan RFID tag(s) De RFID tag van de ladingdrager kan worden gescand door de scanknop één keer in te drukken om de scanfunctie te activeren. Houd de scanner dichtbij de te lezen RFID tag. Scan alle RFID tags van de lading welke u wilt registreren voor inname of uitgifte. Bij iedere scan wordt ook de echtheidscontrole uitgevoerd, op basis van het resultaat van de echtheidscontrole neemt het aantal tags in groen en/of rood toe. Wanneer u een tag voor een tweede keer scant, krijgt u een melding dat de tag al eerder is gelezen: “ Tag already exist in list”. Druk na het scannen van alle containers de (gele) scanknop nogmaals in om de de scanner te laten stoppen met uitlezen van tags.

3. Controleer aantal CC’s  Controleer het aantal totaal gescande containers bovenin het scherm. Indien alle RFID labels zijn uitgelezen, drukt u op “ Confirm”. 

Het volgende scherm toont het aantal unieke tag ID’s in een overzicht. Mocht één (of meer) CC containers teveel zijn opgenomen in deze lijst met unieke ID’s, hoeft u enkel de te veel geregistreerde container nog een keer te scannen, terwijl het overzicht met unieke ID’s getoond wordt.

 U ziet dat de juiste ID nummer(s) vanzelf uit de lijst verdwijnen. Ook het totaal bovenin het scherm wordt aangepast. 

Indien u een tag uit de lijst probeert te verwijderen terwijl deze er niet in stond, krijgt u dit teruggekoppeld met de melding: “ Tag not found in list”.



Bij akkoord van aantal CC’s, kunt u dit bevestigen door “Continue” te drukken.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


19

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 4. Vul het fustvoorstel aan Mocht u naast CC’s ook ander fust willen registreren, is dit handmatig in te geven. Het meest voorkomende fust staat al in het overzicht. a. Indien het juiste type fust wordt genoemd in het overzicht, selecteert u deze. Het gekozen fust wordt onder het overzicht getoond; De cursor komt automatisch in het invoerveld te staan. b. Vervolgens hoeft u enkel het juiste aantal in te toetsen, het ingegeven getal wordt in het overzicht direct zichtbaar.

a. Indien het type fust niet in overzicht wordt getoond, kunt u uit een lijst met standaard fustomschrijvingen kiezen welk fust u wilt toevoegen aan het overzicht. Hiervoor drukt u eenmaal op de “tab toets” om direct het ‘drop down’ menu te selecteren (blauw balkje). Vervolgens drukt u op de pijl naar beneden om het fust te kunnen selecteren en drukt vervolgens op de gele toets; b. Het gekozen fust in onderaan de lijst toegevoegd en kan bewerkt worden. De cursor komt automatisch in het invoerveld te staan. Vervolgens vult u het aantal in het invoerveld in en het ingevoerde getal zal direct zichtbaar worden in het overzicht; c. U kunt het aantal fust nog een keer aanpassen indien nodig volgens de beschreven stappen 4.a en 4.b of 4.c en 4.d. Bij akkoord bevestigt u de fustdata door op “ok” te drukken.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


20

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 5. Bevestig en verstuur data Wanneer u het fustvoorstel akkordeert (indrukken groene knop:“continue”), komt u bij de laatste stap om de fustdata op te slaan. U komt bij een totaal overzicht, welke kan worden afgetekend door de beide partijen van overdracht (vervoerder en uw bedrijf, in zowel inname als uitgifte).

Het plaatsen van een handtekening is een mogelijkheid, geen verplichte handeling. Wanneer u op “save” drukt wordt de data opgeslagen en verzonden. U heeft nu alle stappen doorlopen om containers (en toebehoren) te registreren. U keert automatisch terug naar het startscherm. U kunt nu de volgende lading fust op- of afboeken door opnieuw de stappen 1 tot en met 5 te doorlopen. Controleer de overdracht van gegevens Bovenin het scherm kunt u controleren of de data wordt gecommuniceerd, telt de buffer weer terug tot 0 (nul) dan is de data verzonden.

De scangegevens zijn terug te zien op de ScanGreen Webportal, de gegevens worden ook direct verwerkt in saldi van fust (van eventueel verschillende locaties).

4.2.1 Uitgifte van fust in aantallen Als u bij inname van fust de CC containers op echtheid controleert, is het mogelijk om fust bij uitgifte op aantallen te registreren. Dit betekent dat na het scannen van 1 CC container u in het fustvoorstel het aantal kan aanpassen naar werkelijke uitgifte. 

Vanaf het startscherm scant u 1 CC RFID tag door op de gele toets te drukken. De scanner zal het “scannen” starten. Druk vervolgens op de groene toets (“confirm”)

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


21

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software   

Blader door het overzicht en selecteer ‘CC Container’ en verander het aantal aan de hand van het aantal uitgaande containers (werkt ook voor andere typen, niet CC, containers). LET OP: voor een accuraat container management, dient u ook het bijbehorende fust correct aan te passen. Dit gaat op dezelfde manier als de ‘CC Containers’. Door op “Save” te drukken, kunt u deze uitgifte van de containers bevestigen en zal u terugkeren naar het startscherm. Let ook hier op de buffer, deze loopt op indien geen intern netwerk beschikbaar is.

22

LET OP: Het is niet mogelijk om fustinname te registreren op aantallen, dit gaat ten koste van de echtheidscontrole. De echtheid van CC’s ter uitgave is reeds gecontroleerd op echtheid. Tevens is het mogelijk om andere containers te scannen voor inname en uitgifte van fust, zoals stapelwagens van FloraHolland bloemenveiling welke ook een zelfde type (UHF) tag hebben. Hiemee wordt ook voor dit type containers de fustadministratie bijgehouden op het ScanGreen webportaal.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



5 Meldingen en waarschuwingen Verschillende meldingen en waarschuwingen kunnen worden getoond op het scherm. Niet alle meldingen worden hieronder behandeld. Neemt u bij vragen gerust contact op.

Bij het opstarten van de applicatie Bij het opstarten wordt door de scanner o.a. gecontroleerd of netwerk in orde is, er software updates zijn of mogelijk een blacklist (=zwarte lijst van CC labels) update beschikbaar is. Door deze controles kunnen er verschillende meldingen in het scherm verschijnen; De zwarte lijst is de meest recente lijst, geen update beschikbaar.

Ook kan de update mislukken, door een of meerdere oorzaken, bijvoorbeeld: - Geen netwerk verbinding; - De zwarte lijst kan 3 keer op een dag worden gecontroleerd voor updates, indien de appllicatie vaker wordt opgestart, kan dit aantal worden overschreden.

Bij ongeldige scangegevens Tijdens het scannen van de CC tag wordt ook gelijktijdig de echtheidscontrole uitgevoerd. Indien het geen CC RFID tag betreft of een CC RFID tag welke op de zwarte lijst staat, wordt u hiervoor gewaarschuwd. Tijdens het scannen van de barcode(s) wordt gecontroleerd of deze barcode door Baas Plantenservice is verstrekt. Indien niet het geval wordt u hiervoor gewaarschuwd.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


23


6 Algemeen gebruik en instellingen van de scanner 6.1 Herstarten, in- en uitschakelen van de scanner De scanner wordt geactiveerd bij het indrukken van de aan/uitknop rechtsonder op het toetsenbord. Er zijn meerdere manieren om de scanner te herstarten of uit te schakelen. Gebruik hiervoor ook weer de aan/uitknop rechtsonder op het toetsenbord van de scanner. Wanneer u deze knop indrukt verschijnt een menu waarin een selectie kan worden gemaakt.

A. Sleep: Wanneer u de scanner niet gebruikt kiest u het beste voor “sleep”(stand-by) modus. B. Warm Boot: Wanneer een herstart nodig is, gebruikt u de “warm boot”optie.  Warm boot: een reset van de scanner, opgeslagen data in het geheugen blijft beschikbaar. C. Cold Boot: Wanneer de software beschadigd is (bijv. wanneer bestanden zijn verwijderd) of als u zelf andere software erop heeft geinstalleerd: selecteer “cold boot” voor herinstallatie van gebruikers applicaties.  Cold boot: RAM wordt opgeschoond, maar instellingen die opgeslagen zijn via “saved registry” blijven beschikbaar (dus ook evt. de draadloos instellingen). D. Reload Windows CE: Gebruik “Windows Reload” alleen wanneer het besturingssysteem (Windows CE) beschadigd is. Deze optie wordt bij dagelijkse processen niet gebruikt.  Windows CE Reload: RAM wordt opgeschoond en de scanner wordt teruggezet naar “fabrieksinstellingen”. E. Power Off: Gebruik “Power off” enkel wanneer u de scanner wilt uitschakelen voor een lange periode waarin u de scanner niet wilt gebruiken. Hierbij wordt ook een Windows Reload uitgevoerd wanneer de scanner weer wordt ingeschakeld.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


24


6.2

Persoonlijke instellingen vastleggen

U kunt een aantal instellingen van de scanner aanpassen, hiervoor zal u de ScanGreen software moeten verlaten. Hoe u de ScanGreen software verlaat wordt omschreven in paragraaf 2.4 pagina 9. Via het start menu van Windows is het via het “control panel” mogelijk een aantal instellingen aan te passen.

Indien u instellingen heeft veranderd, is het van belang deze definitief op te slaan via “Registry BackUp”, zodat dezelfde instellingen worden teruggezet nadat de scanner weer wordt opgestart, bijvoorbeeld via een “cold-boot”(zie paragraaf 6.1 voor definitie). f. g. h. i.

Via het start menu van Windows, selecteer “Programs”; Kies “NordicID” in het menu; Kies vervolgens voor “Registry Backup”; Nieuw venster wordt geopend, selecteer “Backup Registry” en druk “Backup”.

25

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



6.3 Communicatie mogelijk maken met (draadloos) netwerk of GPRS 6.3.1 Opzetten communicatie via draadloos netwerk Volg de volgende instructies om het juiste draadloos netwerk in te stellen (WLAN): a. b. c. d.

Via “control panel” selecteert u: “Wi-Fi”; Instellen nieuw draadloos netwerk via tab “profile”; Laat handscanner zoeken naar draadloos netwerken in de buurt via “scan”; Selecteer het netwerk waar u de scanner mee wilt verbinden en selecteer “configure”;

e. Houd wachtwoord bij de hand en selecteer “Yes”; f. Open het toetsenbord op het scherm ( ); g. zorg dat het in te vullen veld weer geselecteerd wordt en geef het wachtwoord in via het toetsenbord in het scherm;

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


26

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software h. Sluit het toetsenbord en druk OK voor bevestiging van het wachtwoord; i. Bevestig de instellingen via “Commit”;

j.

Ga terug naar tab “Main” en controleer dat daar het juiste draadloos netwerk is geselecteerd en verbonden is; k. Controleer de sterkte, kwaliteit van het netwerk en de toewijzing van een IP adres in tab “ status” ; l. Sluit venster door op “ok”te drukken.

27

Indien u instellingen heeft veranderd, is het van belang deze definitief op te slaan via “Registry BackUp”, zoals beschreven in paragraaf 6.2.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 6.3.2 Opzetten communicatie via vast netwerk Volg de volgende instructies om de scanner via vast newerk te verbinden (LAN): a. Om via het vaste netwerk verbinding te maken heeft u de cradle van NordicID nodig. Via de (optionele) cradle van deze handheld rechtstreeks te verbinden met het netwerk; b. De cradle is voorzien van aansluiting voor netwerkkabel. Aan te bevelen is ook de oplader aan te sluiten. Zodat de scanner altijd wordt opgeladen als deze in de houder wordt gezet; c. De netwerkkabel dient rechtstreeks met netwerk aansluiting te worden verbonden; d. Mocht het nodig zijn kunt u bekijken of de internet verbinding (firewall) open staat voor de communcatie van de handscanner (details: Mysql: 3306, Web: 80, Ftp: 21, Gateway: 8080). 6.3.3 Gebruik van GPRS De scanner is ook geschikt voor communicatie via GPRS. a. b. c. d. e. f. g. h. i.

Plaats sim-kaart in de houder onder de batterij; Plaats batterij terug en sluit de achterkant van de scanner weer goed af; De scanner start opnieuw op; Via het start menu van Windows, selecteer “control panel”; Kies “NID WWAN” in het menu (WWAN : Wireless Wide Area Network); Selecteer de tab “ PIN”; Toets de Pin van uw provider in en kies “ Apply”; Controleer of de SIM kaart vrijgegeven is (“ SIM Unlocked” ); Selecteer: “ Enter PIN automatically”;

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


28

Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software j. Kies de tab “ Operator”; k. Hier worden een aantal gegevens gevraagd om GPRS connectie tot stand te brengen, neem contact op met uw provider indien u niet alle gegevens tot uw beschikking heeft. l. Vervolgens selecteert u de tab “connection”; m. Selecteer “ Yes” de vraag of de scanner automatisch verbinding kan maken na standby modus; n. Controleer de status: Connected. Indien disconnected, druk op “ connect” – knop.

29 Indien u instellingen heeft veranderd, is het van belang deze definitief op te slaan via “Registry BackUp”, zoals beschreven in paragraaf 6.2.

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



6.4 Stand-by timing , geluid en overige instellingen 6.4.1 stand-by instellingen U kunt zelf aangeven wanneer u wilt dat de scanner in ‘stand-by’ modus gaat. Deze instelling heeft invloed op gebruik van de batterij. a. b. c. d.

Via het start menu van Windows, selecteer “control panel”; Kies “Power” in het menu; Selecteer de tab “Schemes”; Selecteer “Battery Power”(aan te raden de instellingen van “AC Power” te laten zoals reeds is ingesteld); e. Vul het gewenst aantal minuten in voor de verschillende acties ter besparing van de batterij. (LET OP: het aantal minuten moet in de 3 stappen naar “suspend timeout” altijd oplopen! Dus bijvoorbeeld na 1, 2 en 3 minuten en NIET 2, 1 en 1 minuut). f. Druk op “ok”om instellingen te bewaren en venster te sluiten.

30


[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


Gebruikershandleiding RFID scanner en ScanGreen software 6.4.2 Geluidsniveau instelling Het geluidsniveau kunt u aanpassen. Zo kunt u ervoor zorgen dat in omgeving met veel omgevingsgeluid de scanner toch duidelijk hoorbaar is bij bijvoorbeeld foutmeldingen. a. Via het start menu van Windows, selecteer “control panel”; b. Kies “Volume & Sounds” in het menu; c. Verschuif de volume knop naar rechts of links voor respectievelijk een harder of een zachtere volume instelling. d. Aan te bevelen de overige instelllingen te laten zoals ze zijn ingesteld; e. Druk op “ok”om instellingen te bewaren en venster te sluiten.

31 6.4.3 Datum en tijd instellingen U kunt datum en tijd instellen, zodat gegevens met juiste datum en tijd vermelding worden verzonden. a. b. c. d.

Via het start menu van Windows, selecteer “control panel”; Kies “Date/Time” in het menu; Selecteer de juiste tijdzone en pas datum aan indien nodig; Selecteer “apply” om de instellingen te bewaren.


[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000



Voor operationele vragen over het koppelen van lading aan de ladingdrager (picking) kunt u contact opnemen met Baas Plantenservice: 

Inkoopassistenten (Tel. 0172 – 467948)



Of stuur een email aan: [email protected]

32

Neem bij technische vragen contact op met ScanGreen: 

Bezoek www.scan-green.com



Of stuur een email aan: [email protected]

[email protected]

T: +31 (0)23 5656 000


KETENTRANSPARANTIE IN DE SIERTEELT

Recommend Documents