Kansen en mogelijkheden voor een betere aansluiting van vraag en aanbod personeel
Onderzoek op het gebied van Arbeidsmarkt en Onderwijs
Opdrachtgevers:
Gewest Gooi en Vechtstreek & VNO-NCW west
Opdrachtnemer:
Mareille Swinkels
Datum:
juni 2008
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Colofon
Titel Kansen en mogelijkheden voor een betere aansluiting van vraag en aanbod personeel Versie 1.0 Datum februari - juni 2008 Auteur Mareille Swinkels Kader Afstudeeronderzoek, Management Economie & Recht Hogeschool Utrecht Organisatie Gewest Gooi en Vechtstreek VNO-NCW west Bedrijfsmentor Rolf Heuvingh Projectadviseur economie & werk, gewest Gooi en Vechtstreek Stagebegeleider Lonny Jager Algemeen manager, Hogeschool Utrecht Plaats Hilversum Correspondentieadres Gewest Gooi en Vechtstreek Heuvellaan 50, 1217 JN Postbus 514, 1200 AM Hilversum
.
2
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Voorwoord Vanuit de Hogeschool Utrecht ben ik als afstudeerder aangetrokken bij het gewest Gooi en Vechtstreek om als afstudeeropdracht een onderzoek te doen naar de arbeidsmarkt en onderwijs in de regio Gooi en Vechtstreek. Voor het onderzoek zijn de volgende onderwerpen onderzocht: ◘ In- en uitstroom van personeel ◘ Vraag naar personeel nu en in de toekomst, ◘ Aanbod van scholing en of dit goed op de vraag vanuit het bedrijfsleven aanluit. Er is reeds onderzoek gedaan naar de speerpunten media, zorg en toerisme op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs. Hieruit is naar voren gekomen dat de vraag naar personeel en scholing niet altijd goed op elkaar aansluit. Dit is de aanleiding geweest van het onderzoek dat ik op dit gebied heb uitgevoerd. Het doel van het onderzoek is om te achterhalen waar de knelpunten zich bevinden op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs en hieraan conclusies en aanbevelingen te koppelen ter verbetering voor nu en in de toekomst. Aan de hand van informatie van bestaande rapporten, internet en het uitzetten van een enquête onder 955 bedrijven in de regio is de kennis vergaard om tot conclusies en aanbevelingen te komen. De enquêtes zijn uitgezet onder de leden van de bedrijvenverenigingen uit de regio Gooi en Vechtstreek. De respons is voldoende, echter doordat bepaalde verenigingen aangaven dat hun leden kleinere bedrijven zijn (<20 werknemers) valt de respons lager uit. Daarnaast is gebleken dat de verenigingen de leden al vaak moeten belasten met allerlei administratieve lasten waardoor zij gekozen hebben om niet mee te werken. In de twintig weken waarin ik bij het Gewest Gooi en Vechtstreek mijn afstudeerproject heb afgerond, heb ik veel geleerd en een plezierige tijd gehad. Graag wil ik mijn directe begeleider Rolf Heuvingh bedanken voor zijn expertise. Daarnaast wil ik ook Lonny Jager bedanken voor haar ondersteuning en begeleiding vanuit de Hogeschool Utrecht. Ook wil ik Barbara van Gelder bedanken voor haar steun. Als laatste wil ik iedereen bedanken die tijdens het gehele werkproces heeft geholpen bij het realiseren van het opgeleverde eindproduct. Mareille Swinkels Management Economie & Recht Hogeschool Utrecht
.
3
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Lijst van tabellen Lijst van afkortingen 1. Inleiding
8
2. Methode van Onderzoek 2.1 Onderzoeksopzet 2.2 Onderzoekseenheden 2.3 Operationalisatie van de variabele 2.4 Gebruikte procedure 2.5 Betrouwbaarheid van het onderzoek 3. Onderzoeksresultaten 3.1 Kwalitatieve onderzoeksresultaten 3.1.1 Arbeidsmarkt in Nederland 3.1.2 Arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek 3.1.3 Trends arbeidsmarkt 3.1.4 Vergrijzing en nieuw aanbod van jongeren - Nederland en Regio Gooi en Vechtstreek 3.1.5 Aanbod van scholing in Nederland en in de regio Gooi en Vechtstreek op MBO niveau 3.1.6 Stages in de regio 3.2 Kwantitatieve onderzoeksresultaten enquêtes 3.2.1 Beknopte weergave onderzoeksresultaten
9 9 10 10 11 11 12 12 12 13 15
4.
Conclusie
25
5.
Aanbevelingen 5.1 Beschrijving richting scholen 5.2 Beschrijving richting bedrijven
28 28 29
6. Suggestie verder onderzoek
16 17 17 18 18
30
Literatuurlijst Bijlage
.
4
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Samenvatting Vanuit het Gewest Gooi en Vechtstreek en het VNO-NCW west is de vraag ontstaan om een onderzoek te doen naar de arbeidsmarkt en onderwijs in de regio Gooi en Vechtstreek. Het onderzoek is gebaseerd op de volgende probleemstelling: Hoe kunnen de beroepsopleidingen van ROC Amsterdam (de vestiging in Hilversum) de studenten beter voorbereiden op de in- en doorstroom naar de arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek? Hierbij is samen met de opdrachtgever de volgende doelstelling opgesteld: Aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek vast stellen waar de knelpunten zich bevinden gezien de vraag vanuit het bedrijfsleven en hoe de scholing hierop kan aansluit en aanbevelingen geven tot verbetering. Opzet en uitvoering onderzoek Voor het onderzoek is kwalitatief en kwantitatief onderzoek verricht. De onderzoekseenheden van de enquête waren bedrijven met minimaal 20 medewerkers in dienst. In totaal zijn er 955 enquêtes uitgezet. Aan de hand van de voorop gestelde deelvragen is de benodigde informatie verzameld en geanalyseerd. De respons van de enquête is 127 totaal, dit is 13,3%. De enquêtes zijn in het programma SPSS verwerkt in het algemeen en per branche en aan de hand van Chronbach’s alpha is nagegaan of de enquête betrouwbaar is. Onderzoeksresultaten De arbeidsmarkt blijft positief. Het aantal openstaande vacatures is nog nooit zo groot geweest. Het aantal arbeidsplaatsen in de zorg zal toenemen. In totaal hebben 5422 mensen uit de regio Gooi en Vechtstreek zich ingeschreven bij een MBO school in het school jaar 2007. Uit de enquête is naar voren gekomen dat er een grote uitstroom te zien is binnen nu en vijf jaar. Veel bedrijven geven aan dat er mogelijkheden zijn tot het volgen van een opleiding naast het werk. Daarbij geven ook de meeste bedrijven aan dat zij werken met stagiaires en dat de meeste MBO stagiaires de leerweg BBL volgen. Door de bedrijven wordt aangeven dat stagiaires in dienst worden genomen met het oog op toekomstige medewerkers en uit maatschappelijk bewust zijn. De bedrijven die niet met stagiaires werken geven aan dat zij geen tijd hebben voor begeleiding. Conclusie Er is een krapte op de arbeidsmarkt, daar komt ook nog eens de sterke groei van de vergrijzing bij. In de bouwbranche nemen het aantal zelfstandige toe. Dit leidt tot een grotere vraag naar personeel in de toekomst. De industriebranche verschuift de werkzaamheden naar het buitenland wat een slechte invloed heeft op de welvaart in Nederland. Er is een tekort aan personeel in de zorg op het niveau drie en vier MBO. Als wervingskanaal wordt het CWI weinig gebruikt door bedrijven. Over het algemeen zijn de bedrijven tevreden over de stagiaires. Er is veel vraag naar stagiaires op HBO niveau. De bedrijven geven aan dat zij rechtstreeks door de stagiaires zijn benaderd terwijl door de scholen wordt aangegeven dat zij stagiaires ondersteunen bij het vinden van een geschikte stageplaats. 11,8% van de bedrijven geven aan dat zij geen tijd hebben voor stagiaires.
Aanbevelingen Investeren in stagiaires Investeren in stagiaires is belangrijk. Dat zijn op de krappe arbeidsmarkt immers de toekomstige personeelsleden. Van het totaal geeft 11,8% van de bedrijven aan dat zij geen tijd hebben voor stagiaires. Het verdient aanbeveling voor bedrijven toch tijd vrij te maken om te investeren in toekomstig personeel. De scholen moeten hierbij de positieve kanten belichten van een stagiair in dienst. Stageplaatsen via de opleiding generen Veel bedrijven geven aan stagiaires te willen hebben. Toch blijkt een groot deel van de stagiaires een plek te vinden buiten de opleiding om. Dit marktmechanisme is op zich goed, echter omdat er juist kansen liggen in het leggen van contacten met het bedrijfsleven via de school zou een actievere opstelling van het ROC gewenst zijn.
.
5
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Scholing in de zorg In de zorg is er een groot tekort aan personeel op niveau 3 en 4. Belangrijk is dat er eerst wordt gekeken naar het personeel dat nu in de zorg werkzaam is en daarbij te kijken of er voor dit personeel mogelijkheden zijn tot het volgen van een deeltijd studie. Door medewerkers die nu in de zorg werken, enige ervaring hebben opgedaan en zijn gegroeid in de werkzaamheden. Door een opleiding aan te bieden kan er worden gezorgd voor een goede doorstroming binnen het vakgebied zorg. Om de tafel met bedrijven uit de branches industrie Het arbeidstekort in deze branche zorgt nu al voor problemen. Bedrijven verplaatsen hun productie naar het buitenland. Dit omdat er onvoldoende medewerkers met de juiste kwalificaties te vinden zijn. Als deze trend doorzet, gaat dat ten koste van de welvaart in Nederland. Om dit te voorkomen is het van belang dat de bedrijven in de industrie precies aangeven wat zij missen aan functies en competenties van de bestaande medewerkers. Zodat er in samenwerking met school opleidingen kunnen worden verbeterd of aangepast. Om de tafel met bedrijven uit de bouw In de bouwbranche neemt het aantal zelfstandigen toe. De vraag naar personeel is nu al groot in deze branche en zal naarmate er steeds meer zelfstandige bedrijven bij komen groter worden. Om er voor te zorgen dat in de toekomst niet een groot tekort komt aan personeel is het belangrijk dat de bedrijven in de bouw en de scholen op één lijn komen te zitten. Zo kan er in samenwerking worden gezocht naar oplossingen om de vraag naar personeel te verkleinen in de toekomst. Imagoversterking CWI Weinig bedrijven zien het CWI als wervingskanaal. Dit betekent dat het CWI aan het imago als wervingskanaal moet werken. Intensivering van de bedrijfsbezoeken, een duidelijk werkgeversservicepunt en ook een rol in de bemiddeling van stages kunnen hierbij een stimulans zijn. Doorstroom van MBO naar HBO Er is veel vraag naar nieuwe medewerkers op HBO niveau. Bedrijven kunnen investeren door nieuwe medewerkers van MBO niveau vier aan te nemen en deze doorstroommogelijkheden te geven door een opleiding te volgen op HBO niveau. Inspelen op verwachting van grote vraag naar personeel Het in dienst nemen van stagiaires kan zorgen voor een goede doorstroom binnen het bedrijfsleven, omdat stagiaires ook bij bedrijven zouden kunnen blijven werken. Dat is tenslotte ook een van de belangrijkste redenen waarom bedrijven stagiaires in dienst nemen.
.
6
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Lijst van tabellen
Blz. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.10 3.11 3.12 3.13
Krapte indicator Nederland, april 2008 Krapte indicator Gooi en Vechtstreek, april 2008 Totale druk, groene- en grijze druk, periode 2006-2008 Aantal stageplaatsen bij leerbedrijven in de regio Gewest Gooi en Vechtstreek Totaal respons Respons per branche Vestiging respondenten Benodigde nieuwe medewerkers naar opleidingsniveau Kanalen eerste contact Voorkeur eerste contact Niveau stagiaires
12 13 15 16 17 17 18 19 20 21 21
Lijst van afkortingen Rpa regionaal platform arbeidsmarkt Nww Niet Werkende Werkzoekenden BBL Beroepsbegeleidende leerweg BOL Beroepsopleidende leerweg DT-BOL Deeltijd beroepsopleidende leerweg Kbb Kennis beroeps bedrijven Wp Werkzame personen
.
7
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
1. Inleiding Naar aanleiding van mijn afstudeerstage vanuit de opleiding Management, Economie en Recht is voor het Gewest Gooi en Vechtstreek en VNO-NCW west een onderzoek gedaan op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs. Uit de drie speerpunten op het gebied van zorg, media en toerisme waar eerder onderzoek naar is gedaan op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs. Is naar voren gekomen dat de aansluiting van de competenties die vanuit de MBO (niveau 1 t/m 4) opleidingen worden geleerd niet altijd goed aansluiten op de competenties die worden gevraagd vanuit het bedrijfsleven. Dit is voor nu en voor de toekomst een groot probleem. Gezien het feit dat de economie is gestegen zijn er meer openstaande vacatures en wordt de vraag naar gekwalificeerd personeel groter. De MBO scholen worden steeds commerciëler waardoor de scholen soms uit het oog verliezen waar precies de behoefte ligt op de arbeidsmarkt. Naar aanleiding van de drie speerpunten is een breed onderzoek naar de arbeidsmarkt en onderwijs gedaan. De aanbevelingen zijn opgesteld voor het ROC Amsterdam, vestiging Hilversum. Door middel van het onderzoek wordt antwoord gegeven op de volgende probleemstelling: Hoe kunnen de beroepsopleidingen van ROC Amsterdam (de vestiging in Hilversum) de studenten beter voorbereiden op de in- en doorstroom naar de arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek? Om een goed beeld te kunnen vormen en een richtlijn te geven aan het onderzoek zijn de volgende deelvragen geformuleerd: 1. Hoe ziet de huidige situatie eruit? 1.1 Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit op dit moment? 1.2 Hoe ziet de arbeidsmarkt eruit in de regio Gewest Gooi en Vechtstreek? 1.3 Wat zijn de trends per branche? 2. Hoe ziet de in- en uitstroom van medewerkers eruit in de regio? 2.1 Hoe is het verloop van personeel bij bedrijven? 2.2 Hoe ziet de vergrijzing eruit en het nieuwe aanbod van jongeren? 2.3 Hoe ziet de vraag naar personeel er nu en in de toekomst uit? 3. Hoe is de aansluiting tussen scholing en bedrijven op dit moment? 3.1 Hoe ziet het aanbod van scholing in de regio eruit? 3.2 Wat vindt men van de kwaliteit van de stages? Samen met de opdrachtgever is de volgende doelstelling van het onderzoek vastgesteld: Aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek vast stellen waar de knelpunten zich bevinden gezien de vraag vanuit het bedrijfsleven en hoe de scholing hierop kan aansluiten en aanbevelingen geven tot verbetering. In het rapport is de vooraf gestelde deterministische hypothese getoetst die als volgt luidt: ‘Opleidingen leveren niet de competenties waar het bedrijfsleven om vraagt. De vraag naar stagiaires blijft daarom achter bij de werkelijke behoeften’. De hypothese is gebaseerd op de drie speerpunten media, zorg en toerisme die ook in dit rapport worden besproken. Naar deze drie speerpunten is eerder onderzoek gedaan op het gebied van arbeidsmarkt en onderwijs. In dit onderzoeksrapport staat als eerst de methode van onderzoek beschreven. Vervolgens worden de onderzoeksresultaten toegelicht. Naar aanleiding van de resultaten is de conclusie beschreven en worden aanbevelingen gegeven.
.
8
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
2. Methode Onderzoek 2.1 Onderzoeksopzet Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van field- en deskresearch. Door deze twee vormen te gebruiken is van verschillende kanten gekeken naar het onderwerp arbeidsmarkt en onderwijs om zo een betere analyse te kunnen maken en de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten. Voordat het onderzoek was gestart, zijn er een aantal deelvragen opgesteld. Deze deelvragen is de leidraad geweest bij het verzamelen van de juiste informatie. Field research: ■ Enquête Desk research: ■ Documenten verzamelen ■ Documenten analyseren Om de hypothese te toetsen is er voor het onderzoek gebruik gemaakt van kwantitatief onderzoek. Er is gekozen voor een vraagmethode (enquête). In een andere regio dan Gooi en Vechtstreek is al eerder onderzoek door middel van een enquête uitgevoerd. Deze vragen waren ook relevant voor dit onderzoek. Aan de bestaande enquête zijn vragen toegevoegd en zijn aanpassingen verricht, waardoor de enquête helemaal gericht was op de regio Gooi en Vechtstreek. In het onderzoek is gebruik gemaakt van een doelgerichte steekproef. De onderzoekseenheden zijn gerelateerd aan de dataverzamelingsmethode. Als eerste zijn de bedrijvenverenigingen benaderd voor de benodigde adressen van de doelgroep. Omdat er na twee weken nog weinig reacties waren van de bedrijven verenigingen is een herhalingsbrief verstuurd om te vragen naar hun medewerking. Na twee weken te hebben gewacht op reactie is besloten om een stop te zetten op de reacties van de bedrijvenverenigingen en te werken met de 955 adressen die tot dan toe verzameld waren. Hierdoor is als eerste gezocht naar de benodigde informatie op toonaangevende internetsites. Ook is er een dag in samenwerking met het CWI, afdeling Arbeidsmarkt kennis, gekeken naar benodigde informatie en welke internetsites het beste gebruikt kunnen worden voor het vinden van informatie. Door eerst deskresearch toe te passen is een duidelijk beeld gevormd over de arbeidsmarkt en onderwijs. Door deze beeldvorming is een goede analyse gemaakt op basis van de antwoorden uit de enquêtes. Tevens is er tijdens de deskresearch gekeken naar de uitkomsten van de drie speerpunten, digitale rapporten en toonaangevende internet sites. De enquête is uitgezet onder zestien branches, bedrijven met minimaal twintig werknemers en die gevestigd zijn in de regio Gooi en Vechtstreek. Bij het versturen van de enquête zat een begeleidende brief waarin werd uitgelegd wat het doel en het belang van het onderzoek was en een antwoordenveloppe om de respons te verhogen. Om de respons nog meer te verhogen is na twee weken dat de laatste enquêtes zijn verstuurd een herhalingsbrief verzonden. Hierin werd nogmaals om medewerking gevraagd en uitgelegd wat het belang was. Tijdens het uitzetten van de enquête is er door het regionaal dagblad Gooi- en Eemlander een artikel over het onderzoek geschreven waar specifiek in werd gevraagd naar medewerking van de benaderde bedrijven. In totaal voldoen 127 aan de eis, van minstens 20 werknemers.
.
9
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
2.2 Onderzoekseenheden Er is gebruik gemaakt van verschillende onderzoekseenheden die in verband staan met de dataverzamelingsmethoden waarmee is gewerkt. Als eerste is via email contact gezocht met de voorzitters van de bedrijvenvereniging. De adressen zijn verkregen van de opdrachtgever mevrouw M. Stassen van het VNO-NCW west. Na twee weken weinig respons van de bedrijvenvereniging te hebben gehad is een herhalingsbrief verstuurd, om als nog om hun medewerking te vragen. Na een stop te hebben gezet op de binnenkomende adressenbestanden van de bedrijvenverenigingen zijn er in totaal 955 bedrijven benaderd voor medewerking aan de enquête. Na de laatste enquêtes te hebben verstuurd is na twee weken nogmaals een herhalingsbrief naar de 955 bedrijven verstuurd waarin werd verzocht om deel te nemen aan het onderzoek. Voor het uitzetten van de enquête is gekozen om deze per post te versturen met een begeleidende brief en antwoord enveloppe. De enquête is uitgezet onder de onderstaande branches. Voor het onderzoek waren alleen bedrijven in Gooi en Vechtstreek, met minstens twintig medewerkers geschikt. Branche 1
Landbouw en Visserij
Branche 2
Industrie
Branche 3
Bouw
Branche 4 Branche 5
Groothandel Detailhandel
Branche 6 Branche 7 Branche 8
Horeca Vervoer Financiën
Branche 9 Branche 10
Adviesdiensten Facilitaire diensten Persoonlijke diensten
Branche 11 Branche 12
Gezondheid en Welzijn (zorg)
Branche 13 Branche 14 Branche 15 Branche 16
Media Onderwijs Toerisme Overheid
In totaal zijn 955 enquêtes verstuurd. De respons is 142 enquêtes, waarvan er 127 aan de eisen van minstens twintig medewerkers in dienst voldeden. 2.3 Operationalisatie van de variabele Bij het operationaliseren worden de begrippen uit de onderzoeksopzet uitgewerkt tot meetbare instrumenten. De instrumenten waarmee informatie is verzameld zijn: het analyseren van de informatie huidige situatie, in- en uitstroom van personeel en aansluiting tussen scholing en bedrijven in de regio is verwerkt in Word. Evenals de rapporten van de drie speerpunten media, zorg en toerisme. De informatie is samen met de opdrachtgevers bespoken. De voortgang van het onderzoek is ook in samenspraak met de commissie werk en economie van het Gewest Gooi en Vechtstreek meerdere malen besproken. De enquête bestond uit open- en gesloten vragen die zijn verwerkt met het statistiek programma SPSS. In de bijlage zijn de uitkomsten per branche weergegeven. Na alle enquêtes in SPSS te hebben ingevoerd is gekeken naar de samenhang van de vragen en zijn er tabellen in procenten .
10
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
opgesteld. Deze tabellen geven een duidelijk beeld van de antwoorden die op de vragen zijn gegeven. Per branche is aangegeven wat de huidige vraag is naar personeel, de vraag naar personeel in de toekomst en waar de bedrijven eventuele knelpunten ondervinden. In het rapport is de enquête in het algemeen verwerkt. In de bijlage staan de uitkomsten van de enquête per branche. 2.4 Gebruikte procedure Het doel van het onderzoek is: Aan de hand van kwantitatief en kwalitatief onderzoek vast stellen waar de knelpunten zich bevinden gezien de vraag vanuit het bedrijfsleven en hoe de scholing hierbij aansluit en naar aanleiding van die vaststelling aanbevelingen geven tot verbetering. De intentie van de gebruikte procedure is om te kijken of de hypothese daadwerkelijk klopt met de uitkomsten uit het onderzoek door te kijken naar de samenhang van de vragen en de hypothese te toetsen door conclusies te trekken uit de desk- en fieldresearch. Als eerste is er gekeken naar de enquête in samenwerking met de opdrachtgevers en de commissie werk en economie. In samenspraak is er goedkeuring gegeven om de enquête uit te zetten. De benodigde informatie die via desk research is gevonden, op de toonaangevende sites zijn als eerste kritisch getoetst op relevantie en is daarna verwerkt. De onderzoeksrapporten van de drie speerpunten media, toerisme en zorg zijn zorgvuldig gelezen waarna een korte samenvatting is gemaakt van de conclusies. Met het statistiek programma SPSS is de enquête gecodeerd naar vraag. De antwoorden zijn zo gecodeerd dat, er een duidelijk antwoord geformuleerd kan worden op de vraag. In totaal zijn 955 enquêtes uitgezet onder zestien verschillende branches. Waarvan er 127 retour zijn verzonden en 26 enquêtes fout retour. Hiervan zijn er zes opnieuw verstuurd naar een ander contactpersoon en / of adres. Deze waren vindbaar in de Telefoongids of via Google.nl. De vragen zijn uitgewerkt in percentages om zo een duidelijk beeld te geven hoe vaak een bepaald antwoord is gegeven. De percentages geven de frequentie van de gegeven antwoorden weer. De vragen zijn apart berekend naar branche. Zo is een duidelijk beeld ontstaan per doelgroep / branche. Het geeft aan wat er precies speelt op dit moment en mogelijk in de toekomst. 2.5 Betrouwbaarheid van het onderzoek Om de betrouwbaarheid te meten is gebruik gemaakt van de Cronbach’s Alpha. De Chronbach’s Alpha is de meest gebruikte betrouwbaarheidsmaat in de klassieke testtheorie. De doelgroepen bestaan uit zestien branches die allemaal benaderd zijn doormiddel van een enquête. Op alle meerkeuze vragen is de Chronbach’s Alpha getoetst. Naast Chronbach’s Alpha toe te passen is gekeken naar de validiteit van het onderzoek. De antwoorden op de vragen van de enquête geven een duidelijk beeld van wat het onderzoek beoogt te meten. De uitkomsten uit de enquête met betrekking tot wat de vraag is op de arbeidsmarkt en waar de eventuele knelpunten zich bevinden staan in de resultaten beschreven. Uit de enquête moest naar voren komen wat de vraag is op de arbeidsmarkt en waar de eventuele knelpunten zich bevinden. Deze uitkomsten staan beschreven bij de resultaten en geven een duidelijk beeld hiervan.
.
11
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
3. Onderzoeksresultaten In dit hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten behandeld. Door middel van de informatie die is verworven tijdens het field- en deskresearch wordt een duidelijk beeld geschetst over de resultaten van het onderzoek. De resultaten van het field- en deskresearch worden apart beschreven in dit hoofdstuk. Deskresearch – Kwalitatief / Kwantitatief onderzoek De informatie is van de internetsites van het CBS, CPB, COLO, de Stagemarkt, het CWI, Werk.nl, en het VNO-NCW verkregen. Fieldresearch – Kwantitatief onderzoek De informatie is verworven doormiddel van een enquête die is uitgezet op de arbeidsmarkt onder zestien branches (eerder genoemd in paragraaf 2.1) Chronbach Alpha is getoetst op elke meerkeuze vraag uit de enquête. Bij de algemene vragen zoals aantal fulltime- parttime medewerkers, leeftijdsopbouw, uitstroom en instroom van medewerkers zijn de uitkomsten betrouwbaar. De uitkomsten waren tussen de 0,58 en 1,00. Bij de overige vragen was de betrouwbaarheid niet voldoende. Dit komt doordat de doelgroep uit verschillende branches bestaat en elke branche de vragen anders ervaart waardoor je op de vragen verschillende antwoorden krijgt. Alle uitkomsten zijn hetzelfde berekend met behulp van het statistiek programma SPSS. Naast de frequentie van het antwoord op de vragen is ook gebruik van de Chi2 kwadraat en de Cramer’s V om de samenhang tussen bepaalde vragen te berekenen. Met de Chi2 kwadraat toets kan nagegaan worden of er een significant verschil bestaat tussen twee of meer groepen op een kenmerk dat op nominaal niveau is gemeten. Door de Chi-kwadraat te transformeren in Cramer’s V kan het verband berekend worden tussen vragen. De Chi-kwadraat toets en Cramers’ v worden beschreven in paragraaf 4.5. Als eerst worden de resultaten van het deskresearch beschreven daarna volgt per vraag van de enquête de resultaten van het fieldresearch. 3.1 Kwalitatieve onderzoeksresultaten Door de bovengenoemde sites na te gaan is er het volgende aan informatie uitgekomen. 3.1.1 Arbeidsmarkt in Nederland De situatie op de arbeidsmarkt blijft positief. Het aantal openstaande vacatures is nog nooit zo groot geweest. Door de aanhoudende grote vraag naar arbeid groeit de werkzame beroepsbevolking en daalt de werkloosheid. Wel is bij een aantal beroepen te zien dat er meer niet werkende werkzoekende (nww) zijn dan dat er vacatures openstaan zoals bij beveiliging- en bouwkundige beroepen. Bij een aantal beroepen is dat juist andersom het geval en is het aantal vacatures minder dan het aantal niet werkende werkzoekenden. Dit is het geval bij medische- en commerciële beroepen. Het beroep op een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid en bijstand neemt af. Het aantal bijstandsuitkeringen is zelfs gedaald tot het laagste aantal in 25 jaar.
.
12
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Nederland elementaire beroepen Lagere beroepen (para)medische beroepen (technisch-) commerciële beroepen administratieve beroepen algemeen agrarische beroepen algemeen verzorgende beroepen ed algemene transportberoepen beveiligingsberoepen bouwkundige beroepen commercieel-verzorgende beroepen docenten sportvakken elektrotechnische beroepen grafische beroepen metaalkundige beroepen niet-specialistische beroepen procestechnische beroepen technisch agrarische beroepen technische beroepen (ongeacht specialisatie) technische beroepen neg verkoopberoepen weg- en waterbouwkundige beroepen werktuigbouwkundige beroepen ed wiskundige, natuurwetenschappelijke beroepen Middelbare beroepen (technisch-) agrarische beroepen administratieve beroepen (automatisering ed) ed administratieve beroepen (excl. automatisering ed) ed algemeen verzorgende beroepen algemene (para)medische beroepen algemene transportberoepen bedrijfskundige beroepen
Regio Gooi en Vechtstreek
Aantal Openstaande Nww krapte Vacatures kortdurend indicator typering 12.749 31.141 0,41 gemiddeld 291 7 1.575 1.035 3.744 4.913 715 3.155 27 41 443 97 895 73 614 8
324 136 7.749 1.944 9.378 9.038 750 3.420 163 32 395 157 911 102 1.028 80
0,9 0,05 0,2 0,53 0,4 0,54 0,95 0,92 0,17 1,28 1,12 0,62 0,98 0,72 0,6 0,1
zeer krap zeer ruim zeer ruim gemiddeld ruim gemiddeld zeer krap zeer krap zeer ruim zeer krap zeer krap krap zeer krap zeer krap krap zeer ruim
142 255 3.187 883 248
790 575 5.882 565 409
0,18 0,44 0,54 1,56 0,61
zeer ruim gemiddeld gemiddeld zeer krap krap
22
58
0,38 ruim
57
169
0,34 ruim
393
975
1.400 3.276 296 67 508
4.537 4.920 784 120 714
0,4 gemiddeld 0,31 0,67 0,38 0,56 0,71
ruim krap ruim krap zeer krap
Tabel 3.1 Krapte indicator Nederland, april 2008
3.1.2 Arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek De kern van de arbeidsmarkt in de regio is de krachtige multimedia sector. Deze sector biedt ongeveer zo’n 16.000 arbeidsplaatsen. De zorgsector biedt ruim 15.000 arbeidsplaatsen en dit aantal neemt naar verwachting sterk toe door de sterke groei in de vergrijzing in de regio. Naast de media is ook andere zakelijke dienstverlening belangrijk in de regio Gooi en Vechtstreek. Met ruim 12.000 arbeidsplaatsen neemt de sector horeca, recreatie en toerisme de derde plaats in. Er zijn in totaal 106.500 arbeidsplaatsen in de regio, die in vergelijking staat met de omvang van de beroepsbevolking. Bij de te verwachten economische groei van 1,5% komen hier 10.000 banen bij tot 2015. Hierbij zet ook de verschuiving van traditionele arbeid naar diensten door. Deze laatste sectoren zullen met 10% groeien in hun aandeel van de arbeidsmarkt naar 70% in 2015. Opvallend is verder dat meer dan 95% van de bedrijven minder dan 50 werknemers heeft. (zie bijlage 2 Huidige situatie, tabel 2.2 Aantal vestigingen naar branches en aantal medewerkers 2006)
.
13
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gewest Gooi en Vechtstreek elementaire beroepen Lagere beroepen (para)medische beroepen (technisch-) commerciële beroepen administratieve beroepen algemeen agrarische beroepen algemeen verzorgende beroepen ed algemene transportberoepen beveiligingsberoepen bouwkundige beroepen docenten sportvakken elektrotechnische beroepen grafische beroepen metaalkundige beroepen niet-specialistische beroepen procestechnische beroepen technische beroepen (ongeacht specialisatie) technische beroepen neg verkoopberoepen weg- en waterbouwkundige beroepen werktuigbouwkundige beroepen ed wiskundige, natuurwetenschappelijke beroepen Middelbare beroepen administratieve beroepen (automatisering ed) ed administratieve beroepen (excl automatisering ed) ed algemeen verzorgende beroepen algemene (para)medische beroepen algemene transportberoepen bedrijfskundige beroepen beveiligingsberoepen bouwkundige beroepen commercieel-agrarische beroepen
Regio Gooi en Vechtstreek
Aantal Openstaande Nww krapte Vacatures kortdurend indicator typering 68 179 0,38 ruim
22 13 28 17 1 11 1 0 1 7
2 2 87 5 63 76 1 21
2
4 4 4 1 6
1 31 0 1
7 4 51 1 3
0,25 ruim 0,44 gemiddeld 0,22 zeer ruim 0,52 gemiddeld
0,61 krap
1
7
8
14 48 8
66 48 7 2 10 6 20 5
3 41 27 12
0,21 zeer ruim 1 zeer krap
6,83 zeer krap 1,35 zeer krap
Tabel 3.2 Krapte indicator Gooi en Vechtstreek, april 2008
.
14
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
3.1.3 Trends arbeidsmarkt De trends van de arbeidsmarkt in de regio worden hieronder beschreven. De trends van de verschillende branches zijn als volgt: Landbouw en visserij Deze eerste branche wordt gekenmerkt door een groot aantal zelfstandigen en bedrijven met een relatief gering aantal werknemers. Deze verhouding verandert wel over de tijd als gevolg van een toenemende schaalvergroting. Het aantal kleine zelfstandigen zal afnemen en de werkgelegenheid in de sector neemt toe. Handel De groei in 2008 zal lager zijn dan die in 2007, maar door de krapte op de arbeidsmarkt blijft de vraag naar personeel groot. Groothandel Na een afname van de werkgelegenheid na de laatste recessie, neemt het aantal banen in de groothandel weer toe. Vervoer en Telecom In deze sector neemt het aantal banen licht af. Dit is vooral het gevolg van efficiencyslagen die in deze sector worden gemaakt. Dit leidt ertoe dat het aantal banen afneemt. Bouw De Bouwbranche ziet een terugval in groei, die zal pas in 2009 optreden. De arbeidsmarkt zal krap blijven. Binnen deze branche vindt een verschuiving plaats van werknemers naar zelfstandigen. Het aantal zelfstandigen zonder personeel is vooral in de bouwnijverheid groot. Administratieve beroepen Er wordt een sterke toename verwacht van vacatures in 2008. Daarna zal er een gematigde groei optreden. Op de lagere niveau´s zijn de perspectieven minder gunstig met uitzondering van defensieopleidingen en particuliere beveiliging (beide niveau 2). Zorg Er is een grote vraag naar personeel op niveau 3 en 4. Overigens zijn er regionale verschillen. De arbeidsmarkt moeilijkheden in de sectoren welzijn en sport lijken voor de meeste richtingen minder gunstig. Horeca Er is een groeiende vraag naar gekwalificeerde medewerkers voor bediening en keuken. Voor de sector reizen is de vraag naar gediplomeerden minder groot dan het aanbod van gediplomeerden. Hout- en timmerindustrie De industrie constateert een groeiende vraag naar afgestudeerden met een beroepskwalificatie. Technologische industriële sector Het structurele arbeidstekort brengt nog een ander probleem met zich mee. Nu al verplaatsen sommige bedrijven hun productie naar het buitenland, maar zij overwegen steeds vaker hun R&D werkgelegenheden te verplaatsen. Dit omdat er onvoldoende medewerkers met de juiste kwalificaties te vinden zijn in dit land. Als deze trend doorzet, gaat dat ten kosten van de welvaart in Nederland. Er is nu al sprake van circa 10.000 vacatures in de technologische industriële sector. Voor 2012 wordt een tekort van 60.000 a 100.000 technici verwacht. Onderwijs De groei van het aantal banen in het onderwijs is bescheiden. Er zijn wel belangrijke verschillen binnen de sector onderwijs. Als gevolg van demografische factoren neemt het aantal banen binnen het primair onderwijs niet meer toe, terwijl in het middelbare en hoger onderwijs het aantal banen wel stijgt. Door de vergrijzing van het onderwijspersoneel zal dit nog extra toenemen.
.
15
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Zakelijke dienstverlening Deze branche is de afgelopen twee jaar de belangrijkste banenmotor geweest. De helft van de banengroei werd in deze sector gerealiseerd. Binnen deze sector zijn het vooral de IT en het uitzendwezen die hoge groeicijfers laten zien. 3.1.4 Vergrijzing en nieuw aanbod van jongeren – Nederland en in de regio Gooi en Vechtstreek De grijze druk in Nederland is met 1,7% toegenomen van 2000 naar 2007. Dit houdt in dat het aantal mensen op leeftijd is gegroeid. In totaal zijn in Nederland rond de 16 miljoen mensen. Waar van 2 miljoen ouder zijn dan 65 jaar. De prognose is dat de komende jaren het aantal personen jonger dan 40 jaar daalt en het aantal personen dat ouder is stijgt. De grootste stijging wordt verwacht in de leeftijdscategorie 60-80 jaar, dat met ruim een half miljoen groeit. Naast ouderen drukken ook de jongste inwoners van Nederland op de lasten van de beroepsbevolking. De laatste tien jaar schommelt het aantal personen jonger dan twintig jaar in de bevolking van 20–64 jaar, de groene druk, rond de 40 procent (zie tabel). Ook de komende decennia zal de groene druk rond dit niveau liggen. Regio’s in % Nederland
Totale Groene Grijze Periode druk druk druk 2006 62,9 39,6 23,2 2007 63 39,4 23,6 2008 63,2 39,2 24 Blaricum 2006 65,7 37,3 28,4 2007 67,6 37,9 29,6 2008 69,8 38,3 31,6 Bussum 2006 78,2 42,4 35,7 2007 78,4 43 35,4 2008 78,8 43,7 35 Hilversum 2006 66,3 36,8 29,5 2007 66,8 37 29,8 2008 66,9 37,2 29,7 Huizen 2006 64,8 42,6 22,2 2007 65,2 42,1 23,1 2008 65,5 41,6 23,9 Laren 2006 89,2 39,3 49,9 2007 92,2 41,2 51 2008 93,4 41,4 51,9 Muiden 2006 70,5 44,1 26,4 2007 70,6 44,2 26,4 2008 71,3 43,9 27,4 Naarden 2006 82,9 48,5 34,3 2007 84,8 49,6 35,2 2008 85,8 50,5 35,3 Weesp 2006 58,3 34,5 23,9 2007 59,5 34,8 24,7 2008 59,6 34,5 25,1 Wijdemeren 2006 69,6 40,6 29 2007 70,6 41 29,7 2008 71,7 41 30,7 3.3 Totale druk, groene- en grijze druk, periode 2006-2008
.
16
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
3.1.5 Aanbod van scholing in Nederland en in de regio Gooi en Vechtstreek op MBO niveau In Nederland zijn er in totaal 22.500 ROC’s, 127.600 Vakscholen en 216.900 overige webinstellingen Waaronder 138.800 deelnemers aan de leerweg BBL en 339.700 aan de leerweg BOL. In totaal zijn er van BBL 25.400 geslaagde in 2006 en van BOL 80.700. Aanbod van scholing in de regio is 1794 opleidingen via de BBL weg in totaal en 3616 bij de leerweg BOL. In totaal hebben 5422 mensen vanuit de regio zich ingeschreven bij een MBO school. (zie bijlage 3 Aansluiting tussen scholing en bedrijven in de regio, tabel 3.1 MBO leerbedrijven in Nederland, aantal deelnemers en doorstroom) (tabel 3.2 Deelnemers naar niveau en leerweg 2008, regio Gewest Gooi en Vechtstreek) (tabel 3.3 Aantal leerlingen vanuit de regio gewest gooi en vechtstreek naar inschrijf jaar op een MBO school)
3.1.6 Stages in de regio In totaal worden er 3050 stageplaatsen aangeboden in de regio Gooi en Vechtstreek.
Branche
Zorg, Welzijn en Sport Economisch - Administratieve Handel Voedsel en Leefomgeving Horeca, bakkerij, reizen en recreatie Technisch Vakmanschap Grafimediabranch Uiterlijke verzorging Bouw en Infra Mobiliteit
Aantal stage plaatsen
522 505 481 238 238 183 128 124 121 121
Afbouw en onderhoud, Presentatie en Communicatie Textiel en Confectie Textiel en Confectie Foodsector
97 67 59 51
Uniek Vakmanschap Transport en Logistiek Carrosseriebedrijf Hout & Meubel
47 28 23 17
Tabel 3.4 Aantal stageplaatsen bij leerbedrijven in de regio Gewest Gooi en Vechtstreek
De trends van de stages zijn over het algemeen positief bij sommige branches komt het voor dat er een klein te kort is aan stageplaatsen en leerbanen, maar dat er over het algemeen wel een evenwicht is. In de sport en welzijn is er een tekort aan stageplaatsen en leerbanen, in sommige opleidingen is er wel evenwicht gezien het aantal leerlingen naar stageplaatsen. (zie bijlage 3, tabel 3.5 trend naar stage plaatsen in de regio Gewest Gooi en Vechtstreek)
.
17
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
3.2 Kwantitatieve onderzoeksresultaten enquêtes De kwantitatieve onderzoeksresultaten zijn vergaard door middel van fieldresearch. Er zijn onder 955 bedrijven in de regio Gooi en Vechtstreek uitgezet. De enquête ging over de knelpunten in de arbeidsmarkt. In totaal heeft het kwantitatieve deel van het onderzoek een respons opgeleverd van 127 reacties. In de volgende twee tabellen is aangegeven het totaal aantal verstuurde enquêtes, de totale respons en de respons per branche. En de totale respons in percentages. Totaal verstuurde enquêtes Totaal respons Totaal respons in percentage
955 127 13,3%
Tabel 3.5 Totaal respons
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Branche Landbouw en Visserij Industrie Bouw Groothandel Detailhandel Horeca Vervoer Financiën Adviesdiensten Facilitaire diensten Persoonlijke diensten Gezondheid en welzijn (zorg) Media Onderwijs Toerisme Overheid
Totaal respons 2 22 19 6 11 6 5 4 10 18 3 11 5 2 1 2
Tabel 3.6 Respons per branche
3.2.1 Beknopte weergave onderzoeksresultaten In deze paragraaf worden de resultaten van de enquête in het kort weergegeven. De uitkomsten worden over alle branches beschreven. De specifieke overzichten per branche staan in de bijlage negen tot en met drieëntwintig beschreven. De enquête is ingedeeld in drie onderdelen. 1. Algemene informatie arbeidsmarkt 2. Vacatureproblematiek 3. Stages De antwoorden op de vragen staan in de resultaten per onderdeel beschreven.
.
18
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
1. Algemene Informatie arbeidsmarkt De bedrijven zijn gevestigd in de Gemeente Gemeente Aantal Percentage Hilversum 45 35,4 Weesp 19 15 Huizen 15 11,8 Wijdemeren 15 11,8 Bussum 13 10,2 Naarden 8 6,3 Laren 3 2,4 Meerdere gemeentes 4 3,1 Andere gemeente 5 3,9 Total 127 100 Tabel 3.7 Vestiging respondenten
De bedrijven zijn lid van de volgende bedrijvenverengingen Bedrijvenvereniging Aantal lid VNO-NCW 20 MKB 16 IVW 13 HBV 11 STRO 9 FIN 9 Zakenclub Huizen 5 OCW 5 NCD 2 Uneto 2 overige 46 Tabel 3.8 Respondenten lid van bedrijvenvereniging
Aantal medewerkers Fulltime Aantal Percent Parttime 20-50 73 57,5 1-19 51-100 24 18,9 20-50 101-250 19 15 51-100 251-500 4 3,1 101-250 >500 5 3,9 251-500 Totaal 125 98,4 >500 Missing 2 1,6 Total Totaal 127 100 Missing Totaal
Aantal 7 56 11 11 4 4 93 34 127
Percent 5,5 44,1 8,7 8,7 3,1 3,1 73,2 26,8 100
Tabel 3.9 Aantal medewerkers fulltime en parttime
.
19
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
2. Vacatureproblematiek Leeftijdsopbouw personeel Van de bedrijven die de enquête hebben ingevuld geven 98 bedrijven aan medewerkers in de leeftijd van 51-60 te hebben. Medewerkers ouder dan 60 jaar is 63 keer aangegeven. Uitstroom: vertrek personeel afgelopen twee jaar De meerderheid van de bedrijven geeft aan dat de afgelopen twee jaar medewerkers zijn vertrokken. Hiervan geven 47 bedrijven aan dat dit 1-5 personen betreft. 28 bedrijven geven aan dat er meer dan twintig medewerkers zijn vertrokken. 19 bedrijven geven aan dat dit tussen de 6-10 medewerkers zijn. 12 bedrijven geven aan dat het tussen de 11-20 medewerkers betreft. 9 bedrijven weten het niet en 1 bedrijf zegt dat er geen medewerkers zijn vertrokken in de afgelopen twee jaar. Uitstroom: pensioengerechtigde binnen nu en vijf jaar De vergrijzing in de regio is groot en gezien de toekomst groeit de vergrijzing door. Van de 117 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord hebben 63 bedrijven geantwoord dat ze 1-5 medewerkers in dienst hebben die binnen nu en vijf jaar met pensioen gaan. Bij 27 bedrijven gaan 610 mensen binnen nu en vijf jaar met pensioen. 7 bedrijven geven aan dat dit er tussen de 11-20 zullen zijn en 8 bedrijven geven aan meer dan 20 medewerkers te zullen verliezen aan de pensionering, 2 bedrijven weten het niet en 1 bedrijf geeft aan geen mensen te zullen verliezen binnen nu en 5 jaar aan de pensionering. Instroom: nieuwe medewerkers binnen nu en één jaar Over het algemeen hebben de bedrijven die de enquête hebben beantwoord nieuwe medewerkers nodig binnen nu en één jaar. Van de 122 bedrijven geven 65 bedrijven aan binnen nu en 1 jaar 1-5 nieuwe medewerkers nodig te hebben.19 bedrijven geeft aan 6-10 nieuwe medewerkers nodig te hebben. 11 bedrijven 11-20, 14 bedrijven geeft aan meer dan twintig nieuwe medewerkers nodig te hebben. Instroom: nieuwe medewerkers binnen nu en vijf jaar Door de grote uitstroom van medewerkers die binnen nu en vijf jaar pensioengerechtigd worden hebben veel bedrijven nieuwe medewerkers nodig binnen nu en vijf jaar. Van de 114 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord geven 24 bedrijven aan dat zij 1-5 nieuwe medewerkers nodig zullen hebben, 23 bedrijven geeft aan dat dit er tussen 20-50 moeten zijn. 21 bedrijven geven aan dat zij tussen de 6-10 nieuwe medewerkers nodig zullen hebben, 15 bedrijven 11-20 en 13 bedrijven geven aan dat zij meer dan vijftig nieuwe medewerkers nodig hebben binnen nu en vijf jaar. Instroom: nieuwe medewerkers van het opleidingsniveau nodig De bedrijven hebben aangegeven door de hokjes aan te kruisen of niet wat zij aan nieuwe medewerkers nodig hebben en van welk opleidingsniveau. Aantal Opleidingsniveau bedrijven Percentage VMBO 42 33,10% MBO niv 1 27 21,30% MBO niv 2 24 18,90% MBO niv 3 31 24,40% MBO niv 4 46 36,20% HBO 60 47,20% WO 23 18,10% Tabel 3.10 Benodigde nieuwe medewerkers naar opleidingsniveau
Mogelijkheden om naast het werk een opleiding te volgen Voor de meeste medewerkers is het belangrijk dat er doorgroei mogelijkheden zijn binnen het bedrijf. Daarbij komt de mogelijkheid tot het volgen van opleidingen bij kijken, om op deze manier te groeien binnen een bedrijf. Van de 108 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord geven 92 van de bedrijven aan dat er mogelijkheden zijn voor het volgen van een opleiding. Daarbij is keus uit veel verschillende opleidingen. De meeste bedrijven geven aan een voorkeur te hebben voor bijscholing of een vakgerelateerde opleiding. .
20
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Problemen bij het invullen van vacatures Van de 127 respondenten geven 92 bedrijven aan dat zij problemen hebben bij het invullen van vacatures binnen het bedrijf. Hier geeft een groot deel van de bedrijven aan, in totaal 62 bedrijven, dat het komt door gebrek aan werknemers met de juiste competenties. Daarop volgt gebrek aan werknemers met de juiste opleiding. In totaal hebben 54 bedrijven dit aangegeven. 50 bedrijven geven aan dat zij de juiste werkinstelling missen bij de sollicitanten en 22 bedrijven geven aan dat de opleidingen niet aansluiten op de praktijk. Een aantal bedrijven hebben andere knelpunten aangegeven waaronder sollicitanten met weinig ervaring, de eisen aan de werkhouding, één bedrijf geeft aan problemen te hebben met ongeschoold, minder geschoold personeel, de werktijden, één bedrijf geeft aan dat zij moeilijk te bereiken zijn met het openbaar vervoer en dit voor hen een knelpunt is, sollicitanten hebben te hoge verwachting wat betreft het salaris, de concurrentie binnen de branche, de grote uitstroom van medewerkers en dat er geen reacties zijn op vacatures die worden geplaatst op internet of in de krant. Duur dat een vacature passen vervuld wordt Per functie is het afhankelijk hoe lang het duurt voordat de vacature passend vervuld wordt. In totaal hebben 122 bedrijven deze vraag beantwoord. 40 bedrijven geven aan dat dit maximaal twee maanden duurt. 36 bedrijven geven aan dat het maximaal drie maanden duurt voordat een vacature passend vervuld wordt en 34 bedrijven geven aan dat dit drie tot zes maanden duurt. In totaal geven 6 bedrijven aan dat het vervullen van een vacature zes tot negen maanden duurt, 3 bedrijven geven aan twaalf maanden en 2 bedrijven geven aan dat het langer duurt dan twaalf maanden om een vacature passend te vervullen. Functies die het moeilijkste te vervullen zijn Uit het onderzoek blijkt dat over het algemeen technische functies moeilijk te vervullen zijn. In de branches Industrie wordt aangegeven dat voor de functies elektromonteur, kantoormedewerkers, management functies, calculator en werkvoorbereiders moeilijk mensen te vinden zijn. In de Bouw zijn het de functies zoals werkvoorbereider, calculator, projectleider en onderhoudsmonteur. In de Detailhandel zijn het de functies filiaal manager, verkoopster en leidinggevende functies moeilijk in te vullen. In de branche Adviesdiensten zijn de functies projectleider, assistent controller, senior consultsant, onderzoekers en adviseurs moeilijk te vervullen. Facilitaire diensten creatieve functies, (promotiemedewerkers), IT professionals, schoonmakers en sales consultant. In de Gezondheid en welzijnsbranche wordt aangegeven dat pedagogische medewerkers, sportinstructeurs, helpen van de verzorgende en HBO functies moeilijk te vervullen zijn. De reden dat er is gekozen om alleen deze branches te vernoemen is omdat er van deze branches de meeste respons is verkregen. (zie voor een overzicht de overige branches in de bijlage 9 t/m 23) Kanalen eerste contact bij het aannemen van een nieuwe medewerker Aantal Kanalen bedrijven Percentage Krant 74 58,30% Internet 70 55,10% Kring van kennissen en of 54,30% werknemers 69 Open sollicitatie procedure 60 47,20% Direct school / Stage 54 42,50% Uitzendbureau's 52 40,90% Werving en selectie bureau's 49 38,60% CWI 26 20,50% Banenmarkt 8 6,30% Anders: Intern Flyers Eigen werving en selectie Posters op locaties Detachering bureau Site SSIG Netwerk Tabel 3.11 Kanalen eerste contact
.
21
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Kanalen die de voorkeur hebben bij het aan nemen van een nieuwe medewerker Aantal bedrijven Kanalen Percentage Kring van kennissen en of werknemers 56 44,10% Open sollicitatie procedure 55 43,30% Krant 51 40,20% Internet 48 37,80% Direct school / Stage 46 36,20% Uitzendbureau's 31 24,40% Werving en selectie bureau's 24 18,90% CWI 10 7,90% Banenmarkt 6 4,70% Anders: Intern / Netwerk Kabelkrant Site SSIG Tabel 3.12 Voorkeur kanalen eerste contact
Bepaalde groepen bij het invullen van een vacature Er zijn bepaalde groepen op de arbeidsmarkt die moeilijker te bemiddelen zijn. In de enquête is gevraagd hoe bedrijven tegen over deze groepen staan en daar is het volgende uit gekomen. 102 bedrijven gaven aan mensen ouder dan vijfenveertig aan te nemen. Aangegeven werd door 49 bedrijven dat zij mensen aan nemen die langer dan twee jaar werkloos zijn. Ook staan bedrijven positief tegen over herintredende vrouwen, maar liefst 81 bedrijven heeft aan geven deze groep aan te nemen als deze komt solliciteren. 97 bedrijven geven aan allochtonen aan te nemen en 50 bedrijven geven aan dat zij (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte aan zullen nemen. In totaal hebben 9 bedrijven aangegeven geen van deze groepen te zullen aannemen. 3. Stages Nu of recent stagiaires in dienst gehad Over het algemeen hebben de bedrijven die de enquête hebben ingevuld met stagiaires te maken of reeds te maken gehad. 72 bedrijven geven aan op het moment stagiaires in dienst te hebben en 67 bedrijven geven aan recent stagiaires in dienst te hebben gehad. (Zie bijlage 7 algemeen voor het aantal stagiaires)
Niveau van de stagiaire is / was Aantal Niveau stagiaires bedrijven VMBO 28 MBO niv 1 29 MBO niv 2 26 MBO niv 3 30 MBO niv 4 37 HBO 51 WO 15
Percentage 22,00% 22,80% 20,50% 23,60% 29,10% 40,20% 11,80%
Tabel 3.13 Niveau van de stagiaires
Alle bedrijven die hebben aangegeven nu of recent stagiaires in dienst te hebben gehad dat zij met stagiaires van MBO niveau hebben gewerkt. MBO stagiaire liep stage in de volgende leerweg Een stagiair op MBO niveau kan in twee verschillende leerwegen de studie volgen. Via het BOL traject en het BBL traject. Bij deze vraag geven 28 bedrijven aan dat zij stagiaires in dienst hebben of hebben gehad van beide leerwegen. 12 bedrijven geven aan dat zij stagiaires in dienst hebben gehad die de leerweg BOL hebben belopen en 31 bedrijven geven aan dat zij stagiaires in dienst hebben gehad die de leerweg BBL hebben gevolgd. .
22
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Waarom heeft het bedrijf nu of recent stagiaires in dienst gehad De antwoorden op deze vraag liepen over het algemeen uit één. Elk bedrijf heeft zo zijn eigen redenen waarom een stagiair in dienst wordt genomen. 81 bedrijven geven aan dat zij stagiaires in dienst hebben gehad met het oog op mogelijke toekomstige medewerkers. 55 bedrijven geven aan dat zij dit hebben gedaan uit maatschappelijk oogpunt. Daarbij geven 38 bedrijven aan dat stagiaires in dienst zijn genomen om de werkdruk te verlichten en 32 bedrijven geven aan dat dit voor de inbreng van kennis was. Of andere antwoorden van de bedrijven te weten: leerbedrijf, onderzoek, project basis. Het contact met de stagiaires is gelegd Vanuit de cijfers van de internetsite (Colo) kwam naar voren dat scholen studenten helpen aan een stageplaats. Maar liefst 77 bedrijven hebben aangegeven dat de stagiair het bedrijf rechtstreeks heeft benaderd zonder hulp van scholen. 54 bedrijven geven aan dat het contact met school zelf is gelegd en 51 bedrijven geeft aan dat school het bedrijf heeft benaderd. Stagiaires zijn ook via andere wegen binnen het bedrijf gekomen en wel via stagebureau, leerbedrijf, kennis, internet, medewerker en kennis. Niveau van de stagiair komt overeen met het gewenste profiel Belangrijk is dat een stagiair voldoet aan bepaalde eisen. Daarom zijn er in de enquête een aantal vragen opgesteld die inzicht kunnen bieden hoe bedrijven tegen bepaalde onderwerpen aan kijken. Van de 97 bedrijven die de vraag ‘het niveau van de stagiair komt overeen met het gewenste profiel’ beantwoord hebben geven 82 bedrijven aan dat dit van toepassing is en 37 bedrijven geeft aan dat dit niet van toepassing is. Stagiair heeft de juiste werkinstelling / houding Per stagiair is de werkinstelling en of houding verschillend. 95 bedrijven hebben deze vraag beantwoord, waarvan 82 bedrijven zeggen dat dit van toepassing is. Daarbij geven 12 bedrijven aan dat dit niet van toepassing is. De stageperiode vanuit school sluit aan bij de periode waarin de stagiair door ons bedrijf kon worden geplaatst Van de 96 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord gaven 84 bedrijven aan dat de stelling van toepassing is. Waarvan 11 bedrijven aangaven dat dit niet van toepassing is. Het contact met de schoolinstelling(en) en / of coördinator verloopt naar tevredenheid Het contact met de schoolinstelling is van belang om bepaalde vragen te stellen en te zorgen dat er van beide kanten hetzelfde wordt verwacht van de stagiair. Op deze stelling hebben 97 bedrijven antwoord gegeven. Waarvan 81 bedrijven aangeven dat deze stelling van toepassing is. En 15 bedrijven dat dit niet van toepassing is. Het bedrijf heeft een (te) hoog verwachtingspatroon t.a.v. de stage Het verwachtingspatroon kan verschillend zijn per bedrijf, soms komt het wel eens voor dat het verwachtingspatroon te hoog is. Deze vraag is door 93 bedrijven beantwoord. Waarvan 20 bedrijven aangeven dat deze stelling van toepassing is. En 72 bedrijven dat dit niet van toepassing is. De reden dat er geen stagiaire in dienst is geweest In totaal hebben 32 bedrijven deze vraag beantwoord. Waarvan 15 bedrijven aangeven dat er geen tijd was / is voor begeleiding. De kandidaat stagiairs voldeden niet aan het gewenste profiel is in totaal door 4 bedrijven ingevuld en door 6 bedrijven is aangegeven dat het contact met de opleiding instituut lastig is of onmogelijk. Ook gaven een aantal bedrijven aan dat er geen stagiairs beschikbaar zijn voor hun bedrijf. Stagiaires in de toekomst Belangrijk is dat er in een stagiair wordt geïnvesteerd. Van de 112 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord geven 99 bedrijven aan dat zij in de toekomst stagiaires zullen aannemen en 13 bedrijven geven aan dat zij geen stagiaires aannemen in de toekomst.
.
23
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Rol van de onderwijsinstelling Van de 120 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord geven 46 bedrijven aan geeft dat de school verantwoordelijk is voor het contact. Op de stelling ‘school is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de stagiair hebben 75 bedrijven aangegeven dat zij dit van toepassing vinden. 52 bedrijven geven aan dat zij vinden dat de school verantwoordelijk is voor een goede match. De school is verantwoordelijk voor het juiste profiel van stagiaires geven 48 bedrijven aan en 88 bedrijven geven aan dat school verantwoordelijk is voor een juiste afstemming van een juiste stageopdracht. Een aantal bedrijven heeft ook het volgende aangegeven waarvan zij vinden dat de school verantwoordelijk is. Begeleiding, goed onderwijs geven en een goede samenwerking tussen school en bedrijf. Rol van het stagebedrijf In totaal hebben 120 bedrijven deze vraag beantwoord waarvan 42 bedrijven (33,1%) aan geeft dat het stagebedrijf zorgt voor een juist profiel voor de stagiair. Het stagebedrijf communiceert duidelijke wensen gezien de stageopdracht vinden 61 bedrijven en 108 bedrijven geven aan dat het stagebedrijf moet zorgen voor een goede opvang / begeleiding. Een aantal bedrijven heeft ook het volgende aangegeven waarvan zij vinden dat het stagebedrijf verantwoordelijk voor is. Dat is begeleiding, ondersteuning, educatie, ervaring opdoen, voorbereiden toekomst en kennis maken met de praktijk. Uitkomsten van de berekening naar samenhang tussen de vragen 22 en 24 Ook is er gekeken naar de samenhang van de vragen 22 en 24 uit de enquête. Vraag 22: A. Het niveau van de stagiair komt overeen met het gewenste profiel B. Stagiair heeft juiste werkinstelling/houding C. De stageperiode vanuit school sluit aan bij de periode waarin de stagiair bij ons bedrijf kon worden geplaatst D. Het contact met de schoolinstelling(en) en/of coördinator verloopt naar tevredenheid E. Mijn bedrijf heeft een (te) hoog verwachtingspatroon t.a.v. de stage Vraag 24: Bent u van plan in de toekomst stagiaires aan te nemen? De samenhang is berekend per vraag, dus 24 met 22 a, b,c,d en e. Uit al deze vragen is naar voren gekomen dat er geen samenhang bestaan op de antwoorden van de vragen. Dit houdt in dat de antwoorden op vraag 22 geen significant verschil zullen laten zien bij de vraag of bedrijven in de toekomst stagiaires aan zullen nemen.
.
24
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
4. Conclusie In de conclusie wordt antwoord gegeven op de probleemstelling: Hoe kunnen de beroepsopleidingen van ROC Amsterdam (de vestiging in Hilversum) de studenten beter voorbereiden op de in- en doorstroom naar de arbeidsmarkt in de regio Gooi en Vechtstreek. Aan de hand van de resultaten van het kwalitatief en kwantitatief onderzoek wordt in dit hoofdstuk als eerste antwoord gegeven op de volgende onderdelen om uiteindelijk een duidelijk antwoord te geven op de probleemstelling. Van de drie speerpunten toerisme, zorg en media wordt voorafgaand aan het antwoord op de probleemstelling ook een conclusie gegeven. De conclusie is onderverdeeld in de volgende paragrafen: 4.1 De arbeidsmarkt - Trends per branche in Nederland - Instroom medewerkers in de regio 4.2 De aansluiting tussen scholing en bedrijven op dit moment Na deze onderwerpen te hebben beschreven. Worden de drie speerpunten kort beschreven en de hypothese getoetst. 4.3 Beknopte conclusie van de drie speerpunten toerisme, media, zorg 4.4 Toetsen van de Hypothese 4.1 De arbeidsmarkt Trends per branche in Nederland De trends van de verschillende branches zijn verschillend. In de branche handel blijft de vraag naar personeel groot door de krapte op de arbeidsmarkt. In de bouwbranche zal de arbeidsmarkt krap blijven en komen er meer zelfstandige bedrijfjes bij in de toekomst. In de zorg is een grote vraag naar personeel op Mbo niveau 3 en 4 en bij de hout- en timmerindustrie verwachten zij een grote groei in de vraag naar afgestudeerde met een beroepskwalificatie. Technologische industriële sectoren verplaatsen hun werkzaamheden naar het buitenland. Zij overwegen steeds vaker hun R&D activiteiten te verplaatsen dit omdat er onvoldoende medewerkers zijn met de juiste kwalificaties te vinden zijn in Nederland. Als deze trend doorzet gaat dat ten koste van de Nederlandse welvaart. Door de groei in de vergrijzing in het onderwijs komen er meer banen vrij in het onderwijs. Instroom medewerkers in de regio Bijna alle bedrijven die de enquête hebben ingevuld geven aan dat zij binnen nu en 5 jaar te maken hebben met pensioengerechtigde. In de bouw en gezondheid en welzijn wordt de grootste groei geconstateerd. In totaal geven 98 bedrijven aan dat zij nieuwe medewerkers nodig hebben binnen nu en 5 jaar. 113 bedrijven geven aan dat zij binnen nu en 1 jaar nieuwe medewerkers nodig hebben. Bij het gewenste opleidingsniveau van de nieuwe medewerkers wordt door de bedrijven het volgende aangegeven. 21,3% geeft aan MBO niveau. 1. 18,9% geeft aan dat dit moet zijn MBO niveau 2. 24,4% geeft aan dat het MBO niveau. 3 moet zijn en 36,2% geeft aan dat dit MBO niveau. 4 moet zijn. 4.2 De aansluiting tussen scholing en bedrijven op dit moment Over het algemeen zijn de trends in de stages positief. Alleen in de branches sport en welzijn is er een tekort aan stageplaatsen en leerbanen in de toekomst in de regio. Er is door veel bedrijven aangegeven dat zij stagiairs in dienst hebben of recent in dienst hebben gehad. 72 bedrijven geven aan op het moment stagiairs in dienst te hebben en 67 bedrijven geven aan recent stagiairs in dienst te hebben gehad. In totaal geven zo’n 20 bedrijven aan dat zij nog nooit hebben samengewerkt met stagiairs. Het is juist van groot belang om stagiairs aan te nemen om op deze manier de doorstroom naar het bedrijfsleven beter te laten verlopen voor de studenten. Elk bedrijf heeft zijn eigen reden om een stagiair in dienst te nemen. De meeste bedrijven gaven aan dat zij stagiairs in dienst nemen met het oog op toekomstige werknemers in totaal gaven 81 bedrijven .
25
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
dit aan. Daarna kwam het punt om een stagiair aan te neme vanuit maatschappelijk oogpunt, in totaal hebben 55 bedrijven dit aangegeven. De scholen geven aan dat zij voor een goede ondersteuning en de juiste bemiddeling zorgen om een student te helpen aan een geschikte stageplaats. Toch geven 77 bedrijven van de 105 die deze vraag hebben beantwoord aan dat zij zelf door de stagiair zijn benaderd. Van de 105 bedrijven geven 54 bedrijven aan dat zij zelf contact hebben gelegd met school. Van de 105 die de vraag hebben beantwoord ‘contact is door school gelegd’ geven nog niet de helft, 51 bedrijven dat school het contact heeft gelegd. Over het algemeen waren de bedrijven positief over de stelling ‘het niveau van de stagiair komt overeen aan het gewenste profiel’ 82 bedrijven gaven aan het hier mee eens te zijn. 15 bedrijven gaven aan dat zij het niet eens waren met de stelling. Op de stelling ‘de stagiair heeft de juist heeft de juiste werkinstelling / houding gaven 12 bedrijven aan dat deze stelling niet van toepassing is. Dat de stagiair dus geen juiste werkinstelling had. 82 bedrijven geven aan dat deze stelling wel van toepassing is. Veel bedrijven gaven aan dat deze stelling verschilt en dat het puur aan de stagiair zelf ligt op deze stelling van toepassing is. Van de 95 bedrijven die de vraag ‘sluit de stageperiode aan’ hebben beantwoord geven 11 bedrijven aan dat dit niet het geval is. Op de stelling‘ het bedrijf heeft een (te) hoog verwachtingspatroon’ geven van de 92 bedrijven die deze stelling hebben beantwoord 20 bedrijven dat de stelling van toepassing is. Op de stelling ‘contact met school en/of coördinator verloopt tevreden’ hebben 15 bedrijven aangegeven dat deze stelling niet van toepassing is en dat het contact niet lekker is verlopen tijdens de stageperiode met de school en/of coördinator. 81 bedrijven vonden wel dat deze stelling van toepassing is. Op de stelling ‘kandidaat stagiair voldeed niet aan profiel/wensen’ hebben 4 bedrijven aan gegeven dat deze stelling van toepassing is. 28 bedrijven vonden dit niet. Ook geven 6 bedrijven aan dat het contact met de opleidingsinstituut lastig of zelfs onmogelijk was. 26 bedrijven vonden dit niet het geval. De voornaamste reden die bedrijven aangaven om geen stagiairs in dienst te nemen is dat de bedrijven er geen tijd voor hebben om de stagiair te begeleiden in totaal gaven 15 bedrijven dit aan. In totaal geven 13 bedrijven aan geen stagiairs aan te nemen in de toekomst. De voornaamste reden is geen tijd, stageperiode zijn te kort daarom is het niet zinvol, bepaalde activiteiten zijn te omvangrijk om te leren in een korte periode. Waarvan 99 bedrijven wel aangeven dat zij een stagiair zullen aannemen in de toekomst. De meeste bedrijven vinden dat school verantwoordelijk is om de stagiair goed voor te bereiden op een stage. In totaal gaven van de 120 bedrijven 75 bedrijven dit aan. Ook gaven de meeste bedrijven aan dat school moet zorgen voor een duidelijke afstemming over de stageopdracht. In totaal gaven 88 bedrijven dit aan van de 120 bedrijven die deze vraag hebben beantwoord. Ook waren de meeste bedrijven van mening dat het stagebedrijf verantwoordelijk is voor een goede opvang / begeleiding van de stagiair. In totaal gaven 108 bedrijven dit aan.
.
26
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
4.3 Beknopte conclusie van de 3 speerpunten toerisme, media en zorg Toerisme Er kan worden gesteld dat het aantal werknemers met specifieke vakkennis op MBO niveau een zorgpunt is. Er ontstaat een steeds grotere kloof tussen het bedrijfsleven en het aanbod van personeel. Enerzijds heeft het bedrijfsleven steeds meer behoefte aan vakgeschoold personeel met kennis van voedselbereiding of enige technische vaardigheden en anderzijds daalt het aanbod van personeel met deze competenties. Dit kan een stevige belemmering betekenen voor de groei van de vrijetijdseconomie in het Gooi en de Vechtstreek betekenen. Het CWI houdt voor de regio Gooi en Vechtstreek in 2012 zelf rekening met rond de 4.300 vacatures in de vrijetijdscluster. Media Een goede infrastructuur ook op het gebied van media onderwijs is van groot belang. In de toekomst is de verwachting dat men minder infrastructureel gebonden is, dat maakt het steeds belangrijker om je bedrijf daar te vestigen waar de goede mensen zitten. Daarom is het van belang dat de scholing goed aansluit op het bedrijfsleven en naar de bedrijven wordt geluisterd naar wat zij graag willen zien aan competenties van nieuwe werknemers. Tenslotte is Hilversum nu de mediastad van Nederland. Zorg In de toekomst zal de vraag naar werknemers in de zorg groter worden door de vergrijzing. In de regio Gooi en Vechtstreek zal de beroepsbevolking de komende decennia zeer sterk dalen. 4.4 Toetsen van de Hypothese De hypothese die vooraf aan het onderzoek is gesteld is gebaseerd op de drie speerpunten media, zorg en toerisme. De hypothese is getoetst en meetbaar gemaakt naar aanleiding van de uitkomsten van enquête. De hypothese luidt als volgt: ‘Opleidingen leveren niet de competenties waar het bedrijfsleven om vraagt. De vraag naar stagiaires blijft daarom achter bij de werkelijke behoeften’. Uit eerder onderzoek naar deze drie speerpunten is naar voren gekomen dat de vakkennis van het MBO toerisme een zorgpunt is. Wat betreft media moet er meer worden ingespeeld op de behoeftes van het bedrijfsleven en er komt een groet vraag naar de zorg in de toekomst staat dit in verband met de vergrijzing. Uit de resultaten van de enquête is naar voren gekomen dat over het algemeen de bedrijven tevreden zijn over de stagiaires. Ook is er gekeken naar de samenhang van de vragen tevredenheid over stagiaires en het aannemen van stagiaires in de toekomst. Daaruit is voort gekomen dat er geen samenhang bestaat tussen deze vragen. Dat betekent: dat er nog met stagiaires wordt gewerkt in de toekomst en dat dit niets te maken heeft of de stagiaires waarmee gewerkt is in het verleden niet helemaal voldeden aan de eisen.
.
27
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
5. Aanbevelingen Uit het onderzoek naar de arbeidsmarkt en onderwijs is een aantal knelpunten naar voren gekomen. ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■ ■
Krapte op de arbeidsmarkt. Grote groei in de vergrijzing in de regio. In de bouwbranche neemt het aantal zelfstandige toe in de toekomst. Dit zorgt voor groei in de vraag naar personeel. Industrie branche verhuist werkzaamheden naar het buitenland. Dit heeft een negatieve invloed op de welvaart in Nederland. Onvoldoende personeel in de zorg op niveau 3 en 4. Opleiding toerisme sluit niet aan en is er een tekort aan personeel in deze branche. Veel stagiaires benaderen zelf een stagebedrijf terwijl er door de scholen wordt aangegeven dat zij de studenten ondersteunen bij het zoeken naar een stage. 11,8% zegt geen tijd te hebben voor stagiaires. Tekort aan stageplaatsen en leerbanen in de branches sport en welzijn in de regio De verwachtingen van de stage en/of stagiair vanuit school en het bedrijfsleven sluit niet altijd goed op elkaar aan.
Naar aanleiding van de knelpunten wordt in dit hoofdstuk aanbevelingen gegeven tot verbetering van de knelpunten. Van belang is dat de aansluiting tussen het bedrijfsleven en de MBO scholing goed is. De bedrijven en de scholen moeten op één lijn zitten wat betreft de vraag uit de markt. De oplossingsrichtingen zijn als volgt gegroepeerd: ■ Investeren in stagiaires ■ Stageplaatsen via de opleiding generen ■ Duidelijk de verwachtingen van school / stagiair en bedrijf vaststellen ■ Het generen van stageplaatsen en leerbanen voor de branches sport en welzijn in de regio ■ ■ ■ ■
Scholing in de zorg Om de tafel met bedrijven uit de branches industrie en bouw Om de tafel met bedrijven uit de bouw Aanpassen van de opleiding toerisme
Er zijn ook aanbevelingen richting het bedrijfsleven geformuleerd. ■ Inspelen op verwachting van grote vraag naar personeel
5.1 Beschrijving aanbeveling richting scholen Investeren in stagiaires Investeren in stagiaires is belangrijk. Dat zijn op de krappe arbeidsmarkt immers de toekomstige personeelsleden. Van het totaal geeft 11,8% van de bedrijven aan dat zij geen tijd hebben voor stagiaires. Het verdient aanbeveling voor bedrijven toch tijd vrij te maken om te investeren in toekomstig personeel. De scholen moeten hierbij de positieve kanten belichten van een stagiair in dienst. Stageplaatsen via de opleiding generen Veel bedrijven geven aan stagiaires te willen hebben. Toch blijkt een groot deel van de stagiaires een plek te vinden buiten de opleiding om. 77 bedrijven geven dit aan. Nog niet de helft van de bedrijven heeft geantwoord dat school het contact heeft gelegd. Dit marktmechanisme is op zich goed, echter omdat er juist kansen liggen in het leggen van contacten met het bedrijfsleven via de school zou een actievere opstelling van het ROC gewenst zijn.
.
28
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Duidelijk de verwachtingen van school / stagiair en bedrijf vaststellen Door van te voren vast te stellen wat voor een profiel en wensen de bedrijven hebben voor een stagiair kan er een goede match worden gevonden door de school. Op deze manier hebben de bedrijven ook geen (te) oog verwachtingspatroon. Om er voor te zorgen dat de samenwerking school – bedrijf optimaal verloopt, is het van belang dat er na de stage een evaluatie formulier door het stagebedrijf wordt ingevuld waarin niet alleen wordt gevraagd naar de samenwerking met de stagiair, maar ook hoe de samenwerking is verlopen met de school en/of coördinator. Zo kunnen er eventuele knelpunten worden geconstateerd en worden aangepast voor de toekomst. Scholing in de zorg In de zorg is er een groot tekort aan personeel op niveau 3 en 4. Belangrijk is dat er eerst wordt gekeken naar het personeel dat nu in de zorg werkzaam is en daarbij te kijken of er voor dit personeel mogelijkheden zijn tot het volgen van een deeltijd studie. Door medewerkers die nu in de zorg werken, enige ervaring hebben opgedaan en zijn gegroeid in de werkzaamheden. Door een opleiding aan te bieden kan er worden gezorgd voor een goede doorstroming binnen het vakgebied zorg. Zodat er aan de onderkant nieuwe baanopeningen ontstaan. Om de tafel met bedrijven uit de branches industrie Het arbeidstekort in deze branche zorgt nu al voor problemen. Bedrijven verplaatsen hun productie naar het buitenland. Dit omdat er onvoldoende medewerkers met de juiste kwalificaties te vinden zijn. Als deze trend doorzet, gaat dat ten koste van de welvaart in Nederland. Om dit te voorkomen is het van belang dat de bedrijven in de industrie precies aangeven wat zij missen aan functies en competenties van de bestaande medewerkers. Zodat er in samenwerking met school opleidingen kunnen worden verbeterd of aangepast. Om de tafel met bedrijven uit de bouw In de bouwbranche neemt het aantal zelfstandigen toe. De vraag naar personeel is nu al groot in deze branche en zal naarmate er steeds meer zelfstandige bedrijven bij komen groter worden. Om er voor te zorgen dat in de toekomst niet een groot tekort komt aan personeel is het belangrijk dat de bedrijven in de bouw en scholen op één lijn komen te zitten. Zo kan er in samenwerking worden gezocht naar oplossingen om de vraag naar personeel te verkleinen in de toekomst. Het generen van stageplaatsen en leerbanen voor sport en welzijn in de regio De trend in deze branches is dat er te weinig stageplaatsen en leerbanen zijn in de toekomst. Vandaar is het van belang dat de school stageplaatsen gaat generen door bedrijven in deze branches aan te schrijven met de vraag of er eventuele stageplekken aanwezig zijn of kunnen worden gevormd. Aanpassen van de opleiding toerisme Uit de speerpunt toerisme komt naar voren dat er te weinig personeel is in deze branche en dat de leerlingen die deze opleiding volgen niet het benodigde leren wat vanuit het bedrijfsleven wordt gevraagd. Het is belangrijk dat de school gaat kijken wat er precies mist aan de opleiding toerisme en dit aan te passen aan de opleiding. Door bijvoorbeeld de competenities/vakken die op dit moment missen in de vrije ruimte aan te bieden. 5.2 Beschrijving aanbevelingen richting bedrijven Inspelen op verwachting van grote vraag naar personeel Het in dienst nemen van stagiaires kan zorgen voor een goede doorstroom binnen het bedrijfsleven, omdat stagiaires ook bij bedrijven zouden kunnen blijven werken. Dat is tenslotte ook een van de belangrijkste redenen waarom bedrijven stagiaires in dienst nemen.
.
29
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
6. Suggestie voor verder onderzoek Naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek is een aantal suggesties voor verder onderzoek naar voren gekomen. Onderstaand staan de suggesties weergegeven. Onderzoek naar mogelijkheden voor HBO dependance Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat veel bedrijven samenwerken met HBO stagiaires en dat hiernaar een grote vraag is. De suggestie voor verder onderzoek is om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor een dependance van HBO in de regio bijvoorbeeld op het gebied van media en zorg. Longitudinaal onderzoek In verband met de sterkte groei van aanbod van personeel en stagiaires is het raadzaam om over drie jaar ditzelfde onderzoek uit te voeren. Hierdoor kan over drie jaar geconcludeerd worden of veranderingen hebben plaatsgevonden. Wellicht is de groei afgenomen en is er minder aanbod voor stagiaires en dergelijke. Daarnaast kan door longitudinaal onderzoek goede vergelijkingen worden gemaakt. Belangrijk is dat dezelfde bedrijven worden benaderd om een goede vergelijking te maken. Onderzoek naar de Bouwbranche Doordat in de bouwbranche steeds meer zelfstandige ondernemers bij komen is het van belang om te kijken naar de markt en hoe zich dit ontwikkelt gezien de vraag naar personeel. Onderzoek naar de Industriebranche De industriebranches is een groot knelpunt, gezien dat steeds vaker bedrijven werkzaamheden naar het buitenland gaan verhuizen en dit uiteindelijk een slechte invloed heeft op de welvaart van Nederland. Er kan onderzocht worden waar de knelpunten zich bevinden binnen deze branche en naar eventuele oplossingen naar verbeteringen, zodat deze bedrijven en hun activiteiten binnen Nederland blijven.
.
30
Arbeidsmarkt & Onderwijs
Regio Gooi en Vechtstreek
Literatuurlijst Boeken ■ Braas, C., en Couwelaar, v. R. (2001). Taaltopics: Rapporteren. Groningen: Wolters Noordhoff. ■ Baarda, D. D., en de Goede, D. M. (2001). Basisboek Methoden en Onderzoeken. Groningen: Stenfert Kroese. ■ Baarda, De Goede en Van Dijkum (2003). Basisboek Statistiek met SPSS. Groningen: Stenfert Kroese. ■ Goede, B. e. (2001). Basiboek methoden en technieken. Groningen: Wolters-Noordhoff BV. ■ Nederhoed, P. (2004). Helder rapporteren. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. ■ Nijhuis, S. (20 april 2007). Handleiding Ontwerpprojecten. Kennisbank Ontwerpprojecten ■ Van Buuren en Hummel (1997). Onderzoek de basis.Groningen: Wolters Noordhoff. ■ Verhoeven, N. (2007). Wat is onderzoek?. Nel Verhoeven
Internet ■ CBS, website (www.cbs.nl) ■ CFI, website (www.cfi.nl) ■ Colo, website (www.colo.nl) ■ CPB, website (www.cpb.nl) ■ CWI, website (www.cwi.nl) ■ Kansopstage, website (http://www.kansopstage.nl/templates/mercury.asp?page_id=1507) ■ Stagemarkt, website (www.stagemarkt.nl) ■ VNO-NCW, website (http://www.vno-ncwmidden.nl/web/show/id=143693/contentid=3021) ■ Werk, website (www.werk.nl/portal/page/portal/werk_nl/cwiencijfers/meerweten/arbeidsmarktinfo/statistischeinformati e#ID50) (http://www.werk.nl/portal/page/portal/werk_nl_bestanden/bestanden/arbeidsmarktinformatie/CWI%20 Arbeidsmarktprognose%202007-2012.pdf)
.
31