Kanovaren door gehandicapten Inhoudsopgave Verantwoording Over beperkingen en de indeling daarvan Mogelijkheid en beschikbaarheid van aanpassingen Criteria voor het verantwoord het water opgaan Beschrijving van mogelijke aanpassingen bij bepaalde handicaps Toegankelijkheid van accommodatie Verkrijgbaarheid van boten Extra kosten; subsidiemogelijkheden Gespecialiseerde vrijwilligers Meer informatie
Verantwoording Onderstaande tekst is ten dele gebaseerd op of geciteerd uit publieke bronnen, o.a. vanaf internet. Met name de website van NebasNsg* bood veel informatie. Schrijver heeft geen relatie van welke aard dan ook met organisaties, instellingen of bedrijven die in deze tekst genoemd worden, met uitzondering van de Nederlandse Kanobond NKB.
Over beperkingen en de indeling daarvan Bij kanovaren door gehandicapten spelen twee zaken een rol: de aard van de beperking, en de mogelijkheid van een aanpassing aan die beperking. Laten we beginnen bij de beperking. Je kunt daarnaar kijken door uit te gaan van - de verschillende beperkingen - de verschillende groepen beperkingen - de mensen met dezelfde beperking - één individu met een beperking Hier eerst deze vier benaderingen, met commentaar. a) uitgaan van de verschillende beperkingen Commentaar: - Er zijn zoveel verschillende beperkingen, dat het onbegonnen werk is om die allemaal te beschrijven en daar de mogelijkheid van kanoën met de noodzakelijke aanpassingen bij te beschrijven. b) uitgaan van de verschillende groepen beperkingen Commentaar: - Een poging tot indeling van de beperkingen in groepen met daaraan gekoppeld de noodzakelijke aanpassingen faalt, omdat de ernst van de beperking in een bepaalde groep heel verschillend kan zijn. Als voorbeeld van zo’n indeling in groepen: - auditief slechthorend, doof; duidelijk omschreven
- visueel - lichamelijke beperking - geestelijke beperking verstandelijk gedragsmatig
slechtziend, blind; duidelijk omschreven groot aantal verschillende beperkingen groot aantal verschillende beperkingen groot aantal verschillende beperkingen
Een onderverdeling van de te grote groepen in kleinere groepen stuit op het boven reeds genoemde bezwaar van “onbegonnen werk”. Bovendien gaat het om een relatief klein aantal sporters waarvoor een groot indelingsbouwwerk zou moeten worden gemaakt. Een betere benadering zou dus kunnen zijn c) uitgaan van mensen met een zelfde soort beperking Commentaar: De variatie binnen een groep met een zelfde soort beperking kan groot zijn door factoren als ernst van de beperking, leeftijd, ervaring, motivatie. Die laatste drie, leeftijd, ervaring en motivatie, zijn in feite dezelfde variaties die je treft in een groep niet-gehandicapte kanoërs, waarop je inspeelt tijdens instructie en tijdens het varen. Niet-gehandicapten gebruiken allemaal hetzelfde materiaal; bij gehandicapten moet het materiaal aangepast zijn, en aard en omvang van die aanpassing kunnen mede bepaald worden door de genoemde variatie. Zo aftellend kom je uiteindelijk bij d) uitgaan van één individu met een beperking Commentaar: Alvorens een gehandicapte toe te laten tot het varen bij de vereniging moet je de betrokkene en jezelf afvragen of het zin heeft dat hij/zij aan het varen, en dus aan het lidmaatschap van de vereniging, begint. Daarbij kun je het volgende schema volgen. Er zijn, wat het kanovaren betreft, twee soorten gehandicapten te onderscheiden: 1) zij die niet tot kanovaren in staat zijn; ze gaan alleen mee als passagier. Hoe aantrekkelijk dat voor betrokkene ook kan zijn, het is niet deelnemen in kano-sport en kan hier verder buiten beschouwing blijven. 2) zij die tot kanovaren in staat zijn. Dat betekent dat betrokkene trainbaar is. Om te leren varen en om te varen moet je geestelijke en lichamelijke eigenschappen hebben. Geestelijk is vereist begrip en emotionele stabiliteit; lichamelijk vraagt dat een, al of niet gesteunde, stabiele lichaamshouding, in staat zijn, geheel of half, zonder of met ondersteuning, te zitten en te blijven zitten, in staat zijn op één of andere manier met aanpassingen in staat zijn zelf (mee te helpen om) te varen, met aanpassingen in staat zijn deel te nemen aan (sommige) verenigingsactiviteiten. Die aanpassingen kunnen lopen van mechanische voorzieningen tot hulp bij in- en uitstappen en het sjouwen van een boot enz. Naast deze op kracht en bewegen gerichte voorzieningen kan ondersteuning bij het ontbreken van bepaalde functies nodig zijn. Denk aan gehoor- of gezichts-gestoorden, voor wie een kano-maatje oren of ogen kan zijn. In het bovenstaande ging het over de aard van de beperking. In het volgende gedeelte komen de aanpassingen aan de handicap ter sprake.
Mogelijkheid en beschikbaarheid van aanpassingen Na de poging tot indelen van de beperkingen is de volgende stap dus: zijn de noodzakelijke aanpassingen mogelijk resp. beschikbaar? Zijn mechanische voorzieningen financieel en praktisch realiseerbaar? Voor het financiële deel: wat kan betrokkene zelf, en op welke andere financieringsbronnen kan hij een beroep doen. Wat beschikbaar of praktisch realiseerbaar is kan zo nodig bekeken worden samen met een ergotherapeut, een instrumentmaker, of voor de meer complexe problemen een revalidatiecentrum. Is hulp door verenigingsleden of anderen beschikbaar? Bij hulp door verenigingsleden of anderen wordt er hier van uitgegaan dat er geen gespecialiseerde of apart getrainde hulpverlening wordt geboden. Daarna komen de criteria voor het verantwoord het water opgaan.
Criteria voor het verantwoord het water opgaan Criteria voor het verantwoord het water opgaan: - “water-vrij zijn”, d.w.z. vertrouwd zijn met in het water liggen - het hoofd moet boven water blijven zelf doen met behulp van een zwemvest met behulp van een reddingsvest een reddingsvest past niet over een spatzeil een reddingsvest, ook zonder spatzeil, zit niet lekker in de sleutelgatkuip van een kajak een zelfopblazend reddingsvest past wel over een spatzeil een zelfopblazend reddingsvest past in de sleutelgatkuip van een kajak zelfopblazende reddingsvesten zijn er in twee soorten: 1) de ene soort wordt geactiveerd door contact met water. Dat type is minder geschikt voor natte watersport zoals kanoën. 2) de andere soort moet door de drager geactiveerd worden. Dat activeren kan een probleem zijn: paniek, bewusteloosheid, motorische handicap enz. de functie van het reddingsvest mag niet verminderd worden door gedrag van de drager, zoals paniekgedrag, spastische houding met het hoofd achterover enz. - voldoende drijfvermogen zwemvest reddingsvest - binnen redelijke tijd ofwel terug in de boot of op de kant zijn terug in de boot zijn interactie tussen boot en drenkeling; per geval beoordelen boot stabiliteit, hoogte kuiprand enz. motorische mogelijkheden van drenkeling hulp van mede-inzittende(n) van boot hulp van andere vaarders op de kant zijn
afhankelijk van afstand tot kant, verplaatsingssnelheid in het water, hulp bij verplaatsing - bescherming tegen afkoeling kleding HELP-houding invloed van motorische handicap tijdsduur in ‘t water watertemperatuur Met bovenstaande aandachtspunten heb je in feite al een soort checklist met een beslisboom waarin je kunt aangeven wat wel en wat niet kan. Op die basis kun je zien welke voorzieningen nodig zijn en kun je uiteindelijk tot een beslissing komen over wel of niet varen. In het bovenstaande komt het kunnen zwemmen niet voor. Bij voldoende drijfvermogen met zorgen voor het hoofd boven water is dat ook geen vereiste.
Beschrijving van mogelijke aanpassingen bij bepaalde handicaps Uitwerking hiervan kan alleen in grote lijnen. Verfijning moet gebeuren in relatie tot de behoefte van een individuele gehandicapte. Onderstaand in grote lijnen de handicaps waarmee kano varen mogelijk is mits er voorzieningen beschikbaar zijn: * moeite met lopen, sjouwen, klimmen, in- en/of uitstappen –> aanpassingen in het clubgebouw; –> aanpassingen aan het pad naar de steiger en aan de steiger; –> mechanische hulpmiddelen zoals wandelstok, krukken, til-lift; –> hulp van mede-mensen. * afwijkende functie en/of anatomie benen, billen, lendenstreek –> vormaanpassingen van kuip en zitje; –> begeleiding tijdens het varen. * afwijkende functie en/of anatomie schoudergordel /armen/handen –> mechanische voorzieningen zoals een peddelsteun voor ondersteuning van eigen functie dan wel om ontbrekende functie over te nemen (ontbreken van hand of handfunctie, ontbreken van arm of arm functie), bijvoorbeeld door benen en voeten; –> begeleiding tijdens het varen. * niet in staat te zwemmen –> reddingsvest verplicht; –> begeleiding tijdens het varen. * gestoord evenwichtsgevoel –> afhankelijk van de ernst van de storing eventueel varen mogelijk in een kajak met “outriggers”, een stabiele tweepersoons kajak of een kano. - gestoord gehoor
–> varen in tweepersoons kajak of kano samen met iemand die goed kan horen, en in eenpersoons boot mits een andere vaarder binnen het gezichtsveld van de gehoorgestoorde is - gestoord gezichtsvermogen –> varen in tweepersoons kajak of kano - verstandelijke handicap –> varen in tweepersoons kajak of kano, mits er niet tevens een gedragsstoornis is
Toegankelijkheid van accommodatie Toegankelijkheid van sportaccommodaties is voor mensen met een handicap soms een probleem. Denk maar aan toegang voor mensen in een rolstoel of de wijze van bewegwijzering voor mensen met een visuele handicap. Ook de toegankelijkheid van een kantine is vaak nog een probleem, vooral als je met een rolstoel aan een bar op normale hoogte wilt plaatsnemen. Steigers en botenloodsen zijn over het algemeen niet ontworpen voor gebruiksgemak door gehandicapten. Voor het toegankelijk maken van sportaccommodaties is de handleiding 'Basiskwaliteitseisen integrale toegankelijkheid sportaccommodaties' geschreven door NebasNsg en het Bureau Toegankelijkheid en het Instituut voor Sportaccommodaties (ISA). Elke sportaccommodatie die goedgekeurd wil worden door het ISA dient aan alle criteria te voldoen die in het ISAhandboek staan, dus ook aan deze eisen voor toegankelijkheid. Voor informatie over het ISA: www.isa-sport.com. Daarnaast bevat het document 'Iedereen is welkom' interessante handvatten.
Verkrijgbaarheid van boten Kajaks en kano’s met eigenschappen zoals boven genoemd zijn te koop. Wilderness Systems en Hobie maken brede stabiele kajaks en “sit on tops” in verschillende uitvoeringen, zowel één- als twee-persoons, waarbij Hobie als bijzonderheid een voortbewegingssysteem biedt dat als bij een waterfiets wordt aangedreven door de benen.
Extra kosten; subsidiemogelijkheden Sport voor mensen met een handicap kent een groot aantal meerkosten. Denk maar aan specifieke sportmaterialen en vervoer. Ook het inkomensniveau is voor veel mensen met een handicap lager dan regulier. Om deze meerkosten te drukken, zijn een aantal mogelijkheden beschikbaar. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is voor individuele personen een mogelijkheid om de extra kosten voor vervoer en sportrolstoelen te compenseren. In het kader van de WMO wordt sport echter niet genoemd. Het beleid kan per gemeente sterk verschillen. Alle gemeenten hebben, na invoering van de WMO, een eigen verordening opgesteld, waarin de eigen keuzen rond het gehandicaptenbeleid werden vastgelegd. In veel gemeenten zijn gehandicapten- of WMO-platforms opgericht, die inspraak kunnen uitoefenen op het gevoerde (gehandicapten)beleid. De Wet Maatschappelijke Ondersteuning is bedoeld voor verstrekking van voorzieningen aan individuen.
Mensen met een handicap kunnen terecht bij een loket op het gemeentehuis of een Regionaal Indicatie Bureau. Het is bij het contact met de medewerker aldaar van groot belang dat de voorziening op maat wordt aangevraagd. Als WMO-geld collectief wordt aangewend, bijvoorbeeld om accommodaties toegankelijk te maken, is sprake van oneigenlijk gebruik. Een tweede mogelijkheid op gemeentelijk niveau is het BTB-beleid dat sommige gemeentes voeren. BTB staat voor Bereikbaarheid, Toegankelijkheid, Bruikbaarheid. Mogelijk is daarvoor bij de gemeente van inwoning een pot beschikbaar waarop een beroep kan worden gedaan. De provincies bieden voor zover nu bekend geen financiële mogelijkheden voor individu of vereniging. In Nederland zijn vele fondsen en instellingen beschikbaar waarop verenigingen voor sport voor mensen met een handicap aanspraak kunnen maken. De meest bekende zijn: Fonds Gehandicaptensport: www.fondsgehandicaptensport.nl; www.aanvraag.nl, waarin het Johanna Kinderfonds, Nationaal Revalidatie Fonds, Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind, Stichting Kinderpostzegels Nederland en VSB Fonds hun krachten verenigd hebben. Om een subsidie aan te vragen zijn de volgende vragen hierbij van belang: Wat willen we organiseren? Wat kost het en hoe komen we aan subsidies? Wie verstrekt ze? Waar hebben we recht op? Voor subsidiegevers is het belangrijk om te weten waarvoor de subsidie gebruikt gaat worden. Gaat het om een eenmalig evenement of is het structureel nodig? Wordt een innovatieve activiteit opgestart? De site www.aanvraag.nl biedt een goede richtlijn voor het indienen van subsidieaanvragen.
Gespecialiseerde vrijwilligers Bij sportverenigingen waar mensen met een handicap sporten zijn vrijwilligers met vaak specifieke kennis van de doelgroep nodig. Denk maar aan het begeleiden van sporters met een verstandelijke handicap of medische ondersteuning van sporters in een rolstoel. Voor meer informatie over ondersteuning van vrijwilligers kunt u kijken bij de overkoepelende site van de provinciale sportraden: http://www.iossport.nl/html/Landkaart/overzicht.htm
Meer informatie Uitgebreidere informatie over verschillende takken van sport en van vele functionele handicaps en aandoeningen in relatie tot sportbeoefening kunt u ook vinden in ‘Sporten kan iedereen, sportmogelijkheden voor mensen met een handicap of chronische aandoening’, een uitgave van NebasNsg in samenwerking met uitgeverij SWP. U vindt hierin ook tal van wetenswaardigheden en adressen van organisaties op het gebied van sport voor mensen met een handicap. ‘Sporten kan iedereen!’ biedt achtergrondinformatie aan medici, paramedici, begeleiders en trainers maar ook aan beleidsmakers op het gebied van (sport)onderwijs,
gezondheidszorg en recreatie. Het naslagwerk is te bestellen bij de boekhandel of via de website van de uitgever www.swpbook.com De provinciale sportraden kunnen hulp bieden. Hun websites: Sportraad Overijssel: www.sportraadoverijssel.nl Gelderse Sport Federatie: www.gelderland-sport.nl * NebasNsg heeft zijn naam gewijzigd in Gehandicaptensport Nederland www.nebas.nl