EUROPESE COMMISSIE
Brussel, 13-02-2003 C(2003) 127 Betreft :
Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 742/2002 Kaderbeschikking Innovatie Landbouw Noord-Nederland
Excellentie,
De Commissie wenst Nederland mee te delen dat zij, na bestudering van de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens over bovengenoemde steunmaatregel, besloten heeft geen bezwaar te maken tegen deze steunmaatregel, aangezien hij verenigbaar is met het EG-Verdrag. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:
1.
PROCEDURE
Bij brief van 15.11.2002, geregistreerd op 20.11.2002, heeft de Permanente Vertegenwoordiging van Nederland bij de Europese Unie bovengenoemde maatregel overeenkomstig artikel 88, lid 3, van het Verdrag bij de Commissie aangemeld. Bij brief van 17 januari 2003, geregistreerd op 20 januari 2003, hebben de Nederlandse autoriteiten aanvullende gegevens verstrekt. 2.
BESCHRIJVING 2.1.
Titel
Kaderbeschikking Innovatie Landbouw Noord-Nederland
Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 - EB 's-GRAVENHAGE
Wetstraat 200, B-1049 Brussel - België Telefoon: centrale 32 (0) 2 299.11.11. Telex: COMEU B 21877. Telegramadres: COMEUR Brussel.
-22.2.
Budget
2001
1.134.450,50 €
2002
3.403.351,60 €
2003
2.268.901 €
2004
2.268.901 €
2.3.
Looptijd
2001-2004 2.4.
Begunstigden
Landbouwbedrijven in Noord-Nederland 2.5.
Maatregel
Met de onderhavige maatregel wordt beoogd innovatieprojecten in de landbouwsector in de drie noordelijke provincies (Friesland, Groningen, Drenthe) te financieren. Hiertoe ontvangt het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (hierna "SNN"), een publiekrechtelijke instantie, een subsidie van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij1. SNN verstrekt op zijn beurt subsidies ter financiering van innovatieprojecten aan bedrijven die werkzaam zijn in de productie, de verwerking of de afzet van producten van bijlage I. In dit verband zal SNN projecten subsidiëren die gericht zijn op de ontwikkeling of de verbetering van kennisinfrastructurele voorzieningen; het ontwikkelen van nieuwe, marktgerichte ketenactiviteiten; innovaties op het vlak van agrolistiek, de toepassing van ICT, agrificatie en bioraffinage en de levenswetenschappen; versterking van de concurrentiekracht van de traditionele ketens binnen het regionale agrofoodcomplex; het optimaliseren van de productkwaliteit, productiewijze en productieomgeving, alsmede het optimaliseren van de voedselveiligheid; versterking van maatschappelijk verantwoord ondernemen en versterking van de vraaggerichte houding van de landbouw in NoordNederland. Bovengenoemde soort projecten waarvoor SNN subsidies mag toekennen, heeft betrekking op (i) de productie en de afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit; (ii) technische ondersteuning in de landbouwsector en (iii) onderzoek en ontwikkeling.
1
De subsidie wordt toegekend op grond van een beschikking waarin expliciet is bepaald dat SNN slechts subsidies mag verstrekken binnen de door het Gemeenschapsrecht gestelde grenzen en na goedkeuring van de steunregeling door de Commissie.
-3Een adviesorgaan2 zal SNN bijstaan bij het onderzoek van de aanvragen. Dit adviesorgaan zal nagaan of de projecten innoverend zijn, of ze technisch en economisch gesproken in praktijk kunnen worden gebracht en of ze een voorbeeldfunctie zullen hebben voor andere bedrijven. Alleen projecten die aan deze voorwaarden voldoen, zullen in aanmerking worden genomen.
(i) Productie en afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit Voor subsidiëring komen alleen kosten in aanmerking die betrekking hebben op: - advisering, met inbegrip van technische studies, haalbaarheids- en vormgevingsstudies of marktonderzoek; - de invoering van kwaliteitsborgingssystemen, met inbegrip van de ISO 9000-serie, systemen van risicoanalyse en kritische controlepunten (HACCP) of milieuauditsystemen; - de kosten voor de opleiding van personeel voor de toepassing van kwaliteitsborgings- en HACCP-systemen; - de initiële certificering van kwaliteitsborgingssystemen en HACCP-systemen. Steun voor de aanpassing van installaties of voor de financiering van kwaliteitscontrole is uitgesloten. Voorts zal de steun niet meer bedragen dan 100.000 € per begunstigde over een periode van drie jaar. (ii) Technische ondersteuning in de landbouwsector Er kan alleen steun worden verleend voor de volgende kostenposten/projecten: - onderwijs en opleiding; - bedrijfsbeheersdiensten en bedrijfsvervangingsdiensten; - beloningen voor adviseurs; - de organisatie van wedstrijden, tentoonstellingen en vakbeurzen; - activiteiten om nieuwe technieken te verspreiden, met inbegrip van kleinschalige proefen demonstratieprojecten. De steun is in het betrokken gebied beschikbaar voor al diegenen die voldoen aan de eisen van de beschikking. Er wordt geen steun verleend die beperkt is tot bepaalde groepen met de bedoeling alleen de leden daarvan te ondersteunen. De Nederlandse autoriteiten garanderen dat gesubsidieerde diensten die worden verricht door producentengroeperingen of andere organisaties voor onderlinge hulpverlening beschikbaar zullen zijn voor alle in
2
De Beoordelingscommissie, een orgaan dat is opgericht door de provincies Drenthe, Friesland en Groningen en waarin vertegenwoordigers van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij een adviserende rol hebben.
-4aanmerking komende landbouwers. Voorts zal het totaalbedrag van de steun niet meer bedragen dan 100.000 € per begunstigde over een periode van drie jaar. (iii) Onderzoek en ontwikkeling De steun heeft betrekking op industrieel onderzoek, preconcurrentiële ontwikkeling en proef- en demonstratieprojecten die gericht zijn op bovengenoemde doelstellingen. De subsidiabele kosten zijn strikt beperkt tot de O&O-kosten en omvatten personeelskosten, kosten van apparatuur, uitrusting, land en gebouwen3, alsook kosten van advies. Teneinde overcompensatie te voorkomen, is de intensiteit van de steun met betrekking tot apparatuur, uitrusting, land en gebouwen beperkt tot 40%. De resultaten van de proefprojecten zullen in daartoe geschikte bladen worden bekendgemaakt en onder gelijke voorwaarden qua kosten en tijdstip ter beschikking worden gesteld voor gebruik door alle geïnteresseerden, zelfs wanneer aan de resultaten octrooien worden toegekend. Voorts zal aan de voorwaarden van bijlage II bij de in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde gesloten Overeenkomst inzake de landbouw4 worden voldaan. Projecten die gezamenlijk door meerdere bedrijven worden uitgevoerd, zullen worden gesteund zonder dat bijzondere voorwaarden worden opgelegd. In geval van samenwerking met andere instanties zoals universiteiten of onderzoeksinstellingen zal de subsidie niet meer bedragen dan de daadwerkelijk gemaakte onderzoekskosten. Aan het project is geen multinationaal aspect verbonden. Om het stimulerende effect van de regeling te garanderen, zal de Adviesraad Agrobusiness5 toezien op het innoverende karakter van elk project en nagaan of geen subsidies worden verleend voor onderzoeksactiviteiten die deel uitmaken van de normale bedrijfsvoering. Lopende projecten waarvoor reeds uitgaven zijn verricht, komen niet in aanmerking voor steun. Cumulatie6 met andere steunmaatregelen is uitgesloten. De steun zal worden beperkt tot aangetoonde en verrichte uitgaven die rechtstreeks verband houden met en nodig zijn voor de uitvoering van de geselecteerde projecten. SNN moet jaarlijks een verslag over het project en de kosten daarvan indienen bij het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij.
3
In principe zal geen steun worden verleend voor de aankoop van land en gebouwen, noch ter compensatie van het waardeverlies van land en gebouwen, tenzij dergelijke kosten nodig zijn voor het project en redelijkerwijs niet aan individuele deelnemers kunnen worden aangerekend. 4
5
6
PB L 336 van 23.12.1994, blz.31. Een door het SNN opgericht adviesorgaan.
De Nederlandse autoriteiten hebben expliciet verklaard dat er nauwlettend op zal worden toegezien dat cumulatie met projecten in het kader van het Plattelandsontwikkelingsplan van Nederland wordt voorkomen. Voorts onderstrepen zij dat de onderhavige regeling geen deel uitmaakt van het Plattelandsontwikkelingsplan Nederland.
-52.6.
Rechtsgrondslag
Kaderbeschikking tot subsidieverlening van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (artikelen 2 en 5). 2.7.
Steunintensiteit
Steun ter bevordering van de productie en de Maximaal 100% afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit Technische ondersteuning landbouwsector Onderzoek en ontwikkeling
3.
in
de Maximaal 100%, doch beperkt tot 40% voor bedrijfsbeheersdiensten en bedrijfsvervangingsdiensten Maximaal 100%, doch beperkt tot 40% voor de kosten van apparatuur, uitrusting, land en gebouwen
BEOORDELING 3.1.
Is hier sprake van steun in de zin van artikel 87, lid 1, van het Verdrag?
Artikel 87, lid 1, van het Verdrag is van toepassing als de steun wordt toegekend door een lidstaat of met staatsmiddelen wordt bekostigd, bepaalde ondernemingen begunstigt in die zin dat de betrokken onderneming een economisch voordeel wordt geboden dat zij onder normale marktvoorwaarden niet zou hebben gehad, de mededinging vervalst of dreigt te vervalsen en het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. De door de Nederlandse autoriteiten aangemelde maatregel wordt uit staatsmiddelen toegekend aan het “Samenwerkingsverband Noord-Nederland”, dat op zijn beurt subsidies zal verlenen voor de betrokken projecten. Hij komt ten goede aan de landbouwsector in Nederland. Bijgevolg kan worden gesteld dat de maatregel de mededinging tussen de lidstaten vervalst of dreigt te vervalsen7. Gelet op de Nederlandse productie van landbouwproducten8 kan de maatregel het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloeden.
7
Volgens de rechtspraak van het Europees Hof van Justitie moet, wanneer financiële steun van een staat de positie van een onderneming ten opzichte van andere concurrerende ondernemingen in het intracommunautaire handelsverkeer versterkt, dit handelsverkeer worden geacht door de steun te worden beïnvloed (Zaak 730/79 Philip Morris Holland BV tegen Commissie [1980] HJEG 2671, leden 11 en 12). 8
In 2000 bedroeg de kalfs- en varkensvleesproductie in Nederland respectievelijk ca. 26% en 9,24% van de totale productie in de EU (respectievelijk 763.000 t en 17.563 t; in 1999 bedroeg de tomatenproductie in Nederland ca. 3,25% van de totale productie in de EU (16.132 t). Bron: Agriculture in the European Union, Statistical and economic information 2001;
-6Artikel 87, lid 1, van het Verdrag is derhalve van toepassing. Op grond van artikel 87, leden 2 en 3, kan evenwel een afwijking van het in artikel 87, lid 1, vastgestelde verbod worden toegestaan. Gelet op de kenmerken van het onderhavige geval, is de enige mogelijke afwijking die van artikel 87, lid 3, onder c), op grond waarvan steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken, als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt kunnen worden beschouwd, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Om voor een dergelijke afwijking in aanmerking te komen, moet de onderhavige steunmaatregel voldoen aan de voorwaarden van de Richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector9 (hierna: "de Richtsnoeren"). 3.2.
Toepassing van de Richtsnoeren
Op grond van het bepaalde in de punten 13, 14 en 17 van de communautaire richtsnoeren zijn steun ter bevordering van de productie en de afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit, steun voor technische ondersteuning en steun voor onderzoek en ontwikkeling toegestaan. Productie en afzet van landbouwproducten van hoge kwaliteit Op grond van het bepaalde in punt 13.2 staat de Commissie steun toe voor advisering en soortgelijke ondersteuning, met inbegrip van technische studies, haalbaarheids- en vormgevingsstudies en marktonderzoek, voor activiteiten in verband met de ontwikkeling van landbouwproducten van hoge kwaliteit, waaronder begrepen marktonderzoek en het bedenken van en vormgeving aan producten, de invoering van kwaliteitsborgingssystemen en de kosten van de opleiding van personeel voor de toepassing van kwaliteitsborgings- en HACCP-systemen, op voorwaarde dat het steunbedrag dat op grond van het bepaalde in deze afdeling wordt betaald, niet meer bedraagt dan 100.000 € per begunstigde en per driejarige periode. In het licht van bovenstaande door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens (2.5.(i) hierboven) is de Commissie van oordeel dat aan de voorwaarden van punt 13 van de Richtsnoeren is voldaan. Technische ondersteuning in de landbouwsector Op grond van het bepaalde in punt 14 mag steun worden verleend tot 100% van kostenposten zoals onderwijs en opleiding, bedrijfsbeheerdiensten en bedrijfsvervangingsdiensten, beloningen voor adviseurs, de organisatie van wedstrijden, tentoonstellingen en vakbeurzen en andere activiteiten om nieuwe technieken te verspreiden, op voorwaarde dat de steun beschikbaar is voor al degenen die in het
In 1999 bedroeg het intracommunautaire handelsverkeer in rund-, kalfs- en varkensvlees respectievelijk 1.974 en 4.348 t en het intracommunautaire handelsverkeer in tomaten 1.432 t. Bron: Eurostat. 9
PB C 232 van12/8/2000, blz. 17.
-7betrokken gebied, op grond van objectief bepaalde voorwaarden daarvoor in aanmerking komen. Voorts mag de steun die op grond van het bepaalde in deze afdeling wordt betaald, in totaal niet meer dan 100 000 € per begunstigde en per driejarige periode bedragen. In het licht van bovenstaande door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens (2.5.(ii) hierboven) is de Commissie van oordeel dat aan de voorwaarden van punt 14 van de Richtsnoeren is voldaan. Onderzoek en ontwikkeling Overeenkomstig het bepaalde in punt 17 van de Richtsnoeren moet steun voor onderzoek en ontwikkeling worden onderzocht aan de hand van de criteria die zijn uiteengezet in de geldende communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling10. Op grond van het bepaalde in de geldende kaderregeling is een steunintensiteit tot 100% toegestaan mits (i) de werkzaamheden in het algemeen belang van de betrokken sector zijn, (ii) in daartoe geschikte bladen de nodige informatie wordt bekendgemaakt; (iii) de resultaten van de onderzoekwerkzaamheden onder gelijke voorwaarden qua kosten en tijdstip ter beschikking worden gesteld voor gebruik door alle geïnteresseerden en (iv) de steun voldoet aan de voorwaarden van bijlage II bij de Overeenkomst inzake de landbouw, die in het kader van de multilaterale handelsbesprekingen van de Uruguay-Ronde is gesloten11. Gelet op de doelstellingen van de subsidiabele projecten (2.5 hierboven) en de maatregelen die zijn genomen om het innoverende karakter van de gesteunde projecten te garanderen, neemt de Commissie aan dat de O & O-werkzaamheden ten goede zullen komen aan de sector als geheel en de wetenschappelijke en technische kennis zullen verhogen. Voorts is zij het ermee eens dat dergelijke projecten nauwelijks door een individuele onderneming kunnen worden uitgevoerd. In het licht van de verdere door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens (2.5.(iii) hierboven) is de Commissie van oordeel dat aan de vier criteria van de geldende communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling is voldaan. Garanties De Commissie neemt nota van de door de Nederlandse autoriteiten gegeven garanties, namelijk dat cumulatie van steun is uitgesloten en dat de steun de daadwerkelijke kosten van de gesteunde projecten niet zal overschrijden. De onderhavige regeling voldoet bijgevolg aan de voorwaarden van de punten 13, 14 en 17 van de Communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector. De maatregel
10
11
PB C 45 van 17.2.1996, blz. 5, zoals vervolgens gewijzigd met betrekking tot de toepassing ervan in de landbouwsector, PB C 48 van 13.2.1998, blz. 2. PB L 336 van 23.12.1994, blz.31.
-8kan derhalve op grond van artikel 87, lid 3, onder c), als verenigbaar met de gemeenschappelijke markt worden beschouwd. 4.
BESLUIT
Na bestudering van de aangemelde maatregel in het licht van de geldende voorschriften inzake staatssteun concludeert de Commissie dat aan alle relevante voorwaarden voor de toepassing van artikel 87, lid 3, onder c), van het Verdrag is voldaan. Gelet op het bovenstaande heb ik de eer u te melden dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de aangemelde steunmaatregel. Mocht deze brief vertrouwelijke gegevens bevatten die niet aan derden mogen worden bekendgemaakt, dan wordt U verzocht de Commissie daarvan binnen 15 werkdagen vanaf de ontvangst ervan in kennis te stellen. Als de Commissie binnen de gestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek ontvangt, neemt zij aan dat U instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van deze brief in de authentieke taal op de volgende internetsite: http://europa.eu.int/comm/sg/sgb/state_aids/. Dit verzoek dient per aangetekend schrijven of per fax te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Landbouw Directoraat Wetgeving Landbouweconomie Kamer: L 130 5/120 B-1049 Brussel (fax (+322) 296 7672). Hoogachtend, Voor de Commissie
Franz Fischler Lid van de Commissie