k e flexibiliteit i c t e betrokkenheide it

service

kwaliteit

betrokkenheid

s flexibiliteit k e w r a v flexibiliteit l i i c t e betrokkenheid e i t jaarverslag 2011

Inhoud

5

Coöperatienieuws9 Kerncijfers 2011

11

Industriële producten en export derde landen13 Consumentenkaas en -boter

17

Consumptiemelk en functionele drinks

19

Roomijs21 Kaasverpakking en -distributie

23

Wie is wie in Milcobel 2011?

24

Financieel25 Colofon45

Milcobel jaarverslag 2011

De Milcobel Groep in 2011

• 1

Voorwoord3

Kwaliteit

In een Europese room- en consumptie-ijssector in volle evolutie kon Ysco zijn marktpositie versterken als producent van merken voor de grote retailers en de catering. Een goede zomer blijft echter een belangrijke voorwaarde om een sterk resultaat neer te zetten.

Als coöperant kiezen we ervoor om zelf actief deel te nemen aan het marktgebeuren, markttoegang is immers de sleutel tot onze eigen toekomst. Deze sleutel voor de toekomst van onze ledenbedrijven zit hem, naast het vakmanschap en de passie van de melkveehouders, in belangrijke mate in de uitmuntendheid waarmee de ondernemingen van de Milcobel Groep de ledenmelk tot waarde brengen en in de sterkte van de marktposities die opgebouwd worden. De stevige band en wisselwerking tussen de ledenbedrijven en de coöperatieve onderneming maakt ons als sector ook robuuster, omdat wij met gebundelde krachten de uitdagingen aangaan. Samen verticaal integreren in de markt, vertrekkend vanop de boerderij, is een sterker model dan horizontaal de melk te bundelen in een producentengroepering. Het eerste vraagt meer engagement, durf en ondernemerschap, het tweede is zinvol maar zou misschien wel eens kunnen berusten op een overschat verwachtingspatroon vanwege de Europese instanties.

Belangrijke producten als melkpoeders en mozzarellakazen voor de ingrediëntenmarkt binnen en buiten Europa zijn de dragers van onze melkprijs. In 2011 ging, naast de dagelijkse zorg voor kwaliteit en efficiëntie, heel veel aandacht naar de verdere uitbouw en ontwikkeling van deze activiteiten. De plannen bepalen in belangrijke mate de investeringen voor de volgende jaren, vastgelegd in het plan “Milcobel 2020”.

Het streven naar industriële en commerciële uitmuntendheid om te komen tot een goede concurrentiële melkprijs blijft de uitdaging voor management en medewerkers op elk niveau. Alles kan immers altijd beter, ook in 2011 was dit zo. Zo kenden wij groeipijnen bij de snelle evolutie in onze merkkazen waar de productie de marktvraag moeilijk kon volgen. Nu de nieuwe fabriek in Moorslede operationeel is, staan we klaar om met onze Belgische Brugge- en bierkazen verder door te groeien buiten de landsgrenzen. Groeien buiten de landsgrenzen doet ook onze afdeling kaasverpakking en kaasdistributie. De overname van SherlockCheese in Nieuw Vennep (Nederland) illustreert dit.

De markt van vloeibare zuivel en bij uitbreiding de hele Europese zuivelmarkt staat onder druk. Bij Inza is het vinden van de juiste mix van eigen melkdrinks en functionele voeding, onder eigen beheer of als copacker, de uitdaging om vanuit de kennis en de technologie die we hebben tot een duurzaam rendement te komen.

Het nadenken over de toekomst van Milcobel vertrekt vanuit het belang van de ledenbedrijven. In ons land, en bij uitbreiding in ons hele werkgebied, zijn onze leden en de sector het best gediend met een van hieruit aangestuurde coöperatieve zuivelgroep. Na goed overleg met leden, bestuur en directie, werd met “Milcobel 2020” beslist door te gaan op eigen kracht. Het vertrouwen en het geloof in het eigen “samen nog beter kunnen” is de drijfveer. Daartoe versterken de leden ook het vermogen van de groep door een extra kapitaalinbreng van 1 euro per 100 liter. Medewerkers gaan deze uitdaging met enthousiasme aan, elk op hun terrein, elk in hun onderneming, allen gekenmerkt door een alsmaar scherpere zorg voor kwaliteit in product en handelen, gekenmerkt door flexibiliteit en service naar de klanten toe en dit met een grote betrokkenheid bij de uitbouw van de Milcobel Groep als lokale speler gericht op een globale markt. Guido Veys Voorzitter


Het massaal verzet van de Arabische burgers tegen hun regimes en de roep naar meer democratie en economische gelijkheid overheerste het jaar 2011. Samen met de slechte financieel-economische situatie in grote delen van de Eurozone en de langste regeringsvorming ooit in eigen land, vormde dit het kader waarin wij als onderneming moesten werken. In deze turbulente omgeving bleven de zuivelmarkten in tegenstelling tot veel andere landen tuinbouwmarkten vrij stabiel op een voor de melkveehouderij leefbaar niveau. Naar het jaareinde toe kwamen de prijzen meer onder druk te staan en ontsnapten we niet aan de gevolgen van een sputterende wereldeconomie.

• 3

Voorwoord

Flexibiliteit & Service

De Milcobel Groep in 2011 Milcobel heeft in 2011 verder aan de weg getimmerd om haar doelstellingen voor de leden op een duurzame wijze te realiseren. Milcobel stelt zich als doel om een duurzame afzet van melk te garanderen aan zijn leden- melkveehouders en dit aan een faire prijs. Milcobel wil dit doen op basis van industriële en commerciële activiteiten en met een duidelijke betrokkenheid van de leden. 2015, het einde van de melkquota, nadert snel. Milcobel zal erop voorbereid zijn ook dan haar engagement ten opzichte van de leden waar te maken.

Opnieuw meer melk verwerkt

Milcobel beschouwt zichzelf als een cluster van uit de kluiten gewassen KMO’s, die wendbaar zeer snel kunnen inspelen op de veranderingen en de opportuniteiten van de markten waarin zij actief zijn. De verschillende afdelingen van de Milcobel Groep zijn via een lichte structuur en gemeenschappelijke waarden met elkaar verbonden. Deze waarden zijn kwaliteit (a taste you can trust), service en flexibiliteit (klanthousiasme), betrokkenheid van en met leden, medewerkers en omgeving.

Resultaten van de werkmaatschappijen

Markante gebeurtenissen zoals de Arabische lente of de tsunami met aansluitend de kernramp in Japan hadden nauwelijks invloed op de zuivelmarkt. De toegenomen melkproductie werd probleemloos door de markt geabsorbeerd. Alleen naar het einde van het jaar toe verzwakte de markt onder invloed van de financiële crisis en het economisch pessimisme dat hieruit voortvloeide. Met name in Europa, de grootste zuivelmarkt ter wereld, liepen de bestedingen voor consumptiegoederen terug. Waar het eerste semester de aankopen nog gelijke tred hielden met vorig jaar, hielden de consumenten in het laatste trimester de knip op de beurs. Tegelijkertijd was er een duidelijke verschuiving merkbaar naar goedkopere producten, ook in de zuivelsector. In deze context is het verheugend om te zien dat de merkproducten van de Milcobel Groep vooruit gingen of minstens stand hielden. 2011 gaf voor de melkveehouders de bevestiging van de beterschap die in 2010 was ingezet. De scenario’s die in 2010 werden uitgewerkt om te kunnen voldoen aan de coöperatieve beslissing om de ontwikkeling van de leden te volgen in het postquotum- tijdperk werden omgezet in een strategisch plan “Milcobel 2020”. Milcobel zal de komende jaren een veelzijdige zuivelgroep blijven, die met diverse producten actief is in verschillende markten. De diverse onderdelen van de Milcobel Groep zullen in de komende jaren hun marktposities versterken. Tegelijkertijd ligt een ambitieus investeringsprogramma klaar om de fabrieken up-to-date te houden en de nodige capaciteit te voorzien om alle ledenmelk te kunnen valoriseren. De nieuwe kaasfabriek in Moorslede wordt in april 2012 in gebruik genomen waarop de fabriek in Gierle dan gesloten wordt. Een volgende werf staat op stapel, met name de uitbreiding van de kaasfabriek in Langemark met een nieuwe mozzarellalijn. Dit project voorziet dat de bijkomende melk in kaas zal worden gevaloriseerd. Ook de productiefaciliteiten van melkpoeder worden vernieuwd en verder geconcentreerd in Kallo.

De afdeling consumentenkaas en -boter (Belgomilk en Kempico) kende een overgangsjaar met een zwakker resultaat. De hogere melkprijs werd bewust niet doorgerekend in de tarieven van de merkproducten. De voorbereiding van de start van de nieuwe kaasfabriek in Moorslede bracht dubbele kosten mee: de bezetting is opgebouwd met het oog op de verdubbeling van de productie door de overname van de producties van de fabriek in Gierle terwijl die laatste nog met quasi volle bezetting bleef draaien. De Brugge kazen groeiden opnieuw meerdere procenten. Een aantal andere merken en concepten hadden het moeilijker door de dalende markt voor de betere kazen omwille van het gedaalde consumentenvertrouwen als gevolg van de financiële crisis. Deze verschillende ontwikkeling toont eens te meer de sterkte van het merk Brugge aan. Ook de consumentenboter van Belgomilk kon met de merken Nazareth en Dixmuda haar positie op de binnenlandse markt behouden. 2011 was voor Inza als specialist van lang houdbare consumptiemelk en melkdrinks opnieuw een moeilijk jaar. De markt voor consumptiemelk bleef tegenzitten en kon de opbrengst van de andere producten niet bijbenen. Inza leverde derhalve opnieuw een negatieve bijdrage aan het groepsresultaat waarbij de tweede jaarhelft toch een verbetering liet zien. Inza haalde voor de komende jaren nieuwe contracten voor copacking binnen. Yogho!Yogho! wordt in Nederland geherlanceerd met nieuwe recepturen en nieuwe verpakkingen. Deze vernieuwing zal toelaten Yogho!Yogho! opnieuw zijn verdiende positie te geven. Choco!Choco bevestigde zich op de Belgische markt. Het resultaat van Ysco had te lijden onder de prijsschaar. De markt liet einde 2010, toen de contracten voor het seizoen 2011 gemaakt werden, onvoldoende prijsverhogingen toe om de gestegen grondstofprijzen op te vangen. Alleen een goede zomer had Ysco uit de rode cijfers kunnen houden. Die goede zomer kwam er niet, integendeel. Evenwel kon het goede najaar van 2011 de verliezen beperken. Kaasverpakking en -distributie door Kaasimport Jan Dupont en Camal realiseerden een omzetstijging ondanks de moeilijke context. Het resultaat droeg op een correcte wijze bij aan het groepsresultaat.

• 5

De zuivelmarkt kende, na de voorbije volatiele jaren, in 2011 een opvallend rustig verloop. De prijzen bleven vrij stabiel. Valorisaties in poeder en kaas spoorden ongeveer gelijk. Opvallend was dat boter en room op een hoog prijspeil bleven. Consumptiemelkprijzen bleven voor het tweede jaar op rij achter. In deze sector bleef de markt moeilijk.

De afdeling industriële producten en export derde landen (Belgomilk, Kempico en Kemfoods) kon ook in 2011 een positieve bedrage leveren aan het bedrijfsresultaat. Vooral de boterprijzen ondersteunden dit. Zowel industriële kaas als melkpoeder konden de gemiddelde melkprijs van Milcobel meer dan opbrengen.


2011 een rustig zuiveljaar

In 2011 verhandelde de Milcobel Groep ruim 1% meer melk dan het jaar voordien. Deze stijging was afkomstig van de toegenomen melkaanvoer vanwege de ledenbedrijven die de jaarlijkse quotumuitbreiding van 1 % ruimschoots benutten. Het saldo van de aan- en verkoop met andere industriëlen daalde, zodat de groep 3% meer melk verwerkte in haar zuivelfabrieken, de totale verwerking bedroeg 1,082 miljard l in 2011.

Resultaten van de groep De geconsolideerde omzet van de Milcobel Groep steeg in 2011 met 8% tot 885 miljoen €. De omzetstijging was een gevolg van toegenomen activiteiten en van de prijsstijgingen. Poeder en kaas leverden een sterke bijdrage aan het groepsresultaat en aan de melkprijs. De andere activiteiten scoorden minder. Hierdoor kon slechts een bescheiden nabetaling van 0,10 € per 100 l worden uitbetaald. Na deze nabetaling ten bedrage van 1,1 miljoen € komt het geconsolideerde resultaat van de groep uit op 4,4 miljoen €. De cashflow van de groep bedraagt 25,2 miljoen €. Aan de algemene vergadering zal een dividend van 4 % voorgesteld worden. Het overblijvende resultaat zal de reserves van de groep versterken. Melkprijs De uitbetaalde melkprijs steeg met 6,4 % tegenover 2010. Met een vetgehalte van 42,56 gram/liter en een eiwitgehalte van 35,12 gram/liter werd een gemiddelde melkprijs uitbetaald van 34,67 € per 100 liter. Teruggerekend naar standaardmelk in België (38 g vet en 33,5 g eiwit per l) bedroeg de gemiddelde melkprijs voor de leden 32,24 € per 100 liter of 7% meer dan in 2010. De melkprijs is hiermede op één jaar (2007) na de beste van de laatste 10 jaar.


• 6

Investeringen Milcobel blijft een hoog investeringsritme aanhouden. De investeringen van de Milcobel Groep in materieel vast actief bedroegen 38,4 miljoen € in 2011, een stijging met 8,6 miljoen €. De uitbreiding van de kaasfabriek in Moorslede slorpte veruit het grootste gedeelte van dit bedrag op. Ook in de andere zuivelfabrieken van Belgomilk werd verder geïnvesteerd. Inza nam 12% van de investeringen voor haar rekening, Ysco was goed voor 7 % en Dupont en Camal ook 7%. Personeel Milcobel wil een groep zijn waar elke medewerker en medewerkster doordrongen is van de doelstellingen van de groep in het algemeen en van zijn of haar afdeling in het bijzonder. Op die manier wendt eenieder zijn of haar talent met voldoening aan om deze doelstellingen waar te maken en krijgt er ook de waardering voor. Dit heet betrokkenheid van eenieder. De groep zette haar politiek van open communicatie en overleg via de geëigende officiële organen, werkgroepen, veiligheidscellen voort. Dit alles met het oog op een goede werksfeer, veiligheid en welzijn op het werk en voortdurende verbetering van de kwaliteit van het geleverde werk en van de geproduceerde producten. In het bijzonder op het vlak van de veiligheid werd opnieuw grote vooruitgang geboekt. Het stimulerend beleid hielp het aantal ongevallen drastisch afnemen. De beleidsverklaring in het kader van CAO 100 inzake drug- en alcoholbeleid (middelenbeleid) in de ondernemingen, die in 2010 werd goedgekeurd door de ondernemingsraden, werd vertaald in een concreet beleid dat eveneens door de ondernemingsraden werd goedgekeurd. In de loop van 2011 werden de tweejaarlijkse CAO’s afgesloten inzake loonontwikkeling en arbeidsorganisatie. In toepassing van CAO 90 werd een plan ingevoerd voor de toekenning van niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen voor arbeiders en bedienden. Tenslotte werd ook het sociaal plan voor de medewerkers van Kempico in Gierle aangepast aan de nieuwe sluitingsdatum van de fabriek. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Milcobel besteedt grote aandacht aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dit zit in de natuur van een coöperatieve onderneming als Milcobel. Het sociale gegeven en de

solidariteit zitten ingebakken in de oorsprong en aard van de coöperatieve vennootschap. Milcobel is dus van nature begaan met sociale thema’s en mensenrechten. De stap naar andere thema’s van maatschappelijk verantwoord ondernemen is klein. Zorg voor milieu is een kwestie van duurzaamheid van de onderneming en de maatschappij en de omgeving waarin zij moet gedijen. Milcobel is stichtend en actief lid van het Belgische Global Compact netwerk. Enkele voorbeelden van MVO-initiatieven binnen de Milcobel Groep: - Belgomilk en Ysco nemen deel aan het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen waardoor gewerkt wordt aan een continue verbetering van de prestaties op het milieukundig , sociaal en economisch vlak. Ook andere vestigingen van de Milcobel Groep volgen dit initiatief. - Milcobel was deelnemer en sponsor van het MVO-event “Duurzaam Is Gewoon Doen!” op 31 maart 2011 in Kortrijk. - De fabrieken van Inza, Ysco en Belgomilk hebben zich aangesloten bij het benchmarkconvenant waarbij ze zich verbinden tot de wereldtop te behoren inzake energie-efficiëntie. Ook het gebruik van verpakkingen en van papier wordt voortdurend geoptimaliseerd vanuit duurzaamheidsstandpunt. Zo werd volledig overgeschakeld op gerecycleerd papier in de vestigingen van Langemark en Kallo. - Inza steunt workshops van “Scholen zonder pesten” vzw voor de preventie van pesten op school als deel van de scholenactie van Inza. Samen met Oxfam brengt Inza fairtrade chocolademelk op de markt. - De car policy van de Milcobel Groep houdt rekening met de CO2 uitstoot. Verantwoord rijgedrag van de RMO chauffeurs wordt beloond met een premie. - Milcobel werkt mee aan diverse projecten en aan het interprofessioneel overleg inzake duurzame melkveehouderij. Vooruitzichten De langetermijnperspectieven voor zuivelproducten blijven goed, zeker op wereldvlak. De toenemende wereldbevolking en de stijgende koopkracht in opkomende landen zal de consumptie van zuivelproducten aanwakkeren. Op kortere termijn en in tegenstelling tot vorig jaar zijn de vooruitzichten voor 2012 minder rooskleurig. De prijzen van de zuivelproducten zijn in de eerste maanden van 2012 dalend. Vooral de boterprijs die lang op een hoog niveau bleef , is zwaar onderuit gegaan. De andere producten volgen. Zou de financiële crisis zich dan uiteindelijk toch laten voelen in de zuivelmarkten? Het zwakkere consumentenvertrouwen gecombineerd met een toegenomen aanbod zorgt voor een kopersmarkt. De grootwarenhuizen trekken steeds meer de aandacht op prijs en beconcurreren elkaar op dat domein waarbij assortiment, verscheidenheid en kwaliteit naar de achtergrond geduwd worden. Het recente verleden heeft geleerd dat noch pessimisme, noch overdreven optimisme uitkomt. Van zodra de economie terug opveert en het vertrouwen herstelt, zal de vraag naar zuivelproducten terug groeien. Zuivelproducten maken deel uit van een gezonde evenwichtige voeding en aan een smakelijke kaas, een lekker ijsje of een frisse melkdrink is bovendien veel plezier te beleven. Milcobel heeft voor deze behoeften de geschikte producten en zal die verder vernieuwen en verbeteren en aan de klanten aanbieden middels een uitstekende service. De geplande investeringen voor de komende jaren zullen én de producten én de service én de kostenefficiëntie verder verbeteren. Na de afwerking van het masterplan voor consumentenkazen zal werk gemaakt worden van de implementatie van de strategie voor de afdeling industriële producten en export derde landen. Op de as consumentenproducten zal een verdere synergie met Inza uitgespeeld worden. De directie en de medewerkers van de Milcobel Groep blijven bouwen aan de ontwikkeling van een veelzijdige en duurzame coöperatieve zuivelgroep. De duurzaamheid van Milcobel is de hoeksteen voor duurzame melkveebedrijven van haar leden en voor een duurzame tewerkstelling van haar medewerkers.

Groepsstructuur Leden

cvba Kempico

cvba St. Marie

nv Fassbel

50%

geie Les From. des Flandres (2)

50%

Prodinco

nv Kaasimport J. Dupont

nv Cheeseline

cvba Zuivelindustrie Zandhoven (2)

cvba Inza

nv Ysco

bv Milcobel Ndl

sasu Ysco Fr Holding

sarl BMF Lait

sasu Ysco France

nv Bedrijvenpark 7,07% Wingene (2)

cvba Milcobel 3F

sa Héritage 1466 (1)

sa Camal

(1) volgens vermogensmutatie (2) niet opgenomen

20%


cvba Belgomilk 50%

• 7

cvba MILCOBEL

Betrokkenheid

Coöperatienieuws

Op het vlak van deze ontwikkelingen is het aantal leden-leveraars afgenomen van 3.296 in 2010 naar nog 3.096 in 2011. Dit is een merkwaardig hoge daling met -6,1% die trouwens hoger uitvalt dan het nationaal gemiddelde van -4,1%. De terugloop van het aantal leveraars doet zich vooral voor binnen de Belgische ledenpopulatie. Het aantal Nederlandse en Franse leveraars, respectievelijk 83 en 45, blijft constant. Mogelijke verklaringen voor de sterkere terugloop van het ledenaantal zijn te zoeken bij het feit dat de naderende einddatum van de melkquota sommigen aanzet om hun bedrijfsquotum nu nog te gelde te maken. Voorts laat Milcobel tot nader order geen instroom van nieuwe leden toe. Het gesloten houden van de coöperatie blijft een element van de gekozen strategie naar 2015 toe en verder. Daarmee blijft Milcobel beogen om in de eerste plaats ruimte en voorrang te bieden aan de (meer)melk die afkomstig is uit de verdere ontwikkeling van de ledenbedrijven. Deze stelling impliceert ook nadrukkelijk dat er binnen Milcobel geen aanbodsturing noch productbeheersende maatregelen zullen ingesteld worden ten aanzien van de leden. De ontwikkeling van de ledenbedrijven zal uiteraard wel gepaard blijven gaan met de kapitaalverplichtingen die gerelateerd zijn aan de quota en/of de melkleveringsomvang. Verder is het quasi zeker dat er de komende jaren zal gewerkt worden met een prognosemodel waarin geschatte en verwachte melkleveringen voorafgaandelijk dienen gemeld te worden. Gedurende 2011 is de aanvoer van ledenmelk verder toegenomen met 1,4% tot een totaal volume van 1.113.812.623 liter. In combinatie met het verminderd aantal leveraars bedraagt de gemiddelde omvang van een Milcobel-ledenbedrijf nu 359.759 liter. Over de voorbije 4 jaar bedraagt de individuele bedrijfsgroei +20%! Tenslotte valt te vermelden dat ruim 91,5% van de melkaanvoer berust op Belgische leveringen. 5,6% is afkomstig van de ledenbedrijven in Nederland, terwijl de Franse ledenbedrijven 2,9% uitmaken in de melkaanvoer. Ook in 2011 werd voor het 2de opeenvolgende jaar een procedure gevoerd inzake de bestemmingsmogelijkheden van de nabetaling 2010 (= 0,055 euro per geleverde kg vet + eiwit). Op basis van een voorgehouden keuzemogelijkheid en op basis van vrijwilligheid besteedden ruim 42% van alle Milcobel-leden hun nabetaling – deels of volledig – aan het verwerven van bijkomende Milcobel-aandelen. In totaal werd 41% van het totale nabetalingsbedrag door leden aangewend voor versterking van het ledenkapitaal van de

Tijdens het jaar 2011 ging een aangehouden aandacht uit naar de kwaliteitsopvolging van de melkaanvoer. Dit gebeurt op basis van wettelijke verplichtingen en eigen uitgewerkte procedures op het vlak van ingangscontroles. De eigen procedures blijven berusten op de grootst mogelijke realiteitszin en worden al of niet bijgestuurd in functie van de noodwendigheden inzake de verwerkbaarheid van de melk. Meer en meer wordt binnen de Milcobel Groep gekozen voor intern ketenoverleg hieromtrent. Dit impliceert dat de aandacht voor melkkwaliteit helemaal kadert binnen een samenwerkingsverband en overlegmodel tussen de melkaanvoer, de logistiek en de verwerking. Waar eerder in 2010 procedures werden ingesteld voor melkleveringen met waarneembare afwijkingen, is tijdens 2011 vooral ingezoomd op ongunstige kiemgetalsituaties. Niettegenstaande het grootste deel van de aangevoerde melk geen problemen kent op dit vlak, leek er toch een noodzaak te ontstaan tot gerichte aanpak van een beperkt aantal risicohoudende situaties binnen het traject melkveebedrijf – losplaats. Van zodra zich kiemgetalresultaten – zowel op niveau van melkveebedrijf als RMO-lading – voordoen van meer dan 100.000/ml treedt een opvolgingsprocedure in werking. Een dergelijk verscherpte aandacht heeft er trouwens toe kunnen leiden dat een aantal van dat soort risico’s op korte termijn konden gesaneerd worden. Wat de algemene kwaliteitssituatie van de aangevoerde melk betreft, werden in de loop van 2011 volgende resultaten opgetekend: • 98% van de aangevoerde melk voldeed aan de kiemgetalnorm van max. 50.000/ml. • 94% van de melk had een celgetal lager dan 350.000/ml. • 86% van de melk voldeed aan de coligetalnorm van max. 50/ml. • In meer dan 99% van de aangeleverde melk bleken geen residuen van remstoffen aantoonbaar. Op jaarbasis voldeed in 2011 79,9% van de opgehaalde melk aan alle binnen Milcobel gehanteerde kwaliteitsnormen samen. Dit volume kwam dan ook in aanmerking voor de extra-kwaliteitspremie. Deze extra-kwaliteitspremie maakte in 2011 trouwens ook voorwerp uit van een kritische evaluatie en beoordeling binnen de coöperatieraad. Op het vlak van melkkwaliteit in ruimere zin deed het zich in 2011 – tot 2 maal toe – voor dat via het sectorale monitoringsysteem Monimilk residuen werden aangetroffen van geneesmiddelen die hetzij verboden zijn, hetzij niet mogen toegediend worden aan melkgevende koeien. Deze voorvallen accentueren het feit dat het aanhouden van een monitoring zinvol is, dat de procedures inzake traceerbaarheid binnen de Milcobelmelkaanvoer en verwerkingsentiteiten voldoende efficiënt en robuust zijn, maar dat een grotere alertheid voor deze thematiek vereist is op het niveau van de melkleveraars en hun bedrijfsdierenartsen. Dit zette er toe aan dat er binnen de communicatiekanalen van Milcobel relatief sterk sensibiliserend werd opgetreden omtrent de noodzaak van het juiste gebruik van de gepaste geneesmiddelen. Dit is een essentiële vorm van risicobeheersing in het kader van voedselveiligheid. Aan communicatie met de leden en bestuursleden werd ook in 2011 veel belang gehecht: naast het ledenblad wordt steeds meer communicatie gevoerd langs elektronische weg en via sms-berichten. Ter verdere intensifiëring hiervan ligt voor dat er de komende jaren ook een interactieve communicatie via de Milcobel-website zal ontwikkeld worden. Via deze weg zullen nagenoeg alle elementen uit de relatie tussen de coöperatie en haar leden binnen handbereik liggen en raadpleegbaar worden.

• 9

Met de ledenwerking blijft de coöperatie zich duidelijk onderscheiden en beschikt Milcobel over transparante kanalen waarlangs de leden kunnen bereikt worden op het vlak van informatieverstrekking, raadpleging en inbreng van hun mening. Bovendien zijn nu ook de ledenstructuren aangepast aan de verdere te verwachten evoluties en ontwikkelingen van de melkveehouderij en van het ledenbestand van Milcobel.

coöperatie. Dit blijft wijzen op een grote betrokkenheid en coöperatief engagement van de leden.


In 2011 werd de herstructurering van de ledenkringen en hun besturen gefinaliseerd. Tijdens de algemene statutaire jaarvergaderingen van de 9 ledenkringen werden de bestuursploegen opnieuw samengesteld hetzij via verkiezing, hetzij via herbevestiging. Daarmee kan de coöperatieve werking van Milcobel zich beroepen op sterke en democratisch samengestelde ledenstructuren die inspraakmogelijkheden bieden en betrokkenheid creëren. In totaal nemen maar liefst 300 leden een bestuursverantwoordelijkheid op. Vermeldenswaard is dat 97 hiervan “jongeren” zijn, terwijl ook 27 vrouwelijke bestuursleden een plaats innemen. In het verlengde van de bestuurssamenstellingen op niveau van de ledenkringen werd ook de coöperatieraad en de raad van bestuur aangepast.

Structuren COÖPERATIEVE STRUCTUUR

Milcobel-leden

9 ledenkringbesturen


• 10

statutaire algemene vergadering coöperatieraad 5 afgevaardigden per ledenkring

1 1 leden van de raad van bestuur

GROEPSSTRUCTUUR

Melkaanvoer holding & coördinatie & groepsdiensten Milcobel cvba

Consumentenkaas en boter

Consumptiemelk & functionele drinks

Belgomilk cvba Kempico cvba Ste Marie Zuivel cvba

Inza cvba

Kaasservice

Industriële producten en export derde landen

Kaasimport Jan Dupont nv Camal SA

Belgomilk cvba

Roomijs Ysco nv Ysco France SAS

Kerncijfers Kerncijfers melkstroom

2011 2010 2009

Ledenmelk

1.113.812.623 1.098.473.243 1.067.098.628

Totale aankoop incl. derden

1.131.500.576

1.116.910.726

1.083.480.552

49.281.594

69.901.889

68.527.451

1.082.218.982

1.047.008.837

1.014.953.101

Totale verkoop Verwerkt in eigen divisies

2011

2010 2009

Gemiddeld aantal leveraars

3.096

3.296

3.380

Hoeveelheid liter ledenmelk

1.113.812.623

1.098.473.243

1.067.098.628

Gemiddeld vet

42,56

43,00

42,81

Gemiddeld eiwit

35,12

35,24

34,81

Bedrag uitbetaald in miljoenen euro

386,18

358,07

271,06

Euro per liter

0,3467

0,3260

0,2540

Kerncijfers Milcobel Groep (in duizenden euro) Omzet Investeringen vaste activa Resultaat van de groep Eigen vermogen Solvabiliteit % Personeelsbestand

2011


• 11

Kerncijfers melkaanvoer leden

2010 2009

884.599 819.977 755.412 39.973

31.523

29.105

4.399

6.028

3.231

106.894

101.885

95.539

26,7

28,0

27,8

1.951 1.951 1.962

Industriële producten en export derde landen 2011 werd gekenmerkt door relatief stabiele zuivelmarktprijzen. Eind 2010 deed zich een piek voor die zich ook nog begin 2011 doorzette. Vervolgens vlakten de prijzen af tot een vrij stabiel niveau, zij het met een licht dalende tendens naar het eind van het jaar toe. Bovendien hebben de zuivelmarkten met een opmerkelijke weerstand gereageerd op de soms turbulente ontwikkelingen in de wereld gedurende 2011, zoals de kernramp in Fukushima, de Arabische lente, de aanslepende financiële crisis in de EU en de politieke besluiteloosheid in de VS, stuk voor stuk aanleidingen tot een vertraging van de economische groei op wereldschaal. Ook de toegenomen melkproductie wereldwijd (zowel Oceanië, de VS als de EU) en de kleiner dan verwachte importstijging in China hadden slechts een beperkte impact op de marktprijzen in 2011. Begin 2011 bemoeilijkte de verzwakkende koersverhouding tussen dollar en euro de export vanuit Europa. Naar het eind van het jaar toe versterkte de dollar ten opzichte van de euro wat de export vanuit Europa relatief makkelijker maakte.

uitkwamen, piekten tijdens het derde kwartaal van 2011. Naar het eind van het jaar toe deed zich wel een correctie voor. Eind 2011 kwam een grote hoeveelheid boter uit Nieuw Zeeland op de EU markt. Gemiddeld bleef de boterprijs in 2011 14% boven het prijsniveau van 2010.

Melkpoeder

Weiproducten

In de loop van 2011 kreeg de export van volle melkpoeder vanuit Europa tegenwind doordat de prijzen in het zuidelijk halfrond vrijwel het hele jaar door beduidend lager waren dan in de E.U. De vraag naar volle melkpoeder vanuit de interne Europese markt van voedingsmiddelen bleef daarentegen wel sterk. Naar het eind van het jaar toe ontstond een trend naar nivellering van de internationale marktprijzen. Gemiddeld lag de marktprijs voor volle melkpoeder in Europa in 2011 ongeveer 12% hoger dan het jaar voordien.

Een sterke vraag naar weiproducten, voornamelijk vanuit Zuidoost Azië (China), en met een bijzondere vraag voor toepassingen in babyvoeding, leidde tot sterk stijgende marktprijzen. Het gaat hier dan vooral om weipoeder, lactose, WPC, WPI, gedemineraliseerd weipoeder en weipermeaat. Zo steeg de marktprijs voor weipoeder in 2011 gemiddeld 25% boven die van 2010 uit.

Mozzarella

Babyvoeding Incolac (volle melkpoeder) kende een sterke dubbelcijferige omzetgroei in 2011. Dit was deels het gevolg van een sterke prestatie in de Incolac-kernmarkten en van het betreden van veelbelovende nieuwe markten. De prijs van magere melkpoeder uit de EU was in 2011 concurrentieel op de wereldmarkt. Dit zorgde voor een sterke vraag. Zowel de productie van magere melkpoeder in Europa als de export vanuit de EU vertoonden dan ook een sterke stijging in 2011. Gemiddeld steeg de prijs van magere melkpoeder in 2011 met 10% in vergelijking tot 2010. Belgomilk breidde in 2011 zijn verkopen verder uit van ingrediënten op basis van zuivel aan de voedings- en drankenindustrie, en met name de chocolade-industrie. Verschillende nieuwe Europese topklanten kwamen de Belgomilk fabrieken in Langemark en Kallo auditen en gaven een positieve evaluatie. In de loop van 2011 lanceerde Belgomilk het merk Binco op basis van magere melkpoeder en met toevoeging van plantaardige oliën. De vraag vanuit de internationale markten naar Binco was groot en de eerste respons op de introductie was positief. Daarmee neemt Belgomilk ook een plaats in op de markt van “Popularly Priced Products”. Boter De historisch hoge boterprijzen in de EU, die behoorlijk boven de wereldmarktprijs

Babyvoeding, in het kader van de samenwerking met Fasska, kende een verdergaande positieve evolutie. Belgomilk ontwikkelde in 2011 ook zijn eigen merkconcept TrueLife, dat nu klaar is voor introductie in een aantal geselecteerde markten. Mensen Het succes van Belgomilk in 2011 is op de eerste plaats te danken aan de inzet van de Belgomilk- medewerkers. Er wordt dan ook groot belang gehecht aan het menselijk kapitaal. De medewerkers moeten zich kunnen vinden en verder ontwikkelen in de waarden van Belgomilk. Deze zijn: kwaliteit in alle activiteiten, innovatie en creativiteit die leiden tot voortdurende verbeteringen en nieuwe, betere oplossingen, het nastreven van excellente activiteiten en resultaten, klanten marktgerichtheid, samenwerking in teamverband, communicatie (zowel intern als extern) en duurzaam ondernemen vanuit de authentieke eigenheid van Belgomilk. Niet in het minst wordt prioriteit gegeven aan de veiligheid van de mensen. Tijdens 2011 werd een personeelsbevraging gehouden om te peilen naar de tevredenheid en het engagement van de medewerkers. Bedoeling was om na te gaan hoe het engagement van de medewerkers verder geactiveerd kan worden met het oog op de ontwikkeling van de visie, missie en strategie voor de komende jaren. Deze bevraging toont duidelijk het vertrouwen en engagement aan van de medewerkers inzake de toekomst van de onderneming. Er is inmiddels een concreet plan uitgewerkt om het engagement van de medewerkers nog verder te versterken tijdens de komende jaren.


Te Langemark nam Belgomilk in 2011 een nieuwe verpakkingsinstallatie in gebruik voor de zogenaamde single loaf (enkel brood of enkele blok) mozzarella. Deze verpakking is zeer gegeerd in de opkomende markten buiten Europa.

• 13

Zowel de vraag naar als het prijsniveau van mozzarella bleven in 2011 relatief stabiel. In vergelijking tot 2010 steeg de marktprijs gemiddeld met 5%.

Kwaliteit De kwaliteitssystemen binnen Belgomilk worden jaarlijks onderworpen aan een audit door o.a. BRC en AFS. Ook in 2011 kenden deze audits een positief resultaat. Verder hebben in 2011 ook heel wat gerenommeerde klanten de fabrieken ge-audit. Kwaliteit speelt een uiterst belangrijke rol in de ontwikkeling van Belgomilk. Vanzelfsprekend komt voedselveiligheid daarbij op de eerste plaats. Belgomilk richt zijn productieomgevingen steeds beter in volgens de nieuwste inzichten voor de integrale beheersing van pathogene micro-organismen. Voorts gaat ook aandacht uit naar parameters waarop de consumenten de producten beoordelen, zoals smaak, geur en instant eigenschappen. Streefdoel is om een consistent hoge kwaliteit aan te bieden die beter scoort. In dit kader heeft Belgomilk Kallo een nieuwe installatie voor de begassing van melkpoeder met een beschermende atmosfeer in gebruik genomen.

De eerste as heeft te maken met de ontwikkeling van merken voor de internationale consumentenmarkten. Het betreft melkpoeders, groeimelk, babyvoeding en andere kwalitatief hoogwaardige producten op basis van zuivel. Het nutritionele aspect en gezondheid winnen hier steeds meer aan belang. De merkenportfolio bestaat uit Incolac (melkpoeder), Binco (op basis van mager melkpoeder met toegevoegde plantaardige olie) en TrueLife (babyvoeding). Deze producten situeren zich vooral binnen de productexpertise van de Belgomilk-fabriek van Kallo. Vervolgens richt Belgomilk zich op gespecialiseerde ingrediënten op basis van zuivel voor de voedings- en drankenindustrie. Hier gaat het om industriële B2B-klanten. De markten hiervoor bevinden zich voornamelijk binnen Europa, maar ook buiten Europa doen zich steeds meer opportuniteiten voor. Oplossings- en servicegericht werken voor deze klanten, en het geven van technische ondersteuning spelen hierbij een cruciale rol. Dit is de specialisatie van de Belgomilk fabriek van Langemark.

Onderzoek en ontwikkeling

Verder ontwikkelt Belgomilk nieuwe en meer gespecialiseerde ingrediënten die een oplossing bieden aan de industriële klanten. Het gaat daarbij vooral om de functionaliteit van deze ingrediënten in specifieke toepassingen bij de klant. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Belgomilk kiest bewust voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Dit betekent dat er een verdere duurzame ontwikkeling wordt nagestreefd. Zo participeert Belgomilk – via het lidmaatschap van Milcobel – aan de Global Compact van de Verenigde Naties. Daarmee wordt uitdrukkelijk te kennen gegeven dat de universeel aanvaarde grondbeginselen van MVO gerespecteerd worden. Sinds meerdere jaren voldoet de fabriek in Langemark aan een MVO- charter. Dit charter beschrijft concreet de vele inspanningen die in Langemark gedaan worden om MVO concreet vorm te geven. In 2011 heeft ook de fabriek in Kallo een MVO-charter uitgewerkt. Tevens is er in 2011 een MVO-policy uitgewerkt voor heel Belgomilk. Deze policy geeft de objectieven en activiteiten weer die Belgomilk voor de komende jaren zal toepassen. Op dit programma staan o.a. activiteiten om de neven- en afvalstromen van water opnieuw te valoriseren tot drinkwater. Ook heeft Belgomilk de voorbije jaren geïnvesteerd in de omschakeling van stookolie naar aardgas en in de plaatsing van WKK (warmtekrachtkoppeling) installaties. Deze stappen hebben al geleid tot een reductie van de CO2 uitstoot in de fabrieken met 29%. Vooruitzichten Belgomilk tekende in de loop van 2011 zijn visie, missie en strategie uit voor de komende jaren met als horizon 2020. De groepsdirectie en de raad van bestuur keurden het business plan goed in oktober. Volgens dit plan zal Belgomilk zich de komende jaren verder ontwikkelen volgens drie business pijlers.

Door de sterk toenemende kaasproductie in de Milcobel fabrieken van Langemark en Moorslede krijgt Belgomilk de beschikking over grotere hoeveelheden wei. Belgomilk heeft een diepgaande studie gemaakt van de actuele markttrends en de nieuwste technologieën om de markt te kunnen bedienen. Op de eerste plaats richt Belgomilk zich op het interne gebruik van weiproducten binnen de Milcobel Groep (Ysco, Kallo, Inza). Door de toegenomen weiproduductie zullen weiproducten in toenemende mate aan klanten buiten de Groep aangeboden worden. Voor de productie en de commercialisering van weiproducten stelt Belgomilk zich hierbij open voor samenwerking met externe partijen. Belgomilk verwerkte de voorbije jaren een significant stijgende hoeveelheid aangevoerde melk. Het uitgewerkte investeringsplan voorziet in bijkomende capaciteit om de toenemende melkaanvoer ook de komende jaren op een rendabele manier te kunnen verwerken en om met interessante zuivelproducten de weg naar te markt te vinden. De verdere ontwikkeling van Belgomilk zal berusten op het gebruik van moderne technologie. Het nieuwe ERP systeem wordt geïmplementeerd tegen eind 2014. Het zal toelaten om de business-processen nog beter op te volgen en efficiënter te laten verlopen. Als onderdeel van het nieuwe businessplan heeft de raad van bestuur in oktober ook het bijhorende investeringsplan goedgekeurd voor de Belgomilk fabrieken. Het is de bedoeling om deze fabrieken de komende jaren verder uit te bouwen tot “state of the art” fabrieken die tot de grootste en de beste behoren in Europa. De mozzarellafabriek in Langemark wordt fors uitgebreid. Twee sproeidroogtorens, één in Kallo en één in Langemark worden vervangen door een grote sproeidroger in Kallo. De installatie van een nieuwe sproeidroger in Kallo gaat gepaard met een grondige herinrichting van de fabriek en met een verhoogde sproeidroogcapaciteit. Het investeringsplan verzekert niet alleen de verdere uitbouw van de “state of the art” productieactiviteiten van Belgomilk, het biedt eveneens garantie op een aanbod van producten van de hoogste kwaliteit, geproduceerd op de meest efficiënte manier (kostprijsleiderschap). Belgomilk geeft hiermee eveneens de aanzet voor belangrijke nieuwe werkgelegenheid in zijn fabrieken.

• 15

Belgomilk wil nieuwe eigenschappen toevoegen aan de producten die het onderscheidend vermogen met de concurrenten verhogen. Het gaat hier vooral om eigenschappen die verband houden met nutritionele waarde en gezondheid, maar ook met eigenschappen waarop de consumenten de producten beoordelen, zoals smaak, geur en instant eigenschappen.

Als derde focus wordt een doelgericht kostleiderschap beoogd in de productie van mozzarella voor de segmenten van de pizzarestaurants en de pizza-industrie, evenals instant volle melkpoeder voor internationale copackers. Ook dit is B2B, waarbij het aanbieden van oplossingen en service aan de industriële klanten een belangrijke rol speelt. Ook het aanbieden van een hoge en consistente kwaliteit is essentieel. Belgomilk Langemark richt zich op mozzarella, Belgomilk Kallo op instant volle melkpoeder.


Belgomilk heeft in 2011 zijn activiteiten op gebied van onderzoek en ontwikkeling een verdere impuls gegeven.

Consumentenkaas en -boter Brugge kaas, de absolute marktleider in de categorie Belgische kazen.

Ook de succesvolle lancering van het merk Brugge in de consumentenboter heeft de kracht en de notoriteit van het merk bevestigd. Dit spectaculaire groeipatroon zorgt uiteraard voor een hoge bezetting van de kaasfabrieken die tegen hun capaciteitslimieten aanlopen. Daarom werd in de tweede jaarhelft van 2011 besloten om de geplande mediacampagnes gedeeltelijk terug te schroeven. Van zodra de extra capaciteit ter beschikking komt ( medio 2012) zal terug volop gemikt worden op verdere groei en zal ook de communicatie opnieuw opgedreven worden.

Samen met de verpakkingsafdeling van het zusterbedrijf Kaasimport Jan Dupont werden ook een aantal nieuwe ontwikkelingen gerealiseerd in voorverpakte kaas onder belangrijke huismerken en op basis van Belgomilk grondstoffen. Daarbij worden vooral niches opgezocht van karaktervolle kaasspecialiteiten in het segment van de sneden en de halfzachte kazen. Met de ingebruikname - eind 2011 - van nieuwe rijpingsinstallaties en pekelinstallaties is ondertussen het finale traject van de uitbreiding van de kaasfabriek van Moorslede begonnen. In het eerste kwartaal van 2012 worden de verdere onderdelen geactiveerd zodat per eind april 2012 de transfer van de productie uit de site van Gierle zal afgerond zijn. Deze belangrijke stap is een mijlpaal in het kaasmasterplan van de afdeling consumentenkazen van de Groep. De nieuwe productielijnen bieden de mogelijkheid om op een kwalitatieve en performante manier verder de commerciële ontwikkeling te ondersteunen.

• 17

Tegen die achtergrond is de sterke groei van het merk “Brugge kaas“ in de Belgische markt dan ook een excellente prestatie te noemen. Zowel in het traditionele kanaal als in het retailkanaal kon de gestage opmars verder doorgezet worden. Geholpen door een steeds hogere notoriteit en een betere distributiegraad werden historisch hoge verkoopvolumes gerealiseerd. Vooral ‘ Brugge Oud ‘ heeft in zijn specifiek segment zijn dominante positie nog verder kunnen uitbouwen, maar ook de andere varianten zoals Brugge Blomme en Brugge Goud kunnen goede groeicijfers voorleggen. Eens te meer is Brugge kaas dan ook de groeimotor in de categorie harde en halfharde kaas in het schap.

In een aantal exportmarkten is het effect van de economische crisis wel erg voelbaar en is de verwachte ontwikkeling duidelijk afgeremd. Toch konden er een aantal nieuwe bestemmingen toegevoegd worden aan de internationale ontwikkeling van de Brugge kazen. Verdere investeringen in nieuwe distributiekanalen zullen de categorie Belgische kazen wereldwijd op de kaart zetten.


In de ons omringende landen hebben de huismerken in 2011 de ontwikkeling van vele A-merken in het zuivellandschap erg dwarsgezeten. Ook in België is dit de algemene trend.

Consumptiemelk en functionele drinks Inza is traditioneel sterk aanwezig in alle belangrijke distributiekanalen, hetzij met producten onder eigen merk, hetzij met producten onder een premium merk van derden of onder private label. Meer dan de helft van de totale productie wordt uitgevoerd, zowel binnen als buiten Europa. De grootdistributie, zuivelgroothandel en collectiviteiten zoals scholen en grootkeukens zijn van oudsher belangrijke afnemers. Inza is eveneens actief binnen het out-of-home marktsegment.

Voor 2012 wordt een positieve kentering verwacht door een verdere verschuiving van het productassortiment naar meer specialistische producten. Het is de bedoeling hierdoor de afhankelijkheid van de hoge volatiliteit van de grondstoffenmarkt en van de consumptiemelkmarkt te verminderen. Om de significante uitbreiding van het volume producten met hogere toegevoegde waarde volledig te kunnen realiseren, zijn belangrijke investeringen voorzien in infrastructuur en procesapparatuur. In 2012 zal eveneens verder gewerkt worden aan de uitbouw van de merken Choco!Choco en Yogho!Yogho! Yogho!Yogho! wordt geherlanceerd en geherpositioneerd met nieuwe recepten en verpakkingen. Dit zal gepaard gaan met de nodige commerciële acties en marketing inspanningen ter ondersteuning. Verder zal ook bijzondere aandacht besteed worden aan verder doorgedreven kostenbesparingen en rendementsverbeteringen.

2011 opnieuw een moeilijk jaar voor consumptiemelk Uitdagingen Net zoals in 2010 bleven in de loop van 2011 de marges en de rendabiliteit van de consumptiemelkactiviteit verder onder druk staan. Dit voornamelijk als gevolg van de relatief sterk gestegen grondstofkosten zoals melk, suiker en cacao. Ook de polyethyleen verpakkingsmaterialen kenden een forse prijsstijging. Deze kostenverhogingen konden niet of onvoldoende worden doorgerekend in de verkoopprijzen. De consumptiemelkprijzen bleven duidelijk achter op de prijsontwikkelingen van melkpoeder, kaas, botervet en wei. Bovendien is de bedrijfsactiviteit verminderd waardoor het verkochte volume met ongeveer 8% is gedaald. Dit is in hoofdzaak toe te schrijven aan het stopzetten van enkele contracten met lage marges. In 2011 werd voornamelijk geïnvesteerd in een verder doorgedreven procesautomatisering evenals in een aantal energiebesparende projecten. Deze laatste resulteren in een daling van het verbruik van gas, elektriciteit en/of perslucht.

Omwille van de schaalgrootte is Inza verplicht het aandeel aan producten met hogere toegevoegde waarde constant uit te breiden en flexibel in te spelen op de steeds sneller wijzigende marktomstandigheden. Aldus verkleint de afhankelijkheid van de relatief grote prijsschommelingen voor consumptiemelk onder private label. Innovatie via onderzoek en ontwikkeling staat hierbij centraal, niet alleen wat betreft nieuwe producten maar ook qua processen. Daarnaast zal de aandacht ook meer en meer gaan naar export van melk en melkdranken buiten Europa onder de merknaam Incolac. Dit merk heeft reeds een sterke positie opgebouwd in bepaalde landen in Afrika en het Midden-Oosten en het is de bedoeling om daarvan maximaal gebruik te maken voor het commercialiseren van melk en melkdranken. In 2011 kon daardoor een belangrijke groei worden waargenomen tegenover het jaar voordien. Ook inzake samenwerkingsverbanden met strategische partners voor specialistische producten wordt gestreefd naar een verdere uitbouw. Dit moet resulteren in een duurzame activiteitontwikkeling, met het belang van alle stakeholders voor ogen. Hier wordt in 2012 een belangrijke stap in de goede richting gezet met een significante uitbreiding van deze activiteiten.

• 19

Onderzoek en ontwikkeling, gerichte investeringen, een integraal kwaliteitsbeleid onderbouwd met IFS, ACS en GMP certificaten, plus ervaren en toegewijde medewerkers, staan borg voor een hedendaags productieapparaat en voor een ruim assortiment kwaliteitsproducten.

Vooruitzichten voor 2012


Inza is de consumptiemelkafdeling binnen de Milcobel Groep. Inza oriënteert zich meer en meer naar de productie en commercialisering van functionele drinks evenals naar de uitbouw van het productassortiment onder eigen merken.

Roomijs Mooi voorjaar – dramatische zomer

Het aandeel private label in de merkenportefeuille bleef voor het elfde jaar op rij stijgen en is nu reeds goed voor 90% van het totale volume. Co-packing – het produceren onder het merk van andere fabrikanten – daalde tot 1,7%. De verkoop van eigen Ysco-merken bleef verder dalen en bedraagt nu maar 8% meer van het totale volume. De substitutie van het Ysco-merk door private label bij bepaalde klanten en de strategische focus van Ysco op private label zijn hiervoor de belangrijkste oorzaken. Uit de cijfers blijkt ook dat het segment van de retail goed is voor ruim 93% van de totale verkoop van Ysco, het foodservice-gedeelte bleef stabiel maar bedraagt nauwelijks nog 5% van het totale volume. De grootste productgroep voor Ysco, nl. de hoorntjes, steeg opnieuw met bijna 7%. Op het totale volume is deze productgroep nu goed voor ruim 35% van het totale volume. In de hoorntjes profileert Ysco zich dan ook terecht als Europees marktleider. Ook het schepijs kende een sterke groei in 2011: er werd maar liefst 3 miljoen liter meer van verkocht. Deze stijging werd gerealiseerd onder impuls van het segment “premium roomijs 900ml”. Het aandeel schepijs in het totaal pakket bedraagt nu 31%. De verkoop van jumbo’s kende een lichte stijging met een miljoen liter en stabiliseerde op circa 20 % van het totale volume. Alle andere productgroepen kregen een lichte daling te verwerken. Chocosticks zijn nu goed voor ruim 6% van het volumeaandeel. Taarten en bekers behalen nog een

Een heel moeilijk jaar Als private label-fabrikant beweegt Ysco zich op een uiterst competitieve markt, waar de vaste kosten tot een strikt minimum moeten worden herleid. In die optiek heeft Ysco de voorbije jaren grote inspanningen geleverd door het sluiten van Oosterhout, de verkoop van Frigécrème, de reductie van de logistieke kosten door het centraliseren van de stock bij PLE-Ieper en vanaf 2011 ook bij PLE-Argentan. Daarnaast waren de productierendementen in Langemark en Argentan hoog. Vooral voor Argentan betekende dit een forse verbetering. De fundamenten om een goed resultaat te halen waren dus zeker aanwezig, maar de evolutie van de grondstofprijzen was de grote spelbreker. Waar in het begin van het seizoen 2010 deze grondstofprijzen aanvankelijk relatief laag waren, gingen ze in de tweede helft van 2010 fors de hoogte in. Een deel van de stijgingen werd uiteraard doorgerekend aan de klanten tijdens de contractbesprekingen in het najaar 2010, maar niemand kon toen vermoeden dat bepaalde grondstoffen tot op een historisch hoog niveau verder zouden stijgen na het afsluiten van deze jaarcontracten. De grootste opdoffer kwam van kokosvet (gebruikt voor de productie van consumptie-ijs) dat maar liefst verdriedubbelde in prijs. Andere sterke stijgers waren zuivel, verpakkingen, aroma’s en suiker. Het objectief voor Ysco in 2011 was om opnieuw een positief resultaat te boeken na de twee recordjaren 2010 en 2009. Ysco had vorig jaar reeds gewaarschuwd voor de volatiliteit van de grondstoffen. Dit is helaas bevestigd, maar ondanks het mindere resultaat in 2011 werd verder gebouwd aan de fundamenten om in de komende jaren terug een positief resultaat te schrijven. 2012, na regen komt zonneschijn In het najaar 2011 werden de meeste jaarcontracten onderhandeld met de supermarktketens voor 2012. Ysco slaagde erin om voor deze nieuwe contracten prijsverhogingen af te dwingen, wat het resultaat uiteraard positief zal beïnvloeden. Naast deze prijsverhogingen is er ook een stabiele tendens voor de meeste grondstoffen. Gezien het leeuwendeel van de producties in de eerste helft van het jaar gebeurt, zou dit ook een positief effect moeten hebben op het resultaat. Daarnaast is het ook uitermate positief dat Ysco voor 2012 heel wat bijkomende contracten kon binnenhalen bij diverse retailers, zodat quasi zeker opnieuw een mooie volumewinst geboekt zal kunnen worden in 2012.

• 21

Op de Franse markt boekte Ysco na vele jaren van verlies terug een lichte winst en blijft Frankrijk de belangrijkste afzetmarkt van Ysco, met een volumeaandeel van 23%. Op de tweede afzetmarkt, Nederland, behaalde Ysco een groei van ruim één miljoen liter en kwam uit op zijn hoogste peil ooit. Nederland is nu goed voor 18% van de verkoop. De verkoop in het Verenigd Koninkrijk echter zat helemaal in de lift en kwam ruim 16% hoger uit dan in 2010, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de groei bij de supermarktketen Morrisons. Het Verenigd Koninkrijk wordt zo de derde markt voor Ysco met een aandeel van 13%. Andere grote stijgers dit jaar waren de Belux en de exportlanden buiten Europa. De stijging in de Belux bedroeg 2 miljoen liter en was grotendeels te danken aan nieuwe introducties in premium schepijs bij de twee grootste retailers in België. De Belux is goed voor net 10%. De groei buiten Europa kwam voornamelijk van de Australische markt. In Scandinavië werd voor de eerste maal volume verloren, meer bepaald een verlies van 5%. Het volumeaandeel van Scandinavië valt daardoor terug tot 10%. De andere markten, met name Duitsland en Spanje, kenden een lichte terugval en waren goed voor respectievelijk 9% en 8% van het totale volume.

aandeel van 2% en waterijs bleef stabiel op 1% volumeaandeel. De grootste daling deed zich opnieuw voor bij de assortimentsdozen, waar het volume nog maar eens halveerde en nu nog slechts 0,5% bedraagt.


De eerste maanden van 2011 waren voor Ysco veelbelovend: tegen eind mei was de voorsprong reeds opgelopen tot 8 miljoen liter. De daaropvolgende slechte zomer was echter de grote spelbreker, en eind augustus was alle voorsprong verdwenen als sneeuw voor de zon. Door een mooie septembermaand en structurele groei in de vervolgmaanden kon Ysco het jaar toch nog afsluiten met een winst van 6 miljoen liter, of ruim 4% hoger dan 2010. De omzet lag 6% hoger.

Kaasverpakking en -distributie Schakel tussen consument en producent voor de BENELUX!

Toekomst

• 23

De gemeenschappelijke passie is “kaas in al zijn facetten” met een duidelijke focus op het premium-segment. Het aanbod wordt echter gedifferentieerd en aangepast aan de noden van elk kanaal waarbij - in tegenstelling met sommige collega’s – gefocust wordt op kaas. De expertise en competentie op kaasgebied leveren voor beide partijen een toegevoegde waarde die zich vertaalt in een wederzijdse rendabele omzetgroei. In die zin is er een duidelijke evolutie naar echte specialisatie en toelevering naar andere grossiersdistributeurs (o.a. vleeswaren, zuivel, horeca) en franchiseformules. Deze focus op kaas

in al zijn verschijningsvormen (onversneden, verpakt) heeft geleid tot een diep en breed assortiment (1000 kazen, +2000 referenties) leverbaar binnen de 24 uur volgens het principe ‘make to order’. Om dit dagelijks waar te maken zijn er preferentiële relaties opgebouwd met een leverancierspool van +250 kaasproducenten, waarvan een aantal gespecialiseerd in rauwmelkse kazen en/of AOP appellaties. Om de aanleveringsroute voor deze kleinere producenten te optimaliseren is geopteerd voor platformen (‘groupage’) in Frankrijk, Italië, Zwitserland, Iberia.

Het jaar 2011 is afgesloten in lijn met de verwachtingen (lichte omzetgroei vnl. gedreven door het ‘premium segment’) maar de marges staan onder druk door de verscherpte concurrentie. De consolidatie in de sector blijft verder gaan, het aantal kaasgrossiersdistributeurs-verpakkers neemt gestaag af en er vormen zich echte conglomeraten bij onze Noorder - en Zuiderburen. De concurrentie zal in de komende jaren nog intenser worden. De sterke regionale inplanting met Kaasimport Jan Dupont in het Noorden van België, Camal in het Zuiden van België en SherlockCheese in Nederland zal de basis vormen voor proximiteit. In combinatie met de inzet van 300 gepassioneerde medewerkers staat dit elke dag opnieuw voor een maximale service aan onze klanten!


Het is de ambitie van de kaasverpakking en -distributie om elk winkelpunt waar kaas verkocht wordt, van de kaasspeciaalzaak, de traditionele winkel (slager, traiteur, marktkramer), de convenience store, de deli-shop, de sociale en commerciële catering tot de retail, direct of indirect te beleveren. En dit binnen het ganse territorium van de Benelux. In die optiek kadert de acquisitie door Milcobel cvba begin januari 2012 van de vennootschap SherlockCheese bv gevestigd te Nieuw-Vennep (NL). Deze firma is een gespecialiseerde distributeur van buitenlandse kazen in Nederland en op haar beurt de resultante van een fusie tussen twee gerenommeerde kaasgrossiers nl. Verbakel & Seggelink bv en Ravoska Kaasimport bv. Samen met Kaasimport Jan Dupont te Brugge en Camal te Barchon beschikt Milcobel nu over een distributieorganisatie die de hele Benelux afdekt, waarbij enerzijds synergieën kunnen worden gerealiseerd en anderzijds toch voldoende nabijheid tot de klant kan gegarandeerd worden.

Wie is wie in Milcobel 2011?


• 24

Raad van bestuur (in nieuwe samenstelling vanaf 21/06/2011) Veys Guido Geelen Jean Wittevrongel Henri Desmet Christian Bruurs Jan Van Laer Luc Coens - De Roo Greet Vermander Geert Wallays Jan D’haemer Kris Peeters Paul

Voorzitter Ondervoorzitter, ledenkring Limburg & Brabant Ledenkring Noord Oost-Vlaanderen Ledenkring Zuid Oost-Vlaanderen Ledenkring Noord-West Antwerpen Ledenkring Kempenland Ledenkring ‘t Brugse Ommeland Ledenkring Westhoek Ledenkring Zuid West-Vlaanderen Franstalige ledenkring Extern bestuurder

Auditcomité Wallays Jan Veys Guido Geelen Jean D’haemer Kris Bruurs Jan Commissarissen - Revisoren PricewaterhouseCoopers Vertegenwoordigd door Lozie Filip Groepsdirectie Buggenhout Patric Voorzitter Neirynck Geert Financiën Van Gelder Luk Industriële producten en export derde landen Van Hoe Luc Consumentenkaas en -boter Mottar Jef Consumptiemelk Huyskens Patrick Kaasverpakking en -distributie Van Nieuwenborgh Bert Roomijs

Financieel

A. Jaarrekening 1. Geconsolideerde balans na winstverdeling


• 26

ACTIVA

Codes

BOEKJAAR 2011 in € 165.799.176

BOEKJAAR 2010 in €

VASTE ACTIVA

20/28

147.678.904

Immateriële vaste activa

21

7.428.595

6.839.754

Positieve consolidatieverschillen

9920

1.721.961

2.131.103

22/27 Materiële vaste activa 22 Terreinen en gebouwen Installaties, machines en uitrusting 23 24 Meubilair en rollend materieel 25 Leasing en soortgelijke rechten 26 Overige materiële vaste activa 27 Activa in aanbouw en vooruitbetalingen

155.451.881 37.632.450 82.209.020 5.610.726 2.801.951 204.542 26.993.192

137.569.186 35.864.663 71.794.853 4.779.780 4.021.072 247.303 20.861.515

28 Financiële vaste activa 9921 Vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast 99211 Deelnemingen 284/8 Andere ondernemingen 284 Deelnemingen, aandelen en deelbewijzen 285/8 Vorderingen

1.196.739 1.031.407 1.031.407 165.332 2.790 162.542

1.138.861 999.089 999.089 139.772 2.790 136.982

VLOTTENDE ACTIVA

29/58

234.332.644

216.321.059

Vorderingen op meer dan één jaar Overige vorderingen Voorraden en bestellingen in uitvoering Voorraden Grond- en hulpstoffen Gereed product Handelsgoederen

29 291 3 30/36 30/31 33 34

Vorderingen op ten hoogste één jaar Handelsvorderingen Overige vorderingen

40/41 40 41

Liquide middelen Overlopende rekeningen

54/58 490/1

TOTAAL DER ACTIVA

20/58 400.131.820 363.999.963

2.207.685 2.207.685

2.499.539 2.499.539

96.264.916 96.264.916 17.756.789 66.828.762 11.679.365

91.678.668 91.678.668 13.702.564 64.552.126 13.423.978

133.183.303 122.387.400 10.795.903

119.645.221 111.915.864 7.729.357

1.735.362

1.648.972

941.378

848.659

PASSIVA EIGEN VERMOGEN

Codes 10/15

10 Kapitaal 100 Geplaatst kapitaal 101 Niet-opgevraagd kapitaal 11 Uitgiftepremies 9910 Geconsolideerde reserves (+)(-) 9912 Omrekeningsverschillen (+)(-) 15 Kapitaalsubsidies

28.289.249 29.799.817 1.510.568 32 75.918.890 2.731 2.683.796

88.062

101.885.144 26.593.613 28.221.545 1.627.932 31 72.596.268 2.731 2.692.501

90.803

VOORZIENINGEN, UITGESTELDE BELASTINGEN 16 EN BELASTINGLATENTIES

29.575.318

28.409.967

• 27

9913

106.894.698


160/5 Voorzieningen voor risico’s en kosten 160 Pensioenen en soortgelijke verplichtingen 163/5 Overige risico’s en kosten Uitgestelde belastingen en belastinglatenties 168

7.050.533 2.351.617 4.698.916 22.524.785

6.151.310 2.337.742 3.813.568 22.258.657


BELANGEN VAN DERDEN


SCHULDEN

17/49

263.573.742

233.614.049

17 Schulden op meer dan één jaar 170/4 Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke 172 schulden 173 Kredietinstellingen 178/9 Overige schulden

92.221.728 92.212.008 2.303.815 89.908.193 9.720

73.712.836 73.699.876 3.235.265 70.464.611 12.960

42/48 Schulden op ten hoogste één jaar 42 Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen 43 Financiële schulden 430/8 Kredietinstellingen 44 Handelsschulden 440/4 Leveranciers 45 Schulden met betrekking tot belastingen, bezoldigingen en sociale lasten 450/3 Belastingen 454/9 Bezoldigingen en sociale lasten 47/48 Overige schulden

169.967.308 22.687.868 31.831.007 31.831.007 93.659.096 93.659.096 17.983.498 2.246.749 15.736.749 3.805.839

158.393.034 19.499.130 24.315.885 24.315.885 93.691.125 93.691.125 17.290.759 2.177.066 15.113.693 3.596.135

Overlopende rekeningen

492/3

1.384.706

1.508.179

TOTAAL DER PASSIVA

10/49

400.131.820

363.999.963

2. Geconsolideerde resultatenrekening


• 28

Codes



70/74 Bedrijfsopbrengsten 70 Omzet Toename (afname) in de voorraad goederen in bewerking en gereed product en in de bestellingen 71 in uitvoering (+)(-) 74 Andere bedrijfsopbrengsten

901.236.898 884.599.138

837.609.229 819.976.626

3.375.309 13.262.451

5.393.375 12.239.228

60/64 Bedrijfskosten 60 Handelsgoederen, grond- en hulpstoffen 600/8 Aankopen 609 Afname (toename) van de voorraad (+)(-) 61 Diensten en diverse goederen 62 Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen Afschrijvingen en waardeverminderingen op oprichtingskosten, op immateriële en 630 materiële vaste activa Waardeverminderingen op voorraden, bestellingen in uitvoering 631/4 en handelsvorderingen - Toevoegingen (terugnemingen) ( +)(-) Voorzieningen voor risico’s en kosten 635/7 - Toevoegingen (terugnemingen) (+)(-) 640/8 Andere bedrijfskosten

895.171.277 654.168.763 655.963.576 -1.794.813 117.205.532 98.593.771

828.331.684 600.475.833 603.215.553 -2.739.720 108.679.072 94.865.018

20.755.193

20.480.522

126.586 905.426 3.416.006

65.632 116.489 3.649.118

9901 Bedrijfswinst (bedrijfsverlies) (+)(-)

6.065.621 9.277.545

75 Financiële opbrengsten 750 Opbrengsten uit financiële vaste activa 751 Opbrengsten uit vlottende activa 752/9 Andere financiële opbrengsten

5.151.070 932.164 757.605 3.461.301

5.633.386 423.968 1.150.585 4.058.833

65 Financiële kosten 650 Kosten van schulden 9961 Afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen 652/9 Andere financiële kosten 9902 Winst (verlies) uit de gewone bedrijfsuitoefening, vóór belasting (+)(-)

8.961.415 6.607.411 426.429 1.927.575

8.018.309 7.065.707 422.971 529.631

76 Uitzonderlijke opbrengsten 763 Meerwaarden bij de realisatie van vaste activa Andere uitzonderlijke opbrengsten 764/9

2.621.617 2.602.379 19.238

575.459 478.557 96.902

66 Uitzonderlijke kosten 661 Waardevermindering op financiële vaste activa 663 Minderwaarden bij de realisatie van vaste activa 664/8 Andere uitzonderlijke kosten

150.128 6 116.792 33.330

52.916 2 43.374 9.540

9903 Winst (verlies) van het boekjaar vóór belasting (+)(-)

2.255.276 6.892.622

4.726.765 7.415.165

Codes



Onttrekking aan de uitgestelde belastingen en 780 de belastinglatenties

1.054.564

842.771

680 Overboeking naar de uitgestelde belastingen en de belastinglatenties

1.270.479

2.071.611

Waarvan: Aandeel van derden Aandeel van de groep

99761 (+)(-) 99762 (+)(-)

-2.740 4.398.851

345 6.028.592


Aandeel in het resultaat van de vennootschappen 9975 32.318 -48.829 waarop vermogensmutatie is toegepast (+)(-) 99751 32.318 Winstresultaten 99651 48.829 Verliesresultaten 9976 4.396.111 6.028.937 Geconsolideerde winst (verlies) (+)(-)

• 29

67/77 147.057 108.559 Belastingen op het resultaat (+)(-) 670/3 147.057 133.388 Belastingen Regularisering van belastingen en terugneming 24.779 van voorzieningen voor belastingen 77 9904 4.363.793 6.077.766 Winst (verlies) van het boekjaar (+)(-)

3. Toelichting bij de geconsolideerde jaarrekening 1. Lijst van de geconsolideerde dochterondernemingen en van de vennootschappen waarop de vermogensmutatiemethode wordt toegepast Toegepaste methode (1)

Gehouden deel van het kapitaal (2) (in %)

Wijziging in het % van het gehouden kapitaal (t.o.v. het vorig boekjaar)

B.M.F. Lait sarl Rue de la Gare 3087 - 59299 Boeschepe - Frankrijk

I

100,00

0,00

Milcobel Nederland bv Everdenberg 15 - 4902 Oosterhout

I

100,00

0,00

Milcobel 3 F cvba Fabriekstraat 141 - 9120 Kallo (Beveren-Waas) - België - BE 0424.899.491

I

100,00

0,00

Cheeseline nv Lieven Bauwensstraat 9 - 8200 Sint-Andries - België - BE 0441.187.078

I

100,00

0,00

Fassbel nv Fabriekstraat 141 - 9120 Beveren-Waas - België - BE 0476.830.917

I

50,00

0,00

Kaasimport Dupont nv Lieven Bauwensstraat 9 - 8200 Sint-Andries - België - BE 0405.109.216

I

100,00

0,00

Ysco nv Fabriekstraat 141 - 9120 Beveren-Waas - België - BE 0472.336.451

I

100,00

0,00

Ysco France sas Avenue de la 2e DB 53 - 61208 Argentan - Cedex - Frankrijk

I

100,00

0,00

Ysco holding France sasu Rue de la Gare 3087 - 5929 Boeschepe - Frankrijk

I

100,00

0,00

Belgomilk cvba Fabriekstraat 141 - 9120 Beveren-Waas - België - BE 0870.017.447

I

99,99

0,00

ZVF Inza cvba Wasserijstraat 5 - 2900 Schoten - België - BE 0428.890.547

I

100,00

0,00

Kempico cvba Melkerijstraat 1 - 2275 Lille - België - BE 0431.515.287

I

99,74

0,00

99,99

0,00


• 30

NAAM, volledig adres van de ZETEL en, zo het een vennootschap naar Belgisch recht betreft, ONDERNEMINGSNUMMER

Zuivelindustrie Zandhoven cvba Wasserijstraat 5 - 2900 Schoten - België - BE 0406.045.562

Camal nv Route de Légipont 12 - 4671 Barchon - België - BE 0412.859.912

Toegepaste methode (1)

I

Bedrijvenpark Wingene nv Oude Bruggestraat 13 - 8750 Wingene - België - BE 0461.014.769



100,00

0,00

7,77

0,00

V4

20,00

20,00

St Marie cvba Bredabaan 522 - 2990 Wuustwezel - België - BE 0403.743.989

I

100,00

100,00

• 31

Héritage 1466 nv Rue de Charneux 32 - 4650 Herve - België - BE 0425.964.513

(1) I Integrale consolidatie V4 Vermogensmutatiemethode toegepast op een gemeenschappelijke dochteronderneming waarvan het bedrijf niet nauw geïntegreerd is in het bedrijf van de vennootschap d ie over de gezamelijke controle beschikt (artikel 134, tweede lid van voormeld koninklijk besluit) (2) Deel van het kapitaal van deze ondernemingen dat wordt gehouden door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen en door de personen die in eigen naam optreden maar voor rekening van deze ondernemingen.

2. Lijst van de exclusieve en gemeenschappelijke dochterondernemingen die niet worden opgenomen (in toepassing van artikel 107 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen) en van de geassocieerde vennootschappen waarop de vermogensmutatiemethode niet wordt toegepast (in toe-passing van artikel 157 van voormeld koninklijk besluit) NAAM, volledig adres van de ZETEL en, zo het een vennootschap naar Belgisch recht betreft, ONDERNEMINGSNUMMER

Les Fromagers des Flandres GEIE Rue de Luxembourg 15 - 59059 Roubaix cédex 1 - Frankrijk

Reden van de uitsluiting (1)

A



50,00

0,00

(1) Reden van de uitsluiting: A. Dochteronderneming van te verwaarlozen betekenis. (2) Deel van het kapitaal van deze ondernemingen dat wordt gehouden door de in de consolidatie opgenomen ondernemingen en door personen die in eigen naam optreden maar voor rekening van deze ondernemingen.


NAAM, volledig adres van de ZETEL en, zo het een vennootschap naar Belgisch recht betreft, ONDERNEMINGSNUMMER

3. Consolidatiecriteria en wijzigingen in de consolidatiekring Aanduiding van de criteria die worden gehanteerd voor de toepassing van de integrale consolidatie, de evenredige consolidatie en de vermogensmutatiemethode en van de gevallen, met motivering ervan, waarin van deze criteria wordt afgeweken (in toepassing van artikel 165, I. van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen).


• 32

De methode van de integrale consolidatie wordt toegepast op alle ondernemingen waarin de consoliderende onderneming rechtstreeks of onrechtstreeks de controle uitoefent, in rechte of in feite. Ondernemingen waarin de controle gedeeld wordt, worden opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening volgens de integrale methode of volgens de vermogensmutatiemethode, dit naargelang de graad van integratie met Milcobel. De deelnemingen in geassocieerde ondernemingen werden gewaardeerd en opgenomen met toepassing van de vermogensmutatiemethode.

4. Waarderingsregels en methodes voor de berekening van de fiscale latenties Opgave van de gehanteerde criteria voor de waardering van de verschillende posten van de geconsolideerde jaarrekening, inzonderheid: - voor de vorming en aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten, alsmede voor de herwaarderingen (in toepassing van artikel 165,VI.a van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen). - voor de omrekeningsgrondslagen van de bedragen die in een andere munt zijn of oorspronkelijk waren uitgedrukt dan de munt waarin de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld en van de boekhoudstaten van dochterondernemingen en van geassocieerde vennootschappen naar buitenlands recht (in toepassing van artikel 165, VI.b. van voormeld koninklijk besluit).

ACTIVA Oprichtingskosten De oprichtingskosten worden lineair afgeschreven aan 20%.

Immateriële vaste activa De aanschaffingen en de ingebrachte immateriële vaste activa worden geboekt op het actief van de balans tegen hun aanschaffingsprijs of inbrengwaarde en worden lineair afgeschreven volgens onderstaande percentages: min. max. 1. Kosten van onderzoek en ontwikkeling 20 20 2. Concessies, octrooien, licenties, merken, enz. 10 20 3. Goodwill 10 20 4. Vooruitbetalingen 0 0

Consolidatieverschillen De consolidatieverschillen vertegenwoordigen de afwijkingen tussen enerzijds de aanschaffingswaarde en anderzijds het overeenstemmende deel van het eigen vermogen op datum waarop de aandelen zijn verworven of op een nabijzijnde datum. Voor zover deze verschillen hun oorsprong vinden in een over- of onderwaardering van bepaalde posten op het actief of passief, worden ze daaraan toegewezen. Het overblijvende verschil wordt in de geconsolideerde rekeningen opgenomen onder de post “consolidatieverschillen” op het actief of het passief van de balans naargelang de aanschaffingswaarde groter of kleiner is dan het aandeel in het (eventueel herwerkte) eigen vermogen. Geactiveerde consolidatieverschillen worden lineair afgeschreven over een periode van vijf jaar. Op deze verschillen worden aanvullende of uitzonderlijke afschrijvingen toegepast wanneer het ingevolge wijzigingen in de economische omstandigheden niet langer verantwoord is ze tegen die waarde te behouden in de geconsolideerde balans.

Voorraden - Grondstoffen: aanschaffingswaarde volgens gewogen gemiddelde prijs of lagere marktwaarde op balansdatum voor vast en vloeibaar zuivel en voor de ijsroomactiviteiten - Hulpstoffen en handelsgoederen: • aanschaffingswaarde volgens gewogen gemiddelde prijs of lageremarktwaarde op balansdatum voor vast zuivel en voor de ijsroomactiviteiten; • aanschaffingswaarde volgens fifo-methode of lagere marktwaarde op balansdatum voor vloeibaar zuivel • aanschaffingswaarde volgens de gewogen gemiddelde prijs, volgens de fifo-methode of volgens individualisering van de prijs van elk bestanddeel voor de kaashandel en dit naar gelang de aard van het product. De aanschaffingswaarde mag niet hoger zijn dan de marktwaarde op balansdatum; - Gereed product: waardering tegen vervaardigingsprijs of tegen marktwaarde, als die lager is op balansdatum • de vervaardigingsprijs omvat, naast aanschaffingskosten van grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen, productiekosten die rechtstreeks aan individuele product of productgroepen toerekenbaar zijn Vorderingen op meer dan één jaar op ten hoogste één jaar De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde. Op deze vorderingen worden waardeverminderingen geboekt wanneer onzekerheid bestaat omtrent de inbaarheid van de vorderingen.


Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden op het actief van de balans geboekt tegen hun aanschaffingsprijs (incl. bijkomende kosten) of hun inbrengwaarde. Afschrijvingen worden volgens de lineaire methode (pro rata temporis) geboekt over de economische levensduur. De afschrijvingspercentages zijn als volgt: min. max. 1. Industriële, administratieve en commerciële gebouwen 3 10 2. Installaties, machines en uitrusting 5 25 3. Rollend materieel 10 25 4. Kantoormateriaal en meubilair 10 33 5. Andere materiële vaste activa 3 20 6. Activa in aanbouw en vooruitbetalingen 0 0 7. Leasing en soortgelijke rechten: volgens de categorie waartoe het actief behoort

• 33

Negatieve consolidatieverschillen worden op het passief geboekt. Ze komen enkel ten gunste van de geonsolideerde V&W rekening om operationele verliezen te dekken, te wijten aan op het ogenblik van de acquisitie bestaande redenen (overcapaciteit, te hoog personeelsbestand) en dit binnen een beperkte tijd. Ze worden geboekt op code 9960 ‘Afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen’.

Geldbeleggingen Aandelen en vastrentende effecten: aanschaffingswaarde Tegoeden bij financiële instellingen: nominale waarde Liquide middelen Waardering tegen nominale waarde.

PASSIVA Geconsolideerde reserves De groepsreserves omvatten de reserves en de overgedragen resultaten van de consoliderende onderneming, verhoogd met het aandeel van de groep in de resultaten, na aftrek van de verrichte uitkeringen, van de integraal en evenredig geconsolideerde vennootschappen en de vennootschappen waarop vermogensmutatie is toegepast.


• 34

Kapitaalsubsidies De kapitaalsubsidies worden gewaardeerd aan nominale waarde na aftrek van de uitgestelde belastingen.

Voorzieningen voor risico’s en kosten Op basis van een voorzichtige raming wordt door de Raad van Bestuur beslist welke voorzieningen dienen aangelegd te worden voor het dekken van de kosten van brugpensioenen, van grote herstellingen en groot onderhoud, regelingen van schadegevallen, verstrekte waarborgen, dekkingsrisico’s en eventuele andere risico’s en kosten die per balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, maar waarvan de omvang nog niet precies vaststaat.

Uitgestelde belastingen en belastinglatenties Uitgestelde belastingen en belastinglatenties worden geboekt: - Op de verschillen die voortvloeien uit de toepassing van de waarderingsregels van de Groep ten opzichte van de statutaire waarderingsregels v an de vennootschappen van de Groep, - Op de tijdelijke verschillen tussen de boekhoudkundige en de fiscale resultaten, - Op de toegekende nog niet afgeschreven kapitaalsubsidies en de vrijgestelde meerwaarden opgenomen in het eigen vermogen van de onderneming.

Schulden op meer dan één jaar en op ten hoogste één jaar Schulden worden tegen hun nominale waarde geboekt.

Overlopende rekeningen Opbrengsten en kosten worden toegewezen aan de periode waarop ze betrekking hebben.

Vreemde valuta De vorderingen en schulden in vreemde valuta worden gewaardeerd tegen de koers op balansdatum. Negatieve koersverschillen worden in resultaat geboekt. Positieve koersverschillen worden geboekt op overlopende rekeningen van het passief.

Uitgestelde belastingen en belastinglatenties Uitsplitsing van post 168 van het passief Uitgestelde belastingen (in toepassing van artikel 76 van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 t ot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen) Belastinglatenties (in toepassing van artikel 129 van voormeld koninklijk besluit)

(code 168) 22.524.785 524.095 22.000.690

5. Staat van de immateriele vaste activa

Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Overdrachten en buitengebruikstellingen Overboekingen van een post naar een andere (+)/(-) Andere wijzigingen (+)(-) Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar

GOODWILL (code 212)

VOORUITBETALINGEN (code 213)

8.292.894

7.652.847

1.347.200

1.609.479 8.676 1.733.410

-1.733.410 139.975 7.652.847

3.796.751

6.656.435

949.010 8.676

211.603

Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar

4.737.085

6.868.038

NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR

5.280.543

784.809

1.363.244

TERREINEN EN GEBOUWEN (code 22)

INSTALLATIES, MACHINES EN UITRUSTING (code 23)

Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afgeboekt

1.363.244

• 35

10.017.628

6. Staat van de materiele vaste activa

73.896.698

267.855.774

84.622 1.967.185 5.103.680 1.413.692

4.745.366 2.377.864 19.760.354 626

Aanschaffingswaarde per einde van het boekjaar

75.704.123

289.984.256

Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het vorig boekjaar

38.032.034

196.060.922

Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afgeboekt Andere wijzigingen

3.040.114 1.706.292 -1.294.183

14.066.266 2.352.578 626

Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar

38.071.673

207.775.236


37.632.450

82.209.020

Aanschaffingswaarde per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Overdrachten en buitengebruikstellingen Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) Andere wijzigingen (+)(-)

(+)(-)


Aanschaffingswaarde per einde van het vorig boekjaar

CONCESSIES, OCTROOIEN, LICENTIES, KNOWHOW, MERKEN EN SOORTGELIJKE RECHTEN (code 211)



• 36

Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Overdrachten en buitengebruikstellingen Overboekingen van een post naar andere (+)(-) Andere wijzigingen (+)(-)

MEUBILAIR EN ROLLEND MATERIEEL (code 24)

LEASING EN SOORTGELIJKE RECHTEN (code 25)

20.317.427

9.899.709

571.733 1.766.146 1.648.427 -627


20.770.814

9.899.709


15.537.647

5.878.637

1.226.318 1.603.250 -627

1.219.121

15.160.088

7.097.758

5.610.726

2.801.951

Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afgeboekt Andere wijzigingen Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR WAARVAN: Installaties, machines en uitrusting

2.801.951

OVERIGE MATERIELE VASTE ACTIVA (code 26)

ACTIVA IN AANBOUW EN VOORUITBETALINGEN (code 27)

749.290

20.861.515

1

32.962.217 178.105 -26.512.460 -139.975


749.291

26.993.192


501.987

Aanschaffingswaarde per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar Aanschaffingen, met inbegrip van de geproduceerde vaste activa Overdrachten en buitengebruikstellingen Overboekingen van een post naar een andere (+)(-) Andere wijzigingen (+)(-)

Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afschrijvingen en waardeverminderingen per einde van het boekjaar

544.749


204.542

42.762

26.993.192

7. Staat van de financiële vaste activa ANDERE ONDERNEMINGEN (code 282)


1.041.228

2.791


1.041.228

2.791

Waardeverminderingen per einde van het vorig boekjaar

0

Mutaties tijdens het boekjaar Geboekt Afgeboekt

6 6

Waardeverminderingen per einde van het boekjaar

0

Wijzigingen in het eigen vermogen per einde van het boekjaar NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR

VORDERINGEN Nettoboekwaarde per einde van het vorig boekjaar Mutaties tijdens het boekjaar Toevoegingen Terugbetalingen NETTOBOEKWAARDE PER EINDE VAN HET BOEKJAAR

-42.139 32.318

• 37

Wijzigingen in het eigen vermogen per einde van het vorig boekjaar ( +)(-) Aandeel in het resultaat van het boekjaar

-9.821 1.031.407

2.791

ANDERE ONDERNEMINGEN (code 283) 136.982

25.600 40 162.542


DEELNEMINGEN

VENNOOTSCHAPPEN WAAROP VERMOGENSMUTATIEMETHODE IS TOEGEPAST (code 280)

8. Staat van de geconsolideerde reserves (code 9910)

Geconsolideerde reserves

72.596.268

Geconsolideerde reserves per einde van het vorig boekjaar Wijzigingen tijdens het boekjaar: Aandeel van de groep in het geconsolideerde resultaat Andere wijzigingen Dividenduitkering

4.398.851 -1.076.229 -1.076.229

(+)(-) (+)(-)

75.918.890

Geconsolideerde reserves per einde van het boekjaar


• 38

9. Staat van de consolidatieverschillen en de verschillen na toepassing van de vermogensmutatiemethode POSITIEVE VERSCHILLEN CONSOLIDATIE

(code 9920)

Nettoboekwaarde per einde van het vorig boekjaar

2.131.103

Mutaties tijdens het boekjaar: Ingevolge van een stijging van het deelnemingspercentage Afschrijvingen

17.287 -426.429 1.721.961

Nettoboekwaarde per einde van het boekjaar

10. Staat van de schulden HOOGSTENS ééN JAAR (code 42)

MEER DAN ééN JAAR DOCH HOOGSTENS 5 JAAR (code 17)

MEER DAN 5 JAAR (code 17)

Financiële schulden Leasingschulden en soortgelijke rechten Kredietinstellingen Overige schulden

22.687.868 931.450 21.756.418

73.654.395 2.258.815 71.395.580 9.720

18.557.613 45.000 18.512.613

Totaal

22.687.868

73.664.115

18.557.613

UITSPLITSING VAN DE SCHULDEN MET EEN OORSPRONKELIJKE LOOPTIJD VAN MEER DAN EEN JAAR, NAARGELANG HUN RESTERENDE LOOPTIJD

11. Resultaten BEDRIJFSRESULTATEN

BOEKJAAR 2011

BOEKJAAR 2010

Totale omzet van de groep in België

430.948.848

418.317.161

GEMIDDELD PERSONEELSBESTAND EN PERSONEELSKOSTEN

BOEKJAAR 2011

BOEKJAAR 2010

Gemiddeld aantal personeelsleden tewerkgesteld in België door de betrokken ondernemingen

1.951 1.512 418 21

98.269.516 324.255

94.535.240 329.778

1.772

1.695

12. Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen

• 39

Personeelskosten Bezoldigingen en sociale lasten Pensioenen

1.951 1.499 431 21

BOEKJAAR 2011

Belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa

12.380.000

Verplichtingen uit verrichtingen op wisselkoersen

25.225.850

Belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen - Alle covenanten van de Milcobel-groep tegenover de banken zijn gerespecteerd. - De ons toegekende CO²-emissierechten 2008-2012 zijn geswapt van EUA-certificaten naar CER-certificaten. - Minimum gegarandeerde omzet 2012 van K Eur 5.255 voor externe stockage. - Lange termijnovereenkomst van negen jaar met verplichting tot aankoop van Alpla-flessen, met mogelijkheid tot stopzetting - K Eur 1.755 per jaar voor komende 6 jaar. - Termijnovereenkomst tot aankoop van hulpstoffen voor een bedrag van K Eur 2.086. Rust- en overlevingspensioenverplichtingen ten gunste van personeelsleden of ondernemingsleiders, ten laste van de in de consolidatie opgenomen ondernemingen De onderneming heeft een groepsverzekering afgesloten voor kaderleden en bedienden bij een Belgische Verzekeringsmaatschappij. De kosten worden deels gedragen door de onderneming en deels door de betrokken persoon.


Gemiddeld personeelsbestand Arbeiders Bedienden Directiepersoneel

13. Betrekkingen met verbonden ondernemingen en met ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat en die niet in de consolidatie zijn opgenomen VERBONDEN ONDERNEMINGEN Financiële vaste activa Deelnemingen en aandelen

Transacties met verbonden partijen buiten normale marktvoorwaarden

BOEKJAAR 2011

BOEKJAAR 2010

1.031.407

999.089

nihil

nihil

14. Financiele betrekkingen met


• 40

DE BESTUURDERS OF ZAAKVOERDERS VAN DE CONSOLIDERENDE ONDERNEMING Totaal bedrag van de toegekende bezoldigingen uit hoofde van hun werkzaamheden in de consoliderende onderneming, haar dochterondernemingen en geassocieerde vennootschappen, inclusief het bedrag van de aan de gewezen bestuurders of zaakvoerders uit dien hoofde toegekende rustpensioenen

DE COMMISSARIS(SEN) EN DE PERSONEN MET WIE HIJ (ZIJ) VERBONDEN IS (ZIJN)

BOEKJAAR 2011 1.226.385

BOEKJAAR 2011

Bezoldiging van de commissarissen Bezoldigingen voor de uitoefening van een mandaat van commissaris Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd voor de groep Andere controleopdrachten

121.000 10.034

Bezoldiging van personen met wie de commissarissen verbonden zijn Bezoldigingen voor de uitoefening van een mandaat van commissaris Bezoldigingen voor uitzonderlijke werkzaamheden of bijzondere opdrachten uitgevoerd voor de groep Andere opdrachten buiten de revisorale opdrachten

17.000 59.569

4. Geconsolideerd jaarverslag 2011

Overeenkomstig de wettelijke en statutaire verplichtingen, hebben wij de eer u verslag uit te brengen over de geconsolideerde jaarrekening van Milcobel cvba per 31 december 2011.

ACTIVA II. Immateriële vaste activa (7.428.595 Euro) Het betreft voornamelijk investeringen in software (6,6 miljoen Euro) en de aanschaf van het merk “Nazareth” en “Sint-Maarten”.

V. Financiële vaste activa (1.196.739 Euro) De ondernemingen met deelnemingsverhouding (1.031.407 Euro) hebben betrekking op CVBA Zandhoven, NV Bedrijvenpark Wingene en Héritage 1466 SA.

VII. Voorraden (96.264.915 Euro) De voorraden maken 24% uit van het balanstotaal. De voorraden zijn met 5% toegenomen t.o.v. vorig jaar, voornamelijk toe te wijzen aan prijseffecten.

PASSIVA IX. Voorzieningen en uitgestelde belastingen (29.575.318 Euro) De post uitgestelde belastingen en belastinglatenties (22.524.784 Euro) vindt voornamelijk haar oorsprong in het verschil tussen bedrijfseconomische en fiscale waardering van de materiële vaste activa.

X. Schulden op meer dan één jaar (92.221.728 Euro) De financiële schulden (92.212.008 Euro) betreffen voornamelijk termijnkredieten aangegaan bij diverse bankinstellingen. In het jaar 2011 zijn leningen opgenomen voor 41,2 miljoen Euro en afgelost voor 19,5 miljoen Euro.

XI. Financiële schulden op ten hoogste 1 jaar (31.831.006 Euro) De financiële schulden zijn gestegen met 7,5 miljoen Euro ten gevolge van een stijgende behoefte aan werkkapitaal.


De investeringen van het boekjaar bedragen 38,3 miljoen Euro en kunnen als volgt opgesplitst worden: Algemeen: 2,0 miljoen Euro Vast Zuivel: 26,2 miljoen Euro Consumptiemelk: 4,7 miljoen Euro Roomijs: 2,6 miljoen Euro Kaashandel: 2,8 miljoen Euro

• 41

III. Materiële vaste activa (155.451.880 Euro)

RESULTATEN I. & II. Bedrijfsresultaten De gerealiseerde verkopen in het jaar 2011 bedragen 885 miljoen euro. De omzet kan als volgt opgesplitst worden: - 550 miljoen wordt gerealiseerd door de zuivelactiviteiten. - 188 miljoen wordt gerealiseerd door de roomijsactiviteiten. - 147 miljoen door de distributie- en verpakkingsactiviteiten van kaashandel.

IV. & V. Financiële resultaten De financiële resultaten zijn t.o.v. vorig jaar positief beïnvloed door een gerealiseerde meerwaarde op de participatie in cvba Melkerij van Loenhout en een ontvangen dividend op de participatie in Héritage 1466 SA.

VII. & VIII. Uitzonderlijke resultaten

• 42

Gebeurtenissen na balansdatum


De uitzonderlijke opbrengsten en kosten hebben voornamelijk betrekking op gerealiseerde meer- en minwaarden van vaste activa.

Er hebben zich na balansdatum geen belangrijke gebeurtenissen voorgedaan die de toekomstige activiteiten grondig zullen beïnvloeden.

Financiële instrumenten Voor het afdekken van valutarisico’s voortvloeiend uit verkooptransacties wordt voornamelijk gebruik gemaakt van valutatermijncontracten. Voor een belangrijk gedeelte van de rentedragende schulden op korte termijn wordt gebruik gemaakt van intrestindekkingen teneinde renteschommelingen tegen te gaan. Het merendeel van de rentedragende schulden op lange termijn worden tegen een vaste rentevoet aangegaan.

Vooruitzichten De marktomstandigheden zijn ongunstig, gelet op de dalende opbrengstprijzen.

Onderzoek en ontwikkeling De bestaande activiteiten in verband met onderzoek en ontwikkeling worden in de verschillende divisies verdergezet.

Risico’s en onzekerheden Naast de algemene ondernemingsrisico’s heeft de Milcobel groep te maken met specifieke risico’s eigen aan een zuivelonderneming. Calamiteiten kunnen de oorzaak zijn van zware verstoring in de aanvoer van melk en het productie- en verkoopproces. Dit risico wordt beperkt door de invoering van een kwaliteitsborgingsysteem (IKM). De zuivelmarkt wordt gekenmerkt door sterk fluctuerende verkoopprijzen voor basisproducten. Kallo, 27 maart 2012 G. Veys Voorzitter

J. Geelen Ondervoorzitter

5. Verslag van de commissaris Verslag van de commissaris aan de algemene vergadering der vennoten van de vennootschap Milcobel CVBA over de geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011. Overeenkomstig de wettelijke en statutaire bepalingen, brengen wij U verslag uit in het kader van ons mandaat van commissaris. Dit verslag omvat ons oordeel over de geconsolideerde jaarrekening evenals de vereiste bijkomende vermeldingen. Verklaring over de geconsolideerde jaarrekening zonder voorbehoud Wij hebben de controle uitgevoerd van de geconsolideerde jaarrekening van Milcobel CVBA en haar dochterondernemingen (de “Groep”) over het boekjaar afgesloten op 31 december 2011, opgesteld op basis van het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel, met een balanstotaal van EUR (‘000) 400.132 en waarvan de resultatenrekening afsluit met een winst van het boekjaar, aandeel Groep, van EUR (‘000) 4.399.

Overeenkomstig deze normen, hebben wij controlewerkzaamheden uitgevoerd ter staving van de in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen bedragen en inlichtingen. De keuze van de uitgevoerde werkzaamheden is afhankelijk van onze beoordeling en van de inschatting van het risico op materiële afwijkingen in de geconsolideerde jaarrekening als gevolg van fraude of van fouten. Bij het maken van die risico-inschatting, hebben wij rekening gehouden met de interne controle van de vennootschap met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening om controleprocedures vast te leggen die geschikt zijn in de gegeven omstandigheden, maar niet om een oordeel te geven over de doeltreffendheid van die interne controle. Wij hebben tevens een beoordeling gemaakt van het passend karakter van de waarderingsregels, de redelijkheid van de door de vennootschap gemaakte boekhoudkundige ramingen en de voorstelling van de geconsolideerde jaarrekening in haar geheel. Ten slotte hebben wij van de Raad van Bestuur en de verantwoordelijken van de vennootschap de voor onze controle noodzakelijke verduidelijkingen en inlichtingen bekomen. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen informatie een redelijke basis vormt voor het uitbrengen van ons oordeel. Naar ons oordeel geeft de geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2011 een getrouw beeld van het vermogen, de financiële toestand en de resultaten van de vennootschap, in overeenstemming met het in België van toepassing zijnde boekhoudkundig referentiestelsel. Bijkomende vermelding De opstelling en de inhoud van het jaarverslag, alsook het naleven door de vennootschap van het Wetboek van vennootschappen en van de statuten, vallen onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Het is onze verantwoordelijkheid om in ons verslag de volgende bijkomende vermeldingen op te nemen die niet van aard zijn om de draagwijdte van onze verklaring over de geconsolideerde jaarrekening te wijzigen: - Het geconsolideerde jaarverslag behandelt de door de wet vereiste inlichtingen en stemt overeen met de geconsolideerde jaarrekening. Wij kunnen ons echter niet uitspreken over de beschrijving van de voornaamste risico’s en onzekerheden waarmee de Groep wordt geconfronteerd, alsook van haar positie, haar voorzienbare evolutie of de aanmerkelijke invloed van bepaalde feiten op haar toekomstige ontwikkeling. Wij kunnen evenwel bevestigen dat de verstrekte gegevens geen onmiskenbare inconsistenties vertonen met de informatie waarover wij beschikken in het kader van ons mandaat.

Antwerpen, 26 april 2012 De commissaris PwC Bedrijfsrevisoren BCVBA vertegenwoordigd door Filip Lozie - Bedrijfsrevisor


Het is onze verantwoordelijkheid een oordeel te geven over deze geconsolideerde jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen en volgens de in België geldende controlenormen, zoals uitgevaardigd door het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Deze controlenormen vereisen dat onze controle zo wordt georganiseerd en uitgevoerd dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de geconsolideerde jaarrekening geen afwijkingen bevat van materieel belang.

• 43

Het opstellen van de geconsolideerde jaarrekening valt onder de verantwoordelijkheid van de Raad van Bestuur. Deze verantwoordelijkheid omvat: het opzetten, het implementeren en het in stand houden van een interne controle met betrekking tot de opstelling en de getrouwe weergave van de geconsolideerde jaarrekening, die geen afwijkingen bevat die van materieel belang zijn als gevolg van fraude of van fouten, alsook het kiezen en het toepassen van geschikte waarderingsregels en het maken van boekhoudkundige ramingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.

B. Geconsolideerd kasstroomoverzicht BOEKJAAR 2011

BOEKJAAR 2010

geconsolideerd resultaat, aandeel van groep aandeel van derden in resultaat afschrijvingen op vaste activa voorzieningen afschrijvingen op positieve consolidatieverschillen uitgestelde belastingen

4.399 -3 20.755 899 426 266

6.029 0 20.481 156 423 1.294

= cash flow wijziging in voorraden wijziging in handelsvorderingen wijziging in overige vorderingen wijziging in handelsschulden wijziging in overige schulden wijziging in overlopende rekeningen

26.742

28.383

-4.586 -10.472 -3.067 -32 902 -216

-8.133 -6.378 2.208 -2.845 82 346

= wijziging in behoefte aan werkkapitaal

-17.471

-14.720

9.271

13.663

-1.609 -38.364 -32 627 0 -26 -17 120

-1.771 -29.357 0 193 1.037 58 0 0

-39.301

-29.840

41.200 -19.499 -3 292 1.687 -1.076 0

25.997 -16.821 -3 781 1.321 -1.004 342

22.601

10.613

-7.429

-5.564

-22.667

-17.103

-30.096

-22.667


• 44

A. BEDRIJFSACTIVITEITEN

NETTO KASSTROOM UIT BEDRIJFSACTIVITEITEN

B. Investeringsactiviteiten aanschaffingen van immateriële vaste activa aanschaffingen van materiële vaste activa aanschaffingen van financiële vaste activa overdrachten van materiële vaste activa overdrachten van financiële vaste activa wijzigingen in financiële vaste activa toename positieve consolidatieverschillen wijzigingen in consolidatiekring NETTO KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN

C. FINANCIERINGSACTIVITEITEN opname financiële schulden op lange termijn terugbetaling van schulden op lange termijn wijziging in overige schulden op lange termijn wijziging in overige vorderingen op lange termijn wijziging in eigen vermogen uitgekeerde dividenden wijziging in consolidatiekring NETTO KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN = NETTO KASSTROOM (A+B+C) + KASMIDDELEN BIJ AANVANG VAN BOEKJAAR = KASMIDDELEN BIJ EINDE VAN BOEKJAAR (*) (*) kasmiddelen = ‘geldbeleggingen’ +’ liquide middelen’ + ‘schulden aan kredietinstellingen op korte termijn’

Colofon Redactie: E. Leloup - P. Buggenhout - R. Op de Beeck - K. Vertenten Productie: E. Leloup Concept & realisatie: www.crea.be Fotografie: Studio DSP Secretariaat: R. Op de Beeck - Tel. +32 (0)3 730 18 00 Verantwoordelijke uitgever: P. Buggenhout

jaarverslag 2011

k e flexibiliteit i c t e betrokkenheide it

Recommend Documents