K A A R T E N O P T A F E L
docentenhandleiding
1
K A A R T E N O P T A F E L
Wat en hoe Verantwoording In de leef- en belevingswereld van kinderen speelt de eigen omgeving een belangrijke rol. Kennis van de geschiedenis en de ruimtelijke inrichting kan bijdragen aan een positieve waardering en actieve inzet voor het behoud en de ontwikkeling van de eigen omgeving. Oude en nieuwe (topografische) kaarten zijn een zeer geschikte bron om kennis van de historisch ruimtelijke ontwikkeling van de eigen omgeving bij leerlingen te vergroten. Kaarten zijn dus geen doel op zich, maar praktische ‘gereedschappen’ bij historisch-geografisch onderzoek.
Inhoud Dit lespakket bestaat uit twee fysieke onderdelen: een docentenhandleiding en zeven opdrachtenkaarten met telkens één kaartleesopdracht, één verklaar-opdracht en één doeopdracht. Alle opdrachten zijn uit te voeren met behulp van enkele prachtige websites. Het vertrekpunt (de belangrijkste informatiebron) van de meeste lessen is de digitale ‘kaartenbak’ van de website www.overijsselinkaart.nl. Op deze website kunnen op vrij eenvoudige wijze duizenden (historische) kaarten van (delen van) Overijssel worden gevonden. Voor een optimaal beeld moet er gebruik gemaakt worden van een kleine programmaatje: mr.sid. Deze is van de site te downloaden. Les 7 heeft als bron de website: www.atlas-cultuurhistorie.nl. Daarop
Voor optimale leesbaarheid van de kaarten is het raadzaam het programmaatje ‘Mr. Sid’ eenmalig te installeren. Het staat op de site. 2
staan van alle Overijsselse gemeenten de rijksen gemeentelijke monumenten. Voor het raadplegen van die informatie is geen aparte software nodig. De derde internetbron is www.dewoonomgeving.nl. Via deze website kunnen alle kadastrale kaarten uit 1832 (inclusief bijbehorende informatietabellen) van heel Nederland geraadpleegd worden. Een aantal doe-opdrachten kan met de nodige voorbereiding ook buiten de school worden uitgevoerd.
Doelgroep Groepen 7 en 8 van het basisonderwijs en de klassen 1 en 2 van het voortgezet onderwijs. Het gebruik van dit pakket in de hoogste klassen van de basisschool vereist, afhankelijk van de schoolsituatie, meer of minder voorbereiding, onder andere wat betreft het gebruik van computers. Het zoeken op de site www.overijsselinkaart.nl vergt enige instructie en oefening.
Tijdsduur De benodigde tijd per les varieert naar groepssamenstelling, persoonlijke invulling, mogelijkheden van de computers, mate van vakoverstijging etcetera.
Aansluiting bij de reguliere methoden Het gebruik van historische kaarten als gereedschap voor historisch-geografisch onderzoek past bij vrijwel elke reguliere methode en is overal mogelijk. De lessen in dit lespakket zijn in feite de regionale invulling van de meer algemene inhoud van die methoden en kunnen als zodanig onderdelen daaruit vervangen en aanvullen. Waar en wanneer (onderdelen van) dit lespakket ingezet kan worden, hangt af van vele factoren (gebruikte methode, onderwijsvisie, persoonlijke voorkeuren leerkrachten, computersystemen etcetera). Natuurlijk is het ook mogelijk de lessen in dit lespakket volledig onafhankelijk van de reguliere leerstof te gebruiken. Vanwege de grote diversiteit in inpassingsmogelijkheden staat hiernaast een overzicht van welke soort kaarten primair passen bij de in het geschiedenisonderwijs gehanteerde tijdvakken. Vergelijking van kaarten uit verschillende perioden maken ruimtelijke ontwikkelingen in een oogwenk duidelijk. Met name de kadastrale en topografische kaarten die vanaf 1800 met regelmatige tussenpozen zijn gemaakt, lenen zich daar uitstekend voor.
Jagers en verzamelaars (tot 3000 vC)
Grieken en Romeinen (3000 vC-500 nC)
Monniken en ridders
(500-1000)
Steden en staten
(1000-1500)
Ontdekkers en hervormers (1500-1600)
Overzicht van de lessen Leerdoelen Historische kaarten zijn bij uitstek geschikt om efficiënt en leuk de ruimtelijke aspecten en ontwikkelingen van de geschiedenis van een streek (land, regio, plaats) te belichten en op te sporen. Wat dat betreft, sluit dit lespakket goed aan bij het geschiedenis- en aardrijkskundeonderwijs. Diverse leerdoelen kunnen er mee worden bereikt. Dat zijn onder andere: • Leerlingen kunnen informatie van kaarten aflezen. • Leerlingen kunnen in een groepje met andere klasgenoten functioneren. Bij dit kerndoel spelen de aspecten van het samenwerkend leren een doorslaggevende rol. • Leerlingen kunnen een kaart gebruiken en weten hoe ze die moeten gebruiken om daaruit informatie te verkrijgen. • Leerlingen hebben kennis van de geschiedenis en ruimtelijke ontwikkeling van hun eigen omgeving. • Leerlingen kunnen verklaren waarom bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden in hun omgeving (dit leerdoel zal waarschijnlijk alleen haalbaar zijn bij vmbo tl/havo/vwo).
K A A R T E N O P T A F E L
In totaal bestaat het pakket uit zeven lessen. De eerste les in het pakket is een algemene introductie van werken met kaarten. In de lessen twee t/m zes staat telkens één soort historische kaart centraal. De laatste les staat in het teken van het zoeken van foto’s en informatie bij verschillende objecten die op de historische kaarten staan. De 7 lessen zijn: • Werken met kaarten • Provinciekaarten • Kaarten vestingsteden • Kadastrale kaarten • Topografische kaarten vanaf 1850 • Gemeente-atlas van Kuyper • Cultuurhistorische Atlas Overijssel
Regenten en vorsten (1600-1700)
Pruiken en revoluties (1700-1800)
Burgers en stoommachines
(1800-1900)
Materialen Voor het uitvoeren van de lessen zijn nodig: • Computers met internet • Opdrachtenkaarten • Papier (werkschrift) • Kleurpotloden • Grote en/of Kleine Bosatlas
Wereldoorlogen (1900-1950)
Televisie en computer (vanaf 1950)
K A A R T E N O P T A F E L
3
Werkvormen Met de juiste voorbereiding van elke les door de docent kunnen leerlingen geheel zelfstandig of in kleine groepen de opdrachten uitvoeren. Werken in duo’s werkt het beste. In het lespakket zitten zeven opdrachtkaarten die naar believen (al dan niet geplastificeerd) aan de werkgroepjes en/of individuele leerlingen gedurende de uitvoering van de opdrachten beschikbaar kunnen worden gesteld of in elk gewenst aantal kunnen worden gekopieerd. Extra exemplaren kunnen in de loop van de tweede helft van 2006 ook worden gedownload (in PDF-formaat) vanaf de website Overijssel in Kaart. De opdrachten in dit lespakket lenen zich uitstekend voor groepswerk, waarbij de uitgangspunten van ‘samenwerkend leren’ in acht worden genomen. De belangrijkste aspecten daarvan zijn:
maakt de vragen individueel en daarna moeten ze met het groepje bespreken welke oplossingen zij het beste vinden en moeten ze tot een gezamenlijke oplossing komen. Tijdens deze bespreking is iemand de voorzitter en een ander notulist.
2. Individuele aanspreekbaarheid Ieder groepslid is aanspreekbaar op zijn/haar bijdrage aan het groepsproduct. Het kan dus niet zo zijn dat één groepslid al het werk doet.
3. Directe interactie Leerlingen leren door over de stof te praten in hun groep. Als begeleider/coach dient de leerkracht hiervoor de juiste werkomgeving te creëren.
4. Sociale vaardigheden Samenwerkend leren is niet alleen gericht op het verwerven van kennis, maar juist ook op het op gang brengen van een positief proces van juist het functioneren van leerlingen in een groep. Een goede evaluatie is van het (groeps)proces is daarom essentieel.
1. Positieve wederzijdse afhankelijkheid Elke groep leerlingen werkt aan een gezamenlijk doel. Daarbij is de bijdrage van ieder groepslid van belang. Iedereen in de groep
Beschikbaarheid kaarten op www.overijsselinkaart.nl Stadskaarten vestingsteden Blaeu
Atlas van Kuyper
• Oldenzaal • Kampen • Zwolle • Deventer • Hasselt • Vollenhove • Steenwijk • Blokzijl
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Stadskaarten vestingsteden Jacob van Deventer • • • • • • • • • • • • 4
Almelo Delden Enschede Genemuiden Goor Hardenberg Hasselt Deventer Ootmarsum Oldenzaal Steenwijk Zwolle
Almelo Avereest Bathmen Blankenham Blokzijl Borne Dalfsen Delden Denekamp Deventer Diepenheim Diepenveen Genemuiden Giethoorn Goor Grafhorst Gramsbergen Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Heino Hellendoorn
K A A R T E N O P T A F E L
• Hengelo • Holten • IJsselmuiden • Kampen • Kamperveen • Kuinre • Lonneker • Losser • Markelo • Nieuw-Leussen • Oldemarkt • Oldenzaal • Olst • Ommen • Ootmarsum • Raalte • Rijssen • Staphorst • Steenwijk • Steenwijkerwold • Tubbergen • Vollenhove • Vriezenveen • Wanneperveen • Weerselo • Wierden • Wijhe • Wilsum • Zalk • Zwartsluis • Zwolle • Zwollekerspel
van IJsselmuiden. Op de website www.dewoonomgeving.nl kunnen van heel Overijssel alle kadastrale minuutplannen gevonden en geraadpleegd worden.
Topografische kaarten • Overijssel, Drenthe, Zuid-Friesland en Noordwest Veluwe • Hengelo - Denekamp • Deventer - Hengelo • Groenlo • Denekamp • Almelo • Ommen, Hardenberg, Zwolle, Deventer, Kampen • Nederlands grondgebied oost van Delden en vanaf Oldenzaal naar het zuiden • Doesburg tot Deventer • Apeldoorn - Zutphen • Zutphen • Delen van de IJssel
Lesbeschrijvingen Werken met kaarten Introductie
Kaartvaardigheden Een leuke kaart voor het zoeken van het noorden is kaart 53 van Zwolle (kaart 53 via www.overijsselinkaart.nl). Daar ligt het noorden namelijk links op de kaart in plaats van boven. Verder staat bijna overal wel een schaal op de kaart, soms in minuten of urengaans en soms ook gewoon een pijlstok. De vragen zijn op alle kaarten toepasbaar.
Provinciekaarten Zoeken op trefwoord ‘provincie’ levert 491 kaarten op. Een zeer duidelijk kaart is kaart 5 van Overijssel. Verder zoeken op trefwoord ‘Lelystad, Nordhorn, Beilen, Zutphen’ levert een zeer scherpe kaart op.
Kadastrale kaarten 10 kaarten in totaal: 9 van Dedemsvaart en 1
Deze les staat in het teken van het leren ‘lezen’ van kaarten. In feite kunnen de in deze les geformuleerde opdrachten/vragen uitgevoerd worden bij alle (historische)kaarten. In opdracht 2 is uitgegaan van het aanwezig zijn recente versies van de Bosatlas Junior en/of de Grote Bosatlas. Andere kaarten, waaronder bijvoorbeeld wandkaarten, met daarop soortgelijke informatie, volstaan ook. Uit de testfase is gebleken, dat leerlingen het moeilijk vinden om een goede plattegrond van hun school te maken. Een goede manier is de leerlingen de omtrek van de gebouwen en pleinen te laten uitmeten met een meetlint. Om na te gaan in hoeverre ze de school goed op schaal hebben getekend, kunnen ze hun plattegrond vergelijken met een officiële plattegrond (bouwtekening) en/of een luchtfoto.
Leerdoelen • Leerlingen kennen de verschillende aspecten van een kaart (titel, noordpijl, legenda, schaal).
K A A R T E N O P T A F E L
5
• Leerlingen kunnen werken met de schaal van een kaart. • Leerlingen kunnen informatie van een kaart lezen.
Leeractiviteiten • • • • • • • •
kaartlezen informatie zoeken argumenteren tekenen vormgeven kaarttekenen vergaderen samenvatten
Opdrachtenkaart ‘Kaartvaardigheden’ Werkschrift of papier (Kleur)potloden Schrijfmaterialen Kleine of grote Bosatlas Liniaal/geodriehoek Tekenpapier Een plattegrond en/of luchtfoto van de school Meetlint
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 2 1. Autosnelweg 2. Plaats met minder dan 10.000 inwoners 3. Belangrijke spoorweg 4. Zwolle en Enschede 5. Vliegveld 6. afhankelijk van versie van atlas 7. idem 8. idem 9. idem 10. idem 11. Omdat de weg bochten heeft en je bij de vorige vragen een recht lijn hebt getrokken.
Provinciekaarten Introductie Op de website ‘Overijssel in Kaart’ staan diverse topografische en thematische kaarten van Overijssel uit diverse perioden. De opdrachten in deze les zijn gemaakt bij drie daarvan. Ze gaan over het ‘opsporen’ van provinciebrede historische ruimtelijke structuren en ontwikkelingen. 6
• Leerlingen kunnen kaarten met elkaar vergelijken. • Leerlingen kunnen informatie van een kaart lezen. • Leerlingen krijgen een (kaart)beeld van de inrichting van de ruimte van de provincie Overijssel van voor 1800.
Leeractiviteiten
Benodigdheden • • • • • • • • •
Leerdoelen
• • • • • • •
kaartlezen kaarten naar tijd ordenen vergelijken informatie ordenen argumenteren vergaderen samenvatten
Benodigdheden • Opdrachtenkaart ‘Provinciekaarten’ • Werkschrift of papier • Schrijfmaterialen
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 1 1. Kaart 1 is het oudst. 2. Kaart 2 beslaat het grootste gebied. 3. Kampen-Campen, Enschede- Enfchede, Hasselt-Haffelt, Oldenzaal-Oldenfaal en meer. 4. De linkerkant van de kaarten is het westen. 5. Dat water is de Zuiderzee. 6. Nee, de Zuiderzee kun je niet vinden. Opdracht 2 1. Steden en dorpen in Overijssel. 2. Aan de legenda. Als het goed is staan daarin de belangrijkste elementen die de maker van de kaart wil laten zien. 3. Steden, dorpen, kerken, kloosters, schansen, watermolens, waterleidingen (Sallandse Weteringen), vaarten (Polder Mastenbroek) en ontgonnen gebieden. 4. In de meeste gevallen zijn de grenzen van Overijssel bepaald door water (Zuiderzee, IJssel, Reest, Dinkel, Schipbeek etcetera. 5. De spreiding van de dorpen, steden, kerken, kloosters, schansen en watermolens is in belangrijke mate bepaald door de loop van de rivieren (IJssel, Vecht en Regge), Reest, Dinkel, Schipbeek etcetera.
K A A R T E N O P T A F E L
Leeractiviteiten
Opdracht 3 Overijssel vroeger: Enfchede, Zuiderzee, Campen, Bomen, Overijssel nu: Enschede, Flevoland, Kampen, Snelweg, Schokland
• • • • • • •
Kaarten vestingsteden
kaartlezen redeneren vormgeven kaarttekenen vergaderen argumenteren samenvatten
Benodigdheden
Introductie De opdracht bij de kaarten van de vestingsteden is toegespitst op één aspect van de vestingsteden namelijk de verdedigingswerken. Andere aspecten kunnen hier natuurlijk ook aan de orde komen, bijvoorbeeld de bebouwingsdichtheid, de vorm van de grotere gebouwen, de bebouwing op de vestingwerken (molens), stratenpatroon etcetera. Vooral de bebouwingsdichtheid van de Middeleeuwse stad geeft een mooi beeld van de bronnen van inkomsten. De meeste stadsbewoners hadden naast hun werk in één of ander ambacht of publieke functie inkomsten of bestaansmiddelen uit een eigen stukje grond (tuin) en veestallen. Groenten, fruit, aardappelen, melk, vlees en veel andere voedingswaren waren destijds zeer beperkt houdbaar en moesten dus dichtbij worden geproduceerd, liefst binnen de veilige stadsmuren. Van vrijwel alle Nederlandse vestingsteden heeft de bekende kartograaf Blaeu in het midden van de zeventiende eeuw zeer gedetailleerde kaarten gemaakt. Van de Overijsselse vestingsteden zijn ze te vinden op de website ‘Overijssel in Kaart’. Op de website ‘http://grid.let.rug.nl/~welling/maps/blaeu.html’ zijn ook kaarten van andere Nederlandse steden te vinden.
• • • • •
Opdrachtenkaart ‘Kaarten vestingsteden’ Werkschrift of papier (Kleur)potloden Schrijfmaterialen Tekenpapier
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 1 1. Tel de kerken op de kaart. 2. In het midden (in de meeste gevallen). 3. Mooie tekening van een kerk, geen tekentje. 4. Je kunt dit zien aan de blauwe kleur en aan bootjes of bruggen. 5. De stadsmuur. 6. Leerlingen kunnen afhankelijk van de kaart noemen: bomen, mensen, koeien, gras, boten. Opdracht 2 1. Dat water is er ter verdediging van de stad. 2. De kaart van Jacob van Deventer is ouder. 3. Op de kaart van Jacob van Deventer zijn er nog geen bastions 4. Zo kon men de stad beter verdedigen. Door de punten (bastions) kon niemand ongezien de stadsmuur naderen
Kadastrale kaarten (+ buitenopdracht)
Leerdoelen • Leerlingen kunnen informatie van een kaart lezen. • Leerlingen kunnen kaarten met elkaar vergelijken. • Leerlingen kunnen aspecten van een kaart verklaren. • Leerlingen kunnen kenmerken van een vestingstad noemen.
Introductie In het begin van de negentiende eeuw is naar Frans voorbeeld het toenmalige grondbezit in heel Nederland uiterst nauwkeurig opgemeten en opgetekend in kadastrale kaarten en bijbehorende tabellen met informatie over eigenaar en grondgebruik. De kadastrale kaarten met de ‘Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels’ (OAT’s) zijn goed bewaard gebleven en inmiddels digitaal beschikbaar op de website www.dewoonomge-
K A A R T E N O P T A F E L
7
ving.nl. Deze les komt het best tot zijn recht in plattelandsgebieden. Het werken met kadastrale minuutplans op de genoemde website vergt enige voorbereiding, maar de resultaten maken veel goed. De bedoeling is dat leerlingen met behulp van kadastrale kaarten uit 1832 achterhalen wie er vroeger op de boerderijen in de omgeving van de school woonden en wat het grondgebruik destijds was. De opdracht kan ook in steden worden uitgevoerd, maar in dat geval moet er van te voren een boerderij worden opgespoord die er in 1832 al was en die er nu nog is. In hoofdlijnen komt de opdracht erop neer, dat leerlingen groepsgewijs op een fragment van de huidige topografische kaart alle boerderijen aangeven waar één of meerdere leerlingen van het werkgroepje wonen. Bij elk erf zetten zij de naam van de huidige bewoner. Vervolgens gaan ze op kadastrale kaarten uit 1832 na welke boerderijen er toen ook al waren en hoe het erf toen heette. In de bijbehorende Oorspronkelijk Aanwijzende Tafels kunnen ze achterhalen wie destijds de eigenaren van de boerderijen waren en hoe het grondgebruik eruit zag. Door de gegevens uit 1832 met die van nu te vergelijken kunnen de leerlingen diverse conclusies trekken. Recente topografische kaarten van de eigen omgeving zijn gemakkelijk te verkrijgen bij het Kadaster (Topografische Dienst). Er zijn inmiddels ook diverse topografische atlassen te koop bij boekhandels c.q. beschikbaar in bibliotheken.
Leerdoelen • Leerlingen kunnen informatie van een kaart lezen • Leerlingen kunnen kaarten vergelijken met hun eigen woonomgeving • Leerlingen kunnen kadastrale kaarten herkennen en/of maken • Leerlingen kunnen met OAT’s werken
Leeractiviteiten • Kaartlezen • Informatie zoeken en ordenen • Vergaderen • Argumenteren • Samenvatten • Verklaren • Vergelijken • Vormgeven
8
Benodigdheden
Leerdoelen
• Opdrachtenkaart ‘Kadastrale kaarten 1832’ • Werkschrift of papier • Schrijfmaterialen • (Kleur) potloden • Tekenpapier • Fragmenten van de huidige topografische kaart van de omgeving van de school
• Leerlingen kunnen informatie van een kaart lezen • Leerlingen kunnen aspecten van de kaart vergelijken met hun eigen woonomgeving • Leerlingen kunnen verschijnselen verklaren • Leerlingen kunnen verschillende kaarten met elkaar vergelijken • Leerlingen kunnen veranderingen in kaart brengen
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 2 Een kadastrale kaart is een kaart met daarop ingetekend de grenzen van onroerende goederen (huizen en grond). Kadastrale kaarten zijn de basis voor grondbelastingen. Die vorm van belastingen is in Nederland ingevoerd in de tijd van de Bataafse Republiek. Onder de Bataafs-Franse tijd verstaan we de periode tussen 1795 en 1813 waarin de Nederlanden onder Franse invloed stonden.
Topografische kaarten vanaf 1850
Leeractiviteiten • Kaartlezen • Argumenteren • Eigen kennis vergelijken met een kaart • Vormgeven • Verklaren • Redeneren • Vergelijken • Samenvatten
Leerdoelen • Leerlingen kunnen informatie van kaarten aflezen • Leerlingen kunnen bronnen gebruiken • Leerlingen kunnen verschijnselen verklaren • Leerlingen kunnen uitleggen wat de industriële revolutie is en welke invloed deze heeft gehad op de infrastructuur • Leerlingen kunnen een schaalstok gebruiken • Leerlingen kunnen verschillende infrastructurele kenmerken herkennen op een kaart
Benodigdheden • Opdrachtenkaart ‘Topografische kaarten’ • Werkschrift of papier • Schrijfmaterialen • (Kleur)potloden • Tekenpapier
Introductie In deze les gaat het om het opsporen en beschrijven van ruimtelijke ontwikkelingen vanaf 1850 met behulp van topografische kaarten. Vanaf het midden van de negentiende eeuw zijn om de tien jaar gedetailleerde en betrouwbare kaarten van heel Nederland gemaakt met een schaal van 1:25.000. Op de website www.overijsselinkaart.nl zijn diverse topografische kaartbladen van delen van Overijssel te vinden. In de loop van de tweede helft van 2006 zijn de topografische kaarten van 1850, 1900 en 1940 provinciedekkend beschikbaar. Tot die tijd moet voor de uitvoering van deze les op de website overijsselinkaart.nl bekeken worden welke kaarten beschikbaar zijn. Pas echt mooi wordt het als leerlingen fragmenten van topografische kaarten uit verschillende perioden fysiek naast elkaar kunnen leggen en vergelijken. Er zijn tegenwoordig diverse atlassen beschikbaar met per provincie alle kaarten uit een bepaalde periode gebundeld. Bij de Topografische Dienst van het Kadaster kunnen kleurenkopieën van alle gewenste kaarten besteld worden.
K A A R T E N O P T A F E L
www.wikipedia.org. In de opdracht worden de leerlingen naar deze site verwezen. In het geval die site niet bereikt kan worden, kan de tekst hierna gebruikt worden bij de opdracht. De doe-opdracht bestaat uit het doen van beperkt archiefonderzoek. Vanaf 1850 hebben alle gemeenten in Nederland jaarlijks een gemeenteverslag gemaakt met daarin een overzicht van de belangrijkste bestaansbronnen, dus ook alle fabrieken, landbouw etcetera. Deze zogenaamde Gemeenteverslagen kunnen bij archiefinstellingen worden ingezien of worden opgevraagd. De gemeenteverslagen geven waardevolle aanvullende informatie bij de informatie te vinden is op de gemeente-kaarten van Kuyper. De doeopdracht kan dus zowel in de klas als buiten de klas worden uitgevoerd.
Gemeente-atlas van kuyper (+ buitenopdracht) Introductie De bron voor deze les is een rond 1865 per provincie verschenen atlassenreeks met van elke toenmalige gemeente een kaartje met daarop de spreiding van de bebouwing, de belangrijkste infrastructuur en wat gegevens over het oppervlak, het aantal inwoners etcetera. De kaartjes laten de eerste ruimtelijke gevolgen van de Industriële Revolutie in Nederland mooi zien. In de verklaar-opdracht gaan de leerlingen opzoek naar het wat en waarom van de Industriële Revolutie. Via internet zijn diverse encyclopedieën online te raadplegen. Door het intypen van de woorden ‘Industriële Revolutie’ in de zoekmachine Google komen er al heel wat boven tafel. Een mooie site met een korte en bondige uiteenzetting is te vinden op het adres:
Leeractiviteiten • Kaartlezen • Beschrijven • Vergelijken • Verklaren • Informatie terug koppelen • Samenvatten • Argumenteren
Benodigdheden • • • •
Opdrachtenkaart ‘Atlas van Kuyper’ Werkschrift of papier Liniaal/geodriehoek Schrijfmaterialen
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 1 1. Kijk hoeveel ‘sterretjes’ er op de kaart staan. 2. Het figuurtje + betekent dat daar een kerk staat. 3. Kijk op de kaart van welk jaartal de kaart is. 4. In de legenda staat hoe een spoorweg op de
K A A R T E N O P T A F E L
9
kaart herkend kan worden. 5. Bekijk of er een rivier op de kaart staat. 6. Op de kaart staat aangegeven wat de schaal van de kaart is. 7. Op de kaart staat een schaal die de ‘uren gaans’ aan geeft. Op de kaart is een gebied omlijnt, neem daarvan het meest westelijke en het meest oostelijke punt en reken uit hoeveel uur gaans het is.
Industriële revolutie volgens Wikipedia Onder industriële revolutie wordt de omschakeling van handmatig naar machinaal vervaardigde goederen verstaan.
Inleiding De industriële revolutie begon na de 18e eeuw toen de uitvinding en vervolgens de toepassing van de stoommachine een enorme impuls gaf aan de ontwikkeling van de voorheen ambachtelijke en kleinschalige werkplaatsen tot grootschalige industrie. Door de groei tot grote fabrieken zakte de prijs van de producten enorm zodat steeds meer mensen zich deze konden veroorloven. Dit was een trendbreuk in vergelijking met vroegere tijden. Hiermee brak een belangrijke periode voor Europa en later de rest van de wereld aan. De benaming ‘revolutie’ slaat op de relatief snelle ontwikkeling van nieuwe technieken en hun toepassing in de industrie in de 19e eeuw.
Het begin van de industriële revolutie in Groot-Brittannië De industriële revolutie werd aanvankelijk vooral beschreven als een zich in Groot-Brittannië afspelend fenomeen. Daarbij doelde men op de snelle omvorming van Engeland van een agrarische tot een industriële natie. Dit kwam hoofdzakelijk door verschillende gelijktijdige gebeurtenissen. • Door verbeterde agrarische technieken waren er minder mensen nodig op het platteland en veel werkloos geworden boerenknechten begonnen een eigen werkplaats of trokken naar de stad voor werk. • De technische vaardigheden werden flink verbeterd door de wetenschappelijke revoluties vanaf de 17e eeuw. • Er was een ondernemend klimaat ontstaan door het geld wat verdiend werd met de groei10
ende internationale handel en men investeerde dit in nieuwe technieken en verbeterde productiemethoden. In Engeland begon dit al vanaf ongeveer 1750 toen door de verbetering van de stoommachine, veel gebruikt als waterpomp, mijnen een stuk dieper onder het grondwaterpeil te exploiteren waren. Een andere belangrijke vooruitgang was het verbeterde weefgetouw met automatische schietspoel, bekend als de spinning Jenny, dat de economisch zeer belangrijke textielproductie flink verhoogde. Ook konden nu overal in het land werkplaatsen, later uitgroeiend tot fabrieken, gebouwd worden waarin de machines, waaronder het weefgetouw, door stoommachines werden aangedreven. Vroeger kon men alleen gebruikmaken van mensen, paarden, watermolens en windmolens voor de benodigde aandrijfkracht. Ook werd, door de noodzaak om de groeiende goederenstroom economisch verantwoord te vervoeren, de infrastructuur verbeterd door grootschalige aanleg van, in het begin, kanalen tussen de grotere steden en later nieuwe wegen met een goede verharding die begaanbaar bleven in alle weersomstandigheden. Nog later, in het begin van de 19e eeuw kwamen de eerste spoorwegen. Door vooral dit laatste verbeterde het vervoer zo goed dat de industrialisatie nog eens extra versnelde.
Europa en Amerika Op het vasteland volgden later (na 1830) eerst België, Frankrijk en Pruisen. In Amerika volgden ook snel de noord-oostelijke staten in de Verenigde Staten. Na 1870 industrialiseerde Japan als eerste niet-Westers land. Omstreeks 1880 volgde aarzelend pas de rest van Europa; Nederland industrialiseerde bijvoorbeeld pas gedeeltelijk tegen 1890 maar bleef voornamelijk agrarisch, net als veel andere Europese landen, tot na de Eerste Wereldoorlog. Toen pas zette een grote industrialisatiegolf door.
Huidige toestand Tegenwoordig (2004) is een snelle industrialisering van Azië en Zuid-Amerika gaande. In Azië hebben met name de ‘Aziatische Tijgers’, zoals Singapore, Zuid-Korea, Taiwan en Hongkong in de afgelopen 30 jaar een grote vooruitgang geboekt. Maar ook bijvoorbeeld Thailand, Maleisië, India en China zijn hard bezig om de economie te industrialiseren. In Zuid-Amerika
K A A R T E N O P T A F E L
gaat het vooral om Argentinië en Venezuela. Het is echter nog maar de vraag of al deze landen ook in staat zullen zijn om de industriële revolutie ook door te zetten: (staats)schulden en externe factoren zoals de invloed van onder andere multinationals en internationale vrijhandelsverdragen kunnen dit proces wijzigen. In Afrika en het Midden-Oosten laat een industriële revolutie op enkele uitzonderingen na (bijvoorbeeld Koeweit, en Zuid-Afrika) grotendeels nog op zich wachten.’
Cultuurhistorische atlas overijssel (+ buitenopdracht)
Antwoorden voor zover relevant Opdracht 2 De monumentendichtheid in een gebied heeft heel vaak te maken met de economische ontwikkelingen in de laatste twee eeuwen. Waar het economisch goed ging door bijvoorbeeld de opkomst van industrie hebben oude gebouwen en structuren vaak plaats moeten maken voor nieuwe. Anderzijds heeft bijvoorbeeld de industrialisatie in Twente juist gezorgd voor een groot aantal nieuwe gebouwen als fabrieken, modelboerderijen, landhuizen enzovoort. Juist door hun relatieve geringe ouderdom zijn ze vaak nog aanwezig. Veel ervan hebben inmiddels de status van gemeentelijk monument.
Introductie In deze les gaat het om zoeken van plaatjes bij allerlei (monumentale) objecten die de leerlingen in andere kaartopdrachten hebben gevonden. Tot het einde van 2006 kunnen plaatjes en omschrijvingen van alle officiële Overijsselse monumenten worden gevonden op de website www.atlas-cultuurhistorie.nl, Daarna zijn ze te vinden op de officiële website van de Provincie Overijssel. De doe-opdracht bij de cultuurhistorische atlas van Overijssel op internet staat in het teken van zelf monumenten beschrijven en selecteren.
Leerdoelen • Leerlingen kunnen een monument uit eigen omgeving noemen en beschrijven • Leerlingen kunnen uitleggen wat een monument is
Leeractiviteiten • • • • •
Beschrijven Argumenteren Samenvatten Vergaderen Informatie ordenen
Benodigdheden • Opdrachtenkaart ‘Cultuurhistorische atlas van Overijssel’ • Werkschrift of papier • Schrijfmaterialen • Fototoestel K A A R T E N O P T A F E L
11
12
K A A R T E N O P T A F E L
K A A R T E N O P T A F E L een reis door de tijd met oude en nieuwe kaarten