Jouw hond, je beste vriend De hond als therapiedier
Inge Pauwels
JOUW HOND,
JE BESTE VRIEND De hond als therapiedier
© 2011 Standaard Uitgeverij en Inge Pauwels Standaard Uitgeverij nv, Mechelsesteenweg 203, B-2018 Antwerpen www.standaarduitgeverij.be
[email protected]
Omslagontwerp: Dominic Van Heupen Foto’s binnenwerk: Archief Inge Pauwels Vormgeving binnenwerk: Crius Group Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle zorg die aan de samenstelling van de uitgave werd besteed, kan de redactie of de auteur noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in deze publicatie zou kunnen voorkomen. ISBN 978 90 02 24028 7 D/2011/0034/557 NUR 431
Inhoud
Deel 1 Een hond die bij je past > De hond als beste vriend van de mens: oorsprong, domesticatie en takenpakket > Een hond begrijpen: lichaamstaal, emoties en gedrag en zijn verschillende karaktereigenschappen > Dominante handelingen > Stress en kalmerende signalen > Emoties bij honden en andere dieren
9 11 16 27 29 35
Deel 2 Therapeutische waarde van je hond voor jezelf en je gezin
43
> > > >
45 49 55 58
Een relatie met je hond – je hond als dierenspiegel De band met je hond creëren, versterken of verbeteren Wat bij problemen? Therapiedieren in mijn leven
Deel 3 Je hond als therapiedier voor anderen
61
> De therapiehond en de hulphond > Misvattingen rond (therapie)honden
63 78
> > > > > > > > > > > > > >
Een hulp- of therapiehond selecteren en testen Een hulp- of therapiehond trainen Met je hulp- of therapiehond aan het werk in de praktijk Soorten ziekten waarbij we kunnen assisteren met een therapie- of hulphond Mijn persoonlijke ervaring en mening De toekomst, wetgeving, toelating en erkenning Regels in een instelling: een concreet voorbeeld Evaluatie van therapiedieren en hulphonden in een school of instelling of na een coachingsessie: een vragenlijst Veel gestelde vragen over therapie- en hulphonden Getuigenissen uit de pers, van cliënten, cursisten en mijn persoonlijke ervaringen Heldenverhalen van dieren in je eigen leven Zelf een hulphond nodig? Opleidingen om te werken met therapiedieren Aan te raden boeken over waargebeurde verhalen met therapiedieren
Bibliografie Toscanzahoeve, holistisch ontmoetings-, opleidings-, therapie- en gedragscentrum voor mens en dier
83 94 108 122 166 178 185 192 194 198 250 251 254 256 260 261
Voorwoord
Erken de therapeutische waarde van het dier. Als kind heb ik tal van therapiedieren gehad. Ik ben grootgebracht op de boerderij van mijn ouders en bij elke ruzie, stresssituatie of bij elk verdriet vond ik steun bij de dieren die er leefden, van kat en hond tot kip, konijn of vis. Honden en katten waren overal rondom mij; bij het spelen, het rusten en het huiswerk maken. ’s Nachts werden ze in bed vervangen door de pluchen versies. Nooit ben ik als kind alleen geweest. Altijd kon ik onvoorwaardelijk steun, begrip, knuffels en troost vinden bij dieren. Ik zou me het leven niet kunnen inbeelden zonder dieren. In 1999 kreeg ik een zeer zwaar ongeluk, waarna ik twee jaar moest revalideren. Toen ik thuiskwam uit het ziekenhuis, kon ik niet lopen. Tosca, mijn hond op dat moment, was toen nog een pup. Hij was vierentwintig uur op vierentwintig bij mij voor steun en gezelschap, bracht me voorwerpen en leerde me vooral weer lopen. Want hij was de motivatie om te willen leren opnieuw te lopen, om de pijn te verbijten en met hem naar buiten te gaan voor zijn noodzakelijke plasje. Hij was er onvoorwaardelijk met zijn knuffels en likjes, ondanks dat mijn gezicht er niet uitzag (ik was in de ruit 7
van de auto gevlogen), en hij wilde wel met mij naar buiten komen en gezien worden! Tosca heeft me geleerd mezelf graag te zien en voor iets te knokken. Na Tosca heeft mijn huidige hond, Raico, schitterend therapeutisch werk verricht. Hij is er altijd! Ook als je alleen woont, je vrienden niet bereikbaar zijn, je relatie wordt beëindigd, je wat angstig bent in het donker, je moe thuiskomt van klanten enzovoort. Hij leert me omgaan met mijn hooggevoeligheid en de (fysieke) beperkingen van mijn lichaam. Hij leert me gezond egoïstisch te zijn en grenzen te stellen. Hij leert me onvoorwaardelijk liefde voor mezelf en anderen. Elke dag opnieuw, zonder zijn geduld te verliezen... Het liefst zie ik de erkenning van de wederzijdse invloed die mens en dier op elkaar hebben. Dat bracht me naar een land als Amerika, waar de helende kracht en de therapeutische waarde van het dier al jaren vanzelfsprekend zijn en viervoeters rondlopen in bijvoorbeeld ziekenhuizen, psychiatrische instellingen en bejaardentehuizen. Ik ben positief over de toekomst.
8
DEEL 1 EEN HOND DIE BIJ JE PAST
De hond als beste vriend van de mens: oorsprong, domesticatie en takenpakket
Geen dier ter wereld staat zo dicht bij de mens als de hond. Honden worden vaak ook ‘de beste vriend van de mens’ genoemd.
Stamboom leptocyon
Volgens genetisch onderzoek van Caries Vila uit 1997 zijn er op grond van verschillen in het mitochondrionaal DNA vier verschillende groepen hondenrassen te onderscheiden. Het is duidelijk dat de hond afstamt van de wolf (canis lupus). Honderdduizend tot veertigduizend jaar geleden leefde in Azië de wolfshond. Door een doorgang zo’n twintigduizend jaar geleden, kon de wolfshond zich van Azië naar 11
Noord-Amerika begeven. In 1873 vonden archeologen veertienduizend jaar oude restanten van (waarschijnlijk) een van de eerste honden in Zwitserland. De eerste aantoonbare relatie van de wolf met de mens dateert van omstreeks veertienduizend tot zeventienduizend jaar geleden. Het is niet zeker of de mens naar de wolf is gekomen of andersom en hoe het domesticatieproces precies is verlopen. Alle twee zijn het opportunisten en hadden ze op hun manier baat bij een ‘samenwerking’. De wolf was welkom als hulp bij de jacht, om het afval op te eten en als waakdier tegen andere roofdieren. Verder werden wolven ook gekweekt als voedsel. De tamme wolven werden gehouden voor de kweek, de agressieve werden geslacht. Daaruit kan men besluiten dat hier de wet van survival of the friendliest gold. De mens zorgde er op zijn beurt voor dat de wolf altijd te eten kreeg als hij braaf was. Als de wolven agressief bleven, joegen de mensen ze weg. Na verloop van tijd werden wolven minder agressief, waardoor ze zich tussen de mensen konden integreren. Bovendien is de wolf een sociaal dier dat gezelschap op prijs stelt en de mens stelde ook dat van hem op prijs. Gaandeweg begon men eisen aan het uiterlijk en gedrag van de wolf te stellen, zo ontstond de basis voor verschillende takken en rassen. De eerste twee rassen die men kon onderscheiden zijn minstens tienduizend jaar oud. Ze verschillen in grootte. De fossielen ervan werden gevonden in Denemarken. Onder andere door permanente nederzetting is de bouw van de hond veranderd. De schedel, het lichaam en het gebit werden kleiner. Hieruit zijn de hedendaagse honden ontstaan. Zes- tot zevenduizend jaar geleden is de windhond (bijvoorbeeld de saluki en de Afghaanse windhond) ont12
staan in Mesopotamië. Ongeveer tweeduizend jaar later kwamen de waakhonden (bijvoorbeeld de rottweiler en de buldog), hun oorsprong ligt in Tibet. Rond het jaar 300 begon men in Italië met het kweken van scent hounds (bijvoorbeeld bassets en teckels). De retrievers en waterhonden deden pas in het jaar 700 hun intrede. De jongste groep onder de honden zijn de terriërs, zij vonden hun plaats tussen de mensen rond het jaar 800.
Uit onderzoek van onder anderen de Russische wetenschapper Belyaev is gebleken dat gedomesticeerde dieren minder stresshormonen produceren en meer serotonine. Naast uiterlijke veranderingen ondergaan dieren dus ook gedragsveranderingen bij een domesticatieproces. Honden kregen en krijgen nog steeds verschillende taken in onze maatschappij: ze werken als hulphond, herdershond, politiehond, reddingshond, brandweerhond, trekhond, 13
poolhond, waakhond, jachthond, vechthond enzovoort en worden ingezet in de oorlog, als huisdier, als proefdier en in de media of dienen als voedsel of als statussymbool. Sinds de jaren tachtig staat vast dat dieren daadwerkelijk bijdragen tot het welzijn en de gezondheid van mensen. In 2003 toonden de wetenschappers Odendaal en Meintjes aan dat de sterke emotionele band tussen mens en dier gedreven wordt door oxytocine. Als ze samen zijn, verhoogt de concentratie van dit hormoon in het bloed. Het zorgt ook voor een verhoging van endorfines en het hormoon dopamine. Dit gebeurt zowel bij mens als bij dier. Het zijn allemaal stoffen die je beter in je vel doen voelen, de bloeddruk en hartslag doen dalen, de hormoonhuishouding verbeteren en de hoeveelheid stresshormonen in het bloed verlagen. Mensen die dus regelmatig met huisdieren in contact komen, hebben een betere gezondheid. Dr. A. Katcher toont zelfs de band aan tussen gedrags- en emotionele aandoeningen en het verminderen van sociaal contact tussen dieren en mensen. Vroeger op de boerderij had bijna iedereen regelmatig contact met dieren, maar in onze maatschappij is het steeds moeilijker voor mensen om datzelfde contact te behouden. De dokter bestudeerde de gedragsveranderingen van kinderen met ADHD-achtige symptomen (zoals verminderde concentratie, hyperactiviteit, moeilijkheden met studeren en bij het leggen van sociale contacten) wanneer ze in contact kwamen met dieren. De kinderen moesten dieren voederen, borstelen enzovoort. Hun agressie nam af, ze konden zich beter concentreren en hun schoolprestaties werden beter. Ze werden ook beter in communicatieve vaardigheden en toonden meer zelfvertrouwen. 14
Ook met alzheimerpatiënten en autistische kinderen kunnen dieren beter contact leggen dan therapeuten. Door contact met dieren verhoogt het oxytocineniveau in het bloed. Maar ook de sociale vaardigheden verbeteren.
15
Een hond begrijpen: lichaamstaal, emoties en gedrag en zijn verschillende karaktereigenschappen
In onze maatschappij hebben veel gezinnen een hond. Het is dus belangrijk dat we elkaar goed begrijpen. Maar vaak begrijpen wij mensen helemaal niet wat onze hond ons wil vertellen. Voor het begrijpen van een hond is het belangrijk dat je zijn lichaamstaal goed en juist kan interpreteren. Het ‘gemakkelijke’ aan de hondentaal is dat deze over de hele wereld hetzelfde is. Mensen communiceren met woorden maar ook met lichaamstaal. Van het laatste zijn we ons vaak niet bewust. Maar dit is wel wat dieren, en dus ook honden, vooral opmerken en waar ze op verder gaan. Mensen hebben voor elk dingetje, elke situatie, om het even wat een woord. En zo begrijpen wij elkaar, tenminste als we dezelfde taal spreken. Als dat niet het geval is en de andere een andere taal spreekt, begrijpen we elkaar enkel als we moeite doen. Met gebaren, mimiek... Dit is belangrijk om rekening mee te houden: onze hond lijkt op een buitenlander en begrijpt onze taal en gewoontes niet. En wij vaak die van hem niet. Een hond spreekt nu eenmaal geen mensentaal of Nederlands en wij spreken ook geen hondentaal. Een voorbeeld: de hond zit in de zetel, je wilt dat hij eruit gaat en zegt: ‘Mijn lieve schat, zou je nu eens alsjeblieft uit de zetel willen gaan?’ De hond zal het woord ‘zetel’ begrijpen en denkt: ik zit in de zetel, dus ik doe het goed, en blijft 16
zitten. Maar dan begin je wat harder te roepen over de ‘zetel’ en de hond begrijpt er helemaal niets meer van. Hij houdt zijn kopje wat scheef en zo, maar hij zal niets van die lange zinnen en vele woorden verstaan. Een hond begrijpt enkel wat je hem leert en korte woorden en niet hele zinnen die je tegen hem zegt. Het meest voorkomende misverstand tussen mens en hond is ongetwijfeld nog steeds dat over het kwispelen: Mens: Hij kwispelt, dus hij bijt niet! Hond 1: Ik ben opgewonden en weet nog niet hoe ik op de situatie zal reageren. Moet ik nu aanvallen of me wegdraaien? Hond 2: Ik zwiep met mijn staart zodat de geur van mijn anaalklieren zo royaal mogelijk verspreid wordt, om duidelijk te maken dat deze omgeving van MIJ is en van niemand anders. We begrijpen ook vaak niet de signalen dat de hond ons of een andere hond wil domineren. Mens: Die twee honden hebben elkaar echt graag, want ze leggen altijd hun poten op elkaars schouders. Hond 1: Ik voel me onzeker bij je in de buurt en probeer dat te verbergen door mezelf groter te maken dan jij. Hond 2: Ik wil de hoogste rang in deze roedel. En ook de verschillende manieren van communiceren bij een hond zijn ons vaak onduidelijk. Mens: Ik wil niet dat je aan mijn kont snuffelt of aan de kont van de hond van de buren. Hond: Wie ben jij? Hoe oud ben je? Welke rang heb je? Kan ik met je paren? 17
Mens: O, de hond heeft per ongeluk tegen je been geplast. Hond: Wie is dit? Ik ga deze persoon opeisen, net als een voorwerp, door mijn geur op hem af te zetten. En bij de opvoeding gaat het vaak helemaal mis! Mens: Nee, niet springen! Hond: Als ik dat doe krijg ik aandacht: een aanraking, een woordje en oogcontact. Trouwens, als ik rustig ben krijg ik geen aandacht, dus kan ik beter opspringen. Mens: Los, los! Hond: Ik luister toch? Ik hou het speeltje toch goed vast? Zo heb ik het geleerd. Een speeltje vasthouden noemt mijn mens ‘los’. Ze hoeft daarvoor niet zo te schreeuwen. Alsook bij gedragsproblemen. Mens: Sssht, je hoeft niet bang te zijn, mama is bij je. Hond 1: Amaai, mijn baasje is bang, er is dus wel reden om bang te zijn! Hond 2: Wat een leuke toon in haar stem, ik doe het dus goed. Gewoon blijven volhouden en dan krijg ik lieve aandacht. Hond 3: Aha, als ik bibber mag ik mee in het bed slapen. Om met een hond te leren communiceren moet je hem ook leren begrijpen en op een juiste manier zien. Je kunt de hond niet als een simpel voorwerp gaan bekijken, iets wat je huis bewaakt of een ding dat helpt bij de jacht. Ook mag je de hond niet gaan bekijken als een soort van vervangingskind. Sommige gedragingen van de hond worden te veel vermenselijkt en daardoor kunnen er grote misverstanden ontstaan. Je moet ook weten hoe een hond zijn omgeving ziet en ervaart. De zintuigen van een hond zijn heel anders dan die 18
van een mens. Een gevolg daarvan is dat een hond op heel andere prikkels gaat reageren. Je moet zijn natuurlijke gedragingen kennen. Ken je deze niet, dan kun je ook niet gaan oordelen of het juist of verkeerd is wat een hond doet. Daarbij komt nog dat elke hond anders is. Niet elke hond reageert hetzelfde in dezelfde situatie. Niet elke hond heeft alles graag, enzovoort.
De communicatie tussen honden onderling verloopt op vele manieren. Zo gaat een hond kijken naar de lichaamshouding van de andere hond, hij gaat hem besnuffelen, ze zullen ook fysiek contact maken. Er zijn ook verschillende soorten geblaf, en daarbij hebben honden nog vaak ‘telepathisch’ contact met elkaar. Ze gebruiken dus niet enkel hun zintuigen maar ook hun gevoel om met elkaar te communiceren. Hoe communiceren honden? 1. Houding: romp, staart (bijvoorbeeld kwispelen), oren, borstelen... 2. Mimiek: ogen (bijvoorbeeld oogwit), lippen, tanden... 19
3. Geur: anaalklieren, urine, smaak... Het belangrijkste zintuig van de hond is de neus. Aangezien geuren nog een hele tijd blijven hangen nadat ze zijn afgegeven en een hond beter geuren kan opnemen en verwerken dan een mens dat doet, is snuffelen voor de hond de beste informatiebron van wat er op een bepaalde plaats gebeurde. Je ziet dit fenomeen duidelijk als je gaat wandelen, als je thuiskomt en als twee honden elkaar begroeten. 4. Vocalisatie: blaffen, grommen, piepen, yellen... 5. Stress en kalmerende signalen: rondsnuffelen, geeuwen, smakken, aan de poot likken, tongelen... 6. Fysiek contact 7. Dominante handelingen: berijden, kop in de nek, bek over de neus... Zoals eerder gezegd heeft elke hond zijn eigen takenpakket en dient hij zich ook op een bepaalde manier te gedragen en te communiceren. In onze maatschappij is het zeer belangrijk voor onze huis-, tuin- en keukenhond dat hij geen overmatige angst en agressie vertoont en zeker niet ten opzichte van mensen. Bovendien is het ook van belang dat de hond zichzelf goed in zijn vel voelt, en dus bijgevolg niet te veel stress heeft. Voor een therapiedier gaan we nog een stapje verder: agressie is eigenlijk niet toegelaten. Bij grote angsten kan het dier geen therapeutische waarde voor de mens hebben, de hond moet dominante handelingen van de mens toelaten en hij moet goed om kunnen met stress. In het geval van een hulphond voor epilepsiepatiënten bevorderen we zelf het fenomeen van verlatingsangst bij het dier. Zodat het altijd bij zijn baas wil zijn, dit is namelijk 20
noodzakelijk omdat het baasje te allen tijde een aanval kan krijgen en de hond dit moet aangeven. Agressie: • Fixeren (langer dan twee seconden kijken zonder knipperen is bedreigend) • Borstelen • Grommen • Blaffen • Tanden laten zien • Verstarren (ruimte willen) • Stijve kwispel Als agressie optreedt spannen de spieren zich, worden de bewegingen sneller en richten lichaam en bewegingen zich naar voren. Angst: • Oogwit tonen • Tanden laten zien • Blaffen • Ineengedoken houding • Bevriezen • Wijken, achteruitdeinzen, vluchten Diverse wetenschappelijke studies tonen aan dat er verschillende karakters bij dieren bestaan. Bijvoorbeeld honden die graag opdrachten vervullen voor de baas, met minder eigen wil en meer flexibiliteit, hebben een ander karakter dan actieve honden, die doorgaans minder flexibel zijn. Deze karakters zijn vaak leiders, ze hebben meer zelfvertrouwen, zijn erg sociaal enzovoort. Verschillen in persoonlijkheid zijn genetisch bepaald, maar ook door omgevingsfactoren en het menselijk handelen. Er zijn altijd verschillen in persoonlijkheid in een nest, 21
maar omgevingsfactoren en menselijk handelen hebben wel effect om extremen te bevorderen of juist te laten uitdoven. Zonder zeker te zijn van de persoonlijkheden bij dieren zijn veel mensen het erover eens dat sommige combinaties van mens en dier beter bij elkaar passen dan andere. Slechts een klein aantal professionals is in staat om specifieke persoonlijkheden bij dieren te onderscheiden. Meestal kiezen we puur op uiterlijke kenmerken of op gevoelens van medelijden een huisdier uit. Ik kom dan ook vaak hond-baascombinaties tegen die totaal niet bij elkaar passen. Passende karakters zijn voor zowel mens als dier een voorwaarde voor een goede band. Een hond die zelfvertrouwen uitstraalt heeft een hogere houding. Hij heeft het gevoel dat hij alles onder controle heeft. De oren zijn naar voren gericht en de staart wordt hoger gedragen. Bij contact met de mens moet hij echter op zijn minst zijn staart verlagen, al is het maar enkele millimeters, om zijn respect te tonen. Uiteraard kan een hond ook een lage of onderdanige houding hebben. Maar let dan op dat deze niet vervalt in angst. Belangrijk is ook nog dat je als mens nooit dominante handelingen toelaat. Lichamelijk contact is belangrijk voor een hond, het zorgt voor: • Een emotionele en sociale band • Meer zelfvertrouwen • Een kalmerend effect Zoals mensen hebben ook honden een ‘persoonlijke zone’, hierin laten ze bepaalde honden of mensen dicht bij hen komen of juist niet. Dit laten ze zien met hun lichaamshou22
ding. Het is normaal dat een vreemde niet zo dicht zal mogen komen als iemand die de hond vertrouwt. Als je deze ruimte niet respecteert, kan dat aanleiding geven tot bijten. Hieraan gaat natuurlijk een reeks van signalen vooraf waarmee de hond laat zien dat je te dicht gekomen bent. Mensen moeten deze handelingen respecteren en begrijpen dat niet elke hond graag aangeraakt wordt. Soms hebben ze tijd nodig om je te vertrouwen voordat je hen mag aanraken. Als een hond wil aangeraakt worden zal hij wel spontaan komen, ook al heeft hij daar even tijd voor nodig. Veel mensen en kinderen zien een leuke hond en stappen er direct op af en beginnen hem te aaien. Meestal kijken ze hem nog eens recht in de ogen, wat helemaal bedreigend wordt voor de hond. Met de eigenaar kan een hond verschillende manieren van contact hebben; hij kan bij je liggen, tegen je leunen, je kunt hem aaien enzovoort. Een hond die gewoon op je komt liggen heeft de neiging om je te gaan controleren. Hierbij kun je niet meer direct gaan opstaan wanneer je dit wilt. Hij zal steeds veel aandacht willen. Ook zijn er honden die ontspannen en rustig tegen je aan komen liggen en in slaap vallen. De hond vertrouwt je in deze situatie. Soms gaat een hond tegen je aan leunen, dit doet hij omdat hij zich veilig voelt bij de eigenaar en het hem een verbonden gevoel geeft. Bij het aaien heeft de hond soms bepaalde lichaamsdelen waar hij liever niet geaaid wordt. Dit kunnen bijvoorbeeld de poten zijn. Die zijn voor honden een zwakke plek, en dan vooral de billen, want als ze vroeger hieraan gewond raakten kon dit hun einde betekenen. Als je hierop gaat mopperen zou je wel eens een vreemde reactie kunnen krijgen van je hond. 23
Honden likken elkaars oren weleens, dit doen ze enkel als ze een band met elkaar hebben. En als eigenaar kun je dus ook weleens een lik in je oor krijgen van je hond. Handeling
Betekenis
Schuren
Geur zetten
In de neus bijten
Correctie
In de nek bijten
Correctie van de moeder, uitdaging bij volwassen honden
Op de rug liggen
Onderdanigheid
Aan de oren likken
Versterkt de band
Mond aflikken
Kalmerend signaal, onderdanigheid, stress
Poot geven
Aandacht vragen
Aanleunen
Veiligheid, verbondenheid, vriendelijkheid
Poot op de kop of schoft leggen
Dominante handeling
Opdringerig contact maken
Dwingen
Aanstoten met de neus
Vriendelijkheid, spel
Likken
Verzorging, overspronggedrag
Opspringen: Frontaal Geen respect, mogelijke agressie Andere vorm van springen, langer dan twee seconden Opdringerig, sociaal contact maken Andere vorm van opspringen, korter dan twee seconden Markeren
• • •
Omklemmen
Dominante handeling
24
Men mag geen aandacht geven aan honden die steeds je aandacht willen en elke keer geaaid willen worden. Ze gaan zich steeds meer opdringen. Je moet als eigenaar zelf beslissen wanneer jij de hond contact wilt geven en wanneer niet, want jij staat hoger in de rangorde en moet dit dus bepalen. Op de rug gaan liggen is meestal een teken van onderdanigheid, want de hond laat zijn kwetsbare lichaamsdelen zien aan jou. Toch is dit niet altijd zo en laat de hond wel zijn buik zien, maar meent hij dit signaal niet. Hij zal dit doen als je iets doet of als er iets van hem verlangd wordt wat hij niet wil en hij je gewoon wil doen ophouden. Het aanraken van de poten ligt bij een hond zeer gevoelig. De voetzolen bevatten veel zenuwcellen die reageren op trillingen. Ook rond de tastharen bevinden zich veel zenuwcellen, het afknippen van deze haren kan een hond stress bezorgen omdat hij niet meer alle signalen vanuit de omgeving kan opvangen. De tastharen spelen een belangrijke rol om de hond te waarschuwen voor voorwerpen die schadelijk kunnen zijn voor de ogen en de neus. Deze haren kunnen ook voorwerpen lokaliseren en herkennen. Veel honden springen wel een keer op een persoon. Als de hond opspringt en je langer dan twee seconden aanraakt, wil hij opdringerig sociaal contact met je maken. Springt de hond maar even op je, dan heeft hij gemarkeerd. Als de hond met veel kracht opspringt en zijn lichaam, kop en staart in één lijn houdt, dan kan dit een teken van agressie zijn. Deze honden hebben ook weinig of geen respect voor een persoon. 25
Als een hond je omklemt, is het alsof hij je stevig vastpakt. Dit is een dominante handeling in de hondentaal. Ook wij kunnen dit doen, maar zeggen er dan ‘knuffelen’ tegen. Niet alle honden vinden het leuk om geknuffeld te worden omdat het een teken van dominantie is. Als een hond sociaal contact maakt met een mens, moet de hond een onderdanige handeling vertonen. Vriendelijke begroeting: De houding die een hond aanneemt bij een begroeting naar de mens toe is gebogen, indirect en zijn ruggengraat is ontspannen. Zijn lichaam is niet in een volledig rechte lijn. De ogen knipperen veel, zijn een beetje toegeknepen, de oren staan achteruit, er is wel oogcontact maar niet langer dan twee seconden. De ruimte tussen mens en hond wordt gedeeld en de staart van de hond verlaagt bij aanraking door de mens, uitgezonderd bij rassen met een staart die een opgedraaide aanzet heeft. Agressieve begroeting: De hond neemt het directe, rechte, frontale pad naar de mens toe. Zijn ruggengraat is recht, met de neus en de kop in één lijn. De ogen zijn open en knipperen zeer onregelmatig. De kin is omhoog, zodat de nek zichtbaar wordt. De hond maakt opdringerig fysiek contact. De staart is op dezelfde hoogte als bij opwinding of verkenning van de omgeving en gaat omhoog bij contact.
26
Dominante handelingen
Dominante handelingen van honden naar honden toe zijn: • In de snuit bijten • In de nek of hals bijten • Een poot op de schoft leggen • Een poot op de kop leggen • Erover gaan staan • Markeren • De andere hond bestijgen • Op de hond inlopen Maar ook zijn er dominante handelingen naar mensen toe, dit kunnen zijn: • Zijn kop in je hals leggen als hij op je schoot zit • In je handen en polsen bijten • Markeren, zoals de anus tegen de mens aan drukken • Bestijgen • Tegen je lopen of je omverlopen Niet alleen honden vertonen dominante handelingen, maar ook de mens kan zich dominant gedragen tegenover honden: • De hond optillen • De hand over zijn snuit leggen • De hond op de rug leggen • De hand op de schoft en rug leggen • De voetzolen vastpakken en bevoelen • In de oren kijken en eraan trekken • Over de hond gaan staan 27
• • •
Eroverheen hangen Oogcontact maken Recht naar hem toe gaan
28
Stress en kalmerende signalen
Honden en wolven gebruiken kalmerende signalen om agressie tegen hen te voorkomen. Vaak gebruiken honden in onze omgeving ze en zien we dit niet. Deze handelingen zijn vaak heel subtiel, ze vallen ons niet op of we zien ze gewoon niet. Toch kunnen deze signalen ons waarschuwen om conflicten te vermijden. Een hond zal steeds signalen geven om conflicten te voorkomen, zowel naar honden als naar mensen toe. Ook als mens kunnen we kalmerende signalen naar een hond overbrengen. Dit kan een hond weer rustig maken. Het goede aan deze handelingen is dat elke hond, waar dan ook, ze begrijpt. Kalmerende handelingen van honden zijn: • De kop wegdraaien • De ogen neerslaan in plaats van recht aankijken • De rug of zijde naar iemand toe draaien • De neus met de tong likken • Bevriezen in een staande, zittende of liggende houding en zich volkomen passief opstellen • Langzame bewegingen maken in plaats van snelle, bijvoorbeeld bij het stappen • Kwispelen (witte vlag) • Spelboog maken • Gaan zitten of met de zijde/rug naar je toe gaan zitten • Gaan liggen met de buik op de grond • Gapen
29
• • • • • • • • • • •
In een bocht (om elkaar heen) lopen, dus niet recht op elkaar af lopen Snuffelen (met een beweging naar de grond, en de ogen volgen de beweging rondom) Opsplitsen, of je als derde persoon/hond fysiek tussen twee personen/honden in plaatsen De poot optillen Met de ogen knipperen Reactieoverdracht of iets anders gaan doen Markeren Lachen Met de lippen smakken Een stomme kop trekken en puppygedrag vertonen Je kinderachtig gedragen, ook al ben je volwassen (wat mensen ook soms doen)
Onderdanige handelingen zijn: • Op de rug gaan liggen en de buik tonen • Tongelen • Aan de mondhoeken likken • Pootje geven • Voor je uit de weg gaan • Door de poten buigen • Een plasje doen • De anaalklieren legen Veel dingen zijn leuk om met een hond te doen, zoals wandelen, naar de dierenbeurs of de gehoorzaamheidsles gaan, agility en nog veel meer. Voor sommige honden is dit allemaal tof, maar er bestaan, zoals bij mensen, echte stresskonijnen. Het erge voor deze honden is dat de baasjes het niet eens doorhebben dat hun hond stress heeft en het helemaal niet leuk meer vindt. Honden kunnen stress op verschillen30
de manieren laten zien en als eigenaar is het niet onbelangrijk om deze signalen te begrijpen. Bij een kortstondige, acute stress verdwijnt de stress na de situatie gewoon. Als deze acute stress blijft aanhouden, verandert hij in chronische stress. Bij chronische stress kunnen er verschillende gezondheidsproblemen ontstaan. Mogelijke oorzaken van stress kunnen zijn: • Directe bedreiging van honden, mensen, voorwerpen • Geweld, boosheid en agressie • Rukken en trekken aan de riem • Te hoge eisen bij de training en in het dagelijkse leven • Te weinig beweging • Honger, dorst • Pijn en ziekte • Kou lijden of het te warm hebben • Geen behoefte mogen doen • Te veel ruzie • Eenzaamheid • Schokkende gebeurtenissen • Te veel opwinding • Bezoek aan dierenarts, trimster… • Plotselinge veranderingen De signalen van stress zijn: • Nervositeit bij de hond. Hij kan schrikachtige bewegingen maken en onrustig rondlopen. • Voortdurend heen en weer lopen. De hond zal zich niet ontspannen en kan dit zelfs niet als hij weer op zijn vertrouwde plaats komt. • Gestreste honden kunnen in bepaalde situaties gaan overreageren. Dit kan men merken als dezelfde situatie normaal geen problemen oplevert. 31
• • • • •
• • • •
• • • • •
Verschillende kalmerende signalen achter elkaar laten zien. De hond wil de situatie doen stoppen door deze kalmerende signalen te vertonen. Bij een hevige stressreactie kan de endeldarm het signaal krijgen om zich te ontspannen, waardoor de uitwerpselen ontlast worden. Het uithangen van de penis, meestal enkel het voorste deel. Als een pup gaat rijden kan dit een teken van stress zijn. Het overdrijven van de lichaamsverzorging. De hond gaat hierbij overvloedig de poten, schaamstreek en staart likken. Het kan zo erg worden dat de hond zichzelf gaat verwonden, omdat er hierbij endorfines kunnen vrijkomen. Die endorfines geven een beter gevoel en werken ook pijnstillend. Vernielen van voorwerpen kan stress of verveling betekenen. Overdreven veel blaffen. Diarree en braken. Honden kunnen in bepaalde situaties stress hebben, bijvoorbeeld op de hondenschool, en willen dan niets eten. Thuis zal de hond heel graag koekjes eten, maar als je dan op de school komt wil hij plots niets meer eten als beloning. Het tegenovergestelde kan ook voorkomen en dan zal de hond alles eten wat hij maar vinden kan. Dit kan gevaarlijk zijn omdat hij giftige, scherpe zaken kan binnenkrijgen. Een gestreste hond zal veel hijgen en daardoor kan een onaangename geur waargenomen worden. Het plotseling uitvallen van haren. Een slechte conditie van de vacht en een algemeen ongezond uiterlijk van de hond bij aanhoudende stress. Hijgen. 32
• • • • • • • •
Druppelende neus. Bibberen. Fixeren van wat de stress veroorzaakt. In de riem bijten (redirectie) is het afreageren op iets anders. Overspronggedrag vertonen. Uitschudden. Een pootje opheffen. Tongelen.
Bij erge stress waarbij de hond kort na elkaar drie van deze signalen laat zien, is het beter om hem uit de situatie te halen waarin hij zich bevindt. Eens uit de situatie kan de hond weer kalmeren. Als de hond veel stress heeft kun je hem helpen door: • Het aanpassen van de omgeving, bijvoorbeeld lawaai en drukte verminderen • Routine en tijdsindeling te veranderen • Te stoppen met straffen en agressie • Zelf kalmerende signalen te herkennen en te gebruiken • Te voldoen aan de dagelijkse behoeften van de hond qua beweging, voeding, rust enzovoort • Een balans te creëren tussen beweging, activiteit en rust • De hond een deel van de roedel te laten zijn, samen te zijn • De hond niet te omklemmen, boven hem te gaan hangen enzovoort, wat als bedreigend kan overkomen Stresssignalen bij de mens Geïrriteerd zijn en geen geduld hebben in dagelijkse dingen Humeurigheid en woede-uitbarstingen Meer of minder praten
• • •
33
• • • • • • • • • • • • •
Nervositeit Gapen Teruggetrokken zijn Geheugenproblemen Taken niet of te laat volbrengen Slaapstoornissen Hoofdpijn Maag- en/of darmproblemen Huiduitslag of koortsblazen Onregelmatige menstruatie Hartklachten Hoge bloeddruk Depressie
Natuurlijke middelen tegen stress voor mens en hond • Citroenmelisse (Melissa officinalis) • Bachbloesem rescue • Haver (Avena sativa) • Hop (Humulus lupulus) • Kamille (Matricaria recutita) • Lavendel (Lavandula officinalis) • Passiebloem (Passiflora incarnata) • Sint-janskruid (Hypericum perforatum) • Valeriaan (Valeriana officinalis)
34
Emoties bij honden en andere dieren
Tot voor kort werd verondersteld dat mensen de enige wezens op aarde zijn die emoties kennen. Dieren zouden vooral instinctief reageren op de omgeving en zich dus niet laten leiden door gedachten en gevoelens. Ze werden zelfs als machines beschouwd. Maar door de technologische vooruitgang kan de mens de emoties bij dieren meten en bepalen. Het gaat hier om zowel de basis- als de complexe emoties. We kregen ook meer inzicht in gevoelshormonen en in het brein. Emoties bepalen een deel van het leven van dieren, net zoals bij mensen. Ze helpen een soort te overleven. Een aantal emoties zijn gelijk bij mensen en dieren maar er zijn ook verschillen, en daarom herkennen we de emoties niet altijd. Dieren hebben een eigen persoonlijkheid en ervaren emoties, maar de wetenschap is er nog niet uit hoe dit zich ontwikkeld heeft. Ook bij mensen zijn emoties ontstaan omdat ze ergens in de evolutie een voordeel hebben opgeleverd. Denk bijvoorbeeld aan verliefdheid. Verliefdheid maakt dat je meer risico’s durft te nemen en nieuwsgieriger bent dan wanneer je niet verliefd bent. Dit maakt dat je verder gaat zoeken naar een geschikte partner en het voorkomt dat je steeds blijft vissen in je eigen genetische vijver. Gevoelens bij dieren worden vaak uitgedrukt in lichaamstaal. Bijvoorbeeld de staart tussen de benen zegt dat de hond 35
onzeker of angstig is. Zo zijn er veel biologische bewijzen waar niet over gediscussieerd wordt. Blijdschap, boosheid, verlangen en angst zijn basisemoties. Hierover wordt weinig gediscussieerd. Er wordt nog wel steeds gediscussieerd over de groep complexe emoties als verdriet, jaloezie, rechtsgeldigheid, rouw enzovoort. Deze gevoelens getuigen van een bewustzijn, de capaciteit om te herinneren en een verbinding tussen gedrag en handelen. Tot voor kort dacht men bijvoorbeeld dat jaloezie een gevoel is dat alleen voorkomt bij mensen en dieren die dicht bij de mens staan, zoals apen. Deze gedachte is echter recent weerlegd. Bovendien is het quasi zeker dat dieren ook emoties kennen die wij niet kennen… Het gevoel van onrechtvaardig behandeld te worden, dus het gevoel van onrechtvaardigheid, veroorzaakt protest bij honden. Deze wetenschappelijke studie werd in 2009 in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences gepubliceerd. De studie begon met het onderzoek van het gevoel van onrechtvaardigheid en jaloezie bij apen. De ene groep apen kreeg bij elke handeling een beloning en de andere groep apen niet. De groep die niets kreeg reageerde heftig en gevoelig. Ze begonnen zelfs te staken. Ook bij het verschil van belonen bleek de groep die een minder leuke beloning kreeg te protesteren. Dit is logisch, want als je een oneerlijke verdeling van eten hebt, dan heb je minder kans om te overleven. Daarom is het belangrijk om te protesteren en brutaal te zijn. Deze studie werd ook bij honden uitgevoerd. Sommige honden kregen iets lekkers wanneer ze een pootje gaven en andere niet. De honden die niks kregen gingen onmiddellijk protesteren. Ze aarzelden ook wanneer men gewoon opnieuw vroeg om een pootje te geven. Het is belang36
rijk om hier als baas rekening mee te houden. Honden die jaloers zijn hebben meer last van stress, leren minder goed en weigeren vaak opdrachten. Van diersoorten zoals de olifant is al langer bekend dat ze emotioneel kunnen lijden of rouwen bij het overlijden van een geliefde. Maar ook honden zijn zich bewust van het sterven van een roedelgenoot en kunnen hieronder lijden: ze hebben minder plezier in dingen, ze weigeren te eten, ze weigeren interactie, de staart staat laag, kwispelen is zeldzaam, er is gewichtsverlies enzovoort. Uit een aantal studies blijkt dus dat de hond precies hetzelfde reageert op het verlies van zijn dierbare soortgenoot als de mens en dat dit langdurige en soms permanente gevolgen kan hebben. De meeste achtergebleven honden gaan minder eten en vele stoppen helemaal met eten. Sommige honden gingen op zoek naar meer aandacht, maar andere zonderden zich juist af. Helemaal erg was het als de achterblijvers hun geliefde zagen vertrekken voor euthanasie, ze bleven vele dagen tevergeefs zoeken en wachten op zijn terugkeer. Het is als mens belangrijk om te kijken naar de klachten van je hond en hiernaar te handelen. Respecteer ook de tijd die een hond nodig heeft voor het verwerkingsproces. Sommige honden zijn na korte tijd weer de oude, maar andere hebben wel tot zes maanden nodig voor een verwerkingsproces. Er zijn ook heel veel gevallen bekend waarin dieren moeten behandeld worden met antidepressiva om er een beetje bovenop te komen. Het gaat net als bij mensen om een specifiek maatje. Er ineens een vreemde hond bij plaatsen kan voor stress en een verergering van klachten zorgen. Het is dus best dat je eerst aandacht besteedt aan de emoties van de hond voor je een nieuwe hond aanschaft. 37
Als er een verandering in de roedel is, dan wordt deze instabieler. Een instabiele roedel heeft minder kans om te overleven, dus het is niet abnormaal dat honden gevoelig zijn voor het wegvallen van de roedelgenoot. De discussie over bewustzijn bij dieren wordt nog steeds gevoerd. Dit is niet vreemd, want als dieren een bewustzijn hebben, heeft dat een grote invloed op de manier waarop wij mensen met dieren omgaan. In Europa gebruiken we elk jaar weer miljoenen dieren als voedsel, luxeartikelen of als onderzoeksobject. Als dieren geen bewustzijn bezitten, is er ook geen sprake van welzijn dat bij hen geschaad kan worden. Een valkuil voor veel dierenliefhebbers is dat zij de menselijke emotie en benadering projecteren op dieren en denken dat een dier een ervaring op dezelfde manier beleeft als de mens. Het kan zijn dat ze een signaal dat het dier geeft interpreteren als een menselijke emotie. Dit wordt ook antropomorfiseren of vermenselijken genoemd, oftewel het toekennen van menselijke eigenschappen aan dieren. Uiteraard bedoelen mensen dit goed, maar het kan schadelijk zijn voor dieren. Ik denk hierbij aan allerlei soorten kleding voor honden die te koop is, in allerlei maten en voor alle seizoenen, met bijpassende handtas en sieraden. De mensen die zulke dingen aanschaffen voor een hond denken vaak dat ze hiermee de hond een plezier doen. Maar net als mensen hebben ook honden contact nodig met hun soortgenoten. En door het aantrekken van kunstmatige kleding met een eigen kunstmatige geur herkent de ene hond de andere niet meer. De hond wordt dus niet door zijn soortgenoten herkend.
38
Een ander voorbeeld zijn de hulpmiddelen die ons wijsmaken dat we dieren op een vriendelijke manier trainen. Een mooi voorbeeld hiervan is de halti of gentle leader. Door het gebruik van deze hulpmiddelen kunnen er letsels aan de nekwervels of de oogkas optreden. De hond vermijdt situaties in plaats van dat hij eruit leert. Gedragsproblemen kunnen ontstaan of verergeren omdat de hond zichzelf niet genoeg kan uitdrukken met zijn gezicht en mimiek. Subtiele veranderingen in de ogen, in de lip en in de neus worden door deze hulpmiddelen voorkomen. Niet alleen gedragsproblemen maar ook emotionele problemen kunnen optreden. Bovendien ontnemen deze hulpmiddelen de hond vaak het plezier om te werken en samen te zijn met zijn eigenaar. Bij het fokken van dieren dient men veel aandacht te hebben voor de kwaliteit, de stabiliteit en de zorgzaamheid van de ouders. Want een goede jeugd is de basis voor een gelukkig en emotioneel stabieler leven. Hoe meer aandacht en verzorging de jongen van de moeder krijgen, des te ondernemender en minder angstig ze later worden. Verder zijn ze ook op hun beurt betere moeders. Dit geeft ons als mens verantwoordelijkheden mee. Is de moeder angstig of agressief, fok er dan niet mee, hoe mooi ze ook is. De dieren zullen generaties lang verstoord of onwenselijk gedrag kunnen gaan vertonen. Meer liefde en contact als jong verhoogt de weerbaarheid in het latere leven en maakt het dier socialer naar zijn omgeving toe. Dit is net zoals bij mensen. Dieren worden al honderden jaren geselecteerd voor specifieke eigenschappen die de mens graag in zijn hond terugziet. Uit onderzoek is gebleken dat slechts drie tot vijf pro39
cent van alle honden voor de fok gebruikt wordt, zodat zuivere rassen behouden kunnen blijven. Het gevolg van deze inteelt is dat er een grotere kans is op ziekten, zowel op lichamelijk als op emotioneel vlak, en gedragsproblemen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de toename van agressie bij honden. Agressie en angst zijn basisemoties bij dieren en worden over het algemeen slecht begrepen. Een gezonde dosis angst en/of agressie maakt dat honden kunnen overleven. Bovendien hebben ook dieren behoefte aan persoonlijke ruimte, meer nog dan mensen. Komt een vreemde hond te dicht in de buurt, dan kan dit leiden tot een uitval. Dit is geen vreemd maar normaal hondengedrag. Om de indringer weg te jagen, zal de hond meestal grommen, zijn lip optrekken of naar hem happen. Dit is niet bedoeld om de andere fysiek te verwonden, maar om een signaal te geven en zo nodig de eigen grens te verdedigen. Dit is opnieuw een normale vorm van agressie. Het grootste deel van de honden blijft in dit stadium. Turid Rugaas heeft het over kalmerende signalen bij honden. Dit zijn signalen die honden geven om zichzelf en/ of de omgeving te kalmeren en om fysiek conflict te voorkomen. Voorbeelden hiervan zijn geeuwen, de kop wegdraaien, knipperen met de ogen enzovoort. Indien je als baas goed oplet, kun je conflicten met je hond voorkomen maar ook conflicten tussen honden onderling. Wanneer angst toeslaat, is het chemisch proces bij mens en dier grotendeels gelijk. Wij mensen kunnen gebeurtenissen vaak in een bepaalde context zien en beter onze angst controleren. Dieren reageren echter primair op een gebeur40
tenis in een omgeving, en vaak heeft het ook te maken met een trauma en geconditioneerd gedrag. In het geval van angst kan een dier slechts drie dingen doen: vluchten, bevriezen of vechten. Het is als eigenaar dan ook een grote verantwoordelijkheid om de juiste prikkels te associëren, want anders kunnen trauma’s ontstaan. In het geval van een trauma is het belangrijk een expert te vinden die het probleem kan oplossen. Ik zeg hier met nadruk echte experts. In dierenland zijn veel wannabe’s en ondeskundigen te vinden, die de situatie meestal erger maken. Belangrijk bij angst en agressie is vertrouwen. Ook voor mensen is vertrouwen een fundamentele levensbehoefte. Dat gevoel wordt opgewekt door een stof die oxytocine heet. Oxytocine zorgt ook voor de melkproductie en voor de bevalling. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen die herhaaldelijk teleurgesteld uit een liefdesrelatie komen een lager oxytocineniveau hebben dan vrouwen die een gelukkig liefdesleven hebben of hadden. Oxytocine is dus gekoppeld aan het gevoel van vertrouwen. Hoe minder teleurstelling, hoe meer vertrouwen, hoe meer oxytocine. Door proeven op muizen is ook vastgesteld dat oxytocine bepalend is voor het vertrouwen bij dieren. Dit hormoon blijkt in het hele dierenrijk te zorgen voor vertrouwen en trouw. Bovendien zorgt het er ook voor dat mensen en dieren zich kunnen herstellen na teleurstellingen en stress. Dieren met een verlaagd oxytocineniveau zijn wantrouwiger, kunnen zich moeilijker binden en lijken verwilderd. Bij trauma’s is het oxytocineniveau laag en daardoor blijken dieren moeilijker te leren, vaker gedragsproblemen te vertonen enzovoort. 41
Oxytocine zorgt voor de vrijmaking van een andere stof, gamma-aminoboterzuur, die erg belangrijk is voor het sociaal gedrag en gevoel van vertrouwen. De tegenhanger van oxytocine is vasopressine. Dit hormoon zorgt ervoor dat sociaal levende dieren territoriaal en agressief worden. Een ander sociaal vermogen met een duidelijk hormonale invloed is het inlevingsvermogen. Met behulp van MRI is aangetoond dat dit empathisch vermogen in de hersenen wordt gestuurd. Deze delen in de hersenen zijn niet exclusief voor de mens. Tests hebben aangetoond dat dieren meer pijn ervaren als ze gekeken hebben naar een ander dier dat pijn werd gedaan. Een andere belangrijke stof is serotonine. Dit is een chemische stof die de communicatie tussen hersencellen in het brein stuurt. Dit hormoon is belangrijk voor het beleven van positieve gevoelens. Het voorkomt depressie, angst, verslaving enzovoort. Ook dieren kunnen bij een verminderde serotonineproductie depressief, neerslachtig, angstig of geïrriteerd raken. Door beweging, de juiste voeding, een positieve benadering, geduld en beloning gaat het lichaam zelf serotonine aanmaken. Dit alles maakt dat we als diereneigenaar een verantwoordelijkheid hebben en mee moeten zorgen voor niet enkel het lichamelijk, maar ook het emotioneel en psychisch welbevinden van onze dieren.
42
DEEL 2 THERAPEUTISCHE WAARDE VAN JE HOND VOOR JEZELF EN JE GEZIN
Een relatie met je hond – je hond als dierenspiegel
Dierenspiegel draait om een aantal zaken: 1. Een beter begrip van je dier: zijn gedrag, lichaamstaal en emoties 2. Een goede zelfkennis 3. Een interactie op maat met respect voor elkaar, maar binnen jouw aangegeven grenzen 4. Een rustige en stabiele maar zelfverzekerde actie bij ongewenst en probleemgedrag 5. De spiegeling van jouw houding op die van je dier Dierenspiegel is een methode. Door mijn jarenlange ervaring in binnen- en buitenland met zowel mensen als verschillende dieren en mijn opleidingen in de communicatiewereld van mensen en de gedragswereld van dieren, heb ik een aantal zaken vastgesteld op het vlak van gedrag en communicatie bij zowel mens als dier en hoe deze twee invloed hebben op elkaar, opvallend of subtiel. De methode van dierenspiegel laat je zien hoe je nog beter je dier begrijpt en zo kan bijsturen indien nodig of hem gewoon in zijn waarde laat, omdat je nu ook jouw eigen gedrag en blinde vlekken ziet. Dierenspiegel maakt van jou opnieuw een zelfverzekerde leider, met respect voor de eigenheid van je dier, waardoor 45
jullie nog beter en makkelijker met elkaar omgaan. Want tenslotte, jullie relatie gaat een aantal jaren mee en jullie kunnen elkaar veel leren. Je dier zal ook meer inzicht krijgen in jouw lichaamstaal, gedrag en intenties omdat die bewuster en helderder gecommuniceerd worden, en zodoende ontstaat er meer vertrouwen, respect en een nog betere band. Het is belangrijk in de relatie met je hond dat je naar je hond kijkt zonder vooroordelen. Vaak gebeurt het dat een hond, onze zielsverwant, ineens voor onze neus verschijnt als we niet naar hem op zoek zijn. Een zielsverwant is zeer positief, maar kan ook minder plezierige kanten in jezelf naar boven brengen. Besteed aandacht aan de dingen die steeds opnieuw gebeuren in je leven in je relatie met je hond. Omdat ze zo dringend onze aandacht vragen, zijn er belangrijke groeimogelijkheden. Bijvoorbeeld een hond die steeds opnieuw last heeft van blaasontstekingen kan je wijzen op je eigen angsten of irritaties in het leven. Je maakt zelf onderdeel uit van het bestaande probleem en grijpt zelf de macht om er iets aan te veranderen. Observeer daarom wat is en wees je bewust van een patroon, zodat je verandering teweeg kunt brengen. En denk eraan: het dier dat nu in je leven is, is precies het dier dat je nodig hebt. Als je van mening bent dat je hond bijvoorbeeld te hyperkinetisch is, is het goed om eens naar je eigen gedrag te kijken. Ben je zelf hyperkinetisch of te rustig en projecteer je dit op je dier, is het eigenlijk niet eens je dier dat te hyperkinetisch is, maar kijk jij op dat moment op een bepaalde manier naar het gegeven hyperkinesie. Het kan namelijk zijn dat je hond een bepaald gedrag vertoont, maar dat jij heel druk bent op het werk, en daarom minder kunt verdra46
gen van je hond. Blijf het dier altijd met waardigheid, respect en welwillendheid benaderen. In onze wereld ligt het tempo hoog, dit heeft tot gevolg dat we weinig tijd overhouden voor de belangrijke dingen in ons leven. Stress is besmettelijk, stress is verslavend. Vaak worden we aangetrokken tot chaos, of creëren we de chaos zelf zodat we een bekende toestand in stand kunnen houden. Dieren pikken nerveuze energie van ons op en reageren navenant. Als ons dier dit aangeeft, is het belangrijk gas terug te nemen. Het leert ons loslaten en onze problemen te benaderen vanuit liefde. Als je naar dieren kijkt, zie je ook dat kracht en rijkdom niet altijd tekenen zijn van succes. Het echte levensdoel is ons vermogen te versterken om lief te hebben, niet onze energie te steken in het verwerven van materiële zaken. Dieren leren ons de dingen te nemen zoals ze komen en onze aandacht op liefde te richten. Echt succes is gebaseerd op warme relaties en diepe verbondenheid met alle levende wezens op aarde. Als je leven blijft doorgaan als een sneltrein, kom jij of je huisdier vaak ziekten of letsels tegen. Vaak nemen dieren onze ziekte of ons letsel over en bieden ze ons troost in het leven door het samen te ervaren. Mens en dier kunnen zoveel voor elkaar betekenen. Een waaier van natuurlijke middelen en technieken is in ieder geval beschikbaar om mens en dier, al dan niet aanvullend op een reguliere behandeling, op holistische basis te ondersteunen. Denk aan kruiden, bachbloesems, massage, dierenspiegel, etherische oliën en het gebruik van krachtdieren. Ik verwacht dat natuurlijke middelen en behandelingsmethoden steeds vaker ingezet zullen worden nu de kwaliteit ervan dagelijks aangetoond wordt. Bij mensen kun je nog twijfelen over het placebo-effect. Bij dieren is dat uitge47
sloten: wanneer de behandeling aanslaat, heb je direct bevestiging van de effectiviteit. Zie de relatie met je hond als een spiegel waarvan je kunt en mag leren.
48
De band met je hond creëren, versterken of verbeteren
Als je een dier in huis haalt, ga je een verbintenis aan: je belooft trouw te blijven in deze relatie. Met trouw bedoel ik dat je belooft voor je hond te zullen zorgen. Dit betekent dat je het welzijn van je hond net zo serieus neemt als dat van jezelf, ook in tijden van tegenspoed. Je houdt vol, slaat er je doorheen en geniet samen van het leven in een goede verbintenis. Een verbintenis wil ook zeggen dat je begrijpt dat je verschillende ideeën en doelen hebt, maar die verbintenis leert om lief te hebben in plaats van bang te zijn, te vergeven in plaats van vooroordelen te koesteren en samen te werken in plaats van te eisen. Het is ook belangrijk om in deze relatie duidelijk te maken wat je verwacht. Helderheid voorkomt misverstanden en teleurstellingen. Uitspraken zoals ‘ik zie je graag’ als je die schoonheidswedstrijd wint of als je de eerste wordt in de gehoorzaamheidswedstrijd is geen verbintenis, dat is het dier vasthouden als gegijzelde van je eigen behoeftes en dromen. Want een ware verbintenis draait om respect en liefdevol met elkaar omgaan. In een verbintenis is het ook belangrijk zelf verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen gevoelens, wat betekent dat we niet met een beschuldigende vinger naar ons dier moeten wijzen omdat hij de oorzaak zou zijn van de gevoelens. Als je hond bijvoorbeeld speeltjes laat rondslingeren in huis, kan je hierover kwaad worden of een ander gedrag aan je hond aanleren zonder woede-uiting. We kunnen ook niet van het dier verwachten dat het raadt wan49
neer, hoe en waarom de dingen moeten gebeuren. We moeten het wel uitleggen of aanleren. Probeer te kijken naar een aantal punten. Niet alles zal bij jullie van toepassing zijn, maar het geeft je een bredere kijk op de dingen en vaak zo een ingang. Het eerste punt is dat van kennis: leer meer over je dier, de taal van je dier, over jezelf en word je meer bewust. Ga op zoek naar meer informatie en werkboeken rond hooggevoeligheid. Ga dan op een holistische manier naar de dingen kijken. Met andere woorden: bekijk het geheel. Pas hierbij middeltjes en manieren uit de natuur toe. Kijk wat de natuur spiegelt, geef jezelf ondersteuning door kruiden, bachbloesems, healing enzovoort. Kijk ook eens na of enkel jij of enkel je dier hooggevoelig is of dat jullie allebei hooggevoelig zijn. Het volgende punt is toelaten dat het dier jou en zichzelf helpt. Er werd al redelijk wat onderzoek gedaan naar het weldoende effect van dieren op mensen en dat kun je ook voor jezelf toepassen. Onze dieren zijn in ons leven gekomen omdat ze daar zelf voor gekozen hebben. Ze zijn in staat om heel veel van ons over te nemen en te dragen als wij hen respecteren, begrijpen en de nodige ontlading gunnen in de natuur. Het vierde punt is training en verandering van gedrag. Integreer alle kennis en gevoelens, ga out of the box denken en leef je leven vanaf nu anders, bewuster, creatiever en vrijer. Dat komt zowel jouw leven als het leven van je dier ten goede. De band tussen mens en dier blijkt uit recent onderzoek van David Blouin. Stanley Coren schreef hierover op Psychology 50