Jongeren over buurtactiviteiten Onderzoek naar wensen, participatie en aanbod van jongerenactiviteiten in 11 Rotterdamse wijken
Gemeente Rotterdam, mei 2009
2
Voorwoord In het kader van de Kindvriendelijke Wijken Monitor is in oktober 2008 een enquête gehouden onder jongeren van 12 tot en met 15 jaar in de 11 Rotterdamse KiWi wijken. De KiWi wijken zijn: Cool, Erasmusbuurt (deel van het Oude Noorden), Liskwartier, Spangen, Oosterflank, Beverwaard, Hordijkerveld/Reijeroord, Feijenoord, Carnisse, Tarwewijk en HoogvlietNoord. Voor de Kindvriendelijke Wijken Monitor is vooral de mening van jongeren met betrekking tot de vrijetijdsbesteding en het voorzieningenaanbod in de buurt van belang. De enquête was nodig, omdat in de Jeugdmonitor Rotterdam tot nog toe niet gevraagd wordt naar de vrijetijdsbesteding van jongeren en de voor de monitor noodzakelijke informatie daardoor ontbrak. Daarnaast zijn in deze enquête in opdracht van de dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving (JOS) en de dienst Kunst en Cultuur (DKC) nog een aantal aanvullende vragen opgenomen over de wensen van jongeren ten aanzien van de mogelijkheden in de buurt. Bovendien is nagegaan of bij de jongeren dezelfde leefstijlen te onderscheiden zijn, zoals die in de Grote Woontest van 2002 en 2007 gehanteerd worden voor volwassen. In totaal hebben 889 jongeren de enquête ingevuld. Helaas was de respons in een aantal wijken te klein om echt betrouwbare uitspraken te doen op wijkniveau. Het aantal is echter groot genoeg om een algemeen beeld te vormen van hoe jongeren denken over hun leefomgeving en hun vrije tijd. In dit rapport worden de belangrijkste resultaten uit het onderzoek vermeld. Daar waar er significante verschillen zijn tussen de wijken, de seksen, de leeftijdsgroepen en/of de afkomst zijn deze in het rapport aangegeven. De meest opvallende uitkomsten van het onderzoek zijn: - Tweederde van de jongeren mist plekken in de buurt waar ze dingen kunnen doen, en de meeste jongeren vinden dat er in hun buurt te weinig activiteiten voor jongeren worden georganiseerd. - Wat vooral wordt gemist zijn hangplekken. Allochtone jongeren missen vaak een plek om thuis dingen te doen, zij weten dan ook beter de weg naar een buurtcentrum te vinden dan autochtonen. - Jongeren in oude stadswijken zijn meer sociale levensgenieters, jongeren in buitenwijken houden meer van ontspannen (' chillen') en 'groene dingen'. Dit voorbeeld uit de resultaten geeft aan dat leefstijlprofielen een hulpmiddel kunnen zijn om een betere wijkgerichte match te bereiken tussen behoeften en aanbod aan voorzieningen. Het rapport is onderverdeeld in drie gedeelten: A. De mening van de jongeren over thuis, school en de buurt B. De verschillen in leefstijl van jongeren per buurt C. De tabellen Naar aanleiding van de ervaringen met deze enquête is een set vragen opgesteld over de vrijetijdsbesteding van jongeren die zal worden opgenomen in de Jeugdmonitor Rotterdam 2009/2010. In het najaar van 2009 zal een nieuwe enquête worden gehouden onder jongeren door het bureau Seinpost in het kader van een onderzoek naar de verbeteringen in het jongerenwerk. Wij hopen dat dit rapport bijdraagt aan het vergroten van inzicht in de vrijetijdsbesteding van de Rotterdamse jongeren en hun wensen ten aanzien van de buurt. Het onderzoeksteam Piet Ouweneel - onderzoeker Els de Jong - onderzoeker Corrine Oudijk - projectleider
3
Samenvatting en conclusies Bijna 900 jongeren uit elf Rotterdamse wijken die deel uit maken van het project Kindvriendelijke wijken, hebben een enquête ingevuld met vragen over hun situatie thuis, vrijetijdsbesteding, buurt en school. Hieronder volgt een samenvatting met de belangrijkste conclusies uit die onderzoek. Jongeren van Nederlandse afkomst zijn voor een groter deel tevreden met de mogelijkheden die ze thuis hebben om dingen te doen zoals huiswerk maken of muziek luisteren dan jongeren van nietNederlandse afkomst. Dit is niet verwonderlijk, omdat ook relatief meer jongeren van Nederlandse afkomst een eigen kamer hebben. Hoewel binnen de groep jongeren van niet-Nederlandse afkomst minder meisjes dan jongens een eigen kamer hebben, is de tevredenheid over de situatie thuis bij beide groepen vergelijkbaar. School is de plek waar de meeste jongeren elkaar ontmoeten. Eén op de vijf jongeren ontmoet elkaar op de sportvereniging. Dit is na school, thuis en op straat de meest genoemde ontmoetingsplek.. Internetten en emailen, tv kijken en sporten vormen de top drie van leuke hobby’s. Bij de sporten zijn voetbal en zwemmen het meest populair. De meest genoemde activiteiten in de vrije tijd zijn tv kijken, huiswerk maken, emailen of internetten en muziek luisteren. Het merendeel van de jongeren doet dit dagelijks of bijna dagelijks. Andere activiteiten waar het merendeel van de jongeren tijd aan besteedt zijn gamen, vrienden ontmoeten, een boek of krant lezen, en tekenen, schilderen of knutselen. Zestig procent van de jongeren heeft interesse in kunst en cultuur en iets minder dan de helft van de jongeren doet aan creatieve activiteiten buiten schooltijd. Iets meer dan de helft van de jongeren doet aan sport buiten schooltijd. Als jongeren buiten schooltijd geen creatieve dingen doen of niet sporten, geven zij voor het merendeel “geen tijd” of “geen zin” als reden. Gevraagd naar de mogelijkheden die er zijn om dingen te doen in de buurt, zijn de minste jongeren tevreden over de mogelijkheden om iets creatiefs te doen in hun buurt. Relatief veel jongeren zijn tevreden met de mogelijkheid om buiten vrienden of vriendinnen te ontmoeten. Opvallend is de samenhang tussen interesse en tevredenheid. Als jongeren een bepaalde activiteit doen of interessant vinden, zoals creatief bezig zijn of sporten, dan zijn zij vaker tevreden met de mogelijkheden die daarvoor zijn in hun buurt. Tweederde van de jongeren mist bepaalde plekken in hun buurt. Vooral meisjes van nietNederlandse afkomst missen een plek binnen. De meest genoemde plek is een hangplek binnen, waar de jongeren hun vrienden of vriendinnen kunnen ontmoeten. Andere veelgenoemde voorzieningen die de jongeren missen, zijn een sportschool en een feestruimte. Plekken buiten die door relatief veel jongeren gemist worden, zijn plekken om vrienden of vriendinnen te ontmoeten, mooie en rustige plekken, een sportveldje en een zwembad. Bijna de helft van de jongeren vindt dat er in de buurt genoeg plekken zijn om te spelen of voetballen, en ook bijna de helft vindt dat er voldoende groen is in de buurt. Slechts een derde van de jongeren vindt dat de speelplekken veilig zijn, en nog minder jongeren vinden dat er voldoende activiteiten worden georganiseerd in de buurt. Ongeveer een kwart van de jongeren vindt dat de kinderen in hun buurt niet veilig op straat kunnen spelen vanwege het autoverkeer. Meer jongeren van niet-Nederlandse afkomst weten het buurthuis of jongerencentrum in hun wijk te vinden dan Nederlandse jongeren. En van deze groep weet ongeveer tweederde wat er in het centrum te doen is. De tevredenheid met de activiteiten in het buurthuis verschilt sterk per wijk. De jongeren in Feijenoord zijn voor een groot deel tevreden, de jongeren in Oosterflank helemaal niet.
4
Ongeveer één op de vijf jongeren gaat buiten Rotterdam naar school. Dit zijn vooral jongeren die in de buitenwijken aan de rand van Rotterdam wonen. Deze jongeren zijn minder tevreden met de mogelijkheid om buiten schooltijd activiteiten te doen via school dan de jongeren die in Rotterdam op school zitten. Minder dan de helft van de jongeren vindt dat de school genoeg aanbiedt op het gebied van kunst en cultuur. Veel jongeren geven aan, dat zij graag vaker een museum zouden bezoeken of meer lesuren zouden willen volgen in creatieve vakken. Ook minder dan de helft van de jongeren vindt dat zij genoeg sport krijgen op school. Zij zouden graag kennismaken met een grotere variatie aan sporten en veel jongeren missen sporttoernooien tussen scholen. Ook missen sommige jongeren een plek bij school waar zij in de pauze of na schooltijd kunnen sporten. Het aansluiten van de aanwezigheid van voorzieningen op de behoefte aan die voorzieningen is deels een kwestie van een inadequaat voorzieningenpatroon, maar heeft voor een ander deel te maken met verschillende leefstijlen van jongeren. Daardoor kan het ene succesvolle buurtmodel niet klakkeloos overgeplaatst worden naar een andere buurt. Leefstijlprofielen kunnen een hulpmiddel zijn om een betere match te bereiken tussen behoeften en aan aanbod aan voorzieningen.
5
Inhoudsopgave Voorwoord
…………………………………………………………………………………………………..3
Samenvatting en conclusies ................................................................................................................ 4 Inhoudsopgave..................................................................................................................................... 6 DEEL 1 Rapportage Kiwi-enquete - Els de Jong ................................................................................. 9 1.1
Inleiding .................................................................................................................................... 10
1.2
De jongeren die hebben deelgenomen aan de enquête .......................................................... 10
1.3
De situatie thuis ........................................................................................................................ 11
1.4
Omgang met vrienden ............................................................................................................. 11
1.5
Hobby’s, sporten en vrijetijdsbesteding.................................................................................... 13
1.6
Voorzieningen in de buurt ........................................................................................................ 15
1.7
School....................................................................................................................................... 19
1.8
Slotopmerkingen....................................................................................................................... 20
DEEL 2 Rapportage Leefstijlprofielen – Piet Ouweneel ................................................................... 22 2.1
Inleiding .................................................................................................................................... 24
2.2
Vergelijking leefstijlprofielen van de 11 pilotwijken .................................................................. 26
2.3
Leefstijlprofielen per buurt ........................................................................................................ 28
2.4
Algemene bevindingen ............................................................................................................. 34
2.5
Conclusie .................................................................................................................................. 42
DEEL 3 BIJLAGEN........................................................................................................................... 43 3.1
Representativiteit van de respondenten naar verschillende kenmerken ................................. 43
3.2
Tabellen .................................................................................................................................... 44
De jongeren die hebben deelgenomen aan de enquête.................................................................... 44 De situatie thuis.................................................................................................................................. 45 Omgang met vrienden....................................................................................................................... 46 Hobby’s, sporten en vrijetijdsbesteding.............................................................................................. 47 Voorzieningen in de buurt .................................................................................................................. 54 School ................................................................................................................................................ 61
3.3
Antwoorden op open vragen .................................................................................................... 65
Algemeen ........................................................................................................................................... 65 Opmerkingen over de vragenlijst ....................................................................................................... 65 Bloemlezing uit de complimenten ...................................................................................................... 66 Commentaar over de eigen wijk......................................................................................................... 66 3.4
Enquêtevragen voor de leefstijlprofielen in de Kiwi-enquête ................................................... 71
7
8
DEEL 1
Rapportage Kiwi-enquête
Els de Jong
9
1.1
Inleiding
Het Rotterdamse College van Burgemeester en Wethouders heeft zich tot doel gesteld de wijken in Rotterdam kindvriendelijker te maken en er voor te zorgen dat gezinnen met kinderen graag in Rotterdam wonen en blijven wonen. Het project Kindvriendelijke wijken is in 2006 gestart met de selectie van elf pilotwijken, waarvan er in 2010 minstens zeven aantoonbaar kindvriendelijker moeten zijn. In het kader van het project Kindvriendelijke wijken is in het najaar van 2008 een enquête gehouden onder een steekproef van 2000 jongeren die wonen in de elf Rotterdamse pilotwijken. Doel van de enquête is inzicht verkrijgen in de vrijetijdsbesteding van de jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar en in hun oordeel over de eigen leefsituatie (thuis, buurt, school). De vragenlijst is ingevuld en geretourneerd door 889 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar. Dit komt op een respons van circa 45 procent. Omdat alleen jongeren geënquêteerd zijn die in een pilotwijk wonen kan de onderzoeksgroep niet beschouwd worden als een representatieve steekproef van de Rotterdamse jeugd. Toch bieden de uitkomsten van deze enquête interessante gegevens, omdat ze de mening weergeven van bijna 900 Rotterdamse jongeren. In het volgende stuk zullen de uitkomsten van de enquête besproken worden.
1.2
De jongeren die hebben deelgenomen aan de enquête
De 889 jongeren die de enquête hebben ingevuld, zijn voor 56 procent meisjes en voor 43 procent jongens in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar. De jongeren zijn voor 35 procent van Nederlandse afkomst. De andere 65 procent is van niet-Nederlandse afkomst. Bijna de helft van de jongeren die de enquête heeft ingevuld, zit op het VMBO. Van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst zit een groter deel op het VMBO dan van de jongeren van Nederlandse afkomst. De deelname aan HAVO en VWO is bij de jongeren van Nederlandse afkomst groter (zie Tabel 3). Per wijk zijn er grote verschillen naar etniciteit. De jongeren uit Feijenoord en Spangen die de enquête hebben ingevuld, zijn bijna allemaal van niet-Nederlandse afkomst. In de naoorlogse wijken Beverwaard, Oosterflank, Hoogvliet-Noord en Groot IJsselmonde is de helft of minder van de geënquêteerden van niet-Nederlandse afkomst (zie Tabel 4). Er zijn tussen de wijken ook verschillen naar opleidingsniveau van de geënquêteerden. Opvallend is vooral het relatief kleine aandeel VMBO leerlingen en het grote aandeel VWO leerlingen in het Liskwartier. Een relatief hoog aandeel VMBO leerlingen is te vinden in de Erasmusbuurt (zie Tabel 5).
10
1.3
De situatie thuis
Van de bijna 900 jongeren die de enquête hebben ingevuld, geeft 88 procent aan een eigen kamer te hebben1. Daarbij zijn er verschillen per wijk. Meer dan 95 procent van de jongeren in Beverwaard, Oosterflank en Hoogvliet-Noord hebben een eigen kamer, tegenover 74 procent van de jongeren in de Erasmusbuurt en Spangen. Jongeren van Nederlandse afkomst hebben voor een groter deel een eigen kamer dan jongeren van niet-Nederlandse afkomst. Daarbij is er ook nog een verschil tussen jongens en meisjes. De groep met het kleinste aandeel respondenten met een eigen kamer (80 procent) zijn meisjes van niet-Nederlandse afkomst (zie Tabel 6). Toch blijkt er geen duidelijk verschil is tussen jongens en meisjes wat betreft hun oordeel over de mogelijkheden om thuis huiswerk te doen of dingen voor zichzelf te doen als muziek luisteren. Wel zijn relatief minder jongeren van nietNederlandse afkomst ‘erg tevreden’ met hun mogelijkheden om thuis huiswerk te maken of muziek te luisteren (zie Tabel 7). De helft van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst heeft in de enquête ingevuld, dat zij thuis alleen Nederlands spreken. Van de andere helft spreekt het merendeel thuis alleen een andere taal. Slechts 11 procent van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst spreekt thuis twee talen. In vrijwel alle gevallen is dat Nederlands en een tweede taal (zie Tabel 8).
1.4
Omgang met vrienden
De jongeren van niet-Nederlandse afkomst spreken voor driekwart alleen Nederlands met hun vrienden of vriendinnen. Maar een klein deel van de jongeren spreekt alleen in een andere taal met vrienden of vriendinnen (zie Tabel 9). In de enquête konden de jongeren verschillende plekken aangeven waar zij hun vrienden en vriendinnen ontmoeten. Een kwart van de jongeren noemde één ontmoetingsplek, vier op de tien jongeren noemde twee of drie ontmoetingsplekken, en een derde van de ondervraagden noemde er vier of meer. De belangrijkste plek waar jongeren hun vrienden en vriendinnen ontmoeten is op school: 80 procent van de ondervraagde jongeren noemt deze plek als ontmoetingsplek. Daarna volgt ‘op straat in mijn eigen buurt’, en op de derde plaats staat ‘thuis’. Ongeveer evenveel jongeren ontmoeten hun vrienden in hun eigen huis dan wel in het huis van de vriend of vriendin. Een vijfde van de jongeren ontmoet elkaar op de sportvereniging. Dit is na school, thuis en op straat de meest genoemde ontmoetingsplek. Meer jongeren ontmoeten elkaar dáár dan in een buurtcentrum, café, discotheek, het winkelcentrum of in de stad (zie Tabel 10). Tussen de verschillende leeftijdsgroepen is er geen verschil in de genoemde ontmoetingsplekken. Wel is duidelijk, dat een groter deel van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst elkaar op straat ontmoet, en een groter deel van de Nederlandse jongeren bij elkaar thuis komt of elkaar op de sportvereniging treft (zie
1
Gezien de cijfers over overbewoning in de betreffende wijken, lijken deze cijfers enigszins geflatteerd. Misschien beschouwen jongeren een kamer die zij met een broertje of zusje delen ook als een ‘eigen kamer’?
11
Tabel 11). Een groter deel van de meisjes dan van de jongens ontmoet elkaar thuis. Meer jongens ontmoeten vrienden op straat in de eigen buurt of bij de sportvereniging (zie Tabel 12).
12
1.6
Hobby’s, sporten en vrijetijdsbesteding
Leuke hobby’s en sporten Aan de jongeren is gevraagd om in een lijst met 19 hobby’s de vijf leukste eruit te kiezen. Het was daarbij niet nodig dat zij de hobby ook daadwerkelijk beoefenen. Het meest genoemd, door driekwart van de jongeren is internetten en e-mailen. Daarna volgt tv kijken, door meer dan de helft van de jongeren. Ook meer dan de helft van de jongeren vindt sporten een leuke vrijetijdsbesteding. Ruim vier op de tien jongeren vindt op stap gaan met vrienden of vriendinnen een leuke bezigheid. Een zelfde aantal houdt van gamen. Een derde van de jongeren noemt ‘buiten zijn’ als leuke tijdsbesteding. Een kwart van de jongeren kiest boeken lezen, rustig thuis zijn, of dansen als geliefd tijdverdrijf. De overige hobby’s en bezigheden zijn een stuk minder genoemd (zie Tabel 13). Er zijn hierbij verschillen naar sexe en afkomst: Gamen en sporten zijn vooral veel door jongens gekozen. Meisjes kiezen voor een groter deel winkelen, met vriendinnen op stap gaan en dansen als leuke hobby. Relatief veel meisjes van niet-Nederlandse afkomst vinden boeken lezen leuk. Opvallend is, dat meer jongens dan meisjes, en met name jongens van niet-Nederlandse afkomst ‘rustig thuis zijn’ als een prettige activiteit hebben aangemerkt. ‘Buiten zijn’ wordt relatief het meest genoemd door jongens van niet-Nederlandse afkomst (Tabel 14). Ook is gevraagd de zes leukste sporten aan te kruisen in een lijst van 27 sporten. Ook hierbij ging het er niet om of de jongeren de sport zelf beoefenen. Zwemmen en voetbal worden ieder door bijna tweederde van de jongeren genoemd. De andere sporten worden veel minder gekozen. Iets meer dan een derde van de jongeren vindt basketball een leuke sport (zie tabel 15). Tabel 14
Leukste hobby’s naar afkomst en geslacht
niet-Nederlandse afkomst Jongen
Nederlandse afkomst
Meisje
Jongen
Meisje
n
%
n
%
n
%
n
%
33
14%
119
37%
22
16%
44
28%
Internetten / e-mailen
174
73%
249
77%
95
69%
114
73%
Games
183
77%
36
11%
112
82%
20
13%
Dieren
22
9%
32
10%
24
18%
38
24%
160
67%
166
51%
77
56%
58
37%
Winkelen / shoppen
33
14%
236
73%
13
9%
99
63%
Met vriend(inn)en op stap
71
30%
182
56%
36
26%
91
58%
Rustig thuis zijn
64
27%
72
22%
33
24%
32
20%
Sporten
172
72%
101
31%
103
75%
63
40%
Dansen
11
5%
134
41%
1
1%
57
36%
Buiten zijn
112
47%
90
28%
49
36%
62
39%
Totaal
239
100%
324
100%
137
100%
157
100%
Boeken lezen
TV kijken
13
Meisjes kiezen voor het grootste deel zwemmen als favoriete sport, daarna volgt voetbal. Meisjes van niet-Nederlandse afkomst kiezen relatief vaak tennis als leuke sport (41 procent). Basketbal en vechtsport zijn door relatief veel jongens van niet-Nederlandse afkomst genoemd (zie Tabel 16). Op de vraag of jongeren interesse hebben in kunst en cultuur, naar aanleiding van de vakken cultuur en kunstzinnige vorming die zij op school krijgen, antwoordt meer dan de helft van de jongeren bevestigend. Zes op de tien jongeren heeft interesse in kunst en cultuur (zie Tabel 17). Meer meisjes dan jongens hebben interesse in cultuur en relatief meer jongeren die op HAVO en VWO zitten. De jongeren konden in de enquête ook aangeven of zij lid zijn van één of meer verenigingen. Bijna de helft van de jongeren is geen lid van een vereniging. Van de jongeren die lid zijn van een vereniging is het overgrote deel lid van één vereniging. Eén op de tien jongeren is lid van meer dan één vereniging (zie Tabel 18). Degenen die lid zijn van een vereniging zijn voor het overgrote deel lid van een sportvereniging (zie Tabel 19). Er zijn duidelijke verschillen tussen de wijken wat betreft het aandeel jongeren dat lid is van een sportvereniging. In Oosterflank is ruim 60 procent van de jongeren lid van een sportclub, twee keer zoveel als in Cool, Spangen, Feijenoord en de Tarwewijk (zie Tabel 20). Ook is er een verschil tussen jongens en meisjes: Het aandeel jongens dat lid is van een sportvereniging is met 54 procent bijna twee keer groot als het aandeel meisjes (28 procent).
Vrijetijdsbesteding In de enquête is aan de hand van een uitgebreide lijst van activiteiten gevraagd naar de vrije tijdsbesteding van de jongeren. Er zijn vrijwel geen jongeren die aangeven nooit TV, video of DVD te kijken. Andere activiteiten, waaraan het merendeel van de jongeren wel tijd besteedt zijn huiswerk maken, surfen op het internet, muziek luisteren, en e-mailen of chatten. Ongeveer vier op de vijf jongeren speelt wel eens computerspelletjes, brengt vrije tijd door met vrienden op straat of bij elkaar thuis, of heeft contact met vrienden via mobiele telefoon of sms. Meer dan twee op de drie jongeren leest wel eens een boek, en meer dan de helft wel eens een krant. Ook meer dan de helft van de jongeren besteedt vrije tijd aan tekenen, schilderen of knutselen. Vier op de tien jongeren heeft een ‘andere’ hobby. Eén op de vier jongeren doet aan dance in de vrije tijd . Ook een kwart van de jongeren doet vrijwilligerswerk2. De activiteit die door het grootste aandeel jongeren niet gedaan wordt, is toneelspelen of in een musical spelen. Dit doet slechts één op de tien jongeren (zie Tabel 21). Niet alleen is gevraagd welke activiteiten de jongeren doen in hun vrije tijd, maar als ze tijd besteden aan een activiteit ook hoe vaak ze dit doen. Jongeren die muziek luisteren, televisie, video of DVD kijken, huiswerk maken, surfen op internet, E-mailen of chatten en (mobiel) bellen of SMS-en met vriend(inn)en worden door veel jongeren bijna dagelijks gedaan. De andere activiteiten doet het merendeel van de jongeren die zich hiermee bezighoudt eens per week of hoogstens twee keer in de week (zie Tabel 22). Een andere vraag was of jongeren buiten schooltijd aan creatieve activiteiten doen. Iets minder dan de helft van de jongeren (44 procent) heeft deze vraag bevestigend beantwoord. Bij de jongeren van 12 en 13 jaar is het aandeel dat buiten schooltijd creatieve activiteiten doet groter dan bij jongeren in de hogere leeftijden. Meer meisjes doen in hun vrije tijd aan creatieve activiteiten dan jongens. Er zijn geen duidelijke verschillen naar afkomst of opleiding (zie Tabel 23). Ongeveer de helft van de jongeren die niet aan creatieve activiteiten doet buiten schooltijd, geeft hiervoor als reden ‘geen zin’ en ‘geen tijd’. Eén op de tien jongeren, die buiten school niets aan creatieve activiteiten doet, geeft aan dat ze niet weten wat er te doen is. Slechts heel weinig jongeren geven als reden dat creatieve activiteiten te duur zijn (zie Tabel 24).
2
In de vragenlijst staat vrijwilligerswerk vrij ruim omschreven als “zieke of oude mensen helpen, helpen op school, bij je club of buurthuis” en heeft dus niet alleen betrekking op formeel vrijwilligerswerk.
14
3
Van de jongeren doet 55 procent buiten schooltijd aan sport . Van hen is overigens 68 procent lid van een sportvereniging, de andere 32 procent sport buiten verenigingsverband. Het blijkt, dat een groter deel van de jongeren van 12 en 13 jaar sport dan van de veertien plussers. Een groter aandeel jongens dan meisjes doet aan sport buiten schooltijd, en meer jongeren van Nederlandse afkomst dan van niet-Nederlandse afkomst (zie Tabel 25). Van deze jongeren, die buiten school aan sport doen, doet iets minder dan de helft dit 1 of 2 dagen per week. Eén op de tien jongeren sport elke dag (zie Tabel 26). Ook bij sporten buiten schooltijd zijn de meest genoemde redenen om dit niét te doen ‘geen tijd’ en ‘geen zin’ (zie Tabel 27).
1.5
Voorzieningen in de buurt
Mogelijkheden in de buurt Van een viertal activiteiten is aan de jongeren gevraagd in hoeverre zij tevreden zijn met de mogelijkheden om deze in hun buurt te doen. Het gaat om sporten in de buurt, buiten zijn met vrienden of vriendinnen, creatieve dingen doen en uitgaan. Nagegaan is over hoeveel aspecten de jongeren in hun buurt tevreden of heel tevreden zijn. Dit kan dus minimaal 0 en maximaal 4 zijn. Figuur 1.
Gemiddeld aantal aspecten waarover tevreden in de buurt
Gr.IJsselmonde Hoogvliet Noord Tarwewijk Spangen Oosterflank Liskwartier Feijenoord Erasmusbuurt Cool Carnisse Beverwaard
gemiddeld aantal aspecten waarover (heel) tevreden in de buurt
0,0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
Jongeren in de oude stadswijken Tarwewijk, Spangen, Feijenoord en Cool zijn tevreden over gemiddeld meer dan twee van de voorgelegde mogelijkheden om activiteiten te doen. Jongeren uit Hordijkerveld en Reyeroord zijn gemiddeld het minst tevreden over de mogelijkheden om dingen te doen in hun wijk. Jongeren van niet-Nederlandse afkomst hebben voor een groter deel drie of vier van de vier voorgelegde mogelijkheden om activiteiten te doen in hun buurt met tevreden of heel tevreden beantwoord. Relatief meer jongeren van Nederlandse afkomst hebben slechts één of twee mogelijkheden met tevreden of zeer tevreden beantwoord.
3
Volgens de GGD jeugdmonitor 2005/2006 sporten rond de 80 procent van de jongens en rond de 60 procent van de meisjes in de groepen 1 en 3 van het VO minstens twee keer per week buiten schooltijd. Het hier gevonden percentage is duidelijk lager.
15
Iets meer dan de helft van de jongeren is tevreden of heel tevreden met de mogelijkheden om te sporten in de buurt. Van de jongens is een groter deel tevreden dan de meisjes. Ook is een groter deel van de jongeren die sport beoefenen tevreden met de mogelijkheden om in de buurt te sporten dan van de jongeren die buiten schooltijd niet sporten. In de wijken Oosterflank, Hoogvliet en Spangen is meer dan 60 procent van de jongeren tevreden met de mogelijkheden om te sporten in de wijk (zie Tabel 28). Tweederde van de jongeren is tevreden met de mogelijkheden in de wijk om buiten te zijn met vrienden of vriendinnen. Daarbij is er een verschil naar afkomst. Iets meer dan de helft van de jongeren van Nederlandse afkomst is tevreden met de mogelijkheden in de buurt om buiten te zijn met vrienden of vriendinnen. Van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst is bijna driekwart hierover tevreden. In de wijken Beverwaard, Cool , Feijenoord en Spangen zijn opvallend veel jongeren (meer dan 70 procent) tevreden of heel tevreden met de mogelijkheden die er zijn om buiten te zijn met vrienden of vriendinnen (zie Tabel 29). Ook blijkt dat een hoger aandeel van de jongeren die elkaar op straat ontmoeten ook tevreden zijn met de mogelijkheden die hun wijk biedt dan van de jongeren die hun vrienden of vriendinnen niet buiten op straat ontmoet. Slechts 28 procent van de jongeren is tevreden of heel tevreden over de mogelijkheden om creatieve dingen te doen in de eigen wijk. Daarbij zijn er geen duidelijke verschillen naar wijk of persoonlijke kenmerken van de jongeren. Wel is duidelijk dat van de jongeren die interesse hebben in kunst en cultuur, en buiten schooltijd aan creatieve activiteiten doen, een groter aandeel tevreden is met de mogelijkheden die de wijk biedt op dit vlak (zie Tabel 30). Minder dan de helft van de jongeren (45 procent) is tevreden of heel tevreden met de mogelijkheden om uit te gaan in de eigen buurt. Daarbij zijn er grote verschillen tussen de buurten. Jongeren uit de vooroorlogse buurten zijn voor een veel groter deel positief over de uitgaansmogelijkheden dan jongeren uit de na-oorlogse wijken. In Cool, Feijenoord, Liskwartier en met name de Tarwewijk zijn relatief veel jongeren tevreden over de uitgaansmogelijkheden. In Hoogvliet-Noord zijn relatief de minste jongeren tevreden met de uitgaansmogelijkheden in hun wijk (zie Tabel 31). Jongeren die hebben aangegeven, dat ze ‘met vrienden of vriendinnen op stap gaan’ een leuk tijdverdrijf vinden, zijn voor een groter deel positief over de uitgaansmogelijkheden in hun wijk als jongeren die ‘op stap gaan met vrienden of vriendinnen’ niet hebben aangekruist.
Mis je plekken in de buurt? Ook is aan de jongeren gevraagd welke plekken ze missen in de buurt. Daarbij is een onderscheid gemaakt in plekken om dingen binnen te doen, en plekken om dingen buiten te doen. Ongeveer de helft van de jongeren mist plekken in de buurt om dingen BINNEN te doen. Ook ongeveer de helft mist plekken om dingen BUITEN te doen. Daarbij is er een duidelijke samenhang. Een derde van de jongeren mist zowel plekken binnen als buiten, een derde van de jongeren mist geen van beide, en nog eens een derde mist één van beide.
16
Figuur 2.
Mis je plekken binnen of plekken buiten naar buurt?
Gr.IJsselmonde Hoogvliet Noord Tarwewijk Spangen Oosterflank Liskwartier Feijenoord Erasmusbuurt Cool* Carnisse Beverwaard
binnen én buiten binnen of buiten geen van beiden
0%
20%
40%
60%
80%
100%
* Bij de wijk Cool gaat het hierbij om zeer kleine aantallen
Oosterflank en de Erasmusbuurt zijn wijken waar relatief de minste jongeren plekken missen in hun buurt. Carnisse scoort op dit punt het slechtst: hier missen relatief de meeste jongeren bepaalde plekken in hun buurt. Iets minder dan een derde van de jongens van Nederlandse afkomst mist plekken in de buurt om dingen binnen te doen tegenover ruim de helft van de meisjes van niet-Nederlandse afkomst (zie Tabel 32). Meer dan de helft van de jongeren die hebben aangegeven, dat ze iets missen op het gebied van binnenactiviteiten mist een plek om binnen vrienden of vriendinnen te ontmoeten. Iets meer dan een derde van deze groep mist een sportschool of sportzaal, een derde mist een feestruimte. Een computerruimte, een jongerencentrum en een oefenruimte voor muziek zijn door minimaal één op de vijf jongeren genoemd (zie Tabel 33). Meer dan de helft van de jongeren in Carnisse, Liskwartier en Spangen missen een sportzaal in de wijk. Het zijn vooral jongens en vooral jongeren van niet-Nederlandse afkomst die een sportzaal missen (zie Tabel 34). Meer meisjes dan jongens missen een huiswerkruimte in de wijk. De jongeren die een huiswerkruimte missen zijn voor een groter deel van niet-Nederlandse afkomst. Relatief meer jongere jongeren in de leeftijd van 12 en 13 jaar. Tenslotte zijn er meer jongeren in de vooroorlogse wijken die een huiswerkruimte wensen, dan jongeren uit de naoorlogse wijken (zie Tabel 35). Ruim 60 procent van de meisjes die een plek missen in de buurt, noemen een hangplek binnen. Vooral veel jongeren uit Beverwaard, Carnisse, Oosterflank en Hoogvliet-Noord missen een dergelijke hangplek (zie Tabel 36). Iets meer dan de helft van de jongeren mist plekken buiten in de buurt. Er zijn daarbij geen duidelijke verschillen tussen jongens en meisjes en afkomst. Ook zijn er hierbij geen duidelijke verschillen per wijk. Veelgenoemde plekken buiten die jongeren noemen als zij iets missen, zijn een hangplek, een plek om buiten vrienden en vriendinnen te ontmoeten, en ‘mooie’ plekken. Ongeveer één op de drie jongeren noemt verder een rustige plek, een plein of veldje om te kunnen voetballen of sporten, en een zwembad (zie Tabel 37). Het zijn vooral jongens die een pleintje om te sporten missen in de buurt. Verder valt op dat met name in Spangen een groot deel van de jongeren die plekken missen in de buurt, een veldje om te sporten hebben aangekruist. Meer meisjes dan jongens hebben aangegeven dat ze een hangplek buiten missen, en het zijn relatief meer jongeren van 12 en 13 jaar
17
dan oudere jongeren die een hangplek buiten missen in hun buurt. Jongeren die een rustige plek in de wijk genoemd hebben als iets dat ze missen in hun buurt, wonen voor een relatief groot deel in de vooroorlogse wijken. Vooral Cool en de Erasmusbuurt springen eruit wat dat betreft. Als het gaat om het gemis van mooie plekken in de wijk blijkt er alleen een duidelijk verschil te zijn tussen jongens en meisjes. Relatief veel meisjes missen mooie plekken in hun buurt.
Oordeel over het buurthuis Van de jongeren weet 65 procent een buurthuis te vinden in zijn of haar buurt. Van de jongeren met Nederlandse afkomst weet ruim de helft een buurthuis of jongerencentrum te vinden in de eigen buurt, van de jongeren met niet-Nederlandse afkomst is dit ruim tweederde. Opvallend is, dat minder VWO leerlingen dan leerlingen van andere opleidingen het buurthuis in hun buurt weten te vinden (zieTabel 38). Tweederde van deze jongeren weet welke activiteiten je allemaal kunt doen in het buurthuis . Van de jongeren die op de hoogte zijn van de activiteiten in het buurthuis ongeveer de helft daarover tevreden of heel tevreden. Opvallend veel jongeren in Feijenoord zijn tevreden over de activiteiten in het Buurthuis. Opvallend veel jongeren in Oosterflank zijn óntevreden over de dingen die zij kunnen doen in het Buurthuis of jongerencentrum (zie Tabel 39).
Oordeel over de buurt Aan de hand van vijf stellingen is de jongeren gevraagd een oordeel over hun wijk te geven. Figuur 3. Oordeel over de wijk, percentage mee eens
in deze buurt is voldoende groen in deze buurt zijn voldoende plekken om te spelen of voetballen de speelplekken in deze buurt zijn veilig door het autoverkeer kunnen kinderen uit deze buurt niet veilig op… in deze buurt worden voldoende activiteiten voor mijn leeftijdsgroep… 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Bijna de helft van de jongeren is het ermee eens, dat er voldoende plekken zijn om te voetballen of te spelen in de buurt. Er is daarbij een verschil tussen jongens en meisjes. Meer dan de helft van de jongens is het (helemaal) eens met de stelling dat je fijn kunt spelen of voetballen in de buurt tegenover vier op de tien meisjes. Ook bijna de helft van de jongeren vindt de eigen buurt voldoende groen. Hierbij is er een duidelijk verschil tussen de wijken onderling. Vooral veel jongeren uit de vooroorlogse wijken vinden dat hun buurt niet voldoende groen is. Het meest negatief oordelen hierover de jongeren uit de Erasmusbuurt (zie Tabel 40).
18
Bijna een derde van de jongeren vindt de speelplekken in de buurt veilig, iets meer dan een derde vindt dat dit wel gaat, en nog eens een derde vindt de speelplekken onveilig. Ook hierbij zijn er verschillen per buurt. Relatief veel jongeren uit Beverwaard, Cool en Groot IJsselmonde zijn het niet eens met de stelling dat de speelplekken in de buurt veilig zijn. Ook blijkt dat een groter deel van de jongeren in de leeftijdsgroep tot en met 13 jaar de speelplekken onveilig vindt dan de oudere kinderen (zie Tabel 41). Relatief heel weinig jongeren zijn het eens met de stelling dat er voldoende activiteiten voor hun leeftijdsgroep worden georganiseerd in de buurt. Meer dan de helft van de jongeren is het daarmee oneens. In Carnisse, Oosterflank en Groot IJsselmonde is dit meer dan 60 procent. In de wijk Feijenoord vinden relatief veel jongeren dat er voldoende activiteiten voor hun leeftijdsgroep worden georganiseerd. Ook blijkt er een verschil tussen jongens en meisjes. Van de meisjes is 60 procent het er helemaal niet mee eens dat er voldoende activiteiten worden georganiseerd tegenover 51 procent bij de jongens. Een nog iets groter verschil is er naar afkomst. Twee op de drie jongeren van Nederlandse afkomst vindt niet dat er voldoende activiteiten in de buurt georganiseerd worden tegenover iets meer dan de helft van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst (zie Tabel 42). Iets meer dan 30 procent van de jongeren is het eens met de stelling, dat kinderen niet veilig op straat kunnen spelen door het autoverkeer. Vooral relatief veel kinderen uit de Tarwewijk zijn het eens met deze stelling. Het is echter heel goed mogelijk, dat deze vraag niet goed beantwoord is omdat deze stelling als enige in negatieve vorm gesteld was wat hem ingewikkelder maakte om te beantwoorden. Kinderen met HAVO of VWO zijn het vaker niet eens met deze stelling dan kinderen evenals oudere kinderen. Dit zou er ook op kunnen wijzen dat de vraag moeilijk te begrijpen was (zie Tabel 43). Aan het slot van de enquête was er ruimte voor opmerkingen. Vrij veel jongeren gaven daarin nog een aanvullend oordeel over hun buurt. Deze opmerkingen zijn geordend naar wijk opgenomen in bijlage 3.
1.6
School
Schoolsoort en ligging Van alle jongeren die de enquête hebben ingevuld zit 4 procent nog op de basisschool. Iets meer dan de helft van de jongeren (54 procent) zit op het VMBO of in een brugklas VMBO/HAVO. Ruim een derde zit op het HAVO, VWO, gymnasium of brugklas HAVO/VWO. De overige 5 procent van de jongeren zit op een ander soort onderwijs. Van de jongeren van niet-Nederlandse afkomst zit een relatief groter deel op het VMBO en een wat kleiner deel op HAVO en VWO (zie Tabel 44). Opvallend is, dat bijna 20 procent van de jongeren buiten Rotterdam naar school gaat (zie Tabel 45). Dit is sterk afhankelijk van de wijk waar de jongere woont: Kinderen die in de periferie van Rotterdam wonen, gaan voor een vrij groot deel buiten Rotterdam naar school. Leerlingen uit Oosterflank gaan naar Capelle aan den IJssel. Jongeren uit Beverwaard, Carnisse en groot IJsselmonde gaan naar Barendrecht en vooral naar Ridderkerk en jongeren uit Hoogvliet gaan naar Spijkenisse (zie Tabel 46). Dit zijn voor een relatief groot deel kinderen van Nederlandse afkomst.
Oordeel over de school Jongeren die in Rotterdam op school zitten, zijn vaker tevreden over de mogelijkheden om via school activiteiten buiten schooltijd te doen, dan de jongeren die elders op school zitten (zie Tabel 47). Bijna de helft van de jongeren vindt dat de school voldoende aanbiedt om kennis te maken met kunst en cultuur. Eveneens bijna de helft van de jongeren vindt dat de school genoeg aanbiedt op het gebied van sport. Ook in dit geval blijkt er samenhang tussen het oordeel over het aanbod op school: Iets minder dan een derde van de jongeren vindt het aanbod op gebied van kunst en cultuur én op het
19
gebied van sport voldoende, een derde vindt dat beide onvoldoende worden aangeboden en ruime een derde vindt dat één van beide voldoende wordt aangeboden (zieTabel 48). Relatief veel jongeren van niet-Nederlandse afkomst zijn ontevreden over de mogelijkheden om op school kennis te maken met kunst en cultuur. Een groter deel van de leerlingen van 14 jaar en ouder is niet tevreden met het aanbod om kennis te maken met kunst en cultuur op school, en tenslotte zijn minder meisjes dan jongens tevreden met dit aanbod (zie Tabel 49). Veel jongeren die vinden dat de school niet genoeg doet aan kunst en cultuur hebben dit antwoord toegelicht. De meesten van hun vinden dat er meer uitstapjes georganiseerd zouden moeten worden. Het museum wordt daarbij het meest als bestemming genoemd. Ook een groot aantal jongeren zou graag meer lessen tekenen, drama, zang, muziek of handvaardigheid hebben. Andere opmerkingen die gemaakt zijn, zijn dat er meer gepraat zou moeten worden over kunst en cultuur, dat het interessant zou zijn om kunstenaars uit te nodigen. Verschillende jongeren vinden, dat er in deze lessen ook aandacht zou moeten worden besteed aan culturele verschillen en dat de lessen gebruikt zouden kunnen worden om kennis te maken met andere culturen. Vooral VMBO leerlingen vinden, dat er niet voldoende aan sport gedaan wordt op school. Relatief meer jongeren van 14 jaar en ouder dan jongere leerlingen vinden dat er te weinig aan sport gedaan wordt op school (zie Tabel 50). Ook een groot aantal jongeren dat vindt dat er op school niet genoeg aan sport wordt gedaan, heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om dit toe te lichten. Veel gemaakte opmerkingen zijn dat er meer variatie in de gymlessen zou moeten zijn, zodat de scholieren ook met wat minder bekende sporten kunnen kennismaken. Veel jongeren zouden het leuk vinden als er meer wedstrijden en toernooien bijvoorbeeld tussen scholen onderling georganiseerd zouden worden. Een aantal jongeren noemt de mogelijkheid om sport op vrijwillige basis na schooltijd aan te bieden. Een aantal jongeren vindt dat er meer sportvelden zouden moeten zijn. Een aantal jongeren vindt het jammer dat er bij school geen veld is, waar zij bijvoorbeeld in de pauze of na schooltijd kunnen sporten.
1.7
Slotopmerkingen
Ongeveer 180 jongeren hebben nog een opmerking gemaakt in het daarvoor bestemde gedeelte aan het eind van de enquête. Voor een deel bestonden deze opmerkingen uit aanvullende meningen of goede raad. Op de vraag of er nog onderwerpen gemist werden in de vragenlijst, antwoordden veel jongeren, dat de vragenlijst compleet was. Een aantal jongeren miste bepaalde activiteiten in de lijst met hobby’s of sporten, zoals zingen, tekenen, zeilen, bijbaantje hebben. Sommigen zouden meer vragen over zichzelf willen beantwoorden en sommige respondenten vertellen in deze ruimte voor commentaar nog iets meer over zichzelf. Verschillende jongeren geven aan, dat ze meer vragen over hun buurt hadden willen krijgen, bijvoorbeeld over de speelplaatsen in de buurt, hun oordeel over de buurt, hoe schoon het er is of wat ze zouden willen veranderen. Een paar jongeren missen vragen over veiligheid, over het sociale klimaat en of je je veilig voelt op straat. De meeste opmerkingen zijn complimenten over de vragenlijst en het onderzoek. Veel jongeren schrijven dat ze het leuk vonden om de vragenlijst in te vullen. En natuurlijk wilden zij ook graag de Ipod winnen!
20
21
DEEL 2
LEEFSTIJLPROFIELEN Verschillende wijken, verschillende leefstijlen ?
Piet Ouweneel
22
23
2.1
Inleiding
Uit onderzoek onder volwassenen blijkt dat mensen uit verschillende wijken in Rotterdam er verschillende leefstijlen op na houden4. Om te zien of er ook onder jongeren van 12-16 jaar sprake is van verschillende leefstijlen zijn in de Kiwi-enquête van de 11 pilotwijken extra vragen opgenomen. 5 Om de leefstijlen van jongeren te classificeren is gebruik gemaakt van hetzelfde BSR-model als bij de volwassenen is toegepast. Het BSR-model wordt over de gehele wereld gebruikt om bepaalde gedragstypologieën te onderscheiden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van twee dimensies, waarbij de dimensies worden gemeten middels daarop gerichte en gevalideerde enquêtevragen (zie bijlage). Deze dimensies zijn: 1. – Ego georiënteerd tegenover sociaal georiënteerd 2. – Extravert tegenover introvert Aan de hand van deze twee dimensies, een sociologische en een psychologische, kunnen vier kwadranten of ‘belevingswerelden’ worden onderscheiden. Elk segment heeft een bepaald levensstijlprofiel. Zie de figuur hieronder. Natuurlijk laat niet iedereen resp. iedere wijk zich in zo’n vakje plaatsen. Er is altijd sprake van overgangen tussen het ene en het andere profiel. Zo is het in de Kiwi-enquete niet mogelijk gebleken voldoende onderscheid te maken tussen de ‘rode’ en de ‘blauwe’ belevingswereld, waardoor in dit specifieke geval slechts 3 leefstijlprofielen konden worden onderscheiden:
4 5
-
het rood/blauwe profiel: ego georiënteerd, jezelf manifesteren, aanzien, macht, zelfverzekerd, passie, uitdaging en vernieuwing zijn zo wat eigenschappen die bij dit type horen. Bij de scores op het roodblauwe leefstijlprofiel moet worden bedacht dat het hier eigenlijk om 2 samengevoegde dimensies gaat, zodat het logisch is dat deze dimensie hoger scoort dan de groene en gele dimensie.
-
het gele profiel: harmonie is het centrale begrip in dit profiel waar kenmerken als sociaal contact, erbij horen, genieten, gelijkheid en verbondenheid onder vallen.
-
het groene profiel: zekerheid staat centraal bij deze leefstijl en verwante begrippen als veiligheid en geborgenheid horen daarbij, maar ook netheid, fatsoen en normen, alsmede rust, ontspanning, warmte en geluk.
De Grote Woon Test, Smart Agent, Leusden, 2008. BSR staat voor Brand Strategic Research en is ontwikkeld door de Smart Agent Company.
24
Figuur 1.
Vier leefstijlen
Wat is het nut van leefstijlprofielen? Misschien vraagt u zich af wat nu eigenlijk het nut is van het onderscheiden van verschillen in leefstijl tussen de wijken. M.a.w. wat heb ik daar als bestuurder, beleidsmedewerker, portefeuillehouder of politicus aan? Welnu, hoe beter we weten wat mensen, in dit geval jongeren, beweegt en interesseert, des te beter kunnen de voorzieningen en het beleid daarop worden toegesneden. Om een extreem voorbeeld te geven: in een wijk waar de jeugd weinig interesse heeft voor lekker rustig buiten zijn, maar des te meer in sociale en gezellige stadsactiviteiten heeft het weinig zin om extra in groenvoorzieningen te investeren. Het herkennen van leefstijlprofielen helpt dus mee aan een zinvolle diversificatie van buurtvoorzieningen en –beleid. In het volgende gedeelte zullen de leefstijlverschillen worden beschreven.
25
2.2
Vergelijking leefstijlprofielen van de 11 pilotwijken
Kun je nu zeggen dat de jeugd in de ene wijk een typisch rood/blauwe leefstijl heeft en de andere een gele? Dat is ten dele waar. In iedere wijk scoort een deel van de jongeren het hoogst op de rood/blauwe leefstijl, een ander deel het hoogst op de gele leefstijl en een deel scoort het hoogst op de groene leefstijl. Alleen de verhouding tussen die 3 leefstijlen varieert nogal. Laten we eens kijken naar onderstaande tabel. De getallen geven de percentages aan waarin jongeren scoren op een bepaalde leefstijl. De percentages roodblauw, geel en groen van 1 wijk samen zijn dus 100 %. Bijv. in Beverwaard scoort 50,8% roodblauw, 22,2% geel en 27% groen, opgeteld 100%. Tabel 1.
Percentages leefstijl per buurt
BSR clusters
Rood/blauw
Geel
Groen
Beverwaard
50,8
Cool
50,0
Cool
30,0
Hoogvliet N.
46,7
Feijenoord
49,3
Carnisse
29,3
Oosterflank
43,3
Spangen
46,4
Oosterflank
28,9
Tarwewijk
42,3
Erasmusbuurt
43,6
Hord.Reyero.
27,5
Liskwartier
41,8
Liskwartier
40,3
Beverwaard
27,0
Carnisse
41,3
Tarwewijk
38,0
Hoogvliet N.
26,7
Hord.Reyero.
38,5
Hord.Reyero.
34,1
Spangen
20,3
Erasmusbuurt
37,2
Carnisse
29,3
Tarwewijk
19,7
Feijenoord
35,8
Oosterflank
27,8
Erasmusbuurt
19,2
Spangen
33,3
Hoogvliet N.
26,7
Liskwartier
17,9
Cool
20,0
Beverwaard
22,2
Feijenoord
14,9
Gemiddeld
39,2
Gemiddeld
37,1
Gemiddeld
23,8
Als we alleen naar de extreme scores in elk segment kijken dan zien we dat de jongeren in Beverwaard en Hoogvliet-Noord een typisch roodblauwe leefstijl hebben, ongeveer de helft van alle jongeren in deze wijken hebben een roodblauwe leefstijl, d.w.z. dat zij hoog scoren op de eigenschappen vitaliteit, controle en manifestatiegericht gedrag. Zij worden geprikkeld door uitdagingen, vernieuwing en passie waarmee ze zich status, aanzien en macht kunnen verwerven. Ze willen graag presteren en uitblinken en zijn daarin perfectionistisch en efficiënt. Verklaarbaar omdat deze jongeren overwegend afkomstig zijn uit autochtone gezinnen uit de middengroepen. Opvallend in dit roodblauwe segment is de lage score van de wijk Cool; slechts 20% van de jongeren daar herkent zich in deze leefstijl.
26
In de gele leefstijl scoren de wijken Cool, Feijenoord en Spangen het hoogst met ook ongeveer 50% van de jongeren. Naast een voorkeur voor harmonie, evenwichtigheid en gelijkheid staat in hun leefstijl plezier hebben en genieten voorop, waarbij sociaal contact en verbondenheid de specie vormen. In de minder draagkrachtige en veelal allochtone milieus van deze jongeren vormen gezelligheid, samen dingen doen en plezier hebben belangrijke waarden. De Beverwaardse jongeren scoren op deze dimensie juist opvallend laag met 22,2%. Op de groene dimensie scoren de jongeren uit alle 11 pilotwijken niet zo hoog als op de andere dimensies. Het hoogst op groen scoren Cool, Carnisse en Oosterflank met rond de 30% van de jongeren die een attitude hebben die past bij deze leefstijl. Dat wil zeggen behoefte aan rust, ontspanning en privacy, gecombineerd met verdraagzaamheid, respect, warmte en geborgenheid. De jongeren van Feijenoord springen er in negatieve zin uit m.b.t. deze leefstijl: slechts 15% herkent zich hierin. Je kunt eigenlijk van niet één wijk zeggen dat de jongeren er een typisch groene leefstijl op na houden. Maar dat heeft waarschijnlijk ook met de leeftijd te maken: eigenschappen als vaste normen, volgzaamheid en zekerheid horen niet erg bij deze ‘Sturm und Drang’- periode in hun leven. De ‘groene’ leefstijl past eigenlijk bij jongeren in een buitenwijk, Cool is daarin een vreemde eend in de bijt.
27
2.3
Leefstijlprofielen per buurt
Beverwaard Volgens het BSR-model hebben de ruim de helft van de jongeren van Beverwaard een typische 'rood/blauwe’ leefstijl, d.w.z. dat de levensstijl van de jongeren met 'EGO' kan worden aangeduid : een mix van Controle en Vitaliteit: assertief, energiek, ambitieus en dynamisch. Daarnaast is het ook nog één van de buurten met een behoorlijk aandeel ‘groene’ leefstijl, nl. 27%. Daar horen bij ‘je aan de normen houden’, respect, zekerheid en geborgenheid. Dat zijn dan ook wel karakteristieken die passen bij deze middengroep-jongeren. Daarentegen heeft Beverwarad het laagste percentage jongeren met een ‘gele’ leefstijl: ‘erbij horen’, plezier maken en gelijkheid scoren in deze buurt niet erg hoog. Figuur 2.
Leefstijlenverdeling in Beverwaard
Beverwaard
22%
27,0 22,2 27%
51%
20,0
40,0
60,0
Carnisse Weliswaar is de roodblauwe EGO-georiënteerde dimensie in Carnisse het sterkst vertegenwoordigd, maar het is ook één van de wijken waar de groene leefstijl het hoogst scoort met 29%. Dat betekent dat een behoorlijk aandeel van de jongeren zich herkent in eigenschappen als serieus, bedachtzaam en nuchter. Ook de gele dimensie is met 29% even sterk vertegenwoordigd, er is in Carnisse ook een flinke groep jongeren die groepsgeoriënteerd en naar buiten gericht is waarbij gezelligheid, sociale verbondenheid en harmonie kernbegrippen zijn. Figuur 3.
Leefstijlenverdeling in Carnisse
Carnisse Carnisse 29%
29,3 29,3
G
29%
41,3 0,0
20,0
40,0
60,0
42%
28
Tarwewijk Ook in de Tarwewijk is de roodblauwe EGO-georiënteerde leefstijl het sterkst vertegenwoordigd onder de jongeren, met daarnaast een flink aandeel van 38% met een ‘gele’ sociale leefstijl. Daarmee zou je kunnen zeggen dat Tarwewijk een typisch extraverte buurt is waarbij in de leefstijlen vitaliteit, harmonie en dynamiek gecombineerd worden. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de meer op rust, bescherming, veiligheid en zekerheid gerichte groene leefstijl hier met minder dan 20% zwak vertegenwoordigd is.
Figuur 4.
Leefstijlenverdeling in Tarwewijk
Tarwewijk
Tarwewijk
38%
19,7 38,0 42,3
20% 0,0
20,0
40,0
60,0
42%
Hordijkerveld/Reijeroord In Hordijkerveld/Reijeroord zijn de drie leefstijlen in gelijkere mate vertegenwoordigd dan in de hiervoor besproken wijken. Ook hier is de roodblauwe EGO-georiënteerde leefstijl het sterkst vertegenwoordigd, maar de verklaring daarvoor is in de inleiding al gegeven nl. dat in rood en blauw eigenlijk 2 leefstijlen zijn gecombineerd terwijl geel en groen elk één leefstijl representeren. Bovendien worden Hordijkerveld en Reijeroord gekenmerkt doordat de samenstelling van de wijk qua jongerenbevolking verschilt, hetgeen in de afzonderlijke leefstijlprofielen van deze subbuurten tot 6 uitdrukking komt . Ook Hordijkerveld/Reijeroord kent in vergelijking met de andere wijken een hoog aandeel jongeren met een ‘groene leefstijl’ met 27% (serieus, bedachtzaam en nuchter), terwijl de extraverte gezellige ‘gele leefstijl’ met 34% iets sterker vertegenwoordigd is. Kortom, een divers beeld van de jongeren in deze wijk.
6
De subbuurtprofielen worden in dit kader niet gepresenteerd.
29
Figuur 5.
Leefstijlenverdeling in Hordijkerveld/Reyeroord
Hordijkerveld/Reyeroord Hordijkerveld/Reyeroord
27,5
34%
34,1 27%
38,5 0,0
20,0
40,0
60,0
39%
Hoogvliet-Noord Bijna de helft van de jongeren in deze wijk herkent zich in de roodblauwe leefstijl. Ze zijn EGOgeoriënteerd, combineren vitaliteit en dynamiek, gericht op het verleggen van grenzen,materialistisch, gepassioneerd en statusbewust. Daarnaast wordt Hoogvliet-Noord gekenmerkt door even grote groepen jongeren (27%) die zich herkennen in de gele resp. groene leefstijl. De ‘gele’ jongeren zijn plezierzoekers, groepsgeoriënteerd, gezellig en spontaan. Dat de groene leefstijl in vergelijking met andere wijken hoog scoort met 27% is misschien omdat deze leefstijl het best past bij jongeren in buitenwijken waar eigenschappen als kalm, evenwichtig en traditioneel en een wat meer naar binnen gerichte levenshouding behoren. Figuur 6.
Leefstijlenverdeling in Hoogvliet-Noord
Hoogvliet-Noord
Hoogvliet-Noord
26,7
27%
26,7 27%
46%
46,7 0,0
20,0
40,0
60,0
Feijenoord Bijna de helft van de jongeren in Feijenoord houdt er een typisch ‘gele’ levensstijl op na en daarmee scoort Feijenoord na Cool het hoogst op deze dimensie. Naar buiten gericht, uitbundig, erbij willen horen en genieten zijn kernbegrippen in het gedrag van deze jongeren. Opvallend is verder dat Feijenoord met nog geen 15% het laagst scoort op de groene dimensie: maar weinig jongeren in deze overwegend allochtone wijk herkennen zich in eigenschappen als serieus, nuchter en bedachtzaam. Dat heeft misschien ook te maken met een typische grote-stads-cultuur. Ook de roodblauwe dimensie is met 36% wat minder vertegenwoordigd dan in de andere wijken.
30
Figuur 7.
Leefstijlenverdeling in Feijenoord
Feijenoord Feijenoord 49%
14,9 49,3 35,8 15% 0,0
20,0
40,0
60,0
36%
Oosterflank De verhouding tussen de verschillende leefstijlprofielen is in Oosterflank vergelijkbaar met die van andere buitenwijken met een ‘middengroepen’-cultuur, zij het nog iets meer uitgesproken. De ‘groene’ leefstijl is hier nog meer geprononceerd, 29% van de jongeren in Oosterflank zegt zich hierin te herkennen. Deze leefstijl past het best bij jongeren in buitenwijken waar eigenschappen als kalm, evenwichtig en traditioneel en een wat meer naar binnen gerichte levenshouding behoren. Ook hier is echter de EGO-georiënteerde roodblauwe leefstijl het sterkst vertegenwoordigd, waarin het gedrag kan worden gekenschetst met termen als succes willen hebben, willen scoren, aanzien belangrijk, uitdagingen zoeken , vrijheidslievend en levenslustig. Dat deze leefstijl zo sterk is vertegenwoordigd is gedeeltelijk verklaarbaar doordat hierin in feite 2 kwadranten van de 4 dimensies vertegenwoordigd zijn. Figuur 8.
Leefstijlenverdeling in Oosterflank
Oosterflank
Oosterflank
28,9
28%
27,8 29%
43,3 43%
0,0
20,0
40,0
60,0
Liskwartier Hoewel ook hier de roodblauwe leefstijl het sterkst is vertegenwoordigd is het Liskwartier wat het percentage van 42% betreft een middenmoter. Opvallend is echter het uitermate geringe aandeel jongeren (18%) dat zich in de groene leefstijl herkent. Met eigenschappen als kalm, serieus, bedachtzaam en routineus kunnen zich dus maar weinig jongeren in het Liskwartier personifiëren. De ‘gele’ dimensie is relatief sterk vertegenwoordigd met 40% van de jongeren die zich volgens deze leefstijl gedraagt. Hedonistisch, pleziergericht, erbij willen horen en spontaan zijn horen dan ook bij een typische binnenstadscultuur.
31
Figuur 9.
Leefstijlenverdeling in Liskwartier
Liskwartier Liskwartier 40%
17,9 40,3 41,8
18% 0,0
42%
20,0
40,0
60,0
Erasmusbuurt/Rottekwartier Terwijl in de meeste pilotwijken het roodblauwe leefstijlprofiel het sterkst is vertegenwoordigd is het opvallend dat in Erasmusbuurt/Rottekwartier het juist de ‘gele’ dimensie is die met bijna 44% het sterkst is vertegenwoordigd. Wat geldt voor het Liskwartier en voor Feijenoord geldt ook hier: bij een typische grote-stad-attitude horen gedragskenmerken als pleziergericht, genieten, groepsgeoriënteerd, spontaan en open. Wat minder bij de grote-stads-cultuur past zijn gedragseigenschappen als conservatief, bedachtzaam, routineus, streng normbesef en volgzaam; slechts een kleine minderheid van 19% van de jongeren uit deze buurt herkent zich in deze eigenschappen. Figuur 10.
Leefstijlenverdeling in Erasmusbuurt/Rottekwartier
Erasmusbuurt/Rottekwartier
Erasmusbuurt/Rottekwartier
44% Gro en
19,2 43,6
Gee l
19%
37,2
Rood/b a l uw
37% 0,0
20,0
40,0
60,0
Cool De typische stadscentrum-buurt Cool is de wijk met het hoogste aandeel jongeren (50 %) wat zich herkent in de ‘gele’ leefstijl. Deze jongeren hebben een grotestadsmentaliteit: naar buiten gericht, sociaal, groepsgeoriënteerd, hedonistisch en spontaan. Des te opvallender is het dan ook dat in Cool toch een flinke groep jongeren van 30% is die zich volgens het ‘groene’ leefstijl-profiel gedraagt, zij zijn juist op zoek naar geborgenheid en rust, ze zijn kalm en op zoek naar zekerheid. Verklaarbaar misschien juist als compensatie voor de grote-stads-drukte en -levendigheid.. Ook opvallend is het geringe aandeel jongeren dat kan worden gekenmerkt door de roodblauwe gedragsstijl. Het kan zijn dat het beeld niet representatief is door het geringe aantal jongeren wat in Cool is geënquêteerd.
32
Figuur 11.
Leefstijlenverdeling in Cool
Cool
Cool 30,0
Gro en
50% 30%
Roo d/b a l uw
0,0
20%
50,0
1
Geel
20,0 20,0
40,0
60,0
Spangen Net als in de andere typische binnenstadswijken scoort Spangen hoog op het ‘gele’ leefstijlprofiel met bijna 47% van de jongeren. Het is al in andere wijkprofielen genoemd: eigenschappen als pleziergericht, erbij willen horen, gezellig en spontaan horen bij een extraverte stadscultuur, tewijl het wellicht ook eigenschappen zijn die meer horen bij de overwegend naar buiten gerichte allochtone gedragscultuur van Spangen. Het hoeft ook niet te verbazen dat de ‘groene’ kalme wat meer introverte leefstijl maar 20% van de jongeren aanspreekt.
Figuur 12.
Leefstijlenverdeling in Spangen
Spangen 47%
Spangen Gr oen
20,3 46,4
Geel
20% 33,3
Rood/ bl auw
33%
0,0
20,0
40,0
60,0
33
Algemene bevindingen
2.4
Jongens zijn geel, meisjes zijn rood/blauw: leefstijlverschillen tussen de sexen Zo absoluut als in de aanhef kun je het misschien niet stellen, wel is het zo dat er duidelijke verschillen zijn in leefstijlen tussen jongens en meisjes. Zo hebben meer meisjes dan jongens een rood/blauwe leefstijl. Je zou dus kunnen zeggen dat meisjes zich meer herkennen in eigenschappen als passie, ontplooiing, erkenning en perfectie.
Figuur 13. Leefstijlverschillen tussen jongens en meisjes Rood/blauw 45,0
22,9 Groen
24,7
Leefstijl
Meisjes
40,0
Jongens
35,0
34,3
Meisjes
30,0
37,8
Geel
Jongens
25,0 20,0
42,8
Rood/blauw
37,5 Groen
20,0
30,0%
Geel
40,0
De jongens houden er iets meer een ‘gele’ leefstijl op na en zijn daarmee wat hedonistischer, plezier maken, genieten en erbij horen is voor hen wat belangrijker, ze zijn in het algemeen socialer georiënteerd. Zowel jongens als meisjes scoren laag op het groene leefstijlprofiel, maar jongens wel iets meer dan meisjes. Dat zou je niet direct verwachten op basis van de beeldvorming rond meisjes en jongens: eigenschappen als warmte, geborgenheid, intimiteit, liefde en rust zou je eerder aan meisjes toeschrijven dan aan jongens.
34
Scores op afzonderlijke vragen nader bezien Kijken we naar de scores op de afzonderlijke vragen , dan zien we ook daar verschillen, maar soms antwoorden jongens en meisjes hetzelfde. Vooroordelen worden dan ook niet altijd bevestigd. ‘Chaotisch’ of ‘georganiseerd’ Zo zegt tweederde van zowel de jongens als de meisjes van zichzelf dat ze ‘georganiseerd’ zijn terwijl je terwijl je misschien van de jongens een wat ‘chaotischer’ attitude zou verwachten. ‘Altijd willen winnen’ versus ‘niet erg om te verliezen’ In dit geval zijn de jongens wel iets meer ‘macho’ dan de meisjes: 73 % van de meisjes vind het niet erg om te verliezen tegen 59 % van de jongens. Maar het verschil is niet zo heel erg groot. ‘Rustig’ of ‘spontaan/druk’ Een meerderheid van 64% van de jongens vind zich zelf ‘rustig’ terwijl bij de meisjes een meerderheid van 56% zich juist ‘spontaan’ en ‘druk’ noemt. Dingen ’alleen doen’ of juist ‘met vriend(inn-)en’ Zowel bij de jongens als de meisjes zegt een grote meerderheid dingen het liefst met vrienden of vriendinnen te doen, bij de meisjes is dit nog iets meer (83%) dan bij de jongens (73%). ‘Eigenwijs’ of ‘meestal gehoorzaam’ Jongens en meisjes zeggen in gelijke mate in meerderheid eigenwijs te zijn, bij beide ligt dat percentage rond de 60%. ‘Veel vrienden/vriendinnen hebben’ of ‘ Niet zo veel vrienden/vriendinnen hebben’ Meer dan driekwart van de jongens en de meisjes zegt ‘veel vriend(inn-)en te hebben’, bij de meisjes is dat percentage nog iets hoger dan bij de jongens (85 % vs. 81%). Dit zijn wel erg hoge percentages, wat doet vermoeden dat sommige respondenten sociaalwenselijke antwoorden hebben gegeven. Dat geldt wellicht ook voor het volgende item. ‘Zelfverzekerd’ of ‘soms een beetje onzeker’ Een meerderheid van 64% van de jongens zegt ‘zelfverzekerd’ te zijn, terwijl een kleine meerderheid van 52% van de meisjes zich ‘soms een beetje onzeker’ voelt. De jongens antwoorden hier duidelijk ‘stoer’. ‘Meestal haantje de voorste’ of ‘juist een beetje op de achtergrond’ Hier scoren jongens en meisjes gelijk: een kleine meerderheid van 54 % herkent zich in het beeld van ‘juist een beetje op de achtergrond’. ‘Beetje verlegen’ of ‘beetje brutaal’ Ook hier vindt een meerderheid van de jongens en de meisjes zich ‘een beetje verlegen’ (59 % van de meisjes tegenover 54 % van de jongens).
35
Leefstijl en etniciteit: levensgenieters versus nuchtere Hollanders Autochtonen pieken op een roodblauwe leefstijl met bijna 48% terwijl allochtone jongeren vaker een gele leefstijl hebben (44%). Met enige overdrijving kun je stellen dat de nuchtere calvinistische volksaard tot uitdrukking komt in de leefstijl van de autochtone jongeren terwijl in de leefstijl van de allochtonen wat meer van de Bourgondische levensgenieters-aard en het ‘carpe diem’ weerspiegeld wordt. Die verschillen zijn nog groter bij sommige etnische groepen: zo zegt 56% van de Turkse jongeren zich te herkennen in de ‘gele’leefstijl.
Figuur 14. Leefstijlverschillen tussen allochtone en autochtone jongeren Rood/blauw 60,0 Autochtoon
40,0
Allochtoon
Allochtoon
31,5
Autochtoon
0,0
G
ro en
19,2 20,8 44,3
G ee l
Leefstijl
20,0
Geel
Ro od /b la uw
47,7 Groen
36,4 0,0
20,0
%
40,0
60,0
Bij het gele leefstijlprofiel horen behalve het genieten ook eigenschappen als extravert, open, sociaal, spontaan en groepsgericht. De autochtone jongeren met een roodblauwe leefstijl herkennen zich meer in eigenschappen als presteren, macht, efficiëntie, prestige, perfectie en ambitie.
36
Leefstijlverschillen bij de antwoorden op de afzonderlijke items Ook in de afzonderlijke vragen waarmee het leefprofiel wordt geïndiceerd zien we verschillen tussen autochtone en allochtone jongeren. ‘Chaotisch’ versus ‘georganiseerd’ Allochtone jongeren zijn chaotischer dan autochtone jongeren: 26 % van de autochtone jongeren zegt chaotisch te zijn tegenover 45 % van de allochtone jongeren. ‘Rustig’ of ‘spontaan/druk’ De meer extraverte aard van de allochtone jongeren wordt ook in deze vraag weerspiegeld. Een meerderheid van 57% van de allochtone respondenten zegt ‘spontaan’ of ‘druk’ te zijn, terwijl bij de autochtone respondenten de ‘rustige’ jongeren in de meerderheid zijn met 58%. ‘Eigenwijs’ of ‘meestal gehoorzaam’ Bijna driekwart van de autochtone jongeren herkent zich als zijnde ‘een beetje eigenwijs’ terwijl dit bij de allochtonen slechts een krappe meerderheid van 53% is. ‘Beetje verlegen’ of ‘beetje brutaal’ De meeste jongeren zeggen een beetje verlegen te zijn maar dit percentage is onder allochtonen hoger dan onder autochtonen, nl. 62% tegen 51 %. ‘Zelfverzekerd’ of ‘soms een beetje onzeker’ Meer allochtone jongeren dan autochtone jongeren zeggen ‘zelfverzekerd’ te zijn. Van de allochtone respondenten zegt 57% dat van zichzelf, bij de autochtone respondenten ligt dat percentage op 51%. ‘Meestal haantje de voorste’ of ‘juist een beetje op de achtergrond’ Allochtone jongeren herkennen zich iets meer in het profiel van ‘haantje de voorste’ dan autochtonen, bij allochtonen is het precentage 48%, bij autochtone jonegeren 43%. ‘Altijd willen winnen’ versus ‘niet erg om te verliezen’ Van de allochtone jongeren zegt slechts 30% ‘altijd te willen winnen’ tegen 38% bij de autochtone jongeren. Dingen ’alleen doen’ of juist ‘met vriend(inn-)en’ Zowel bij de allochtonen als bij de autochtonen zegt een grote meerderheid dingen het liefst met vrienden of vriendinnen te doen, bij de allochtonen is dit nog iets meer (81%) dan bij de autochtonen(75%). ‘Veel vrienden/vriendinnen hebben’ of ‘ Niet zo veel vrienden/vriendinnen hebben’ Meer dan 80% van de respondenten zegt ‘veel vriend(inn-)en te hebben’, bij de allochtonen is dat percentage nog iets hoger dan bij de autochtonen (84 % vs. 82%). De hoge percentages doen vermoeden dat sommige respondenten sociaalwenselijke antwoorden hebben gegeven.
37
Andere opvallende uitkomsten Tevredenheid met buurthuisactiviteiten Bijna alle jongeren met een ‘gele’ leefstijl (sociaal, gezellig, plezier maken, extravert) zijn tevreden over de buurthuizen (99%). Opvallend is de geringe tevredenheid met het buurthuis van de meer introverte jongeren met een groene leefstijl; slechts 23% is tevreden met de buurthuisactiviteiten. Die sluiten kennelijk minder goed aan bij hun leefstijl (rust, ontspanning, normen, zekerheid, netheid, veiligheid).
Figuur 15. Leefstijl en tevredenheid met buurthuis Tevredenheid met de dingen die je kunt doen in het buurthuis
%
100,0 90,0 80,0 70,0 60,0
99,0 78,1
50,0 40,0 30,0 20,0 10,0
22,9
Rood/blauw
Geel
Groen
Leefstijlprofiel
Bekendheid met buurthuis Dat de jongeren met een ‘groene’ leefstijl het minst tevreden zijn over het buurthuis heeft er waarschijnlijk ook mee te maken dat deze meer introverte jongeren minder goed weten waar een buurthuis of jongerencentrum is. Onbekend maakt onbemind gaat hier dus ook op. Slechts iets meer dan de helft van deze jongeren weet een buurthuis te vinden tegen bijna 70% van de jongeren met een geel of roodblauw leefstijlprofiel.
Figuur 16. Weet je een buurthuis of jongerencentrum te vinden ? 80,0 70,0 60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
68,4
69,0 53,3
Rood/blauw
Geel
Groen
Percentage dat JA antwoordt
Lidmaatschap sportclub Jongeren met een roodblauwe leefstijl zijn vaker lid van een sportclub dan jongeren met andere leefstijlprofielen. Jongeren met attitudes als willen uitblinken, presteren, uitdagingen zoeken, passie en prestige, alle roodblauwe eigenschappen, zullen dan ook eerder geneigd zijn te gaan sporten dan jongeren met eigenschappen als geborgenheid, intimiteit en harmonie.
Figuur 17. Beoefen je BUITEN schooltijd één of meer sporten ? 62,0 60,0 58,0 56,0 54,0 52,0 50,0 48,0 46,0
60,7
52,7 51,1
Rood/blauw
Geel
Groen
Percentage dat JA antwoordt
38
Boeken lezen In dit geval hebben we gekeken naar jongeren die iedere dag lezen. Jongeren met een roodblauwe leefstijl lezen het minst, deze actieve, op prestaties en erkenning gerichte leefstijl past kennelijk minder goed bij een rustige bezigheid als een boek lezen. Voor veel van de op privacy, rust, zekerheid en geborgenheid gestelde ’groene’ jongeren is boeken lezen dan ook een favoriete bezigheid, bijna 1 op de 5 van deze jongeren leest iedere dag. Dat gaat niet op voor veel andere binnenhuisactiviteiten: tekenen, schilderen, muziek maken of luisteren wordt even veel door alle leefstijlen gepraktiseerd.
Figuur 18. Hoe vaak lees je een boek? 20,0
10,0
Tevredenheid met uitgaan in de buurt De jongeren met een ‘geel’ op genieten gericht leefstijlprofiel zijn het meest tevreden over de uitgaansmogelijkheden in hun buurt (52%), de jongeren met eenmeer naar binnen gekeerd ‘groen’ profiel het minst (30%). Het lijkt er op dat leefstijl mede bepalend is voor de tevredenheid over de buurtvoorzieningen, en niet alleen de kwaliteit van die voorzieningen ‘an sich’.
17,8
6,4
5,0 0,0 Rood/blauw
Geel
Groen
Percentage dat elke dag een boek leest
Figuur 19. Op straat met vrienden of vriendinnen praten/chillen
Op straat met vriend(inn-)en praten Het wekt geen verbazing (maar het is mooi dat het klopt !), dat meer dan een derde van de jongeren met een op geborgenheid, intimiteit zekerheid en veiligheid gerichte leefstijl (het groene leefstijlprofiel) nooit op straat met vrienden of vriendinnen praat, terwijl dit bij de extraverte roodblauwe en gele leefstijlen veel geringere percentages betreft van resp. 10 en 18 %.
14,0
15,0
40,0
34,3
30,0 18,3
20,0 10,3 10,0 0,0 Rood/blauw
Geel
Groen
Percentage dat dit nooit doet
Figuur 20. Tevredenheid over uitgaan in de buurt 60,0 51,8 46,8 50,0 40,0
30,4
30,0 20,0 10,0 0,0 Rood/blauw
Geel
Groen
Percentage dat tevredenof erg tevreden is over uitgaan in de buurt
39
Leefstijlprofielen en wijktype We hebben de 11 pilotwijken ingedeeld in enerzijds oude stadswijken en anderzijds naoorlogse buitenwijken en gekeken of jongeren in een buitenwijk er een andere leefstijl op na houden dan jongeren in een typische stadswijk. Al eerder in deze rapportage is geschreven dat adolescenten zich niet zo gauw zullen associëren met een ‘groene’ leefstijl: ze zijn zoekende, willen uitdagingen, verkennen grenzen, zoeken aanzien en ontplooiing. Dat vind je niet in de ‘groene’ leefstijl met eigenschappen als geborgenheid, rust, ontspanning, zekerheid en waarden en normen. Dat wordt dan ook weerspiegeld in de uitkomsten. In de groene leefstijl herkennen jongeren zich het minst, maar wel meer in de
2.1
buitenwijken dan in de oude stadwijken. In de buitenwijken heeft de roodblauwe ‘ego’ leefstijl het hoogste aandeel met 44%, terwijl de ‘gele’ extraverte en hedonistische leefstijl het hoogst scoort in de oude stadswijken.
45,0
Figuur 21. Leefstijlprofiel en wijktype 44,2 Buitenwijk
41,4
Stadswijk
37,8 35,0 %
28,2
27,6
25,0 20,8
15,0 Rood/blauw
Geel
Groen
Leefstijl
Conclusie
Het aansluiten van de aanwezigheid van voorzieningen op de behoefte aan die voorzieningen is deels een kwestie van een inadequaat voorzieningenpatroon, maar heeft voor een ander deel te maken met verschillende leefstijlen van jongeren. Daardoor kan het ene succesvolle buurtmodel niet klakkeloos overgeplaatst worden naar een andere buurt. Leefstijlprofielen kunnen een hulpmiddel zijn om een betere match te bereiken tussen behoeften en aan aanbod aan voorzieningen.
40
41
3
BIJLAGEN
42
3.1 Representativiteit van de respondenten naar verschillende kenmerken De 889 jongeren die de enquête hebben ingevuld, zijn voor 56 procent meisjes en voor 43 procent jongens. Meisjes zijn dus iets oververtegenwoordigd. De jongeren zijn voor 35 procent van Nederlandse afkomst. De andere 65 procent is van nietNederlandse afkomst. Van de totale Rotterdamse bevolking in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar is ongeveer 39 procent van Nederlandse afkomst. Autochtone jongeren zijn dus iets ondervertegenwoordigd in de groep jongeren die meededen aan deze enquête. Tabel 1 leeftijd van de jongeren die de enquête hebben ingevuld
12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Totaal
16% 26% 30% 24% 4% 100%
De deelname van 12-jarigen was iets geringer dan van de andere leeftijdscategorieën. Jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 15 jaar waren de doelgroep van dit onderzoek, maar uit de enquête blijkt, dat een klein deel van de jongeren al de leeftijd van 16 jaar had bereikt. Tabel 2 verdeling naar wijk van de jongeren die de enquête hebben ingevuld
Beverwaard Carnisse Cool Feijenoord Groot-IJsselmonde Hoogvliet-noord Liskwartier Oosterflank Oude Noorden Spangen Tarwewijk TOTAAL
Bevolking 12 t/m 15 jaar n 749 303 98 470 1269 756 297 417 835 693 470 6357
Respondenten enquête n 74 91 26 79 105 88 75 105 86 76 84 889
Respons als aandeel van bevolking % 10% 30% 27% 17% 8% 12% 25% 25% 10% 11% 18% 14%
De in de bovenstaande tabel genoemde buurten komen niet precies overeen met de pilotwijken uit het project kindvriendelijke wijken. Zo is de pilotwijk Erasmusbuurt een deel van de wijk het Oude Noorden en zijn de pilotwijken Hordijkerveld en Rijerwaard een deel van Groot IJsselmonde. Duidelijk is, dat het aandeel jongeren dat een enquête heeft ingevuld in deze buurten wat lager is. Ook in de Beverwaard en Spangen hebben relatief weinig kinderen een enquête ingevuld. In de wijken Carnisse en Cool hebben relatief de meeste jongeren een enquête ingevuld.
43
3.2
Tabellen
De jongeren die hebben deelgenomen aan de enquête
Tabel 3 opleiding en afkomst
niet-Nederlandse afkomst
Nederlandse afkomst
totaal
n
%
n
%
n
%
VMBO
293
51%
118
39%
411
47%
HAVO
67
12%
53
18%
120
14%
VWO
67
12%
59
20%
126
14%
Brugklas
87
15%
44
15%
131
15%
Anders
57
10%
27
9%
84
10%
totaal
571
100%
301
100%
872
100%
Tabel 4 jongeren per wijk naar afkomst
niet-Nederlandse afkomst
Nederlandse afkomst
n
%
n
%
Beverwaard
38
51%
36
49%
Carnisse
63
71%
26
29%
Cool
20
80%
5
20%
Erasmusbuurt
64
75%
21
25%
Feijenoord
73
94%
5
6%
Liskwartier
42
56%
33
44%
Oosterflank
43
41%
61
59%
Spangen
74
97%
2
3%
Tarwewijk
70
83%
14
17%
Hoogvliet Noord
41
47%
46
53%
48
47%
55
53%
576
65%
304
35%
Gr.IJsselmonde totaal
44
Tabel 5
jongeren per wijk naar opleiding
VMBO
HAVO
VWO
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
34
47%
10
14%
11
Carnisse
44
49%
9
10%
8
Cool
13
50%
2
8%
Erasmusbuurt
52
61%
11
Feijenoord
45
57%
8
Liskwartier
20
27%
Oosterflank
40
38%
Spangen
44
58%
Tarwewijk
40
49%
Hoogvliet Noord
39
44%
42 413
Gr.IJsselmonde totaal
Brugklas
Anders
n
%
n
%
15%
7
10%
11
15%
9%
16
18%
12
13%
5
19%
5
19%
1
4%
13%
8
9%
8
9%
6
7%
10%
4
5%
13
16%
9
11%
14
19%
22
30%
15
21%
2
3%
22
21%
17
16%
18
17%
8
8%
7
9%
11
14%
8
11%
6
8%
10
12%
10
12%
12
15%
10
12%
15
17%
10
11%
13
15%
11
13%
40%
13
13%
22
21%
18
17%
9
9%
47%
121
14%
128
15%
133
15%
85
10%
De situatie thuis
Tabel 6 Heb je thuis een eigen kamer om huiswerk te maken of andere dingen voor jezelf te doen?
niet-Nederlandse afkomst Jongen Ja Nee Totaal
Nederlandse afkomst
Meisje
Jongen
totaal
Meisje
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
210
88%
266
80%
134
96%
155
96%
765
88%
30
13%
66
20%
5
4%
7
4%
108
12%
162 100%
873
100%
240 100%
332 100%
139 100%
Tabel 7 Hoe tevreden ben je over de mogelijkheden om thuis dingen te doen, zoals huiswerk maken of muziek luisteren?
niet-Nederlandse afkomst Jongen
Nederlandse afkomst
Meisje
Jongen
totaal
Meisje
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
135
56%
179
54%
108
78%
115
71%
539
62%
Tevreden
73
30%
108
33%
26
19%
41
25%
249
28%
Gaat wel
Erg tevreden
26
11%
37
11%
4
3%
5
3%
72
8%
Ontevreden
3
1%
5
2%
0
0%
1
1%
9
1%
Erg ontevreden
3
1%
3
1%
1
1%
0
0%
7
1%
162 100%
876
100%
Totaal
240 100%
332 100%
139 100%
45
Tabel 8 Taal die meestal thuis gesproken wordt door jongeren van niet-Nederlandse afkomst
n
%
alleen Nederlands
285
50%
noemt twee talen
64
11%
alleen andere taal
224
39%
TOTAAL
573
100%
Omgang met vrienden Tabel 9 Taal die meestal met vrienden of vriendinnen gesproken wordt door jongeren van nietNederlandse afkomst
n
%
alleen Nederlands
442
77%
noemt twee talen
89
16%
alleen andere taal
42
7%
Tabel 10 Ontmoetingsplekken met vrienden en vriendinnen
n
%
Bij mij thuis
372
42%
Bij vriend(inn)en thuis
362
41%
Op school
694
79%
Op straat in mijn eigen buurt
453
51%
Op straat ergens anders
279
32%
49
6%
In een buurtcentrum In een café‚ of discotheek
45
5%
180
20%
Ergens anders, namelijk ...
11
1%
Winkelcentrum
21
2%
In de stad
16
2%
Kerk / moskee
7
1%
Op het werk
2
0%
Bij skatebaan / skatepark
3
0%
Zwembad
1
0%
Bioscoop
3
0%
Overige horeca
1
0%
Muziekvereniging
2
0%
Metrostation
4
0%
Bij de sportvereniging
46
Tabel 11 Belangrijkste ontmoetingsplekken met vrienden en vriendinnen naar afkomst
niet-Nederlandse afkomst Nederlandse afkomst Totaal thuis
37%
53%
43%
Bij vriend(-inn)en thuis 36%
51%
41%
Op school
77%
83%
79%
Op straat in de buurt
58%
41%
52%
Op straat elders
38%
21%
32%
Bij de sportvereniging 14%
34%
21%
Tabel 12 Belangrijkste ontmoetingsplekken met vrienden en vriendinnen naar sexe
jongens
meisjes
Totaal
36%
47%
43%
Bij vriend(-inn)en thuis 31%
49%
41%
Op school
73%
84%
79%
Op straat in de buurt
55%
49%
52%
Op straat elders
30%
33%
32%
Bij de sportvereniging 28%
15%
21%
thuis
Hobby’s, sporten en vrijetijdsbesteding
Tabel 13 Vijf leukste hobby’s
Internetten / e-mailen
n
%
639
74%
TV kijken
468
54%
Sporten
444
51%
Winkelen / shoppen
386
45%
Met vriend(inn)en op stap
381
44%
Games
355
41%
Buiten zijn
315
36%
Boeken lezen
220
25%
Rustig thuis zijn
205
24%
Dansen
204
24%
Naar een discotheek
131
15%
Tijdschriften lezen
122
14%
Dieren
121
14%
Knutselen
75
9%
Vissen
51
6%
Iets verzamelen
28
3%
Schaken
17
2%
Padvinderij
12
1%
Zeeverkenners Totaal
7
1%
867
100%
47
Tabel 14 Leukste hobby’s naar afkomst en geslacht
niet-Nederlandse afkomst Jongen
Nederlandse afkomst
Meisje
Jongen
n
%
n
%
n
%
Meisje n
%
33
14%
119
37%
22
16%
44
28%
Internetten / e-mailen
174
73%
249
77%
95
69%
114
73%
Games
183
77%
36
11%
112
82%
20
13%
Dieren
22
9%
32
10%
24
18%
38
24%
Boeken lezen
160
67%
166
51%
77
56%
58
37%
Winkelen / shoppen
33
14%
236
73%
13
9%
99
63%
Met vriend(inn)en op stap
71
30%
182
56%
36
26%
91
58%
TV kijken
64
27%
72
22%
33
24%
32
20%
Sporten
172
72%
101
31%
103
75%
63
40%
Dansen
11
5%
134
41%
1
1%
57
36%
Rustig thuis zijn
Buiten zijn
112
47%
90
28%
49
36%
62
39%
Totaal
239
100%
324
100%
137
100%
157
100%
48
Tabel 15 Zes leukste sporten
n
%
Zwemmen
553
63%
Voetbal
533
61%
Basketbal
336
38%
Fitness
273
31%
Tennis
268
30%
Vechtsport (judo / karate / taekwondo / boksen)
261
30%
Schaatsen
221
25%
Tafeltennis
196
22%
Honkbal
193
22%
Skaten
189
22%
Badminton
184
21%
Volleybal
183
21%
Paardrijden
161
18%
Handbal
143
16%
Hockey
134
15%
Atletiek
111
13%
Turnen
109
12%
Wintersport
95
11%
Darten
88
10%
Surfen
76
9%
Rugby
64
7%
Aerobics / Tae Bo / etc
49
6%
Korfbal
44
5%
Wielrennen
40
5%
Golf
37
4%
Klassiek ballet
35
4%
Roeien
30
3%
Totaal
879
100%
Tabel 16
Leukste sporten naar afkomst en geslacht
niet-Nederlandse afkomst Jongen
Nederlandse afkomst
Meisje
Jongen
Meisje
n
%
n
%
n
%
n
%
131
55%
114
35%
46
33%
41
25%
Fitness
80
33%
107
32%
28
20%
56
35%
Tennis
55
23%
134
41%
34
25%
44
27%
Voetbal
189
79%
165
50%
96
70%
77
48%
Vechtsport (judo/ karate / taekwondo / boksen)
103
43%
85
26%
42
30%
28
17%
Zwemmen
139
58%
235
71%
74
54%
99
61%
Basketbal
49
Tabel 17 Heb je interesse voor kunst en cultuur (n.a.v. wat je op school krijgt aangeboden)?
n
%
Ja
519
59%
Nee
360
41%
Totaal
879
100%
Tabel 18
Aantal genoemde lidmaatschappen
n
%
0
424
48%
1
369
42%
2
80
9%
3
13
1%
4
3
0%
889
100%
Totaal
Tabel 19 Van welke verenigingen of organisaties ben jij lid?
n
%
Ik ben geen lid van een vereniging of organisatie
415
47%
Sportvereniging
351
40%
Vereniging of organisatie van een kerk of moskee
71
8%
Zangvereniging, muziekvereniging of toneelvereniging
58
7%
Jeugdvereniging, zoals Scouting of knutselclub
40
5%
Organistie op het gebied van natuur of milieu, zoals WN
38
4%
Dansvereniging
10
1%
2
0%
880
100%
Ander soort vereniging of organisatie, namelijk ... Totaal
50
Tabel 20 Lidmaatschap sportvereniging naar kiwi-wijk
Ja, lid van een sportvereniging n
%
Beverwaard
32
43%
Carnisse
35
38%
Cool
7
27%
Erasmusbuurt
29
34%
Feijenoord
24
30%
Liskwartier
33
44%
Oosterflank
64
61%
Spangen
23
30%
Tarwewijk
25
30%
Hoogvliet Noord
34
39%
Gr.IJsselmonde
45
43%
Tabel 21 Wat doe je wel eens in je eigen tijd?
Dit doe ik nooit Televisie, video of DVD kijken
2%
Huiswerk maken
4%
Surfen op internet
4%
Muziek luisteren
5%
E-mailen of chatten
7%
Computerspelletjes doen (ook Playstation, Nintendo, Game
19%
Op straat met vriend(inn)en praten of chillen
19%
(mobiel) bellen of SMS-en met vriend(inn)en
19%
Naar / met vriend(inn)en thuis
21%
Boek lezen
28%
Tekenen, schilderen of knutselen
40%
Krant lezen
44%
Muziek maken
61%
Met een andere hobby bezig zijn (zoals een verzameling)
67%
Dance (zoals ballet, breakdance, streetdance, jazzballet
74%
Vrijwilligerswerk (zoals zieke of oude mensen helpen, he
75%
Toneelspelen of spelen in een musical
89%
51
Tabel 22 Als je deze dingen doet in je eigen tijd, hoe vaak doe je ze dan?
1 of 2 dagen per week
3 of 4 dagen per week
5 of 6 dagen per week
Elke dag
totaal
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
Muziek luisteren Televisie, video of DVD kijken
98
12%
82
10%
101
12%
551
66%
832
100%
124
14%
101
12%
132
15%
502
58%
859
100%
Huiswerk maken
79
9%
137
16%
197
23%
434
51%
847
100%
Surfen op internet
176
21%
140
17%
133
16%
383
46%
832
100%
E-mailen of chatten (mobiel) bellen of SMS-en met vriend(inn)en Op straat met vriend(inn)en praten of chillen
185
23%
146
18%
116
14%
371
45%
818
100%
192
27%
124
18%
115
16%
273
39%
704
100%
228
32%
175
25%
101
14%
199
28%
703
100%
Krant lezen
223
46%
99
20%
54
11%
111
23%
487
100%
Muziek maken Computerspelletjes doen (ook Playstation, Nintendo, Game
182
53%
51
15%
33
10%
75
22%
341
100%
350
49%
146
21%
58
8%
155
22%
709
100%
324
51%
132
21%
70
11%
107
17%
633
100%
147
64%
30
13%
17
7%
34
15%
228
100%
180
62%
55
19%
21
7%
36
12%
292
100%
367
54%
193
28%
57
8%
68
10%
685
100%
343
66%
105
20%
29
6%
39
8%
516
100%
147
66%
45
20%
15
7%
16
7%
223
100%
77
81%
11
12%
4
4%
3
3%
95
100%
Boek lezen Dance (zoals ballet, breakdance, streetdance, jazzballet Met een andere hobby bezig zijn (zoals een verzameling) Naar / met vriend(inn)en thuis Tekenen, schilderen of knutselen Vrijwilligerswerk (zoals zieke of oude mensen helpen, he Toneelspelen of spelen in een musical
Tabel 23 Doe je BUITEN schooltijd aan creatieve activiteiten, zoals dance schilderen, tekenen, toneel of theater, rappen, muziek maken, schrijven of DJ-en?
Ja n
%
12 of 13 jaar
179
48%
14 jaar en ouder
209
41%
Jongen ben je een jongen of een meisje ? Meisje
145
38%
242
48%
totaal
387
44%
leeftijd
52
Tabel 24 Waarom doe je BUITEN schooltijd niet aan creatieve activiteiten
Doet niet aan creatieve activiteiten buiten schooltijd n
%
Te duur
31
6%
Geen zin in
243
49%
Geen tijd voor
251
51%
Ik weet niet wat er te doen is
59
12%
Ik mag niet van mijn ouders
3
1%
Te ver weg
6
1%
Gehandicapt
4
1%
496
100%
Totaal
Tabel 25 Beoefen je BUITEN schooltijd één of meer sporten ?
Ja n leeftijd
%
12 of 13 jaar
224
60%
14 jaar en ouder
263
51%
ben je een jongen of een meisje ?
jongen
270
71%
meisje
215
43%
afkomst
niet-Nederlandse afkomst
289
50%
Nederlandse afkomst
193
64%
485
55%
totaal
Tabel 26 Beoefen je buiten schooltijd één of meer sporten?
Ja n
%
1 of 2 dagen per week
217
45%
3 of 4 dagen per week
183
38%
5 of 6 dagen per week
38
8%
Elke dag
49
10%
487
100%
Totaal
53
Tabel 27 Waarom doe je BUITEN schooltijd niet aan sport?
Doet niet aan sport buiten schooltijd n Te duur
% 70
18%
Geen zin in
148
37%
Geen tijd voor
172
43%
Ik weet niet wat er te doen is
68
17%
Ik mag niet van mijn ouders
12
3%
Te ver weg
24
6%
Andere reden, namelijk ...
4
1%
Gehandicapt
4
1%
Gezondheidsproblemen (kniebanden, enkelbanden, etc)
5
1%
398
100%
totaal
Voorzieningen in de buurt
Tabel 28 Hoe tevreden ben je met de mogelijkheden om te sporten in de buurt?
(heel) tevreden
gaat wel
(heel) ontevreden
totaal
n
%
n
%
n
%
n
%
ben je een jongen of een meisje ?
Jongen
232
62%
95
25%
47
13%
374
100%
Meisje
232
47%
167
34%
94
19%
493
100%
beoefen je BUITEN schooltijd één of meer sporten ?
Ja
310
65%
108
23%
62
13%
480
100%
Nee
154
40%
156
40%
79
20%
389
100%
464
54%
262
30%
141
16%
867
100%
totaal
Tabel 29 Hoe tevreden ben je met de mogelijkheden om buiten te zijn met vriend(-inn)en in je buurt
(heel) tevreden
afkomst totaal
gaat wel
(heel) ontevreden
totaal
n
%
n
%
n
%
n
%
niet-Nederlandse afkomst
408
72%
118
21%
40
7%
566
100%
Nederlandse afkomst
166
55%
88
29%
48
16%
302
100%
576
66%
208
24%
88
10%
872
100%
54
Tabel 30 Hoe tevreden ben je met de mogelijkheden om creatieve dingen te doen in je buurt naar creatief actief
Doe je BUITEN schooltijd aan creatieve activiteiten? Ja
Nee
n
%
n
%
(heel) tevreden
143
38%
102
21%
gaat wel
137
36%
220
46%
(heel) ontevreden
100
26%
158
33%
Tabel 31 Hoe tevreden ben je met de mogelijkheden om uit te gaan in je buurt
(heel) tevreden Woonbuurt ?
gaat wel
(heel) ontevreden
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
23
32%
17
23%
33
45%
Carnisse
39
43%
24
27%
27
30%
Cool
14
56%
7
28%
4
16%
Erasmusbuurt
44
52%
21
25%
19
23%
Feijenoord
41
55%
14
19%
20
27%
Liskwartier
41
56%
14
19%
18
25%
Oosterflank
48
46%
36
35%
20
19%
Spangen
38
51%
15
20%
21
28%
Tarwewijk
48
60%
19
24%
13
16%
Hoogvliet Noord
23
26%
26
30%
38
44%
33
33%
37
37%
31
31%
392
45%
230
27%
244
28%
Gr.IJsselmonde totaal
Tabel 32 Mis je bij jou in de buurt plekken om dingen BINNEN te doen?
Nederlandse afkomst meisje
niet-Nederlandse afkomst
jongen
meisje
totaal
jongen
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
ja
74
45%
44
32%
187
56%
113
47%
423
48%
nee
90
55%
95
68%
145
44%
126
53%
459
52%
164
100%
139
100%
332
100%
239
100%
882
100%
totaal
55
Tabel 33 Wat voor plekken mis je bij jou in de buurt om dingen BINNEN te doen?
n
%
Een plek om vriend(inn)en te ontmoeten, een hangplek
228
54%
Sportschool of sportzaal
159
38%
Feestruimte
142
34%
Computerruimte
114
27%
Jongerencentrum
112
26%
Oefenruimte voor muziek
85
20%
Horeca (zoals caf‚, restaurant, MCDonald's, friettent,
82
19%
Huiswerkruimte
79
19%
Buurthuis
48
11%
Gebedsruimte
27
6%
Bioscoop
4
1%
Overdekte schaatsbaan
2
0%
Iets dat aangepast is voor gehandicapten
2
0%
Zwembad Totaal
Tabel 34
1
0%
423
100%
Mis je een sportzaal in de buurt?
ja wijk
n
%
Beverwaard
18
44%
Carnisse
26
52%
5
42%
Erasmusbuurt
11
31%
Feijenoord
16
39%
Liskwartier
17
50%
Oosterflank
9
21%
Spangen
19
54%
Tarwewijk
Cool
16
37%
Hoogvliet Noord
6
14%
Gr.IJsselmonde
16
31%
ben je een jongen of een meisje ?
Jongen
78
48%
Meisje
80
30%
afkomst
niet-Nederlandse afkomst
124
41%
34
29%
Nederlandse afkomst
56
Tabel 35 Mis je een huiswerkruimte bij jou in de buurt?
ja n
%
ben je een jongen of een meisje ?
jongen
22
13%
meisje
57
21%
afkomst
niet-Nederlandse afkomst
64
21%
Nederlandse afkomst
15
13%
12 of 13 jaar
42
25%
14 jaar en ouder
37
14%
na-oorlogs
31
13%
vooroorlogs
48
24%
79
18%
n
%
Beverwaard
27
66%
Carnisse
30
60%
5
42%
Erasmusbuurt
19
54%
Feijenoord
18
44%
Liskwartier
15
44%
Oosterflank
31
72%
Spangen
12
34%
Tarwewijk
20
47%
Hoogvliet Noord
25
57%
Gr.IJsselmonde
26
50%
leeftijd soort wijk totaal
Tabel 36 Mis je een hangplek binnen?
ja woonbuurt
Cool
34. Ben je een jongen of een Jongen meisje ? Meisje
66
40%
162
61%
totaal
228
53%
57
Tabel 37 Wat voor plekken mis je bij jou in de buurt om dingen BUITEN te doen?
n
%
Een plek om BUITEN vriend(inn)en te ontmoeten of een hangplek buiten
205
44%
Mooie plekken
198
43%
Rustige plekken
148
32%
Een plein of veldje om te kunnen sporten (zoals voetbal
145
31%
Zwembad
145
31%
Bankjes
102
22%
Speeltuin
72
16%
Winkels
70
15%
Skatebaan / skatepark
5
1%
Iets anders BUITEN, namelijk ...
3
1%
Tafeltennistafel
3
1%
Visvijver / visplek
2
0%
Iets dat aangepast is voor gehandicapten Totaal
1
0%
463
100%
Tabel 38 Weet je een buurthuis of jongerencentrum te vinden ?
Ja afkomst opleiding
Nee
n
%
n
%
niet-Nederlandse afkomst
400
70%
173
30%
Nederlandse afkomst
167
55%
136
45%
VMBO
285
69%
126
31%
HAVO
75
62%
46
38%
VWO
68
53%
60
47%
Brugklas
85
64%
48
36%
Anders
55
65%
29
35%
58
Tabel 39 Hoe tevreden ben je over de dingen die je in het buurthuis kunt doen?
(heel) tevreden
gaat wel (heel) ontevreden
Totaal
n
%
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
20
56%
12
33%
4
11%
36
100%
Carnisse
15
42%
17
47%
4
11%
36
100%
Cool
6
46%
7
54%
0
0%
13
100%
Erasmusbuurt
18
49%
15
41%
4
11%
37
100%
Feijenoord
27
66%
12
29%
2
5%
41
100%
Liskwartier
8
36%
12
55%
2
9%
22
100%
Oosterflank
3
9%
23
70%
7
21%
33
100%
Spangen
28
53%
22
42%
3
6%
53
100%
Tarwewijk
21
55%
16
42%
1
3%
38
100%
Hoogvliet Noord
14
58%
10
42%
0
0%
24
100%
Gr.IJsselmonde
22
58%
13
34%
3
8%
38
100%
182
49%
159
43%
30
8%
371
100%
Totaal
Tabel 40 In deze buurt is voldoende groen
(helemaal) niet mee eens gaat wel
(helemaal) mee eens
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
17
24%
15
21%
39
55%
Carnisse
14
16%
25
28%
50
56%
Cool
10
38%
8
31%
8
31%
Erasmusbuurt
40
48%
21
25%
23
27%
Feijenoord
20
26%
19
24%
39
50%
Liskwartier
22
31%
25
35%
25
35%
Oosterflank
26
25%
27
26%
49
48%
Spangen
24
32%
21
28%
31
41%
Tarwewijk
25
30%
22
27%
35
43%
Hoogvliet Noord
18
21%
17
20%
51
59%
Gr.IJsselmonde
10
10%
32
32%
59
58%
Totaal
226
26%
232
27%
409
47%
59
Tabel 41 De speelplekken in deze buurt zijn veilig
(helemaal) niet mee eens
gaat wel
(helemaal) mee eens
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
30
43%
23
33%
17
24%
Carnisse
24
27%
34
38%
31
35%
Cool
13
50%
5
19%
8
31%
Erasmusbuurt
28
33%
29
35%
27
32%
Feijenoord
26
33%
26
33%
26
33%
Liskwartier
17
24%
21
30%
32
46%
Oosterflank
18
17%
46
45%
39
38%
Spangen
21
29%
27
37%
25
34%
Tarwewijk
27
34%
26
33%
27
34%
Hoogvliet Noord
33
39%
29
34%
23
27%
41
42%
31
32%
26
27%
278
32%
297
35%
281
33%
Gr.IJsselmonde Totaal
Tabel 42 In deze buurt worden voldoende activiteiten georganiseerd voor mijn leeftijdsgroep
(helemaal) niet mee eens
gaat wel
(helemaal) mee eens
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
38
54%
17
24%
16
23%
Carnisse
54
62%
23
26%
10
11%
Cool
10
38%
10
38%
6
23%
Erasmusbuurt
47
57%
19
23%
17
20%
Feijenoord
30
39%
21
27%
26
34%
Liskwartier
42
59%
19
27%
10
14%
Oosterflank
67
65%
24
23%
12
12%
Spangen
38
51%
25
33%
12
16%
Tarwewijk
43
52%
24
29%
15
18%
Hoogvliet Noord
50
58%
26
30%
10
12%
68
67%
20
20%
13
13%
487
56%
228
26%
147
17%
Gr.IJsselmonde Totaal
60
Tabel 43 Door het autoverkeer kunnen kinderen uit deze buurt niet veilig op straat spelen.
(helemaal) niet mee eens
gaat wel
(helemaal) mee eens
n
%
n
%
n
%
Beverwaard
27
38%
24
33%
21
29%
Carnisse
20
22%
37
42%
32
36%
Cool
11
42%
9
35%
6
23%
Erasmusbuurt
26
31%
29
35%
29
35%
Feijenoord
31
41%
17
22%
28
37%
Liskwartier
32
45%
18
25%
21
30%
Oosterflank
47
46%
29
28%
27
26%
Spangen
35
47%
19
25%
21
28%
Tarwewijk
26
31%
20
24%
37
45%
Hoogvliet Noord
33
38%
25
29%
28
33%
48
48%
27
27%
26
26%
336
39%
254
29%
276
32%
Gr.IJsselmonde Totaal
School
Tabel 44 Soort onderwijs naar afkomst
niet-Nederlandse afkomst n % Basisschool groep 8
Nederlandse afkomst n %
totaal n
%
22
4%
15
5%
37
4%
293
51%
118
39%
411
47%
Brugklas VMBO / HAVO
46
8%
18
6%
64
7%
HAVO
67
12%
53
18%
120
14%
VWO
40
7%
37
12%
77
9%
Gymnasium
27
5%
22
7%
49
6%
Brugklas HAVO / VWO
41
7%
26
9%
67
8%
Ander soort onderwijs
35
6%
12
4%
47
5%
571
100%
301
100%
872
100%
VMBO
Totaal
61
Tabel 45 Zit je in Rotterdam op school naar opleiding?
Ja
Nee
Totaal
n
%
n
%
n
%
VMBO
327
79%
86
21%
413
100%
HAVO
89
74%
32
26%
121
100%
VWO
58
73%
21
27%
79
100%
Gymnasium
45
92%
4
8%
49
100%
Brugklas VMBO / HAVO
52
80%
13
20%
65
100%
Brugklas HAVO / VWO
60
88%
8
12%
68
100%
Basisschool groep 8
37
100%
0
0%
37
100%
Praktijkonderwijs
14
93%
1
7%
15
100%
VSO
4
67%
2
33%
6
100%
LWOO
9
90%
1
10%
10
100%
ISK MBO TOTAAL
6
100%
0
0%
6
100%
10
91%
1
9%
11
100%
711
81%
169
19%
880
100%
Tabel 46 Zit je in Rotterdam op school naar wijk?
ja
nee
Beverwaard
29
45
Carnisse
81
8
Cool
22
4
Erasmusbuurt
84
1
Feijenoord
76
3
Liskwartier
72
1
Oosterflank
75
30
Spangen
70
6
Tarwewijk
79
4
Hoogvliet Noord
61
27
Gr.IJsselmonde Totaal
64
40
713
169
62
Tabel 47 Hoe tevreden ben je met de mogelijkheden om buiten schooltijd activiteiten via school te doen?
Zit je in Rotterdam op school? Ja
Nee
n
%
n
%
Erg tevreden
105
15%
9
5%
Tevreden
238
34%
43
26%
Gaat wel
240
34%
70
42%
Ontevreden
86
12%
33
20%
Erg ontevreden
37
5%
13
8%
706
100%
168
100%
Totaal
Tabel 48 Vind je dat de school voldoende aanbiedt op het gebied van kunst en cultuur en van sport?
Op het gebied van kunst en cultuur Ja
Nee
Totaal
tabel %
tabel %
tabel %
Ja
29%
20%
48%
Nee
18%
33%
52%
Totaal
47%
53%
100%
Op het gebied van sport
Tabel 49 Vind je dat de school onder schooltijd genoeg aanbiedt om je kennis te laten maken met kunst en cultuur?
Ja afkomst leeftijd
Nee
n
%
n
%
niet-Nederlandse afkomst
240
42%
329
58%
Nederlandse afkomst
181
60%
122
40%
12 of 13 jaar
199
53%
173
47%
14 jaar en ouder
225
44%
281
56%
ben je een jongen Jongen of een meisje ? Meisje
200
53%
179
47%
222
45%
274
55%
totaal
421
48%
451
52%
63
Tabel 50
Vind je dat de school onder schooltijd genoeg aanbiedt op het gebied van sport?
Ja opleiding
leeftijd
Nee
n
%
n
%
VMBO
166
40%
245
60%
HAVO
60
50%
61
50%
VWO
73
57%
54
43%
Brugklas
72
55%
59
45%
Anders
40
48%
43
52%
12 of 13 jaar
203
55%
169
45%
14 jaar en ouder
211
42%
296
58%
414
47%
465
53%
totaal
64
3.3
Antwoorden op open vragen
Algemeen Het gaat meer over de jongeren. Ik heb opgemerkt dat als er veel leuke dingen te doen zijn de jongeren minder agressief worden en dat is echt zo. Ze leren meer te respecteren (14 t/m 19). Ze schelden veel minder. Als ik ooit tijd heb om naar buurthuizen of iets dergelijke te gaan, zijn er altijd wel jongens die ruzie zoeken en waardoor ik en/of anderen niet zo veel meer kunnen doen. Veiligheid kan beter onder controle worden gehouden. Vooral op als plaatsen in Rotterdam-West, Rotterdam-Noord, Rotterdam-Zuid en Crooswijk. Ik vind dat de gemeente meer sportspullen in de parken moet maken en meer sportactiviteiten in de parken moet organiseren. In Turkije hebben zij dit bijvoorbeeld overal. Hier heb je alleen maar fitnessclubs. Als president Balkenende wil dat mensen meer gaan bewegen dan moet hij volgens mij even onderzoekje doen hoe dat in Turkije gaat a.u.b. Dit was mijn opmerking. Weet je nog wat ik graag ook wil? Dat Rotterdam elkaar moet helpen en niet moet gaan bla bla. U weet wel wat ik bedoel. En nog iets: Feyenoord is de best. Hand in hand, kameraden. Hand in hand, voor Feyenoord! Mijn buurt is erg gezellig en ik hoef niet zo nodig naar een jongerencentrum, want ik heb daar geen tijd voor en geen zin in. Bij de hobby's stond geen tekenen en dat is een van mijn grootste hobby's en die zou dan in plaats van tv kijken komen. Ik wil dat er meer gratis dingen komen die de jeugd kan doen, want niet iedereen heeft of krijgt geld en dan kunnen ze toch wat doen. Ik vind dat de jongeren in de wijk geholpen moeten worden door mensen die van dezelfde afkomst en deskundig zijn, net als mijn moeder. Mensen kunnen haar vertrouwen en zij kan met alle culturen omgaan. Waarom zijn er zo weinig dansscholen, bijvoorbeeld voor streetdance? Ik zou willen dat er meer aandacht wordt besteed aan de jongeren. Meer aandacht voor rappers en hun manier van muziek maken. Rapmuziek verbroedert en is multicultureel. Ik maak muziek samen met onder andere buurjongens van Surinaamse en Marokkaanse afkomst. Heel gezellig. Er moet meer gedaan worden voor slimme kinderen zoals gratis extra lessen of gratis (bijvoorbeeld 1 keer per jaar) naar een pretpark. Nu is alles voor zwakkere kinderen. Ik zit op dit moment niet op een sport, maar ik zou het wel heel graag willen. Ik wil op dansles (hiphop) maar vaak is het te duur voor ons gezin of te ver weg. Als de prijzen lager konden, zou ik er zo op gaan. Ik vind het fijn dat er aandacht wordt besteed aan wat wij denken. Ik hoop dat er iets goeds uit komt en er leuke veranderingen komen. Hopelijk hebben jullie wat aan mijn antwoorden. Succes met jullie enquête. Dat er minder donkere mensen gediscrimineerd worden.
Opmerkingen over de vragenlijst “Ik vind het erg jammer dat er niet gevraagd werd waarom ik ontevreden ben over de woonwijk.” “Is het schoon en opgeruimd bij jou in de buurt? Wordt er veel vandalisme gepleegd bij jouw in de buurt?”
65
“Ik heb een paar vraagjes. Jullie willen hier toch mee bereiken dat jullie erachter komen wat voor behoeften wij in onze vrije tijd hebben? Nou, hoe kan je er met deze vragen achter komen? Er worden niet echt zulke vragen gesteld van wat zou je in je buurt willen veranderen of zo.” “Er staan geen vragen over de mensen in de buurt.” “Ik heb het onderwerp gemist of de mensen in de buurt sociaal zijn? Of je je veilig voelt op straat. Want ik ben echt heel vaak in elkaar geslagen en ben wel bang als ik naar buiten wil.”
Bloemlezing uit de complimenten Ik vond dit wel een hele verstandige en leuke vragenlijst, want zo laten jullie toch zien dat jullie aan de jongeren van nu denken en verbeteringen willen maken. Dat maakt mij wel heel blij! En ik wou zelf ook gewoon heel Ik vond het erg leuk om deze vragenlijst in te vullen. Ik vind het ook erg goed dat de gemeente zulke vragenlijsten maakt en zich met jongeren bezighoudt. Dat vinden wij leuk en wij zijn dan ook bereid om te helpen. Totslot hoop ik dat de gemeente er wat aan heeft en dat ik kans maak op de iPod. Ik vind dat de vragenlijst er leuk uit ziet. Ik vind dat er vaker zulke enquetes gehouden moet worden om de mening van jongeren te achter halen. Ik vind het goed dat jullie deze vragenlijst geven aan jongeren zodat ze zich in hun vrije tijd niet vervelen. Ik vond het een eer deze vragenlijst in te vullen en ik heb veel respect voor de mensen die dit hebben verzonnen. Ik vind het een goede manier om contact te zoeken met de jongeren. Omdat wij veel op straat zijn, weten we wat er allemaal gebeurt en wat er beter moet. Ik hoop dan ook dat jullie iets met mijn vragen kunnen. Ik vind het heel goed dat ik zulke post krijg, dan kan ik ook zeggen wat ik vind. Het is ook goed dat er een onderzoek wordt gedaan. Ik heb zoveel te zeggen, maar dat past denk ik niet. Maar dit wel: Ik wil de iPod. Je geboortedatum? 9-10-1994.Wil je de iPod als cadeau voor je verjaardag? Ja.
Commentaar over de eigen wijk Beverwaard •
Wat wij in de Beverwaard echt nodig hebben, is een ontmoetingsplek of hangplek voor jongeren die binnen of buiten is. Soms lopen de jongeren door mijn straat en dan heb ik er zelfs last van. En voor de rest lijkt het mij natuurlijk heel leuk om een iPod te winnen.
•
Een ruimte waar je huiswerk kan maken en huiswerkbegeleiding of een ruimte waar je gewoon muziek kan luisteren en computeren kan (geen bibliotheek). Bij huiswerkbegeleiding mensen die erin gespecialiseerd zijn.
Carnisse •
Ik zou graag willen dat er in mijn buurt een veldje komt om te voetballen.
•
Ik zou graag willen dat er meer activiteiten georganiseerd worden in onze buurt en dat er meer sportverenigingen zijn want er zijn er niet zo veel.
•
Ik doe zelf aan hiphop dans. Ik dans eigenlijk al sinds ik kan lopen. Het is mijn droom om dat met een groepje ergens te kunnen laten zien. Maar ik heb geen groep en ik heb maar een hele kleine kamer. Dus misschien is er zoiets als een theaterruimte?
•
Ik vind dat de wijk best schoner kan. Er moeten meer prullenbakken komen voor apart vuil zoals voor papier en kleding. Ik wil ook graag dat er meer sportverenigingen voor meisjes komen.
66
•
Ik zou willen dat er iets meer activiteiten voor jongeren van mijn leeftijd zijn.
•
Ik wil graag buiten zijn, maar ik ken geen jongeren in de buurt.
•
Ik heb geen hobby, maar ik doe al vanaf mijn vierde aan dansen. Nu doe ik het gewoon binnen bij mij thuis.
Cool •
Ik vind het heel erg dat we geen buurthuis in de buurt hebben.
•
Ik wil graag een badminton- en een tafeltennisvereniging in mijn buurt
•
Ik zit op een zwemvereniging. Daarom graag een 50-meter zwembad. Kan er kunstgras op de voetbalvelden bij mij in de buurt (Schiedamsesingel) komen?
•
Ik woon midden in de stad en ik kan in de avond niet door de stad lopen,omdat er zo veel junkies zijn. Ik wil dat het echt rustiger wordt in de stad,want het is gewoon heel erg gevaarlijk. Als u daar iets aan kan doen, dan word ik heel blij. Dank u wel.
•
Ik woon midden in de stad. Er is weinig buitenspeelruimte. Het is ’s nachts een herrie. Er zijn bijna geen plekken om je fiets neer te zetten en deplekken die er zijn, zijn heel afgelegen. Vaak vind je je fiets dan vernield of zelfs niet terug.
Erasmusbuurt •
Ik wil hier graag bij mij in de buurt (op het pleintje) nieuwe speeltoestellen. Ook een buurthuis waarin het weekend een discotheekje is, midden in de week dansles, rappen en breakdance en een studio voor jongens en meisjes die houden van zingen (dus ook zangles). Alvast bedankt. Kusjes.
•
Graag een buurthuis, grotere voetbaldoelen, meer ruimte en meer lichten.
•
Ik heb een achtertuin. Het is daar heel erg leuk. Maar de gemeente gaat daar tuintjes maken en dan kunnen we daar niet meer voetballen, fietsen en spelen. En ik en alle andere achtertuinkinderen willen dat wel kunnen blijven doen.
•
In onze straat wordt er (meestal 's avonds) enorm hard gereden. Soms wel 70 kilometer per uur terwijl het een 30-kilometerzone is. Wij hebben hier best wel last van.
•
Waarom zijn er zo weinig winkels met alleen maar BMX-en? En waarom meer voetbalpleintjes dan basketbalpleintjes? En waarom zijn de stoepen altijd slordig, want daardoor vallen kinderen steeds.
•
Ik vind dat de gemeente wat aan de buurt moet doen, want het is hier altijd saai. Er is niets leuks te doen. Je kan bijvoorbeeld niet eens naar een buurthuis gaan, want dat heb je hier niet.
•
In mijn buurt zijn er veel cafes, bijna op elke hoek is er een. Ook zijn er veel dieven en kinderlokkers. Ons huis is erg oud en klein (slecht). Er is ook veel ongedierte waardoor wij vaak irriterende allergieën krijgen. Schommelstraat moet verbouwd worden.
•
Er zijn teveel coffeeshops of cafés in onze buurt, dat maakt de buurt onveilig.
•
Ik vind het leuk om dit te doen. Mijn buurt is elke dag druk door de trams,auto's, junkies en nog veel meer.
Feijenoord •
De speelplaatsen zo maken dat wij er ook kunnen rijden met onze rolstoel. Wij houden ons hart vast met al die auto's.
•
In mijn buurt zijn er winkels voor ouderen die niet goed zijn voor jongeren (slechte invloed) en dat is wel weer een minpunt voor mijn buurt.
•
In deze buurt gebruiken ze veel drugs en dat vind ik heel vies. Het stinkt en mijn buurman stinkt ook.
67
•
Ik zou een schaatsbaan willen in mijn buurt. Dat zou wel leuk zijn.
•
Ik wil graag dat de speeltuinen verbeterd worden en dat er meer leuke plekken voor jongeren komen.
•
Meer speelgoed op het Stampioenplein.
•
Ik zou graag dichtbij in de buurt een plek willen hebben om te kunnen zingen, te dansen en bijvoorbeeld liedjes te schrijven en op te nemen. Ik wil heel graag met Junior Songfestival 2009 meedoen. Alleen weet ik niet over wat ik een liedje moet schrijven. Dus ik wil best wel iemand die mij een beetje kan helpen.
Hordijkerveld •
Ik zou het leuk vinden om meer te kunnen doen in mijn wijk met leeftijdsgenoten of vrienden.
•
Ik wil graag gewoon een verandering in mijn buurt zien. En ook plezier hebben wanneer ik naar buiten ga. En weten dat ik in een leuke buurt woon.
•
Ik wil dat er meer basketbalvelden hier zijn.
•
Kunstgrasveld en nieuwe speeltuin (alles renoveren bijvoorbeeld) in de buurt.
•
Ik wil meer speeltoestellen. Er zijn hangjongeren en dat is vervelend.
Liskwartier •
Ik zou heel graag een internetcafé in de buurt willen hebben. Wij hebben namelijk geen printer thuis en dan moet ik elke keer als ik wat wil printen helemaal naar de bibliotheek. Wij hebben best wel een grote tuin maar die is vol gegroeid met onkruid. Ik vroeg me af of jullie daar misschien wat aan kunnen doen. Dat zou wel fijn zijn want dan kunnen we ook lekker in onze tuin spelen.
•
Ik wou vragen of er misschien een tennisclub in mijn buurt geplaatst kan worden.
•
Ik wil een buurthuis vlak bij mij in de buurt.
•
Ik woon op de Bergsingel. Een groep mensen van de singel zou graag drempels in het wegdek hebben. Er komen hier steeds meer gezinnen met jonge kinderen wonen en er staat een schooltje. Er zijn nog wel eens mensen die door de straten scheuren. Dit is een gevaar voor alle kinderen.
•
Ik heb wel een buurthuis in de buurt maar daar komen het meest jongens en daar ben ik niet tevreden mee. Als er meer meisjes zouden komen, zou ik als ik tijd heb wel eventjes langs kunnen. Maar dat kan dus niet. Jammer!
Oosterflank •
Ik zou het wel leuk vinden als er meer groen in de wijk komt en dat het ook allemaal een beetje wordt onderhouden en een stuk schoner is. Met groen bedoel ik niet alleen maar bloemetjes, maar ook gewoon lekker groen waarmee en waarin we kunnen spelen, zoals wat meer bomen, bosjes en gras. Ook wat bankjes en prullenbakken.
•
Ze moeten meer op de jongeren letten buiten op straat, want ze maken alleen maar herrie en doen dingen die niet mogen.
•
Meer uitgaansmogelijkheden vanaf 15 jaar.
•
Het buurthuis (Storm) moet eigenlijk meer (bijvoorbeeld feesten voor jongeren) organiseren. Nog bedankt voor de enquête.
•
Het voetbalveld bij ons is al twee keer hersteld. Helaas ziet het er na een paar weken weer hetzelfde (in het midden zand, aan de zijkant gras) uit. Het zou fijn zijn als dit een
68
kunstgrasveld wordt. Het veldje bij de witte huizen is wel mooi en netjes gemaakt. Waarom ons veld niet? •
Ik vind dat op hangplekken of veldjes enzovoort meer prullenbakken moeten staan en die moeten ook vaker geleegd worden. Dit voorkomt onnodig zwerfafval. Ook moeten er meer dingen op straat worden georganiseerd, zoals feesten voor jongeren met dj's.
•
Ik zou graag willen dat er meer veilige ruiterpaden komen, bijvoorbeeld niet naast een sloot, een weg, een fietspad of een hondenlosloopgebied. De paden bij de Zevenhuizerplas vind ik gevaarlijk. In het Hoge en Lage Bergsche Bos zijn ze door bomen omgeven en naar mijn idee veilig(er). Alvast bedankt voor de moeite.
Rijerwaard •
In mijn buurt is er niet zoveel overlast door jongeren, maar daardoor krijgen we in deze buurt te weinig aandacht en dat vind ik oneerlijk. In onrustige (allochtone) buurten zijn meer van die straatvoetbalkooien en dergelijke om daar de jongeren van de straat te houden. Waarom hier in de rustige buurten niet, terwijl hier de jongeren geen overlast geven?
•
Motorcross.
•
Ik vind het jammer dat er in de wijk geen grote sporthal is.
Spangen •
Meer activiteiten organiseren op school.
•
Wij hebben zo weinig activiteiten.
•
Ik wil meer controles op mijn school. Er zijn veel jongens met wapens en alcohol. Ik drink zelf niet. Ik vind het niet goed dat docenten daar niets van zeggen. Mocht u langs willen gaan, ik zit op Accent in Delfshaven.
•
In mijn buurt zijn er geen hobbywinkels meer, waar je dingen kunt kopen om in je vrije tijd te doen. Ik vind het bijvoorbeeld leuk om sieraden te maken maar ik kan nergens kralen kopen.
•
Ik wil graag meer tafels en bankjes in mijn buurt.
Tarwewijk •
Ik woon vlakbij Millinx parkhuis. Aan de overkant hebben we een mooi park voor kinderen, maar in het park is er alleen een glijbaan en wipwap. Ik wil dat er voor kleine kinderen ook schommels en een kabelbaan bij komen en andere leuke dingen zodat ze eventueel leuke spelletjes kunnen doen. Bedankt.
•
In onze buurt mag je best wel leukere dingen hebben voor kinderen van mijn leeftijd. Geen kinderachtige gedoe.
•
Ik wil graag een veldje hebben van kunstgras in de Tarwewijk om te kunnen voetballen.
•
Meer toezicht als kinderen aan het buitenspelen zijn. Geen hondendrollen op straat of op speelplekken en meer bankjes.
•
Er moet een grotere speeltuin komen met bankjes en meer speeltoestellen en een chillplek. Bij de Wolphaertsbocht is een schommel kapot. Die moet gemaakt worden. Een plek zonder hondenpoep.
•
Ik vind mijn buurt eigenlijk een beetje gevaarlijk omdat er veel trams rijden et cetera. Ik ken veel vrouwen die hun kinderen niet alleen de straat op laten gaan
69
Hoogvliet-Noord •
Een nieuwe stoel en tafel in je klas, nieuwe bal om te spelen, een nieuwe automaat, een nieuwe kantine, een nieuw basketbalveld, een nieuwe kluis en nieuwe banken.
•
Ik zou echt zo graag wat meer toneel hier (in deze buurt) hebben. Ik wil later actrice worden en ik denk dat ik echt goed ga worden. Toneel is echt mijn passie en ik ben er elke dag mee bezig, thuis en op school en buiten, zelfs als ik slaap (alvast bedankt).
•
Er zijn veel te weinig dingen voor gehandicapten in Hoogvliet. Bijvoorbeeld speelveld met speciale speeltoestellen. Een gebouw waar ze gezellig samen kunnen zijn met een snoezelhoek of zo. Het gaat alleen maar over "gezonde" kinderen deze vragenlijst. Er zijn zat gehandicapten kinderen. Hou daar ook eens rekening mee. Ook die hebben recht op dat soorten plekken.
70
4.
Enquêtevragen voor de leefstijlprofielen in de Kiwi-enquête
Vraag: 33.1 (v33a) 33a. Ben je chaotisch of juist georganiseerd / netjes ? 1 2
chaotisch georganiseerd / netjes
Vraag: 33.2 (v33b) 33b. Ben je rustig of juist spontaan / druk ? 1 2
rustig spontaan / druk
Vraag: 33.3 (v33c) 33c. Ben je een beetje eigenwijs of juist meestal wel gehoorzaam ?. 1 2
een beetje eigenwijs meestal wel gehoorzaam
Vraag: 33.4 (v33d) 33d. Ben je een beetje verlegen of juist een beetje brutaal ? 1 2
een beetje verlegen een beetje brutaal
Vraag: 33.5 (v33e) 33e. Ben je meestal zelfverzekerd of juist soms een beetje onzeker ? 1 2
meestal zelfverzekerd soms een beetje onzeker
Vraag: 33.6 (v33f) 33f. Ben je meestal haantje de voorste of juist een beetje op de achtergrond ? 1 2
meestal haantje de voorste een beetje op de achtergrond
Vraag: 33.7 (v33g) 33g. Ben je "Ik wil eigenlijk altijd winnen" of juist "Ik vind het niet erg om te verliezen" ? 1 2
"ik wil eigenlijk altijd winnen" "ik vind het niet erg om te verliezen"
Vraag: 33.8 (v33h) 33h. Ben je "Ik doe graag dingen alleen" of juist "Ik doe graag dingen met vriend(inn)en" ? 1 2
"ik doe graag dingen alleen" "ik doe graag dingen met vriend(inn)en"
Vraag: 33.9 (v33i) 33i. Ben je "Ik heb veel vriend(inn)en" of juist "Ik heb niet zoveel vriend(inn)en" ? 1 2
"ik heb veel vriend(inn)en" "ik heb niet zoveel vriend(inn)en"
71