JAWS:100% SPANNING MET 6,5% HAAI
Toen in de zomer van 1975 Jaws in Amerikaanse première ging, had ik het geluk een paar dagen in New York te zijn. Ik weet nog hoe ik mij een paar keer een ongeluk geschrokken ben door de verschijning van de Witte Haai. Intussen hebben we allemaal de film enkele malen gezien, we zijn op de hoogte van vele technische details uit de productie. Toen ik het werkstuk van Steven Spielberg ter bestudering nog eens op de montagetafel inlegde (klein beeld, slecht geluid, door de handgrepen die men voortdurend verrichten moet gaat alle suggestie dat de film iets realistisch zou zijn geheel verloren) verwachtte ik alles behalve te schrikken. Het doet mij genoegen u te kunnen melden dat ik mij in de loop van het doordraaien van Jaws wederom driemaal de pleuris ben geschrokken. Tot zover is dus alles met de film in orde. En ook verder valt het erg mee. Hoe vaak gebeurt het niet dat men een film die een waanzinnig succes geweest is, na een paar jaar terugziet, om dan te constateren dat de tekortkomingen maar al te zichtbaar blijken? Jaws valt echter niet onder dit soort modische successen: het is een schitterend gerealiseerde film en als je kritiek wilt hebben kom je maar met een paar puntjes van ondergeschikt belang thuis: zo vertelt Brody (Roy Scheider) ergens midden in het verhaal dat hij zo’n traumatische angst heeft voor water, dat hij altijd op de pont in de auto blijft zitten. Tegen het eind van
184 | de film speelt hij op het schuitje dat op jacht is naar de haai ook met verve deze krachtige waterfobie. Echter, in het begin van de film heeft men hem ooit op de veerpont zien staan zonder dat hij last van enige angst scheen te hebben. Dat is dus strikt genomen een foutje, al moet ik er direct bij zeggen dat je daar als kijker geen probleem van maakt; er is zoveel te beleven, dat – zelfs als je je halfweg de film nog herinnert dat Brody ooit op een pont gezien is – je echt niet meer weet of hij daar misschien enige symptomen van angst getoond heeft. Kortom, het is een foutje dat bij analyse blijkt, maar niet bij bioscoopkijken. En analyse is een mooi ding, maar het is ook niet het eind van de wereld. Een ander merkwaardig aspect van Jaws is dat het eind van de film, waar de haai eindelijk dan zijn rol gaat spelen, minder goed is dan de rest. De zaak moet ook weer niet overdreven worden: ik wil niet beweren dat de finale een anticlimax zou zijn. Maar toch, het is allemaal wat onbeholpener dan wat tot dan toe vertoond werd. Het is geen geheim dat deze schoonheidsfoutjes in Jaws hun oorzaak vinden in de lastige productiegeschiedenis. Toen men aan de opnames begon was er nog geen scenario, dat wil zeggen, iedereen wist dat het scenario dat er was nog verder bewerkt zou worden. Op die manier ontstaan foutjes als in de karakterisering van Brody. U kunt zich voorstellen: Roy Scheider vindt ’s ochtends die tekst naast zijn ontbijt en zegt meteen ‘hoe kan ik dat nou zeggen, drie weken geleden heb ik nog gespeeld dat ik geheel zonder angst op een veerpont stond te praten’ en dan antwoordt de regisseur dat de scène op die pont uit de film gegooid wordt, bij nader inzien was dat een stylistisch grapje wat toch niet zou werken, zegt hij en ok, Roy Scheider speelt de tekst die gisteravond voor hem is geschreven. Later in de montage blijkt dat men de veerboot tóch nodig heeft, dat het niet mogelijk is de tekst van Scheider op een fatsoenlijke manier uit de film te knippen, terwijl tevens blijkt dat proefpersonen aan wie men Jaws laat zien zich in het geheel geen zorgen maken over de contradictie, dus men laat het maar zo. Terecht. De problemen met het laatste deel van Jaws zijn terug te voeren tot de omstandigheid dat nog nooit tevoren in de geschiedenis van de cinemato-
Jaws, afb.1
186 | grafie zoiets gedaan was. Niemand wist hoe je zoiets moest aanpakken. En hoewel er in Jaws een haai te zien is vóór het slot, moet gezegd worden dat de Carcharodon carcharias (witte haai) maar uiterst sporadisch optreedt in het verhaal. Het is zelfs een van de leuke dingen aan Jaws, hoe weinig haai erin te zien is. Het tellen van instellingen is een hachelijke zaak bij een film als deze, waar de cutter heel wat dingen zo aan elkaar gesneden blijkt te hebben dat ze samen toch maar één opname lijken. In totaal telt de twee uur en vijf minuten durende film ongeveer 1125 schnitts. Telt men in hoeveel shots de Witte Haai zélf te zien is, dan komt men zegge en schrijve op honderddertien (113). 10% van de instellingen dus. Rekent men in tijd, dan komt men nog leuker uit. Er zitten in Jaws diverse speelscènes die in één lange instelling gaan, terwijl beelden waar de haai in voorkomt daarentegen over het algemeen maar heel kort op het doek staan. De tijd dat onze titelfiguur werkelijk op het doek zichtbaar is bedraagt nog geen acht minuten, 6,5 % van de totale filmduur. Telt men de laatste 10 minuten niet mee omdat onze haai in de finale statistisch oververtegenwoordigd is, dan komt men uit op cijfers die de helft lager liggen, in de eerste één-uur-vijftig-minuten van de film is maar vier minuten Witte Haai te zien. Men moet verder aan al deze cijfers niet te zwaar tillen, ik geef ze alleen om duidelijk te maken met hoeveel effect het beest gebruikt is. 1-19. Jaws volgt geheel het ouderwetse beginsel dat je in rustige scènes ‘langzaam’ snijdt, waartegenover staat dat je opwinding en spanning kunt suggereren door ‘snel’ te snijden, een grote afwisseling aan beelden in korte tijd geven. Een voorbeeld van dat langzame snijden geeft de scène die wij tonen in 1-18. Het is de scène op de pont, waar we het al over hadden. Roy Scheider staat te wachten, de auto met de burgemeester komt nog net de pont oprijden voor ze afvaart. Tijdens de oversteek komen de burgemeester en andere notabelen uit de auto en voeren een gesprek met Scheider over de haai die al dan niet een badgast opgegeten zou hebben. De scène eindigt als de aanlegplaats aan de overkant (het rechthoekig raam op 6) genaderd wordt. Een hele dialoog in één instelling, getimed op het traject dat de pont in één minuut veertig seconden vaart, duidelijk ‘langzaam’
Jaws, afb.1I
188 | gesneden in deze film waarin gemiddeld (maar gemiddeld is ook een heel relatief begrip) om de elf seconden een schnitt komt. Door de verandering in de achtergrond en de verplaatsing van de figuren in het beeld (die in 6 zo volkomen anders opgesteld staan dan in 5 dat het een ander shot zou kunnen zijn) houdt Steven Spielberg het beeld heel levendig en boeiend, ondanks het statische karakter ervan. Heel anders gaat het even later als Brody toch op het strand gaat zitten, stiekem oppassend voor de haai die er officieel niet is. Iedereen herinnert zich 9-14, beelden van Brody die op de uitkijk zit en die ‘onzichtbaar’ gemonteerd zijn omdat passerende badgasten, die een moment het beeld verdoezelen, gebruikt worden als overbrugging naar de volgende instelling, meer close. Badgasten op het strand beginnen gesprekjes met Brody waar hij vriendelijk naar probeert te luisteren. Intussen houdt hij toch het strand in de gaten: 15-19 geven een idee hoe daar gesneden is. 17 is het point of view van Brody, we zien wat hij ziet. Hij hoort een gil en staat op in 18, maar het is het stoeiende paar in 19. 20-22. 20 is een point of view van de haai: het is voor iedere filmkijker duidelijk dat we hier door de ogen van het beest kijken. Zó vertelt dit shot dat de haai er is, zonder ons die haai te laten zien. Het maakt ook meteen duidelijk hoe betrekkelijk het cijfermateriaal is dat wij eerder gaven over de tijdsduur van het optreden van Carcharodon carcharias, want in 20 is hij, zonder dat hij er is, onmiskenbaar aanwezig. 21 en 22 zijn een curiositeit: het begin en eind van een shot dat 2,5 seconde duurt en dat in de film veel effect heeft omdat er onverwachte zenuwachtige vioolmuziek overheen ligt, en aldus vertelt dat Brody constateert dat de haai aanvalt. Optisch is het opvallend omdat het een zoom én een rijder tegelijkertijd is. In 21 zien we achter Brody alleen maar strand, in 22 is dat strand slechts een détail van de achtergrond, links zien wij zo de badhokjes ook. Dat komt omdat de zoomlens van tele naar wijd is gegaan. Normaal zou door die zoom-beweging Brody tegelijk met de achtergrond kleiner geworden zijn, maar omdat de camera tijdens de zoom snel
Jaws, afb.1II
| 191
is ingereden op Brody is hij per saldo even groot (iets groter zelfs) in beeld gebleven. Zo ontstaat het effect dat hij gewoon lijkt te blijven zitten terwijl de hele achtergrond een dramatische perspectivische doormaakt, wat op dit schrikmoment natuurlijk goed uitkomt. Het effect duurt zo kort en zit zo goed op zijn plaats, dat men het bijna niet bewust ziet. Op het grote bioscoopdoek zal het meer opvallen dan op een klein montageschermpje – maar toch, het blijft opvallend dat ik het shotje drie keer op en neer over de tafel gehaald heb voordat mij opviel dat er iets mee aan de hand was.
Jaws, afb.1V
23-59. Een langzaam gesneden stuk film: het afscheid dat Brody van zijn vrouw neemt als hij met het bootje van Quint (Robert Shaw) op haaienjacht gaat. Anderhalve minuut duurt de scène, die opent als Brody en zijn vrouw door de loods (23) naar het platform lopen dat uitzicht biedt op het scheepje en de haven (24). Probeert u zich even voor te stellen wat de enscenering van die hele haven achter meneer en mevrouw Brody (in 24) gekost moet hebben. En het enige wat echt bewust tot de kijker doordringt zijn de obscene anti-feministische liedjes die Shaw op de brug staat te zingen, terwijl op de voorgrond het paar teder afscheid neemt. Let op, hoe door een paar stappen te verzetten 25-27 weer een heel andere instelling lijkt dan het voorgaande. Als Brody naar de boot verdwijnt en zijn vrouw weer een paar stappen teruggezet heeft, zitten we uit de close-up weer in een totaalshot, dat eindigt (nadat Brody aan boord is gestapt) als de vrouw terugloopt door de loods waar ze ook begonnen was. De paar lange instellingen die wij hier zagen zijn helemaal niet uitzonderlijk; er zit zelfs een shot van vier minuten in de film. Dus dat ‘gemiddelde’ van 11 seconden per schnitt is uiterst betrekkelijk, dat is opnieuw duidelijk. Het tegenwicht van al die lange scènes wordt gevormd door andere stukken film met uiterst korte shots. 30 duurt 13 seconden: men is bezig voorzichtig de boei, die men aan de haai geharpoeneerd heeft, naar de boot toe te halen. 31 duurt 2 seconden: een close-up van de boei en het touw. Spielberg en zijn cutter, Verna Fields, gebruiken deze close-up niet alleen
| 193
Jaws, afb.V
omdat het bijzonder lastig snijden zou zijn van 30 naar 32 (de continuïteit klopt niet geheel), maar ook omdat de kortere instelling spanning suggereert, opwinding aankondigt. 32 en 33 duren totaal zes seconden, we zien Hooper (Richard Dreyfuss) bezig het touw binnen te halen, Quint komt erbij helpen. 34-37 duurt niet meer dan vier seconden. Het begint onschuldig genoeg: een paar handen met een touw. Tot grote schrik van elke kijker duikt dan ineens vanuit het water op de achtergrond de haai op. 37 duurt een seconde. Het is de schrikreactie van Quint. Men zou zich kunnen voorstellen dat er bij deze scène van een kant of tien ‘gecovered’ is (min of meer de hele scène van tien verschillende kanten is opgenomen) en dat een knappe cutter het toen in elkaar gesneden heeft zoals het er nu uitziet, maar een andere cutter had het misschien heel anders gedaan. Slecht nieuws voor mensen die zich voorstellen dat Spielberg zijn film volgens deze methode gedraaid heeft: zoals uit bijgaande tekeningen (38A) blijkt is 37, evenals het erop volgende 39 (wederom 1 sec) zorgvuldig vooraf uitgekiend. In 39 glijdt het touw uit de handen en in 40-43 glijdt de haai langs de boot voorbij en maakt een beweging, waardoor het water opvliegt naar Quint en Hooper in 44. Op het oog lijkt in de film 40-43 één shot, door al dat woelende water is niet te zien dat er in gemonteerd is, maar op de tafel kan worden vastgesteld dat tussen 41 en 42 – twee direct op elkaar volgende beeldjes – gesneden moet zijn. Ik geef dit voorbeeld om overduidelijk te maken dat cijfers die ik in het voorgaande gaf, 1.125 instellingen waarvan 113 met haai bijvoorbeeld, geen wet van Meden en Perzen is. Deze schnitt heb ik dan ontdekt, maar om die op te sporen moest echt elk beeld bekeken worden. Hier had ik een vermoeden dat er gegoocheld was, maar er zitten zeker nog wat schnitts in deze film waar ik geen vermoeden van had. Het stukje dat nu volgt laat zien dat het allemaal een uitgekookte miseen-scène is met die haai. Let op, in 45-47 klimt Hooper omhoog tot closecamera in 3 seconden, een heel dynamisch shot dus, terwijl hij uitschreeuwt dat de haai weer in aantocht is. 48 toont in 1 seconde de schrikreactie van Roy, 49 de reactie van Quint met in de verte de haai; 50 en 51 zijn één shot: Hooper verdwijnt (1 sec) naar links; 52 en 53 tonen (1 shot; 3 seconden) hoe
194 | hij omlaag springt naar de boeien en daar wat gaan morrelen, 54 toont hoe de haai dichter bij Quint komt, die zoals zijn veranderde lichaamshouding toont (vergelijk met 49), wat van plan is; bij 55 en 56 springt Hooper alweer het beeld in om verder te morrelen met de boeien. In 57-59 komt het eerste shot dat weer langer duurt, het is wel 4 seconden, vrienden: een rijder langs de boot met Quint mee, die op zijn beurt weer met de haai in het water daarachter meeloopt! Een van de meer ongeloofwaardige momenten in de film. Ik bedoel niet dat wat we zien zo ongeloofwaardig zou zijn (dat is het helemaal niet), maar het idee dat je een haai, een acteur, een boot en een stukje camerarails samen volgens plan kunt laten bewegen is ongeloofwaardig. 60-76. Spielberg laat zich echter niet kennen en vervolgt met een shot van hoog standpunt, 60-63, dat in perfecte continuiteit doorgaat op het vorige. Quint en de haai gaan beiden nog steeds samen naar de voorplecht, Quint krijgt in het voorbijgaan nog even een harpoen aangereikt van Hooper (we begrijpen nu wat Hooper van plan was met al die sprongen en dat rommelen bij de boeien, die vraag is nu dus ook opgelost!) en de camera pant mee naar de boeg, waar Quint zich opstelt om te schieten. 64, een nieuwe shot, toont het schot, en in 65 zien we close hoe de haai getroffen is; 66 het afrollende touw en in 67 vliegt met dit touw een boei overboord, terwijl de mise-en-scène gecompleteerd wordt in 68 als we Brody weer zien, veilig binnen nog steeds, achter glas en in dat glas weerspiegeld de gele boei die in het water plonst. Als ik het goed geteld heb 38 vaak kostbare en lastige opnamen die in twee minuten en zes seconden voorbij glijden, nog geen 3,5 seconde gemiddeld per shot. En het heeft niet alleen allemaal veel geld gekost, het is nog gewoonweg goed ook. In 69 zien we een van de leukste dingen in deze film: de boei die door de haai voortgesleept wordt (gele boei in blauw water), opnieuw een methode om te vertellen dat onze haai in de buurt is zonder dat het beest zelf getoond hoeft te worden. In 70 is het nog maar één boei, maar naarmate de film vordert en de haai vaker geharpoeneerd is, worden het meer boeien, twee in
Jaws, afb.VI
196 | 71 en drie in 72 (de boei waar het fragment dat wij hier bekeken mee begon doet later niet meer mee, vanwege het losgeschoten touw; dit voor mensen die uit 70 tot de conclusie mochten zijn gekomen dat Spielberg niet eens tot twee kan tellen omdat er een boei te weinig lijkt te zijn). In 73,74 nog even een weergave van een van die momenten waar het in Jaws toch allemaal om gaat: de haai die achter het bootje met opengesperde kaken opduikt en het publiek zo de stuipen op het lijf jaagt. Er zijn mensen die in de 1,5 seconde die het beest zo te zien is, kunnen vaststellen dat het geen echte haai is maar een rubberen imitatie, en die vervolgens hahaha de mensen naast hen in de zaal uitlachen omdat ze zo dom waren te schrikken. Wat vervelend is voor deze intellectuelen: haaienexperts kunnen niet zien dat het maar rubber is. De haai is zeer goed nagemaakt, niet van rubber trouwens, en ook als je de film beeld voor beeld op de tafel bekijkt, vind je geen details die het haaibeest plotseling als nep aan de kaak stellen. Haaien steken maar weinig frequent op die manier de kop boven water, dus de kans dat ze dit doen met drie filmsterren in de buurt én een camera is zo klein dat veilig valt aan te nemen dat het truc is. Maar te zien is het niet. En zeker niet door mensen die van hun leven nog geen haai gezien hadden, voordat ze er in de twee-uur-vijf-minuten lange Jaws gedurende nog geen acht minuten kennis mee mochten maken. Maar dit terzijde. Hoofdzaak is dat Jaws bij nauwkeurig bekijken geheel bevestigt wat we al wisten: het is een van de meest opwindende films ooit gemaakt. En een ouderwets beginsel als ‘langzaam snijden = rust; snel monteren = opwinding’ blijkt nog steeds uiterst effectief te kunnen werken. Wim Verstappen Deze analyse is eerder gepubliceerd in Skoop, jrg 14, nr 1, februari 1978. Afbeeldingen Jaws by courtesy of CIC Nederland © mcmlxxviii. Tekst © 2016 Stichting Continue Speelfilmproductie/Wim Verstappen Scorpio Films. Gebruik van deze versie voorbehouden aan het Louis Hartlooper Genootschap. Reproductie en verspreiding verboden.
Jaws, afb.VII
| 199
De nagemaakte haai De Witte Haai in Jaws is niet één haai, maar een samenstelsel van een groot aantal haaien, sommige echt en andere nagemaakt. Voordat er ook maar een meter door Spielberg gefilmd was, had een in haaienfilm en gespecialiseerde ploeg al in de Australische wateren gewerkt aan opnamen met haaien, samen met op schaal verkleinde duikapparatuur, een stalen haaienkooi met daarin een jockey; dit soort professionele paardrijders behoort naar bekend is tot de sportieve types en is bovendien klein. Geruchten gaan dat de jockey in kwestie diverse malen zijn leven riskeerde toen hij in Australië als stand-in optrad voor Richard Dreyfuss. De jockey ontkent dit, maar de montagetafel toont aan dat hij liegt: hij moet enkele malen ternauwernood ontsnapt zijn aan de haai. Toen men de jockey inhuurde wist men nog niet wie Hooper zou gaan spelen. Men hoopte dat de haaien naar verhouding veel groter zouden lijken omdat de jockey en zijn duikapparatuur zo klein waren. Tegenvaller voor de productie: Richard Dreyfuss is ook niet zo groot. De truc-haai was ook niet één beest, maar een groot aantal, een alleen van boven, een ander alleen de linkerzijde, een de rechterzijde enz., er was maar één redelijk compleet model. De haaien werden met perslucht bewogen. Elektromotoren ging niet vanwege het water, dat zou maar kortsluiting geven. De haai zat op een beweegbare arm die op zijn beurt op een wagentje Verna Fields, Oscarwinnares voor ‘Beste Montage’
stond. Het wagentje liep op rails, die bevestigd waren aan een metalen cais-
Elke avond na de opnames dineerden Spielberg, Dreyfuss, Scheider, Shaw,
son met luchtwater tanks. Men sleepte dit caisson elke dag naar de plaats
Gottlieb en cutter Verna Fields gezamenlijk, waarna Gottlieb de scène ging
waar gefilmd moest worden, pompte dan water in de tank tot het ding naar
schrijven waarover tijdens het diner was gediscussieerd. In het begin had
de bodem zonk. De haai kon dan de lengte van de rails ‘zwemmen’.
hij de grootste moeite om de opnamen voor te blijven, maar later toen de
Vervolgens moest de camera worden opgesteld en moest het scheepje met
productie uit ging lopen had hij het gemakkelijker. Verna Fields geldt als een
onze acteurs volgens plan door het beeld varen, terwijl de haai de voorge-
soort moeder voor jonge regisseurs. Ze begon haar loopbaan als assistent bij
schreven manoeuvre maakte. Het bootje verankeren zou natuurlijk handiger
de montage van een film van Fritz Lang. Haar zoon was assistent-regisseur
geweest zijn, maar dat bleek vaak niet te doen, je zag dan dat de boot stil lag.
bij Jaws (ook Hollywood is een grote familie), zodat zij er bij de opnamen
Verder was het wachten op mooi weer. Maar als het mooie weer er was kwa-
niet steeds bij hoefde te zijn om toch een vinger in de pap te houden. Op dit
men ook de zeilboten en andere pleziervaartuigen en moest er weer gewacht
moment [februari 1978] produceert ze zelf films.
worden tot de horizon toevallig even vrij was van zulke scheepvaart. Geen wonder dat de film miljoenen over zijn budget ging. De eindprijs bedroeg 6
200 | miljoen dollar; alleen het maken van de haaien (exclusief onderhoud etc.) kostte tegen een miljoen. Naast zijn problemen met de haai had de artdirector nog een voortdurende zorg: oppassen dat er niets in beeld kwam dat rood van kleur was. Rood was in deze film gereserveerd voor bloed en voor maximum effect wilde men dat exclusief houden.
Aantal optredens van de haai Het optreden van de Witte Haai over de film gespreid; we zien de momenten waar het beest werkelijk in beeld is. Dit schema illustreert aardig hoeveel suspense met hoe weinig haai gemaakt wordt. Overigens moet daar niet teveel betekenis aan worden gehecht; in Jaws komen ook andere haaien voor dan de witte, en die zijn hier niet vermeld. Bovendien wordt op tal van manieren de aanwezigheid van het beest gesuggereerd zonder dat er wat getoond wordt, en ook dat valt buiten dit overzicht.