Ver. Uitg. Corinne François - N°7317
Nr 2014/05- december 2014 / januari 2015
Smart cities De nieuwe informatie- en communicatietechnologieën brengen een revolutie teweeg die vergelijkbaar is met die van de uitvinding van de drukkerij door Gutenberg. Vandaag wordt er gesproken over Smart Cities, “intelligente steden”, in heel Europa. Maar wat houdt dat concept in ? Onze Vereniging wijdde er, in samenwerking met Belfius, een zeer boeiend Forum van de Gemeentelijke Beleidsvoerders aan op 4 december. Een Smart City is een stad die de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën inzet om te beantwoorden aan uitdagingen van algemeen belang, in de hoop dat dit de levenskwaliteit van de burgers ten goede zal komen. Het is een stad die deze technologieën centraal stelt in
haar contacten met de inwoners.
De toepassingen zijn soms zeer concreet, zoals in Tartu, de tweede grootste stad van Estland, waar de burgers een sms kunnen zenden naar de lokale overheid om problemen te melden, zoals beschadigde banken of defecte openbare verlichting. In Brussel heeft het Gewest in samenwerking met de gemeenten de toepassing “Fix my street” ontwikkeld: daarmee kunnen burgers schadegevallen in het openbaar domein melden, om de behandeling van het dossier en dus de herstelling te versnellen. Zoran Stancic, adjunct-directeur-generaal
Een stad als Kortrijk wendt Europese fondsen aan om een hele reeks projecten uit te bouwen. Wij moedigen het Gewest en de gemeenten aan om gezamenlijke Europese projecten op te zetten, bij voorbeeld om deel te nemen aan het Europese programma Horizon 2020 voor onderzoek en innovatie. Het concept Smart Cities roept vragen op betreffende de bescherming van persoonsgegevens, het commercieel gebruik van open data, normalisering, risico op depersonalisering van de relatie van de burger met de lokale besturen, de digitale kloof, … Als lokale beleidsvoerders is het onze taak oplossingen te zoeken voor deze terechte vragen in een constructieve, Bianca Debaets, staatssecretaris positieve en collaboratieve aanpak. voor Digitalisering Het is ook aan ons om veel meer dan vandaag gebruik te maken van de nieuwe ICT en deze een belangrijke plaats te geven in ons lokaal beleid. Marc Cools, VSGB-voorzitter De documenten die op het Forum “Smart Cities” gepresenteerd werden, zijn beschikbaar op www.vsgb.be > Documenten > Europese projecten
van de DG CONNECT van de Europese Commissie
De toekomst van de lokale democratie is verbonden met de ontwikkeling van de vormen van e-governance. De Brusselse regering heeft
EDITO
dat goed begrepen en stelt zich als doelstelling voorop om van Brussel een Smart City te maken. Onze Vereniging creëerde het afgelopen voorjaar een dienst gewijd aan Europese projecten. Deze dienst staat in voor de intergemeentelijke werkgroep “Brussel, hoofdstad van Europese projecten” die gecoördineerd wordt door de gemeente Sint-Jans-Molenbeek en gesteund door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Doel is de sensibilisering van de 19 gemeenten voor de Europese financieringsmogelijkheden en hun begeleiding bij het opzetten van Europese projecten. De Europese instellingen steunen het initiatief rond Smart Cities voluit.
Het federaal regeerakkoord doorgelicht: economie en concurrentievermogen Het federaal regeerakkoord doorgelicht: pensioenen Het federaal regeerakkoord doorgelicht: politie De kalender van de algemene beleidsverklaring van de Brusselse regering Interview met Bruxelles Formation Balans van de gedecentraliseerde samenwerking in Senegal Europese projecten: Schaarbeek bruist van energie Vorming Europese projecten: nieuwe dienst Europese Week van de Lokale Democratie 2014: fotoreportage Wetgeving
3 5 8 12 18 22 25 29 32 34
DE VERENIGING GROEIT Nieuwsbrief Vereniging van de Stad en de Gemeenten van de Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw Aarlenstraat 53 bus 4 - 1040 Brussel Tel 02 238 51 40 - Fax 02 280 60 90
[email protected] www.vsgb.be Redactie :
[email protected]
Nr 2014-05
december 2014 / januari 2015 Directie : Corinne François Coördinatie : Philippe Delvaux Redactie : Marc Cools, Philippe Delvaux, Céline Lecocq, Camille Lepinay, Hildegard Schmidt, Frank Willemans
In het kader van een operationele reorganisatie herstructureert de Vereniging haar diensten, om nog efficiënter te kunnen werken. De diensten Documentatie en Communicatie worden verenigd in één dienst, onder leiding van Vincent Dewez, gewezen directeur communicatie bij Actiris. Naar deze versterking in communicatie werd uitgekeken om de tools en het beleid op dat vlak te hertekenen. Na de pensionering van Chantal Matthys worden de algemene diensten van de Vereniging verenigd en voortaan worden ze geleid door Stéphanie Melkebeke, die voorheen projectcoördinator was voor socio-professionele inschakeling en promotie bij de Brusselse vzw “Rock the city”. De Vereniging is ook verheugd aan te kondigen dat midden januari een nieuwe adviseur in dienst treedt in de dienst Duurzame Stad, Yves Englebin, vroeger werkzaam bij het BIVV, die het mobiliteitsteam komt versterken, om onder meer de coördinatie van de Raadgevende Commissie Wegverkeer op zich te nemen. Hij vervangt Eric Caelen, die gedetacheerd werd naar het kabinet van de staatssecretaris voor Verkeersveiligheid. Zijn technische kennis inzake mobiliteit, ruimtelijke ordening en verkeersveiligheid en zijn terreinkennis zijn troeven die de expertise van de Vereniging nog verrijken. De samenstelling van het team is terug te vinden op www.vsgb.be > Onze Vereniging > Het team
Vertaling : Hugues Moiny, Liesbeth Vankelecom, Annelies Verbiest Secretariaat : Patricia De Kinne Abonnementen : Patricia De Kinne : 02 238 51 49 -
[email protected] Publiciteit : Agenschap Publiest - 02 550 38 04 -
[email protected] U vindt ons nu ook op LinkedIn.com > VSGB Foto’s : © VSGB, foto’s EWLD : © Pablo Vidal (Facebook : pablovidal) Nieuwsbrief worrdt gedrukt op 100% gerecycleerd papier Cette revue existe aussi en français. Si vous souhaitez recevoir le Trait d'Union contactez notre secrétariat:
[email protected] Sinds 2002 is Nieuwsbrief Brussel integraal beschikbaar op www.vsgb.be Gepubliceerd met de steun van het Brussel Hoofdstedelijk Gewest, Belfius en Ethias
CONGRES VAN LOKALE EN REGIONALE OVERHEDEN Het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa is een pan-Europese politieke assemblee bestaande uit 636 verkozenen – leden van gewest- en gemeenteraden, burgemeesters en presidenten van regio’s – die meer dan 200.00 overheden vertegenwoordigen uit 47 Europese landen. Het doel ervan is de bevordering van de territoriale democratie, de verbetering van het lokaal en het regionaal bestuur en de versterking van de autonomie van de overheden. De leden van het Bureau van het Congres vergaderden in Brussel, in het Egmontpaleis, op 1 december in het kader van het Belgisch voorzitterschap van het comité van ministers van de Raad van Europa. Brussels minister-president Rudi Vervoort sprak tot het Bureau bij de opening van de vergadering. De leden bespraken in het bijzonder de situatie in Oekraïne, de follow-up van de 27e zitting en de voorbereiding van de 28e zitting en de begroting en de herziening van het reglement van het Congres. Ze maakten ook de balans op van de samenwerkingsactiviteiten van het Congres, de editie 2014 van de Europese Week van de Lokale Democratie en de bijdrage van het Congres aan het Wereldforum voor democratie. Samen met het Gewest nam de Vereniging deel aan de organisatie van dit evenement, waarbij ze de logistieke aspecten op zich nam.
2
Meer info: www.coe.int/congress
Nieuwsbrief 2014/05
DOSSIER: HET FEDERAAL REGEERAKKOORD DOORGELICHT Het federaal regeerakkoord van 9 oktober 2014 bevat elf hoofdstukken, die allemaal rechtstreeks of onrechtstreeks de gemeenten raken. In dit dossier lichten wij er een aantal uit: - werkgelegenheid en concurrentievermogen - pensioenhervorming - politie Voor de twee ee rste beperken we ons tot uittreksels uit het regeerakkoord die gevolgen kunnen inhouden voor de gemeenten, zonder er kritisch commentaar bij te leveren. Zo belangt lastenverlaging voor werkgevers uiteraard de gemeenten als werkgever aan, terwijl de activering van de werklozen dan weer gevolgen kan hebben voor de OCMW’s. Wij zullen dieper ingaan op het derde thema, nl. politie. Voor een analytische en kritische globale visie heeft de Vereniging een nota geschreven over de impact van het regeerakkoord, die voordat dit dossier gepubliceerd werd besproken zou moeten zijn of op de agenda staan van een vergadering van haar politieke organen en vervolgens aan de federale regering overgemaakt zal worden. Toch zijn enkele punten betreffende de pensioenen sinds het akkoord vooruitgegaan, na de ontmoeting van de Vereniging met minister Daniel Bacquelaine begin december. Daarvan wordt verslag uitgebracht in enkele kadertjes.
Werkgelegenheid en concurrentievermogen Het is de ambitie van de regering om een groeibeleid te voeren om het concurrentievermogen te versterken en er op deze manier voor te zorgen dat onze ondernemingen extra banen creëren. De regering bevestigt daarom de doelstelling uit het Nationaal Hervormingsprogramma 1 om in uitvoering van de EU2020-strategie tegen het einde van deze legislatuur een werkzaamheidsgraad van 73,2 % te bereiken. “Dit zal onder andere worden verwezenlijkt door de arbeidskosten te verminderen (via het wegwerken van de loonhandicap) en de arbeidsmarkt en pensioenen verder te hervormen, terwijl het socialezekerheidsstelsel wordt geconsolideerd (o.a. de welvaartsenveloppe).” Activerend loopbaanbeleid De federale regering zal in overleg met de sociale partners een banenplan uitwerken. Het banenplan zal ook overlegd worden met de deelstaten, om na te gaan hoe de verschillende overheden, ieder binnen zijn bevoegdheden, elkaar kunnen ondersteunen. “Deelname aan de arbeidsmarkt zal worden aangemoedigd, waarbij bijzondere aandacht wordt gegeven aan de gelijkheid van kansen. Dit betekent dat meer gebruik gemaakt moet worden van het aanwezige menselijk kapitaal, dat de gemiddelde effectieve uittredingsleeftijd verder opgetrokken moet worden, dat een activerend werkgelegenheidsbeleid wordt gevoerd, dat geografische en professionele mobiliteit sterker wordt aangemoedigd en dat gezorgd wordt voor werkbaar werk dat loont. De regering zal dan ook een breed loopbaanbeleid voeren. De impact van de versterkte degressiviteit en een beperking in de tijd van de inschakelingsuitkeringen wordt opgevolgd.”
en legt dit vooraf aan de Gewesten voor. De regering zal zo snel mogelijk zorgen voor het operationeel maken van de relancemaatregel "specifieke steun in ontwrichte zones", in samenwerking met de betrokken gewestregeringen. Ontwrichte zone in Brussel: de kanaalzone Net zoals andere Europese regio’s heeft het Brussels Gewest in januari 2014 een ontwrichte zone afgebakend in het centrum van zijn grondgebied, langs het kanaal. Het gaat erom de bedrijven die zich daar vestigen, een voordeel toe te kennen om hun investering in een moeilijkere ruimte aan te moedigen. Onder de term “Zone van Economische Uitbouw in de Stad” (ZEUS) wordt er bijstand aangeboden die de gemeentebelastingen op de kantooroppervlakte gedeeltelijk dekt.
De federale regering werkt een technisch kader uit om de uitvoering van de staatshervorming op het vlak van arbeidsmarktbeleid te verzekeren 1 Meer over dit programma: www.be2020.eu
Nieuwsbrief 2014/05
3
Loonhandicap Zowel het verslag dat in juli 2013 door de expertengroep “Concurrentievermogen en Werkgelegenheid” werd opgesteld, als het jaarlijks technisch verslag van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven 2 stellen vast dat de Belgische bedrijven aan concurrentievermogen hebben ingeboet ten opzichte van onze voornaamste buurlanden (Duitsland, Nederland, Frankrijk). De regering verbindt zich ertoe om minstens de loonhandicap met de buurlanden die sinds 1996 wordt waargenomen, vóór het einde van de legislatuur weg te werken. Dit wordt in 2015 en 2016 onder meer concreet mogelijk door: • een indexsprong in 2015 • de lastenverlaging vervat in het competitiviteitspact te vervroegen • e en verdere periode van loonmatiging in 2015-2016 (of tot zolang de competitiviteit niet hersteld is). Werkgeverslasten verlagen Bovendien zal de regering de vermindering van de werkgeverslasten, waartoe reeds was besloten in het concurrentiepact van de uittredende regering, uitbreiden 3. “Vóór het einde van de legislatuur zal ze het basispercentage van de werkgeversbijdragen verminderen, om een basispercentage van 25 % te bereiken. Het is de bedoeling dat geen enkele werkgever erop verliest na deze hervorming, evenwel met inachtneming van de competitiviteitswet. De de facto reeds bestaande tarieven onder de 25 % (bv. lage lonen, hoge lonen, eerste vijf aanwervingen, ...) blijven behouden. Dit objectief zal wettelijk verankerd worden. Het budget voor de forfaitaire structurele vermindering, met inbegrip van de verhogingen die werden besloten in het kader van het competitiviteitspact, zal bijdragen tot deze vermindering van het basistarief. De algemene vrijstelling van bedrijfsvoorheffing van 1 % zal omgezet worden in een extra vermindering van het basistarief van de werkgeversbijdragen.” Tijdskrediet en loopbaanonderbreking harmoniseren De verschillen tussen tijdskrediet en loopbaanonderbreking van de privésector, de publieke sector en de non-profitsector worden in kaart gebracht. Er wordt een traject uitgewerkt om de verschillende stelsels tegen 1 januari 2020 volledig met elkaar gelijk te schakelen. Langer werken en werklozen activeren De gemiddelde effectieve uittredeleeftijd bedraagt 59,3 jaar in België, tegenover 61,7 jaar in Duitsland en 62,8 jaar in Nederland. “De regering streeft naar een geleidelijke verhoging van de effectieve loopbaanduur, stapsgewijs naar 45 jaar. De nieuwe pensioenhervorming, die de regering in overleg met de sociale partners zal opstarten, moet aan deze doelstelling beantwoorden. De regering zal de versterkte degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen, die door de vorige regering werd ingevoerd, voortzetten. De definitie van ‘passende dienstbetrekking’ zal worden aangepast om meer rekening te houden met de competenties van de werkzoekende en zal na evaluatie herzien worden om de arbeidsmobiliteit aan te moedigen.” Er wordt een federaal kader uitgewerkt voor de invoering van een gemeenschapsdienst voor langdurig werkzoekenden. Dit wordt
4
uitgevoerd in een samenwerkingsakkoord met de Gewesten. “Dit kader moet voldoen aan de volgende voorwaarden: • D e gemeenschapsdienst bestaat uit twee halve dagen per week en de uitoefening van de gemeenschapsdienst mag de beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt niet verminderen. • De gemeenschapsdienst moet in een traject naar werk worden ingepast. • D e Gewesten krijgen de mogelijkheid om langdurig werkzoekenden die een aangeboden gemeenschapsdienst weigeren, te schorsen.” “De regering zal de werkloosheidsreglementering aanpassen met betrekking tot werkzoekenden die: • n a meer dan twee jaar werkzoekend te zijn, prestaties leveren ten dienste van de samenleving met behoud van hun recht op werkloosheidsuitkeringen; • een opleiding volgen in een knelpuntberoep • of die een bedrijfsstage voltooien.” Sinds 1 januari 2015 zou voor de nieuwe instroom onder de leeftijd van 21 jaar het recht op een inschakelingsuitkering gekoppeld worden aan een minimale diplomavereiste. “Deze extra voorwaarde geldt zolang de betrokkene de leeftijd van 21 jaar niet heeft bereikt. De maximale leeftijd in de inschakelingsuitkering wordt verlaagd naar 25 jaar. De actieve en passieve beschikbaarheid van werklozen voor werk wordt uitgebreid tot 65 jaar. De anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen wordt afgeschaft voor de nieuwe instromers vanaf 1 januari 2015. De regering zal overleg plegen met de deelstaten om ervoor te zorgen dat de werkloosheidsreglementering de gewestelijke beleidslijnen op het vlak van tewerkstelling zo goed mogelijk ondersteunt. De periode van gewaarborgd loon bij arbeidsongeschiktheid wordt op 2 maand gebracht. Zo worden werkgevers geresponsabiliseerd en krijgen ze de mogelijkheid om via preventieve maatregelen en aangepast werk te vermijden dat werknemers definitief de arbeidsmarkt verlaten en arbeidsongeschikt blijven.” De regering wenst beter rekening te houden met de genderdimensie op de arbeidsmarkt en zal daarbij “bijzonder aandacht besteden aan de loonkloof, het verzoenen van werk en privéleven, de strijd tegen het glazen plafond en algemener zowel aan de verticale als de horizontale segregatie van de arbeidsmarkt.” Concurrentiekracht verhogen door administratieve vereenvoudiging De elektronische facturatie wordt aangemoedigd en zelfs verplicht. Dit vormt immers “een substantieel competitief voordeel voor onze ondernemingen op internationaal vlak. Daarom dient ze nog meer te worden gebruikt. Meer in het bijzonder voor wat de overheid betreft, moet het lopende pilootproject tot alle departementen uitgebreid worden, zodat deze de elektronische facturen van hun leveranciers via Fedcom kunnen ontvangen en behandelen. De elektronische facturatie zal voor de overheid verplicht worden vanaf 2016. Om het leven van de ondernemingen te vereenvoudigen, dient gelijktijdig te worden gewaarborgd dat de leveranciers van de overheid hun facturen via hetzelfde elektronisch platform kunnen doorzenden, ongeacht of de bestemmeling de federale, de regionale of de lokale overheid is.”
2 Beschikbaar op www.ccerb.fgov.be. Het gaat om het rapport CRB-CCE 2013-1560 DEF van 12/12/2013. 3 Het concurrentiepact werd goedgekeurd op 29 november 2013. Ter herinnering, het pact voorziet in een bedrag van 1,35 miljard euro, dat geleidelijk aan besteed wordt aan de verlaging van de loonkost voor ondernemingen, tot na 2019. Zie ook de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance, en de uitvoeringsbesluiten bij het pact.
Nieuwsbrief 2014/05
De tekst preciseert dus niet of de verplichte elektronische facturatie ook van toepassing is op de gemeenten. Elektronische facturatie wordt wel een realiteit op alle overheidsniveaus, zoals de Brusselse ordonnantie betreffende de elektronische communicatie aantoont die wij in de vorige Nieuwsbrief analyseerden. “De regering wenst de opdrachten van de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) te versterken, zodat de KBO de enige administratieve gesprekspartner van de KMO’s en van de Gewesten wordt. Een document dat aan de KBO werd bezorgd, zal niet meer aan een andere overheidsorganisatie moeten worden bezorgd. De kwaliteit van de gegevens
van de KBO dient verder te worden verbeterd om er een performant en toegankelijk instrument van te maken, het gebruik ervan te verhogen en daardoor het only once beginsel te concretiseren. Bovendien zijn de KMO’s zelden op de hoogte van het openen van overheidsopdrachten. Teneinde de ondernemingen gemakkelijker toegang te geven tot overheidsopdrachten, zullen degene die voor een bepaald type overheidsopdrachten belangstelling hebben getoond, de betreffende lastenkohieren elektronisch ontvangen. De systematische bekendmaking van de aankondigingen van opdrachten op de bestaande elektronische portaalsites “overheidsopdrachten” zal aangemoedigd worden.”
Pensioenhervorming Het regeerakkoord gaat uitgebreid in op de pensioenen. Het wil de inspanningen aanvullen met structurele wijzigingen die voldoende bijdragen tot de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn, inzonderheid via een hervorming van de loopbanen en de pensioenen uitgevoerd met het rapport van de expertengroep voor de hervorming van de pensioenen 2020-2040 4 als wetenschappelijke basis, evenals een loopbaanhervorming. Deze hervormingen zullen in werking treden tussen nu en 2030. “De vergrijzing, ontgroening en verzilvering stellen het vertrouwen van de burgers in de houdbaarheid van het pensioenstelsel op de proef. Er is nood aan een nieuw sociaal contract over de leeftijdscohortes heen, het toonbeeld van een sterke intergenerationele solidariteit. De regering zal daarom een nieuwe pensioenhervorming uitwerken, op basis van de 10 principes uit het rapport 4 van de Commissie Pensioenhervorming 2020-2040 en daarover intensief overleg plegen met de sociale partners. Om de financiële en sociale duurzaamheid van het pensioensysteem te verzekeren, zal de regering die tien principes vertalen in tien werkterreinen. De regering zal tijdens deze legislatuur de omschakeling naar een puntensysteem voor de pensioenberekening uitwerken. Hervormingen zullen steeds hand in hand gaan met voldoende lange overgangsperiodes. De regering zal, in overleg met en na advies van de sociale partners, enerzijds noodzakelijke structurele hervormingen en anderzijds specifieke maatregelen nemen om langer werken mogelijk te maken.” Hervorming in overleg De regering zal een adviserend Nationaal Pensioencomité oprichten, dat zal instaan voor de voortdurende en systematische opvolging van de sociale en financiële houdbaarheid van de drie stelsels. Actie van de Vereniging – overleg en bedragen Op 3 december 2014 hadden de drie Verenigingen van Gemeenten een vergadering met minister voor Pensioenen Daniel Bacquelaine. Verslag. De minister concludeerde dat de besluiten waarin de bedragen vastgelegd worden, snel genomen zullen worden. Wij vernemen ‘last minute’ dat ze goedgekeurd werden in de ministerraad van 18 december. De regering zal in 2015 het gemengd pensioen hervormen en de tweede pijlerpensioenen uitbreiden. De minister bevestigde ook dat hij officieel overleg zal plegen met de Verenigingen van lokale besturen, wetende dat hun aanwezigheid in het beheercomité van de DIBISS (gewezen RSZ-PPO) 5 niet volstaat om dit overleg ten gronde te voeren.
De 10 principes 1. De opbouw van de wettelijke pensioenen moet transparant zijn. 2. De sociale performantie en de financiële houdbaarheid van de drie stelsels (loontrekkenden, zelfstandigen en ambtenaren) moet voortdurend opgevolgd worden.
3. Vooraf vastgelegde spelregels die evenwichten verzekeren en een
sterke betrokkenheid van de sociale partners, moeten daarbij hand in hand gaan.
4. De hoogte van de pensioenen moet gehandhaafd worden door
de loopbanen te verlengen, en door effectieve arbeidsprestaties, wanneer men voldoet aan de voorwaarden van het vervroegd pensioen, sterker te belonen.
5. De voorwaarden die gesteld worden met betrekking tot de
lengte van de loopbaan opdat men toegang zou hebben tot het pensioen moeten een eenvormige invulling krijgen over de verschillende stelsels.
6. De berekening van het pensioen moet gebaseerd zijn op het
arbeidsinkomen van de hele loopbaan, niet enkel op het einde van de loopbaan.
7. Met
betrekking tot het moment waarop men zijn pensioen opneemt, moet keuzevrijheid bestaan, met een correctiemechanisme bij vervroegde pensionering dat objectief, billijk en sociaal verantwoord is.
8. De minimumbescherming waar gepensioneerden van genieten,
moet verbeteren en op een veel eenvoudiger manier in verhouding staan tot de lengte en arbeidsintensiteit van hun loopbaan.
9. De gezinsdimensie van de pensioenstelsels wordt gemoderniseerd en eenvormig gemaakt.
10. Een sterkere band is nodig tussen effectieve arbeidsprestaties en de hoogte van het pensioen.
De volledige versie van deze principes staat in het rapport of in de synthese, beschikbaar op http://pensioen2040.belgie.be
4 Dit rapport is beschikbaar op http://pensioen2040.belgie.be 5 Sinds 1 januari 2015 is de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid van de Provinciale en Plaatselijke Overheidsdiensten (RSZ-PPO) gefuseerd met de Dienst voor de Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ). Voortaan vormen ze samen de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS).
Nieuwsbrief 2014/05
5
Dat Nationaal Pensioencomité zal tripartite worden samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers van de federale regering, vertegenwoordigers van de sociale partners, van de werknemers en de zelfstandigen, vertegenwoordigers van de representatieve ambtenarenvakbonden en vertegenwoordigers van de diverse overheidsniveaus.
de sociale partners van de publieke sector pensioenhervormingen tot stand brengen die een harmonisering met de wetgeving van de stelsels van de privésector beogen. Via dit overleg zal bepaald worden vanaf wanneer in beide systemen op dezelfde wijze pensioenrechten opgebouwd worden. In elk geval zijn de in het ambtenarenstelsel opgebouwde pensioenrechten verworven.”
Langer werken
De volgende aspecten van het ambtenarenpensioen zullen het voorwerp uitmaken van onderhandeling met de sociale partners van de publieke sector:
In het kort - In 2015 en 2016 wordt het reeds voorziene groeitraject voor leeftijdsen loopbaanvoorwaarden voor het vervroegd pensioen behouden. Vervolgens stijgt de loopbaanvoorwaarde naar 41 jaar in 2017 en 42 jaar in 2019. - De leeftijd waarop men met vervroegd pensioen kan gaan, wordt opgetrokken naar 62,5 jaar in 2017 en naar 63 jaar in 2018. - Mensen met een kortere loopbaan dan 45 jaar kunnen kiezen om op 65 jaar met pensioen te gaan of om langer te werken. - Om het pensioensysteem op middellange en lange termijn financieel gezond te maken, zijn structurele pensioenhervormingen nodig, zoals ook de Pensioencommissie aanbeveelt. - De wettelijke pensioenleeftijd wordt verhoogd naar 66 jaar in 2025 en zal 67 jaar bedragen in 2030. De maxima inzake toegestane beroepsinkomsten, in cumulatie met een na de wettelijke pensioenleeftijd of 45 jaar loopbaan ontvangen rustpensioen, worden afgeschaft. De in cumulatie met een rustpensioen ontvangen beroepsinkomsten zullen geen enkel bijkomend recht ten aanzien van het wettelijk pensioen openen. Deze beschikking belangt de gemeenten aan voor het geval van mandatarissen reeds gepensioneerd zijn. “Conform de regeling voor het vervroegd pensioen zullen de loopbaanvoorwaarden voor uitzonderingen voor zeer lange loopbanen opgetrokken worden; om in 2019 nog op 60 of 61 jaar met pensioen te kunnen gaan. De loopbaanvoorwaarde zal 44 jaar bedragen vanaf 2019 om op 60 jaar met pensioen te gaan, en 43 jaar om op 61 jaar met pensioen te gaan. De regering zal, in nauw overleg met de sociale partners en het Nationaal Pensioencomité, een wettelijke basis met inwerkingtreding ten laatste in het jaar 2030 opstellen voor een puntensysteem 6 voor de pensioenberekening, dat een correcte weerspiegeling van opgebouwde rechten is. Dat wil zeggen dat een significante daling van het pensioenbedrag onmogelijk wordt gemaakt.” Het ambtenarenpensioen De Pensioencommissie stelt: “De voorwaarden die gesteld worden m.b.t. de lengte van de loopbaan opdat men toegang zou hebben tot het pensioen, moeten een eenvormige invulling krijgen over de verschillende stelsels; verschillen inzake de vereiste loopbaan of inzake de leeftijd die toegang geeft tot pensioen, moeten op een objectieve basis kunnen gerechtvaardigd worden.” Ze stelt tevens: “De berekening van het pensioen moet gebaseerd zijn op het arbeidsinkomen van de hele loopbaan, niet enkel op het einde van de loopbaan.” De regering zal daarom “in nauw overleg met
6
• D e mate waarin een uitfasering met 6 maanden per kalenderjaar van de diplomabonificatie vanaf 2015 mogelijk is voor de loopbaanvoorwaarde voor het vervroegd pensioen. Het Nationaal Pensioencomité zal de uitfasering van de diplomabonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag door een regularisatie van de studieperiodes via een persoonlijke bijdrage onderzoeken. • D e loopbaanduur voor de berekening van een volledig pensioen bij voordelige tantièmes 7. Als deze maatregel wordt genomen, zullen pensioenrechten die opgebouwd zijn ingevolge voordelige tantièmes, behouden blijven. In de loop van deze legislatuur zal een maatregel worden genomen zodat alle pensioenrechten opgebouwd worden, zowel voor de berekening als voor de toegang tot het vervroegd pensioen, aan tantième 1/60e uitgezonderd bij zware beroepen in de publieke sector. • D e regering zal het arrest nr. 103/2014 van het Grondwettelijk Hof van 10 juli 2014 8 uitvoeren, zodat verschillen in behandeling tussen de pensioenreglementering van het personeel van de geïntegreerde politie en de pensioenwetgeving van het algemeen stelsel die niet objectief te verantwoorden zijn, opgeheven worden. Personeelsleden bij de politie die voor de datum van het arrest (10 juli 2014) hun pensioen hadden kunnen aanvragen, zullen onder de bestaande voorwaarden voor het pensioen blijven vallen. Er zal voor politiepersoneel dat 53 jaar is op 10 juli 2014, in een niet verplichte overgangsregeling voorzien worden via de invoering van een eindeloopbaanregime (het aanvragen van een aangepaste functie) en, bij gebrek hieraan, een tijdelijke en uitdovende bezoldigde afwezigheid in non-activiteit in het statuut van de politie op 58 jaar en ten vroegste vanaf het moment dat ze minder dan 4 jaar van hun mogelijke opname van het vervroegd pensioen verwijderd zijn. Actie van de Vereniging – pensioenen bij de politie Op 3 december werden de drie Verenigingen van Gemeenten ontvangen door minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine. De last zal niet gedragen worden door het pensioenstelsel, maar door een specifieke financiering die aan de politiezones toegekend zal moeten worden. Het compensatieprincipe als gevolg van het arrest van het Grondwettelijk Hof is vastgelegd in het regeerakkoord, maar de modaliteiten en de middelen werden niet bepaald. Volgens de minister – en om te beantwoorden aan de geruchten betreffende een inkrimping van de financiering van de politiezones – zou die slechts indirect gebeuren door een indexsprong 9.
6 De basis voor dit puntensysteem zal vervat zitten in volgende formule: Pensioen = (aantal punten) x (waarde van het punt). Het aantal punten hangt af van de verhouding tussen de eigen beroepsinkomsten of het eigen arbeidsloon en het gemiddelde arbeidsloon van de actieven in het eigen stelsel en van de lengte van de eigen loopbaan ten opzichte van de referentieloopbaan in het eigen stelsel. De referentieloopbaan kan variabel zijn, waarbij wijzigingen zullen leiden tot het behoud van dezelfde uitkeringsratio. 7 Het gaat hier om een preferentieel stelsel waardoor het pensioen berekend wordt op een kleiner tantième dan de werkelijke duur van de loopbaan. Dit preferentieel regime bestaat nog steeds voor bepaalde beroepsgroepen, zoals de magistratuur. 8 Dit is het arrest waarmee het Grondwettelijk Hof de stelsels van de gewezen rijkswachters annuleerde, door hun pensionering te aligneren op de leeftijd van hun collega’s van de gerechtelijke en de gemeentepolitie. Zie www.vsgb.be > Actualiteit > Het Grondwettelijk Hof doet gunstige pensioenstelsels bij de politie teniet [18.07.2014] 9 In plenaire zitting in de Kamer van 17 december 2014 stelde minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, precies hetzelfde: “En ce qui concerne les zones de police, les moyens accordés diminueront de maximum 2 %, ce que le saut d'index compensera.” Kamer, Integraal verslag, plenaire zitting, avond, 17/12/2014, CRIV 54 PLEN 023.
Nieuwsbrief 2014/05
De maatregel van het Grondwettelijk Hof werd ingeschreven in het regeerakkoord en ook in de begroting. Nog steeds volgens de minister heeft deze een neutrale impact en moet gefinancierd worden zonder meerkost voor de politiezones, wat zeer positief is voor de lokale besturen. • D e gelijkstelling van periodes als contractueel overheidspersoneel voor toekomstige statutaire ambtenaren. Als deze maatregel wordt genomen, zullen voor contractueel overheidspersoneel dat benoemd wordt na de datum van het regeerakkoord, de contractuele jaren niet langer opgenomen worden voor de berekening van het ambtenarenpensioen, eens men statutair wordt. De tijdelijke en de daarmee gelijkgestelde personeelsleden van het onderwijs blijven onder de toepassing van het overheidspensioenstelsel vallen, aangezien het om tijdelijke statutaire personeelsleden gaat. De inwerkingtreding van deze maatregel is gekoppeld aan een tweede pijler pensioen voor contractuelen met een voldoende bijdragenniveau. Deze problematiek werd aangekaart tijdens het onderhoud met minister Daniel Bacquelaine op 3 december jl. en leidde tot het besluit dat de cumul van de door de regering genomen maatregelen belangrijk is, maar met uitgesteld effect. Het gemengd pensioen zal geen rechtstreeks effect op het budget hebben, aangezien het niet van toepassing is op de nieuwe pensioneringen, maar enkel op de nieuwe benoemingen, vanaf een nog te bepalen datum door de Regering. • D e voorwaarde dat een statutair ambtenaar minimaal vijf effectieve dienstjaren moet hebben om aanspraak te kunnen maken op een wettelijk rustpensioen als statutair ambtenaar, wordt opgeheven vanaf 2015. De regering zal in overleg met de Gewesten, de Gemeenschappen en de lokale besturen onderzoeken hoe het ziektepensioen voor ambtenaren kan worden vervangen door arbeidsongeschiktheidsuitkeringen in het kader van het ziekte- en invaliditeitsstelsel voor werknemers. Actie van de Vereniging – arbeidsongeschiktheid Op 3 december pleegden de Verenigingen van Gemeenten overleg met minister van Pensioenen Daniel Bacquelaine. Verslag. Het kabinet werkte in december aan een voorstel om de kosten naar het Riziv te verschuiven. De impact daarvan op de gemeenten moet geraamd worden. Er zal in elk geval een overgangsstelsel komen, dat op termijn een besparing zou betekenen op macro-economisch gebied. Het aandeel van gewerkte periodes in de loopbaan uitbreiden In het kader van deze harmonisering zal de regering een begin maken met het samenbrengen van de verschillende pensioendiensten. De regering zal de loonplafonds voor de inaanmerkingname voor het pensioen van gewerkte en niet gewerkte periodes evalueren, om een sterkere band tussen gewerkte periodes en het pensioen te verkrijgen. “De regering zal bovendien de gelijkstellingen tussen de verschillende pensioenstelsels harmoniseren. Ze zal deze wegen in functie van twee criteria: het al dan niet vrijwillig karakter enerzijds en de maatschappelijke meerwaarde van de periodes die gedekt worden door een gelijkstelling anderzijds. De regering zal er zo op toezien dat periodes van ziekte, invaliditeit, arbeidsongeschiktheid, arbeidsongeval, beroepsziekte en moederschapsrust volledig en aan het laatste verdiende loon gelijkgesteld worden. Gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking en thematische verloven worden volledig en aan het laatst verdiende loon gelijkgesteld. De
gelijkstelling voor niet gemotiveerd tijdskrediet en loopbaanonderbreking wordt afgeschaft.” Tweede pijler voor alle werkgevers Parallel met de invoering van een gemengd pensioen (een pensioen van werknemer voor de jaren als contractueel en een overheidspensioen voor de jaren als statutair) “zal de regering het huidige rechtskader op het gebied van aanvullend pensioen aanpassen zodat de openbare besturen en de overheidsbedrijven aangemoedigd worden om een aanvullend pensioenstelsel te ontwikkelen bij contractueel overheidspersoneel en een begin maken met de opbouw ervan voor het federaal overheidspersoneel met een voldoende bijdrageniveau. In overleg met de openbare besturen zullen ze geleidelijk verplicht worden de uitvoering van hun aanvullende pensioenen aan een pensioeninstelling toe te vertrouwen. Tevens zullen de fiscale behandelingen van opname van de tweede pijler in rente en in kapitaal beter op elkaar afgestemd worden.”
ZESDE STAATSHERVORMING: IMPACT OP DE SUBSIDIES De VSGB creëerde op haar website www.vsgb.be een nieuwe rubriek, “6de staatshervorming” genaamd, om de gemeenten zo goed mogelijk te informeren over de uitvoering van die hervorming, in het bijzonder de repercussies op het beheer van subsidies. De zesde staatshervorming voorziet in een overheveling van heel wat bevoegdheden van de federale overheid naar de gemeenschappen en gewesten. Die verschuivingen hebben aanzienlijke gevolgen op het beheer inzake subsidies: nieuwe subsidiërende overheid, nieuw beleid, andere administratie en contactpersonen. De bijzondere wetten en de wetten tot uitvoering van de zesde staatshervorming werden bekendgemaakt op 31 januari 2014. Sindsdien kunnen de nieuwe subsidiërende overheden de nieuwe regelgeving beginnen doorvoeren. Om de gemeenten zo goed mogelijk te informeren, worden de materies die reeds (of nagenoeg volledig) overgeheveld zijn, in een tabel opgenomen met:
- het akkoord - datum van inwerkingtreding - wettelijke basis
- stand van zaken - andere (informatieve) documenten
Komen er reeds aan bod: Europese toppen, het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD), gemeentelijke sportinfrastructuren, grootstedenbeleid, … Andere materies zullen volgen naar gelang van de vordering van de dossiers. De tabel is zowel gericht tot de politieke mandatarissen als de personen die subsidies beheren in de gemeentebesturen en zelfs bepaalde paragemeentelijke vzw’s. www.vsgb.be > Subsidies > 6de staatshervorming Nieuwsbrief 2014/05
7
DE LOKALE ZONE ONDERGAAT WAT DE FEDERALE REGERING VOOR DE POLITIE BESPAART Er staat heel veel in het regeerakkoord over veiligheid en politie maar er staat niets over de financiering van de zones, en nog minder over het afwentelen van taken van federale aard naar het lokale niveau. Nochtans is het belangrijk want na vijftien jaar politiehervorming is de meerkost ervan nog steeds niet weggewerkt. De hervorming zou de gemeenten niets kosten, zo werd beloofd. Niets is minder waar gebleken en vandaag moeten we helaas vaststellen dat de zones alsmaar meer moeten besparen.
Wat er wel in het regeerakkoord staat “Als het gaat over veiligheid, moeten politiek en overheidsdiensten goed op elkaar zijn ingespeeld ”, zo valt er te lezen. De Regering wil dat, wat politie betreft, bereiken door op verschillende terreinen te werken. Tal van maatregelen moeten zorgen voor versterkte synergiën. Zo worden de inlichtingendiensten hervormd en zal de cyclus voor de zonale veiligheidsplannen beter afgestemd worden op de lokale beleidscycli. Kerntakendebat De kerntaken zullen opnieuw vastgelegd worden. Maar hoewel het akkoord stelt dat de Regering de organisatorische lasten wil verminderen voor de politiezones, preciseert het niet hoe het dat zal doen: “De reglementering betreffende de private veiligheid zal geëvalueerd worden. Op basis van deze evaluatie zal gewerkt worden aan een nieuwe en vereenvoudigde wetgeving waarbij bepaalde taken die niet tot de kerntaken van politie behoren, kunnen worden uitgevoerd door private veiligheidsdiensten. Dit initiatief zal rekening houden met het kerntakendebat van de politiediensten.” Er werd intussen in het Parlement een wetsvoorstel ingediend dat bepaalde politietaken wil delegeren aan privébedrijven1. De gedetailleerde lijst met taken die aan een privépolitie gedelegeerd zouden kunnen worden omvat onder meer het toezicht op koninklijke gebouwen, de bescherming van uitgaansbuurten, ambassades, internationale instellingen, justitiepaleizen en andere administratieve gebouwen, maar ook het vervoer van gedetineerden, het toezicht op evenementen en de opvang van slachtoffers. De vergaderingen van de werkgroep die belast is met het opnieuw vastleggen van de kerntaken gingen van start op 18 december. Maar door de politietaken te wijzigen, riskeert ook enerzijds de verdeelsleutel voor de financiering van de zones aangepast te worden, met verschuiving van de financiering naar de bedrijven die de gedelegeerde taken uitvoeren, en anderzijds de bepaling van het aantal agenten per zone herzien te worden. Waakzaamheid is dus geboden. Heet van de naald: de VSGB werd geraadpleegd... maar geen Brusselaar in de taskforce Tijdens de parlementaire bespreking van 17 december in de Kamer heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon, als antwoord op een vraag van Emir Kir die trouwens lid is van het Bureau van de VSGB, uitdrukkelijk gezegd dat hij zou overleggen met de Vereniging. We citeren: “In de taskforce zitten de federale politie, de lokale politie en enkele specialisten. Ik wil mij ertoe verbinden om overleg te plegen met de VVSG en de Verenigingen van de Steden en Gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Wallonië.” 2 Aangezien de Vereniging nog altijd geen uitnodiging voor de taskforce kreeg, wacht zij dus op dit overleg.
8
Ze is echter geschokt dat, voor zover zij weet, alleen de chefs van de zones van de Westkust, Komen-Waasten en Antwerpen deelnemen aan de taskforce als vertegenwoordigers van de zones. De kans is dus groot dat als er geen Brusselaars zullen deelnemen en dat de specifieke kenmerken van de hoofdstad niet opgenomen zullen worden in het verslag van de werkgroep. Veiligheids- en preventieplannen en camerawetgeving De veiligheids- en preventieplannen zullen vóór de verlenging van de plannen in 2017 geëvalueerd worden op basis van de resultaten. De Regering blijft erbij dat preventie een belangrijk onderdeel van de gemeenschapsgerichte politie is. Ook de camerawetgeving zal herzien worden, met een uitbreiding van personen die gemachtigd zijn om de beelden te bekijken. Actie van de Vereniging Op verzoek van de Conferentie van Burgemeesters heeft de Vereniging een advies uitgebracht over de mogelijkheid om burgemeesters toegang te verlenen tot de beelden van bewakingscamera's. De Conferentie heeft op 8 oktober besloten om dit advies te steunen en daags nadien te verdedigen in een brief aan de minister van Binnenlandse Zaken. Meer blauw op straat Volgens het akkoord moet de politie efficiënt georganiseerd worden, wat zou moeten resulteren in een effectievere aanwezigheid op straat. Ook moet de rol van de wijkpolitie versterkt worden, vooral op het gebied van conflictpreventie. De Regeringsverklaring stelt dat de minister van Binnenlandse zaken belast zal worden met enerzijds een precieze inventaris van de opdrachten toevertrouwd aan de federale en lokale politie en anderzijds de bepaling van hun kerntaken. In overleg met de minister van Justitie zou de administratieve werklast inzake de gerechtelijke opdrachten verminderd worden. De Vereniging is tevreden met de aankondiging van een kadaster van de taken, zoals zij zelf gevraagd heeft. Aan de hand van deze inventaris kan er een objectief beeld van de werklast verkregen worden. Hervorming van het statuut en het tuchtstelsel Het akkoord kondigt tevens aan dat het statuut van het politiepersoneel vereenvoudigd en gemoderniseerd wordt om de operationaliteit van de dienst te verbeteren. Het aantal toelagen en vergoedingen zal eveneens verlaagd worden en binnen gesloten enveloppe evolueren, en de mobiliteit tussen het CALOG-statuut (administratief en logistiek kader) en operationele politie wordt mogelijk gemaakt.
1 Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid wat de overname van politietaken betreft, Parl.St., Kamer van Volksvertegenwoordigers, gewone vergadering 20142015, nr. 675/1. 2 De Kamer, Integraal Verslag, plenaire vergadering, avondvergadering, 17/12/2014, CRIV 54 PLEN 023.
Nieuwsbrief 2014/05
Maar de voorvechter van de gemeentebelangen wordt geïnterpelleerd bij het lezen van de passage waarin een vereenvoudiging van de tuchtwet beloofd wordt en die zegt dat “de rol van de burgemeester hierin wordt beperkt” (sic). De tuchtwet werkt inderdaad niet, die vaststelling delen we. Maar we begrijpen niet waarom de rol van de burgemeester dan beperkt moet worden, want door hem de verantwoordelijkheid te laten behouden zonder het bijbehorende gezag wordt de burgemeester een essentieel instrument ontnomen om deze taak uit te oefenen! De VSGB heeft ervoor gepleit dat er een andere oplossing dan de beperking van de rol van de burgemeester in het tuchtsysteem uitgewerkt zou worden en dat de lokale overheden overleg zouden plegen voor de herbepaling van het tuchtstelsel.
Het Verkeersveiligheidsfonds
Bijzondere aandacht voor opleiding en aanwerving
In het federaal memorandum van de gemeenten wordt het Verkeersveiligheidsfonds besproken onder punt 10. Het memorandum kan geraadpleegd worden op www.vsgb.be > publicaties
De Regering belooft bijzondere aandacht te schenken aan het kwaliteitsbeleid en de uniformisering van de politieopleiding die vanaf nu gekoppeld zal zijn aan financieringsmechanismen door beheerscontracten. Ook wil ze de opleiding voor het middenkader hervormen, die meer in modules opgebouwd zal zijn. Het is een goede zaak dat het akkoord ook de financiering van de politiescholen bekijkt, want de subsidies van de scholen zullen vanaf nu afhankelijk zijn van het aantal leerlingen en zullen dus dalen in verhouding tot de vermindering van de aanwervingscontingenten. De Vereniging vraagt meer uitleg over het nieuwe verwachte financieringsmechanisme op dit gebied. Verder wordt het hele rekruteringssysteem weer op tafel gelegd, met het plan van een voorbereidingstraject tot de politieopleiding. In de huidige vorm zijn de rekruteringsprocedures lang en zwaar. Veel kandidaten haken daardoor af en de medische geschiktheidsproeven zorgen er op hun beurt voor dat heel wat andere kandidaten afvallen, die nochtans geschikt zouden kunnen zijn. Ten slotte hebben de Brusselse zones het moeilijk om binnen de eigen bevolking aan te werven, wat nochtans een duidelijk nabijheidsvoordeel biedt. Pensioenen De pensioenproblematiek van de politie is veelzijdig. Er zijn enerzijds de gevolgen van het arrest van het Grondwettelijk Hof van 10 juli 2014 waardoor vele politieagenten langer aan het werk moeten blijven. Daardoor moeten de zones hun plannen voor pensioen, vervanging en aanwerving plots herzien. Anderzijds is sinds de politiehervorming een nieuw systeem voor pensioenbijdragen van kracht ter vervanging van het systeem van de specifieke pool voor de zones. Dit nieuwe systeem moet de bijdragenvoeten voor de verschillende pensioenen van de lokale sector gelijkschakelen, met een gemeenschappelijk basisbedrag en een variabele responsabiliseringbijdrage. Daardoor zullen de bijdragen en dus de pensioenkosten echter sterk stijgen voor de zones. De Vereniging is verrast dat deze parameters niet opgenomen werden in de regeringsverklaring. In het federaal memorandum van de gemeenten wordt het probleem van de pensioenen besproken onder punt 3 en 7. Het memorandum kan geraadpleegd worden op www.vsgb.be > publicaties
De Regering heeft beloofd dat de zones niet zullen lijden onder de gewijzigde regels van het Verkeersveiligheidsfonds. Deze vrees vloeide voort uit de overheveling van deze materie naar de gewesten in het kader van de zesde staatshervorming. Het Verkeersveiligheidsfonds, dat op federaal niveau in het leven geroepen werd, is belangrijk voor de zones omdat een deel van de opbrengsten hen toebedeeld wordt en dit de ontoereikende financiering van de zones deels vergoelijkt. Tot nu toe werd het Fonds voor driekwart gespekt met de inkomsten van boetes voor snelheidsovertredingen die door de lokale politie vastgesteld worden.
Automatisering van justitie en politie Enkele passages in het akkoord beloven de automatisering van justitie en politie, wat niet alleen belangrijk is voor de burgers... maar ook voor de gemeenten want zij moeten nog te vaak dossiers verwerken op basis van te zware papieren procedures. Het verschil in automatiseringsniveau bij de verschillende actoren heeft een negatieve invloed op de efficiëntie. Daarom zijn we blij te lezen dat de Regering de werking van justitie volledig wil automatiseren, maar ook dat deze automatisering afgestemd moet zijn op de gelijktijdige automatisering van de politie. We willen echter dat de Regering deze hervorming snel doorvoert.
Wat er niet in de regeringsverklaring staat Een structureel overleg Bij het aangekondigde kerntakendebat staat nergens dat de lokale besturen betrokken zullen worden. Zij vormen nochtans de zone en hebben het beste beeld van de taken binnen die zone. De minister van Binnenlandse Zaken was van plan om snel werk te maken van dit debat. De vergaderingen van de werkgroep die de kerntaken opnieuw moet vastleggen, gingen van start op 18 december... zonder ook maar één vertegenwoordiging van de lokale besturen. De VSGB herinnert aan het belang om op een structurele manier de besturen te raadplegen. Maar al te vaak staan zij voor voldongen feiten en moeten zij de factuur betalen voor wijzigingen in het statuut of voor taken die door de federale overheid, politie of parketten gevraagd worden. Zo heeft de federale overheid altijd onderhandeld over de lonen in comité A en het resultaat daarvan opgelegd aan de lokale besturen, zonder dat op één enkel moment de financiële haalbaarheid van de maatregelen nagegaan wordt. In het verleden is trouwens maar al te vaak gebleken dat de Adviesraad van Burgemeesters niet het meest geschikte orgaan is om tegemoet te komen aan de vraag naar structureel overleg. Het wordt maar in allerlaatste instantie geraadpleegd terwijl zijn advies niet eens bindend is. Het federaal memorandum van de gemeenten herinnert aan de vraag naar structureel overleg onder punt 2, 7 en 12. Het memorandum kan geraadpleegd worden op www.vsgb.be > publicaties
Nieuwsbrief 2014/05
9
Een aangepaste financiering Het akkoord rept met geen woord over de financiering van de politiezones! Toch moeten we vaststellen dat er niet tegemoetgekomen werd aan de budgettaire neutraliteit voor de gemeenten van deze hervorming, zoals indertijd beloofd was. Ter herinnering: de financiering gebeurt momenteel op basis van de KULnorm, die van meet af aan onder vuur lag om verschillende redenen. In de eerste plaats was deze norm door de makers (professoren van de Universiteit Leuven) niet gedacht als financieringsnorm maar als maatstaf om de verschillende zones met elkaar te kunnen vergelijken. Vervolgens werd al snel door deze zones aangevoeld dat deze norm, die trouwens oorspronkelijk bedoeld was als provisorium, geen deugdelijke financiering opleverde. De opeenvolgende ministers beloofden elk om de norm aan te passen , maar na al die jaren is dit provisorium blijkbaar definitief geworden.
De erkenning van de hoofdstad De federale overheid moet de bijzonderheden van de hoofdstad erkennen en daarin investeren, want de uitdagingen in de zes zones staan niet in verhouding tot die in de andere zones van het land. Alle nationale en internationale betogingen gaan nu eenmaal door in de hoofdstad, net zoals alle Europese toppen en bezoeken van staatshoofden, regeringsleiders en voorzitters van internationale organisaties. Het is niet normaal om die specifieke kenmerken van de hoofdstad te negeren of de lasten daarvan af te wentelen naar de Brusselse gemeenten alleen. De VSGB volgt de financieringen met betrekking tot de toppen
In 2012 maakte de VSGB een studie als basis voor het debat. U vindt deze studie terug op www.vsgb.be > documenten > politie > Financiering van de politiezones aan herziening toe [31.05.2012].
- U vindt de fiche “Europese toppen” op: www.vsgb.be > een subsidie zoeken > subsidiërende overheid > Brussels Hoofdstedelijk Gewest > Europese toppen - U vindt de gevolgen van de 6e staatshervorming op www.vsgb.be > een subsidie zoeken > 6e staatshervorming > Europese toppen
Naast die norm werden hier en daar sociale dotaties en dotaties uit het Verkeersveiligheidsfonds (zie hoger) gebruikt om de meerkost van de hervorming te financieren.
En de aangepaste financiering moet rekening houden met alle factoren: menselijke en organisatorische factoren maar ook logistieke factoren, op het gebied van behoorlijk en aangepast materiaal.
De financiering van de Brusselse politiezones
De "bevroren solidariteit" (zie onze studie van 2012), die na twaalf jaar volledig afgebouwd zou worden, is eveneens een gevolg van de KUL-norm. Die solidariteit maakte dat de Brusselse zones, die meer dan waar ook geïnvesteerd hadden in hun politie, hun dotatie zagen dalen, uit "solidariteit" met de zones met een investeringsvertraging. Deze solidariteit werd uitgedacht als degressief... maar werd vanaf 2004 bevroren. Als er geen corrigerende maatregelen genomen worden, zou de solidariteit van de zes Brusselse zones pas uitdoven in 2046! Dan zal zij de Brusselaars 197.503.609 euro gekost hebben in plaats van de oorspronkelijk verwachte 61.931.780 euro. Die KUL-norm dateert bovendien enerzijds van voor de bevolkingsexplosie in Brussel en anderzijds van voor de beslissing om alle Europese toppen in de hoofdstad te laten plaatsvinden. De norm houdt evenmin rekening met de capaciteit binnen de zone en de werkvolumes. Ten slotte is er volgens de norm geen onderscheid tussen landelijke gebieden en steden of tussen grote en kleine steden. Bovendien is er niets bekend over de verdere ontwikkeling van de dotaties voor de zones. De dotaties worden afgestemd op de dotatie van het voorgaande jaar, en voor 2014 betreuren we al de vermindering als gevolg van de negatieve index. Voor 2015 is de begrotingsomzendbrief eindelijk beschikbaar... sinds 3 december . De lokale politie is verantwoordelijk voor de basisopdrachten, die de volledige bestuurlijke en gerechtelijke politie omvatten voor het beheer van de gebeurtenissen. Maar daarnaast kan ze belast worden met bepaalde opdrachten van federale aard, die besloten worden door de minister van Justitie door middel van dwingende richtlijnen en die betrekking hebben op zowel het soort personeel als op hoeveel personeel er ingezet moet worden. Dat kan gaan van de bijzondere bescherming van personen tot financiële recherche. Op die manier worden op federaal niveau besparingen gerealiseerd ten koste van het lokale niveau.
10
In hoofdstuk 7 van het federale memorandum van de gemeenten worden deze punten specifiek besproken. Het memorandum kan geraadpleegd worden op www.vsgb.be > publicaties
Het regeerakkoord moet aangevuld worden We kunnen het onderdeel “politie” van het akkoord samenvatten in enkele uitdagingen, namelijk: - De Regering moet rekening houden met de realiteit van de politiezones. - Er moet een behoorlijke financiering komen voor de zones. De KUL-norm moet aangepast worden. De “bevroren solidariteit” moet stoppen. We kunnen niet aanvaarden dat de Brusselse zones de diensten betalen waar de hele bevolking baat bij heeft. Deze last moet gedragen worden door de federale overheid. - De lokale besturen moeten veel meer betrokken worden bij voorgestelde maatregelen. - Het is absoluut noodzakelijk dat de burgemeesters betrokken worden bij de uitwerking van het nieuwe tuchtstelsel. Zij zijn immers de werkgevers en verantwoordelijk voor hun korps. - Op operationeel vlak moeten de reserve en de uitrusting van de politie verbeterd worden. Ook hier gaat het om een taak van de federale overheid. - De rekrutering en de opleiding moeten herzien worden. De federale overheid moet beter op de hoogte zijn van hoeveel mensen de organisatie verlaten en hoeveel er toekomen, zodat de zones voorspellingen kunnen maken. Ten slotte moet er meer aandacht geschonken worden aan de kwaliteit van de opleiding.
Reactie op het federaal regeerakkoord Zodra het bekendgemaakt werd, heeft onze Vereniging een analyse gemaakt van het federaal regeerakkoord, voor alle aspecten die de lokale besturen aanbelangen. Een nota die een synthese maakt van de impact van het regeerakkoord, zou door het Bureau van de VSGB goedgekeurd moeten zijn op het moment dat dit tijdschrift van de persen rolt.
3 We herinneren aan de belofte van de vorige minister, Joëlle Milquet, ten aanzien van de drie verenigingen in januari 2012: www.vsgb.be > Actua > Politiezones - naar een herziening van de KUL-normen [17.2.2012] 4 Omzendbrief PLP 53. Deze omzendbrief kan geraadpleegd worden op www.besafe.be > lokaal beleid en politie > politiebeheer.
Nieuwsbrief 2014/05
STEDENBOUWKUNDIGE INLICHTINGEN In haar brief van 8 oktober aan de minister-president had de VSGB overleg gevraagd, om de wet te wijzigen die verhuurders verplicht om een aantal stedenbouwkundige inlichtingen te geven die ze aan de gemeenten moeten vragen, ingevolge de wijziging van het BWRO in augustus jl. Het Gewest sluit zich aan bij het advies van de VSGB Enkel de publiciteit betreffende verhuring voor meer dan 9 jaar valt onder de verplichte publiciteit van stedenbouwkundige inlichtingen. Het Brussels Gewest heeft de reikwijdte verduidelijkt van de verplichtingen inzake publiciteit betreffende de verkoop, de vestiging van opstal of van erfpacht, of de verhuring voor meer dan 9 jaar van onroerende goederen. De betrokken akten zijn dezelfde, of de publiciteit nu door een notaris of door een andere persoon, particulieren of vastgoedmakelaars verricht wordt. De interpretatie van de administratie verschaft een redelijke praktische toepassing aan de laatste hervorming van het BWRO inzake stedenbouwkundige inlichtingen. De volledige versie van dit bericht: www.vsgb.be > Actualiteit
DUURZAME ONTWIKKELING
- Nacht van de kennis over Brussel
- Workshop milieubeheer in een lokaal bestuur
- Begeleidingscomités projectoproep Agenda Iris 21
Op 21 november werd de Vereniging uitgenodigd op de 3e editie van de Nacht van de kennis over Brussel, die plaatsvond in het Kaaitheater. Dit evenement was georganiseerd door het Brussels Studies Institute, met praktijkdeskundigen die ervaringen, ideeën en kennis uitwisselden met het publiek. Het thema van de avond was duurzame ontwikkeling. Onze medewerker Philippe Mertens stelde er de lokale besturen voor als mogelijke motoren van transitie en maakte er een balans op van de Lokale Agenda’s 21 in Brussel. Op 25 november organiseerde de dienst Duurzame Stad de workshop “Milieubeheer in een lokaal bestuur: principes, technieken en tools”. Een deskundige beschreef er in detail het eco-team, een model dat tools aanbiedt om een voorbeeld te stellen op het vlak van milieu in lokale besturen gemeente en OCMW. Op het programma stond ook een korte presentatie van het ecodynamisch label door Leefmilieu Brussel en het voorbeeld van de gemeente Anderlecht die het ecoteam opgenomen hebben in hun milieuactieprogramma.
Meer info - www.eco-team.be: deze website werd gemaakt na de test “Ecoexemplarité des communes wallonnes” door Espace Environnement in 8 Waalse gemeentebesturen. Dit experiment wordt ook beschreven op de website van een van de coördinatoren www.reseau-idee.be - De ervaring van Anderlecht wordt voorgesteld op www.anderlecht. be/environnement/eco-team Op 11, 12 en 19 december vergaderden in de Vereniging de begeleidingscomités van de projectoproep Agenda Iris 21. Deze maken deel uit van de begeleiding en de follow-up die de VSGB aanbiedt voor gemeenten en OCMW’s die gebruik maken van de gewestelijke financiële ondersteuning, om duurzaamheid toe te passen op het grondgebied en in de werking van het lokaal bestuur.
Nieuwsbrief 2014/05
11
Aansluitend bij het Brussels regeerakkoord - waarvan de krachtlijnen die de gemeenten aanbelangen, samengevat werden in de vorige Nieuwsbrief - is de algemene beleidsverklaring die minister-president Rudi Vervoort voorlas bij de start van het parlementair werkjaar een boeiende tekst. Vooral omdat heel wat beslissingen uit het akkoord concreet op de agenda gezet werden. Beleidsverklaringen leggen doorgaans het regeringswerk voor het nieuw parlementair jaar vast. Aangezien dit een eerste oefening is van de nieuwe Brusselse regering, is deze dus bijzonder interessant. Wij analyseren en selecteren enkele passages.1. “Hiermee sturen wij naar de gemeenten het signaal uit dat samengewerkt moet worden om de verslechtering van hun saldo, die het gevolg is van de ESR-logica, op te vangen.”
DE KALENDER VAN DE ALGEMENE BELEIDSVERKLARING VAN DE BRUSSELSE REGERING De algemene beleidsverklaring werd door de minister-president aan het Brussels Parlement voorgesteld op 15 oktober. Elk jaar worden bij de start van het parlementair werkjaar de krachtlijnen van het regeringsbeleid voor het komende jaar beschreven, maar 2014 is tevens het begin van een legislatuur, dus deze gaat nog verder. Het is een samenvatting - niet exhaustief maar toch vrij volledig - van het regeerakkoord van juli en diept er bepaalde punten van uit. De lezer vindt er vooral preciseringen qua planning en vordering van de dossiers. 2.
Stedenbouw De regering wil alle overheidsinstanties die werkzaam zijn rond territoriale ontwikkeling, in 2 organismen samenbrengen: “Enerzijds gaat het om een para-gewestelijke instelling, waarin alle actoren samenkomen die zich toeleggen op de kennis van het grondgebied en op planning, en die adviezen verleent aan de Regering in de aanloop naar haar projecten. Dat wordt het Brussels Planningsbureau. Hierin zijn ook alle entiteiten vertegenwoordigd die zich bezighouden met analyse en statistiek om zo te kunnen beschikken over een centrale "kennistool" voor Brussel. (…) Anderzijds is er de "overkoepelende instantie", een openbare grondontwikkelaar belast met de operationele uitvoering van projecten. Dat wordt de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting. (…) Deze grote hervorming is op 2 oktober van dit jaar opgestart met de lancering van het noodzakelijk wetgevend werk: de goedkeuring van de twee ontwerpordonnanties voor deze beide structuren. Deze ontwerpordonnanties leggen het wetgevend kader van de structuren vast” [en werden voorgelegd voor advies bij de Economische en Sociale Raad 3 en bij de Gewestelijke Ontwikkelingscommissie 4, die elk een advies uitgebracht hebben]. De regering wil deze twee ordonnanties begin 2015 aan het Parlement voorleggen. Deze projectstedenbouw is “realistischer, maar daarom niet minder ambitieus”. Hij voorziet in de oprichting van een specifieke operationele structuur, geënt op de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting, waarin de overheidsmiddelen, meer bepaald de gronden, samengebracht zijn.
12
De oprichting van deze structuur staat gepland voor het eerste semester van 2015. Nog een grote werf die opgestart zou moeten zijn op het moment dat u dit tijdschrift in handen krijgt, is de vereenvoudiging van de stedenbouwkundige procedures. De eerste intentie daarbij is een harmonisering van de procedures met het oog op een inkorting van de termijnen en meer synergie bij de behandeling van de aanvragen voor wat betreft stedenbouw en leefmilieu. (…) Daarom gaan we van start met de wijziging van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO), die eind 2014 ingezet zou moeten zijn en zich zal toeleggen op een vereenvoudiging van de stedenbouwkundige procedures. Maar er zijn ook de wijzigingen aan de erfgoedprocedures, met inbegrip van het eensluidend advies van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen.
Territoriale ontwikkeling Dit parlementair jaar zullen we een heel aantal planningsprocessen zien evolueren en bepaalde zullen zelfs afgerond worden: - goedkeuring van de krachtlijnen van een stadsproject voor het Weststation in 2015 - goedkeuring van het BBP voor de site Tour&Taxis in de komende maanden - goedkeuring van de eerste lezing van het richtschema voor de Pool Zuid begin 2015 - goedkeuring van het richtplan en een effectenstudie voor de site Josaphat in de loop van het eerste trimester 2015 - goedkeuring van de programmeringsstudie voor de driehoek Delta, tegen de afwerking van dit artikel Tot slot worden nog twee andere maatregelen aangekondigd, maar zonder duidelijke kalender: - goedkeuring van de studie voor de heraanleg van de E40 als stadslaan bij Reyers - aanduiding van de laureaat voor de overheidsopdracht Neo 2 met betrekking tot het Congrescentrum op de Heizelvlakte
1 Wij selecteerden uit de beleidsverklaring enkele belangrijke thema’s voor de gemeenten. We gaan hier echter niet in op het hoofdstuk inzake werk en vorming, aangezien dat aan bod komt in ons artikel gewijd aan Bruxelles Formation. 2 Opgelet, deze dossiers zijn wellicht nog geëvolueerd sinds de afwerking van dit artikel en de publicatie van dit nummer van ons tijdschrift. 3 Advies van 20/11/2014, ref. A-2014-062-ESR, beschikbaar op http://esr.irisnet.be 4 Advies van 13/11/2014, beschikbaar op www.crd-goc.be
Nieuwsbrief 2014/05
Stadsrenovatie De regering gaat verder met de klassieke wijkcontracten, met bijzondere aandacht voor de verbetering van de procedures, maar vanaf begin 2015 gaan ze ook van start met stadsrenovatiecontracten die de gemeentegrenzen overstijgen. Tegen het moment dat dit artikel verschijnt, start een aanpassing van de ordonnantie betreffende de stadsvernieuwing om deze tweevoudige doelstelling aan te pakken. De wijziging van deze ordonnantie werd ook besproken binnen de stuurgroep van de intergemeentelijke werkgroep ‘subsidies’ (WGS) waaraan de VSGB sinds jaren meewerkt. De WGS wil aan de regering zijn technische knowhow aanbieden met betrekking tot dit belangrijke dossier dat de gemeenten aanbelangt. Op het einde van het eerste trimester van 2015 worden ook de projecten voor de nieuwe EFRO-programmering gekozen, die eveneens bijdragen tot het beleid inzake territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing.
Veiligheid In de nasleep van de overdracht van een reeks veiligheidsbevoegdheden zal een autonome gewestelijke dienst voor veiligheid en preventie worden opgericht die rechtstreeks afhangt van de minister-president. Zoals wij reeds aanstipten, moet die het overleg en de coördinatie van het veiligheidsbeleid in Brussel verbeteren, in samenhang met een Permanente Conferentie van de Openbare Veiligheidsinstanties, met daarin alle overheden die zich bezighouden met de veiligheid en het gerecht. Deze autonome gewestelijke dienst voor veiligheid en preventie wordt belast met (…) het opstellen van het globaal veiligheids- en preventieplan. Maar de verklaring preciseert de stand van zaken van het dossier: “Mijn Regering keurde op 9 oktober in eerste lezing een ontwerpordonnantie goed. Deze komt du in de komende maanden in dit halfrond ter sprake. De Autonome Dienst zou tegen half 2015 operationeel moeten zijn.”.”
Mobiliteit en openbare werken De regering vestigt de aandacht op drie prioriteiten die voorop staan tijdens het parlementaire jaar dat van start gaat, maar die ook op langere termijn gelden voor de volledige legislatuur. “Eerst en vooral, het gewestelijk openbaar vervoer. Onze gewestelijke beleidsverklaring bevat tal van doelstellingen voor de MIVB, maar ik wil hier wijzen op onze absolute prioriteit: de noordelijke uitbreiding van de metro tussen het Noordstation en Bordet. De werken hiervoor moeten van start gaan vóór 2019. (…) Vervolgens, de actieve modi - en dan heb ik het zowel over fietsen als stappen - hebben het grootste groeipotentieel. (…) De prioritaire aandacht voor voetgangers zal een eerste en sterke concrete invulling krijgen met de geplande omvorming van de centrumlanen tot voetgangerszone, waardoor de aanblik van het Brusselse stadscentrum ingrijpend zal veranderen.” Dit project werd aangekondigd en voorgesteld door de stad Brussel in november en brengt boeiende debatten teweeg tussen politici en burgers. 5 De tweede prioriteit is het fietsnetwerk, dat nader gedetailleerd wordt ten opzichte van het regeerakkoord: naast de voltooiing van het 5 Terug te vinden op www.brussel.be/8227.
gewestelijk fietsroutenetwerk, met nieuwe infrastructuren voor fietsers en voetgangers langs het Kanaal, kondigt de minister-president de aanleg aan van afgescheiden fietspaden, over het hele traject van de kleine ring. De eerste stappen zullen daartoe ondernomen worden in de loop van het parlementair jaar dat zopas van start ging. En tot slot is er nog het treinvervoer. Daarvoor wordt logischerwijs verwezen naar het federaal niveau, waar net de regering samengesteld werd, die duidelijk nog niet beseft hoe belangrijk het is Brussel uit te rusten met een degelijk stationsnetwerk. “Onze vragen zijn duidelijk en sluiten aan bij de nationale en gewestelijke behoeften: de lokale en piekuurtreinen onmiddellijk integreren in één GEN-vervoersplan en tegen 2017 de GEN-doelstelling bereiken van een trein om het kwartier in minstens 30 Brusselse stations. In dat verband heb ik aandachtig het nieuwe meerderheidsakkoord van de federale Regering gelezen. Tot mijn spijt bevat dit akkoord geen duidelijke datums over het GEN en blijkt de enige doelstelling erin te bestaan het binnenlands verkeer open te stellen voor concurrentie. Hieruit blijkt meer ideologie dan ambitie. Ik kan u verzekeren dat mijn Regering zich in dit dossier uitermate actief zal opstellen om ervoor te zorgen dat de Brusselse vragen gehoor krijgen.”
Netheid Wat de reiniging betreft, hadden we in onze bespreking van het regeerakkoord reeds gewezen op de raamovereenkomsten en de besprekingen met de gemeenten. Bij de voorstelling van de beleidsverklaring hebben in de tussentijd “al ontmoetingen plaatsgevonden en zijn er op het vlak van reiniging operationele samenwerkingsverbanden opgezet.”
Relatie Gewest-gemeenten De eerste hervorming heeft betrekking op de financiën en zal dus leiden tot een nieuwe algemene dotatie aan de gemeenten. Volgens de minister-president “zijn de lasten die gepaard gaan met de uitdagingen voor ons Gewest, niet billijk verdeeld over onze gemeenten en OCMW's. Dat is een feit. In 2015 zal de Regering [aan het Parlement] de taak toevertrouwen om te stemmen over het kader voor deze hervorming. Wij verbinden er ons toe in het eerste semester van volgend jaar bij dit Parlement een billijke en evenwichtige ontwerpordonnantie in te dienen die transparantie biedt over de gevolgen voor de gemeenten. Het spreekt voor zich dat de debatten die deze Vergadering zal voeren over de nieuwe grondvesten waarop de betrekkingen tussen de lokale overheden en het Gewest moeten steunen, bepalend zullen zijn voor het welslagen van deze hervorming.” Zo zullen vanaf 1 januari 2016 de gemeentelijke legislatuurovereenkomsten tussen het Gewest en elk van de 19 gemeenten in werking treden, en dit voor een eerste periode van drie jaar. Die overeenkomsten bepalen zowel het begrotingskader van het gemeentelijk beleid als de gezamenlijke ontwikkelingsdoelstellingen, onder meer op het vlak van mobiliteit, parkeren, huisvesting, de ontwikkeling van voorzieningen van collectief belang, ... In hetzelfde verband voert de Regering momenteel een evaluatie door van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën – het befaamde BGHGT – en van het fiscaal compensatiefonds, die zij beide wil versterken. Nieuwsbrief 2014/05
13
De andere grote beleidswerf waarvan we tijdens deze legislatuur werk willen maken, is de aangekondigde hervorming van het gewestelijk toezicht op de gemeenten en van het toezicht op de OCMW's en politiezones. Via deze hervorming willen we de autonomie en de responsabilisering van de gemeenten en van de hoge gemeentelijke ambtenaren versterken door geleidelijk te veranderen van paradigma. “Het komt erop aan het aantal handelingen dat onderworpen moet worden aan het algemeen toezicht en het goedkeuringstoezicht, te beperken om geleidelijk over te schakelen naar een toezicht dat ook te werk gaat via thematische audits of periodieke evaluaties. Als algemene regel, waarop natuurlijk uitzonderingen mogelijk zijn, zal gelden dat de door de gemeente goedgekeurde beslissingen onmiddellijk uitvoerbaar zijn, ongeacht of ze wel of niet aan het algemeen toezicht onderworpen zijn.” Bij de afronding van dit artikel zou aan de Regering een voorontwerp van ordonnantie voorgelegd moeten zijn, dat dan in de eerste maanden van 2015 bij het Parlement ingediend zal worden.
En de pensioenen? Omdat de Vereniging verontrust is over de pensioenlast voor de lokale besturen, pleegde ze op 3 december jl. overleg met federaal minister Daniel Bacquelaine. Op de vraag of het federaal niveau een deel van de financiering zou overnemen, werd geantwoord dat dit een gewestelijke bevoegdheid zou zijn. Minister Bacquelaine ging echter overleggen met de gewestelijke ministers bevoegd voor toezicht op de lokale besturen, om de impact van de geplande maatregelen aan te kaarten en te vragen tussen te komen in het gewicht van de pensioenen voor de gemeenten.
Fiscale zaken
14
Het gedeelte van de beleidsverklaring dat gewijd is aan belastingen, is minder interessant voor de agenda, maar stipt aan dat erop toegezien werd: “dat het evenwicht betrekking heeft op de volledige Brusselse entiteit, zowel het Gewest als de gemeenten. Zo werd een provisie van 25 miljoen euro aangelegd om de verwachte tekorten van de lokale overheden op te vangen. Maar vergis u niet. Hiermee sturen wij naar de gemeenten het signaal uit dat samengewerkt moet worden om de verslechtering van hun saldo, die het gevolg is van de hantering van de ESR-logica, op te vangen. Vermits de ESR-logica onverenigbaar is met de belangrijke investeringen die onze lokale overheden moeten verrichten om onder meer het hoofd te bieden aan de bevolkingsexplosie, sturen we dus het eerste signaal uit om samen te werken, het signaal van een gedeelde verantwoordelijkheid en een noodzakelijke solidariteit op schaal van het Gewest. (…) Zoals u weet, voorziet het nieuwe meerderheidsakkoord in een belangrijke fiscale hervorming om de gewestelijke fiscaliteit minder ingewikkeld en rechtvaardiger te maken. Deze hervorming heeft onder meer tot doel te zorgen voor een verschuiving van de belasting op werk naar de belasting op vastgoed en de Brusselse fiscaliteit gunstiger te maken voor de Brusselaars en de Brusselse bedrijven, door de inkomsten te optimaliseren en het fiscale draagvlak te vergroten. Om deze grote uitdaging met succes het hoofd te kunnen bieden, stelt de Minister van Financiën en Begroting momenteel een taskforce samen met 6 fiscaal experts die zich zullen laten bijstaan door het bestuur gewestelijke Nieuwsbrief 2014/05
fiscaliteit. Deze taskforce zal, zodra ze opgericht is, een eerste studieronde houden en een voorstel voor een fiscale hervorming voorbereiden waarin de grote lijnen van het meerderheidsakkoord verwerkt zijn. De Regering zal dit voorstel bespreken in de loop van het eerste trimester van 2015.” Meer info De algemene beleidsverklaring werd afgelegd door de ministerpresident in het Brussels Parlement. De tekst is gepubliceerd in het integraal verslag van de zitting van 15 oktober, beschikbaar op www. parlbruparl.irisnet.be > Parlementaire documenten > Integraal verslag van de plenaire vergaderingen > I.V.1 (14/15)
Zie ook - Het gewestelijk memorandum van de VSGB en het gewesten gemeenschapsmemorandum van de Afdeling OCMW, op www.vsgb.be - "Het Brussels regeerakkoord vanuit de invalshoek van de gemeenten”, verschenen in Nieuwsbrief 2014/4, beschikbaar op www.vsgb.be - “De impact van het Brussels regeerakkoord op de gemeenten”, nota van de VSGB, beschikbaar op www.vsgb.be
Philippe Delvaux - Op basis van de algemene beleidsverklaring Last minute : De Europese gemeenten tegen de boekhoudkundige normen Op 17 december hebben de voorzitters van de 28 verenigingen van Europese steden en gemeenten op een vergadering van het Directiecomité van de REGR unaniem een motie goedgekeurd die eist dat de Europese Unie boekhoudkundige normen goedkeurt die de investeringscapaciteit van de lokale besturen vrijwaren en hun op die manier in staat stelt hun essentiële bijdrage te leveren voor de langverwachte Europese relance. De Waalse Vereniging van steden en gemeenten UVCW gaf de aanzet tot deze actie van alle Europese lokale besturen. De VSGB was er in Rome bij om de motie te ondersteunen. Meer info en tekst van de motie : www.cemr.org - uvcw.be Eind november stelden de ministers-presidenten van het Brussels Gewest, het Waals Gewest en de Federatie Wallonië-Brussel, Rudi Vervoort, Paul Magnette en Rudy Demotte, vast dat de huidige regel om de investeringen mee op te nemen in de berekening van de tekorten in ernstige mate de ondersteuning van de groei bemoeilijkt. De Gewesten, de Gemeenschappen en de gemeenten hekelen al jarenlang de nadelige gevolgen van het geheel van Europese begrotingsregels, die de overheidsinvesteringen op onhoudbare wijze beteugelen. De drie Ministers-Presidenten pleiten er daarom voor dat Europa de overheidsinvesteringen in sterke mate ondersteunt in plaats van deze te ontmoedigen, zoals dat vandaag het geval is. Een tussenkomst is denkbaar op verschillende niveaus. In dit verband liggen er uiteraard verscheidene werkpistes op tafel. Het is dan ook aangewezen dat alle Belgische overheden hen daartoe via hun vertegenwoordiger in de Europese Raad oproepen. Meer info : http://rudivervoort.be > Persbericht van 21/11/2014
Reactie op het Brussels regeerakkoord: de VSGB ontmoet minister Céline Frémault Op 21 oktober hadden VSGB-voorzitter Marc Cools en directrice Corinne François een ontmoeting met Céline Frémault, Brussels minister voor Huisvesting en Leefmilieu. De minister heeft zich ertoe verbonden overleg te plegen met de gemeenten en de VSGB alvorens hervormingen door te voeren en had oor voor hun verzuchtingen. De Vereniging kaartte er de volgende onderwerpen aan: Toewijzing van woningen van gemeenten en OCMW’s De VSGB wees op het besluit van de Brusselse regering van 27 juni 2014 betreffende de regels die van toepassing zijn op de woningen die door openbare vastgoedoperatoren en door sociale verhuurkantoren te huur worden gesteld. Dat verbiedt de aanstelling van politieke mandatarissen om te zetelen in de onafhankelijke toewijzingscommissie. De VSGB heeft eraan herinnerd dat het een essentieel democratisch principe is dat de gemeenteraden het recht hebben om verkozen mandatarissen af te vaardigen. Wat voorafging Zie www.vsgb.be > Actualiteit > Toewijzing van gemeentewoningen – besluit is verschenen [1.8.2014] en de voorafgaande berichten Transitwoningen Om doeltreffend bij te dragen tot de sanering van het woningenpark vroeg de Vereniging dat het Gewest - parallel met de controle op de kwaliteit van de woningen - middelen zou vrijmaken voor de creatie van transitwoningen waarin gezinnen snel onderdak kunnen krijgen als ze een ongezonde woning moeten verlaten. De minister verklaarde dat ze een kadaster wil creëren en voorrang wil verlenen aan de herhuisvesting van slachtoffers van echtelijk geweld. Ordonnantie vervuilde bodem De ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende de vervuilde bodems heeft aanzienlijke verbeteringen aangebracht ten opzichte van de vorige ordonnantie. Er blijven echter nog grote problemen, met name de band tussen de procedures voor verificatie van de staat van mogelijk vervuilde bodems en de afgifte van stedenbouwkundige en milieuvergunningen door de gemeenten. Bovendien stelt het proces voor de opstelling en de validering van de bodeminventaris nog altijd probleem, voornamelijk omdat de eigenaar van het perceel de aanwijzingen die in aanmerking genomen worden om een vermoeden van vervuiling te weerleggen. De minister heeft aandacht voor de problematiek betreffende de bewijslast van mogelijk vervuilde bodem.
Afgifte van milieuvergunningen Toen het Gewest in 1997 een nieuwe ordonnantie betreffende de afgifte van milieuvergunningen goedkeurde, nam zij de helft van het loon op zich van het gemeentepersoneel dat die taak moest verrichten. Maar in 2012-2013 schaft het Gewest plots deze subsidie af en verplicht het de gemeenten deze kosten te dragen. Het Gewest had toen beloofd de gemeenten te betrekken bij de opstelling van een nieuw besluit. De Vereniging heeft de problematiek aangekaart bij de minister en onderstreepte de financiële moeilijkheden indien de subsidie verdwijnt. Ze wees er ook dat de gemeenten diezelfde vrees hebben ten aanzien van een soortgelijke subsidie voor de gemeentebeambten die bevoegd zijn voor energie-efficiëntie van gebouwen. Lokale Agenda 21 en milieuacties De VSGB richt de schijnwerpers op het verrichte werk: 23 Lokale Agenda 21 kwamen tot stand in Brussel. Deze 23 programma’s behelzen honderden projecten opgezet door 16 gemeenten en 7 OCMW’s, dankzij gewestelijke steun. De acties in het kader van deze programma’s hebben betrekking op allerlei bevoegdheden en opdrachten van de lokale besturen. De Vereniging onderstreept dat de gemeenten deze dynamiek gaande willen houden en heeft een balans van de Lokale Agenda’s 21 overgemaakt aan de minister, die er de nodige aandacht aan belooft te geven. Black-out De Vereniging heeft zich gebogen over het risico op black-out en wat we eraan kunnen doen. Het Gewest heeft geen rechtstreekse bevoegdheden, maar zal de nationale campagne “OFF-ON” van de FOD Economie weerklank geven. Brussel wordt niet rechtstreeks getroffen door het afschakelplan, maar kan aanzetten tot nationale solidariteit, voor het evenwicht van het netwerk en verdeling van de energie-inspanningen. Meer info over de campagne OFF-ON: http://offon.be Energie-efficiëntie van gebouwen Een actieplan voor energiebeheer PLAGE maakt het mogelijk het brandstofverbruik gemiddeld met ongeveer 15 % te doen dalen en het elektriciteitsverbruik met 4 % te verlagen (gemeentegebouwen, ziekenhuizen). In 2010 hebben 15 gemeenten, 2 huisvestingsmaatschappijen, 5 ziekenhuizen en 6 onderwijsnetten meegewerkt aan de opstelling van een PLAGE actieplan voor 3 tot 4 jaar. De Vereniging heeft alle voordelen van dit soort programma uitgelegd en wil dat het verlengd kan worden voor de gemeenten. De minister heeft beloofd daarover na te denken.
Bovendien werkt Leefmilieu Brussel momenteel aan een evaluatie van de ordonnantie, in overleg met de gemeenten en de VSGB.
Nieuwsbrief 2014/05
15
Reactie op het Brussels regeerakkoord: de VSGB vergadert met het kabinet van Rudi Vervoort Wat voorafging Vanaf eind juli analyseerde onze Vereniging de beschikkingen van het regeerakkoord van 21 juli 2014 met betrekking tot de lokale besturen. Een synthese van de impact werd door haar politieke organen goedgekeurd in september. De nota werd op 29 september verstuurd naar de minister-president, met een vraag om overleg over de belangrijke punten voor de gemeenten. Op 6 november werd de Vereniging ontvangen op het kabinet van de minister-president. Voordien was ook de Afdeling OCMW al ontvangen op het kabinet, om de spots te richten op specifieke materies omtrent maatschappelijk welzijn. Op 6 november 2014 ontvingen de kabinetsmedewerkers van de Minister-President de directie en de studiedienst van de VSGB. Dit gaf de mogelijkheid om naast de politieke standpunten die door het Bureau al zijn bekend gemaakt, het regeerakkoord gezamenlijk te overlopen. Diverse aspecten van de verklaring kwamen aan bod, waarbij de Vereniging ook aandacht vraagt voor dossiers die eigenlijk op federaal niveau beslist worden, maar op gewestelijk vlak een grote impact hebben. We zetten de belangrijkste even op een rijtje. Financiële uitdagingen De financiering van de pensioenen, het stelsel en de verdeling van de Gesco’s, de financiering van de politiezones: het gaat hier om gemengde dossiers. De federale overheid beslist immers over pensioenen en politie, maar de gevolgen zijn duidelijk voelbaar op regionaal niveau. De federale minister van Pensioenen, met wie we overleg pleegden in november, had de verantwoordelijkheid voor het dragen van de kosten die op de gemeenten terechtkomen, doorverwezen naar het gewestelijk niveau. Daar moet de gemeentedotatie de gemeenten bijspringen, die nu voor zware inspanningen staan. Naast de bedragen van de financiering wou de VSGB de structuur ervan bespreken, meer bepaald het mechanisme van contractualisering tussen Gewest en gemeenten. Het mechanisme van de dotatie wordt
immers aan een grondige herziening onderworpen, met een vaste schijf die berust op een drieledig criterium van statistieken, demografisch gewicht en precariteitsniveau, en anderzijds een gecontractualiseerde schijf, effectief vanaf 2016, die de uitdagingen van de legislatuur dekt. Het kabinet heeft ons verzekerd dat deze contracten opgesteld zullen worden op een gezonde discussiebasis tussen de overheidsniveaus en dat bijzondere aandacht zal gaan naar het respect voor de rechten en plichten van beide partijen … misschien wel een ‘discussie’, maar geen overleg! Hervorming van het toezicht In de regeringsverklaring wordt een hervorming aangekondigd van het toezicht op gemeenten, politiezones en OCMW’s. We evolueren naar een grotere responsabilisering, met name door het toezicht ‘door verloop van de termijn’. Het onderhoud gaf ons de gelegenheid om te vragen hoe die hervorming er zal uitzien en wat de verzuchtingen van de gemeenten zijn. Uiteraard benadrukten we dat hervormingen het liefst van al door te voeren zijn in overleg met de betrokkenen, de lokale besturen, zelf. Het openbaar ambt Het openbaar ambt op niveau van de lokale besturen zal hervormd worden, het gaat om de voortzetting van het werk dat de vorige Regering had aangevat. De onderhandelingen gebeuren via de geijkte kanalen, op niveau van het Comité C, maar toch lijkt het ons belangrijk om ook op technisch vlak zoveel mogelijk de lokale besturen te betrekken bij het uitwerken van de verdere regels. 1 Meer info over de impact van het gewestelijk regeerakkoord: - Raadpleeg onze nota op www.vsgb.be - In deze Nieuwsbrief publiceren wij een artikel over de kalender van de algemene beleidsverklaring.
MOBILITEIT - Week van Vervoering: debriefing - Mijn dorp in de stad: debriefing - Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer - Ordonnantie parkeren Op 3 november organiseerde de Vereniging de werkgroep Politie in het kader van de Week van Vervoering en de autoloze zondag. Doel was de debriefing van de autoloze zondag, samen met de zes politiezones, Mobiel Brussel en de MIVB. Het evenement verliep nogmaals zonder ernstig incident. De enige schaduwzijde is de niet-naleving van het verkeersreglement door de voetgangers en vooral de fietsers, die deze zondag als de hunne beschouwen. De werkgroep vraagt het kabinet van de nieuwe mobiliteitsminister Pascal Smet om een evaluatie van het evenement te verrichten. Die evaluatie zal overigens ook binnenkort in het Brusselse Parlement besproken worden.
16
Een maand later, op 2 december, verrichtten de Vereniging en Mobiel Brussel een evaluatie van de projecten ‘mijn dorp in de stad’ georganiseerd door acht gemeenten op de autoloze zondag, op verschillende plaatsen in de hoofdstad. Net als de vorige jaren bewijst het succes van de dorpen de gemeentelijke belangstelling voor deze projectoproep. Op 4 november en 9 december organiseerde de Vereniging de eerste twee vergaderingen van de Raadgevende Commissie voor het Wegverkeer (RCWV) in Jette en Schaarbeek, onder het voorzitterschap van Hervé Doyen en Bernard Clerfayt. De Commissie ligt in het verlengde van de ordonnantie van 3 april 2014 betreffende
1 Deze kwestie werd ook besproken in de commissie Binnenlandse Zaken van 9 december, in de mondelinge vraag "de invoering van een duidelijk regelgevend kader voor de lokale besturen zoals voorzien door de ordonnantie van 24 februari 2014", beschikbaar op www.bruparl.irisnet.be
Nieuwsbrief 2014/05
- www.vsgb.be > Mobiliteit > Projectoproep "voetgangersrijen" - "Te voet, dat gaat vanzelf", interview over de ervaring in Evere, in Nieuwsbrief-Brussel 2012/4, beschikbaar op www.vsgb.be - Zie ook " Gewestelijke steun helpt begeleide voetgangersrijen vooruit” verschenen in Nieuwsbrief 2013/1, beschikbaar op www.vsgb.be
de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens. Ter herinnering, de RCWV geeft adviezen over alle aanvullende reglementen van de gemeenten en het Gewest, om de coherentie en de legaliteit van het mobiliteitsbeleid van gemeenten en Gewest te waarborgen. De dienst Duurzame Stad van de Vereniging werden, net als de 19 gemeenten, op 5 en 19 november uitgenodigd op twee werkvergaderingen op het kabinet Smet, in verband met de uitvoering van de ordonnantie ‘parkeren’. Het doel was nogmaals een stand van zaken op te maken van de problemen met de toepasbaarheid van de ordonnantie (parkeerkaarten, -sectoren, uitvoeringstermijnen, gemeentelijk parkeeractieplan, rol van het parkeeragentschap, …). Aansluitend bij de vergaderingen en op vraag van het kabinet en van Mobiel Brussel keurde de werkgroep de oprichting goed van werkgroepen die zich zullen buigen over de sectorisering van het parkeren in de 19 gemeenten. De eerste vergadering vond plaats op 3 december in Jette. Daar trachtten Jette, Ganshoren, Sint-AgathaBerchem, Sint-Jans-Molenbeek, Koekelberg en de stad Brussel tot een akkoord te komen over de parkeersectoren die de gemeentegrenzen overschrijden. De technici van de zes gemeenten kwamen tot een akkoord voor alle gemeentegrenzen. Meer nieuws in de volgende episode, met een nieuwe groep gemeenten. Doel is dat uiteindelijk alle gemeentegrenzen besproken zullen worden. Op 19 november nam de Vereniging deel aan de start van het platform Smart Mobility, onder het voorzitterschap van Jean-Paul Gailly, een initiatief van Mobiel Brussel en het CIBG. Dit platform stelt zichzelf als doel de bevordering van alle initiatieven die van Brussel een intelligente stad willen maken, ten gunste van duurzame mobiliteit. Op 20 november organiseerde de dienst Duurzame Stad een evaluatievergadering van de projectoproep voetgangersrijen met de gemeentelijke coördinatoren. Dit initiatief kwam tot stand in 2012 en tracht gemeenten te ondersteunen bij de organisatie van begeleide voetgangersrijen voor leerlingen op hun weg van en naar school. In 2014 namen er vijf gemeenten aan deel, goed voor acht Brusselse scholen. De inzet van de evaluatie is voornamelijk nagaan hoe dit soort projecten bestendigd kan worden. Een nieuwe ontmoeting, met alle actoren dit keer (gemeenten, scholen, gemeenschapswachten) vond plaats op 9 december.
De maand december was rijk gevuld, want op 3 december organiseerde de dienst Duurzame Stad in samenwerking met Mobiel Brussel een seminarie over het goederenvervoer in het Brussels Gewest. Een dertigtal personen uit gemeenten, politiezones en het Gewest kregen er informatie over het goederenvervoer in het Gewest, een evaluatie van het systeem van gedepenaliseerde leveringszones in Schaarbeek, de test die Mobiel Brussel en de Vereniging uitvoerden in de flessenhals van de Louizalaan, of nog een eerste balans van het eerste Brusselse stadsdistributiecentrum getest in het kader van het Europees project LaMiLo (Last Mile Logistics). Meer info Het goederenvervoer komt ook aan bod in nr 80 van Brussels Studies, beschikbaar op www.brusselsstudies.be Het testproject in de flessenhals van de Louizalaan wordt besproken in een artikel in de Mobiliteitsgids van december 2014, beschikbaar op www.vsgb.be > Publicaties Het Brusselse stadsdistributiecentrum & LaMiLo: www.citydepot.be Op 9 december stelde de dienst Duurzame Stad zijn activiteiten op het vlak van mobiliteit voor, in het kader van de vorming voor nieuwe mobiliteitsadviseurs. Het was de gelegenheid om de rol van de Vereniging te schetsen en terug te komen op enkele evenementen die de Vereniging ondersteunt met haar expertise (Week van Vervoering, testprojecten, Mobiliteitsgids, …). Kent u de mobiliteitsadviseurs van elke gemeente ? U vindt ze op www.vsgb.be > Mobiliteit > Documenten Tot slot organiseerde de Vereniging op 19 december de laatste van de drie modules van een vorming gewijd aan communicatie. Deze cyclus was uitsluitend gericht tot de mobiliteitsadviseurs van de Brusselse gemeenten. Na de media-communicatie en de uitdagingen en technieken van participatie, had de derde module betrekking op vergadertechnieken. Nieuwe vormingen zijn al gepland voor 2015, zoals bij voorbeeld “gender mobility”. Alle vormingen en evenementen die de VSGB organiseert: - in de rubriek Agenda van www.vsgb.be - in de agenda van de Newsletter - in de Newsletter mobiliteit - via de rss-feeds Naar gelang van de beschikbare plaatsen zijn bepaalde vormingen voor een beperkt publiek of worden de plaatsen toegekend in volgorde van inschrijving. Nieuwsbrief 2014/05
17
“GEMEENTEN, MAAK GEBRUIK VAN BRUXELLES FORMATION!” Bruxelles Formation wapent de werkzoekende Brusselaars door bijscholing aan te bieden, om ze zo veel mogelijk tot de arbeidsmarkt te doen toetreden. Nieuwsbrief praatte met Olivia P’tito, directrice van Bruxelles Formation sinds 1 juli 2013. Om de mensen (weer) aan het werk te krijgen, moet er doorgedreven samenwerking zijn tussen Bruxelles Formation en de dienst ‘sociale clausules’ van Actiris, maar de lokale besturen kunnen en moeten ook een rol spelen in deze dynamiek.” Hoeveel vormingen staan er de komende jaren op stapel ? Olivia P’tito : “Ons doel is om tegen 2020 samen met onze partners jaarlijks 20.000 plaatsen voor vorming aan te bieden aan werkzoekenden. Dat houdt de creatie van 3.000 bijkomende plaatsen in. Die doelstelling lijkt haalbaar, maar vereist de medewerking van al onze partners en de steun van de werkgevers en ook de toekenning van de nodige budgetten om die uitdaging aan te gaan.
Olivia P’tito : “Bruxelles Formation is de overheidsdienst voor beroepsopleiding (‘operator’ en ‘regisseur’). Om het equivalent van het Waalse Forem te krijgen in het Brussels Gewest, moet je de diensten van Actiris voor de begeleiding van werkzoekenden bekijken enerzijds en voor de opleiding die van ‘VDAB Brussel’ en ‘Bruxelles Formation’ anderzijds. De slogan van Bruxelles Formation is “fomer pour l’emploi”. De resultaten zeggen voldoende: rondvragen wijzen uit dat 70 % van de personen die bij ons een opleiding gevolgd hebben, werk vindt. Dat percentage stijgt zelfs tot 78 % voor de jongeren onder de 25 jaar.” Nieuwsbrief : Wat verwacht Bruxelles Formation van de lokale besturen? Olivia P’tito : “De gemeenten zijn belangrijke partners voor ons, zowel verkozenen (burgemeesters, gemeenteraadsleden, schepenen en OCMWraadsleden) als ambtenaren zijn het eerste contact voor onze doelgroep, de werkzoekenden. De gemeente is de tussenschakel naar wijken en het publiek dat vorming nodig heeft. Gemeenten zijn ook werkgevers. Ze kunnen zich inschrijven op de website www.bruxellesformation.be voor de “J-30”: dan ontvangt u maandelijks een lijst met onze stagiairs die een vorming gevolgd hebben en die binnen de 30 dagen beschikbaar zijn, als u aanwervingen wil doen. Op een ander niveau kunnen de gemeenten ook een actieve rol spelen: een ordonnantie die dit jaar verscheen 1, biedt de mogelijkheid om voortaan sociale clausules in verband met vorming op te nemen in overheidsopdrachten. Dat belangt de gemeenten aan, want op die manier kunnen zij de tewerkstelling bevorderen van mensen die een opleiding volgen. Toch wordt dit soort bepalingen nog te weinig gebruikt, terwijl er bij de lokale besturen geregeld opdrachten zijn voor de levering van diensten, waar dit soort clausule een rol kan spelen. Ik doe dus een oproep tot de gemeenten op dat vlak.
18
Ik preciseer: 20.000 plaatsen betekent niet 20.000 verschillende mensen, want de meesten die naar ons toe komen hebben verschillende opeenvolgende vormingen nodig en moeten soms terug naar de basis: vooropleiding, opfrissing Frans als moedertaal of vreemde taal en basis wiskunde … alvorens een specifieke opleiding te volgen om te hopen terug werk te vinden.”
In het regeerakkoord van de Franse Gemeenschapscommissie Het College heeft als doel vooropgesteld om minstens 20.000 vormingsplaatsen te creëren voor 20.000 verschillende deelnemers tegen 2020. Bruxelles Formation en diens partners (…) zullen daarbij een essentiële operator zijn. Daartoe zal het College een vijfjarenplan opstellen voor de ontwikkeling en de financiering van het aanbod aan beroepsopleiding. Dat plan zal gekoppeld worden aan doelstellingen met betrekking tot realisatie en meetbare resultaten: een tool voor geharmoniseerde follow-up tussen de verschillende overheidsdiensten voor tewerkstelling en opleiding zal spoedig uitgewerkt worden. Het observatorium van de tewerkstelling zal bij de werkzaamheden betrokken worden. Die groei zal omkaderd worden met een globaal schema voor anticipering van de behoeften en strategie voor de ontwikkeling van het vormingsaanbod, maar ook kwalitatieve aanpassing van het bestaande en het toekomstige aanbod. Dat schema zal voor eind 2014 goedgekeurd worden door het verruimde Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC). Het College verbindt zich ertoe om, voor wat zijn bevoegdheden betreft, de uitvoering voort te zetten van “Garantie pour la jeunesse”, dat het opleidingsniveau van 15- tot 24-jarigen wil optrekken en de duurzame integratie van jongeren op de arbeidsmarkt wil bevorderen. Zo zal het College erover waken om jaarlijks 3.000 vormingsplaatsen en 2.000 stageplaatsen voor werkzoekenden op wie de maatregel van toepassing is.
1 Ordonnantie van 8 mei 2014 betreffende de invoeging van sociale clausules in de overheidsopdrachten (B.S. 17 juni 2014, Inforum 284542).
Nieuwsbrief 2014/05
Wat zijn uw grote projecten op korte termijn ? Olivia P’tito : “Het grootste project is ‘Garantie pour la jeunesse’ via ‘Carrefour jeunes’ en onze pool ‘Tremplin jeunes’. Ik wil hier wijzen op de verandering die bewerkstelligd wordt door “Garantie pour la jeunesse”: de overheidsdiensten voor tewerkstelling en opleiding moeten jaarlijks een dienstenaanbod uitwerken voor jongeren tot 25 jaar: 1.000 banen via Actiris, het deel gedekt door Bruxelles Formation en diens partners zal 3.000 plaatsen voor beroepsopleiding omvatten, waar nog 2.000 stage- en vormingsplaatsen in bedrijven bij komen, die deels samen met Actiris beheerd zullen worden. Vanaf 2014 werden reeds nagenoeg 400 vormingsplaatsen gecreëerd voor jongeren, met name voor betrekkingen als steward of magazijnier. Maar vanaf 2015 gaan we tot 1.000 plaatsen, via opfrissingscursussen, ‘ateliers découvertes’ om kennis te maken met bepaalde sectoren, of voor taalimmersies of nog plaatsen als industrieel tekenaar of 3D (film, een activiteit die terrein wint in het Brussels Gewest). In 2015 zullen er ook met Actiris gemeenschappelijke infosessies georganiseerd worden voor laaggeschoolde jongeren onder de 25 jaar.
“Carrefour Jeunes” Deze dienst is actief sinds 1 oktober 2014, maar er werd weinig reclame rond gemaakt omdat men eerst de werking wilde testen. Deze nieuwe dienst informeert en adviseert jonge Brusselaars van 15 tot 24 jaar. Het was onmiddellijk een groot succes: na een maand waren bijna 400 jongeren bij de dienst komen aankloppen. Open van maandag tot vrijdag, van 9 tot 12.30 uur, zonder afspraak Bischoffsheimlaan 22-25 - 1000 Brussel (metro Madou) Info over het vormingsaanbod: www.bruxellesformation.be (Cartographie de l’offre de formation) et www.dorifor.be
Maar wij richten ons niet alleen tot de jongeren. Voor onze vormingen vinden we het pedagogisch interessant om de leeftijden in de groepen te mengen, om culturen en manieren van denken met elkaar te confronteren en ook om te vermijden dat leeftijdsgenoten samenklitten. De modules rond burgerzin zullen overigens versterkt worden in 2015.”
En in de beleidsverklaring van de Brusselse regering ?
‘Carrefour jeunes’ is gericht tot 15- tot 24-jarigen, want ook al is onze opdracht het aanbieden van vorming aan volwassen, toch stelden we sinds de oprichting van ‘Tremplin jeunes’ vast dat jongeren pas naar ons toe kwamen vanaf ongeveer 23 jaar. Daarom wilden we buiten de institutionele lijntjes te kleuren, samen met de CeFa 3, om te tonen dat er ook oplossingen zijn voor jongeren die de school verlaten zonder diploma. Die moeten we wel eerst overtuigen van de waarde van vorming in het algemeen. Daartoe versterken wij onze banden met de onderwijswereld.
De algemene beleidsverklaring die in het Brusselse Parlement voorgesteld werd op 15 oktober 2014, structureert het vormingsen tewerkstellingsbeleid: de prioritaire thema’s werden er opgelijst. Het Brusselse beleid terzake wordt uitgevoerd door de Alliantie Werk-Vorming, die uitgewerkt wordt door het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC), uitgebreid met de gemeenschapsbesturen. Het bekrachtigt een gemeenschappelijk plan voor actie en follow-up tussen verschillende niveaus en besturen (lokaal, gewesten en gemeenschappen) om de tewerkstelling en de opleiding van de Brusselaars te bevorderen. Het verruimde BESOC creëert een operationele taskforce “werk-vorming-onderwijs-bedrijf”, dat ook de diensten voor tewerkstelling en vorming omvat die actief zijn op het Brusselse grondgebied (Actiris, VDAB, Bruxelles Formation) en vertegenwoordigers van de onderwijswereld. Het zou in werking moeten zijn tegen dat we dit artikel afronden, en zal de operationele doelstellingen van de Alliantie Werk-Vorming aan de regering voorleggen. Een van de prioritaire dossiers is ‘Garantie pour la jeunesse’.
Ik doe een oproep tot gemeenten en OCMW’s: ‘Carrefour jeunes’ staat open voor iedereen, maak er gebruik van. We bieden namiddagen aan voor professionals, waaronder diensten van gemeenten of OCMW’s, die alleen of samen met groepen werkzoekenden kunnen komen.
De regering en de sociale partners zijn overeengekomen om elk jaar de prioriteiten te overlopen met het oog op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Strategie 2025 4, op een ‘sociale top’ voordat het nieuw parlementair jaar van start gaat.
Voor hen heeft Bruxelles Formation begin oktober een nieuwe dienst in het leven geroepen: ‘Carrefour jeunes’, een uitbreiding van onze dienst ‘Carrefour’ 2, een dienst waarin werknemers van Bruxelles Formation, de middenstand en het onderwijs voor sociale promotie verenigd zijn.
2 3 4
Carrefour’ is het centrum voor informatie, documentatie en advies inzake beroepsopleiding van Bruxelles Formation. Het centrum verstrekt informatie over de opleidingsmogelijkheden in het Brussels Gewest. Na een individueel onderhoud leveren de adviseurs aan elke werkzoekende een antwoord dat zo goed mogelijk rekening houdt met alle parameters: leeftijd, duur van de werkloosheid, basisopleiding, motivatie, … Een CEFA (Centre d’Education et Formation en Alternance) is een gemeenschappelijke structuur van verschillende secundaire scholen die de technische of beroepsopleiding organiseren. Alternerend secundair onderwijs is ontstaan uit het streven om de jongeren een alternatief te bieden voor traditioneel onderwijs. Het combineert algemene opleiding en beroepspraktijk. Info op www.enseignement.be Doel van deze strategie is de socio-economische prioriteiten voor de legislatuur uit te tekenen, maar ook een prospectieve visie te ontwikkelen voor het beleid van redynamisering van de Brusselse economie gespreid over 10 jaar. De doelstellingen van de legislatuur in het kader van de strategie 2025 worden vertaald in 2 grote assen: een as “economie-werk” en een as “werk-vorming”.
Nieuwsbrief 2014/05
19
Wat is uw visie op vorming, met de voortschrijdende informatisering ? Olivia P’tito : “In de eerste helft van 2015 plannen we de doorstart van e-learning en Forespace, onze ruimte voor zelfstudie. In die ruimte konden al vele jaren mensen terecht die zelfstandig willen bijscholen. Toch kwamen er steeds minder geïnteresseerden, wat ons ertoe bracht ons aanbod te herpositioneren. Deze openbare digitale vormingsruimte zal dus opnieuw opengaan in 2015, in hartje Brussel. Een vijftigtal mensen die problemen ondervinden met de digitale kloof, zullen er terecht kunnen om coaching te krijgen in het kader van hun zelfstudie. Tegelijk zal onze catalogus online-cursussen versterkt en gediversifieerd worden. Voor 2016 is de ambitie van Bruxelles Formation dat de openbare digitale ruimte (aangepast aan de doelgroep) gekopieerd kan worden bij onze partners in de overheidssector (zoals gemeenten, OCMW’s, …) maar ook in de privésector. Bruxelles Formation zal dan een coach opleiden voor het gebruik van een portefeuille aan vormingen op maat.” Bruxelles Formation heeft een zeer ruim aanbod: zijn er daarin zaken die goed draaien en andere die minder bijval kennen ? Olivia P’tito : In januari 2014 deden we samen met VDAB Brussel en Actiris een oproep tot de bedrijven en gemeenten, om jongeren aan te nemen in transitiestages: op die manier kunnen jongeren onder de 30 jaar kennis maken met de arbeidswereld, hun technische kennis in de praktijk omzetten en beroepsvaardigheden verwerven. Bruxelles Formation valideert het vormingsprogramma dat beide partijen overeenkomen, ondertekent het contract en zorgt voor administratieve follow-up en coaching van de stagiair. Om verschillende redenen kreeg dit initiatief niet het verhoopte succes of nam het soms de plaats in van andere vormingsmaatregelen in bedrijven (zoals FPI), ook al waren het overheidsinstanties zoals Agentschap Net Brussel en de stad Brussel die aan het initiatief meewerkten.”
En in de beleidsverklaringen In zijn beleidsverklaring stond de minister-president stil bij het inschakelingscontract en de bedrijfsstages, die als prioriteit bepaald werden vanaf de volgende maanden: “Daarnaast zullen we duidelijkheid scheppen rond de regelgeving in verband met de bedrijfsstages door voor ons Gewest een uniek, eenvoudig en functioneel stagekader uit te werken, dat in de allereerste plaats gericht is op de jongeren en de bedrijven. Dit kader zal uiterlijk tegen oktober 2015 zijn vastgelegd.” 5 De algemene beleidsverklaring van de Franse Gemeenschapscommissie lijst de prioritaire vormingsdomeinen op: “Op het model van de competentiepool voor de technische en industriële beroepen, ontwikkeld door het Gewest, zal het College in de huidige bestuursperiode de ontwikkeling stoelen van competentiepolen Werk-Vorming in de 4 volgende sectoren: de nieuwe ICT – logistiek – toerisme/cultuur/evenementen – stadsberoepen.”
20
Bepaalde vormingen hebben ook enorm veel succes, zoals vrachtwagenbestuurder of talen, wat zeer belangrijk is in Brussel. Die lessen zijn uiteraard gericht op specifieke beroepen: alles wordt toegespitst op de specifieke woordenschat van die bepaalde beroepen: horeca, administratie, … Ons doel is dat een stukadoor die bij ons een vorming volgt, ook in Vlaanderen kan werken. 5 Uittreksel uit de algemene beleidsverklaring, 15 oktober 2014.
Nieuwsbrief 2014/05
Andere vormingen daarentegen hebben een te beperkt succes: op onze opleidingen voor kapper, loodgieter, automecanicien komen soms weinig gegadigden af. Wij organiseren ook kennismakingsateliers ‘gros oeuvre’, waar beroepen voorgesteld worden waarvoor men bij ons de opleiding kan volgen, ter attentie van twijfelaars die bepaalde beroepen beter willen leren kennen om nadat ze er verschillende uitgetest hebben, een vorming te kiezen die beantwoordt aan hun wensen en capaciteiten. Een ander succes is ‘bf.tremplin’, dat onder andere opfrissingscursussen aanbiedt: kandidaten worden geëvalueerd op basis van tests en met die resultaten wordt een balans opgemaakt voor ieder, waardoor ze een beter beeld krijgen van hun capaciteiten maar ook hun lacunes. Vervolgens kan er een vormingstraject uitgestippeld worden voor werkzoekenden die een beroepsproject willen uitwerken met Actiris. Heel wat werkzoekenden, vooral jongeren, zijn vragende partij voor korte opleidingen (bv. keukenhulp in 7 maanden, waarvan 3 maanden combinatie theorie/praktijk). Tremplin ontwikkelt dus zeer korte opleidingen (3 tot 5 dagen), waarvoor wel attesten uitgereikt worden. Zij geven hun publiek opnieuw de smaak van het ‘leren’ te pakken. ‘Tremplin’ en ‘Tremplin jeunes’ bestaan sinds mei 2011 en verschaften aan 1.404 werkzoekenden een opleiding in 2013.”
Zie ook “Bruxelles Formation, een springplank naar werk”, verschenen in Nieuwsbrief-Brussel 2012/6, p. 16. Ondervinden jullie moeilijkheden om Brusselaars aan het werk te helpen ? Olivia P’tito : “Eén van de problemen waarmee we geconfronteerd worden, is enerzijds het gebrek aan erkenning van studies in het buitenland en anderzijds het niet in aanmerking nemen van competentietitels bij de overheid. Voor beide problemen moet de dialoog nog versterkt worden met de Federatie Wallonië-Brussel (er is terzake een test aan de gang). Dat is belangrijk, temeer daar meer dan 4.000 werkzoekenden een diploma van hogere studies hebben dat niet erkend is in België. Dat heeft een invloed op de toegang tot het openbaar ambt op alle niveaus, want die rekruteren meestal enkel op basis van erkende diploma’s, soms voor betrekkingen waarvoor attesten zouden volstaan. Daarrond draait dus het debat van de waarde van competentietitels.”
En in het bestuursakkoord van de Franse Gemeenschapscommissie Het College ondersteunt: •
de versterking van de validering en van de valorisering van de competenties. Het College zal van de validering van de competenties één van zijn prioriteiten maken, om bij de werkzoekenden en de werkers het gebruik van deze vorm van erkenning van competenties verworven buiten het klassieke schoolcircuit te bevorderen, maar ook om het domein van de beschikbare beroepen uit te breiden en het systeem te vereenvoudigen om een leesbaardere en doeltreffendere werking te waarborgen voor bedrijven en burgers, als potentiële kandidaten voor de validering.
•
de valorisering van de diploma’s en competenties die in het buitenland verworven werden. In Brussel komen veel buitenlanders aan. Het College zal erover waken dat naast de validering van de verworven competenties, de equivalentie van de diploma’s en de toegangskaart tot Selor, de overheidsdiensten voor opleiding en tewerkstelling stelselmatig een screening verrichten van de capaciteiten en de competentie van buitenlandse werkkrachten en die laatste zichtbaar maken voor de bedrijfswereld …
GEMEENTEN, OCMW EN BTW Zowel gemeente- als OCMW-ontvangers worden dagelijks geconfronteerd met de toepassing van de BTW. De verwachte publicatie van een nieuwe omzendbrief betreffende artikel 6 van het BTW-wetboek was een goede gelegenheid om een stand van zaken op te maken en informatie te bundelen over de nieuwigheden op dat vlak. Daarom organiseerden de VSGB en de Federatie van OCMW- en Gemeenteontvangers van het Brussels Gewest op 24 november 2014 een informatievergadering, met de steun van Belfius Bank. Het programma van het colloquium was op maat gemaakt, om te beantwoorden aan de vragen van ontvangers, die er antwoorden konden krijgen rechtstreeks van de FOD Financiën en van een onafhankelijke deskundige. De presentatie van het ontwerp van de omzendbrief was overigens een première voor het land.
Nog iets toe te voegen ? Olivia P’tito : “Algemeen wil ik een oproep doen tot de gemeenten: ondanks het succes zijn er nog heel wat Brusselaars die Bruxelles Formation onvoldoende kennen. Help ons om alle inwoners van het Gewest naar Bruxelles Formation toe te leiden.”
Lees ook Van de 15.151 betrekkingen bij de Brusselse gewestelijke instellingen wordt slechts 54 % ingenomen door Brusselaars. Daarom keurde de Brusselse regering op 4 december 2014 het voorontwerp van besluit goed ter bevordering van de steun aan de gewestbesturen die Brusselse werkzoekenden aanwerven, mits toekenning van een subsidie. Dit initiatief kadert in het actieplan met het oog op de sensibilisering van de Brusselaars voor tewerkstelling bij de Brusselse overheid, dat eind 2013 goedgekeurd werd. Een dergelijke beschikking bestaat reeds voor de gemeenten via 2 regeringsbesluiten. • •
Actieplan “De Brusselaars warm maken voor een baan bij de overheid”: kan gedownload worden op http://rudivervoort.be (19 november 2013) Besluit van de Brusselse regering van 28 november 2013 en van 25 juni 2014 tot toekenning van een globale subsidie van 1.000.000 euro aan de Brusselse lokale besturen, in het kader van het diversiteitsbeleid in het Brusselse ambtenarenapparaat (B.S. 7 oktober 2014 279667)
Interview door Philippe Delvaux
Actie van de Vereniging Aansluitend bij het lobbywerk van de Vereniging meldde de minister van Financiën in primeur aan de VSGB dat de omzendbrief – reeds opgesteld maar nog niet ondertekend op het moment dat we dit schrijven – die de modaliteiten preciseert van het systeem van onderwerping van de lokale besturen aan de BTW, niet in werking zal treden vóór juli 2015. De omzendbrief verduidelijkt het systeem, maar verplicht de lokale besturen om aanpassingen door te voeren in hun werkwijzen. Het uitstel van inwerkingtreding dat gevraagd en verkregen werd, biedt gemeenten en OCMW's de mogelijkheid om de nodige aanpassingen te verrichten. Wij zijn trots op dit resultaat en het succes van dit eerste colloquium.
In afwachting van de publicatie van de omzendbrief stelt de VSGB de documenten van het colloquium van 24 november 2014 ter beschikking op www.vsgb.be
Nieuwsbrief 2014/05
21
Op de volgende bladzijden vindt u het vervolg van onze balans van de jaren 2008 tot 2013 van het Programma voor Gemeentelijke Internationale Samenwerking (GIS), waarmee een dertigtal Brusselse en Waalse gemeenten bijdragen tot de institutionele versterking van de Afrikaanse lokale overheden. Na Congo en Marokko (waarvan we verslag uitbrachten in Nieuwsbrief 2014-3 en 4) sluiten we het dossier af met Senegal. Wij hadden een gesprek met Jean-Marie Colot, schepen te Sint-Agatha-Berchem, en Mamadou Sene, directeur van het “Agence Régionale de Développement” van Diourbel.
Gemeentelijke internationale samenwerking (GIS) in Senegal
DE SENEGALESE GEMEENTEN NEMEN HUN ONTWIKKELING IN EIGEN HANDEN Tussen de eerste jumelage voor samenwerking in 1968, meer bepaald tussen Dakar en Marseille, en de huidige 300 samenwerkingsverbanden1 tussen Senegalese en Europese 2 gemeenschappen, is Senegal het Afrikaanse land waar de gedecentraliseerde samenwerking het sterkst tot ontwikkeling gekomen is. Dat is te verklaren door de relatieve stabiliteit van het land 3 en de institutionele evolutie, die sinds juni 2014 de gemeentelijke organisatie van het nationale grondgebied bekrachtigt 4.
deze vaststellingen kwam men tot een visie met het oog op de versterking van de capaciteiten om het proces van de lokale ontwikkeling op een participatieve en overlegde manier te plannen, te beheren en te structureren. De lokale ontwikkeling van een politieke en administratieve entiteit is een transversale thematiek die berust op 4 dimensies: grondgebied, actoren, thema’s en temporaliteit. De interventie spitst zich prioritair toe op de verwevenheid van deze dimensies. De gemeente is de centrale referent, die de animatie van dit netwerk in gang zet en stimuleert. Ze legt er de grondslag van en schetst het kader voor dit proces van dynamisering van de andere actoren van het grondgebied.7 De interventie bracht concrete verwezenlijkingen tot stand: de opstelling van lokale ontwikkelingsplannen, de oprichting van lokale-ontwikkelingsbureaus met opgeleid personeel, de creatie van communicatietools en territoriale marketing of mobilisering van financiële middelen. Die laatste werd vertaald in een testproject van “gemeentelijk fonds voor lokale ontwikkeling”.
Synergie met Grand-Dakar Onze steden en gemeenten hebben zich ook toegelegd op deze historische partner van de Belgische samenwerking 5. In de loop van het GIS-programma 2008-2013 hebben drie Brusselse en drie Waalse gemeenten 6 hun knowhow en ervaring op het vlak van de ondersteuning voor lokale ontwikkeling gedeeld met hun Senegalese homologen.
Welke ontwikkeling? Op basis van De keuze van de interventiesector is gebaseerd op de vaststelling van de Senegalezen dat hun collectiviteiten vaak vergeten of niet geraadpleegd werden in initiatieven of projecten omtrent economische, sociale of culturele ontwikkeling van andere actoren op het gebied van de gemeente. Ondanks de legitimiteit ontbrak het de gemeente aan instrumenten en erkenning om de rol te spelen van promotor van een ontwikkelingsbeleid, impuls van lokale dynamiek en coördinatie tussen gedecentraliseerde en gedeconcentreerde overheden, privésector en burgersamenleving.
22
Een samenwerkingsproject in goede banen leiden is geen kleine klus. Jean-Marie Colot, schepen te Sint-AgathaBerchem, herinnert zich nog de brief over de start van het samenwerkingsprogramma: “Als betrokken schepen kreeg ik zin om iets te ondernemen. Ik wou wel, maar ik zou er enkel aan beginnen als ik zeker was intern mensen te kunnen mobiliseren. M. Colot Daarom ben ik dus gaan aankloppen bij de gemeentesecretaris, om de waarborg te krijgen dat de administratie beschikbaar was en zich er ook voor engageerde.” Naast een administratief coördinatrice werd het Berchemse team aangevuld met het hoofd van de dienst stedenbouw, de gemeentesecretaris en de –ontvanger, maar ook een gemeenteraadslid die tevens financieel deskundige is … van Senegalese afkomst, zonder de actieve inbreng van de burgemeester te vergeten. Kortom, alle voorwaarden waren vervuld om van start te kunnen gaan. Zoals later in de externe evaluatie onderstreept werd, zijn de inzet van mensen en gepaste technische knowhow basisfactoren voor het welslagen van het initiatief.
1 Portaalsite van de gedecentraliseerde samenwerking: www.cooperationdecentralisee.sn > Partenaires. 2 Voornamelijk Franse, Italiaanse en Spaanse. 3 Vanaf de onafhankelijkheid in 1960 heeft Senegal geopteerd voor een pluralistisch democratisch systeem. Maar in werkelijkheid werd het land slechts door één partij bestuurd tussen 1966 en 1974. Pas in 1981 werd een meerpartijenstelsel ingevoerd. In de loop van de jaren ’90 werden verschillende verkiezingen betwist, maar door het goede verloop van de verkiezingen van maart 2000 kende het land een politieke omwenteling. 4 Hervorming van Act III van de decentralisering. 5 In absolute cijfers zijn de Belgische gemeenten de 4e partner in de gedecentraliseerde samenwerking in Senegal. 6 Anderlecht en Sam Notaire, Sint- Agatha-Berchem en Grand Dakar, Durbuy en Yène, Gesves en Diourbel, Sint-Jans-Molenbeek en Mbour, Sambreville en Ziguinchor. 7 Programma GIS Senegal 2008-2012.
Nieuwsbrief 2014/05
Zes jaar later is Jean-Marie Colot een tevreden man: “Onze mooiste beloning is de erkenning en het respect vanwege de bevolking die we ervaren bij onze verplaatsingen naar Grand-Dakar. Er is echte synergie tot stand gekomen tussen onze gemeenten.” Sint-Agatha-Berchem heeft zijn partnership versterkt door de interventie van het GIS-programma aan te vullen met andere projecten, zoals de verzending van medisch materiaal naar het ziekenhuis van Grand-Dakar of de oprichting, in samenwerking met een lokale vereniging van mindervalide vrouwen, van een kleine eenheid voor de verwerking van bissap 8. De schepen stipt aan: “Deze complementaire initiatieven hebben de institutionele ondersteuning geloofwaardig gemaakt in de ogen van de bevolking, want op korte termijn is die niet zo zichtbaar.”
Gezien vanuit Senegal “Globaal leveren de gedecentraliseerde samenwerkingsverbanden heel wat op voor de Senegalese lokale collectiviteiten, zowel op het vlak van internationale openstelling als de verbetering van het lokaal bestuur of de versterking van technische, menselijke, financiële en materiële capaciteiten”, stelt Mamadou Sene, M. Sene directeur van het gewestelijk agentschap voor ontwikkeling in Diourbel en coördinator van de samenwerking tussen Diourbel en Gesves. Voorts preciseert hij dat “deze intergemeentelijke samenwerking via de verbetering van de capaciteiten op het vlak van beheer en animatie bijdraagt tot de versterking van de rol van de beleidsvoerders, om te komen tot een betere sturing van acties op het vlak van ontwikkeling en een verbetering van de leefomstandigheden van de lokale bevolking.” Verder analyseert hij: “GIS heeft resultaten op verschillende niveaus: - organisatorisch: het is de enige gestructureerde samenwerking in NoordZuid-platform, met Senegalese overheden en hun homologen uit eenzelfde land: dit bevordert de noord/zuid- en de zuid/zuid-uitwisselingen en dus ook de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden, de bundeling van middelen en ervaringen, overlegde follow-up van de activiteiten; - op het vlak van de inhoud van het programma werden de pijlers in overleg vastgelegd tijdens Noord/Zuid-programmatievergaderingen, rekening houdend met de prioriteiten van de Senegalese collectiviteiten;
Als we vragen wat het samenwerkingsverband oplevert voor SintAgatha-Berchem zelf, antwoordt Jean-Marie Colot dat er geen betere teambuilding bestaat voor de ploeg die rond dat dossier werkzaam is, omdat men bij problemen op het terrein steeds samen oplossingen moet gaan zoeken. En moeilijkheden, dat hebben ze zeker gekend bij de specifieke acties de afgelopen vijf jaar. De acties waren heel divers, gaande van de oprichting binnen het gemeentebestuur van een lokaal-ontwikkelingsagentschap, de groepering van de economische actoren van Grand-Dakar in drie homogene segmenten 9 om hen in staat te stellen sneller toegang te krijgen tot microkredieten, lobbying bij de toezichthoudende overheden 10, ondersteuning bij de creatie van een krediet- en spaarkas11 en de invoering van een gemeentefonds voor lokale ontwikkeling.
- op operationeel vlak werd een lokaal ontwikkelingsbureau opgericht in elke Senegalese collectiviteit, voornamelijk gewijd aan de uitvoering van jaarplannen. In die bureaus werken opgeleide ambtenaren, met behulp van technische en materiële middelen voor de animatie van samenwerkingsverbanden en activiteiten; - sinds 2012 is er ook nog in Grand-Dakar en Diourbel een proefprogramma: het gemeentelijk fonds voor lokale ontwikkeling, voor de financiering van lokale economische projecten.”
Uiteindelijk zijn de resultaten concreet en voelbaar voor de bevolking van Grand-Dakar: het bureau voor lokale ontwikkeling speelt zijn rol van economische stimulering en begeleiding van projectleiders. Het is in handen van twee ambtenaren en is ‘the place to be’ geworden. De inkomsten van de gemeente stegen in één jaar met 10 % dankzij de verbetering van de invorderingsdienst en het gemeentefonds heeft bv. nagenoeg 560 door vrouwen gedragen projecten gefinancierd.
8 Micro-project met de financiële steun van het fonds voor microprojecten van de Belgische ambassade in Dakar. 9 Deze 3 economische samenwerkingsverbanden zijn ambachtslui, de textielsector en de groep die voedingsmiddelen verwerkt. 10 Als arrondissementsgemeente van de stad Dakar worden heel wat bevoegdheden gedeeld met de stad Dakar. 11 In Senegal kunnen lokale overheden krediet- en spaarkassen oprichten die gekoppeld zijn aan de gemeente. Op die manier kunnen groepen of indivi duen bereikt worden die projecten uitvoeren, die vaak geen toegang hebben tot financiering ofwel tegen zeer hoge intrest (16 tot 18 % of nog meer).
Nieuwsbrief 2014/05
23
De Vereniging in actie Gemeentelijke Internationale Samenwerking - Het programma GIS neemt nieuwe start - Chili op bezoek bij de Vereniging
Het gemeentelijk ontwikkelingsfonds, kers op de taart Als hij een grote nieuwigheid moet aanstippen, is Mamadou Sene categoriek: “De kers op de taart is het gemeentelijk fonds voor lokale ontwikkeling. Dankzij dat fonds kon de opbrengst van de samenwerking opengesteld worden voor de lokale bevolking, in het bijzonder de armsten, die geen toegang krijgen tot de klassieke financieringssystemen.” In het dagelijks contact met de bevolking van Dioubel hebben Mamadoue Sene en zijn team de resultaten van de institutionele ondersteuning gezien: “Het samenwerkingsprogramma heeft ook een aanzienlijke impact gehad op de bevolking, doordat er beter rekening gehouden wordt met hun behoeften via lokale plannen, een beter bestuur van hun organisaties door de vorming van bestuurders en door de toegankelijkheid van het gemeentelijk fonds voor lokale ontwikkeling voor de financiering van hun microprojecten.” Als besluit aangaande de programmatie 2008-2013, die pas tot een einde liep, voegt hij nog toe: “Het fonds is een belangrijk instrument dat bijdraagt tot de lokale economische ontwikkeling, de bestrijding van de armoede en de bevordering van kwetsbare groepen, met name vrouwen en jongeren. Tot nu toe werden er in Diourbel bijna 600 microprojecten gefinancierd, gekoppeld aan 8 lokale ontwikkelingspolen 12, waarvan sommige uit tientallen leden bestaan. Momenteel zijn de economische effecten nog niet meetbaar, maar ze zullen aanzienlijk zijn, als we rekening houden met de stijging van de beschikbare landbouwgrond en de uitbreiding van de veestapel voor de mensen die financiële steun uit het Fonds genoten hebben."
We verwachtten het bijna niet meer, maar het goede nieuws is toch gekomen: het programma GIS (2014-2016) is eindelijk van start gegaan. Het KB dat de Vereniging een subsidie van 3,5 miljoen euro toekent voor het programma 2014-2016, werd ondertekend op 4 november. Zoals wij gevraagd hadden, heeft minister voor Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo niet gesneden in de budgetten van ons programma. Nu nog de machine heractiveren in de 15 Brusselse gemeenten die aan het programma deelnemen, en hun collega’s in Marokko, Congo, Senegal, Burkina Faso, … en de projecten nieuw leven inblazen om de verloren tijd in te halen!
Wat voorafging Op 25 september uitten de VSGB en de UVCW openlijk hun ongerustheid over de blokkering van de dossiers rond gemeentelijke internationale samenwerking en gingen zij hun zaak bepleiten bij minister Alexander De Croo. Kort nadien deblokkeerde de federale regering dus de situatie. Op donderdag 27 november ontving de VSGB op verzoek van mevr. Mestdagh, medewerkster Latijns-Amerika in Wallonie-BruxellesInternationale, een Chileense delegatie onder leiding van de voorzitter van de Vereniging van Chileense gemeenten. Samen bespraken zij verschillende vormen van gedecentraliseerde samenwerking waarbij Belgische steden en gemeenten betrokken zijn, en de rol van de Verenigingen van Belgische Steden en Gemeenten op dat vlak. De Brusselse Vereniging schetste haar opdrachten, werkpistes, diensten, publicaties en uiteraard het werk dat zij verricht in de dossiers omtrent internationale samenwerking.
Frank Willemans
Christian Vittori (links), Voorzitter van de Vereniging van Chileense gemeenten, burgemeester van Maipú (Santiago), en zijn kabinetschef Rodrigo Velásquez
24
12 Het lokaal ontwikkelingsbureau in Diourbel.
Nieuwsbrief 2014/05
SCHAARBEEK BRUIST VAN ENERGIE Europese projecten in mijn gemeente Nieuwsbrief zet zijn reeks voort met interviews over voorbeelden van Europese projecten die reeds tot stand kwamen in Brussel. Terwijl eind 2014 en begin 2015 projectoproepen verwacht worden voor INTERREG, URBACT en Horizon 2020, trokken wij naar de gemeente Schaarbeek, voor een gesprek met gemeentesecretaris David Neuprez en Mélanie Rasquin, hoofd van de dienst Subsidies & Partnerships, over hun ervaring met INTERREG en hun lopende projecten.
1. Schaarbeek beschikt over een dienst Subsidies & Partnerships. Wat is het belang van een gecentraliseerde cel voor subsidies ? David Neuprez : “Ik zie drie grote voordelen. Aangezien de dienst deel uitmaakt van het departement Strategische Ontwikkeling, hebben wij een transversaal zicht op de plannen van de gemeente. Ten tweede fungeren wij als contactpunt voor de subsidiërende overheid, de partners en de ontwikkeling van het netwerk van de gemeente. Ten derde kan de cel bij het opzetten van Europese projecten, die vaak budgettair complex zijn, haar financiële en administratieve knowhow aanwenden ter ondersteuning van de gespecialiseerde diensten die het technische luik voor hun rekening nemen.” Mélanie Rasquin : “De cel werd opgericht in 2003 en heeft vaste voet gekregen in Schaarbeek. Op basis van onze ervaring coördineren wij de werkzaamheden van de werkgroep Subsidies, waarbinnen de werkgroep Europa ontstaan is (die in goede banen geleid wordt door de VSGB).”
2. Wat leerde u uw eerste ervaring met Europese programma’s, Interreg ‘EU 2020 Going Local’ ? Mélanie Rasquin : “Deze boeiende ontmoetingen met de partners, voor de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden, stelden ons in staat ons klimaatplan van de jaren ’90 nieuw leven in te blazen. De versie 2.0 werd inmiddels opgenomen in ons gemeentelijk plan voor duurzame ontwikkeling Schaarbeek 2021. Dankzij het fonds voor het grootstedenbeleid hebben wij daar een coördinator voor kunnen aanwerven. Het gemeentelijk plan voor duurzame ontwikkeling levert ook een reserve aan Europese projecten, criteria voor de selectie en zichtbaarheid op lange termijn.” David Neuprez : “Ons klimaatplan had ook zonder INTERREG kunnen herleven, maar EU 2020 Going Local was voor ons een bron van inspiratie. Het zette ons aan om de platgetreden paden te verlaten, het bracht een dynamiek op gang, zowel intern, binnen de gemeente, als extern, ten aanzien van partners, en haalde de banden aan tussen de teamleden. Het leverde financiële middelen op en een strakke timing om vooruit te gaan. Het was ook een goede gelegenheid om het Europees netwerk van de gemeente uit te bouwen. We hebben ons schepencollege ervan kunnen overtuigen dat ook al financierde het project niet rechtstreeks een investering, de overname
van een elders getest idee een waarde heeft die moeilijk te becijferen is, maar niet te verwaarlozen is, gezien het risico op fouten dat inherent is aan iedere innovatie.” Mélanie Rasquin : “Er was ook cofinanciering nodig, omdat Europese projecten gebaseerd zijn op dat principe, om de betrokkenheid van de lokale overheden te waarborgen. We konden rekenen op de steun van onze voormalige schepen Christine Smeysters, die eerst bevoegd was voor stedenbouw en vervolgens voor duurzame ontwikkeling. Die politieke steun was essentieel voor het welslagen van het project, voornamelijk bij de uitvoering: bij voorbeeld om een antwoord te vinden voor de kwestie van de ondertekening van Engelstalige documenten door de burgemeester of de gemeentesecretaris.”
EU 2020 Going Local Duur : 2010-2012 Partners : gewestraad van Sörrnland (Zweden, coördinator), raad voor gewestelijke ontwikkeling van Örebro (Zweden), ministerie van economie, energie en industrie van Noordrijn-Westfalen (Duitsland), stad Duisburg (Duitsland), agentschap voor gewestelijke ontwikkeling van de stadsregio Ljubljana (Slovenië), gewesten Riga en Zemgale (Letland), gemeenteraad Stoke-on-Trent en de lokale besturen van Yorkshire en Humber (Royaume-Uni), ministerie voor duurzame ontwikkeling en infrastructuur (Luxemburg), provincie Gelderland (Nederland), regio Achterhoek (NL) en gemeente Cartaxo (Portugal) Programma : INTERREG IVC Europa Budget : 1,5 miljoen €, 90.440 € voor Schaarbeek waarvan een gemeentelijke cofinanciering van 22.610 € Deze 17 kleine en middelgrote gemeenten en regio’s wisselden hun goede praktijkvoorbeelden inzake duurzame ontwikkeling uit, om op lokaal niveau de doelstellingen van de EU “3x20 in 2020” in de praktijk om te zetten: 20 % beperking van de uitstoot van broeikasgassen, 20 % stijging van de energie-efficiëntie en 20 % hernieuwbare energie. Website : www.eu2020goinglocal.eu
Nieuwsbrief 2014/05
25
3. Schaarbeek was bij de 21 finalisten van de Mayors Challenge, georga niseerd door de Amerikaanse stichting Bloomberg Philanthropies. De wedstrijd werd gewonnen door Barcelona, maar hoe was de ervaring voor u ? Mélanie Rasquin : “Het was een prachtig avontuur, dat begon met een brief van Mike Bloomberg naar de Europese steden met meer dan 100.00 inwoners. Nadat ons project ingediend was, vernamen we tot onze grote vreugde dat wij één van de 21 finalisten waren, uitgekozen uit 155 ingediende dossiers, net zoals Londen, Madrid, Amsterdam en andere hoofdsteden ! ”
4. Bent u nog steeds geïnteresseerd in Europese projecten ? Mélanie Rasquin : “Uiteraard! We hebben drie EFRO-dossiers ingediend als coördinator en drie als partner. EOokn Horizon 2020, URBACT III en INTERREG V blijven we ook nauwgezet volgen” David Neuprez : “Wij sleutelen voort aan het project Bloomberg en andere dossiers rond energie-efficiëntie, klimaat, smart cities en e-governance. De Europese programma’s leveren zowel alternatieve financieringsbronnen als internationale opportuniteiten. En INTERREG heeft ons ervaring opgeleverd met een Europees project rond duurzame ontwikkeling.” Mélanie Rasquin : “Rekening houdend met onze vorige ervaring zien wij ons in een eerste fase veeleer als partner dan als coördinator. Voor die laatste optie zouden we een persoon voltijds moeten aanwerven om het dossier samen te stellen, zonder de zekerheid te hebben dat de financiering verkregen wordt. We zijn wel geïnteresseerd in ondersteuning, ook financieel, voor de samenstelling van het dossier.”
5. Wat is het belang van een netwerk om Europese subsidies te verkrijgen ? “Mayors Challenge” Mayors Challenge is een prijs die de Amerikaanse stichting Bloomberg Philanthropies in 2014 organiseerde voor de Europese steden, om innoverende oplossingen voor typische stadsproblemen te bekronen. De prijs werd gewonnen door Barcelona (1e prijs), Athene, Kirklees (Verenigd Koninkrijk), Stockholm en Warschau. Van de zes Belgische steden die een dossier indienden, werd enkel Schaarbeek geselecteerd. Het Schaarbeekse project bestond in een 3D-cartografie, uitgevoerd door een drone die over de gemeente vliegt, en een grootschalige thermografie. Iedere eigenaar zou vervolgens online op een beveiligde manier zijn dossier “Energie en inwoner” kunnen raadplegen, met een volledige raming van de energie-efficiëntie, mogelijkheden voor renovatie/ modernisering, kosten van de investeringen, return on investment, links naar energiepremies, … Dat technisch gedeelte zou aangevuld worden met een quick-scan van het pand en bij renovatiewerken ook coaching door Renovas, de Schaarbeekse vzw die gespecialiseerd is in stadsrevitalisering en nauw betrokken is bij de Schaarbeekse wijkcontracten. Website : mayorschallenge.bloomberg.org & www.schaarbeek.be David Neuprez : “De aanpak van Bloomberg Philanthropies is zeer Amerikaans op het vlak van communicatie en totaal anders dan die van de Europese Commissie, met zeer synthetische formulieren en coaching bij de samenstelling van het dossier. Die ondersteuning stelde ons in staat het technische gedeelte (thermografie) aan te vullen met begeleiding bij renovatie. Wij hebben er wel veel tijd aan besteed en de prijs niet gewonnen, maar nu kunnen we andere financieringsbronnen zoeken. Met Bloomberg denken wij ook na over de eventuele mogelijkheden om de samenwerking voort te zetten. Vooral de Mayors Challenge heeft ons aangetoond in welke mate wij ambitie kunnen tonen en het complex van ‘kleine’ gemeente laten vallen om de concurrentie met grote hoofdsteden aan te gaan.”
26
1 www.greenovate-europe.eu 2 www.eu-gugle.eu 3 http://eu-smartcities.eu/commitment/5257
Nieuwsbrief 2014/05
Mélanie Rasquin : “We hebben conferenties bijgewoond die georganiseerd waren door ERRIN en andere organisaties. Heel wat evenementen vinden plaats in Brussel en wij waarderen dus de selectie die de VSGB via haar website bekendmaakt. Wij hebben ook contact met Greenovate-Europe, een onafhankelijke groep deskundigen die bijstand levert inzake eco-innovatie.1 Zij hadden contact met ons opgenomen bij de presentatie van ons lokaal actieplan INTERREG, om partner te worden van een project in het kader van het 7e kaderprogramma voor onderzoek (KP7 in 2007-2013, vervangen door Horizon 2020 in 2014-2020). Dat is jammer genoeg niet geconcretiseerd, maar wij hebben ons aangesloten bij hun campagne voor de verspreiding van de resultaten van hun Europees project EU Gugle (ook in het 7e kaderprogramma voor onderzoek). 2 In juni 2014 hebben wij ook een intentieverklaring ondertekend 3 met andere Europese steden in het kader van het Europees samenwerkingsverband voor innovatie ‘Smart Cities and Communities’. Een degelijk netwerk uitbouwen is immers een essentiële basisvoorwaarde om Europese projecten op te zetten, die doorgaans de medewerking van verschillende partners vergen.”
Enkele Europese netwerken • ERRIN - European Regions for Research and Innovation Network (www.errin.eu), waarvan het Brussels Gewest lid is • EUROCITIES (www.eurocities.eu), waarvan de stad Brussel en het Gewest lid zijn • Burgemeestersconvenant (www.burgemeestersconvenant.eu), waar van het Brussels Gewest en de gemeente Sint-Jans-Molenbeek lid zijn 4 • Smart Cities ‘stakeholder platform’ (www.eu-smartcities.eu), waar van Mélanie Rasquin lid is • LUDEN - Local Urban Development European Network (www.ludenet.org) waarvan Sint-Joost-ten-Node lid is • ELISAN - Europees netwerk voor lokale inclusie en sociale actie (www.elisan.eu), waarvan het Brussels Gewest binnenkort voorzitter wordt Soms worden Europese projecten netwerken, zoals AFE-INNOVNET (www.afeinnovnet.eu) 5, waarvan de stad Brussel lid is, of EU Gugle (www.eu-gugle.eu). Om bij deze netwerken aan te sluiten, wordt vaak een financiële bijdrage gevraagd. Sommige vergaderingen zijn beperkt tot de leden, maar vaak organiseren de netwerken evenementen die openstaan voor het grote publiek. Een selectie vrij toegankelijke evenementen met betrekking tot relevante Europese projecten voor de gemeenten, wordt gepubliceerd in de rubriek Agenda van onze website www.vsgb.be (klik op ‘Agenda’ en dan ‘Europese projecten’).
De Europese programma’s waarvan sprake Horizon 2020 : het Europees programma voor onderzoek en innovatie. Vooral dit luik biedt de gemeenten de mogelijkheid om ‘testsite’ te worden inzake innovatie.
STRIJD TEGEN FISCALE, SOCIALE EN LOONFRAUDE De VSGB heeft een infosessie gewijd aan de verantwoordelijkheden van de lokale besturen en de middelen om die te beperken. Prioriteit voor federale en Brusselse regering De Brusselse regering heeft aangekondigd dat ze de controle op de sociale wetten en de tewerkstelling van buitenlanders in Brussel zal versterken. De federale regering heeft ook gemeld dat de strijd tegen sociale dumping één van haar prioriteiten is. Verduidelijking per omzendbrief van 22 juli 2014 De regelgeving terzake is niet nieuw, maar het was belangrijk de praktische implicaties van de toepassing te verduidelijken, want de lokale besturen hebben als aanbestedende overheid zware verantwoordelijkheden toegeschoven, gaande tot strafrechtelijke aansprakelijkheid van de aanbesteder, die voort kan gaan op hun mandatarissen en leidinggevende ambtenaren. De lokale besturen zullen hun werkmethodes moeten aanpassen, om de nodige controles te kunnen uitvoeren en ook hun documenten aanpassen om hun aansprakelijkheden te beperken. Infosessie van 27 november 2014 In samenwerking met Ethias organiseerde de VSGB een infosessie, om een overzicht te maken van het stelsel dat van toepassing is op de sociale, fiscale en loonschulden, en de praktische gevolgen van het nieuwe stelsel op de regelgeving inzake overheidsopdrachten te belichten.
Europese Territoriale Samenwerking (ETS) ondersteunt de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden tussen Europese lokale en regionale overheden, met de financiële steun van het EFRO (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling). Drie types programma’s ETS kunnen de Brusselse gemeenten interesseren: • INTERREG VB, waaronder het programma voor Noordwest Europa, financiert tegelijk de uitwisseling van goede praktijkvoorbeelden en demonstratieprojecten • INTERREG VC, voortaan INTERREG Europa, voor alle Europese lidstaten
De slides van de uiteenzetting zijn beschikbaar op www.vsgb.be Vragen ivm deze regelgeving kunnen gesteld worden aan de studiedienst van de VSGB.
• URBACT III op het vlak van stadsontwikkeling De eerste projectoproepen worden begin 2015 bekendgemaakt. Alle info ivm Europese subsidies ➞ in onze gegevensbank Subsidies op www.vsgb.be
Interview door Camille Lépinay 4 Cf. ons bericht “Burgemeestersconvenant voor het klimaat en Europese projecten” van 16.10.2014 op www.vsgb.be. 5 Cf. ons bericht “Europese netwerken ivm actief en gezond ouder worden” van 6.5.2014 op www.vsgb.be.
Nieuwsbrief 2014/05
27
VORMINGEN ROND EUROPESE PROJECTEN In het kader van het intergemeentelijk samenwerkingsproject “Brussel, hoofdstad van Europese projecten” dat medegefinancierd wordt door het Gewest en gecoördineerd door de gemeente Sint-Jans-Molenbeek, organiseerde de Vereniging het afgelopen najaar een vorming over het opzetten van Europese projecten, op 22, 23 en 24 oktober 2014. Doel van de vorming was gemeentepersoneel informatie te verschaffen over de methodes om Europese projecten op te zetten, voor alle programma’s. Op basis van een overheidsopdracht werd de vorming toevertrouwd aan Alexandra Debaisieux van YTES, een kabinet dat advies verleent inzake Europese financiering, in samenwerking met de Nederlandstalige Belgische consultant Jean Blondeel. Er namen 45 deelnemers aan deel uit 17 gemeenten, 4 OCMW’s en de Geweste“Dankzij de vorming kon- lijke Overheidsdienst Brussel. den we enkele projecten Ze hadden zeer verschillende die reeds in gang gezet achtergronden (financiën, waren, verifiëren en bij subsidies, grootstedenbleid, stadsrenovatie, openbare wersturen.” ken, wijkcontracten, preventie, coördinatoren Agenda 21, duurzame ontwikkeling, Europa, internationale samenwerking, burgerschap, …), wat de transversaliteit van de Europese projecten aantoont. Enkele positieve reacties van de deelnemers ivm de vorming
De deelnemers kregen er informatie over de programma’s, de fasen van de projecten, de methodologie en de hulpmiddelen, maar er werden “Ik waardeerde vooral de ook enkele belangrijke ideeën praktische aanpak en de uitgewisseld over het opzetworkshops.” ten van Europese projecten. In de eerste plaats werd aangestipt dat gezien de administratieve en financiële implicaties (met name voor de vereiste medefinanciering), het zoeken naar Europese financieringsmogelijkheden niet gebaseerd zou mogen zijn op “het beschikbare financiële manna”, maar veeleer op de wil om de uitvoering van een project te versnellen, het een Europese dimensie te verschaffen, een strategie te ontwikkelen, een label te verkrijgen, geloofwaardigheid, een inter“We kregen een goed al- nationale opening of nog een gemeen zicht op de mogelijkheden om Europese financiering te zoeken.”
team te motiveren rond een intellectueel stimulerend project.
“De lesgevers gaven heldere uitleg en legden verbanden tussen theorie en praktijk, wat bijzonder nuttig is voor beginners zoals ik.”
De aanpak die er aanbevolen werd, is om niet te streven naar financiering in een bepaald programma of een bepaalde projectoproep, maar veeleer te vertrekken van een projectidee. De gemeente kan beginnen met na te denken over de thema’s waarrond ze zou willen werken op Europees niveau en vervolgens bekijken over welke middelen ze beschikt om het project op te zetten. Voor de startende gemeenten wordt aangeraden veeleer eerst als partner van een project te beginnen dan als coördinator (die er de verantwoordelijkheid van draagt en de administratieve en financiële coördinatie op zich moet nemen). Daarna kan de gemeente ervaring opbouwen en benutten. Bovendien is de politieke steun voor het project essentieel, van het begin tot het einde van het project en zelfs nadien, net zoals de inkadering in een globalere strategie. De vorming belichtte tevens de factoren voor het welslagen van een project, met name het belang van de keuze van de partners, de betrokkenheid van het politiek niveau, het evenwicht tussen ambitie en realisme, de overeenstemming tussen het programma, de doelstellingen, de activiteiten en de verwachte resultaten, het methodisch en tijdig samenbrengen van alle stukken van het dossier, in plaats van alles op het laatste moment in te dienen.
De reacties van de deelnemers bleken bijzonder positief. De praktische oefening rond ideeën voor projecten “Een zeer volledige vortoonde bovendien de crea- ming, nuttig voor al wie tiviteit van de gemeenten. nog geen ervaring heeft.” De vorming verschafte hun een degelijke basis waarop de werkgroep Europa kan voortbouwen voor specifiekere infosessies en vormingen (op voorwaarde dat de opdracht verlengd wordt).
Camille Lépinay
Werkgroep Europa De dienst “Europese projecten” van de Vereniging organiseerde op 12 december een vergadering om de balans 2014 van de werkgroep Europa op te maken. Met 21 contactpersonen uit de 19 Brusselse gemeenten werd een evaluatie verricht van het eerste werkjaar van de groep, met het oog op de opstelling van het eindverslag voor Brussel Plaatselijke Besturen. Meer info over de werkgroep Europa:
[email protected]
28
Nieuwsbrief 2014/05
Nieuwsbrief 2014/05
29
OCMW
- nieuwe leiding voor de Afdeling OCMW
- ontmoetingen met Brusselse ministers
- analyse van het federaal regeerakkoord
- infosessie over het netwerk van de sociale zekerheid
- duurzame ontwikkeling en OCMW
Op 21 oktober organiseerde de Vereniging een colloquium “Hoe combineren we milieubeleid met sociale actie”, gewijd aan de sociale dimensie van de duurzame ontwikkeling. Aan de hand van getuigenissen, voorbeelden van acties en handelingen, werd er een beeld geschetst van de Brusselse situatie. De sprekers toonden aan waarom en hoe zij duurzame ontwikkeling in de sociale actie geïntegreerd hebben. Voor meer dan 100 personen werd een stand van zaken opgemaakt van de weg die sinds 2007 afgelegd werd en de start van de eerste projectoproep Agenda Iris 21. Er werd ook een antwoord gezocht op de twee vragen: is sociale bijstand met milieudimensie mogelijk? Is de kruising en wederzijdse verrijking een visie of een mogelijke realiteit die innovatie kan meebrengen en sterkere acties die beter aangepast zijn aan het publiek van morgen?
Sinds begin november is het nieuwe hoofd van de Afdeling OCMW Marie Wastchenko, juriste van opleiding, die de functie reeds bekleedde tussen 1998 en 2007 en die naar de Vereniging terugkeert na enkele jaren in de verenigingswereld en de huisvestingssector. In september begon de Afdeling OCMW haar ontmoetingen met de nieuwe Brusselse ministers. Zij kaartte er de eisen van de Brusselse OCMW’s aan, die vervat zijn in de gewesten gemeenschapsmemorandums die in het voorjaar 2014 opgesteld werden. Ze maakte ook van de gelegenheid gebruik om te reageren op de inhoud van de regeerakkoorden. Na de staatshervorming komen er belangrijke dossiers aan, zoals socio-professionele inschakeling en bijstand aan ouderen. Het gewest- en gemeenschapsmemorandum van de OCMW’s op www.vsgb.be Ook de Afdeling OCMW heeft een analyse gemaakt van het federaal regeerakkoord, in het vooruitzicht van een ontmoeting met de minister van maatschappelijke integratie en de staatssecretaris bevoegd voor armoedebestrijding. De reacties van de OCMW’s van de drie gewesten werden gebundeld in een nota en overgemaakt aan minister Willy Borsus. Ook werd er in een brief de bezorgdheid geuit over de wil om artikel 2 van de organieke wet op de OCMW’s te wijzigen waardoor een integratie van de gemeente en het OCMW mogelijk wordt.
Hoe combineren we milieubeleid met sociale actie Op 24 oktober organiseerde de dienst Duurzame Stad voor het personeel van de lokale besturen een bezoek aan projecten van het OCMW van de stad Brussel. Op het programma stond een bezoek aan atelier/boetiek RecréArt, een initiatief rond socio-professionele inschakeling rond het hergebruik van tweedehandskleding. Daarna volgde een bezoek aan de zeepziederij Heymans, 42 duurzame woningen met een gemeenschappelijke tuin die de sociale banden tussen de bewoners versterkt. Tot slot werd een bezoek gebracht aan de “Ateliers des Tanneurs”, een centrum voor lokale-economiebedrijven in het voormalige Wijnpaleis. Meer info
RecréArt
- Facebook: RecréArt
- www.duurzamestad.be/ Op 9 december vond een infosessie plaats rond de nieuwigheden voorbeeldgebouwen/zeepziederij-heymans van het netwerk van de sociale zekerheid voor de OCMW’s. Er werd informatie gegeven over de nieuwe bepalingen die belang hebben Beide activiteiten worden in detail voor de OCMW’s op het vlak van de behandeling van een dossier. Een voorgesteld in Monitor van de duurzame zestigtal personeelsleden van Brusselse OCMW’s woonden de vorming ontwikkeling nr 20 (winter 2014). bij, die in handen was van Christian Lejour, adviseur bij de Afdeling OCMW, en Marie-Laetitia Denayer van de POD Maatschappelijke Woningen in de voormalige zeepziederij Heymans Integratie.
30
Nieuwsbrief 2014/05
Nieuwe modeldocumenten aangeboden door de VSGB Om de gemeenten te helpen hun werk doeltreffender te organiseren en de burger meer inzicht te verschaffen in de regelgeving, reikt de Vereniging geregeld modeldocumenten aan die de gemeenten kunnen overnemen en aanpassen.
1. Bezetting van het openbaar domein De VSGB heeft een model van belastingreglement opgesteld om de stappen die ondernomen moeten worden in geval van tijdelijke bezetting van de weg, te uniformeren
2. Parkeren De VSGB biedt de Brusselse gemeenten een model van belastingreglement inzake parkeren aan.
3. Bevolkingsregister In samenwerking met de VSGB heeft de WIG 19 een modelreglement opgesteld betreffende de procedure voor inschrijving en ambtshalve schrapping in de bevolkingsregisters. Alle modeldocumenten staan op www.vsgb.be > Publicaties > Modeldocumenten
LOKALE DEMOCRATIE - jongerenraad - follow-up van het Europees forum ivm jumelages Het colloquium “Naar gestructureerde participatie van de jongeren op lokaal niveau" was een van de grootste events van de editie 2014 van de Europese Week van de Lokale Democratie (EWLD). In het verlengde werd een evaluatie uitgevoerd, op 14 november, door de Vereniging, het hoofd participatie van Sint-Gillis en de sprekers van het colloquium. Verschillende verenigingen en deskundigenorganisaties overliepen de haalbaarheid van de oprichting van een jongerenraad in elke Brusselse gemeente en de ervaringen in het Vlaamse, Waalse en Brusselse Gewest. Uit de evaluatie kwamen enkele factoren naar voren die het proces blokkeren. Daarom werd er ook naar oplossingen gezocht. Die worden voorgesteld voor de editie 2015 van de EWLD. Interesse voor de oprichting van een jongerenraad ? Contacteer
[email protected] Om de vier jaar organiseert de REGR met de steun van de Europese Commissie en de partners van de Europese burgerdialoog een grote conferentie over burgerschap en jumelages, voor meer dan 300 verkozenen en actoren van de Europese burgersamenleving. Onder het thema “Burger in mijn stad, burger in Europa”, vond deze plaats tijdens het Italiaanse voorzitterschap van de Europese Unie, in Rome op 15 en 16 december jl. De organisatie verliep in samenwerking met de Italiaanse afdeling (AICCRE) van de REGR, de stad Rome en de regio Latium, en schonk aandacht aan de actieve deelname en integratie van iedereen, in het bijzonder de sociale groepen die nog slecht vertegenwoordigd zijn in de beslissingsinstanties, met name vrouwen, jongeren en migranten. Het was ook gericht op de ontwikkeling van nieuwe vormen van samenwerking tussen steden en regio’s binnen en buiten Europa. Als bijdrage aan het debat over de toekomst van Europa doet ze een oproep om het Europees project met de burgers nieuw leven in te blazen, via de lokale en regionale regeringen.
Het programma voor de drie locaties identiek. Elk gast-OCMW heeft voor u twee specifieke OCMW-thema’s geselecteerd waarrond zij een goede praktijk voorstellen of een werkbezoek organiseren. We voorzien bij elk bezoek ruime tijd voor vragen en ervaringsuitwisseling onder de deelnemers. • voor wie Maatschappelijk werkers, beleidsmedewerkers, diensthoofden, secretarissen, raadsleden en voorzitters van de OCMW’s van Vlaanderen, Wallonië en Brussel • waar en wanneer Donderdag 5 februari 2015 in Mechelen, Doornik en Schaarbeek • vertaling W e hanteren een informeel omgangskader: ieder spreekt zijn eigen taal en de organisatoren voorzien op iedere locatie mensen die kunnen vertalen indien nodig. • deelnameprijs 30 euro (koffie, lunch en afsluitende drink inbegrepen)
De Vereniging was er aanwezig en volgde de werkgroepen “gelijkheid tussen burgers : de ondertekening van het Europees handvest voor de gelijkheid bij de uitvoering”, “Europees forum: het woord aan de burger” en tot slot het project “Verkozen jongeren geëngageerd voor actief burgerschap (YELAC)”. De debatten leverden heel wat ideeën en inspiratie op voor het werk van de dienst Duurzame Stad en de Vereniging in haar geheel. Interesse : - jumelages ? contacteer
[email protected], - gelijke kansen ? contacteer
[email protected] - actieve participatie (in het kader van de Lokale Agenda 21)? contacteer
[email protected] Meer info over het colloquium “Burger in mijn stad, burger in Europa”: www.ccre.org en de website www.cemr2014.eu
Meer info: www.vsgb.be Nieuwsbrief 2014/05
31
EUROPESE WEEK VAN DE Elk jaar organiseren de gemeenten allerlei acties in het kader van de Europese Week van de Lokale Democratie. In Brussel levert dat steeds heel wat boeiende activiteiten op. Een fotoverslag van de editie 2014. Foto's : Pablo Vidal - www.facebook.com/pablovidal
Sint-Gillis: Organisatie van de openingsceremonie, met tijdens het eerste gedeelte een colloquium met als thema "Naar gestructureerde participatie van jongeren op lokaal niveau".
32
Jette: Welke plaats krijgen jongeren in de gemeente? Samen met de drie jongste verkozenen van de raad besloten de jongeren uit Jette deze vraag te onderzoeken. Nieuwsbrief 2014/05
Ukkel: Op initiatief van de schepen van Jeugd komen al maandenlang verschillende jongeren uit de gemeente samen in de jongerenraad. Dit jaar hebben ze de ontwikkeling van een gezondheidstraject bestudeerd en deze avond vertellen zij over hun project aan de gemeenteraad.
LOKALE DEMOCRATIE IN BEELD Elsene: Je bent nooit te jong of te oud voor een initiatie in lokale democratie. De leerlingen van school nr. 4 in Elsene weten nu precies hoe hun gemeenteraad werkt.
Anderlecht: Onlangs heeft de gemeente een jongerenraad opgericht waar jongeren van diverse herkomst hun levenservaringen in de gemeente kunnen delen, waar zij hun stem kunnen laten horen en waar zij ieder jaar een thematisch project uitwerken.
Etterbeek: In een ontspannen sfeer konden de Etterbeekse verenigingen interessante gesprekken aanknopen tijdens de Apero des Solidarités. De gemeente werd ook beloond voor haar inspanningen op het vlak van fairtrade-initiatieven.
Schaarbeek: Net als ieder jaar organiseert de gemeente voor de inwoners van Schaarbeek een bezoek aan het gemeentehuis in aanwezigheid van de burgemeester en schepenen. Ideaal om jong en oud een idee te geven van hoe het er allemaal aan toe gaat. Afsluiting: De Europese Week van de Lokale Democratie 2014 werd afgesloten met muziek en een lichtvuur. Nieuwsbrief 2014/05
33
Bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 15.09 t/m 07.12.2014
OCMW Vreemdelingen 24.04.2014 Besluit 2014/562 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie 05.07.2013 betr. het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B.S. 19.09.2014 286903 17.09.2014 KB tot bepaling van de inhoud van de overeenkomst die wordt gesloten en de sancties die kunnen worden opgelegd krachtens art. 74/9, par. 3, van de wet 15.12.1980 betr. de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen - B.S. 25.09.2014 286999 24.04.2014 Besluit 2014/562 van het College van de Franse Gemeenschapscommissie houdende uitvoering van het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 05.07.2013 betr. het onthaaltraject voor nieuwkomers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest B.S. 30.10.2014 287563
MANDATARISSEN/ORGANEN
25.09.2014 Besluit van de leden van het verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie bevoegd voor het beleid inzake bijstand aan personen houdende delegatie van handtekening aan bepaalde ambtenaren van Brussel plaatselijke besturen B.S. 22.10.2014 287422
CULTUUR 08.05.2014 Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betr. Waarnemings¬centrum voor het Cultuurbeleid – B.S. 15.10.2014 287331
BURGERLIJKE STAND/BEVOLKING 08.10.2014 Projectoproep - Vrijwillige Terugkeer 2015 B.S. 08.10.2014 287202 26.06.2014 Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijz. van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 08.05.2014 betr. de adoptie B.S. 28.10.2014 287489
03.04.2014 Decreet [van de Franse Gemeenschap] houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Franse Gemeenschapscommissie, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betr. de oprichting van een Commissie voor Beroepsregels en Ethiek B.S. 02.10.2014 287120
OVERHEIDSOPDRACHTEN Bericht - Overheidsopdrachten - Rentevoet van de verwijlintresten - B.S. 15.10.2014 2408 20.11.2014 Omz. Overheidsopdrachten en concessies voor openbare werken - Betalingsregels van het KB 14.01.2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels voor de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, gewijzigd bij het KB 22.05.2014 - Termijnen en sancties - B.S. 26.11.2014 287994
PATRIMONIUM
12.05.2014 Wet tot wijziging van titel XIII, hoofdstuk VI, van de programmawet (I) van 24 december 2002 wat de voogdij over niet-begeleide minderjarige vreemdelingen betreft - B.S. 21.11.2014 287915
10.06.2014 Wet houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tot beperking der staatloosheid, gedaan te New York op 30.08.1961 B.S. 04.11.2014 287638
18.04.2014 Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de Coördinatiestructuur voor patrimoniuminformatie B.S. 25.09.2014 287006
13.11.2014 BBHR wijz. KB 09.06.1999 houdende de uitvoering van de wet 30.04.1999 betr. de tewerkstelling van buitenlandse werknemers B.S. 05.12.2014 – 288314
FINANCIËN/BELASTINGEN
PERSONEEL – SOCIALE ZEKERHEID
25.07.2014 BBHR wijz. BBHR 21.02.2013 tot vaststelling van de modaliteiten van bepaalde in de ordonnantie van 21.12.2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest omschreven handelingen - B.S. 16.10.2014 287359
31.08.2014 KB wijz. de art. 133, 137 en 138bis van het KB 25.11.1991 houdende de werkloosheidsreglementering - B.S. 17.09.2014 286865
GEMEENTEBEHEER
13.07.2014 KB wijz. KB 30.12.1976 tot uitvoering van sommige bepalingen van art. 59quater van de arbeidsongevallenwet van 10.04.1971B.S. 30.09.2014 287071
Vorming 24.04.2014 Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waals Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie, betreffende de uitvoering van regio ’s voor Kwalificerend Onderwijs - Vorming – Tewerkstelling, opgemaakt te Brussel op 20 maart 2014 B.S. 12.11.2014 287770 Ten laste nemen van steun 22.05.2014 MB tot vaststelling van de verdeling van het bedrag voor 2013, ter toepassing van het KB 19.05.1995 getroffen ter uitvoering van art. 5, par. 3, van de wet 02.04.1965 betr. het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij KB 08.07.2005 224085 Daklozen
34
Toezicht
12.05.2014 Samenwerkingsakkoord inzake dak- en thuisloosheid - B.S. 10.11.2014 287731
Nieuwsbrief 2014/05
26.09.2014 Omz. betr. sommige bepalingen van de ordonnantie 27.02.2014 wijz. de Nieuwe Gemeentewet: de prerogatieven van de gemeenteraadsleden en de handtekening van de gemeentelijke briefwisseling B.S. 06.11.2014 287694
INTERCOMMUNALES / VZW Advies - Kosten voor de openbaarmaking van de documenten bedoeld in art. 173 van het KB 30.01.2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen - Nationale Bank van België - B.S. 05.12.2014 242913 Advies - Kosten voor de openbaarmaking van de documenten bedoeld in art. 25 van het KB 19.12.2003 betr. de boekhoudkundige verplichtingen en de openbaarmaking van de jaarrekening van bepaalde verenigingen zonder winstoogmerk, internationale verenigingen zonder winstoogmerk en stichtingen - Nationale Bank van België - B.S. 05.12.2014 233101
PERSONEEL
25.06.2014 BBHR tot toekenning van een globale subsidie van 1.000.000 euro aan de Brusselse lokale besturen, in het kader van het diversiteitsbeleid in het Brusselse ambtenarenapparaat - B.S. 07.10.2014 279667 24.04.2014 BBHR tot toekenning van een subsidie van 8.355.362 EUR aan de gemeenten tot financiering van een levensduurtepremie van 360 EUR per jaar, werkgeversbijdragen inbegrepen voor het in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonende personeel van de plaatselijke besturen (gemeenten, OCMW's, verenigingen gevormd overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk XII van de organieke wet van 08.07.1976 op de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn waarvan de raad van bestuur uit OCMW's bestaat, de openbare ziekenhuizen waarvan de gemeenten het tekort ten laste nemen en de Berg van Barmhartigheid) - B.S. 24.10.2014 271926
13.11.2014 Omz. nr. 641 - Eindejaarstoelage 2014 [op basis van het KB 23.10.1979] B.S. 27.11.2014 288095 13.11.2014 Omz. nr. 640 - Eindejaarstoelage 2014 [op basis van het KB 28.11.2008] B.S. 27.11.2014 288092
POLITIE 11.09.2014 KB houdende een overgangsmaatregel met betrekking tot de procedure van de toekenning van de loonschalen AA4 en A4A aan het personeelslid van niveau A van het administratief en logistiek kader van de politiediensten - B.S. 29.09.2014 287034
BESTUURLIJKE POLITIE 05.09.2014 MB tot bepaling van het model van de identificatiekaart van ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van gemeentelijke administratieve sancties - B.S. 16.09.2014 286839
POLITIEPERSONEEL 29.10.2014 Omz. GPI 82 betr. de overdracht van verloven van 2014 en de toekenning van sommige verloven in 2015 B.S. 12.11.2014 287767
CIVIELE VEILIGHEID 25.04.2014 KB tot vaststelling van de modaliteiten van de opvorderingsbevoegdheid bedoeld in art. 181 van de wet 15.05.2007 betr. de civiele veiligheid B.S. 27.11.2014 288082
VERKEERSVEILIGHEID 25.09.2014 KB wijz. KB 19.04.2014 betr. de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer voor wat betreft de overtredingen van de vierde graad B.S. 16.10.2014 287349
21.07.2014 MB wijz. MB 11.10.1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald B.S. 15.10.2014 287327 21.07.2014 KB betr. het signaleren van lage emissiezones - B.S. 15.10.2014 287324
STEDENBOUW/LEEFOMGEVING 24.04.2014 BBHR wijz. meerdere uitvoeringsbesluiten van de ordonnantie 07.06.2007 betr. de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen, betr. de EPB-certificatie - B.S. 16.09.2014 286837
Bij de afronding van dit nummer was de traditionele programmawet, waarvan enkele beschikkingen de gemeenten aanbelangen, nog niet bekendgemaakt. U kan deze belangrijke referentie volgen via Inforum en wij zullen ze tevens opnemen in onze Newsletter van januari 2015.
STEDENBOUWKUNDIGE MISDRIJVEN - BESTEMMING VAN DE OPBRENGST VAN DE ADMINISTRATIEVE BOETES De VSGB schrijft een voorstel van ordonnantie Op 27 november schreef de Vereniging naar minister-president Rudi Vervoort om een wijziging voor te stellen van de regelgeving om een adequate financiering te waarborgen van de overheden die bevoegd zijn voor de opsporing, de vaststelling en de vervolging van stedenbouwkundige misdrijven. De ordonnantie van 3 april 2014 tot wijziging van het Brussels Wetboek voor Ruimtelijke Ordening en de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen voerde een nieuw stelsel in voor de aanpak van stedenbouwkundige misdrijven. Wij sluiten ons ten volle aan bij het doel van deze hervorming, omdat ze de efficiëntie van de sancties op het vlak van stedenbouw tracht te verhogen, maar het lijkt ons noodzakelijk de menselijke en financiële middelen te versterken die ter beschikking gesteld worden aan de gewestelijke dienst die bevoegd is voor de procedure inzake administratieve boetes, maar ook aan de gemeenten die de overtredingen vaststellen. We moeten de gemeenten en die gewestelijke dienst immers de gepaste middelen garanderen voor een doeltreffende uitvoering van de hervorming. In dat kader heeft de VSGB een voorstel van wijziging van het BWRO opgesteld en vraagt ze de steun van de regering voor dit initiatief. Het voorstel van ordonnantie stelt voor 85 % van de opbrengst van de administratieve boetes in verband met stedenbouw toe te kennen aan de gemeenten die de overtredingen vaststellen. Volledige versie van dit bericht, met de tekst van het voorstel van ordonnantie: www.vsgb.be > Actualiteit Heet van de naald: Bij het ter perse gaan van dit nummer vernamen wij dat het voorstel van ordonnantie ingediend werd in het Brussels Parlement. Wordt vervolgd!
Nieuwsbrief 2014/05
35
36
Nieuwsbrief 2014/05