Wethouder van Stedelijke Economie, Zorg en Havens
drs. K.P. Klein
Gemeente Den Haag
De voorzitter van Commissie Samenleving
BOW/2014.601 – RIS 280043 7528861/ 3535551
7 januari 2015 Actieprogramma emancipatie (2015 - 2018)
Geachte voorzitter, Het college maakt zich sterk voor een ondernemende, sociale en diverse stad, waar alle Haagse burgers maximaal kunnen en mogen participeren, ongeacht geslacht, leeftijd, geaardheid, religie of afkomst. Het gemeentelijk emancipatiebeleid levert daar een belangrijke bijdrage aan. Het emancipatiebeleid schept voorwaarden en neemt belemmeringen weg, zodat iedereen in de Haagse samenleving optimaal kan participeren. In de afgelopen periode is gewerkt aan de implementatie van de actiepunten uit de nota Emancipatie 2.0 (RIS 180701). De resultaten en de uitkomsten zijn door middel van twee voortgangs- en één eindrapportage (RIS 247614, 258140 en 273501) op 2 oktober jl. met de commissie Samenleving besproken. Daarbij heb ik toegezegd een Actieprogramma Emancipatie op te stellen voor deze raadsperiode. Deze kan tijdens een werkbespreking in de commissie worden besproken. Ondanks alle inspanningen en verrichte werkzaamheden zijn wij nog lang niet klaar met de voltooiing van emancipatie. Immers emancipatie is niet van vandaag op morgen geregeld. In dit Actieprogramma Emancipatie 2015-2018 licht ik kort de bereikte resultaten toe en geef ik vervolgens aan wat de gemeente ook op wijk- en buurtniveau aanvullend in de komende periode gaat doen. Raadscommissie Door de raadscommissie zijn op 2 oktober jl. punten aangehaald, die voornamelijk betrekking hebben op: de aanbevelingen van de visitatiecommissie Emancipatie en de Emancipatie ambassadeurs; de meetbaarheid van emancipatie; het participatiecentrum Yasmin; de emancipatie van migrantengroepen; geweld ten opzichte van LHBT’s.
Sangita Paltansing/Gökmen Dogan
BOW/2014.601
2
Deze punten zijn opgenomen in dit Actieprogramma Emancipatie (2015 – 2018). Breed draagvlak Aangezien het college eigenaarschap en draagvlak van de burger hoog in het vaandel heeft staan, bespreek ik het Actieprogramma graag in een werkbespreking met de commissie. Daarnaast ga ik ook in de stad het gesprek aan over de in te zetten acties. Hiermee halen we informatie op die in het Actieprogramma wordt verwerkt. Innoverende impulsen De gemeente heeft op lokaal niveau een specifieke verantwoordelijkheid als het gaat om het Emancipatiebeleid. Daarnaast sluiten we als Den Haag in het beleid zoveel mogelijk aan bij landelijke speerpunten. Uiteraard bieden we als gemeente ook ruimte voor innovatie, vernieuwing en groei op het gebied van Emancipatie. In samenwerking expertise op landelijk en lokaal niveau onderzoeken we hoe we hier in de komende periode vorm aan kunnen geven. 1.
Terugblik op de vorige collegeperiode
1.1 Vrouwen Ter versterking van de economische zelfstandigheid van vrouwen is in de afgelopen periode sterk ingezet op het bevorderen van arbeidsparticipatie van vrouwen. Enkele resultaten hiervan zijn: De BissMiss school is in 2012 van start gegaan, die door 42 vrouwen met succes is afgerond. Een studiefonds is voor laagopgeleide vrouwen in de vorm van het Haags Emancipatie Studiefonds (HES) ingesteld, waaruit 54 vrouwen een bijdrage hebben ontvangen. Er zijn afspraken gemaakt over de aansluiting van participatie-, welzijns-, en scholingstrajecten voor nuggers op trajecten naar werk. Er is extra aandacht besteed aan alleenstaande ouders. Om de maatschappelijke participatie van vrouwen te bevorderen, is: de Haagse Maatschap, een samenwerkingsverband van 18 maatschappelijke organisaties met activiteiten gericht op maatschappelijke- en arbeidsparticipatie, ondergebracht bij PEP; Stichting Yasmin uitgegroeid tot een volwaardig stedelijk participatiecentrum voor vrouwen; de toolkit ‘Kracht door Verbinding’ ontwikkeld; een traject gestart ter verbetering van de positie van geïsoleerde, vrouwen, waarmee tot nu toe 500 vrouwen in de Schilderswijk zijn bereikt. 1.2 Mannen Emancipatie van mannen is een belangrijk onderdeel van ons emancipatiebeleid. In de afgelopen periode hebben in totaal 35 debatten, lezingen, vadercursussen, zaalgesprekken, voorlichtings- en dialoogbijeenkomsten plaatsgevonden met als onderwerp mannenemancipatie. Er is nog steeds veel belangstelling voor de bijeenkomsten. Uit discussies komt naar voren dat er in vergelijking met een aantal jaren geleden meer mannen zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid voor de zorg voor het gezin. De inzet en betrokkenheid van de instellingen die de bijeenkomsten organiseerden is buitengewoon stimulerend. Aan de bijeenkomsten hebben circa 3.500 mannen en vrouwen deelgenomen. Om het onderwerp arbeid- en zorgtaken met mannen te bespreken, hebben ca. 250 mannen door het opleidings- en trainingscentrum Multi 2000, stichting Horizon, stichting Hindustani en stichting Dialooghuis een zogenoemde vadercursus/training gevolgd. Aan de cursus namen mannen met verschillende culturele achtergronden deel. Ook zijn door de activiteiten van het Vadercentrum Adam vele mannen bereikt en actief betrokken bij het emancipatieproces.
BOW/2014.601
3
1.3 Lesbiennes, Homo’s, Biseksuelen en Transgenders (LHBT’s) Homoseksualiteit wordt in Nederland steeds breder geaccepteerd. Vergeleken met andere landen staat de Nederlandse bevolking zelfs het meest positief tegenover homoseksualiteit. Dat neemt niet weg dat er bevolkingsgroepen zijn onder wie de sociale acceptatie minder groot is. In afgelopen periode heeft een aantal activiteiten op het gebied van sociale acceptatie van LHBT’s plaatsgevonden. Enkele resultaten hiervan: Verschillende migrantenorganisaties organiseerden voor de eigen achterban discussie-, voorlichtings- en debatbijeenkomsten. Hierdoor hebben wij 3.500 mensen bereikt en geïnformeerd over de sociale acceptatie van homoseksualiteit. In 2012 en 2013 vond een Lesbian festival plaats. In november 2013 is het ‘We are the Hague festival’ georganiseerd, wat door ca.1.500 mensen is bezocht. In mei 2013 vond een driedaagse internationale conferentie over homo-emancipatie plaats. 30 maatschappelijke instellingen werden gefaciliteerd om de sociale acceptatie van homoseksualiteit te bevorderen. Er zijn in de afgelopen drie jaar, jaarlijks tussen de 130 en 140 voorlichtingsbijeenkomsten op verschillende scholen gegeven om sociale acceptatie van homoseksualiteit onder leerlingen en docenten bespreekbaar te maken. De gemeente Den Haag werkt als koplopergemeente, samen met 42 andere gemeenten op landelijk niveau om aandacht te genereren voor het bevorderen van sociale acceptatie en de veiligheid van LHBT. 2. Visitatiecommissie Emancipatie (VCE) De visitatiecommissie heeft in haar eindrapportage ter verbetering en stimulering van het Haags emancipatiebeleid aanbevelingen gedaan en adviezen uitgebracht. In haar eindrapportage legt de VCE vooral nadruk op de volgende punten: Er is een te abrupte overgang van de ontmoetingsfunctie naar participatie. Het ontbreken van kinderoppas bij trainingen en cursussen die vrouwen beter voorbereiden op betaald of vrijwilligerswerk. Er dienen meerdere participatiecentra voor vrouwen gerealiseerd te worden. Mannen-emancipatie is net zo belangrijk en noodzakelijk als vrouwenemancipatie. Vrouwenemancipatie is pas voltooid als mannen gaan ‘mee emanciperen’. Homo-emancipatie verdient aandacht; samenwerking tussen scholen, COC Haaglanden, Bureau Discriminatiezaken, politie en migranteninstellingen kan een cruciale rol vervullen bij het bevorderen van homo-emancipatie. Beleid dat zowel huiselijk –als eergerelateerd geweld tegengaat behoort te worden gekoppeld aan het emancipatiebeleid. Ook in dit Actieprogramma wordt de nodige aandacht besteed aan bovengenoemde punten van de VCE. Binnenkort worden de leden geworven voor de nieuwe visitatiecommissie, die in de komende periode de actiepunten van het emancipatiebeleid gaat toetsen. 3.
Actiepunten 2015 – 2018
3.1 Het bevorderen van arbeidsparticipatie bij vrouwen. Economische zelfstandigheid van vrouwen is een belangrijke voorwaarde om te kunnen emanciperen. Het bevorderen van de economische zelfstandigheid van vrouwen is dan ook een vast speerpunt in ons emancipatiebeleid.
BOW/2014.601
4
In het coalitieakkoord is opgenomen dat werk als middel voor (economische) zelfstandigheid voorop staat, waarbij ook iedereen met een bijstandsuitkering een traject volgt richting werk of een wederkerige bijdrage levert. De economische zelfstandigheid en arbeidsparticipatie van vrouwen gaan we als volgt bevorderen:
Wij stimuleren vrouwen (en ook mannen), die de taal niet machtig zijn, deze te leren, via projecten als ‘Taal in de Buurt’ en ‘Taal aan Zee1. We stimuleren Haagse vrouwen, die hebben meegedaan aan projecten als ‘Taal in de Buurt’ en ‘Taal aan Zee’, deel te nemen aan het arbeidsproces. De groep vrouwen in de bijstand begeleiden we, als opstap richting economische zelfstandigheid, niet alleen naar fulltime werk, maar ook naar parttime werk. Vrouwen, die geen startkwalificatie hebben om deel te nemen aan het arbeidsproces en ook niet in aanmerking komen voor studiefinanciering, kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op een bijdrage uit het Haags Emancipatie Studiefonds (HES). Tegelijkertijd onderzoeken we de mogelijkheden voor sponsoring vanuit het bedrijfsleven en diverse bestaande fondsen om in het kader van maatschappelijk verantwoord ondernemen deze rol na uitputting van het HES over te kunnen nemen. We onderzoeken de mogelijkheden om vrouwen vanuit een uitkeringspositie te begeleiden naar zelfstandig ondernemerschap.
Uit landelijke cijfers blijkt dat vrouwen nog beperkt vertegenwoordigd zijn in de managementlagen en de top van organisaties. Van de mannen heeft 1 op de 5 een leidinggevende functie, terwijl dit voor vrouwen slechts 1 op de 10 is2. Ze hebben daarmee een significante achterstand in het aantal leidinggevende en specialistische functies ten opzichte van mannen. Vanaf 1 januari 2013 geldt door inwerkingtreding van het amendement Kalma voor grote bedrijven een streefcijfer van tenminste 30% vrouwen en tenminste 30% mannen voor de raden van bestuur en de raden van commissarissen in 2016. Wij stimuleren Haagse organisaties om meer vrouwen te laten doorstromen naar de top. Ook binnen het gemeentelijke apparaat zal hiervoor meer aandacht komen. 3.2 Het bevorderen van maatschappelijke participatie van vrouwen Stichting Yasmin is in de afgelopen jaren omgevormd tot een stedelijk participatiecentrum voor vrouwen met als doel het voorlichten, adviseren, coachen en begeleiden van Haagse vrouwen op het gebied van maatschappelijke participatie, onderwijs en arbeidsparticipatie. In haar eindrapport heeft de visitatiecommissie Emancipatie aangegeven dat één participatiecentrum om de emancipatie van alle vrouwen in Den Haag te bevorderen niet genoeg is. De maatschappelijke participatie van vrouwen gaan we als volgt, bevorderen: Samen met de stadsdelen wordt bekeken hoe stichting Yasmin haar aanbod ook op stadsdeelniveau kan aanbieden in de stad. We maken afspraken met de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid over verbetering van de faciliteiten voor kinderopvang bij trainingen en cursussen. De maatschappelijke participatie van vrouwen gaan we verder als volgt bevorderen: Vrouwen voor wie de stap naar arbeid (nog) te groot is, stimuleren en enthousiasmeren we om vrijwilligerswerk te gaan doen; we zetten hiervoor de zelforganisaties, de expertise van PEP en de netwerken op wijkniveau in.
1
We maken gebiedsscans en rollen op basis daarvan het project geïsoleerde vrouwen uit en stellen in samenwerking met de stadsdelen doelen ten aanzien van het bereiken van deze vrouwen.
Taal aan Zee biedt thuislessen Nederlandse taal voor geïsoleerd levende migrantenvrouwen met als doel de participatie te bevorderen, waaronder toeleiding naar (vrijwilligers)werk. 2 Bron: Nulmeting wettelijke streefcijfers vrouwen in de top, Ministerie OCW, februari 2012.
BOW/2014.601
5
Daarnaast gaan we met het steunpunt Huiselijk Geweld, de zelforganisaties en ‘Taal aan Zee’ in overleg over het instellen van een ‘Meldpunt Geïsoleerde en Verborgen vrouwen’. 3.3 Man-vrouw verschillen in de gezondheidszorg Mannen en vrouwen zijn gelijk, maar niet hetzelfde. De gezondheidszorg is hier een goed voorbeeld van. Uit onderzoek blijkt dat vrouwen niet alleen unieke medische problemen hebben (borstkanker, overgangsperikelen, etc.), maar dat bij hen ook veel algemene ziektes (bijv. hart- en vaatziekten) anders verlopen dan bij mannen. Er zijn eveneens aanwijzingen dat vrouwen anders dan mannen reageren op bepaalde medicatie. Het is nog niet heel helder wat deze verschillen betekenen voor gelijke rechten en kansen voor mannen en vrouwen. De man is over het algemeen de norm bij onderzoek en behandeling van patiënten. Sinds mei 2014 is op landelijk niveau de alliantie ‘gender en gezondheidszorg’ in het leven geroepen om aandacht te vragen voor genderspecifieke zorg en professionals hiervan bewust te maken. In Den Haag sluiten wij hierbij aan. We betrekken hierbij de GGD, de Haagse ziekenhuizen, de eerstelijnszorg en vrouwenorganisaties op wijk- en stadsdeelniveau. 3.4 Het bewust maken van –en actief betrekken van mannen bij het emancipatieproces. Zowel uit de Emancipatiemonitor 2014 als uit de eindrapportage van de Visitatie Commissie Emancipatie blijkt dat vrouwen nog altijd vaker de verantwoordelijkheid hebben voor kinderen, wanneer er sprake is van zorg voor kinderen door één van beide ouders. Ook blijkt uit die monitor dat vrouwen veel vaker dan mannen ouderschapsverlof opnemen. De taakverdeling arbeid en zorg tussen mannen en vrouwen is nog lang niet in balans. Mannen, in de vorm van vaders, broers, echtgenoten, kunnen sterk baat hebben bij een herziening van hun rol in gezin en samenleving en spelen tegelijkertijd een belangrijke rol in het emancipatieproces van meisjes, vrouwen en de sociale acceptatie van LHBT’s. Er is sprake van een toenemende waardering en belangstelling voor mannen-emancipatie, maar hiermee zijn we er nog niet. Het proces verloopt niet zo vlot zoals wij graag zouden zien. Mannen-emancipatie vergt veel tijd, energie, geduld en doorzettingsvermogen. Voor de emancipatie van mannen met een nietwesterse afkomst willen wij in de komende periode ook geestelijke leiders en sleutelfiguren van de gemeenschappen inschakelen. Om mannen bewust te maken van en actief te betrekken bij het emancipatieproces gaan we als volgt aan de slag: Wij organiseren voor en door vrijwilligersorganisaties, migrantenorganisaties, het Vadercentrum Adam, welzijnsinstellingen en de buurthuizen van de toekomst voorlichtings- en discussiebijeenkomsten. Hierbij worden de volgende thema’s aan de orde gesteld: de rol van de man/vader binnen het gezin, de bijdrage aan de emancipatie van hun dochter(s) en vrouw en mannen bewust maken van hun eigen emancipatieproces. In de komende periode willen we hiermee 2.000 mannen bereiken. Het voortzetten van de vadercursussen en -trainingen. Hiermee willen wij 300 mannen bereiken en actief betrekken bij het emancipatieproces. Wij gaan migrantenorganisaties en religieuze instellingen actief benaderen en hen in de gelegenheid stellen om gebruik te maken van kennis en expertise van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) en ze bewust te maken over opvoeding van kinderen en over de rol van vaders in het gezin. Wij willen hiermee jaarlijks 200 ouders bereiken en informeren. 3.5 Mannen en mantelzorg Mantelzorg neemt in de Nederlandse gezondheidszorg een belangrijke plaats in. Ongeveer 75% van de zorg die aan mensen thuis wordt geboden, komt voor rekening van mantelzorgers. Zonder mantelzorgers functioneert het zorgsysteem in ons land niet. In de Wmo wordt van gemeenten dan ook specifiek gevraagd aandacht te besteden aan mantelzorg en de ondersteuning van mantelzorgers. Beoogd wordt om de positie van mantelzorgers binnen de Wmo te versterken.
BOW/2014.601
6
Landelijk gezien is ruim 60% van de mantelzorgers vrouw. Steeds vaker blijkt dat bij vrouwen het verlenen van mantelzorg concurreert met de arbeidsparticipatie, waarbij een kleine maar groeiende groep vrouwelijke mantelzorgers te maken krijgt met een meervoudige zorgtaak: de zogeheten ‘sandwichgeneratie’. Zowel het SCP als de Nederlandse Vrouwenraad waarschuwen ervoor dat de lasten van de participatiesamenleving steeds op dezelfde schouders terecht komen. De traditionele rolpatronen van mannen moeten doorbroken worden. Zolang jongeren en vooral mannen niet meewerken aan een herverdeling van taken is er geen sprake van emancipatie en gelijke kansen in de samenleving. Om mannen actief te betrekken bij mantelzorg faciliteren en ondersteunen we vrijwilligers- en maatschappelijke instellingen om voorlichtings- en discussiebijeenkomsten te organiseren met als doel: mantelzorg bij mannen onder de aandacht brengen. 4.
Homoseksuelen, lesbiennes, biseksuelen en transgenders (LHBT’s)
4.1
Voorlichting en ondersteuning
Dankzij alle inspanningen en activiteiten in de afgelopen periode, is het begrip sociale acceptatie van homoseksualiteit bij veel mensen en bij vele groeperingen redelijk verankerd. Toch is het beeld nog steeds dat tal van organisaties niet over de kennis en daadkracht beschikken om het onderwerp goed op de agenda te zetten en te houden. Uit het recent verschenen onderzoeksrapport van SCP ‘De acceptatie van homoseksualiteit door etnische en religieuze groepen in Nederland’ bleek dat homo-emancipatie met name bij de kleinere protestante groepen (buiten de PKN) en moslims beperkter is. Meer dan de helft van de moslims (58%) en ‘overige’ gereformeerden (buiten de PKN) (58%) geeft, bijvoorbeeld, aan dat homoseksualiteit (bijna) altijd verkeerd is. Een brede aanpak op meerdere terreinen, waaronder sport, onderwijs, veiligheid en ouderen, is noodzakelijk om de sociale acceptatie en veiligheid van LHBT’s te bevorderen. In 2014 is door de gemeente Den Haag de aanstelling van een netwerker seksuele diversiteit gefaciliteerd voor een periode van drie jaar bij het COC Haaglanden. Zichtbaarheid en bespreekbaarheid is een belangrijke voorwaarde. We werken hierbij samen met de John Blankenstein Foundation, de KNVB, het COC Haaglanden, de ANBO, migranten- en maatschappelijke organisaties en PEP Den Haag. Op basis van de uitgevoerde activiteiten en inspanningen hebben wij vorderingen gemaakt. Tien jaar geleden was het überhaupt niet mogelijk om met een aantal migrantengroepen over homoseksualiteit te spreken. Wij zetten onze activiteiten voort en wij blijven dan ook investeren in het stimuleren en faciliteren van organisaties die zich hiervoor inzetten. Dit doen wij middels de volgende acties: Het geven van voorlichting en ondersteuning en organiseren van discussiebijeenkomsten op sportverenigingen, verpleeg- en verzorgingshuizen en migrantenorganisaties. Hiermee willen wij 4.000 mensen bereiken en informeren. Het geven van ondersteuning en leveren van expertise aan scholen door COC Haaglanden. Deze activiteiten vinden plaats naast de wettelijke verplichte voorlichting op scholen. Doel is het bevorderen van sociale acceptatie en tolerantie van homoseksualiteit bij jongens en meisjes. Wij willen jaarlijks 150 voorlichtingsbijeenkomsten verzorgen. Daarnaast informeert de gemeente scholen in het kader van de vernieuwde Haagse veiligheidskaart over diverse onderwerpen, zoals het creëren van een veilig klimaat, radicalisering, seksuele diversiteit en het tegengaan van geweld en discriminatie. Wij faciliteren bureau Halt en HCO om aan scholen specifieke kennis en ondersteuning te bieden op dit terrein. Het organiseren van voorlichtingsbijeenkomsten voor professionals over transgenders met als doel kennis- en expertiseverbetering. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de bestaande handleiding gericht op transgenders op de werkvloer. Enkele acties:
BOW/2014.601
7
het actief verspreiden van de handleiding ‘Aandacht voor de T in LHBT beleid’ (gericht op transgenders) onder medewerkers binnen de gemeente, zoals de GGD, roze netwerken, maatschappelijke werk en zorg- en welzijnsinstellingen, het geven van voorlichting en specifieke kennisoverdracht aan politiepersoneel, loketambtenaren (van gemeente, CWI en UWV) en personeel van zorg- en welzijnsinstellingen. De uitvoering gebeurt door Bureau Discriminatiezaken (BDZ), SHOP en het COC Haaglanden. Voortzetten en uitvoering van afspraken die zijn gemaakt tussen het Ministerie van OCW en de G4, over aanpak homoseksualiteit in etnische gemeenschappen. Het doel van die afspraken is de sociale acceptatie van homoseksuelen in etnische gemeenschappen te bevorderen. Wij willen hiermee 1.500 Hagenaars met een etnische achtergrond bereiken. Uitvoering geven aan de intentieverklaring, die op 10 oktober jl. in Nijmegen is ondertekend door minister Bussemaker van het Ministerie van OC&W en de vertegenwoordigers van de 42 regenboogsteden voor de periode 2015-20173. We organiseren jaarlijks de uitreiking van de Haagse homo-emancipatieprijs “John Blankenstein Prijs” en een evenement op 11 oktober (Internationale Coming Out Day). -
4.2 Aanpak discriminatie en geweld Discriminatie en geweld tegen homoseksuelen zijn ook in onze stad nog steeds aan de orde. De onveiligheidsgevoelens in de openbare ruimte nemen toe. Ook zijn er jonge migranten die vanwege hun culturele achtergrond niet uit de kast durven te komen. Hun sociale omgeving staat daar niet open voor. Deze jongeren hebben te maken met spanningen tussen hun familie en sociale omgeving. We zetten in op de volgende punten: Het voortzetten van de afstemming binnen het Regionaal Discriminatie Overleg RDO. Hierdoor trekken de deelnemers aan dit overleg ( de gemeente, het Bureau Discriminatiezaken, politie en OM) eendrachtig op om consequent de ‘zero tolerance – aanpak’ van antihomoseksueel geweld te handhaven en duidelijk te communiceren. Het bij de politie handhaven van signalering en registratie voor incidenten met een homofoob motief. In opdracht van de gemeente ontwikkelt Bureau Discriminatiezaken (BDZ) een methode in het kader van het project ‘Goede betrekkingen binnen de woon-/zorgomgeving’. De methode wordt ter beschikking gesteld aan instellingen die willen investeren in veiligheid en sociale acceptatie van roze ouderen binnen de wereld van wonen en zorg. BDZ continueert in samenwerking met het COC Haaglanden, het jongerenwerk en het onderwijs, trainingen voor professionals. Het doel is te bereiken dat jongeren, die vanwege hun seksuele gerichtheid worden geconfronteerd met sociale uitsluiting, weerbaarder worden en betere sociale vaardigheden ontwikkelen. BDZ benadert sportverenigingen en sociaal-culturele instellingen, om te komen tot een gebundelde aanpak om drempels te slechten die de participatie van LHBT’ers binnen het sociaal- cultureel werk en de wereld van sport belemmeren. Het geven van voorlichtingsbijeenkomsten en trainingen aan de politie met als doel het vergroten van bewustwording en herkenning van geweld met een homofoob karakter. Het voortzetten van de opvangvoorzieningen voor jongens en mannen die vanwege hun seksuele geaardheid worden bedreigd. Specifiek voor migrantenjongeren is bovendien op een veilige plek noodopvang gerealiseerd.
3
Deze verklaring heeft als doel: - het volgen van lokale ontwikkelingen; - het LHBT- emancipatiebeleid een vaste plaats te geven binnen het gemeentebeleid; - het voeren van regie binnen de regio om te komen tot een betere samenwerking op het gebied van LHBTemancipatiebeleid.
BOW/2014.601
8
4.3 Het gemeentelijke medewerkersnetwerk Den Haag Pride Door deelname aan een jaarlijkse internationale benchmark en het opvolgen van de aanbevelingen laat de gemeente Den Haag zien dat ze ook in de komende periode een goede werkgever wil zijn voor LHBT’s. Hiermee dient de gemeente als rolmodel voor andere organisaties in de stad. de gemeente stimuleert ook de komende periode het gemeentelijke medewerkersnetwerk Den Haag Pride. 5.
Monitoring en financieel overzicht
5.1 Emancipatiemonitor en voortgang uitvoering emancipatiebeleid Jaarlijks rond 8 maart brengen wij de Emancipatiemonitor uit, die we openbaar maken op de site van de gemeente. In de Emancipatiemonitor wordt, onder andere, aandacht besteed aan vrijwilligerswerk, arbeidsparticipatie onder vrouwen, discriminatie en geweld tegen homo’s en de resultaten van de verschillende activiteiten, die in het kader van het emancipatiebeleid worden uitgevoerd. Vanaf 2015 starten wij met een nulmeting. In 2016 presenteren wij een tussenrapportage aan de gemeenteraad over de voortgang van de acties en de behaalde resultaten van het Actieprogramma en in 2018 brengen wij een eindrapportage uit. Emancipatie is in eerste instantie een bewustwordingsproces. Echter, hoe meten we nu of we resultaten hebben geboekt en/of vooruitgang in de emancipatie van de Haagse burgers is bereikt, zodat we weten, waar we mee verder moeten en wat we kunnen afronden? Als het gaat om maatschappelijke participatie, van bijvoorbeeld vrouwen, meten we dit aan de hand van de participatieladder. 5.2 Financieel overzicht Er is jaarlijks een structureel budget voor vrouwen- en mannenemancipatie van € 1 miljoen beschikbaar. Daarvan wordt € 571.000,- besteed aan de subsidiering van professionele instellingen, zoals Stichting Yasmin (€ 348.000,-) en het COC Haaglanden (€ 223.000 inclusief maatschappelijke werk, ad € 173.000,uit het budget voor maatschappelijk werk). Voor incidentele stedelijke emancipatieprojecten is een bedrag van € 227.000,- en voor de uitvoering van de acties in dit Actieprogramma is € 246.000,- beschikbaar. Verder is er jaarlijks een bedrag van € 250.000,- beschikbaar voor emancipatieactiviteiten op wijk- en buurtniveau. Deze middelen zijn gereserveerd binnen het budget voor nieuw beleid in het collegeakkoord, diversiteit, burgerschap en emancipatie. Ik kijk uit naar de werkbespreking in de commissie Samenleving. Met vriendelijke groet, de wethouder van Stedelijke Economie, Zorg en Havens, Karsten Klein