Jachtslot Ter Horst Horstlaan 12 te Voorschoten
Restauratieonderzoek Uitgevoerd door Mark Veliscek Ontwerper/Beeldend kunstenaar Secretaris Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed te Voorschoten Januari 2011
Jachtslot Ter Horst Horstlaan 12 te Voorschoten Landgoed de Horsten
Den Haag, januari 2011 Onderzoeksperiode: oktober 2010 t/m januari 2011 Uitgevoerd naar aanleiding van de opleiding Erfgoed in de Praktijk aan de Hogeschool Utrecht. Uitgevoerd door Mark Veliscek Ontwerper/Beeldend kunstenaar Secretaris Commissie Welstand en Cultureel Erfgoed te Voorschoten
Jacob van der Doesstraat 83 2518 XM Den Haag
2
Voorwoord Het jachtslot is gelegen op het kroondomein De Horsten en heeft de status van Rijksmonument (rijksmonumentnummer 525373). Het pand wordt al decennia niet gebruikt en bevindt zich, ondanks een restauratie in 2003, in slechte conditie. Dit geldt met name voor het interieur. Het jachtslot is korte tijd geleden door H.M. Koningin Beatrix verkocht aan een particulier, die het naar de huidige maatstaven bewoonbaar wil maken. Hiervoor zijn een nieuwe restauratie en een verbouwing/vergroting van het gebouw noodzakelijk. De nieuwe aanbouw moet er vooral voor zorgen dat het huis geschikt wordt voor dagelijkse bewoning door een gezin. De huidige vertrekken hebben een hoog museaal karakter en zijn niet geschikt voor het dagelijkse gezinsleven. Het laatst uitgevoerde onderzoek uit 2007 heeft in verband met uiteenlopende redenen geen informatie uit de gemeentearchieven van Voorschoten en het Koninklijk Huisarchief opgenomen. Deze zijn voor dit onderzoek wel geraadpleegd. De gemeentearchieven gaan echter terug tot 1925. Alles van de periode daarvoor is ondergebracht bij het regionaal archief in Leiden. Dit archief is in dit onderzoek geraadpleegd, maar heeft geen informatie opgeleverd. Er zijn slechts enkele bouwaanvragen voor een koeienstal of kippenschuur op Ter horst. Op zoek naar de originele bouwtekeningen heb ik contact gezocht met het Fürstlich Wiedische Archiv. Zij hebben laten weten dat er na de dood van Prins Frederik geen documenten zijn overgegaan naar het archief van de familie Von Wied. Ik heb bewust gekozen om geen numerieke verwijzing in de tekst op te nemen voor de afbeeldingen. Door afbeeldingen deze tussen de tekst te plaatsen leest het rustiger en wordt de lezer niet gedwongen om te bladeren op zoek naar de bijbehorende afbeelding. De bijlagen geven een volledig foto overzicht. Tevens vindt u daar de bijbehorende tekeningen. Alle foto’s zijn voorzien van een bijschrift.
Den Haag januari 2011 Mark Veliscek Ontwerper / beeldend kunstenaar Secretaris commissie welstand en cultureel erfgoed te Voorschoten
3
Samenvatting Bouwgeschiedenis De eerste meldingen van Huis Ter Horst stammen uit de 13e eeuw. Het is meerdere malen herbouwd en verbouwd. Ter Horst ligt op landgoed De Horsten. Prins Frederik kocht de landgoederen Raephorst en Ter Horst in 1825 en voegde daar in 1845 Eikenhorst aan toe. Het huidige jachtslot is gebouwd tussen 1863 en 1876 en is ontworpen door architect J.W.F. Mouton. Exterieur De voorgevel heeft iets uit het midden een trapgevel en is gedecoreerd met kunststenen traceringen in neogotische stijl waaronder lisenen, maaswerk in visblaasmotief, kordonlijst, pinakels op de hoeken en een deur met vensteromlijstingen. De overige gevels zijn soberder uitgevoerd. Interieur Inwendig toont het huis een rijke aankleding in Willem II gotiek., eveneens naar ontwerp van architect J.W.F. Mouton, praktisch gaaf bewaard en van grote ornamentele waarde en zeldzaamheid. Het jachtslot kent een onregelmatige indeling van rechthoekige ruimten in twee niveau ’s te weten, een vestibule, hal, bibliotheek, zitkamer, eetkamer en slaapkamer (voor- en achterhuis). Deze ruimten zijn allen voorzien van een eiken paneel lambrisering en cassetteplafonds of beschilderde moerbalken en kinderbinten. De kelder dateert van het renaissance huis dat in 1631 op deze plek is gebouwd. Restauraties Er zijn verschillende verbouwingen en plannen voor restauratie geweest. In 1942 was Ter Horst nog in goede staat. In 1964 en in 1974 zijn er plannen om Ter Horst te restaureren. De bouwkundige staat is op dat moment zorgwekkend. Koningin Juliana (de toenmalige eigenaar) geeft beide keren echter geen toestemming om tot restauratie over te gaan. In 2003 zijn er wederom plannen om te restaureren en deze worden ook uitgevoerd. Deze restauratie betrof uitsluitend het exterieur. Het betrof hier onderhoud van goten, hemelwaterafvoeren loodslabben, vervangen van kozijnen, voegwerk en schilderwerk. Tevens zijn delen van de kapconstructie en de balklagen vervangen. Het werk is slordig uitgevoerd. Zoals in de bijlage is te zien heeft kleuronderzoek uitgewezen dat er twee kleuren mogelijk zijn. Op historisch fotomateriaal is alleen de lichte zandstenen kleur terug te vinden. Het is niet bekend in welke periode de ornamenten waren voorzien van de teruggevonden roze kleur. In een onderzoeksrapport uit 2004 wordt de opbouw van de verflagen omschreven. De roze kleur wordt gezien als de eerste werkelijke afwerklaag. Deze bestaat uit een kalkachtige vulling met papaverolie en als kleurstof meekrab. In 2007 worden er wederom plannen gemaakt om Ter Horst te restaureren en bewoonbaar te maken. Deze restauratie moet nog worden uitgevoerd. De toekomstige restauratie zal bestaan uit 4 delen. Het exterieur zal worden hersteld waar nodig en de ruimtes met een hoge monumentale waarde zullen in oude glorie worden hersteld. Om het huis voor bewoning geschikt te maken zal de zolder verdieping met slaapvertrekken en de daarbij behorende ruimtes worden ingedeeld. Aan de uiterste westhoek van de dienstvertrekken zal om dezelfde reden een aanbouw worden gerealiseerd op maaiveld niveau.
4
Inhoudsopgave:
Inleiding
6
Landgoed De Horsten
7
Bouw- en bewonersgeschiedenis
8
Beschrijving
12
Uitgevoerde restauratie
19
Komende restauratie
21
Conclusie
25
Geraadpleegde literatuur en bronnen
29
Bijlagen
-
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1: 2: 3: 4: 5:
Historische foto´s en tekeningen. foto’s van de huidige toestand Detail foto´s van restauraties Tekeningen bestaande en nieuwe situatie Kleurstudie 2003
5
Inleiding Dit onderzoek richt zich op de reeds (slecht) uigevoerde restauratie in 2003 en de toekomstige restauratie. Met als doel om de fouten die in het verleden zijn gemaakt aan het licht te brengen en bij de op handen zijnde restauratie zo mogelijk te herstellen. Ook zijn er vermoedens dat delen van het gebouw ouder zijn dan het neogotische ontwerp uit de tweede helft van de 19e eeuw. Door meer onderzoek te doen naar plattegronden, kaarten en prenten, is vastgesteld of en welke delen van het gebouw onderdeel zijn geweest van het vroegere in renaissance stijl opgetrokken gebouw. Als eerste zal worden ingegaan op het landgoed en de bewoners geschiedenis alvorens in te gaan op de bouwhistorie en de restauraties.
6
Landgoed De Horsten Op de strandwallen tussen Den Haag en Leiden verrezen gedurende de eeuwen vele landgoederen en buitenplaatsen. Deze strandwallen lagen hoger en waren dus droge plekken om een stevig onderkomen te bouwen. Op de flanken van de strandwallen verrezen boerenhoeves, waarvan de pachter het laaggelegen veenland bewerkte of zijn vee liet grazen. De landgoederen Eikenhorst, Raephorst en Ter Horst vormen gezamenlijk het kroondomein De Horsten. De stichter van het domein is Prins Frederik der Nederlanden (1797-1881), de tweede zoon van koning Willem I. Hij kocht de landgoederen Raephorst en Ter Horst in 1825 en voegde daar in 1845 Eikenhorst aan toe. Op elk van de landgoederen stond een kasteel met een eigen historie. Prins Frederik koos landgoed De Paauw als zijn zomerverblijf, het huidige gemeentehuis van Wassenaar. Huis De Paauw is gelegen aan de toen net aangelegde landweg van Den Haag naar Amsterdam (nu de Rijksstraatweg), met veel jachtgrond en de mogelijkheid van inkomsten uit de pachtboerderijen. De Horsten is op haar beurt onderdeel van een samenstel van buitenplaatsen zoals De Paauw, Backershagen en Groot Haesebroek.
Kaart uit 1854 van Kroondomein De Horsten.
Omstreeks 1840 kreeg tuinarchitect J. D. Zocher jr van Prins Frederik opdracht om in Raephorst een park in Engelse landschapsstijl aan te leggen. Omstreeks 1865 kreeg de Duitse landschapsarchitect C.E.A. Petzold opdracht om de verschillende landgoederen samen te voegen tot een groot landgoed in de vorm van een omvangrijk park in landschapsstijl. Zo ontstond er een zichtas van het huidige raadhuis De Paauw naar de Raephorst. Deze zichtas is nog steeds aanwezig, maar wordt doorsneden door de Rijksstraatweg. Volgens Petzold moest de natuurlijke gesteldheid van het landschap op zo’n manier worden ingevuld dat de schoonheid van het terrein wordt benadrukt, maar dat het menselijk ingrijpen niet merkbaar is. De Parkaanleg is in grote lijnen goed bewaard gebleven met de voor Petzold kenmerkende rondwandelingen en beplanting. Tevens zijn de oudere 17e en 18e eeuwse elementen met waterstructuren en padenpatronen op elk van de afzonderlijke buitenplaatsen bewaard gebleven. De oude lanen die als toegangsweg dienen voor de imponerende gebouwen bleven gehandhaafd. De oprijlaan (Horstlaan, oorspronkelijk Voorlaan) ging in zuidwestelijke richting om Ter Horst heen richting de Rijksstraatweg (oorspronkelijk Achterlaan). In 1843 werd de spoorlijn aangelegd 7
en werd het landgoed doorsneden. Later is er een tunnel gemaakt om het spoor te kunnen passeren. Het toegangshek dat bij de Veurseweg, oostelijk van het spoor stond is tussen 1963 en 1985 verplaatst naar de Horst en Voordelaan als entree van dit deel van het langgoed met een kwekerij, bediendewoningen, een boerderij en Huis Ter Horst . Vanaf het toegangshek is er een verbindingslaan met de Horstlaan. Het toegangshek was in slechte staat en is in 2009 gerestaureerd en enkele meters naar voren geplaatst ter hoogte van de watergang.
Het in 2009 gerestaureerde toegangshek.
De prins was dol op jagen en liet in het oosten, het vervallen Huis Ter Horst tussen 1863 en 1876 verbouwen tot een klein jachtslot in neogotische stijl. Het hele jachtgebied werd afgezet met twee meter hoge hardstenen zuilen met het opschrift: Eigen jagt van ZKH Prins Frederik. Hiervan zijn nog enkele bewaard gebleven, onder andere aan de Veurseweg, Horst en Voordelaan en het laantje van Van Wissen in Voorschoten en enkele in Wassenaar. BouwBouw- en bewoners bewonersgeschiedenis ewonersgeschiedenis In een bericht uit 1282 blijkt dat de heer van Wassenaer het kasteel Ter Horst in leen houdt van de graaf van Holland. Aanvankelijk wordt het door de Van Wassenaers in achterleen uitgegeven. Een kasteel kon het middelpunt zijn van een landbouwbedrijf en kunnen zelfs terug gaan op een vroegmiddeleeuwse grondheerlijkheid. Het vroegere Ter Horst kan in deze geest als kasteel worden aangeduid. In 1203 bouwde heer Filips van Wassenaer, burggraaf van Leiden, het huis Ter Horst. Eeuwenlang bleef het in de familie.
8
Kasteel Ter Horst in de 14-15e eeuw. Herkomst: Koninklijke Verzamelingen, Den Haag.
Het kasteel werd meerdere malen verwoest en weer opgebouwd. Met name tijdens de hoekse en kabeljauwse twisten in de 2e helft van de 14e en de 15e eeuw. Achtereenvolgens kwam het kasteel in bezit van de Ligne’s (1525), de Van Ruijtenburchs (1625), de Pauw’en (1667), de Sluyskens (1700), de Blocg Van Kuffelers (1732) en de Cau’ wen (1766). Dit waren zowel ridders als voorname overheidspersonen. In 1631 werd het Kasteel geheel vernieuwd. Reinier Pauw verwierf het uit de nalatenschap van zijn grootmoeder Cristina van Ruytenburgh en liet een landhuis in renaissancestijl bouwen, dat zeven venstereenheden breed was en aan de achterzijde een toren had. Het huis lag toen net als nu op een omgracht terrein en bestond uit twee evenwijdig gelegen volumes, ieder met een schilddak en daartussen een zakgoot. Aan de linkerzijde van de voorgevel lag haaks op de twee volumes, een derde dat vrij diep naar achter doorliep een ook met een schilddak was afgedekt. Aan de noordzijde stond een toren met een sierlijke bekroning. De ruimte tussen de toren en de volumes werd opgevuld met een bouwdeel waarvan de vloer hoger lag dan van de rest van het huis. Onder dit bouwdeel bevond zich de nu nog bestaande kelder. Dit huis was een typisch voorbeeld van een 17e eeuws landhuis.
Het renaissance landhuis dat Reinier Pauw liet bouwen. Herkomst: Koninklijke Verzamelingen, Den Haag.
18e eeuw In de tweede helft van de 18e eeuw werd het huis nogmaals verbouwd en werd de dakvorm gewijzigd. Het hele voorhuis werd nu door een langgerekt schilddak gedekt Hierbij verdween de topgevel en van de kruiskozijnen werd het kruis verwijderd. De onderdorpels werden verlaagd om een grotere lichtopening te krijgen en in de 9
kozijnen werden schuiframen geplaatst. De bekroning van het torentje werd eveneens aangepast aan de smaak van die tijd. Naast de verbouwing van het huis werd ook de omliggende tuin drastisch verandering. Deze tuinaanleg is nog grotendeels aanwezig, maar wel ernstig verwaarloosd.
Op het noorden georiënteerde plattegrond van de buitenplaats Ter Horst uit 1743.
19e eeuw De familie Cau verkocht het in 1838 aan Prins Frederik der Nederlanden. Het huis had een eenvoudige renaissance gevel. De toren stond waarschijnlijk op middeleeuwse fundamenten. Prins Frederik liet het huis tussen 1863 en 1876 verbouwen tot een jachtslot door architect J.W.F. Mouton. Enkele onderdelen van het kasteel, waaronder de kelder werden opgenomen in het huidige jachtslot. Het koetshuis van Ter Horst is nog steeds aanwezig en draagt tot op de dag van vandaag het wapen van Ter Horst: vier banen geel op een gouden veld met een jaartal (1701).
10
20e eeuw Na het overlijden van Prins Frederik in 1881 kwam het jachtslot in handen van zijn dochter Prinses Marie van Oranje-Nassau. In 1898 koopt Koningin Wilhelmina de landgoederen aan. Via Koningin juliana is het landgoed overgegaan naar Koningin Beatrix. In 1942 is het jachtslot gedocumenteerd en ingemeten door de RDMZ, alles was toen nog in complete staat. Ter Horst werd toen niet bewoond, maar Wilhelmina stelde het twee dagen per week open voor publiek. In 1964 zijn er plannen om het jachtslot bewoonbaar te maken voor de heer Bergman, de beheerder van het jachtslot. Huis Ter Horst is dan in slechte staat, doordat het lange tijd onbewoond was. De plannen behelsden aanpassingen aan de dienstvertrekken aan de zuidzijde van het gebouw. Op 29 september 1964 besluit Koningin Juliana dat er voorlopig niets aan het pand mag worden gewijzigd. In 1971 neemt het Beheer van Koninklijke Landgoederen ernstig in overweging om Ter Horst te restaureren. Pas in 1974 is er een begroting voor de restauratie van Ter Horst en het koetshuis waarin herstel van het voeg- en metselwerk en schilderwerk zijn opgenomen. Ondanks de verleende subsidie besluit Koningin Juliana dat de restauratie niet mag worden uitgevoerd. . Er is na die tijd wel iets gewijzigd aan het gebouw. Op een foto uit 1963 is te zien dat de trapgevel aan de voorzijde deels ontbreekt. In 1942 is de trapgevel met een rijke afdekking, inclusief pinakel nog te zien. De trapgevel is nadien deels hersteld in een sobere uitvoering. 21e eeuw Omdat het jachtslot sindsdien nog steeds niet bewoond werd is het gebouw weer in verval geraakt. In 2003 zijn er wederom plannen voor restauratie. Deze restauratie is echter niet goed uitgevoerd. Alle ingrepen, van voegwerk tot balklagen, hebben een afgeraffelde en goedkope indruk.. In 2008 Heeft Koningin Beatrix Ter Horst verkocht aan een particulier. De nieuwe eigenaar is voornemens het pand te gaan bewonen.
Jachtslot Ter Horst in 2010.
11
Beschrijving Exterieur Het op T-vormige grondslag opgetrokken gebouw met middeleeuwse kelder staat op een geprofileerde hardstenen plint, heeft één bouwlaag en een mezzanino. Het voorhuis en het haaks daarop staande achterhuis hebben zadeldaken met gesmoorde kruispannen. De kap van het voorhuis eindigt aan beide zijden met een trapgevel en het achterhuis met een tuitgevel. Tegen de zuidwest- en een deel van de noordwestgevel van het achterhuis is een aanbouw met platdak aanwezig. Het geheel is gemetseld in kruisverband met formaat van 15,5-18 bij 4 cm. De meeste stenen zijn ongeveer 17 cm. Voorgevel De zes traveeën brede gevel van het voorhuis heeft iets uit het midden een trapgevel en is gedecoreerd met kunststenen traceringen in neogotische stijl waaronder lisenen, maaswerk in visblaasmotief, kordonlijst, pinakels op de hoeken en een deur met vensteromlijstingen. De trapgevel is bekroond door een vergulde windvaan met leeuw. De excentrisch geplaatste toegangsdeur bestaat uit een rondboogdeur met ijzerbeslag met daarvoor een bordes voorzien van een eenvoudige balustrade. De deur wordt omlijst door een mini wimberg en pinakels. Boven de deur, aan weerszijden van de wimberg, bevinden zich twee wapenschilden. Naast de deur aan weerszijden lantaarns. In de overige traveeën en in de trapgevel openslaande kruisvensters met hardstenen vensterbanken. Op de mezzanino 6 kleine vensters met accoladebogen. Ter hoogte van de mezzanino worden de hoeken van de gevel versierd door kunststenen pinakels (alleen de schacht).
Detailopnamen van de gevel boven de voordeur.
De rechterzijgevel (noordoost) Dit is een getrapte gevel en wordt gevormd door respectievelijk het voorhuis, het achterhuis en de aanbouw. De gevel van het voorhuis heeft geen vensteropeningen. Op de linkerhoek prijkt de pinakel van de voorgevel, iets links van de rechterhoek bij de beëindiging van de trapgevel is ook een pinakel aanwezig. Vanachter deze pinakels komt de hemelwaterafvoer naar beneden. Aan de rechterzijde springt de gevel iets terug ter breedte van de pinakel. De trapgevel heeft hardstenen afdekplaten. De gevel is verder versierd met twee kordonlijsten ter hoogte van de mezzanino en sierankers. Deze sierankers zitten vlak onder de onderste lijst. Het voorhuis heeft een hardstenen plint. De overige volumes hebben een kunststenen plint, in de plinten zijn ventilatie openingen gemaakt. De gevel van het achterhuis heeft eveneens kordonlijsten en sierankers. Er zijn drie openslaande kruisvensters die met de bovenkant dicht tegen de onderste kordonlijst aan zitten. In de plint zitten twee kleine vensters van de middeleeuwse kelder. Daarboven in het metselwerk prijkt een 12
wapensteen. De bovenzijde van de vensters wordt versierd door een gemetselde segmentboog met kunststenen aanzet- en sluitstenen. De sluitstenen zijn versierd met een masker. De onderdorpels zijn van hardsteen. Voor de gevel van de aanbouw geldt grotendeels hetzelfde. De ramen zijn echter lager en houden meer afstand tot de lijst. De gootlijst is van hardsteen. Alle ramen zijn voorzien van donker gedekte, geschoepte luiken.
De rechterzij- en achtergevel. De achtergevel (noordwest) De getrapte achtergevel, gevormd door respectievelijk het voorhuis, achterhuis en de aanbouw, heeft alleen twee glas in lood ramen in het voorhuis. In het glas in lood is het jaartal 1615 te lezen. Deze vensters zijn kleiner (hoogte) en zijn in hun geheel lager geplaatst dan de ramen in de linkerzijgevel van het achterhuis. Zij zijn tevens voorzien van gemetselde segmentboog met kunststenen aanzet- en sluitstenen. De sluitstenen zijn versierd met een masker. De lijsten en de sierankers ontbreken niet. De achtergevel van het achterhuis heeft een tuitgevel. De kordonlijst loopt door en er is een anker aanwezig links uit het midden van de tuit. Geen vensters. De achtergevel van de aanbouw heeft eveneens geen vensters. De lijsten lopen door, maar de ankers zijn lager geplaatst. Ongeveer ter hoogte van de bovendorpel van de vensters in de aanbouw aan de noordoostgevel. De achtergevel heeft als geheel een mooi gesloten stuurs karakter. De linkerzijgevel linkerzijgevel (zuidwest) De gevel van het voorhuis wordt geflankeerd door pinakels. Aan weerszijden van het midden bevinden zich twee vensteropeningen. De rechter is een blind venster, de linker hetzelfde kruiskozijn als de overige gevels. Deze gevel is ook voorzien van een hardstenen plint. De gevel van de aanbouw bestaat uit twee delen. Het eerste deel heeft drie vensters met kruiskozijnen die weer lager in het vlak liggen ten opzichte van de vensters in de noordoostgevel. Naast de ramen een smalle deur met bovenlicht dat in hoogte aansluit bij het kruis van de vensters. Aan de rechterzijde bevind zich een lantaarn De deur bevindt zich ter hoogte van de imitatie hardstenen plint en wordt voorafgegaan door een rijk bewerkt gietijzeren trapje met balustrade. Tussen de kroonlijsten bevinden zich ter breedte van het linker en het middelste raam en ter hoogte van de mezzanino twee vensters met accoladebogen. Dit deel van de gevel wordt geflankeerd door twee hemelwaterafvoeren. Het tweede deel van de gevel ligt ongeveer een halve meter terug en heeft twee vensteropeningen. Het rechter is een blind venster, het linker is uitgevoerd als eerder beschreven, maar is in de hoogte kleiner. Onder het kozijn is de ruimte tot de hardstenen onderdorpel opgevuld met metselwerk. Boven beide vensters bevinden zich twee vensters met accoladebogen.
13
Linkerzij- en achtergevel. Interieur Inwendig toont het huis een rijke aankleding in Willem II gotiek., eveneens naar ontwerp van architect J.W.F. Mouton, praktisch gaaf bewaard en van grote ornamentele en zeldzaamheidswaarde. Het jachtslot kent een onregelmatige indeling van rechthoekige ruimten in twee niveau ’s te weten, een vestibule, hal, bibliotheek, zitkamer, eetkamer en slaapkamer (voor- en achterhuis). Deze ruimten zijn alle voorzien van een eiken paneellambrisering. Kelder De kelder is vanuit de hal van de zijgang te betreden en bevindt zich onder de eetkamer. Op 17 januari 2011 is huiszwam geconstateerd op de deur die toegang biedt tot de trap naar de kelder. De ruimte bestaat uit twee geschakelde ruimtes met een tongewelf. Op de vloer liggen hardgebakken tegels. Beide kelders hebben een venster. Deze bevinden zich in de gevel van het achterhuis (eetkamer). Op een plattegrond voor het tuinplan uit 1743 is het toenmalige kasteel ingetekend. Deze plattegrond geeft een redelijk beeld van het grondplan van het kasteel. Uit bronnen is gebleken dat de kelder en de eetkamer zijn behouden tijdens de verbouwing in de 19e eeuw. De eetzaal en de kelder moeten dus dateren van voor de tweede heft van de 18e eeuw. In een brief uit 1865 van dhr Wentzele (zijn naam is slecht leesbaar) schrijft hij aan de RDMZ dat hij het oudste bouwdeel dateert in de 12e of 13e eeuw. Gezien de eerste vermeldingen van Ter Horst in de 13e eeuw zal de eerst genoemde afvallen. Ook staat in de brief dat dit oudste bouwdeel in 1630 is verhoogd. Door plattegronden van het huidige jachtslot en het vroegere renaissance huis over elkaar heen te leggen, is duidelijk te zien dat de kelder en de eetkamer qua positie en maat corresponderen. Gezien de dikte van muren van deze twee ruimtes is het aannemelijk dat het dateert van voor de 18e eeuw (kelder 1 meter en de eetzaal ruim 0,65 meter dikke muren). In brieven uit de eerste helft van de 20e eeuw blijkt dat Ter Horst is gebouwd op de fundamenten van het vroegere huis. Vestibule De zijwanden van de vestibule zijn bekleed met een rijk bewerkte eikenhouten betimmering met kleine ebbenhouten diamantkoppen. Daarboven zijn tegels ingelegd met Delfstblauwe tegeltableaus waarop de portretten van 14 telgen uit het geslacht Oranje zijn afgebeeld. Deze worden aan de bovenzijde ingesloten door een bewerkte kroonlijst. Vanaf de lijst tot het plafond zijn tegels geplaatst met een Delfstblauw repeterend patroon. In de wand van de entree is de deur links tegen de wand gesitueerd. In de andere hoek is een kruiskozijn. Boven de lambrisering is het repeterende tegelwerk aangebracht De tegenoverliggende wand heeft boven de rijk geprofileerde doorgang tot de hal erachter een gebroken fronton. Boven de lambrisering prijkt een Bijbelse voorstelling in Delfstblauw. In de deur een glas in 14
lood raam met de wapenschilden van de zeven provinciën. De vloeren zijn belegd met vloertegels met een vierpasmotief. Wat opvalt is dat de lambrisering deels het patroon bedekt. Het plafond is een casettenplafond. Hal De wanden van de hal achter de vestibule zijn ook met een rijke lambrisering bekleed. Hier zijn de ornamenten grover dan in de vestibule en de ebbenhouten diamantkoppen groter. Boven de lambriseringen, die reiken tot boven de deur, waren de wanden bekleed met wandtapijten. Deze zijn thans niet meer aanwezig. De hal heeft twee deuren die toegang verschaffen tot de vestibule en de salon. De deuren zijn eveneens rijk bewerkt met twee vierkanten boven elkaar met daarin een donker kruis welk wordt omvat door complementerende vormen. Tussen de vierkanten is een rechthoekig ornament aangebracht dat doet denken aan een brievenbus. Het casettenplafond is voorzien van dezelfde kruizen met daartussen in goud aangebrachte wapens. Er is tevens een afgesloten deur in de scheidingswand met de keuken.
Vestibule en de hal.
Zitkamer Vanuit de hal betreedt men de zitkamer. Ook hier zijn de wanden rijk bewerkt met een lambrisering bestaande uit drie vierkanten boven elkaar met een stevige beëindiging. Vlak achter de deur in het midden van de wand een rijk bewerkte trap van vijf treden die toegang biedt tot de eetkamer. De trap wordt geflankeerd door twee balusters waarop een houten sculptuur prijkt. Deze balusters worden door een opengewerkt hekwerk met rijk bewerkte spijlen verbonden met de muur. Links van de deur een Oudhollandse schouw met zandstenen zijstukken en een grote lijst waarvan de bovenzijde aansluit op de lambrisering. Naast de schouw is, in de wand van de vestibule, is een deur aangebracht. Deze is niet te openen. Hierboven is de lambrisering voorzien van twee kleinere vierkanten tot het plafond. De binnenzijde van de schouw heeft enkele tegeltableaus die worden omgeven door gevlamde of schildpadtegels. Deze tegels werden vanaf de tweede helft van de 17e eeuw gebruikt om de binnenzijde van de stookplaats te beschermen. De meerkleurige tegels die in de nisjes zitten in de achterwand werden hoofdzakelijk gemaakt in de eerste helft van de 17e eeuw. De wanden boven de lambrisering waren voorzien van goudleren wandbespanning net als in de eetkamer. Deze is niet meer aanwezig, maar is volgens de Rijksdienst opgeslagen. De wand aan de voorgevel is voorzien van twee kruiskozijnen die gecentreerd zijn aangebracht. Op de vloer ligt nog een oud tapijt. In het casettenplafond zijn monogrammen aangebracht met goudverf. Bibliotheek In de wand tegenover de schouw zijn twee deuren. De meest linker geeft toegang tot de bibliotheek. Deze heeft eikenhouten lambrisering, een schouw met twee 15
tegeltableaus omgeven door tegels met schildpadmotief en een casettenplafond. Het middelste paneel van de lambrisering is hier ingelegd met sierlijke motieven in verschillende soorten hout. Ook hier mist de goudleren wandbespanning boven de lambrisering. De vensters hebben glas in lood en zijn voorzien van een ovale brandschildering met wapens met het jaartal 1615. Volgens bronnen uit het panddossier van de Rijksdienst zijn deze 16e of 17e eeuws en dus hergebruikt van het vroegere renaissance woonhuis. In de achterwand een ingebouwde bibliotheekkast.
Zitkamer en bibliotheek.
Slaapkamer Vanuit de zitkamer is ook de slaapkamer te bereiken. Deze bevindt zich aan de voorgevel en heeft aan die zijde twee vensteropeningen met kruiskozijnen. Net als in de bibliotheek is hier de lambrisering ingelegd met diverse soorten houten motieven. In het midden tegen wand van de bibliotheek staat een houten hemelbed. Boven de lambriseringen hebben wandtapijten gehangen. Aan de zijmuur een ingebouwde kaptafel. Op een foto uit 1963 is de achterwand nog bekleed met Delftsblauwe tegels.
Slaapkamer. Noot: In de omschrijving van de Rijksdienst staat vermeld dat het goudleren behang is opgeslagen. Alleen de eetkamer staat genoemd, maar dit zou ook voor de overige ruimtes kunnen gelden. Dit behang ligt opgeslagen onder verantwoordelijkheid van de Intendant der Koninklijke Paleizen.
16
Eetkamer Ook in de eetkamer zijn de wanden voorzien van lambriseringen. Deze komen zijn meer in dezelfde trant als die van vestibule. Hierboven heeft goudleren wandbespanning gezeten. Rechts van de deur bevinden zich drie kruisvensters in de gevel. Links een Oudhollandse schouw met in het midden boven het vuur een Delftsblauw tegeltableau. Daar omheen tegels met schildpadmotief. Het plafond bestaat uit rijk beschilderde moerbalken en kinderbinten. De ondergrond is rood, waarop in goud guirlandes, festoenen en mascarpone zijn geschilderd. Zoals eerder bij de kelder omschreven zijn er meerdere aanwijzingen dat deze ruimte ouder is dan het huidige jachtslot. De dikte van de muren en de positie en de maat van de ruimte welke correspondeert met het vroegere renaissance huis.
Eetkamer.
Hal en zijzij-ingang Achter de eetkamer is een trappenhuis. Deze diensttrap scheidt de dienstvertrekken van de formele ruimtes. Er is een trap met een onderkwart naar boven en links van de deur vijf treden naar beneden, waar zich de zijingang bevindt. Onder de trap bevindt zich de trap naar de kelder. De hal biedt toegang tot de achterkamer, het toilet en de garderobe. De wanden zijn gestuct. De stucplafonds zijn verwijderd. De vloer is belegd met marmeren tegels. Garderobe De garderobe heeft ingebouwde kasten. Deze kasten dateren waarschijnlijk uit de 20e eeuw. Tegenover de kasten bevindt zich een kruiskozijn, de wanden zijn gestuct, de stucplafonds verwijderd. Op de vloer liggen nog de oorspronkelijke hardstenen tegels. Keuken Achter de garderobe ligt de keuken, ook hier liggen nog de oorspronkelijke hardstenen tegels onder de houten vloer. Naast de deur bevindt zich een grote schouw. Er zijn twee kruisvensters in de tegenoverliggende wand. Aan het eind van de ruimte tegen de wand van de formele hal zijn een aanrecht een keukenkastjes geplaatst. Deze dateren waarschijnlijk uit dezelfde tijd als de garderobekasten. Achterkamer De achterkamer is te bereiken via de hal van de zijingang. Achter de deur drie treden. Links naast de deur is een sparing voor het toilet. Daarnaast een kruisvenster en in de tegenoverliggende wand twee vensters. De achterwand is volledig gesloten. In het midden een eenvoudige schouw van zwarte Golzinne marmer. Hier is het stucplafond rondom verwijderd. De wanden zijn gestuct. De wand van het toilet is voorzien van behang. De wand loopt tot een meter onder het
17
Keuken en de achterkamer.
plafond door zodat er een nis ontstaat. Onder de vloer bevindt zich een kruipkelder. Deze is bereikbaar via een vurenhouten balk- en plankenlaag die rust op vier gemetselde poeren. In de kruipruimte is te zien aan de gaten in de buitenmuren dat de vloer omhoog is gebracht. De oorspronkelijke vloer lag op het niveau van de overige dienstvertrekken. In de kruipruimte is een gat gegraven in het zand om het gemetselde riool te kunnen bereiken. Dit riool ligt ruim 3 meter onder de bestaande vloer. Er bestaan vermoedens dat de balkenlaag en het vloerhout dateren uit het einde van de jaren 20 van de 20e eeuw. Er zijn krantenresten gevonden uit mei 1928. Deze ruimte staat niet op de originele bouwtekening uit 1863 en is vermoedelijk in 1928 toegevoegd om de dienstvertrekken uit te breiden. Zodat er permanent een beheerder kon verblijven. Op 17 januari 2011 is huiszwam geconstateerd op het metselwerk onder de vloer. Verdieping Boven de formele vertrekken is de kapconstructie nog goed te zien. Deze heeft gebogen spanten. De ruimtes boven de dienstvertrekken zijn eenvoudig en voorzien van platdak.
Zolderverdieping.
18
Uitgevoerde restauratie 2003 De restauratie in 2003 betrof uitsluitend het exterieur. Het betrof hier onderhoud van goten, hemelwaterafvoeren loodslabben, vervangen van kozijnen, voegwerk en schilderwerk. Tevens zijn delen van de kapconstructie en de balklagen vervangen. Kozijnen Aan de zuidgevel zijn de houten kozijnen vervangen met een matige kwaliteit hout. Het raamhout is inmiddels kromgetrokken en de detaillering is niet correct uitgevoerd. Op de verdieping zijn alle kozijnen vervangen. Om dit te kunnen doen zijn de bakstenen weggehakt. Aan de binnenzijde zijn de muren rondom de kozijnen niet afgewerkt. Houten constructiedelen In de ruimtes met een positieve monumentale waarde zijn op de begane grond en de 1e verdieping alle balklagen vernieuwd. Deze zijn niet afgetimmerd. Om de balken op te kunnen leggen is metselwerk verwijderd en na het plaatsen van de balk aangeheeld. Het dakbeschot van het platte dak is voorzien van isolatie. De kapconstructie is op meerdere plaatsen vervangen door middel van hoek en haaklassen. Sporen en dakbeschot zijn met name op de hoeken van de kap geheel of gedeeltelijk vervangen. Aan de voorzijde van de kap zijn van de meeste sporen de onderste 3 meter vervangen. Op sommige plaatsen is een deel van het spant vervangen in combiante met het korbeel en blokkeel. Alle balkkoppen zijn geïnspecteerd en zo nodig vervangen. De nok-, gording-, balk- en muurplaatankers zijn vernieuwd. De gehele kapconstructie is toen behandeld met een combimiddel tegen schimmels en insecten.
Restauratie Dakconstructie.
Wanden De wanden in de ruimtes met een positieve monumentale waarde zowel op de begane grond als op de verdieping zijn opnieuw gestuct. Door de hoge vochtigheid en gebrek aan verwarming is de huidige staat van het stucwerk slecht. Op de verdieping is asbest wandbekleding verwijderd.
19
Voegwerk Er is in de loop der jaren verschillend gevoegd. In de rechterzijgevel is voor het grootste deel alleen de lintvoeg gevoegd zonder stootvoegen. Dit voegwerk is ook terug te vinden achter de ornamenten in de voorgevel. In alle andere gevels is er wel een stootvoeg toegepast. Deze voegen zijn wit van kleur en zijn bol geklopt en slordig aangebracht. Op plekken waar herstelwerk is gepleegd is de voeg dikker, platvol gesneden en van een andere kleur en samenstelling. Deze herstelvoeg komt in alle gevels voor en heeft een grovere structuur. Er zijn ruwweg 3 soorten voegwerk te herkennen, deze dateren allen uit een andere periode. Volgens het bestek is er bij het laatste onderhoud in 2003 restauratiemortel Jahn M110 toegepast. Dat is zeer waarschijnlijk de grijze gesneden voeg (bestek: knipvoeg), omdat de gehele voorgevel hiermee is uitgevoerd en het is bekend dat deze gevel volledig is gevoegd. De kwaliteit laat te wensen over. Op de verdieping laat het voegwerk al los. Dit kan komen doordat er nog resten van de kalkhoudende voeg aanwezig zijn en waardoor deze niet voldoende hecht.. Bij vriesweer kan de nieuwe voeg dan naar buiten worden gedrukt.
Drie verschillende soorten voegwerk: terugliggend zonder stootvoeg, wit licht gesneden en de grijze gesneden voeg.
Hardstenen plint Het voorhuis heeft alleen hardstenen plinten. De plint van het achterhuis en de aanbouw zijn met imitatiemortel afgewerkt. Op enkele plaatsen is een plaat natuursteen in de plintlijst vervangen. Het kleurverschil is overduidelijk. De imitatiemortel is op veel plekken gerepareerd met Jahn M60 type Cura inclusief frijnslag die met een kam is aangebracht. Het verfwerk op deze imitatiemortel laat op sommige gevels los en waardoor het stucwerk op zijn beurt verweerd en door vochtindringing uit elkaar valt.
De hardstenen plint en de verweerde imitatiemortel.
20
Daken en Goten Ondanks dat de goten zijn vervangen zijn er op meerdere plaatsen lekkages geconstateerd bij een visuele inspectie in december 2010.
Lekkage op de verdieping boven de bibliotheek. Alle pannen en vorsten zijn verwijderd en opgeslagen tijdens het werk, gebroken onderdelen zijn afgevoerd en aangevuld. De panlatten zijn rechtstreeks op het dakbeschot aangebracht, er zijn dus geen daktengels ten behoeve van ventilatie aanwezig. De onderste dakpan rust in de zinken goot. De onderste panlat is niet aangebracht omdat de achterboei van de zinken goot te ver doorloopt. Schilderwerk Zoals in de bijlage is te zien heeft kleuronderzoek uitgewezen dat er twee kleuren mogelijk zijn. Op historisch fotomateriaal is alleen de lichte zandstenen kleur terug te vinden. Het is niet bekend in welke periode de ornamenten waren voorzien van de teruggevonden roze kleur. In een onderzoeksrapport uit 2004 wordt de opbouw van de verflagen omschreven. De roze kleur wordt gezien als de eerste werkelijke afwerklaag. Deze bestaat uit een kalkachtige vulling met papaverolie en als kleurstof meekrab. Diversen De windvaan is ontroest en opnieuw met bladgoud bekleed. Raam- en deurbeslag is waar nodig ontroest en draaibaar gemaakt alvorens te worden geschilderd. Komende restauratie De toekomstige restauratie zal bestaan uit 4 delen. Het exterieur zal worden hersteld waar nodig en de ruimtes met een hoge monumentale waarde zullen in oude glorie worden hersteld. Om het huis voor bewoning geschikt te maken zal de zolderverdieping met slaapvertrekken en de daarbij behorende ruimtes worden ingedeeld. Aan de uiterste westhoek van de dienstvertrekken zal om dezelfde reden een aanbouw worden gerealiseerd. Exterieur In verband met lekkages moeten alle goten en hemelwaterafvoeren worden nagelopen en eventueel vervangen. Het pannendak lijkt in goede staat te verkeren, maar zal net als de platte daken worden gecontroleerd op gebreken. Zoals omschreven is er in de loop van de tijd veel voegwerk vervangen en niet altijd op een verantwoorde wijze. Het is ongewenst om al het voegwerk te vervangen en eenduidig voegwerk aan te brengen. Hierdoor zouden teveel bouwsporen teniet gaan. Waar het voegwerk slecht is en loslaat moet dit worden vervangen gelijk aan het 21
omringende voegwerk. Het mos dat met name op de noordgevels te vinden is kan met een borstel worden verwijderd. De plinten en sierlijsten moeten worden schoongemaakt met water en eventueel zeep en waarnodig gerepareerd. Dat geldt ook voor de hardstenen onderdorpels, die thans erg verweerd zijn.
Mosaangroei op de noordgevel en een van de verweerde raamdorpels.
In de linkerzijgevel moeten enkele kozijnen vervangen worden. De profilering van de nieuwe kozijnen van Oregon Pine moet nauwkeurig worden afgestemd op de kozijnen uit de voorgevel, die als voorbeeld dienen. Alle kozijnen worden geschilderd. De kleur hangt ondermeer af van de kleurkeuze voor de ornamenten in de voorgevel. De eerste laag is een bruinrood die wordt afgedekt met mosgroen, steenbeige en een witte kleur. De huidige afwerking van de kozijnen volgt de kleur van de ornamenten. Het raamhout is voor zover bekend altijd donkergroen geweest. Voor de bruikbaarheid worden op de verdieping in de aanbouw ter plaatse van de kordonlijst enkele nieuwe raamopeningen gemaakt conform de reeds in deze lijst aanwezige openingen in de zuidwest gevel. Interieur De plafonds zijn in goede staat, echter door mogelijke lekkages zullen deze grondig worden geïnspecteerd. De ontbrekende cassettes in de bibliotheek zullen worden aangevuld. Op de vloeren liggen oude en zeer versleten tapijten. Deze tapijten zijn bijgesneden om ze pas te maken. Het schoonmaken en herstellen van de tapijten is mogelijk, maar het resultaat zal geen nieuw tapijt opleveren. Indien de opdrachtgever deze tapijten niet wenst te handhaven kan worden bekeken of deze ergens kunnen worden opgeslagen. In dat geval wordt geadviseerd om in de geest van de bestaande tapijten nieuwe te laten maken. De ondervloer zal worden opengemaakt om leidingwerk aan te brengen en een inspectie uit te voeren naar de huidige staat van de fundering. Onderzoek naar schimmels en andere aantastingen is essentieel om het huis bewoonbaar te maken. Onder de vloer kan isolatie en vochtwering worden aangebracht. Aandachtpunt hierbij is dat de ruimte onder de vloer niet wordt afgesloten, maar dat er ventilatie mogelijkheden worden gecreëerd. Dit kan door in de plint van het gebouw extra ventilatie openingen te maken. Ook voor de wanden geldt dat er onderzoek moet worden gedaan naar schimmels en andere mogelijke aantastingen door vocht. In een omschrijving uit het panddossier van de RCE blijkt dat vochtdoorslag wordt veroorzaakt door de brede afdeklijst van de natuurstenen plint die het regenwater verzameld. In deze 22
omschrijving wordt geadviseerd om de afdeklijst aan te passen. Dit is waarschijnlijk gebeurt. De huidige afdeklijst lijkt geen water vast te houden omdat deze schuin afloopt. Bovendien is het voegwerk van de eerste twee lagen metselwerk afwijkend van het voegwerk daarboven. De panelen kunnen worden verwijderd voor onderzoek aan de buitenmuur. Tevens kunnen deze dan elders worden gerestaureerd. Dit geeft ook de gelegenheid om vochtwerende maatregelen te nemen en leidingwerk achter de panelen aan te brengen. Enkele panelen die in 2003 zijn vervangen moeten in kleur worden aangepast aan de originele panelen. Omdat de panelen de ruimtes volledig omringen is het niet mogelijk schakelaars of wandcontactdozen aan te brengen op de wand. Geadviseerd wordt om vloerpotten toe te passen voor de wandcontactdozen. Voor de lichtschakelaars kan men met voetschakelaars of een digitale lichtregelaar werken. Het aanbrengen van centrale verwarming vraagt bijzondere aandacht. Op de eerste plaats moet het leidingnetwerk worden verborgen achter de lambriseringen en de vloer. Daarnaast is de keuze van de toe te passen methode van belang. Er kan worden gekozen voor een radiatorsysteem waarbij de vormgeving van de radiator van groot belang is. Dit systeem kan ook worden toegepast in combinatie met convectorputten. Een andere mogelijkheid is om hete lucht verwarming onder de vloer aan te brengen en de hete lucht door sleuven de ruimte in te blazen. Deze laatste methode heeft de minste impact op het historische interieur. Echter het is niet de goedkoopste wijze van verwarmen en evenals met de convectorputten moet er onder de vloer voldoende ruimte zijn om deze installaties te kunnen plaatsen. Dit zou in verband met de positie van de kelder, in de eetkamer lastig kunnen worden. Om de plafonds te sparen wordt geadviseerd om zoveel mogelijk verlichting aan te sluiten via de vloerpotten. Op sommige plaatsen zal echter verlichting van boven gewenst zijn. De goudleren wandbespanning ligt opgeslagen onder verantwoordelijkheid van de Intendant der Koninklijke Paleizen. In overleg met het Koninklijk Huis zal moeten worden bekeken of de wandbespanning weer kan worden teruggeplaatst. De inrichting vraagt bijzondere aandacht. Men kan de neogotische stijl van het jachtslot ook in de keuze van het meubilair terug laten komen. Het is echter ook mogelijk om eigentijds meubilair toe te passen. Het is van belang om in dit geval een duidelijke, uitgesproken stijl te hanteren. Hierdoor ontstaat er een helder onderscheid tussen gebouw en gebruik. Geadviseerd wordt om de inrichting over te laten aan een interieurarchitect. Verdieping Om de verdieping beter bereikbaar te maken wordt in de huidige keuken een nieuwe trap aangebracht. Dit zorgt tevens voor een betere routing in het gebouw, zodat er ook een zinvolle indeling op de zolder kan worden gemaakt. Er worden vier slaapkamers gemaakt, drie badkamers, een kleedkamer, was- en droogruimte en een technische ruimte. De technische ruimte is gesitueerd boven de bibliotheek, vanuit deze ruimte is het mogelijk om alle ruimtes te bereiken met de minste ingrepen in de bestaande wand en plafondopbouw. Alle spanten worden vrijgehouden, zodat de ruimtelijkheid van de zolder intact blijft. Aanbouw De begane grondvloer (peil) van het jachtslot ligt op ongeveer een meter boven het maaiveld, waardoor er geen directe relatie is met de tuin. In de leefgewoonten van deze tijd is het van belang dat een gezinswoning een directe ontsluiting heeft met het omliggende terrein. Daarbij komt dat het monumentale interieur zich niet goed leent voor het dagelijks gezinsleven. Deze ruimten zijn relatief donker en gesloten. Om een toegankelijke leefruimte te creëren wordt een aanbouw gerealiseerd op 600 minus peil. Hieraan wordt een terras gerealiseerd dat met een trede aansluit op de tuin. De aanbouw wordt voornamelijk gesitueerd aan de zuidwest gevel. Deze grijpt om de hoek heen om zichzelf te verankeren aan het jachtslot. De vloer van de
23
aanbouw uit (vermoedelijk) 1928 wordt teruggebracht naar zijn oorspronkelijke hoogte. Voor de zijingang wordt een bordes gemaakt. Dit zal de dagelijks gebruikte entree worden. Deze ingang biedt toegang tot de oude keuken waar de nieuwe trap naar de verdieping zal worden geplaatst. Van oorsprong is er een doorgang tussen de hal en de oude keuken. Deze doorgang zal weer worden vrijgemaakt. Hierdoor ontstaat er een zichtlijn vanuit de vestibule door de hal, de entree met de nieuwe trap, de huidige achterkamer en door de nieuwe uitbouw naar de tuin. Deze bijzondere ruimtelijke ervaring is een aanwinst voor het gebouw. Vanuit de entree is er een kleine corridor met toilet en kastruimte die toegang geeft tot een nieuwe eetkamer in de bestaande aanbouw. In de nieuwe aanbouw op hetzelfde niveau wordt de keuken geplaatst. Vanuit de keuken en de nieuwe eetkamer is er doormiddel van drie treden toegang tot de woonkamer welke aansluit op het terras. De bestaande muuropeningen van de vensters blijven intact of worden verlaagd om een doorgang te creëren. De architectuur sluit aan bij het hoofdgebouw. De hardstenen plint en het metselwerk worden doorgezet. Net als in het hoofdgebouw wordt de aanbouw beëindigd met een natuurstenen lijst. De woonkamer krijgt vier openslaande deuren die in detaillering aansluiten op de bestaande kozijnen. De keuken krijgt drie raamopeningen.
Nieuwe Plattegronden.
24
Conclusie Restauraties Onderstaande foto is uit 1963. Hier is goed te zien dat de trapgevel ontbreekt. Doordat de ornamenten bruut zijn afgebroken het lijkt alsof er een zaag langs de treden is gehaald. Dit is tussen 1963 en 2002 hersteld.
Gevel in 1963.
In een brief van 29 september 1964 aan Canneman, hoofdarchitect van de RDVMZ, staat dat Hare Majesteit heeft besloten dat er voorlopig niets aan het huis mag worden gedaan. In een brief van 19 juli 1976 wordt de RDMZ meegedeeld dat, ondanks de verleende subsidie in 1975, Hare Majesteit heeft besloten dat voorlopig niet tot restauratie zal worden overgegaan. Hiermee worden restauraties in de jaren 60 en 70 uitgesloten. Dat betekent dat er in de jaren 80 of 90 restauratie werkzaamheden zijn uitgevoerd. Onder andere moet toen de trapgevel zijn hersteld. Er zijn echter geen bouwvergunningen of andere bewijzen die dit kunnen bevestigen. Bestrijding ongedierte en schimmels Volgens het bestek van de restauratie in 2003, het archief van de aannemer Koninklijke Woudenberg en het archief van Van Lierop ongedierte bestrijding is de gehele kapconstructie toen behandeld met een combi middel tegen schimmels en insecten. De begane grond is toen niet onderzocht. Door de jaren lange leegstand en dus een hoge vochtigheid is er op 17 januari 2011 schimmelvorming geconstateerd op het metselwerk onder de vloer van de achterkamer en op de kelderdeur. Het betreft de huiszwam die zich in een beginstadium bevindt in de vorm van wit pluizig mycelium. Het is mogelijk dat er zich schimmels bevinden onder de vloer van de andere ruimtes en achter de wandpanelen. Dit zal verder onderzocht moeten worden en indien nodig worden bestreden alvorens het huis kan worden bewoond.
25
Originele geveltekening van Mouton zonder de achterbouw.
Datering van enkele bouwdelen De achterbouw staat niet op de originele bouwtekening van de linker zijgevel van Mouton. Tot op heden is er geen plattegrond gevonden. Hieruit is wel te concluderen dat de achterkamer geen onderdeel uitmaakte van het bouwplan en dat het later is toegevoegd. Dat kan in 1928 zijn gebeurd, omdat er krantenknipsels uit dat jaar onder de vloer zijn teruggevonden. In eerdere onderzoeken wordt gesuggereerd dat de vloer toen is opgehoogd. Er zitten weliswaar gaten in de muren, maar deze zijn ruim een meter uit elkaar geplaatst en zijn betrekkelijk klein voor een balkenhouten vloer (ongeveer 15x15 cm). Ze zijn alleen aanwezig aan de linker zijde van het gebouw in twee parallelle muren die ongeveer een meter uit elkaar liggen. De binnenmuur correspondeert met de zijmuur van het toilet, de buitenmuur is de linkerzijgevel.
Ruimte onder de vloer van de achterkamer. Links en rechts uit het midden twee vierkanten gaten in de muur. 26
De rechterzijgevel ligt 430 mm verder naar buiten. In eerdere onderzoeken is gesuggereerd dat deze muur wellicht van het oude landhuis is. Aanleiding hiervoor zijn de verschillende soorten voegwerk. De teruggelegen voeg (zonder stootvoeg) zou vroeger gedateerd kunnen worden dan het huidige Jachtslot. In de plattegrond is het verschil tussen de oude muur en de huidige muur echter te groot. Het is aannemelijker dat het ontbreken van stootvoegen vochtdoorslag veroorzaakte. Uit een brief uit 1971 blijkt dat is overwogen om de gevel volledig met specie af te dekken om dit probleem op te lossen. Het dichtzetten van de stootvoegen kan een alternatieve oplossing zijn geweest.
Op deze tekening uit 1860 is de huidige plattegrond van Ter Horst ingetekend. Op de plattegrond van de begane grond is de kelder ingetekend.
De voorgevel is opnieuw opgetrokken. De gevelopeningen komen niet overeen. Met zekerheid is vast te stellen dat de kelder ouder is dan het huidige jachtslot. De eetkamer ligt ongeveer een meter hoger dan de rest van het pand. Dit was al zo voor 1860. De muren van de eetkamer zijn veel dikker dan de overige muren en passen precies op de plattegrond uit 1860. Onder de vloer van de verdieping is de in gele steen opgetrokken schoorsteen te zien. In een omschrijving uit 1964 van Canneman staat vermeld: “De gevel zal gemetseld zijn geweest van de klein formaat gele steen, terwijl de ontlastingsbogen van rode baksteen waren”. De kans dat deze muur is behouden lijkt aannemelijk. De buitenmuur is echter geheel van rode steen en zal hoogstwaarschijnlijk zijn vervangen. Uit een brief van 11 mei 1964 blijkt dat toen is vastgesteld door de RDMZ dat het jachtslot op oude fundamenten is gebouwd. Afgaande op de bovenstaande afbeelding kan dat alleen met zekerheid worden gezegd van de voorgevel en de eetkamer. Het is dus mogelijk dat er nog funderingsresten te vinden zijn rondom het jachtslot.
27
Afdeklijst De afdeklijst boven de hardstenen plint had waarschijnlijk een doorsnede van een halve cirkel. Hierdoor werd er regenwater verzameld op de lijst. Uiteindelijk sijpelt dat door de muur. In een omschrijving uit 1964 (Canneman) wordt geadviseerd om deze afdeklijst aan te passen. Het is zeer wel aannemelijk dat dit ook daadwerkelijk is gebeurd. De afdeklijst heeft een druppelachtige vorm en er zijn geen tekenen dat water zich verzamelt op de afdeklijst. Daarbij komt dat de eerste twee lagen metselwerk boven de lijst een afwijkende voeg hebben ten opzichte van de rest van de gevel.
Druppelvormige afdeklijst met nieuw voegwerk.
Kleur van de ornamenten De opbouw van de ornamenten bestaat voor de grote en zware delen uit een opbouw van baksteen en cement met daaroverheen een in een sterke cementmortel (met weinig vulstoffen) getrokken profiellijst. De kleinere delen zijn eveneens getrokken van zeer sterke cementmortel. Over deze profileringen is een dunne pleisterlaag aangebracht. De samenstelling hiervan is nog niet onderzocht. Onderzoek uit 2004 heeft aangetoond dat de roze kleur de eerste verflaag zou kunnen zijn. Sinds 2003 heeft de Rijksdienst meerdere panden onderzocht die dezelfde roze kleur als verflaag hebben. Onder andere het spoorwegmuseum. In 1873 is begonnen met de bouw van dit station, en dus uit dezelfde periode als Huis Ter Horst. Dit onderzoek geeft aan dat de roze kleur niet de eerste verflaag hoeft te zijn. In de bouwperiode werd cementsteen toegepast om natuursteen te imiteren. Dit kan erop wijzen dat de pleisterlaag die de cementmortel afdekte als imitatie van natuursteen werd aangebracht. De roze kleur kan pas later zijn aangebracht. De architectuur van Huis Ter Horst doet sterk denken aan Engelse neorenaissance. In Engeland contrasteerden de ornamenten rond de vensters en de dakrand niet met het gevelvlak, in tegenstelling tot de ornamenten uit deze periode in Nederland. Meestal werden de ornamenten en het gevelvlak in Engeland van hetzelfde materiaal gemaakt zoals, natuursteen of baksteen. Dit kan de reden zijn dat de ornamenten van Ter Horst ton sur ton zijn geschilderd. Vanuit esthetisch oogpunt is deze roze kleur niet complimenteus ten opzichte van de neogotische bouwstijl. De ornamenten verdrinken in de gevel, waardoor er niets overblijft van de krachtige neogotische uitstraling die het gebouw maken wat het is. Door een lichtere kleur aan te brengen zal de gevel weer spreken in al zijn kracht. De trots om te zijn wat het is spat dan van de gevel af.
28
Geraadpleegde Geraadpleegde literatuur en bronnen Internet: Internet: Tuinen van de Horsten Over de Horsten Rijksdienst voor het cultureel erfgoed Koninklijk Huis Publicaties: Bouwhistorische verkenning Plan van aanpak 2007 Archieven: Gemeente archief Voorschoten Rijksdienst Cultureel erfgoed Koninklijk Huisarchief Van Lierop Ongedierte bestrijding Koninklijke Woudenberg Fürstlich Wiedische Archiv Regionaal Archief Leiden
Afbeeldingen: Afbeeldingen: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Koninklijke Verzamelingen, Den Haag Gemeente Voorschoten Mark Veliscek
drs. A. H. G. Klerks Vroom architectenbureau Bouwdossier Monumentendossier Panddossier Prenten Archief Telefonisch overleg met medewerker Er zijn geen gegevens ten aanzien van Ter Horst in dit archief Bouwvergunningen tussen 1902 en 1925 Krantenartikelen waar Ter Horst in wordt vermeld Foto’s huidige toestand Historische foto’s Kaarten en tekeningen Twee prenten Bouwkundige tekeningen Detail foto’s, toegangshek
29