JAARVERSLAG 2014 Specialist in (ont)zorg(en)
INHOUDSOPGAVE
VOORWOORD
Voorwoord 3
2
1. Uitgangspunten voor verslaglegging
4
2. Structuur van de onderneming 2.1 Omschrijving van de organisatie 2.2 Organogram 2.3 Kerngegevens
6 6 7 8
3. Bestuur 3.1 Governance Code 3.2 Bestuur 3.3 Raad van Commissarissen (RvC) 3.4 Bedrijfsvoering 3.5 Cliëntenraad 3.6 Ondernemingsraad
10 10 10 11 11 11 12
4. Kwaliteitsbeleid 4.1 Kwaliteitscertificaat 4.2 Interne kwaliteitsmeting 4.3 Meldingen en incidenten 4.4 Klachten zijn adviezen 4.5 Extern toezicht 4.6 Experiment regelarme zorg instellingen (ERAI) 4.7 Zorg op afstand 4.8 Medicatie Controle App
14 15 15 15 15 16 16 16 17
5. Personeelsbeleid 5.1 Doelstellingen 5.2 Werving, selectie en begeleiding bij uitstroom 5.3 Gezondheidsbeleid 5.4 Medewerkerstevredenheid 5.5 Scholing en training 5.6 Ontwikkelingen personeelsbeleid in 2015
18 18 18 19 20 20 21
6. Financiën 6.1 Toelichting jaarrekening 6.2 Financiering 6.3 Financiële risico’s 6.4 Vooruitblik financieel beleid 2015
22 22 23 25 25
7. Van regio naar specialisme 7.1 Wijkverpleging, meer mogelijkheden 7.2 Palliatieve zorg, compleet en warm 7.3 Kindzorg vaker gewoon thuis 7.4 Kraamzorg zonder onderbrekingen 7.5 Vernieuwingen bij wondzorg 7.6 Van ziekenhuis naar gewoon thuis 7.7 Het nieuwe welzijn 7.8 Begeleiding als specialisme
26 27 27 28 29 32 33 34 35
Allerzorg heeft zich in 2014 gericht op de nieuwe koers: het leveren van gespecialiseerde zorg aan huis. Het jaar was daarmee vooral een overgangsjaar. Waar gespecialiseerde zorg toe leidt, zal vooral vanaf 2015 zichtbaar zijn. Wat niet wil zeggen dat in 2014 de contouren niet al duidelijk waren. Integendeel. Dit jaarverslag laat zien dat er veel in gang is gezet en dat deze initiatieven de blik op wat goede zorg is, zal aanscherpen. Allerzorg leverde in 2014 specialistische zorg aan huis, begon met de aansluiting bij medische wijkcentra, bouwde verder aan een vernieuwend woonzorg-concept en committeerde zich aan het nieuwe keurmerk voor medische zorg, de JCI-accreditatie. Wat in de aanscherping van goede zorg opvalt, is dat de nieuwe initiatieven van Allerzorg steeds duidelijker staan in het teken van ontzorgen. Door allerlei samenwerkingsvormen aan te gaan, ontlasten we huisartsen, medisch specialisten en andere zorgverleners. Allerzorg bouwt verbindingen tussen de eerste en tweede lijn. Belangrijker nog is dat we cliënten kunnen ontzorgen. Door onnodige schakels uit het zorgproces weg te halen, door mensen thuis te ondersteunen en door zorginnovaties aan te bieden die mensen meer zelfstandigheid en vrijheid kunnen bieden. Ontzorgen is bij Allerzorg iets dat we heel letterlijk nemen. Een voorbeeld uit de praktijk. Een 3-jarig kind met een ernstige stofwisselingsziekte moest tot 2014 elke week een dag in het ziekenhuis zijn voor een infuusbehandeling van 6 tot 8 uur. Sinds 2014 krijgt dit jongetje via Allerzorg infuustherapie aan huis. Hij krijgt een aangepast rugzakje om en kan daardoor gewoon spelen en andere leuke dingen doen in zijn eigen, vertrouwde omgeving. Binnenkort gaat hij naar de basisschool. Dan kan hij met z’n rugzakje de behandeling ook gewoon op school krijgen. Een gespecialiseerde Allerzorgverpleegkundige is dan ook een dag in de week op zijn school. Op deze manier voorkomen we dat het leven van dit kind ontwricht raakt. De jongen kan gewoon thuis, op school en tijdens vakanties onbezorgd kind zijn. Dát is ontzorgen. Ontzorgen levert voor de samenleving ook een behoorlijke kostenbesparing op. Het gemiddelde dagtarief van een verblijf in het ziekenhuis is aanzienlijk hoger dan de uurvergoeding van een verpleegkundige. Ontzorgen geeft vrijheid. Dat geldt in dit voorbeeld voor het kind met een stofwisselingsziekte. Het kan evenzeer gelden voor een terminaal zieke oudere. Als in de laatste levensfase pijnbestrijding noodzakelijk is, moet dat in de dagelijkse praktijk regelmatig – vaak met ambulancevervoer! - in een ziekenhuis gebeuren. Allerzorg heeft in 2014 in Hilversum de start van een eerste laagdrempelig zelfstandig pijncentrum voorbereid. Niet alleen kan daar pijnbestrijding plaatsvinden, maar in 2015 kan een mobiel pijnbestrijdingsteam onder leiding van een anesthesist ook de pijnbestrijding in de laatste levensfase bij de cliënt thuis laten plaatsvinden. Bijvoorbeeld als er een zogenoemde pijnblokkade moet worden geplaatst door een anesthesist. Letterlijk een wereld van verschil. Dat is de lijn die in 2014 is ingezet en die Allerzorg in 2015 en komende jaren wil uitbouwen. Wij willen dat deze zorg in handen is van vakkundige mensen die zich kunnen vinden in onze vier kernwaarden: werken vanuit je hart, jezelf kunnen zijn, écht zien en begrijpen, doen. In 2014 gaven onze medewerkers aan dat zij deze kernwaarden in de praktijk van Allerzorg herkenden en omarmden. Het is – zeg maar – het DNA van onze organisatie. De bezieling bij deze kernwaarden is en blijft het principe waarmee Allerzorg in 2006 van start ging: zorg leveren zoals je die ook voor je naasten zou willen. De nieuwe koers van Allerzorg maakt deze bezieling alleen maar sterker. Monique Dekker en Paul Cornelissen, Bestuurders Allerzorg Mei 2015
3
1. U ITGANGSPUNTEN VOOR VERSLAGLEGGING Dit jaarverslag 2014 gaat over Allerzorg BV (inclusief Kraamzorg). Het verslag biedt informatie over de structuur, de wijze waarop het bestuur is samengesteld, op welke manier toezicht en medezeggenschap zijn geregeld en kwaliteit van zorg wordt gewaarborgd. Ook wordt ingegaan op de manier waarop het beleid van Allerzorg heeft geleid tot prestaties en behaalde doelstellingen. De hoofdactiviteit van Allerzorg – het leveren van specialistische zorg thuis - wordt in het verslag apart belicht. Met dit jaarverslag werpen wij bovendien een blik op toekomstige ontwikkelingen binnen en buiten ons bedrijf. Bij het opstellen van het jaarverslag zijn de Cliëntenraad en Ondernemingsraad betrokken. Het verslag is goedgekeurd door de Raad van Commissarissen.
Wijkverpleging “Ik kan gewoon mijn eigen leven leiden ondanks de zorg die ik nodig heb. Dit klantvriendelijke en oplossingsgerichte denken bij Allerzorg vind ik erg fijn!” Een cliënt die door een ziekte dagelijks zorg nodig heeft
4
5
2. STRUCTUUR VAN DE ONDERNEMING Zorg dicht bij de cliënt Allerzorg werkt met kleine overzichtelijke teams die zelfstandig werken. Zorgverleners en cliënten kennen elkaar en maken onderling goede afspraken. Deze bijzondere interactie helpt de cliënt om zo veel mogelijk de regie over het eigen leven te laten houden.
2.2 ORGANOGRAM
2.1 Omschrijving van de organisatie Zorg zo dicht mogelijk bij de cliënt, dat is wat Allerzorg nastreeft. Het stelt de cliënt in staat zo zelfstandig mogelijk te blijven. Door kleine wijkgerichte teams in te zetten, kennen de zorgverleners de cliënt en zijn omgeving goed en krijgt de cliënt zorg van vertrouwde zorgverleners. De Allerzorg-teams werken zelfstandig en worden op regionaal niveau ondersteund vanuit een vestiging. De teams worden op alle terreinen ondersteund met advies. De afhandeling van cliënten- en financiële administratie, personeelszaken, zorginkoop, communicatie en ICT vindt op landelijk niveau plaats (Centraal Kantoor). De directie voert het dagelijks bestuur. De Raad van Commissarissen houdt hier toezicht op. De Cliëntenraad, de Ondernemingsraad en de Zorg Advies Raad (ZAR) hebben medezeggenschap in en/of geven advies over het te voeren beleid. In 2015 vormt Allerzorg de ZAR om naar een VAR (Verpleegkundige Advies Raad). Dat sluit beter aan bij de gespecialiseerde zorg thuis.
6
7
2.3 Kerngegevens Allerzorg levert extramurale zorgprestaties. Elke regio heeft hiervoor een toelating op grond van de Wet Toelating Zorginstellingen(WTZi). Zorgprestaties zoals behandeling en verblijf worden niet geleverd. De zorgprestaties worden gefinancierd op basis van de AWBZ, Zvw en de Wmo.
Kerngegevens
2014 2013
Cliënten Aantal cliënten extramurale zorg (ultimo)
1.742
2.123
687.474
784.422
483.506 482 7.166
558.628 6.161 4.492
22.581 23.269 25.740 69.095 55.635
17.049 58.955 11.862 54.512 72.763
702
821
Productie Aantal uren extramurale productie in verslagjaar Waarvan uren Verpleging, Persoonlijke verzorging en Begeleiding (AWBZ) Waarvan niet vergoede AWBZ-uren Waarvan uren onderaanneming Waarvan uren Medische Specialistische Verpleging Thuis (Zvw) Waarvan uren PGB en particulier Waarvan uren dagbesteding Waarvan uren Kraamzorg (Zvw) Waarvan uren Huishoudelijke hulp (Wmo) Medewerkers Aantal medewerkers in loondienst (ultimo)
8
Personeel niet in loondienst/ZZP’ers Kosten ingehuurd personeel en zelfstandigen in het verslagjaar
€ 12.207.385 € 17.294.131
Bedrijfsopbrengsten Totale bedrijfsopbrengsten in verslagjaar Waarvan wettelijk budget voor aanvaarbare kosten Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
€ 33.024.862 € 36.296.499 € 25.553.874 € 29.125.027 € 7.470.988 € 7.166.472
Doelgroepen en werkgebied De vestigingen van Allerzorg zijn verdeeld over regio’s waar (specialistische) wijkverpleging, verzorging en begeleiding worden geleverd. Op deze manier wordt in een groot deel van Nederland zorg geleverd. Allerzorg leverde in 2014 de volgende typen zorg: • (gespecialiseerde) wijkverpleging • persoonlijke verzorging • begeleiding • kraamzorg • advies, instructie en voorlichting • huishoudelijke hulp Deze laatste twee vormen van thuiszorg zijn in 2014 afgebouwd en werden nog beperkt aangeboden. De reden is dat Allerzorg zich verder heeft ontwikkeld tot een aanbieder van gespecialiseerde zorg thuis. Het gaat dan in het bijzonder om: • kraamzorg, waarbij Allerzorgkraamzorg is gecertificeerd voor het borstvoedingscertificaat • kindzorg, waarbij gespecialiseerde kinderverpleegkundigen worden ingezet • gespecialiseerde begeleiding voor specifieke doelgroepen als NAH, autisme, ADHD, andere beperkingen en dementie • gespecialiseerde wondzorg • palliatieve terminale zorg, waarbij het comfort van de cliënt voorop staat • specialistisch verpleegkundige zorg thuis; een brugfunctie tussen zorg in het ziekenhuis en zorg thuis • het nieuwe welzijn; het leveren van zorg in bijzondere, kleinschalige woonvormen.
9
3. BESTUUR Bedrijfsvoering, onafhankelijke toetsing en medezeggenschap Allerzorg werkt volgens de Zorgbrede Governancecode. Deze code biedt richtlijnen voor goed bestuur en toezicht. Medezeggenschap - zowel vanuit cliënt- als vanuit medewerkersperspectief - levert een directe bijdrage aan het succes van de organisatie. 3.1 Governance Code Een aantal brancheorganisaties in de zorg heeft in 2006 het initiatief genomen om een Zorgbrede Governancecode op te stellen. Dit betreft regels voor goed bestuur en toezicht in zorginstellingen. In de Zorgbrede Governancecode 2010 is de bestaande code verhelderd en aangescherpt. Allerzorg werkt volgens deze richtlijnen in de structuur van toezicht over benoeming, ontslag, deskundigheid en onafhankelijkheid. 3.2 Bestuur Het bestuur van Allerzorg is verantwoordelijk voor de gehele organisatie. Het bestuur bestaat uit twee directeuren. De uitvoering van het beleid wordt gedelegeerd aan productspecialisten/regiodirecteuren/-coaches die verantwoordelijk zijn voor hun eigen zorgspecialisme/zorggebied. Periodiek vindt er overleg plaats, waarbij de voortgang van het jaarplan wordt doorgenomen. De prestaties van de specialismen worden afgezet tegen de doelstellingen in het jaarplan.
Mevrouw M. Dekker Algemeen directeur Benoemd: 1 januari 2006 Nevenfuncties: bestuurder Stichting Werk & Zorg en Stichting BLD
10
De heer dr. ir. P.G.J. Cornelissen Algemeen directeur Benoemd: 1 januari 2006 Nevenfuncties: bestuurder Stichting Werk & Zorg en Stichting BLD, Voorzitter Topkring Sociocratisch Centrum Nederland. 3.3 Raad van Commissarissen (RvC) De Raad van Commissarissen is autonoom, toetst het beleid en adviseert gevraagd en ongevraagd. De onafhankelijkheid van de Raad van Commissarissen is gewaarborgd. De Raad van Commissarissen evalueert het eigen functioneren ten minste eenmaal per jaar buiten aanwezigheid van het bestuur en informeert het bestuur over de uitkomsten hiervan.
De afbouw heeft te maken met de lage tarieven van gemeenten, maar ook met de conclusie dat het voor een landelijk werkende zorgaanbieder als Allerzorg ondoenlijk is om met meer dan 400 gemeenten contractafspraken te maken.
Kraamzorg “De geboorte van ons kindje kende een moeilijke start, maar mede dankzij jullie inzet zijn wij weer op de roze wolk geholpen.” Een jonge moeder
De Raad van Commissarissen heeft een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur en de externe accountant alle informatie te verlangen die de Raad behoeft om zijn taak als toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Hiertoe overlegt de externe accountant een managementletter en woont de vergadering bij waarin de jaarrekening wordt besproken. De Raad van Commissarissen wordt gevormd door drie mannelijke leden. Bij de werving van een nieuw lid voor de RvC eind 2014 werden vrouwen nadrukkelijk uitgenodigd te solliciteren. Dit heeft in januari 2015 daadwerkelijk geresulteerd in de toetreding van een vrouw tot de Raad van Commissarissen. Hiermee is een meer evenwichtige verdeling tussen mannen en vrouwen in de besluitvorming en toezicht ontstaan.
Op zorgvuldige wijze is, in overleg met cliënten en medewerkers, de activiteit overgedragen aan een zorgorganisatie die huishoudelijke hulp als speerpunt heeft. In een beperkt aantal regio’s is besloten het verlenen van Huishoudelijke hulp voorlopig ook in 2015 voort te zetten, nadat vast stond dat de kosten in overeenstemming waren met de steeds lagere tarieven. Daarnaast heeft Allerzorg zich voorbereid op de wijziging van financiering van zorg en het opleiden van wijkverpleegkundigen die per 1 januari 2015 de zorgplannen moeten maken, ter vervanging van de indicatiestelling door het CIZ. Allerzorg heeft in 2014 verder haar bedrijfsvoering ingericht op de specialistische zorgvormen. Het kleine-teamprincipe blijft daarbij leidend.
3.4 Bedrijfsvoering Gedurende 2014 zijn verdere maatregelen getroffen om antwoord te bieden op de uitholling van de AWBZ die de overheid in het vooruitzicht heeft gesteld. Eén van deze maatregelen was de verdere afbouw van de huishoudelijke verzorging.
3.5 Cliëntenraad De Centrale Cliëntenraad (CCR) levert specifiek vanuit het cliëntenperspectief een bijdrage aan Allerzorg. De Cliëntenraad heeft regelmatig contact met cliënten en is op zoek naar verbeteringen die in het belang van de cliënt
11
zijn. Maar ook het adviseren van het bestuur van Allerzorg kan de cliënt ten goede komen. Zo heeft de CCR in 2014 een aantal keren de bestuurders geadviseerd over specifieke zaken die cliënten aangaan. Het ging bijvoorbeeld om de vraag wat een medewerker moet doen als op de route een cliënt de deur niet opent, omdat de cliënt bijvoorbeeld onwel is geworden. In een dergelijk geval wordt eerst de leidinggevende gewaarschuwd en deze waarschuwt op zijn beurt zo nodig hulpdiensten. Maar wie blijft er bij de cliënt tot de politie, brandweer of ambulance er is? Andere cliënten op de route wachten immers eveneens op een bezoek. Afgesproken is nu dat in dit soort situaties de medewerker altijd een collega kan inschakelen die dan verantwoordelijk is om zich op de hoogte te houden van de situatie bij de cliënt en ter plekke blijft tot de situatie onder controle is. Een belangrijke ideeënbron voor de CCR waren ook in 2014 weer de ontmoetingen met cliëntcontactpersonen. Zo werd de CCR uitgenodigd de eerste APK-dag voor rollators die in de Duin- en Bollenstreek werd gehouden bij te wonen, een lokaal Allerzorg-initiatief. De CCR is er voorstander van om zo’n APK-dag ook elders op te zetten: handig voor mensen met een rollator en een mooi moment om wensen en cliëntervaringen uit te wisselen. Ook in 2014 zochten zorgkantoren contact met de CCR. De vraag daarbij was of de CCR het inkoopbeleid van de verzekeraar als redelijk ervaart. Het was eind 2014 nog te vroeg om resultaten van deze consultaties aan te wijzen. Feit is wel dat de CCR zich door deze gerichte vragen van verzekeraars serieus genomen voelt in haar belangenbehartiging. Voor meer informatie zie het eigen jaarverslag van de CCR.
12
3.6 Ondernemingsraad De Ondernemingsraad vertegenwoordigt de medewerkers van Allerzorg en is daarmee ook het platform in de contacten met directie. In het handelen van de raad staat het belang van de medewerkers centraal. De Ondernemingsraad wordt betrokken bij de ontwikkelingen binnen Allerzorg die de medewerkers direct en organisatiebreed aangaan. In 2014 heeft de directie over het zogeheten Black Box systeem een verzoek tot instemming voorgelegd aan de Ondernemingsraad. Het betreft een systeem waarbij de gereden kilometers en bestemmingen automatisch worden geregistreerd en via een software-programma worden uitgelezen. Hierbij kan worden aangeven of het om privé- of zakelijke kilometers gaat. Ook de bereikbaarheidsdienst is door middel van een instemmingsverzoek aan de orde geweest. De Ondernemingsraad heeft - na overleg - met de verzoeken ingestemd. De Ondernemingsraad heeft de directie in 2014 benaderd voor een advies over het scheppen van helderheid over een verschil van uitleg over de wacht- en bereikbaarheidsdiensten kraamzorg. Ook heeft de Ondernemingsraad gevraagd om een verduidelijking van het standpunt van de directie over het vervoer van cliënten in eigen auto’s van medewerkers. In 2014 waren er veel wijzigingen in de samenstelling van de Ondernemingsraad. In 2015 zullen potentiële kandidaten voor de raad actief worden benaderd. Los hiervan wil de Ondernemingsraad het contact met de achterban verstevigen. Voor meer informatie zie het eigen jaarverslag van de OR.
13
4. KWALITEITSBELEID Innovaties van processen Kwaliteit is pas kwaliteit als cliënten en medewerkers het ook als zodanig ervaren. Die ervaring is altijd in ontwikkeling. Vandaar dat in 2014 waar mogelijk kwaliteitsinspanningen verder zijn verbeterd en aangepast. 4.1 Kwaliteitscertificaat Sinds eind 2007 beschikt Allerzorg over een gecertificeerd kwaliteitssysteem. In 2013 is het registratiesysteem HKZ vervangen door ISO-healthcare. Dit systeem sluit beter aan bij de individuele verantwoordelijkheid van medewerkers. Uit twee toetsingen in 2014 bleek dat Allerzorg aan deze nieuwe kwaliteitsnorm voldoet. Deze individuele verantwoordelijkheid speelde ook een rol in de keus van Allerzorg om zich te gaan accrediteren voor JCI (Joint Commission International). JCI is een kwaliteitsnorm die vanuit het cliëntperspectief de veiligheidsrisico’s reduceert en de verbetercyclus optimaliseert. JCI sluit aan bij de kernwaarden van Allerzorg: werken vanuit je hart, jezelf kunnen zijn, echt zien & begrijpen en doen. Niet onbelangrijk is ook dat JCI bij uitstek het veiligheidssysteem is waarmee steeds meer topklinische ziekenhuizen werken. Allerzorg wil graag vanuit hetzelfde perspectief aan veiligheid werken wat de continuïteit van zorg tussen ziekenhuis en thuis positief zal beïnvloeden. De eerste stappen naar JCI accreditatie zijn in 2014 gezet. Naar verwachting zal dit proces minstens twee jaar in beslag nemen. 4.2 Interne kwaliteitsmeting Ook bij interne metingen van de kwaliteit is van belang dat medewerkers zelf een actieve rol kunnen spelen bij het signaleren en borgen van mogelijke verbeteringen. Op regionaal en op teamniveau is in 2014 via een scorecard periodiek en steekproefsgewijs de kwaliteit van de zorg gemeten. Zo zijn bijvoorbeeld naar
14
aanleiding van de controleresultaten in Noord Nederland zorgverleners bijgeschoold in het opstellen van de zorgplannen. Het resultaat was dat de kwaliteit van de zorgplannen aanzienlijk is verbeterd. De missie en visie van Allerzorg zijn bij de interne kwaliteitsmeting tevens ijkpunten. In dit systeem wordt ook de registratie van bevoegd- en bekwaamheden van de medewerkers bijgehouden. Cliënttevredenheidsonderzoek In 2014 wees een cliënttevredenheidsonderzoek uit dat cliënten Allerzorg waarderen met een 8,9 gemiddeld voor de medewerkers en een 8,7 gemiddeld voor de organisatie. Een resultaat waar Allerzorg trots op is! Het cliënttevredenheidsonderzoek is uitgevoerd volgens de richtlijnen van de CQ-index door Facit. 4.3 Meldingen en incidenten Teams analyseren sinds 2014 zelf meldingen van incidenten en bijna-incidenten en pakken ook de daarbij behorende oorzaken aan. Ook op organisatieniveau worden deze meldingen geanalyseerd. Op grond hiervan kan het kwaliteitsbeleid worden aangepast. Zo zijn in 2014 verbeteringen doorgevoerd bij de dubbele controle van hoog-risico medicatie en bij het herinrichten van het zorgdossier. 4.4 Klachten zijn adviezen In 2014 heeft Allerzorg 56 klachten van cliënten geregistreerd . Deze klachten hadden vooral betrekking op de planning van de zorg en de bejegening door zorgverleners. Vrijwel alle klachten zijn op regioniveau naar tevredenheid afgehandeld. Allerzorg heeft een externe onafhankelijke Klachtencommissie waar klachten die niet naar tevredenheid kunnen worden afgehandeld aan voorgelegd kunnen worden. Medio 2014 is deze Klachtencommissie ontbonden en heeft Allerzorg zich aangesloten
15
bij de externe Klachtencommissie van Quasir om de continuïteit van de Klachtencommissie te kunnen borgen. Op www.quasir.nl is de samenstelling van de Klachtencommissie gepubliceerd.
Kindzorg “De zorg van Allerzorg was veel meer dan verpleegkundige zorg. Micheline voelde als familie door de liefde en warmte die zij uitstraalde.” Moeder van een kindje met een aangeboren hartafwijking
Door de door Allerzorg ingestelde Klachtencommissie is in 2014 één klacht afgehandeld. Dat heeft geleid tot verbeteringen in het intakeproces en in het zorgdossier. De Klachtencommissie van Quasir heeft inmiddels ook een klacht in behandeling genomen. De commissie heeft in het verslagjaar nog geen uitspraak gedaan. De klachtenregeling van Allerzorg komt standaard ter sprake bij het intakegesprek. Ook is de regeling genoemd in het zorgdossier en verwijst de website van Allerzorg naar de klachtenprocedure. 4.5 Extern toezicht De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) bezocht in 2014 - evenals in 2013 – de vestigingen in Hilversum en Bergen op Zoom. De inspecteurs constateerden in beide gevallen dat aanzienlijke verbeteringen zijn doorgevoerd. Voor onder meer de verbetercyclus en het medicatieproces zijn naar aanleiding van deze bezoeken nog enkele verbeteringen doorgevoerd. De inspectie heeft het toezicht
16
voor de twee vestigingen begin 2015 met een positief eindoordeel afgesloten. De verslagen zijn inmiddels gepubliceerd op de website van de IGZ.
en anderen kan desgewenst vaker ‘live’ contact worden gemaakt. De inzet van professionele zorgverleners kan hierdoor verminderen.
Innovaties van producten en van dienstverlening Allerzorg zet zich in voor regelarme en kostenbesparende zorg, zodat ook in de toekomst de zorg voor iedereen betaalbaar blijft.
Overigens, sommige oudere cliënten ervaren de inzet van iPads niet altijd als een verbetering. Toch zijn de kansen voor beeldzorg als ondersteuning aanzienlijk groter dan de belemmeringen. Door verdergaande ontwikkelingen nemen de mogelijkheden voor inzet van deze technologie bij groepen van cliënten steeds meer toe. Allerzorg gaat daarom in 2015 graag met deze productinnovatie verder.
4.6 Experiment regelarme zorg instellingen (ERAI) Allerzorg deed ook in 2014 mee aan het zogeheten Experiment regelarme zorg instellingen (ERAI) van het ministerie van VWS. Allerzorg heeft zich in 2014 bij het snoeien van onnodige regels onder meer gericht op palliatieve zorg. In het verzorgingsgebied van zorgkantoor DSW zijn afspraken gemaakt zodat cliënten en verwanten in de laatste levensfase geen last hoeven te hebben van bureaucratische belemmeringen en administratieve tussenschotten. Door minder regels in de zorg is er zo meer tijd voor de cliënt. Dit sluit naadloos aan op de visie van Allerzorg op het verlenen van palliatieve zorg: waardig en liefdevol sterven met een goede zorginzet die afgestemd is met familie. Symptoombestrijding, pijnbestrijding, verzorging, verpleging, begeleiding en inzet van familiezorg leiden aantoonbaar tot tevreden cliënten en nabestaanden.
4.8 Medicatie Controle App Allerzorg is in 2014 twee pilots gestart met een Medicatie Controle App om de dubbele medicatiecontrole te kunnen borgen. Deze app is zo ontwikkeld, dat een controle overal in Nederland heel snel uitgevoerd kan worden. Het bewijs van deze dubbele medicatie controle wordt online geleverd en bewaard op een manier die voldoet aan de IGZ-eisen voor dubbele medicatiecontrole. De medicatie wordt met een collega op afstand uitgevoerd. De bevindingen hiervan zijn positief. In 2015 zal het gebruik van deze app worden uitgebreid.
4.7 Zorg op afstand Zorg op afstand - ook wel beeldzorg genoemd - biedt nieuwe kansen, bijvoorbeeld voor dementerenden en voor eenzame cliënten. Met iPads kan het aantal contactmomenten flexibel worden ingebouwd. Medewerkers en cliënten kunnen zo sneller en makkelijker contact leggen. Maar ook met mantelzorgers
17
5. PERSONEELSBELEID Medewerkers; het kapitaal van onze organisatie Voor Allerzorg heeft maatschappelijk verantwoord ondernemen vooral te maken met de duurzame inzet van medewerkers. Dat kreeg in 2014 – maar niet alleen in het verslagjaar – bijvoorbeeld vorm door bij de vervulling van vacatures nadrukkelijk ook ouderen een nieuwe kans te bieden. Maar ook door – desgewenst - actief mee te denken over oplossingen die het leven van onze medewerkers interessanter en zinvoller kunnen maken. Opleidingen, ander werk, huisvesting: het kan allemaal onderdeel zijn van verbeterplannen waardoor onze medewerkers beter in hun vel zitten en ook beter kunnen functioneren vanuit de kernwaarden van Allerzorg. Tijd en aandacht steken in medewerkers, dat is een essentieel onderdeel van goed werkgeverschap.
Begeleiding “Emeritus-Allerzorg is een grote steun voor ons allen, in de eerste plaats natuurlijk voor onze vader die hierdoor zelfstandig thuis kan blijven wonen. Dat was en blijft zijn grote wens.” Een dochter van een 90-jarige cliënt
Visie op zorg; visie op personeelsbeleid Medewerkers van Allerzorg zijn oprecht geïnteresseerd in de cliënten die zij helpen en ondersteunen. Het zijn vakmensen die vanuit hun hart werken. Ze luisteren, zien hun cliënten en zien diens omgeving. Uitgangspunt is dat alles kan wat écht nodig is en dat
18
mensen als het even kan boven regels gaan. Om zo te kunnen werken, wil Allerzorg medewerkers ruimte en duidelijke kaders bieden om zichzelf te kunnen zijn en om zo vanuit aandacht, respect, rust en vertrouwen hun werk te kunnen doen. Dat werk vloeit voort uit de visie van Allerzorg: cliënten ontvangen zorg zoals wij die zelf ook aan onze naasten zouden geven. Allerzorg wil mensen zoveel mogelijk in hun kracht zetten . In feite ontzorgen wij onze cliënten. Zelfstandig blijven waar mogelijk en verzorgd worden waar nodig. Waar dat kan, wordt het netwerk van de cliënten ingeschakeld. 5.1 Doelstellingen De belangrijkste doelstellingen van Allerzorg voor het personeelsbeleid in 2014: • de visie, de kernwaarden en het Allerzorggevoel vertalen in het personeelsbeleid • leidinggevenden ondersteunen en opleiden op het gebied van personeelsbeleid en leiderschap • een maatschappelijk betrokken werkgever zijn • een duurzame visie op verzuim ontwikkelen. 5.2 Werving, selectie en begeleiding bij uitstroom Bij de werving van nieuwe medewerkers wordt gekeken of mensen passen bij de kernwaarden van Allerzorg. De dynamiek van de zorgsector vraagt bovendien om medewerkers die kunnen omgaan met de veranderingen die de gewijzigde wet- en regelgeving meebrengen en deze kunnen vertalen naar nieuw beleid voor Allerzorg. Hier wordt bij de werving en selectie mede op gelet. Allerzorg werft ook medewerkers door gebruik te maken van de (social) media, passend bij de doelgroepen. Tevens heeft zij haar eigen website ‘Werken bij Allerzorg’ waar zij haar vacatures op plaatst.
Om medewerkers blijvend te binden en te boeien worden acties ingezet en ontwikkeld zoals de digitale nieuwsbrief en de introductiedag.
Sociocratische besluitvorming
Ook als het gaat om het gedwongen afscheid van medewerkers, is een goede begeleiding naar passende alternatieven een vaste procedure bij Allerzorg. In 2014 verlieten 342 medewerkers onze organisatie en kwamen er 289 nieuwe collega’s bij. Het vertrek had in de meeste gevallen te maken met het feit dat Allerzorg – op enkele uitzonderingen na - gestopt is met het aanbieden van huishoudelijke verzorging aan huis. Voor de meeste helpenden en hulpen in de huishouding konden alternatieven worden gevonden. Een aantal van hen kon door omscholing een nieuw perspectief binnen Allerzorg worden geboden. Anderen zijn waar nodig geholpen met het vinden van een alternatief voor hun baan bij Allerzorg.
Allerzorg heeft in 2014 de invoering van sociocratische besluitvorming voorbereid. Sociocratie is een methode waarbij iedereen betrokken wordt bij het nemen van besluiten. Ervaringen elders wijzen uit dat besluiten op deze manier sneller en met meer draagvlak kunnen worden genomen. Van belang is dat elke medewerker een stem heeft en gehoord wordt. In 2014 is in de regio’s Zeeland en Utrechtse Heuvelrug proefgedraaid met deze aanpak. Deelnemers gaven aan met sociocratie een veilig klimaat te ervaren, waarin iedereen aan bod komt en mensen elkaar laten uitpraten. Allerzorg wil de sociocratische besluitvorming in 2015 verder invoeren.
5.3 Gezondheidsbeleid Het gezondheidsbeleid van Allerzorg is gebaseerd op onze visie zorg te verlenen zoals je die ook aan je naasten zou willen geven. Daarbij is immers plezier en voldoening die we in ons werk vinden een belangrijke voorwaarde. Het werken in kleine teams draagt bij aan een gezond werkklimaat. Bij dit gezondheidsbeleid past een eigentijds verzuimbeleid. Er kunnen allerlei redenen zijn om te verzuimen, van ziekte tot verkapt verlof. Allerzorg wil verzuim bespreekbaar maken. De organisatie en medewerkers hebben een band met wederzijde rechten en plichten. Dat verandert niet bij verzuim. Aandacht voor elkaar is ook dan cruciaal. Niet alleen bij kort verzuim, maar zeker ook als iemand langer uit de roulatie is. De boodschap is: we vergeten jou niet en willen je weer terug in je kracht zetten.
Allerzorg neemt ook haar maatschappelijke verantwoordelijkheid door medewerkers met financiële problemen actief te begeleiden, te ondersteunen en indien nodig passende hulpbronnen aan te dragen. Verzuimcijfers Het ziekteverzuim 2014 - geformuleerd als ziekteverzuimtijd gedeeld door de totaal betaalde tijd (inclusief zorg verleend door ZZP’ers) - bedroeg in 2014 3,58 % (2013: 3,14%). Het aandeel in het ziekteverzuim van zorgverleners met wie Allerzorg in 2014 een loondienstovereenkomst had bedroeg 5,43% (2013: 5,38%). Het gemiddelde branchecijfer (inclusief de mix intramuraal en extramuraal) bedraagt 4,9%. Het kortdurend verzuim is 1,8% en wordt met name veroorzaakt
19
door klachten vanwege fysieke belasting, verkoudheid en griep. Het verzuim van onze loondienstmedewerkers is voor twee derde deel veroorzaakt door lang verzuim (>42dagen). In 2014 zijn met de Arbodienst stappen gezet om interventies, zoals het tijdelijk aanstellen van casemanagers en trainingen verzuimpreventie, te gaan ondernemen. 5.4 Medewerkerstevredenheid In 2014 zijn alle medewerkers uitgenodigd hun mate van tevredenheid kenbaar te maken over Allerzorg als werkgever. Een dergelijke enquête wordt iedere twee jaar gehouden. Meer dan de helft (55%) van de medewerkers heeft hiervan gebruik gemaakt. Zij gaven Allerzorg het rapportcijfer 7,5. 5.5 Scholing en training Om de kennis en kunde van medewerkers blijvend te laten aansluiten bij de praktijk voerde Allerzorg ook in 2014 een actief scholingsbeleid, onder meer via de Allerzorg Academie en E-Learning. De Allerzorg Academie is een digitale leeromgeving en heeft in 2014 meer vorm en inhoud gekregen. Medewerkers worden nu maximaal gefaciliteerd in het onderhouden en verhogen van hun deskundigheid, onafhankelijk van tijd en plaats. De doelstelling is de behaalde certificaten te laten accrediteren. Hierover werden in 2014 met onder meer V&VN gesprekken gevoerd. Deze leiden naar verwachting in 2015 tot een positief resultaat. Allerzorg geeft daarnaast medewerkers die werk en studie willen combineren de ruimte: het zijn potentiële win-win situaties.
20
5.6 Ontwikkelingen personeelsbeleid in 2015 Het vinden, binden en boeien van medewerkers staat ook in 2015 centraal, evenals de borging van de kernwaarden. Deze kernwaarden (jezelf kunnen zijn, werken vanuit je hart, echt zien & begrijpen en doen) vormen ons ethisch kompas. Om de deskundigheid ten aanzien van specialismes te vergroten, is het opleiden van medewerkers een belangrijk speerpunt.
De kernwaarden van Allerzorg Jezelf kunnen zijn Wij willen dat onze medewerkers zichzelf kunnen zijn en vanuit aandacht, respect, rust en vertrouwen hun werk doen. Medewerkers zijn als persoon, als individu welkom bij Allerzorg. We hebben aandacht voor hun ruimte en hun grenzen. We willen dat ook onze cliënten zichzelf kunnen zijn. Zelfstandig waar mogelijk, verzorgd waar nodig. Zodat ze zich thuis voelen, veilig en gewaardeerd. Werken vanuit je hart Werken vanuit je hart doe je onvoorwaardelijk en liefdevol. Het betekent voor Allerzorg en haar medewerkers ‘alles geven’ en ‘er zijn’. De medewerker voelt aan en geeft aandacht, is gedreven en oprecht geïnteresseerd in de mens achter de cliënt en collega. Dat zorgt voor herkenning en contact en maakt de medewerker betrouwbaar. Willen zorgen is één van onze drijfveren.
Echt zien en begrijpen Echt zien en begrijpen kan alleen wanneer de medewerker werkt vanuit het hart en zichzelf kan zijn. Dat geeft ruimte aan zelfstandigheid en vrijheid van denken. Iedereen bij Allerzorg kan goed luisteren en geeft aandacht. We hebben gevoel voor context en omgeving. Zo herkennen we en leggen we verbanden. Onze oplossingen weerspiegelen ons respect, onze gedrevenheid, creativiteit en warme deskundigheid. Doen Het gaat ons om het geven van zorg. De juiste zorg, met aandacht. Aan mensen die ons het vertrouwen geven om voor hen te mogen zorgen. Dat is ons vak en daarom is doen onze allesomvattende en laatste kernwaarde. Doen betekent voor ons actie, helpen, problemen oplossen en ontzorgen. Uitgangspunt daarbij is dat alles kan wat echt nodig is en dat mensen boven regels gaan. Daarin zijn we oplossingsgericht, vernieuwend en gedreven, elke dag weer.
21
6. FINANCIËN 6.1 Toelichting jaarrekening Over 2014 is door Allerzorg BV een beperkt positief bedrijfsresultaat behaald van € 171.000. Het resultaat na belastingen ad € 165.000 is toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen is daardoor gestegen tot € 2.234.000. De solvabiliteit (eigen vermogen/totaal vermogen) van de organisatie bedraagt daarmee 34,3 % per ultimo 2014.
In diverse regio’s zijn de huishoudelijke activiteiten ondergebracht bij een collegazorgaanbieder of gestopt. Deze transitie heeft Allerzorg vanwege de zorgvuldige overdracht en afbouw € 345.000 gekost. Doordat we ook in 2014 meer cliënten zorg hebben gegeven dan we van de Zorgkantoren vergoed hebben leidde dit tot een totaal bedrag van € 545.000 aan bijzondere lasten.
De voorbereidingen op de grote veranderprocessen - de wijzigingen in de wetgeving en van financiering van zorg - hebben veel druk uitgeoefend op het resultaat van Allerzorg.
Het bedrijfsresultaat uit gewone bedrijfsvoering, dus voor bovenstaande bijzondere lasten, bedraagt € 716.000. Dit genormaliseerd resultaat is 2,2 % van de omzet.
Verklaringen voor ontwikkeling van het bedrijfsresultaat Afgezien van de bij 6.1 genoemde bijzondere lasten zijn de volgende zaken van belang: Omzet De omzet huishoudelijke zorg is verlaagd met € 400.000. De omzet van de kraamzorg is gestegen met € 1.008.000. Met medewerking van de zorgkantoren is het gelukt om overproductie in een tweetal zorgkantoorregio’s bovenregionaal over te hevelen naar andere zorgkantoren. Door goed te letten of de gegeven zorg past binnen de indicatie waren er geen materiële afboekingen nodig.
De ontwikkeling van het resultaat is als volgt: ALLERZORG B.V.
GECONSOLIDEERDE WINST- EN VERLIESREKENING
2014
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten uit gebudgetteerde zorgprestaties 20.824.519 Niet-gebudgetteerde zorgprestaties (exclusief DBC’s / DBC- zorgproducten; 12.133.771 inclusief Wmo-huishoudelijke hulp) Overige bedrijfsopbrengsten 6.001 Som der bedrijfsopbrengsten 32.964.291 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 31.088.904 Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa 263.542 Overige bedrijfskosten 1.440.601 Som der bedrijfslasten 32.793.047 BEDRIJFSRESULTAAT: 171.244 Financiële baten en lasten 34.457 Resultaat voor belastingen 205.701 Vennootschapsbelasting -41.139 RESULTAAT BOEKJAAR 164.562
22
2013
23.336.353 12.688.492 266.654 36.291.499 33.165.008 219.990 2.650.655 36.035.653 255.846 23.162 279.008
Personele kosten Belangrijk is dat de zorgverleners zoveel mogelijk van hun tijd ook écht zorg aan de cliënt geven en zo min mogelijk tijd aan andere taken moeten besteden. De voorbereidingen op de wijzigingen van wet- en regelgeving per 1 januari 2015, hebben echter wel tot een stijging van de indirecte tijd geleid. 6.2 Financiering Door de bevoorschotting van de zorgkantoren was Allerzorg in staat om zonder externe financiering de bedrijfsactiviteiten uit te voeren. Met het oog op de verwachte problemen rondom de nieuwe financieringswijze vanaf 2015, heeft Allerzorg eind 2014 uit voorzorg bij de bank een krediet als vangnet afgesloten. Het is Allerzorg gelukt om in 2015 in zeer korte tijd het declaratieproces op orde te brengen. Helaas blijft betaling van de declaraties door diverse zorgverzekeraars tot zelfs het moment van verschijnen van dit jaarverslag achter.
-55.802 223.206
23
6.3 Financiële risico’s Allerzorg voert per kwartaal een risico- en kansenanalyse uit op alle terreinen van haar bedrijfsvoering om zo nodig snel bij te kunnen sturen. Onderdeel hiervan zijn financiële risico’s. Deze richten zich voornamelijk op duurzaamheid van liquiditeiten en winstgevendheid van de activiteiten. Het vorig jaar benoemde risico met betrekking tot het uitblijven van wetgeving rondom de inzet van de ZZP’ers heeft zich gedurende 2014 in negatieve zin gemanifesteerd. Door meningsverschillen tussen de ministeries
Wondzorg “De medewerkers van Allerzorg zijn oprecht geïnteresseerd en ze laten mij in mijn waarde. Ik ben in goede handen; dat geeft rust in deze voor mij belastende periode.” Een cliënt die na een aantal weken wondzorg aan huis kreeg
van VWS , Sociale Zaken en Financiën over de geldigheid van de VAR verklaringen konden vele ZZP’ers niet worden ingezet. Vanaf 2016 lijkt dit probleem door middel van een zogeheten modelovereenkomst te zijn opgelost. De praktijk zal dit echter moeten uitwijzen.
ZZP’ers is voor Allerzorg essentieel voor het leveren van hoogstaande palliatieve zorg. De druk op de tarieven in het Wmo-gebied is onaanvaardbaar hoog. Een tariefreductie van 25% tot 40% in een segment dat nauwelijks positieve cijfers kan schrijven, is buitensporig. De strategie van Allerzorg om uit deze woestijn te blijven, is een juiste gebleken. 6.4 Vooruitblik financieel beleid 2015 Het financiële beleid 2015 staat in het kader van verbetering van het financiële resultaat, volgend op de eerder ingezette strategiewijziging. Belangrijk is ook het op orde krijgen van het declaratieverkeer als gevolg van de veranderingen in de bekostigingssystematiek en de daarmee gepaard gaande druk op de liquiditeiten. Hierbij is Allerzorg echter ook afhankelijk van de werkwijze van zorgverzekeraars. De declaratie aan gemeenten is complex vanwege de grote variëteit van systemen en eisen. Daarnaast ondervindt Allerzorg hinder van de verlate PGB-verwerking door de Sociale Verzekeringsbank (SVB). De overgang van een regiogestuurde organisatie naar een landelijke organisatie met vooral specialistische zorg maakt het mogelijk de lokale overheadkosten verder te reduceren.
Door het uitblijven van een robuuste oplossing op rijksniveau voor de inzet van ZZP’ers is Allerzorg in 2014 gestart met het onderzoeken of een Zelfstandige Service Organisatie (ZSO) functioneel is om ZZP’ers te binden en te boeien voor Allerzorg. Een ZSO waarborgt de onafhankelijkheid en daarmee het ondernemerschap van de ZZP’er. Inzet van
24
25
7. VAN REGIO NAAR SPECIALISME Cliënten zullen het niet onmiddellijk merken, maar toch was het voor Allerzorg in 2014 een ingrijpende verandering: de regioaangestuurde organisatie maakte plaats voor een landelijk aangestuurde organisatie op basis van zorgspecialismen. Dat lijkt misschien tegenstrijdig, omdat Allerzorg gelooft in kleinschaligheid. Bij elk van de specialismen van Allerzorg blijft de persoonlijke dienstverlening, de bejegening en het meedenken met de cliënt uiteraard heel persoonlijk. Op dat vlak blijven kleinschaligheid en persoonlijke ondersteuning het kenmerk van onze aanpak. Toch is deze koerswijziging verstandig. Hoogcomplexe zorg aan huis vraagt om de beste kwaliteit van werken. In zo’n specialistische aanpak is het niet goed om lokale of regionale verschillen te laten ontstaan. Vandaar de keuze voor een landelijke indeling in zorgspecialismen, aangestuurd door productspecialisten. Dat maakt het ook makkelijker om verbeteringen en innovaties binnen deze specialismen door te voeren en te borgen, zodat de kwaliteit van bijvoorbeeld de palliatieve zorg in Groningen dezelfde is als in Limburg. In de nieuwe benadering van productspecialismen vinden we als leverancier van hoogcomplexe zorg aan huis bovendien een betere aansluiting bij ziekenhuizen. In de zogenoemde ‘ziekenhuis verplaatste zorg’ die naar verwachting de komende tijd een hoge vlucht gaat nemen, is een stabiel en goed controleerbaar niveau van kennis en kunde een voorwaarde om een goede brug te bouwen tussen thuis en ziekenhuis. De JCIaccreditatie verstevigt deze verbinding. Ook de wijkverpleging ontwikkelt zich meer en meer tot een gespecialiseerde dienstverlening met landelijke standaarden. Wijkverpleegkundigen
26
gaan in 2015 zelf het zorgplan samen met de cliënt vaststellen. Daarom volgde een eerste groep wijkverpleegkundigen in 2014 al de opleiding ‘vakbekwaam indiceren’. Deze nieuwe wijze van werken heeft gevolgen voor zorgverleners en de ondersteunende diensten. Allerzorg gebruikt de systematiek van OMAHA om het zorgproces vast te leggen. Dit is een nieuwe landelijke standaard om het zorgplan vorm te geven. Hierbij zijn de (wijk) verpleegkundigen nadrukkelijk in het proces betrokken. Een van de positieve uitkomsten van dit veranderproces is dat dit de binding tussen de ondersteunende stafdiensten en de werkvloer verder verstevigd heeft. Voor iedereen in de organisatie telt hetzelfde uitgangspunt: het leveren van goede, veilige en verantwoorde zorg aan onze cliënten. 7.1 Wijkverpleging, meer mogelijkheden Allerzorg wijkverpleging heeft een roerig jaar achter de rug. De uitkomst is stabiel en veelbelovend: geïntegreerde wijkverpleging waarin hoogcomplexe en persoonlijke verzorging samengaan. De wetswijziging leidde voor het onderdeel persoonlijke verzorging in 2014 tot onrust onder medewerkers. Toen duidelijk werd dat de overheid de persoonlijke verzorging niet bij gemeenten ging onderbrengen, besloot Allerzorg om persoonlijke verzorging te integreren in het aanbod van gespecialiseerde wijkverpleging. Helpenden en verzorgenden kregen in dit kader het aanbod zich bij te scholen tot Verzorgende Individuele Gezondheidszorg (niveau 3). Daar is in groten getale gebruik van gemaakt. Het nieuwe denken over de geïntegreerde gespecialiseerde wijkverpleging sloeg aan, zo bleek eind 2014. Medewerkers vinden het fijn om cliënten met complexe zorgvragen
op een breed terrein van dienst te kunnen zijn. Zij kunnen dan echt een beroep op hun deskundigheid doen. Inmiddels is ook gemerkt dat huisartsen en specialisten in ziekenhuizen de nieuwe koers van de wijkverpleging op prijs stellen. Zij schakelen voor patiënten met complexe klachten vaker de gespecialiseerde wijkverpleging van Allerzorg in. Niet alleen kijken naar het technisch handelen, maar een brede blik op hoe in samenwerking met anderen de zorg het beste kan worden georganiseerd: dat kenmerkt sinds eind 2014 ook de nieuwe zorgplannen.Toen bekend werd dat het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) per 1 januari 2015 ging stoppen met het indiceren voor de wijkverpleging, heeft Allerzorg 36 verpleegkundigen getraind in het opstellen van wijkverplegingszorgplannen. Verpleegkundigen kunnen zo doelmatiger werken en kunnen samen met de cliënt bespreken hoe alle facetten van de zorg het beste vorm kunnen krijgen. In deze zorgplannen krijgen de zelfredzaamheid van de cliënt en de aanvullende inzet van het netwerk rondom de cliënt veel aandacht. Zowel cliënten als zorgverzekeraars zijn gelukkig met de evenwichtige aanpak die deze nieuwe generatie zorgplannen oplevert. Doel is dat we de wijkverpleegkundigen op een doelmatige manier inzetten en met de cliënt samen bespreken hoe de totale zorg per cliënt vorm kan krijgen. 7.2 Palliatieve zorg, compleet en warm Palliatieve zorg was in 2014 in de praktijk een ander woord voor ‘ontzorgen’. De vraag naar de bijzondere palliatieve zorg van Allerzorg groeit. In 2014 ontvingen 586 cliënten zorg en ondersteuning in hun laatste levensfase. Het rapportcijfer 8,9, waarmee cliënten de medewerkers van Allerzorg waarderen,
27
onderschrijft dat cliënten en hun naasten zeer tevreden zijn over deze aanpak.
geboden om de cursussen van de Allerzorg Academie te volgen.
Een warm en persoonlijk afscheid in een omgeving die helemaal past bij de wensen van de betrokkene streeft Allerzorg na. Zorg zoals je die voor je naasten wenst: dat geldt zeker voor onze palliatieve zorg. Indien nodig biedt Allerzorg 24 uur per dag zorg en ondersteuning. In overleg met de cliënt en diens naasten vindt de invulling plaats door een team van verpleegkundigen, verzorgenden, vrijwilligers en mantelzorgers. In afstemming met de ketenpartners en doorverwijzers organiseert Allerzorg het begeleidingstraject zodat de cliënt, de naasten van de cliënt, evenals de verwijzende en ondersteunende medische zorgverleners, totaal ontzorgd worden, ook als een zorgvraag op vrijdagmiddag binnenkomt.
7.3 Kindzorg vaker gewoon thuis De kindzorgtak van Allerzorg bouwde in 2014 de specialistische zorg voor kinderen uit met onder meer enzymtherapie, infusietherapie en oncologische zorg. Dat heeft een groot voordeel: kinderen hoeven voor deze behandelingen niet meer naar het ziekenhuis toe. De therapie (en bijbehorende zorg) kan gewoon thuis worden gegeven.
Verwijzers kunnen via één telefoontje alle onderdelen van een goede palliatieve zorg in gang zetten. En als het even kan, gaat een coördinator van Allerzorg in het ziekenhuis bij de cliënt langs vóór hij of zij naar huis gaat, zodat al meteen kan worden gestart met de voorbereidingen van een op maat gesneden begeleiding. Alle medicatie en eventuele hulpmiddelen kunnen aan huis worden geleverd nog vóór de cliënt thuis verwelkomd wordt. Alle palliatieve teams van Allerzorg zijn lid van het Regionale Netwerk Palliatieve Zorg. Palliatief geschoolde artsen, apothekers, psychosociale zorgverleners en geestelijk verzorgers werken in dit netwerk samen met Allerzorg om palliatieve zorg optimaal te laten zijn. Allerzorg werkt in de palliatieve terminale zorg veel met ZZP’ers, die voorafgaand worden geselecteerd. Zij worden ook de gelegenheid
28
De omzetting van ziekenhuiszorg naar specialistische zorg aan huis vraagt een gedegen voorbereiding van zowel Allerzorg als het ziekenhuis. Zo is voor de oncologische zorg in 2014 gesproken met het AMC, het Erasmus MC, en het Máxima Medisch Centrum. Deze contacten hebben er onder meer toe geleid dat Allerzorg Kindzorg nu voor het AMC nurse practitioners zal opleiden voor chemotherapie thuis. Ziekenhuizen zijn geïnteresseerd in deze innovaties, omdat ook zij vinden dat een ziek kind het beste thuis kan zijn. Ook logistiek was 2014 voor Allerzorg Kindzorg een jaar van veranderingen. Door de verhuizing naar het Medisch Centrum Dudokpark in Hilversum treffen cliënten uiteenlopende medische en paramedische disciplines onder één dak aan. Kindzorg in Flevoland staat goed op de kaart. Hier draait nu een team dat gespecialiseerd is in begeleiding in gezinssituaties en een team dat verpleegkundig gespecialiseerde zorg verleent. Voorbereidingen zijn bovendien getroffen voor de opstart van een team van Allerzorg Kindzorg in Eindhoven. Hier gaat het eveneens om specialistische kindzorg. Inmiddels is dit een feit.
7.4 Kraamzorg zonder onderbrekingen De kraamzorg van Allerzorg werd in 2014 veelzijdiger. Cliënten zijn daar tevreden over. Verzekeraar Achmea deed een tevredenheidsonderzoek onder cliënten van Allerzorg Kraamzorg. En dat leverde het cijfer 9,2 op. Natuurlijke Kraamzorg is één van de nieuwe diensten die in 2014 zijn gelanceerd. Natuurlijke Kraamzorg is gebaseerd op antroposofische principes. Medewerkers volgden een gecertificeerde opleiding van anderhalf jaar om deze gespecialiseerde vorm van kraamzorg goed te kunnen aanbieden. 2014 was ook het jaar van de samenwerking. Allerzorg Kraamzorg, verloskundigen en andere disciplines belegden als team bijeenkomsten voor cliënten: voor aanstaande moeders en vaders een ideale manier om te ontdekken welke mogelijkheden er allemaal zijn. De betrokkenheid stopte niet met het beëindigen van de kraamperiode. Allerzorg Kraamzorg organiseerde samen met verloskundigen koffieochtenden voor ouders die 2 tot 6 weken eerder een kind hadden gekregen. Met verloskundigen vond in 2014 sowieso op prettige wijze afstemming plaats. Er zijn concrete afspraken gemaakt over de samenwerking rond bevalling en kraambedden. Deze afstemming past in een nieuwe ontwikkeling: intensiever en zonder onderbrekingen betrokken zijn bij ouders die een kind krijgen. Zo waren in 2014 in vijf ziekenhuizen kraamverzorgenden van Allerzorg Kraamzorg aanwezig bij bevallingen in het ziekenhuis. Allerzorg Kraamzorg was in deze situaties al voor de komst naar huis betrokken bij moeder en kind. Aansluitend op de geboorte in het ziekenhuis werd de kraamzorg thuis verder voortgezet. ‘Continue begeleiding’ heet deze nieuwe dienstverlening, die in 2015 verder wordt uitgebouwd.
29
“EN TOEN KWAM IK ANNE TEGEN.” Belanghebbenden over de verandering die alles anders maakte: Robert van der Wilden had van jongs af aan allerlei kwalen en lichamelijke reacties die niet goed te verklaren waren. Totdat bleek dat hij een bepaald eiwit in zijn bloed mist, waardoor zijn afweersysteem niet in orde is. Sinds dat stofje, immunoglobuline, eens per vier weken via een infuus wordt toegediend, gaat het goed met hem. Voor die infuuszorg moest hij tot voor kort wel steeds een dag in het ziekenhuis zijn. Robert: “En toen kwam ik Anne tegen. In het Erasmus MC om precies te zijn. Anne is verpleegkundige van Allerzorg. Zij vertelde dat ik mijn vierwekelijkse immunoglobuline-infuus ook gewoon thuis kon krijgen. Perfect. Anne heeft verstand van zaken en geeft me goede adviezen. Ze legt ’s ochtends het infuus aan, waarna ik gewoon thuis mijn gang kan gaan. Ondertussen blijft Anne wel in de buurt. Ze doet aan tafel wat administratie en zo.” Pure winwin-situatie Deze zogeheten ziekenhuis verplaatste zorg die Robert in 2014 van Anne ontving, zal in de toekomst in samenwerking met steeds meer ziekenhuizen geleverd gaan worden. Wellicht ook samen met de Sint Maartenskliniek in Woerden en Nijmegen, die gespecialiseerd is in orthopedische ingrepen. Dr. Jon Goosen, orthopedisch chirurg in deze kliniek: “Onze patiënten hebben soms langdurig een antibiotica-infuus nodig. Daar zouden ze na een ingreep eigenlijk drie maanden lang voor in het ziekenhuis moeten zijn; zeker als ook nog lastige wonden en bloedonderzoek een rol spelen. Als deze patiënten voor dit alles thuis verder behandeld kunnen worden is dat een pure win win-situatie. Voor ons en vooral voor de patiënt zelf natuurlijk.” In 2014 hebben Allerzorg en de Sint Maartenskliniek eerste
30
gesprekken gevoerd over deze nieuwe manier van samenwerken. Jon Goosen: “Allerzorg kiest voor het JCI-keurmerk. Dat spreekt ons aan. Bovendien sluit het credo ‘Zorg leveren zoals je die voor je naasten ook zou willen’ precies aan bij waar onze kliniek voor staat. Wat ook meespeelt, is dat Allerzorg heel veelzijdig is. Ze kunnen complexe wonden behandelen en bloedonderzoek doen.” Meer tijd voor de cliënt Dat nieuwe samenwerkingsperspectief komt steeds meer binnen handbereik sinds Allerzorg in 2013 ervoor koos om het accent te leggen op gespecialiseerde zorg. Dat wil niet zeggen dat in 2014 de hele organisatie ineens volledig klaar was voor het leveren van gespecialiseerde zorg aan huis. Henk Moesbergen van de Raad van Commissarissen van Allerzorg: “2014 was een overgangsjaar. Pas in 2015 en later kan aan de vervolmaking worden gewerkt. Wetende dat het een overgangsjaar is, zijn we zeer tevreden. Deze transitie is goed voor de cliënt. Voortgaan met het oude systeem zou betekenen dat gewerkt wordt tegen onaanvaardbare tarieven en onder te hoge tijdsdruk, waardoor er minder tijd voor de cliënt overblijft. Door gespecialiseerde zorg te gaan leveren, gebeurt het omgekeerde: meer tijd voor de cliënt en alles tegen meer marktconforme tarieven. Ik weet zeker dat als Allerzorg deze omslag niet had gemaakt, de continuïteit van Allerzorg onder druk was komen te staan.” Ziekenhuis verplaatste zorg heeft de toekomst Gevolg van de omslag was ook dat Allerzorg in 2014 stopte met het leveren van Huishoudelijke hulp. Peter van den Burg van de Centrale Cliëntenraad: “De Cliëntenraad heeft erop toegezien dat cliënten die alleen Huishoudelijke hulp hadden, bij andere
zorgverleners zijn ondergebracht, liefst met dezelfde huishoudelijke medewerkers. Dat is goed gegaan.” Karin van Amerongen, voorzitter van de Ondernemingsraad: “Gelet op de strategie om als specialistische thuiszorgleverancier verder te gaan, kon het niet anders dan dat we van sommige collega’s van niveau 2 afscheid moesten nemen. Dat was lastig omdat we aansluitend niet meteen voldoende mensen op niveau 4 en 5 konden aantrekken. Ik denk dat dit te maken heeft met een imagoprobleem. Thuiszorg wordt nog te vaak geassocieerd met billen wassen en steunkousen aantrekken. Dat thuiszorg ook een specialisme is voor complexe zorgvragen, is minder bekend. Maar de nu ingeslagen weg is een goede keuze. Ziekenhuisverplaatste zorg heeft de toekomst.” Oude grenzen gaan verdwijnen Dat vindt ook huisarts Peter Hildering uit Urk. Hij delegeert binnen zijn praktijk wondzorg aan specialistische verpleegkundigen van Allerzorg. Dat is hem ook in 2014 uitstekend bevallen. Hij ziet dit type samenwerking met Allerzorg als de opmaat naar nieuwe verhoudingen in de zorg. “Ik zie vanuit mijn praktijk een steeds duidelijker een sterke driehoek ontstaan tussen huisarts, ziekenhuis en thuiszorg. De verpleegkundige die bij de patiënten thuiskomt is straks dezelfde verpleegkundige die ook in het ziekenhuis de wondzorg doet. Wondzorg is qua protocol en behandeling straks eenduidig met elkaar verbonden. Ik voorspel dat de oude grenzen tussen behandelaren gaan verdwijnen. En, zeg ik als huisarts, daar kunnen we alleen maar blij om zijn. Over de kwaliteit van de wondzorg kun je heel lang met elkaar praten, maar op een gegeven moment moet je het ook gewoon dóen. Durf grenzen te verleggen. De zorg kan er alleen maar beter van worden.”
Meer zelfvertrouwen gekregen Zorgverzekeraars zullen blij zijn met deze ontwikkelingen. Max Bijwaard, lid van de Raad van Commissarissen bij Allerzorg en eerder acht jaar werkzaam als senior manager zorginkoop langdurige zorg bij zorgverzekeraar Achmea: “Ziekenhuis verplaatste zorg is veel goedkoper dan ziekenhuiszorg. De verzekeraar zoekt een combinatie van kwaliteit en lagere zorgkosten. Een verzekeraar zal Allerzorg om deze reden niet meteen in de armen sluiten. Eerst moet blijken dat de mix van kwaliteit, lagere kosten en omvang van de geleverde zorg in de praktijk aantoonbaar is. Maar ik denk dat het goed komt. Temeer omdat Allerzorg nog iets extra’s heeft: een sterke focus op de klant die niet alleen over de technische kwaliteit van de zorg gaat, maar ook over bejegening, service en over het nakomen van afspraken. Dat is echt onderscheidend.” Robert van der Wilden die tevreden is over zijn infuustherapie aan huis, is het met dat laatste punt helemaal eens. “Anne van Allerzorg hoort bij ons gezin. Ze begrijpt wat zo’n therapie voor ons betekent. Ze praat daar in alle rust over, ze kan goed uitleggen, maar weet ook van doorpakken. Een paar maanden geleden had ze een nieuwe infuuspomp bij zich die sneller werkt. Ik heb er alle vertrouwen in. Het punt is dat ik me door deze ondersteuning eigenlijk geen patiënt meer voel. Ik voel me zekerder en heb meer zelfvertrouwen gekregen.”
31
Kraamverzorgenden plus zijn aanvullend opgeleid om bij een normale bevalling in het ziekenhuis - of gewoon thuis - bij de bevalling te kunnen assisteren. In 2014 assisteerde Allerzorg in totaal bij 342 bevallingen. Ziekenhuizen zijn blij met deze ondersteuning. Het beleid om mensen eerder uit het ziekenhuis te ontslaan, leidt door de continue begeleiding van Allerzorg Kraamzorg niet tot kwaliteitsverlies. Met de samenwerking met ziekenhuizen, verloskundigen en andere partners geeft Allerzorg Kraamzorg gehoor aan de wens van cliënten om kraamzorg te leveren zonder tussentijdse onderbrekingen. 7.5 Vernieuwingen bij wondzorg De wondzorg van Allerzorg was een specialisme dat in 2014 de kwaliteitslat hoger legde en tegelijkertijd merkte dat de vraag vanuit verwijzers groeide. Wondzorg als gespecialiseerde verbinding tussen thuiszorg en medische behandeling slaat aan. Allerzorg werkt sinds 2014 met tien wondzorgteams, verspreid over het hele land. Elk team bestaat uit een wondverpleegkundige die aan het Erasmus MC of het Radboud MC is opgeleid, aangevuld met wondverpleegkundigen die bijgeschoold zijn in dit specifieke aandachtsgebied. Elk lid van het team maakt een instaptoets en moet deze minimaal met een voldoende afsluiten. Aansluitend volgen de verpleegkundigen de interne basis- en gevorderde scholing van Allerzorg. Een verdere verdieping van de wondzorgkennis bij Allerzorg is op handen. De beslissing om de JCIaccreditatie (het nieuwe kwaliteitskeurmerk voor de medische sector) te gaan verwerven, speelt hierbij een grote rol. Allerzorg wil binnenkort in samenwerking met diverse ziekenhuizen wondzorg aan huis gaan
32
leveren. De basis hiervoor is in 2014 gelegd. Om de lijn met de cliënt kort te houden wil Allerzorg bovendien aansluiten bij nieuwe wondexpertisecentra in Nederland. In 2014 is als eerste contact gezocht met het wondexpertisecentrum in Harderwijk en met het wondexpertisecentrum in Leeuwarden dat in 2015 de deuren opent.
Palliatieve zorg “De medewerkers van Allerzorg waren er altijd voor mijn vrouw. Letterlijk en figuurlijk. Dat is misschien ook wel het belangrijkste dat ze in die periode voor ons hebben gedaan: gewoon er zijn.” Een nabestaande wiens vrouw overleed aan kanker
In deze centra werken thuiszorg, huisartsen en medisch specialisten samen. Dat sluit aan bij het streven van Allerzorg om scheidingsmuren tussen cliënten en zorg weg te halen. In 2014 groeide bovendien de samenwerking met afzonderlijke huisartsenpraktijken, veelal op detacheringsbasis. Huisartsen delegeren dan de wondzorg in de wetenschap dat de nieuwste inzichten in het wondzorg-vakgebied binnen hun praktijk voorhanden is. De nieuwe dynamiek binnen dit specialisme is merkbaar. Aanzienlijk meer verwijzers dan voorheen doen een beroep op de wondzorgexpertise van Allerzorg. Kennis en innovaties wil Allerzorg niet voor zichzelf houden. Inzet is om verzamelde gegevens in een wondzorgdatabank op te slaan voor wetenschappelijk onderzoek.
7.6 Van ziekenhuis naar gewoon thuis Allerzorg timmert aan de weg als een aanbieder van specialistische zorg aan huis. Daarbij gaat het steeds vaker om hoogcomplexe zorg. In dit kader heeft Allerzorg in 2014 het vakgebied Specialistisch Verpleegkundige Zorg Thuis opgezet. Deze verbindende discipline bouwt bruggen tussen zorg in het ziekenhuis en thuiszorg. Daardoor kan steeds vaker ziekenhuiszorg ook gewoon bij de mensen thuis worden geleverd. Infusietherapie was eind 2014 de eerste behandeling in deze reeks. Acht Allerzorgverpleegkundigen werden geschoold voor het geven van deze behandeling. Nog in het verslagjaar kon een eerste patiënt uit het Erasmus MC deze behandeling thuis ontvangen. De komende jaren leidt Allerzorg naar verwachting vele nieuwe topzorgverpleegkundigen op. Het leveren van hoogcomplexe zorg aan huis vraagt het vertrouwen van ziekenhuisprofessionals. Met het AMC en het EMC zijn hierover in 2014 gesprekken gevoerd. Het besluit van Allerzorg om de JCI-accreditatie (het kwaliteitskeurmerk voor de medische sector) te willen implementeren, heeft bijgedragen aan het vertrouwen in het vakmanschap van Allerzorg. In 2015 zullen vanuit het AMC de eerste patiënten met een ernstige stofwisselingsziekte enzymtherapie aan huis krijgen. Zij zullen dan niet langer hun verdere leven wekelijks een dag lang in het ziekenhuis hoeven te zijn, maar kunnen gewoon thuis, op school, op het werk of op vakantie worden behandeld. Deze eerste in 2014 gemaakte afspraken illustreren essentiële veranderingen in het zorglandschap. In deze ontwikkeling past
33
trouwens ook het leveren van hoogcomplexe zorg in de nieuwe medische wijkcentra (de anderhalve lijnscentra). Zo is in 2014 afgesproken dat Allerzorg in Medisch Centrum Dudokpark in Hilversum samen met anesthesiologen een centrum voor pijnbestrijding start. Vanuit dit centrum kunnen onder andere terminaal zieke mensen thuis vakkundig worden bijgestaan in het behandelen van pijn. Allerzorg heeft voor dit centrum ook andere medisch specialistische zorg in voorbereiding. De komende tijd zal vanuit steeds meer medische wijkcentra topzorg worden geleverd die tot voor kort alleen in het ziekenhuis mogelijk was. 7.7 Het nieuwe welzijn Woonzorg zoals Allerzorg die ziet, is behoorlijk uniek. Het ontzorgt, bindt mensen en geeft de wijk nieuw elan. Allerzorg bouwde er in 2014 ervaring mee op en wil er graag meer mee doen, omdat de Allerzorg-aanpak van woonzorg voorziet in een behoefte. Allerzorg levert zorg aan een bijzondere woonzorg-voorziening bestaande uit 22 appartementen, Villa Paasberg in Arnhem, die in een voormalig kerkgebouw is gevestigd. Eind 2013 kreeg dit voormalige kerkgebouw zijn nieuwe bestemming. In 2014 werd Villa Paasberg een thuis voor een breed palet aan bewoners. Sommigen ontvangen hier zorg, anderen vinden het vooral fijn om hier alleen maar prettig te wonen, permanent, maar eventueel ook tijdelijk. Villa Paasberg levert namelijk ook hotelzorg en tijdelijke opvang na bijvoorbeeld een ziekenhuisverblijf voor als de stap naar zelfstandig wonen nog te groot is of als specialistische zorg tijdelijk nodig is. Leeftijden en achtergronden zijn zeer divers. Villa Paasberg werd in 2014 ook een wijkcentrum. De grote kerkdeuren staan
34
letterlijk open voor wijkbewoners. In de loop van 2014 vonden hier allerlei wijkactiviteiten plaats. Van samenzang en vergaderlocatie tot voorspeelmiddagen met de piano. Zo ontstond in Villa Paasberg in 2014 een prettige dynamiek waarin de locatie ook echt een vitaal onderdeel van de wijk werd. Het resultaat is een mooie illustratie van de kernwaarden van Allerzorg. Volgens het concept van Villa Paasberg wil Allerzorg dan ook op andere plekken in Nederland woonzorg-voorzieningen opzetten.
Woonzorg Een plek om tot rust te komen. Onze woonzorgvilla biedt woonruimte, maar is ook een ideale locatie om vakantie te houden. Het hele jaar door!
Het biedt alle vrijheid, het bindt mensen in de wijk, het is kleinschalig, het kan voor elke portemonnaie, zonder bureaucratische scheidingsmuren, zonder gedoe. Allerzorg richtte zich in 2014 daarnaast ook op een nieuwe invulling van woonzorg. Zo nam Allerzorg samen met woonzorgexpert September de organisatie op zich van kleinschalige woningen die eerder onder de paraplu van Vilente in Wageningen vielen. De mensen met dementieklachten die hier wonen, kunnen daardoor onbezorgd in hun vertrouwde omgeving blijven wonen. In 2015 zullen verschillende nieuwe “September-vestigingen” geopend worden. Ook deze vestigingen zullen voor dementerenden een kleinschalig en
betaalbaar alternatief zijn waar warmte en respect voorop staan. 7.8 Begeleiding als specialisme Allerzorg heeft de omslag gemaakt naar specialistische thuiszorg. Toch blijft de organisatie wel bepaalde vormen van begeleiding bieden. Het is specialisme op maat, ook voor kinderen. Cliënten hebben daar behoefte aan. Maatwerk zorgt ervoor dat begeleiding ook echt werkt. In 2014 leverde Allerzorg gespecialiseerde begeleiding in Friesland, de gemeenten Noordoostpolder en Zwolle. De cliënten van Allerzorg Begeleiding hebben vaak psychiatrische problemen of een verstandelijke beperking en maken niet zelden deel uit van gezinnen waarin verschillende problemen samenvallen. In 2014 is voor de regio Zwolle een nieuwe dienstverlening aan het begeleidingspakket toegevoegd: zwangere vrouwen met een psychiatrische achtergrond. Allerzorg trok psychiatrische verpleegkundigen aan en werkt op dit onderdeel samen met de Isala Klinieken. Een pilot in de gemeente Zwolle is in de maak. Het idee is dat een brede ondersteuning van zwangere vrouwen met een psychiatrische achtergrond de kans vergroot dat zwangerschap, bevalling en kraamtijd voor moeder, kind en gezin goed verlopen. Innoveren deed Allerzorg Begeleiding met een prijswinnende pilot voor eenzame ouderen in de gemeente Noordoostpolder. Allerzorg bood niet alleen specialistische begeleiding aan, maar regelde ook dat stagiaires van het ROC en herintreders afspraken maakten met eenzame ouderen. Zo ontstond een verbinding tussen formele en informele zorg die uitstekend werkt. In Emmeloord was Allerzorg Begeleiding
35
in 2014 de drijvende kracht achter een maandelijks café voor mensen met niet-aangeboren hersenletsel. Ook hier gaat het om het belang van ontmoeting, informeel samenzijn én een verkenning van gespecialiseerde ondersteuning die de kwaliteit van het leven van deze mensen kan verhogen. Eind 2014 beëindigde Emeritus, een organisatie die mensen met dementieklachten thuis begeleidde, haar activiteiten. Allerzorg richtte begin 2015 Emeritus Allerzorg BV op en bood vervolgens cliënten en oud-medewerkers haar diensten aan. Dementie neemt naar verwachting de komende jaren fors toe. Niet alleen persoonlijke begeleiding, maar ook gespecialiseerde verpleging en verzorging aan huis kan in een gecombineerd aanbod er toe bijdragen dat deze ouderen langer zelfstandig kunnen blijven. Emeritus Allerzorg werkt met oudere werknemers die daarmee - beter dan jongeren – logisch aansluiten bij de leefwereld van ouderen met dementie. Die klik is belangrijk. Het gaat niet alleen om ondersteuning thuis. Alle begeleiders hebben een auto en kunnen bijvoorbeeld ook met cliënten naar een museum of een winkelcentrum gaan. Dit soort uitstapjes – evenals het bieden van structuur en het mobiliseren van het netwerk – helpt mee om ouderen met beginnende dementieklachten alert en scherp te houden.
36
37
Kasteel 4 3441 BZ Woerden Postbus 2136 3440 DC Woerden T 0348 41 68 34 F 0348 43 17 28 E
[email protected] www.allerzorg.nl